Onderzoek uitgelegd
Gewezen burn-outpatiënten door de ogen van recruiters: minder stressbestending, minder zelfstandig en minder goed aan te sturen
Eerder internationaal onderzoek gaf aan dat gewezen burn-outpatiënten zich ongunstig behandeld voelen op de arbeidsmarkt. Perceptie of realiteit? En welke overtuigingen over (ex-)burn-outpatiënten liggen aan de grondslag van eventuele discriminatie? Nieuw UGent-onderzoek in vakblad Economics & Human Biology geeft een antwoord.
De onderzoekers vroegen 425 Vlaamse recruiters om in een experiment advies te geven omtrent het al dan niet uitnodigen van fictieve jobkandidaten voor een tweede sollicitatiegesprek. In totaal werden 1700 fictieve kandidaten beoordeeld, die allemaal doorheen hun carrière een niet-werkzame periode doormaakten. De verklaring voor die werkonderbreking varieerde van burn-out, een fysieke verwonding en persoonlijke redenen tot klassieke werkloosheid.
Wat blijkt? Van de bovengenoemde redenen hadden kandidaten met een burn-outgeschiedenis de laagste kansen op een volgend jobgesprek, terwijl kandidaten die herstelden van een fysieke problematiek zich in de gunstigste positie bevonden. In vergelijking met deze laatste kandidaten lag de kans op een aanbeveling tot jobgesprek 9.7 procentpunt lager voor (ex-)burn-outpatiënten.
Wat denkt men van kandidaten met een burn-outgeschiedenis?
Naast het verlenen van een globaal wervingsadvies beoordeelden recruiters deze kandidaten ook op 13 kenmerken waarvan in eerder onderzoek geopperd werd dat deze mogelijk een ongunstige behandeling van (ex-)burn-outpatiënten zouden kunnen verklaren.
Uit deze resultaten blijkt dat er effectief verschillende stigmatiserende percepties heersen rond burn-outpatiënten. In het bijzonder is er de verwachting bij recruiters dat (ex-)burn-outpatiënten minder stresstolerant zijn. Analyses tonen aan dat bijna de helft (45%) van het effect van burn-out op een gunstige recruiterbeslissing verklaard kan worden door de perceptie dat de sollicitant minder stresstolerant zou zijn.
Maar de onderzoekers vonden dat ook andere stigma meespeelden. Zo kregen kandidaten die aangaven een burn-outervaring gehad te hebben, in vergelijking met kandidaten die in het verleden een fysieke blessure hadden, een duidelijk lagere score voor autonomie en aanstuurbaarheid van de recruiters. Bovendien werd hun huidige gezondheid lager ingeschat en werd een vrees vastgesteld dat ex-burn-outpatiënten ook in de toekomst zouden uitvallen wegens ziekte.
Gewezen burn-outpatiënten werden verder ook lager ingeschat qua leiderschapsvaardigheden en leervermogen, maar deze percepties wogen niet door in het advies van de recruiters om de kandidaten al dan niet uit te nodigen voor een tweede jobgesprek, net als de perceptie dat ex-burn-outpatiënten aanleiding zouden geven tot noodzakelijke aanpassingen aan de werkorganisatie en dat de werkgever, klanten en andere werknemers minder graag met hen zouden samenwerken.
In beeld
Onderstaande figuur uit het artikel geeft een idee van de impact van het reveleren van een eerdere burn-out door sollicitanten op de inschattingen van hen door recruiters.

Meer info
De wetenschappelijke publicatie in Economics & Human Biology is hier terug te vinden.
Heel veel meer onderzoek door Stijn Baert en zijn team omtrent burn-out vind je hier.