Zondag
16 januari 2000. Plaatselijk.
Eerste verslag mountainbike,
verschenen in de Kraak van februari 2000.
(Voetnoten 1-5 werden toegevoegd
door Mario (Februari 2015))
K.W.B. Moutainbiketeam.
U wist het reeds of misschien
nog niet, maar K.W.B. Kalken heeft sinds enkele maanden nu ook een
moutainbiketeam.1
Er wordt elke zondag om 9 u. aan
de kerk van Kalken gestart. Rudy Rogiers stippelt elke zondag een route uit die
we dan volgen. Wij hebben reeds een uitrusting die ons werd geschonken door
VERGEYLEN Rudy bvba, Dendermondsesteenweg 39 Kalken, Keuken-Bakdamer-Inbouwkasten,
alle maatwerk, eigen fabricaat. Langs deze weg willen alle mountainbikers u
bedanken, Rudy.
Na de rit drinken wij telkens
een goeie pint in café VRIJGEWEIDE en bezorgen Nele zo iedere week de nodige
kilo’s modder die ze dan waarschijnlijk in haar moestuin gooit. Volgend jaar
zal ze de mooiste groenten oogsten van gans de streek.
Zo vertrokken we op 16 januari
met 13 deelnemers. Er waren 2 nieuwe, jonge deelnemers bij, Pieter Van Eeckhout
en Sammy Vergeylen. Sammy is zelfs zo een natuurtalent dat hij in de bossen van
Overmere vond dat zijn fiets niet vlug genoeg ging en hij zijn eigen fiets
voorbijstak, zodat hij gratis een modderbad kreeg. Pechvogel van de dag was
Raphael Verstuyft, die door een defekte ketting de strijd moest staken. De rit
ging via Kalken, Ovemere, Berlare, Uitbergen en terug Kalken en was 37,5
kilometer lang. Hiervoor hadden wij 1 uur, 54 minuten en 45 seconden nodig.
P.S.: Wie zin heeft om mee te
rijden en K.W.B.-lid is of het wordt, want nieuwe leden zijn welkom, moet op
zondag om 9 u. aan de kerk van Kalken paraat zijn. Franky De Cock.
1. Eerste rit was begin
september 1999.
Zondag
30 januari 2000. Wij zijn vertrokken met 8 deelnemers voor een
afstand van 33,5 km. De rit ging van Kalken, via Overmere, Zele, Berlare,
Uitbergen, Overmere, terug naar Kalken. Er was 1 nieuwe deelnemer bij, Roels
Tim. Deze jonge knaap is 13 en vastberaden om wielrenner te worden. En er moet
gezegd worden dat Tim goed rijdt, want wij zijn er niet in geslaagd om hem los
te rijden. Tim ging van begin tot het einde mee met de eersten. Waarschijnlijk
hadden wij zaterdagavond te diep in het glas gekeken en te weinig aan onze
fiets gedacht of de verkeerde doping genomen. Er zaten enkele nieuwe stukken in
waarvoor je uw technische gaven met je fiets moest bovenhalen, zodat velen
kennis gemaakt hebben met de grond. Rudy Rogiers staat dan zo heimelijk te grinniken
en wij weten niet van welk land we zijn. Wie een tip heeft om hem eens te
strikken zal beloond worden bij Nele met een stevige pint. Franky.
Zondag
6 februari 2000. Een record aan deelnemers, namelijk 16. De rit
ging via Kalken, Lokeren, Zele, Berlare, Overmere, terug naar Kalken en was 43
km lang. Het was de dag van de valpartijen, waarschijnlijk omdat iedereen naar
elkaar zat te kijken wie in de aanval ging en zo zijn voorganger uit het oog
verloor en der prat tegenknalde met alle gevolgven vaniden. Rudy Rogiers was de
pechvogel van de dag. Na 1 km knalde zijn voorwielvelg open, blokkeerde zijn
voorwiel en ging hij overkop. Gelukkig had hij zich niet gekwetst en kon hij na
herstelling van zijn fiets2 de rit verder zetten. Franky.
2. Hoe doe je dat met een velg
die opgengeknald is?
Zondag
13 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers aan de kerk voor een
rit van 55 km. De rit ging via Kalken, Beervelde, Lochristie, Lokeren-Oudenbos,
Zele, Berlare, Uitbergen, terug naar Kalken. Het was voor iedereen een zeer
zware rit. Modder en wind maken het moeilijk. Tim Roels zat zo kapot dat hij in
de laatste 500 meter het brugje niet meer zag en in de beek belandde. Volgde
hij misschien zijn schaduw? Raphael Verstuyft, Danny Fack en Rudy Rogiers waren
vandaag beresterk, EPO genomen of samen in afzondering geweest of Valentijn
gevierd? Er was vandaag ook een nieuwe deelnemer, Thierry Van Damme. Franky.
Zondag
20 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers aan de kerk voor een
rit van 40 km. De rit ging via Kalken, Laarne, Heusden, Melle,
Wetteren-ten-Ede, Laarne, terug naar Kalken. Modder en water was er genoeg,
vraag maar aan Frank Hanselaer, Tim Roels en Mario Vaneechoutte. Ik denk dat
Frank en Mario deze week geen valentijnsgeschenkje aan de vrouw hadden gegeven,
want deze hebben vandaag extra hun best gedaan om de mooiste valpartij te
hebben. Waarschijnlijk zagen zij in elke plas een foto van hun vrouw en doken
er dan prat in om ze zo een zoen te geven. De pechvogel van de dag was Geert
Bracke. Zijn versnelling draaide in zijn achterwiel en zo moest hij de strijd
staken. Rudy heeft hem dan geduwd en samen zijn wij dan huiswaarts gereden,
want samen uit, samen thuis, dat is onze leuze. Met thuis bedoelen wij wel café
Vrijgeweide. Franky.
Zondag
27 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers klaar voor een rit
van 37 km. De rit ging via Kalken, Overmere, Zele, Berlare, Uitbergen, terug
naar Kalken. Iedereen ging vlot mee, zonder al te veel valpartijen, en bereikte
vlot de aankomst. Waarschijnlijk was iedereen 100% gemotiveerd door gisteren
naar de ‘Omloop van het Volk’ te kijken en zaten er 12 Johan Museeuws op de
fiets. Toch wel een speciale vermelding voor Marc Roelandt, die voor de eerste
keer3 de volledige rit heeft uitgereden, proficiat. Ik heb hem wel
zaterdag opgemerkt in de kasseistrook de Vogelzang en heb gezien dat Museeuw
hem iets heeft toegeroepen, of dat dit er nu iets mee te maken had? Franky.
3. Bij mijn weten ook de enige
keer.
Zondag
5 maart 2000.
Om 9 u. stonden 10 deelnemers klaar voor een rit van 41 km. De rit ging via
Kalken, Beervelde, Destelbergen, naar Oostakker. Daar was een parcours rond een
vijver met enkele pittige stukjes in. We hebben er 4 rondjes gedaan en zijn dan
via Lochristi, Beervelde, Laarne, teruggekeerd naar Kalken. Ik denk dat Rudy
Rogiers vroeger veel lieven heeft gehad, want waar die altijd de plekjes
uithaalt …
Dirk Hanselaer was er voor de
eerste keer bij en het is hem zo goed bevallen dat hij hem direkt een nieuwe
fiets heeft besteld, welkom Dirk. Zijn broer Frank is ook een vaste deelnemer.
We zullen ze dus in het oog moeten houden dat ze geen afspraken maken. Iedereen
is zonder problemen tot in het Vrijgeweide gefietst. Marc Roels, de vader van
Tim, heeft ons de ganse rit gevolgd en heeft enkele flitsen van ons kunnen
opnemen met een videocamera, bedankt. Franky.
Zondag
12 maart 2000. Met 15 deelnemers zijn wij om 9 u. aan de kerk
vertrokken voor een rit van 39 km. Wij zijn via Kalken naar Wetteren gereden,
meerbepaald naar de Zandbergen. Daar heeft iedereen zijn hart kunnen ophalen.
Maar lastig, iedereen heeft daar in het ‘rood’ gereden en is minstens 1 keer
gevallen. Van daaruit zijn wij dan naar Schellebelle, Uitbergen, Berlare,
Overmere, terug naar Kalken gefietst. In het Vrijgeweide hebben wij samen
gerecupereerd van de inspanningen met een stevige pint. Franky.
Zondag
19 maart 2000. Met 11 deelnemers zijn wij om 9 u. vertrokken voor
een rit van 40,5 km. De rit ging via Kalken, Wetteren (de Zandbergen),
Serskamp, Oordegem, Smetlede, Serskamp, Schellebelle, Uitbergen, Overmere,
terug naar Kalken. Johan De Wilde was er voor de eerste keer bij en was
tevreden zodat hij van plan is elke week te komen, welkom Johan. Alles is
normaal verlopen, buiten de lekke band van Franky De Cock (had dringend een
rustpauze nodig), zodat wij om 11:45 onze eerste pint bij Nele konden drinken. Franky.
Zondag
26 maart 2000. Wij waren met 11 deelnemers en hebben een afstand
afgelegd van 50 km. Eerst hebben wij de fietstocht gedaan voor Levenslijn. Deze
was 25 km lang. Daarna zijn wij nog voor 25 km de velden van Kalken, Overmere,
Berlare, Uitbergen en terug Kalken ingetrokken. Er was een nieuwe deelnemer,
Stijn Hebben. Welkom Stijn en nog veel fietsgenot. Wanneer wij terug kwamen in
het Parochiehuis, na onze Levenslijntocht, vernamen wij het droeve nieuws dat
een van hun wielertoeristen, Marcel Cours, was omvergereden door een auto en
aan zijn verwondingen was overleden. Langs deze weg willen wij onze innige
deelneming betuigen aan de familie Cours. Franky.
Zondag
2 april 2000.
Met 11 deelnemers hebben wij een afstand afgelegd van 38,5 km. De rit ging via
Kalken, Lokeren, Zele, Berlare, Overmere, Uitbergen, terug naar Kalken.
Iedereen is tegenwoordig goed getraind, want er zijn bijna geen valpartijen
meer en de groep blijft goed samen. Buiten de lekke band van Geert Bracke is er
niets noemenswaardig gebeurd. Misschien is dit volgende week anders. Franky.
Zondag
9 april 2000.
Vandaag hebben wij met 13 deelnemers de blauwe en rode mountainbikeroute in
Laarne en Kalken gevolgd. Deze zijn samen 45,3 km lang en hiervoor hadden wij 1
uur en 55 minuten nodig. Patrick Van Eeckhout was met een lekke band de
pechvogel van de dag. Rudy Vergeylen, een vaste deelnemer, kan al enkele weken
niet meedoen vanwege een hernia. Langs deze weg wensen wij hem een spoedig
herstel en mag hij dan snel zijn plaats terug in onze groep innemen. Franky.
Zondag
16 april 2000. Een rustige rit van 42,6 km doorheen de Kalkense
Meersen en de bossen van Berlare. Wij waren met 9 deelnemers die bijna allemaal
minstens 1 keer gevallen zijn vanwege het drassige parcours. Franky.
Zaterdag
22 april 2000. Omdat het op 23 april Pasen is en wij op deze dag
niet kunnen fietsen, want dan komen de Paasklokken met allerlei lekkernijen,
hebben wij op 22 april een mountainbikeroute gevolgd in Gooik. In Gooik, het
Pajottenland, is het heuvelachtig en dus knokken geblazen. De route is 43 km
lang en de regen van de voorbije dagen maakte het loodzwaar. De modder bleef
aan de fietsen kleven en het was zeer glibberig. Valpartijen, gelukkig zonder
gevolgen, bleven dan ook niet lang uit. De mooiste was wel voor Tim Roels. Deze
slaagde erin kopje onder te gaan in een beek die toch 1 meter lager lag dan de
route. Tim was vlug op het droge, maar voor de fiets heeft het iets langer
geduurd. Er was man en macht nodig om die uit de lager gelegen beek te halen.
Daarna is Tim nog wel een viertal keer gevallen, om zeker zijn naam in de Kraak
te lezen. Het was ook de dag van de lekke banden, Danny Fack (2), Johan De
Wilde (1) en Bart Van Hecke (1). Na 2 uur 36 minuten was iederen aangekomen en
vonden ze het een zeer mooie maar zware route. Iedereen zat onder de modder,
maar geen probleem want er zijn daar gratis douches ter beschikking. De fietsen
werden afgewassen en afgespoeld. Tim Roels had echter wel nog een probleem,
want hij had zijn propere kleren thuis vergeten. Het is te hopen, als hij
volgende zaterdag zijn eerste wielerwedstrijd rijdt, dat hij zijn fiets niet
vergeet. Iedereen wenst hem veel succes langs deze weg. Na een lekkere
spaghetti, daar ook te verkrijgen, zijn wij samen huiswaarts gekeerd en was de
conclusie dat het zeker voor herhaling vatbaar was. Franky.
Zondag
30 april 2000. Met 5 deelnemers zijn wij nieuwe routes gaan
zoeken in Serskamp en Smetlede. Er waren niet veel deelnemers vanwege het lange
weekend en nogal wat families trekken er dan een weekendje op uit. Wij reden 2
uur 2 minuten en hadden een afstand afgelegd van 45 kilometer. Er waren 2 lekke
banden, één voor Rudy Rogiers en één voor Raphael Verstuyft. Net nu wij maar
met 5 waren is Rudy Rogiers als enige gevallen, niet te geloven hé. Elke week
zit hij heimelijk te lachen als er iemand valt en nu hij eens valt zijn wij met
zo weinig deelnemers. Tim Roels had zaterdag 29 april zijn eerste
wielerwedstrijd gereden en was vijfde geëindigd op 48 deelnemers. Proficiat
vanwege alle mountainbikers. Franky.
Zondag
7 mei 2000.
Om 9 u. stonden 13 deelnemers klaar voor een rit van 47 kilometer. Het was
ongeveer dezelfde rit van vorige week. Er waren 2 nieuwe deelnemers, Arsène
Wulteputte en Joris Rogiers. Welkom en nog veel fietsgenot. Na 2 uur 22 minuten
zaten wij gezellig een pint te drinken op het terras van het Vrijgeweide. Frank
Hanselaer was zo fier dat Anderlecht kampioen is (hij is een trouwe supporter),
dat hij een Anderlecht-bandana droeg. Hij reed dan bijna konstant op kop, tot
in Serskamp. Daar is een veldwegel waarin het gras wel 50 centimeter hoog staat
en er plots een haakse bocht is van 90° 4. Neem je rechtdoor, dan
beland je 1 meter dieper in de beek. En wat denk je, wanneer hij die bocht
moest nemen, dacht hij aan de lambada in plaats van zijn bandana, gevolg, over
zijn stuur, Frank en zijn fiets de beek in. Gelukkig had hij zich niet bezeerd
en kon hij de rit verder zetten. maar als eerste hebben wij hem niet meer
geizen. Zat hij met een lambada-erek …? Er waren 4 lekke banden, 2 voor Bart
Van Hecke en 2 voor Dirk Hanselaer. Ik denk dat Rudy Rogiers veel moet
verdienen aan die binnenbanden want wekelijks heeft hij er enkele nodig. Hij is
wel de man die de lekke banden steeds vervangt, terwijl de rest een beetje op
adem komt. Franky.
4. Een haakse bocht van 45°, dat
zou pas iets speciaals geweest zijn, zie!
Zondag
14 mei 2000.
Met 11 deelnemers gestart en met 10 geëindigd. Patrick Van Eeckhout moest al
vlug afhaken door een spierscheuring, opgelopen bij het voetbal en deze was nog
niet volledig hersteld om vlot mee te fietsen. Nog een beetje rusten en dan
verwachten wij u terug in onze groep. In 1 uur 56 minuten hebben wij 47,5
kilometer afgelegd en zonder platte banden. Wij hebben de route van Laarne
gevolgd en in Heusden overgegaan in de route van Destelbergen. Mario
Vaneechoutte en Raphael Verstuyft hadden snijbonen gegeten. Van Rudy zijn wij
dat gewoon, met andere woorden, er zat tempo in. Bart Van Hecke zag in Heusden
even de weg niet meer en ging onderuit. Rudy Vergeylen zag in Destelbergen een
jonge ‘mokke’ in een wagen en ging er op kruissnelheid achteraan. Ik reed op
dat moment ongeveer 33 kilometer per uur en het was alsof ik stil stond. Marc
Roelandt lost dit wel gemakkelijker op hoor. Die kijkt alleen naar vrouwen die
wij tegenkomen en roept dan: ‘Rechtsomkeer allemaal!’. Iedereen is goed thuis gekomen
en had nog een halve dag over om moederdag te vieren. Franky.
Zondag
21 mei 2000. Strontweer,
zoals ze dat in Kalken zeggen. De ganse voormiddag regen, maar dat kon 9 mannen
niet tegen houden. In 2 uur 4 minuten 46,5 kilometer afgelegd, van Kalken tot
Oostakker en zo terug. Al vroeg was er pech voor Johan De Wilde, maar deze kon
dan met de reservefiets van Rudy Rogiers verder. Deze fiets lag hem beter, want
er zat snee op Johan vandaag. Hij weet nu wat hij voor vaderdag als geschenk
wil … In Oostakker dacht hij zelfs zoveel aan zijn Carina, dat hij een salto
over zijn stuur maakte als een ballerina. In zijn val nam hij ook Frank
Hanselaar mee. Dirk Hanselaer was jaloers op zijn broer en smakte ook tegen de
stenen, met een kapotte broek als gevolg. Naaiwerk voor Christelle dus. Frank
had ook nog een lekke band. Er was nog nieuws uit het Kalkens wielerleven. Tim
Roels heeft zaterdag in Nederland zijn vierde wedstrijd gereden en zijn eerste
overwinning behaald. Hij was de snelste van een kopgroep die uit 30 man
bestond, zelfs de Nederlandse kampioen zat er tussen. Hij heeft die Hollanders
eens een lesje geleerd. Een dikke proficiat en doe zo verder. Bij ons worden
dus kampioenen gekweekt. Franky.
Zondag
28 mei 2000.
Ondanks het stormweer stonden er 8 stoere mountainbikers aan de kerk voor een
tocht van 41,2 km. Wij hebben een tocht gevolgd in Lokeren (Oudenbos). Er waren
weinig deelnemers, want het was bar slecht weer. Tijdens onze rit hebben wij 2
bomen zien omwaaien. Figuurlijk zijn er ook enkele bomen omgewaaid. De laatste
10 km heeft Rudy Rogiers 1 man meegetrokken en 1 man meegeduwd (hij moet aan
zijn conditie werken om ons te volgen). Daarna hebben wij moe, maar gelukkig,
enkele trappisten gedronken bij Nele. Een tussendoortje: Tim Roels heeft het
voorbije weekend 2 wedstrijden gereden in Nederland en allebei gewonnen,
proficiat. Marc Roels mag binnenkort in Holland niet binnen met Tim (heb ik
horen zeggen). Franky.
Zondag
4 juni 2000.
Modder en nog eens modder na de hevige regenbuien van zaterdagavond. Hierdoor
hadden wij 2 uur 2 minuten nodig met ons elfkoppig peloton om 38,6 km te
ploeteren. Het lag er loodzwaar bij in Serskamp en omstreken, waardoor er
enkele valpartijtjes en stuntwerken te zien waren. Er was vandaag wel een
sterke prestatie van onze jongste deelnemer, Bart Van Hecke. Deze heeft de
voorbije week goed getraind, denk ik, want van begin tot het einde reed hij in
de spits. Er was wel nog een lekke band voor Marc Roelandt, maar voor de rest
is iedereen moe en vuil, maar goed bij Nele aangekomen. Franky.
Zondag 11 juni 2000. Het
parcours van vorige week was ons zo goed bevallen dat wij het nog eens hebben
overgedaan. Het was wel iets langer, 47 km. Hiervoor had ons twaalfkoppig
peloton 2 uur 15 minuten nodig. Er was terug een nieuw gezicht bij, Bjorn Vergauwen.
Welkom en nog veel fietsgenot. Er waren 2 lekke banden, één voor Marc Roelandt
en één voor Bert Van Hoywegen. Valpartijen waren er ook genoeg, maar zonder
erg, de ondergrond is altijd zacht, hé. Franky.
Zondag
18 juni 2000.
Prachtig weer, zodat de 11 deelnemers genoten hebben van de Bloso-route
Laarne-Kalken, die 46,4 km lang is. Na 1 uur 59 minuten zaten wij bij Nele op
het terras een lekker pint te drinken. Iedereen is er zonder kleerscheuren van
af gekomen en ook zonder pech. Volgende zondag doen wij de tocht die het
Parochiehuis organiseert en daarna gaan wij op verlof tot de eerste zondag van
september. Een verslag van de rit die wij zondag doen zal er niet zijn, daar de
Kraak ook op verlof gaat. Tot in september, dan volgt het volgende verslag.5
Voor iedereen een goed congé. Franky.
5. Maar dit was het allerlaatste
verslagje van Franky.
Zondag
8 oktober 2000. Verkiezingsdag. Eerst met onze bergvélo’s naar het
stemlokaal, want er waren er een paar die nog moesten stemmen. Een geluk dat
Rudy Vergeylen niet opkwam of we zouden met onze gele ‘Rudy Vergeylen Badkamers
en Keukens’ truitjes niet binnengemogen hebben. We reden naar Destelbergen en
al meteen in de Meersen ging Bartje – die door een moeilijk herstelbaar
mankement aan zijn fiets al een paar weken niet meer had kunnen meerijden –
languit onderuit, zoals gewoonlijk zonder veel erg. En vuil zouden we toch
allemaal worden, want het hield niet op met regenen. Vooral die voortdurende
modder in de ogen steekt tegen. Toch maar één valpartij meer, van Pat Van
Eeckhout, die in het scherpe afzinkje van de Scheldedijk in Heusden de beek
indook. Ook al iemand die na een hele tijd afwezigheid zijn wederoptreden deed
en goed kon voelen hoeveel sneller het nu gaat dan een jaar geleden. Gelukkig
is er altijd Rudy Rogiers die als trekpaard dient en die altijd wel iemand op
sleeptouw moet nemen. Ook Danny Fack mocht vandaag zijn deel van het werk doen.
Wie indruk maakte was Alain, die voor de eerste keer met een mountainbike in
het veld reed, al traint hij wel hard op de weg. Na ongeveer 50 km, met de
lange Ascopstraat als afsluiter (goed dat een mens weet dat dat het laatste
stuk afzien is), hielden we het voor bekeken. De regen niet. We waren zo zwart,
nog zwarter dan de uitslag van de verkiezingen, nat, smerig en versleten, dat
we zelfs niet naar het Weike gingen. En dan moet het toch al erg zijn. Mario Vaneechoutte.
Zondag
15 oktober 2000. ’t Is te zeggen, de dag na 14 oktober, toen AC/DC
in het land was. Er waren een paar mountainbikers, zo van die die denken dat ze
nog 25 zijn, ernaartoe getrokken. Rudy Vergeylen ook en die raakte niet uit
zijn bed, maar de echte, Rudy Rogiers en Danny Fack, waren er wel en het eerste
dat we deden was een AC/DC serenade aan het slaapkamervenster van Vergeylen ten
beste geven, maar die zijn oren suisden nog zo van de dag ervoor dat hij ons
waarschijnlijk nooit gehoord heeft. Een mistige dag, met zijn dertienen en we
pikten in op de georganiseerde tocht van den Oudenbos. Een rit van ongeveer 50
km aan ongeveer 24 per uur zonder valprtijen. En hoe het komt dat we die drie
vrouwtjes op hun mountainbike drie keer voorbijgestoken hebben, dat kan ik zelf
niet uitleggen, en zelfs als ik het zou kunnen uitleggen, … Voor Bert liep het
letterlijk af met een sisser: platte band in het voetbalwegeltje, op 500 meter
van de finish, lees het Weike. De moeite niet meer om te herstellen zodat Bert
de rest te voet mocht doen. De afwezigheid van Franky De Cock – een van de
bezielers van in het begin – valt al een paar weken op. Nu blijkt dat Franky
tot februari niet zal kunnen meerijden door problemen met een zenuw in de kuit.
We hopen er meer van te weten te komen en Franky, we wensen je snel winst en
hopen je vlug terug te zien, terug in volle form. Ja, als we er allemaal zouden
zijn, hebben we al gauw een bende van 20 bemodderde zotten op twee wielen,
beter gekend als ‘De Bende van Rogiers’. Mario.
Zondag
28 oktober 2000. Ik zal ze maar alle 14 bij naam noemen, want wie
zo zot is om op zondagmorgen bij dergelijk weer – waaien en gieten – door de
modder te gaan ploeteren, die doet dat om in de gazet te komen: Rudy Vergeylen,
onze drie jongskes, Tim Roels – na een veelbelovend eerste wielerseizoen op de
weg, Bart Van Hecke en Sammy Vergeylen (zijn eerste keer sinds heel lang), Rudy
Rogiers, Eddy Troch, Danny Fack, Dirk Hanselaer, Jan Willems, Marc Roelandt,
Alain Hullaert, Raf Verstuyft, onze ouderdomsdeken, al zoudt ge het niet zeggen
als ge hem bezig ziet, den dezen, en Karel Verhoeven, die voor zijn eerste keer
meereed en die dus helemaal goed zot moet zijn. Zoals gezegd, weer een parcours
voor echte mannen, en we doken meteen de Meersen in aan de Blauwe Steen (die er
allang niet meer ligt, dus begin niet te zoeken). Afzien van in den beginne en
Rudy Vergeylen hield het na dat eerste stuk al voor bekeken - en er waren er
een paar, waaronder mezelf, die eigenlijk ook al wilden weerkeren.
Zoon Sammy zou er een eind
verder ook de brui aan geven, wat te verstaan is gezien het weer en de modder
voor iemand die er niet echt op getraind is. Wat vader Vergeylen betreft: ge
zult u ne keer goed moeten swanjeeren, hé manneke, want een klasbak van uw
kaliber die zo rap opgeeft, dat zijn we niet van u gewend. In de korte klimop
in Wetteren koersen we allemaal gelijk zot naar boven, er komt een tegenligger,
er moet geremd worden en door onervarenheid gaat Karel onderuit: de muis van
zijn hand ligt open. Gelukkig kan die verzorgd worden omdat we vlak bij de
woonst van Jan zitten. Eens buiten de bewoonde wereld zou het anders geweest
zijn. Karel, voor zijn eerste keer en daarenboven zwaargewond, zal de ganse rit
uitrijden: chapeau! Al verkeert hij bij aankomst wel in verregaande staat van
ontbinding. Zelfs wegkapitein Rudy vond het modderparcours naar Serskamp toch
wel loodzwaar – voor ons, wel te verstaan, niet voor hemzelf. Blijkbaar ook
niet voor Bartje en Timmeke en Hanselaerke, die er vandaag bovenuit staken voor
wat de gewone stervelingen betreft, Danny en zeker Rudy niet meergerekend dus.
De 41 km van vandaag waren de 60 van verleden week meer dan waard.
Onvoorstelbaar dat we onderweg toch nog een half uur lang heldere zon en
windstil weer hadden. Mijn vrouw zegt wel dat als ik volgende keer nog zo
afgepeigerd en smerig thuiskom, ik niet meer zal mogen, … zegt ze. Mario.
Zondag
21 oktober 2000. Uw verslaggever was er eigenlijk niet bij
(gelukkig maar: veel te ver). De bende was 9 man sterk aan de start van de
georganiseerde rit in Lokeren. De opwarming, de rit van Kalken naar Lokeren,
was volgens velen iets TE geweest, en ik kan me dat best voorstellen. Er werd
al voorgesteld om voor de 25 km in te schrijven, maar natuurlijk werd het de 45
km. Het werd dus een monsterrit. Het begin was erg modderig, maar daarna ging
het richting Waasmunster waar er vooral in bosrijke omgeving en op zanderige
ondergrond werd gereden, een prachtig parcours. Mario, van horen zeggen.
Zondag
5 november 2000. Verslaggever afwezig wegens familiale
verplichtingen in het buitenland (meer bepaald West-Vlaanderen). Daardoor heb
ik de rit in Kalken, georganiseerd door de Calcine Wielertoeristenclub, gemist.
Mario, zelfs niet van horen zeggen.
Zondag
12 november 2000. Verlsaggever afwezig wegens niet helemaal zot. Wie
dat wel zijn, zijn Rudy Rogiers (maar ik word hier verondersteld nieuws te
brengen), Marc Roelandt, Dirk Hanselaer, Karel Verhoeven en Jan Willems.
Uitwerpselenweer, om het enigszins proper uit te drukken. Vooral de koude wind
hield mij tegen. Als ik goed ben ingelicht betrof het een georganiseerde rit in
St. Anna, langs de kanten van Zele op. Allen overleefden de rit. Mario, van … zeg zal ’t gaan, ja?
Zondag
19 november 2000. Verslaggever tot zijn oprechte spijt afwezig
wegens benefiet mosselensouper dat blijkbaar misvallen is. Neen, het is niet
van er veel te veel te eten, zoals mijn vrouw het wil hebben. Treffelijk weer
dan nog (al begon het slecht), waardoor deze derde afwezigheid op rij nog meer
zeer deed. Georganiseerde rit in Doorslaer. Het lag, het moet gezegd - we
beleven immers de natste november sinds mensenheugenis, verschrikkelijk zwaar. Mario, die er eens niet bij was.
Zondag
26 november 2000. Het zag er tamelijk goed weer uit. Nochtans waren
we maar met vijven aan de start. Rogiers moest een vrouw schaken, ofwel moest
hij van zijn vrouw schaken (in het schooltornooi), ik wil er vanaf zijn. Franky
De Cock, die drie weken volledig platte rust achter de rug heeft – hoera, hij
komt eerder terug dan eerst gedacht – probeerde al eens om mee te rijden, maar
na enkele kilometers besloot hij van eerst nog alleen wat te oefenen. Hij komt
pas terug als hij er ons weer allemaal afrijdt, zegt hij. Maar als Rogiers er
door Franky wordt afgereden, dan komt die niet meer, zegt hij. Ja, het is soms
moeilijk met al die grote kinders. Hou je dus nog even in Franky, want wie gaat
er ons anders duwen als we niet meekunnen. Na 5 minuten was het al koekenbak.
Het KMI was voor één keer halfjuist, want ze hadden een waterzonnetje
voorspeld. Bakken water, inderdaad, dat water was dus juist. Voeg daar
striemende wind en hopen modder bij, en je vraagt je af wat je eigenlijk
bezielt om daar je zondagmorgen mee te vullen. Nochtans hadden we het normaal
meest bereidbare parcours (langs Heiende, Heikant, naar Berlare dijk) gekozen.
Bartje zei dat het in de Kattenheye op Laarne bijvoorbeeld niet te doen was,
want hij had het verleden week drie keer gedaan. Jamaar, Bart, is het dan te
doen of is het niet te doen? Piet Van Poucke deed de tweede keer mee dit
seizoen en reed er ons alle drie af. En Raf, van harte dank om me die laatste
kilometers uit de wind te zetten, want het was mijn dagje niet - een maand stilliggen
voel je algauw op mijn leeftijd. En al waren we tegen elven weer in Kalken
(want op den duur wordt het toch te koud door al die nattigheid en wind), we
hadden er toch 35 km tegen bijna 21 per uur opzitten. Na de 6° voorspoelbeurt
was er voldoende modder uit mijn kleren, om tot moeders wasmachine toegelaten
te worden. Mario.
Zondag
5 december 2000. Verslaggever weeral afwezig wegens familiale
verplichtingen, dit keer in een buurland (West …). Wedden dat het schoon weer
was. Wat is dat hier met een verslaggever die er meer niet dan wel is. Dit is
dan ook een oproep voor een reserve ad interim verslaggever, tot Franky
terugkeert. Mario.
TOT
HIER DE VERSLAGSKES DIE HEROPGEVIST WERDEN UIT DE KRAAK (Lokaal maandblad van
KWB Kalken)
KWB
Kalken
Verslagen Mountainbike (More-vélo)
24 december 2000. Kraak 0104.
Met zijn zessen maar. Misschien kwam dat door de grijze kou of moesten
de anderen moeder de vrouw helpen met de kerstmenu. Een natte herfst heeft
ervoor gezorgd dat de sompige boerenwegels geweldig oneffen kunnen liggen
(moeten ze daar dan ook met traktoren overrijden, zeg?) en nu heeft de vorst
gemaakt dat de richels er hard en verraderlijk bij liggen. We doen de lokale
parkoers (parkoersen?) van Kalken, Laarne, Heusden, Destelbergen. Het kraakt
nogal als wij passeren, maar meestal houdt het ijs het wel. De gebroeders
Hanselaer lijken het best in vorm. Tegen de middag zijn de richels nog hard,
maar zakken we wel door het ijs waaronder er wel nog volop modder en water zit.
We gaan alle zes wel ergens eens onderuit, maar ik schiet de hoofdvogel. Bijna
waren we droog thuis, maar ik kies ergens in Destelbergen de verkeerde van de
drie mogelijke plassen, val om, en eindig kletsnat en zo zwart als een
onhandige mountainbiker maar zijn kan.
31 december 2000. Kraak 0104.
Met zevenen. Als het verleden week hard en lichtjes glad lag, dan hadden
we nu de keuze tussen glad en spekglad. De wereld leek wel een grote ijspiste
op deze laatste dag van de laatste week van de laatste maand van het laatste
jaar van de laatste eeuw van het 2° millennium na de geboorte van Christus -
een mens wordt er poëtisch van. En deze keer was het prachtig vriesweer:
windstil en zon. Dolle winterpret voor zeven jongens op hun fietske. De toon
wordt al meteen gezet door Bert. We draaien nog maar net de Vaart op en lap,
hij ligt er al. Deze mens komt elke week uit Basel (even voorbij Genève, ge
weet wel) om hier te komen afzien. En vandaag kan zot zijn wel zeer doen, want
het is gevaarlijk rijden, zeg maar glijden. Even verder langs de Vaart Karel Verhoeven,
dan is het alweer de beurt aan Marc Roelandt. Wie vanmorgen nog eventjes zijn
banden hard had gepompt, is gezien. Rudy Rogiers mag na een val verder met een
kletsnatte handschoen. Liever hij dan ik. En zo gaat dat maar door. Wie eerst
door een gevaarlijk stuk komt, wacht de anderen op en kan eens goed lachen.
Rudi Vergeylen is de enige die geen enkele keer valt, waarschijnlijk omdat hij
al vanzelf zwalpt na weeral een nachtje uit (wanneer slaapt die mens?). Voor de
brug van Wetteren houdt de Verhoeven ons weeral op door klak over een blinkende
verkoperde vijs te rijden die zich dwars door zijn binnenband boort. Gelukkig
is onze ambulante garagist Rudy Rogiers deze week van de partij. Smijten ze die
schone vijs dan nog wel weg ook, zeker. De afdaling van de brug van Wetteren is
om het hart vast te houden en ondertussen hopen dat we niet doorschuiven tot
Wetteren station.
Wie het best met het ijs wegkan, is blijkbaar Raf Verstuyft. Ge moogt
gene schrik hebben, zegt hij. Op een onverdacht stukje in Serskamp schuift zijn
achterwiel echter toch weg, hij valt de andere kant uit en degene die
achterkomt - uw verslaggever - kan niet anders dan eroverschuiven. Ik ga hier
voor de zoveelste keer in mijn leven zwaar onderuit en kom na een vlucht van
ongeveer 30 seconden behouden neer, op een verstuikte ringvinger en een buil op
mijn bil na. En mijn versnellingsbak moet ook gerepareerd worden. Rudy, help.
Op den duur zijn we de gladdigheid zo gewend dat we op sommige stukken
toch weer vol petrol geven en genieten van het geschuif van het achterwiel. Een
memorabele rit die zo voorbijgleed en die we niet licht zullen vergeten
(memorabel dus). Ook de rit met het traagterecord: 38 km aan 18 per uur, maar
dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat het op vele plaatsen
verderschuifelen aan 2 per uur was.
11 februari 2001. Kraak 0104.
Rudy Rogiers doet niet mee, want is gaan raften. De moment om eens een
tandje bij te steken. We beginnen wel met zwaar wind op kop in de rit naar
Serskamp. Een zeer zware rit, want alles ligt nog superdrassig. Het gemiddelde
van 17.8 km/3600 seconden zegt genoeg. Megabangelijk is dat. Marc Roelandt
rijdt nog op de Hoegaarden van gisteren en Rudy Vergeylen, die rijdt altijd op
van alles. En plat rijdt hij ook, een paar km voor het einde. Danny Fack is de
technieker van dienst. Als een echte beroeps begint hij eraan. Bij het oppompen
van de band, steekt hij het ventieldopje tussen de tanden. En dan gebeurt het.
Danny pompt zodanig hard dat het dopje in een keer wegschiet: slik en binnen.
Danny's geproest en gehoest doet er weinig aan. Dat wordt de hele week roeren,
Danny, om zeker te zijn dat je het weer kwijt bent.
18 februari 2001. Kraak 0104.
We laden de fietsen in de camionette van Rudy Rogiers en zijn weg naar
Waasmunster. Een rit van 35 km, maar op het eind blijken het er maar 32 te
zijn. Wij die de wagen van Rudy R. volgen, vinden dat we daar blijven
rondrijden in die bossen vol chique villa's voor we aan het startpunt zijn. Is
Rudy verloren gereden of klopt het wat Frank Hanselaer denkt: dat hij al de
villa's die hij gevoegd heeft, aan het tonen is? De moeite van de verplaatsing
waard. Een heuvelachtig, gevarieerd, bossig, droog en lichtrijdend parcours. We
zijn niet eens vuil als we terugkomen. Iemand verliest zijn kilometriekje.
Danny raapt het op. 'NIET tussen je tanden steken, Danny!', roept de eigenaar
verschrikt. Als Danny de kop neemt, wordt gans het peloton in een lookwalm
gehuld.
Ja, als je dat parcours in Waasmunster ziet, dan missen we hier toch wat
heuveltjes. Buiten de Gratiebossen en Serskamp is het bij ons goed plat. More
hebben we des te meer en modderbiken is eigenlijk een betere naam voor wat we
meestal doen. Hans De Wilde deed nog eens mee. Even voor het einde moest hij
een binnenweg nemen, pompaf. Volhouden, Hans, wij zijn ook zo begonnen. Rudy
Vergeylen laat zich nog eens kennen: ik moet een gat laten vallen, duw me dood
om weer bij te komen, zie dat Rudy in mijn wiel rijdt en vraag me af wanneer
hij nu gaat overnemen. Als we toch nog op 10 meter terugkomen, demarreert Rudy
lustig weg tot bij het groepje voor ons, die smerige ... (censuur KWB
Nationaal), en ik mag verder alleen proberen! De verwensingen die ik hem achterna
slinger, zijn evenmin voor publicatie vatbaar.
25 februari 2001. Kraak 0104.
Het heeft gesneeuwd, mama! Mag ik met mijn bergveloke gaan rijden? Ik
mocht, vandaar dit verslag, maar ik moest wel mijn helmke - zeg maar pot, zegt
Rudy R - opzetten. Waarschijnlijk ook omdat ik teveel de nadruk leg op de
valpartijen (en omdat ik er meestal zelf bij betrokken ben?). Volgens schatting
op het Vrank en Vroom turnfeest gisteravond zouden we deze morgen met zijn
vijftienen zijn, iedereen ging meerijden, maar we zijn welgeteld met acht.
Bartje doet weer mee, na 4 weken knieproblemen. Raf nog altijd niet, alhoewel
de rugproblemen over waren. Pieter Baeten, die al zijn vierde keer meerijdt -
die is verkocht, lijkt er geen moeite mee te hebben. Rudy V. zat gisteren
uitzonderlijk om twaalf uur al in bed, en het is eraan te zien: hij heeft het
lastig. Ook Marc R. heeft een wat mindere dag, terwijl Eddy T. en Dirk H.
rijden alsof het geen inspanning kost. Ja, je betrapt je erop dat we mekaar als
echte zitten af te loeren om te weten wie in vorm is en wie niet. We rijden het
parcours waar we verleden jaar de eerste keer mee begonnen zijn: voetbalwegel
(na omwegje langs het terrein van de Tissage de Kalken), Drabstraat, Scheestr.,
langs een boerewegel naar de Zauwerstraat en volgende boerenwegel naar de
Bontinckstraat, alwaar we allemaal vaststellen dat we ons veel te warm gekleed
hebben: de zachte sneeuw annex zompige modder maakt dat de inspanning loodzwaar
weegt en we staan meteen 'in schuim en in zweet'. Na het kruisen van de
autostrade, verder naar Heiende en de talrijke veldwegeltjes daar, uitkomend bij
café Pelgrim, dan langs baantje langs autostrade richting Lokeren, terug over
de autostrade naar Heikant, zo tot op de Dendermondse Stwg ter hoogte van
Dynamec (nu Segers). Dit ganse stuk was dan weer zeer goed bereidbaar, euh
berijdbaar. We duiken naast dat fabriek de Gratiebossen in en komen er pas in
Berlare tegen de dijk weer uit: verschillende kilometers onverhard en lichtjes
heuvelachtig. Een klein oponthoud met Rudy V. Dirk H. suggereert dat het zijn
hartslagmeter is die vastgevroren is. In het bos zelf, aan de tweede versmalde
doorgang, is het weer zover: ik rij voorop, vertraag niet om de anderen niet op
te houden, maar knal tegen het linkerpaaltje van de doorgang aan. Met als
gevolg, juist, meer dan vijf minuten oponthoud. Want de val is zwaar - met mijn
bil boven op de zijkant van mijn stuur, en ik mag van geluk spreken dat ik
verder kan rijden. Mannekes, zeer dat dat deed, en nog 3 dagen stijf. Rudy R.
meet eens en mijn stuur was slechts 2 cm smaller dan de doorgang. Het was dus
geen stuurfout, zo troost ik mij, maar een beoordelingsfout. Anders gezegd: het
was niet van lompigheid, het was gewoon van dommigheid. Uit de bossen, langs de
zandbergen in Berlare, naar de Scheldedijk, op de dijk richting Uitbergen. Op
de dijk, roepen die die vooraan rijden af en toe: 'Pollekes!!!'. Het heeft een
hele tijd geduurd voor ik verstond dat dat Kalkens was voor 'Paaltjes'. Voor
het kasteel duiken we de steile dijk af als kamikazes met ware doodsverachting
- geleerd van Rudy R., die ons ook wil leren hoe je als een echte terug op je
fiets moet springen zonder ontmand te worden - maar er is geen enkele
liefhebber voor die les. We pikken daar nog een bos mee en zo komen we uit bij
de Nieuwdonk, en langs de achterstraatjes in Overmere passeren we langs het
voetbalplein de Valentino's en verder langs een zeer hobbelig kronkelig paadje
en over een betonnen veldbrugje komen we uit in de Vaartstraat. Boombos en
eindpunt Nele. 38 km, waarvan zeker de helft onverhard, en weer maar 19 per
uur. O ja, bijna lette er niemand op het prachtig weer (zon, windstil, lichte
vrieskou) en het schitterende sneeuwlandschap. Ondanks alles wat we ermee
uitgespookt hebben, kan Vlaanderen toch nog mooi zijn. Zonde voor al die mensen
die niet meereden.
3 maart 2001. Kraak 0105.
Het sneeuwt. Mama, mag ik thuisblijven. Inderdaad, daar waar we verleden
week een zonnig sneeuwlandschap hadden, staan we nu op in een asgrauwe zondag
met iets tussen sneeuw en natte sneeuw dat uit de lucht valt. Maar ik wil me
niet laten kennen en ga toch, ook omdat het niet echt koud is en tamelijk
windstil. Tot eenieders verrassing staan we met zijn twaalven aan de kerk. Een
nieuw parkoers, langs Kwatrecht, Melle, Gontrode, Gijzenzele, Moortsele,
Oordegem, Wetteren en terug thuis na 46 km. Daar nog ergens tussenin bij de
Fauconniermolen gepasseerd. Daar haalt de genaamde Marc R., volledig uitgeput,
nog een banaan boven uit zijn rugachterzak. Zo slap als wat. Ze glipt dan ook
uit zijn hand in de sneeuw en modder, maar hij heeft de kalorieën zo nodig dat hij
de banaan toch nog opraapt en binnenspeelt. Er doorzitten, noemen ze dat. Dit
parkoers werd uitgestippeld en aangeboden door Danny Fack, en wordt daarom
voortaan de Grote Prijs Danny Fack geheten: zeker een van de zwaarste ritten
die we al deden. Bijwijlen schitterende stukjes, maar de ploetergedeeltes dwars
over velden en een paar keer over de spoorweg waren er mij toch teveel aan. Een
echt schone rit, zeker tijdens de zomer, want wie ons nu zag passeren in de
sneeuwregen, zal ons goed zot verklaard hebben. En wat horen we zingen, midden
de niet aflatende sneeuwbui, nabij het plantenveredelingscentrum van Melle: een
keure-lewèrke (korenleeuwerik). Jaren geleden dat ik er nog eens een gehoord
heb, en het beest is blijkbaar volledig zijn kluts kwijt om putje winter te
lawijten.
11 maart 2001. Kraak 0105.
Rudi Vergeylen is van korvee en we laden 6 fietsen in zijn kamionette.
Toch een geluk dat er zoveel middenstanders annex kamionetten zijn bij de
Katholieke Werklieden Beweging. Weg zijn we, om 8 uur al, naar een
georganiseerde rit in Maarkedal. Rudy R., Eddy T. en Jan W. proberen vandaag
Belgisch kampioen rafting te worden en doen niet mee (in het Belgisch
kampioenschap rafting ook niet, maar dan figuurlijk). Weer verkeerd gekleed,
want eens in Maarkedal valt er het eerste uur een pak koude regen, terwijl in
Kalken de zon heel even scheen vanmorgenvroeg. Ze sturen ons meteen door een
vettig weike, en meteen zitten ook mijn versnellingen vooraan weer vast. Steile
klimmetjes, steile afdalingen - Karel Verhoeven neemt die erg snel, bruingele
vettige klei, veel betegelde maar bemodderde fietswegeltjes, onverwachte
stenen, wegeltjes met door het regenwater uitgeslepen diepe kronkelige geulen
waar je probeert uit te blijven, veel schakelen en tempowisselingen, en elke
keer weer verschrikkelijk afzien. Toch raar dat we daarvoor de zondag om 7 uur
uit ons warme bed komen, merkt Frank Hanselaer terecht op. Gelukkig recupereer
je op den duur wel goed en na een eindje gewone baan, ben je de zware
inspanning alweer vergeten. Op naar het volgende stukje veld. Geert Bracke valt
zo goed als omver, maar gelukkig net in een holle weg, zodat hij tegen de kant
blijft staan en gewoon weer verder kan rijden. Ik zit toch dikwijls met schrik,
en in een lange afdaling lig ik er weer eens. Een meiske met ferm uit de
kluiten gewassen kuiten - zeer toepasselijke uitdrukking voor een montain biker
- en toebehoren, slaagt erin een hele tijd in ons spoor te blijven - ook wel
omdat wij af en toe op de ene of de andere wachten. Ze roept ons toe dat ze uit
den Oudenbos komt, want ze heeft voorzeker aan onze truitjes gezien dat wij uit
Kalken zijn. Mountainbiken is echt te smerig en te lastig om een sport voor
vrouwen te zijn vind ik, maar zeker chapeau voor deze juffrouw. Danny Fack kan
zich op het einde niet inhouden als er twee man proberen ons voor te steken, en
weg is hij: eraf moeten ze. Na 35 km laden we de vuile fietsen in Rudi's
kamionette en tegen twaalven staan we terug in het dorp. Spijtig dat het
slechte weer de vérgezichten belemmerde.
18 maart 2001. Kraak 0105.
We doen de tocht van 3 weken geleden, maar in omgekeerde richting. Met
zijn dertienen. In de Gratiebossen gekomen, blijf ik laatste rijden, om weer
geen lappen zoals verleden keer mee te maken: dan kan ik rustig de
doorgangetjes nemen in plaats van ertegenaan te smakken. Rudi V. rijdt voor me.
En daar gaan we weer. Op aangeven van Rudy maak ik waarschijnlijk de tot nu toe
de spectaculairste tuimelperte van onze MTB carrière van KWB Kalken. Rudy, die
er wat doorzit, schuift in een put dwars over het boswegje. Ik wou hem net
voorbij en rij tegen zijn achterwiel. Na een perfecte? salto kom ik mooi op
mijn rug/schouder terecht. In alle geval ben ik hem toch voorbij. Dit is pas
Rudy's tweede val in zijn hele carrière bij de KWB MTB (ik val al zoveel keer
per rit). En als ik niet op hem was gereden, zou hij nog niet gevallen zijn
ook, zegt hij. Ja, het zal nog mijn schuld zijn, ik zie het al. Had ik
misschien toch beter vooraan gereden?
25 maart 2001. Kraak 0105.
Weeral met twaalf. Voor wat slechts een korte rit zal zijn, ingericht
door WTC Calcine. 25 km, maar toch interessant omdat we veel van de wegeltjes
doen die we anders ook passeren, maar toch ook wat nieuwe leren bijkennen. Er
valt blijkbaar nog altijd een en ander te ontdekken in Laarne/Kalken wat
betreft boere- en kerkwegels. Nog eens een lekke band, sinds lange tijd, voor
Raf, die net op het zompigste en lastigste stuk van de hele rit, naast de
Scheldedijk bij Wetteren, eerst iedereen voorbij was gereden met een band die
loste, ge moet het maar doen. Rudy R. en Danny F., die achter waren gebleven om
achter de achtergeblevenen te blijven, komen later door (als wij al op de dijk
staan). Danny wil zich niet geven, maar het terrein is zo zwaar dat hij op een
bepaald moment gewoon stilstaat en plat opzij de plassen invalt. Zeikenat. En
berekoud is het. Mijn nieuwe waterdichte schoenen trekken dan ook veel aandacht
van de sukkelaars die met verkleumde voeten moeten rondrijden. Vijfentwintig
kilometer, maar ze vielen me toch zwaar, want het ging me vandaag niet echt af.
Volgende zondag beter?
1 april 2001. Kraak 0105.
We spreken er al het hele jaar over, en nu is het eindelijk zover. We
rijden met zevenen (Rudy, Danny, Karel, Pieter, Jan, Marc en ik) naar St.
Lievens Houtem. De Grote Prijs Rudy Rogiers. 59 km in totaal, aan een
gemiddelde van bijna 24 per uur, met een mountainbike. Dat we dit zouden
kunnen, hadden ze zeker Marc en mij een jaar geleden niet moeten wijsmaken.
Eerst rijden we een goeie 10 km op gewone weg naar Oordegem. Net over de
Brusselse Stwg. en de gemetste spoorwegbrug slaan we links in op wat kan doorgaan
voor een oude heirweg, een paar km lang en licht klimmend. We zijn vertrokken
en volgen het parcours van St. Lievens Houtem, Letterhoutem, Vlierzele.
"Sjieterende landsjappen", zou Branco Strupar zeggen. Er is veel vals
plat bij, zegt Rudy. Ik vind het wel heel erg vals. Als we drie onbekende
snuiters een heel eind voor ons uit zien rijden, heeft dat de uitwerking van
een rode lap op zeven stieren. Die moeten we inhalen natuurlijk, en er wordt
een paar km vollen bak gekoerst, tot we ze hebben. En wat zijn wij dan toch
blij. Moe maar voldaan zoals dat heet. Naar onze maatstaven een vlot rijdend
parcours, want wij zijn kniediepe ploetermodder gewend. In dit heuvelige
landschap watert het water natuurlijk beter af (of hoe zeggen ze dat?). Ter
hoogte van Bavegem stoppen we even bij een oeroude wilg, midden op een
kruispunt, het type boom waarvan men zegt dat Napoleon er nog zijn paard aan
vastgebonden heeft. Tijd voor Marc om zijn banaan op te eten. We hebben wel
geen MacMannaman bij ons, maar onze MarcBananaman mag er ook zijn. Vandaar af
rijden we tussen de 32 en 37 per uur naar huis. Zeker als Rudy en Danny zich op
kop zetten gaat het goed vooruit. Marc rijdt niet mee tot bij Nele, maar slaat
af ter hoogte van zijn woonst. Toch spijtig dat hij een zo lange inspanning
voor dat laatste beetje niet afgerond krijgt! Nog meer bananen eten, Marc?
08
april 2001. Kraak 0105
Slechts
5 flandriens aan de start : Rudy, Danny, Jan, Frank en Marc. De ene al wat
beter voorbereid dan de andere. Er zijn er die zich voorbereiden door in de
week een paar keer te gaan fietsen, maar er zijn er ook die zich voorbereiden
via andere sporten zoals vogelpiek …
Eigenaardige
combinatie, maar wie hierover meer wil weten moet ten rade gaan bij de Rudy´s.
Vooraleer
aan het verslag van deze rit te beginnen, zou ik nog even willen terugkomen op
de vorige rit naar Sint Lievens Houtem. Een rit van maar liefst 56 km met meer
dan genoeg hellingen (sommigen onder ons noemen dat een beetje “vals plat”,
maar ja iedereen heeft zo zijn eigen normen). Op het einde van de rit, komende
uit de richting van Wetteren, nam Marc Roelandt de beslissing (hoe pijnlijk ze
ook was) om niet mee te rijden tot bij Nele. Totaal krimineel gefietst sloeg
hij de gelijknamige straat in alwaar hij na een kwartiertje plat op de rug in
de garage terug wist van welk land hij was.
Bij
diegenen die doorgereden waren (voor sommigen was het zwalpen…) tot bij Nele
was ook Mario. Die maakte de schampere opmerking “´t is toch spijtig dat Marc
niet uitgereden heeft”. Toen Marc in de loop van de daaropvolgende week vernam
dat Mario dit had gezegd was hij behoorlijk op zijn … (ik zal het maar niet op
zijn Hollands zeggen) teen getrapt. Zoals het een echte flandrien past was de
reactie van Marc hierop : “volgende week rij ik hem in de beek !” en zoals u
verder in dit verslag zal lezen heeft Marc woord gehouden … of toch bijna.
Terug
naar de rit van 8 april.
Na
verschillende ritten in het buitenland (lees buiten de gemeente) besloten we om
nog eens het Bloso parcours van Laarne-Kalken te rijden, een kwestie van niet
te laat thuis te zijn zodat we nog iets konden opsteken van die gasten in de
ronde van Vlaanderen. Nog geen kilometer gereden en reeds problemen met de
mechaniek. Het versnellingsapparaat van Danny sputterde tegen. Na een vlugge
inspectie van vogelpiekkampioen Rudy was het besluit dat herstelling niet
onmiddellijk mogelijk was waardoor Danny op halve kracht de rit zou moeten
rijden. De meesten onder ons hopen dat Danny zijn fiets niet meer te herstellen
is zodat hij vanaf nu altijd op halve kracht zal moeten rijden, misschien
kunnen we hem dan toch nog ooit eens losrijden …
Na
zoals meestal een adembenemende (letterlijk) start ging het er vanaf kilometer
15 iets rustiger aan toe, wat minder concentratie en Danny ging een eerste keer
onderuit zonder veel erg.
Erger
was de valpartij rond kilometer 20. Frank, die iets heeft met water en duiken …
reed op volle snelheid door een plas (althans hij dacht dat het een plas was),
maar die bleek zo diep te zijn dat hij bijna over kop ging om nadien bijna tot
aan zijn middel in het de plas te zakken (een beetje overdrijven mag en voor
den enen moet de plas al niet zo diep zijn als voor den anderen om er tot aan
je middel in te zakken…). Marc, die zoals meestal weer in het wiel hing en met
zijn kop in de grond aan het “stoempen” was om bij te blijven, kon Frank niet
meer ontwijken en op volle snelheid (voor Marc is dit natuurlijk relatief …)
beukte hij in op de fiets van Frank. Gevolg : Marc ging over kop en belande in
de zijkant, net niet in de beek. Wie had daar nu ook weer iets gezegd van “in
de beek rijden”? Balans van de valpartij : een lekke band voor Marc, een natte
broek voor Frank, en voor beiden ook nog een paar kneuzingen.
Na
ongeveer 30 kilometer kwamen we aan de geduchte Katteneye (ik ben wel niet
zeker van de spelling). Zo een onberijdbaar, oneffen, modderig, stinkend,
kortom mensonterend stuk weg kunt ge alleen maar in Laarne vinden. Zelf de
koeien komen naar ons kijken als we daar door rijden (wellicht denkende “wat
voor ezels passeren er hier nu?). Aldaar gekomen achtte Jan zijn moment gekomen
om Frank na te doen. Hij verkeek zich ook op een plas water en ging onderuit.
Iets verderop ging Danny op zijn zomerzij in de modder liggen. Ik heb het hier
al gehad over koeien en over ezels, maar als je daar zo iemand languit in de
vieze modder ziet liggen denkt men meestal aan nog een ander diersoort …
Trouwens
Danny is zo verslaafd aan het moutainbiken dat, zelfs als hij gevallen is
weigert zijn voeten uit de klikpedalen te doen en zijn fiets van tussen zijn
benen te nemen. Men zou op den duur nog gaan denken dat die met zijn fiets gaat
slapen!
Na al
die valpartijen zijn we in een rustig (?) tempo naar Nele gereden om aldaar
alles nog eens door te praten. Niet tussen pot en pint maar wel tussen ice-tea
en ice-tea, want alcohol is uit den boze voor echt flandriens !
Aandachtige
lezers zullen het al weten, de enige die niet onderuit is gegaan is Rudy. Zou
vogelpiek en mountainbike dan toch de ideale combinatie zijn?
Diegenen
die er niet bij waren hadden ongelijk of misschien toch niet want de
verslaggever van dienst weet over elkeen wel een straffe stoot te vertellen.
Wie het
nog niet mocht door hebben na het lezen van dit verslag, mountainbike is en
blijft een leuke en gezonde ontspanning (gelove wie geloven wil), zeker
gezonder dan duivenmelken of … vogelpiek.
Marc,
Interim
verslaggever
Interim
val-specialist
Permanent
wieltjeszuiger.
15 april 2001. Marc Roelandt verslag. Kraak 0105.
Paaszondag,
verlengd
weekend,
paasvakantie
voor de kinderen,
voetbaltornooi
op Schellebelle met de nodige nabesprekingen op zaterdagnamiddag (avond)
regen
en wind bij het wakker worden,
…
Kortom
redenenen genoeg om niet te gaan moutainbiken.
Er zijn
er echter die er anders over denken en kost wat kost de zondagmorgen om 9 uur
absoluut op het kerkplein willen starten voor alweer een nieuwe rit.
Ik moet
wel toegeven dat er slechts 3 van die “andersdenkenden” waren, Raf, Jan en
Marc. Er wordt zelfs luidop gefluisterd dat er bij zijn die gaan moutainbiken
om eens van thuis weg te kunnen zijn, alhoewel er andere activiteiten kunnen
aangewend worden als smoes om er eens tussenuit te glippen zoal bijvoorbeeld …
vogelpiek … of een voetbaltornooi van zoonlief.
Slechts
met 3 aan de start, dat leek ons wat weinig. Nochtans voor uw verslaggever van
dienst was dit het ideale moment … hij zag zijn kans schoon om eindelijk eens
binnen de eerste 3 te eindigen. Niet dat we er elke week een competitie van
maken, maar een beetje wedstrijd en (een beetje veel) mannelijke trots komt er
toch altijd aan te pas.
Let
wel, we doen niet aan discriminatie … vrouwelijke mountainbikers zullen altijd
met open armen ontvangen worden in ons gezelschap. Had u misschien anders
gedacht ?
Genoeg
rond de pot gedraaid, laat ons maar beginnen aan het wedstrijdverslag (klinkt
professioneel vind u niet).
Zoals
reeds gezegd, slechts 3 man aan de start vonden we wat weinig en we besloten om
er eens eentje op zijn woord te nemen.
Wat ik
hiermee bedoel ? Wel, er zijn er op de gemeente (en zelfs daarbuiten) die
regelmatig zeggen dat ze wel eens zullen meerijden met “de bende van Rogiers”
(= vakjargon voor de moutainbikeclub KWB Kalken). De persoon in kwestie was Wim
(Verschraegen). Het was ons namelijk ter ore gekomen (amaai wat een plechtige
taal) dat hij zich een spiksplinternieuwe moutainbike had aangeschaft. Hij kon
zich dus niet meer verschuilen achter “’k heb mar een kermisveloke, wacht mar
tot ik een serieus machien heb”.
We
zagen niet op een extra inspanning en gingen hem thuis afhalen. Er kwam wel wat
overtuigingskracht aan te pas om hem mee te krijgen, maar als ge een beetje
inspeelt op de mannelijke trots (weeral) (in de mannenbladen of zijn het
vrouwenbladen noemen ze dat het machogevoel) kunt ge wel wat bereiken.
We
gingen dus van start met 4. We besloten om een parcours te volgen dat na de
overvloedige regenval van de laatste uren, dagen, weken, maanden,… toch noch
iets of wat berijdbaar moest zijn en niet al te lang (want we moesten nog
paaseieren kunnen gaan rapen nadien).
Ah ja,
voor ik het vergeet nog het volgende. Voor de start op het kerkplein kregen we
nog het bezoek van een paar van onze (mountainbike)vrienden. Weliswaar waren ze
op hun paasbest gekleed en reden dus niet mee (‘k zal ze maar niet bij naam
noemen). Waarom ze niet meereden … slecht weer, regen, wind, veel te veel
modder. Wat denken die wel !!! Precies of dat die denken dat ze kunnen gaan
moutainbiken met een bermuda aan, met een zonnebril op een met een pinacolada
in hun drinkbushouder zeker! Mountainbike is en blijft een sport voor mannen
met … karakter (dacht u misschien aan een ander woord?).
U hebt
het wellicht al begrepen, over de rit op zich valt er weinig te vertellen,
vandaar dat ik er vanalles bijsleur om toch maar iets te kunnen schrijven.
We
reden een parcours van ongeveer 35 km langs Overmere, Lokeren, Berlare,
Uitbergen.
In het
vorige verslag werd geschreven dat er alleen in Laarne “mensonterende” stukken
weg te vinden waren, maar we moeten onze mening herzien. We hebben een
gelijkaardig stuk gevonden in Kalken, namelijk op Hussevelde (’t is wel al op
het randje, maar toch nog altijd Kalkens grondgebied).
De rit
is verlopen zoals Parijs-Roubaix. De Kalkenaren Raf, Wim en Marc waren goed,
maar ze moesten toch hun meerdere herkennen in de Wetteraar Jan (maar ja, nog
liever geklopt worden door een Wetteraar dan door een Hollander …).
Voor
volgend weekend (wat toch weer een “normaal” weekend zou moeten zijn)
verwachten we opnieuw een groter aantal deelnemers, dan zullen er door de
Kalkense velden opnieuw de fameuze wielerkreten klinken zoals daar zijn
·
Geeft er nog een lap op
·
Sleurt er maar ne keer goed aan
·
Snokt er nog eens aan
·
Bijt u vast in zijn wiel
·
Niet lossen godver… (’t is Pasen dus ik
moet een beetje op mijn woordgebruik letten)
·
‘k ga u in de beeke rijden ..
Als
besluit van dit verslag zou ik iedereen een zalig paasfeest willen wensen op de
manier van alomgekende man uit Rome …
Zààààààààààààààààààààlig
Paaaaaaaaaaaaasfest.
Marc,
Interim
verslaggever
22 april 2001. Kraak 0105.
Na 2 weken afwezigheid van mijnentwege, hebt u opnieuw recht op een
deftig verslag. De verslaggever van de vorige twee weken, de genaamde
MarcBananaman, heeft dit weekend al teveel slechte punten verzameld bij
vrouwlief denk ik, want hij is er niet bij. Er zijn inderdaad grenzen, niewaar,
zijn schabouwelijk gedrag na de muziekquiz van vrijdag indachtig. We zijn
nochtans met elf. Rudy V. doet terug mee na rugpijn en Hans D. doet nog eens
een poging (die trouwens lukt, gezien het feit dat hij uitrijdt). Is het omdat
het twee dagen nagenoeg niet geregend heeft dat we weer eens met velen zijn? Er
valt geen regen, er zijn geen valpartijen, geen pannes, dan ook geen verslag?
Zeer zeker wel, alleen al omdat ik vandaag in gloeiende vorm was. Er zijn zo
van die dagen dat er geen einde aan een mens zijn krachten komt. Bij mij zijn
dat er wel minder en minder, moet ik zeggen, maar dit was er een van (de twee
per jaar). Ik reed bijna helemaal gelijk Dierckxsens in Parijs-Roubaix: keihard
en oerdom. De tocht ging naar Oostakker. Langs die kanten zijn er toch ook veel
mooie wegeltjes, en lichtrijdend. In Oostakker doen we 2 keer de toer van de
put aldaar en de heuveltjes errond. Een steile afdaling wordt door Rudi
gedemonstreerd, alleen Karel, Dirk en Danny durven het hem nadoen. Bijna 39 km
aan bijna 24 per uur, het deed weer deugd.
29
april 2001.
Marc. Kraak 0112
Eindelijk
goed weer. Droog en zonnig, maar ietsje te veel wind (vooral tegenwind).
11
deelnemers aan de start, Bart, Raf, Karel, Rudy1, Rudy2, Jan, Frank, Dirk,
Marc, Eddy en Geert.
Omdat
de meesten onder ons de modder stilaan beu worden had Rudy Rogiers beslist om
een parcours te volgen dat (relatief) droog licht. Toen men de afgelopen week
vroeg aan Rudy naar waar we zouden rijden was zijn antwoord “naar ergens waar
het water goed kan weglopen”. Een goed verstaander heeft maar een half woord
nodig en kon dus al vermoeden dat we het hogerop zouden gaan zoeken. Een
insider kon dus weten dat we de “hoogvlakte” van Sint Lievens Houtem gingen
opzoeken. Een ritje van maar liefst 56 km op een lastig maar goed berijdbaar
parcours.
Er
waren erbij die het reeds moeten geweten hebben, want net zoals Rudy hadden ze
hun zomerbanden opgelegd. Banden met minder profiel, om nog een paar km per uur
sneller te kunnen rijden. Jawel ook in moutainbike is de juiste bandenkeuze van
groot belang net zoals in de formule 1. Niet dat we dezelfde snelheid halen,
maar veel zal het toch niet schelen …
Met 11
vertrokken we dus richting Sint Lievens Houtem. Eerst ongeveer 15 km zachtjes
inrijden. Dat was althans de bedoeling, maar reeds in Oordegem waar het al een
beetje vals plat is, begonnen er al een paar “zot” te doen. Gevolg …, nog voor
we aan het eigenlijke parcours moesten beginnen, waren er al een paar (ik hoop
dat ik niet de enigste was!) die al serieus op hun adem hadden getrapt.
Het
parcours in Sint Lievens Houtem is echt de moeite waard, maar niet te
onderschatten. Als ge goed getraind staat (en naar ik kan oordelen wordt er
nogal wat afgetraind in de week) kunt ge u er eens goed laten gaan … Opgelet,
mispak u niet want in totaal is het een afstand van 56 km met nijdige hellingen
en spectaculaire afdalingen (waar ge volgens sommigen niet moogt remmen, maar
ge moet u dan wel recht kunnen houden hé Rudy en Frank).
Zwaar
dus, maar als ge de knepen van het vak kent is het doenbaar. De knepen van het
vak … wat die zijn? Wel ik zal het u eens verklappen.
1)
Na ongeveer 20 km laat ge u een keer
uitzakken, dan denken ze dat ge al moet lossen.
2)
Na ongeveer 25 km snuit ge uw neus niet
meer, en als ze u zien rijden met al die snot en slinger aan neus en kin denken
ze amaai die zit af te zien.
3)
Na ongeveer 30 km smeekt ge om eens te
stoppen om een banaan te kunnen eten. Ge laat bewust de banaan vallen om ze
nadien met slijk en/of ander viezigheden naar binnen te werken. Dan drinkt ge
nog eens, maar zorg ervoor dat ge wat naast uw mond giet. Als ze u daar zo zien
“sukkelen” dan krijgen ze medelijden met u en gegarandeerd van dan af duwen ze
u tot in Kalken!
4)
Duwen, allemaal goed en wel, maar naar
het einde toe moet ge u echt laten “lanceren”. Ge geeft een trapje minder en
diegene die u duwt denkt dat ge niet meer beter kunt. Hij zal dan roepen : “ik
zal u naar het wiel lanceren” en geeft u nog een forse stoot in de rug. Gevolg
: in volle vaart naar het wiel van uw voorganger en meteen erop en erover!
Pijnlijk hé Dirk en vooral als dat in volle finale voorvalt, maar ja topsport
is keihard.
Bovenstaande
tips zijn ten zeerste aan te raden voor beginnende mountainbikkers, wat zeg ik
beginnende … ook ervaren mountainbikkers zouden dit wat meer moeten toepassen
hé Eddy.
Eddy
had namelijk een zware inzinking in het naar huis komen. Op “Den Dries” in
Wetteren dachten we dat Eddy een imitatie deed van “Shaking Stevens” op de
fiets, maar niets wat minder waar. Het licht was aan het uit gaan, en terwijl
de voorwacht van de groep stond te wachten aan de verkeerlichten aan Wetteren
brug (groen, oranje, rood, groen, oranje, rood, …) was het bij Eddy zwart,
zwarter, zwartst voor de ogen. Geen nood, vlug een bakkerswinkel binnengereden
en een rijsttaartje of twee hebben Eddy er weer bovenop geholpen.
Als
verslaggever is het natuurlijk gemakkelijk om een ander zijn misère te
beschrijven, maar de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik serieus heb
afgezien en dat ik mijn trukendoos volledig heb moeten opentrekken om mij tot
in Kalken te laten duwen.
Ik hoop
maar één ding, en dat is dat na het lezen van dit verslag ik nog steeds kan
rekenen op een duwtje in de rug (letterlijk) van de krachtpatsers.
Marc,
Interim
verslaggever
Super
plantrekker.
14 mei 2001. Moederkesdag.
Speciaal een extra-lange rit, zodat de moederkes minst last van ons
hebben. Eerst met zijn elven elf km naar Doorslaardorp om er de rit,
georganiseerd door de Rudybikers - dat belooft, van 50 km te doen. Na even
zoeken het veld in. Twee grote, gespierde, knappe, jonge - ik ga maar ophouden
voor ge verkeerde gedachten van mij krijgt - kerels gingen eventjes met ons
meerijden. Heel echt eventjes dus. De rit: droog, zonnig, stoffig, bonkig en
bossig. Het verslag kan als volgt worden samengevat: Bonke, bonke, aie, bonke,
oeie, rije, duwe, steke, bonke, bonke, oeie, oeie, zande, nog veel meer steke,
stoffe, bome, bome, zande, knotse, knotse en nog meer bonke, bonke. Tot in
Stekene, met veel bos, zand en stof, en met sterk op en neer hobbelende wegels.
De zon schijnt door de bomen in een stofwolk die wij als een bende bizons doen
opwaaien (met oprechte excuses voor deze poëtische oprisping).
Het wil gelijk niet mee met mij vandaag. Sommigen willen persé hebben
dat het door het te groot aantal zuipkaarten op het Duiveltjestornooi van HO
was gisteren (elk steunt de jeugd op zijn manier naar bestvermogen, niewaar),
maar volgens mij is het een combinatie van lichte zonneslag met zware
achterwerkaandoening. Inderdaad, na 20 km zit ik er door, letterlijk dan, en
het wordt met de km erger. Mijn perineum (ja, zoek het maar eens op, dan hebt
ge nog eens iets om mee uit te pakken aan de toog) was rauw vlees. Zwaar
aangedaan besluit ik halverwege de rit maar alleen naar huis te rijden, juist
op het verste punt. De Bende van Rogiers raast verder zonder mij. Ik kom daar
zwart bestoft uit de bossen van Stekene gereden en vraag de weg. "Richting
Wetteren!? Maar neen zulle dat weten wij niet. Zo ver! Maar manneke, ge zijt
gij hier heeltegans verkeerd gereden." Het is dus maar een half verslag,
nogmaals excuses. (En ja, de interim-verslaggever die had kunnen overnemen was
er natuurlijk weer niet als hij er moest zijn). Elke oneffenheid tussen Stekene
en Kalken heb ik gevoeld. Gevraagd naar de belangrijkste uitvinding waarzonder
mountainbiken onmogelijk zou zijn geweest, zullen sommigen het wiel, de
binnenband, de buitenband, de pedalen, anderen dan weer het tandwiel, de remmen
of de ketting noemen, maar ik hou het op de spons, zo van die dikke die ze in
koersbroeken naaien, dikker dan het sponske in mijn broek dus. Naar ik vernam,
waren er nog verschillende die goed zacht waren bij thuiskomst, ge moet niet
vragen na 72 km. Zonder veel blabla de zetel in en 's avonds niks gene boem
boem meer. Van een schone moederkesdag gesproken. Misschien volgend jaar op
moederkesdag toch iets minder ver, beste Rudy?
20 mei 2001.
Het
weekend van 20 mei was er één waarin er een keuze moest gemaakt worden. De
keuze tussen ofwel de zaterdagavond naar de omi-sportfuif ofwel de
zondagvoormiddag gaan mountainbiken. Het was het één of het ander. Het is
slechts weinigen gegeven om beiden aan te kunnen én de zaterdagavond gaan
fuiven én de zondagvoormiddag gaan mountainbiken … nee, trop is teveel en
teveel is trop. Toch was er één “exemplaar” (jawel ik noem hem zo want ’t is
toch een geval apart zulle!) die de combinatie aandurfde, u verneemt er meer
over verder in dit verslag.
We
waren met 7, Raf, Karel, Geert, Bart, Bjorn, X, en Marc. Eigenlijk waren we met
8 maar dat ene “exemplaar” besefte niet dat hij op zijn fiets zat, hij dacht
dat hij nog aan het omni-sporten, rechtzetting omni-sportfuiven was.
U
vraagt zich wellicht af wie Bjorn en X zijn. Wel ik weet het ook niet zo goed.
Bjorn heeft al een paar keer met ons meegefietst en ik heb me laten vertellen
dat hij nog bij de liefhebbers heeft gereden (niet te verwonderen dat ik zijn
wiel niet kon houden!). Na een tijdje te zijn gestopt met wielrennen, besloot
Bjorn om terug aan sport te gaan doen, ofwel terug wielrennen ofwel voetballen.
Nadat hij zich een paar keer “gemeten” heeft met de besten (of misschien
schrijf ik beter de beesten) van onze bende heeft hij besloten om dan toch maar
te gaan voetballen en dan wel nog bij H.O. Kalken …
X
(sorry maar ik ken zijn naam niet) is een vriend van Bjorn. Die gast ging goed
mee tot aan km 35, maar dan kon hij zelfs mijn wiel niet meer houden … Toen we
bij Nele aan het napraten waren heeft hij maar één ding gezegd : “Gaan jullie
soms gaan trainen in de week?”…
Over de
rit zelf valt weinig te vertellen. Het was een georganiseerde rit in Lokeren.
Het parcours kennen we ondertussen bijna uit het hoofd en het feit dat het een
georganiseerde rit was had tot gevolgd dat er zich verschillende deelnemers op
het parcours bevonden. U kan het al raden, telkens we iemand voor ons uit zagen
fietsen, ook al was het nog maar een stipje aan de horizon, daar vlogen we er
naartoe als een bende bronstige stieren (en hij of zij moest daarom nog geen
rood truitje aan hebben hé). En oh wéé als iemand het ook maar probeerde om ons
voorbij te steken …
Resultaat
van dit alles : om half elf stonden we reeds terug in Kalkendorp met 40 km in
de benen.
Oh ja,
ik zou het bijna vergeten maar voor we aan de rit begonnen zijn we nog eens
langs geweest bij onze sponsor. Hoeveel lawaai we ook maakten, hij gaf niet
thuis …
Misschien
was hij ook nog aan het omni-sportfuiven, maar nee om 9 uur ’s morgens nog
fuiven dat kan niet, dus veronderstellen we dat hij aan het “omi-sporten” was.
Rudy toch, één goede raad : “sport” elke morgen zoveel ge maar wil, maar de
zondagmorgen moet ge reserveren voor de “mountainbike-sport”.
Ik moet
ook nog iets vertellen over het “exemplaar” waarover ik het had in het begin
van het verslag. Ik heb het natuurlijk over die andere Rudy. Een nachtje
fuiven, een paar uurtjes slapen, en dan zonder eten aan de start verschijnen …
doe hem dat maar na.
Er zat
duidelijk minder snee op bij Rudy, hij liet zich regelmatig ver uitzakken. Toen
Raf mij vroeg om eens achterom te kijken om te zien hoe Rudy zat af te zien,
kuiste hij juist zijn mond af. Had hij iets “naar binnen gewerkt”? We vermoeden
eerder dat hij iets naar buiten had gewerkt !
Op
vraag van een aantal onder ons moet ik hier ook nog wat uitleg geven over
“schabouwelijk gedrag”. Dit is een term die in één van de vorige verslagen
gebruikt werd en het was niet voor iedereen duidelijk wat hiermee bedoeld werd.
Wel ik heb het opgezocht (en er zo een beetje mijn eigen interpretatie aan
gegeven). Het betekent : sociaal voelend, graag onder de mensen, graag een
praatje slaan tussen pot en pint, nu en dan eens een caféspelletje meedoen
zoals vogelpiek of kaarten. Dit alles gebeurt wel in de late uurtjes men als
gevolg dat je dag nadien het soms moet bekopen. Maar ja, als ge uzelf een
beetje kent dan weet ge dat ge na een avondje “schabouwelijk gedrag” best niet
gaat mountainbikken. Als ge dat toch doet dan kan het gebeuren dat ge al vlug moet
lossen en bijvoorbeeld op uwen alleen vanuit Lokeren terug naar Kalken moet
fietsen …
Marc,
interim
verslaggever.
27 mei
2001.
Eerst
wat minder nieuws. Geert Bracke zit in de plaaster. Het been stijf houden,
Geert! Na het schabouwelijk verslag van verleden week, weer aan mij. Goe weer
en we zijn met zeven man en een puber, de genaamde Bart Klim, die weer voor
weinig mannen moest onderdoen. (Let wel, dat ik dus Marc R. bij de mannen
gerekend heb). Naar de bossen van Serskamp. Voorbij de Speelbos staat Raf met
een lekke band (een gat in zijn band dus). Ook zijn remmen blijken te slepen.
Rudy is er wel 5 minuten mee bezig, maar eens in orde, vliegt Raf de volgende
kilometers. Hij had blijkbaar tot dan toe gereden met de remmen dichtgeknepen,
zoals dat heet. Marc R. valt twee keer, telkens vlak voor mijn wiel. Je hebt zo
van die mensen die, zeker als ze het niet zelf mogen schrijven, van alles doen
om in het verslag te komen. Ook Raf en Eddy vallen nog om - meer is het niet,
o.a. in een dreefje met boomwortels die wel tot 20 cm uitsteken. Bij het
binnenrijden van de bossen van Serskamp, weerklinkt geween en tandgeknars. In
hun blote billen rijden ze door de tengels en de bramen, de andere 7 sukkels.
"Hapert er iets mannen?", vraag ik zo onschuldig als wat, want ik heb
mijn lange broek aan, omdat dat de enige met een goei spons is die ik heb, in
een poging om zitvlakpijnen gelijk twee weken geleden te vermijden. 't Is goed
tegen de reumaties, zegt Rudy (de tengels, niet de lange broek). Ik zie ons
binnen 30 jaar al zitten in het ouwemannenhuis in Kalken. Hoe komt het dat die
10 rare daar in de hoek geen reumaties hebben? Oh, dat is de Bende van Rogiers.
Maar die ene normale mens - met reumaties - was daar toch ook bij? Ja, maar die
reed ook 's zomers met zijn lange broek.
Dikke
spons of niet, ik heb weer problemen met mijn zitvlak, ik krijg zo te zeggen
geen gaatje meer toe en de laatste 5 kilometers doe ik niet meer mee, alzo de
Uitbergse bossen en het wegeltje langs de Valentino's en dus de ergste
achterwerkpijnen vermijdend. Het is omdat de top van mijn zadel te veel naar
omhoog staat, zegt Rudy. Kont (is dat nu met d of met t?) ge mij dat misschien
verleden keer al niet uitgelegd hebben? Er gebeurt blijkbaar nog een en ander
in die laatste kilometers. Ik moet van Marc rapporteren dat hij nog 2 remontes
deed … twee keer zichzelf geremonteerd, veronderstel ik. En dat er een hond van
onder een kamion kwam, bijna in zijn wiel. Domme hond: Juist mis! Maar
misschien kan Marc zelf - tenslotte interim verslaggever zijnde - de laatste 5
kilometer kort samenvatten in de volgende drie bladzijden? Heel erg lastig
vinden de meesten dit soort lastige rit toch niet meer, goed getraind als ze
staan, want Marc heeft zelfs nog zijn banaan niet opgegeten als we bij Nele
zitten. Marc moet natuurlijk nog eens lachen met mijn smadelijke afgang, nu al
2 keer op rij: "We hebben 't weer GAT", zegt hij. Beste Marc, weet
gij waar gij uw banaan voor mijn part moogt steken? Mario
3 juni 2001. Sinksen. Ik heb er de
hele week over getwijfeld of ik het wel zou doen, want het ligt toch nog altijd
gevoelig, maar het moet me toch van het hart. Ik heb, persoonlijk en op
heterdaad, de twee Rudy's samen betrapt. En dat voor twee die steeds beweren
dat ze het niet doen, en dan nog samen. Laat er ons duidelijk over zijn: in
deze tijd van sportieve mannen onder mekaar wordt er niet meer zwaar aan
getild. Het komt veel voor en er is helemaal niets verkeerd aan: bijtrainen
tijdens de week mag, maar waarom daar dan niet voor uitkomen? Waarom, Rudy en
Rudy, jullie niet outen? Ge ziet, een of andere dag komt het dan toch uit.
Het verslag. Met twaalf, schoon weer met veel wind, en we doen de
Heikant, Heiende, Berlare, Overmere rit, in omgekeerde richting en met enkele
nieuwe stukjes in Berlare.
Danny en Bjorn maken er een lange sprint van door de kilometerslange
Gratiebossen. Ik rij in 4° positie, al een eind achter, en bedenk dat als ik
dat volhoud ik dan toch de eerste boven de 40 zal zijn. Zo zit een mens in
mekaar: als je niet echt de eerste, sterkste of slimste kunt zijn, bedenk je
zodanige categorieën waarin je dat wel bent. Maar je mag het niet te makkelijk
maken ook, door bvb. categorieën te creëren waarin je de enige bent. Zo zou
Rudy V. in de categorie wieltjeszuigers die dan plots demarreren, altijd eerste
zijn. Of ik in de categorie sympatieke Westvlamingen. Dan merk ik plots dat er
iemand in mijn wiel zit. Verdorie, 't is Raf, een peet van meer als 50. Daar
gaat mijn categorie 'boven 40' als hij me voorbij steekt en bovendien nog een
kwak modder van zijn achterwiel in mijn linkeroog lanceert, zodat het licht aan
1 kant uitgaat. Allez, als 5° ben ik dan toch nog eerste in de categorie
lichtgestoorde alcoholiekers boven 40, onder 50.
Rogiers rijdt een heel eind zonder handen en niemand raakt hem voorbij.
Zo reed hij een paar weken terug de steile brug over de E17 (tussen Heiende en
Overmere) over. Wij sleuren en trekken aan ons stuur en ons velo, stampen op
ons pedalen, zweten en puffen, geven al wat we hebben, maar we verachteren
alleen maar. 't Is gewoonweg niet te doen. Die moest koereur geworden zijn,
zie, die jongen.
Door het hoge tempo (net geen 24 per uur voor net geen 39 km) en de
felle wind, wordt het toch nog een lastige rit. Karel is vandaag gewoon
nergens, de eerste keer dat ik dat meemaak. Gisteren een bruiloft, is de
uitleg. Jan en Dirk heb ik ook al beter geweten, maar Bartje is al een paar
weken achtereen in vorm. Zijn volgende inzinking afwachten dan maar, haha.
Achteraf gaan de meeste vertellingen over de slotfase als we door de Bontinck
en Gaverstraat razen op weg naar Nele. Rudy R. vertrekt laatste en haalt de
hele meute in (Oooh, wat vindt hij dat toch fijn!). Rudy V. zit de hele tijd in
mijn wiel uit de wind en demarreert dan net voor de kerk. Train nog wat meer
bij binst de week, ja! Mario
10 juni 2001.
Met twaalf. De tweede keer de grote prijs Danny Fack, richting Melle,
Gontrode dus. Schitterend parcours, niet meer te herkennen van toen we er deze
winter doorploeterden. Voor Bartje is het in Kwatrecht al afgelopen als met een
oorverdovende knal zijn velg in stukken springt (ge remt teveel, zegt Rudy).
Een GSM komt op zo een moment van pas. Er vliegen daar een heleboel zeldzaam
geworden huiszwaluwen, ik had van de jaar nog alleen maar boerenzwaluwen
gezien. Eerder het jaar zagen we al een ijsvogel. Er zit een schoon stukje
verwilderd bosje in de rit, vol korte venijnige heuveltjes, geknipt voor
mountainbike. Op het einde zit er een scherpe afdaling waar ik als laatste na 2
weigeringen toch nog afdurf. Volgende keer niet vergeten een pamper aan te
doen, maar mijn mannelijke eer is toch weer gered. Danny gaat drie keer
onderuit, hij weet nu nog altijd niet hoe je je voeten uit die klikpedalen
krijgt. Hoe dat komt, volstaat met 1 woordje uitleg: hij is gendarm. Eenmaal
valt hij van het ene karrespoor in het andere en ligt plat op zijn rug met zijn
velo recht omhoog tussen zijn benen. Natuurlijk dat zijn banaan dan plat is,
want bij hem hangt die op zijn rug! Er wordt tussen Massemen en het Vrijgeweide
verschrikkelijk hard gereden (allemaal baan welteverstaan) met pieken tot 42 km
per uur, zonder onder de 35 te komen. Dat komt goed uit, want dan is het
verslag rap gedaan want ik moet mijn patatten nog aanaarden en mijn tomatten
luizen en opbinden en dan gaat de KWB net niet failliet aan te hoge drukkosten
voor de Kraak.
16 juni 2001, zaterdag.
100 km interregio tour in de Vlaamse Ardennen.
Rudy V. breekt het record opblijven. Tussen vrijdagmorgen en
zaterdagmorgen 5 uur slaapt hij 1 uur, zuipt zich 2 keer lazarus en rijdt 100
km MTB.
17 juni 2001.
Er zijn nu nog zotten die niet genoeg hebben.
24 juni 2001.
