Onderzoek uitgelegd

Kost op kot gaan je punten aan de universiteit?


In deze periode gaan veel (toekomstige) studenten op zoek naar een kot. Anderen twijfelen, samen met hun ouders, om al dan niet te pendelen tussen thuis en de universiteit. Dienen zij een effect op hun punten mee te nemen in de afweging?


In de wetenschappelijke literatuur kun je heel wat theoretische redenen vinden waarom op kot gaan een goed idee voor je punten aan de universiteit is. Pendelen kost je tijd die je niet altijd efficiënt kunt invullen met studeren. Wie daardoor vroeg moet opstaan en inboet op slaap, kan ook op die manier mindere prestaties verwachten, zoals eerder onderzoek over slaapkwaliteit en examenresultaten aangaf.


Verder zorgt op kot gaan typisch ook voor een betere sociale integratie aan de universiteit, zodat het eenvoudiger is om vragen te stellen aan collega-studenten.


Er zijn echter ook theoretische argumenten om niet op kot te gaan wanneer hoge punten belangrijk voor je zijn. Wanneer sociale integratie vooral leidt tot sociale activiteiten die zorgen voor minder tijd voor of focus op de studies, kan natuurlijk geen positieve impact van op kot gaan op de examenresultaten verwacht worden. Er is wat dat betreft ook wetenschappelijk onderzoek dat de link tussen integratie in het studentenleven, alcoholgebruik en studieprestaties bestudeerd heeft.


Wat zegt de data?


Deze positieve en negatieve argumenten blijken elkaar te compenseren. Tot die bevinding kwamen de UGent-onderzoekers nadat ze 1653 eerstejaarsstudenten aan de UGent en UAntwerpen gedurende drie jaar opvolgden. Hun conclusie is dus dat er geen feitelijk verband is tussen op kot gaan en examenresultaten.


Deze bevinding contrasteert enigszins met (beperkt) buitenlands onderzoek dat eerder een positieve impact van op kot gaan vond. Het verschil is dat zij zich baseerden op zogenaamde cross-sectionele data. Dat wil zeggen: ze konden slechts het verband tussen op kot gaan en studieresultaten op één moment vaststellen en analyseren. Zo is het veel moeilijker uit te zuiveren voor andere kenmerken waar kotstudenten en niet-kotstudenten in verschillen en die mee verantwoordelijk kunnen zijn voor de buitenlandse bevindingen.


Waarin verschillen kotstudenten en niet-kotstudenten dan precies volgens de studie? De analyses geven aan dat studenten die geen Nederlands thuis spreken minder vaak op kot gaan, net als studenten met ouders die geen hoger onder onderwijs volgden. Aangezien beide factoren ook (negatieve) voorspellers zijn van de examenresultaten aan de universiteit, is het belangrijk ze mee te nemen in de analyses. Anderzijds geven die analyses aan dat er nog andere verstorende factoren zijn die we niet gemeten hebben, maar waar we dankzij onze longitudinale data wel voor konden uitzuiveren.


Wat zijn volgens de studie dan wel voorspellers van goede prestaties aan de universiteit? Zoals eerder aangegeven, doen studenten die thuis geen Nederlands spreken en studenten met ouders die geen hoger onderwijs deden het, gemiddeld minder goed. Ook je punten tijdens het secundair onderwijs vormen een sterke voorspeller voor je punten aan de universiteit. Zoals eerder onderzoek aangaf, vinden de onderzoekers verder opnieuw dat studenten die beter slapen ook betere examenresultaten hebben. Ook, meer algemeen, in een goede gezondheid verkeren, is zo’n positieve voorspeller.


Meer info


Het onderzoek is gebaseerd op een kwaliteitsvolle steekproef van studenten aangezien het gaat om (bij benadering) alle studenten die aanwezig waren tijdens de lessen in 11 verschillende studieprogramma’s aan de UGent en UAntwerpen (en dus niet om een steekproef waarin deelnemers zichzelf in een online enquête selecteerden).


Zie het onderzoeksartikel voor meer informatie omtrent de gebruikte methode en alle resultaten.