Onderzoek uitgelegd

Geen beter moment voor een goal dan net voor de rust? UGent-onderzoek doorprikt de voetbalmythe


Voetbalcommentatoren verwijzen er elk weekend wel eens naar: geen beter moment voor een goal dan net voor het ingaan van de rust. UGent-onderzoek dat gepubliceerd werd in het gekende internationale vakblad Plos One, ontkracht dit: wanneer een thuisteam scoort net voor de rust, in plaats van eerder tijdens de eerste helft, maakt het minder vaak een doelpunt na de rust en eindigt het gemiddeld genomen met een lager doelsaldo.


De voetbalmythe blijkt de confrontatie met de data niet te doorstaan. Voor een gegeven tussenstand bij de rust, heeft een doelpunt net voor de rust geen statistisch significant effect op de overwinningskansen van een team.


Sterker nog: wanneer een thuisploeg een laatste doelpunt maakt tussen het begin van minuut 45 en het einde van de eerste helft, in plaats van op een ander moment, ziet zij het finaal doelsaldo op het einde van de wedstrijd gemiddeld met ongeveer een half doelpunt terugvallen.


Voor een uitploeg is het effect van een doelpunt net voor de rust op het finale doelsaldo kleiner en statistisch niet significant, behalve wanneer de definitie van “net voor de rust” wordt uitgerekt tot de laatste vijf minuten voor de rust (dan heeft dit ook voor de uitploeg een negatief effect).


Drie verklaringen: decompressie, zelfoverschatting en foute beslissingen


Om een verklaring te vinden voor deze verrassende bevindingen, werden deze voorgelegd aan nationale en internationale sportpsychologen. Die bleken veel minder verrast door de resultaten. Een eerste mogelijke verklaring is dat een doelpunt net voor de rust aanleiding geeft tot decompressie. Gezonde druk valt mogelijk, bewust of onbewust, weg en leidt tot concentratieverlies of minder inspanning bij de spelers.


Deze eerste verklaring strookt met verdere bevindingen in het UGent-onderzoek. Een thuisploeg die een doelpunt scoort net voor de rust heeft, alle andere factoren, waaronder de stand bij de rust, gelijk houdend, minder kans om na de rust nog te scoren en in het bijzonder om na de rust als eerste te scoren.


Een tweede verklaring heeft te maken met een groeiend zelfvertrouwen en zelfbewustzijn dat een (thuis)team kan ervaren wanneer het, toegejuicht door het (thuis)publiek, met een net gescoord doelpunt naar de kleedkamer kan. Dit kan echter omslaan in zelfoverschatting, met alle gevolgen van dien. Bovendien kan een hoger zelfbewustzijn net leiden tot meer (negatieve) druk.


Een laatste verklaring heeft te maken met tactische ingrepen die de trainer tijdens de rust voorstelt. De nog nazinderende emotie van een doelpunt vertroebelt mogelijk een goed zicht op de juiste verhoudingen tussen de teams.


Wat met een doelpunt net na de rust?


Een andere, minder vaak geponeerde voetbalmythe is dat een ander ideaal moment om een doelpunt te scoren net na de rust is. Dit zou een boost geven aan een team, een goede start op basis van de gemaakte afspraken tijdens de rust. Ook deze mythe doorstaat de confrontatie met de data niet. Voor een gegeven stand na 50 minuten wedstrijd, heeft al dan niet scoren tijdens de eerste vijf minuten na de rust geen effect op de overwinningskansen en het doelsaldo voor een team.


Methode


In het kader van het onderzoek werd gebruik gemaakt van de vrij raadpleegbare wedstrijdverslagen van alle officiële wedstrijden uit de UEFA Champions League tussen september 2008 en mei 2014 en de UEFA Europa League tussen september 2011 en mei 2014. Wedstrijden zonder competitieve waarde werden niet weerhouden voor het onderzoek.


In de statistische analysemethoden werd op verschillende manieren gecontroleerd voor de relatieve sterke van de thuis- en uitteams en voor andere wedstrijdelementen (de stand bij de rust, maar ook eventuele rode kaarten).


Voetbal en (arbeids)economie


Dat (economie)professoren zich bezighouden met het onderzoeken van voetbalmythes is minder gek dan het lijkt. De gekende Vlaamse filosoof B. Boma wist het drie decennia geleden al: business is business. En voetbal is ondertussen big business. Een wedstrijd al dan niet winnen kan soms miljoenen verschil uitmaken voor de kassa van een voetbalbedrijf.


Bovendien is de voetbalmarkt het perfecte laboratorium om de arbeidsmarkt te begrijpen. Enerzijds is er heel veel data beschikbaar over de belangrijkste bijzaak in het leven die voetbal is. Alleen al op transfermarkt.be kun je hele avonden verdwalen in cijfertjes (vooral op degene waar je de vuilbakken moet buitenzetten).


Anderzijds is de productiviteit van voetbalteams, namelijk het scoren van doelpunten en winnen van wedstrijden, veel duidelijker te observeren dan elders in de arbeidsmarkt. Wanneer een voetballer uit Afrika en Europa even productief zijn, krijgen ze dan ook hetzelfde loon? Werken automatismen of leidt meer afwisseling tot productiviteit? Het zijn vragen die op het eerste zicht enkel relevant zijn binnen de voetbalwereld, maar ze beantwoorden kan leiden tot inzichten die relevant zijn voor de volledige arbeidsmarkt.


In beeld


Deze studie kwam aan bod in het college over voetbalmythes door Stijn Baert voor Universiteit van Vlaanderen.


Meer info


De wetenschappelijke publicatie in Plos One is hier terug te vinden. Deze studie kreeg onder andere aandacht in The Times.


In andere studies onderzochten professor Baert en zijn collega's onder ander het effect van een rode kaart, thuisvoordeel, wissels, het toevoegen van referees en een dubbele confrontatie uit mogen starten op het verloop van internationale voetbalwedstrijden. Daarnaast werd ook de mythe dat Duitse teams vaker scoren bij het einde van de wedstrijd onderzocht. Ten slotte werd ook bestudeerd welke profielen typisch succesvolle trainers worden.