De voorlaatste rit van ons tweede seizoen. 50 km ingericht door WTC
Calcine. 130 frank inschrijving is toch relatief veel, als je weet dat we
verleden week voor 200 frank 100 km met 6 bevoorradingen kregen voorgeschoteld.
Een historische rit, want voor de eerste keer rijden er 2 broederkoppels mee:
de gebroeders Hanselaer en de gebroeders Rogiers. Ja, Rudy had daar nog ergens
een broer liggen ..., den Ivan. En dan nog een koppel schoonbroers, Rudy V. en
Danny Fack, die soms under cover meedoet en dan de 'a's in zijn naam door 'u's
vervangt. Het wordt hier een familiekwestie, want binnen een paar jaar beginnen
de zoons misschien mee te rijden. 50 km aan 24.3 per uur. Mijn vrouw heeft al
zitten uitrekenen dat we dan tegen 11 uur moeten thuis zijn (slim dat die toch
is, zeker in rekenen). Ja, hoe moeten we dat uitleggen? Volgend jaar maak ik
daar eens werk van. In alle geval weer een loeiend harde rit. Er ligt
natuurlijk niets geen modder meer, maar het ligt toch ook aan Marc Roelandt die
ook op de weg doorgeeft. Ofwel heeft hij eindelijk de goeie pil gevonden, ofwel
is hij veranderd van merk banaan, ofwel ligt het toch aan zijn getrain. Uit
welingelichte bron vernemen wij dat Marc wekelijks tussen de twee en
drieduizend km traint, ik wil er 100 km van af zijn. In alle geval, dat hij nu
de anderen aandoet wat hij zelf niet wil worden aangedaan het hele jaar lang,
is misschien uit revanche, maar ik stel toch voor dat we hem van de KWB uit een
gratis jaarabonnement op 'Wereldsolidariteit' schenken. Drooggetrainde bananenvreter!
Man van de dag is voor mij toch den Ivan. 50 km aan dat tempo en dat voor de
eerste keer dat hij meedoet, mij hadden ze mogen wegdragen. Het zal toch wat in
de familie zitten, zeker?
31 juni 2001.
De allerlaatste rit. En we doen echt zot, het gedacht alleen al dat ik
dat allemaal ging moeten meerijden, heeft me de hele week nachtmerrie's
bezorgd. Eerst 47 km windop langs de Schelde tot in Oudenaarde, waar we na
anderhalf uur staan. Onderweg pikken we elke wielerterrorist op die minder dan
31 per uur rijdt, en er zijn voorzeker geen andere, want er is ons toch geeneen
voorbijgestoken. Die blijven dan allemaal achter ons hangen. Op een bepaald
moment hangt er een grote tros van 20 wielertoeristen + 1 boer achter ons. En
wij hangen allemaal achter Rudy, behalve Bartje - vanaf nu zeg ik Bart, die ook
in de wind naast Rudy rijdt en er dan nog plezier in vindt om eventjes zonder
handen te rijden elke keer dat we weer wat WT-ers inhalen. Het begint dan nog
maar, want in Oudenaarde staat ons een steil, lastig, technisch moeilijk en
gevaarlijk MTB parcours te wachten, inclusief beklimming van de Koppenberg.
Marc zijn ketting breekt aan de voet. Ik moet afstappen omdat er een auto naar
beneden komt gereden, en ik opzij niet weg kan. Er komt dan toch wel geen
enkele meer voorbij zeker in het kwartier dat we boven staan te wachten. Want
Rudy rijdt weer terug om Marc te depanneren. Bijna iedereen heeft vandaag een
helmke op. Marc ook, maar die is ermee geboren. Rudy looft een traktatie uit
voor wie een steil klimmetje bovengeraakt. Het lukt me in nog geen 1000 jaar,
al beloven ze me een bak tripel, en wie me kent weet dat ik veel doe voor een
bak tripel. Jan Willems lukt het wonder boven wonder wel. En dan doet Rudy dat
klimmetje ook voor de tweede keer. Het is op dit parcours dat de twee Rudy's
sinds enkele weken elke week komen trainen, Rudy V. doet dan nog niet mee als
het erop aankomt. Doordat ik ze al van de eerste keer bij hun vertrek betrapte,
zijn ze er dan maar voor uitgekomen. Onderzoeksjournalistiek van de bovenste
plank! We keren terug in Rudy's camionette. Pas tegen 2 uur thuis en de rest
van de dag van de plank - meer dan na de 100 km, al is dat misschien ook door
de barbecue van de KWB-minivoetbal gisteren. Waarschuwing:
Sportnevenactiviteiten kunnen uw gezondheid schade berokkenen!
5-7 juli 2001. Ardennenweekend in Wigny.
Loodzwaar, maar onvergetelijk.
Nog melden dat er zich deze zomer twee sleutelbeenbreuken (buiten
competitie) voordeden: Peter Baeten en de als steeds onstuimige Karel Verhoeven
waren de prijsbeesten. Zo zware kwetsuren hadden we nog niet gehad, eigenlijk
nog geen.
2
september 2001.
Het derde seizoen is gestart. Wie gehoopt had dat we rustig weer zouden
opbouwen had het goed mis. Meteen 57 km en dat aan de niet eerder genoteerde
recordsnelheid van net geen 27 per uur. We beginnen met de grote prijs Rudy
Rogiers, t.t.z. het parcours van St. Lievenshoutem. Aangezien alles mooi droog
ligt, kan er dus goed doorgevlamd worden. Karel is er alweer bij en is de enige
die lek rijdt, een knalband. We komen voorbij tal van mooie landschapjes en hoevetjes
en het is ter hoogte van een oude mestpomp (had ik nog nooit gezien) dat Karel
platrijdt. Weer wat bijgeleerd, zodat ook het educatief gedeelte van deze rit
weer verzekerd was.
9 september 2001.
Gieten, gieten, gieten. Ik ben wel zot, maar niet helemaal zot. Zeven
anderen wel, maar veel plezier kan er toch niet aan geweest zijn, zou ik
denken.
16 september 2001.
Het begint goed, maar eer we aan het Valentino voetbalplein zijn:
gieten, gieten, gieten. Toch twee opklaringetjes. Moor in mijn ogen, moor in
mijn mond. En we zingen een liedje van Nonkel Bob: “Vui-uile, vui-uile
vrie-ienden, vui-uile vrienden, da-at zijn wij!”. Ondanks de jaarmarkt toch met
negen. 44 km aan bijna 24 per uur.
23 september 2001.
Toch eens mooi weer, terwijl het al heel september aan het gieten,
gieten, gieten is, en toch maar met 8. Er zijn van die dagen dat een mens zou
rijden en blijven rijden. Dit was er weer zo een (van de twee per jaar). Een
geluk dat mijn vrouw mij nog net van mijn velo kon kloppen toen ik thuis kwam,
of ik was nu nog aan het rijden. Het ging nog eens langs Laarne, Heusden,
Destelbergen, met zoals verleden week de lange, vuile Ascopstraat als
afsluiter. Voor de rest was de rit helemaal anders: een ander parcours met
kleinere wegeltjes, geen regen en bijna een gans andere ploeg. We rapen er nog
2 op onderweg die rijden voor een andere sponsor (Krick). Onze sponsor had een
valling en voorzeker ook teveel hoestsiroop gepakt en ja, dat kan soms
misvallen. De 2 extra-companen kunnen de rit meerijden, elastiekend aan het
staartje van de groep (al zal Rudy wel af en toe wat geduwd hebben), en ze
zullen ’s avonds goe geslapen hebben. Ik hou van dit parcours, omdat je er op
veel plaatsjes komt in onze onmiddellijke omgeving waar buiten wij vetetisten
(Frans voor mountainbiker: Velo Tout Terrain (VTT)) en een zeldzame wandelaar
niemand komt. Er is ook veel veld. Modder genoeg, maar toch nog berijdbaar.
Wacht tot van de winter als de boeren eens geoogst hebben en er al veel velo’s
zijn gepasseerd, dan zullen de paadjes diep zijn.
30 september 2001.
Aan de kerk ziet Rudy dat zijn broer Ivan weinig profiel heeft op zijn
banden. Eens kijken of ge daarmee recht blijft in het Molsbroek, zegt hij. Wij
langs het Heiende naar Lokeren. Bij het Molsbroek door een privé-terrein, maar
vorige keer was dat nog geen privé, en daarbij Danny was mee en dan mag het. En
ja, op een smalle lange weg, dwars over het water, een meesterlijke kwak tegen
de grond van Ivan. Rudy zijn dag kan niet meer stuk. Langs de Durme een paar
kilometer lang door tengels en distels. De drie man met korte broek hebben het
geweten. Even verder misrijdt Danny zich weeral eens en komen we op een
verlaten fabrieksterrein. Dit is privé, roept er iemand, maar die wijst ons
daarna een uitweg over een betonnen bruggetje. Waar wij allemaal uitkomen op
een zondagmorgen. In de Waasmunsterse villabossen probeer ik ik weet niet hoe
lang voorbij Ivan te geraken. Als ik eindelijk een gat zie, heb ik de
metersbrede plas niet bemerkt. Ik moet er dwars door maar Ivan, die er mooi
naast reed, was nog natter dan ik. Neen, het was zijn dagje niet van die mens.
Een eind verder ligt Danny weer eens onderste boven, het zand was er inderdaad
erg vettig. Bovenstebeste gast, alleen spijtig dat hij niet lang kan recht
blijven op een velo en dat hij de weg en het verschil tussen links en rechts
niet kent. Schoon weer, lange nieuwe stukken. Prachtrit. Wel een lang eind
vollen bak terug naar huis vanaf Waasmunster. 54 km aan 23 per uur, of was het
omgekeerd?
7 oktober 2001.
Ik wil deze bijdrage beginnen met wat goeie raad voor alle
mountainbikers en toekomstige mountainbikers: als het zo een maand lang gegoten
heeft, rij dan niet naar de Serskampse bossen. Het is niet te doen. Wij dus weg
naar de Serskampse bossen. Met zijn veertienen, al deed Marc Bananaman alras
als Iron Man Luc Van Lierde de dag voordien: hij gaf op. Wachten tot de vorm
van eind vorig seizoen weer terug is. Een trage start, een goeie 40 km – maar
en net geen 20 gemiddeld. In Serskamp worden we in het veld voorbijgestoken
door een bende motorcrossers. Net als er mij een voorbijsteekt rijdt hij door
een modderplas, en voilà, ik ben al gedoopt voor wat nog moet beginnen. Op een
bepaald moment was er zoveel modder dat ik mijn velo achterliet en tevoet
verder wilde trekken. Toen ook mijn schoenen dreigden achter te blijven, keerde
ik terug. Mijn velo stond nog recht. Weer een rit met 2 broederparen, de
Rogiersen en de Hanselaers. En ook de 2 van de ploeg Krick reden weer mee. Nog
1 keer en ge moogt lid worden van de KWB, zulle! Dat zal hier zo niet gaan, hé
mannen. We eindigen met een kilometerslange achtervolging op een losgeslagen,
ontketende Rudy Rogiers – die zich dan weer inhoudt om ons uit te dagen,
ingezet vanaan de Passerelle in Wetteren. Bart en Raf komen nog dichtst, ik
krijg al die tijd een gaatje van 20 meter op Eddy niet toe, maar hou toch Ivan
achter mij. “Zie dat ge Rogiers klopt”, hadden ze mij gezegd bij het begin van
de wedstrijd. En
voilà.
4
november 2001. Kraak 0112.
Rit ingericht in Kalken door WTC Calckine. 40 km aan 25 per uur. Geen
plas, geen platte band, geen valpartij en dat met een nog nooit geziene bende
van 20. Eigenlijk wat te veel. We rijden inderdaad tamelijk rap als je het
vergelijkt met de meeste anderen. Misschien komt dat omdat wij altijd in groep
rijden en de onderlinge mannelijke competitiedrang iedereen elke week tot een
fikse inspanning verplicht. Er is altijd wel een paar man in vorm en de anderen
moeten dan maar zien dat ze mee zijn. Rudy en Dany kunnen ook niet iedereen
duwen. Met een groep zijn er ook veel tempo-wisselingen. Diep in het rood gaan
is soms de boodschap. Wie alleen rijdt, rijdt meestal zijn eigen gezapige
constante tempootje. Het verschil is na 2 jaar mountainbiken toch te zien. En
dat zonder stoefen, hé.
11 november 2001. Kraak 0112.
Naar Hamme, met 14. Vijftien kilometer op, 30 voor de rit daar (sommige
zotten (Vergeylen op kop, voor een keer dat hij in vorm is) zouden er de rit
van 50 gedaan hebben) en 15 terug, zodat we pas om kwart voor 12 bij Nele zijn.
Dorst dat ik had! Zo is het toch geen doen meer. 60 km in totaal, aan 25 per
uur, en ik reed de eerste 50 km met koude voeten. Maar goed, voor een km of 60
draaien wij onze hand niet meer om. Aan de bevoorrading krijgen we een
bleekgeel sopje en peperkoek. Ochtendpis, zeg ik. En pennepis, voegt Eddy Troch
eraan toe. Geert had het de laatste 15 km wel erg moeilijk. Een paar weekjes
volhouden en de vorm is er wel terug. Kijk maar naar Marc, die voor een paar
weken nog, vlug terug naar huis moest, maar vandaag beresterk reed, zelfs nadat
hij bij het afrijden van de berm van een brug een serieuze kwak gemaakt had.
Zijn knie zag er proper uit. En toch reed hij vollen bak mee tot op het eind.
Ik zag het voor mijn neus gebeuren, en al niet van de dappersten zijnde,
besloot ik wijselijk om met de velo aan de hand naar beneden te trippelen.
Verder valpartijen waren er niet. Zelfs niet van Danny. Sinds hij bij elke
splitsing, waar er gekozen moet worden tussen links en rechts, zijn hoofd wat
schuin houdt, zodat al zijn verstand aan 1 kant komt te liggen, rijden we al
heel wat minder verkeerd, maar hij valt nu wel nog wat meer om. Anders bovenste
beste gast, hoor. In Wigny stond het ontbijt al klaar eer wij opstonden, want
Danny was al om koeken gereden naar de bakker. Na de rit ’s morgens haastte
Danny zich om nog vlug eten klaar te maken voor 60 man, en de afwas nam hij ook
alleen voor zijn rekening. En ’s avonds bij de laatsten om pinten te pakken
(zodat hij de boel nog wat kon opkuisen). Danny, dees jaar ontbijt op bed, zou
dat lukken, denk je? Kenny, onze jongste nu (ook omdat Bart niet meereed),
houdt het ook al een paar weken vol. Hij zal zijn zadel wel hoger moeten
zetten, dan zal het nog beter gaan, want nu zit hij ‘onder zijn macht’ te
trappen, zeggen enkele kenners. Kenny was al gegroeid en hij wist het niet. Ook
van alle mountainbikers van hanser garte proficiat aan Tim Roels, onze vroegere
jongste, voor zijn mooie trofeeën. Ge ziet, bij ons worden kampioenen gemaakt.
‘En gijlle’, vroeg Tiesten Pulle in een vorige Kraak. Ten eersten, Tiesten, het
is niet omdat Pulle met 2 ‘illen’ geschreven wordt, dat gijle er ook 2 heeft.
En om op de vraag te antwoorden: “Wat ons, de mindergetalenteerden en
oudgedienden, betreft: wij ploeteren voort, in het zweet ons aanschijns.”
18 november
2001
12
mountainbikers aan de start. Mario was daar niet bij, vandaar dat ik het
verslag moet schrijven. Maar ook als Mario erbij was geweest zou ik
waarschijnlijk nog het verslag moeten schrijven hebben, want ik denk dat we er
hem af zouden gereden hebben …
We
besloten om naar Wachtebeke te rijden om aldaar eens een nieuw parcours op te
zoeken in het provinciaal domein.
Al vlug
verloren we Geert, die nog niet helemaal gerecupereerd was van een inspuiting
tegen de griep (of was hij nog niet gerecupereerd van de vorige rit waarin hij
verschillend keren het licht zag uitgaan …).
Met elf
hebben we er dan een “rustig” ritje van ongeveer 50 km van gemaakt (rustig
betekent nog altijd wel een gemiddelde snelheid van ongeveer 25 km/uur). Er was
zelfs weer even tijd voor een tussenstop waarop een mens nog eens rustig een
banaantje kan naar binnen werken, dat was reeds lang geleden.
In het
domein hebben we vooral veel hekken gezien. Sommige daarvan gingen open, maar
de meeste waren op slot, zodat we meerdere keren mochten terugkeren van waar we
gekomen waren.
Er was
één valpartij van “zomerbandenspecialist” Ivan, maar zonder veel erg en weinig
spectaculair. Maar ja, en goed kunnen fietsen en spectaculair kunnen vallen is
niet voor iedereen weggelegd.
Onderweg
liet Rudy ons nog eens zien welke sukkelaars we eigenlijk nog zijn. Fietsend
met slechts één been kwam hij ons allen voorbijgereden. Hieromtrent een oproep
: breng het nodige materiaal mee en voor de start vijzen we gewoon een pedaal
van Rudy zijn fiets en hij kan dan gans het parcours afleggen met één been. En
als dat nog niet genoeg is vijzen we er desnoods zijn zadel ook nog af. Hij zal
niet blijven lachen …
Om dit
verslag te besluiten zou ik nog willen mededelen dat er binnenkort door de KWB
mountainbike ploeg een verzoekschrift zal ingediend worden op de gemeenteraad
om een aanpassing te bekomen van het plaatselijk politie reglement.
Wij
vragen om elke zondagvoormiddag tussen 11 hr en 12 hr op alle invalswegen van
Kalken en ook en vooral in de dorpskern, de maximumsnelheid op te trekken van
50 km/uur naar 55 km/uur met een optie om na een proefperiode eventueel 60
km/uur als maximum snelheidsgrens in te voeren.
Dit zou
ons moutainbikers toelaten om op het einde van onze rit nog een spurtje te doen
zonder het risico te lopen om geflitst te worden …
Marc,
Interim
verslaggever.
25
november 2001
Nergens
in de omgeving was er op die datum een georganiseerde mountainbike tocht, dus
hadden velen onder ons (en niet in het minst uw verslaggever van dienst)
gehoopt op nog eens een rustig ritje rond de kerktorens van Kalken, Laarne,
Heusden, … Dit was echter zonder de echte freaks gerekend. Met name Danny F.
had er niets beter op gevonden om zaterdagnamiddag op de valreep (voor sommigen
echter te laat) voor te stellen om deel te nemen aan een georganiseerde
mountainbike tocht in het zonienwoud (misschien is de spelling wel verkeerd,
maar iedereen weet wel dat ik het heb over dat bosje langs de kanten van
Brussel).
Er werd
dus nog heel wat afgebeld en SMS’jes verstuurd maar jammer genoeg kon niet
iedereen meer bereikt worden, vandaar dat Piet, Luc en Bart het ritje rond de
kerktoren(s) gereden hebben en Rudy R., Rudy V., Dirk H., Marc R., Danny F,
Rudy T in het Brussels bosjes wat rondgereden hebben. Er was ook nog een vriend
mee van Danny, ik ken echter zijn naam niet, met weinig of geen haar op het
hoofd (wat op zich niets te betekenen heeft), maar met helemaal geen haar op de
benen (wat in het wielermilieu echter wel wat te beteken heeft)!
We
hadden afgesproken om 8 u bij onze sponsor Rudy V. We zullen er toch eens
moeten over denken om hem eens een hele grote wekker te kopen, want hij was
(weer) nog niet wakker! Waarom Rudy V. hem (weer) overslapen had laat ik in het
midden, maar de meesten onder ons hebben wel en vermoeden …
Over de
rit zelf kan ik niet zoveel vertellen (u zal later vernemen waarom), behalve
dat het een prachtig parcours was met praktisch geen vlakke gedeelten en geen
verharde wegen. Wel goed berijdbare (als ge goeie benen had) bospaden.
Er werd
alweer een bijzonder snelle start genomen met als gevolg dat ik weer alle
kleuren van de regenboog zag (soms zag ik ook eens Rudy V. voor mij rijden, nou
ja rijden …).
Toen ik
echter de goeie tred te pakken kreeg en ik reeds begon te denken aan het
plaatsen van een aanval ben ik echter het slachtoffer geworden van een
jammerlijke wegvergissing! Om een nog onverklaarbare reden ben ik op het
parcours van de 40 km verzeild geraakt terwijl al de anderen het parcours van
de 50 km hebben gevolgd. Vandaar dat ik weinig kan vertellen over de rit zelf,
maar één feit moet ik toch vermelden, ze hebben mij niet meer voorbijgestoken …
Tijdens
mijn eenzame rit heb ik echter “het licht” gezien ginder in dat Brussels bosje.
De oplossing om nooit meer los gereden te worden. Rudy R. zal op de pedalen
mogen stoempen zo hard hij maar kan hij zal er mij niet meer af krijgen. Ik zal
zelfs nog redelijk proper zijn als we aankomen en meer nog ik zal hem kunnen
bijhouden al gebruik ik maar 1 (of geen) been.
De
oplossing, gezien tijdens de rit, een tandem in mountainbike uitvoering !
Er is
maar 1 kleine voorwaarde, Rudy R. zit vooraan …
Marc,
Interim
verslaggever.
Ik weet
niet meer precies met hoeveel we waren die zondag, maar het moeten er zeven
zijn geweest. Waarom? Wel ge kent toch dat verhaal van die zeven Zottegemse
zotten…
We
hebben namelijk deel genomen aan een georganiseerde rit in Zottegem (met de
nadruk op zot).
Het had
de afgelopen dagen veel geregend en het parcours was herschapen tot een echte
modderpoel, wetende dat de Zottegemse modder nog van een ander kaliber is dan
de Kalkense modder. “Dat spel plakt zo wreed !” hoorde men meermaals in de
omgeving van “de bende van Rogiers”. Daarbij nog het feit dat er maar één vlak
stuk in het parcours lag namelijk de vloer van de sporthal waar we moesten
inschrijven, maakte de rit één van de zwaarste, zoniet de zwaarste die ik ooit
heb meegereden. Mario moet het geweten hebben want hij kwam niet opdagen, maar
ja broekschij… zijn ook mensen.
Nog
maar pas vertrokken en in een smalle wegel een mountainbiker met de fiets in de
hand. Jan die op kop reed ontwijkt hem, en ik probeer er rakelings naast te
rijden. Ik wou hem nog toeroepen “Rijden verdo…”, maar net op het moment dat ik
wil roepen rij ik met mijn voorwiel in een diepe put gevuld met water en ga
over mijn stuur. De brave man die daar geparkeerd stond kon mijn val nog
breken, ik wist meteen waarom hij daar stond.
Bart
had die dag de form te pakken. Hij reed zo hard dat hij maar 6 keer gevallen
is.
Jan
reed lek, en velen onder ons en vooral de verslaggever van dienst vonden dat
niet spijtig. Niet dat we dat Jan toewensen, maar terwijl “Sneldepannage
Rogiers” het probleem oplost kunnen wij toch even op adem komen.
Aan de
splitsing van de 25km of 40km beslis ik om de 25km route te nemen, of beter
gezegd zou ik dat willen beslissen. Het is vooral Rudy Vergeylen (weer hij) die
mij overtuigd om toch maar de 40km te doen, met alle gevolgen vandien.
Tot aan
die splitsing was het vooral Rudy Vergeylen, Ivan Rogiers en Marc Roelandt die
“hun pere zagen” zoals ze dat in Kalken zeggen. Het waren echter Rudy Vergeylen
en Ivan Rogiers die er nadien een beetje doorgekomen zijn. Zou het dan toch
waar zijn dat de “oudjes” eerst wat kilometers nodig hebben vooraleer de motor
opgewarmd is?
We
hebben een stuk van de Berendries moeten oprijden, althans diegene die het nog
konden. Ik heb dat stuk (en nadien nog vele andere stukken) te voet gedaan. Had
ik het geweten, ik had mijn stapschoenen aangedaan in plaats van mijn
mountainbike schoenen.
Op een
gegeven moment zat ik zo af te zien op mijn fiets dat ik echt aan stoppen
dacht. Niet alleen stoppen in deze rit, maar totaal kappen met dat mountainbike
gedoe. Maar toen ik er aan dacht hoeveel plezier Mario daar zou aan beleven heb
ik die gedachte maar rap verdrongen. Ik dacht bij mezelf …
Maar
eens dan komt de dag,
Dan rij
ik vooraan,
Wat
zullen ze dan kijken,
Daar
denk ik altijd aan.
(niets
zeggen tegen Rob De Nijs hé).
En ik
moet zeggen, er zijn er onder ons die in mij een groot kampioen in wording
zien. Ik werd namelijk geduwd door Rudy R., Raf en Bart allemaal waarschijnlijk
denkend dat wanneer ik ooit op TV verschijn, ze tegen hun kinderen kunnen
zeggen : “Die heb ik ooit nog geduwd …”
Het was
al vrij laat op de middag toen we terug in Kalken aankwamen, en de meesten
onder ons hadden niet veel zin meer om nog iets te gaan drinken bij Nele.
Dan
maar naar huis, vlug een douche nemen, wat eten in de microgolf (spruitjes om
precies te zijn) en dan met het eten op schoot kijken naar de Superprestige
veldrijden. (Mario moet daar ook eens naar kijken, hij kan daar nog veel van
opsteken…).
Een
echte sporter weet echter dat na een serieuze inspanning ook ontspanning moet
komen, vandaar dat ik juist voor de aankomst van de Superprestige veldrit
wakker geworden ben met ijskoude spruitjes op schoot ….
Aangezien
mijn verslagen altijd waarheidsgetrouw zijn moet ik nog zeggen dat we niet met
zeven waren, maar wel met acht namelijk RudyV, Rudy R, Raf, Bart, Eddy, Dirk,
Jan en Marc
Marc,
interim
verslaggever.
10 december 2001. Kraak 0201.
Bitter koud, dat zijn we niet gewoon. Onze sponsor zat al met koude
voeten eer we vertrokken. En al is het windstil en zonnig, als ge 25.6
gemiddeld rijdt, krijg je toch een kouwe wind van zoveel per uur tegen. Door de
kou op mijn ogen zag ik dan ook niet verder dan 50 meter, ook al omdat de zon
de hele tijd zo laag zat en verblindde. Met zijn tienen naar de ingerichte
tocht van café Hemelrijk op ’t Heiende (neen, die schone dochters waar ze al
twee weken over bezig waren, heb ik niet gezien). Zeer mooie tocht. Om zo te
zeggen in onze achtertuin die we na 3 jaar mountainbiken zo ongeveer als onze
broekzak zouden moeten kennen, en toch wist ik de helft van de tijd niet waar
we waren. Er valt dus nog veel gewegelte te ontdekken in de nabije omgeving,
zeker als je weet dat we bijna de hele 42 km in het veld zaten en nagenoeg niet
op de weg geweest zijn. Zeer vlot berijdbaar, alleen een paar keer dat het
verraderlijk slecht lag, en omdat je daar niet op voorbereid bent als het de
hele tijd zo vlot gaat … Zo ging Karel onderuit. We reden geen enkele keer
verkeerd: door de zeer goede aanduidingen, doordat Danny niet teveel op kop
reed en doordat, als hij dat wel deed, hij zeer goed oplette (kopje schuin, je
weet wel). Omdat hij zo goed op de weg lette, was het natuurlijk moeilijk om te
onthouden hoe je uit die klikpedalen moet geraken – het is het een of het ander
met Danny - en op een gegeven moment, toen we eens heel eventjes halt hielden,
kieperde Danny - vanin stilstand - gewoon omver. Twee prille dertigers kloegen
over iets waar ik nog nooit last van gehad heb, en ik heb pertank al veel kou
gehad in mijn leven, en neen, het is ook niet omdat ik er geen aan mijn lijf
zou hebben: bevroren ballen. Vanavond niet schat, ik heb balpijn. Zie, ik wist
zelfs niet dat het bestond, kouwe testes hebben. Hebt U daar al last van gehad,
beste lezer? Ik ben nu 42 en ik had er zelfs nog nooit van gehoord. En nu van
de eerste keer 2 gevallen (= 4 ballen). Ik ben er al de hele week op aan het
denken, hoe dat nu kan en hoe het kan dat ik dat nog nooit had gehoord? Ik zou
zowaar een enquête beginnen. In alle geval, ik wens mijn kompanen die ermee
zaten snelle beterschap.
17 december 2001.
Weer vrieskou. De 2 (de genaamden Jan W. en Karel V.) die verleden week
last hadden van kouwe genitaliën zijn er niet bij. Problemen met chronische
krimppiet? Schrik van vriesklootjes? Met zijn tienen, waarvan - uitzonderlijk -
4 tieners, waaronder - sinds lang -nog eens Belgisch Kampioen Tim Roels. Na een
tiental km stoten we mekaar aan. Welk vuil vies ventje rijdt daar met ons mee,
als je dat rijden kan noemen, ten minste. Hangt vol snotslingers. Giet zijn
drinken niet in zijn mond, maar over zijn hoofd, zodat de Isostar meteen
aanvriest tussen de bevroren snotpegels. Laat nog zijn banaan vallen ook.
Jongens, jongens, wat een sukkel. We rijden er met twee over. Over zijn banaan,
welteverstaan. En wat doet hij nu? Hij keert terug. Hij raapt die banaan op.
Hij gaat die nog opvreten ook! Wat een verschrikkelijk vies manneke! Maar, is
dat onze interim-verslaggever (IVG) niet? Uit compassie zou je hem duwen, maar
iedereen is er zo vies van, dat we dat maar laten. Hoe sneller hij
achterblijft, hoe liever. (Hij blijft het hele eind toch wel meerijden, zeker.)
Ik kom er na 25 km stilletjesaan door. De koeiepootafdrukken, traktor-
en fietssporen liggen keihard in het landschap ingevroren. Rudy R. mispakt er
zich aan. Zo steek ik hem voor. Mag ik u vragen de volgende zin 5 x luidop voor
te lezen, liefst in aanwezigheid van zoveel mogelijk familieleden, liever nog
op een publieke plaats: “Mario steekt Rudy Rogiers voorbij” (5 x luidop lezen,
dank U!). Tim Roels steekt hem ook voorbij. Dat pikt natuurlijk bij Rudy en 100
meter verder is hij er al weer en ja, ook die snotneus van een Tim Roels krijgt
hij nog te pakken. Even verder, het eerste deel van de Kattenheye, valt Bart.
Weer blijf ik recht en ben de enige die iet of wat in Rudy’s spoor kan blijven.
Ik begin echt goed bezig te zijn, denk ik. Dat moet ik zeker in het verslag
zetten. Dan komt het tweede deel van de Kattenheye, met de enige grote plas van
het parcours, vol ijsschotsen. Rudy gaat links, Tim rijdt er rechtdoor. Ik, als
derde, besluit Tim te volgen. En dan is het gedaan met de leute. Ik val met een
harde klap op de vervroren ondergrond, in de diepe plas. Mijn hele linkerkant
kliedernat, pijn aan schouder en knie. Ik druip het af, zwaar gehavend, alleen
in de vrieskou naar huis. Noodgedwongen – EN FERM TEGEN MIJN GOESTING - moet ik
de rest van het verslag overlaten aan Marc Snotpegel, de IVG.
17
December 2001 Rest verslag door Marc: reeds verschenen in Kraak
0201.
Blub,
blub, blub, blub,…, blub,blub,blub,…, blub, blub, blub, blub,… was het geluid
dat iedereen kon horen die in de buurt van Mario reed in de Laarnse Kattenheye.
Vanwaar dit geluid? Wel het is een combinatie van winderigheid en
nattigheid.
Vanwaar die winderigheid bij Mario?
Wel ge hebt mensen die denken dat ze echt goed bezig zijn maar in
werkelijkheid zitten ze zo boven hun fysieke mogelijkheden te rijden dat ze
bijna in hun broek schij… Gelukkig had Mario die ochtend niet veel gegeten en
bleef het beperkt tot winden.
Vanwaar die nattigheid bij Mario?
Wel, waarschijnlijk licht beneveld door bepaalde gassen (zie
winderigheid hierboven beschreven) dacht Mario dat hij Tim Roels kon bijhouden
en eventueel voorbijsteken. Toen hij ondervond dat dit al fietsend niet
mogelijk was probeerde hij dit al zwemmend (stel u voor!).
Hij is dus niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk door het ijs
gezakt !
Mario toch, en ik die dacht dat gij een man was die niet over één nacht
ijs ging.
Toen Mario rechtklauterde uit de vieze modderbrij kon hij zijn herkomst
niet meer loochenen, het zal dan toch waar zijn dat er in West-Vlaanderen meer
tsjuuten zijn dan mensen.
Mario, een goed tip. In Wetteren is er een duikclub en die oefent elke
vrijdagavond, ofwel moet ge eens om wat raad gaan bij Rudy Rogiers, die kent
ook wat van zwemmen (vooral onder water!). Maar al dat zwem of duikgedoe is
niet nodig als ge eerst leert fietsen en meer bepaald als ge eerst leert hoe ge
op een fiets kunt blijven zitten!
Genoeg nu over Mario, er moet ook nog iets gezegd worden over de echte
mountainbikers.
Ikzelf met name, was in zeer goeie doen en vond het spijtig voor Mario
dat hij niet aan den lijve kon ondervinden hoe ik hem er zou afgereden hebben
naar het einde van de rit toe.
Terug de ernstige toer op.
Het moet gezegd worden dat naar het einde van de rit toe vooral Tim
Roels heel hard op de pedalen ging duwen. Rudy R. en Danny probeerden hem bij
te houden, maar konden dit enkel door Tim af en toe eens een verkeerde
(veld)weg in te sturen.
In volle finale, die betwist werd tussen Tim, Bart, Ivan en ikzelf (het
moet wel gezegd worden dat Rudy R. en Danny op die moment achteraan het nodige
duwwerk aan het verrichten waren voor diegene die het op dat moment niet meer
zo zagen zitten hé Dirk) werd er op het laatste moment beslist om langs de
opengebroken Steenbeekstraat naar Kalkendorp te rijden. Te laat voor Tim en
Bart, die waren bijna de Kruisen ingedraaid toen wij aan de Steenbeekstraat
kwamen. Ze zijn dus geschrapt uit de officiële rituitslag wegens het niet
volgen van het parcours, en de overwinning ging naar Ivan … en ik was tweede
(jaja Mario, ik was tweede…)
Om dit verslag te besluiten wil ik toch enkele bedenkingen formuleren om
eventuele misverstanden te vermijden.
Wat ik in mijn verslagen schrijf is altijd (of meestal)
waarheidsgetrouw. Waar Mario het altijd vandaan haalt weet ik niet maar
blijkbaar is hij constant onder invloed door zijn winderigheid.
Niettegenstaande alles zijn Mario en ik (voorlopig nog) goeie vrienden !
Marc,
interim
verslaggever.
23 december 2001
Bij het vertrek aan de kerk haalt Marc uit zijn achterzak een
zwembroekje en een duikbrilletje uit voor mij. “Voor het geval je weer wil gaan
zwemmen, Mario”, zegt hij. Ha ha ha. Wat is die toch altijd plezant, onze Marc! Haa haa haa. Voor de 3° week
op rij vriesweer. Nu ligt het ook nog spiegelglad. Met 13 naar de ingerichte
rit in Overmere. Nu zullen er veel vallen, zegt Luc K. Zeker al 1, zeg ik, want
Danny rijdt mee. Aan de eerste bocht, na toch al goed 300 meter, einde Boombos,
gaat er al 1 onderuit. Ik moet er geen tekeningetje bij maken, zeker? Vanaf dan
rijdt Danny, onze gerenommeerde triatleet, de hele rit met een ei in de broek
(gelukkig een hardgekookt, zo slim is hij wel). Bjorn rijdt de pannen van het
dak. Mis Bjorn, Marc Krick sponsort een andere MTB-ploeg. Komt dat
voetballertje uit de eerste ploeg van HO ons hier zeker wat belachelijk maken,
na de 1-6 afgang tegen Laarne verleden week. Maar na 20 km gaat het licht uit,
op 5 minuten tijd. Zwaai maar dag met het handje, Bjorn. Marc trapt het ook af,
met zwembroekje en al. Lachen met de mensen, ja, maar eens een rit uitrijden,
hola. Dirk H. rijdt in de bossen rond de Donk gewoon onder de dwarsbalken door,
zonder afstappen. Na een balk of 3 heeft ook broer Frank de smaak en de truuk
te pakken. Hoe zou het toch komen dat die 2 gebroeders daarin lukken en wij
allemaal niet? Halfweg de rit zijn er nog maar 5 gevallen (Ivan wel 3 keer),
een succes gezien de toestand van het parcours. Maar dan komt het. Ter hoogte
van de Waterhoek in Berlare zegt Rudy R. “Hier ligt het echt glad”. Hij zegt
dat wel drie keer. En dan moet het toch wel echt glad liggen, zeker. Na de
derde keer hebben ze het eindelijk begrepen en gaat Frank H. onderuit. En in de
waarde van 2 seconden gaan er 1, 2, 3, 4, 5, 6 man gelijk domino-steentjes
tegen de vlakte. Ik kom niet meer bij van het lachen. Spijtig dat ze geen
herhaling tonen. Blijf eens wat liggen, mannen, dat ik jullie goed kan tellen.
’t Is voor het verslag. “Dames en heren, deze evocatie van de teleurgang van de
Waterhoek werd U treffend gebracht door 6 leden van de mountainbike ploeg KWB
Kalken. Een applausje graag!” Ja, voor zij die het overleefd hebben, was het
weer een schitterende rit vol spanning, humor en avontuur. Waar doen we het
anders voor?
29 december 2001.
Bericht aan de bevolking. Wie niet buiten moet zijn, blijft best binnen.
Pech dat we juist nu moeten gaan rijden. We vertrekken in een sneewbui die ter
hoogte van het Heiende een sneeuwstorm wordt. Allez, het waaide toch zodanig
hard dat de sneeuw horizontaal vloog en de grond niet raakte en mijn facie was
ver vervroren. Na een klein uur betert het weer en we rijden de rit gewoon uit.
En het is niet omdat ik geen inspiratie heb dat het geen goeie rit was.
6 januari 2002. Verslag Marc
13 januari 2002.
Met zijn vijftienen naar de ingerichte rit in Destlbergen, alwaar we nog
eens 47 km bijwijlen vettige grond voor de wielen geschoven krijgen. Er zijn er
weer heel wat die gemogen hebben vannacht, zoals ze dat zeggen, want er wordt
er serieus ingevlogen, ondanks de afstand, 3 platte banden en een kettingbreuk.
Dirk H. staat zelfs zodanig fel dat hij zich niet kan inhouden om proberen
voorbij te steken daar waar dat helemaal niet gaat. Rudy V. rijdt hem dan maar
in de sparren - terecht, en ik geef den Dirk met plezier een duw bij als ik
passeer – en terecht. Bart, ondanks zijn ongehuwde staat, staat ook weer scherp
en legt er samen met Danny, zeker de eerste helft, de pees op. Iedereen rijdt
eigenlijk zeer goed vandaag, wat ik toch wel frustrerend vind, aangezien ik
niet echt slecht zit, maar zeker de tweede helft en na een valpartijtje, is het
fijnste er bij mij af, als ik vergelijk met de anderen. Patrick Vandenberghe
rijdt mee, om te trainen voor binnen 2 weken als we naar Bierbeek/Zoniënwoud
gaan, maar veel training heeft dien mens persies gelijk niet nodig. Minieme
training volstaat voor Pat. Rudy V., van de gelijknamige keukens en badkamers,
is ook al sinds 2 weken in vorm, de eerste keer dit seizoen, want het is nog
gene vetpot geweest met onze sponsor. Ten slotte, moet ik spijtig genoeg weeral
wat rechtzetten in verband met een verslag van Marc, de interimverslaggever.
Karel heeft thuis een week lang beeld maar geen klank gekregen, omdat zijn
vrouw zich afvroeg waarom hij niet vernoemd werd in het verslag van de rit in
Zottegem, waarvan hij beweerde dat hij er aan meegedaan had. Marc was Karel
doodleuk vergeten vernoemen. Dames, iedereen weet ondertussen toch al dat Marc
zijn verslagen wel veel te lang zijn, maar allesbehalve grappig en
waarheidsgetrouw. Neem het hem niet kwalijk en gelieve daar in de toekomst
rekening mee te houden. Mario
20 januari 2002.
Kluisbergen. Verslag Marc
27 januari 2002.
Patrick Vandenberghe, trainer miniemen HO Kalken, richtte voor de 2°
keer een uitstap naar Bierbeek in. Vrouwen en kinderen mogen mee om te wandelen
in Heverlee Bos (onder deskundige leiding van Ronny, Bart’s pa). Er zijn van
die dagen dat een mens een hond zou willen zijn, zoals vandaag wanneer het geen
weer is om een hond door te jagen. Maar ik kan wel niet anders dan meegaan,
anders trekt het verslag weer op niks. En uiteindelijk blijven we - tegen de
verwachtingen in - de ganse dag van erge regen en wind gespaard. We zijn met
13. Nog Kalken niet uit of er werpt zich een zwarte kat voor de wielen van
eerst Eddy’s auto en daarna de mijne, waarna ze door een derde wagen net niet
opgeschept wordt. Een kat heeft zeven levens, maar deze is er in 3 seconden al
3 kwijt. Een eind verder valt Frank zijn bergvélo van zijn auto, gelukkig
zonder veel erg, maar als dat op de autostrade was gebeurd… Het verslag dan. De
eerste 100 km kan ik me makkelijk in 4° positie handhaven, maar eens we in
Bierbeek op de fiets stappen, verandert dat snel. Bart pompt eerst 2 banden op
tot ze springen, vooraleer we kunnen vertrekken. De gids valt een maat of 3 te
licht uit voor ons. “Ik wist niet dat jullie zo een goeie groep waren”,
verontschuldigt hij zich, wreed geambeteerd, omdat hij ons tempo helemaal niet
aan kan. “Ik zal zeggen dat ze de gids niet moeten betalen”, voegt hij daar
later aan toe. En wat doet Bart nu? Het is toch niet waar? Wij durven niet
kijken. Bart gaat nu godbetert nog aan toe de gids duwen. Doe dat toch niet, Bart.
Het is goedbedoeld, maar dat is nog affrontelijker voor die mens. De gids laat
ons af en toe rondjes rijden, zo kan hij op adem komen. Hij legt de weg uit en
dan mogen wij naar believen 1, 2 of meer keer hetzelfde rondje doen. Wel wat
raar als je in zo een groot bos drie keer over hetzelfde paadje moet rijden.
Nog raarder is dat je eerst denkt “Nee, die steile, lastige klim kan ik geen
tweede keer naeen meer aan” en dat je dan ontdekt dat het de tweede keer
eigenlijk veel beter gaat. Op een bepaald moment raken we zo onze gids kwijt.
“Juffrouw, hebde gij soms onze gids niet gezien?”, vragen we aan een zeldzame
wandelaarster. Rudy R, ook dubbel R genoemd (spreek uit: “Dubbel AaRRR”), gaf
weer zodanig van jetje dat hij zijn stuur in tweeën trekt (en maar vertellen
hoe hij Adrie Vanderpoel hier klopte). Hij kan nu alleen nog rechts afdraaien.
Die rondjes van de gids komen dus goed uit. Danny F. zou zich met de besten van
de gewone mensen – Bart, Patrick en Dirk Pieters, een casual - kunnen meten
hebben, maar had iets teveel last van de versnellingsbak. Ook Rudy V. sukkelde
met het materiaal. En van iedereen waren de fringblokskes tegen het eind van de
dag opgebruikt. Nu Marc R. zich niet op het verslag moest concentreren,
verbeterde hij na de middag, nadat we een gelagzaal onder de modder bedolven
hadden. We waren in slijk van kop tot teen, alleen uw dienaar zag er nog wat
menselijk uit, wegens enige met garde bou vooraan. Rond 4 uur vliegen we
Bierbeek terug binnen: Rudy R., Rudy V., Patrick, Dirk P., Danny, Dirk H.,
Frank, Ivan, Luc, Eddy, Marc, Bart, en onderspitgedolvene, euh
ondermoddergespotene. Maar wie zat er het eerst proper gewassen en gekamd bij
de vrouwkes? De gids hebben we niet meer gezien. En ja, de blonde Leffe en de
spaghetti smaakten vaneigens. Mario
3 februari 2002
De Bende van Rogiers is meer dan gehalveerd vandaag. Schuldige is Petra,
de eega van Frank Hanselaer, die gisteravond een surprise party voor manlief
(35 jaar) had ingericht. Proficiat, Frank. Maar daardoor is het wel duidelijk
dat er maar 2 zijn die en kunnen drinken en kunnen rijden: Danny en ik. De
genaamden Geert B., de gebroeders H., Rudy V., Eddy T., Karel V. en natuurlijk
Marc R. (de drank was voor niets, dus was hij er bij) waren daar ook, maar niet
aan de kerk om 9 uur de zondag. Voor hen is het dus of drinken of rijden,
behalve voor Marc. Die kan geen van beiden. Ik had op een treffelijker uur
willen thuis zijn, maar ze hadden mijn voertuig verstopt. Ja, ik was de enige
die met de mountainbike naar het feestje in d’Oude Kapel in Overmere getrokken
was, en de sm…lappen (waaronder zeker Roelandt en Fack) hadden er niet beter op
gevonden mijn vélo aan dat ijzeren spel van de Boerenkrijg voor de deur van de
kapel omhoog te hangen. Meer dan een uur heeft dat daar geduurd voor ik mijn
vélo terug had. Als ge passeert ziet ge nog een van de koordjes hangen waarmee
mijn fiets met ballonnetjes was vastgebonden. “Uw uitvluchten worden hoe langer
hoe dwazer”, zegt mijn vrouw dan. Pittig detail: de ballonnetjes op het feest
van Frank waren van Chiquita. Het bananengevreet van sommigen, levert dan toch
nog iets op. De gebroeders R. waren daar natuurlijk ook, maar minder beschonken
omdat ze eerst een kinderquiz gaan winnen waren. Proficiat, Ivan
en Rudy.
Met zessen op naar Hamme/Zogge. En een nieuweling! Guy Roels, die met de
auto tot ginder rijdt en daar de 25 km meedoet. Tenminste de eerste 15, dan is
de pijp uit. Nog veel pap eten, Guy, en een kilometer of duizend trainen. Als
Guy weg is, breekt de hel los. Ze – Danny, Bart, Jan en Rudy, moeten hun scha
inhalen. Ik kan alleen maar volgen mits een paar duwen van Rudy, en telkens
Ivan mij voorbij schiet weet ik dat hij ook gesteund is geweest.
Oh ja, ik had beloofd aan Ivan om te vermelden dat ik twee keer verkeerd
gereden ben. Geen probleem, Ivan, uitzonderlijke dingen zijn altijd het
vermelden waard.
En ’s achternoens werd een superversie van mezelf, wereldkampioen cyclo
cross. SuperMarc zal weer met zijn kouwe spruiten op de schoot de aankomst
gemist hebben, vrees ik. Als hij zichzelf kent, heeft hij niet eens de moeite
genomen zijn spruiten op te warmen. Mario
10 februari 2002.
Met zijn 13-en naar Waasmunster. Dirk H. is de enige met korte broek –
gezien van broer Frank op die zijn feestje?, maar hij ziet zich genoodzaakt
alleen rond de kerk te fietsen, want hij moet te vroeg thuis zijn. Ze hadden
hoerenweer beloofd, maar Rudy, Marc en ik zijn daar niet meer bang voor, nadat
we vrijdagavond op de KWB kookavond Spaghetti a la putanesca klaar gemaakt en
geproefd hebben. Toch wel raar dat Rudy R. meteen wist wat dat wilde
betekenen!? Alsof Waasmunster nog niet ver genoeg is, stuurt hij ons eerst nog
eens door de wegels in het Heiende. ’t Is MAAR een paar kilometer extra. Guy
wacht ons op in Waasmunster en net voordien rijdt de man met de elegantste
stijl van het peloton, Eddy Troch, lek. En ja, dames, sinds kort kunnen jullie
Eddy ie-meelen op: Eddy.Varkensvoederbak@skynet.be,
tenminste als het adres dat Rudy R. me gaf, klopt.
In Waasmunster wordt er goed doorgereden, we doen slechts een kleine 15
km van het parkoers. Op Guy na – die nog veel zal moeten - leren - afzien, zijn
we allemaal mekaar waard, zeker ook Dirk Pieters de pompier en Krist, twee
nieuwe die toch regelmatig meerijden nu. Al met al valt het weer weer
verschrikkelijk goed mee en wonder boven wonder is alles redelijk bereidbaar
(euh berijdbaar, ik was nog even met de kookles bezig), naar onze normen,
ondanks het natte voorbije weer. De wind lijkt zelfs meestendeels in het
voordeel te blazen, terwijl ik me toch herinner uit de rest van mijn leven dat
wind bijna altijd in het nadeel blaast. Of is het gewoon dat we zo in form
staan dat we modder noch wind meer gewaarworden? Op de terugweg staat de wind
toch op kop, maar Rudy rijdt niet graag rechtdoor dus duiken we nog eens de
bossen in tegen Zele en rijden langs veldwegels langs de Donk en achter
Overmere tot aan de Vaarschootstraat. In een eindsprint hoort Raf, de ouwe vos,
mij afkomen door het geplets van de plassen. En hij probeert mij toch wel te
couperen, zeker! Volgende keer beter proberen, Raf! Al met al zijn wij toch nog
wel op een treffelijk uur thuis, lees ‘in het weike’. Mario
Verslagen Mountainbike (More-vélo)
17 februari 2002.
Met zijn tienen rond de kerktorens van Kalken, Laarne
en Heusden. Het ligt zwaar, maar dankzij de lichte vorst niet echt
loodzwaar. En mooi zonnig en windstil vriesweer. Er doen twee
nieuwelingen mee, Hans en Guytje. Aangezien Rudy R.
gaan raften is, is het duwwerk voor ons. Dat vaart, omdat onze vaart er
niet wel bij vaart. Maar Hans en Guy rijden de 36 km uit. Ze
hebben weer veel bijgekweekt deze morgen. De Wetteraars Krist en Jan
zijn de besten vandaag. En de gebroeders Dirk en Frank
missen ook niet rap een rit meer de laatste tijd. De Kattenheye ligt er
weer echt smerig bij en doet haar reputatie alle eer aan. Deze keer ligt
er een mooi paadje rond de plas (zeg maar vijver) waar ik vorige keer in
terecht kwam. ‘De beste muttens
staan in de wei!’ roept Marc, als hij ons
doodgemoedereerd voorbijsteekt: wij in de modder op het mountainbikepad, Marc
in de naastliggende wei. Ik veronderstel dat dat een Kalkense
uitdrukking is, maar het blijkt eigen maaksel. Ik moet zeggen dat ik de
poëtische zeggingskracht van deze mens ferm heb onderschat. Zo leer ik
ook van Ivan de stadia in het leven van een Kalkense koe: kalf, muiten,
vaars (vanaf de puberteit, dus geslachtsrijp) en munte (na 1 worp). Op
een bepaald moment duwt Marc Hans en ik duw Guy (zijt ge nog mee?). Marc
stelt een sprintje voor. We steken nog een tandje bij, wat voor mij niet
moeilijk is. Omdat we mekaar waard zijn, lanceren we op den duur onze
poulains. En dan maar supporteren wie van hen die sprint wint. En
ja, wie won de eindsprint in de langen end op weg naar Nele? Verdorie,
toch wel weer een Rogiers zeker! Daar leert Guy me dan toch nog een
Kalkens gezegde: “Een kalf kan nog
veranderen, maar wie een mutten is, blijft dat voor de rest van zijn leven.” Voor mij is er dus nog hoop. Helaas, voor Marc … Mario.
24 februari 2002.
Daar Mario startverbod gekregen had die dag,
heb ik dus schrijfplicht. Met elf aan de start. Op voorstel van Rudy, besluiten
we om naar Lochristie en omgeving te rijden. Kwestie van een parcours te kiezen
waarin nogal veel verharde wegen voorkomen, want na al die regen van de laatste
dagen is het in veld bijna niet meer te doen. Niet dat we schrik hebben van een
beetje modder, maar trop is te veel en teveel is trop … Dat die
mountainbikers van de KWB echte sportmannen zijn bewijst ons weekend programma.
De vrijdagavond gaan quizzen (winnen), daarna gaan vogelpieken … de zaterdag turn(en)feest(en)… en de zondag
mountainbiken. Om zo een programma af te werken moet de conditie op punt staan.
Trouwens de reden waarom Mario startverbod kreeg zal wel iets met dat overvolle
programma te maken hebben gehad.
De rit kende een snelle start, voor
nieuwkomer Guy betekent dit dat hij met evenveel op de pedalen te duwen als in
andere ritten toch een hogere snelheid haalt. Hoe kan dat nu? Wel ge moet het
maar eens aan Rudy Rogiers vragen, die kloeg na de rit over krampen … in zijn armen wel te verstaan. Een combinatie van
hoge snelheid, iemand die aan de kop zit te rijden en niet waarschuwt voor
obstakels, en Ivan die zit te kletsen zorgde er voor dat Ivan de kletskous
bijna tegen een paaltje opknalde.
In Lochristi aangekomen doen we een parcours
rond een vijver (‘k heb horen vertellen dat er ook zijn die reeds in die
vijver hebben gereden, hé Rudy). Op dit parcours ligt er een vrij steil bergje.
Toen we dit bergje vorig jaar op moesten, waren er verschillende die moesten
passen, maar nu reed iedereen gezwind(?) naar boven. Zou het dan toch waar zijn
van die erosie, of zijn we er met z’n allen sterker op geworden? Rudy Vergeylen
had zelfs meer last met van het bergje af te rijden dan met erop te rijden, maar
ja we weten al langer dat dat gene gewonen is.
Naar het einde van de rit toe verraste Rudy
Rogiers iedereen met de spurt van heel ver in te zetten. Luc Krick, heel sterk
rijdend de laatste tijd, probeerde hem nog te remonteren, maar te vergeefs en
zoals de meeste van onze ritten eindigde ook deze weer met een “overwinning” van Rudy Rogiers.
Als afsluiter zou ik toch nog willen reageren
op voorgaand verslag van Mario. Als Mario schrijft dat er nog hoop is voor hem,
dan beschouwd hij zichzelf dus als een kalf, en inderdaad dan is er voor hem
nog hoop dat hij een evolutie doormaakt naar het stadium van vaars. Dat
betekent dat hij nog door de puberteit moet (maar volgens mij zal hij daar wel
voor altijd blijven hangen) en meer nog, hij wordt misschien ooit nog
geslachtsrijp …
Interim verslaggever, Marc
3
maart 2002. Raar maar waar, maar tijdens deze zeikenatte
winter is het de zondagochtend
Guy
doet weer goed mee. Hij rijdt nu zeker al 100 meter alleen mee. En let op mijn
woorden, binnenkort mogen die zijwielekes daar vanachter ook af. Nu nog
proberen te anticiperen als degene die voor je rijdt wordt opgehouden, dan zul
je niet vallen door domweg tegen mijn achterwiel te rijden. En steek het zeker
niet op mij. En ja, ik doe ook nog eens een halvelingse knieval en ze hebben
het natuurlijk allemaal gezien en ik mag het natuurlijk weer de rest van de rit
horen. Jongens, luister goed, binnenkort wordt er een wet tegen ‘Pesten op de
hobby’ gestemd en dan zal het rap gedaan zijn met dat gelach.
Verslagen Mountainbike (More-vélo)
10
maart 2002.
Rudy en Eddy
zijn weeral gaan raften, in de Ardennen MET MTB en ZONDER vrouwen! Ge moet niet
schoon zijn om sjans te hebben, zeggen ze dan. Zoals naar gewoonte: schitterend
weer op zondagmorgen. We rijden naar St. Lievens Houtem. Marc
heeft gisteren zijn verstand gebruikt, zegt hij. Wie hem kent, verwacht nu niet
echt dat dat direct een wereld van verschil zal maken. Maar voorwaar, deze
eeuwige belofte is in grote doen vandaag. Verder verkeren sponsor Rudy
en Luc ook sinds enige weken in vorm, rijdt Geert
ook elke week beter, en dan is er nog beresterke Danny
natuurlijk. Dirk rijdt al rond in korte broek en mouwen, gevroren
of niet. Toch zijn broer op die zijn fuif willen nadoen?
Schoon
parkoers natuurlijk, zeker als je daar in de prille lente rondrijdt. De
aanduidingen zijn echter slecht. Zo krijg ik, op kop rijdend, de keuze tussen
links en rechts zonder enige aanduiding. Rechts is een bredere wegel met een
mesthoop waarvan ik denk dat je er wel naast kunt, links is een klein wegje. Ik
kies voor de mesthoop. Verkeerd natuurlijk. En weer mag ik horen dat er in W.
Vlaanderen meer varkens dan mensen wonen. Maar wat heeft dat er nu in godsnaam
mee te maken, jongens. Jezus, Maria.
Ivan en Frank
rijden na hun ziekte wat bleekjes. Ivan krijgt een klodder modder in de mond.
Tenminste, dat veronderstelt hij. Mag ik er echter op wijzen dat in deze tijd
van het jaar de boeren ook volop mest uitrijden? Het kan ook, maar daar mag ik
zelfs niet op denken, iets anders zijn. Zoals U weet uit vorige verslagen ben
ik de enige die zijn neus in een zakdoek snuit. Ik heb dat zo geleerd van mijn
Westvlaamse moeder, als onderdeel van beleefde manieren. Hier in Kalken is dat
blijkbaar anders. Er vliegt in het peloton dan ook soms meer snot dan modder
rond. Neen, Ivan, ik mag er niet aan denken. Beste mensen, zoals U weer maar
eens uit dit verslag kan afleiden: bij het mountainbiken ligt niet alleen het
sportief, maar ook het cultureel niveau erg hoog (zie bvb. ook verder:
beschrijving van Marc die erdoor zit). Ivan komt zichzelf een paar keer tegen,
een paar keer teveel. In de verraderlijkste afdaling van het parkoers, met
slagen in de weg, die dan plots stoppen of helemaal scheef lopen, heeft hij er
gelegen. De verslaggevers, Marc en ik, merken er niets van, want we zijn
zodanig in vorm dat we nogal veel op kop rijden. Wist U dat Marc eigenlijk
verslaggever is mogen worden omdat hij toch meestal vanachter reed en zo nog
eens iets zag gebeuren. Neen, dat wist U niet zeker. Er was echter geen
rekening mee gehouden dat hij meestal zodanig ver vanachter reed, dat hij
eigenlijk minst van al zag. Luc Krick in een inhaalpoging op mij gaat ook nog
eens onderuit, net naast mij, maar ik ben zelf net veel te druk bezig met niet
vallen, zodat ik het spektakel slechts hoor en er niet ten volle van kan
genieten.
Dat de
ene mens de andere niet is, uit zich bvb. in de manier waarop iemand afziet.
Veronderstel dat Marc er helemaal door zit (in het echt wel al lang geleden).
Stel je de Hulk voor, weliswaar een veel slappere versie. Wrijf in met zweet en
modder, overgiet het geheel met een emmer van gelijke delen snot, slijm en
kwijl, besprenkel lichtjes met Isostar en lardeer de lichaamsopeningen met
schuim. Dit alles zit dan nog zachtjes te huilen langs de kant van de weg naast
zijn vélo, snikkend van ‘Ik zal het nooit kunnen.’ Ziedaar. Dat is trouwens
ongeveer het beeld dat je zelfs van normale mensen krijgt, die er helemaal
doorzitten. Niet zo echter bij Guy. Wij staan nog na te hijgen
van echt diep te gaan in weer een of andere wegel als Guy, enkele minuten na
ons, het veld komt uitgereden, wijd gesticulerend en breed lachend,
schouderklopjes uitdelend. Danny, naast hem, ziet purper van het duwen. Als Guy
er echt helemaal doorzit, begint hij bovendien lollen te vertellen en wijst de
omstaanders, in dit geval een bende mountainbikers die nog aan het bijkomen is,
op de schoonheid van Gods schepping. Neem van mij aan dat Guy er dan echt
helemaal doorzit.
We malen
de langenend tussen de passerelle en Nele erdoor aan 37-38 per uur. Het café
wacht en de wind zit mee. Rudy V. kan weeral de sprint niet winnen. Nu is het
Luc Krick die hem klopt. En dat het was omdat ge met uw voet uit uw pedal
geschoten waart, Rudy, maak dat uw supportersclub wijs, maar ons niet.
Nog
melden dat er spontaan iets moois is gegroeid. Nadat de zotten om 9 uur
vertrokken zijn aan de kerk, kan men nu om halftien opnieuw mountainbikers zien
staan. Dit is de lichting voor zij die nog niet zo vroeg uit hun bed kunnen, en
die toch willen trainen om binnenkort vroeger op te staan. Volhouden, Hans,
Pat, Yves en Johan. En dan proberen om maar even laat als wij bij Nele te
arriveren en niet een uur vroeger, want zo zal het ook niet gaan, hé mannen.
17 maart 2002.
Weer met een man
of 11. Rudy, Danny, Luc, Rudy, Dirk, Marc, Geert, Ivan, Guy, Jan, ennekik.
Een specialleke, want we gaan naar
Oosterzele alwaar een BLOSO parcours ligt, alhoewel meer dan de helft van de
wegwijzers verdwenen is. Opnieuw een
hoge Danny Facktor dus met veel verkeerd gerij, maar weer kan hij er niet echt
aan doen. Dankzij zijn terreinkennis
en die van Rudy kunnen we immers nog ongeveer het parcours volgen. Eer we in Wetteren zijn, rijdt Marc al
plat. We verliezen zeker een
kwartier, want eer de depanneurs van dienst doorhebben dat het niet aan het
pompje ligt, maar aan de slechte reserveband van Marc, die maar niet hard wil
worden, is er al veel gediscussieerd. Marc
heeft die band van Eddy T. gekregen. Waarom moet iedereen die jongen toch
altijd liggen hebben? Zie, daar kan
ik niet bij, zo een brave gast, die Marc, van mij zul je daar nooit geen
verkeerd woord over horen. We rijden
langs Wetteren naar Zottegem en slaan enkele kms over de E3 twee keer rechts af
en zitten meteen op het parcours. Dat
eerste stuk ligt zodanig nat, dat we meteen gedoopt zijn. Daarna gaat het nog, of is het omdat we vuiler gewoon zijn. Er is veel vals plat, dat voor de ene
al wat valser ligt dan voor de andere. Ook
deze zondagmorgen is droog, ondanks de aanhoudende stormen en regens. Guy doet zijn tweede rit van 60 km op
rij. Hij komt er echt door, want op
een moment rijdt hij enkele kms op kop aan 40-42, met Rudy en Danny die aan
zijn truitje hangen. Of is het duwen
dat ze doen, ik wil er vanaf zijn. Oosterzele,
Balegem, Munte en vandaar aan 60 per uur naar beneden naar Bottelare. De rit eindigt als een wegrit. Op de Scheldedijk tussen Kwatrecht en
Wetteren demarreert Jan, omdat hij bijna thuis is. Ja, hij wil goeie punten halen. Immers, is deze jongen niet net getrouwd!? Daarmee smijt hij de knuppel in het hoenderhok, want vanaf dan
wordt het een langgerekte spurt tot bij Nele, zodat we bijna allemaal apart
aankomen. De eerste (die op een
bepaald moment 50 rijdt, begin maar) hoef ik niet meer te vermelden. Danny eindigt als tweede voor Luc en
voor sponsor Rudy, die de laatste tijd toch verdorie goed rijdt. Van die halve bak bruine Leffe per dag
kan het niet zijn, want dat dronk hij vroeger ook al. Zou het homEPOpathie zijn? Tiens,
en bij Nele: geen spoor van het B-team!? Mario.
24 maart 2002.
Met zijn tienen.
Ik ga het nog een keer zeggen:
weeral prachtig weer op zondagmorgen. Ja,
waar zitten ze allemaal? Marc is ziek, Raf zien we al weken niet
meer en zou met de schouder sukkelen. Karel komt ook al weken niet. Karel Karate Kid traint zodanig hard
martiale kunsten dat er geen tijd meer is voor de MTB. Ja, Karel is zowat de sympathiekste van ons allemaal en is dan nog
met een meiske van Bachten de Kupe getrouwd, beter kan niet. Waarom Marc dan altijd zo
verschrikkelijk kwaad spreekt over deze mens, weet ik niet, maar ’t is niet te
doen. Beste Karel, ik zou me dat
toch niet over mijn kant laten gaan, zulle. Geert moet aan zijn
chauffage werken en Ivan moet helpen bij de motocross. En was Jan verleden week toch
niet op tijd thuis dat hij er nu niet bij is? Wie zijn er wel?: de gebroeders Dirk
en Frank
Hanselaer, de schoonbroers Rudy V. en Danny F., de oudste
van de Rogiers, Dirk pompier Pieters, Guy Roels die niet afgeeft, Luc
Krick - al weken in vorm, en Eddy Troch, na een paar weken
afwezigheid. De 25 km van de rit ingericht
door Calkine WTC zijn ons wat kort. Laarne,
Heusden, de Schelde, Wetteren, Kalken. We
doen wel aan de Verloren Hoek nog een kort stukje wegel dat ik nog niet kende. En ook in de Vennestraat tussen
Overschelde en Laarne is er voor mij een nieuwe ontdekking. Na een goed uur hebben we er de 25 km
al doorgemaald, ondanks de 2 platte banden van Danny. Na de tweede vragen we ons af of hij ook zijn reservebanden bij
Eddy gehaald heeft? Ik wil naar de
Wilbra rijden om mijn brevet van 25 km te gaan ophalen, maar we rijden verder. Verdorie, voor die ene keer dat ik dan
eens een brevet ging krijgen! Tegen
half elf staan we aan Marc zijn deur. Marc,
nog wat ziekjes in zijn peignoir, zegt dat we geluk hebben dat hij niet kon
meedoen, want hij staat scherp. Maar
denkt ge dat er een aperitief af kon? Ga
dan eens een zieke bezoeken. Vandaar
langs de Meersen weer tot bijna tegen Wetteren, vandaar langs de Schelde naar
den Aard voorbij Uitbergen door de Gratiebossen, en langs de Donk achter
Overmere terug naar de Boombos, zodat we in totaal ons 48 km aan 24.5 per uur
gedaan hebben. En voor sommigen had het nog rapper gemogen.
Frank verdient
de prijs van de man van de dag. Hij
slaagt erin sponsor Rudy, die anders nooit valt, recht in een paardendrol te
laten tuimelen, door met zijn stuur onder Rudy’s arm te haken. Rudy stinkt uren in de wind. Dees keer weten we tenminste van wat. Danny rijdt aan de Donk voor de derde
keer plat. Een deel heeft de stal
geroken (of is het Rudy die ze rieken?) en rijdt door. Vijfhonderd meter verder rijdt Danny voor de vierde keer plat. Zoals ik al vanin het begin gezegd had
(kenner zijnde …), het is zijn velglint dat versleten zit. U moet weten dat zo een lint algauw 1 Euro kost. En, U wist dat of U wist dat niet –
maar dan weet ge het nu, Danny wordt thuis nogal kort gehouden. Daar zullen zonder twijfel wel goeie
redenen voor zijn. Gezien de
kostprijs van 5 binnenbanden zal die Euro er nu wel af kunnen. Door al dat oponthoud, komt de hele
bende versnipperd aan. En tiens, als
Rudy V. bij Nele binnenkomt, loopt het café meteen zo goed als leeg. Alleen geoefende West-Vlamingen kunnen
de stank harden. Wij wijken dan ook
niet! Mario.
31 Maart 2002.
Met 8 aan de start: Danny, Ivan, Eddy, Jan,
Krist, gelegenheidsrijders Rudy De Clerq en Tim Raman en ikzelf (Marc). Een
aantal van de “habituees” was niet van de partij. Dat had alles te
maken met de K van KWB want het was Pasen die dag (en ik die dacht dat KWB
stond voor Knettergekke Wieler Beesten). We besloten om nog eens de blauwe en
een stuk van de rode route in de omgeving van Kalken te rijden. Het is een zeer
snelle rit geworden. De redenen daarvoor liggen voor de hand, lange tijd droog
gebleven, vlot lopend parcours, maar vooral … Mario was er niet
bij wat betekent dat we onze gemiddelde snelheid toch aanzienlijk de hoogte
kunnen injagen. Tim Raman reed sterk die dag (ik heb vernomen dat hij zich aan
het voorbereiden is voor een 100 km tocht) toch gaf hij er de brui aan toen we
na het blauwe parcours nog een stuk van het rode parcours aansneden.
Rudy De Clerq ging een heel eind mee, die
moet nogal met de fiets gereden hebben, maar op een gegeven moment zijn we hem
toch kwijtgespeeld.
Na een paar weken op het verkeerde spoor (dat
van Etienne Schoupe) gereden te hebben was Eddy terug van de partij, terug op
het goede spoor. Vandaar de we regelmatig de volgende kreet hoorden : “Aan de kant, aan de kant, want snellen Eddy is weer in
het land”.
Jan en Krist, het Wetterse duo, waren weer
heel sterk, alhoewel … toen we de laatste kilometers veld aan het
rijden waren trok Jan stevig door, met Krist in het wiel. Toen Krist Jan moest
laten gaan, riep ik “komaan Krist pak da wiel “. Krist perste er alles uit en we kwamen terug bij
Jan. En dat Krist er echt alles uitgeperst had zagen we een paar honderd meter
verder toen we hem een na een voorbijreden, “geparkeerd” noemen ze dat.
Eens het veld achter de rug hoopte iedereen
dat we op het gemak naar het dorp zouden fietsen, maar er was daar nog ene
Danny. Met de wind op kop dreef hij de snelheid op tot ongeveer 34 km/hr.,
zelfs voor mij was dat iets te snel … En ja dan was er ook nog Ivan. Van gans de
rit niet gezien, maar op het einde als de prijzen verdeeld worden, dan is hij
er steeds bij.
Om dit verslag volledig te maken moet ik ook
nog iets vertellen over wat er ’s avonds is gebeurd. Het was namelijk de
laatste avond voor ons Nele. We waren dus verplicht om met een stevige
delegatie van de Mountainbikers aanwezig te zijn in het Vrijgeweide waar we
menig zondagvoormiddag en soms tot in de vrij late namiddag hebben nagekaart
over de afgelopen rit. Dat we gingen helpen om het bier leeg te drinken dat had
Nele wel verwacht, maar dat we ook zelfs de gordijnen naar beneden gingen halen
was toch niet afgesproken, hé Danny… Interim verslaggever, Marc
6 April 2002. Ronde van Vlaanderen
Vorige week de zondagavond (zie vorig
verslag) waren er vele kandidaten om mee te doen aan de Ronde Van Vlaanderen
voor moutainbike. In de week die daarop volgde was het de ene afzegging na de
andere en uiteindelijk waren er maar 6 echte flandriens die besloten om de rit
van 75 km met daarin de Muur van Geeraardsbergen en de bosberg te rijden. Rudy
R., Rudy V., Danny, Jan, Luc en ikzelf (Marc). Daar we absoluut ’s namiddags om halftwee terug in Kalken moesten zijn,
want dan werd er een belangrijke match gespeeld door de miniemen van H.0.
Kaken, besloten we reeds om half acht te vertrekken (met de auto wel te
verstaan). Hoe vroeger we konden starten, hoe lager het tempo moest zijn om op
tijd terug te zijn. 15000 deelnemers (wielertoeristen inbegrepen) zorgen voor
heel wat file en gedrum bij de inschrijving met als gevolg het reeds na negen
was vooraleer we konden starten. Dat lage tempo konden we dus al op onze buik
schrijven. Voor Danny geen probleem, die zette zich van bij het begin op kop en
ging stevig door. Resultaat: 25 km afgelegd in het eerste uur (lekke band van
Rudy V. inbegrepen) en al een paar man die het niet te goed meer zagen zitten
voor de volgende 50 km.
Gelukkig is het tempo nadien iets gezakt,
zodat we toch nog iet of wat konden recupereren voor de laatste 25 km die over
het echte parcours van de Ronde gingen met daarin de twee boven vernoemde “hellingen”.
“De Muur” was de eerste kuitenbijter die we te
verwerken kregen. In de aanloop ernaartoe (die verdomd ook al heel lastig is)
gingen Rudy en Danny fors door, ik probeerde nog te volgen maar moest toch
lossen. Toch kwam niemand mij voorbijgefietst en ik dacht warempel dat ik straf
bezig was… tot daar opeens de echte muur begon. Ik had al mijn
pijlen al verschoten in de aanloop met als gevolg … afstappen en te voet
verder. En ja hoor daar waren de “achterblijvers”. Rudy, Luc, Jan, een
na een fietsten ze mij voorbij, maar ja het is ook niet gemakkelijk om met
koersschoenen te voet de muur op te gaan…
Min of meer hetzelfde scenario op de Bosberg.
Nochtans had ik ondertussen professioneel advies gekregen van Rudy en Danny. Ik
moest in het wiel blijven van Danny die mij mee naar boven zou nemen op een
gezapig tempo. Zo gezegd zo gedaan, maar het was toch nog niet gezapig genoeg
voor mij. Toen we op punt stonden om een groep wielertoeristen in te halen riep
ik tegen Danny dat hij mocht doorrijden en dat ik wel in het wiel zou blijven
van die wielertoeristen. Ik vond echter dat die mannen zo traag bergop reden en
ik werd weer overmoedig. Ik reed ze voorbij, maar nog geen 100 meter verder
reden ze mij terug voorbij en ik was toe aan mijn tweede wandeltocht van de
dag. Ik weet wel dat Mario in zijn nopjes zal zijn als hij dit verslag leest,
maar ik weet ook dat hij ook niet zou bovengereden zijn, althans niet zonder in
zijn achterwiel te sch….
Trouwens, we waren niettegenstaande alles op
tijd terug in Kalken en hebben genoten (?) van een prachtige rit!
De afwezigen hadden ongelijk, alhoewel …
Interim verslaggever, Marc
7 april 2002
Weinigen
is het gegeven in het centrum van de wereld te mogen wonen. Nog minder zijn zo
gelukkig dat ze elke zondagmorgen vanuit dat centrum der wereld de omliggende
dorpen en streken mogen onveilig maken op een morevélo. Deze zondag waren er
zelfs maar 6 gelukkigen. De brothers Rogers, Guy, Eddy, ikzelf, en de jonge
sportfanaat Tim Raman als toevalligaard. Een deel – Marc, Rudy V., Danny, Jan
en Luc - was uitgeteld door gisteren 75 km in de Ronde van Vlaanderen voor
mountainbikers te doen – ofwel vond de vrouw dat het welletjes geweest was.
Nochtans was het volgens Rudy R. niet anders dan vals plat.
Zoals elke zondagmorgen - ik blijf het herhalen - schitterend weer,
alhoewel veel en frisse NO-wind. En naar Wachtebeke, waar alles nu mooi droog
en vlot berijdbaar lag. Zoals Rudy vorige keer had beloofd, een rit in het
domein in één ruk door. In totaal toch wel een kleine 10 km zuiver en prachtig
mountainbike parcours in 1 stuk. Op weg naar en terug van Wachtebeke was er ook
nog veel mountainbike terrein te beleven. Ondanks de wind reden we 26.1 ter uur
gemiddeld voor een totaal van 52 km. Marc was er niet bij (euh, of zei ik dat
al?). Even werden we bijna opgehouden in de Nonnenbosstraat doordat ze aan de
spoorweg aan het werken waren, maar - zoals steeds op alles voorzien - hadden
we zelf onze machinist mee, dus Eddy ging die trein wel verzet hebben als hij
in de weg gestaan had. Man van de dag was voor mij Guy, die nagenoeg zonder
extra duw in de rug de hele rit uitreed. Nu mogen die zijwielekes er af, Guy.
En dan nog die hulpmotor.
En
piekt het dat Ivan Rogiers de sprint voor de tweede plaats van mij wint?
Vanzeneigens dat dat piekt. Nu nog. Maar goed, ziehier een resem van
troostgedachten die mij recht houden: derde eindigen als de eerste 2 Rogiers
noemen, wie droomt daar niet van? Wel spijtig natuurlijk dat alleen ik en –
godbetert – Guy nog meesprintten. Volgende troost: ik hos nog rond met een
zwaar stalen ros, terwijl al die mannen op aluminium pluimpjes gezwind
vooruitvliegen. Ten derde: had ik een grotere vitesse op mijn velo gehad, het
zou geen waar geweest zijn, maar het ging zo rap dat ik in het ijle zat te
trappen zonder dat ik nog groter kon schakelen. Bij de volgende vernieuwing van
het raderwerk laat ik vanachter een kleiner tandwiel bijsteken, zijt gerust.
Ten vierde, ik reed nog met een winterband op mijn achterwiel. Ten vijfde, als
ik thuiskom, zie ik dat er een spaak uit mijn achterwiel loshangt (ikke blij,
want nog een goeie reden bij). Ten zesde, ben ik – als Raf niet meerijdt – niet
de oudste en meest versletene? Ja toch wel zeker. En dat het toch piekt. Mario
13 April 2002. Koppenberg.
Met 10 durfden we het avontuur aan: Danny,
Eddy, Jan, Krist, Rudy R., Rudy V., Luc, Frank, Dirk en ikzelf (Marc). Diegenen
die vorig week de Ronde Van Vlaanderen meegefietst hadden dachten dat en rit
van “maar” 50 km op en rond de Koppenberg niet echt een
probleem kon zijn. Dit was echter zonder de parcoursbouwers gerekend. Een heel
selectief parcours met helemaal op het einde eigenlijk 2 maal de Koppenberg.
Eenmaal langs het veld naar omhoog, een eenmaal langs de weg.
Frank, die al een paar weken niet meegefietst
had wist al vrij vlug hoe laat het was : 5 voor 12 of was het 5 na 12? Na een
twintigtal kilometer duwwerk van Rudy en Danny hield Frank het voor bekeken.
Zijn broer Dirk heeft hem nog op sleeptouw proberen nemen, maar ook dat mocht
niet baten, bij Frank was het vat volledig leeg. Naar ik heb horen vertellen
heeft hij echter samen met Rudy V. dat vat onmiddellijk bijgevuld eens hij
terug in Kalken was …
Eerder waren we Krist al “verloren” met problemen met de mechanica, we waren dus
nog met 8.
Na de bevoorrading heeft Rudy R. ons eens
geleerd hoe we “in waaier” moeten rijden als de wind “schuin op kop” staat. Heel simpel, elk om beurt kop doen en
“gewoon inpikken”. Binnen de kortste keren zaten we boven de
40 per uur, maar dat inpikken is toch niet zo simpel… In de afdaling van
de hellingen haalden we gezwind snelheden van meer dan 60 per uur, als we maar
niet geflitst zijn.
De meeste hebben de rit goed doorstaan tot
daar helemaal op het einde de Koppenberg aankwam.
Een eerste keer naar boven langs het veld.
Steil, maar waarschijnlijk doenbaar was het niet dat ik lek reed. En ja Mario,
ik was nog aan het rijden toen mijn band leegliep…
Een tweede keer moesten we de Koppenberg op
langs de weg. En ja hoor iedereen is bovengeraakt. Zelfs voor mij was dat geen
probleem meer. Als je de week daarvoor de Muur en de Bosberg naar boven bent
gewandeld, mag de Koppenberg opwandelen geen enkel probleem meer zijn … We zijn zelfs met 2 naar boven gewandeld: Dirk en ik,
de anderen zijn allen naar boven gefietst…
Al bij al zijn we met z’n allen behouden
thuis geraakt. Correctie : al bij al zijn we met z’n allen behouden in
Kalken geraakt. Voor sommigen was de thuiskomt iets minder behouden … Interim verslaggever, Marc
14 april 2002
Buien beloofd,
maar niet gezien. Wat had je
gedacht? We zijn met negen, waarvan
5 die gisteren o.a. de Koppenberg
deden. Geert is er na 4 weken weer bij. Maar waar zitten de Hanselaers?
Als het al 3 weken niet regent, en
je wil toch het echte morevélo-gevoel hebben, dan rijdt je naar de bossen van Serskamp, voorzeker de smerigste
gemeente in de omstreken van Kalken.
Waar er verleden week geen spatje
water was in Wachtebeke, hebben we
nu weer pakken modder en diepe plassen, afgewisseld met hard gedroogde
traktorsporen en paardenpoten. Splasj,
splasj, doenke, doenke. De 39 km
worden aan 22 gemiddeld afgewerkt, met een paar lange pauzes door mijn schuld. Een platte band, gereden op een stukje
hard hout, stel je voor. En een
ketting die versleten is en voortdurend doorschiet en afvalt. Weeral kosten. Danny is toch een
bovenste beste gast, altijd mooi wachten als ik weer in panne sta. Als we terug aanpikken, laat hij altijd
wel een gat van een meter of 10, kwestie van te kunnen anticiperen als er voor
hem iets gebeurt, zegt hij. “Als je met een beetje verstand rijdt, dan kun je
niet vallen", zegt Danny. Ja, Danny, als je er niet veel hebt, moet je het
met dat beetje doen, maar ik rijd toch liever met wat meer. Bartje,
ondertussen al 16 en al ver de langste van de bende doet na 2 maand afwezigheid
– wegens tendinitis en een breuk – zijn wederoptreden. Er valt niets van de inactiviteit te merken en hij legt zelfs Rudy
het vuur aan de schenen (tevergeefs). Is dit de nieuwe Tom Boone (die zelf
ondertussen veranderd is in de nieuwe Museeuw)?
Guy
rijdt nu al bijna vollen bak mee, alleen in het veld moet hij nog wat gaten
laten vallen. Het mooiste bewijs dat
niemand schrik moet hebben om met ons mee te rijden. Als je ziet van hoe diep Guy
gekomen is: jarenlang gepaft, gelanterfant, niets anders dan bureauwerk gedaan,
geen sport (wat karate ja, maar ik bedoel dus wel sport), gezopen als een Zwitser, en flauwe moppen verteld. Kortom, een meer verlept sujet liep er
in Kalken niet rond. En na 8-9 weken rijdt hij mee alsof hij
nooit anders gedaan heeft. Terug een
mens geworden (dankzij de KWB). Geen
reden meer voor al diegenen die zeggen dat ze wel mee zouden willen, maar niet
durven. De korte sprint in de Boombos wordt gewonnen door ene Rogiers voor een andere Rogiers (onzen Ivan).
Het wordt eentonig. Ook voor mij is het een historische
aankomst. Voor de 10° keer op rij
kom ik ook als eerste over de streep. In
de kategorie ‘Stalen more-vélo’s’
welteverstaan (de rest rijdt rond op aluminium). Terecht steek ik aan de kerk dan ook eerst mijn linkerhand met
gespreide vingers de lucht in: 5. Dan
de rechterhand: nog 5. Dan samen:
voor wie kan tellen, maakt dat 10. Doet
Museeuw dat ’s namiddags - als hij
in Roubaix over de meet rijdt - toch
wel achter, zeker. Toch flauw van
Museeuw, vind ik. Allez, ik vind dat
toch, en bij hem was het nog niet eens 10 keer op rij. Ja, en over Marc, en Rudy V. weet ik nu eens
niets te vertellen, zie. Saaie typen
dat dat geworden zijn. Marc stelt
wel voor dat we een extra-verzekering pakken voor de toeren die we met Danny tegenkomen (bij de sluiting van
Nele hing hij in de gordijnen). Maar
lees er maar eens al uw verzekeringen op na. Steeds staat in de kleine lettertjes: ‘Malheuren met Danny Fack worden door deze polis onder geen
enkele omstandigheid gedekt’. Mario
21 April 2002
Met 9 aan de start : Rudy R., Rudy V., Danny, Krist,
Jan, Dirk, Luc, Tim Raman, en ikzelf. Om 9 uur vertrokken. Om 11 uur terug
aangekomen! 1 (versleten) band moeten vervangen. 50 km gefietst. Een gemiddelde
van 28,6 Km/Hr.…, jawel 28,6 Km/Hr. !!!!!!!!!!
Moet er nog zand zijn ……………….
Marc
28 april 2002
Vaststelling
1. Hoe rapper er gereden wordt, hoe korter de verslagen van Marc.
Ik zou zeggen: “Jongens, VLAM nog een ietske harder!” Er staat
nog niet eens in zijn verslag waar ze naartoe gereden zijn. Ik zal het maar
zeggen: Het was naar Wachtebeke, zo weet ge het ook. Ik heb die snelheid wel
gecontroleerd bij onverdachte bronnen. Het klopt, maar controle was wel nodig,
want één van de (vele) afwijkingen van Marc is dat hij een “0” altijd als “8”
leest, zodat het evengoed 20,6 per uur kon geweest zijn. Zo beweert hij
steevast dat hij op al zijn vakken vroeger overal 8/10 had. Vaststelling
2. Bakken regen voorspeld. Die vielen ook ’s nachts en tot rond halfnegen ’s
morgens, zodat er al een paar telefoontjes weg en weer gegaan waren (Gadegij?
Zeker? Ja, dan ga ik mij niet mogen laten kennen, hé.). Met tegengoesting naar
het kerkplein. Luc was omwille van het weer niet afgekomen, maar
weeral … GEEN DRUPPEL (alleen in het begin wat). Onvoorstelbaar toch. Ivan had
nochtans gevraagd dat het niet hard genoeg kon regenen, omdat hij niet mee kon
rijden. Hij verkoos de communie-dankmis en vooral de gemeentereceptie achterna.
Kwestie van zijn opcentiemen door overmatig gratis drankmisbruik te
recupereren. Gezien de weersverwachtingen besluit Rudy dat we al
de wegels in de omtrek aaneen rijgen tot één lastige rit, zo goed als volledig
in het veld, met goeie kwakken modder. Mijn vélo is nog niet gewend dat er nu
vanachter een tandwiel bijstaat (zo een heel kleintje! Wacht maar Ivan), en
moet daar blijkbaar nog aan wennen. Zo zijn we nog maar in de Meersen of Rudy
moet er al 5 minuten aan prutsen. En wie komt daar afgereden? Dirk.
Die vond zijn fiets met een platte band toen hij wilde starten en was zo te
laat op het kerkplein. Moedig als ie is, besloot hij maar alleen te rijden – ik
zou thuisgebleven zijn. ZEER toevallig (want we vertrekken nooit langs de
Meersen) dezelfde richting uit als wij. Dirk, ge moogt mijn vélo eens trakteren
als ge hem nog eens tegenkomt. Het is Guy zijn dagje niet, niet
qua vorm en niet qua ongelukken, want hij valt nogal serieus. Ja, Guy, MTB moet
je leren met vallen en opstaan. Zo is Danny is nog altijd aan het
oefenen in het onderdeel ‘vallen’. Danny is nergens de eerste paar kilometer –
een te liederlijk weekendleven – maar na een tijdje rijdt hij weer zo beresterk
dat Rudy er hem zelfs niet meer afkrijgt. De kriek op de taart is een doorsteek
van Schriekstraat naar Zomerstraat, aangeboden door ondergetekende. We zijn nog
maar die slag in gereden of Danny en Marc beginnen te foeteren van ’Maar waar
zendt Mario ons nu? Een schoon nieuw wegeltje noemt hij dat. Is dat een weg?
