Onderzoek uitgelegd

Nee, Duitse teams winnen niet vaker door een doelpunt op het einde van de match


Via micro-econometrische data-analyse ontkrachten professor Stijn Baert en Masterproefstudent Louis Van Den Broucke de voetbalmythe dat 'aan het einde altijd de Duitsers winnen'. Door meer dan 1000 recente voetbalwedstrijden in de UEFA Champions League en UEFA Europa League te analyseren, tonen ze aan dat Duitse teams niet vaker scoren in de laatste seconden dan teams uit andere landen. Franse en Spaanse clubs daarentegen krijgen minder vaak een doelpunt tegen aan het einde van de wedstrijd. Hun onderzoekswerk werd gepubliceerd in het gekende multidisciplinaire peer-reviewed wetenschappelijke tijdschrift Plos One.


Na het verlies van de halve finale van het WK voetbal in 1990 tegen Duitsland, verklaarde de voormalige Engelse spits Gary Lineker de beroemde woorden: 'Voetbal is een eenvoudig spel: tweeëntwintig mannen rennen 90 minuten achter een bal en aan het einde winnen de Duitsers altijd'. Dit citaat is een van de beroemdste uit de internationale voetbalwereld geworden. Tot op heden wordt het veel gebruikt in online en gedrukte media. Maar is deze uitspraak wel waar?


De uitspraak van Lineker kan worden geïnterpreteerd als een hypothese dat Duitse teams aan het einde van een voetbalwedstrijd aanzienlijk vaker scoren (en daarmee de wedstrijd winnen) dan teams uit andere landen. Om deze hypothese te toetsen, analyseerden Belgische onderzoekers 1008 recente wedstrijden in de UEFA Champions League en de UEFA Europa League, de twee meest prestigieuze internationale clubtoernooien in het voetbal. Meer concreet analyseerden ze het scorespecifieke gedrag van alle wedstrijden die tussen 2008 en 2014 werden gespeeld door clubs uit de meest voorkomende landen in deze competities. Naast Duitsland zijn dat Engeland, Spanje, Italië, Frankrijk, Portugal, Rusland, Oekraïne, Nederland en België.


Na controle voor factoren zoals de relatieve sterkte van de teams en de stand aan het einde van de 89e minuut van de wedstrijd, werd geen bewijs gevonden voor de uitspraak van Lineker. Dat wil zeggen dat Duitse teams niet significant vaker een doelpunt scoren in de 90e minuut of later. Aan de andere kant krijgen Franse en Spaanse teams minder vaak een doelpunt tegen in de laatste seconden. Bovendien eindigen Nederlandse teams vaker in een gelijkspel als gevolg van een laat doelpunt (gescoord of tegen gekregen). Tot slot krijgen Engelse teams minder vaak een laat doelpunt tegen, maar alleen als ze een Engelse coach hebben.


Professor Stijn Baert en Masterproefstudent Louis Van Den Brouck zijn wereldwijd de eersten die de uitspraak van Lineker in de context van clubtoernooien hebben onderzocht. De Nederlandse onderzoekers Jan van Ours en Martin van Tuijl hebben dit echter al onderzocht voor nationale toernooien (zoals de Copa América en het WK). De belangrijkste bevinding van hun onderzoek was dat van de acht onderzochte nationale teams Argentinië, Duitsland en Italië vaker scoorden in de laatste seconden van de geanalyseerde wedstrijden. In tegenstelling tot de theorie van Lineker kreeg het Duitse nationale team echter ook vaker een doelpunt tegen aan het einde van deze wedstrijden.


Voetbal en (arbeids)economie


Dat (economie)professoren zich bezighouden met het onderzoeken van voetbalmythes is minder gek dan het lijkt. De gekende Vlaamse filosoof B. Boma wist het drie decennia geleden al: business is business. En voetbal is ondertussen big business. Een wedstrijd al dan niet winnen kan soms miljoenen verschil uitmaken voor de kassa van een voetbalbedrijf.


Bovendien is de voetbalmarkt het perfecte laboratorium om de arbeidsmarkt te begrijpen. Enerzijds is er heel veel data beschikbaar over de belangrijkste bijzaak in het leven die voetbal is. Alleen al op transfermarkt.be kun je hele avonden verdwalen in cijfertjes (vooral op degene waar je de vuilbakken moet buitenzetten).


Anderzijds is de productiviteit van voetbalteams, namelijk het scoren van doelpunten en winnen van wedstrijden, veel duidelijker te observeren dan elders in de arbeidsmarkt. Wanneer een voetballer uit Afrika en Europa even productief zijn, krijgen ze dan ook hetzelfde loon? Werken automatismen of leidt meer afwisseling tot productiviteit? Het zijn vragen die op het eerste zicht enkel relevant zijn binnen de voetbalwereld, maar ze beantwoorden kan leiden tot inzichten die relevant zijn voor de volledige arbeidsmarkt.


In beeld


Onderstaande figuur uit het artikel in Plos One geeft een beeld op een aantal regressieresultaten.



Meer info


De wetenschappelijke publicatie in Plos One is hier terug te vinden.


In andere studies onderzochten professor Baert en zijn collega's onder ander het effect van een rode kaart, een doelpunt net voor de rust, wissels, het toevoegen van referees en thuisvoordeel op het verloop van internationale voetbalwedstrijden. Ten slotte werd ook bestudeerd welke profielen typisch succesvolle trainers worden.