Alhoewel de klassieke algemene relativiteitstheorie een dame van vrij
respectabele leeftijd is (ong. 100 jaar), blijft zij nog steeds
verrassend uit de hoek komen. Er blijven in dit onderzoeksdomein nog
vele fundamentele vragen onopgelost en
regelmatig worden er nog opwindende ontdekkingen gemaakt.
In de cursus Mathematiscje aspecten van Algemene Relativiteitstheorie aan de UGent wordt er in de eerste plaats een gedetailleerd overzicht gegeven van de fundamentele concepten en hypothesen die aan de basis liggen van de theorie. Naast deze mathematische grondslagen wordt er ook echter ruime aandacht besteed aan de ontdekkingen en experimenten van de voorbije vijftig jaar. Het is immers zo dat de algemene relativiteitstheorie vanaf ongeveer 1960 een `renaissance' gekend heeft, die enerzijds te danken is aan een reeks van fascinerende theoretische ontwikkelingen (zwarte gaten, wormgaten, gravitatiegolven, kosmische snaren, inflationair heelal, ...), maar anderzijds ook aan een ganse reeks van vernieuwende experimenten. Misschien zijn het wel in de eerste plaats deze experimenten die nieuw leven geblazen hebben in een theorie die, na haar eerste grote successen, tussen 1920 en 1960 langzaam in een toestand van menopauze gesukkeld was. Vandaag echter is experimentele gravitatie opnieuw een essentieel en levendig onderdeel van de algemene relativiteitstheorie en is de theorie zelf een actieve ingrediënt van de astrofysica, de cosmologie en de natuurkunde in het algemeen.
In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod:
Differentiaalvariëteiten, Vectoren, Eenvormen, Tensoren, p-vormen, Uitwendige Afleiding, Integratie van vormen, Lie-afleiding, Covariante afleiding, Kromming, Metrieken, Isometrieën, Uitgewerkte voorbeelden
Bondi's k-calculus en de Lorentz-transformaties, Minkowsi-diagrammen, Minkowski-metriek, Relativistische Mechanica, Energie-impulstensor van een perfecte vloeistof, Behoudswetten en energievoorwaarden, Electrodynamica
Beginsel van Mach, Covariantiebeginsel, Zwak Equivalentiebeginsel, Einstein's Equivalentiebeginsel, Sterk Equivalentiebeginsel, Testdeeltjes, en Perfecte vloeistoffen, Electromagnetisme, Behoudswetten, Correspondentiebeginsel
Vacuümvergelijkingen, Veldvergelijkingen in de aanwezigheid van materie, Structuur van de veldvergelijkingen, Lineaire benadering en gravitatiegolven
Tests van het Zwak Equivalentiebeginsel, Tests van het Sterk Equivalentiebeginsel, Tests van Metrische Theorieën
Sferische symmetrie, Schwarzschild-oplossing, Eddington-Finkelstein-metriek, Gravitationele collaps, Kruskal's vorm van de Schwarzschild-oplossing, Conforme compactificatie
Standaard model, Symmetrie en geometrie, Energie-impuls tensor, Veldvergelijkingen, Einstein's statisch model, Niet-statische modellen
Mijn onderzoek situeert zich in het domein van exacte oplossingen in klassieke algemene
relativiteitstheorie, waar (ondanks het klassieke aspect) nog wel enkele
problemen onopgelost blijven. De laag hangende appeltjes werden lang geleden
geplukt en wat overblijft hangt te hoog, zodat het domein door de meeste
passanten niet meer als trendy ervaren wordt. Eén van de problemen waar ik
lang geleden mijn tanden heb op stuk gebeten (maar dat af en toe als een fenix
nog eens uit de as verrijst) is dat van shear-vrije perfecte vloeistoffen
en de zgn. Ellis-Collins conjectuur, die stelt dat elke algemeen relativitische
en shearvrije perfecte vloeistof (waarbij druk en dichtheid bovendien aan elkaar
gekoppeld zijn door een toestandsvergelijking) ofwel irrotationeel is, ofwel
niet expandeert. De conjectuur is voorlopig slechts bewezen in een (groot)
aantal speciale gevallen en voor alle zg. lineaire toestandsvergelijkingen (zie werk met Radu Slobodeanu).
Merkwaardig is dat expanderende en roterende modellen
wél bestaan in Newtoniaanse gravitatietheorie.
Een ander onderzoekspunt heeft betrekking op de eigenschappen van resp. het
"electrische" en "magnetische" deel van de Weyl-kromming. Het electrische deel
is het relativistische analogon van de klassieke getijdentensor en zuiver
gravito-electrische oplossingen van de veldvergelijkingen komen veelvuldig voor
(bv, alle statische vacuumoplossingen zijn zuiver gravito-electrisch). Het
magnetische deel van de Weyl-kromming daarentegen kent geen klassiek analogon en
zuiver gravito-magnetische oplossingen zijn dus in zekere zin totaal
"anti-Newtoniaans". Merkwaardig is dat tot op heden geen enkele zuiver
gravito-magnetische vacuum-oplossing gekend is, wat sommige onderzoekers geleid
heeft tot de conjectuur dat deze eenvoudig-weg niet bestaan. Een gedeeltelijk bewijs
is een poosje geleden geleverd, maar in het algemeen blijft dit een vraagteken Een veralgemening van de zuiver
gravito-magnetische ruimte-tijden zijn deze waarin de gravito-magnetische
component solenoidaal is. Merkwaardig genoeg is dit op zich eveneens een sterke
voorwaarde, die b.v. toelaat om, in combinatie met enkele andere criteria, de
Bianchi type A universa te karakteriseren.
Verder gaat mijn belangstelling ook uit naar de zg. "silent universes",
waarvoor sterke aanwijzingen bestaan dat ze allemaal algebraisch speciaal zijn,
met als enige Petrov type I uitzondering de Kasner modellen. Merkwaardig is dat
de toevoeging van een kosmologische constante aan het existentieprobleem een
heel andere dimensie geeft.
De laatste tijd amuzeer ik mij vooral met het onderzoek van ruimte-tijden die
Killingspinoren bevatten en probeer om iets zinnigs te doen i.v.m.
niet-gealigneerde Einstein-Maxwellvelden of perfecte vloeistoffen van Petrov
type D.