Enz.” Ze overdrijven zodanig dat ik moet stoppen om bij te komen van het
lachen. Ja, op de baan kon ik Marc niet houden, maar in het veld was hij in
geen velden te bespeuren. En Marc, als je zulke halve wegeltjes (een paar keer
erdoor met de MTB en ze liggen er berijdbaar bij) niet kunt appreciëren, rijdt
dan gewoon bij de wielerterroristen hé. Geert, goed
in vorm, rijdt 3 platte banden. Als we naast de weg Berlare-Donk zijn 2° aan
het stoppen zijn, rijden er op 5 minuten 3 snelheidsduivels voorbij.
Onveiligheidsgevoel in Vlaanderen? Zeker, niet door de migranten maar door de
vele zotten die hun mannelijkheid willen bewijzen door te tonen dat ze op een
gaspedaal kunnen duwen. Ze zouden ze voor straf op een more-vélo moeten zetten
en laten meerijden met ons. Het zou rap gedaan zijn. Bart(je) was
ook weer in form, maar dan kreeg hij weer last van de knie. En we eindigden op
het duiveltjestornooi van HO. Want onze Kalkense jeugd steunen …, zie, daar
willen wij wel een efforke voor doen. Mario
5 mei
2002
Het kon
niet blijven duren. Vandaag krijgen we de regen die we al het hele seizoen
verdiend hebben. En toch met 11. De twee broederparen, nog twee schoonbroers,
Eddy, Luc, Marc, casual Dirk VDV, ennekik. Naar Waasmunster, meer dan 60 km aan
het verrassende gemiddelde van 27 per uur, ondanks wind en regen. Ik ga toch
eens die kilometriekskes van die mannen controleren, of daar niet mee gefoefeld
is. Gedurende enkele kms kruisen we voortdurend wandelaars. Het is pas door die
wandelaars dat het ons opvalt hoe hard het waait en regent, anders zouden die
mensen hun paraplu niet opzij houden, niet? Zie, wat ze daar nu aan vinden om
met zo een hondenweer te gaan wandelen, daar kan ik nu eens niet bij!
Op de baan in Waasmunster. Een afzinkje met op het einde een
verkeersdrempel. Het asfalt ligt kliedernat en spekglad. Ik zie Ivan zijn
achterwiel gevaarlijk slingeren. Ik rem lichtjes en lap, zonder verwittiging
lig ik er. Mijn linkerzij op 3 plaatsen geschaafd en knots, nog eens met mijn
kop tegen de asfalt. Nog een put in het asfalt. Een geluk dat ik mijn
gloednieuw helmpje niet ophad, anders was er nu een bluts in geweest. Ik ben
nogal groggy, maar dan gebeurt er iets nog uitzonderlijkers dan een valpartij
van mij: er steekt ons een bende mountainbikers voorbij. Dat hebben wij nog
nooit gezien: een bende. Zo gelijk wij. Meestal komen we enkelingen of koppels
tegen, maar nog nooit een bende. Eer ik helemaal bekomen ben zijn die mannen al
een eind weg en we denken dat we ze niet meer zullen zien. Maar een eind verder
krijgen we ze toch nog in het vizier. Dat is de start van wat een woeste
achtervolging zal worden, want van zodra die mannen ons in de gaten krijgen,
geven ze natuurlijk ook vol gas. Tevergeefs. Na een slopende achtervolging waar
er geen einde aan lijkt te komen, komt er een einde aan doordat we ze bij hun
nekvel hebben. Ja, die mannen hadden eigenlijk ook geen kans want wij hebben
een Rudy Rogiers die overal fikse duwen uitdeelt om onze bende samen te houden
en voort te jagen en ook een Danny Fack, die hierbij stevig helpt. Als we ze
eindelijk te pakken hebben, komen Danny zijn gendarmenmanieren boven. Hij zet
zich meteen op kop en jaagt het tempo nog wat de hoogte in. Moet die er toch
altijd nog een schep bovenop doen, zeker!
In Zele
splitsen onze wegen. Even reden er bijna 30 mountainbikers in groep rond. In
alle geval, ons ego is weer eens gestreeld en de midlife-crisis is weer voor
enkele dagen bezworen. Nog een lange natte winderige weg huiswaarts. Tussen
Zele en Overmere wordt al dat opspattend sop van die die voor mij rijden en dat
voortdurend piekt in mijn ogen, mij te veel. ‘Het is mij verleed’ zeg ik en ik
pak resoluut de kop. Al wie mij wil volgen, zal heel rap moeten rijden.
Iedereen volgt. Als we afslaan naar Kalken, steken er mij 7 van de 10
profiteurs voorbij. Zie, daar kan ik kwaad van worden. Ook de drie jonge
beloften Marc, Ivan en Eddy, maar eer we in de Vromondstraat zijn heeft deze
ouwe rakker die drie alweer te pakken, haha. Even later wint Rudy – of wat had
je gedacht? - de eindsprint voor kompanen Rudy V., Danny en Luc. Mario
12 mei
2002. Moederkesdag.
Strontweer.
Danny F., Rudy V. en Bartje zijn uitgeteld door de barbecue op HO Kalken
gisteren. Rudy R. en Marc en ET zijn naar hun zoons (Stefaan, Mathias en
Niels) hun laatste matchen bij de miniemen gaan kijken. Guy is nog
altijd aan het recuperen van zijn val 2 weken geleden. De Hanselaers, Geert,
Dirk, Luc, Ivan, ik, en Bjorn, speler van het jaar bij HO Kalken, moeten
vandaag de klus alleen klaren.
Alhoewel.
Ik geraak zelfs niet tot aan de kerk. Aan de hoek van het
wegeltje tussen de Centrumwijk en bakker Vandenabeele heeft een slimmerik
struikskes gezet. Als ik het wegeltje wil inrijden, blokkeert mijn velo
helemaal: mijn derailleur is aan zo een struikske blijven hangen en in mijn
wiel geslagen. Heeltegans dubbel, een nieuwe derailleur van juist 1 week
oud. Ik laat mijn geblokkeerde vélo dan maar liggen en trek te voet
verder om aan de kerk al afscheid te gaan nemen. Roept die boer die mij
op zijn dooie gemakske op zijn vélo voorbijsteekt: “Ik peins dat ge iets
vergeten zijt!”. Ja, lacht er nog wat mee ook. Zal ’t gaan, ja! Dankzij
Ivan, die mijn vélo net genoeg oplapt zodat hij weer bolt, wordt ik tot bij
Rudy Rogiers geduwd door Ivan en Luc. Aangezien Rudy niet meerijdt, kan
ik zijn vélo gebruiken, ook dankzij Ivan. Jawadde, ik voel me plots de
leerling tovenaar die op de meester zijn machien mag rondrijden. In de
tweede slag lig ik er al af, maar dan begint het goed te draaien. Een
modderig kronkelig parcours in Kalken, Laarne, Heusden. We zien er nog
eens echt smerig uit. Halverwege, achter het Kasteel, laat Bjorn, speler
van het jaar bij HOK, ons allemaal meters achter. Het tweede stuk van de
Kattenheye laten we letterlijk links liggen en we doen een nieuw stukske, met
name een oude kerkwegel die van op het driehoekig pleintje op de kruising van
Lagen Heriweg en Bulstraat schuin over de akkers naar de Meersstraat loopt,
even naar links en dan terug rechts naar de Reigerstraat, Brandemansstraat. Inclusief
brugje en een fazant die vanonder mijn wiel wegvliegt. Tussen de
Krimineelstraat en het dorp haal ik nog eens alles uit dat bakske van Rudy. We
gaan niet onder de 40 per uur. In het dorp hangen alleen nog Luc en Ivan in
mijn wiel. Tegen de eindjump van Ivan valt er niets te beginnen - of liet ik me
verliezen uit dankbaarheid voor de eerdere hulp?? (Neen, zo ben ik niet) -
zodat vandaag eens een Rogiers wint. Kwestie van een familietraditie in ere te
houden. Op die laatste kleine anderhalve kilometer rijden we Bjorn, speler van
het jaar bij HOK, op meer dan 2 minuten. Veel fond heeft de jeugd van heden
toch niet meer, hé. In onzen tijd … En tiens, nadat ik daar in het naar huis
gaan nog eens gepasseerd ben, staat dat struikje daar niet meer. Tiens, tiens. Mario
26 mei
2002
Naar Oudenaarde. Jaarlijkse rit ter
voorbereiding van de 100 km Regio-Tour. Rudy V. en Danny F. waren gisteravond
Rudy’s gloednieuwe camionette aan de sporthal in Oudenaarde gaan zetten. Met 11
aan de kerk om 8 uur (Geert, Krist, Frank, Danny, Rudy, Rudy V., Marc, Karel,
Bart, Luc en – vanzeneigens- ik). Eerst 45 km windop langs de Schelde naar
Oudenaarde. Verdorie, weinig wielerterroristen vandaag. Te slecht weer?
Verleden keer hingen er op het einde 20 man in ons wielen, nu geeneen. We reden
nochtans soms, ondanks de kopwind, aan 36 per uur. Karel, man van de dag, moet
na 30 km de rol even lossen, maar geen wonder, als je 4 maand niet gereden
hebt. We laten het tempo een beteke zakken. Ja Karel, je moet goed zot zijn om
meteen een rit van 80 km, met de Koppenberg, Volkegemberg en het laatste stuk
van de Varentberg te doen. Verder geen slecht woord over deze mens, eigenlijk
vooral omdat hij net zijn zwarte gordel karate gehaald heeft. Maar wonder boven
wonder, Karel zal zonder hulp uitrijden, en zal ook nog eenmaal spectaculair
overkop gaan. Andere man van de dag is Frank, die al het hele jaar niet echt in
vorm zit. Maar deze loodzware rit verteert hij helemaal zonder problemen. Zou
dat powertrainen binst de week er toch wat beginnen aan doen? Dat brengt ons op
de idee dat we eens met de hele bende zouden kunnen gaan spinnen, een nieuwe
Amerikaanse rage: fietsen op rollen met veel weerstand en veel muziek, in zo
een spannend aerobic pakje. De vrouwen mogen dan voor ons op de eerste rij
rijden, stelt Danny voor. Zo hebben wij er ook wat aan.
De tocht: prachtig, prachtig. Maar die wordt
wel wat verpest door 6 quads (moto’s op vier wielen) die ons geregeld ambeteren:
stinken, lawaai en gevaarlijk. Maar ook is er weer 1/3 van ONS
mountainbike-parkoers gevuld met wandelaars van zo een ingerichte wandeling
waarvan sommigen dan nog denken dat de natuur alleen voor hen is (allez, de
meesten zijn wel vriendelijk). Voetgangers, ruiters en fieters moeten gewoon
mekaar wat respecteren, maar voor sommigen is dat nog niet duidelijk. En wat
moto’s en quads op veldwegels en in de bossen en meersen
betreft: die verbieden ze maar zo snel mogelijk helemaal in gans Vlaanderen
(een advies U gratis aangeboden door de KWB).
Rudy R. steekt me voorbij op de Koppenberg,
maar even verder staat hij geparkeerd en rij ik hem zo voorbij. Als ge dan niet
in vorm zijt, weet ik het niet!* Alleen Luc en Bart zijn voor mij boven. Rudy
vindt dat we sjans hebben met het weer: bijna heel de tijd overgebleven. Ik
vind daarentegen dat we ferme onsjans hebben: de laatste 15 minuten worden we
doorweekt door een wolkenbreuk. Kletsnat. Een attitude-verschil noemen ze dat:
De ene ziet het meer van de zonnige kant, de andere zaagt al gemakkelijker eens.
Maar dat ik toch gelijk heb. Nog melden dat Rudy sinds een week of 2 het ene na
het andere stuk aan zijn vélo moet vervangen, volgens Marc allemaal sinds ik
ermee gereden heb. Ja, als zo een véloke niet gewend is dat er eens een beetje
macht wordt op gezet, …
De terugtocht in Rudy’s camionette is voor de
8 vanachter een ware marteltocht geworden. Elf vuile vélo’s, zakken natte
kleren en 8 bemodderde mannemensen op mekaar gepakt in een kot op wielen zonder
vensters, met een zot achter het stuur. We hadden beter ons helmpje opgehouden
want we vlogen soms 20 cm de lucht in. Hoe harder we roepen en protesteren, hoe
meer de 3 vooraan (de drie ‘y’s) er leute in hebben en hoe rapper Rudy de
volgende verkeersdrempel pakt. Varkens zouden ze zo niet mogen vervoeren van Michel.
Maar we hebben Gaia niet gezien om ons te komen redden, wat mijn vermoeden
versterkt dat wij toch geen varkens zijn. Alhoewel, ik moet zeggen, Marc zat
ook bij ons. Mario
*: Voor de volledigheid nog even vermelden
dat Rudy kettingbreuk leed op de Koppenberg.
1 juni
2002
Met 29 aan de kerk. Wat zegt U? hoor ik U
zeggen. Jaja, met 29. Er zijn er die nu warempel al hun vrouw en kinderen
meebrengen naar de mountainbike. Waar gaat dat naartoe? hoor ik U zeggen. Maar
goed, het blijkt de bedoeling te zijn en Rudy had het zo gepland dat deze
ochtend van KWB familie MTB voorafging aan de KWB BBQ, zodat de moeders niet
moesten koken. Er waren er 4 die hun vélo aan hun madam hadden afgestaan en
zelf thuisbleven (en zelf mochten koken?): Karel, Frank, Dirk en Geert. Een
goed initiatief jongens, voor herhaling vatbaar. Neen, we zullen jullie niet
missen, ge moet er niet mee inzitten, hoor. We rijden langs de Beekwegel naar
de Bontinckstraat, bijna op het eind rechtsaf en linksaf een boerenwegel in om
zo aan de brug over de autostrade tussen Overmere en Heiende te komen. Na de
brug, rechts en dan links de kerkwegeltjes van het Heiende in tot aan de kerk
van Heiende en weer weg in de wegels naar de Pelgrim. Vandaar langs de
autostrade en erover rechtsweg een wegeltje in naar Heikant. Daar wil Sandy de
kleinste van de bende, Wouterke De Wilde, voorsteken, maar die doet zijn naam
eer aan en wijkt van zijn baan af. Sandy demonstreert een eerste gezegde
letterlijk: ze gaat plat op haar buik. Schaafwonden, maar het is een harde
zoals pa Vergeylen en ze verbijt het zeer. Recht op de kerk van Heikant rijden
we tot aan Seghers op de Dendermondse Stwg en zo de Gratiebossen in. Ook Petra
wil niet achterblijven in het demonstreren van gezegdes en ze bijt letterlijk
in het stof. Een hele mond vol. Het zal haar leren van mensen hun vélo omhoog
te hangen. We doen een ommetje langs de Zandbergen in Berlare alwaar we een
klimmetje + steile afdaling doen. Als je er de eerste keer voorstaat, ziet het
er ijzingwekkend uit. Zeker een meter of drie loodrecht naar beneden. Tot mijn
grote verwondering zijn er ook een paar dames die er zich aan wagen. Petra,
zonder aarzelen, en Christine, onzen Ivan zijn vrouw, ook een felle zelle.
Nancy van Geert ook naar ’t schijnt, maar dat heb ik gemist. En de kleine
mannen die laten zich ook niet kennen en zelfs ons Delphine, met haar schone
nieuwe vélo. Ge zoudt ze toch, hé. Langs het Scheld terug tot in Uitbergen
alwaar een steeds gedienstige Ivan de jonge gasten verkeerd stuurt, met de
mededeling: geef maar eens goed door, mannekes. Bart koerst er 2 km lang achter
en roept ‘Stop!’, iets wat Pieter nogal strikt opneemt, daardoor iets te hard
remt, net in een put, en zo gezegde nummer drie demonstreert: hij gaat over
kop. Deugd doen is anders.
Nog zeggen dat in dees tijd van het jaar
Vlaanderen op zijn mooist is, zeker als het schitterend weer is zoals deze
morgen en dat al degenen die geen goesting hadden, het zich dik mogen beklagen:
iedereen (op Pieter na?) vond het een prachtige belevenis. Tot volgend jaar. Mario
8 juni
2002
Met een man of 16 naar Wachtebeke. Schoon
weer, een km of 50 en 25 per uur gereden. We zijn nog maar aan de brug in
Hussevelde of daar weerklinkt geroep, getier, geratel en geklater, bloed alom
en rondvliegende ledematen. Wel, ik liet me wat gaan: die laatste 2 niet, er
werd zelfs niet gevallen. Wat is er gebeurd? Frank, die graag nogal heel dicht
tegen de anderen rijdt, kwestie van zo goed mogelijk uit de wind te zitten (wat
had je gedacht, misschien??) – is met zijn voorwiel in de pedaal van Karel gehaakt.
Twintig spaken uit zijn wiel, dat er nu meer uitziet als een bord spaghetti.
Gelukkig zijn we niet zover van de thuisbasis van de meerijdende
depannagedienst Rogiers en er kan een ander wiel worden gestoken. Op de
terugweg, bijna in de Bontinckstraat steekt Frank nog iets straffers uit. Plots
is zijn linkerpedaal uit de manivel gedraaid. Nu moet U goed weten dat uw
pedaal losrijden wetenschappelijk gezien onmogelijk is. Ten eerste omdat de
pedaal zelf ‘zot’draait en dus nooit macht kan zetten en ten tweede, zelfs al
zou ze vast komen te zitten, ze met tegendraad in de manuvel zit en zich dus
zou vastdraaien in plaats van los. Rare kwiestenbiebels dat er toch met ons mee
rijden. Om ze terug vast te zetten haalt Raf daar zelfs een sleutel nummerke 15
uit zijn rugzak. Ik durf wedden dat als we op een dag een draaibank nodig
hebben, dat er dan een zegt dat hij dat per toeval in zijn achterzakske zitten
heeft.
Rudy klaagt de hele rit van een probleempje.
Hij is voegende door een trapgat gevallen, maar kon zich nog tegenhouden met de
ellebogen (hij werkt ook met zijn ellebogen). Hij heeft wel een kanjer van een
bloeduitstorting in de bil. En maar klagen. Maar als de sprint eraan komt, wie
wint hem? Wat wilt ge ook, tegen zo een bende krabbers. Mario
15
juni 2002. De 100 km Regio-Toer in de Vlaamse Ardennen.
Verleden jaar was het eigenlijk een makkie
want alles lag droog. En al hadden we nu tijdens de rit geen regen, het had de
week voordien geregend en de dag voordien gegoten. Dat maakte de inspanning
gewoon dubbel zo zwaar als verleden jaar. Hoe vettiger, hoe prettiger, maar
iets korter mocht voor mij ook (het was trouwens 105 km). Met 17 aan de start.
De eerste wegel in St. Lievenshoutem en na
100 meter: Ow, stop. Ja, daar begint het al. Zadelbreuk voor Ivan. Danny zegt
dat dat eigenlijk nog lang is uitgebleven, gezien het achterwerk van Ivan, maar
dat ik dat aan niemand moet voortvertellen, wat ik dan ook niet gedaan heb.
Ivan en broer Rudy gaan een nieuw zadel kopen en we spreken af aan de eerste
bevoorrading in Erpe-Mere. Het wordt een rit vol pech, zodat we zeker een uur
stilstaan, wachtend op de depannages. Kettingbreuk Eddy, een paar platte banden,
Ivan nog eens panne, maar de grootste pechvogel is Karel. Zijn panne kost ons
een half uur en is dan zelfs nog niet te herstellen zodat het halfweg afgelopen
is voor de Karel.
Maar als we rijden, dan vliegen we er een
hele hoop voorbij. Sommige mensen stappen af om de grootste plassen te
ontwijken, maar wij vlammen rechtdoor door de diepste modderpoelen. Ja, zo zijn
wij nu eenmaal. Proper is anders. Ook op de nijdigste hellingen zie je de
meesten te voet gaan, maar de meesten van onze bende (degenen die Marc heten
uitgezonderd) rijden ze allemaal tot er boven op.
Helden van de dag? Er zijn er verschillende.
Piet natuurlijk, die zonder training meedoet en voor wie het eigenlijk nog wat
rapper mocht. Bart, volgens mij de enige van minder dan 20 - laat staan van 16
- die ik op het parcours gezien heb en veruit een van de besten. (Is dat wel
normaal? Moet er niet eens naar dat manneke gekeken worden?). Snellen Eddy die
tussen de muur en Zottegem de enige is die zonder moeite Piet bijhoudt. Danny
en Rudy die zich opofferen door Krist, die het even voor de muur uitschreeuwt
van de krampen, meer dan 30 km mee te duwen en die de ene na de andere moeten
depanneren. Luc, die de hele rit met zijn krachten woekert. En dan is er nog
Marc. De laatste 10 km, tussen Zottegem en St. Lievens Houtem neemt hij voor
zijn rekening, aan 35 per uur. Wat een bovenmenselijke prestatie. Wat een
atletisch vermogen! Wat een vertoning van kracht, moed, durf en
doorzettingsvermogen. Waar hij voorbijrijdt vallen de vrouwen in bosjes met
zwijm. Ik bedoel met zwijmpjes in het bos. Dat dit alles door 1 mens kan gedaan
worden, dat hou je niet voor mogelijk. "Hoe doe je dat toch, Marc?",
vraagt iedereen. We moeten het zeker minstens 1 keer vragen voor hij het maar 7
keer vertelt: ik smijt hem van voor op mijn buitenblad, vanachter leg ik hem op
mijn kleinste, en stampen maar.
Den dezen mochten ze ’s avonds om zeven uren
al in zijn beddeke steken.
Ikke flagada. Mario
28-30 juni 2002. Ardennenweekend in Wigny.
Voor de 2° maal. Perfect weer om te mountainbiken. Het lag droger dan
verleden jaar. Na de vrijdagnacht hoorden we Marc niet op zaterdagmorgen. Na de
zaterdagnacht zagen we hem zelfs niet meer op zondagmorgen.
15 augustus 2002. Poperinge.
Zie foto’s
Bon, 31 oogst. Met
heel velen en met prachtig weer aan de kerk. Fluitjeszomer? Toch nooit om te
gaan rijden. Dirk, Frank, Geert, Danny, Rudy R., Luc, Ivan, Guy, Karel, Raf,
Bart, Jan, ik. Krist heeft gisteren willen meerijden met de liefhebbers en is
op zijn perte getuimeld, Rudy V. is gaan vogelen op de parkietenbeurs, Eddy
moest met de treintjes rijden (bij de NMBS noemt dat werken) en Marc moest
uitrusten van het heffen. In de eerste kilometers wordt er luid geroepen van:
‘Put, stront, kat’!’. Die vooraan rijdt, roept zoiets en dan hoor je dat door
het hele pelotonnetje gaan. We doen dat, niet alleen omdat er zoveel vulgaire
typen met ons meerijden (en Marc deed dan nog niet mee), maar om te
verwittigen, voor putten in het wegdek, en koeiendrek en dooie kat erop. De
tocht gaat naar Lede, alwaar ze verleden week met zijn zessen naar een
ingerichte rit waren getrokken. Nu de weg nog ongeveer vers in het geheugen
ligt, stuurt Rudy ons weer die kanten uit. Ook Danny was toen mee, maar rijdt
nu toch wel een keer of acht konte verkeerd. Maar goed, als KWB-er hebben we
geduld met de mentaal zwakkeren in onze samenleving. Het is een zeer schoon
parkoers en weer iets om aan ons repertoire toe te voegen dit seizoen. Het
landschap moet ook wel de moeite zijn, maar het is zoals steeds te hard trappen
en teveel opletten op degene die voor je rijdt en op de paar meters hobbelige
weg die je een fractie van een seconde kunt inspecteren op putten en stenen
vooraleer ze onder de wielen voorbijzoeft. Nu Marc niet meerijdt, is er zo geen
pispaaltje om het verslag wat mee op te vrolijken. Marc, ik mis je! Gelukkig
redt Rudy het verslag: hij valt. Zo snel als hij kan weer recht, maar pech, de
grootste pestkop van al heeft het gezien. Telkens Rudy nu een bocht moet
pakken, roept Danny: ‘Rudy, zijt toch voorzechtig, hé, jongen!’ (‘Voorzechtig’
is geen typfout, maar een letterlijke weergave: Danny is van Wetteren, van
bennen en van buiten). Natuurlijk moeten we dat bekopen. Op de eerstvolgende
helling vangen we allemaal een valling door de snelheid waarmee Rudy ons
voorbijrijdt. Als de eersten boven komen, stroomt hen een gelig riviertje
tegemoet. Een plaatselijke stortbui? Of hebben de Chinezen de Gele Rivier nog
eens verlegd? Neen, het is Rudy die daar al doodgemoedereerd staat te wateren,
zo van ‘Zeg mannen, waar blijfde gijlie?’
Tegen Wetteren
beginnen ze al te sprinten. Ik geef wat ik kan, maar als Ivan en Rudy beginnen
te sprinten, is er geen houden aan. Luc Krick van hetzelfde. Die komt van ver
terug en die komt me midden in de sprint nog wat duwen. Affrontelijk dat dat is
(maar het gaat wel vooruit). Na 52 km aan 25 per uur, eindigt de rit in de
hangar van Dino, want daar moeten we nog de vaten helpen verder legen die met
de KWB-mini-voetbal-paëlla-avond van gisteren niet waren opgeraakt. (Marc was
immers tamelijk vroeg naar huis gegaan). Voor een vriendendienst zijn wij
steeds te vinden en sporters moeten mekaar helpen, niewaar.
PS. Nog twee
rechtzettingen. Er rijdt nog iemand anders buiten ik rond op staal: Bart(je).
’t Is er niet aan te zien. En ten tweede, zelfs als Raf (nu toch al ver tegen
de 70, schat ik) niet meedoet, ben ik niet de oudste. Sponsor Rudy is nog een
jaartje ouder dan mij. Ik had dat om eerlijk te zijn, zo op het uitzicht
afgaande, me eigenlijk al dikwijls afgevraagd of dat die nu toch niet veel
ouder was dan ik. Mario
8 September 2002
Een grensverleggende rit !!!! Inderdaad,
zoals alle “topsporters” proberen ook wij steeds onze grenzen te
verleggen, en deze keer zijn we erin geslaagd. We hebben een rit van ongeveer
55 km afgemaald tegen een gemiddelde van 27 km/hr.
Hij was trouwens niet de enige die ontbrak.
Frank was er ook niet, maar naar wat ik heb horen vertellen over de Sjatoo
avondwandeling van vrijdag waar een veldfles met een krachtig “kruidendrankje”
al bijna leeg was
voor de wandeling begon is daar misschien de reden te zoeken voor Frank’s afwezigheid. Ook Karel was er niet bij, en ook hij
is gesignaleerd op diezelfde avondwandeling … Ja Frank en Karel,
in Kalken kent iedereen iedereen en (goed) nieuws gaat van mond tot mond in de
kortste keren de gemeente rond (dat noem ik nu eens rijmen en dichten zonder
mijn … op te lichten).
Wie waren er wel bij: uw verslaggever, Rudy
& Ivan R., Raf, Danny, Luc, Dirk, Eddy, Krist en Jan. Het was een tijdje
geleden dat Krist noch eens meereed. Waarschijnlijk is hij
Volgens Eddy zijn we niet naar Wachtebeke
gereden maar wel gekoerst. Vandaar dat de laatste kilometers er voor hem teveel
aan waren en toen we op het einde voorbij zijn huis reden (?) gaf hij er de
brui aan.
Eddy had gelijk, want toen we naar Wachtebeke
reden, Rudy R. aan kop met in zijn wiel Luc, dacht ik van eens de stoere te
moeten uithangen en eens de kop te pakken (vakjargon) … ik moest daarvoor wel 45 km/hr rijden wat ik later wel
heb moeten bekopen.
Raf was weer oerdegelijk, zoals meestal, en
dat op die leeftijd …
Ivan die zit gans de rit te “doseren” en op het einde geeft hij (bijna) iedereen
het nakijken in de sprint.
Dirk kreeg het ongeveer halfweg knap
moeilijk, en iets voor we een lastige veldwegel moesten inrijden zei hij tegen
mij dat hij de betonweg ging nemen die parallel loopt met de veldweg. Dat moest
hij nu juist tegen mij zeggen …
Juist voor we de veldweg indraaiden riep ik: “Iedereen die de betonweg neemt moet trakteren”. Dirk kon dus niet anders dan de veldweg inslaan,
maar halverwege heeft hij toch voor de betonweg gekozen … en toch niet
getrakteerd !!!
Op de terugtocht lag Danny aan de kop
te sleuren (vakjargon) met Rudy R. in wiel. Ik liet een klein gaatje
vallen (lees : ik kon niet volgen) en Jan kwam naast mij rijden en deed teken
met zijn vinger dat hij tussen mijn en Rudy R. ging rijden. Hij deed dat teken
tot 3 keer toe maar toch bleef hij naast mij rijden. Ik heb het gat dan
maar dicht gereden (vakjargon). Jan, een gat dichtrijden dat doet ge
niet met uw vinger, maar wel met uw benen …
Toen op het einde, we waren wel nog in de
Bontinckstraat …, Rudy R. demarreerde en hij samen met Luc voorop
geraakte, begon Jan weer met zijn vingers te werken. Deze keer zat hij met zijn
wijsvinger steeds kringetjes te maken (net alsof hij balletjes in de soep aan
het zoeken was). Ik wist wel dat hij bedoelde dat ik moest overnemen om zo Rudy
R. en Luc terug te pakken, maar ik gebaarde mij van den dommen (niet echt
moeilijk voor mij).
Nogmaals Jan, ge moet wat minder met uw
vingers werken en wat meer met uw benen …
Toen we naar het einde toe de Gaverstraat
wilden oversteken, moesten Krist en ik een auto voor laten … de vogels waren gaan vliegen …
Ik kan dus niet zoveel vertellen over de
eindspurt, maar den eersten heeft gewonnen en ik dacht dat het alweer een
Rogiers was.
Interim verslaggever, Marc
Kermiszondag. Dus de dag na kermiszaterdag.
Toch met een man of 12 aan de start. Marc, zichzelf kennende, is gisteren zelfs
speciaal thuisgebleven van de kermis. Anderen dan weer hebben wegens slecht
gedrag en zeden startverbod gekregen. Omdat Rudy niet te laat mag thuis zijn,
doen we de toer van het Heiende en de Gratiebossen. Niet ver van de Berlaarse
Zandbergen voltrekt zich echter een bloederig drama. We rijden met een man of
vier lichtjes afgescheiden op kop, met Marc helemaal vooraan (toevallig de enige
keer van de dag dat hij op kop reed, als ik me goed herinner). Op een kruispunt
van wegels weet hij het niet goed meer en vertraagt, zodat we bijna volledig
tot stilstand komen. De aanstormende achterhoede is op deze manoeuver niet
voorzien. Ivan kan nog juist stoppen. Frank knalt er tegen op, met schaafwonden
tot gevolg, maar Bart, jong en onbesuisd, vlamt tegen de velo van Jan aan. Hij
gaat overkop en botst op het achterwerk van Jan. Voorzeker kwam zijn plastic
klepje vooraan op zijn helm tegen de zadel van Jan terecht, want het breekt en
snijdt zijn neus open. Bart bloedt als een rund. Marc bvb. bloedt altijd als
een varken. Raar, hé! Met zo een tronie zal Bart geen kermislief vinden, vrees
ik. Maar dat probleem stelt zich niet, want Bart blijkt kop- en nekpijn te
hebben en zal in de kliniek eindigen. Zeg maar dag tegen de kermis. We vrezen
voor een hersenschudding (iets waar we dus bij Marc ook nooit schrik voor
zouden hebben. Raar, hé!) en we besluiten de rit hier te onderbreken en naar de
Zomerstraat in Kalken te rijden. In plaats van dat wat op het gemak te doen en
Bart wat te duwen, vlammen we tussen de 30 en 35 naar Kalken. Ge zult zeggen,
jamaar een ambulance rijdt ook rap, en dat is waar, maar daar moet de gewonde
wel niet zelf trappen! We wekken de pa en ma van Bart, die zich het uitslapen
van een zware kermiszaterdag voorzekers anders hadden voorgesteld – nu staat
daar een bende van 12 pipo’s in blauw broekje en gele tenu aan hun achterdeur.
Het probleem van een kermislief zoeken stelt zich dit jaar dus niet voor Bart,
want de kermis brengt hij door in observatie in het hospitaal in Wetteren. Hij
komt ervan af met een geschonden wezen en een lichte hersenschudding.
Ja, het moest er eens van komen. Het blijft
een sport niet zonder risico’s. Een geluk en een ongeluk van Bart’s helm. Zo’n
helm, veel komt dat niet van pas, maar die keren dat ze wel van pas komt, komt
ze toch wel van pas.
Nadat ik de laatste kms de kop heb getrokken,
windop en tusssen de 30 en 35 (dat is wat anders dan Marc die eens een paar
seconden aan 45 rijdt en dat dan in zijn verslag zet. Zo op mijn eigen stoefen,
doe ik nu eens nooit, hé), zet Marc de sprint in van veel te ver. Hij wordt
even verder natuurlijk weer gepakt. Ivan en Luc zetten aan, Jan erachteraan en
dan zie ik hoe Rudy zich in het wiel van Jan zet en de goeie moment afwacht.
Ivan en Luc zijn kansloos. Marc vond het achteraf spijtig dat hij zijn inspanning
niet had kunnen volhouden. Met zijn drieën vragen we terzelfdertijd: ‘Welke
inspanning dan wel?’ Ja, zo een voorzet laten we niet rap liggen. Die sjotten
we binnen.
Rudy moet toch wel erg aangedaan geweest zijn
van de gebeurde malheuren, want de maandag was hij voor het eerst sinds een
paar jaar niet op de mini-voetbal. Of was er een andere reden??? Mario
PS. En dan nog een rechtzetting van het
verslag van Marc. Karel was niet eens op de Sjatoo-voettocht. In Zottegem
verleden jaar was hij er wel bij en dan vernoemt Marc hem niet. Karel, ik heb
het al gezegd: doe eens iets met die zwarte gordel karate, jongen! Waarom heb
je hem anders gehaald? Wij proberen hier week na week het niveau hoog te
houden, een kwaliteitsblad als de Kraak waardig, maar zo gaat dat natuurlijk
niet.
22 september 2002
Bij Heidi in Tirooool …, eindig je in ’t
riool …
Het verslag is kort, omdat - toen we nog maar
in de Meersen waren, we tot de vaststelling kwamen dat het bovenste van mijn
derailleur-wieltjes verdwenen was. We stonden er wat op te kijken, maar daarmee
komt dat wieleke niet terug natuurlijk. Rijden ging met moeite, maar verder
meerijden zou miserie zoeken geweest zijn, en er is er zo al genoeg op de
wereld, dat we er niet nog meer moeten zoeken, niewaar. Aangezien de
interim-verslaggever in diepe slaap met zware kop slaap verzonken lag, eindigt
daarmee hier het verslag van een regenachtige rit met 5 naar Lede. Spijtig,
vooral net nu Pat nog eens meereed. Mario
Nog een
internet-tip: Voor wie van mountainbiken, natuur en Jack Russell hondjes houdt:
http://www.utahmountainbiking.com/goodies/videos.htm
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag,
29 september 2002
Verschenen aan de
start: Dirk H., Geert B., Rudy en Ivan R., Karel V., Jan W., Krist M., Raf V.,
Marc R., Luc K. en Mario V. Ook Guy R. stond er, maar die had op zijn werk
moeten werken en had zich daardoor een rib gekneusd. Als wielertoerist gaat dat
nog, maar het gehobbel van een MTB-parcours verdraag je dan wel niet. Hij reed
dus op zijn eentje op de baan. Wij naar Waasmunster voor wat een monsterrit van
63 km zou worden aan 26.3 per uur. Schitterend weer. Er waren er met korte
mouwen en lange broek, met lange mouwen en lange broek, met lange mouwen en
korte broek en Ivan had alles kort (de stoerste). De vier met korte broek
(Ivan, Dirk, Luc en Jan) zouden het zich beklagen. Voorbij het Molsbroek reden
we op de dijk langs de Durme: 3 km lang door tengels en distels. Het was een
genot om tussen Ivan en Luc te rijden en hun gekerm en gevloek te aanhoren.
Dirk zei dat het hem eigenlijk niet deerde. De kleinste zijn de taaiste. Op het
steeds prachtige parcours in Waasmunster staken we een felle een keer of vier
voorbij. Dat komt omdat we op het eind van elk stuk veld wachten op de
laatsten. Zo een uitslover kan ons dan weer inhalen en op de weg weer wat
voorsprong nemen. Telkens weer hadden we hem in het veld of in de bossen bij
zijn lurven. Na de vierde keer, toen we weer stonden te wachten en hij ons weer
kon voorbijsteken, riep hij ons toe: ‘Maar wat zijn jullie toch een bende
wacko’s!’, wat Karel op een nieuwe naam bracht voor onze bende: de Kawacko’s
(Kalkense wacko’s). We hadden al ‘de bende van Rogiers’ en de ‘Dannyfackers’.
Meest opvallend de
laatste weken rijden volgens mij Ivan en Luc. Ivan staat steeds scherper,
straks schiet er niets meer van over. Weer een windvanger minder. Mario
Met 16 aan de
start: Rudy R., in gloeiende vorm, Frank en Dirk H. (maar Dirk kan uiteindelijk
niet mee, omdat hij te vroeg moet thuis zijn), Danny, Krist en Jan, de 3
Wetteraars (laat ons hopen dat het daarbij blijft: 3 van ginds kanten is meer
dan genoeg), Bjorn, onze vedet van de eerste ploeg, Karel en Ivan, nog twee van
het Hussevelde (laat ons hopen …), Geert – ook in goeden doen de laatste tijd,
Luc, die maar in vorm blijft, snellen Eddy, die zijn naam weer eer aan zal doen
vandaag, sinds lang nog eens koereur Alain, ekik en onze jongste en oudste met
bijna 40 jaar verschil tussen, Bart en Raf. Guy en Marc zijn er niet, want het
was gisteren feestje voor de 40-jarigen. Marc en Guy zijn de enige Kalkenaars
die erin geslaagd zijn om 2 jaar na elkaar naar dat feestje te gaan. De andere
Kalkenaars worden maar 1 keer 40. Dat komt ervan als je zo sympathiek bent, dan
vragen ze je overal 2 keer. We moeten dus de steeds zeer geapprecieerde
aanwezigheid en de altijd uiterst grappige en fijnzinnige verslagen van Marc
weer maar eens missen.
We doen mee aan de
ingerichte tocht van 45 km van den Oudenbos, Lochristi. Schitterend zomers
oktoberweer, prachtig parcours, EN – joepie! - voor het eerst sinds maanden
weer eens modder. Maar van de zon heb ik niet veel gezien, want ik moest de
hele morgen tot op het bot geven omdat het weer zo verschrikkelijk rap ging (en
ja, die voetbalmatch gisteravond deed er ook geen deugd aan). Echt een rit voor
een klasbak als Marc, spijtig, net nu hij er niet is. We zijn nog maar in
Zeveneken of Bart ligt al op zijnen smikkel. Andere mensen snijden een borduur
loodrecht aan, Bart probeert dat schuin. Gegarandeerd dat je er dan ligt. Ook
Rudy heeft, volgens mijn informanten, nog een slippertje gemaakt, net toen er
eens een vrouw in de buurt was. Hadden we van Rudy niet gedacht. Aangezien er
een paar mannen van een ander merk met ons meerijden, en dat nog uithouden ook,
wordt het tempo natuurlijk de hoogte ingejaagd. Neen, we zijn dat niet gewoon
dat ze ons bijhouden. Rudy moet natuurlijk al zijn kunnen tonen en zet zich
daarenboven op de baan steevast op kop om er nog een patat bij op te geven,
zodat die mannen purper uitslaan.
Ivan slaagt erin om
weer eens zijn zadel te verliezen. “Met zo een achterwerk, wat wilt ge?”, zegt
Danny. Ivan rijdt dan ook nog kilometers rond zonder te gaan zitten. “Zet U,
Ivan”, proberen we nog in het voorbijrijden. Of na een paar kilometer: “Zeg Ivan,
ik ga het U maar zeggen, maar gij rijdt hier zonder zadel rond, jongen, wist
gij dat?” Of we vragen met piepstemmetjes: “Ivan, gaat het jongen?’ De situatie
(een uitsteeksel en een gat, Ivan het zijne dan nog) inspireren tot tal van
moppen die van zo bedenkelijk laag allooi zijn dat ze niet voor publicatie
geschikt zijn, zeker niet in een kristelijk maandblad van het niveau van Kraak.
Eventjes rijden we allemaal zonder zitten, uit solidariteit met Ivan, maar de
enige die dat kilometers lang uithoudt, op kop dan nog, is natuurlijk zijn
broer. Wist U trouwens dat Ivan de plezantste van de bende is? Dank zij zijn
moppenkennis haalden de KWB mountainbikers de trofee van grappigste ploeg
binnen op de KWB-quiz. Wat IQ-vragen betreft moesten we hen heel wat verder
gaan zoeken in de rangschikking, wat niet verwonderlijk is als je weet dat de
ploeg uit Ivan, Karel en Jan bestond. Nog een geluk dat Sammy, zoon van onze
sponsor, meedeed. De slimste mountainbikers, Rudy en Marc, komen spijtig genoeg
op voor Jeugd HO Kalken en wonnen de quiz. Volgens zoon Stefaan moesten daarna
de deuropeningen ten huize Rogiers wijder gemaakt worden. Ivan rijdt zonder
zadel tot aan de bevoorrading en dan voeren ze hem vandaar naar Oudenbos.
Na de ingerichte
rit, zet ik op de terugweg nog een lange solo-ontsnapping windop op, vanaf
Oudenbos, gewoon door een paar minuten voor de anderen te vertrekken – wie niet
sterk is moet slim zijn. Maar ik word uiteindelijk gegrepen op de brug van
Hussevelde door … Ivan, die – en danseuse, hij kan ook niet anders zo zonder
zadel – me fluitend voorbijklimt. Mario
PS. Marc beweert
altijd dat niets uit mijn verslagen klopt. En zie, deze keer moet ik hem
gedeeltelijk gelijk geven. Want, behalve het feit dat hij voor de tweede keer
naar het feestje van de 40-jarigen ging, klopt er niets van wat ik hier over
Marc geschreven heb. Was dat nog niet opgevallen misschien?
PS. In het
Vrijgeweide veroorzaakt Danny een heftige discussie over het juiste gewicht van
Rudy, die thuis was afgeslagen. Volgens Danny weegt Rudy nog geen 80, volgens
anderen weegt hij minstens 90. Alle onderdelen worden gewikt en ‘gewogen’, maar
we komen er niet uit. Daarom richten we een tombola in. Vraag is: ‘Hoeveel zal
Rudy Rogiers wegen op 31 december middernacht 2002?’ Inleg per gok, een luttele
2 Euro, te storten op mijn, euh op de rekening van de MTB-kas (001-1229213-71).
Eerste prijs: 2.25 m2 gratis voegwerk, kleur naar keuze, geleverd
door Rudy zelf. En we doen er nog een schep op. Prijzen 2 tot 10 zijn negen
troostprijzen: 9 zadels van Ivan, met nog zweet aan van de grootmeester zelve.
Rudy wordt op 31 december 2002 in Adamskostuum gewogen op het Kerkplein in
aanwezigheid van gerechtsdeurwaarder Mister Van Backlé. Gevoelige vrouwen niet
toegelaten.
Mannekes, mannekes.
Als dat zo nog lang gaat duren, zal het hier rap gedaan zijn. Voor den dezen
toch. 12 km naar Lokeren, daar een rit van 45, en 12 terug. Voor wie kan
rekenen, zo goed als 70 km, waarvan 30 door modder, bos en kassei en waarvan de
laatste 40 voor mij, Jan, Alain en Ivan pompen of verzuipen waren. De duwen in
de rug van Rudy en Danny waren meer dan welkom, en dat was lang geleden, maar
het is harde realiteit. Pas thuis om kwart na 12 zonder ommetje langs en
nabespreking in ons stamcafé. Jongens, wat heb ik weer afgezien. Neen, dit kan
niet meer zijn, dit is geen hobby meer. Voor de andere 6 waren er geen
problemen. Een verrassend sterke Raf (meer dan 52 nu al) en een soepel rijdende
Dirk, voor wie het bijna iedere week afzien is, maar deze week liep het
vanzelf. Het kan verkeren. Voor Luc en Karel waren er ook geen problemen. Om
jaloers van te zijn. Rudy had niet zo goeie benen, zei hij, maar ik wil nog wel
eens een paar weken die van mij wisselen voor zijn slechte. Rijdt er dan nog
een gast mee die nog zotter is dan wij. Die kwam van Merelbeke, en terug, en
voorwaar, hij reed bijna even sterk als Rudy in het veld en even sterk als
Danny op de baan. Die laatste heb ik wel vervloekt toen het op de baan zo rap
ging dat ik de rol verschillende keren moest lossen. Zondagmorgen vroeg
opstaan, in de kou vertrekken, 3 uur aan een stuk alles geven wat er in je lijf
zit, versleten en pompaf thuiskomen, dan nog die velo moeten kuisen, smerige
kleren wat proper maken voor de was, een bemodderd en bezweet lijf wassen, de
rest van de dag maar half helder zien door vermoeidheid en door modder in de
ogen. Ziedaar, mountainbiken met de Kawacko’s. Nee, het is echt een hobby die
ik iedereen kan aanraden. Nog melden dat we te laat vertrokken doordat Ivan
niet kon beslissen of hij nu met of zonder zadel zou rijden. Hij was het nu
gewoon zonder, maar dat achteraf chirurgisch verwijderen van die fiets uit zijn
achterwerk was er hem toch teveel aan, zodat hij toch maar met zadel aan de
start verscheen. Mario
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
De zwaarste storm sinds 10 jaar woedt over
Europa. Er zijn er 5 aan de start: Rudy, Bart en Raf, Jan en Christ. Ik was er
zeer graag bij geweest. Op hemelvaartsdag 2000 belandden we ook zo in een
orkaan. Onvergetelijke belevenis. "Macho-gedrag" zegt mijn vrouw,
maar neen, echt waar, het is opperste zuiverste natuurbeleving, het gevecht
tegen de elementen en dat kan niet zonder een portie schrik. De veif zein
vijlig terug thuis geraakt. Ze hadden de bomen gezwicht. De volgende storm ben
ik er zeker bij! Mario
Eindelijk, terug
van (5 weken) weggeweest! U hebt het waarschijnlijk al door, dit is nog eens
een verslag van uw interim verslaggever. Ik zie het u al denken, … eindelijk nog eens
een verslag met daarin de waarheid en niets anders dan de waarheid! En gelijk
hebt u.
Het was een
georganiseerde rit in en rond Kalken met start en aankomst in het Wilbragebouw.
Een puike organisatie van onze Kalkense wielertoeristenclub “Calckine” met om en bij de
700 deelnemers.
Ik ga niet al de
namen noemen van alle KWB mountainbikers die meegedaan hebben, zo kan er mijn
niet aangewreven worden dat ik weer eens iemand over het hoofd gezien heb. Wat
ik wel kan zeggen is dat Mario er niet bij was. Gelukkig voor mij want mijn
wederoptreden na 5 weken inactiviteit gaf weer aanleiding tot “snot en slinger
toestanden” zoals in (lang)
vervlogen tijden. Ik mag er niet aan denken wat Mario hierover weer zou
geschreven hebben, maar ja hij was er niet bij …
Ik was niet de
enige die mijn wederoptreden vierde die dag, ook onze alomgeliefde sponsor Rudy
V. was terug van de partij en dat na een afwezigheid van verschillende maanden.
Een aantal onder ons dachten dat hij niet meer zou mee rijden, want geef toe het
is niet evident dat een man “op rijpere leeftijd” na een drietal maanden van
inactiviteit, terug zijn plaats inneemt in “het peloton”.
Over de prestaties
van “de zotten van de
bende van Rogiers” (zoals we door
sommigen genoemd worden) kan ik niet veel schrijven. De reden hiervoor is dat
ik bijna gans de rit achteraan reed (uit solidariteit met Rudy V. …) in het gezelschap
van Rudy R. en Danny F. wiens armen op het einde van de rit minstens evenveel
pijn zullen gedaan hebben als hun benen. Wie er ook nog in ons gezelschap
achteraan vertoefde was Ivan R., precies alsof die ook al een aantal weken niet
gereden had of was de oorzaak ergens anders te zoeken … ?
Het moet gezegd
worden, de “wederoptredende” konden het tempo
van de anderen niet bijhouden. Dat tempo lag bijzonder hoog, en om zich een weg
te kunnen banen tussen de vele deelnemers op het parcours moest men regelmatig
het lied aanheffen met het alomgekende refrein “rijen, rijen, rijen,
stoempen, stoempen,stoempen, uit de weg loempen”.
Dat parcourskennis
van grote waarde kan zijn werd nog maar eens bewezen in deze rit. Toen we naar
het einde van de rit toe ongeveer halfweg van de Kalkense Vaart linksaf moesten
langs “het wegeltje naar
den Blauwen Steen” wisten de kenners
al wat er hen te wachten stond. Het anders al zo moeilijk berijdbaar paadje
naast een (serieuze) sloot lag er na de regen van de laatste dagen, en na de
passage van een paar honderd mountainbikers bijna onberijdbaar bij. Toch was
daar nog een (onbekende) wijsneus die dacht dat hij wat meer kon dan een ander
en koste wat kost wilde blijven rijden. Gevolg … een prachtige duik (8,5 op
tien), volledig “kopken onder”. Machtig om te
zien gebeuren, goed voor de lachspieren.
Zoals hierboven
reeds geschreven konden een aantal onder ons niet volgen. Die kwamen dan ook
binnen met een respectabele achterstand samen met diegenen die “hand en span
diensten” verleenden
(waarvoor dank). Maar wat zagen wij tot onze grote verbijstering toen wij
aankwamen? De straffe mannen die diep gegaan waren op de fiets waren nu ook
diep aan het gaan aan een “druppelkot” in de omgeving van het
Wilbragebouw. Hoe is het mogelijk !! Mannen toch, ge pleegt roofbouw op uw
lichaam !! Zo diep gaan op de fiets en dan zo diep gaan in de druppels dat is
van het goede teveel. Ge gaat van het ene wat meer moeten doen en van het andere
wat minder. Ge moogt zelf kiezen van wat ge wat meer en van wat ge wat minder
gaat doen …
Interim verslaggever, Marc
Twee keer niet kunnen meedoen en er is veel regen
beloofd, zodat ik er ferm tegen op zie. Een triestig leven dat ik heb! Velen
zouden er in mijn plaats al de brui aan gegeven hebben. Ik moet zeggen dat ik
het ook allang zou opgegeven hebben als ik er bovendien nog moest uitzien als
Marc. Marc was de hele week ziek en ging niet meerijden, maar omdat Rudy
gisteren gezegd had dat hij gewoon een oude zaag werd, verscheen hij toch aan
de start. Zo is hij: liever doodvallen, dan een oude zaag zijn, de oude zaag. Ik
vertrek dik ingepakt, vooral aan de voeten: met schoenovertrekken (zoals de 13
anderen) en dan nog eens met Duck-tape toegeplakt. Als ik thuiskom, stel ik
vast dat mijn voeten toch doorweekt zijn. Ja, zo drie uur door weer en wind
gaan rijden, bestaat er een mooiere bezigheid voor de zondagmorgen?
Maar met die regen valt het nog mee, al ligt alles
er beslijkt bij. Er zijn veel mensen op de wereld, ook zo bijvoorbeeld veel
bomen, er is veel armoede en miserie, maar er is nog meer modder. En ge moet er
eens op letten: Vooral als het geregend heeft. We rijden naar de ingerichte rit
van 30 km in St. Anna, die ons onder andere in omgekeerde richting op het
MTB-parkoers van Waasmunster zal brengen. In totaal leggen we 55 km af aan
ietske meer dan 23 per uur. Rudy en Ivan, Rudy V., Karel, Jan, Raf, Bart, Guy,
Marc, Eddy, Dirk, Luc, Danny, ik. Met zoveel, ondanks het voorspelde weer.
Neen, wij zijn geen doetjes.
Ik zweet me dood in mijn plastic regenvestje en in
St. Anna doe ik het uit. Gelukkig komt er geen druppel regen meer. Danny heeft
een vestje dat 'ademt', zegt hij. Als ik vraag waar hij dat gehaald heeft, zegt
hij dat hij het voor zijn verjaardag van Nancy heeft gekregen. Je hebt toch
gelukzakken: ze verjaren, ze krijgen cadeautjes die ademen, en ze zijn getrouwd
met Nancy. Wist je trouwens dat Danny meedoet met het programma Witte Raven.
Hij is nu van beroep gendarm en ze zullen proberen om er in een maand tijd een
goeie gendarm van te maken. Tja, het programma mag wel eens mislukken ook
zeker, om er de spanning in te houden.
In St. Anna, schrijven we ons in, we draaien de
eerste bocht om, en psjjt, platte band voor Karel. Nele toch! Halfweg het
parkoers een knal van jeewelste. Het is Bart, die samen met Raf het meest
indruk maakte tijdens de eerste helft van de rit. Natuurlijk Bart. Zijn
voorvelg gewoon uiteengeknald. Bart remt nogal graag en bruusk, misschien is
het dat dat zijn velgen het rapst verslijten. Nog een geluk dat het net gebeurt
als we traag een scherpe bocht moeten nemen. De GSM uitgehaald en naar pa Van
Hecke gebeld, die op zondagmorgen nu eens voor de verandering naar Waasmunster
mag rijden. Die mens heeft toch al afgezien met die jongen. Bijna elke week is
er iets mee. Als het zijn hersens niet zijn die hij schudt, dan is het wel iets
met zijn vélo.
De puikste prestatie van de dag komt van Jan
Willems. Die neemt de kop van voor Overmere, blijkbaar aan voldoende hoog
tempo, want niemand voelt zich geroepen om over te nemen, maar bovenal, hij
wint dan nog de sprint ook. Sponsor Rudy, sinds verleden week heropgetreden,
schiet tekort om te winnen, maar daar kunnen we nog inkomen, na 2 maand
afwezigheid. Ivan probeert er nog over te komen, maar niets gekort. Dat valt
ons tegen van onze rassprinter, maar ja, de verklaring is niet ver te zoeken:
ik stond gisteren achter hem in de drankcentrale toen hij zijn drankrekening
kwam betalen. Amai, en ik die dacht dat ik soms eens wat teveel dronk. Broer
Rudy mengde zich zelfs niet in de sprint, zogezegd omdat hij nog wat moest
duwen achteraan de groep. Een flauwe uitvlucht, Rudy! Is het einde van het
Rogiers-imperium aangebroken? Het werd eens tijd zeker.
Als Jan
nu nog met een garde bou op zijn achterwiel zou willen rijden, zou het helemaal
goed zijn. Met zo een weer zonder garde bou en je hebt een gordijn van 10 meter
modderwater achter je, recht in de ogen van je kompanen. Daarenboven Jan, je
spat je eigen gat nat. (Dat is rijmen en dichten zonder dat van mij op te
lichten, al had ik dit, omwille van het rijm, liever tegen Pat verteld). Dus,
ik zou zeggen, doe het niet voor ons, Jan, doe het voor je eigen zelf zelf zelf
en vooral voor je achterste.
Als we om 12 uur vuil en smerig aankomen in het
Vrijgeweide, zitten daar, proper gewassen in koerstenu, gezellig achter hun
ik-weet-niet-hoeveelste pot, Geert en Frank. Ja, dat zou ik met die van ons
niet moeten proberen: haar wijsmaken dat ik ga rijden en op café gaan.
Mannekes, mannekes. Mario.
Nagekomen bericht in verband met de sprint:
er zou een vrouw in de weg gelopen hebben, zodat ze Jan niet konden kloppen.
Jaja. Er was weer een vrouw in 't spel.
Rudy R, Rudy V, Danny, Luc, Guy, Bart, Ivan,
Koen De Bosser en uw verslaggever van dienst zijn de dapperen die de eerste
(relatief) koude zondagmorgen van dit najaar trotseren. Voor Rudy V. was het
zelfs iets te kou en hij keerde vlug huiswaarts om één of ander soort
hoofddeksel te gaan halen. Hij vond het te koud aan de knikker. Zou het dan
toch waar zijn dat er zich een holle ruimte bevind onder zijn schedelpan waar
de kou vrij spel heeft?
Ikzelf verschijn
aan de start zonder achterremmen. Rudy R. had mij wel beloofd dat hij er ging
meebrengen en ter plaatse monteren … op voorwaarde dat ik de zaterdagavond een
bezoek bracht aan de KWB boekenbeurs waar hij achter den tap stond. Van
chantage gesproken.
Nadat Rudy R. de
achterremmen gemonteerd had konden we vertrekken richting Lede.
Nog maar in
Uitbergen aangekomen en Rudy R. moest de 2 snelheidsmaniakken Bart en Danny
reeds ter orde roepen. Ze vertrokken aan zo een hoog tempo dat er na een paar
kilometer al een paar onder ons een kleurtje kregen dat er niet gezond uit zag.
Maar te snel rijden eist zijn tol, vorige week ontplofte de velg van Bart (zijn
fiets) en deze week was het de beurt aan Danny. Wanneer we Uitbergenbrug waren
opgeklauterd als echte cyclocrossers met de fiets op de schouder was Danny zo
gehaast (want hij was als laatse boven) dat hij nogal onzacht op de fiets en af
den trottoir vloog met als gevolg een enorme pattat … de velg uit elkaar
gereten … over en uit.
Ge zult het al
gemerkt hebben bij het lezen van de namen in het begin van dit verslag dat er
een nieuwe meereed. Nu het officiële wielerseizoen afgelopen is zijn er een
paar van die echte coureurs die hun conditie op peil willen houden en die
vinden er dan niet beter op om met ons mee te rijden. Koen De Bosser (ik hoop
dat ik zijn naam juist schrijf) is zo iemand, en dat hij poer in de benen
heeft, heeft hij al bewezen door het Kalkens kampioenschap op rollen te winnen.
Gelukkig is Koen nogal nen wijzen mens en spaart hij ons, zeker op de weg, in
het veld durft hij wel serieus doorduwen… maar ja zo zijn er nog.
Ook de deelname van
Tim Roels was aangekondigd, maar het zal voor een andere keer zijn.
Als ik in zo een
gezelschap kan fietsen wordt het misschien wel eens tijd dat ik startgeld ga
vragen …
De rit is vrij
rustig verlopen. Dat was maar best, want verschillende veldstroken lagen er
enorm zwaar bij. Er was zelfs tijd om even te stoppen en een banaantje te
nuttigen, Rudy V. merkte terecht op dat dit reeds lang geleden was.
Guy had naar het
einde toe een beetje pijn in de rug. Ofwel was dit het gevolg van zijn modder
valpartij in de velden van Lede, ofwel heeft Rudy R. hem te veel en te hard
geduwd?
Dat de spurt op het
einde steeds belangrijker wordt zagen we toen we huiswaarts keerden. In
Oordegem, lichtjes bergop en lichtjes wind tegen zat Bart op kop met daarachter
Guy die geduwd werd door Rudy R. Ineens besefte Bart dat hij zijn winstkansen
in de spurt aan het verspelen was en zwenkte links weg zodat duwende Rudy en
geduwde Guy pal in de wind kwamen te zitten. Dat kon ik niet aanzien, en met de
weinige kracht die nog in mijn benen zat heb ik mij maar op kop gezet. Koen had
het direct in de mot en kwam mij daar nogal snel aflossen en hield een goed
tempo aan tot in Wetteren, waarvoor dank.
Op het einde van
“de langen end” de tweede ontploffing van de dag. Niemand heeft iets gehoord of
gezien, maar ik heb het gevoeld … het waren mijn benen! Door die “ontploffing”
ben ik maar afgedraaid in de Krimineelstraat met als gevolg dat ik die heerlijk
verfrissende Leffe(s) in het Vrijgeweide heb moeten missen.
Interim
verslaggever, Marc
Bijkomende opmerking. "Marc, uw benen zijn al
ontploft." Ik zou zeggen: "Doe zo voort! Nu nog de rest."
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
De
eerste dag van de laatste maand van het jaar. Jaja ’t ga rap. Ondanks de
dreigende wolken, en strakke wind, toch 9 moedigen op het kerkplein. Benjamin
Bart, Senior Raf, Jan W., Geert B., Eddy T., Dirk H., Guy R., Rudy en Ivan R.
Omdat er in de nabije omgeving geen ingerichte tochten zijn, vertrekken we
richting Wachtebeke, voor wat een rustig herfstritje moet worden (sleurbeest
Danny is er immers niet bij).
Als
kleine variatie op onze aanlooproute, besluiten wij via Hussevelde te rijden,
om daar, ter hoogte van de Steenbeek een nieuw stukje mountainbike-parcour aan
ons roadbook toe te voegen. Eens deze klip genomen, vervolgen we gejaagd door
de wind onze rit, het tempo mooi boven de 30 houdend. In Zeveneken herinnert
Rudy, Bart nog eens fijntjes aan zijn techniek om “borduren” te nemen. In de
laatste rechte lijn voor het domein wordt de snelheid nog een beetje opgedreven
tot boven de 40, kwestie van te tonen dat zoiets zonder Danny ook kan. Wanneer
we het domein binnenrijden, herinneren de vele tientallen ontwortelde en
afgeknapte bomen ons aan de najaarsstorm van enkele weken geleden. Geert B. is
hiervan zodanig onder de indruk dat hij in een vlaag van solidariteit met de
uitgewaaide bomen eveneens tegen de vlakte gaat. Deze rijstijl, ook wel
moreduiken genoemd, lijkt zeer confortabel, maar is echter niet zo efficient.
Daarom besluit Geert dan ook maar de rest van de rit op zijn velo te voltooien.
Valt het trouwens op dat de verslaggevers Mario en Marc er niet bij waren?
Mario had familiale verplichtingen in ‘t buitenland (Poperinge), en Marc heeft
ook nog een ganse week om iets te verzinnen. Om redenen welke straks duidelijk
zullen worden, vond ik dat dit verslag echt niet kon ontbreken, en ben ik zelf
maar in de pen gekropen. Enfin, het lag zwaar zoals dat heet, en na een van de
vele slechtste stroken sluiten Dirk H. en ikzelf weer aan bij de groep. We
proberen ons nog uit de slag te trekken door te zeggen “ We hebben Guy
opgewacht, maar hij kwam maar niet af”, maar Guy had zich opgeofferd om een
alternatieve route uit te stippelen, en stond ons even verderop fluitend op te
wachten. Nadat we een volgend vettig stuk achter ons laten, en het zwart van
voor mijn ogen begint weg te trekken, zie ik Eddy T. met een brede grijns naast
mij rijden. Ik vraag hem wat hij zo plezant vind. Hij antwoord doodleuk “veel
moore en wind op kop, zo heb ik het ‘t liefst.” Ik zit te moe om te reageren,
maar denk er het mijne over.
De weg
naar huis gaat tegen de wind, en sommigen proberen mij de kop op te dringen
(brede ruggen vangen veel wind), maar Bart zet zich vooraan en klieft als het
ware door de wind. Wat wil je met zijn profiel. Op de brug van de Bontinkstraat
krijgen ik en nog een paar anderen het moeilijk, en vallen stil. En zowaar komt
Rudy ook in de problemen. Wat wil je, met slechts 2 handen om te duwen, en 3 à
4 ruggen om geduwd te worden.
Eens
terug op Kalkens grondgebied worden de posities voor de eindspurt ingenomen,
maar net na het oversteken van de Gaverstraat probeert Jan W. het op een
diefje. Iedereen kijkt naar iedereen, en meter na meter rijd Jan weg. Pokerface
Rudy wacht rustig af, en één na één rijden de anderen ons voorbij, tot alleen
Rudy, Bart en ik nog overblijven. Dan acht ik mijn tijd gekomen, en plaats een
splijtende demarrage. Niemand blijkt te volgen, en de koplopers worden ter
plaatse gelaten. Als ook Jan er moet aangeloven, kijk ik even om, probeer met
mijn tong niet tussen mijn ketting te draaien, en zie dat de buit binnen is.
Mijn gloriedag is aangebroken.
Mijn
schrijfstijl mag dan niet zo vlot en gepolijst zijn dan die van Marc en Mario,
maar een verlaggever die op het einde wèl kan afwerken is toch ook een iets
anders.
Uw
verslaggever Ad Interim Bis. Ivan.
Het is heel goed mogelijk, beste lezer, dat U bij de
aanvang van dit verslag een sterk onwelriekende geur gewaarwordt. Probeer eens
om hevig met het achterblad van de Kraak te wapperen. Helpt het niet? Probeer
eens met de volledige Kraak te wapperen. Helpt het nog niet? Nee zeker. Ramen
en deuren open! Geen avans? Geen nood, als U verderleest gaat het vanzelf wel
over. Deze onaangename gewaarwording is vermoedelijk veroorzaakt door het lezen
van de laatste zin in het voorgaande verslag. Het is algemeen geweten dat er
niets zo stinkt als eigen stoef. Ja, het was nu eenmaal de afspraak dat Ivan
het verslag mocht schrijven als hij de sprint won (let wel, Marc en ik reden
dus niet mee). Anders wou hij niet met ons meerijden. Hebt U zich al afgevraagd
waarom dit na al die tijd pas het eerste verslag van Ivan is? Kijk, tot nu toe
heb ik altijd veel respect betoond voor Ivan en heb ik geprobeerd om de goeie
kanten van deze jongen te belichten, een verwezenlijking die zwaar onderschat
wordt, maar nu kan Ivan het op zijn buik schrijven. Daar is trouwens toch
plaats genoeg en er komt er elke week nog bij. Maar goed, zegt het spreekwoord
niet: "Klein gerief moet onder een afdakske hangen."
Dat dat dan juist moet gebeuren nu ik na een maand
mijn wederoptreden doe. In 2 jaar zo slecht niet gereden als vandaag! Ik had
zelfs Ivan in de sprint niet kunnen kloppen, zo slecht dat ik reed. En dan zijn
we net nog met 17 aan de start, zodat ik afga voor het hele peloton. Iedereen +
Koen De Bosschere was er, behalve Bart en Marc. Bart deed mee aan het Belgisch
Kampioenschap MTB duathlon, categorie 17-21 jaar, en werd er – als jongste –
derde. Dat is nog eens wat anders, hé, Ivan, dan een sprint winnen waar Marc en
ik niet aan meedoen. Het was een ingerichte rit in Overmere. Van het parkoers
herinner ik me hoegenaamd niets. Het was wel koud. Toen ik de klodders modder
van mijn velo wilde afschudden, gebeurde er niets: vastgevroren. Op de drank in
mijn drinkpulleke stond er ijs. Mannekes, mannekes, heroïsche toestanden.
Meiskes, meiskes, waren mijn benen maar iets heerowiesser geweest. Ik ga alleen
degenen noemen die mij geduwd hebben - met excuses als ik iemand vergeet, maar
ik was in een toestand van bewustzijnsvernauwing: Rudy en Danny natuurlijk,
maar Koen nog meest, en ook Geert, Karel, Raf, en Ivan. Ja, dezelfde. Maar dan
wel zo met zijn arm rond mijn nek, meer om eens met mij te lachen, met zo een
vettig lachje van 'En, gaat het niet, jongen?'. Rudy wijt mijn prestatie, of
gebrek daaraan, aan de achter-quiz activiteiten van vrijdag, toen Rudy, Dirk De
Mulder, Eddy Cocquyt en ik, op de KWB-quiz in Dendermonde de KWB Kalken kleuren
verdedigden (9° op 43, niet slecht als je weet dat er 6 of 7 van die ploegen
vol 'freaks' of 'nerds' meededen). Maar het ligt aan de lange inactiviteit en
vooral aan een voetbalmatch gisteravond. Voetballen en more-vélo, het gaat niet
meer samen. Ik ben dan ook geen 42 meer. Ik ben ook Luc Krick niet, de
KWB-sporter bij uitstek: zaterdag veldvoetbal, zondag MTB en maandag
mini-voetbal. Ik ben ook Ivan niet, gelukkig. De afgang is steil, want een
maand geleden was ik nog in gloeiende vorm, zelfs Karel zei het. OK, stop al
maar met dat wapperen met het achterblad van de Kraak. Dat zal volstaan! Als
die afgang even steil doorgaat, kan ik volgende week terug op mijn driewielerke
gaan rijden.
Ik denk dat Rudy de sprint won, gezien het lawaai
dat hij maakte in het Vrijgeweide.
Mario
In plaats van 17 gelijk verleden week, zijn we maar
met 8. Rudy en die zijn broer, maar die zijn naam ben ik eventjes vergeten. Als
ik me goed herinner, heeft hij ooit nog eens een sprintje gewonnen, maar
aangezien hij het verslag weeral niet schrijft ... Raf, Bart, ene Frank (ook
een MTB duathleet), Krist, en Guy, die volhoudt, zelfs al is er weinig
progressie te merken. Guy heeft nu al een put in zijn rug, waar de hand van
Rudy perfect in past. 'Kan die dan niet van U blijven als ge rijdt?' vraagt Guy
zijn vrouw. En Marc weeral niet. Jongen, wat gebeurt er? Ik mis je droge humor.
Zeker als het regent. De lage opkomst is te wijten aan the Night of the Proms,
waar een groot deel naartoe is geweest. En zeggen dat het volgende week
Biggetjes van K3 is. Dan gaan we al die mannen weeral niet zien! Jan is er ook
niet, omdat hij zelf een fuifje had voor zijn verjaardag, alwaar hij een
spatbord kreeg voor achteraan op zijn vélo. Niet gelijk Danny, want die heeft
een garde bou die ademt.
We doen een korte ingerichte rit. Slechts 25 km.
Maar dan wel erg vettige kilometers en in Dendermonde, zodat we toch weer aan
65 km zitten en er weer geen tijd is voor achteraf beschouwingen. Spijtig voor
Rudy, die tegen klasbakken als Bart en Frank de sprint wint met de vingers in
de neus. Ik moet niet meer geduwd worden, maar er staat nog geen vet op de
soep. Het is een rit rond voetbalvelden (Boonwijk, St. Gillis, Lutterzele) en
over en onder allerhande bruggen. Bart valt alweer 3 keren. Als hij dat nog
afleert, wordt hij volgend jaar Belgisch Kampioen MTB duathlon. Mario
De
Moreduikers
Alweer de laatste rit van 't jaar. Verleden week
waren er maar 5 dappere zotten aan de start omdat het rond 9 uur bakken goot.
Nu zijn we met 17: Rudy R en Rudy V, Dirk H en Dirk VDV, Frank H, Geert B,
Karel V, Jan W, Bart V, Marc R, Piet VP, Guy R, Danny F, Luc K, Eddy T en den
deze. Maar het weer is niet veel beter. Doorweekt zijn we als we thuiskomen. De
asfaltwegeltjes liggen er al even smerig bij, en daar heb je bovendien veel
meer last van opspattend water, ook al omdat we dan dichter op mekaar rijden.
Een nieuwe erbij, Tom. Een geoefend oog ziet meteen dat hij niet scherp staat.
Overgewicht, een beetje gelijk Ivan toen die begon, maar bijlange zo erg niet
natuurlijk. Ivan is er weeral niet bij, maar het is dan ook algemeen geweten
dat gazettecoureurs niet graag nat worden. We vragen aan Rudy een parcours met
zo min mogelijk more voorzover dat mogelijk is met zo een weer. Eens naar Lede,
zegt hij, maar zover niet, juist efkes over de Schelde. Hij vergeet erbij te
vertellen dat we dan wel langs Serskamp terugkeren en zoals u uit vorige
verslagen weet, smeriger kunt ge niet vinden. Een parcours op maat van Dirk
Hanselaer, die er verleden week ook al bij was. Een echte moreduivel dus. Ja,
die vakbondsmannen van het ACV zijn niet rap van iets vies, blijkbaar. Halfweg
houdt Tom het voor bezien, en daar kunnen we best inkomen. Zijn eerste rit is
meteen een echte modderdoop. Hopelijk hebben we de lat niet zodanig hoog gelegd
dat hij al meteen de moed opgeeft. Bart denkt dat we in de ronde van Pakistan
rijden met al die zwarte, maar ik hou het op de ronde van Burkina-Fasso, daar
zijn ze nog zwarter. Jan rijdt rond met zijn nieuwe garde bou, van zijn
verjaardag. 't Is te zeggen, tot halfweg, daarna is het met een stompje. Heeft
hij daar meteen al zijn schone cadeau om zeep geholpen, zeker. Is het nu
wachten tot zijn volgende verjaardag voor een nieuwe? Piet Van Poucke doet ook
nog eens mee. Eerst sakkeren over zijn slechte conditie en zijn kwetsuren,
zoals we van Piet gewoon zijn, en dan meerijden met de besten vooraan, zoals we
ook van Piet gewoon zijn. Danny heeft weer een plezant potsken op. Danny is van
zichzelf al om te lachen, maar met zo een potsken op is hij helemaal
'pots'ierlijk. Ik moet zeggen, Guy rijdt niet slecht vandaag. Potten breken
gaat hij nog niet doen, maar misschien begint er nu toch vooruitgang in te
zitten. Wie ook in vorm is, is Marc, ondanks de hoge inactiviteit, in het
fietsen dan toch. Wat drinken betreft, drinkt Marc er nu altijd 2
tegelijkertijd, een met de linker en een met de rechterhand. Dat komt omdat Dr.
Stuer ons heeft wijsgemaakt op de Bewogen Vertellingen dat je je hersens kunt
masseren en verbeteren door veel met de schouders op en neer te bewegen.
Vandaar dat Rudy, die ganser dagen voegt, zoveel quizkennis heeft? De dokter
had er wel moeten bijvertellen dat er eerst iets te masseren moet zijn, Marc.
Na de brug in Wetteren blijkt dat Bart en ik een gat van 100 meter hebben
geslagen. Bart is meteen akkoord om een lange ontsnapping op te zetten en ze
eens achter ons te laten koersen, maar de sm...lappen rijden nog eens via de
Scheldedijk naar Wetteren ten Ede. Wij remonteren en – ja, ik kan er ook niet
aan doen – als ik in het veld weer alleen voorop zit, beginnen ze te roepen dat
het niet rechtdoor maar linksaf was en meteen moeten ze daar al weer beginnen
van domme Westvlaming al hier en domme Westvlaming al ginder. Maar dan komt
Rudy en is het toch rechtdoor, haha. Ja, mij ga je niet horen zeggen dat
Oostvlamingen dom zijn, maar veel slimme zitten er toch niet tussen bij de Kalkense
moreduikers.
De sprint wordt in gang getrokken door Dirk H., die
al kwaad was omdat we niet nog eens in de modder rond het kasteel van Laarne
ploeterden. Hij krijgt er maar niet genoeg van. Maar deze keer reageert Rudy
meteen en rijdt hij gewoon iedereen los. Ook nu weer geen café voor de meesten,
want teveel schrik dat ze dan teveel afkoelen en weer koud op die vélo door de
regen moeten. We zijn maar met vier dappere die nog meer schrik hebben om met
dorst te moeten thuiskomen .... Mario
Een verslag met een beetje vertraging, maar ik wilde bewust de
commentaren op mijn eerste schrijven afwachten. En terecht zo blijkt. Sorry
Mario, het spijt me, ‘k zal’t echt nooit ne meer doen. Het is natuurlijk
algemeen geweten, dat de waarheid soms hard aankomt, maar het was niet mijn
bedoeling U te kwetsen. Ik wist echt niet dat de stoere mannen uit Poperinge zo
licht geraakt waren. Serieus nu, het verslag.
Het is wreed gevroren, maar warm ingeduffeld verzamelen de moedigen
opnieuw onder de kerktoren. Na het uitwisselen van de beste nieuwjaarswensen,
vertrekken we richting Wetteren voor de ingerichte tocht van The Bridge. Er is
ook een gastrenner bij. Op het nieuwjaarsfeest van de familie Roelandt heeft
Marc in een vlaag van overmoed zijn kozijn, Martin, uitgedaagd om eens mee te
rijden met ons bende. Marc zou het dan wel eens tonen, hoe goed zijn conditie
wel is. Wie echter niet op het appél aanwezig is, ….. Inderdaad, hemzelve.
Bezorgd als wij zijn, passeren wij even aan zijn deur, om na te gaan of hij nog
onder de levenden is. Wanneer de deur opengaat, zien wij Marc’s grootvader
staan. Alléé, dat denken wij toch, maar het blijkt Marc zelf te zijn. Dus wij maar
verder zonder hem.
Eenmaal de tocht aangevat, blijkt dat door de vrieskou, sommigen
problemen hebben met het materiaal. Bij een zoveelste panne besluiten Frank en
ikzelf rustig verder te rijden, om niet volledig te verkleumen van de kou. De
rest haalt ons later wel bij.
Een kapitale blunder, zal later blijken, want we hebben niemand van de
groep nog teruggezien. Niemand???. Of toch wel. Een dik uur later zien we Karel
V. aan de kant staan. Als we hem vragen hoever de anderen nog achter zijn,
blijken zij al ver voorop te zitten. Karel zelf is achter gebleven na
aanhoudende problemen met zijn vastgevroren “pioen”. Eerst hebben de
mechaniekers van dienst geprobeerd de panne te herstellen, door
achtereenvolgens op de pioen te blazen (warme lucht), en te plassen (warm water),
maar niets mocht baten. Later probeert Karel nog met warme soep van de
bevoorrading, maar het was soep zonder ballekes, en met vet-arme
bouillonblokskes. Met z’n drieën beëindigen we de rit, en de anderen blijken
inderdaad al bijna thuis. Tot op heden weet nog altijd niemand wanneer zij ons
voorbij gereden zijn. Ik heb wel ne keer nen trok gevoeld, misschien waren zij
dat wel.
P.S. Nog even dit. Mario, als je in uw verslag spreekwoorden of
zegswijzen aanhaalt, gelieve deze dan juist te gebruiken. Het is niet “Klein gerief hangt onder een
afdaksken” maar goed gerief. Verslaggever
Ad Interim Bis, Ivan.
Vandaag rijden we naar de ingerichte tocht van Husdine in Destelbergen.
Het vriest nu al een week aan een stuk en bijgevolg ligt het parcours hobbelig
en keihard. Er is keuze tussen 25 – 35 en 45 km. Natuurlijk gaan wij voor de
tour van 45 km, de rest is voor de kinderen en bejaarden. Aangezien het overal
goe bolt, voel ik mij in mijn element, en op een mooi recht stuk veldweg pak ik
de kop, en geef er een lap op. Niemand komt mij voorbij, het lijkt wel op ik
vleugels heb. Maar het lijkt alleen maar zo. Op het einde van het rechte stuk
ga ik tegen de grond met een smak van 7.3 op de schaal van Richter. De
commentaren liegen er niet om. 8.8/10 voor techniek en moeilijkheidsgraad, en
9.3/10 voor uitvoering. Een totaalscore van 18.1, terwijl de limiet voor de
Olympische Spelen op 18.5 staat. Dzju toch, net niet. Mijn ego en mijn ribben
gekneusd, en een pijnlijke knie en heup zijn het resultaat.
Danny F. voelt zich ook in zijn sas. Wanneer hij aan de bevoorrading
lachend binnenkomt, vertelt hij dat hij onze Wigny-kok Heidi van de baan
gereden heeft. Wat hij er niet bij zegt, is dat hij ook tegen de vlakte gegaan
is, maar een gat in zijn broek en een schaafwondje in zijn gezicht, verraden
hem.
Als ik kort na de bevoorrading voor de tweede keer lek rijd, zakt mijn
moraal volledig in mijn schoenen, en besluit ik aan de volgende splitsing de
toer voor kinderen en bejaarden verder af te werken. Marc R., zoals altijd de
goedheid zelve, offert zich op om mij op mijn kalvarietocht te begeleiden.
Geert B., wegens een maand zijnen velo niet gezien, en Guy R. wegens te moe,
volgen. Al de rest doet den toer voor grote mensen. Voor de statistieken: Frank
H. valt nog twee keer plat, en Marc R. ook nog eens. Danny, die blijkbaar aan
het trainen is voor een triatlon, gaat na de rit al lopend naar huis. Goed
geprobeerd Danny, maar normaal begin je met zwemmen. Verslaggever Ad Interim
Bis, Ivan.
Reeds
om 8 uur vertrekken we met een man of 17 naar Kluisbergen. We rijden rond langs
Wetteren om de 3 Wetteraars op te pikken. Dan zet de karavaan zich op weg. Rudy
V. heeft nogal gas met zijn camionette, zodat het ook gas geven wordt om hem te
volgen. Het is al de 3° keer dat ze in Kluisbergen meedoen, maar voor mij pas
de eerste keer. Ik ben er de hele week zenuwachtig van geweest, omdat ik niet
echt in vorm ben (de winterplagen) en ook al omdat ik nog maar zo weinig heb
meegedaan dit jaar. Blijkbaar ben ik zo nerveus dat ik net voor ik vertrek mijn
ontbijt - dat ik net zo mooi had opgegeten, weer helemaal naar buiten werk. Nog
nooit meegemaakt. Zo een zware inspanning mag ik dus met een lege maag
aanvangen. Daar word ik nog nerveuzer van. Meer dan 2000 man aan de start. We
rijden al 2 km met de fiets bergop eer we aan de sporthal geraken waar de start
is. 10 van ons doen de 45 km, 10 doen de 25. Die laatste 10 beklagen het zich
wel, want zo een eind rijden voor zo een klein ritje, dat dan nog vooral over asfalt
gaat. Alleen de Patersberg en de Kwaremont krijgen ze voor de wielen. Ondanks
alles doe ik toch maar de 45 mee, en het lukt aardig, ook al omdat het dit jaar
inderdaad veel asfalt is. Een mooie rit, maar toch wat teveel volk. En zo een
bos ziet er natuurlijk proper uit als daar 2000 fietsers zijn gepasseerd.
Karatekid Karel let op de baan efkes niet op en haakt eventjes aan een andere
fietser. Hij rolt over het wegdek, recht de beek in, maar komt mooi op zijn
achterpootjes terecht, in spreidstand over de beek. Zo maakten onze
overgrootmoeders indertijd hun water. Mooi gevallen Karel – zo zie je dat
karate ook in het mountainbiken van pas komt, maar het is wel geen zicht. Kom
maar rap weer uit die beek. Na de rit wacht ons een koude douche, met name een
koude douche. Niet verwonderlijk dat het warm water op is als er zo een 1000
man douchen. Het schijnt dat de nabespreking in het Weike lang is uitgelopen.
Maar daar waren Rudy, Jan en ik niet bij, want wij waren om een nieuwe vélo in
Geraardsbergen. Wacht maar, mannekes. Mario
Met 12 naar Grembergen, om aldaar een rit van 40 km
te doen. De feestmaaltijd ter ondersteuning van Tim Roels heeft weer
slachtoffers gemaakt, want bvb. Marc (die gisteren nog zijn vélo stond te
kuisen en zichzelf dus blijkbaar nog altijd niet kent), Rudy V. en Eddy T.
waren er niet. Karel wist van die rit in Grembergen, maar kan zelf niet mee.
Als we na kleine 20 km in Grembergen komen, is daar geen mountainbiker te zien.
De Karel heeft ons goed liggen, denken we, maar dan blijkt er toch iets
ingericht, alleen is er weinig opkomst. Aan de eerste bevoorrading besluiten
Guy en Dirk om de 25 te doen. Het is dan al kwart voor 11. Was ik maar mee
geweest. Volgende keer ga ik mijn verstand gebruiken.
Raf, Luc, Jan, Bart en zijn vriend Frank, Rudy en
die zijn broer Ivan, Danny en die zijn vélo, pompier Peter en ekik doen de 40.
Schoon en vettig parcours, met lange, lastige stukken, daar niet van. En het
blijft droog tot zo tegen de middag.
Als we op 3 km van de aankomst op de baan Lokeren-
Dendermonde uitkomen, is mijn pijp uit en wil ik direct naar huis rijden. Maar
nee, we moeten persé eerst nog naar Grembergen, omdat ze allemaal denken dat we
allemaal prijs zullen hebben met de tombola omdat de opkomst zo laag was. Maar
het wordt noppes, niente, niets, nada. Zes km voor niets bijgereden. De lange,
natte terugweg is er voor mij teveel aan. Al zijn er een paar die ook wel eens
de rol moeten lossen, ik ben er het ergst aan toe. Ik denk toch dat ik hier te
oud voor aan het worden ben, zeker als ik zie hoe dergelijke inspanning voor de
meeste anderen van onze bende niets voorstelt. Voortdurend in het opspattend
sop, verdrink ik bijna. En mijn benen willen niet meer mee, zodat ze me
regelmatig mogen bijduwen. Pas om halfeen thuis. Doorregend, doorweekt,
doorzopen en door en door nat. Verkrampt, verzuurd en ver dood. Uitgeput,
uitgehongerd, uitgeregend en de rest van de zondag uitgeteld. Het duurt 10
minuten voor ik uit mijn natte kleren en doorweekte, 'waterdichte' schoenen
raak. Nog eens 10 minuten voor een douche, maar ik krijg geen warm. En dan
direct mijn bed in waar ik nog een kwartier luidop lig te klappertanden, en een
half uur lig te rillen. In plaats dat ik warmte uitstraal en zo de dekens warm
maak, straal ik kou uit, die van de dekens weerkaatst. Pas na een uur komt er
wat warmte in mijn lijf. Op mijn nieuw speelgoedje, een hartslagmeter, staat
dat ik gedurende 3 uur en een kwartier een gemiddelde hartslag van 157 slagen
per minuut gehaald heb. En eigenlijk zou ik maximaal maar tot 150 mogen gaan...
Genoeg sport gedaan voor 3 maand ver? Mario
De Moreduikers
Eigenlijk moet
ik dit verslag beginnen op zaterdag 1 februari. Zware sneeuwval, uren lang.
Alles ondergesneeuwd, er wordt zelfs een sneeuwruimer ingezet op de
provinciebaan. De mountainbike freaks zien hun zondagse rit verdwijnen als
sneeuw voor de zon, of toch niet? Rudy V. belt Marc R., Rudy V. belt Rudy R.,
Marc R. ziet Luc K., Dirk H. ziet Marc R, … allemaal hebben ze dezelfde vraag:
ga je rijden morgen? Den enen wil niet onderdoen voor den anderen; den enen zot
maakt den anderen zot zot…
Gevolg van al dat heen en weer gebel… 11
zotten aan de start zondagmorgen om 9 uur. Bijna vergeten te vermelden, om 8
uur zondagmorgen belt Eddy T. naar Marc R., ge moogt eens raden waarom.
