Onderzoek uitgelegd

Promotiekansen dalen drastisch voor wie burn-out had: zij worden gezien als minder sterke leiders, die moeilijk omkunnen met stress


In dit wetenschappelijk artikel in European Sociological Review lieten doctoraal onderzoeker Philippe Sterkens, professor arbeidseconomie Baert en professor organisatiepsychologie Eva Derous een internationale, kwaliteitsvolle steekproef van managers in een online experiment in totaal 1620 werknemersprofielen beoordelen op de wenselijkheid om deze kandidaten te promoveren. Daarbij werd een eventuele burn-out in het verleden experimenteel gemanipuleerd. Onderzoek over de aanwervingskansen na een burn-out kenden en deden ze al, maar over promotiekansen was voorlopig veel minder geweten.


Dit zijn hun belangrijkste bevindingen.


1. Een burn-out in het verleden verlaagt de kans op promotie met 25,4 procentpunt in het experiment, wat gigantisch veel meer is dan breaks door ziekte of ouderschap (en een veel grotere impact heeft dan alle andere kandidaatskenmerken in het experiment, zoals geslacht, leeftijd, duur van de tewerkstelling, recente evaluatiescore, zwaartepunt in persoonlijkheid en genoten training). Het effect is ook een stuk hoger dan wat ze vonden omtrent de impact van een eerdere burn-out op latere aanwervingskansen (wat natuurlijk problematisch is, aangezien velen na hun burn-out terugkeren bij de werkgever).


2. De onderzoekers vinden zuivere empirische evidentie voor zowat alle stigma’s die beschreven zijn in de wetenschappelijke literatuur. Dat wil zeggen: werknemers die een burn-out achter de rug hadden en terugkeren naar hun bedrijf worden lager ingeschat qua: (a) leiderschapsvaardigheden; (b) voorbeeldrollen; (c) motivatie; (d) autonomie; (e) stresstolerantie; (f) leervaardigheden; (g) huidige gezondheid; (h) ziekteverzuim in de toekomst; en (i) samenwerking met anderen. Verder wordt wie een burn-out had ook minder “outside options” toegedicht (18,7 procentpunt minder waarschijnlijk geacht om een andere baan te vinden).


3. Vier van deze stigma’s verklaren in sterke mate de achterstelling qua promotiekansen. Concreet: de perceptie van lagere (i) leiderschapscapaciteiten, (ii) voorbeeldfunctie, (iii) stresstolerantie en (iv) outside options verklaren samen ongeveer de helft (49,2%) van de achterstelling.


In beeld


Eerder lichtte Stijn Baert dit toe in Terzake, waar hij aangaf dat er zowel gefocust moet worden op preventie, toegang tot de ziekteverzekering, re-integratie en duurzame hertewerkstelling.


Meer info


De wetenschappelijke publicatie in European Sociological Review is hier terug te vinden.