Met z’n elfjes (is dit geen spellingsfout?)
dus : Rudy R., Karel V., Jan W., Raf V., Eddy T., Dirk H. Marc R., Rudy V., Luc
K., Dirk VdV en een kennis van Bart (van wie ik de naam niet ken).
Wie er onder andere niet bij zijn :
·
Bart: naar, of verloren
gelopen in de Ardennen.
·
Danny F.: bang voor te
vallen (mietje!).
·
Ivan R.: is hij dan toch een
gazettencoureur zoals Mario schreef in een vorig verslag.
·
Mario: nochtans verwacht met
zijn nieuw machien. Ik heb horen vertellen dat hij zijn nieuwe fiets nog niet
heeft omdat hij een paar zaken extra besteld heeft na de zware rit van vorige
week
o
Steunwieltjes
o
Banden gevuld met meewind
(tegenovergestelde van tegenwind)
o
Een elektrisch motortje op
het achterwiel
o
Een handvat achteraan op het
zadel (om rugpijnen te vermijden telkens hij moet geduwd worden)
o
Een verwarmd zadel (zodat
hij (?) niet meer vervroren is al hij thuiskomt)
o
Een stuur in plastic (nee
niet omdat dit lichter weegt, maar omdat dit niet roest wanneer hij erop
zevert)
Ge ziet onze Mario heeft er weer heel wat geld
tegenaan gegooid, als dat maar geen parels voor de zwijnen zijn. Ik kan toch
niet laten om te reageren op het verslag van Mario van vorige week. Hij
schrijft daarin dat het hem wel 10 minuten koste om zijn kleren uit te krijgen.
Ik kan alleen maar hopen voor hem dat dat in zijnen jongen tijd wat vlugger
ging …
De eerlijkheid gebied mij ook te zeggen dat op
het moment dat Mario half dood zijn bed probeerde in te kruipen, ik hetzelfde
meemaakte maar in de andere richting (er probeerde uit te kruipen bedoel ik).
Vol houden Mario, kijk maar eens naar mij …
Nu nog een paar woordjes over de rit zelf.
Velen onder ons hadden gehoopt dat het wat
freewheelen zou worden in de Kalkense Meersen, maar nee het werd een stevige
rit van ongeveer 40 km. Het moet een prachtig zicht geweest zijn met al die
sneeuw, maar we hebben er niet van kunnen genieten. Het was 100% geconcentreerd
rijden, want in een wegeltje rijden met tussen de 5 en 10 cm sneeuw, rechts een
prikkeldraad en links een beek dat vraagt uiterste concentratie en de nodige
dosis stuurmanskunst. Vraag het maar aan Luc K.
We leggen een gekend parcours af, via
Hussevelde naar het Heiende, zo naar Berlare, en via Uitbergen en de Kalkense
Meersen naar ons eindbestemming Het Vrijgeweide.
Wanneer we voorbij Ivan zijn deur rijden zien
we hem voor de venster staan, wedden dat het zal gepiekt hebben omdat hij er
niet bij was…
Er zijn vele mogelijkheden om naar het Heiende
te rijden, en Rudy R. besluit om langs de Vogelzang te rijden. Jawel u leest
het goed, de 2 km lange anders al zo moeilijk berijdbare kasseistrook, nu nog
eens volledig ondergesneeuwd daarbovenop. Dat Rudy R. in hogere sferen geraakt
al hij over de kasseien mag dokkeren, dat weten we al langer. Maar als daar nog
eens 5 cm sneeuw bovenop ligt, dat geraakt hij helemaal in extase. Vandaar dat
hij halfweg de Vogelzang al niet meer te zien was…
Op weg naar de Berlaarse bossen was het heel
voorzichtig te zijn om niet onderuit te gaan. Iedereen zat wat verkrampt op
zijn fiets, genoeg afstand houden, niet te snel, kortom uiterst voorzichtig.
Opeens vindt Rudy R. het nodig om mijzelf en Rudy V. om beurten een flinke duw
in de rug te geven zodat we vooruit schieten op de spiegelgladde sneeuw. Ik
moet zeggen dat zo’n flinke duw in de rug anders altijd zeer welkom is, maar
deze keer was het echt niet nodig.
Dat er in zo omstandigheden maar 1 uitschuiver
was (Raf V.) betekent toch dat de meeste onder ons toch wel iets kunnen met die
fiets tussen hun benen.
Zo een besneeuwd parcours heeft als nadeel dat
ge steeds moet stoempen op de pedalen, nooit licht lopend. Ge kunt niet in het
wiel hangen, te gevaarlijk. Maar het heeft als voordeel dat er niet (kan)
gespurt worden op het einde. Gelukkig maar want voor mij was de kleur van de
sneeuw al overgegaan van spierwit naar donkerzwart.
Na de rit nog wat napraten tussen (soep)pot en
(leffe)pint, en dan naar huis om van de triomftocht van de Belgen in het W.K.
veldrijden te kunnen genieten. Marc
Zeg Marc, was dat dan met of zonder koude
spruiten op uw knie?
St. Lievens-Houtem. Grijs, droog en relatief warm (10 graden). Krist
staat zelfs al in korte broek aan de start. Rudy en ik rijden zonder
handschoenen, maar Rudy kan zijn handen wel voortdurend warmen aan de ruggen
die hij duwt. Verder nog Karel, Raf, Ivan, Guy, Eddy, Jan, Frank Aerssens, die
regelmatig eens begint mee te rijden, Dirk H., Luc, en Danny.
Het wordt een rit van 60 km aan 24 per uur.
Een straffe prestatie, als je weet door welke modderpartijen we nu weer
allemaal geploeterd zijn, met nog klimwerk erbovenop. Nog nooit meegemaakt,
maar op sommige plaatsen is die modder echt een diepe brei. Pap, zeg maar. Dat
komt door de moto's die erdoor ploegen, zegt Rudy. Ja, het wordt een plaag. We
gaan daar eens iets moeten aan doen, zeker. Duizenden MTB-ers en duizenden
wandelaars, wiens rust wordt verstoord en wiens wegelkes kapot worden gereden
door enkele egoïsten op stinkende, lawaaierige moto's, quads en zelfs al 4x4's,
zouden hier toch moeten tegen protesteren.
Danny staat weer verschrikkelijk fel. Altijd
maar weer naar die kop en sleuren, sleuren. Halverwege merkt Eddy iets aan zijn
wiel. Rudy ziet dat zijn velg op springen staat en daarom besluit Eddy maar om
rustig huiswaarts te keren, vergezeld door Guy, die al genoeg heeft afgezien.
Ik geloof dat we dit jaar al meer miserie gehad hebben met velgen dan met
banden. Er rijdt bijna niemand meer plat (alhoewel: als ik er bij ben, ik lees
juist in de andere verslagen het omgekeerde). Terwijl we wachten – Ivan hangt
bij te komen rond een elektriekpaal – slaat mijn hartslag plots op 221, en die
van Karel ook op 221. Blijkt dat die hartslagmeters de beide hartslagen
oppikken en optellen als ge te dicht bij mekaar komt. Onze hartjes van Karel en
mij kloppen saampjes. Alhoewel, we kwamen nu toch ook weer ZO dicht niet, vind
ik.
A propos, Ivan, ik ken mijn spreekwoorden ook wel: Het is inderdaad niet
“Klein gerief hangt onder een
afdaksken” maar goed gerief.
Maar de trouwe lezer weet ondertussen dat ik soms de spreekwoorden aanpas aan
de werkelijkheid.
Ook Raf heeft weer goed op zijn rollen
getraind, want hij is veruit de beste, zeker in de eerste helft van de rit.
Ivan en ik zitten om ter meest af te zien. Wat is dat toch, dat het maar niet
meer wil lukken, en dat ik nu zelfs al maar op het niveau van Ivan meer zit? Zo
laag gevallen. Telkens als Dirk me in het veld voorbijsprint, roept hij:
"Komaan, Mario, pik aan." Eer hij dat gezegd heeft, is hij al weer 5
meter verder. En daarbij, Dirk, met uwen 'Pik aan, pik aan', ik ben geen
kieken, hé. En als ze roepen van 'Pak mijn wiel', dan doe ik dat ook niet meer.
Ze gaan me daar geen twee keer liggen hebben, zulle, want dat doet echt
verschrikkelijk zeer aan uw hand.
Hoe slecht ik ook rij, op de weg tussen
Oordegem en Wetteren, zie ik dat alles relatief is en dat ik eigenlijk nog niet
mag klagen. Ik denk dat we tegen de 40 rijen als we een paar wielerterroristen
inhalen. Op onze dikke vuile vélo's met zware banden, vliegen we die ragfijne
proper opgekuiste fietskes op flinterdunne bandjes voorbij. Ze kunnen zelfs
niet eens aanpikken, en daarom zijn het dus zeker ook geen kiekens.
Luc vertrekt van op kop alleen. Al vanin
Wetteren omdat Danny expres het gat laat vallen. Tot in Kalken alleen op kop
met een kloof van 100 meter maximum. Tot Rudy er komaf mee maakt. Mario
Met 14. Bart, Danny, Dirk, Dirk, Luc, Marc,
Ivan, Rudy, Rudy, Jan, Karel, Eddy en ik. Schoon droog vriesweer. Naar
Waasmunster. 58 km. Een parkoers als een autostrade, naar onze MTB-maatstaven
dan toch. Het parkoers is mooi platgevroren met niet al te veel richels. Zelfs
het zand in Waasmunster ligt hard. Ideaal om eens van de natuur te genieten zou
je denken, maar veel natuurbeleving is er niet bij. Er wordt echt gevlamd. We
vliegen. Volgens Bart 28.5 gemiddeld, wat een nieuw ritrekord betekent, maar volgens
Rudy zet Bart zijn kilometriek te gunstig. Volgens Ivan rijdt Bart volgens zijn
kilometriek zelfs al 10 per uur als hij stilstaat. 27.5 is het volgens Rudy.
Vorige records werden zonder mij gevestigd, en volgens Marc zijn verslagen was
dat net omdat ik er niet bij was. Waarmee vandaag het tegendeel bewezen is. En
had het aan Danny gelegen, dan was het 30 gemiddeld geweest. Het was weer niet
te doen met hem. Er wordt twee keer platgereden, eens door Rudy R., eens door
Bart, toevallig de 2 die met latex binnenbanden rijden. Een nieuw gadget. Wat
is het voordeel van latex binnenbanden, vraag ik en Rudy V. antwoordt dat je er
een knoop kunt inleggen na lekrijden en dat je je binnenband dan nog voor iets
anders kunt gebruiken. In volle sprint knalt sponsor Rudy dan nog tegen een
autospiegeltje. Er is gelukkig niets aan het spiegeltje, maar dat wordt wel een
dikke buil op zijn hand. Jongens, daar gaan nog eens serieuze accidenten van
komen hé, met dat gedoe om in het verslag te komen. In het Vrijgeweide zijn we Dirk
VDV even kwijt, maar hij blijkt naar het WC geweest te zijn. Rudy R. heeft een
simpele uitleg: Dirk voelde dat hij zo goed als leeggereden was, en hij wou
helemaal leeg zijn. Let wel, dit is een gekuiste versie van Rudy's bemerking.
En dan thuiskomen en zelfs uw velo niet moeten kuisen. Dat het nog maar een
paar weken vriest. Mario
Op het turnfeest van Vrank en Vroom
gisteravond waren veruit 3/4 van de Moreduikers aanwezig, omdat de meesten
(Luc, Eddy, Marc, Peter Baetens, Rudy R., Rudy V., Geert, Dirk H., Guy, Raf,
ik) een dochter(tje) hebben dat turnt. Even sportief als hun papa's en even
knap als hun mama's (hum hum – ik hoop dat ik hiermee scoor bij het vrouwvolk).
Karel, Jan, Krist en Bart zijn op het strand van Oostduinkerke gaan fietsen.
Onzen Bart zet een schitterende prestatie neer in de Coast Race
(www.neverest.be) en eindigt als 9de bij de Junioren. Hij werd dan ook op het
podium geroepen alwaar hij een zwemeendje en een strandschepje in ontvangst
mocht nemen. En d'r zat nog veel meer in ... als Bart geen 10 keer gevallen
was!!! Eddy is gaan raften. Danny moest werken. Geert en Frank zitten met
andere bezigheden. We dachten dan ook dat we met niet teveel gingen zijn, maar
er staan er toch 11 aan de kerk. Marc, Rudy V. en ik hebben gisteren dankzij
ons drankmisbruik de turnclub nogal zwaar gesponsord, maar we staan toch fris aan
de start. Verder nog Dirk H en Dirk V, Peter B., in een vorig verslag
verkeerdelijk als Peter pompier bestempeld, maar dat was een
persoonsverwisseling van mijnentwege, waarmee u ziet dat zelfs de allerbeste
verslaggever (van de 3) zich kan vergissen. Verder nog Frank A., de brothers
Rogers, Luc, en Guy. Dirk VDV staat er, na zijn mindere prestatie verleden
week, met een nieuw fietske. Amaai, zegt Marc, als ik iedere keer dat ik slecht
rij, een nieuw velo moest kopen, ik zou er wel mee zijn. Dat is waar ook, Marc,
zo ieder jaar 52 velo's moeten kopen. Rudy zou kunnen stoppen met voegen. Voor
de 2° week op rij, lekker zonnig, droog, lichtgevroren en weer naar
Waasmunster.
Op de geasfalteerde dijk rond het Molsbroek
steken we een man of 15 MTB-ers met rooie truitjes voorbij – onder aanvoering
van Peter, die een indrukwekkende eerst rithelft rijdt. Ze klampen aan en een
eind verder rijden we op de dijk langs de Durme, zonder asfalt. Eén van die
rooie wil zich eens tonen en rijdt resoluut naar voren. Jongen, dat moet je
niet doen als Rudy meerijdt en zeker niet met een rood truitje aan want dat
werkt als een rooie lap op een Rudy Rogiers. Een zucht en hij is er voorbij.
Het wordt de rit met verscheidene aanslagen op
uw dierbare verslaggever. De eerste aanslag komt van Dirk VDV die me van de
baan probeert te rijden. Mislukt. Vijf minuten later koepeert Ivan me op een
verschrikkelijk brutale manier, de egoïst. In de beruchte zandbocht, net na de
eerste bospassage, moet bijna iedereen afstappen. Als ik net weer 2 meter aan
het rijden ben, komt Ivan daar af – hij was dus achter natuurlijk - en hij
denkt dat hij er al rijdende kan door geraken. Sinds hij de afdankertjes van
Rudy mag dragen (die zijn ouwe Tulip truitjes), zoals dat dikwijls het geval is
met de jongste (niet bij Dirk en Frank, want Frank was altijd groter!), denkt
hij dat hij evenveel kan als zijn broer. Hij kiepert dan ook omver, mij boenk
bots kloef meesleurende in zijn val. Ivana Bin Laden en ik liggen daar schoon
te spartelen in de zandbak in het zonnetje. Eer we bekomen zijn van het lachen,
zijn de anderen al ver weg. In Waasmunster begint Peter dan nog plotseling
keihard te roepen van 'Allah, Allah!!'. Eerst is iedereen verrast, maar dan
roept de helft van de bende lustig mee. Ik zet me al schrap om een derde
aanslag door Osama Bin Ivan voor te zijn, maar het blijkt dat Peter daar ievers
een tante van hem in haar deurgat heeft zien blinken, en dat die tante Anna
noemt.
We bevinden ons om halfelf al op de terugweg,
maar dat is zonder Rudy R. gerekend die nog een ommetje van voorzeker 15 km
langs Grembergen, Schoonaarde, Uitbergen, de Schelde volgend, voor ons in petto
heeft. Het wordt afzien door de wind en het hoge tempo dat eerst Rudy en daarna
Luc opleggen. Luc is al heel het jaar in vorm en verbetert iedere week nog. Om
zjaloes van te zijn. Het gaat zodanig rap dat er vanachter regelmatig enigte
uitwaaien en omdat Rudy dat niet allemaal meer geduwd krijgt, moet Luc het
tempo een beetje laten zakken. Hij begint dan maar zonder handen te rijden.
Ivan lost zijn meter van geen wiel. Euh, zijn wiel van geen meter. Als ik eens
naar Marc kijk, sla ik in paniek: Zijn hersens lopen uit! Maar het is snot. Het
kon ook niet dat er zoveel hersens uitkwamen, want zoveel zitten er al niet in
om te beginnen.
Bijna thuis sla ik – eventjes op kop - links
af de Molenmeers in, kwestie van nog wat te mountainbiken ook. Maar al de rest
rijdt rond langs de schilderes. Omdat ze te moe zijn voor nog wat modder? Omdat
het geen echte zijn, gelijk ik? Omdat ze graag de sprint verliezen van Rudy?
Osama Ivan Laden haalt nog een van zijn lepe truken uit om de sprint te winnen,
maar tegen Rudy en Luc is dat onkruid niet opgewassen. We tikken af op 65 km en
27.4 per uur, en wij die gedacht hadden dat het zonder sleurbeesten zoals Danny
en Bart eens een rustig ritje ging worden.
Mario.
De
Modderfokkers
De doortocht van de Omloop het Volk heeft weer
heel wat slachtoffers geëist, want we staan maar met 8 aan de start. Er zit
niet teveel fut in vandaag heb ik het gedacht alhoewel we uiteindelijk de 55 km
naar Wachtebeke toch nog aan 23.5 per uur afleggen, ondanks de modder en de
vele regen in de 2° rithelft. 's Namiddags zullen er in Kuurne-Brussel-Kuurne
maar 30 uitrijden, ge moet niet vragen wat voor hondenweer het was. Neen, Raf,
anders in goeie doen, is er niet echt. Op snellen Eddy zit er niet teveel snee.
Guy rijdt nog altijd maar zijn eerste jaar, maar komt toch één keer eerder het
veld uit dan Ivan, die dus helemaal nergens is. 's Namiddags blijkt hij wel de
hele tijd boven de pot gehangen te hebben, zowel met de voor- als de
achterkant, maar welke kant het was, was soms moeilijk te zeggen, omdat het
verschil bij Ivan niet altijd goed te maken valt. Luc K., zoals meerdere malen
geschreven, al heel het seizoen op dreef, bakt er ook niets van nadat hij
gisteravond met de KWB ploeg al 4-1 op zijn tomat gekregen had van de 10 van
Lovenjoel. Alleen Danny rijdt op niveau, Karel is in goeie vorm, en ik trek
mijn plan. We rijden dus naar Wachtebeke omdat Rudy en Bart daar aan het
oefenen zijn om de Kalkense eer hoog te houden op de Supergem, een all round
sportmeeting (survival run, kano, zwemmen, lopen, mountainbiken) die aldaar in
mei plaatsvindt (Tiens, dat Ivan niet meedoet: all round). Misschien iets om
met de hele KWB naar toe te gaan om te supporteren? We laten nog de precieze
datum weten. Want Rudy is zich al weken aan het scherpzetten. Alleen nog water
drinkt hij en dan alleen nog maar Spa Light. Hij is de oudste deelnemer, maar
wil nog eens bewijzen dat die ouwe nog niet versleten is. Ze zullen het geweten
hebben. Toch een beetje last van midlife crisis?? Als we ze uiteindelijk
tegenkomen, zijn ze aan het oefenen aan zo een paal over een 7 meter brede beek
met een touw erboven om je vast te houden – en, euh, in goed gezelschap. O.a.
Danny en Karel wagen de overtocht en hoe Bart ook zwiert aan die koord, hij
krijgt er hen niet af. Ja, bij de ene is het al wat duidelijker dan bij de
andere dat we van apen afstammen. Als we bijna op weg zijn naar huis, denk ik
van in het verslag te zullen moeten toegeven dat Danny ons geen enkele keer
verkeerd gestuurd heeft, als we daar toch ongelooflijk verloren rijden zeker,
en een paar keer in van die boerenwegels op onze stappen mogen terugkeren. Oef,
het verslag is gered. In de terugtocht neemt Karel – zoals gezegd in vorm - de
kop. Af en toe doet hij zo drie van die trage zwembewegingen met zijn
linkerarm, gevolgd door drie rechts. Dat werkt nogal op de lachspieren, zodat
er dat een paar synchroon met Karel beginnen mee te doen. Ge had ons moeten
bezig zien: zwemmen op onze vélo. Naar 't schijnt – volgens Karel - vermindert
daardoor uw hartslag elke keer met 5 slagen. Niet teveel doen dus, of ge valt
dood op uwen vélo door hartstilstand. In het Vrijgeweide vertelt Danny dat hij
ook eens een survival run meegedaan heeft en dat er een vrouw hem zo
voorbijstak. Maar ja, zegt Danny, ze was dan ook Belgische kampioene van
België. En zeg, Danny, wist je dat ze later nog Europees kampioene van Europa
geworden is? Mario
"Dit wordt mijn laatste rit", zegt Ivan,
en hij voegt er aan toe: "Als ik al maar de helft zo ziek ben als verleden
week, stop ik ermee." Peter, de 2 Rudy's, Guy, Marc, Karel, Dirk, Raf, Luc
en uw verslaggever. Rudy heeft een volgens mij geheel nieuw tof parkoers
uitgestippeld, maar hij zegt dat het de route van Lede is, al volgen we geen
enkel plakkaatje. Zonder één keer te missen. Zijn ingebouwde GPS werkt nog
altijd. In Ottergem, ja zoek het maar eens op de kaart, rijd ik lek, op de asfalt
dan nog. In nog geen sekonde. Blijkt dat mijn buitenband kapot zit, juist tegen
de velg. Alleen zoudt ge daar schoon staan blinken, in Ottergem begot. Geraakt
maar thuis. Liften moet ge ook al niet doen, want geen mens die u in zijn auto
wil meepakken, zwart als ge ziet (en belachelijk ook nog met zo een
koersbroekpamper rond uw achterwerk en zo een geel truike van Keukens
Vergeylen). En dan komt ge thuis om 3 uur in de namiddag en vraagt de vrouw:
"Awel, van waar komde gij nu weer uit?". Hoort ge u al antwoorden:
"Uit Ottergem, liefste vrouwke."? Neen, gelukkig zijn er twee
ex-wielrenners mee. Rudy en Raf snijden mijn kapotte binnenband in triepkes en
die gebruiken ze om voor het gat in de buitenband te steken. Snijden zeg ik,
maar zonder mes, hoe doet ge dat? Geen nood, Raf, spant zijn remkabeltje wat op
en na een paar heen en weerbewegingen is de binnenband doorgesneden. Er wordt
maar anderhalve kilo druk gestoken in plaats van de normale 4, met als voordeel
dat ik volgens Luc nu vering achteraan heb. Maar allez, ik kan de rit
uitrijden.
In Oordegem ontdekken we nog een steil
klimmetje nevens de spoorweg. Met vieren moeten ze dat natuurlijk uitproberen,
maar alleen Luc rijdt boven (alleen de laatste 2 meter kantelt hij om). En
Rudy, te weinig bier en te veel Spa Light? Teveel grind dat wegschuift? Oud
worden? (we gaan eens wat stoken, zie). In Overschelde is er zoveel drukte dat
er vier kunnen ontsnappen. Drie gingen nog wachten, maar Marc, die de kans
schoon zag om eens vierde te eindigen, roept van 'Rijden, verdorie!'. Luc,
Peter, Ivan en Marc zijn weg. De rest wordt dan nog eens door een auto
geblokkeerd. Rudy zet alleen de achtervolging in, maar als we dan zelf ook
beginnen rijden, zien we hem niet echt – zoals naar gewoonte – snel kleiner
worden. En Luc en Peter – ook niet van de minsten - (van de wieltjeszuigers
Ivan en Marc gaan we niet klappen) worden niet meer bijgehaald. Het gat was al
te groot en de wind zat mee, zegt Rudy, met windop ging het geen waar geweest
zijn. En toch, dat zijn we van onze kampioen niet gewend. Bij die 10 kilo die
hij in een acute aanval van anorexie op 3 maand tijd is kwijt geraakt, zijn
daar ook geen paar kilo spieren bij geweest? Mario
Rit in Kalken ingericht door de Calkine. 50
km. Vertrek aan de Wilbra. Met 17 man, waaronder Geert die weken niet gereden
heeft en Guy. Met zo een bende gaat het meestal iets rustiger, denk ik. Rudy V.
rijdt met zijn broer de 25 km en dan zijn er nog enkele B-kes die ook de 25
doen. Voortdoen mannen. Een platte band voor Ivan na een paar kilometer. Even
verder gebruikt Marc mij om zich te lanceren. Ik slinger een reeks verwijten
naar zijn varkenskop. Zowel in het Westvlaams: 'Vull zwi' als in het
Nederlands: 'Stukske modderfokker'. Als mijn stroom verwensingen ophoudt,
draait Marc zich eens om en roept simpelweg: "Westvlaming!". Ja, ge
zult hier als Kosovaar nog rapper integreren dan als Westvlaming, zo afgunstig
dat sommigen zijn op onze vele goede kwaliteiten. Zo maakte Luc Decock (ook van
ginder) het mee dat hij tegen de facteur zei: 'Ik ben van Kanegem'. Maar de
facteur zei: 'Neen, IK ben Van Caneghem.' * Ik stel voor dat de West-Vlamingen
in Kalken een zelfgulpgroep oprichten.
En dan is het gedaan met lachen. Want dit
wordt de meest helse rit die ik totnogtoe meemaakte. Mannekes, mannekes, het
hield maar niet op. OK ik reed met te dikke banden, OK ik rijd nog altijd op
mijn blauw stalen ros (het wordt tijd dat ik eens een nieuwe vélo bestel bij
Rudy) en OK mijn versnellingen wilden niet mee en iedere keer dat het een paar
sekonden duurt vooraleer ze goed willen vallen, ben je al kostbare meters
kwijt, maar ik had goeie benen, en dus vond ik van mezelf dat ik beter had
moeten meekunnen. Na iedere bocht, en er zijn er honderden in zo een MTB
parkoers, was het weer razendsnel optrekken om toch maar geen gat te laten
vallen. Altijd maar aanklampen en aanklampen. En als het niet lukt, moogt ge
vollen bak achtervolgen, en dat doet nog meer zeer, zeker met al die wind. Het
komt door een vijftal freaks, en door de lente zeker. Danny, Bart, Krist, Jan
en Luc konden zich niet inhouden en mieken er een lange koers van. Zonder echt
te wachten als we uit het veld komen. Je moet weten dat, zelfs als iedereen
even goed moest rijden, de laatste toch altijd 50 meter later uit het veld
komt. Als je buiten adem op de weg komt en de eersten – die toch efkes op hun
effen zijn gekomen - zijn al een eind weg, dan kun je blijven geven. Tot aan de
bevoorrading, na 35 km aan de Renardeau – tiens, de eerste keer dat we
geroosterde broodjes met gegrilde sausijsjes kregen op een bevoorrading – slaag
ik erin om me meestal tussen derde en achtste positie te handhaven, want daar
zit je dan nog best. Hoe verder je naar achteren zit, hoe slechter. Ook Marc,
Ivan, Eddy en Dirk sloven zich uit om zo goed mogelijk mee te zitten. Karel
moet achteraan meerijden door kettingproblemen. Als het na de bevoorrading
meteen weer losbarst, hou ik het nog een kilometer of vijf uit, maar dan sta ik
geparkeerd. Ik laat me uitzakken tot bij de laatste 4, waaronder Rudy die
duwwerk verricht. Dan rijdt Rudy resoluut naar voren. 'Het is mij verleed',
zegt hij en hij raapt de ene na de andere geloste op. Als hij bijna bij die
kltzkkn (tiens, wat is dat hier? Die klnkrs marcheren hier nt mr op mijn
cmputr!) vooraan komt, staan ze stil. Wachten ze dan toch eens op de rest?
Neen, Bart is tegen Danny gereden die een rare maneuver deed, is uit evenwicht
geraakt en Patrick Roels – Belgisch kampioen survival run van België, dus ook
alweer geen gewone - die we aan de bevoorrading hadden ingehaald, is op Bart
gereden, met een geschonden wezen als gevolg. Bart ziet er ook proper uit. Ja,
dat komt ervan, zie je de ene en de andere denken. Maar ik ben vooral
ontgoocheld in mezelf, dat ik moeten lossen heb. Er zijn er een paar die zeggen
dat ze gaan stoppen omdat het niet meer te doen is. Ook Raf, maar die had wel
de freaks kunnen volgen, dus waar klaagt hij over? Geert heeft in jaren niet zo
afgezien, zegt hij. Maar het zal niet meer gebeuren, beloven onze freaks. Het
was de lente en het was toch thuis. Mario
* Met dank aan Patrick Bogaert voor de
waargebeurde anekdote.
De
Modderfokkers
Zondag 23 maart 2003:
BIERbeek.
Eerst moet er vermeld worden dat dit weekend
de cracks van “de bende van Rogiers” eens alle register gingen opentrekken in
de Ardennen. Correctie: de cracks + Mario. Rudy R., Karel, Bart + Mario hebben
ginder zo hard rondgereden dat zelfs de honden plat op hun buik gingen liggen
toen ze voorbij raasden …
Ik heb rare verhalen horen vertellen over dat
weekend in de Ardennen, maar ik was er niet bij dus mag er ook niets over
schrijven. Misschien kan Mario er verslag over uitbrengen, maar ja naar het
schijnt besefte die na een twintigtal km ook niet meer dat hij er bij was …
Nu over de rit in BIERbeek. Sommigen onder ons
dachten dat ze door bijna een beek bier leeg te drinken op de vogelpikavond wel
goed zouden presteren tijdens de rit in BIERbeek. Ik zal maar geen namen
noemen, want het zijn altijd dezelfde… Gelukkig hadden ze (we) nog de zaterdag
om op krachten te komen en op zondag om 8 uur verschenen fris en monter (?)
Rudy V, Luc, Eddy, Danny, Geert, Frank, Dirk en ikzelf onder de kerktoren. De
fietsen in de camionette van onze sponsor, en met een man of vijf in den auto van
Danny op weg naar BIERbeek.
Goed weer, prachtig parcours, leuke rit. We
kozen voor de 40 km, uitgezonderd Danny en Luc, die zijn naar het einde toe de
weg ingeslagen van de 50 km. Ze probeerden mij nog te overhalen om mee te
rijden, maar ik heb dat toch maar niet gedaan. Al zeg ik het zelf, ik had die
dag goeie benen, zou die beek bier dan toch iets opgebracht hebben? Het enigste
wat tegenviel in de rit was de slijtage aan mijn remblokjes, ik moest altijd
maar remmen om de anderen te laten bijkomen. (eigenlijk is dat geen waar, maar
ik moest iets kunnen zeggen over remblokjes, zie verder).
Ah ja, nu ik het over remblokjes heb … Mario
heeft uiteindelijk zijn nieuwe fiets. Ik heb me laten vertellen dat hij zijn
West-Vlaamse “spaarzaamheid” weer niet heeft kunnen onderdrukken. Hij heeft
namelijk 1 remblokje links vooraan en 1 remblokje rechts achteraan laten
monteren, hij zal dus steeds voor en achterrem tegelijk moeten gebruiken anders
“trekt hij scheef”. Als dat maar goed komt … maar ja als ge daar altijd
vanachter aan de rekker, hangt moet ge nog niet te veel remmen, hé Mario.
Over de rit in BIERbeek is er eigenlijk maar
één voorval te onthouden. Ongeveer halfweg van de rit wordt er plots in de
remmen gegaan. Danny heeft het wat laat opgemerkt, slaat de remmen dicht
(vooral die vooraan) met als gevolg dat ik plots zijn achterwiel zie
verschijnen ter hoogte van mijn voorhoofd. Geen ontwijken meer aan, valpartij
tot gevolg. Mijn stuur zat zo goed in Danny zijn achterwiel gewrongen dat het
toch wel 5 minuten geduurd heeft vooraleer ieder zijn eigen fiets terug had. De
meeste onder ons hadden van dit oponthoud gebruik gemaakt om, zoals ze in
Kalken zeggen, hun water eens te maken.
Opeens komt daar een pracht van een
mountainbikester voorbijgereden, en is er toch wel één van ons (ik weet niet
goed meer wie) die resoluut de achtervolging inzet zeker. De helft van de groep
stond nog in het struikgewas zijn ding te doen… of te zoeken … Ik heb ze nog
nooit zo rap op een fiets zien springen. Gelukkig zitten er geen ritsen in die
koersbroeken…
Aangezien Danny en Luc de 50 km reden, moesten
wij op hen wachten aan de aankomst. Wij van de nood een deugd gemaakt en op
zoek naar een terrasje voor iets fris te drinken. Komen we daar voorbij een
terrasje gewandeld waar de bazin de stoelen aan het afwassen is. We willen ons
daar neervlijen, maar krijgen te horen dat het café nog niet open is … Die kent
ons dus duidelijk niet, want met ons vijven zouden we heel haar zondag goed
gemaakt hebben.
Nog één ding moet
ik vermelden. Alhoewel het vlot ging voor mij heb ik toch krampen gehad, en wel
in het naar huis rijden. Ik zat namelijk vooraan in de auto bij Danny en kreeg
kramp in mijn been van mee te zitten remmen, en in mijn nek van opzij te kijken
(ik durfde niet voor mij uit kijken). Ik wist dat het gene gewonen was om met
de fiets te rijden, maar met den auto … ja man. Uw interim-verslaggever
Marc
Aan de inschrijving worden gratis stalen sportvitaminen uitgedeeld,
hopelijk geen voorteken voor wat ons te wachten staat. Al onmiddellijk na de
start, een nijdig klimmetje waar velen op moeten passen. Door de vele
deelnemers is het aan moeilijke doorgangen als deze aangeraden uw beurt af te
wachten om niet gehinderd te worden door anderen. Wanneer ik mij op gang trek,
zie ik dat Rudy ook aanzet. De een wacht niet voor de ander, en bijna boven
rijdt hij mij kloef in de kant. ’t Is van uw broer dat ge ’t moet hebben. Guy,
een echte natuurliefhebber geniet met volle teugen van de prachtige omgeving,
kijkt naar de vogeltjes, de bloemetjes, de beestjes,… , en vergeet zo nu en dan
eens op de trappers te duwen. Als de anderen er net dan een serieuze lap op
geven, moet er na de inspanning een hele tijd gewacht worden. Rudy V. krijgt er
de krampen van, en vreest nog te moeten euh…… moeten. Groot probleem, want wie
neemt er nu WC-papier mee om te gaan mountain-biken. Gelukkig blijkt het loos
alarm, want anders liep er nu ergens een stinkend eekhoorntje rond in het
Zoniënwoud. Naar het eind van de rit toe, vindt Marc het moment rijp om alle
reserves nog eens aan te spreken. Hij neem resoluut de kop en slaat zowaar een
kloofje. Spijtig genoeg waren de reserves kleiner dan verwacht, en al snel komt
hij zichzelf een paar keer tegen. Normaal, rij je dan een tijdje rustig verder
om wat te bekomen, maar nee. Als Marc zichzelf tegenkomt, stapt hij af, en
houdt hij zichzelf wat gezelschap. Voor de rest, prachtig parcours, steile en
lange beklimmingen, spectaculaire afdalingen en weinig of geen baan. Meer moet
dat niet zijn.
Nog een kleine bemerking bij mezelf. Ik laat er mijn nachtrust al voor.
Een rustige zondag-voormiddag, dat is ook al een tijdje geleden. Tijdens de rit
zelf zitten afzien gelijk de beesten. En nadien, tijdens de après-bike,
vaststellen dat ik er echt van genoten heb!!!!
Gelieve mij een seintje te geven als ik even zot ben als de rest van de
bende.
Ivan.
Tuut!
De eerste 5 kilometer gaat het zodanig hard
dat ik denk van aan de 25 af te slaan. Bart en Danny kunnen zich weer niet
houden. Dan mildert het enigszins en kom ik er enigszins door. Wat Marc ook
moge beweren, ik trek mijn plan met dit elite-groepje, zoals ik ook in de
Ardennen (op zaterdag, na 75 km over berg en dal om 11 uur in ons beddeke om de
zondag nog 70 km te doen, dus wat is dat van die verhalen?) niet echt tot last
was – ook dankzij mijn nieuw velooke.
We steken niemand voorbij: we vliegen ze
voorbij. Wat voor zotten zijn wij toch? Ik herinner me niets meer van de wegels
of het landschap. Toch spijtig, niet? Na de 2° bevoorrading wordt Rudy gelijk
gewaar dat zijn achterwiel kromtrekt. Na wat gefoefel en nog eens proberen,
wordt het duidelijk. Aan het achterwiel is er niets maar zijn kader is – na 12
jaar - gebroken. Voorzichtigjes over gewone baan van Geraardsbergen naar Ninove
is de opdracht. Onderweg pikt hij nog een nieuwe kader op en rijdt zo naar de camionette.
De andere zes verteren zonder moeite de Muur en de Bosberg, wat van vele
wielerterroristen niet kan gezegd worden: uitgeteld bij bosjes liggen ze her en
der verspreid. Maar we moeten eerlijk blijven: met een more-vélo verteer je die
kasseibeklimmingen beter door de bredere banden en de kleinere vitesse.
En dan is het weer zover. Een paar kilometer
voorbij de Bosberg een slag in naar links. Ik zit links achter Karel zijn
achterwiel en voor Dirk en Luc. In het midden van de wegel ligt er een hoge
richel, zoals we er al duizenden zijn overgereden. Maar we rijden er schuin en
aan hoge snelheid naartoe en ik moet hem schuin pakken – een beetje gelijk Bart
borduren oprijdt. Ik zie het gebeuren, maar er is geen ontkomen aan. Een kwak
op mijn rechterschouder en dan nog eens keihard met mijn koppeke tegen de grond.
Wat een geluk van mijn helmpje of ik was binnen Oosten, euh ... buiten Westen,
geweest. Maar ik weet meteen hoe laat het is. De volgende 5 minuten lig ik te
kermen van het zeer aan mijn hele rechterkant. Nog nooit zoveel zeer gehad in
mijn leven. Voor de vrouwen die altijd beweren dat mannen klein zeerkes zijn:
het deed zoveel pijn als 5 bevallingen terzelfdertijd. Zo pijn dat het deed!
Het deed zo zeer dat ik het zelfs Marc niet toewens. Pijner kan dus niet. De
Ronde zit er op voor mij, en voor Karel die zich opoffert om bij me te blijven
in afwachting dat Rudy ons komt oppikken met de camionette. Weten dat het
gedaan is met de leute en dat er de komende uren en weken alleen miserie en
pijn in het vooruitzicht liggen, plezierig is anders. En zoveel werk op het
werk en thuis en niet meer kunnen sporten, wat heb ik toch weer pech.
Enzovoort. Gelukkig soigneren mijn 6 companen me opperbest.
Maar wat klaag ik. Het grote slachtoffer van
dit malheur is natuurlijk uzelf, beste lezer: lange tijden staan u te wachten
met verslagjes van Marc of Ivan - de cholera of de pest, aan u de keus. Ik wens
U veel sterkte. Mario
En zie: de miserie begint al vanaf de volgende
bladzij.
Zonder gids erbij, besluiten we het zekere voor het onzekere te nemen,
en de bewegwijzerde rode en blauwe toer van Kalken, Laarne en omliggende te
volgen.
Bij het indraaien van de veldweg naar de sporthal toe, wil Marc de benen
een testen, en plaatst een versnelling. Terwijl iedereen stopt bij Frank, die
met materiaalpech aan de kant staat, slaat Marc algauw een kloof van enkele
minuten. Goed zo Marc.
Bij Frank blijkt een schakel van zijn ketting losgekomen, en nu
fietsdokter Rudy er niet bij is, vreest hij de strijd te moeten staken. Maar
een simpel rekensommetje leert ons dat ½ DC Rudy + ½ Rogiers I.
ook voor een volledige mechanieker telt, en bijgevolg is de panne snel
hersteld. Even verder, bij een hobbelig stuk in Prullenbos, gaat Marc met een
(Paas)haas-sprong tegen de vlakte. We vragen of hij misschien een verloren
gelegd Paasei had opgemerkt, of hij een (Paas)hazenslaapje wil maken, maar hij
is achter nen draad blijven hangen. Geert B is ook sterk aan het rijden, en is
bijna niet te houden. Maar wat wil je, hij is net terug van hoogtestage in
Houfalise. Marc is, naar het schijnt, ook op hoogtestage geweest. Hij heeft
gisteren zijn dakgoten uitgekuist. Misschien dat hij daardoor nog een beetje
ijl in het hoofd is, en die draad van daarnet niet gezien had.
Dan rest ons nu, sorry Mario, enkel nog het spurtverslag. Hoewel ik er
gisteravond nog een spurtje uitperste van meer dan 100 km/uur (op de spinner
van Rudy R.) haalde ik nu met moeite de helft (53.1), maar dat bleek toch
voldoende, aangezien de anderen zich netjes aan de snelheidsbeperking van
50km/u hielden.
Mario, ik begin u nu toch echt te missen, want nu jij er niet bij bent,
moet ik altijd op Marc zijn kap zitten, en ik vind dat nochtans een goede gast.
En ik krijg de indruk dat hij de laatste tijd al een beetje vies naar mij
begint te kijken. Kom maar snel weer terug. Misschien wel tot zondag. Verslaggever
Cholera (Ivan).
Zie foto: zijn naam is haas
Op de terugweg, als we alweer Wachtebeke gepasseerd zijn, is Rudy de
enige die een lang stuk veldweg pakt. De rest rijdt op een parallel
betonbaantje. Geven wat we kunnen, windop, maar denk niet dat we Rudy
voorbijsteken. Ja, die staat scherp. Supergem komt dichterbij. En als we weer
samen zijn, verwijt hij ons nog eens allemaal voor mietjes ook. De blaas.
Het mag gezegd, de vier weken gedwongen rust hebben me deugd gedaan. Ik
ben in gloeiende form, ik verschiet er zelf van. Als we tussen Oudenbos en
keukens Cailliet, nota bene op het schoonste stuk fietspad van Kalken en
omstreken, in gesloten formatie rijden, Danny en ik op kop, begint mijn
achterwiel plots te rammelen. Het is Ivan die er wat door zit en daardoor niet
goed oplet als Danny en ik op aanvraag wat trager gaan rijden en zo met zijn
voorwiel in mijn achterwiel geraakt. Zo een kans laat ik niet liggen en ik geef
er nog een kwak bij met mijn achterwiel, en ja hoor, daar gaat Ivan tegen de
vlakte. Gelukkig is hij een van de 4 die een helm op heeft: zijn helm is op
twee plaatsen gekraakt. Zonder helm zou het zijn koppeke geweest zijn, en dat
ziet er zo al niet uit. Ge ziet maar, zelfs op de ogenschijnlijk meest veilige
plaatsen kan het gebeuren. Ivan zit groggy met zijn achterwerk tegen een haag
bij te komen. Voorbijgangers denken dat hij daar iets zit te doen wat ge
normaal op een WC doet en met WC-papier in de buurt. Dezelfde voorbijgangers
zijn voorzeker nog meer verbaasd dat we daar dan nog met 8 staan op te kijken
ook. Ivan komt ervan af met wat kasseibrand en is gelukkig bijna bij het
vrouwke. Leve de helm. De sprint wordt verknald door de rode lichten aan de
Kruisen. Mario, de Ivanslaggever.
Voor een verslag van de eindspurt zat ik in ideale positie. Als laatste
van de bende kon ik perfect zien wat er voor mij gebeurde. Bij het aansnijden
van het laatste lastige stuk (aan de atletiekpiste in Overmere) zet Rudy zich
recht, en wanneer ik de volgende keer mijn ogen nog eens opentrek, zie ik hem
al een paar bochten verder stuiven. Bjorn is de enige die nog enkele meters kan
aanklampen. Ik besluit wijselijk de laatste kilometers af te leggen op mijn
eigen tempo (net niet stilstaan), en kom dan ook met een serieuze achterstand
binnen. Ik geloof zelfs dat de drank van de anderen al op tafel stond, dus het
moet een tijdje geduurd hebben. Ivan.
Zondag
25 mei 2003. Een
miezerige motregen, en een te frisse wind voor de tijd van het jaar, maken het
weinig aantrekkelijk om op de fiets te springen en een paar uurtjes alles te
gaan geven. Maar aangezien ik vorige week al een snipperdagje nam, wilde ik nu
niet passen, kwestie van de “forme” toch een beetje te onderhouden. En na vele
weken van intense trainingen en sportdiëten heeft Rudy eindelijk zijnen “forme”
kunnen bewijzen. Samen met de SUPERGEM-ploeg van Laarne-Kalken, waar ook Bart
V.H. en Frank A. toe behoorden, behaalden zij een knappe 5e plaats
op 16 deelnemende ploegen. Waarvoor mijn welgemeende felicitaties.
Slechts
met z’n zevenen aan de start voor een internationale rit. De grote prijs Danny
Fack, ook wel Wachtebeke-2 genoemd, brengt ons tot net over de Nederlandse
grens. De 2 slimste van de bende, Eddy T. en Rudy D.C. zien een buitenlandse
uitstap niet zitten, en besluiten een ander parcours te volgen, en een normaal
tempo te rijden. Rest nog 5 man sterk, waaronder 2 compleet maffe, Rudy R. en
Danny F., 1 halve maf, Luc K., Jan W., die het nog niet weet, en een sukkelaar,
ikzelf. Waar 2 weken geleden de gemiddelde snelheid na de eerste 20 km nog
30.4/uur was, wordt deze nu vlotjes naar 32 getrokken. We zijn goe bezig, ook
al zeggen ze van niet. Eenmaal in de Wachtebeekse bossen aangekomen zet Danny
zich op kop, om de te volgen route aan te geven. Het is altijd spannend als
Danny op kop rijdt. Je weet nooit wanneer hij links of rechts afslaat (hij zelf
trouwens ook niet), en bijgevolg is het beter een gaatje te laten om tijdig te
kunnen stoppen als hij weer eens vol in de remmen moet, omdat hij een afslag gemist
heeft. Maar het moet gezegd worden, schoon parcours, weinig verkeerd gereden,
en Albert niet moeten bellen. Toch verdenk ik Danny ervan wegelkes te gebruiken
welke op de meest gedetailleerde stafkaarten ontbreken. Wanneer we na weer zo’n
“wegelken”, overwoekerd door distels en brandnetels van meer dan een meter
opnieuw de weg opkomen staat Rudy nog aan zijn benen te krabben. Jawadde,
losdoor mijn lange broek getengeld, zegt hij. Gelukkig hadden Jan en ik daar
geen last van. Echte venten rijden in korte broek. Waar echte venten wel last
van hebben (ik toch) is, ook al rij je de eerste 60 km nog zo goed, de laatste
20 waren er te veel aan. Op een laatste vuile kasseistrook, met aan beide
kanten een nog vuilere betonstrook, moet ik door krampen het gat laten vallen.
Ik doe teken aan dienen anderen vent om over te nemen, maar zijn beste pijlen
lijken ook al verschoten. Toch halen we moe maar voldaan het einde. Hetgeen ons
naadloos overbrengt naar het verslag van…
Zondag
1 juni 2003. Wie
vandaag het einde niet haalde was onze sterreporter, Mario. Het zag er nochtans
veelbelovend uit. Prachtig weer, en met 18 man aan de start, dus, in
tegenstelling met vorige week, veel ruggen om u achter weg te steken. We
vertrekken naar de ingerichte tocht van de Ledespurters uit Lokeren
in Oudenbos. Begrijpe wie kan. We rijden op ’t gemaksken
naar de start, zodanig dat we de tijd hebben om eens te kijken wie er allemaal
bij zit in die grote bende, maar aangezien het aantal bladzijden van de kraak
beperkt is, ga ik ze niet allemaal opnoemen. Eens aan de toer begonnen gaat het
iets sneller, en we leggen ons in de bochten. Guy neemt die zegswijze iets te
letterlijk, een gaat in een van de eerste bochten al onderuit. Naar ’t schijnt
moet eerst al het lomp vel van armen en benen, voordat ge goed met de vélo kunt
rijden. Doe zo voort Guy, ge komt er wel. Als ik na een tijdje eens rond kijk
waar iedereen zit, stel ik tot mijn verbazing vast dat mijn goede vriend Mario
er niet meer bij is. Wanneer ik bij Rudy ga vragen waar hij zit, zegt die mij
dat hij al na enkele kilometers had moeten lossen Het ging voor geen meter, pap
in de benen, zo slap als een vod, enzovoort. Waarschijnlijk was zijn
werkuitstap naar Geörgie van enkele weken geleden goed geslaagd, en had hij
ginds enkele virussen gevonden. Of hadden de virussen hem gevonden? Nee,
serieus nu. Eigenlijk was het Mario zijn eigen schuld. Deze morgen op de radio
hoorde ik nog de waarschuwing dat door het warme weer de ozondrempel zou overschreden
worden, en dat het raadzaam was voor zwakken en bejaarden, geen zware
inspanningen te doen. En dan meevlammen met de bende van, dat is natuurlijk om
moeilijkheden vragen. Verder verloopt de rit zonder noemenswaardige incidenten,
ware het niet dat ondanks de honderden wegwijzertjes, Bart er toch nog in
slaagt, een verkeerde weg in te slaan. Of zijn we dit nu al zodanig gewoon dat
het ook niet meer het vermelden waard is. Uw
verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.
Zondag, 1 juni 2003. Ingerichte rit
van de Ledecrossers van Oudenbos. Met een man of 18. Na 10 km zijn mijn benen
en de hitte zo zwaar, en mijn keel zo droog, dat ik al weet dat ik dit niet ga
uitrijden. Als enige. Tamelijk affrontelijk als een zogezegde B (Rudy Declerck)
wel makkelijk meerijdt. Guy heeft er ook geen problemen mee. Ook Geert rijdt
uit, na lange afwezigheid, maar bekoopt het met uitputtingsverschijnselen die
de rest van zijn zondag om zeep helpen. Raf treedt herop na knie-operatie en
verbaast iedereen door zijn vorm. Niet te kraken, die ouwe.
Ik weet eigenlijk niet wat die allemaal zo plezant vinden aan
mountainbiken. Ik vind er niets aan. Mario. En beste Ivan, beste vriend,
zoudt ge eens willen ophouden met mij uw goede vriend te noemen, als het toch
maar is om me daarna door het slijk te halen.
Zondag 8 juni 2003. Met 19 in het zonneke aan
de kerk. Elke echte man mag, op vaderkesdag. Rijden met de bergvélo, bedoel ik
dus. Alleen Karel is er niet bij. Alleen elke echte man, zei ik toch. Eddy,
Rudy Declerck, Geert en Frank voelen zich vandaag Bee en rijden met ons niet
mee. Eer we aan Wetteren brug zijn keren Dirk H. en Luc rechtsomkeert, want het
ziet er intussen zo zwart uit en er komt zoveel wind op dat de resterende 13
(Rudy R., Ivan R., Rudy V., Dirk VDV, Bjorn V., Guy R., Danny F., Tim R., Bart
V., Marc R. (na 4 weken), Raf V., Jan W. en ondergetekende) een gewisse douche
tegemoet rijden. Guy rijdt tegen dan al eens plat. In Oordegem staat Bjorn
plat, net als er daar een kwartier durende wolkbreuk losbreekt. Iedereen
doorweekt, zeker omdat er maar 3 zijn die hun regenvestje meehebben. Danny kan
zijn lol niet op wijl hij Bjorns band stopt in de gietende regen. We besluiten
dan maar een wegrit te doen, uitgestippeld door Danny. Aaigem, Haaltert, Mere,
Nieuwerkerke bij Aalst, Erembodegem, Ottergem, ik weet niet waar we allemaal
gezeten hebben. Aaigem is prachtig! Op een natte rotonde hoor ik slippen en het
volgend moment komt er een helmpje met kop in en lijf aan naar mijn pedalen
toegegleden. Dat de betreffende persoon zich misschien zeer zal doen aan mijn
pedalen kan me in die fractie van een seconde dat het allemaal gebeurt niet
schelen. Maar als hij mijn pedalen raakt, ga ik ook onderuit en dat is het
enige waar ik mee inzit. Het is weeral Guy, die de rit zal uitrijden, maar
serieus last aan de heup ervan overhoudt. Gelukkig slipt hij niet ver genoeg en
blijf ik recht.
Danny kent goed zijn weg, tot we plots midden een bietenveld geparkeerd
staan. 'Oei, dat is hier niet just', besluit Danny. Ja, soms is hij toch rap
van begrip, die jongen. We ploeteren allemaal verder. Onze velo's die proper
gewassen waren, zijn meteen weer smerig. Als Danny en ik als eersten uit het
veld komen en de rest zien komen afploeteren, stelt Danny vast: "Oei, er
gaan er hier een paar vies zijn op mij." Niet aantrekken, jong, vies zijn
ze toch al. Bjorn slaagt er dan nog in zijn tweede platte band van de dag in
dat veld op te doen. Terwijl Rudy de band stopt, is Danny zo vriendelijk mijn
voorwiel proper te plassen. Neen, Danny, mijn zadel moet ge niet doen. En in
mijn drinkpulleke zit ook nog genoeg.
Nog zeggen dat Marc in vorm was. Marc heeft als voordeel dat hij
evenveel spieren heeft als hersenen. Een nadeel is dan weer dat hij niet veel
spieren heeft.
In het weike zitten we in de garage. Overal waar we zitten, vormen zich
plassen. Als Ivan rechtstaat om naar huis te gaan, nijpt hij nog eens zijn
billen tegeneen. Wat daar nog uitkomt van nattigheid! We hebben de pompiers
moeten bellen om de kelder van het Weike uit te pompen. Daar moet ge wel Ivan
zijn billen voor hebben natuurlijk. Mario
Zaterdag 14 juni 2003. Regio-Tour,
100 km Vlaamse Ardennen, maar het waren er 110. Rudy, Rudy, Bart, Eddy, Marc,
Ivan, Mario, Jan, Bjorn, Patrick Roels, Dirk VDV + vriend, Karel: nieuwe
remblokjes + handschoenen voor Nele (omdat ze altijd zijn velo kuist, en
assortie met haar nieuwe koersbroek). Marc ziet weer een molshoop en stapt uit
wanhoop af. Van miserie zet hij zich met zijn ellebogen op de baar van zijn
vélo en steekt zijn nat achterwerk nogal ver uit. Bam, tegen een
elektriekdraad. Er zat snok op. Ik heb daarna Marc nog nooit zo rap omhoog zien
rijden. In snokskes. Marc is een typische all-round renner. Niet alleen
letterlijk (dus qua figuur … of is dat dan toch figuurlijk?), maar ook als
renner. Hij kan een beetje van alles, behalve bergop, vals plat, gewoon plat,
bergaf en sprinten. En ook in het veld is ie een ietsie minder.
Dan vraagt Nele: "Karel, waar zat gij
weeral zolang?" En dan antwoordt Karel: "Ik moest eerst de rest naar
huis rijden, schatje, en nieuwe freinblokskes laten steken."
Zondag
15 juni 2003.
Familiefietstocht. Met 9 maar: de vrouwkes van Dirk, Geert, Frank en Karel.
Examens voor de kinderen, nogal nat parkoers en de meeste mannen zagen het na
gisteren niet meer zitten. Nele heeft een nieuwe koersbroek speciaal voor de
gelegenheid gekregen. Allez, van horen zeggen.
De
Modderfokkers
Met 7 dus, waarvan Geert Bracke en Rudy Declerck dan nog zeggen dat ze
alleen gaan rijden, de lafaards. Want zie, deze ouwe flurk blijft over met Rudy
(meer moet ik niet zeggen) en met drie goed getrainde, wel gesoigneerde, slecht
gecoiffeerde, jonge atleten en freaks: Luc Krick, Jan Willems en Tim Raman. Het
zijde gij die een dommerik zijt, zegt Geert, maar ja, wat wilt ge, ge kunt niet
alles hebben. Daar gaan we dan naar St. Lievens Houtem. Rudy rijdt zodanig hard
op kop dat de andere 4 een paar keer in groep moeten lossen. 58 km aan liefst
28.3 per uur, daar kan de rest die er niet bij was een punt aan zuigen voor de
rest van het seizoen, want St. Lievens Houtem is ook nog eens ander kaliber dan
Wachtebeke, hé mannekes. 't Is te zeggen: Rudy rijdt zo hard en wij steken ons
zo goed weg als we kunnen en proberen, goed uit de wind, aan te klampen. In het
terugkeren, tussen Oordegem en Wetteren, gaat hij niet onder de 36, wind of
geen wind. Ja, het is natuurlijk gemakkelijk als ge als brommerke met ingebouwde
GPS geboren zijt. Als ik even mijn kop uitsteek, awel om over Rudy zijn
schouder eens vooruit te kijken hé - waarvoor anders?, vliegt hij er bijna af
door een muur van tegenwind. 's Namiddags wordt Filip Meirhaeghe wereldkampioen
MTB in Lugano. Ik zeg dat hij sjans had dat Rudy s' morgens in St. Lievens
Houtem moest rijden met 3 freaks en een domme onnozelaar, of het ging geen waar
geweest zijn. Dat ik het zeg. Dat het geen waar ging geweest zijn. Mario
Euh, is het u ook opgevallen hoe ik bij gebrek aan iele Ivan, maffe Marc
en dolle Danny, dan maar mezelf begin uit te schelden?
Zondag 14 september 2003. Weeral schoon
weer. Is het al anders geweest vandejaar? Met 10 aan de kerk, maar 3
broekschijters, de genaamden Marc Roelandt (slekkevet – hij zegt het zelf),
Eddy Troch en Rudy Declerck – om ze eens bij naam te noemen zie, durven niet
mee met de echte mountainbikers. Zo zal het wel niet gaan, want zonder
bovengenoemde slappelingen geeft Rudy volle gas en is het weer gelijk verleden
week: pompen of verzuipen. Ivan en ik zijn de enige normale stervelingen in het
gezelschap van 7 dat naar Wachtebeke trekt, voorzover men Ivan als normaal kan
beschouwen natuurlijk. Bart heeft zijn papa meegebracht, voor de eerste keer.
We weten allemaal dat Ronny geen gewone is en dat hij niet gaat meedoen als hij
niet goed getraind staat, maar zijn prestatie voor zijn eerste deelname is toch
indrukwekkend. Luc en Jan zijn ook twee freaks en atleten, dus Ivan en ik waren
in goed gezelschap om af te zien. In het domein van Wachtebeke gaat het zodanig
rap dat er geen tijd is om de putten en wortels echt goed te ontwijken. Ik zie
het aankomen en ja, daar ga ik, mijn velooke al wat vooruit glijdend en ik
schuif mee over het korte natte gras. Een pracht van een meterslange sliding,
zodat Luc vindt dat ik toch weer zou moeten gaan voetballen. Ook Ronny ligt nog
eens te spartelen. Bart verliest de sprint aan 54.5 per uur, omdat er iemand is
die 55 rijdt. En ik heb me weer eens halfdood gereden. Mario
Zondag 12 oktober 2003. ’t Is friskes. De buitenthermometer blijft steken op 2 graadjes,
en dat is nie veel. Maar goedgemutst, en met de lange broek aan, vertrek ik
richting Portugiezenstraat om Rudy op te halen. Hij staat ons al op te wachten,
maar als ik hem vraag waarom hij zijn koerskostuum nog niet aan heeft,
antwoordt hij iets in de zin van “ Hoest, kuch, reutel, rochel”. Vrij vertaalt
betekent dit zoveel als, “ Ik rij vandaag nie mee, ‘k ben wa ziekskes “. Wees
maar gerust dat hij zo ziek als nen hond was, anders mist hij voor geen geld
van de wereld zijn zondags uitstapje. Op het kerkplein aangekomen, staan de
tafels en stoelen al klaar. Dit blijkt echter niet voor ons te zijn, maar voor
“den boerenmarkt“. Maar aangezien de toog nog niet geopend is, vertrekken we
toch maar naar de ingerichtte tocht van De Ledespurters in Oudenbos. We zijn
met 15 vandaag, dus gaat het rapper de afwezigen op te noemen. Rudy R. en Marc
R. (ten gevolge van de aprês-KWB-Quiz, waar zij hun zoveelste overwinning –
proficiat - iets te uitbundig vierden), Mario (wegens meevieren, zie vorige),
Luc ( knie-), en Raf (rugproblemen). Voor de rest is iedereen op het appél, ook
Rudy V. en de Don Quichoté van wijk Hussevelde, Karel V., die na lange
afwezigheid rentree maakten. Karel na zijn tuimelperte in Lanaken, en
nekoperatie nadien, en Rudy na vele weken rugpijn (je wordt ouder pappa, geef
het maar toe). Maar het moet gezegd, ze trokken allebei goed hun plan, zeker
Karel, die het zelfs af en toe niet kon laten de kop te nemen. Hij vond zelfs
dat hij na zijn operatie beter rijdt dan voorheen, en raad zo’n operatie dan
ook aan iedereen aan. Dank U. Ondertussen is de zon al van de partij, en is het
schitterend fietsweer. Het parcours ligt er grotendeels droog en goed
berijdbaar bij, maar op het eerste modderstuk gaat Dirk H. sierlijk onderuit.
Zonder erg gelukkig, maar zijn truiken zal toch wel in den Bio-Tex mogen. Ter
aanvulling van de Kalkense gezegden vooraan in dit blad, “Als een varken moore
zie, gaat hij er in liggen rollen “, is misschien geen gezegde, maar het klinkt
toch goe. Bij de bevoorrading merkt Rudy D.C. zijn broer Ronny op, en een derde
MTB-broederpaar is een feit. Den hoop is vergroot, maar …. Naar het einde van
de rit beginnen de twee Rudy’s het serieus kwaad te krijgen. De ene wegens
lange inactiviteit, de andere wegens gisteren wat te geweldig geweest, volgens
zijn broer. En dan , als mooi staaltje van broederliefde, zie ik dat Ronny DC
de afziende Rudy DC in moeilijke tijden bijstaat, en hem een duwtje in de rug geeft.
Het is intussen al goed opgewarmd, maar zoiets doet deugd vanbinnen. De
eindspurt wordt makkelijk gewonnen door Bart, waarschijnlijk omdat niemand
Bart’s pa durfde voorbij te rijden, want die zat nogal vies te kijken.
Voor de
volledigheid van de quiz-uitslag. De KWB-Mountainbikers werden 6de (
Karel, Jan, Bjorn, en ikke ) en 13de ( Rudy V. Dirk Vdv , Guy en een
gastspeler ).
Verslaggever
Ad Interim Bis, Ivan.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
10 november: Wachtebeke.
Met 13
aan de start. Vertrouwde gezichten Rudy V., Ivan, Mario, Guy, Jan, Krist,
Karel, Rudy R., Danny, Luc, Marc en gelegenheidsrijders Dirk Pieters en Alain
Hullaert.
Met 13!
Oei dat brengt ongeluk! Gelukkig was Mario erbij, dus eigenlijk waren we maar
met 12,5!
Het
moest een rit worden naar Hamme, maar aangezien de meeste van ons friet met
stoverij gingen eten bij Tim Roels, werd besloten om naar Wachtebeke te rijden
om op tijd terug thuis te zijn! Jammer voor de vrouwen die op ons wachtten in
Hamme. Allé eigenlijk was het alleen Dirk zijn vrouw die ginder op hem wachtte.
Dirk, ik hoop dat je nog eten gekregen hebt die dag, want ik had de indruk dat
je “tamelijk” leeg gereden was.
Er werd
ontzettend snel gestart. Op de brug van Hussevelde had ik het gevoel stil te
staan. Eén voor één reden ze mij voorbij. Sommigen blaasden daar reeds de benen
op met alle gevolgen vandien, terwijl ik wijselijk aan het doseren was (en als
ge dat niet geloofd zal ik u wat anders wijsmaken).
Het
deed me pijn toen Mario me voorbijreed op de brug, maar het deed me nog veel
meer toen na ongeveer 10Km Mario en Guy het voor bekeken hielden. Ze namen een
andere weg en een ander tempo dat ongeveer half zo snel was. Mario, ik heb je
gemist onderweg (en als ge dat niet geloofd zal ik u wat anders wijsmaken).
Of het
snel ging? We staken ergens een spoorweg over tegen ongeveer
45 km
per uur. Gevolg, de bel begon te rinkelen en de slagbomen gingen toe! Gelukkig
waren we er met zen allen nog net door.
Als de
snelheid iets gezakt was en ik daardoor ook al eens naast mij kon kijken komt
daar ineens Rudy R. voorbijgeflitst en hij zit zijn krant te lezen! Lachen met
de mensen noemen ze dat! Gevolg, tempo weer de hoogte in! Dat je met Danny niet
moet lachen weten we al. Hij vindt er niets beter op om van ons weg te rijden…
al GSMend! Jongens doe dat toch niet meer. Het is gevaarlijk en vooral
frustrerend voor zij die… geen GSM of krant bij zich hebben.
Op een
lastig stuk trekt Karel stevig door. Ivan, Rudy V. en ikzelf kunnen de strijd
goed volgen want we rijden op een goed berijdbare parallelweg.
Karel
houdt lang vol, maar als Rudy R. hem voorbij steekt kraakt hij en de rest van
de rit wordt voor hem nog lastig.
Naar
het einde van de rit toe geeft Rudy R. aan dat we langs de vogelzang rijden. 2
kilometers kasseien op het einde, dat kan tellen.
Krist
demarreert. Ik ken zijn familienaam niet, maar het zou wel eens Krist Veet
kunnen zijn. Een beer van een vent met meer haar op zijn tanden dan op zijn
benen.
Zijn
vriend Jan gaat er achteraan, maar voor Jan wordt de Vogelzang een zwanenzang,
want zelfs ik heb hem bijna terug te pakken op het einde.
Over de
spurt kan ik niet veel schrijven, ik was er niet meer bij. Ik had een kortere
weg genomen om op tijd friet met stoverij te gaan eten. Om ons te bedanken voor
onze aanwezigheid gaat Tim eens met ons meerijden. Bedanken noemen ze dat dan…
Ah ja,
ik heb nog niets geschreven van Ivan en Rudy V. Sorry mannen, maar als je in
het verslag wil komen moet je af en toe ook eens voor mij rijden (of Mario
heten).
Uw interim-verslaggever Marc
Zondag, 23 november
’t Was
weer proper bij de samenkomst op het kerkplein. 8 Afgetrainde atleten, en
ikzelf. Normaal stel ik mij bij aankomst strategisch op tussen mijn
collega-verslaggevers Marc en Mario, zodanig dat mijn iets forsere lichaamsbouw
minder opvalt tussen de West-Vlaamse elegantie van Mario, en de brede rug en
onderrug van Marc. Beiden bleven echter afwezig op het appél. Alle begrip voor
Marc’s situatie.
Hij was
zaterdag naar het jaarlijks familiefeest van de Roeland’s geweest. Rudy had hem
nog zijn kniekussens aangeboden, om indien nodig naar huis te kruipen, maar
Marc had deze geweigerd, en fietsen met twee kapotte knieën valt echt niet mee.
Veel erger vond ik de afwezigheid van Mario. Een week geleden verwijt hij mij
een “gazettencoureur” te zijn, omdat ik bang ben van een beetje regen, en nu is
hij er zelf niet, enkel omdat Frank Deboosere regen voorspeld heeft. Beetje
flauw hoor Mario.
Onder
de aanwezigen mogen wij ook weer eens Tim Roels begroeten, die in het
tussenseizoen wat krachttraining komt doen bij de moorecrossers. Waren er ook
bij:
Vader
en zoon Van Hecke, Danny F. Jan W. Rudy R. Luc K. Karel V. en ikke.
Op
voorstel van Danny wordt beslist om nog eens de internationale grote prijs
Danny Fack te rijden. Ondanks de voorspelling van de weerman houden we het
droog, maar de regen van vannacht heeft ervoor gezorgd dat de kasseibaantjes er
nog nat en glibberig bijleggen, en na nog geen 10km moet Ronny VH dit al aan
den lijve ondervinden. Hij neemt zijn bocht iets te snel, en gaat sierlijk
onderuit. Gelukkig zonder veel erg, en zo krijgen we de kans om iets te eten en
te drinken. We vervolgen onze weg door de Wachtebeekse bossen, doen een
buitenlands uitstapje in Overslag, en keren zo, via Moerbeke huiswaarts. Op
ieder stukje kassei, ook al in het maar één meter, manen wij Ronny aan tot
voorzichtigheid, maar op een lang en zwaar stuk zitten de meest frisse een stuk
voorop, de minst frisse kunnen niet veel meer zeggen, en het onvermijdelijke
gebeurt. Ronny gaat voor de tweede keer onderuit. Wanneer hij terug
rechtgekrabbelt is krijgt hij van zoonlief de uitleg waar het fout ging. Je
ging veel te rap door de bocht, je mag niet remmen, je kiest het goede spoor
niet, je …
Ge moet
u daar nie mee moeien, antwoordt Ronny geprikkeld. En groot gelijk heeft hij,
want het eerste jaar dat Bart meereed zat hij meer op de grond dan op zijnen
velo, heb ik van horen zeggen. Op de brug van de Bontinckstraat, met het einde
in zicht, krijg ik nen serieuzen patat van den hamer, en moet ik in volle
beklimming zowaar de remmen dichtknijpen. Ha ja, om nie achteruit te bollen.
Voor de
spurt was mijn strategie simpel maar geniaal. Ik pak het wiel van spurtbom Tim
Roels en jump hem in de laatste meters voorbij (dromen mag). Maar nadat Luc
ontsnapt in de Boombosstraat, en de anderen één voor één van ons wegrijden,
vraagt Tim aan mij: “ Wordt er op het einde nog gespurt??? “. In de verte zie
ik nog dat Luc Krick zodanig sterk doorgaat dat hij uit de greep van de
aanstromende groep kan bijven. Als ge dat nog in de benen hebt na 71Km aan een
gemiddelde van 25.5Km/u moet ge goede papieren hebben.
Verslaggever
Ad Interim Bis, Ivan
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
(Verschenen
in Kraak 317, februari 2004, gewijzigd door Hugo De Landstheer.)
21
december 2004. Sukkelaars, dutskes, serreplantjes, slappelingen,
watjes, mietjes, losers, moederskindjes, krempers, sukkelaars……, of heb ik dat
al gezegd? Een beetje regen en wind, en ze zien het al niet meer zitten. Zelfs
Mario, de grootste liefhebber van modder en andere vuiligheid (het is tenslotte
nen West-Vlaming) geeft forfait. Gisteren was hij nochtans heel enthousiast
over de voorspelde sneeuw, en had beloofd er zeker bij te zijn. Maar de sneeuw
kwam een dag later, en Mariootje kwam niet. En dat noemt mij dan een
gazettenkoereur. Toegegeven, een beetje regen en wind is wat zacht uitgedrukt.
Het goot water, en de ijzige wind deed het nog kouder aanvoelen dan het al was.
Echt geen weer om een hond door te jagen, woef, en zodoende stonden enkel de echte
mannen, Rudy en ikzelf, druipend te wachten op het kerkplein. We vertrekken
richting Gratiebossen in Berlare voor ons gevecht tegen de elementen, en hopen
daar een beetje beschutting tussen de bomen, en een redelijk berijdbaar
parcours te vinden. Maar de rit in Overmere van vorige week heeft zijn sporen
nagelaten, en bijgevolg ligt het toch zwaar. Net wanneer we denken dat wij de
enigen zijn die dit weer trotseren komen we nog een groepje (st)rijders tegen.
Reden genoeg voor Rudy om er ne keer nen snok aan te geven. De dapperste
(domste?) van de andere groep denkt naar het wiel van Rudy te kunnen rijden, en
steekt mij voorbij. Wat begint als een verdienstelijke poging, slaat al snel om
in een serieuze afgang, en een beetje verder ga ik hem alweer voorbij. Motortje
opgeblazen. Wij, KWB-Mountainbikers, weten wel beter. Als Rudy gaat, dan gaat
hij. Om zichzelf en zijn makkers nog meer affronten te besparen, gaan zij aan
de eerste splitsing, waar wij rechtsafslaan resoluut naar links. We vervolgen
onze weg via de Scheldedijk, pikken in Uitbergen nog een stukje bosweg mee, en
komen aan de zijkant van Nieuwdonk in Overmere terecht. Als we aan de
atletiekpiste aan een laatste zwaar stuk beginnen, geeft Rudy zijnen velo nog
eens de sporen, en is in geen tijd buiten zicht. Als ik aan het einde van de
modder (en mijn latijn) de Vaartschootstraat nader, staat hij mij verkleumd op
te wachten. Door het lange wachten zit de koude tot op zijn beenderen, en we
besluiten dat het welletjes is geweest. Ondanks het slechte weer krijg ik toch
een warm gevoel vanbinnen. Een overwinning op mezelf. De bende van Rogiers
slaat weer toe.
Terwijl
we na de rit onze fietsen afspuiten, komt ons moeder eens kijken of we niet
helemaal verzopen zijn, en vraagt hoeveel zotten er vandaag meefietsten. Als ik
haar antwoordt “Ze staan hier allemaal”, draait ze zich hoofdschuddend om en
vraagt zich af “ Wa hebbe k’ik op de wereld gebracht?“. Het antwoord is simpel:
Straffe gasten moeder, … straffe gasten. Verslaggever ad interim bis, Ivan
28
december 2004. Ja, noem Ivan één keer een gazettenkoereur en het
piekt voor de rest van het jaar. Rudy viel er zelf bijna van achterover van
zijn broer in zo een weer aan de start te zien. Ik denk ook dat het een
familiale afwijking is. Arme moeder Rogiers. Maar … het kan ook de omgeving
zijn, want zie, deze week ook weer strontweer in het kwadraat. Alleen Rudy en …
Karel. Het kan dus ook zijn dat er in Hussevelde iets in het water zit zodat de
mensen daar ietske veel minder normaal doen. Het kan geen toeval meer zijn. Mario
PS.
Ivan, als ge nog eens met niet meer dan 2 man gaat rijden, kunt ge dan ook de
lengte van het verslag wat navenant maken? Het geld groeit hier niet op de KWB
zijn rug, hé.
Een rit
vol afwisseling en wegeltjes allerhande. Mijn lievelingsrit. Die het niet weet,
zou veel van die wegelingskes gewoon voorbijlopen. Aangezien het 2 dagen de
stenen uit de grond gevroren heeft, liggen de modderpoelen van 3 dagen geleden
er nu keihard en grillig vervroren bij. Grillig zeker, elke sleuf en elk spoor
van een velowiel of traktorwiel staat nu gebeiteld in de grond. De sporen die
schuin op de rijrichting lopen zijn het gevaarlijkst. De eerste kilometers is
het wat onwennig, zeker op asfalt, maar in het veld is het onvoorstelbaar hoe
we weer over al die hindernissen vliegen. Als ge alleen zoudt rijden, zou je
aan 10 per uur voortsukkelen. Nu, in de bende, is het ‘verstand op nul’ en
vliegen maar. Rudy doet bepaalde stukken aan 30 per uur. Bij de ene is het al
makkelijker dan bij de andere om dat verstand op nul te zetten. Bij Marc
bijvoorbeeld moet ge gewoon maar het getal één aftrekken van zijn IQ. Bij Ivan
moet ge zelfs 10 bijtellen.
En voor
de zoveelste keer: zonder platte banden en zonder valpartijen. Tot we het
laatste stuk - van de blauwe steen naar de Vaart - aanvangen. Ik zak door een
schots en schots en scheef kom ik op een halve meter van de diepe beek tot
stilstand. Zoals ge zelf ziet, het spreekwoord, dat ge niet schoon moet zijn om
sjans te hebben, klopt toch niet altijd. Dirk Pieters valt kort daarna op
dezelfde plaats, maar Luc Krick schiet de hoofdvogel. Eerst vliegt hij het vele
veld voorbij in een achtervolging op Rudy en even verder hangt hij in de
pinnekensdraad. Zijn broek en dij opengereten op 10 plaatsen. Nu weten we
waarom de boeren pinnekensdraad rond hun weiden zetten. Anders lagen hun weiden
na een tijdje vol ezels.
Als we
al 10 minuten in het Weike zitten, komt daar Dirk H. toch wel binnen zeker. Hij
was degene wiens sporen ik had gezien en die stipt om 9 uur aan de kerk stond,
maar omdat het te koud was om lang te wachten, was hij maar alleen aangezet. Ge
moet goesting hebben. En eigenlijk was het niet koud, want net vanmorgen zette
de Grote Dooi in.
We
besluiten met een prangende vraag: ‘Est-ce que ça pique, monsieur Krick?’
11
januari 2004.
Gisteren kerstboomverbranding op HO Kalken en er zijn nog andere dingen
verbrand door de jenever en de gloeiwijn. Zelfs Rudy geeft forfait. Alleen
Karel, Jan en Hans Schellaert (ik hoop dat ik niemand vergeet) zetten aan en
krijgen bakken water over hun kop. Ze moeten het maar weten, zeg ik. Mario.
De
Modderfokkers
18
januari. Zoudt
ge verdorie willen geloven dat ik het ook niet meer weet? Ik wete kik ook niet
oe da dat zo gekomen is.
Bart is
zich aan het voorbereiden op zijn eerste wedstrijdseizoen als mountainbiker.
Hij rijdt – eventjes slikken – 500 tot 600 km per week en heeft zich nog een
tweede velo bijgekocht. De prijs durf ik hier niet zeggen, want dit is een
boekske voor gewone arme dompels van werkmensen, weliswaar aangevuld met gewone
rijke zelfstandigen. Maar bij de Sidmar zijn het dus blijkbaar ook geen gewone
werkmensen niet meer gelijk vroeger. Er zijn nu al velo’s die automatisch hun
vering aanpassen aan de gesteldheid van het terrein, volgens Bart. En hij heeft
er zo ene. Pakt dat iemand gelijk Marc, Danny of pakweg Ivan op zo een velo
rijdt, dan is diene velo gewoonweg slimmer dan degene die erop zit. Waar gaat
dat naartoe? Mario
8
februari. Rudy
en Karel zijn weeral de enigen die het weer van weeral een verzopen zondag
trotseren. Ja, dit jaar vallen de zondagen niet echt mee. Beste lezer, prijs U
echter gelukkig, want ware het Ivan geweest die erbij was in plaats van Karel,
dan had u hierover 2 bladzijden verslag gekregen. Mario
Na 42
km aan 23 per uur staan we weer aan de auto’s. Ik stap samen met Erik en Ivan
in het vliegmachien van sponsor Rudy, nadat we eerst de fietsen op het rek goed
hebben aangespannen. Na een voorspoedige vlucht, met slechts 1 tussenlanding –
we raken één keer de ring van Antwerpen – landen we te Kalken, alwaar dat
fietsrek begint te schudderen op het slechte wegdek alhier. Ja, Rudy had de
velo goed vastgezet, maar het rek niet. Wij winnen ons vieren de sprint, want
we hadden de rapste auto. Mario
De
gemeentes Lochristi en Beervelde doen heel wat aan de veldwegels – in
tegenstelling tot onze eigen gemeente waar het niet verder is gekomen dan er
wat over palaveren – maar ze overdrijven aan de andere kant. Sinds we naar
Wachtebeke rijden, zijn er al 3 mooie, lange MTB stukken gebetonneerd. Nu zijn
het fietspaden om U tegen te zeggen, midden de velden, maar wij missen onze
bonkige, zompige wegelkes van vroeger toch wel. Als ze zo voort doen, is er
voor ons binnenkort ook geen leute meer aan.
Te
Wachtebeke ligt het parcours er vettig prettig bij. Als we het domein uitkomen,
liggen daar een 100 meter aaneengesloten aardehopen, waar echte mountainbikers
niet van kunnen blijven. Ook Ivan wil meedoen met de echte, maar holderbolder,
daar vliegt Ivan met poten en kloten en al de lucht in. Troost U, Ivan, zonder
zou erger geweest zijn. Het leven van een verslaggever kan mooi zijn. 49 km aan
24.5 per uur, dus niet zo echt rap voor een Wachtebeekse rit, maar dan komt de
sprint. Danny voert het tempo in de Bontinck op tot 38 per uur. Ik zit in zijn
wiel, maar moet in de laatste bocht naar het Weike toe lossen. Even blijven er
nog 4 man in mijn wiel zitten en dan zetten ze de achtervolging op Danny in. De
sprint tussen Danny, Ronny, Luc, Bart en Rudy wordt gewonnen door … Bart. Een
historisch moment, want Rudy Rogiers geklopt! Je moet er wel jong en
getalenteerd voor zijn, met een superdeluxe velo rijden en 500 km per week
trainen, maar ge ziet, op een dag lukt het toch om die ouwe te kloppen. Kan Rudy dit nog rechtzetten? Come and read next week. Mario.
De
Modderfokkers
Op het
kerkplein valt Ivan plots neer op zijn knieën met de armen in de lucht, in
adoratie. Neen, het gaat hier niet om een onverhoopte bekering, want het is
niet voor Onze Lieve Heer die daar ook met zijn armen ten hemel staat, want
Ivan knielt er met zijn rug naar toe. Het is echter wel degelijk voor een
mirakuleuze verschijning: Marc Roelandt hemzelve in lijfsteigen persoon!!!
‘Ongeloofloos!’, roept Ivan uit. Rudy ziet meteen hoe het komt dat Marc er is.
Marc, anders toch een prontige mens, ziet er niet uit door een bloeduitstorting
van jeewelste in zijn rechteroog. Opgedaan door een sneeuwballengevecht op
vrijdag. Dus moest Marc gisteren thuisblijven, zegt Rudy, en kan hij nu gaan
rijden. Ook Jan, Dirk en Dirk en Geert zijn van de partij, zodat we met zijn
achten zijn.
Alleen
de gebroeders Rogiers hebben last van een pion die niet wil grijpen door de
kou. Ze zitten dan ook de helft van de rit in het ijle te trappen – bij Ivan
valt dat niet eens op. Zouden hun vélo’s ook familie van mekaar zijn,
misschien? Of is het toch ietske in de lucht op ‘t Hussevelde? Rudy hijgt er
eens op, maar niets gekort. Piessen dan maar. In de formule 1 hebben ze
pietstops, maar wij houden piesstops, zegt Rudy. Een eind verder moet Dirk VDV
zijn warmedrukspuiterke bovenhalen om Rudy zijn fiets te dopen. Jongens, zegt
Rudy, als ge nu nattigheid voelt als ge achter me rijdt, is het geen water, hé.
Nu ik zo het verslag schrijf, vraag ik me af: “Heeft er eigenlijk iemand anders
nog een goeie grap verteld, buiten Rudy??” Die mens moet hier ook alles doen:
kop trekken, achterblijvers duwen, de weg weten, sprinten winnen en lollen
vertellen om het verslag te stofferen.
Zij die
er niet bij waren, hebben wat gemist. Voor mij de schoonste rit van ’t jaar,
totnogtoe. Sneeuw, vriesweer, mistignatte koude die na anderhalf uur eindelijk
overgaat in een winterzonnetje, ijsschotsen, vervroren en vastgevroren ijs- en
sneeuwbrokken. Iedere 2 meter ligt het anders: hard, zacht, glad, steeg. De
plassen en de sneeuw liggen slechts minnetjes vervroren, zodat we er juistekes
doorzakken en zo de maagdelijk witte sneeuw vermengen met zwarte modder. En dat
alles in de boskes en velden van Serskamp, zo al mijn lievelingsrit. Technisch
en zwaar terzelfdertijd. Dat is nog eens mountainbiken, zie. Niet voor
Dannietjes, euh niet voor doetjes, bedoel ik. Halverwege de rit verdwijnt Marc
even mirakuleus als hij verschenen is.
Gevallen
wordt er natuurlijk, maar eigenlijk alleen naar het einde van de rit en op het
einde van de wegels, daar waar de sneeuw tot ijs is samengeduwd door gerij van
auto’s. Ik maak een glijpartij - zonder vallen, van zeker 10 meter, waarbij ik
eindig met mijn neus in de omgekeerde richting en zo nog kan staan zwaaien als
Dirk H. en Ivan passeren. Vijftig meter verder heeft Ivan er weeral eens
gelegen. Jongens, jongens, wat een pret, als ik hem weer voorbijsteek en nog
eens 50 meter verder zelf op mijn verdoemenis lig. Jongens, jongens, …
Van een
schone schrikkeldag gesproken. Mario.
Eddy, Rudy, Rudy, Luc, Karel, Dirk, Dirk, Ivan ennekik. Met zijn negenen
voor de 50 km van de rit van Calckine. Ik moet meer dan 4 Euro inschrijving
betalen als niet lid van de wielerbond en dat – bedenk ik – om een rit te doen
waar ik alle wegeltjes toch al ken. Maar dat is zonder de
parkoersuitstippelaars van Calckine gerekend, want – zeker naar de kanten van
Zele toe – hebben ze nog mooie onontgonnen veldwegelkes gevonden. De rit is
goed uitgestippeld en afwisselend, zodat ik toch nog meer dan waar voor mijn
geld krijg. Goed gedaan, mannen. Dirk VDV was met de fiets van Zwijnaarde
gekomen, zat er na nog eens 50 km aan 22.4 per uur op een lastig parkoers zwaar
door en mocht dan nog weer naar Zwijnaarde. Zijn vrouwke is hem mogen komen
halen. Een geval van zware zelfoverschatting. Ivan daarentegen is gewoon een
zwaar geval van zelfoverschatting. Rudy Vergeylen was nog een keer in vorm,
zodat hij zelfs bijna mee kon. Karel was de man in vorm gevolgd door Luc.
Spijtig toch nog dat Ivan, Rudy V. en kleine Dirk vooral naar het einde
van de rit mij zo moesten koeionneren – trekken, duwen, mij van de weg proberen
rijden, mij verplichten te remmen, gewoon omdat ze er niet tegen kunnen dat ik
eens een paar weken zoveel sneller rijdt dan zij. Wie dacht dat Marc een
kinderachtige typ was, wel die heeft natuurlijk gelijk, maar ge moet dan eens
met deze drie te maken hebben.
Uw toegenegen verslaggever, Mario.
Als we
net zitten, komen ook Marc en Rudy aan. Ze hebben heel diep moeten gaan, want
toevallig zijn ze onderweg in het spoor van een wandel-druppeltocht terecht
gekomen, en - sociaal als ze zijn, hebben ze verbroederd met de wandelaars.
Zoals ik al vermoedde in het begin van dit verslag. Meer in het hoofd dan in de
benen.
Verslaggever
Ad Interim Bis, Ivan.
Tegen de wind, heb ik een karton van op een bak Duvel, met zo een mooie
volle Duvel op gedrukt, onder mijn truike gestoken. Ik wil daarmee uitpakken,
kwestie van ook eens de plezante uit te hangen, maar Ivan heeft nog veel
straffer: die rijdt rond met een boekske vol madammen met weinig kleren en
madammen met nog minder kleren onder zijn truike (zie bewijsfoto:
http://allserv.ugent.be/~mvaneech/Ivan.jpg).
Wie reden er nog mee naar St. Lievenshoutem? Jan, Karel, Rudy, Rudy
Declerck, Ronny, Luc en drie Dirken: Dirk Pompieters, Dirk Hansklaer en Dirk
Indevyver. Marc liet zich alleen eens zien in burger op het kerkeplein.
De combinatie van vals plat, beuken tegen de wind op kop en de vettige
wegels waar je wielen in vastzuigen, maakte dat we soms amper nog vooruit
kwamen. Het was weer afzien, beestenwerk, beulenwerk. Maar waarom doen we het
anders?
Weeral geen platte banden en geen valpartijen, behalve wat show van de
kleinste en de fijnste: aan een wegversperring waar we nauwelijks langs kunnen,
schiet Dirk H. van het betonbaantje, en aangezien de berm net daar 20 cm lager
ligt, is het van holderdebolder pardaf pardoes. Hij krabbelt weer op zijn velo
en wil het zodanig uitleggen tegen de lachers achter hem, dat hij
achteruitkijkend 10 meter verder aan de andere kant van het baantje er
holderdebolder pardaf pardoes weer af ligt. Rudy Declerck levert een prachtige
prestatie, maar windachter naar Wetteren toe gaat het tempo naar 35 per uur
(toe) en duwen Luc, ik en Rudy R. hem af en toe. Rudy D. krijgt daar verkeerde
gedachten bij, want hij trekt gedurig zijn arm weg, zo van ‘Eikes, blijft eens
van mij’. Geen schrik, Rudy, wij zijn rechtgeaarde hetero’s en we doen dat echt
alleen maar om te helpen, want hoe hard trappen het ook is om mee te kunnen, we
weten uit ervaring dat eens je uit de bende lost en alleen moet rijden je tempo
plotsklaps met 15 per uur zakt. Daarom doen wij dat en zonder bijbedoelingen,
Liefste Rudy. Maar al goed, wie niet bepoteld wil worden, moet maar voelen,
zegt het spreekwoord, en we laten hem node achter.
Ivans’ achterwiel gaat in Wetteren nog om zeep, maar toch doet hij nog
een deel kop zodat ik kan demarreren aan het Vaartplein. Aan 42 per uur is niet
snedig genoeg, want er zijn er 4 die mijn wiel kunnen pakken, o.a. Rudy R. en
dan moet ik er geen tekeningske bij maken wie de sprint wint. Ja, Luc, Karel en
Ronny: in mijn wiel zitten kunt ge, maar een sprint winnen tegen Rudy, dat is
wat anders hé.
We deden 56 km aan 23.5 per uur, ondanks de wind en de more, en hebben
toch weer een scheet gelachen. En twee ook. Mario
Zondag 29 maart 2004. Uw vaste verslaggever is mee met de
echte op MTB-weekend in de Ardennen. Verslaggever Ivan zit op de motocross en
verslaggever Marc heeft zich een breuk gelachen, zodat er misschien wel door
enkelen is gereden, maar door niemand verslag is gegeven. Mario.
Zaterdag
4 april 2004. Ronde van Vlaanderen. Met 9 man: Jan, Karel, Rudy,
Rudy, Ronny, ik, Luc, Hans Schellaert, Dirk Vdv. 75 km aan 24.5 per uur. Een
mooie rit die we tegen de middag hebben afgehaspeld, en ware het niet van de 2
platte banden van Luc geweest, we waren nog rapper terug geweest. Luc rijdt de
muur op met een lossende achterband, maar ik kan hem maar net bijhouden. Als
Rudy boven aan de kapelmuur de band van Luc stopt en de rest een eindje verder
staat, duurt dat gelijk zo lang. We gaan eens kijken en ja hoor, ze hadden zich
geposteerd voor het stoppen van de band aan de stand van Redbull met zeker 10
hostessekes. Vandaar dat het niet vooruitging. Voorbij de Bosberg rij ik even
voor zodat ik op het gemakske het gevaarlijk punt van verleden jaar kan nemen:
een richeltje van 2 keer nikske in het midden van de weg. Ja, niet meer dan
dat, maar verleden jaar ging ik hier op mijn verdoemenis, met blijvend
schouderletsel tot gevolg. Mijn schouder blijft nu scheef hangen voor de rest
van mijn leven. Het is niet echt een mooi zicht, maar goed, mijn beste tijd had
ik toch al lang gehad. Mijn nek doet nog altijd pijn ook, zoals die van
Brusselmans, met dat verschil dat hij rijk en beroemd is.
Vanaf
de Bosberg is het niet alleen grotendeels bergaf, het is ook wind in ’t gat,
zoals Rudy had voorspeld. De nabespreking in het Weike loopt wat uit, maar dat
mag wel eens vinden we, na zo een rit waar we allemaal kontent van zijn. Mario
Zondag
11 april 2004. Pasen. Net als de brave gelovigen de kerk
uitkomen om een paasontbijt van de KWB te gaan nuttigen, vertrekken we met 9
man. Ivan, Tom VdB, Ronny en Bart, Danny, Geert, Karel, Dirk H. en ikzelve.
Ronny en Bart komen alleen eventjes losrijden, want vannamiddag doet Bart weer
een wedstrijd. Met 7 dan maar naar Waasmunster. Een mooie rit van 65 km aan
26.5 per uur. De sprint wordt gewonnen door Ivan tegen de 3 strijkijzers Danny,
Karel en uw verslaggever. Ja, een kort verslag zult u zeggen. Maar zoudt ge
geloven dat, als ge zo met 6 saaie pieten rond rijdt, er niet veel te vertellen
valt. Mario
Zondag 18 april 2004. Danny, Dirk H
en Dirk P, Luc, ondergetekende, Jan, Karel, en snelle Eddy, die het echter voor
Wetteren al voor bekeken houdt. Teveel wind en te hoge snelheid in het begin.
Het zal inderdaad een afvallingsritje worden vandaag. We doen nog eens de grote
prijs Danny Fack 1. Het is meer dan een jaar geleden dat we nog naar Melle,
Gontrode, Merelbeke en die kanten op reden. En wat is het al veranderd, het
gewegelte aldaar.
Ivan, Rudy en Tom, die alledrie gezegd hadden dat ze gingen komen, zijn
er niet. Ivan was gisteravond een beetje beDuveld geraakt. In de Kalverhage,
een natuurgebiedje tussen 2 spoorwegen, hebben ze met een bulldozer een BMX
parkoers aangelegd. Raar onderhoud van de natuurgebieden, daar in Melle. Ik
stel voor het gebiedje ook nog droog te zuigen en vol te pompen met mest, zoals
wij in Laarne doen met de Kalkense Meersen. We zien nog meer natuurleed. Ergens
in een verloren boske staat een nagelnieuwe manshoge kraaienkooi, met daarin
reeds 2 gevangen stakkers. Dat geval heb ik toch effekes omvergekieperd, zodat
deze twee beestjes konden wegvliegen. Ik kan het niet aanzien dat ze
intelligente beesten als kraaien en eksters laten kreveren.
Luc schiet de hoofdvogel van de dag. Ergens op grondgebied Melle komen
de eerste 5 van onze bende uit een slag de weg op en slaan naar rechts af. Er
kruist ons een wielertoerist uit de tegenovergestelde richting. Luc die wat
achter komt – wat we niet van hem gewend zijn – hoort door de vele wind de
waarschuwing ‘Tegenligger’ niet en voorzeker ziet hij ook de wielertoerist niet
doordat we met 5 het zicht belemmeren. In plaats van bij het rechts afslaan ook
rechts te houden, pakt hij bij het uitkomen van de slag een grote bocht tot op
de overkant van de weg en komt zo plots oog in oog met de verschrikte
wielertoerist. Het had veel erger kunnen zijn, maar het wordt een schouder
tegen schoudercharge. Deugd doet dat niet. Die wielertoerist kwaad natuurlijk.
Maar wat denkt die eigenlijk wel? Bij mijn weten hebben mountainbikers altijd
en overal voorrang, of niet soms? En zeker als ze van de KWB en van Kalken
zijn. Ja, wielerterroristen en mountainbikers, goed zal dat nooit boteren, maar
om er nu bots bovenop te gaan rijden, Luc, ge moet ook niet overdrijven, hé.
Dirk H. ziet het in Westrem niet meer zitten en vervolgt deze tocht van
55 km op de weg. Jan W. blijft achter in Wetteren, bij het vrouwke, om eens
(goede punten) te scoren. Dirk P. moet lossen op de Langen End, zodat we nog
met vieren naar het Weike vlammen tegen 40-42 per uur met Danny op kop en de
wind in ‘t gat. En zo eindigen we ook, want Danny wordt niet aangevallen, zo
zijn best dat hij gedaan heeft om de weg niet kwijt te geraken en om de ganse
tijd op kop te rijden.
In het Weike zitten Frank en Eddy in koerstenu. En, godbetert, daar
zitten ook nog Marc, Guy en Ivan, in burger. Ivan mag maar 1 keer per weekend
zat zijn. Daarom komt hij nog rap een paar Duvels drinken. Kwestie van niet te
ontnuchteren voor zondagavond. Mario
O ja. Waar waren Bart, Ronny en Rudy R. zult ge vragen. Awel, ik ga het
u antwoorden. Ronny en Rudy ondersteunden Bart logistiek tijdens het
kampioenschap van België marathon MTB te Waregem. Werd Bart, bij zijn eerste
deelname, toch wel al meteen tweede bij de beloften zeker. Van harte proficiat
van de hele bende, Bart en doet zo voort!
De
Modderfokkers
Rechtzetting vorig verslag. Ivan reed ook mee in de Ronde van
Vlaanderen-toertocht, maar ik heb hem niet vermeld. Ge moet niet vragen: als ge
met een postuur als dat van Ivan niet eens opvalt, dan hebt ge wel zeer
onopvallend gereden. Toch een DIKKE sorry, Ivan.
Zondag 25 april 2004. Bierbeek. Danny, Rudy
R.*, Karel*, Dirk VDV*, Mario, Luc, Tom, Geert, Rudy V.* De personen aangeduid
met een sterretje waren uitgerust met GPS. De felsten dus. Danny kreeg geen,
want GPS of geen GPS, verkeerd rijden doet hij toch en dan zijn die mensen hun
GPS nog kwijt ook. We hadden gedacht dat het 60 km diepe dalen en steile
klimmen in het bos gingen worden, maar daar heb je slechte ontvangst met de
GPS. Het worden dus vooral lange boerenwegels in open landschappen. Met zo een
GPS rijden is toch niet alles en de eerste 10 km mogen we een keer of vijf op
onze wielen terugkeren. Dankzij het verkeerd rijden, zien we wel, op
klaarlichte dag en van dichtbij, drie prachtige reebokken. Een fantastisch
gebied trouwens. De wegels die we daar gezien hebben, had ik nog nooit
meegemaakt. Hoe ze daar met een traktor nog over rijden, weet ik niet, maar
sommige slagen waren – zonder overdrijven – één meter diep! En drie vier naast
mekaar, zigzag door mekaar. Ongeloofloos.
Sponsor Rudy* wil persé stoppen aan het enige café dat we tegenkomen –
café Tollet! - en we verdriedubbelen meteen die mens zijn jaaromzet aan cola,
want meer dan 1 mens per week kwam daar niet binnen. Een geluk dat Danny hielp
uitschenken of we waren nog niet thuis. Vandaaraf, de laatste 20 km is het elk
voor zich, want kapitein Rudy* wil er eens de beuk in zetten. Het wordt een
wilde achtervolging. Karel* kan net nog even bij Rudy* en Danny komen maar dan
steekt een stok in zijn wiel stokken in de wielen. Ja, voor wat lig ik hier
anders te liggen, moet die stok gepeinsd hebben. Luc, de witten, die dit
seizoen al een aardig palmares aan tuimelperten heeft verzameld – als hij een
pinnekensdraad of wielertoerist ziet, hij rijdt er gewoon bots op - wou nu eens
een echte auto uitproberen. Hij kon zich nog op het nippertje inhouden, maar
dat weeral ten koste van een zware val. Luc rijdt echt dat de stukken eraf
vliegen, dit seizoen. Gelieve ze bij vondst terug te brengen.
Na 5 seizoenen MTB denkt een mens dat hij het meeste al gezien heeft,
maar dit jaar zijn we toch al verschillende keren aangenaam verrast geweest.
Wat een prachtige rit alweer. Dit was eigenlijk een voorbereidende rit voor als
we naar de Pyreneeën zouden gaan rijden, maar de meesten zien het toch niet
zitten. Als dien mens van de organisatie vertelt over zadelpijn vanaf dag 3,
ravijnen, 70 per uur en afdalingen op skipistes met stenen, is mijn goesting
ook rap over. Danny ziet het wel zitten, want je hebt best een vestje aan dat
ademt en Danny heeft toch wel zo eentje zeker. De dag dat Danny schielijk mocht
te overlijden komen, pas dan heel goed op. Want als je denkt dat hij nog ademt,
controleer toch eerst even of het zijn vestje niet is (hou er een spiegeltje
boven). De hele dag leute voor 8 Euro allemaal, inclusief een driedubbele
spaghetti achteraf. Mario
Zondag 2 mei 2004. Waasmunster. Ivan, Rudy V.,
Geert, Mario, Luc, Karel. 65 km aan 27 per uur. Schoon droog weer, zodat we ook
zonder wegkapitein Rudy aan een mooi gemiddelde komen. Ivan rijdt zo breeduit,
dat zowel Karel als ik ons erachter uit de wind kunnen wegsteken. Alleen Karel zijn
nek steekt een beetje uit zegt Ivan. Ik weet niet wat hij daarmee wil zeggen,
maar ik vind toch dat Karel Karate dat moet weten. Zodat iedereen vrienden kan
blijven, nadat de nodige dingen – als het moet met een beetje geweld – zijn
bijgelegd. Sponsor Rudy, die nooit valt, maakt in de laatste zandbak een mooie,
maar natuurlijk zachte landing. Luc, die aan een knalseizoen bezig is qua
valpartijen: in de pinnekensdraad hangen, wielertoeristen omverrijden, auto’s
proberen van de baan te rijden, komt er vanaf met een knieval. Onze sponsor is
echt in supervorm. Het is eraan te zien dat hij honderden kilometers doet met
de koersvelo en met of zonder het vrouwke. Wat een supertoffe kerel is onze
sponsor toch. En wat een atleet. En altijd vrijgevig. Wat hebben we toch geluk
met zo een sponsor. En wie wint er de sprint? Onze sponsor natuurlijk! Mario
Euh, zeg Rudy, nog ietske. ’t Is om eens te vragen of we nog lang moeten
wachten op die nieuwe truikes en broekskes. Dat is nu al vijf jaar dat ik
reclame maak voor uw commerce in hetzelfde tenuke. En ge begint mijn onderbroek
te zien door mijn koersbroek. Dan moogt ge nog van geluk spreken dat ik een van
de weinigen ben die een onderbroek draag. Wat ge er bij Ivan allemaal door
begint te zien, ga ik hier niet uitleggen, maar reclame voor uw zaak is het
alleszins niet. Dus, ik zou zeggen, doe het voor uw eigen en voor uw omzet.
Zondag 9 mei 2004. Aaigem. Reeds om
halfnegen te vertrekken, dus om kwart na 7 sta ik al bij de bakker. Ik
twijfelde of die al open ging zijn, maar zie, het is me daar warempel een
overrompeling van jewelste van allemaal venten. Ah ja: moederkensdag.
Thuisgekomen laat ik mijn vrouwke weten wat voor geluk ze toch wel heeft met
een man als ik die niet zomaar één keer per jaar voor moedertjesdag, maar wel
elke zondag vroeg op is en naar de bakker gaat. “Ja, omdat ge moet gaan
mountainbiken, anders zoudt ge niet uit uwen nest geraken”, is het antwoord.
Doet dan eens iets! Zijt dan eens kontent van uzelf!
Dirk Hanselaer, Rudy, Rudy, Luc, Jan, Ivan, Mario, Geert, Carla, Gerda
en Christelle. Euh,
Carla? Gerda? Christelle? Zijn Karel, Geert en Krist transseksuelen
geworden? Van Karel zoudt ge nu nog …, maar van Geert en Krist toch niet!?
Neen, U misleest zich niet. Binnen de moederschoot van de KWB MTB club heeft
zich op moederkensdag spontaan en helemaal vanzelf een nieuw initiatief
ontplooid: de D-ploeg. Dat betekent niet de ploeg voor mensen met een D-cup,
zoals Den Dirk ons wil doen geloven, maar de Dames ploeg. Indertijd was Franky
een van de pioniers van ons MTB clubje, en nu is zijn zus, Carla De Kok – “met
cee ooo cee kaa”, zegt ze daar nog bij, maar vraag me niet waarom, ook bij de
eersten. Wij mannen hopen natuurlijk dat dit initiatief mag openbloeien en we
zien dan ook met grote verwachting de komst van de Nelekes, Nadinekes,
Kristienekes, Marlenekes, Heidikes en alle andere vrouwkes tegemoet. Ik hoop
wel dat die van ons geen goesting krijgt, want ik zie me niet iedere week 2
velo’s kuisen, zulle.
De mannen doen 55, de vrouwen 25. Net mijn zomerbanden opgelegd en lap,
voor het eerst sinds lang een ferm vettig parkoers. Veel korte keren en
draaien, klimmekes en afdalingkses, dus ferm lastig voor de dooprit van de
dames. Voorwaar een mooi parkoers, maar als de vorm aan het wegebben is - ik
voel hoe het iedere week minder gaat, kun je er niet echt van genieten. Ivan,
eventjes achter, mist een afslag, die een lus in het parkoers is. Als hij dus
even verder terug op het parkoers komt heeft hij ons voorgestoken en is hij ook
de bevoorrading voorbij. Ivan denkt dus dat hij ons aan het achtervolgen is,
maar eigenlijk rijdt hij voor ons. Voor een keer dat hij voorop rijdt. Ook Dirk
steekt van allerhande stoten uit, zodat hij al in de kantien zit als wij voor
de derde keer de vrouwkes tegenkomen, nu in het gezelschap van Ivan. Dat komt
omdat we ook ergens verkeerd rijden, zodat de vrouwkes ons voorbijsteken en als
wij ons kar keren en terug op het parkoers komen zijn ze dus net voor ons. Ja,
die pistes van 25 en 55 lopen de hele tijd door mekaar ook nog. Ja Christine,
Ivan reed de hele tijd alleen met de vrouwen. En dan was hij nog Christelle aan
het duwen, want die had kettingbreuk. Dus door supertoeval en doordat iedereen
op verschillende momenten verkeerd rijdt, staan we allemaal klaar om Christelle
te helpen, behalve …Dirk zelf, die al in de kantien zit, de propere. Rudy heeft
er wel 20 minuten werk mee met de oude versleten ketting en alleen dankzij een
stukje ketting dat Jan nog bij zich heeft, lukt het. Ik vraag nog of ze iets
kunnen doen met de nagelnieuwe reserveketting die ik altijd bij me heb, en ze
vinden dat allemaal een goeie mop. Haha. Ik heb mijn ketting dan maar weer naar
huis meegnomen. Ge weet nooit dat we eens kettingbreuk lijden, hé. Dirk en Christelle,
ik zou zeggen: “Eens naar een goeie velomaker gaan”, maar spijtig genoeg hebt
ge zo geen in Kalken*. Aaigem, naaste jaar komen we weer, en we hopen met meer
man en meer vrouw en ik met meer vorm. Mario
* Euh, dat was een graptje, hé.
Zondag 16 mei 2004. Serskamp. Ik heb een
bierkaartje nodig gehad om alle deelnemers te noteren. De D-ploeg bestond uit
de dames Gerda, Linda (moeder Vanhecke ook al, jaja) en Nadine, de eega van
onze sponsor. De B-ploeg bestond uit de heren Dirk P., Dirk H., Rudy
(Washington) DC, snellen Eddy en, godbetert, trage Marc, voor zijn definitieve
heroptreden, laat ons hopen. De A-kes waren Ivan, Karel, Rudy V. en Rudy R.,
Jan W. uit W., de Witten, Bart en Ronny Vanhecke (was Svenneke dan alleen
thuis, dat manneke?) en mijzelve en wij reden naar Serskamp en de Warande te Wetteren,
een 40 km aan 26 per uur. Karel heeft last van wat MTB kwetsuren en
verrekkingen opgelopen de laatste weken. Ja, als ge zo een jaar of 5 rijdt en
ge zijt een beetje van een bricoleur dan begint het langs alle kanten te
mankeren. Bij Ivan bvb. is er niets dat nog echt marcheert, maar dat was
eigenlijk al van voor dat die mountainbike reed. Bij mij doet het ook overal
zeer en trekt het overal tegen, hoe langer hoe meer. Rudy weet een nieuwe wegel
en daar wil Bart wel eens zijn kunnen demonstreren door zonder af te stappen
een boom die dwars over het paadje ligt te nemen, maar de boom neemt hem …
zonder op te staan. Sponsor Rudy rijdt tegen een dikke hoekpaal. Hoe hij die
niet kon gezien hebben? Doordat Ivan voor hem reed, probeert hij er zich uit te
praten, maar dat is geen waar, want Ivan reed achter hem. Ge moet niet vragen
hoe erg het met Ivan gesteld is, als ge nu ook al niets meer ziet als hij
achter u rijdt.
Bijna thuis is er een paard dat een zijwaartse panieksprong maakt als
wij eraan komen. Rudy R. kan zich daar verschrikkelijk kwaad in maken. “Dat
komt dan met een paard op de straat en ze kunnen er niet eens weg mee”, foetert
Rudy. Maar Rudy, ik rijd zo al vijf jaar mountainbike zonder dat ik goed weet
hoe erop recht te blijven. Want zie maar. In Wetteren doen we de Warande waar
er een erg technisch parkoerske is aangelegd. Iedereen is het erover eens dat
het niet te doen is, gewoon overdreven. Ik heb het echter wel geweten, want op
het scherpe afzinkske val ik en ik blijf vallen, met mijn velo tussen mijn
benen en dan nog eens bal over kop met velo en al. Kul over kloten, zeggen ze
bij ons. Beneden aangekomen, geef ik uit kolère mijn velo nog een stamp bij,
maar het is op mijn eigen lompigheid dat ik meest kwaad ben. Een paar schrammen
en blauwe plekken bij, maar hier kom ik goed weg.
Als de drie ploegen allemaal weer op het terras voor het Weike zitten –
ook de vrouwen hebben 40 km gefietst, komt daar ook nog de C-ploeg af (C voor
Café): Guy Roels die pas om kwart voor 10 kon vertrekken door omstandigheden
(hij geraakte namelijk niet vroeger uit zijn bed). Mario
PS. Voor de liefhebbers die het wat rustiger aan willen doen: vanaf nu
rijden we de hele zomer lang ook de dinsdagavond. Wie goesting heeft om eens te
proberen: Verzamelen aan de kerk om 8 uur. Bedoeling is in de eerste plaats
vooral de wegelkes in de streek te leren kennen en niet van te koersen.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 23 mei 2004. Oudenbos. Ingerichte
rit van de Ledecrossers. Guur weer voor de tijd van het jaar, maar zo heb ik
het graag, ik zweet zo al genoeg. Ik – macho zijnde – had al gepeinsd dat we nu
niet teveel vrouwvolk gingen zien. Was ik me daar eventjes ferm mis. Maar
liefst 10, u leest goed, tien vrouwen aan de start: de fokkemodders Gerda,
Linda, Christelle, Christine, Kristien, Carla, Nadine, Veerle, en Guy en Marc.
Guy en Marc zijn geen vrouwen, zult u – opmerkzame lezer - opmerken, maar in de
modderfokkerverslagen worden mietjes bij de vrouwen gerekend, om het simpel te
houden. We verwachten nu wel een verslag van Marc, van zijn ervaringen met de
vrouwen. Wat betreft mountainbiken welteverstaan, want anders zou het maar een
kort verslag zijn.
Aangezien Ronny, Ivan en Rudy V. meerijden met de A-ploeg betekent dat
dat er drie koppels aan de start staan. Luc, de witten, rijdt alleen zonder
wachten als er eens iets mis gaat, omdat hij rapper moet thuis zijn. Ondanks
het helse tempo dat we er op na houden, halen we hem niet meer in. De A-kes
zijn ook met 8: Jan, Mario, Ivan, Rudy, Rudy, Geert, Bart en Ronny.
Er is een B-ploeg: Eddy, de gebroeders Hanselaer en Rudy Washington DC,
die ons na één derde van de rit, in het domein van Wachtebeke wel eventjes
inhalen, dus onderschat ze niet. In totaal dus: 8+2 +8 +1+4 = 23
mountainbaaikers en ksters. Rudy, dat zal toch wel een hele investering aan
truikes worden, vrees ik. En die broekskes voor vrouwen, zijn die dan hetzelfde
als voor ons? Zo vraag ik mij plots af.
Bracke steekt van alle soorten manoeuvers uit die niet te katholiek
zijn. In Kalken zeggen ze dan: “Ge moet er niet op letten, ’t is weer een
Brackske”, waarmee ze wel de helft van Kalken benoemen. Als we terug in
Zeveneken komen staat er op mijn tellerke: 53 km en 27.66 km per uur. Ge moet
niet vragen of er gevlamd is. Rudy wilde er vandaag eens de pees op leggen.
In de 5 jaar dat we het Vlaams gewegelte onveilig maken op ons velo,
hebben we al wel eens kleine groepjes van twee, maximum drie mountainbaaiksters
gezien, maar nog nooit 8 in één bende. Ik denk dat we hier met een
wereldprimeur te maken hebben. Misschien wel met een epidemie. De Boerenkrijg
is toch ook niet ver van hier begonnen niet waar? Mario
Zondag 30 mei 2004. Serskamp. Een rustig,
kort ritje van 40 km aan 24 per uur. Naar Serskamp en rydt men om te genieten.
Slechts met 6: Ivan, Mario, Dirk, Rudy, Luc, Jan. Eddy en Rudy Washington DC
willen alleen rijden, en ze hebben natuurlijk ongelijk. Geen vrouwkes want die
rijden morgen maandag een ingerichte rit in Zele. Ja, die madammekes zijn
ocharme 3 weken bezig en gewoon rond de kerk rijden is al niet meer genoeg.
Nu de plassen verdwenen zijn, komen de tingels. En vanaf juni ook nog de
vliegen en de beestjes. Mountainbiken is altijd afzien. “Ik heb geen tingels
gezien”, zegt Rudy. “En mij zaagt ge niet van de tingels”, antwoordt Dirk, die
altijd graag laatste rijdt. In de bossen in Serskamp komt hij mij plots toch
voorbijgevlamd. “Awel, gaat het niet rap genoeg misschien”, roep ik. Dirk
begint te zwingelen en te zwengelen om mij weer voor te laten, en doet zodanig
onnozel dat hij een pracht van een tuimelperte inzet. Een put verkeerd
ingeschat. Ik kan nog net zijn velo die sierlijk alleen door de lucht vliegt,
ontwijken.
Sommige mensen vragen mij of het niet goed botert tussen Ivan en mij,
gezien ik altijd op zijn kap zit. Maar nee, integendeel, Ivan is mijn dikste
vriend. Daarbij, het is afgelopen met lachen met Ivan, want hij staat scherp.
Hij staat zo scherp dat hij zichzelf al 2 keer aan zichzelf gesneden heeft
vandaag, zegt hij zichzelf. En inderdaad, de spurt wordt mooi en van ver
aangetrokken door broer Rudy, en al even mooi afgewerkt door Ivan. Maar Rudy,
die duw mocht ge wel achterwege laten, want we zullen ons verplicht zien om
Ivan de volgende keer te diskwalifalificeren.
Tenslotte nog het nieuws van de dag: de witten is nergens op gereden.
Zondag
6 juni 2004. Zottegem.
Rudy
heeft er een jobken bij. Naast voegwerken en mechanieker van onze ploeg, is hij
nu ook testrijder voor fietstoebehoren. Zo rijdt hij nu al enkele weken rond
met grip-shift versnelling van shram, of zoiets, en hydraulische remmen.
Hydrawat??? Eenvoudig gezegd, het freinkabelken is vervangen door een buisje
met olie. Groot voordeel hiervan is dat uw kabelken niet meer moet gesmeerd
worden, ha ja, er zit alleen maar olie in. Soit. Op ons gewone terrein heeft
het systeem zijn deugdelijkheid al bewezen, dus wordt het hoogtijd om eens een
zwaardere beproeving op te leggen. Zottegem dus.
Om 8
uur verzamelen aan de kerk, en wie denkt dat alleen de echte zotten zo vroeg
naar Zottegem vertrekken, de D-ploeg is er ook. Gerda, Carla, Linda, Veerle,
Christine, en Marc. Niet dat Marc volledig is overgestapt naar de damesploeg,
maar rustige ritjes passen in zijn opbouw naar zijn vroeger niveau (haha). Neen
serieus nu, ik vind het zeer nobel van Marc, dat hij zich spontaan aanbiedt als
begeleider en, indien nodig, pechverhelper voor onze meiskes. Na Sergio, nu dus
“Marc @ the ladys”.
Bij de
mannekes met 9. De twee Rudy’s, Bart en Ronny VH, Geert B. Dirk VDV, Karel V,
survival-kampioen Patrick en ikke. Neen, Mario was er niet bij, en zo krijg ik
de kans hem eens goed terug te pakken na al de leugens die hij over mij al
vertelde.
Maar zo
zit ik niet in mekaar. Ik heb er geen nood aan anderen te blameren, om zo zelf
beter uit de verf te komen. De rit zelf dan. Veel bergop, soms eens bergaf, het
enige wat plat was waren mijn benen. Zelden zo afgezien. Gelukkig kon ik
rekenen op het nodige duwwerk van mijn metgezellen, waarvoor dank. Als ik zo
blijf verder dutsen is het binnenkort “Ivan @ the ladys”. Ergens halweg de rit
probeert Rudy een stukje af te snijden door tussen enkele paaltjes te rijden.
Op het laatste ogenblik ziet hij echter dat tussen de paaltjes een stalen draad
gespannen hangt, en moet hij een noodstop maken. Gelukkig kan hij vertrouwen op
zijn supersonisch, hydraulisch, fantastisch remsysteem, anders kon hij zijn
nieuw air-bag systeem testen (of zit dat nog niet op zijn fiets gemonteerd?).
Bij aankomst zien wij dat de vrouwenploeg nog niet binnen is van hun 35 km rit,
en krijgen wij de tijd om te bekomen van onze 45 km. Als ik voel hoe neig da’k
ik heb afgezien, vrees ik het ergste voor Marc en zijn companen (companettes,
companinnen, of hoe schrijft ge dat?), en denk dat na deze zware rit sommigen
het voor bekeken zullen houden. Wanneer 10 minuutjes later de dames lachend en
taterend aankomen, blijkt echter dat ze het zeer leutig vonden en genoten
hadden van de prachtige landschappen en vergezichten. Landschappen??
Vergezichten?? Daar heb ik niets van gemerkt. Misschien volgende keer toch maar
wat trager rijden, en ook eens kijken van wat er naast de wegelkes nog te zien
is. Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan
Zaterdag 12 juni 2004. Regio-tour. Maar
het kwam velen niet goed uit dit jaar zodat alleen Rudy, Bart en Patrick
Rogiers de 100 km doen (aan meer dan 30 per uur naar ’t schijnt) en Eddy en
Dirk VDV de 70 km. De zondag stonden er 8 aan de kerk.
Toch even melden dat er op vrijdag nogal gemountainbiked wordt door
mannen en vrouwen en kinderen samen, onder deskundige leiding van sponsor Rudy
(straks rijdt iedereen in Kalken met een truitje van Vergeylen?) en Ivan. Wie
zin heeft, is steeds welkom op vrijdagavond om halfacht aan de kerk. Bendes van
30 zijn niet ongewoon. De omzet van het Weike op vrijdagavond is daardoor ook
verdubbeld. Op dinsdagavond om 8 uur wordt er ook gefietst, maar dat blijft
beperkt. Ook daar blijven liefhebbers welkom. Mario
Zondag 20 juni 2004. Toertocht Kalken. De dag
voor de zomerzonnewende, dus de op 1 na langste dag van ’t jaar. Vanaf nu is
het alweer korten naar de winter toe, zei de pessimist. De B-kes, Eddy, Guy,
Rudy DC, Luc en Dirk en Frank H. zijn om halfnegen vertrokken voor de 60 km. De
vrouwen zijn weeral met 8: Gerda, Carla, Adinda, Adel, Kristien, Christelle,
Marc en Hilde en vertrekken voor de 40 km iets later en om kwart na 9
vertrekken vanuit de Wilbra de 9 A-kes Rudy, Danny, Dirk P., Hans S., Geert,
Ivan, Jan en Karel en Mario. De rit naait alle wegels in de Meersen aan mekaar
zodat we van het plein van SK Kalken vertrekkend naar Wetteren op rijden en zo
uiteindelijk in Uitbergen uitkomen. Daar pakken we de Uitbergse boskes mee (ze
hebben er wel een stuk van gekapt, het is niet te herkennen). Aan bevoorrading
aan de Scheldeboord tussen Uitbergen en Berlare hebben we de vrouwkes te
pakken. Gelukkig hebben ze nog iets over gelaten voor ons. Marc is gelijk een
haan met zijn poelden, zegt Rudy.
Na de bevoorrading rijden we verder over de Berlaarse Zandbergen naar de
Gratiebossen en naar Zele, waarna de rit terug richting Kalken gaat. Geert
slipt en komt ten val. Ja, ook ’s zomers ligt het ‘glad’ doordat de kiezeltjes
losliggen en dan subiet meeschuiven en je wiel meenemen. Danny staat niet
scherp en rijdt zeer onopvallend, wat we niet van hem gewoon zijn. Ja, zelfs de
beste atleten gaan er op achteruit als ze niet genoeg met ons meerijden. We
hebben er een kleine 50 km op zitten als we aan het Weike passeren en Ivan en
ik het voor bekeken houden. Kwestie van op het gemak nog een aperitiefke te
kunnen nuttigen en vooral op tijd op de barbecue van de KWB te zijn. Mario
Tot slot: voor al diegenen die al op dinsdag, vrijdag of zondag meereden
met de mountainbikers: op 25 juli gaan we naar Poperinge voor een niet te
missen zomeruitstap naar de Westvlaamse heuvels met barbecue en bezoek aan de
abdij van West –Vleteren. Wie goesting heeft neemt kontakt op met een van de
mountainbikers, ten laatste tegen half juli.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Met
ons vijf rijden we naar Wachtebeke, 50 km aan 26.1 per uur. Carla en Ariane
doen 36 km en die twee lachen nogal wat af. Ik moet zeggen dat ik toch blij ben
dat mijn vrouwtje geen zin heeft om te fietsen, want als ik de zondagmiddag
licht beschonken thuiskom, dan heb ik graag direct mijn eten warm. In
Wachtebeke moet ik op een strook van 500 meter 3 keer stoppen. Eerst omdat er
een wesp in mijn helm vliegt en er niet meer uitraakt, dan omdat ik een tak
lelijk in mijn oog krijg en als ik net weer verder rij, sleur ik een tingel af
die dan mooi recht tussen mijn benen in mijn velo blijft steken zodat ik bij
elke rondtrap links en rechts getingeld wordt. Een mens kan afzien.
O
ja, voor ik het vergeet. Bij deze wens ik het KWB-bestuur uitdrukkelijk te
danken voor de 2 tot 3 flessen rode wijn en de plateau heerlijke hapjes die ik
gisterenavond mocht nuttigen in het feeërieke kader van de pastorietuin ter
gelegenheid van de 60° verjaardag van onze vereniging. Ik kan dit initiatief
alleen maar toejuichen en hoop ten zeerste dat het nu weer geen 60 jaar zal
duren, en dat men hiervan integendeel een maandelijkse gebeurtenis maakt. Ge
zult het ledenaantal nogal de hoogte in zien schieten, zelfs bij verdubbeling
van het lidgeld. Een gratis tip u aangeboden door uw verslaggever.
Ivan
reed als allereerste rond in het nieuwe truitje van sponsor Rudy Vergeylen,
keukens en badkamers, waar Rudy nu al 6 maanden over bezig is. Gedaan met het
clowneske geel en blauw en nu het meer stijlvolle zwart en grijs. Kortom, de
nieuwe truitjes zijn niet zo “flashy”, maar veel “cooler”. Rudy had speciaal
het eerste truitje aan Ivan gegeven om zeker te zijn dat bij de testrit de
tekst schoon opgespannen stond en de reclame aldus goed leesbaar was. Maar de
eerste rit met het nieuwe truitje bevalt Ivan niet: hoofdpijn, zwakjes,
overgeefachtig, glazige oogjes. En hij was nochtans niet op de receptie van de
KWB geweest. Ivan, voor alle zekerheid, uw begraving zou ik liefst op een
zaterdag hebben, want in de week is het moeilijk voor mij om te komen, zelfs
als er de gratis bierbonnetjes zijn die je beloofd hebt. (Wie zou er anders
komen, hé) Mario
PS.
Rudy derde!, Jan W uit W 11°, Karel Verhoeven 36° en Dirk VDV 41° op 700
starters van de 60 km in Houffalize. Amai, amai. Bartje eindigt 4° op de 120
km. Amai, amai, amai. En met die mannen rijden wij mee de zondag. Allez, we
doen toch ons best.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Ivan,
de orkaan raast aan 270 per uur over Amerika. Voor onzen Ivaan, mijnen vulkaan
- zoals Christine hem in de meer intieme momenten (dus een keer of 2 per jaar)
pleegt te noemen, moogt ge daar 250 per uur afdoen. En wie kruisen we daar als
we vertrekken? Een BMW met Marc aan het stuur en een niet onbevallig
vrouwspersoon naast zich (naast Marc, hé, niet naast de BMW). En met een air op
gelijk of dat hij naar Parijs vertrekt. Marc hé, niet de BMW.
Op
naar Wachtebeke voor wat normaal als een rustig ritje wordt beschouwd (52 km
aan bijna 26 per uur). Behalve voor enkelen vandaag … Voor Karel en mijzelf is
de kermiszaterdag blijkbaar slecht bevallen. Karel is nergens in de eerste
helft (of toch wel: altijd ergens ver achter is hij), maar komt er na de helft
door. Ik kan in het begin nog wat mee, maar dan is het ermee gedaan. Ofwel ben
ik verleden week te diep gegaan, ofwel heb ik er gisteravond te diep in
gekeken. Jongens, wat rijden die toch rap. Rijd ik daar anders mee mee, mémé?
Karel die als laatste in de bossen van domein Puyenbroeck voorbij een
toevallige voetganger rijdt, roept rap: ‘Ja, ik heb ze bijna gedubbeld, zunne’.
Goeie truuk om uw gezicht te redden, niet? Als ik een minuut na de anderen uit
het veld kom, probeer ik ook eens van ‘Ja, en nog een platte band mogen
vervangen ondertussen, ook nog.’, maar dat pakt niet. Op de brug van het
Heyende slaag ik er nog in om met een laatste krachtinspanning iedereen voorbij
te fietsen. Puur op karakter, zelfopoffering, heldenmoed, doodsverachting,
vaderlandsliefde en zelfs patriottisme. Maar dan is mijn pijp uit. Ze is
vandaag nooit echt aan geweest.
En
Rudy klopt zijn kleine broer Ivaan, de baviaan – zoals we hem plegen te noemen,
in de sprint. In de Beize krijg ik tot overmaat van ramp nog het verschot in
mijn kaak door te gulzig naar mijnen Duvel te happen. Rap vergeten, deze
zondag. Mario
Zondag
26 september 2004. Slechts met zes. Het seizoen wil niet echt op gang
komen. Bendes van 15 man zullen we wel niet meer samen zien dit jaar, vrees ik.
Een geluk dat Carla en Ariane weer op post zijn en hun eigen tocht doen. Wij,
dat zijn Jan W uit SchelleBelle, Dirk H., Dirk P., de witten, double R, en uw
dienaar. Naar Waasmunster. We doen 60 km aan 27.6 per uur. Dergelijke prestatie
is mogelijk doordat er weinig wind is, het parkoers bijna voor 2/3° uit asfalt
bestaat en vooral omdat het gedeelte op asfalt eigenlijk een rit achter
Derny-motor is, ’t is te zeggen, een rit achter de rug van Rudy Rogiers.
Evenement
waar in het Weike nog veel wordt nagepraat, zijn de tingelen op de dijk langs
de Durme. Ik ben de enige met lange broek – en Rudy heeft zo een blauwe
pyama-broek tot net onder de knie, maar Dirk P., Luc K. en Jan W., als
koprijder, zijn gezien. Aan 10 tot 12 per uur onze weg zoeken door een veld
tingels, 5 minuten lang. Tingel, tingel, tingel. Een mountainbiker kan afzien.
Dirk H. heeft beslist om deze beproeving niet aan te gaan en langs de baan te
rijden. Voor Dirk is het ook extra gevaarlijk, want als je hem kwijtraakt in
dit tingelenbos, vind hem dan nog maar terug.
Een
geluk dat we zo rap gereden hadden, want als we in het Weike aankomen, liggen
daar languit in de zetel, Marc de cafébaas, met Carla en Ariane. Wie weet wat
er nog allemaal gebeurd was, als we niet op tijd terug waren geweest. Ik mag er
niet aan denken. Dat ik er niet mag aan denken! Mario
Zondag
3 oktober 2004. Naar Serskamp met ook maar weer een paar man.
Zouden we niet eens naar Serskamp rijden, vraagt Rudy langs zijn neus weg? Wel
ja, Rudy, we zouden wij eens naar Serskamp kunnen rijden, waarom niet? Blijkt
dat Rudy halfweg eens aan een van zijn voegwerken moet stoppen om te zien welk
staal hij nu gezet had. Vandaar. Er zou verder niet veel te melden zijn, maar
gelukkig rijdt Ivan mee. Eerst een platte band, die Rudy en Bart proberen te
stoppen met schuim, maar volgens mij spuiten ze daarmee sommige hersenholtes
bij Ivan mee vol, want het is niet veel gekort. Ivan draait dan maar de
opgeschuimde binnenband gelijk een echte Flandrien rond zijn schouders. Een
eind verder, weer een vloekende Ivan. Zijn zadel eraf. Voor de derde keer in
zijn carrière en als enige in al die tijd. Je moet dan nog weten dat Ivan, die
van beroep fijnmechanieker is – zijn bedrijf werkt voor de ruimtevaart: alle
raketten die de laatste 10 jaar neerstortten werden mede door Ivan gemaakt, dat
zadel speciaal heeft verstevigd. Er zullen er niet veel zijn, zegt Ivan, die
met hun bilspieren een bout van 10 kunnen kraken. Juist, Ivan, maar als ge daar
fel op zijt, jongen, mij niet gelaten hoor, maar ik heb liever mijn spieren
ergens elders. Aangekomen in het Weike, missen we Ivan. Met zijn binnenband
blijven hangen aan een tak in de Speelbos in Wetteren. We halen hem volgende
week wel eens op. Mario
Zondag,
10 oktober 2004. Aangezien we vandaag naar de ingerichte toer van
de Ledecrossers in Oudenbos rijden, en ik zoals gewoonlijk geen trap teveel wil
geven, besluit ik niet naar het kerkplein te gaan, maar in te pikken als de
bende aan mijn deur passeert. Wat een goed gedacht leek, blijkt algauw een
vergissing. Wanneer de anderen goed opgewarmd, sommigen zelfs al een beetje
oververhit, en ik met koude motor, de brug over de E17 naar boven vlammen, en
we en passant nog een groep wielertoeristen voorbijflitsen, voel ik al
een lichte verrekking in mijn bil. Dat belooft. De anderen, dat zijn: Rudy R.,
Karel V., Vader Ronny en Zoon Bart, Geert B. en Dirk VDV. Zoals gewoonlijk gaat
het weer rap. Zo rap zelfs dat Ronny mij weet te zeggen dat zijn hartslag nog
niet onder de 170 geweest is. Bij mij was er geen sprake meer van hartslag, het
was eerder hartgeroffel. Net voor we in Oudenbos aankomen, krijgen we Mario met
zoon Dries, en Guy met zoon Sam nog te pakken. Mario begint zich weer kinds te
voelen, en heeft gekozen voor de Kids-tour. Van Guy zijn we dat allang gewoon,
maar van Mario was ik toch serieus verschoten. Ik was nog veel neiger
verschoten toen we Mario naar het einde van de rit opnieuw tegenkwamen. Toen ik
naast hem ging rijden dacht ik eerst een goede imitatie van Kabouter Plop te
zien, maar die rode neus bleek echter een serieuze bloedklonter te zijn. Gevolg
van nen fermen stuik, een paar minuten geleden. Met zijn voet achter een
prikkeldraad, die in de grond vastzat, blijven hangen en zodoende tegen de
vlakte. In een laatste reflex kan hij zijn val nog met zijn neus opvangen, maar
nu is deze wel beschadigd. Als we even later bij de Rode-Kruispost navragen hoe
het is, lijken de verzorgers serieus in paniek. Ze vrezen voor een
hersenlestel, ter hoogte van het spraakcentrum. Gelukkig kunnen we hen
geruststellen als we zeggen dat Mario altijd zo spreekt, want hij is van
Poperinge – West-Vlaanderen. Als we dan ook nog het mysterie van zijn
afgebroken voorste tand ophelderen (dat spleetje zit er al jaren), blijft er
enkel nog de wonde onder zijn neus die zal moeten gehecht worden. Bezorgd om
mijn goede vriend, en in de wetenschap dat “Wie zijn neus schendt, ook zijn
aangezicht schendt”, bel ik onmiddellijk naar Dokter Jeff Hoeyberghs, gekend
van het TV-programma “De wellnesskliniek”. Die ziet echter het onmogelijke van
zijn taak in, maar geeft wel de goede raad zijn collega, Dokter Koen, van dat
andere medisch programma, “Dierendokters” te contacteren. Als ik in de late
namiddag nog een spoedbezoekje breng, blijkt dat hij toch maar naar het UZ is
geweest, omdat hij daar een abonnement heeft. Zes hechtingen, schaafwonden, en
een barst in zijn helm, die weer maar eens zijn nut bewezen heeft. Rest ons
enkel nog een woord van dank aan Mevr. Ann Valcke, die zo goed was zich als
nood-ambulancier aan te bieden, en een woord van troost aan Mario, die met een
beetje geluk er na zijn genezing beter zal uitzien dan voorheen. Ivan.
Ivan,
ik go né ki je kop tussche je twi owren zetten, wi. Mario
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag
31 oktober 2004. Gooik. Om kwart voor 8 thuis vertrokken .
Samen met Jan, Luc, Ivan, Rudy R., Rudy V., Simone en Nadine naar Gooik en om 2
uur ’s namiddags al terug thuis, na een ritje van 23 km. Ja, U leest goed. Het
zat zo. Ivan en mezelf waren mee vertrokken met de echte mannen, Rudy R., Jan
en Luc voor de 45 km. Maar na 10 km zagen we het al niet meer zitten. Het ging
niet vooruit. Veel te veel volk. Afstappen. Uitglijden. Glibberig, vettig,
gevaarlijk. Afdalingen met boomwortels. Ivan was niet te vet in form en ik was
nog psychisch aangeslagen door de domste valpartij aller tijden. Rudy kwam
efkes kijken of ik mijn zadel nog niet had platgenepen van de schrik. Een
steile motocrossafdaling deed ik te voet. Wel wat affrontelijk en met zo een
velopamper tussen uw benen zelfs wat bekakt, maar mensen, als ge hebt
meegemaakt wat ik nog maar pas ben tegengekomen en ge zijt van nature uit al
niet van de dappersten, dan moet ge dat verstaan, hé. Nee, het was mijn dagske
niet. Dus besluiten Ivan en ik bij een splitsing de 35 km verder te volgen.
Zodat we na 23 km terug aan de start waren. Bleek dat er in het eerste deel van
de 35 een lus van 10 km zat die wij, omdat we eerst de 45 gevolgd hadden,
hadden gemist. Rudy V. die gestart was met zijn vrouwke en met Simone was dan
toch maar alleen aan de 45 begonnen en de 2 dames hadden echt de 35 gedaan. Als
ook de rest er eindelijk is, blijft Jan buiten wachten bij zijn fietske van
rond het half miljoen. Ze zouden hem kunnen pakken, newaar. ’s Avonds bij Jan
in Schellebelle, in bed, horen we Jan: “Zeg, schatteke, kunde gij nog wat
verder opschuiven? ’t Is dat mijn velooke tussen ons met zijn achterwieleke wat
bloot ligt en zijn derailleurke zou misschien wel een vallingske kunnen
opdoen.” Mario.
Zondag
7 november 2004. Hamme. Weeral om 8 uur vertrekken aan de
kerk. Nele begint al te klagen dat Karel zo niet meer achter pistoleekes kan
gaan. Dat verwend nest. De gebroeders Hanselaer zijn er want het ligt vettig,
Rudy & Ivan R, Ronny en Bart VH, Karel, ik, Luc, Jan, en waarempel, met
zijn kabouterpotseken op, Danny fakkerdeFack, van een blij weerzien met een
verloren zoon gesproken.
77.7 km
à 27.0 km/h, waarvan een kleine 40 toch op wegelkes (off road, zoals de freaks
zeggen). Weer eens een dag in de vorm van mijn leven. Voor dit seizoen hebben
we die dag dus weeral gehad. Alleen Karel maakt een slippertje in Waasmunster.
Hij was juist een pistolet aan het opeten die hij bij de bakker gehaald had.
Tot
slot. Heuglijk nieuws. Marc is terug gesignaleerd op een mountainbike. Het is
te zeggen: Sommigen meenden onder het buikvet toch een dergelijk voertuig te
kunnen ontwaren. Wat meer is: Marc heeft besloten om op eigen kracht te rijden.
Niemand mag hem nog duwen. Daarom heeft hij een Westvlaams product aangeschaft
(zie Figuur 1). Goe sjanse, Marc!
Figuur
1. Westvlaams product.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag
21 november 2004. De eerste winterse rit van het najaar. Lichtjes
gevroren, maar droog en nagenoeg windstil. Zo hebben we ze graag. En toch maar
met 8 aan de start, waaronder de harde kern, Rudy Rogiers, Jan Willems,
Karel Verhoeven, Dirk Vandevijver, Luc Krick, al iets
minder hard: Marc Roelandt, een interprovinciale gastrijder, Hans uit
Brugge (een collega van Karel ), en ikzelf.
Omdat
er de vorige dagen nogal wat regen gevallen is, neemt Rudy ons op sleeptouw
naar de bossen van Waasmunster, omdat het er daar altijd iets beter bij ligt
dan in de rest van ‘t land. Wanneer we tegen een deftig tempo over wegen en
wegels stuiven, wil ik onze gelegenheids-renner de goede raad geven, “zie je
van Brughe, zet joen vanahteren”, maar als ik zie dat hij vlot meedraait aan
kop van de bende, hou ik maar wijselijk mijn mond. Dan maar een volgend
slachtoffer zoeken om op zijn kap te kunnen zitten. Mario is er jammer genoeg
niet bij, die zit ziekskes thuis (het is algemeen geweten dat atleten die naar
hun topvorm toegroeien, zeer vatbaar zijn voor allerlei kwaaltjes). Of zit hij
met de vogelgriep, vorige week opgelopen tijdens een etentje met een paar
Chinese collega’s. Gelukkig is Marc er nog, een gast waarop je altijd kan
rekenen. Tot we na 15 km een eerste lang en zwaar stuk Durmedijk oprijden.
Net
wanneer ik omkijk en wil zeggen: “Ik doe dit stuk op mijn eigen tempo”, keert
hij zich om en roept mij toe: “Ik rij terug op mijn eigen tempo”. Exit Marc. Dan maar op mijn eigen kap zitten. Eenmaal in
Waasmunster aangekomen, ligt het toch niet zo goed als verwacht. Daar waar we
anders op en neer over het golvend parcours glijden, moeten we nu slalommen
rond de diepe plassen, en zodanig extra kilometers maken. Laat het nu net die
kilometers zijn, die er bij mij teveel aan waren. De terugweg naar Kalken gaat
weer in gestrekte draf, en telkens ik aan de verkeerslichten hoop op een korte
pauze, verspringt het net weer op groen. Tot eindelijk in Zele we (ik) wel
geluk hebben. De slagbomen aan de overweg zijn net gesloten. Zo krijg ik
eindelijk nog eens de tijd om te drinken. Beleefd als ik ben, bied ik een
jongedame, die ook voor de spoorweg staat te wachten, mijn drinkbus aan met de
vraag: “Wilt ge ook ne keer drinken, madam?”, maar blijkbaar had ze genen
dorst. Gelukkig konden we snel weer verder, want waren haar ogen revolvers
geweest, was ik gegarandeerd met meerdere schotwonden geveld. De laatste 10 km
nemen Karel en zijn collega Hans voor hun rekening. Om beurt aan kop houden zij
het tempo mooi rond de 35/uur. Bij het indraaien van de Gaverstraat zet Rudy
zich op kop om de spurt aan te trekken, en steekt nog een tandje bij. Zij die
dachten (Jan, Luc en zowaar Hans) Rudy nog te kunnen bedreigen, kwamen echter
bedrogen uit wanneer hij aan het begin van de Vromondstraat nog maar eens
versnelt, en zo van iedereen wegrijdt. Uitslag: eerste wordt Rudy, dan een hele
tijd niets, dan Luc en Jan, gevolgd door de rest van de bende. Verslaggever Ad
Interim Bis, Ivan Rogiers
Zondag 5 december 2004. Drie zondagen
niet kunnen rijden. Vanochtend zo ziek als een hond opgestaan. Wat zeg ik, zo
ziek als twee honden. Dat zou dus 4 zondagen op rij zijn dat ik niet kan
rijden. Na lang twijfelen bel ik toch maar Rudy om te zeggen dat het niet gaat
gaan. Ik leg de hoorn neer en begin mijn koersgerief aan te trekken. Ik ga
toch. Er is veel volk, waaronder nog zieken en zatten, om om halfnegen naar
Heyende te vertrekken voor de rit van café ’t Hemelrijck. “Adieu, o mijn
vader en mijn moeder, Mijn vriendekens alle ghelijc; Adieu mijne suster en
broeder! Ic vaere naer themelrijc.” (Laatste verzen uit ‘Het waren twee conincskinderen’, anoniem, 14°
Eeuw). Ja, in plaats van altijd over Marcen, Ivannen en Danny’s te schrijven
mag het ook eens wat cultureel niveau hebben hé, deze verslagjes.
Maar de vriendjes waren mee en ’t waren er heel wat: Luc, Dirk VDV, Rudy
R., Rudy Vergeylen, Patrick Roels, Karel V., Ronny Van Hecke,
Jan W. en Danny FackerdeFack. Ook ons vriendinnetjes Carla De Cock
en Ariane Coppenholle stonden aan de kerk. In ’t Hemelrijck zien we nog
Ivan R., Piet Van Poucke waarachtig (die reed aldaere rond sijne deure),
en de moretortelduifjes Christelle Deletter en Dirk Hanselaer.
Karel en ik zetten ons vanin Kalken op kop en naar ’t schijnt sleuren we nogal
door. Karel voelde zich gelijk Danny, maar ik voelde mij gelijk da nie. Ik was
er me niet eens van bewust dat we soms 35 reden, want mijn kilometriek
marcheerde niet en ik had echt niet het gedacht dat het zo snel ging. Voor
iemand die eerst afgebeld heeft, maakt dat een rare indruk natuurlijk. Aan
Heyende brug is onze pijp echter uit.
Er wordt weer gevlamd gelijk de zotten. Vooral Jan, Patrick en Danny
kunnen zich weer niet houden. Nog een geluk dat Bartje niet mee was. We steken
weer honderden mensen voorbij. Toch wel echt gevaarlijk hoor wat die mensen
doen: zo traag rijden. Als ge botst is het gelijk op een stilstaand object.
Zouden ze dat niet kunnen verbieden, zo traag rijden? Zo ook steekt Karel, met
al zijn geweld, een mens voor, koepeert die, blokkeert in de more, valt op zijn
verdoemenis en sleurt die mens mee, zodat die ook helemaal onder de more komt
te zitten. ‘Euh, sorry, ’t was mijn schuld’, zegt Karel, maar daar is die mens
vet mee natuurlijk. We doen de 40 km soms vettig terrein aan 25 per uur.
Eigenaardig genoeg, ondanks het feit dat Ivan en ik ziekjes zijn, en ondanks het
feit dat onze sponsor pas om 5 uur ladder in zijn bed zat (en 5 maand niet
meegereden heeft), rijdt iedereen toch goed mee. Een zeer mooie rit, want er
zijn veel privé-terreinen opengesteld en er zijn speciaal brugjes over beken
gemaakt, zodat we door weiden en akkers en bossages kunnen rijden die anders
niet toegankelijk zijn. Dirk VDV is pechvogel van de dag, want hij breekt zijn
achteras, voorwaar een zeer eigenaardig voorval. Gelukkig kan Piet hem later
terugvoeren naar Kalken, alwaar Rudy R. eerder de sprint won.
Even later komen ook Carla en Ariane in het Weiken aan, maar dat is geen
probleem want ze houden voor één keer hun manieren. Ivan daarentegen kotst heel
het WC onder. Het is altijd hetzelfde met Ivan. Ge kunt nergens komen met die
gast. Overal valt ge ermee in affronten. Mario Vaneechoutte
Zondag 12 december 2004. Voor deze rit
werden we door Rudy Rogiers met volgende iemeel verwittigd: “Dag
lieve modderkruipertjes. Naar goede jaarlijkse gewoonte zal zondag 12/12 de
vierde Grote Prijs Danny Fack doorgaan. Deze excursie zal ons naar een vreemd
land van kaas, kijkbuiskinderen en vellen wapperend wc-papier aan volle
waslijnen brengen. Nog vele groetjes, een aaike over jullie bolletjes en een
kusje voor het slapengaan. Rudy”
Heu,
beste mensen, iedereen heeft het natuurlijk wel eens moeilijk in deze donkere
harde tijden, maar dat het zo erg gesteld was met onze kapitein, dat wisten we
eigenlijk niet. We vragen dan ook met aandrang dat iedereen Rudy, ooit een man
van staal, in de komende donkere weken met de nodige omzichtigheid zou
benaderen. We overwegen gesprekstherapie. Gooi het maar in de groep, Rudy.
Wij
weg, met een vel wapperend WC papier uit onze broek, om daar in Holland niet
teveel op te vallen tussen die waslijnen. Nele weeral kwaad omdat Karel weeral
niet om pistolets kan, wegens het vroege uur. Het schijnt zelfs dat ze zijn
vélo niet meer wil kuisen, dat verwend nest! Stel je voor. Ondanks het vroege
uur en het grijze koude killige donkere weer met veel aan de kerk: Ronny en
zoon Bart Van Hecke, Rudy V., een nieuwe jongeling, Wim, Danny Fack
himself, Luc de witte Krick en Patrick Roels. Geeneen van het Hussevelde. Maar
op weg naar daar, komt Karel Verhoeven ons tegengereden. Ivan Rogiers draait al
rondjes rond de KWB kerststal aldaar – kwestie van zijn familie achteraan in de
stal ook eens te bezoeken - en op zijn broer Rudy moesten we effe wachten,
vanwege 15 druppels steun gisteravond aan het dreupelkot van de KWB op de
Kerstmarkt.
Aan de
Oudenbos trekken Danny en Rudy op tot 40 en Wim houdt het al voor bekeken.
Iedereen doet mee met de KWB, maar de ene al wat langer dan de andere. Sorry
Wim, dat was een misverstand, het ging zo rap dat we het geroep van ‘trager’
door onze sponsor en door Ronny niet gehoord hebben. Vergeef ons, Wim, wij zijn
niet waard dat Gij met ons rijdt.
In
Wachtebeke staat nog een nieuwe te wachten, Pascal. Oh, wat heeft die mens
afgezien. Maar met volhouden komt ge er wel, Pascal. Hoe Danny en Rudy het doen
om hier hun weg te weten, ik weet het niet. Verleden keer haalde Danny midden
in het bos doodgemoedereerd zijn GSM boven om de weg te vragen aan een
duivenmelker die thuis op zijn duiven zat te wachten. Leg het maar uit waar ge
zit en versta het antwoord maar. Ik beschouw het nog steeds als de hoogste
geestelijke prestatie die ik al meemaakte. Dit wordt nog opmerkelijker als we
de geestelijke vermogens van Danny in ogenschouw nemen: als hij een gordijn
ziet, hij hangt erin. Op het verste punt van de rit, 30 km van huis, begeeft de
‘body’ van mijn fietske. Dat betekent dat ge gewoon zotdraait en geen meter
meer vooruitkomt. Dat betekent ook dat mijn companen mij mogen duwen. Bart
sleurt me door een kilometerslange kapotgereden boerenwegel. Een
titanenprestatie. Ik, dood gewicht, Rudy, Bart en Karel die me duwen, bal wind
op kop. Wij met ons vieren gaan nogal een gang, want we rijden de rest los. Ge
moet niet vragen hoe in vorm ik was, zo de rest losrijden zonder een trap te
geven! Eerst probeer ik de moed erin te houden door flauwe moppen te vertellen,
want dat kan ik juist goed. Na een tijdje krijg ik zo door en door koud en
worden mijn makkers zo oververhit dat het stillekens wordt. Bij Karel gaat het
licht ook uit. Dom natuurlijk van overdag met licht te rijden. Karel toch. Na
15 km komen we aan de auto van Pascal die aan Wachtebeke zwembad staat en word
ik als een nauwelijks levende ijsklomp afgeleverd. Hadden ze me nog moeten
duwen tot in Kalken, ik had het niet overleefd. Weer een memorabele grote prijs
Danny Fack! Mario
Zondag
19 december 2004. Onze zondagse voorganger, Rudy Rogiers,
nodigde ons uit voor de ingerichte rit van Calckine WTC in Kalken, met achteraf
aperitief in een loods van een patattenboer tvv de Kalkense raftingploeg*, met
de volgende bewoordingen: “Beminde mountainbikegelovigen, Hierbij wil ik u
allen uitnodigen tot deelname aan de kruisweg, welke doorgaat zondag 19/12 te
Kalken. Samenkomst om 8u30 aan het huis van de Heer, waarna we ons allen
processiegewijs zullen begeven richting Colmanstraat waar de kruisweg zijn
aanvang zal nemen. Na onze calvarie zal u gevraagd worden ten offer te gaan in
de gebouwen van de heer Van Poecke (patattenboer). E.H. Jan Willems zal
u ter plaatse graag de nodige inlichtingen verstrekken. Mag ik ook nog even
vermelden dat we zoals altijd terug kunnen rekenen op de welwillende
medewerking van de broeders van de abdij van Leffe, waarvoor onze dank. Amen”
De parochianen Danny Fack, Jan W., Rudy Vergeylen, Ivan Rogiers,
Patrick Roels, Dirk Hanselaer, Dirk Vandevijver en Karel Verhoeven
(zelf E.H. in zijn vrije tijd) gaven devoot aan deze oproep gehoor. Ze werden
smerig, vuil en moe maar voldaan. Ze stonden ook lang stil bij de slechte mare
dat hun kompaan en belofte Bart Van Hecke geen koersvergunning zou kunnen
krijgen omwille van hartritmestoornissen. Dan hebben we eens één iemand in onze
bende die echt goed kan mountainbiken, en dan dat. Triest toch! Mario
Vaneechoutte
* Dat
zijn mensen die van de mening zijn dat als ge kunt mountainbiken in een platte
gemeente als Kalken, dat ge er dan ook kunt raften. Maar dat weet ik toch zo
nog niet, zulle.
Zondag
26 december 2004. Toertocht Overmere.
“Mannen,
voor zondag 26/12 heeft de legerleiding besloten tot een raid op het naburige
Overmere. Verzamelen aan de kerk te Kalken om 08.30 uur in volle
gevechtsuitrusting, met een gevulde veldfles en voldoende proviand.
Herbevoorrading kan gebeuren in de veldkeuken van de plaatselijke guerilla. Na
de briefing zullen we ons in slagorde naar het strijdperk begeven, waar we
onmiddellijk de vijandelijkheden zullen openen. Ondanks de talrijke vijanden en
de vele valstrikken die we op onze weg het hoofd zullen moeten bieden geloof
ik, nee weet ik, dat we deze missie, dankzij onze reeds beruchte fysieke en
mentale weerbaarheid, tot een goed einde zullen brengen. Debriefing volgt later
op een geheime locatie: codenaam "Vrijgeweide". Uw toegewijde peletonsleider,
Rudy R.”
En zo
begon, de dag na Kerstdag 2004, wat later in de geschiedenisboeken bekend zou
raken als de Tweede Boerenkrijg. De soldaten derde klas waren Dirk H., Patrick
R., Karel, Danny (vierde klas eigenlijk, maar niemand die daarover valt tenzij
hij in de weg ligt), Ivan, Rudy V (logistieke ondersteuning) en uw
verbindingsofficier. Een schone rit voorwaar, want in het Berlaarse krijgen we
heel wat nieuws voor de wielen geschoven. Al is schuiven het woord niet, gelijk
dat het soms plakte. Toch de 57 km aan 22 per uur afgemaald. En zie, daar komen
we weer eens een ander moretortelduivenkoppeltje tegen midden in de velden: Frank
en Petra Hanselaer.
We
melden graag het goede nieuws dat Bart zijn Hart kan gerepareerd worden door
een paar zenuwen door te knippen of bij te leggen, ik wil er vanaf zijn. Dit
zou hem zelfs een winst van 30% kunnen opleveren. Dan staat er zeker geen maat
meer op Bart. Het wordt echt tijd dat we een supportersclub oprichten. Dirk
Hanselaer overweegt om deze operatie 3 x te ondergaan, zodat hij een winst van
90% kan bereiken. Ja, die mannen van de vakbond en wiskunde. Ook Danny heeft
geïnformeerd of hij zijn IQ niet zou kunnen laten verdubbelen. Maar de
chirurgen zagen dat niet zitten, omdat ze in zijn schedel echt geen plaats
vonden voor 3 extra hersencellen. Bart, binst dat ze toch bezig zijn, ik zou
ook nog eens naar mijn testikels laten kijken. Niet dat ik daar iets mee bedoel,
maar zie maar eens wat dat voor Lance Armstrong heeft opgeleverd. Eentje
bijzetten geeft bvb. al 50% winst.
Onze
pelotonoverste voelde zich bij aanvang, ondanks zijn stoere woorden, wat
ziekjes en is niet in vorm, … zegt hij. Als hij dat nu nog één keer durft
zeggen en daarna zo vlammen, ga ik eens zorgen dat hij echt ziekjes is en dat
voor HEEL lang. Wat dioxine in zijn drinkpul, het zal rap gedaan zijn. Als hij
dan nog eens op TV komt, zullen er veel TVs verkocht worden. Ik verkoop de
mijne dan direct. Mario.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Beste modderfokkers
Ik wens je een mountainbikejaar vol zonneschijn
met vrede en vreugde en zonder zadelpijn
Maar vooraleer jullie nog meer van t'zelfde te wensen
moeten we eerst iets doen aan onze, door de feesten, fel gezwollen pensen
Daarom stel ik voor op de eerste zondag van t'jaar
een ritje niet al te zwaar
Starten om 9 uur voor een tochtje "rond de kerk"
U ziet, niet meteen het lastige werk
Hopelijk worden al jullie wensen waar
en daarom van harte
Gelukkig Nieuwjaar
Uw grote kapoen
Rudy, Kalken 2 januari 2005
En ook
wij, Rudy’s leerlingen, wensen jullie een vredevol 2005 vol verdraagzaamheid.
We zitten met veel te veel en met steeds meer op deze wereldbol, dus het is
voor iedereen dringen om een plaatsje als dat van ons te krijgen. Af en toe
eens beseffen hoe goed we het eigenlijk wel hebben, hoe verwend we eigenlijk
wel zijn, hoe dit nog steeds het veiligste en rijkste landje ter wereld is dat
er ooit geweest is.
Zondag 23 januari 2005. Sinaai. Stonden
- weeral om halfnegen - aan de kerk: Patrick Roels, kapitein Rudy en broer Ivan
Rogiers, Luc Krick, sponsor Rudy Vergeylen, Danny Fack, Jan Frans Willems en uw
dienaar. Karel mocht niet mee, want het was te vroeg en dan kan hij niet om
pistoolees. Dirk VDV uit Zwijnaarde en Erik Vergastel vervoegen ons in Sinaai.
Erik is een vriend van sponsor Rudy en een collega - of concurrent? - voeger
van kapitein Rudy. Ja, de strijd om de te voegen vierkante meters in de bouw is
bikkelhard. De witten blinkt van kop tot teen. Zijn overtrekschoentjes en zijn
vélo vooral. Het doet zeer aan de ogen met de zon er zo op. Ge zoudt zweren dat
hij heeltegans gesiliconiseerd is. Zelfs zijn borsten zijn niet echt. Hij is
dan nog in supergloeiende form ook.
Aan
pizzeria 'Den Heerd' (tja), willen we de baan Lochristi-Lokeren verlaten om de
Gentdam naar Sinaai op te draaien. Pats, daar gaat Danny net voor mij onderuit
op het spiegelgladde asfalt. Hij scheurt zijn broek. Het is niet de eerste keer
dat Danny zijn broek scheurt. Zo scheurde hij zijn broek al eens serieus aan
een Westvlaams spraakmakend technologiebedrijfje, dat echter, gelijk Danny ook
al zo dikwijls deed, over kop ging. Trouwens, Tom, een van de
zomermountainbikers - zo een die zich niet graag vuilmaakt, en ook van de
kanten van Ieper komt, is dat geen familie van L&Hauspie? Is dat daarom dat
die er zo warmpjes in zit, misschien? Maar kom, laat ons bij de Hoofdzaak
blijven. Achter mij valt er een groot gat. Inderdaad, Ivan valt ook. Die heeft
wel enkele minuten nodig om van de pijn in zijn heup te bekomen. Ik zeg het zo
dikwijls: "Jongens: past toch op, het blijft een gevaarlijke sport, zeker
voor degenen die niet goed recht kunnen blijven op een velo!" Het viel wel
op dat beiden nagenoeg zonder profiel op hun banden reden. Om beter mee te
kunnen, want dat bolt beter, maar dan zoekt ge het natuurlijk. We schuifelen de
Gentdam af tot op grondgebied Sinaai, alwaar de gladdigheid plots ophoudt en we
meteen optrekken tot 35 induur. 21 km tot Sinaai, aldaar de toer van 42 km en
21 km terug. Voor wie goed kan tellen, inderdaad 637 km in totaal, aan een
gemiddelde van toch nog 25.
Sponsor
Rudy V. rijdt de pannen van het dak - allez in het begin toch, alleen maar om
zijn vriend Erik op zijn neus te laten kijken, omdat die hem altijd klopt als
ze samen op de weg rijden. Er ontspannen zich dan ook hooglopende discussies
tussen de twee vrienden. Erik bleef in het begin ook achter omdat volgens Rudy
R. zijn zadel gezakt was. Maar net als kapitein Rudy dat uitlegt, horen we Erik
V. in discussie met sponsor Rudy roepen: "Ja, mijn kl...'. Wat er nu bij
Erik juist gezakt was, laat ik hier even in het midden, maar als je zadel zakt,
dan zakken natuurlijk ook ... maar goed, laat ons bij de Hoofdzaak blijven.
Schitterend weertje ondanks de bittere kou en glattigheid ‘s morgens vroeg.
Zeker als je weet dat er dezelfde avond nog veel vuile natte kouwe sneeuw valt.
Een schitterend parcours ook. De helft van de rit heb je het idee dat je
evengoed in de Ardennen zou aan het rijden kunnen zijn, zo bosrijk is het daar
aan de kanten van "Sno-o" en Stekene. Volgend jaar zeker weer, want
ik heb me weer verskrikkelijk geamuseerd. Mario
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 5 februari 2005. Hamme Zogge. De
rit van verleden week, naar Grembergen, Dendermonde, heb ik gemist, maar naar
het schijnt heeft Erik nogal afgezien in de modder. Op een bepaald moment ging
hij gewoon van zijn stokje van de danige inspanning. Zo zien we het graag, zie.
Zo opgebrand heb ik ook dikwijls gezeten, maar die tijd is - gelukkig - lang
voorbij.
Dees
week staan we voor de verandering om halfnegen aan het kerkeplein om de rit in
Hamme-Zogge te gaan doen: Ivan en Rudy Rogiers, Luc Krick, Danny Fack – met een
spiksplinternieuw veloke waarvan ik de prijs weeral niet durf vernoemen, Erik
Vergastel, sponsor Rudy Vergeylen ennekik. Voor het eerst rijden alle
deelnemers uniform met de nieuwe grijswitzwarte truikes van Rudy. Dat geeft
echt een groepsgevoel, zeg. Vijftien kilometer naar ginder, 44 ter plaatse en
15 terug. Dat is weeral 74 km, weeral aan 27.4 induur. Veel Zoggelingen hebben
we daarom niet gezien. Het parkoers lag dan ook naar modderfokkernormen als een
autostrade: droogjes en een beetje hard door de lichte vorst. Kapitein Rudy
lacht met mijn abominabele bochtenwerk. Inderdaad, na elke bocht mag ik weer
een gat van 5 tot 10 meter toerijden, zo een stijve hark ben ik. Bochten zijn
uw tik niet, hé Mario, zegt sponsor Rudy. Om eerlijk te zijn: velo-rijden is
mijn tik niet. Maar een mens moet iets doen om zijn tijd te passeren. En het
vrouwke is ook kontent dat ze al tenminste de zondagmorgen van mij verlost is.
Maar laat ze maar lachen. Op een bepaald moment, ploeterdeploeter, dan een dijk
van een meter of 6 omhoog, ploeterdeploeter op de dijk, de dijk af,
pompedepompe, en zie, als ik achter me kijk, zie ik een gat van zeker 50 meter.
Ivan ziet dat ook altijd als hij achter zich kijkt, maar dan moet ge wel die
‘meter’ door ‘kilo’ vervangen. Ik heb me dan een paar kilometer verder maar
laten inlopen door de bende, kwestie van die mannen niet teveel te affronteren.
En als ge dat laatste niet gelooft, maak ik u iets anders wijs.
Met
Erik erbij (48) gaat onze gemiddelde leeftijd weer een flink stuk de hoogte in.
Maar eigenaardig genoeg: wij staken voor, maar werden door niemand
voorgestoken. Wat is dat met die jonge gasten de dag van vandaag dat een bende
ouwe zakken gelijk wij ze zo voorbij vlamt? In feite doen wij onszelf iedere
week zo afzien om indruk te maken op het vrouwvolk. Eigenlijk is dat een
overbodige opmerking, want waarom anders doen mannen iets, denkt ge? Sommige
spelen het echter slim en rijden meteen in gezelschap van de vrouwkes. De
gebroeders Hanselaer komen we immers tegen in de Waasmunsterse bossen in het
gezelschap van een hele meute vrouwvolk. Zegt het spreekwoord niet: “Wie niet
dom is, die moet wel slim zijn”? De sprint eindigt chaotisch doordat de
eucharistieviering ook net is afgelopen, zodat Luc Krick de eerste aan het
Weike staat. Mario Vaneechoutte
Zondag 20 februari 2005. We
rijden eens in de streek zelf en doen de eerste rit die we ooit deden:
Hussevelde, Heiende, Heikant, Gratiebossen, Uitbergen, Meersen, Weike. Februari
is de koudste, natste en vuilste maand van deze winter. Gelukkig duurt februari
niet lang. Eer ik aan de kerk sta, beklaag ik mijn overmoed al. Mijn dikke
handschoenen die goed tegen de regen kunnen, zijn al doorweekt door de natte
sneeuw. Mijn billen – Danny zegt ‘mijn bellen’ – zijn door en door koud en die
van Marc Roelandt (!!! jaja, Marc Roelandt hemzelve !!! en zijn billen) ook.
Onvoorstelbaar, maar hoe slechter weer, hoe meer volk. De broers Rogiers
ontbreken ook nu weer niet. Daar zijn ook de vrienden Rudy V. en Erik. Gelijk
die mekaar uitsch...elden. Dat zijn pas echte vrienden. Hetzelfde met mijn
vrouwke: als ge die tegen mij bezig hoort, dan weet ge meteen wat voor een goe
koppel wij zijn. Het moet me van het hart, maar sinds Rudy V. gestopt is met
smoren, is hij nog een grotere ambetanterik geworden dan hij vroeger al was.
Kuitenbijten tot en met, niet tegen zijn verlies kunnen, er niet tegen kunnen
als ge hem voorsteekt. Niemand iets gunnen, en zeker mij niet. En dan hou ik me
nog in, want ik wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat we onze sponsor
kwijtgeraken, gelijk dat die kan zagen en rap op zijn tenen getrapt is. Erik
zegt het ook en die kan het weten. Verder nog: Patrick Roels die nog net weer
een wedstrijd survival gewonnen heeft en die met handschoenen aanrijdt, dus het
was toch wel koud. Dirk Hanselaer en Eddy Troch, die voor de verandering eens
met de mannen meerijden. Karel Verhoeven, die sukkelt met de pees van Achilles,
kan daarom niet op niveau presteren – op de MTB wel te verstaan. En last maar
niet liest: Bartje Van Hecke. Ze hebben die jongen geopereerd om dan te moeten
vaststellen dat er toch niets aan zijn hart haperde en hij dus toch zijn
vergunning krijgt. Toch een dikke oef en we duimen voor Bart zijn nieuw seizoen
dat internationale allures krijgt.
Luc, de
witte, Krick verdient vandaag de titel van strandjanet: gekleed en al beslist
hij om toch maar thuis te blijven, want er was juist dat sneeuwbuike waar ik
wel doorgereden was. Oeioei, zie dat de witten wit wordt, seg. En eigenlijk:
behalve dat het de smerigste rit van ’t jaar is, valt het weer nog goed mee wat
mij betreft. Zolang mijn vijf extremiteiten geen kou hebben (Onze Here, bewaar
ons van een vriespiet en vergeef ons onze schulden) en ik niet teveel more in
mijn ogen krijg, maak ik nergens een probleem van. Zelfs Ivan mag dan meerijden
voor mijn part. Voor we de Gratiebossen induiken, slaat Marc af, richting warm
bad. En wie komen we daar tegen in de Gratiebossen? Toch wel vier zeer dappere
vrouwkes zeker: Gerda, Rita, Nadine en Christelle. Dapper toch, zo een knappe
schoonheden die voor hun plezier op zondagmorgen door hopen modder gaan
ploeteren. Als ze in het Weike toekomen, zijn ze wel met geen tang vast te
pakken. Ondertussen is Marc al tot een oud vrouwke verrimpeld in zijn warm bad.
Van Gerda mag ik over haar ventje echter geen kwaad woord zeggen of schrijven.
Hoe komt ze erbij? Dat zou ik nu eens nooit doen, zie.
Er
wordt niet gesprint. Of toch helemaal op het einde doet Rudy V. nog een
djumpje. Ge moet af en toe de sponsor ook eens laten winnen, hé, anders nog
meer gezaag. Mario
PS. En
ja, we maakten het Weike nog eens extra smerig. Voor de laatste keer dat Roos,
Marc, Davy en Gregory ons van dienst waren. We zullen jullie oprecht missen en
danken jullie voor jullie goeie service, humor en opgewektheid. En lang leve
Ggggreggggory!
Zondag 27 februari 2005. Serskamp. Dirk
& Frank Hanselaer, Geert Bracke, Danny Fack, Rudy Vergeylen, Ivan en Rudy
Rogiers, Bart Van Hecke, ikke, Dirk VDV, Karel ziekjes, Luc Krick en
onverslijtbare Patrick Roels. Normaal mijn favoriete rit, maar het was mijn
dagje niet. KWB quiz te Wetteren op vrijdag, gisteren doortocht Omloop het Volk
en sluiting van het Weike. Wat teveel van het goede voor een mens op leeftijd.
Daarenboven ligt alles hardgevroren, zodat het nogal technisch is, dus niet
mijn tik, zoals niets in het mountainbiken echt mijn tik is. Zo een
traktorspoor kan ik 10 meter in rijden, daarna bots ik tegen de kant en als die
vervroren ligt ... Mijn basisprobleem in het fietsen is dat ik niet recht kan
rijden, of toch niet lang genoeg. Zo simpel is dat. Ik ga dat hier dus kort
houden. Dat ik dat hier ga kort houden, gelijk de rit. Mario.
Zondag 6 maart 2005. Kalmthout. (Ice
ice baby). De thermometer is vanochtend op –4.5° blijven steken. Frrrrissjes
dus, maar door de dooi van gisteren is de sneeuw zo goed als verdwenen. We
verzamelen om 8 uur aan de kerk, voor een tochtje naar Kalmthout. Een beetje
ver met de fiets, dus vertrekken we met de wagen. Ik mag mee met mijn broer,
Rudy Rogiers. Rudy Vergeylen en Jan Willems krijgen een lift van Bart Van
Hecke, en in de wagen van Dirk Van De Vijver is nog plaats voor Luc Krick en
Patrick Roels. Na een beetje wachten op Patrick, die nog rap een stress-kaksken
moet doen, en op Bart, die nog wat moeite heeft om zijn nieuwe camionette te
parkeren, kunnen we de fiets op. Al van de eerste kilometers worden we het veld
in gestuurd, en stellen we vast dat er hier merkelijk meer sneeuw ligt dan bij
ons. Als ik voorzichtig een bocht indraai, roept Rudy V.: “Ge moet zo schou nie
zijn, het is maar zand.“, maar enkele seconden, een paar slippers, en veel
evenwichtskunsten later stelt hij vast dat het toch sneeuw is. ’t Zal op te
letten zijn.
Ondanks
de vele spiegelgladde stukken, rijden we toch serieus door, en slagen we er als
bij wonder in rechtop te blijven. Na een tijdje worden sommigen overmoedig, en
een beetje verder gaat Rudy V. de ondergrond van dichtbij bekijken. Nog wat
later is het de beurt aan Patrick, en beiden stellen vast dat het wel degelijk
ijs is (geen zand dus). “Spijtig dat Mario er niet bij is”, zegt Rudy R. “hij
zou zijn billen nogal dichtknijpen.“ Ook spijtig dat Danny er niet bij is, die
zou volgens Mario zijn “bellen” dichtknijpen. Op een gegeven moment heb ik ze
ook serieus geknepen, als ineens mijne velo zijn eigen goesting begint te doen.
Voorwiel naar links, achterwiel naar rechts, en ik rechtdoor. Rakelings naast
een boompje, van het wegeltje af, enkele meters over een (gelukkig)
dichtgevroren meertje. Holiday on ice voor mountainbikers. Ge moe nie schoon
zijn voor chanche te hebben. Luc Krick, een beetje mooier, maar met wat minder
chance, gaat even verder wel onderuit. Niet op een gladde plek, maar op een
perfect berijdbaar stuk. Waarschijnlijk durft hij niet vallen in de sneeuw,
want vindt da maar, zo wit op wit. Tussen de gladde stukken krijgen we een
schitterend parcours voorgeschoteld. Door de bossen, tussen de bomen, over de
heide, kortom, zoals mountainbike zou moeten zijn. De afwezigen hadden weer
eens ongelijk.
Toch
nog een smet op deze anders zo mooie organisatie. Onder de deelnemers wordt een
spiksplinternieuwe mountainbike verloot. Is het toch wel nen Hollander die hem
wint, zeker.
Zoveel
chance!!! Dat zal wel nen serieuzen lelijkaard geweest zijn. Ivan
Zondag 13 maart 2005. Ingerichte rit
Calckine. We
vertrekken om halfnegen aan de kerk. ’t Is te zeggen: de Rogiersen zijn weeral
niet op tijd. Weeral door Ivan, vorige keer – naar Serskamp - omdat Rudy nog op
’t laatst Ivans’ remblokskes moest vervangen, nu omdat Ivan niet wist dat het
zo vroeg was en zo stond hij met zijn mond vol (tandpasta) en in zijn Miekie
Mous pyama toen zijn broer Rudy kwam kijken waar hij bleef. Rudy stuurt
nochtans elke week de plannning voor de komende zondag met iemeel. Ivan heeft
wel iemeel, maar leest die slechts elke tweede van de maand, als het nog geen
volle maan geweest is en de selder nog niet in bloei staat, anders niet. Je
vraagt je af waarom sommige mensen e-mail hebben. Eerst waren Rudy’s meels
lang, dichterlijk, humoristich en origineel, maar sinds ik ze gebruikte om zelf
minder aan de verslagjes te moeten schrijven houdt hij het kort. Mij wordt ook
nooit iets gejeund. Ook Gerda zegt dat ze niets meer tegen mij zegt, omdat ik
het anders in het verslag zet. Dus zet ik dan maar in het verslag dat ze gezegd
heeft dat ze niets meer tegen mij zegt, aangezien ik toch al wat ze zegt in het
verslag zet, zegt ze zelf.
Bon,
aan de kerk staan Ivan en ik samen te wippen. Wip, wip, wipperdewip, wip, wip,
wip. Ik vind dat ik beter wip als Ivan, maar dat kan een persoonlijk gedacht
zijn. Als we daar zo een hele tijd samen staan wippen hebben, valt het
eindelijk iemand op: Zeg, Ivan en Mario, jullie hebben alletwee vering op de
voorvork!! Dezelfde dan nog. Een Pilot, van onze vertrouwde leverancier uit de
Portugiezenstraat in het Hussevelde.
Veel
volk en veel vrouwvolk: Eddy & Adinda, Geert, Rudy & Nadine, Rudy &
Ivan (heu, dat zijn dus broers, hé), Dirk VDV, Erik & Rita, Simonne, Gerda,
Linda, Patrick, Luc, Guy, Danny, en ondergemodderde. Ik hoop dat ik niemand
vergeten ben. En weg zijn we, de mannekes voor 50 km, de meiskes voor 30 km. De
meiskes kloppen de mannekes doordat ze een paar minuutjes eerder aan het Weike
staan. Nochtans reden we sommige stukken veld aan 33 per uur en ging het op de
weg geregeld 35. Toch een tegenvallend gemiddelde van 24.5 per uur, ik had het
rapper verwacht, want het was weer pompen.
Aan de
bevoorrading zijn we gelijk de witte Krick kwijt. Is hij nu weer doorgereden?
Hij zei iets van om 11 uur thuis zijn. Blijkt dat de sukkel al aan de blauwe
steen met platte band was achtergebleven, maar niemand die er op gelet had,
want de rit verliep nogal chaotisch.
Erik
doet nog eens een schone tuimelperte aan het Heisbroek – recht voor mijn neus -
en plaatst een schone kontafdruk in de modder. Nu nog fossiliseren en het kan
doorgaan voor de pootafdruk van een uitgestorven dier: de Kontosaurus Calcinus.
Sinds Erik meerijdt is niet alleen de gemiddelde leeftijd nog eens gestegen,
maar ben ik nu ook niet meer alleen die mijn neus snuit met zakdoek. Ook Erik
doet dat. Nu zijn er tenminste twee gentlemen in onze bende. In het Zeelse
komen we een bende tegen (met truitjes van Deprouw Zele). Ook felle mannen,
maar een km of 5 verder zijn de meesten dan toch in de verdommenis gereden. Een
lepe truuk van Danny zorgt ervoor dat de laatste die nog aanklampt het ook voor
bekeken houdt. Op het windige stuk weg dat van Nieuwdonk naar Zele-baan leidt,
laat Danny het gat vallen zodat er twee waaiers ontstaan. Even later maakt hij
duidelijk aan de man van Deprouw dat hij mag overnemen en het gat moet dichten,
waarna de Zelenaar ons wijselijk laat rijden. Zijn bobijn was toch op.
Er is
geen sprint en zo lijk ik op het gemakje alleen naar het Weike te gaan rijden
en voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid als eerste aan te komen.
Dat mag toch niet zijn dat Mario als eerste aankomt, zegt Rudy R. en zo
beginnen hij en Rudy V. en Patrick te sprinten. Patrick, zoals gewoonlijk met
de ogen dicht en verstand op nul, kan nog net door luid geroep van de twee
Rudy’s van een botsing met een auto gered worden. Die auto zou er anders lief
uitgezien hebben. In het Weike, verandering van gezichten: Vera en Dimitri
zullen vanaf nu onze modder opkuisen. Mario
Paasmaandag 28 maart 2005. Rudy en
Ivan Rogiers, Wim Poelman (ex motocrosser, valkenier, atleet, ook alweer geen
gewone dus), Erik Vergastel, Rudy Vergeylen, Karel Verhoeven, Luc verKrick,
Danny verFack en ondergetekende. Er zijn ook nog Snelle Eddy en de snelle
wijven Adel, Linda, Nadine, Simone en Rita. We rijden naar de toertocht in Zele
aan 35 per uur. En ja hoor: al dat vrouwvolk hangt daar nog aan als we in Zele
aankomen. Gewone madammen zijn het dus ook al niet, maar dat wisten we al.
Meestal
zeggen mijn kompanen alleen maar dat ik stink gelijk de beesten, deze keer
gaven ze toch toe dat ik reed gelijk de beesten. Maar pas op, zegt Ivan met het
slecht karakter, dat neemt niet weg dat ge toch nog altijd stinkt gelijk de
beesten ook.
Er
wordt ongelooflijk hard gevlamd en iedereen is om ter best in vorm. Zodat we op
den duur mekaar kapot beginnen rijden en het nog plezant vinden ook. Aan de
Paardenwei tegen ’t Scheld is er een afzinkske met een paadje waar ge ook naast
kunt rijden op het gras. Karel en de witte pakken de afzink wat verder en zo
koepeert Karel mij. Laat U niet doen, jut Rudy V. me op die achter me rijdt. Op
het gras steek ik Karel en Erik voorbij. Een serieuze inspanning, want op dat
gras rijdt dat niet makkelijk en die mannen staan natuurlijk niet stil. Dan kan
Rudy V. zich niet houden en steekt ons op zijn beurt voorbij. Karel neemt
weerwraak en steekt ook de witte voorbij. Dat kan de witten dan weer niet
hebben en die steekt Karel en Danny voorbij zodat op het eind van die 300 meter
iedereen iedereen voorbij gestoken heeft en iedereen buiten adem op zijn
tandvlees zit. We proesten en kuchen van de inspanning en van de leute omwille
van ons eigen zottigheid. Een moment van opperst geluk en diepste vriendsjap.
Kapitein Rudy die het gedoe vanuit de achtergrond heeft gadegeslagen schudt het
hoofd: hoe ouwer hoe zotter, zegt hij. Ja, maar van wie hebben we het geleerd? Mario Vereechoutte
Verslag
van de algemene ledenvergadering van De Modderfokkers op Zondag 10 april 2005.
De
vergadering wordt geopend om 8.30 uur op het kerkplein van Kalken.
Agendapunten:
- Bespreking en goedkeuring van vorige ritten.
- Afhandeling van de rit van heden, Internationale Grote prijs Danny Fack.
Aanwezig:
De Heren Fack Daniel hemzelve, semi-profs Van Hecke Bart en Roels Patrick, de
plaatselijke vedetten Vergeylen Rudy, Krick Luc en Verhoeven Karel,
internationele deelnemers Willems Jan (Schellebelle), Van De Vijver Dirk
(Zwijnaarde) en Van Gastel Eric (Wetteren), neo-lid Poelman Wim, en ikzelf.
Verontschuldigd:
De Schone Heren Rogiers Rudy, Vaneechoutte Mario en Roelandt Marc, wegens het
iets te uitbundig vieren van de kampioenstitel van de scholierenploeg van
H.O.
Kalken (die trouwens met een klinkende 6-0 overwinning hun titel van een gouden
randje voorzagen).
Op
algemeen verzoek rijden we toch nog eens bij Rudy langs om hem te vragen alsnog
de groep te vervoegen, maar zelfs wanneer we de deur bijna uit haar hengsels
lichtten, blijft het stil aan de andere kant. Flauw excuus om niet mee te
rijden, zo’n feestje. Sommigen hebben elke week wel iets te vieren, en
ontbreken zelden op de afspraak.
We
vertrekken dan maar met Danny als gids. Onverantwoord, maar ja, het is zijn
grote prijs.
En nog
geen 2 km. verder heeft hij al prijs. In een bocht van een fietsbaantje ligt
één klompje modder, en daarop gaat hij sierlijk onderuit. Na nu toch al enkele
weken, zijn eerste val met zijn nieuwe velo. Gelukkig zonder veel erg: zijn
fiets is niet geschonden. Met Karel is het slechter gesteld. Daar waar hij
normaal aan kop zit te sleuren, hangt hij nu achteraan af te zien dat het niet
schoon meer is. Hij is gisteravond naar AA Gent gaan kijken en is een beetje te
lang blijven napraten. Na een tiental kilometer houd hij het voor bekeken, en
keert terug huiswaarts. Spijtig, maar hij heeft, in tegenstelling met die drie
fuifbeesten, toch geprobeerd.
Met
zijn tienen raken we na enkele misstappen toch in het bos, waar net een viertal
collega-bikers aan het rondtoeren zijn. Zij lijken hun weg hier goed te kennen
dus volgen wij ze maar. Als we ze na een tijdje toch kwijt raken, ziet het even
naar uit dat wij niet voor donker uit het bos zullen raken, maar met een
gelukje lukt het na een tijdje toch. We vervolgen onze tocht, en overschrijden
zoals gepland de Belgisch-Nederlandse grens. Op vijandig grondgebied is het
altijd opletten, en even later is’t al van dat. Bij het inslaan van een
veldwegel gaat Eric zwaar onderuit. Zijn eerste buitenlandse tuimerperte.
Gelukkig is da ook nogal nen straffen, en na een beetje te zijn bekomen kan hij
terug op de fiets. Bart heeft ondertussen zijne pedal kapot gekregen, (zelfs
professioneel materiaal is niet opgewassen tegen zijn brute kracht) dus
besluiten we de kortste weg naar huis te nemen. Dat is echter buiten Danny
gerekend, die ons doet afslaan waar we normaal rechtdoor gaan. Als ik hem
hierop wijs, zegt hij 100 procent zeker te zijn van zijn gelijk. We leggen ons
lot dan maar in zijn handen, het is tenslotte zijn Grote Prijs. Enkele
kilometers later zie ik hem bedenkelijk rondkijken, en merk dat zijn
zekerheidspercentage gezakt is onder 0. Na nog wat omwegen raken we toch weer
op het juiste pad en komen tegen de middag terug in Kalken. De spurt wordt
ingezet, ik heb mij rechtgezet, en zie ontzet hoe Partick op zijn groot verzet
tussen het aankomend verkeer de winst pakt. Commentaar van de geklopten: Ik kon
eigenlijk niet verliezen, maar ik heb mij ingehouden voor de aankomende autos.
En zo ken ik er ook nog een paar. Ivan
Rogiers.
Zondag 17 april 2005. Waasmunster. Door
het str…, excuseer, het slechte weer van de vorige dagen slechts met 7 aan de
start, voor wat een rustig ritje naar Waasmunster moet worden. Bart Van Hecke,
Dirk Van De Vijver, Jan Willems, Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Wim Poelman, en
ikzelf. Wim, die de de smaak van het mountainbiken nu ook goed te pakken heeft,
is Valkenier, en liefhebber van roofvogels in het algemeen. Van opleiding
eigenlijk motorcrosser, maar door de schandalig hoge brandstofprijzen,
genoodzaakt om een vervoermiddel te zoeken met een goedkoper verbruik. (En
zeggen dat er bij ons rondrijden met een gemiddeld verbruik van 3 Leffe’s per
50 Km.)
De rit
zelf verloopt voorspoedig, hoewel het er zelfs in de Waasmunsterse bossen
behoorlijk modderig aan toe gaat. Bart rijdt zoals gewoonlijk een paar keer
verkeerd, en ik rij zoals gewoonlijk eens plat. Dat begint hier echt een dure
hobby te worden. Kortom, een ritje om te klasseren onder 13 in een dozijn. Ware
het niet dat op de weg van Hamme naar Zele, plots een auto de fietsbaan
oprijdt. Bart, die net serieus op kop zit te sleuren, kan hem niet meer
ontwijken, en knalt er tegenaan. Ik kan er nog net langs, en zie Bart’s fiets
naast mij door lucht vliegen. Als ik mij omkeer zie ik Bart gelukkig al
rechtkrabbelen, klaar om in de bestuurder van de wagen zijne nek te springen.
We kunnen hem nog net tegenhouden, en als de gemoederen wat bedaard zijn, blijkt
de chauffeur van de wagen nog het meest geschrokken te zijn. De schade blijkt
al bij al nog mee te vallen. Een paar krassen op de wagen en de fiets, en wat
schaafwonden in het gezicht van Bart. (Lap, weeral geen lief van ’t weekend).
Na het uitwisselen van gegevens, en afhandeling van de formaliteiten kunnen we
verder huiswaarts.
We
komen aan in Kalken zonder verdere incidenten, en kunnen na deze bewogen rit
genieten van nog een rustige zondagmiddag. Ivan.
Zondag 24 april 2005. Wacht een beke. Ik kwam
een kwartier vroeger aan in Wachtebeke voor de toertocht aldaar dan de
genaamden Rudy en Ivan Rogiers, Wim Poelman, Luc Krick, Rudy Vergeylen en Danny
Fack. De reden kan wel zijn dat ik met de kamionette van sponsor Rudy reed om
de fietsen van de dames Simone de felle, Gerda Vanhulle, Christine
Deschoenmaeker, Christine Bruggeman en Ariane Coppenholle mee te voeren. Waren
ook per wagen naar Wabeke afgezakt, Wim (ega van Christine B.), Marc Roelandt
en Dirk Hanselaer. En ter plaatse was daar ook al Linda, de ma van Bart, die
verleden week weeral een serieuze tuimelperte gemaakt heeft, hoor ik. Dirk, Wim
en ik vertrekken al voor de 50 km voordat de meute met de zotten per fiets
arriveert. De dames en de heer Roelandt doen de 25. Na een km of 10, wat is dat
daar? Een bende koeien? Ha neen, het zijn Simone, Gerda, Ariane en de
Christines maar. ’t Is te zeggen, onze weledele dames moeten wachten op een
boer die zijn koeien de veldweg laat oversteken. Zo vormt er zich een plas van
wel 40 mountainbikers, die wachten op de koeien. Pas aan de bevoorrading, na 20
km, halen de echte zotten ons in, nadat ze op het parkoers 27.5 km gereden
hebben. Voor mij is het mijn wederoptreden na 4 weken en het is weer afzien als
ik het tweede deel met de zotten meerijdt, maar deugd, dat doet het achteraf
toch altijd. Eigenlijk zijn alleen Ivan en ik overgebleven van de gewone mensen
die in het begin meereden. En het wil al wat zeggen als we Ivan bij de gewone
mensen moeten rekenen. Dirk en Wim zijn slechts een goeie 5 minuten achter ons
aan de finish, dus traag kunnen die ook niet gereden hebben, ze zouden beter
van de eerste keer meerijden met de bende, dat zou voor iedereen een verademing
zijn terwijl we nog altijd rapst van allemaal zouden rondvlammen. Om 12 uur
staan we al weer op het kerkeplein. En het KMI, ja, die zaten er compleet
naast. In plaats van bewolkt, regenachtig weer, was het een prachtig
schitterend zonnig weertje. Mario.
Zondag 1 mei 2005. Vurst, Gavere. Karel
Verhoeven, Rony Van Hecke – de pa van Bart, die zelf aan het Garda-meer zit, al
zal er van zitten niet veel gekomen zijn, want Bart moest daar gaan koersen (en
eindigde volgens zijn doelstelling: binnen de eerste honderd), Rudy Rogiers,
Hans Van Maele (zie verder), Dirk Van de Vijver (die rijdt hier in zijn
achtertuin), Ivan Rogiers (die zijn achtertuin rijdt ook altijd mee), Luc
Krick, ondergetekende en Patrick Roels, die we mogen verwelkomen als nieuw
KWB-lid. Met Patrick als 4-voudig Belgisch Kampioen Survival Run in onze rangen
moeten we niet meer vrezen dat de KWB Kalken zal uitsterven. Ge moogt diene
mens een half uur ondersteboven in een boom hangen, zeven keer onderdompelen in
ijskoud water, uithongeren, bij min 20 buiten laten slapen: niets deert er hem.
Onuitroeibaar, gelijk de rest van de Roelsen. Langer dan 3 minuten in kokend
water mag wel niet, want dan zijn de eitjes hardgekookt, wat dan weer de
creatie van nieuwe Roelskes zou beletten. Dat valt bij nader inzien misschien
in Kalken toch nog te overwegen. Patrick legt zich meteen al in de eerste
vettige plas die we tegenkomen, zo blij is ie bij de KWB te zijn. En er zullen
er nog veel volgen. Vettige plassen, en kadees die zich leggen. De volgende is
Luc, die geveld wordt door een boomwortel. Zelfs kapitein Rudy moet eens
serieus voet aan de grond zetten, in een diepe modderkuil. En Ronny, als die
kasseien ziet, moet hij zich ook altijd eens leggen. Dit keer duikt hij plots –
zonder dat ge snapt waarom – vanop het midden van de kassei bats overkop de
graskant in. Wie er zich tot 3 keer toe in de modder wentelt – en het nog
plezant vindt ook, is gastrijder Hans Van Maele, ons Westvlaams varken,
aangetrokken door Karel. Getrouwd zijn met een Westvlaamse is voor Karel nog
niet genoeg, hij gaat nu ook in Brugge werken en trekt dan nog van dat gespuis
zoals Hans aan. Het gaat van kwaad naar erger met Karel. Dat wordt voor zijn
naaste omgeving elk jaar meer en meer duidelijk, alleen Karel wil het niet
gehad hebben. Hans dus is qua kaliber goed te vergelijken met Danny Fack – die
samen met sponsor Rudy Vergeylen en met Erik Vergastel in de Vlaamse Ardennen
op de weg aan het trainen is ter voorbereiding van hun beklimming van de Mont
Ventoux volgende week. Net als bij Danny moet je bij Hans naar spieren niet ver
zoeken, naar verstand en goede manieren daarentegen ... Qua fietsvastheid is
Hans dus ook te vergelijken met Danny: nul de botten. Eens Westvlaams varken,
altijd Westvlaams varken, ik kan het weten. Ja, jullie zullen er mee moeten
leren leven met al die immigranten: Turken, Marokkanen en West-Vlamingen.
Ik ben
gisteren zo overmoedig geweest om de 17 km van de Steentjesjogging te doen,
samen met een andere KWB-er, Frank De Mulder, en vandaag moet ik natuurlijk
mijn ‘loopbenen’ bekopen. Al is het gemiddelde ‘slechts’ 22 induur, ik ben o zo
blij als we na 47 km eindelijk terug in de kantien van voetbalclub Vurst 92
aankomen. Ivan ook, ook al omdat zijn achtertuin zeer doet van al de ambetante
hobbels. Ondanks de 26 graden (veel te warm), zien we er vreselijk vettig uit.
En natuurlijk: de beestjes en de tengels zijn ook alweer van de partij. Soms
mag je mij efkes de winter geven. Mario
Vaneechoutte.
Zondag 8 mei 2005 – Moederkensdag.
A(ma)aigem.
Ronny en Bart Van Hecke, nog nen Bart, een collega van onzen Bart, Luc Krick,
Karel Verhoeven, Rudy Rogiers, en ikke. Slechts met 7, waarschijnlijk omdat het
moederkensdag is. Geen excuus natuurlijk. Ofwel zoekt ge u een vrouw die werkt
op zondag, ofwel eentje die mee gaat fietsen. Er zijn naar het schijnt zelfs
dames die, als ze al eens een zondag niet moeten werken, mee gaan fietsen, maar
die lopen er zeer dun, en vindt da dan maar. Met 7 dus naar Amaai-gem, eigenlijk
is het Aaigem, maar door de vele en hevige plensbuien van de voorgaande dagen
ligt het parcours er heel zwaar bij. Vijfenvijftig kilometer, en we kunnen
kiezen tussen moeilijk-, en niet berijdbaar. Wanneer we een onberijdbaar stuk
afdalen, zie ik Karel eerst links tegen een afsluiting gaan, 20 meter verder
rechts tegen de struiken, en uiteindelijk centraal onderuit. Zonder veel erg,
want in de modder is het zacht landen.
Pineut
van de dag is Ronny. Op hetzelfde stuk als Karel, gaat hij ook een paar keer
horizontaal, de hele rit sukkelt hij met zijn versnelling en ketting, en naar
het einde toe rijdt hij nog eens verloren ook. Nog een geluk dat de pijltjes
goed zichtbaar waren, anders reed hij daar nog ergens rond.
Het
moet wel zeer lastig geweest zijn, als zelfs Rudy mij na een tijdje weet te
zeggen dat er maar weinig tijd is om te recupereren. Voor hem is dat eigenlijk
niet nodig, maar voor ons (mij) des te meer. Recupereren: Dat is, wanneer je
moe bent, niet nog moeder worden, maar een beetje minder moe. Het probleem is
dat ik steeds maar moeder en moeder werd. Gelukkig was het moederkensdag,
anders kwam dat daar nooit nie goed. Wie ook weer weinig moest recupereren was
onzen Bart. Hij heeft de goede forme nu toch al een tijdje te pakken, en werd
onlangs nog 99ste in een zwaar bezette wedstrijd in Italië. En dan komt hij mij
op zondag fluitend voorbijrijden, terwijl ik net serieus zit af te zien. Hij
moet daar toch mee opletten, want als het mij ne keer zal ontschieten, zal hij
heel wat moeilijker fluiten, zo zonder voorste tanden. Vraag maar aan Mario,
die kan daar ook van meeklappen. Ivan
Rogiers.
Zondag 15 mei 2005. Serskamp. Want Rudy Rogiers moest vroeg
thuis zijn voor de finale van de scholieren in de beker van het Volk. Onze
jongens zullen spijtig genoeg nipt (met de pinnanties) verliezen, tegen Zeveren
dan nog, is dat niet om van te Kwijlen? Maar ze waren al kampioen en nu nog
finalist in de beker: proficiat, proficiat en nog ne keer proficiat! Serskamp
dan maar. Het blijft toch een van de meest gevarieerde ritten in de omtrek. Nog
relatief droog totdat Rudy besluit van een of ander boske in te trekken en we
weer lekker vettig vuil worden. Wie er weer niet bij zijn, zijn Danny, sponsor
Rudy en Erik. Nochtans, jongens, de KWB is er voor iedereen, ook voor de
mentaal minder begaafden, dus we verwachten jullie zeker terug. Dirk
Vandevyver, die met Jan Willems 4 dagen naeen 100 km gaan rijden is in de
Ardennen en daarbij zijn nieuwe velo in de verdoemenis heeft gereden, zoals Jan
zijn knieën, valt wel 4 keer met zijn ouwe velo. Ja, als ge zo rijdt, geen
wonder dat ge kosten maakt. Patrick Roels is ook weer mee. Hij en de witten
zijn de enige van ons 6 die niet vallen. Waarom Patrick een helm draagt, weten
we eigenlijk niet. Misschien als nekbeschermer? In alle geval die helm hangt
bijkans op zijn gat, en allesbehalve op zijn kop. Bij Ivan zouden we dat nog
verstaan, omdat ge bij hem het verschil tussen de twee moeilijk ziet. Rudy
rijdt zodanig geweldig dat hij zijn stuur zo hoog de lucht in trekt om over een
tak te springen, dat hij achterstevoren over kop slaat. Terwijl we de schade
opmeten, beginnen hij en de witten dan nog te zeveren en te kwijlen hoe vuil
mijn velo weeral ziet in vergelijking met die van hen. “Ja”, zeg ik tegen Rudy,
“maar ik heb de mijne ook nog niet afgeschud, gelijk gij zojuist.” En zo wordt
het plots toch veel stiller aan de andere kant. In de Warande in Wetteren ligt
er een diepe put waar ge in en weer uit moet rijden (de anderen doen dat toch,
dus ik veronderstel dat dat dan van mij ook verwacht wordt, al snap ik er de
leute niet van). Mij is het nog nooit gelukt, door mijn technische beperktheid
– zoals u weet: mountainbiken ligt mij eigenlijk niet echt, om er rijdend weer
uit te geraken. “Kijk, Mario”, roept Ivan, “als ik dat kan, moet gij dat ook
kunnen” en hij rijdt de put binnen. Kling, klang, klong, en daar zien we Ivans’
beentjes boven de putrand wiebelen. En ja, hoor, ik probeer nog eens en het
lukt me voor de eerste keer, nipt, nipt. Als Ivan dat niet kan, moet ik dat
zeker kunnen.
Het
wordt een sprint tussen Rogiers en Rogiers. Grote broer Rudy gunt zijn kleine
broer Ivan ook nooit eens iets hé, die loebas. Troost U, Ivan, het is niet
altijd de beste die wint. Maar vandaag wel, haha. En, Ivan, nog dit. ’t Is raar
of ’t is niet raar, maar zo van die schuine opmerkingen over mijn spleetje
tussen mijn tanden, die krijg ik meestal van mensen met niet teveel haar op hun
plets. Zie maar dat ge u van de zomer inwrijft met zonnefaktor 10 zodat uw bol
weer niet rood ziet, zoals na de eersten mei (niet omdat de sossen dan
feestvieren, maar wel omdat dat de eerste zonnige dag was). Ge had Ivan moeten
zien. Van kilometers ver zaagt ge hem. Iemand liet me weten dat hij er nog in
kon komen dat Ivan en Karel tegen windmolens zijn op t‘Husseveld, maar vroeg
zich wel af waarom Ivan dan persé een vuurtoren in zijn gazon zet. Dat is nu
toch helemaal niet nuttig. Gelukkig kon ik die mens uitleggen dat het Ivan zelf
was die hij gezien had. En wat zeggen we dan, Ivan? Juist: Dank u wel, Mario.
Zondag 22 mei 2005. Nu
missen we Karel. tingels: met 2 naast mekaar. Klein duimpje Vergastel spelen we
kwijt in de Speelbos. Rudy voelt zich weer Mr. Parijs Roubaix. Nog een geluk
dat hij niet ziek was of geen last had van fluimpjes, want dan vlamt hij nog
harder.
Zondag 5 juni 2005. Zeveneken. Ik
schrijf dit verslag enigszins gehavend en ingepakt. Patrick Roels, Danny Fack,
Luc Krick, Karel Verhoeven, Ivan Rogiers, Dirk Hanselaer, sponsor Rudy
Vergeylen (gisteren 185 km wielerterrorist gespeeld, samen met Erik Vergastel,
maar die ligt nu nog in zijn beddeke: flagada), Bjorn Vergauwen warempel, en
ikke aan de kerk. We rijden naar Hussevelde. Ivan meent even zijn broer Rudy te
zien, maar nee, zegt hij, het is een ander lijk op een velo. Gisteren was het
KWB kook wa beter familiefeest en we verwachten Rudy dus al niet meer, als hij
toch plots in tenu in zijn camionet met velo op de weg verschijnt. Wij op weg
naar de Toertocht te Zeveneken. Er is weer geen houden aan Danny Fack en als
hij uit het veld komt en aan 42 doortrekt, wil ik het voor bekeken houden.
Kapitein Rudy brengt het tempo terug tot 35 en als ik even op adem gekomen ben,
mag Danny het horen: “Vorte gendarm!” Ik bedenk ter plaatse daarenboven de
ergste belediging die men een mens kan toeroepen: ‘Ge zijt jandorie nog erger
dan de 2 Rogiersen samen!” Het extra-voordeel van deze toch wel verschrikkelijk
zware belediging is dat meteen de 2 Rogiersen meebeledigd worden. Ivan, die net
voor mij rijdt, steekt dan ook achter zijn rug zijn middelvingertje naar me op.
Even verder rijden we in waaiers tegen de verraderlijke veranderlijke wind in.
Het is opletten geblazen want er wordt voortdurend geslingerd om zo goed
mogelijk uit de wind te zitten. En met een kamikaze gelijk P. Roels in het
midden van de waaier is het dubbel opletten. Plots komt de witte Krick
vanachter mij en roept tegen de wind in: “Jongens, zo kwakken met die velo’s,
straks zal er nog ...”. Ik hoor hem niet goed – door de wind - en kijk achter
mij naar wat hij te zeggen heeft. Daardoor komt mijn voorwiel tegen het
achterwiel van Karel te plakken. Sleep, sleep, blijf ik toch nog recht, neen
natuurlijk niet, ik val, en schuuuuuuuuuuuurrrrrrrrrrrrrr 10 meter ver op de
beton. Weeral miserie. Ik zou beter gaan kaarten. Trek het u niet aan zegt
Rudy, eens ge helegans verveld zijt, moogt ge u koereur noemen en je bent goed
op weg de laatste jaren. O ja, de witten kwam zeggen: “straks zal er nog
gevallen worden als ge zo voortrijdt.” Duizend keer merci, Luc, om mij waar te
schuwen. Ik rijd nog vollen bak mee tot aan de bevoorrading van 30 km, maar als
ik efkes stil sta voel ik hoe alles stijf wordt en dat het best is om van het
zwembad van Puyenbroeck op mijn eentje op het gemak aan 24 per uur naar huis te
rijden. Naar het schijnt heeft kapitein Rudy daarna nog eens de registers
opengetrokken zodat Ivan met een dikke knie zat – juist nu hij van zijn dik gat
verlost is - en zelfs op eigen kracht het Weike niet meer kon verlaten (er
geraken gaat altijd wel, raar hé). Bjorn, verschrikkelijk in form, blijkt de
laatste kilometerkes er ook vanonder gemuisd te zijn. Licht uit.
O ja,
niet vergeten van mijn toetsenbord onderste boven te draaien, na het typen van
dit verslag, zodat het bloed er weer kan uitlopen. Mario
Hoe
meer ik op Ivan zijn gezicht kijk, hoe contenter ik ben van mijn achterwerk.
Zaterdag 11 juni 2005. 130 km
Regio Tour. St. Lievens Houtem, Ninove, Geraardsbergen, Lierde, Zottegem, St.
Lievens Houtem
Bjorn,
Rudy, Rudy, Erik Van Gasse, ik, Luc Krick, Karel Verhoeven, Patrick Roels
Danny
Fack vroeger
Zondag 7 augustus 2005.
Ingerichte rit te Oosterzele. Rudy, Karel, Wim Poelman en mijzelf en ter
plaatse is er ook nog Dirk VDV uit Zwijnaarde. 15 km ernaartoe, 45 ter plaatse
en 15 weer, aan een gemiddelde van 26.3 induur. Een prestratrie om U tegen te
zeggen. Ik hoor niets!? U. Aha, toch nog. Ik moet zeggen gelijk het is: de
anderen reden ook niet slecht, want ze konden me allemaal bijhouden.
Een
regenbui van jewelste. Iedereen trekt een regenjasje aan, behalve ik. Niet
alleen omdat ik stoerder ben dan de rest, maar vooral omdat ik geen meeheb. Ik
verlies geen tijd, dus rijd ik voorop. Als ik even later achter me kijk waar ze
blijven, zie ik daar warempel enen in het knaloranje rondrijden. ‘Potverdorie,
waar gaat dat hier naartoe’ roep ik, ‘als er nu al Hollanders met ons
meerijden!?’. Drie sekonden later, een harde klop op mijn kop. Een geluk dat ik
mijn helmpje aanhad. Ik kijk verschrikt opzij en potverdorie, het is toch wel
die Hollander zekers die op mijn kop klopt! Toch niet, het is Rudy, met zijn
oranje regenjasje.
Karel
heeft besloten om geen druppel alcool meer te drinken. Hij houdt dat al 10
dagen vol. Ik kan me niet voorstellen hoe een mens daarin slaagt, nog een
prestratrie. ‘Want alcohol’ zegt Karel, ‘alcohol heeft al veel kapot gemaakt.’
Hij kan het weten, want Karel is aangesteld als ervaringsdeskundige. In alle
geval, er staat geen maat meer op Karel. En maten heeft hij al nooit echt
gehad.
De
laatste tijd probeer ik af en toe eens Frans te spreken tegen Rudy, kwestie van
het niveau wat op te krikken. Vroeger heb ik nog geprobeerd om Rudys te spreken
tegen Frans, maar geen mens die dat verstond. Als we een doodlopend wegeltje
inrijden, zeg ik: “Eaulala, ca court mort, ici.” Waarop Rudy antwoordt: “Merde, ca tombe contre.”. Waarop ik dan weer: “Mais
qu’est-ce que ca va être ici tout le monde aujourd’hui?”. Voor de mensen
die nog niet zo goed verfijnd Frans spreken, vertaal ik even : Olala, dat loopt
hier dood. Verdorie, dat valt tegen. Maar wat gaat dat hier allemaal zijn
vandaag?
Zoals
gezegd voel ik me nog wreed in vorm als we de toertocht in Oosterzele
beëindingen en de terugtocht naar Kalken aanvatten, maar tegen dat we in
Wetteren zijn (contre nous sommes dans Wetteren) ben ik al gaga, door het
moordend tempo dat Rudy in de regen tegen de wind oplegt. Tegen dat we in
Kalken zijn ben ik flagada en ook dadapipi, euh piepedada. Ik moet eerst bij
Patrick binnen om een goed pak friet, vooraleer ik me aan de Leffe kan wagen. Mario
Zondag 5 september 2005. Berlare. Ons zesde seizoen begon met
een belediging van kapitein Rudy Rogiers. Hij stuurt elke week per iemeel de
coördinaten van de volgende rit door. Deze keer stond er: ‘Scheve villa’. Ik
antwoordde meteen: ‘Scheve villa, scheve villa, hebt ge uzelf al eens goed
bekeken, ja?”, want de tijd is voorbij dat ik me ga laten doen van snotneuzen,
hé. Ik schrok niet echt van die kuren van Rudy, want de week voordien was hij
nog maar net op zijn hoofd gevallen tijdens een wedstrijd in Houffalize toen
zijn stuur doormidden brak. Weeral geluk van de helm, want anders was hij nog
veel getikter geweest. Dat is al zijn tweede stuur en een kader reed hij ook al
om zeep. Dat komt ervan als er teveel macht samen in één mens zit. Maar zo kon
Rudy, de master of the masters, weeral zijn kansen niet verdedigen. Jan Willems
reed zomaar tegen de 21 per uur over de 60 km, Karel deed de 90 km die hij
beëindigde met de woorden: ‘Nooit meer’ en Bart Van Hecke eindigde in de eerste
10 op de zomaar eventjes 120 km.
Maar
terug naar die iemeel van Rudy: Dat van die scheve villa bleek de
plaatsaanduiding van de start van een toertocht te zijn: een toertocht,
ingericht door de Chirojongens van Berlare, startend aan de scheve villa te
Berlare. En inderdaad: de scheve villa staat echt helemaal scheef. Als je
binnengaat word je er zelfs een beetje duizelig van, zeker als je de avond
ervoor wat bent doorgezakt. Blijkt dat de ene kant op klei staat en de andere
op turf zodat de hele plateau, met de intacte villa erop, is scheefgezakt. Het
achtste wereldwonder bevindt zich te Berlare. We rijden 63 km aan 28.22 per
uur, en dat zal wel een van de snelste ritten zijn die we al lieten optekenen,
waarmee de toon van het nieuwe seizoen weeral gezet is. Vooral een sterke
prestatie van Hans Schellaert, die een tijdlang niet meer gereden had. Een
schoon parkoers, met uitbundig veel wegwijzertjes uitgepijld en met vooral na
de tweede bevoorrading tal van nieuwe wegels. Waar blijven ze ze uithalen? We
passeren voorbij de cafés ‘Bij de Westvlaming’ zodat ik me weer wat thuisvoel
en de ‘Papadoc’.
Toevallig
is de arrivé van zowel de mannen, als de vrouwen (+ Ivan Rogiers + Frank
Hanselaer), als van Dirk Hanselaer, die na breuk alleen moest rijden, allemaal
binnen de minuut. Zeer straf. De mannen rijden van de scheve villa naar de
Woesten, zonder onder de 35 te gaan en wie blijft daar in ons wiel hangen?
Rita, eega van Erik Van Gassen. Weeral een vrouw die beter rijdt dan haar man.
Sponsor Rudy Vergeylen rijdt niet mee, want hij is weer met zijn parkieten
bezig en van de opbrengst daarvan koopt hij elk jaar drie nieuwe velo’s en een
nieuwe villa. Ook niet-sponsor Geert Electro Verhoeven rijdt niet mee, maar dat
is normaal want die rijdt nooit mee.
PS1. Beste Geert, dat is dan, zoals deze zomer afgesproken, 10 Euro, voor elke
keer dat uw zaak, Electro Verhoeven, in een verslag te pas en te onpas vermeld
wordt.
PS2.
Andere zelfstandigen die graag willen dat hun zaak eens vermeld worden, gelieve
met ondergetekende kontakt op te nemen, voor het bespreken van de condities.
PS3.
Let wel, de prijs die onder PS1 vermeld werd is wel een éénmalige
vriendenprijs.
PS4. En
als ge binnenkomt bij Electro Verhoeven, uw voeten vegen aan de mat, of ge
krijgt met Isabel te doen, en dat wilt ge niet meemaken.
Mario
Zondag 11 september 2005. Wetteren.
Na
enkele maanden verplichte rust wegens pijnlijke knieën, probeer ik vandaag mijn
wederoptreden te maken. De ingerichte tocht van 2-many bikers uit Wetteren
lijkt mij hiervoor het gepaste moment. Als we het kerkplein een vijftal
minuutjes te laat oprijden, (Rudy kon maar 1 kous vinden) zijn de beekes al
vertrokken. De aakes die er wel nog stonden waren Rudy Vergeylen, Luc Krick,
Dirk Vandevijver, Bjorn Vergauwen, en een nieuwkomer. Wanneer we vertrekken, ga
ik naast hem rijden om kennis te maken, en vraag “wiens manneken zijde gij?“.
Hij antwoordt dat hij Geoffrey Maes is en in Overmere woont.
Nu
hebben we bij de Modderfokkers al heel wat meegemaakt, een ex-profrenner
(Rudy), een Belgisch kampioen Survival-run (Patrick), aanstormend jeugdig
wielertalent (Tim en Bart), maar dit slaat werkelijk alles. Geoffrey is
namelijk regerend wereldkampioen mountainbike bij de +32 jarigen. Hij heeft al
horen spreken van da bendeken van Kalken en rijdt vandaag een keertje op ’t
gemaksken mee om de benen eens los te gooien. Aan de Warande aangekomen
schrijven wij ons in, en vervoegen de vroege vertrekkers Dirk en Frank
Hanselaer, Rudy en Ronny De Clerq, Guy Roels en Marc Roelandt. We vertrekken
met de ganse bende, en het gaat al vanaf ’t begin goe vooruit. Zo goe zelfs dat
na een tiental kilometers bij mij het vet al van de soep is. Ik ben dan ook
zeer blij als Rudy DC mij voorbijrijdt om zijn broer te gaan zeggen dat hij
niet met de B-kes maar met de A-kes aan het meerijden is, en de rest al een
stuk achterop is. We laten de grote mensen wegrijden, en laten ons na een
tijdje inhalen door de normale mensen. Op de eerste splitsing houdt Guy het
voor bekeken en kiest voor de 35 km. Wij gaan voor de 50. Als we op de
bevoorrading aankomen, zie ik tussen de vele sportievelingen ineens een zombie
met een truitje dat ik herken, het blijkt Bjorn te zijn. Hij is zo lang mogelijk
bij de eersten blijven aanklampen, en moet dit nu zwaar bekopen. Hij reutelt
nog iets in de zin van “alles ligt er al weer uit”, en “ik rij van hieruit
recht naar huis”, en kruipt hoofdschuddend weer de fiets op. Dat wordt een
namiddagje op de sofa. Ook ik moet mijn overmoed bekopen, en krijg na een
tijdje weer last aan de knieën. Ik besluit dan maar aan de volgende splitsing
te kiezen voor de kortste afstand. El Sympatico, Marc, houdt mij gezelschap (of
was het beste er ook al af ). Op de terugweg naar huis gaat de pees er nog eens
goed op. Als de snelheid zo rond de 40 km/u ligt vraagt Geoffrey waarvoor dit
nog goed is. Ik antwoord dat wij er op het einde altijd nog een spurtje
uitpersen, waarop hij zegt dat dat niet gezond gezond is. Dat weet ik al lang.
In de verte zien we hoe de Rudy’s het onder elkaar uitvechten, en Rogiers het
haalt. Bij de nabeschouwing van de rit (mijn favoriete onderdeel), vertelt Rudy
R. dat hij het een leutig ritje vond. Vooral toen hij op een gegeven moment
eens goed doortrok en na een tijdje gepiep hoorde. Hij maakte Geoffrey erop
attent dat zijn GSM belde, maar die moest bekennen dat het zijn hartslagmeter
was die meldde dat hij in het rood ging. Tot slot nog de vaststelling dat mijn
wederoptreden nog enkele weken moet worden uitgesteld wegens nog niet goed
genoeg. Maar, wat zit ik te klagen over een paar pijnlijke knieën, jullie,
beste lezers, moeten het nog een tijdje stellen met de verslagskes van Mario.
Dat is pas erg. Verslaggever Ad Interim
Bis Ivan, terug in de lappenmand.
PS.
Ivan, hebt ge er al eens op gelet dat uw computer soms hapert hapert? Is dat
wel gezond gezond?
Zondag 25 september. Lokeren
Patrick
Roels, Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Erik Van Gassen, Luc Krick, Hans
Schellaert, Jan Willems en ikke. Na 15 km en 25 minuten zijn we in Lokeren. Als
we ons ingeschreven hebben en willen starten, moeten we echter wachten op
Patrick. Als naar gewoonte zit Patrick op de plee. Patrick, mogen we vragen om
vanaf nu ook eens tijdens de week te gaan en niet altijd alles op te sparen tot
net voor we moeten vertrekken? Er zijn hier er een paar die daar het sch... van
krijgen, zulle. Halfweg koers lijdt Patrick dan nog kettingbreuk. Zijn ketting
kapot geka ... euh, gekrakt. Gelukkig is er Rudy om te depanneren en voor
mindere goden gelijk mij is het een welkome rustpauze. Patrick verdwijnt
ondertussen eens achter een boom. (Graptje!)
Ook
Ivan Rogiers, Frank Hanselaer en Rudy Declerck rijden hier ergens rond. Als ik
iedereen samenreken, denk ik wel dat er een man of 30 van Kalken is. Man is het
woord niet, want er is voorzeker meer vrouwvolk dan venten. Een straffe
mountainbike-gemeente toch, Kalken. Als de finale losbarst schiet mijn ketting
twee keer na mekaar over en dat gat van 30 meter op Erik heb ik nooit meer
toegekregen en Erik dat gat niet op die die voor hem reed en die die voor hem
reed dat gat niet op die ... Roept er dan nog een rare ‘Ja, het zijn weer die
zotten van Kalken, zeker’. Ik ken die gast gelijk van ergens, maar pas aan de
meet wordt het me duidelijk dat het Geert Electro Verhoeven was. En zijn
schoonzus, Nele, ge weet wel die van die pistolets, die had ik niet eens
gezien, ge moet niet vragen hoe diep ik gegaan was dat ik zelfs Nele, de
schoonzus van Geert Electro Verhoeven, niet gezien had. Allez, ik ben toch weer
al aan 30 Euro reclame-inkomsten. Pas op, ik stort daar wel een Euro of 3 van
in de KWB clubkas, hé, zo ben ik dan wel. Als we van Lokeren naar huis rijden,
steekt ons luid toeterend de kamionette van onze sponsor voorbij. Maar tiens,
ik dacht dat daar op stond: ‘Badkamers en meubelen’, maar nu lees ik ‘Vervoer
van velos en vrouwvolk’. Thuisgekomen staat er 70 km op de teller, en een
gemiddelde van 27.2. Een maximum van 46.1, maar waar ik dat gehaald heb, weet
ik niet meer. Mario
PS. En
als ge buitengaat bij Electro Verhoeven, de deur achter uw gat dichttrekken, of
Isabel gaat eens achter u zitten, en dat ...
maakt
dan 4 x 10 Euro is 40 Euro.
Zondag 16 oktober 2005, Massemen.
Wij
naar Massemen, Serskamp, Oordegem, Vlierzele en die kanten. Voor een toertocht
op de boerenbuiten. Ik had meer bos verwacht, maar aan die kanten kan het niet
misgaan met het landschap. Een prachtige streek ligt daar, aan de overkant van
’t Scheld. Volk, volk en nog eens volk. Bij de modderfokkers is het heel wat
minder: Luc, Rudy en ikzelf en Luc heeft nog een veertienjarig nieuweling
koereurke meegebracht uit Berlare, den Ian. Gelukkig zijn er ook nog de
zogezegde B-kes – Guy R., Dirk & Frank H, Rudy Washington DC en snellen
Eddy T., vader tewege, die ik hierbij plechtig herdoop tot de A-kes en de
huidige A-ploeg wordt dan de A pluskes. Kwestie van mijn nakende overstap voor
te bereiden, zodat ik toch bij de A-kes blijf rijden. Wie niet mooi is, moet slim
zijn.
Ik denk
dat ze zich dees jaar serieus vergist hebben hierboven: ze hebben augustus en
oktober met mekaar verwisseld, denk ik.Zo komt het dat het er weer poerdroog
bijligt, en zo doen we de in totaal 60 km aan 26 induur, voortdurend vollek
voorbijstekend. Er staat weer geen maat op Rudy. En Ian blijft achteraan
jojo-en, maar met af en toe een klein beetje wachten van ons drieën houdt deze
knaap toch goed vol. Ik zie het Stefaan Rogiers nog niet doen. Een beetje tegen
een bal stampen, dat wel ja, maar presteren op een vélo, gelijk zijn pa, hola!
Trouwens, ik wed dat geeneen van die scholierenkampioentjes meekan op een MTB
met ons ouwe zakken (voilà, de handschoen ligt in de ring, snotneuzen).
Zijn we
daar net vlotjes 35 aan het halen op een licht afzinkende stofwegel, als er
zich in de verte een opstopping aftekent. Is dat hier de Welriekende Dreef
misschien? Het blijken 2 paardenkoetsen en een stuk of 10 mountainbikers te
zijn die daar stille staan. Geen stalleke te zien en het kinneke Jezus nog
minder. Zijn die op mekaar gebotst miskiens? Neen, er blijkt een zwart mormel
van een kalf los te lopen. Moeder koe in de belendende weide staat luid te
loeien, zoals moederkoeien doorgaans plegen te doen. In plaats van daar te
staan lummelen, pakken Rudy en ik de stier bij de horens. Juist, het is maar
een kalfje van een meter hoog, maar toch heet zoiets ‘de stier bij de horens
pakken’. In geen tijd zit het kalf weer bij moeder koe. Het probeert toch wel
weer te onstnappen, zeker, dat klein vortzakske. “Geen wonder,” zegt Rudy: “met
zo een zottin van een ma”. Dat kalf heeft daarna wel een uur in de hoek van de
wei moeten staan, hoor. Luc en Ian, die niet zo boerachtig zijn van afkomst
gelijk Rudy en ik, houden zich wijselijk verre van deze cowboy-toestanden. Mario
Zondag 23 oktober 2005, nieuwe MTB
route Wetteren
Kapitein
Rudy Rogiers, sponsor Rudy Vergeylen, Luc de witte Krick, Patrick de survivor
Roels, Danny Fackerdefack, Jan Willems, van het gelijknamige fonds genoemd naar
zijn nonkel Jan Frans, ondergemodderde, en weeral den Ian. Neen: vandaag geen
vrouwen! Blijkbaar hadden ze goed de e-mail van Jan gelezen waarin hij opriep
dat alle kiekens zouden binnenblijven gezien de dreigende vogelgriep.
Luisterden ze maar altijd zo braaf.
We zijn
nog maar net weg om de nieuwe route te Wetteren, de Boskantroute – pas sinds
gisteren ingehuldigd, te verkennen, als ik al plat rijdt. “Ik ga hier eens iets
nieuws proberen,” zegt Rudy en hij spuit een buske schuim leeg in mijn band.
Klei, denk ik, want daarna gaat het echt niet meer vooruit. “Het loopt hier van
een kleien dakje”, betekent dan ook: ik plak aan de grond, ik draai vierkant,
ik sta geparkeerd, ik geraak niet vooruit. Ik wou bijna zeggen: “Ik rij nog
trager dan Marc R. uit de Krimineelstraat te K”, maar ik wil nu ook niet
overdrijven. In alle geval, zo duurt het bandstoppen maar twee minuten.
Eigenlijk
is die route grotendeels dezelfde tour als verleden week, al zitten er – net
zoals verleden week – weer veel nieuwe wegelkes in. Rudy zegt wel dat we die
allemaal al eens gedaan hebben, maar den dezen dan toch niet, ofwel toch niet
bij bewustzijn, wat niet echt verwonderlijk is. Maar van enige gelijkenis met
het parkoers van verleden week is er toch geen sprake. Waar het verleden week
poerdroog lag, is het parkoers nu herschapen in een modderpoel. Nou, dat is nu
net het leuke van bergfietsen (zou een Hollander zeggen): steeds weer anders en
afwisselend.
Eindelijk,
eindelijk mijn favoriete weer. Hier voelt een varken zich echt in thuis.
Alleen, vandaag is het mijn dagje niet. “Alles is relatief,” zei Einstein, en
misschien zit Einstein er wel voor meer tussen dan dat, want gisteravond ben ik
op de Einstein-avond in Laarne wat te lang blijven hangen. Ook sponsor Rudy en
Ian bevinden zich op een bepaald moment in mijn gezelschap, ver achter de
anderen die in koers geraakt zijn met een of andere wedstrijdrenner die zich
ook op het parkoers bevond. Ze wachten even later wel, maar waren ondertussen
verkeerd gereden. Tja Danny reed nogal veel op kop, zie je. En er was
verwarring met de plakkaatjes van de route van St. Lievenshoutem. Zo komt het
dat we mekaar pas weerzien in de après-sport. Enigste pinten en een halfuurtje
later, ga ik moede naar huis, want ik moet mijn vrienden weer voor een week
missen. En het was juist weer zo plezant. Maar ja, alles heeft een eind,
behalve een worstje. Dat heeft er twee. Mario
Zondag 30 oktober 2005. Boskantroute
Wetteren.
De super-Akes zijn naar Zottegem, de A-kes (u weet wel, de vroegere B-kes die
nu tot A-kes zijn gepromoveerd nu ik meerij, kwestie dat ik niet van categorie
zak) doen de nieuwe route van Wetteren. Aangezien ik verleden week met de
vroeger A-kes (dus voor alle duidelijkheid: nu de super-Akes, of ook wel de
Eekes, zoals Ivan suggereert, van ‘Extremekes’) die route deed en aangezien de
toertocht van Massemen de week daarvoor ook al voor een groot deel over die
route liep, is het nu al mijn derde keer op rij dat ik dezelfde route doe. Het
wordt hoog tijd dat ze eens een nieuwe route maken, zulle.
Wij,
dat zijn, Ivan Rogiers, Rudy Declerck en Dirk Hanselaer. Marc R., de perverte
priapist uit de Krimineelstraat te K., had gisteren gezegd dat hij twijfelde of
hij mee ging doen. “Als hij dat zegt, dan twijfelen wij al lang niet meer”,
zegt Ivan, “dan weten we al zeker dat we hem niet gaan zien. Het is pas als hij
zegt dat hij zeker mee gaat doen, dat wij eraan beginnen twijfelen of hij
misschien eens komt opdagen.”
Dirk H.
rijdt zonder helmpke. ‘Hebben ze het misschien afgepakt toen ge piket moest
staan gisteren’ wil ik weten, doelend op de groote betooging tegen de
eindeloopbaanregeling. “Neen,” zegt Dirk droogweg: “ik heb niet gestaakt.” Ik
val rijzekes van mijn velo! Komt dat tegen, dat is bijna zo goed als
vakbondsvoorzitter van het ACV, maar meestaken, hola, Dirk niet gezien. Ja,
zegt Dirk, ik moest zorgen dat de werklozen tijdig werden uitbetaald, anders
zouden die ook beginnen staken zijn. Zoals u ziet, beste Kraaklezer: sommige
mensen zijn echt onmisbaar in onze samenleving.
Ik ben
niet echt in vorm en Rudy Washington DC volgen is er soms niet bij. Die blijkt
dan ook nogal maniakaal bezig te zijn (elke week zowel zaterdag als zondag) de
laatste tijd en hoort eigenlijk bij de Eekes thuis, als je ’t mij vraagt. Ivan,
die sinds lang nog eens een serieuze rit doet, wegens knieproblemen, heeft het
moeilijkst van al. Ja, het wordt een lange weg terug naar de top, Ivan.
En wie
komen we daar tegen, midden in de bossen van Serskamp? Jean Marie Broeckaert
godbetert. De beter ingelichte verslagschrijver, zoals uw dienaar, beseft
meteen dat JMB de opkuis komt doen van de Halloweenwandeling van de Gezinsbond
gisteravond. Maar hadden we JMB, die nu een proper manneke is, een paar jaar
eerder in deze kontreien tegengekomen, toen nog met zijn ruige rastakapsel, dan
hadden wij in deze donkere tijden eerder gedacht aan een boosaardige bostrol
die giftige paddenstoelen aan het plukken was. Jean-Marie Bostrol.
Allez,
na 53 km aan goeie 23 induur zijn we terug in Kalken. Dus niet echt trager dan
verleden week, met de afvallers van de super Akes, al lag het toen nog ietske
vettiger.
Net als
ik – enkele uren later ... - wil vertrekken uit het Weike, komen de E-kes terug
binnen uit Erwetegem, met nog heel wat schoon volk mee – ik ben toch altijd te
vroeg weg, hé. Ik vang nog even een glimp op van o.a. Nadine, Rita en Els, die
dus zomaar de ophokplicht voor kiekens naast zich neer hebben gelegd! Als er
vogelgriep komt, ge weet vanwaar. Mario
Zondag 27 november 2005. De
super-Akes zijn naar Hulst, en de
A-kes zijn nergens te bekennen. Ik was nog van plan te schrijven: ‘Ik had het
op de radio nog gehoord: alle sportmanisfestaties in Oost-Vlaanderen afgelast
vanwege de sneeuw, behalve het KWB mountainbiken te Kalken.’ Maar blijkbaar was
ik de enige lokale amateursporter met goesting.
Kapitein
Rudy Rogiers had nog gezegd dat hij hier om halfnegen ging staan. Is het omdat
hij zwaar beginnen lezen is, misschien? Is hij zwaar beginnen lezen omdat hij
dit jaar de quiz niet heeft kunnen winnen? Op de boekenbeurs zagen we hem
immers vertrekken met wel 10 boeken. Weliswaar, tien keer hetzelfde, namelijk
het laatste van Goedele Liekens.*
Gelukkig
is er nog Eddy Troch die om 9 uur het marktplein komt opgereden. We vetrekken
naar de Berlaarse bossen en rijden langs sponsor Rudy Vergeylen zijn deur. Die
is erin geslaagd om een heel nieuw fietspad aan zijn voordeur te laten leggen,
kwestie dat het ietske teveel hobbelde als hij met zijn MTB thuiskwam. Daardoor
is het al 2 maand lang moeilijk kruisen aan de Kruisen. Voor sommigen doen ze
toch alles, hé. Ander gevolg is dat Bakker WILLEMS**
en Schoenen VERSCHRAEGEN** bijna
failliet zijn. Maar dat zal Rudy worst wezen, als hij maar zijn fietspad heeft.
Uit goede bron weet ik dat de gevolgen van deze werken zelfs vibreren tot aan
Electro VERHOEVEN**, dus ook bakker VANDENABEELE** en Frituur PATRICK** zullen wel niet kontent zijn.
Laat staan garage VERHEYDEN** en
garage NECRA**. Maar dit volledig
terzijde.
Eddy en
ik weg alleen. Een echte schande dat we maar met twee zijn, want dit is echt
superweer voor modderfokkers: door de sneeuw, die gisteren eerst wat gesmolten
was en dan weer door de nachtvorst is opgesteven, en die in de loop van de
voornoen opnieuw begint te smelten, liggen de wegels echt op hun smerigst en
gevaarlijkst. Harde richels, overal brokken, glattigheid alom. En het landschap
ligt op zijn schoonst. Het weer is koud, maar windstil met af en toe wat zon.
Dit wil je niet missen als mountainbaaiker. Als we tussen metersbrede plassen
laveren, gegarneerd met gebroken stukjes ijsschots, bedenk ik: val daarin en
het is mountainbiker on the rocks. Eén keer is het prijs, juist op een stukje
baan waar je denkt, hier is het toch wel veilig. Mijn elleboog open, maar
vooral erg dat mijn truitje met lange mouwen van onze sponsor gescheurd is aan
de elleboog. Eigenlijk toch niet zo erg, want het was al gescheurd, van de
vorige valpartij, een jaar geleden. Jaja, zolang al. Je had het verkeerde spoor
zegt Eddy, die veel handiger is met die velo. Dat is nu juist het probleem met
mij, Eddy: ik heb al mijn hele leven het verkeerde spoor. Leg eens uit,
machinist zijnde, hoe ik daar van af geraak? Mario
* Dirk
Demulder weet me te vertellen dat Rudy begonnen is met een cursus liplezen.
Vandaar.
**
Beste zelfstandigen, gelieve niet meer op te bieden om te pas en te onpas in
dit verslag vernoemd te worden: vol is vol. Vanaf volgend jaar is er weer
plaats vanaf 25 Euro per vermelding (bodemprijs waarop het bieden zal starten.
Ik weet het, we zijn serieus opgeslaan, maar dat is zo als de vraag het aanbod
overstijgt). Met dank voor uw begrip.
Zondag 4 december 2005,
Hemelrijk, Heiende. We zijn vertrokken in Kalken met een
serieuze groep, waaronder enkele dames: Nadine, Rita en Carla. Van de mannen
van de A-ploeg (de vroegere b-kes) waren aanwezig: Rudy DC, Dirk H. en
ikzelf. En weg waren we met gans de groep, waaronder dan ook nog de A+ kes
waarvan er ook veel aanwezig waren. Nog maar pas vertrokken en we komen Dirk
Pieters al tegen en die kon al direct aanpikken, na een kilometer roept Dirk P
ineens: “Is Ariane er ook bij?” en wij: “Ma nee, nog nie gezien.”, waarop hij
repliceerde: “ja ma alst zo is“, en hop hij keerde terug. Aangekomen op ’t
Heiende, ons laten inschrijven, en daar kwamen dan Eddy De Clercq en nog een
jonge gast bij waarvan ik de naam niet weet, ons ook nog vervoegen en als klap
op de vuurpijl: Dirk Pieters was er ook terug, hij had zijn Ariane gevonden sé.
Dan toch aangezet, het zou al vlug duidelijk worden dat het een lastige rit zou
worden, we werden onderandere getrakteerd op een ronde rond een veld met
plantgoed (jonge bomen) waarvan de aarde nog maar pas was omgewoeld, daarna
hebben we nog een slalom gedaan tussen een partij fruitbomen en dan naar het
einde toe nog een groot stuk over een veld waar mais had gestaan en waarvan de
grond ook eens flink was losgetrokken. Het was er dan ook niet mogelijk om op
de fiets te blijven zitten en dus maar te voet het traject afgelegd. Bij het
bijtanken aan de bevoorrading is Karel Verhoeven ons ons ook nog komen
vervoegen. Zo zijn we uiteindelijk met ons zeven toegekomen. En na nog iets te
nuttigen in de taverne aldaar, namelijk een “stoverijbierken“ zoals Rudy dat zo
mooi zegt, zijn we dan huiswaarts gekeerd waar ons een welverdiend warm bad
stond op te wachten. Eddy Troch
Zondag 11 december 2005. Lokeren. Zie ik
goed als ik naar boven kijk? Jaja, een nieuwe verslaggever! Snellen Eddy
himself. Een die er tenminste iets van kent, deze keer hoop ik, want die vorige
twee apostelen - Marcus en Ivanisovitsj - waren niet veel soeps.
Ariane
& Dirk Pieters, Nadine en Rudy Vergeylen en Rita en Erik Vergastel staan al
aan de kerk. Drie koppels. Straffe madammen toch, die zo ’s morgens vroeg in
vriesweer klaar staan om door de velden te gaan ploeteren met een velo. Ook nog
een broederpaar, Patrick & Willem Roels. Rudy Rogiers en Dirk Hanselaer
staan er zonder hun broeries Ivan en Frank. En in Lokeren komen we nog twee
straffe madammen tegen: Simone uit het Hussevelde en in het knalgeel met
Marleen uit de Zomerstraat en in het knalgeel. Onze jongste, Ian, blijft ook
trouw meerijden. Ik mis wel Ivan en daarom luidt ons kerstlied dit jaar: ‘Ivan,
kommt bald wieder, Du lieber Freund!”. Toch spijtig dat Ivan zich zodanig
geforceerd heeft dat hij met de knie beginnen sukkelen is. Op zich zou dat niet
zo erg geweest zijn, maar met zijn prostaatproblemen erbij, en daarbovenop zijn
impotentie en zijn incontentie, was het echt niet meer te doen voor Ivan. En
toch blijven we hopen.
Karel,
die me gisteren nog gebeld had om te komen, zodat ik dus vanmorgen tegen mijn
goesting toch uit mijn bed gekropen was, juist omdat ik Karel beloofd had mee
te rijden, stuurt toch wel zijn kat zeker. Had hij nog Nele gestuurd, maar nee.
Mochten wij dat beestje terug gaan afzetten in het Hussevelde. En maar miauwen.
Kapitein Rudy heeft er een zwaar weekend opzitten en dompelde zich onder in de
Strong Red op de Ierse avond van HO Kalken en in de dreupels in de KWB-stand op
de kerstmarkt gisteravond, maar er is niets van te merken. Ook de witte Krick
en de Roelse Guy gaan mee naar Lokeren. Het is zodanig koud dat ik nog overwoog
om mijn kalassong* onder mijn koersbroek aan te trekken. Volgens mijn vrouwke
sta ik daar zelfs heel sexy mee, zeker als ik mijn buik intrek en mijn borstkas
opblaas en vooral als ik het licht uit doe.
Het is
koud en slechts hier en daar glad, wat juist het gevaarlijkste is, want er
staan natuurlijk geen plakkaatjes met ‘Effe oppassen, jongens en meisjes, want
hier is het wel glad.’ En ja hoor, we zijn nog maar net weg op het parkoers of
pardaf. Aan de klap en het geschreeuw te horen, is het serieus. Erik ligt
languit dwars over de wegel te kajieten. Heeft er dan nog één van ons, die
achterkwam, met zijn velo op Erik zijn koppeke gereden, en zijn helm is rats
gescheurd. Als Erik uiteindelijk rechtstaat, krijgt hij walgneigingen. Wij
vinden dat niets speciaals, want dat komt veel voor de zondagmorgen aan de
kerk, alhoewel dat toch fel verminderd is sinds Marc niet meer meerijdt. Maar
volgens Willem en Dirk P. wijst dat op een hersenschudding. Niemand zit daar
echt mee in, want echt zwaar kan dat bij Erik niet zijn. Zijn vrouwke Rita die
enkele minuten later passeert – ge moet toch maar sjans hebben, hé – vraagt, om
te testen of Erik een schudding heeft: ‘En hoe noem ik, Erikske?’. Waarop Erik
bloedserieus en kwaad antwoordt: ‘Ja, het is nog niet erg genoeg dat ge er nog
mee moet lachen ook, Brigitte”. Het duurt wel een kwartier voor Erik en zijn
fiets weer opgelapt zijn. Met die fiets komt het in alle geval nog wel goed.
Daarna zijn we helemaal afgekoeld en de boel raakt nog versnipperd ook.
Tenslotte belist Erik om de 30 (in plaats van de 45 km) te doen en sponsor Rudy
rijdt met hem mee, ter ondersteuning voor als Erik nog meer malheuren moest
uithalen.
Dirk
Hanselaer weigert weeral om mee te rijden met de A-pluskes omdat hij zogezegd
niet meekan. Als we samen toekomen (ja dus) aan de sporthal in Lokeren, is het
gemiddelde van de A-pluskes 24.7 en dat van Dirk H. 24.6. Op zijn gemakske.
Moet ik er nog een tekeninkske bij maken? Maar neen, hé, niet willen. Hoe
kleiner, hoe koppiger, kijk maar naar Napoleon en Mittérand.
We
hebben weer gereden gelijk de beesten en achteraf ben ik natuurlijk blij dat ik
geweest ben. Mario
*
Kallasong: lange onderbroek. O ja, voor de liefhebbers: toevallig zijn de
electrisch verwarmde kalassongs in de aanbieding bij Electro Verhoeven.
Batterijtjes niet inbegrepen!
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 8 januari 2006. Destelbergen. We
beginnen het jaar 2006 met het verslag van een uitzonderlijke gebeurtenis eind
2005, een gebeurtenis waar wielerminnend Vlaanderen nog jaren zal over spreken:
Marc Roelandt, uit de
Krimineelstraat te K., wint (samen met Tom Troch) de koers op rollen ingericht
door de HO Kalken Vrienden Supportersclub in zaal the Royal Harmony te Kalken,
op 28 december 2005!!! Daar staan wij nu toch wel echt pfaff van, zie. Pas op,
Marc wint niet zomaar tegen een bende krabbers, maar tegen gerenommeerde,
drooggetrainde koereurs zoals Koen De Bosschere, Steven De Landtsheer en Tim
Roels. Nu zijn niet langer alleen de vrouwtjes fel van Marc, maar ook wij
modderfokkers herinneren graag aan betere tijden toen Marc nog samen met ons
reed, toen we nog allemaal samen reden en genoeg vielen en platte banden hadden
en op tijd eens stopten om een banaan binnen te slaan, zodat er tijd was voor
een scheve hier en een nog schevere daar. We waren toen ook buiten asem en
buiten westen, maar er werd toch ietske meer gelachen (al hoort ge ons nu niet
klagen over gebrek aan humor heden ten dage in modderfokkerkringen). “Ge moet
maar eens foelen aan mijn billen”, zegt Marc. Ik doe dat dan nog wel ook zeker,
en dan nog met al dat volk erbij op de sportavond. Ik dacht nochtans dat ik
toen nog nuchter was. Maar amai, zo een billen. Daar kan ik een punt aan
zuigen. Zeg, ik ben dat niet echt van plan, hé, simpelaars, dat is het verste
van mijn gedachten. Er zou trouwens geen beginnen aan zijn. Neen, dat is een
zegswijze waarmee ik wil zeggen dat mijn billen belange niet zo dik zijn als
die van Marc, da’s al. Een ander lichaamsaanhangsel daarentegen, daar kan Marc
dan weer een punt... Zeg, bij wijze van spreken hé, simpelaars!
De
eerste rit van ’t jaar grijpt plaats te Destelbergen. Drie koppels aan de
start: Els en Danny, Rita en Erik, en Nadine en Rudy. Ook nog de witte Krick,
Janneke Willems (da’s lang geleden) en ik. En dan blijkt halfweg de rit dat er
nog 2 mensen met ons meerijden, ene Wim en ene jonge gast. Het is eraan te zien
dat ik 2 maand zo goed als niet gereden heb, want alhoewel we de kleine 60 km
toch aan 24.3 induur doen, had het voor Danny, Jan en Luc zeker rapper gemogen,
maar ze moesten teveel wachten op mij en Wim, die voor zijn eerste keer wel
fantastisch goed reed. We worden nog ingehaald door een peet van 62, maar geen
gewone, want in zijn jonge tijd liep hij de 5000 meter in 14 minuten. Danny
kent die peet trouwens. Dat is niet verwonderlijk want Danny kent volgens mij
de helft van de wereldbevolking. Die peet is een vriend van Albert, ge weet wel
die mens die - als we weer eens verdwaald zijn in een of ander bos, bvb. aan de
Ourthe - door Danny wordt opgebeld om te vragen langswaar we moeten rijden. “Ziet
ge voor u die boom met een afgekraakte tak, derde links vanonderen?” vraagt
Albert dan, vanuit zijn duivenkot bij hem thuis. “Awel, 17 bomen verder zult ge
een tweesprong zien en die moet ge naar links pakken. Dan komt ge, na twee
klimmetjes en een kapelletje op uw rechtse kant (van de heilige Rochus) weer op
het parkoers.” Dankewel Albert, zeggen wij dan en vragen ons af waarom ze al
die moeite doen met die GPS-toestanden, als ge gewoon Albert op zijn duivenkot
kunt bellen.
Rudy
Rogiers, die gisteren met een zeer keleke op de kerstboomverbranding nog van
plan was te komen, hebben we niet gezien. Trouwens, ik moet hier nog iets
verduidelijken. We hebben het hier niet over Rudy Maurits Rogiers, maar wel
over diens kozijn, Rudy Oscar Rogiers, in een vorig leven beroepsrenner en ook
– geheel op het einde van dat vorig leven even kort diepzeeduiker en
zwembadbodemkuiser. De schoolgaande jeugd had er indertijd niets beters op
gevonden om de twee kozijns uit mekaar te houden door ze bij hun tweede naam,
die van hun peetje, te noemen, maar Rudy Oscar kon daar niet mee lachen. Het
schijnt trouwens dat er in die tijd niet teveel was waar Rudy Oscar mee kon
lachen. Marc Roelandt, uit de Krimineelstraat te K., wiens grootste prestatie
in zijn leven totnogtoe het winnen van een koers op rollen is, had op een dag
een keer teveel van ‘Oscar’ gestoken zodat Rudy Oscar hem bij zijn nekvel pakte
en hem met zijn wezen tegen de muur kwakte. In die tijd mocht ge nog vechten op
de speelkoer, maar het moest wel rijmen. Wie dicht genoeg bij Marc komt – dit
geheel en al op eigen risico – kan nog het litteken boven zijn linkeroog
waarnemen. Dat is trouwens het enige bewijs dat Marc naar school is geweest. En
ook het enige resultaat.
Ik vind
“Rudy Oscar” eigenlijk wel iets hebben. Karel Verhoeven bijvoorbeeld, die heeft
een broer en die noemt “Geert Electro”, dat is toch al heel wat minder, niet?
Ik hoor het Marleen al roepen als Rudy weer eens op het kleinste kamertje zit:
‘Rudy Oscaa-aar, waar zit je daar?” of nog “Rudy Oscaa-aar, wat doe je daar?”
ofwel “Weeral Rudy Oscar? ’t Is toch nie waar. En weer met de gazet, miljaar!”.
Mario Gilbert Karel Cornelius (die
laatste was een heilige tegen de stuipen, en ja hoor, het heeft geholpen!)
PS.
Voor de rest zult ge hier geen verslagskes vinden, want nu vertrekken ze al om
8 uur aan de kerk.
Zondag 9 april 2006. Ik sta
– zoals bijna altijd – als eerste aan het standbeeld van ons Heer op het
kerkeplein, want ik ben een stipte West-Vlaming en raak niet gewend aan het
Kalkens uur, zoals het systematisch te laat komen van de Kalkenaren door de
Kalkenaren zelf wordt genoemd. De hele winter is een kwakkelseizoen geweest op
sportief vlak, voornamelijk door familiale omstandigheden en eens je een paar
weken moet afhaken is het moeilijk om nog weer op niveau mee te draaien en dan
wordt het nog moeilijker om jezelf te motiveren, zodat je nog meer achterop
raakt, zodat het nog moeilijker .... Vandaar dat er ook op verslaggebied weinig
te beleven viel, aangezien de enig andere overgebleven verslaggever, den Ivan,
het ook de hele winter voor bekeken hield. Maar hij heeft beloofd dat als het
boven de 25°C is, als het niet waait, als we niet te rap rijden, als zijn
elleboog niet jeukt, als de poolkappen terug beginnen aangroeien, als zijn
tante wieltjes krijgt (dan wordt ze een bus. Als ze iets anders krijgt, dan
wordt ze zijn nonkel), en als er ook nog iemand zijn banden wil oppompen, hij
zeker! terug mee gaat doen.
Sinds
begin februari is het koud en nu half april is het nog maar een klein beetje
beter. Maar allez, naast de koude wind is ook de zon van de partij. En er staat
dus heel wat volk. Er staat ook een Michelinmannetje tussen, die zodanig staat
te zwanzen dat de zever uit zijn mondhoeken loopt, terwijl er langs alle kanten
bananen uit zijn truitje steken. Ik heb die mens vroeger nog ergens gezien,
peins ik, maar vraag me niet van waar.
De
mannen vertrekken allen samen, maar als we afslaan in de Portugiezenstraat om
Rudy R. op te pikken, rijden Frank Hanselaer, Geert Bracke, Marc Michelin
Roelandt, Wim Verschraegen, Rudy Declerck en Eddy Troch rechtendoor en doen een
rit van 50 km naar Eksaarde, meestal op de weg. Ja, we moeten Rudy R. uit zijn
nest gaan halen, want gisteren was er de trouw van de dochter van HO Kalken
bestuurslid Jean-Pierre Cours met sterspeler van HO Kalken Koen Vermeulen. Een
heus media-event dus, ietske voor de Rode Loper. De meeste BKs (Bekende
Kalkenaren) waren daar, dus mochten Rudy en Marleen niet ontbreken.
Ik ga
nog op de deur van den Karel, die ook in de Portugiezen woont, bonken, maar
geen beweging. Tja, zo zit ik meteen opgescheept met 4 straffe super-A’kes:
Rudy R., maar slechts 2 uur geslapen, Luc Krick, maar het KWB-voetbal van
gisteren zit nog in zijn benen, Rudy Vergeylen, drooggetraind, maar de lange
wegrit van gisteren zit nog in de benen en Patrick Roels, survival-specialist
en kampioen, die vindt dat hij nog niet echt scherp staat. Wij naar de
Berlaarse bossen. Wie komen we daar tegen in het gewegelte van het Heyende: de
vrouwkes Nadine, Rita, Kristien en Gerda. Ook de dames splitsen later op, want
de door- en doorgetrainde meiskes Nadine en Rita zijn geen maat voor Gerda en
Kristien, die het deze winter bij spinnen (= indoor fietsen op vaste fiets)
hielden.
Sponsor
Rudy V. geraakt in een greppel, lost 1 hand van het stuur en geraakt, alsof hij
rodeo aan het rijden is – olé – met 1 hand hoog in de lucht in de zijkant.
Gelukkig zonder erg. Eer Rudy V. valt, moet er veel gebeuren. Van vallen
gesproken: we passeren in Zele het Tuimelaarskappelleke, dat volgens Rudy R.
speciaal is opgericht voor Danny Fack en Erik Van Gasse. Voor mij ook een
beetje toch, want als ik al de blessures samentel die ik overhoud aan 6 jaar
MTB, dan is er niet veel meer aan mijn lijf dat nog echt helemaal op zijn
plaats zit. Vannacht nog wakkergeschoten van de pijn in mijn schouder die ik
overhoud aan een valpartij van net twee jaar geleden. We steken een bougieke
aan voor die mannen.
En wie
kruisen we in de Meersen? Karel, die meerijdt met de F-ploeg: de F van Familie.
Gelukkig reed vrouwke Nele niet te snel en was zoon Arne mee zodat die af en
toe vader Karel kon duwen. Ik zie nog met moeite uit mijn ogen van de
inspanning, terwijl mijnheer Verhoeven op het gemakje met vrouw en kind
rondkuiert. Dat mag, maar toch niet op zondagmorgen: die is er om je af te
peigeren, Karel!
Ik was
wreed straf kontent van mijn eigen dat ik toch nog goed meekon met die vier.
Dat mag ook wel eens, kontent zijn van uw eigen, zeker na die lange vuile koude
donkere winter. Laat ons hopen dat we weer vertrokken zijn. En voor Ivan, Marc
en Karel hoop ik hetzelfde. Mario
Vaneechoutte
Zondag 16 april 2006.
Kalken. Gestart met een bewolkte hemel en nog wat gedruppel, maar
gelukkig werd het wat later droog. We waren met z’n zessen om de rit aan te
vangen, nl. Rudy Vergeylen, Rudy De Clerck, Dirk Hanselaer, Marc Roelandt, Wim
Verscshraegen en ikzelf. Mijn fiets was bij Rudy binnen geweest om nieuwe
versnellingen (nu ne keer van die soort die vooruitgaan) te plaatsen. Ik had al
schrik om m’n fiets niet op tijd terug te hebben, zaterdagavond nog niets van
Rudy gehoord, maar allé god zij dank, zondagmorgen kwam dan toch het
verlossende telefoontje.
Ja Rudy had de zaterdag de koers op Hussevelde moeten leiden, en
het was al wat laat geworden door al het nagekoers, en dan met een troebel
hoofd naar huis, dus zeker geen moment meer om nog aan te herstellen fietsen te
denken. Dus ik ben zondagmorgen nog vlug mijn fiets gaan halen en dan met heel
veel verwachtingen op de fiets gesprongen, maar helaas, ik was nog maar net van
den hof of krak, mijn ketting door. Veel gemiljaar, maar allé ik heb het nog
rap kunnen herstellen. Ik had nog vlug naar Rudy DC gebeld om een beetje te
wachten. “Moeten we langs daar over komen?“, vroeg Rudy, “alléz als ik mijn
vestje hier toekrijg” voegde hij ernog aan toe. Ik ben dan als de bliksem naar
’t dorp gereden.
“Langs waar gaan we rijden“, vroeg Rudy DC. Hij had al voorgesteld
om eens de blauwe en rode route in Kalken te doen , maar zijn vraag was met
veel gemor beantwoord. Dan stelde hij maar voor de Leebeekroute te doen (langs
het domein Puyenbroeck). IUk had vlug in de gaten dat het een snelle rit zou
worden en jawel, met de twee Rudy’s op kop ging het vooruit. Het was dan ook
uitsluitend op de baan te fietsen. Eigenlijk voor de b-kes reden we te snel, er
was niemand die iets zei onderweg, maar er waren er wel bij die het dachten.
Onderweg, ergens in Wachtebeke heeft er zich nog iemand bij ons gevoegd, die
gans de tijd in ons wiel heeft gehangen. Rudy DC liet zich van de kop toch
eventjes afzakken tot vanachter en ging efkes naast deze gast rijden en vroeg
hem “als het te traag gaat, ge moet u nie inhouden, hé!“ maar die gast
antwoordde puffend: “Neenee, ik ben al blij dat ik mee kan. Jullie rijden nog
sneller in het veld als op de baan jong“, zuchte hij, want we hadden juist een
verhard stuk aardeweg met veel putten gevuld met water achter de rug.
Naar het einde van de rit kwamen we uit het Holeinde op de
Dendermondse steenweg, we zijn schuin overgestoken om via de Belinde kapel naar
den Après Sport te rijden, maar Marc heeft ons juist daar verlaten en heeft de
steenweg gevolgd. Spijtig, normaal samen uit, samen thuis. Alléz, we hadden
toch een 56 km achter de rug , niet slecht voor ons b-kes. Eddy Troch.
Paasmaandag 17 april 2006. Zele
toertocht. In totaal 75 km, heel veel wegel, heel veel wind en heel veel
modder. In de Uitbergse bossen rijden we gewoon door putten vol modderpap. Toch
een ongelooflijk zware sport, zeg, dat mountainbiken. Rudy V., Luc, Danny,
Patrick, Bjorn, Erik en Mario.
Zondag 23 april 2006.
Overslag. Rudy R. had via mail laten weten dat we om 8.30 verzamelden voor een
‘lokale’ rit. Dat bleek naar Wachtebeke te zijn, wat ik al niet meer lokaal
vind, maar kom. Ik ben nogal in vorm en verschiet wat kruit, want Wachtebeke is
nu ook niet zo ver. In Wachtebeke, na 25 km, wijken we plots af van de baan die
ik verwacht. Blijkt dat we naar Overslag tegen de Hollandse grens rijden! Ik
wist weer van niets. In totaal zullen dat 77 km worden aan meer dan 26 per uur.
Alleen Dirk Vandevyver heeft het lastig, de rest vlamt hevig hobbelend over de
eindeloze wegels door de uitgestrekte velden, polders en vooral bossen.
Prachtig, prachtig, zoals het weer. Een prestatie neergezet door Rudy, Rudy,
Danny, Dirk, Bjorn, Luc, Erik en ikzelf. Rudy R.s hersencellen deden voor de
derde week op rij pijn. Nu was het weer doordat de scholieren net kampioen
zijn. Wat is het leven van een vader van een zoon van een kampioenenploeg toch
hard. Andere KWB-vaders, Marc, Eddy, Pat bvb., kunnen daarover meespreken. Wat
tegenvalt is dat ik toegezegd heb om ’s namiddags mee te wandelen in de
Meersen. Mijn beentjes en mijn lijf denken: ZETEL!, maar ik bevind me wel te
voet in de Meersen. Daar wandelen ook de weledele co-voorzitters van onze
vereniging Guido en André en hun edelwelle echtgenotes. Als we stoppen aan de
Aard, blijken nog meer KWB-leden op pad: Pad, euh, Pat en Hans, ook met hun
weledele wederhelften. En zo word ik gered: na een paar deugddoende tripels,
voert Pat me naar huis. Het laatste stuk van de wandeling was toch maar langs
de Vaart. Pat overrijdt nog bijna Guido, die wel nog meewandelt, maar die liep
ook ferm in de weg, zulle. Leve de KWB! Mario
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 30 april 2006. Waasmunster. Guur
decemberweer. 2 cm sneeuw in de Ardennen. Mijn vingers vervroren. Rudy V. zijn
thermometertje duidt 4°C aan. Nee, het is niet zo dat Rudy deze morgen koorts
had en vergeten was de thermometer uit zijn achterste te halen (die hij er
verkeerd had ingestoken, anders was de temperatuur 37°C), maar Rudy heeft
altijd de nieuwste speelgoedjes mee op zijn vélo. Nu zit er in zijn
kilometriekske, naast een groenten en fruitweegschaal ook een thermometer.
Daarnaast ook nog een fax. We vertrekken om halfnegen met zeven super-A’kes:
Luc de witte Krick, Bjorn oversok Vergauwen, Rudy sponsor Vergeylen, Erik geef
gazze Van Gasse (ik ga proberen die mens zijn naam eens juist te schrijven, nu
hij daar eindelijk ook zelf in slaagt), Patrick Rambo Roels, Hans Schelfaut, en
ikzelf (of hoe denkt ge anders dat het komt dat er hier tekst staat!?). De
mannen met de duurste vélo’s, Rudy en Erik, hebben het meest miserie met hun
materiaal, en Erik daarenboven nog met zichzelf. Platte band, slappe ketting,
drinkbuske, er is altijd van alles wat. Dan weer moeten we stoppen omdat Rudy
nieuw papier in zijn fax moet steken. We komen heel veel lopers en loopsters
tegen. Die laatste zijn dus loops, maar ja, het is de tijd van het jaar, al zou
je het aan de temperatuur niet zeggen. Volgens Rudy is het zo erg dat ze bij
Erik elk jaar anti-gel in de schedel moeten inbrengen, tegen het vervriezen van
de inhoud. Buiten de oponthouden door Rudy en Erik, malen we verder vlotjes de
58 km af aan 25.7 induur. Kwestie van tegen kwart na elf op café te zitten. In
de Après Sport zitten reeds de A-kes Geert Bracke, Dirk en Frank Hanselaer,
Eddy Troch en Wim Verschraegen. In het aangenaam gezelschap van Rita,
Christelle en Carla (ja, op café zijn de vrouwen altijd veel aangenamer en
gezelliger dan thuis, ge mispakt u daar lelijk aan). Schoon leven, die mannen,
ze moeten maar om 9 uur vertrekken, ze moeten zo ver en zo zot niet rijden en
dan zitten ze nog het eerst bij de vrouwkes ook. Ge moet niet schoon zijn om
slim te zijn, zegt het spreekwoord immers. Wie ze ook nog binnensmijten: Ivan
Duvel Rogiers. Kwestie van zijn Après Sport capaciteiten te oefenen in
afwachting dat er ook nog sport zal bij zijn. En dan nog een broer van hem: den
Rudy. Met zo een beetje gelige oogjes. Gisteravond immers uitbundig gevierd dat
de scholieren van HO Kalken weeral kampioen zijn. En Rudy heeft teveel van die
gele limonade gedronken en dat ziet ge dan aan uw ogen, hé. Ik hou het
voorlopig bij Tripel, het is mij gelijk van welke paters. Mario
Zondag 7 mei 2006. St. Lievens Houtem
(SLH).
Staan om halfnegen aan de kerk : Bart Van Hecke, momenteel Belgische
tweede beste belofte MTB, Geoffrey Maes, tweevoudig wereldkampioen masters MTB,
Rudy Rogiers, ex-veelvoudig wereldkampioen MTB, tenminste veel kans dat hij dat
zou geweest zijn als er toendertijd al gemountainbiked werd, Patrick Rambo
Roels, veelvoudig Belgisch kampioen survival run, Danny Fack, all round
triatleet, Luc Krick, super KWB sporter, Rudy Vergeylen en Erik Van Gasse,
supergetrainde fietsfanaten. Wie staat daar nog? Mario Vaneechoutte. Wie zegt
ge? Euh ja, ik heb van die mens nog gehoord, maar ik snap ook niet goed wat die
daarbij staat te doen. Dat is zo een plaatselijke mens die ook een fietske
heeft. Maar wat staat die mens daar toch te doen? Sla me dood, ik weet het echt
niet. Maar daar zijn toch kosten aan aan die mens? Ja, het is al jaren geweten
dat daar meer dan 1 vijs los aan zit, maar het zijn juist die mensen die ge dat
het moeilijkst kunt wijsmaken, hé. En straks, na deze rit, gaan er alleszins
kosten aan zijn.
Na het
optrekken van de mist wordt mooi weer beloofd, en als het begint te druppelen
denken we eerst nog dat de mist begint uit te vallen, maar het is het begin van
een miezerige regenochtend waarbij de nattigheid niet aflaat. Gelukkig niet
koud en eigenlijk wel mijn weertje, ware het niet dat er een lange wegrit te
wachten staat, van en naar St. Lievenshoutem (2 x 19 km) alwaar we al om kwart
na 9 aankomen, zeikenat. Op de weg demonstreert eerst Geoffrey, maar rond
Bavegem is zijn goesting om kop te trekken plots op en neemt Bartje over. Die
ging er een rustig ritje van maken. Vandaar dat het tempo meteen met 2 km meer
opgetrokken wordt tot 34 induur – lichte tegenwind en licht klimmend en Bart
houdt dat gewoon vol tot in SLH. Ik heb al minstens drie duwen van Rudy R.
nodig. Daar zijn net ook de super-Akes onder de vrouwkes gearriveerd (met de
auto): Nadine, Rita en Carla. We doen er de rit van 35 km. Erik, met
kettingproblemen, rijdt mee met de vrouwen. Dat is niet zo erg, een nieuwe
ketting en volgende week is dat opgelost. De zware psychische problemen van
Erik echter, daar zal een nieuwe ketting, zelfs een heel nieuwe fiets niet aan
verhelpen, tenminste als we zijn maat Rudy mogen geloven.
Prachtrit
in SLH, vettig soms, het regentje in het veld doet deugd. Op de weg echter
piekt die opspattende regen in de ogen. En dat heb ik geweten als we weer naar
huis toe rijden. Bartje neemt meteen de kop, we gaan niet onder de 35 tussen
SLH en Wetteren. Ik ben door- en doorweekt. En nu heb ik wel 20 duwen nodig.
Eens
Wetteren voorbij, rijden Bart en Geoffrey van me weg. Rudy V. en Luc K. volgen.
Rudy R. echter blijft me duwen. Danny zet ons uit de wind. Vooruit Danny, roept
Rudy, rijdt dat gat toe. Maar het gat wordt groter. Rudy kan het niet meer
aanzien en vertrekt ten langen leste toch, maar de vogels zijn gaan vliegen.
Danny en ik blijven achter. “Rijdt dat gat toe, rijdt dat gat toe”, fulmineert
Danny. Die gasten trainen hele dagen, het enige dat ze doen is op die velo
zitten (Danny zwemt, loopt en vecht ook nog), zij zijn de wereldtop en jong, ik
ben 45. Rijdt dat gat toe, roepen ze dan. Ze zijn niet goed zeker, rijdt dat
gat toe. En daarenboven, de ene weegt 40 kg en de andere met moeite 45 en ik
weeg 90 kg spieren en botten, droog aan de haak, zegt Danny. En dan heb ik er
nog mijn 30 gram hersenen en mijn 2 kg nog niet uitgeworpen uitwerpselen
bijgerekend, zegt Danny. Alhoewel, ik twijfel nu of hij die laatste zin ook
gezegd heeft, maar dat komt misschien omdat ik doorweekt en groggy was. Nee
maar, Danny, is serieus over zijn toeren. Slaat ook hier de midlife crisis
onverbiddelijk toe? Heeft de penopauze haar intrede gedaan? Kom en lees
volgende week in uw lievelingsblad de Kraak: Danny en de penopauze. Come and see next week: Danny and the penopauze. Mario.
PS. Had
ik al gezegd dat ik zeikenat en uitgeteld was!?
Zaterdag 11 juni 2006. Regio-Tour. St.
Lievenshoutem, Erpe-Mere, Ninove, Geraardsbergen, Lierde, Zottegem en die
kanten.
Danny
was al om 6 uur vertrokken, want die moest om 9 uren weer thuis zijn om
patatten te schellen, de was op te hangen en het gras af te rijden. Trouwens,
als het later wordt dan 10 uur ’s morgens krijgt Danny last van de penopauze.
De A-kes – o.a. Geert Bracke, Eddy Troch en Dirk en/of Frank Hanselaer - waren
om 7 uur vertrokken (wij jaloers) en de super-Akes stonden om 8 uur aan de
kerk. Behalve Rudy Rogiers natuurlijk, die kwam wat later, maar die is van ’t
Husseveld en daar moet ge nog een kwartier boven op het Kalkens uur rekenen
(dat zelf al een kwartier achterloopt bij de rest van de wereld). Allez, goed
negen uur waren wij toch al ingeschreven en op weg voor 70 km (de 4 dames
Nadine, Rita, Carla en Ariane), 100 km (de meeste van de mannemensen: Luc
Krick, Erik Van Gasse, Bjorn Vergauwen, Wim Poelman en ondergetekende) of 130
km (Rudy R. en Rudy Vergeylen). Dirk Pieters bleef bij zijn vrouwke en koos –
ook wegens ongetraindheid – voor de 70.
De
Vlaamse Ardennen per mountainbike: het blijft toch een van de schoonste
belevenissen die een mens kan meemaken. Toch tenminste de eerste 15 km, als ge
zo nog wat klaar uit uw ogen ziet. Zelfs die eerste kilometers was het voor mij
al harken, zoals de Hollanders zeggen, en op een MTB is dat zeker niet
gemakkelijk, evenmin als spitten of uw ajuinen wieden of uw patatten aanaarden.
Ge moet het maar eens proberen als ge het niet gelooft. Vandaar dat ik na de
eerste bevoorrading besluit om al ietske vroeger weer te vertrekken. Ik dacht
dat de anderen een paar seconden later ook wel zouden volgen. Blijkbaar
scheelde het toch wel een paar minuten vooraleer de rest vertrok, want het
duurde bijna tot aan de volgende bevoorrading eer ze me te pakken hadden. En wees
gerust dat ze hard reden, want zo zijn ze dan hé: er is er één voor dus
beginnen ze nog harder te vlammen om die zo rap mogelijk in te halen. In plaats
van het gewone tempo aan te houden, want dan haal je die voorop rijdende
sukkelaar toch nog wel in, zulle. Wie wordt van dat gekoers het slachtoffer:
Erik. Die was na mij, de tweede sukkel in de rij. Erik is terecht kwaad, maar
wel op de verkeerde. Ik deed voor goed, zodat ik de bende niet tot last zou
zijn. En als die bende daarop reageert door nog woester tekeer te gaan, dan
moet je op de bende kwaad zijn, niet op mij. Maar het is zoals in het leven:
het is makkelijker een eenzame sukkelaar de schuld te geven dan een bende
woestelingen. Zwijg, nog een jaar of 10, en die hormonen gaan wel uitgewerkt
zijn bij de meesten. Gelukkig is Erik zelf een koleirigaard waarbij het rap
koelt. We staan maar een paar minuutjes op mekaar te meppen, waarna we alweer
beste vriendjes zijn. Erik ziet er daarna wel niet meer uit, maar dat was
voordien toch ook al niet echt de moeite. Aan de splitsing van de 70 besluit
hij af te slaan. Dat betekent wel dat hij 2 uur langer pinten kan pakken dan
wij die verder in het stof bijten.
Wijl ik
voorop reed, komt plots Wim Verschraegen naast mij gereden. “Vanwaar komt gij
uit?”, vraag ik hem, want ondanks alles, maak ik toch serieus tempo en tot dan
toe was niemand me voorbijgestoken. “Ge hebt ons juist voorbijgestoken”, zegt
Wim. Als de anderen ons weer bijhalen, besluiten Wim en zijn kompagnon onze
bende te vervoegen. Aangezien ik Wim al eens voorbijstak, denk ik niet meer de
zwakste van de bend te zullen zijn, maar nee hoor, ik blijf achteraan bengelen
en Wim en compagnon rijden vlotjes mee.
Mijn
regio-tour wordt wel verpest door technische problemen aan de kledij. Misschien
heb ik een verkeerde onderbroek aan, maar na 15 km ligt mijn perineum open (ja,
zoek dat zelf maar eens op, want dat is hier een proper boekske en we gaan
proberen dat zo te houden). “Rijdt gij met een onderbroek aan!!??” vraagt
kapitein Rudy ongelovig. “Wel ja, want ik kan die spons niet verdragen tegen
mijn bloot perineum”, zeg ik. Rudy schudt het hoofd, die West-Vlamingen zijn
allemaal even zot, ziet ge hem denken. En ik denk: “Die rijden zonder
onderbroeke rond!” Ik zou hier een zinnetje kunnen maken dat mooi rijmt op het
vorige en dat duidelijk maakt waarom ik dat niet hygiënisch vind, maar ik ga
dat niet doen, want nogmaals, dat is hier een proper boekske (tenzij Marc en
Ivan verslagskes schrijven natuurlijk). Maar lees het volgende zinnetje tien
maal luidop, snel na mekaar en ge zult rap verstaan waar ik naar toe wil: “Die
mannen rijden zonder onderbroeke in Diest rond.”
Een
tweede technisch probleem zijn mijn schoenen. Ik heb die zes jaar geleden te
klein gekocht, en sindsdien nog geen tijd gehad om nieuwe te kopen. En als ik
tijd had, hadden we geen geld, want mijn vrouw had iedere keer juist nieuwe
schoenen gekocht. Door de hitte zwellen mijn voeten, en doordat ik nog dikke
sokken aan heb ook, begint dat serieus te spannen en te nijpen en de leute is
er nu wel helemaal af. Tegen de muur van Geraardsbergen schiet de pijn plots
door mijn tenen. Ik denk dat mijn vel gesprongen is en het voelt alsof mijn
schoenen vol bloed staan. Ik besluit te stoppen en mijn sokken uit te doen. ‘En
kijk zo niet gasten! Nog nooit een mountainbiker op blote voeten in het gras
gezien misschien, nee? Kijkt beter waar ge rijdt, straks valt ge nog op jullie
verdoemenis.’. Ja, ik heb natuurlijk nogal bekijks bij al degenen die passeren.
Het helpt even, zo zonder sokken, maar het blijft de laatste 45 km afzien. Dit
was de laatste keer dat ik met die schoenen en met die onderbroek gereden heb!
In
Zottegem ga ik in de sporthal op zoek naar water om mijn voeten te koelen. Ik
vind er niet beter op dan ze in een lavabo te steken (let wel: eerst de ene 5
minuten en dan de andere 5 minuten. Ik ga daar niet boven in die lavabo gaan
staan, hé, dat ziet ge van hier!). De anderen zijn allang weg als ik wil
vertrekken, maar zie, nog een bekende uit Kalken: Peter Baeten, die met
afgebroken derailleur – gelukkig gebeurd net toen hij de bevoorradingspost wou
verlaten - zijn 130 km na 100 km moet staken. Hij wordt naar Erpe Mere gevoerd,
waar hij gestart was. Mij rest nog de laatste 10 km naar St. Lievens Houtem. En
daar zijn er nog bekenden: Simone en An van de Calckine mountainbikers, met 2
compagnons.
Gelukkig
hebben we nog een lange achterafbespreking, eer de 130 km rijders eraan komen.
Luc Krick heeft ze ook gedaan, al was hij de hele tijd bezig dat het zeker te
zwaar zou zijn. Blijkt dat beide Rudy’s in de kramp zijn gegaan en Luc nog de
fitste was.
Tijdens
de lange après-sport, eet Carla een half gesmolten chocolade-koekske op. “Riekt
eens”, zegt ze en houdt het koekske onder mijn neus. Ik doe dat toch wel zeker
en dan duwt ze het koekske helemaal tegen mijn neus (pas op: daarna heeft ze
dat koekske nog opgegeten ook, hé! Hebt ge al eens mijn neus gezien? Bwaakes.).
Mijn neus vol gesmolten soklaa. Laarnse humor, gaan we maar zeggen, zeker, want
het is in dat gehucht dat Carla woont. Wat is het toch plezant om altijd met de
zwaksten uit de maatschappij, de naïevelingen en de Westvlamingen, te lachen.
En goedkoop. En gemakkelijk. Er zijn mensen die echt niets beters te doen
hebben in hun leven.
Een
heuglijke dag vol afzien. Zo moet het zijn. Want dan smaakt een blonde pas
echt.
Mario Vaneechoutte
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 25 juni 2006. Kalken
toertocht ingericht door de Calckine.
Over den wonderbaarlijken
wederopstanding van den Duvel
Eerst
even de acteurs en de actrices voorstellen: Rudy Ossekaar Rogiers, Patrick
Rambo Roels, Dany fakker de Fack, Jan Frans Willems, Bjorn veel te Vergauwen,
Rudy badkamers en keukens Vergeylen en ondergetekende, prutser eerste klas tot
uw dienst en, jawel, de hoofdrolspeler hemzelve: Ivan Duvel Rogiers.
De
actrices: Kristieneke Bruggeman, Nadineke fakker de Fack, Carlaatje De Cock
(met C of met D of met E, ik zou het eens moeten precies opmeten), super
Ritaake van Erik Van Gasse (zelf weer nergens te bespeuren) en Arianeke Van
Compenholle (of is het van Klompenbolle, ik wil er vanaf zijn, met al dat
vrouwvolk ook iedere keer verdorie, en ik ben daar juist niet goed in, in
vrouwvolk, ik geraak daar iedere keer mijn kluts van kwijt. Zijn die vrouwen
eigenlijk al lid van de KWB? Neen? Anders is het de laatste keer dat ze in de
Kraak staan, verdorie!)
Bon, de
rit zelf. Het eerste wonderbaarlijke is dat Ivan aan de kerk staat. Hoe lang is
dat geleden? Iedereen had die jongen al lang opgegeven omwille van zijn knie en
zware mentale problemen. En iedereen denkt een beetje meewarig (schoon woord,
hé!): “Ach ja, Ivan gaat het nog eens proberen. Dapper toch van Ivan.” En wij
meesmuilen (schoon woord, hé!) wat. Wij op weg naar de Skala alwaar de
inschrijving is en het een drukte van jewelste is. Aangezien er één iemand nog
niet is (de broer van Ivan: Ossekaar), en aangezien we dat ondertussen zowat
gewend zijn dat die één iemand er nog niet is, besluiten Ivan en ik om al van
wal te steken, want de rest is weer van een kaliber om U tegen te zeggen. Dat
is wel ambetant: ge komt daar toe, ge gaat rond en ge gaat tegen al die mannen
eens beleefd ‘U’ zeggen, en dan staan ze u nog raar te bekijken ook.
Ivan en
ik zijn nog niet goed weg, of daar heeft de bende ons al te pakken. We waren
nog niet eens bijgepraat. Voor mij wordt het afzien, maar wie rijdt er dapper
mee: Ivan. Weliswaar stillekes, weliswaar op de tanden bijtend, puur op
adrenaline, maar hij doet het toch. Het piekt als ik moet lossen en Ivan
meekan. Daarom vertrek ik maar wat rapper na de bevoorrading. Ik ben in de
wegel van de blauwe steen als ik de bende langs de Vaart zie naderen. Eens op
mijn kilometriek gekeken: 27 per uur, in een wegel. Toch niet slecht hé. Ik
hoop het einde van de lange wegel te halen aan dat tempo voor ze me te pakken
hebben. Maar nog niet eens halfweg vliegen ze me voorbij. De enige die me niet
meer inhaalt is Ivan. Oef, van dat affront ben ik toch gespaard gebleven. Deze
wederopstanding van Ivan is simpelweg mirakuleus en we verwachten dan ook niet
minder dan de prompte zaligverklaring van Ivan. Als we onze catechismus goed
kennen is daarvoor nog een mirakel nodig. Bvb. dat Ivan zou stoppen met Duvel
drinken, maar zo gelovig zijn we nu ook weer niet dat we geloven dat dat ooit
zal gebeuren. Een nog groter wonder zou zijn dat Marc Roelandt (zie Kraak
afleveringen jaargangen 1913 tot 1915) of Karel (zie geen enkele jaargang), de
broer van Geert Electro Verhoeven, nog weer met ons zouden meerijden. Dat zou
meteen de heiligverklaring voor Ivan betekenen.
Aan de
Skala staan Simone en Ann, MTBers van de Calckine achter de toog lustig te
tappen om zaad in het bakje van de club te krijgen. Ze zijn om 7 uur vertrokken
om de 60 km te doen om toch nog in de toog te kunnen staan. Simone en Ann,
waarom niet gedaan zoals wij? Zoek een club met een goeie sponsor, zoals wij.
Dan moet je dat allemaal niet doen. Niet alleen betaalt sponsor Rudy onze
kledij, ook mogen wij maandelijks onze velo binnensteken bij RR gratis en voor
niets, worden onze kilometers vergoed indien we een verplaatsing met de auto
doen (zelfs al rijden we mee met de auto van sponsor Rudy zelf, ge gelooft het
niet). Na de sport: wie trakteert de hele tijd? Onze sponsor. En hebben we eens
een nieuwe keuken of badkamer nodig: geen probleem, Rudy komt ons model naar
keuze gratis en voor niets installeren. Rudy, zeggen wij dan, het is alweer
twee jaar geleden dat onze badkamer nog eens vernieuwd werd. De week daarop
staat Rudy al op te meten. Ja, kwestie dat een mens goeie keuzes leert maken,
hé. Dat is nog eens een sponsor, zie! Tijdens de week op café gaan: zet die
Duvel maar op de rekening van onze sponsor, zeg ik altijd. En geeft de toog ook
nog één, wat zeg ik, geef ze er elk twee. Allez, ik doe dat toch zo. En
iedereen kontent. Zelfs bij Electro Verhoeven krijgen we extra korting als we
zeggen dat we bij de club van Rudy rijden. Rudy past dat dan wel bij. Trouwens,
terzijde, omdat we in ons boekske zoveel reclame maken, heb ik van Geert en
Isabel kunnen bekomen dat alle KWB-leden van Kalken vanaf nu, op vertoon van
lidkaart, onmiddellijk 50% korting krijgen bij deze electro-zaak. Bij badkamers
Vergeylen was dat natuurlijk al langer zo. Kom bij de KWB, het is goed voor uw
portemonnee! Mario
Zondag 24 juli 2006. Boskantroute
Wetteren.
Tom Van Den Berghe, Dimi van ‘t Weike, Wim Verschraegen, Dirk Hanselaer, Rudy
Vergeylen, Luk Krick, ikke, Erik Van Gasse, Jan Willems. Schoon ritje met veel
te lange après sport in het Vrijgeweide, maar ja, de leute bleef maar duren.
Het wordt helemaal goed als de cafébaas begint mee te rijden en zelf nog
trakteert. Rudy Rogiers, Guy Roels en Marc Roelandt waren blijkbaar ook op pad
(de laatste echter per BMW) en bleven ook op het terras plakken. Mario
Zondag 13 augustus 2006. Waasmunster en
alle wegels daarrond. 69.5 km aan het recordtempo van 29.4 per uur. Waar gaat
dat nog eindigen? Zo vraagt een mens zich af. En dan deden sponsor Rudy
Vergeylen en Patrick Rambo Roels nog niet mee, want die waren met Nadine en
Rita naar Borsbeke gaan rijden, alwaar er volgens Nadine wegels met steentjes
liggen. Willem, de broer van Patrick, reed wel met ons mee. Ik heb toch twee
keer moeten kijken. Zijn dat broers? Willem ziet er immers toch een redelijk
normale mens uit. Trouwens, dat is met Ivan en Rudy Rogiers ook dat ge niet
zoudt zeggen dat het er twee uit dezelfde nest zijn. Die lijken alleen op
mekaar doordat er geen een van de twee normaal is. Danny Fack had zijn rood
rennersbroekje aan, maar ook zijn plastieken botten. Waar dat laatste goed voor
was weten wij niet, maar feit is dat alle schapen die Danny opmerkten, zo ver
liepen als ze land zagen. Begrijpe wie kan. Op kapitein Rudy staat er helemaal
geen maat meer. Op het einde van de rit pakt hij een paar keer uit en dan kan
de rest alleen maar deemoedig achterpeddelen, al gevende wat er nog van energie
is overgebleven in ons vege lijf. Het uitzonderlijke tempo hebben we te danken
aan het perfecte weer (niet te warm en droog), het tamelijk droge parkoers, het
grote deel (meer dan de helft) weg, het gesleur van Danny en Jan Willems aan
32-34 per uur telkens we op de baan komen en dan nog de lange eindsleur van
Rudy, die het tempo van voor Zele optrekt tot 36-40. En natuurlijk aan de rest,
mezelf inclusief toch wel ja hoor, die het dan toch maar doet om aan dat tempo
mee te rijden, al worden we op de baan uit de wind gezet. Gelukkig staan de
rooie lichten in Overmere op rood. “Waar zijn wij nu?”, vraag ik in een
toestand van halve bewusteloosheid. Bjorn Vergauwen probeert nog een eindjump,
de enige keer dat we hem gezien hebben die dag, maar hij schrikt van de wind
tegen die je pas goed voelt als je uit het pelotonnetje komt. Bij de laatste
verkeersdrempel (hoogteverschil 15 cm over een afstand van 50 cm, toch een serieus
klimpercentage!), valt hij halfweg de beklimming stil. De poging van Luc Krick
om de sprint te winnen mislukt ook op een supersterke Rogiers. Na de voorbije
kwakkelmaanden, een echte opsteker voor mijn moraal, deze prestatie op mijn
bijna pensioengerechtigde leeftijd. Een goede voorbereiding voor overmorgen? Mario
15 augustus 2006. De koninginnerit van
het jaar: Poperinge en de Westvlaamse Bergen. Rita Van
Gasse, Nadine Fack, Jan Willems, Hans Schellaert, Rudy Vergeylen, Bjorn
Vergauwen, Patrick Roels, Erik Van Gasse en den dezen. Erik zegt: ‘Ik ben hier
just maar om mijn vrouwke Rita te plezieren, maar dit is de laatste keer in de
modder, daar moogt ge zeker van zijn.’ Deze elegante verschijning op de weg,
klopt dicht als hij een kluit modder ziet. Raar toch, hé. Bij mij is dat net
omgekeerd: op de weg zie ik er uit als een kluit modder en in het veld, in het
veld ziet ge me niet eens rijden, tussen al die kluiten modder. Een paar hebben
afgehaakt omwille van de bakken water die de dag voordien uit de lucht zijn
gevallen. Hebben ze gelijk of hebben ze geen gelijk? Ik vrees een plakboel,
maar het valt mee. ’t Is te zeggen: wel berijdbaar, maar door de modder een
loodzware rit, de zwaarste die ik me herinner, maar dat komt ook omdat ik al de
jus, al mijn goeie form, twee dagen eerder (zie verslag hier net boven), uit
mijn benen heb gereden. Het is meter per meter vooruitgang boeken soms, soms
aan 6 per uur als het bergop gaat op zo een lastige wegel, en een paar keer te
voet. Nooit meer, denk ik, wijl ik bezig ben aan die eindeloze 75 km, maar twee
dagen later verlang ik al weer naar het gebeul. Die die afhaakten hebben dus
geen gelijk. Wie daar ook was met zijn ploeg: Bart(je) Van Hecke verdorie. Hij
is nu al wel bijna 2 meter lang, maar we herinneren er graag aan dat hij als
jonge snaak nog met ons meereed. Als hij binnenkort een grote kampioen is, dan
ga ik tegen mijn nakomelingschap kunnen zeggen: ‘Kijk zie, van die gast heb ik
nog het zwart tsjoepke van de soepap van zijn achterwiel efkes mogen
vasthouden. Dat had ge van uw vader niet gepeinsd, hé, kinders!’ Bart doet in
Poperinge op zijn gemakske de 120 km, bij wijze van training. Wie de toch wel puike
prestaties van belofte Bart wil volgen, kan terecht op de website van zijn
ploeg: http://www.lingierversluysteam.be/.
Sommigen beginnen al uit te kijken naar Peking 2008...
Wie
alle MTB verslagjes nog eens wil nalezen en wat foto’s wil zien van de
mountainbikers, kan ook kijken op: http://users.ugent.be/~mvaneech/MTB.html. Doet
allen de groeten aan de vrouw van mij, en zie ik daar al het achteruiteinde van
de Kraak niet? Ja toch wel zeker. Mario
Vaneechoutte
De
Modderfokkers en de fokkemodders
20 augustus 2006. Toertocht te Zele
Huivelde. 14
km ernaartoe, 50 km aldaar + 4 extra (zie verder), 14 km terug = 82 km. Eddy
Troch, Dimitri De Gucht (ja, die van het Weike), Rudy Declerck, Rudy Rogiers,
Rudy Vergeylen – dat is hier een Rudy-invasie geloof ik!, Patrick Rambo Roels,
Hans Schellaert, Jan Willems, Geoffrey Maes, Danny Fack, Rita De Winter, Nadine
Fack, en uw verslaggever.
Geleerd
door scha en schande, tegenslagen en frustraties, ontgoocheling en ontbering,
dwazigheid, lompigheid en dommigheid, door afzien en bewusteloosheid, en vooral
door het opdoen van steeds weer de verkeerde vrienden en door een levenslang
voortdurend en schrijnend gebrek aan vriendinnen, gaan ze mij niet meer liggen
hebben deze keer. Ik beslis om met de andere 3 aa-kes te vertrekken en de
super-aakes te laten voor wat ze zijn. Dimitri, Eddy, Rudy DC en ikzelf
vertrekken samen, maar na 5 km is er al de splitsing van het 30 en 50 km
parkoers. Eddy en Rudy doen de 30, Dimi en ik beslissen om de 50 te doen. Nog 5
km verder zijn de super-akes daar al, maar ik laat ze rijden. Nee, deze keer
gebruik ik mijn verstand. Aan de bevoorrading gaan ze net vertrekken als wij
eraan komen – zo traag hebben we nu ook niet gereden en Dimi is voor mij de man
van de dag, want ik kan hem in de eerste helft van de rit met moeite bijhouden.
Blijkt daar een file te staan, want na de bevoorrading moet ge de veerboot
pakken. De super-akes beslissen om rond te rijden langs de Mira-brug, het is
maar 4 km bij. Ja, dan kunnen Dimi en ik niet anders of meerijden, hé. En zo
zie je maar: hoe goedbedoeld en weloverwogen mijn voornemens ook zijn, met mij
loopt het toch steeds verkeerd af. Of om een kersvers KWB-lid te citeren: “Mijn
leven is een puinhoop.”
Wij
oude mannen krijgen altijd kriebels als we over de Mira-brug rijden. Danny
niet, maar dat ligt aan zijn geaardheid. Bij Danny is nu trouwens blauwtong
vastgesteld. Deze aandoening kwam tot nog toe alleen bij schapen voor. Het
blijft een raadsel hoe Danny dit heeft opgedaan, al stellen sommigen dat het
iets met de plastieken botjes te maken heeft die hij op aanraden van Ivan
Rogiers beginnen dragen is, maar ik zou niet weten hoe. Danny is het eerste
geval van blauwtong bij de mens. Men zou denken dat Danny hierdoor verdrietig
is, maar nee hoor, het tegendeel is waar: Danny is dol(ly)gelukkig, want het is
de eerste keer dat hij ergens de eerste in is.
Iet of
wat geprikkeld door de aanwezigheid van mister Maes, laat kapitein Rudy zich
weer van zijn felste kant zien. Ja, da sitzt heute
überhaupt viel Schnee auf der Rudy. Da sitzt ja immer viel Schnee auf der Rudy,
sowieso al. Das geht voraus wann der Rudy Kopf zieht. Mit den Wind auf Kopf
oder mit den Wind in das Hintenwerk (mit andere Worten, in das Gatt), da zieht der
Rudy sich allemahl nichts von an. Er pedaliert immer
voraus mit seine kurze beintchens auf seinem BergFahrrad. Nein, der Rudy
wurfelt nicht.
Nog
melden dat sponsor Rudy is betrapt op het gebruik van parabole negroïden.
Achteraf bleek dat de test een vals resultaat negereerde omdat er te weinig
bloed in Rudy’s alcohol zat. Oef, als het dat maar is. Mario
PS. Wij
hebben ons altijd afgevraagd waarom Karel zo plots en onverwachts gestopt is
met meerijden met ons? Zelf zegt hij dat het is omdat we een bende overjaarse
macho’s in de midlife crisis zijn die het nog eens willen bewijzen, waar ik hem
volledig gelijk in geef, maar dat is nog geen reden om thuis te blijven.
Anderen dachten dat het was omwille van reclamaties van de vuilkar omdat de
vuilbakken telkens weer omver lagen als Karel met zijn fietske gepasseerd was.
Maar zie, ik heb de echte reden ontdekt, in de Libelle nog welle. Karel is
immers een carrière begonnen als soap personage in Libelle. In deze reeks is
hij advocaat (dan weet ge meteen dat het volledig verzonnen is, hé! Waar halen
ze het toch?) en wordt hij geconfontreerd met Esther, een kind uit een
buitenechtelijke relatie (waar halen ze het toch!). Speciaal voor jullie uit
Libelle gekopieerd:
Zondag 3 september 2006. Scheve villa
te Berlare
toertocht van de Chirojongens aldaar. Er is nu al een website van: http://schevevilla.be/. Van
om het even wat is er een website de dag van vandaag. Neem nu www.goeiemoppenvanDannyFack.nl. Zelfs
daarvan is er een website, al is er alleen een foto van een kleddernatte gast
met een blauwe tong te zien en verder niets. Zijn van de partij: Hans
Schellaert, Danny Fack, Rudy Rogiers, Patrick Roels, Willem Roels, Jan Willems,
ikke, Luc Krick, Dirk Van de Vyver, Erik Van Gasse. En nog wat vrouwvolk,
allez. Van Kalken tot Berlare giet het. We zijn al nat eer we aan de 65 km
beginnen, maar dan houdt het op. Het hele parkoers ligt er vettig bij, na een
gans natte augustusmaand.
Twee
Roelsen van dat kaliber, dat is me een beetje teveel Roels voor onze bende. Met
andere woorden, ik vind het Roelsgehalte nogal aan de hoge kant. Gelukkig dat
het Rogiers-gehalte al gehalveerd is, want Ivan Duvel Rogiers hebben we na zijn
stunt van deze zomer niet meer terug gezien. Ivan heeft het me uitgelegd: ik
ben in een luie, vadsige, vettige, decadente periode die maar niet over gaat,
en ik voel me daar goed bij, zegt Ivan. Doe zo verder, jongen.
Bjorn
Vergauwen is er ook niet meer bij, want die is terug beginnen voetballen nu hij
zich weer in form voelt dank zij het mountainbiken. Zo draagt de KWB bij tot de
ondergang van Hoger Op Kalken. Ook Rudy V is er niet. Iets met peerrussen of
zo*
Erik
ging nooit meer aanzetten in de modder, maar na Houffalize is een beetje modder
maar klein bier, zegt hij. In de vettige wegel van de Blauwe Steen valt hij
echter stil, zodat ik die achter hem rij omval, gewoon omdat het te traag gaat,
zonder erg. Even verder kantelt Erik zelf voluit in de tengelen. ‘Maar hoe komt
dat nu toch dat gijle wel kunt rechtblijven en ik niet?”. Erik is de wanhoop
nabij. Danny stelt voor om met Erik zijn velo te rijden om eens te proberen of
het daar niet aan ligt. Ja, ik moet zeggen, sinds Danny zijn lidmaatschap bij
Bloed, Bodem, Eer en Trouw heeft opgezegd, is hij een veel aangenamer mens
geworden. En wat doet Danny!? Even verder rijdt hij met de fiets van Erik bal
over kop de metersbrede beek in. Helemaal onder! Het ligt dus wel degelijk aan
de fiets. Erik die het daarnet nog even niet zag zitten, komt niet meer bij van
het lachen. Danny ook niet. En gelijk met alle Facks: hoe natter ze zijn, hoe
beter ze glijden. Danny rijdt nu nog rapper en nog maar 100 meter verder op de Vaart
is hij met zijn natte kulten alweer een bejaard koppel op hun proper
koersfietske met hun proper koerskleren aan, aan het ambeteren. Altijd zeveren
tegen de mensen, die zou in de gemeentepolitiek moeten gaan, die Danny. In de
Zandbergen in Berlare is de leute echter over voor Danny. Net na het steile
bult-afje. Daar slaat zijn derailleur in zijn wiel. Dat betekent in het
mountainbiken zoveel als: “Ge moogt naar huis gaan, het is gedaan, ge moogt
naar huis gaan, ga maar naar huis.” Danny belt zijn pa en zal met zijn natte
kostuum en modderpak de voorzetel van die mens zijn auto gegarandeerd naar de
knoppen hebben geholpen.
Wat
doet mijn velo nu? Begint die ook al partijpolitieke bijbedoelingen te hebben.
Dat gaat immers de hele tijd van klik, klik, klik. Ik kijk, en het is
potverdorie een s.pa-ke die afgekraakt is en tegen mijn kader slaat. Gelukkig
heb ik mijn CD&Vke bij mij om er eens een ferme NVA op te geven want ge
zoudt nogal een VLD meemaken mocht ge dat S.pake laten Klik-ken.
Op de
kasseikes tussen Herberg De Groenen Dijk en de Nieuwdonk rij ik 38 en nog moet
ik lossen, want Rogiers heeft kasseien geroken. Het is maar groven asfalt zegt
hij. Toch gevaarlijk met die nattigheid bovenop een bultige rug van kasseien
rijden, zeker als ge af en toe uw achterwiel of uw voorwiel voelt schuiven.
In de
Berlaarse polders, na 2 platte banden van mij, met 500 meter tussen, ziet Krick
het niet meer zitten, ook al omdat het niet gaat. Dat gebeurt niet dikwijls met
Luc die het hele jaar door de beste vorm te pakken heeft. Benen kapot door het
nieuwe KWB voetbalseizoen dat van start is gegaan? Hans rijdt met hem mee, die
moet nog naar Lokeren. Allez, het seizoen is in alle stijl begonnen: met
modder, miserie en malheuren. Mario
*
Kalkense dialektkundigen laten me weten dat dat “parkieten” betekent.
Zondag 17 september 2006. Kalken
kermis. Serskamp. Vier aa-kes, Rudy De Clerck, afgekort Rudy
Washington DC, Dirk Heeltegans Hanselaer (en dan zijn ze verwonderd dat een
West-Vlaming hun naam niet kan uitspreken), Eddy Tuut Tuut Treintje Troch en
den dezen, en drie super-aa-kes, Luc Krick, Rudy Rogiers en Hans Schellaert.
Het is te zien dat het kermis is.
Wij weg
met ons vieren naar Serskamp, kwestie van op tijd terug te zijn om nog een
kermiscafé in het dorp te kunnen doen. We rijden langs de Meers achter het
zoutfabriek naar de Aard en zijn nog maar aan de ‘witte villa’ (of toch: waar
die vroeger placht te staan) wanneer zich het volgende voordoet. Dirk en ik
rijden voorop, gezellig keuvelend, en Dirk let even niet goed op (of hij doet
erom) en rijdt door een koeiestr... Ik mag de rest van het woord niet schrijven
want het is hier een proper boekske, maar ik kan wel een tip geven: het eindigt
op ‘ont’. Het achterwiel van Dirk doet de koeiendinges, die zich vermomd had
als kermisvlaai, hoog opspatten, recht in het wezen van degene die net achter
hem rijdt, Rudy Washington DC. Rudy stinkt nu nog erger dan de trotters bij de
Woesten. Het zou een Kalkens gezegde kunnen zijn: “Ge stinkt erger dan de
trotters bij de Woesten” Gefoeter bij Rudy, maar de andere drie zijn mensen die
nog kunnen lachen met een ... allez, nu kan ik weer mijn zin niet afmaken.
Vanaf dan rijdt er niemand nog achter Dirk en durft Dirk niet meer achter Rudy
rijden, weerwraak vrezend wanneer zich op de weg weer gelijkaardige voorwerpen
mochten bevinden (en er liggen er veel, zijt gerust). De super-aa-kes zijn ook
naar Serskamp gereden, maar we zijn ze niet tegengekomen. Gelukkig maar, het is
ook kermis voor mij. We zien ze pas terug in de Beize. Gelukkig ook blijft Rudy
DC niet te lang bij ons zitten. We zijn veel gewend qua geurhinder, maar er
zijn grenzen. ‘Rudy’, zeggen we, als hij vertrekt, ‘er plakt daar nog iets in
uw linkerooghoek.’, behulpzaam als we zijn. Dat er ook nog van alles in zijn
andere ooghoek en in zijn neus plakt, zal hij thuis wel te weten gekomen zijn. Mario Vaneechoutte
Wetteren 24 september 2006. Toertocht
Too Many Bikers.
Aan de
kerk staat er een hele bende: Luc K., Ivan en Rudy R., Rudy V., Mario V.,
Dimitri De G, Eddy T., Rudy DC, Dirk H., Hans S., Dirk P., Danny F., en een
(nog) oudere mens, nog nooit gezien en sindsdien ook niet meer. 13 man. Ook nog
Ariane VC, Els HW, Nadine F., Machteld Turneer, de eega van Rambo Roels., en
Christine DSM: 5 vrouwmensen en dus eigenlijk 5 koppels.
Aan de
Colmanstraat, ’t is geen waar, de twee Roelsen, Willem en Patrick. Aan het
Boeferke in Overschelde, ’t is nog minder waar toch? Erik VG en Rita DW (nog
een koppeltje), en Carla DC. En in Wetteren zelf aan de sporthal, Jan Frans
Willems zelve. Dat maakt 24 baaikers waarvan 17 mannen, waarvan 2 broederparen
en 1 cafébaas en 7 vrouwen en 6 koppels.
Een
zeer gevarieerd parcours, maar stampvol “zondagsrijders” en kinderen. Jan W.
gaat ervandoor in een sneltreinvaart. Nu hij een thuismatch rijdt, moet hij
zijn kunnen eens tonen (wat hij anders ook doet, zijt gerust). Maar dat tempo
is voor een bende van een stuk of 13 man niet vol te houden als het parcours zo
bochtig is en zo vol obstakels, lees vol andere baaikers. Ik hang dan ook ver
vanachter te bungelen en laat het ene gat na het andere vallen. Anderen hebben
al eerder beslist dat dat tempo op dit parcoers niet vol te houden is. Als ik
na een kilometer of 10 plots lek rijd in het biestjebijtebos (zoals dat volgens
Ivan daar noemt omdat er zoveel bijtende insecten zouden zitten), zonder dat er
een reden voor te vinden is, sla ik Danny’s goeie diensten af en zeg dat ik
zelf wel mijn band ga stoppen en op eigen tempo verder ga rijden. Ivan en Erik
die achter kwamen, helpen me toch een handje. Ook Eddy, Rudy DC en Dirk H., de
aa-kes passeren. Erik, Ivan en ik rijden verder het parkoers samen. En na 20
kilometer: Mijn tweede platte band, weer zonder reden. Ivan vindt waarom: mijn
buitenband is versleten tegen de velg. En Erik weet waarom dat zo is: mijn
remmen staan te hoog en doen mijn buitenband verslijten. Zie, dat bevestigt
toch maar weer mijn grootste levensles die ik ooit leerde: een mens moet zelf
niet slim zijn, hij moet alleen slimme vriendjes hebben. Ja, akkoord, ge zoudt
dat Ivan en Erik niet meegeven als ge zo ziet, maar toch: onderschat ze niet!
Erik – last hebbende van zijn dubbele hernia – en ik, alhoewel het gat in de
buitenband vakkundig door Ivan en Erik werd afgestopt met een stuk van de
binnenband die ik net had platgereden, die het zekerste neem en de kortste weg
naar de aankomst kies, maken er een lange nabespreking van – met veel blonde en
bruine Enames, buiten aan de sporthal van Wetteren in de ambiance en het schoon
weer, en in het gezelschap van meiskes met T-shirts waarop staat ‘Too many
babes’. De ketting moet niet altijd gespannen staan. Nadine en Rita, die met
kettingbreuk hadden af te rekenen en werden geholpen na teruggevoerd te zijn
naar de start – vertrekken nog weer. Maar dat zijn echte maniakken, onderschat
ze niet! Mario
Zondag 8 oktober 2006. Verkiezingen. Danny
en Els zijn naar Moerzeke, Erik en Rita rijden ook apart. Ivan is er weer bij
en rijdt met Frank Hanselaer en Eddy Troch naar Wachtebeke. Rudy R is zoals
gewoonlijk te laat, deze keer wegens de file aan de stemlokalen. Patrick en
Willem Roels, Dimitri, Luc K., ikke en de jonge wielrenner, den Ian uit
Uitbergen. Wij ook naar Wachtebeke alwaar we de aa-kes te stekken hebben. Een
stuurfoutje van Dimi en hij belandt in de decor. Meteen een gat van 50 meter
dat hij niet meer toekrijgt. Ik ga het verder kort houden: ik was in gloeiende
form en wat er verder ook nog gebeurde die dag: daardoor alleen al kon mijn dag
niet meer stuk. Dan mag de immer explosieve Rudy badkamers en keukens Vergeylen
wel de sprint eens winnen, zeker. Als ik in het Weike vraag hoe ge die peerrus
moet uitzetten – want dat beestje maakt verschrikkelijk lawaai en ik zit er net
onder – toont Eddy tuut tuut treintje Troch hoe het moet: hij maakt een
nekomwring beweging. Die beestenwreedaard. Mario
Vaneechoutte
Zondag 22 oktober 2006. Toertocht Lokeren. Dimi, Rudy R., Luc, Hans
Schellaert, Tom Van den Berghe, Mario, Rudy DC, Willem Roels, Jan Willems,
Danny Fack, Ian uit Uitbergen, Dirk VDV en een vriend (Stefan) en Dirk
Hanselaer. Dirk, Dimi, Rudy DC, Tom vormen de B-ploeg. Onderweg pikken we er
nog 2 op. O.a. ene Pascal. Die mens heeft me nog indertijd halfvervroren van
Wachtebeke zwemkom met de auto naar huis gevoerd, toen mijn velo het had laten
afweten en Bart Vanhecke, Danny F. en Rudy R. me kilometerslang in de vrieswind
hadden moeten vooruitduwen, maar ik herkende Pascal niet meer. Omdat indertijd
mijn ogen toegevroren waren en ook al omdat hij nu lustig meereed met ons
bendeke en vorige keer een absolute beginneling was.
Er zijn
platte banden. Voor Luc Krick, juist waar Luc vorig jaar bijna in de decor
verdween. Straf hoe een mens bepaalde hoekjes herkent. Of is het de fiets?
En voor
Rudy R. Terwijl Rudy zijn band aan het vervangen is in de bossen van
Waasmunster, staan wij aan een parkinkske aan de brug over de autostrade te
wachten. Zo een carpoolpunt. Nu is het zondag en de parking is bijna leeg op
een auto na die af en toe komt aangereden en soms subiet weer wegrijdt. Steeds
met 1 of 2 venten in. Nogal een raar gedoe? “Kent gij dat dan niet, Mario?”
vraagt Danny. “Dat is hier een rendez-vous punt voor homo’s”. zegt Danny. “Heu
neen, Danny”, zeg ik, “hoe zou ik dat moeten kennen, misschien?” “Trouwens
Danny, hoe komt het dat gij dat hier wel kent? Is het niet al erg genoeg dat ge
nog maar juist van uw blauwtong genezen zijt?” Daar komt geen antwoord meer op.
Net voor we in het Weike toekomen, kruisen we nog onze sponsor, Rudy V., in
koerstenu. Hij was juist vertrokken om een toerke te doen. Die keert dus zijn
kar na een ritje van een kleine kilometer, om plezieriger dingen te doen: bij
de vrienden zwans verkopen. Mario
Zondag 5 november 2006. Toertocht te
Erwetegem. Danny
Fack en maat Jo Cocker, zogenoemd omdat hij even schoon kan zingen als Joe
Cocker, Dirk VDV en maat Stefan, zo genoemd omdat zijn pa en ma hem zo genoemd
hebben, Rudy Rogiers, ikke, Luc Krick, Erik Van Gasse, en Dimitri De Gucht. Els
Hoogewijs en Rita De Winter zijn ook mee. Patrick Roels ontbreekt omdat hij op
de Dendermondse Steenweg/Heirweg ter hoogte van de stelplaatsen van De Groote
op weg naar het werk met zijn fiets, bots boven op een auto is gereden die niet
beter had gevonden dan om over het fietspad te komen draaien. Gelukkig blijft
het bij spierblessures en kneuzingen. Die auto was wel perd total. Ge moet maar
niet proberen om Rambo omver te rijden, hé.
Van
Erwetegem gaat het naar Bananegem, zo verder over Patattegem, Schorseneregem,
Witte Bonen in Tomatesausegem, Heddegem, Of Heddegem Nie, en tenslotte
Wortelgem. De Wortelgemnaars, soms kortweg de Wortelaars genoemd, hebben
allemaal een deftig huis, één of twee auto’s, een goei job, televisie,
internet, kabel, video, GSM voor elk lid van het gezin, verwarming, elektriek,
goed eten, zelfs een KWB-afdeling, noem het of ze hebben het, maar wortelen dat
ze daar kunnen. Wortelen!!! Alle grootste zageventen, bleitmuilen en
broekschijters wonen daar samen, in Wortelgem. Bij elke verkiezing haalt het
Vlaams Belok daar 100% van de stemmen. Als dat zo moest zijn in Vlaanderen,
zouden we deze regio moeten omdopen tot ‘Wortelen’. Nog een paar jaar geduld
dus. Een schone rit, een zeer schone rit. We gaan daar niet over wortelen. Mario
Zondag 26 november 2006. Eksaarde
Kruiskapel. Rudy
DC, Eddy Tuut Tuut Troch, Geert Bracke, Wim Verschraegen, Christophe Roos, een
dichte gebuur van mij, Guy Roels, een verre (gelukkiglijk) gebuur van mij, en
ik. De aa-kes zijn om 8 uur met de auto naar de toertocht in Hulst, Holland
vertrokken. Nog maar in de Beekwegel of we horen ‘Tak, tak, tak, tak’. Wat
hapert er vraag ik Wim die achter mij rijdt? “Ik ben het niet, het is Guy” zegt
Wim. “Tenminste, het is Guy zijn vélo, dat hoop ik toch”. Anders zijn er nog
meer kosten aan Guy dan ge op het eerste zicht al zou denken. Blijkt dat Guy er
al in geslaagd is om op een nagel te rijden die recht in zijn band is blijven
steken en iedere keer tegen zijn remkabels tikt. Guy toch, wij rijden daar
allemaal langs, langs die nagel en gij moet er weer baf oprijden. ’t Is toch
altijd hetzelfde met u. Trekt hij die nagel dan nog uit ook, zeker. Psssjjjjt,
en zijn band is subiet plat, vanzeneigens. Rudy DC vervangt de band en ik pomp
de nieuwe zo goed als mogelijk op, maar Rudy stelt voor om bij hem nog binnen
te springen en Guy zijn band verder op te blazen met zijn compresseur. Mij niet
gelaten, zo zien we ook eens Rudy zijn doening op het Hussevelde. We rijden
langs de Kruiskapel in Eksaarde. Schoon wegelkes en allemaal nieuw voor mij.
Danke, Rudy! Daar kunt ge mij plezier mee doen zie, met me nieuwe wegelkes te
leren kennen. Iedereen zijn afwijking, hé. Christophe, een atletisch gebouwde
gast, beseft vanaf kilometer 20 dat moutainbiken een stiel apart is, als hij
telkens weer de bende moet laten gaan van het ogenblik dat het wat slijkerig
wordt. Ja, dat zijn zogezegd ‘maar’ de B-kes, maar onderschat ze niet.
Chirstophe, het is gewoon kwestie van nog veel af te zien. Rudy DC heeft ook al
veel afgezien. Gisteren nog zat hij een ganse namiddag voor de venster naar
buiten te kijken. Amai, dan heb ik nogal wat “afgezien” zulle, zegt hij. We
lassen nog een pils-stop in, als we bij Eddy op zijnen hof stoppen en allemaal
een pilske nuttigen. We zijn dan al in de Bontinckstraat en het zou te ver
geweest zijn om in één ruk door te rijden naar de après sport in de
Koffiestraat.
In de
après sport komt het gesprek op de buikjes, een typisch onderwerp voor mannen
van middelbare leeftijd, zelfs al sporten ze. Bij Eddy is dat volgens mij
gewoon van teveel sex, denk ik. En per abuus in verwachting geraakt. Mario Vaneechoutte
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 10 december 2006. Lokeren. Volk,
amai. Ik denk dat dit ze allemaal zijn (met excuses voor degene die ik zou
vergeten zijn, maar de harde schijf tussen mijn twee oren heeft maar een
beperkte opslagcapaciteit): de A-kes: Geert Schepens (die pas zijn tweede keer
meerijdt, maar hoe), Geert Bracke, de gebroeders Hanselaer, Rudy De Clerck, ene
Kurt, Ivan Rogiers en Wim Verschraegen (= 8 man) en de super-Akes: Rudy
Rogiers, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Patrick Roels, Danny Fack, Hans Schellaert,
Jo (bijgenaamd Cocker), Jan Willems, Erik Van Gasse (= 9 man) en een
tussengeval, mossel nog vis, uw verslaggever. Vergeten wij vooral ook Rita en
Nadine niet.
Raar,
maar iedere keer we daar aan de voet van Onze Heer staan op het kerkeplein,
zijn er een paar die opmerken hoe treffend de beeltenis van de heer toch lijkt
op onze eigenste Karel Verhoeven. Wetende dat Onze Heer de mens naar zijn
gelijkenis schiep, valt het toch dik tegen te moeten ontdekken dat Adam er
ongeveer uit zag gelijk Karel. Maar als Eva er ook maar een klein beetje uit
zag als Nele, dan kunnen we begrijpen hoe alles toch nog goed is kunnen komen
met de mensheid.
Ahum,
terug naar het verslag. Twintig baaikers in totaal dus, ondanks de regen de
hele week lang en het vochtig kille weer, wat toch wel doorweegt op de goesting
om op zondag om halfnegen aan de kerk te gaan staan voor een paar uur afzien in
de more. Weeral een rit in Lokeren, maar deze keer brengt het parkoers ons
langs Moerbeke, Wachtebeke, Zaffelare en die kanten. Schoon, schoon. We komen
zelfs weer voorbij Eksaarde Kruiskapel, een gewegelte dat ik pas een paar weken
geleden leerde kennen toen Rudy DC het parkoers uitstippelde. De wegels liggen
er heel erg glibberig bij en waarschijnlijk is het parkoers daarom zwaar voor
de meesten, maar hoe meer snelheid je kan ontwikkelen, hoe beter je over die
modder vliegt. Met onze vorm vinden wij het parkoers niet echt zwaar meer. Hoe
beter je iets kunt, hoe makkelijker het wordt, dat is toch zo hé. Voor
sommigen, die niet al teveel getraind hebben het laatste jaar, was het toch wel
zwaar. Zo dient Ivan af te haken ter hoogte van zijn woonst omdat hij eerst
dient berecht te worden, maar hij kikkert zodanig op van de Laatste Sacramenten
dat hij daarna toch nog opduikt in café de Achtersport, voor wat geDuvelte. Mario
Zondag 17 december 2006. Kalken.
Calckine WTC toertocht. Weer massa’s volk, alhoewel ik van onze eigen
modderfokkers en fokkemodders alleen de super-Akes te zien kreeg: Danny, Rudy,
Rudy, Luc, Erik, Jan, Patrick (tiens, waar zit die zijn broer, de Willem, we
zien die niet meer), Jo, en Mario – die we voor het gemak ook maar bij de
super-aakes gaan rekenen. Een loodzwaar parkoers door de vele regen de voorbije
week en zelfs gladdigheid door ijzel, de eerste van het jaar en totaal
onverwacht. Zo onverwacht dat als ik mijn achterwiel voel schuiven, ik eerst
denk dat het door een platte band komt. Later hoor ik dat er een 15-tal
slipgevallen van auto’s op de weg zijn geweest. Dus ja, het lag toch glad het
eerste halfuur. De wegel van de blauwe steen – gelegen tussen de straat rechtop
de Meander en de Vaart - doet weer zijn reputatie eer aan: één lange gladde
glijbaan vol modder. Honderd meter voor het eind moet ik gewoon afstappen,
doordat alles vastzit door de more tussen mijn remmen en ketting. Anderen blijken
daar dan weer geen last van te hebben. Spectaculairst is wel de prestatie van
Rudy R. en Patrick R. De laatste lijdt kettingbreuk bij het begin van de wegel.
Hij en Rudy herstellen dat rap even en tegen het eind van de wegel hebben ze
bijna iedereen van de bende weer te pakken! Straf, ee-eel straf, dat is het
minste dat men daar kan van zeggen. En dan zeggen we dat ook.
Aangekomen
in de Skala, alwaar wij wat Ename’s nuttigen om de kas van de Calckine
wielertoeristen verder te spijzen, zegt Erik tegen sponsor Rudy, zijn beste
maat: ‘Amai, jong, zo zagen in die wegel? Wat zal dat worden als gij nog ouder
wordt?’. Rudy had blijkbaar zitten foeteren omdat Erik hem een beetje ophield,
of gewoon omdat hij graag eens foetert en omdat hij weet dat Erik daar zo
slecht tegen kan. Waarop Jan antwoordt: ‘Dan zal Rudy even hard kunnen zagen,
gelijk gij, zeker, Erik.” Erik is nu onze ouderdomsdeken en wordt volgend jaar
een halve eeuw jong. Trouwens, nog iemand iets gehoord van onze vroegere
ouderdomsdeken, Rafke Verstuyft?
Nog
melden dat ik besloten had mijn nieuwe GSM mee te pakken. Ik heb me dat
eindelijk aangeschaft, zo een apparaatje. Kwestie van mijn vrouwke te kunnen
bellen als het de zondagmiddag ietske uitloopt, zodat ik niet iedere keer mijn
zondags eten uit de vuilbak moet gaan opvissen. Ik kom thuis – schoon op tijd,
al zeg ik het zelf, haal al de rommel uit de achterzakken van mijn moddervette
truitje en begin mijn truitje tegen de muur wat uit te kloppen, zodat het
meeste vuil er toch al af is. Alles voor de vrede en de properte in huis!
Trouwens, dan klop ik Vergeylen – die op dat truitje staat - ook tegen de muur
en dat kan nooit geen kwaad voor het humeur. Oei, een klein detail vergeten:
mijn GSM zat nog in de achterzak van dat truitje. Ik ging jullie mijn nummer
geven, kwestie dat er mij misschien soms eens iemand zou opbellen of
is-im-issen, maar het is niet meer vandoen...
En dan
nog een klein woordje over Geert Bracke. Ik was er niet bij, maar op het
ogenblik dat het gebeurde kon Ivan niet meer verder van het lachen en verder is
er de hele week zoveel met die mens gelachen door zij die erbij waren (de
aa-kes) dat het toch niet in het verslagske mag ontbreken: ergens in Overmere
tegen een boske, besluit Geert Bracke – of was het zijn fiets – om zich te
leggen in de graskant, ook tevens evenzo de beekkant. Dan schuift hij langzaam
maar zeker, maar zeker langzaam met zijn koppeke voorop de beek in. Toen hij 5
minuten later weer bovenkwam was hij toch klaar wakker. En zo hebben we een
nieuwe bijnaam voor Geert: Bracke de bekenkuiser.
Ik
verneem nog wat velo-nieuws: in de Zomerstraat is er een nieuwe velo-maker,
Ronny Van Hecke, de pa van Bart. Misschien eindelijk eens een goeie velomaker
in Kalken.*
Mario Vaneechoutte
* Oei,
deze grap zal me duur te staan komen, maar ik kon het niet laten, Rudy.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 17 december 2006. Kalken toertocht. Nagekomen aanvullend
verslag (van Ivan. Ja, van de rapste is hij nooit geweest).
Vorige
week afgezien gelijk de beesten, maar voor de plaatselijke Unkerzakkenrit in
Kalken toch weer paraat bij de B-kes. Rudy en Eddy De Clercq, Dirk en Frank
Hanselaer, Schepens en Bracke Geert, en ikzelf. De vorige dagen veel geregend,
maar voor vandaag frisjes en geen regen voorspeld. We vertrekken aan de Skala,
en rijden richting Wetteren, waar het zachtjes begint te???, juist, regenen.
Van Wetteren terug naar Kalken langs, hoe kan het anders, den blauwen steen,
die er zoals gewoonlijk vettig bijligt. De eerste 2 meter gaan nog net, maar
een beetje verder is het echt niet meer te doen. Wie niet valt, stapt af, met
uitzondering van enkele pluimgewichten die toch op de fiets kunnen blijven. De
modder blijft zodanig plakken, dat al snel de wielen niet meer draaien, maar
door de vette brij schuiven. Aan het eind van het slechtste stuk staan Nadine
en Rita de moore van tussen de wielen te trekken. Ineens krijg ik een kledder
modder, recht op mijn ga-, eh ko--, eh poep.
Nadine,
een echte modderFacker, scoort een driepunter vanop minstens 15 meter. Sommigen
spoelen zelfs hun fiets in de Vaart om deze weer min of meer proper te krijgen.
Via de Scheldedijk rijden we richting Uitbergen, waar ons nog een glijpartij te
wachten staat. We rijden (glijden) netjes achter elkaar, als plots de fiets van
Geert B. een ander traject kiest dan Geert zelf. Terwijl ik probeer zijn fiets
te ontwijken, zie ik Geert het beekje links van ons inschuiven. Nen frissen
duik, kopken onder. Moeilijkheidgraad 8/10, stijl en uitvoering 9/10,
hilariteitsfactor 10/10. Zijnen velo nog vuil, maar zijn bril blinkt gelijk nen
spiegel. Wanneer we allen een beetje bekomen zijn, Geert van ‘t verschieten,
wij van ’t lachen, vervolgen wij onze weg. Aan een volgende splitsing neemt
Geert de kortste weg naar huis, “een bbbbeetje fffrissjes” zegt hij. Ik ben
solidair (en ook al een beetje moe) en vergezel hem tot in Kalken, waar ik nog
een beleefdheidsbezoekje breng aan de A-kes, die al een uurken aan opwarmen zijn
(met ekele Enamekes) in Zaal Skala. Verslaggever Ad Interim, Ivan.
Bedankt,
Ivan. We kennen nu dus de definitie van een driepunter: een klodder modder op
Ivan zijn achterwerk mikken. Mario
Zondag 7 januari 2007. Nieuwe
mountainbike-route van Overmere. Eerste rit van het nieuwe jaar.
Gisteren zaterdag reeds 50 km door de moor en in de regen gaan ploeteren met
E.H. Karel Verhoeven en H.O. Kalken sterspeler Bjorn Vergauwen – rood geschorst
wegens het omverkloppen van een tegenstander die hem twee keer bij zijn ...
gepakt had (één keer, daar kan Bjorn nog tegen, maar twee keer is ook voor deze
jongen teveel). Vandaar dat de meeste jus uit mijn benen was en ik beslis om 9
uur te starten met de aakes – in plaats van om halfnegen met de super-aakes, in
de hoop dat ik toch nog met de aakes meekan. Ivan Duvel Rogiers, Dirk pompier
Pieters, Geert Kook Wa Beter Schepens, Gunther Verbraecken, in de volksmond
beter gekend als Roste Senna. En ook Bracke, neenee, niet Petrus de
schouwveger, maar Geert de bekenkuiser.
Geert
Kook Wa Beter Schepens heeft tegen het Heisbroek al een platte band. Ik ben
toch nog in vorm en leg er de pees op, kwestie van dees gasten wat fors en
karakter bij te brengen, vooral dat laatste is van doen bij Ivan.
Aan de
Schapenweide, luizen we roste Senna erin zodat hij als enige de zompige wei in
duikt en wij vrolijk en op het gemakske boven op de dijk naast die stumperd
daar beneden rijden en onze tijd nemen om dienen ezel om ter best te bespotten.
En ja, als apotheose van de show gaat Gunther onderuit, trouwens net op
hetzelfde plaatske waar Bjorn gisteren een tuimelperte maaktege. We kruisen de
super-aakes in het Berlaarse. In de vlucht herken ik de 2 Rudy’s, Patrick, Jan
Willems en naar ’t schijnt was Luc Krick er ook bij. We doen de 45 km van de
route aan 23 per uur en eigenlijk kennen we al die wegels al. Alleen diep in
het Berlaarse zit er wat bij dat ik nog nooit gedaan heb. Dus toch weer de
moeite.
In de
Berlaarse Bossen lopen er langs de wegel wel zeker 30 jagers met hun honden.
Roept zo een domme, heu neen, roept zo een jager op zijn domme hond aan de
andere kant van de wegel en die hond steekt pas over als ik er bij ben. Ik sla
alles toe en zo ook achter mij de roste Senna, die volledig op het voorwiel
komt te staan met zijn achterste hoog in de lucht. Net geen valpartij.
Even
verder halen we de vrouwen bij die ook om halfnegen waren gestart. Ik herken
alleen Hackel en Jackel (Rita en Nadine) en Carla. Van de hele dag maak ik 1
stuurfout, toch wel net bij de vrouwen, zeker. Superslecht voor mijn imago,
denonde. Ge rijdt al even slecht als dat ge bowlt, roept Jackel. Euh, ja,
vrijdag met de zomermountainbikers en spinners een nieuwjaarsetentje + bowling
gaan doen, en de slechtste van de hele bende was de deze. Tot ik snapte dat ge
u een bal moest zoeken waarin uw dikke vingers pasten. Dan ging het toch al
ietske beter.
Net
voor het landbouwsas in Kalken sturen ze ons in Overmere nog door een
boerenwegel vol koeienstront. Is het daarom dat ze in Overmere de smouterkes
genoemd worden? Aangekomen in de Beize, alwaar de super-aakes en de
fokkemodders reeds aanwezig zijn, zegt Carla tegen Geert S., haar echtgenoot:
“Amai, gij stinkt.” Raar toch, zolang getrouwd en pas nu valt haar dat op.
Carla en Ariane willen in de Beize geen drie nieuwjaarskussen van mij. Maar ja,
met mijn muile vol str... is dat inderdaad niet echt appetijtelijk.
Aangezien
ik de uitputting nabij ben, bestel ik een soep, zeer tegen mijn gewoontes en
principes en tegen mijn goeie voornemens. En het is geen aanrader: die soep in
de Beize smaakt toch ook maar naar koeie-dinges, zulle. De Duvel erachter
smaakt gelukkig wel naar Duvel.
Wie
naar het BK cyclo-cross in Hamme-Zogge keek ’s namiddags, heeft een idee van de
parkoersen waar wij al een paar weken doorrijden, en dat in januari, dankzij de
opwarming van de Aarde, dankzij de mens zelve. Dank U, mens zelve. Als U denkt
dat die cyclo-crossers zot zijn, wat dan gedacht van ons: wij doen dat elke
zondag gewoon voor onze liefhebberij. En wat dan gedacht van onze fokkemodders:
als vrouw elke zondag door de moor gaan ploeteren. Zotter kan niet. Mario.
Zondag, 14 januari 2007. Gentbrugge. Aakes,
Beekes en Madammekes verzamelen om 8.30 u aan de kerk voor een ingerichte tocht
in Gentbrugge. Nadine F en Rita DW, Rudy R, Rudy V, Danny F, Luc K, Eric VG en
Patrick R, Dirk en Frank H, Geert B, Rudy DC en Dimitri De Gucht. De bedoeling
is gezamenlijk te vertrekken en ginds ter plaatse, elk volgens bestvermogen de
toer te rijden, maar Rudy R. zit al een tijdje aan zijn velo te sleutelen, en
dus vertrekken de dames al op kop. Het klein tandwieleken in Rudy zijnen dailja…,
diejalr…, dyarjeu.., zijn versnellingsapparaat zit geblokkeerd, en met de
nodige smering probeert hij het opnieuw los te krijgen, want anders trekt da
serieus tegen. Ik stel nog voor om bij alle A-kes zo een wieleken te monteren,
kwestie van de snelheid toch wat te drukken, maar hij heeft er zo maar eentje
bij. Dan maar in gesterkte draf, af en toe nog een bijsmerend, naar Gentbrugge.
Eens ter plaatse blokkeert het spel volledig. Rudy besluit rap efkes thuis een
nieuw wieleken te gaan steken, en ons later terug te vervoegen. Wij beginnen
aan de rit op zijn ABBA’s. Nee, niet al zingend van Waterloo, maar A-kes en
B-kes, B en A allemaal toop tegare. Pure nostalgie, zo tussen de grote mensen,
en ge maakt nog eens wat mee. Al na goed 1 kilometer slipt Eric op een stukje
kassei, en smakt tegen de kinderkopjes. Toemme toch, ik ben toch ne loemperik,
foetert hij, en ik besluit hem niet tegen te spreken. Na een tiental kilometer
gaat het voor de ene wat te traag en voor de andere wat te rap, en we splitsen
toch maar op. Gent-brugge, ik had mij al dikwijls afgevraagd vanwaar die naam
komt, maar nu weet ik het. Bij Gent, en ‘k weetnie hoeveel bruggen.
Heusdenbrug, Mellebrug, een paar bruggen over de R4 en E40, en dan kom ik nog
een kennis tegen, Dirk Verbruggen, ’t kon niet op. Onderweg komen we elkaar nog
een paar keer tegen, ook de dames, die op de heenreis al een keer verkeerd
waren gereden, en naar het einde van de rit, ter hoogte van Heusden staat Rudy
ons dampend op te wachten. Hij ziet er al goed opgewarmd uit, en aangezien we
toch bijna rond zijn, besluiten wij vanaf hier rechtsreeks naar Kalken te
rijden. Met de wind in de rug gaat het goed vooruit, maar als Rudy DC op kop
gaat, en het tempo optrekt tot boven de 35 km/u ben ik toch blij als wij onze
rit afronden. Met een goeie 60 km in de benen, en enkele Leffe’s in ’t
buiksken, weeral eens content. Ivan.
En hoe
is het gesteld met uw dura, diré, deri, euh, derailleur, Ivan?
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 4 februari 2007. Hamme/Zogge. Om
halfnegen vertrekken Rudy R., Rudy V, Luc K, Jan W, Danny F, Erik V en ik. Ja,
U leest goed, Danny Fackerdefack reed ook mee. Ik ga
daar kort over zijn. Er zijn in onze Vlaamse cultuur immers speciaal
spreekwoorden uitgevonden voor mensen gelijk Danny, zoals ‘Er moeten er van
soorten zijn, hé’ of ‘Onze Heer moest zijn getal hebben, zeker.’ Voorbij
Overmere steken we Rita en Nadine (de zus van Danny, ongelooflijk maar waar)
voorbij, terwijl ze dapper naar Zogge peddelen. Ter hoogte van Zele wacht Hans
Schellaert ons op. Acht man. We starten nog eerder dan de aakes (o.a. Geert
Schepens, Frank Hanselaer, Dimitri De Gucht, Ivan Rogiers en Bracke, neenee,
niet Pier de schouwveger, maar Geert de bekenkuiser) die in auto gekomen waren
en ons al tussen Overmere en Zele voorbijstaken, terwijl wij nog Zele, St. Anna
en Zogge per fiets door moesten. Blijkbaar was het parkeren niet makkelijk verlopen.
Ge ziet: met uw velo zijt ge er rapper de dag van vandaag. Maar het is ietske
lastiger, das waar. Tegen kwart na 9 zijn we ingeschreven en zetten we aan.
Een
natte, grauwe, killige mist. Eindelijk nog eens een winterdag die naam waard,
maar eens ge in de velden aan het vlammen zijt, merkt ge daar niets meer van.
Erik en
ik houden het na 30 km met de super-aakes voor bekeken en rijden de laatste 15
km met ons tweetjes het parkoers van 45 km terwijl de supers de 55 km doen. In
een strak tempo, rapen we de ene dooie mus na de andere op en bewijzen zo
onszelf dat we eigenlijk ook nog steengoed rijden. Om halftwaalf zijn we terug
in Zogge. Dan moet er nog 15 km huiswaarts gefietst worden. Ik besluit de
terugrit alleen aan te vatten, want geen tijd om op de anderen te wachten.
Anders is de zondag zo voorbij. Na 85 km aan 25.3 induur ben ik thuis en te moe
om te weten of ik moe, maar voldaan ben. In alle geval, ik was “zochte”, en ik
heb gehoord dat er nog waren. Mario
PS. En
wie kom ik midden in de week tegen bij mijn garagist Ronny Verheyden (neenee,
niet bij mijn electro-zaak Geert Verhoeven): Bracke toch wel zeker. Neenee,
niet Geert de bekenkuiser, maar Pier de schouwveger. Geert ondertekent nu zijn
e-mails met ‘Specialist in wateronderzoek’. En ook met het volgend gedichtje:
“Komt dat tegen ... Pier is daar om uw schouw te vegen. En hoor ik daar het
riet niet ruisen ... of is Geert weer beken aan het kuisen?”
Zondag, 18 februari 2007. China. Eigenlijk
had ik er niet op gerekend verslaggever van dienst te zijn, aangezien Mario er
ook was. Bijgevolg had ik mijn road-data-recorder niet geactiveerd. Maar mits
wat diepgravende research in de donkere krochten van mijn aftakelend geheugen,
kon ik mij toch nog het volgende herinneren.
Als ik
mij niet vergis, verzamelden we aan Kalkenkerk voor een uitstap naar China. Of
was het Sinaai? Met de wagen: De gebroers Hanselaer, Geert Bracke, Rudy De
Clercq, Dimitri De Gucht, Geert Schepens, Wim Verschraegen, a man called Joe
(blijkbaar een maat van Danny F, al wist ik niet dat die ook maten had), en
ikzelf. Het schoon gezelschap: Christelle De Letter, Carla De Cock, Arianne
Coppenholle en Els Hoogewijs. Per velo: Jan Willems, Rudy Vergeylen, Danny
Fack, Luc Krick, Patje Roels, Mario Vaneechoutte, Dirk Vandevijver en Rudy
Rogiers, al moest die worden opgepikt in de Portugiezenstraat wegens een beetje
overslapen. In afwachting van de (te) laatkomers wordt er nog wat gebabbeld
over koetjes en kalfjes, tot ik achter mij Geert S. iets hoor zeggen van vorte
koe, en afslaan. Ik besluit onmiddellijk in te grijpen, en maak Geert erop
attent dat hij zijn schattig vrouwtje Carlaatje met wat meer respect mag
behandelen. Als de gemoederen bedaard zijn blijkt de vergissing volledig bij
mij te liggen. Geert was aan het uitleggen aan Rudy DC dat we op de
Antwerpsesteenweg aan de Vorte-koestraat moesten afslaan. Bij deze wil ik
nogmaals mijn excuses aanbieden aan Geert. Wanneer wij net ingeschreven zijn,
en startensklaar staan, komen de lustige fietsers er ook al aan, sommigen zelfs
al met het schuim op de mond. Terwijl zij de nodige formaliteiten afhandelen,
bouwen wij een mooie voorsprong uit, en het duurt tot bij de bevoorrading voor
zij ons te pakken krijgen. Even verder merk ik op dat bij het begin van elk glibberig
stuk, Rudy DC, resoluut het wiel van Geert B kiest. Ik vraag hem of dat een
bepaalde reden heeft, en hij antwoordt dat hij ook graag eens iemand een
palingduik zou zien nemen. Volgende keer misschien beter het wiel van Geert S.
nemen, want die was er vandaag een paar keer dicht bij. De hoofdvogel voor
vandaag wordt afgeschoten door Rudy V. In de verte herkent hij een van onze
dames, hij rijdt er naartoe, en in het voorbijrijden tikt hij haar op het
welgevormde achterste. Als hij nog even achteromkijkt, stelt hij echter vast
dat het niet een van de onzen was, maar een wildvreemde dame, met een
gelijkaardige outfit en fiets, die er niet echt kon mee lachen. Da mag dan een
keer zonder zijn Nadine gaan fietsen, en da wordt al handtastelijk. Zonder
verdere misverstanden wordt er nog wat nagekaart bij een natje en een droogje,
en kijken wij al uit naar de uitstap van volgende week. Ivan Rogiers.
Zondag 25 februari 2007,
St. Lievens Houtem. Om halfnegen staan aan de kerk: Rudy
Rogiers, Danny Fack, Dimitri De Gucht, Ivan Rogiers en ondergetekende, om nog
eens de route van St. Lievens-Houtem te gaan doen. Dat zal ons net geen 60 km
fietsen opleveren aan exact 25.01 km induur, op een winderig en toch lastig
parkoers. Ja, een wat raar groepje voor de zogenaamde super-aakes, nietwaar.
Alleen Rudy en Danny passen daar echt in. We leiden uit e-mailverkeer dat
gisteren nog plaatsvond af dat de andere super a freaks, zoals Rudy Vergeylen,
Jan Willems en Patrick Roels naar een rit in Mol zijn. Gelukkig maar voor Dimi,
Ivan en ikzelf.
Om 9 uur vertrekken de aakes Dirk Hanselaer, Wim Verschraegen,
Gunter Blanckaert en Eddy Troch voor de nieuwe route van Overmere. Met vier is
ook genen vetten, hé, mannen!
Ivan staat zo superscherp dat ik zijn profiel een paar keer met
dat van zijn groote broerie verwissel. We herinneren ons de tijd dat Ivan meer
achterwerk dan mens was. Achter hem vond steeds de ene na de andere valpartij
plaats, omdat de mensen gewoon niets meer zagen. Ik hoor het Marc Roelandt nog
zeggen: “Amai, wat is dat hier, een zonsverduistering bij volle maan en dat op
klaarlichte dag!?’, maar Marc reed gewoon achter Ivan. Hoe doet Ivan dat om zo
af te vallen? Kijk, dat vraag ik mij nu eens af, zie. Van op zijn werk zal het
niet zijn. Van te weinig Duvel te zuipen, ook al niet. Christine moet die nogal
afbeulen, zeg. Ivan, die NOOIT meer zo zot ging zijn om met de super-aakes mee
te rijden, NOOIT meer, verschiet eerst zwaar van het tempo dat Rudy en Danny
erop nahouden. Nochtans is dat tempo erg gedrukt omdat deze keer de meeste van
de freaks er niet zijn en omdat het ook geen ingerichte rit is, waarbij ze
voortdurend opgehitst rijden om weer nieuwe mensen voorbij te vlammen.
Rudy klaagt over een parkeerboete van 50 Euro die hij een paar
weken geleden opliep bij het gaan MTBen in Stekene. Dat Steekt, zo een boete.
Dan neemt ge voor één keer de auto om ernaar toe te rijden, en lap. Sorry Rudy,
zegt Danny Fackerdefack, maar mijn wedde moet ook betaald worden. Waarvoor
hartelijk dank. Vanaf nu noemen we hem Danny Fackerdeflik.
Danny met zijn dunne bandjes rijdt een keer plat, dan nog wel vlak
bij de vroegere woning van Bjorn V – wat is de wereld toch klein, maar gelukkig
zijn de twee vaste bandenvervangers, Rudy, en Danny zelf, mee. Daarom rijd ik
toch liever bij de super-aakes, want bij de aa-kes moet ge zelf uw band
vervangen en oppompen als ie plat is.
Ergens te velde rijden er twee ruiters naast mekaar een paar 100
meter voor ons. Rudy begint te fluiten en ik begin te bellen – ik ben de enige
met een bel en Rudy is de enige .., nee toch niet. Met de bedoeling dat ze
achter mekaar gaan rijden en we ze voorbij kunnen. Aangezien het wind op is
horen de ruiters ons pas als we al dicht genaderd zijn. Hoorden ze mijn gebel
dan wel Rudy’s gefluit? Ik geef toe dat het na een fluit van Rudy is dat ze
voor het eerst reageren. “Ziet ge nu wel”, zegt Rudy “dat mijn fluit beter is
dan uw bel.” Ik ga daar niet over discussiëren Rudy, zolang ge dergelijke
uitspraken maar doet over mijn bel en niet over mijn fluit. Ik moet zeggen, de
Duvels van gisteravond na de schitterende voorstelling ‘Geen paniek’ van de
Cauci-tens, over detective Baantjer, voor de gelegenheid “De Bock” genoemd, met
B O C K, zijn me toch een beetje misvallen, maar ge kent mij: ik doe altijd
mijn uiterste best om dergelijke initiatieven financieel te steunen. We zagen
daar ook Carla en Geert, neenee, niet Bracke de bekenkuiser maar Schepens de
broekaftrekker. Die mochten toch wel op de eerste rij zitten zeker. Eerst dacht
ik dat het was omwille van Carla haar achternaam (De Cock, met C O C K), maar
het was omdat hun dochtertje meedeed.
De terugtocht is wind achter en dan gaat het tempo tot tegen de 40
per uur. Ivan is er goed doorgekomen en rijdt net achter Danny. Achteraan moet
Dimi even lossen en Ivan wil Danny even doen vertragen, maar meer dan ‘Di, di,
dimi, di, di, di’ komt er niet uit, want Ivan zit toch op zijn tandvlees te
rijden. En er kwam een Rudytje met een ... fluit en het verhaaltje is weer uit.
Mario Vaneechoutte
O ja, van Marc R. uit de Krimineelstraat te K. geklapt, ik vind
hier nog een foto van in de tijd dat hij soms eens meeging, met de nadruk op
ging, zoals ge kunt zien. Het is wel van achteren getrokken, maar ge kunt niet
missen: Marc is de enige die zo rondloopt.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag
25 maart 2007. Belsele. Een speciale
dag voor mij, want mijn dochter wordt 18. Vannacht overgeschakeld naar
zomeruur, wat betekent dat we vannacht 1 uur langer konden uitgaan volgens
Dimitri De Gucht. Oe, zult ge zeggen, 1 uur langer uitgaan? Jaja, zegt Dimi, en
dan 2 uur minder slapen. Maar er moet toch iets misgelopen zijn met zijn
schema, want ik heb Dimi niet gezien, alhoewel hij ons ging komen ophalen met
zijn kamionette en eerst nog achter pistolets ging rijden. Niets van. Ook met
Danny’s schema is er misschien iets mis, want hij ging er zijn en was er niet.
Misschien moest Danny weer op geheime missie? Zoals U reeds allen weet, is Danny
Fackerdeflik geheim hulpagent derde klas. Het is heel goed mogelijk dat u niet
wist dat dat bestond, geheim hulpagent derde klas, maar dat is niet
verwonderlijk, want die derde klas hebben ze speciaal voor Danny moeten
bijmaken. Als ze weer eens op geheime missie vertrekken, plakken Danny zijn
collega’s hem een rood zwaailicht op zijn kop, met doorzichtige Duck tape,
zetten hem boven op de combi en Danny moet dan de hele tijd ‘wiewoe, wiewoe’
roepen. De eerste de beste scherpe draai nemen ze kort en rap, zodat Danny met
zijn rood zwaailicht op zijn kop over de straat rolt recht de dichtstbijzijnde
greppel in, luidkeels van ‘wiewoe, wiewoe’ roepend. Kwestie dat hij niet in de
weg loopt, als het serieuze werk begint. Hij doet dat ook soms bij het
mountainbiken – zowel in de greppel rollen als in de weg rijden. Als zijn
collega’s dan terugkomen van weer eens een geslaagde arrestatie, pikken ze Danny
weer op uit de greppel. Het is speciaal om hem gemakkelijk terug te kunnen
vinden dat ze dat zwaailicht op zijn kop plakken. ‘Goed gewerkt, Danny’, maken
ze hem dan wijs: “dat was weer een geslaagd afleidingsmanoeuvre”, en ja, ge
moogt stoppen met ‘wiewoe, wiewoe’ te roepen. Ze hebben ook al dikwijls gezegd
dat hij misschien beter die snor zou afdoen, kwestie dat het terug aftrekken
van die Duck tape minder zeer zou doen. Ook Eddy tuut tuut treintje Troch is er
niet. Die is net verhuisd naar Overmere, dik tegen zijn zin, omdat hij liever
in Kalken was blijven wonen. Troost U, Eddy, dichter bij Kalken kunt ge niet
wonen. Overmere is bij manier van spreken een deelgemeente van Kalken, zo een
beetje gelijk Laarne een deelgemeente van Kalken is. Kalken is dan zelf weer
een deelgemeente van Hussevelde natuurlijk, het centrum van de wereld. Wim Verschraegen, Rudy Declerck, Ivan Rogiers
en Dirk Hanselaer zijn er wel en besluiten met de auto naar Belsele te rijden.
Rudy Vergeylen, Erik Van Gasse, Jan Willems, Rudy Rogiers, Dirk VDV en Luc
Krick gaan met de velo. Ondergetekende ook, want ja, ik heb altijd al een groot
gedacht gehad van mezelf en ik denk dat ik dit wel aankan: 21 km naar Belsele,
aldaar 50 MTB en 21 terug. Luc slaat af ter hoogte van Waasmunster want hij
moest om halfelf thuis zijn. Wel raar dat hij ons verlaat juist in de buurt
waar de kaberdoesjkes zijn. Allez, ik vind dat toch raar.
In de bossen van Waasmunster, net voor de
bevoorrading, halen we twee bevallige vrouwkes in, Nadine en Rita. Even
verenigd met hun echtgenoten Rudy en Erik op deze mooie lentevoormiddag.
Even verder moet Jan weer eens wippen, om te tonen
hoe goed zijn ‘full suspension’ (= vering voor EN achter) wel werkt. Ge ziet
dat zo aan Jan, het is een jongen die graag wipt. En als hij gewipt heeft, dan
is hij ook van de grond gegaan. Hij gaat zeker 30 cm van de grond. Wie van de
grond gaat, moet ook terug neerkomen. Geen probleem, maar 50 meter verder,
blijkt plots zijn ‘body’ niet meer te pakken. Vraag mij niet wat dat is een
body, maar als ie niet meer pakt, draait ge zot en ge moogt afstappen en te voet
naar huis gaan. Ge moogt naar huis gaan, het is gedaan. Net als Rudy en Jan het
gaan opgeven met proberen, pakt die body plots weer wel en is Jan weer weg. Wel
wat minder wippend nu. Er zijn aan alles grenzen.
Na 52 km (ipv 50) komen we aan, we babbelen even 3
minuutjes vooraleer we de terugtocht van 21 km aanvatten. En wie komt daar
aangereden? Den Danny toch wel zeker. Hij had zich overslapen. Maar waarom
staat dat zwaailicht op zijn kop!? De terugtocht met wind achter gaat niet
onder de 35. Om 20 voor 9 vertrokken, om klokslag 1 uur terug thuis, na 95 km
aan 25.04 induur. De laatste kms zijn er voor mij plots teveel aan, vooral door
de honger. Ge kunt dat wel verstaan zeker, dit was er toch wel weer zwaar over.
Mario.
Zondag 1 april 2007. Sint-Niklaas. Als ik
mijn ogen open, en op de wekker kijk, zie ik dat ik mij al een beetje
overslapen heb. Ik spring snel uit mijn bed, en in mijn kleren. Spoel mijn
boterhammeken door met een kop koffie, kruip op mijn fiets en hoop dat Rudy nog
niet vertrokken is. Als ik al een beetje buiten adem bij hem aankom zie ik dat
hij gelukkig nog niet weg is. Wat zeg ik? Zelfs nog niet klaar is. Ik heb mij
overslapen, zegt hij met de vaakbeestjes nog in de ogen. Terwijl hij zich in
zeven haasten klaarmaakt laad ik de fietsen in zijn camionnette, en met een
vertraging van een tiental minuutjes kunnen we toch vertrekken. Op het
kerkplein worden we al opgewacht door, Patje Roels en zijn eega, Machteld. Als
tweede koppel Geert Schepens en zijn Carlaatje, Rudy Vergeylen (voor een keer
zonder zijn madam), Gunter Blanckaert, Tom Vandenberghe, en Steven ???, een
kennis van Tom.
Danny
Fack is er nog niet. Hij heeft zich wat overslapen, en moet thuis opgehaald
worden. Zijn fiets gaat achterin de wagen, en Danny zelf kan er vooraan nog net
bij. De 3 overslapers netjes op een rij. Rudy heeft geen tijd gehad voor een
ontbijt, en krijgt een stukje krachtvoer gedeeld dat Danny aan het binnenwerken
is. Ik krijg ook een stukje aangeboden, maar bedank vriendelijk. Het zag er uit
alsof het al een keer gegeten was, zoiets dat er bij het ingaan al uitziet
zoals het er gaat uitkomen. Als in Sint-Niklaas Hanske Schellaert aansluit,
zijn we compleet, en kunnen we vertrekken. Ondanks de stevige kopwind gaat het
goe vooruit, en als ik na een vijftal kilometer een rond mij kijk, zie ik dat
mijn mede-B-kes al afgehaakt zijn. Ik besluit mijn verstand te gebruiken, en
laat mij uitzakken tot bij de normale mensen. Het tempo wordt ook bij ons vrij
strak gehouden, en aan de bevoorrading komen wij de super-a-kes opnieuw tegen.
Even verder rijdt Tom VDB vooraan lek. Gelukkig heb ik een reserveband bij,
zegt hij, maar spijtig genoeg ligt hij nog in mijn auto. Tijdens het wisselen merk
ik een versgedraaide hondestr… op, en waarschuw de anderen voor het gevaar. Als
we weer willen vertrekken zie ik dat ondertussen ook mijn voorband plat staat.
Na het aanroepen van enkele Heiligen, besluit ik niet te wisselen maar wat bij
te pompen. Als we opnieuw startklaar zijn zie ik dat die drol al goed
opengedesterd is. Lachend vraag ik wie de gelukkige is, maar merk snel dat ik
prijs heb. Alle andere Heiligen worden er nu ook bijgehaald, en na het nodige
poetswerk kunnen we eindelijk verder. Zeker weten dat de eerste hond die ik
tegenkom een schop in zijn gat krijgt, dat hij 3 dagen moeilijk zal kunnen sch…
Eigenlijk is het al ver gekomen. Als Mario er niet bij is de verslagskes
schrijven, is een punt, maar dat ik nu ook al moet lopen stinken in zijn
plaats, dat is er toch wat over. Ivan
In
verband met vorig verslagje van Ivan wil ik toch even iets meedelen. Beste
Ivan, misschien heb je je al dikwijls afgevraagd hoe het komt dat je zo weinig,
om niet te zeggen geen, vrienden hebt. Het is niet omdat ge zo een
verschrikkelijke ambetanterik zijt. Dat ook, maar vooral omdat ge nog erger
stinkt dan de trotters bij de Woesten. Beirken Vuilemuile heeft er niet aan.
Heel Hussevelde vraagt zich af hoe Christine dat al die jaren al met jou
uithoudt. Het kind. Die moet u toch ferm geiren zien, zulle. Zoals het
spreekwoord zegt: ‘Ge moet niet goed rieken om sjans te hebben’. Mario, vanuit dachtertuin
Paaszondag 8 april 2007.
Overmere-Wetteren. De KWB kookploeg zit in Dardennen, er zit er een in
Dalpen, en er zijn er die Paaseikes moeten gaan rapen. Het zal dus gene vetten
zijn vandaag. Gelukkig kan ik op mijn scheef-rechtovergebuur rekenen, en als ik
het kerkplein oprij, staat Rudy De Clerq mij op zijn Paasbest op te wachten.
Hij heeft er zelfs zijnen plastron voor aangedaan. ’t Is nie omdat we in ’t
veld gaan rijden, dat we niet deftig mogen gekleed zijn hé, zegt hij, en gelijk
heeft hij. We wachten nog een tiental minuutjes op versterking, maar
tevergeefs. Met ons twee dan maar. Op Paasmaandag is er een ingerichte tocht in
Zele, en gisteren zag ik al een bordje hangen in Overmere, dus besluiten wij
die rit al eens te proberen. We vertrekken langs de Boombos-straat om in
Overmere in te pikken, maar zien bij het indraaien ook al pijltjes hangen
richting Wetteren. 50 meter gereden, en al rechtsomkeer moeten maken. Een nieuw
record. De rit verloopt voorspoedig, maar ik maak mij toch wat zorgen om mijn krakende
ketting, en in Berlare is het zover. Mijn ketting breekt in twee.
Waarschijnlijk teveel macht in de benen. Dat mijn velootje al een beetje
versleten is zal er ook wel mee te maken hebben. Ik begin mij al voor te
bereiden op een wandelingske naar huis, maar Rudy haalt uit zijn achterzak een
verroest kettingponsken tevoorschijn. Als het niet vastgeroest zit, kunnen we
proberen da kettingsken te maken, zegt hij. Vijf minuutjes later is mijn panne
hersteld, en zijn ponsken opnieuw gerodeerd. Zonder verdere problemen komen we
aan in de Beize, waar we op het terras en in het zonnetje mogen genieten van
ons Paas-aperitiefje. Ivan.
Zondag 15 April. Serskamp (B) en
Koewacht (A).
De A-kes zijn al vertrokken om 8.30u voor de 8e editie van Grooten
Prijsch Daniel Fack. Wij B-kes verzamelen om 9 uur voor een rustig ritje
Serskamp, voormalige grote prijs D. F. Eddy Troch, na lange afwezigheid er ook
nog eens bij, Rudy De Clerq, Wim Verschragen, Dirk Hanselaer en ikke. We houden
het kort, want Rudy moet vroeg thuis zijn vandaag. Hij wil met zijnen daklozen
naar het oldtimertreffen van de St-Pietersfeesten, moet daar ten laatste om 12
uur inschrijven, en gaat om 12 uur beenhesp eten ten voordele van WTC Calcine.
Voor de eerste keer van ’t jaar in korte mouwkes, want het weer is schitterend.
Zomer in April. Alle wegeltjes en paden liggen er perfect berijdbaar bij, en
zodoende gaat het goed vooruit. Zo goed zelfs dat, ondanks enkele extra rondjes
in het Prullenbos en de Warande in Wetteren we om goed 11 uur al neerstrijken
in Kalken. Enkele minuten later komen de dames ook aangestormd. Nadine en Rita
rustig taterend, Christel woordeloos. Na een poosje probeert ze PAP te zeggen,
maar komt niet verder dan Pa… Of bedoelde ze hiermee haar man, Dirk? Nog een
uurtje later komen ook de A-kes letterlijk aangestoven. Zij hebben er blijkbaan
een goeie lap op gegeven, want mijnwerkers lijken er propere jongen naast. Rudy
Rogiers, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Luc Krick, Jan Willems, Patje Roels en
Eric Van Gasse. Deze laatste is niet alleen woordeloos, maar ook sprakeloos,
ademloos, en bijna hopeloos. Hij kan nog net gebaren, glijdt met zijn vinger
over zijn keel, dat hij stikkapot zit. Toch nen dikke chapeau voor Eric, ik
weet hoe het voelt als de anderen 5 km per uur te snel rijden, maar hij doet
het toch maar. Dat is nogal wat anders dan Mario, die rijdt al een paar weken
niet meer mee, omdat hij naar eigen zeggen ‘k weetnie hoe neig moet werken. En
als we dat niet geloven, maakt hij ons wel een andere blaas wijs. Mario, en
werken, ik weet zelfs niet of die twee woorden in één zin mogen gebruikt
worden. Ah ja, toch wel. Mario kan goed op de zenuwen werken. Ivan Rogiers
Vrijdag
20 april en zondag 22 april. Hoeraah
hoeraah, er is er één jarig. Erik Van Gasse is 50 geworden. Een jubilee. En dat
moet gevierd worden en Erik geeft een groot feest. Erik is dan nog de
sympathiekste van de mountainbikers. Wat zeg ik, eigenlijk is Erik de enige
sympathieke modderfokker die ik ken. We wensen innige deelneming aan zijn
vrouwtje Rita nu ze met zo een ouwe zak zit. Rita is een al even sympathieke en
eeuwig jonge fokkemodder. Zoals alle fokkemodders trouwens! We jagen verder
Erik op kosten door de hele bar leeg te drinken. Meer kregen we echt niet op,
Erik. Erik had zeker gespeeld en de tafel ‘Familie’ tussen de tafel
‘Modderfokkers’ en de tafel ‘Wielerterroristen’ geposteerd, kwestie dat er geen
malheuren gebeurdegen. De zondag rijden we met 9 jongens* op ons fietske naar
St. Lievens Houtem. 62 km aan 26 induur, niet mis. De super akes zijn naar
Waregem en het super super ake, Rudy R., rijdt VIPs rond in de Amstel Gold
Race. Kunt ge U voorstellen: met zo een stel prontige popkes in uw auto van de
ene receptie naar de andere, de flauwe plezante uithangen (dat kan Rudy juist
heel goed) en er nog voor betaald worden ook. Het zijn ook altijd dezelfde die
sjans hebben.
Maar je hoort ons niet klagen: Wij, dat zijn: Geert
Schepens, Ivan Rogiers, Dirk Hanselaer, Eddy Troch, Luc Krick, Erik Van Gasse,
Mario Vaneechoutte, Hans Schellaert, Dirk Pieters.
Schitterend helder weer, schitterend heuvelend fris
groen landschap, en ja goed ik ga het toch maar toegeven: schitterende
kompagnie. Ivan deed wel mee, maar kom. Hans probeert onder een hekken
door te rijden, maar is vergeten dat zoiets alleen Dirk kan. Hans rijdt zich
vast en zit dus vast op zijn fiets onder die baar. Er zit nog maar 1 middel op
om daar weer uit te raken en dat is hem domweg opzij laten vallen. Ivan komt
niet meer bij van het lachen.
Erik zijn fiets kraakt, of is het Erik zelf? Dat zou
ons niets verwonderen, want die mens wordt al een dagje ouder natuurlijk. Als
Erik beweert dat het pijltje van de route naar rechts wijst en het is eigenlijk
naar links, is er daarom niemand kwaad op Erik hoor. Maar neen. Wij verstaan
dat. Zo een oudere mens ziet niet zo goed meer, hé. In de Beize aangekomen
offreren wij Erik een fris groen blaadje uit de bloempot op het terras. Hier,
Erik, zeggen wij, naar ’t schijnt lust een ouwe bok dat nog eens graag.
En hier
is ie, zie. Proficiat, Erik!
Mario Vaneechoutte
* ’t Is
te zeggen 8 jongens en 1 ouwe, want Erik reed ook mee natuurlijk.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 29 april 2007,
Masenzele. Afgesproken om acht uur aan de kerk, de dag na een gezellige
bijeenkomst in de schorpioen bij de woesten voor een hapje en een drankje en
voor sommigen een dansje. Zeven voertuigen en 15 ongelukken, ik bedoel 15
mensen.
Toch vroeg voor sommige feestvarkens die dan eerst wat
restjesvoer naar buiten moeten werken en hun roes moeten uitslapen. Gelukkig is
het een half uurtje rijden en zo moet het slapen niet op de fiets gebeuren, hé
Rudy. Op weg naar het slagveld nog eventjes stoppen om een in het echt
verbonden vader mee te nemen die luistert naar de naam Hans. Eens aangekomen
beginnen de problemen: Hoeveel km gaan we doen? “80, voor minder kom ik niet
naar hier”, luidt het daar vanop de achtergrond. Nee, nee ik stond vooraan! Het
was de Jan die de kilometers in de benen wou. Eerst nog een plasje vóór de
start. Bij Danny kan dat niet anders of op zijn handen .Te klein? Onhandig? Wie
zal het zeggen? Maar gelukkig komt er iemand met een handdoek aan. Of is dat
toch een truitje? Van Carla dan nog.
OK, gestart met twee voor de 50 km en de rest vast besloten
om op een uur of drie 80 km af te leggen. Dat valt tegen! Na de tweede
bevoorading op zo’n 40 km met een gemiddelde van 21,5 in duur was het reeds
kwart na elf. Wie dus een beetje kan rekenen: 40 km op twee uurtjes => dat
is dan nog eens twee uurtjes. En omdat sommigen iets vroeger naar huis moesten,
zijn er drie musketiers (Tim, Danny en ik zelve) samen met de drie 50-ers, (nee
geen leeftijd, wel kilometers want Eric was daar niet bij) om de rest van het
parcours, de 50 km dus, te volgen.
Ik heb hier mijn tenen moeten uitkuisen om mee te kunnen, zo
goed ben ik echt nog niet.
Het was dus een nogal heuvelachtige rit met steile
afdalingen, zag ik daar iets duwen in de broek van Danny bij de afdaling? Een beetje
voorzichtiger dan anders? Een trauma van iets? De leeftijd? De drank van
gisteren? Wie zal het zeggen?
Op de terugrit met de camionette, vol met fietsen, ja, ik heb
voor transport gezorgd, (ik had nog wat goed te maken) moest er ter hoogte van
Zele een gescheurde kader met toebehoren gedeponeerd worden. Ja, de Kader van
Joe, niet van Holsbeek maar van Zele is terug gescheurd, ongetwijfeld door te
hoge innerlijke krachten van Joe. Zo, dat was mijn versie van de rit in
Masenzele.
Tot de volgend rit. Dimitri
De Gucht.
Zaterdag 12 mei 2007, Merelbeke.
Hiermee wil ik U enkele flandriens meedelen die zich de laatste 2 weken
hebben bewezen. Op zaterdag 12 mei zijn Wim Verschraegen, Dirk Hanselaer en
ikzelf afgezakt naar Merelbeke om vlug de 90 km eens te rijden. Er was nen
slimmen bij die meende dat het eigenlijk niet zoveel had geregend en dat alles
wel zou meevallen. Na enkele km heb ik mijn woorden teruggenomen, we waren met
modder besmeurd van kop tot teen. Maar ja, daar doen we het toch voor hé. Doe
daar nog een paar fikse buien, redelijk wat wind, een paar
valpartijen, een paar pittige hellingen en 3 km extra bij en 't spel
is compleet. Gelukkig ligt Merelbeke in een put en was het op het einde bergaf.
Moe maar voldaan zijn we 't ginder dan afgebold. Rudy Declerck
Zondag 13 mei 2007, Moederkensdag. We
vertrekken om 8.00 uur naar Erpe-Mere. A-kes en B-kes, allemaal toop tegare met
de fiets. Enkel Dimitri De Gucht en Tim Raman rijden met de wagen, omdat ze
vroeger moeten thuis zijn.
Wel met
de velo: Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Jan Willems, Patrick Roels,
Bart Van Hecke, Eric Van Gasse, Geert Schepens, Dirk Pieters, en ikzelf. We
beginnen “rustig” aan een 28 – 30 km/u, maar nog voor Uitbergen worden we
voorbijgereden door een groep fietsers op dunne bandekes. Natuurlijk pikken we
aan, waardoor ons snelheid optrekt naar 33 – 34. Als na een 2-tal kilometer de
koplopers van de dunne bandekes al een beetje blauw beginnen uitslaan, moet er
“toevallig” ene zijne neus snuiten, of zo, waarvoor ze allen aan de kant gaan
en ons voorbij laten. Wie dacht dat het dan bij ons ook wat rustiger gaat, zit
er serieus naast. We stuiven dapper verder, en in geen tijd zijn ons collega’s
niet meer te bespeuren, maar ja, wat wil je, met Rudy en Bart op kop. Maar,
misschien moeten we toch voor Bart eens een speciale voorvork bestellen. Zo
eentje die een halve meter naar voor uitsteekt, zo een Amerikaans
chopper-model. Bart heeft namelijk de onhebbelijke gewoonte, als hij naast
iemand op kop rijdt, wil hij altijd een half wieletje voorsprong. Met die
speciale fourge is hij altijd content, en kunnen wij iets rustiger rijden.
Bij de
start in Erpe-Mere kiezen de A-kes voor 55. Na de splitsing blijven Geert,
Dirk, Eric en ik over voor de 42, want na de 18 km heen, willen we ook nog de
18 terug. We doen elk ons deel van het kopwerk, en hebben zowaar nog tijd om
een babbeltje te slaan. Geert voelt zich kiplekker, maar als plots eens nest
kiekens over de weg loopt, heeft hij er ene te pakken. Hij rijdt er kluit over,
en de pluimen vliegen langs alle kanten. Als hij even verder van de emoties
bekomen is, zegt hij lachend, “Ik vrees dat da kieken niet veel eieren meer zal
leggen”. Ik denk zelfs dat hij gelijk heeft, want het was een haan. Geert
blijkt iets te hebben met kippetjes. Uit goede Kookwabeter-bron heb ik vernomen
dat kip zijn lievelingsgerecht is, en zou het toeval zijn dat zijn vrouwtje,
Carla De Coq noemt. Genoeg gekakeld, over naar de rest van de rit, die
voor mij in mineur eindigt.
Een
tiental kilometer voor het einde krijg ik pijn in de knieën. De reus Achiles
kreeg het aan zijn enkels, maar ik ben geen reus, en mijn knieën komen ter
hoogte van zijn knoesels. Waarschijnlijk daardoor… De terugtocht zit er voor
mij niet meer in, en ik regel een lift in de wagen van Dimitri, waarvoor “Danke
Dimi“. We zitten al terug in Schoonaarde wanneer we de fietsende bende
voorbijrijden, en na het horen van onze aanmoedigingen steken ze nog een paar
tandjes bij. Zoveel tandjes zelfs, dat ze al aankomen in Kalken terwijl wij
onze fietsen nog aan het uitladen zijn. Geert, zo fier als een haantje vertelt
dat het de eerste keer is dat hij een rit van 78 km verteert. Chapeau, Geert,
je bent altijd al een haantje de voorste geweest. Ivan Rogiers.
Zaterdag 19 mei 2007. Steenhuize. Op
zaterdag 19 mei zijn Dirk Hanselaer, Dirk Pieters, Geert Schepens en ikzelf het
parkoer in Steenhuize gaan verkennen. Het weer was beter dan verleden week,
doch de beklimmingen waren al even slecht. Iedereen heeft toch "de
muur" getrotseerd. Er viel één valpartij te betreuren van Geert, hopelijk
is de schouder vlug hersteld, maar Geert had toch een abonnement bij de
kinesist. Dirk Pieters zorgde ook nog voor een extra stop door eens plat te
rijden. Na 75 km haden we toch nog de moed om nog een pilsken te drinken. (dus
we waren nog niet steendood in Steenhuize). Rudy Declerck.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 3 juni 2007. Lokeren. De
meesten zijn naar Grotenberge Zottegem, maar Wim Verschraegen, Ivan Rogiers,
Rudy De Clerck, Luc Krick, Karel Verhoeven, HO Kalken gouden schoen Bjorn
Vergauwen en uw verslaggever doen de toertocht in Lokeren.
‘Morgen
niet te rap hé, Mario’ had Karel gisteren nog aan de telefoon gevraagd, ‘want
ik heb 3 maanden niet meer gereden’. ‘Ik ga kalmkes beginnen’ had Bjorn gemaild
‘want ik heb nog niet gereden vanwege het voetbalseizoen. Ik hoop dat ik mee
kan zondag’. En welke twee hormonenbommekes kunnen zich niet inhouden? Juist:
Bjorn en Karel. Na de bevoorrading komt er een zandstrook aan. Die kan heel
slecht liggen, zeg ik, als het droog is, maar het is nogal aan de natte kant
geweest, dus het zou kunnen meevallen.’. Waarop Karel antwoordt : ‘Ja,
verleden week viel die zandbak heel goed mee. ‘ EN DAT ZEGT IEMAND DIE
DRIE MAANDEN NIET GEREDEN HEEFT! Waar heeft die jongen toch zo leren liegen?
Tegen zijn beste maten dan nog. Toch niet van zijn gelijknamige nonkel pastoor,
hoop ik.
Rudy
Washington DC imponeert zoals hij in het doorgaan kop trekt windop. In Lokeren
blijken er twee toertochten door mekaar te lopen. We stoppen aan de
bevoorrading van de andere toer en moeten dus zonder bevoorrading verder rijden
en dan nog lang wachten op die van ons. We raken mekaar een paar keer kwijt,
maar steeds vinden wij KWBers modderfokkers elkander weder! Mario Vaneechoutte
Zondag 24 juni 2007. Unkerzakkenrit in
Kalken.
We
spraken af om 8.30u op het kerkplein, maar door omstandigheden (Christine was
ook meegereden) waren we 5 minuutjes later, en waren de vogels al gaan vliegen.
Dan maar met zijn tweeën naar de Scala, waar de rest ons stond op te wachten.
Amaai, was mij dat verschieten, want wie stond daar, in vol ornaat, te blinken
gelijk nen spiegel, afgetraind, messcherp gelijk nen atleet?
Niemand
minder (maar ook niemand meer) dan MARC ROELANDT. Jaja, wrijft nog maar ne keer
in uw oogskes, ge leest het goed, Marc Roelandt. Normaal rekenen we voor een
“standaard” verrijzenis 3 dagen, en ook al heeft Marc er bijna 3 jaar over
gedaan, hij stond daar toch maar.
Stonden
er bij en keken er naar: Geert Bracke, Geert Schepens, Dirk Hanselaer, Danny
Fack, Dirk Pieters, Rudy De Clercq, Eddy Troch, Eric Van Gasse, en nieuwkomer
Tom Neus. Ook nog een hele bende meiskes: Nadine, Rita, Gerda, Christelle,
Carla, Veerle, Christine B, Christine DS. Carine, Nele, Ariane, en ander schoon
volk, waarvan de namen mij ontglippen. En al van bij het begin gaat Marc nog
aan kop rijden ook (tot de anderen ook op de fiets zitten). Na een tiental
kilometer, we zitten net in de Zomerstraat, wordt er een versnelling ingelast,
en Danny trekt eens stevig door. Iets te stevig blijkbaar, want we zien hem pas
20 km later terug. Ik vraag hem of hij rustig is gaan ontbijten , maar hij
heeft een afslag gemist. In plaats van de Portugiezenstraat in te slaan, is hij
verder gevlamd, en pas over de E-17 brug in Cootveld gemerkt dat er geen
pijltjes meer hingen. Ter hoogte van Berlare begint Marc de tol van zijn
sabbat-jaren te betalen, en hij is maar wat blij, dat even verder Eddy lek
rijdt. ‘Merci Eddy’, zegt hij nog, en ‘ik rij op mijn eigen tempo verder’.
Gelukkig was er enkele honderden meter verder een tweede bevoorrading, of we
hadden hem nog gedubbeld. Als ook wij na de depannage aan de bevoorrading
aankomen, zien we hem nog net zijn infuus uittrekken. Hij besluit opnieuw
alleen verder te gaan. Niet echt slim, want als we hem terug zien in de Scala,
blijkt hij nog verkeerd te zijn gereden. Niet echt moeilijk, als je weet dat
van vermoeidheid, zijn voorhoofd voor zijn ogen hing. Naar het einde van de rit
krijgen we bijna nog spektakel. Het smalle wegeltje aan de blauwe steen ligt er
verraderlijk bij, en Tom moet zijn gebrek aan stuurmanskunst bekopen met een
tuimelperte. Spijtig genoeg naar de verkeerde kant, anders was hij bij zijn
eerste rit al meteen gedoopt. Toch nen dikken chapeau voor de neofiet, maar
zeker ook voor Marc, de come-back van het jaar, die er bij de nabespreking al
opnieuw een stuk beter uitzag dan tijdens de rit. Hopelijk tot volgende week???
Ivan Rogiers
Zondag 1 juli 2007.
Eksaarde. Door heel wat feesten en bbq’s telden we slechts 8
man, om half negen, bij de start, A’s en B’s samen. Ikzelf heb ook het gevoel
gisteren te veel bbq gegeten te hebben. Rudy R, Jan W, Luc K, Rudy V,
Yvan R, Dirk H, Geert B en Rudy DC zijn de mannen. Rita, Nadine en Ariane, de 3 vrouwelijke kandidates verkozen per auto
naar Eksaarde te bollen.
De rit naar ginder verliep vrij vlot, ’t was meewind, maar Luc K moest
vroeg thuis zijn en ik denk dat Rudy R en Rudy V dachten dat het maar tot 9 uur
in te schrijven was. Zodoende verscheen er toch af en toe eens een 4 vooraan op
mijn kilometrieksken.
We starten de rit tezamen, nu laat Jan eens zien dat ze vorige week de
beste waren op “Den Aard”. Tot aan de eerste splitsing, dan gaan de dappere
B-kens hun eigen weg (de rit van 25 km). We moeten kunnen toegeven dat we de
A’s niet zouden kunnen volgen hebben.
Kort voor de bevoorrading halen we Ariane in, die profiteert van ons
gezelschap om vlug nen platten band te hebben. Dirk H. was eigenlijk content
dat we eens konden rusten, ja feestelijkheden eisen hun tol hé, Dirk.
Bij de bevoorrading arriveren ook Nadine en Rita (deden ook de 50 km).
Ivan gaat aan de vrouwen vragen om de A’s te vertellen dat we in Eksaarde niet
zullen blijven hangen. Maar een paar ogenblikken later kan hij het eigenlijk
zelf zeggen. De A’s hebben 4 km meer gedaan maar zijn er ook al. Wij verschonen
ons met het feit van de lekke band.
In Wachtebeke moeten we kiezen bij een hindernis links of rechts te
rijden. Ivan wacht eigenlijk wat lang om te beslissen, staat dan bijna stil,
krijgt zijn voet niet uit de klikpedaal en gaat er wat bij liggen. Hij ligt nog
wat te vechten tegen zijnen velo en zakt nog wat dichter bij de gracht en …..,
nee dat plezier gunt hij Geert niet.
Als we al ongeveer 30 km hebben gereden slaan we af richting Kalken
(tegen wind). Bij aankomst in de Beize hebben we toch een kleine 70 km met meer
dan 25 gemiddeld.
Hier proberen we onze dorst te verlaan en na 2 consumpties komen de 3
anderen ook toe (Luc zat dan al in de kerk). Nog wat nababbelen en de
ontspanningsvoormiddag zit erop. Rudy De
Clerck.
Tenslotte willen wij
modderfokkers nog eens iedereen uitnodigen die goesting heeft om op
zondagmorgen mee te rijden. Meestal vertrekken we rond halfnegen of negen aan
de kerk. Er zijn rappe, hele rappe en gewone mensen (ja, toch een paar) zodat
er voor iedereen wel een aangepaste snelheid is. En er zijn zelfs
vrouwenploegen aktief in modder, weer en wind. Denk niet dat je uit de toon
zult vallen: als je weet dat er mensen zoals Danny Fack, Ivan Rogiers of Marc
Roelandt meerijden, dan moet het al erg met je gesteld zijn. De laatste is na
zijn mirakuleus wederoptreden (zie verslag Ivan) gelukkiglijk weer
achtergebleven, we hebben hem niet meer gezien sindsdien.
Mede dankzij de
mountainbikers gaat het goed met KWB Kalken, want wat lazen we in de laatste
Kraak voor het verlof: de KWB Kalken telt 200 leden, en het 200° lid was
daarenboven een kersverse mountainbiker: Gunther Blanquaert, alias de roste
Senna. ‘Wat smijten ze nu weer binnen?’, dachten wij de eerste keer dat hij
meedeed, en zoals hierboven uitgelegd, met Danny, Ivan en Marc waren we toch al
heel wat gewend. Maar Senna heeft al beloofd dat hij alle andere leden eens
gaat trakteren. Reden te meer dus om onze rangen zo snel mogelijk te vervoegen.
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 2 september 2007. Berlare. En we
zijn weer vertrokken. Na een veel te korte, en nog veelteveel-tere koude
zomervakantie, pakken we de draad terug op. Niet dat we 2 maand op ons lui gat
gezeten hebben. Vakantie of niet, we fietsten gewoon verder. Met uitzondering
van Mario, die zit al een gans jaar op zijn lui gat. We vertrekken in groep met
de fiets naar De Scheve Villa in Berlare. Rudy R, Patrick R, Rudy DC, Eric VG,
Jan W, Geert S, Dirk VDV, en ikke. De Dames waren ook mee. Nadine, Rita, Carla,
Ariane en Machteld. Aan de inschrijving kies ik voor de 55 km (+ 2 x 10 van de
heen en terugrit = 75), meer dan genoeg voor mij. De A-kes gaan voor de 75 (+
20 = 95). Wij (ik) B-kes proberen zo lang mogelijk bij de A-kes te blijven, om
toch een beetje uit de wind te kunnen zitten. Als we aan de splitsing komen,
kies ik als enige voor de 55. Na wat getreuzel en getwijfel, laat ik mij door
Geert overhalen om toch maar met de rest mee te rijden. Hoe het komt weet ik
niet. Misschien zit mijn helm een beetje te strak, en krijgen mijn hersenen te
weinig zuurstof. Feit is, als ik met de Modderfokkers op weg ben, heb ik meer
courage dan verstand. En als we aan de bevoorrading aankomen, heb ik mijn
overmoed al zwaar moeten bekopen. Steendood, kapot, mottig, en een beetje moe
ook. Kwaad op heel de wereld, maar vooral op mijzelf. Ik zeg tegen de rest dat
ik wel op mijn eigen tempo verderrij. Rudy DC, Geert en Dirk vinden het ook
welletjes en houden mij gezelschap. Een tiental kilometer verder, komen we in
de Gratiebossen. Ik zeg tegen mijn gezellen, dat we een stuk parcours kunnen
afsnijden, maar ook dat mag niet baten. Ze volgen verder de pijltjes. En ik, ik
rij weer mee. Begin zelf te zingen. “Let’s go all the way,…”. Ik zal toch eens
naar mijn helmken moeten kijken. Op een tiental kilometer van het einde, raken
we dan ook nog Dirk kwijt. We wachten een tijdje, keren een stukje terug,
vragen aan andere fietsers of ze iemand tegengekomen zijn met materiaalpech,
maar helaas, geen Dirk. We rijden dan maar verder naar de aankomst maar vinden
hem daar ook niet meer terug.
Beste
KWBers. Bent u een dezer dagen in de buurt van Berlare, en ziet u een brave
jongen al wenend op de fiets, neem hem dan mee naar een van bovenvermelde
personen. Wij brengen hem wel terug naar Zwijnaarde. Ivan Rogiers.
Zondag 9 september 2007. Grembergen. Nu weet
ik het zeker. Ik laat mijn kop niet meer zot maken om mee te rijden met die
bende freaks. Veel te neig afgezien vorige week. En als ze dan ook nog om 8 uur
met de fiets vertrekken naar Grembergen, is de rekening rap gemaakt. Er is ook
een ingerichte rit in Lochristi, dus spreek ik af met de B-kes om daar eens een
kijkje te gaan nemen. Als ik aankom op het kerkplein staat Geert Schepens al
klaar. Rudy R, Rudy V, Danny F, Patje R, Eric VG en Joe zijn al met de fiets
vertrokken. Ook supermadammen Nadine en Rita zijn er. Terwijl zij hun fietsen
inladen, vraagt Geert waarheen de rit gaat, en of we misschien ook niet met de
wagen naar Grembergen rijden? Hij heeft van horen zeggen dat de rit in
Lochristi niet veel soeps is. Veel baan, en veel stukken waar wij bijna
wekelijks rijden. Natuurlijk had ik mijn helmken weer op, en laat mij bijgevolg
overhalen om mee te gaan. Terwijl ook wij de fietsen laden, komen Luk K en Dirk
P en Ariane ook nog aansluiten. Na een beetje zoeken vinden we de startplaats.
Kijk ne keer hier, zegt Geert, we kunnen hier al parkeren in dat spoor, net
naast de inschrijving. Als ik hem zeg dat hij toch beter zijn 4x4 inschakelt,
want dat het spoor een grachtje is van een half meterke diep, gaat hij zijn
wagen toch maar wat verder parkeren. Eenmaal de fiets op, komen we na een paar
kilometer, op krek hetzelfde parcours van vorige week terecht. Zij het dan in
omgekeerde richting. Maar het grootste verschil tussen nu en vorige week is de
forme. Daar waar ik vorige week voor geen meter vooruit kwam, kan ik nu mee aan
kop draaien, en al eens een tandje bijsteken. Een heerlijk gevoel, zeker als
dat al zo lang geleden is. Als we na een lekke band van Luk weer vertrekken,
komt er iemand bij ons aansluiten. Zo een gast met een flashy oranje vestje en
dito schoenovertrekjes. Hij blijft een paar kilometer in de wielen, en komt
dan, een beetje overmoedig op kop. Na 50 meter kijkt hij even om of wij nog
volgen, na 100 en 200 m nog eens, maar wij geven geen krimp. We laten hem nog
een beetje verder spartelen, en als Luk net nog niet moet beginnen remmen,
neemt hij de kop over. We trekken de snelheid een beetje op, en na een paar
kilometer houdt onze vriend het voor bekeken. Als ik hem later, na de rit
opnieuw tegenkom, vraag ik hem wat hij ervan vond. Schoon tempo-ken, antwoordt
hij hijgend. Ik vraag aan Geert, langs de neus weg, of de A-kes al terug weg
zijn. Voor alle duidelijkheid leg ik uit dat er ook nog een A-team rondrijdt
met dezelfde truitjes als die van ons, maar dat die mannen voor ons te snel
rijden, en dat wij het op ’t gemaksken doen. Hij wordt een beetje bleekjes rond
de neus, laat het hoofd wat zakken, en gaat aan de toog zijn gratis Grimbergen
halen. Iets zegt mij dat het niet zijn laatste zal zijn. Als wij aankomen in de
Beize, zitten de mannen van het lichte vliegwezen al aan de nabespreking. Wij
zijn tevreden met een gemiddelde van 27 km/h, maar moeten toch passen voor hun
29.6 op de rit en meer dan 30 per uur met de heen- en terugrit inbegrepen. Ivan Rogiers.
Zondag 16 september 2007. 2 many bikers
toertocht Wetteren. Staan met hun plastronske zoals
afgesproken, want wij rijden met plastron als het kermis is, of zonder
plastronske, zoals niet afgesproken, want er zijn er altijd die zich niet aan
de afspraken kunnen houden, aan de rups: Luc Krick, Hans Schellaert, Gunther
Blanckaert, Rudy Vergeylen, Rudy Rogiers, Eddy Troch, Ivan Rogiers, en de
vrouwkes Christine en Ariane. De afspraak was wel aan de botsauto’s zodat ik
eerst 5 minuten heb mogen zoeken op die immens grote kermis van Kalken voor ik
de bende vond. Als we justekes vertrekken, komen daar in 7 haasten nog
afgereden: Danny Fack en Els. In Wetteren sluiten nog aan: Carla, Rita, Jan
Willems, Geert Schepens en Erik Van Gasse. Na 5 km rijdt Erik al plat. Voor een
keer dat hij niet valt. Tiens Eddy, die zijn heroptreden doet na lange tijd, is
er al niet meer bij en ik heb hem dan verder niet meer gezien ook. Blijkt dat
hij al meteen plat gereden was en dat zijn reserveband ook niet deugde. Meteen
gedaan met zijn wederoptreden. We beslissen met 6 (Luc, Hans, Geert, Gunther,
Ivan en ekik zelf) verder te rijden en de super-aakes (Ivan noemt die de aakes)
te laten achterkomen. Maar 100 meter verder heeft Luc ook al een slappe. Band
wel te verstaan, zo noemen ze dat hier blijkbaar. Blijkt dat Rudy V., na een
plaske bij zijn fiets terugkerend terwijl hij wacht op het vervangen van Erik
zijn slappe, ook met een slappe staat. Niet alleen een band, wel te verstaan.
Wat een slappe bende toch! Dus 3 platte ofte slappe banden op 100 meter. Wij
aakes zijn dus toch rapper weg (want 1 slappe minder dan de super-aakes) en pas
een heel end verder haalt de woeste bende ons in, waarbij Rudy R. onmiddellijk
terug plat rijdt. Ik heb hem toch efkes gezien dus. Hij zit door zijn bandenreserve
heen en ik depanneer hem, weliswaar met een band die al 3 keer gestopt is, want
bij mij gaan ze pas de vuilbak in als er geen plaats meer over is om nieuw
rustienen bij te plakken. Ik weet, sommigen zullen er als de kippen bij zijn om
dat westvlaamse gierigheid te noemen, maar ik noem dat spaarzaamheid en
milieubewustzijnheid. Ik hoop dat de band het houdt. Als hij niet houdt, krijg
ik serieus onder mijn voeten, maar als hij wel houdt, krijg ik misschien een
nieuw in de plaats ..!? Ik vervoeg weer de aakes wijl de superaakes weer achter
blijven om Rudy’s ‘slappe’ te vervangen. Aangezien we deze laatsten niet meer
gezien hebben, vrees ik het ergste wat betreft de band die ik zo bereidwillig
heb aangeboden ...
Aan een
bosrand, op een éénfietswegeltje raak ik vast achter een paar meiskes wijl mijn
vriendjes lustig verder peddelen. Er zit niets anders op dan van de
‘onmiddellijke’ omgeving te genieten, aangezien ik toch niet rapper kan rijden.
Veel mensen die zo niet veel meer in de natuur komen, zijn dat vergeten, maar
aan zo een bosrand valt toch soms veel moois te beleven! We moeten daar meer
leren van te genieten, vind ik. Laat mijn vriendjes maar peddelen.
De
aakes zijn aldus een schoon bendeke dat het tempo strak hield en mekaar goed
afbeulde. Ik ben heel tevreden van mijn prestatie, want het is toch meer dan
anderhalve maand geleden dat ik nog eens mee kon rijden. Meest indruk naar het
einde toe maken Ivan en Gunther, alias Roste Senna, ons 200° KWB-lid. Ivan laat
altijd al een zware indruk achter, dat weten we. En dat de Roste al een tijd
van die grote blauwe pillen pakt, dat weet ook iedereen. De naam ervan ontsnapt
me nu, maar het eindigt op ‘gra’ en begint met ‘via’. We gaan hier niet dieper
in op de reden waarom de roste die pillen pakt. De Kraak staat immers
wereldwijd bekend als een integer, hoogstaand maandblad en we willen dat zo
houden. Maar dat die pillen ook de fietsprestaties zo zouden verhogen, neen,
dat wisten we niet. Misschien moeten we dat ook eens proberen, ge weet nooit
waar het goed voor is. Danny pakt die ook, zegt hij, volgens hem omdat ze ook
het IQ zouden verhogen. Maar volgens mij zijn dat vodden, als ik Danny zo
bekijk. Volgens iemand anders verkleurt uw haar daar wel van, zo naar het rosse
toe, maar ik ga die mens hier niet noemen want ik wil het niet gehad hebben dat
de roste niet meer wilt klappen tegen Ivan. Dat we ‘maar’ 24 per uur gereden
hebben, valt gezien het strakke tempo wat tegen. Nu nog bang afwachten of ik
een nief band krijg van kapitein Rudy dan wel onder mijn voeten. Tenslotte
wensen wij modderfokkers iedereen een goei kermis en jaarmarkt! En niet te zat
thuis. Mario Vaneechoutte
De
Modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 23 september 2007. Wachtebeke. Geert,
Dirk, Frank, Eddy, Dimitri en uw verslaggever staan aan de kerk. Rudy Declerck
ging er ook zijn, maar is gisteavond in zijn clublokaal bij de Woesten blijven
hangen. We halen hem op bij hem thuis. Zijn botherhammen nog opetend, komt hij
naar buiten gefietst. Ik versta hem niet met al dat boterham in zijn bakkes,
maar anders ook al niet. De ganse morgen stort hij het pelotonnetje in een walm
van bierlucht. Als we in Wachtebeke zijn, heb ik wat doorgetrokken en alleen
een Hanselaer is gevolgd. ‘Wacht e beke, Mario’, zegt hij. Ja, dat weet ik ook
wel, zeg ik dat we in Wachtebeke zijn, voor wie houdt gij mij wel?
De hele
morgen vertellen die mannen hoeveel Duvels ze de voorbije week achterover
gekapt hebben, maar als we in de Beize aankomen, zijn de enigen die Duvels
drinken de westvlamingen, tis te zeggen de cafébaas zelf (Koen Cools, broer van
Miel, Julien en André) en ondergetekende. Onze eerste pot is gratis en voor
niets, want Filip Verhoeven trakteert ons. Kijk zie, dat is nu nog eens een
Verhoeven naar mijn hart. Maar toch wel raar dat de nummerplaat van Filip, een
CD&V verkozene van onze gemeente, begint met de letters ‘HEL’! Zo er nog
mensen zijn die ons willen trakteren, delen wij bij deze mede dat wij rond de
zondagmiddag meestal in café De Beize te vinden zijn. Ge herkent ons meteen aan
onze knotsgekke kostuumkes en aan de pamper in ons broek en aan de pakken
modder die we verspreiden. Rudy Vergeylen kunt ge makkelijkst herkennen, want
hoewel er op al ons kostuumkes ‘Rudy Vergeylen’ staat, is hij de enige die echt
zo noemt. Ge haalt er hem dus gemakkelijk uit. Trouwens, er is nu al een half
jaar sprake van nieuwe truikes met een heleboel sponsors op (niet alleen RV
(keukens), maar onder andere ook Tommeke bommeke Vandenberghe (bieruitzetter,
wat niet wil zeggen dat het van het bier is dat hij zo uitgezet is), Hans
Schellaert (wat doet die mens voor de kost?) en Erik Van Gasse (de beste voeger
in Wetteren en omstreken, Hussevelde niet meegerekend natuurlijk). Maar wat zie
ik niet: nieuwe truikes. En ik zit door mijn ouwe, mijn ellebogen steken
erdoor. Mannen, in plaats van erover te palaveren, maak daar eens werk van hé,
geld op tafel! In plaats van ze altijd in uw zakken te steken, laat het eens
rollen. Wij willen nieuwe truikes! Wij willen nieuwe truikes!! Wij willen
nieuwe truikes!!! ’t Is niet voor mij, ’t is voor mijn vriendjes.
Er moet
mij nog iets van het hart: wisten jullie dat die Rudy Declerck zo een blaas
was? Amai. De hele dag rijdt hij uit de wind, stinkend tegen de wind in, en op
Hussevelde brug komt hij dan deze jongen, die de hele dag kopwerk gedaan heeft
(ook al om uit de stank te zijn, ik geef eerlijk toe) efkes voorbijsteken. Tot
daar aan toe, maar dan vindt hij het nog nodig om zich efkes te rechten, zijn
truike goed te trekken en zonder handen als eerste de brug over te rijden.
Blaas! Dikke blaas! Stank voor dank, letterlijk dan nog ook. Er is maar één van
wie ik zoiet kan verdragen, maar van gewone mensen niet. Ze mogen dan ook van
het Hussevelde zijn. Mario
PS.
Tommeke bommeke Vandenberghe, onze bieruitzetter, is met een nieuw initiatief
gekomen, dat wij ten zeerste toejuichen. Zie foto. Ik denk dat dat de sponsor
wordt waar we het meest zullen aan hebben.
Zondag 30 september 2007. De
superaakes zijn om 8 uur met de auto naar St. Pauwels. Dirk Hanselaer mag niet
fietsen van zijn vrouw. Gans de week ziek (griep, niet van den drank, dat zegt
hij toch zelf), “en dan de zondag gaan afzien zeker”, zegt ze, “blijft gij maar
thuis, manneke”. Uw verslaggever zelf schrijft dit verslag vanuit zijn bed.
Zegt die van mij: “Gans de week al zot doen en dan de zondag nog eens zeker.
Blijft gij maar thuis manneke”. Maar serieus: Waarom staan er geen verslagskes
van de superaakes meer in uw teerbeminde Kraak, uw bron van vertier en
informatie. Laat ik het uitleggen: Er is ten eerste geen enkele van uw
verslaggevers die bereid is 1) zo vroeg op te staan (Ivan al zeker niet), 2)
zovér te rijden, 3) laat staan dat er één is die nog mee kan met de freaks. We
kunnen ook niet alles hé, de ziel uit ons lijf rijden, onderwijl uitkijkend
voor putten, rechtblijven op ons vélo en daarbovenop nog eens notities zitten
nemen ook. En de super-aakes zijn wel sterk, maar niet snugger genoeg om zelf
verslagskes te schrijven. Vandaar dus: voorlopig geen verslagskes van de
superaakes meer. We vernemen nog van Geert Schepens (ge weet wel, die pipo van
de kook wa beter bende) dat de mannen in verspreide slagorde zijn toegekomen,
niemand wist nog waar de anderen waren, of ze nu voor of achter (of onder of
boven) zaten, en dus reed iedereen op den duur alleen rond. Het wordt steeds
gezelliger! Mario
PS. Wij
vernamen verleden maand in dit eigenste maandblad dat niet alleen Gunter
Blanquaert (200° lid van de KWB, waarmee nog maar eens wordt bewezen dat
werkelijk iedereen lid kan worden van onze hoogstaande vereniging), maar ook
Ivan Rogiers nu de vrijdag gaat koken. Nu prijs ik me dubbel gelukkig dat ik me
van de wachtlijst heb laten schrappen!
Zondag 7 oktober 2007. De
B-kes doen de route van Overmere: Eddy T, Geert B., Dirk H., Rudy blaas
Declercq en ondergetekende. Geen valpartijen, geen platte banden, een schoon
zonneke, een parkoers dat er proper bijligt, en heel wat gezwans. Maar ik heb
te lang gewacht met dit verslag te schrijven en moet u enkele goeie moppen
schuldig blijven. Om 9 uur vertrokken en om 11 uur al de hele route
afgehaspeld. 25 per uur mag gezien worden. Waar ik verleden week nog goed kon
sleuren en gaten trekken, moet ik deze week een paar keer op de tanden bijten.
Omdat de Beize gesloten is, rijden we naar de Woesten. In de Steenbeekstraat
trek ik op de kasseien eens door tot tegen de 40, maar ik wordt toch wel weer
geklopt door een Rogiers zeker. Degene die die heeft uitgevonden, heb ik ook al
dikwijls vervloekt. We verwennen onszelf en gaan op het terras van de Woesten
zitten. Passeert mijn vrouw toch wel twee keer zeker. Voor die ene keer dat ik
... Zo in het zonneke gezellig zitten zeveren, wat kan dat toch deugd doen. En met
vier zwanzers gelijk Eddy, Geert, Ivan en Rudy is zeveren geen probleem. Mario
Zondag 14 oktober 2007. Massa’s
mannen en vrouwen aan de start om naar de rit in Zeveneken te vertrekken. Rudy
Rogiers was te laat, maar het is wel de bedoeling om hier soms eens iets nieuws
te vertellen. Blijkt dat hij zich overslapen had, maar het is wel de bedoeling
...
Jan
Willems trekt in een lange wegel, net na de bevoorrading in Wachtebeke, kop. Is
dat nu een zogezegd super-ake? Jongens toch, dat gaat nu eens niet vooruit hé.
Man, man, man. Ik pak over en sleur de rest van de wegel aan de bende. Voor het
eind van de wegel is er geeneen die overpakt, dat wil toch al wat zeggen hé,
maar als we dan 90° links de kasseien opdraaien, een baantje dat me anders erg
goed ligt, ben ik tegen het einde daarvan al in laatste positie. Zo ben ik:
altijd alles geven in het leven. Doseren staat niet in mijn woordenboek. Diep
gaan, daar gaat het hem om, wat daarna komt, de nog diepere put, dat trekken
wij ons niet aan. Een man uit 1 stuk. Ahum, na 30 km laat ik dus de eerste
bende rijden, want op is op. Oeps daar is de tweede bende al: Geert, Tom, Dirk
en Pascal, die me indertijd, toen ik halfvervroren was - doordat ze mij hadden
moeten duwen wegens zware vélo-panne - met zijn auto nog naar huis gevoerd
heeft. Die zijn dus niet ver achter. Even verder hang ik daar ook al aan het
staartje. Maar ik ben toch kontent van mijn rit, slechts mijn derde sinds begin
augustus, en met een zwaar KWB quiz-weekend achter de rug. En ik ben toch in
beeld geweest hé, Fred. Man van de dag is Ivan, die de besten niet moet lossen
en zelfs beter wordt naar het einde toe. Tegen 12 uur zitten er 25
mountainbikers, mannen en vrouwen, op het terras van de Beize, weeral in het
zonneke. De zomer is eindelijk begonnen! Mario
Vaneechoutte
Euh,
nog iets. Laatst, op mijn werk, het UZ, ben ik op weg naar een vergadering -
een mens kan niet altijd werken, als er plots een auto stopt en ik herken
Machteld. Er zit naast haar nog iemand, ik denk dus misschien Patrick Rambo
Roels en kijk wat dieper de auto in. Bwaakes, is dat schrikken, een monster! Ah
nee, het is toch Patrick, maar zijn rechtergezichtshelft is wel 2 keer zo dik
als anders. Wat is er nu weer gebeurd? Patrick is nog niet zo lang geleden, met
de fiets op weg naar het werk, op de Dendermondse Steenweg meegepakt door een
auto die het fietspad vanachter een kamion opreed. ‘Ja’, broebelt Patrick, door
de gezwollen lippen, ‘ze hebben me weer opgeschept, nu in Destelbergen’. Zou
Osama Bin Roelandt hier achter zitten? Mensen, ik heb het al gezegd, met een
gewoon autootje gaat dat niet lukken om Patrick om zeep te helpen. Die jongen
is meervoudig Belgisch kampioen survival, dat spreekt toch voor zich? Probeer
volgende keer met iets zwaarder materiaal. Een halfzwaar bulldozerke lukt
misschien wel. Misschien ook niet, want ik hoop dat Patrick voortaan zijn
helmpje opzet als hij over de verharde wegen raast met zijn fietske, zoals ik
hem al na zijn eerste malheur had aangeraden. Nee, veel fietsgeluk is er het
voorbije jaar ten huize Roels-Turneer niet bijgeweest, Patrick twee keer
opgeschept en daarenboven allebei hun spiksplinternieuwe fiets gestolen, de
eerste dag van hun verlof in Hongarije. Hopelijk volgend jaar beter.
De
modderfokkers en de fokkemodders
Zondag 21 oktober 2007. Lokeren. Fris
tot zeer fris, maar al bij al ben ik goed gekleed en heb ik er geen last van.
En ja, weer heeft niemand heeft het gezien. Ik sta daar te blinken aan de kerk
met mijn nieuw pedalen, maar niemand hé. ‘En, moet er weer niemand iets zeggen
van mijn nieuw pedalen misschien?’, vraag ik dan zelf maar. Nu ja, Jan W uit W
staat daar met zijn spiksplinternieuwe carbon-fiets, wie maalt dan nog om
pedalen, alhoewel je met pedalen goed kunt malen, zeker met nieuwe. Alsof het
nog niet erg genoeg is, begint Carla dan nog te lachen met mijn oud truike, het
oubollige gele, terwijl de nieuwe al een paar jaar van die coole grijs-zwarte
zijn.
Er
staat een nieuwe, de schoonzoon van Dirk De Wilde. De nieuwe is zelf reeds een
paar jaar fervent mountainbiker en ook reeds een jaar lid van de KWB,
regelmatig lezer van de Kraak en de modderfokkerverslagjes, maar niet zeker of
hij wel mocht mee doen. En wij die laatst nog een oproep gelanceerd hebben dat
iedereen welkom is! Nog eens: iedereen is welkom en het is gratis. Afzien is
gratis bij de KWB. Achteraf moet ge 5 Euro op tafel leggen om mee te drinken en
kost het 1 Euro per keer dat ge in het verslagske vernoemd wordt, maar verder
zijn er geen kosten, nietwaar Ivan, Ivan, Ivan, Ivan, Ivan. Nog maar net Kalken
uit of Tommeke bommeke Vandenberghe draait zot. Vertel wat nieuws, zult u
zeggen, hij moet daarvoor Kalken niet uit zijn hoor, maar ik bedoel het
letterlijk: zijn body doorgetrapt. Danny Fackerdefack piest er eens op, nadat
Tom helpen zoeken had naar Danny zijn gerief, want het was koud en bij Danny
moet ge zelfs bij warm weer al zoeken, maar niets gebaat. (Het schaap in de wei
ernaast zei het ook: niets geblaat). Geert zegt nog: Danny, Tom zijn
stuurversnellingen zitten ook wat vast. Maar daar gaat Danny niet op in, want
zo hoog kan Danny ook niet aan. Danny en Rudy Ossekaar Rogiers offeren zich op
om Tom terug naar huis te duwen en een nieuw achterwiel te steken en hem dan
opnieuw naar Lokeren op sleeptouw te nemen. Ze zijn ochgottekes maar 5 minuten
na ons in Lokeren, al hebben Luc Krick en Jan W uit W toch aardig kopgetrokken
voor de rest: Geert Schepens, Rudy Declercq, Ivan Ivan Ivan Ivan Rogiers, de
nieuwe, Dirk Hanselaer en ikzelf. Hans Schellaert wacht ons op in Lokeren. Onze
nieuwe gaat nogal fel tekeer. Kijk, zegt Ivan, Ivan, Ivan - sorry Ivan, die
typmachien blijft hier hangen - daar rijdt er ene die we straks gaan mogen
oprapen.
Danny
op de weg en Rudy in het veld gaan inderdaad verschrikkelijk te keer. Kwestie
van de nieuwe eens te testen. Maar die blijft er toch wel lang aanhangen. Het
is geen kwestie van te kijken hoe goed hij rijdt, maar van te testen wanneer
hij gaat kraken. Plots in de Waasmunsterse bossen:
KRAAK!!!
Wat is dat? Zit ons maandblad er zo warmpjes bij dat ze midden in de bossen van
Waasmunster een geluidswagen kunnen zetten om reklaam te maken? Dan vraag ik
hierbij stante peedee een vervierdubbeling van mijn pree als verslaggever. Even
rekenen, vanaf nu wil ik 4 x 0 Euro in plaats van 0 Euro, dat valt dan weer
goed mee voor de KWBee. Hans en ik zijn even achterop geraakt en kijk, daar
rijdt de reden van de kraak, de nieuwe is achterop geraakt, wij fietsen hem ook
voorbij en sluiten weer aan bij de bende. Rudy glundert, maar besluit dat we
die gast toch niet kunnen achterlaten, alhoewel de beekes hem straks wel zullen
oprapen. Wij denken dat het er nu toch ver mee gedaan gaat zijn, maar tot onze
grote verbazing blijft de nieuwe toch goed meerijden. Dankzij hem, door zijn
kettingproblemen na een km of 20, kan ik alleen verderrijden, want ik hing toch
al aan het staartje en wou me zoals verleden week laten uitzakken tot bij de
beekes, maar Rudy liet zich telkens uitzakken om me uit de wind te zetten en zo
weer bij de bende te brengen. Door voorop te rijden, kom ik even op adem denk
ik en hebben ze geen last van mij dat ze op me moeten wachten. Aan de
bevoorrading na 33 km, heb ik al mijn banaan, appelsien, koek, cake en drankje
op als de anderen aankomen. Ik rijd maar weer verder zeg ik even later, zo
hebben jullie geen last van mij en moeten jullie niet steeds op mij wachten.
Het is maar 12 km meer. Ik hou er een lustig tempootje op na, vlieg door de
zandbak waar andere mensen ter plaatse staan te trappelen en krijg er zin in.
Nog 5 km, nog steeds geen bende. Als ik nu eens echt goed begon door te geven?
Achter mij moet nu de finale losbarsten. Ik hoor het die mannen al denken: we
gaan dat toch niet laten gebeuren dat Mario ons voorblijft, hoe doet die dat?
Nog 500 meter, nog steeds geen superaakes. Op 200 meter voor de aankomst is er
nog een bergske, 30 meter steil klimmen, 30 meter steil naar beneden. Er zit
een man of 8 op dat bergske te sukkelen als ik er aan kom. Twee moeten
afstappen, vier rijden veel te traag. In de graskant steek ik ze links voorbij.
De voorsten slaan links af, dus ik moet mee, maar tiens dat is anders toch
rechtdoor? Tiens, die afdaling is niet zo steil als ik dacht. Tiens de laatste
100 meter lijken er niet op. Nonde, dat loopt hier dood! Die mannen waren
misreden en ik kon niet anders dan meerijden. Zo verlies ik 2 minuten en
natuurlijk, eer ik de arrivee bereik staan de anderen daar al, zekers. De
nieuwe nog niet. Hij moet een minuutje of twee prijsgeven en blijkt daardoor toch
ontgoocheld, zich waarschijnlijk niet bewust van welk een prestatie hij
geleverd heeft: van de eerste keer mee met de groten. Als ik op mijn eentje
rijdt, word ik nooit voorbijgestoken, zegt Jurgen Heyndrickx, zo noemt de
nieuwe, maar jullie moeten toch wel de rapste bende van de hele toertocht zijn,
zegt hij. Dat ge het maar weet. Allez bon, als je al op dat niveau van in het
begin meerijdt (67 km aan 26.2 induur), gaat ge rap nog wat bijkweken, zeg ik
dan maar en Ivan zou dat ook zeggen, mocht Ivan al zijn aangekomen. Mannen van
de dag: Jurgen uit Laarne, alias de nieuwe, en den dezen, die een paar
minuutjes voorsprong had gekregen en die tegen een briesende bende 25 km op
zijn eentje heeft vastgehouden. Ik zie het Ivan mij nog niet na doen, Ivan ook
niet, Ivan nog minder en Ivan al helemaal niet. Mario
(Ivan:
ge moogt ook in Duvel betalen als ge wilt hoor, beste Ivan).
Zondag 11 november 2007.
Het Tonneke Wetteren. We verzamelden aan het
standbeeld ter nagedachtenis van de gesneuvelde soldaten. Allen samen rijden we
naar Wetteren, onderweg worden er nog verschillende opgepikt, zodat we ondanks
het minder goede weer toch met een omvangrijke groep zijn. Eens aan de rit
begonnen worden mens en machine flink op de proef gesteld. Alle ingrediënten
zijn aanwezig: slijk (moore), wind, water en een lastig parkoer.
De B’s proberen wat aan te klampen bij de A’s, maar al vlug valt alles
uit elkaar. Op de Scheldedijk moet ik al een flink gat toe rijden. In
Schellebelle kan ik nog juist zeggen: “ter zijn er nog een paar achter”. We
hergroeperen dan ook voor de eerste keer. Mario blijkt al te zijn uitgevallen
met pech. Dirk Hanselaer, van tegenwoordig materiaalwagen, hulpverlener en
verstrekker van de laatste sacramenten aan de stervende, bleef nog bij hem om
te helpen maar Mario besloot terug te keren. De korste weg was natuurlijk de
Schelde over te steken. Dirk dacht nog het liedje gehoord te hebben: “Schipper,
mag ik overvaren ja of nee”.
Af en toe wordt er wel eens flink doorgereden. Als Tom VandenBerghe in
al zijn enthousiasme door de plassen vliegt tijdens het voorbijsteken van wat
zondagrijders, is er daar één die van zijnen neus maakt omdat er wat water op
hem en zijn veloken spat.
Bij een volgende stop, treffen we Jan Willems aan met pech, de pech kan
nog hersteld worden door Eric Van Gasse. En dan komt Dirk met de melding dat
ook Yvan Rogiers is uitgevallen met pech. Eric ontfermt zich over Yvan om hem
terug in Kalken te krijgen. Door al die pannes heeft Dirk al meer moeten
achtervolgen dan meerijden, ook bij Dimitri De Gucht gaat het niet zo goed
vandaag. Geert Schepens, Eddy De Clercq (ja dienen ouwen die ook meereed)
rijden goed mee. Net zoals Tom, maar die moet uiteindelijk de strijd staken
door pijn in de knie. En wie heeft hem laatst bijgestaan, ja inderdaad, Dirk.
Ik denk dat Dirk de PR van het ACV moet hooghouden tegen de verkiezingen van
volgend jaar. Na de bevoorrading blijven we nog met 5 over, af en toe wat
velo’s die wat haperen, maar het gaat wel. Tot op een moment ik geen remmen
meer heb. Rudy Rogiers zou zeggen: “Ge moet nie freinen maar terten”. Op het
einde van een afdalingsken houd niets mij tegen mij in de afsluiting te
parkeren. Geert had liever gezien dat we naast een water waren uitgekomen in
plaats van een afsluiting. Zonder kleerscheuren of breuk aan de velo besluit ik
toch maar langs de baan terug te keren. Eddy wil mij niet in de steek laten en
rijdt mee. We zien nog net Dimitri arriveren, maar die ziet er niet al te fris
meer uit (op Halloween waren er die der beter uitzagen). Hoe Dimitri heeft
gereden is een raadsel, niet met ons en ook niet met Geert en Dirk. Uit goede
bron heb ik vernomen dat hij wel de laatste thuis was. Als ook Dirk kort voor
het einde van de rit huiswaarts keert, is Geert de enige die het slachtveld
heeft overleeft. Rudy De Clercq.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 18 november 2007. Burcht. De
A-kes spreken om 8.00 uur af voor een verplaatsing met de wagen naar Burcht. De
B-kes laten het massaal afweten. Den ene gaat bij den andere gaan eten, er is
er een van wacht, en de rest heeft geen goesting. Gelukkig kan ik nog rekenen
op Mario. Die stelt een plaatselijk ritje voor naar Erpe-Mere, vertrek om
8.30u. Aangezien Mario de laatste tijd alle steun kan gebruiken, en een extra
halfuurtje nachtrust mooi meegenomen is, laat ik hem weten dat hij mij mag
verwachten. Zondagochtend ben ik nog maar net wakker als Mario belt. Hij is wa
ziekskes, heeft zijn in- en uitgangen niet onder controle, “buikgriep”, zegt
hij nog net, als hij weer naar de WC spurt. Nu moet ge weten, dat het zo al
geen mooi zicht is, Mario op zijne velo. Maar als hij dan ook nog begint uit te
lopen langs alle kanten, is het beter dat hij thuis blijft. Verandering van
plannen dus. Ik krijg nog net Rudy te pakken, en vraag hem of hij me nog kan
oppikken, als hij met de rest hier passeert. Een kwartiertje later komt hij
terug, zonder de rest. Nul A-kes op het kerkplein. En ik die dacht dat de B-kes
het lieten afweten. Als we even laten op de snelweg zitten, stelt hij voor om
naar Kalmthout te rijden. Kwestie van de thuisblijvers eens goed jaloers te
maken. Awel mannekes, zijt maar wreed zjaloers, want het was een prachtige rit.
Door de bossen, over de heide, weinig of geen baan, en door stukken die voor de
gelegenheid EENMALIG opengesteld waren. Als ik toch één minpuntje moet
aanhalen, de bevoorrading trok op geen kl… Als ik sta aan te schuiven, hoor ik
iemand voor mij zeggen (lees met zwaar hollands accent) “Ha, lekkerj,
beschuijtjes. En er isj noch heerlejke soep ook, leuk.”
Er was
ook nog Oxo, maar die was gelukkig al op. En dat was alles. Uit stil protest,
laat ik het eetfestijn aan de hollanders, en hou het bij een slok uit mijn
eigen pulle. Naar het eind toe, krijg ik telefoon van Rudy, hij is al
aangekomen, en vraagt waar ik zit. Ik schat op een 5-tal Km, maar aangezien ik
een keer verkeerd gereden ben, vraag ik aan een gast hoeveel hij er al op de
teller heeft. (hollands) “ Nou, net geen feertig, nog effe op de tanden bijten,
en we sjijn er. Het ligt er swaar bij, vin je niet??, vraagt hij nog. Ik zeg
hem dat het, integendeel, zeer goed ligt, en dat het vorige weken heel wat
erger was, met kilos modder in Zwalm, en beken water in Wetteren. Als het zo
zwaar is rijdt hij niet, zegt hij nog. Maar ja, wat wil je, op beschuitjes,….
Op de terugweg in de auto, nagenietend van de prachtige rit, draagt Rudy mij op
om toch een verslagsken te schrijven.
Kwestie
van nog wat exta zout in de wonden te gooien. Bij deze…. Ivan Reziers.
Naschrift. Nou, nou, Ivan
en Rudy, toch effe late wete dat wij modderfokkers jullie tweetjes altijd
heejle toffe en sjiempatieke broers hebbe gefonde. Tot nu.
Zondag 25 november 2007. Sint Amands. Om 8
uur aan de kerk. Normaal veel te vroeg voor mij, maar door de overgang naar het
winteruur toch een uurtje extra nachtrust gehad. Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen,
Geert Schepens, en Nadine Fack staan ons (ikke en mijn vrouwtje Christine De
Schoemaecker) al op te wachten. Jan Willems zit al wat aan zijn ketting te
prutsen. Er zat een haperingske in een van de schakels, dus moet die er van
tussen. Omdat het maar niet wil lukken, steekt Rudy een handje toe. “Ik zal het
nog een keer tonen”, zegt hij, maar net als Jan eens omkijkt, is het al
gebeurd. Bescherming van het beroepsgeheim, noemen we dat. Ondertussen komen
Rita De Winter, Tom Vandenberghe en Ariane Vancoppenholle de groep
vervolledigen, en kunnen we vertrekken. Na het vervullen van de nodige
formaliteiten aan de inschrijving beginnen we onze rit, maar niet voordat de
Rudy’s de schommel in de plaatselijke speeltuin eens uittesten. Ik wijs hen
erop dat ik hetzelfde truitje als hen aanheb, en dat daardoor de aanwezigen ook
naar mij scheef staan te kijken. Het is een troost, dat degene die ons nu staan
uit te lachen, straks het lachen zullen verleren, wanneer ze voorbijgeflitst
worden. Het gaat van in het begin goed vooruit, en ik heb al een paar keer goed
afgezien, als ineens de ketting van Jan het begeeft. Dat gaat zo met die
materiaalfreaks. Het kan niet licht genoeg zijn, maar dat gaat natuurlijk ten
koste van de sterkte. Terwijl het depannageteam nog een schakeltje verwijdert
(weeral een paar grammetjes minder), rijden Tom, Geert en ik al verder. Het is
een schitterend parcours. We slalommen op en af de spoorwegberm van de
plaatselijke stoomtrein, glijden door de Scheldelandschappen, die we kennen
vanuit de TV serie, Stille Waters, kronkelen door de bossen, gehuld in een
rood-bruine herfstgloed. Je zou er zowaar poëtisch van worden. Ware het niet
dat er weer serieus doorgereden wordt. Na de tweede bevoorrading wil Tom nog
een derde rustpauze inlassen, en rijdt lek. Na het vervangen van de binnenband,
wordt gekozen om i.p.v. te pompen, een bommeken (persluchtpatroon) te
gebruiken. Een bommeken voor Tommeken. Maar het soupappeken van Tommeken is te
kort, alléz het ventieltje van zijnen band. Over da ander soupappeken ga ik mij
niet uitspreken. Zonder verdere problemen halen we den arrivéé, en vernemen
daar dat ook Rita pech had. Problemen met haar body. Niet dat er lijfelijk iets
mis is mee ons Rita, integendeel, maar met de body van haar achterkamwiel.
Alléé, om niet al te technisch te worden, versnellingsproblemen. Voor de rest,
prachtige rit, goede organisatie (tot zelfs rode strikken om afgezaagde
boomstronken te markeren) en veel leute. Zeker voor herhaling vatbaar. Ivan “Reziers”
Zondag 2 december 2007. Heiende
Hemelrijk. Ne
rit in Lokeren t' Hemelrijk 50 km. De naam zegt al genoeg. Met zes zijn we,
namelijk Rudy R, Danny F, Patje R, Ivan R, Rudy V, en nog een plaatselijk
coureurken (Steven De Landtsheer). De rest ligt nog in bed, mietses, te slecht
weer!!!
Vertrek
was voorzien stipt 8u30 maar ik had mijne wekker nie hoort. Door omstandigheden
lag ik maar om 4 uur in mijn bed, da denk ik toch! Na een telefoontje zijn ze
me dan thuis maar komen ophalen met veel lawaai en leute, want blijkt dat ‘t
bier nog in mijn ogen stond hahaha. ‘k Had nie veel goesting maar allez ‘t is
toch te slecht weer om in bed te blijven liggen!! goe zot ja!!!
De
vlucht naar ‘t Hemelrijk was zoals gewoonlijk in orde, vollen bak en nie
omkijken!! ‘k Zat al op mijn tandvlees en ‘t was amper 8 km rijden. Maar ik
weet zeker dat ik nie alleen was, hé Ivan. Na de inschrijving bleek dat Ivan
met platteband stond,en eerlijk gezegd, ik denk dat hij er niet kwaad om was,
want we moesten nie wachten, zei hij, ik rij wel alleen!!!
‘t
Parcour ging richting Overmere. Zelf kan ik nie veel vertellen over de eerste
kilometers, want ‘k heb alleen maar moore en het achterwiel van Rudy gezien,
als er geen moore in mijn ogen zat teminste. “ ‘t Is hier gene wandeltocht
zulle, Fakky”, riep Rudy op een slecht stuk ter hoogte van Vogelzang. Wij
konden wel blijven rijden, maar ja als je Danny en zijne techniek kent!! moe ‘k
nie meer zeggen zeker. Maar een paar kilometers verder op nen slechten akker
aan Lammeke, moesten ook wij als ervaren ratten van onze fiets, om tot aan ons
knoesels door de moore te stappen.
Na 25
km moet Patje Rambo ook afhaken en neemt de splitsing van de 40 km, maar ja
dien is nog in revalidatie en we rijden te hard, te zwaar parcour, te veel
regenen, te veel wind of is 't oud worden? Een tijke later valt er nog een
slachtoffer. ‘t Is Fakky, maar hij moe weer zeuren en snijdt de weg af over de
spoorweg nog voor de Oudenbos terwijl Rudy, Steven en ik voor de slagboom van
de spoorweg staan om Eddy T. te laten passeren met zijne trein. “ ‘t
Isniemogelijk!! Domme Fack”, roep ik, wetende dant nog wa rapper zal gaan want
Fakky Akkiem mag zeker nie als eerste toekomen. Al vliegend naar Danny zegt
Rudy tegen mij: “’t Kaf moet van ’t koren.” Ja, maar mijn pijp is ook uit,
zulle.
Na nog
geen 5 minuten hebben we Fakky Akkiem te pieren, zu dood als ne pier! Hij was
vergeten dat erna meewind ook tegenwind komt. “ ’t Isniewaar!”, hoorde ik hem
nog roepen toen we voorbij vlamden zonder kompasse en zeker nie omkeken, hij
moe maar nie zeuren, eigen schuld dikke bult.
Naar
het einde toe waren er nog twee die dachten dat ze goe bezig waren, tot dat
Rudy R. en
Steven
ze op hun plaatse zetten, na nog geen km moesten ze al passen, de amateurs.
Fakky
en ik zijn ook nog naar de twee amateurs toe gereden, er lag er al één van te
spertelen. Ik dacht eerst nog dant Van Gasse E. was, maar da kon nie want hij
lag nog in zijn bed en zou met zo'n parcours toch maar de 25 km rijden!!!!!!
Iets
later moet Steven, onze coureur ook passen. Ik denk dat Rudy nog 2 of 3 tandjes
overhad.
50 km
in regen en met veel wind, allez ‘t is te zeggen da laatste heeft alleen Rudy
R. ondervonden, want de rest zat in ‘t wiel en toch was ‘t weer eens leuk (om
te zitten sterven).
Onze
velo nog rap wa afspuiten, maar Rudy dacht dat ik wel een wasbeurt kon
gebruiken, en Danny ne douche van mij en Rudy van Danny enz... natter kon toch
al niemeer.
Vollebak
windop naar huis (De Beize), niet beseffend dat we er nog twee mankeerden,
namelijk Ivan en Pat, die de 40 km hadden gereden. Danny reed bij zijn Els, was
te moe of te vuil, en ne coureur mag nie op café dus Steven ook naar huis. De
twee echte, de Rudy's, gingen nog iets drinken, twee koffie's!! Nee ben nie
ziek ‘k heb wel kou. Iets later komen er nog 2 verzopen ratten aan: Ivan en
Patje. De laatste rijdt naar huis want de pijp is ook uit. Ivan kom wel nog
binnen en besteld nog ne goen Duvel. “Van waar komde gij?”, vraagt Rudy: “zo
nat en vuil!!”, waarop Ivan zegt: “We hebben zitten wachten op jullie in ‘t
Hemelrijk. ....Ja, wachten zeker !!!!!!!
Einde
verslag, nu nog den apres. Rudy
Vergeylen.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 20 januari 2008.
Kalmthout. Na een drassige week is er gekozen om te rijden in
het (droge) Kalmthout. Met droog bedoel ik dan dat de zandgrond is omgetoverd
in modder, maar in vergelijking met de modderpoel bij ons is het aangenaam
rijden. We vertrekken al vroeg, het is toch een eindje bollen met de auto. We
komen met Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Hans Schellaert, Eric Van Gasse, Yvan
Rogiers, Geert Bracke, Geert Schepens, Gunter Blancquaert (reeds enkele weken
out door gemis van nen velo) en ikzelf aan de start. We vertrekken allen samen.
Al vlug wordt er vooraan flink doorgefietst. Bij Geert S en Gunter B gaat het
soms wat moeilijk. Geert B die gewoon is om de zondag voornoen om 10 u al nen
druppel te drinken, fietst goe mee. Ook Yvan heeft goei benen. Ik heb ook zowat
de gewoonte om achteraan te rijden en als er gaten vallen op te schuiven naar
voor (= onnodig wat krachten verspelen). Na 10 à 15 km doe ik dat nog ne keer
en zonder het eigenlijk goe te beseffen deserteer ik bij de B’s en rij met de A’s
mee. Aan de bevoorrading zien we elkaar allemaal terug, maar de A’s vertrekken
iets vroeger. Yvan geeft Eric de raad mee: “Als ge afzakt bij de A’s, zullen we
U wel oprapen met de B’s”. Eric antwoordt dan ook overmoedig: ”Het moet toch
iets zijn, hé”.
Er wordt vooraan wel stevig doorgefietst, wat ik eigenlijk ook verwacht
had. Wat doe nu nen B bij de A’s, we zullen er hem ne keer afrijden is wel de
drijfveer. Doch eerst sneuvelen Eric en Hans, en blijven we met 4 over. Er komt
eens wat opschudding als Patrick het achterwiel van Rudy R raakt en dat bij 40
km/uur, maar alles loopt goed af. Bij de achtervolgers echter komt Eric ten val
en wordt, zoals voorspeld door Ivan, opgeraapt door de B’s, letterlijk dan. Het
was blijkbaar nen serieuzen stuik, maar Eric is wel wat gewoon hoor (ook op
gebied van vallen).
Op het einde moet ik ook het onderspit delven, ook Rudy V heeft het
moeilijk maar hij kan nog terugkeren. Ik daarentegen rij mij vast in de modder
(van moeite zeker) en kan het dan helemaal vergeten. Rudy R, Patrick R en Rudy
V zijn weg. De B’s met Eric en Hans komen wat later toe. Hoeveel is wat later,
2 consumpties en als ge weet dat we geen rappe drinkers zijn.
Eric ziet er na afloop eigenlijk een stuk ouder uit dan hij is en er
wordt zelfs gevraagd of zijn kleinkind ook heeft meegereden. Die
Kalmthoutenaren durven toch nogal wat zeggen hé.
Eens in Kalken aangekomen, blijft er voor de meesten geen tijd meer over
om nog een pilsken te drinken. Rudy De
Clerck.
Naschrift. Er bestaat nu ook een heuse mountainebike morevélo club in Kalken,
genaamd “de Modderfokkers”, of wat had je gedacht? Voorzitter en levend
stichter is Rudy Rogiers – hij leerde zijn volk modder en kasseien vreten,
ondervoorzitster Gerda Van Hulle – zij leerde Marc R. uit de Krimineelstraat te
K. kennen, secretaris en webmaster Rudy Vergeylen (totdaarnogaantoe) en (maar
here sta ons bij) penningmeester Danny Fack. Sponsors zijn Hans Schellaert
(boekhouder: wij moeten nooit meer belasting betalen, Hans doet daar wel een
ferm schel af), Rudy Vergeylen (keukens en badkamers: elk jaar voor elk lid
overhands naar keus een keuken of een badkamer in ons huis), Tom Vandenberghe
(drankenhandel: mijn eerste favorietste sponsor), Els Hoogewijs (zelfstandige
verpleegster: om de maand onze gratis spuit EPO, we gaan ze kunnen gebruiken),
Erik Van Gasse (voegwerken: euh Erik, ik vind dat wreed sympathiek van u van te
sponsoren, maar ons huis is al gevoegd, onzen achterbouw ook al. Ik vond u zo
al sympathiek, dat ware echt niet nodig geweest), de Beize (dorpsherberg, mijn
tweede even favorietste sponsor), en last but not liest, Dimitri De Gucht, van
de heiligen triek, voor als uw lamp niet meer brandt. We hebben nog Electro
Verhoeven gevraagd, maar Geert en Isabel zeiden dat ze het niet nodig gevonden,
omdat ze toch al gratis reclame krijgen, dankzij onze verslagjes.
Er is ook al een website natuurlijk: http://77.75.126.135/~modderfokk/wb/.
Elk nieuw lid krijgt een bak Duvel van Tom, een half bierbonneke in de
Beize, een gratis spuit van Els – door Els zelf! - en een ticket voor gratis
bezoek aan de toonzaal van keukens RV.
Allen daarheen. Mario
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 27 januari 2008. Destelbergen. Met de
fiets naar Destelbergen. We verzamelen om 8.30u op het kerkplein. Rudy Rogiers,
Rudy De Clerck, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Hans Schellaert, Patje Roels,
Gunter Blanckaert, Dimitri De Gucht, Pascal ??, en ikzelf. Machteld Turneer en
Christine De Schoemaecker waren al voorop met de fiets, zonder hun
zondagsplicht te vervullen. Dirk Hanselaer was al op stap met dochter Ninke, en
de andere jeugdige Hanselaers, Zeno en Svevo, konden niet wachten tot zondag,
en hadden zaterdag de rit van 47 km al verkend. Bij de start aan de sporthal
Kristalbad laat Dimi zich verleiden mee te gaan met de A-kes, en laat Rudy DC,
Pascal, Rosten S, en mij achter. Na nog geen 2 km worden we opgehouden voor een
controle van de wielerbond. Gelukkig geen alcohol-, of dopingcontrole, maar
controle op de inschrijvingen. We krijgen een kaartje, en moeten ons na afloop
nog eens laten inschrijven. Gelukkig zijn wij brave gasten, en doen we dat dan
ook, maar ze moeten er toch geen gewoonte van maken. Tegen alle verwachtingen,
ligt het parcours er vrij goed bij, een aangename afwisseling na de
overvloedige modder van de voorbije weken. Als we aankomen bij de bevoorrading,
staan de A-kes alweer startensklaar. Enkel Dimi heeft een beetje meer recuperatie
nodig, zo’n dag of twee. De rest van de rit, mag hij in ons gezelschap
vertoeven, en bij momenten nog serieus afzien ook. Dat komt ervan hé, boven
uwen stand leven. Even later, bij het uitrijden van een van de wegeltjes in
Heusden, waarschuw ik mijn companen voor een obstakel, en roep “Poalleken”
(paaltje). We zijn nog maar net gepasseerd, als we het achter ons serieus horen
kraken. We keren snel terug, en zien de ongelukkige gelukkig al weer
rechtkrabbelen. Zijn fiets ligt nog ondersteboven een eindje verderop. Hij komt
er vanaf met wat blutsen en builen. Ofwel had hij ons niet goed verstaan, een
keek hij net op dat moment naar zijn pollekes, of zat hij al een beetje kapot.
We worden bedankt voor onze bezorgdheid, en kunnen onze weg vervolgen. Terug aan
de sporthal, staat de rest ons al op te wachten, en vertrekken in groep, met
Machteld en Christine huiswaarts. Om het tempo te volgen, krijgen de dames, af
en toe een duwtje in de rug, en nadat Patje en Machteld de Comanstraat zijn
afgeslagen, wordt de eindrush ingezet. Het duwwerk wordt overgenomen door de
professionals, en Danny en Rudy willen een zien hoe rap da nief veloken wel
kan. 38 per uur heb ik gezien, zegt Christine. Bij nazicht op haar
fietscomputerken blijkt het 41/u te zijn geweest, maar dan durfde ze
waarschijnlijk niet meer kijken. Goe geduwd, maar volgende keer toch liever
ietske zachter, want ik heb zeker drie dagen werk gehad om diene put uit mijn
vrouwke hare rug te wrijven. Ivan
Reziers.
Zondag 3
februari 2008. Hamme-Zogge. Met acht zijn we op Kalken Dorp
aanwezig voor ne rit te Hamme -Zochte. Rudy R., Rudy DC, Yvan R., Rosten Senna,
Geert S. en zijn vrouwke Carla De C. met CK en Frank VD nee nie Broeck !!!!
maar Steen en ikzelf. Met de fiets maar Hamme- Zogge is omgeveer 17 km,en Carla
als enige vrouw dat wordt terten. Mee jullie mee!!! bel nu de MUG maar al zei
ze want,dat overleef ik nie. In Hamme stond ook Hans Schellaert allias
watermanneken klaar voor de start samen met nog enkele meiskes nl. de 2
Christinen, Annemie, Ariane en Nancy.
Wij
fokkers kozen voor de 55 km en de mothers 35 km, Carla en Ariane de 25 km, want
Carla moest nog met de fiets terug naar Kalken.
Op
het eerste stuk moesten we kiezen, rechts of links van nen grote plas water,
eigenlijk moede niet kiezen gewoon Rudy R. volgen, maar dat wist Geert Schepens
blijkbaar niet! Wij allemaal links van de plas en Geert rechts, resultaat!!!
overkop!!!!! maar met goede afloop.
Aan
de eerste splitsing namen de Beekens genoegen met 35 km, maar Gunter had het
niet in de mot
en
was mee met de Aakens voor de 55 km.
Algauw
moest ook Gunter de pijp aan Maarten geven, maar Frank was daar niet kwaad om
hij was niet inform,!!!!ik heb maar 100 km kunnen trainen !!! deze week zei
hij!!. Waarop Rudy en ik antwoorden dat zijn er 100km meer als ons!!!!
Samen
kozen ze dan maar voor de 40 km aan de volgende splitsing, ik dacht meteen nu
zijn Hans en ik de volgende slachtoffers. De volgende zandstrook licht bergop
of liever gezegd valsplat gaf Rudy er ne goe snok aan. Ik kon nog net volgen en
riep !! get gij honger zeker !!! Hans kreeg het ook moeilijk.
Maar
dan kwam eindelijk de bevoorrading, het leek wel een feestmaal!!! er was van
alles en
nogwa
te veel om op tenoemen. Op de baan over de E17 richting Sint Niklaas versnelde
Rudy R. terug, ik was nog wakker en zag het aankomen, vork vaststellen nen tand
of 2 bij en rijn tegen 50 km per uur austenblieft en da op mijn ou dagen k'moe
er geen tekeningsken bijmaken zeker !!!!.
En
dat was nog niet alles, voor ons reden ne man of vijf op het fietspad en juist
als Rudy R. naast
hen
is tegen 50 per uur, steekt er toch wel enen over zeker.
Nog
awel dat Rudy ne goe coureur is want anders kwam dat nie goed, maar mee wat
lawaai langs beide kanten van !!!keunde gij nie kijken kieken !!!en keunde gij
nie roepen zot!!! komen we er zonder kleer scheuren vanaf. Oeeef!!
Een
kilometer of zeven voor het einde hadden we de Gunter en Frank tepieren, juist
voor de dijk te
Waasmunster.
Normaal is dat een hel, dienen dijk,maar nu ligt er hij als bij wonder er heel
goed bij,
toch
maak Hans een stuurfout en valt en ik kan nie weg en val ook over zijne fiets.
Weerom zonder kleerscheuren!! das kunnen vallen hé Eric. Eric is er niet
bij,hij is ook net zoals Jan aan het revalideren van ne valing met veel snot
!!! Het parcour was echt nen droom !!nie gene natten droom, weinig of geen
moore, wie had dat durven dromen en dat in Hamme Zochte zoals Rudy R. dat zegt.
Zochte is (voor de ene is dat volledig leeg zijn en voor de andere is dat
moore)
Aan
de aankomst staan de Beekes versteld, ze zien Gunter samen met ons toekomen,
jawade
edde
gij 55 km met die manen meegereden????
De
Rosten zo fier als ne gieter jaja !!! (lacht). Het was toch weer ne schoone
voormiddag......
Rudy Vergeylen
Intermezzo: de
nieuwe modderfokkersite: http://www.modderfokkers.net/index.php
En
voor één keer laten we ook de vrouwen aan het woord. Eén keer, heb ik gezegd,
hé! Want voor ge het weet, pakken die hier dat boekske over.
Zondag 10 februari 2008.
Lille. Om 9 uur vertrokken we om nogmaals het bekende
toertje te maken in Berlare Broek. Altijd mooi, zeker bij zo’n mooi open
vriesweer. Gerda was tevreden dat ze er bij was. Op het kerkplein proefden we
nog de sfeer van de grote groep, die 1 uur voor ons, wel de moed had om tijdig
uit het bed te wippen en naar de Kempen te rijden. We reden de testrit, in
versneld tempo en met een bijkomend lusje, voor de ‘fietsnamiddag voor
ongeoefenden’ die doorgaat op zondag 16 maart. (Vrienden, kennissen, tantes,
nonkels… allemaal welkom)
Terug in ‘t dorp, sleurde Gerda ons mee naar de Beize voor een
aperitiefje (of meer dan 1?!)
Iets later kwam de vrolijke bende uit de Kempen, moe maar voldaan, de
Beize onveilig maken.
Hopelijk kiest Rudy voor volgende week een toertje dichter bij huis,
zodat wij er ook bij kunnen zijn. Christine
Oosterlinck
Zondag 17 februari 2007. Sinaai. Annemie,
Christine, Linda en Nancy.
Uitzitten op zaterdag en toch fietsen zondagochtend. Hoe voelt het?
Berenkoud!! (–6°) Veel te vroeg voor een zondag. Met veel moeite een
kijkgaatje in de vensters van de auto gekrabd. (een probleem dat er niet is als
je helemaal met de fiets naar Sinaai gaat, zoals de sportieve mannen). Het is
altijd mooi fietsen in de bossen rond Sinaai, zeker met dit mooie weer: zon in
een bevroren landschap. De paden lagen er hard bij, paardenhoeven,
tractorsporen en grote vastgevroren modderpartijen waar je met een slalom
omheen moest. De bevoorrading lag al heel vroeg in de rit, zodat we het valse
gevoel kregen dat we al halfweg of verder waren.
Na een 20-tal km toch maar eventjes gestopt om de mannen de kans te
geven ons in te halen. Danny F. stopte even om heel bezorgd te vragen hoe we
ons voelden. De Rudys en Co vlogen ons voorbij.
De jarige Rudy zat misschien met dezelfde vraag als ik in zijn hoofd:
was er iets mis met de kwaliteit of de kwantiteit van de wijn? Aan het eind van
de rit waren we toch wel ons Nancy kwijt zeker!! Gewacht, gegist, teruggereden,
gebeld en lap… we vonden ons nieuwste terug bij de bike-wash! Ze had een beetje
weg afgesneden!!
Dan maar naar de Beize: een jarige voorzitter, en weer te laat uit bed
om foto’s te maken van de start op het kerkplein, en groten dorst, en curieus
naar wat de andere madammen gefietst hadden, en… allé, reden genoeg om niet
direct naar huis te gaan.
Op die verjaardagstaart wachten we nog altijd! (mag ook iets anders
zijn)
Christine
Oosterlinck
Sfeerbeelden op: http://picasaweb.google.com/modderfotos
Zondag 24 februari 2008. Mol-Wezel. Zondag
8u00 waren van de partij: Nadine, Machteld, Rita, Carla en…. Geert… ja,
inderdaad ocharme…. Tussen haakskens: er waren ook wat ‘zotten’ reeds om 7u00
vertrokken, Rudy V, Rudy R, Eric, Roste Senna, Hans, Jan, Tom, Patrick.
Was ginder in een
feeeeestteeeent te doen (ja, die spraaaken daaaaar zoooo eeeeen beeeetje
traaaag), zag er dik in orde uit, tot dat we (de vrouwkes) nog ne keer wilden
een plasken doen voor de rit… wc was defect, we moesten ‘k weet niet hoever
stappen om ook maar énen wc te vinden, begon meer om een tri-athlon te
lijken….. En Geert maar wachten bij ons vélokes….
Oef... eindelijk de vélo
op, maar alvorens op het parcour te geraken moesten we ons
inschrijving afgeven, wa peisde de die van Kalken hadden natuurlijk ulderen
naam niet ingevuld, en dat moest want dat was voor de verzekering… Gelijk 5
achterlijke daar staan sukkelen om toch maar dat papierken in te vullen….
Allez, ’t was al allemaal vlot verlopen (hmm…), we konden starten…
Rita, Geert en Nadine
tegare, die gingen voor de 45 km, Machteld samen met mij, voor de 35km… en we
waren vertrokken…
Prachtig biken!! Zijn bijna
niet uit de bosjes geweest… Ik kan het u verzekeren, je had geen mogelijkheid
om ne keer van uw pulle te drinken, want het was constant draaien en keren,
omhoog en natuurlijk….. ja, inderdaad naar beneden… Was wel druk, met regelmaat
werd ge daar ne keer de pas afgesneden.... Aan de stop zagen we Geert, die had
de vrouwen achtergelaten.
Na de stop hadden we nog 18
‘zeer schone’ kilometers te doen, en op 2 km voor het einde was er nog een
extra stop om een "Tongerloo" te drinken, Daar zagen we nog met
een flits de A-kes. Ik heb daar een sportdrankje gedronken, ge kent mij
hé. Machteld, die heeft daar dienen Tongerloo binnen gekapt, awel, mijn ogen
vielen bijna uit mijn oogkassen!!!!!!
Hup weer de vélo op, nog
twee km en we waren der!
Daar kreeg je nog lekkere
frietjes met een curryworst van mmmmmmmmora (na +-/ 45min schuiven… pfff…).
Maar allez, ze waren echt lekker!
Het was dus weeral ne keer
nen gezelligen zondag!!! De afwezigen hadden ongelijk!!
Carla Decock
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag
24 februari 2004. Laarne-Kalken. Terwijl een
grote groep modderfokkers naar Mol zijn afgezakt, blijven er toch een paar over
om hier ter plaatse eens rond te fietsen. Mario ging volgens de e-mail van do of
vr zeker rijden, doch zaterdag is hij op andere gedachten gekomen. Eddy ging
ook nog eens proberen te starten. Even had ik gedacht: “Hij is er, maar het
bleek een oudere man te zijn met een klakke en damesfiets die zich voorbij het
kerkplein sleepte.” Uiteindelijk waren we toch met 4 om te starten (nee, niet
met kaarten). Zo verschenen Geert Bracke, Dirk Hanselaar, Luc Krick en ikzelf
aan de start.
We besloten de rode en blauwe BLOSO-route te rijden. Luc is herstellende
van een voetblessure en dacht eigenlijk alleen wat rond te rijden, maar voor
nen keer mag hij ook wel eens nen B zijn.
Dirk Hanselaar had nog een serieuze valling vast. Onderweg vertelde hij
dat alles aan het loskomen was, behalve zijn benen. Het was toch wel afzien
voor hem en zeggen dat men alles kan afzien van door de venster. Het parkoer
lag er goed bij, hier en daar was er toch nog wel een plas te zien, maar daar
moet ge niet in vallen, moet Geert gedacht hebben, toen hij achter Kattenheide
een duik pakte, in het zand wel te verstaan. Zonder veel erg kon hij weer
verder fietsen.
Ook vorige week ging Geert onderuit, nieuwe klikpedalen is de uitleg. Ik
gaf hem achteraf nog een tip dat het mogelijk is uw voornaam te laten
veranderen, bv. in Eric?
Als we de Dendermondse Steenweg kruisen, besluit Dirk om reeds richting
Kalken te fietsen om aldaar een douchken te pakken en naar de Beize af te
zakken. Dus met drie verder.
We komen dan dichter bij huis, en als ik mijn stal geriek wordt het
tempo toch gevoelig verhoogd.
Aan ’t krieksken, begint Luc zijnen velo raar te doen, maar we krijgen
hem er voorbij.
Dan nog wat tegenwind verwerken en we komen aan in De Beize, nog net
voor Dirk.
Ariane komt even later ook toe. Zij heeft ook hier een plaatselijke rit
gereden samen met man Dirk, maar deze wilde nog wat km meer doen. Dat belooft
als hij weer start, volledig getraind.
Tegen dat we moeten naar huis gaan, komt Gunter Blanchaar ook toe,
rechtstreeks van Mol. De A’s achter zich gelaten of zijn er toch minder km
gereden?
En we kunnen weer met een gerust hart genieten van een zonnige namiddag.
Rudy Declerck.
Zondag 2 Maart 2008. Sint Gillis Waas. De
passage van de Omloop Het Volk aan de Druppel- en biertent bij Firma Vergeylen
heeft blijkbaar inspirerend gewerkt. Iedereen die beloofde te fietsen, is
present om 8.30 u. Iedereen, behalve Mario. Die blonk weer uit door zijn
afwezigheid. Hij had nochtans gezworen op zijn Eerste Communie-zielken, 100%
zeker, zonder mankeren, erbij te zijn. Maar onvoorziene omstandigheden speelden
hem parten. Hij liet zondagochtend nog weten aan Rudy R.: “Mijn fietskleren
liggen klaar, mijne velo staat te popelen van ongeduld, mijn vrouw wil mij
buiten, maar ‘k voel mij nie goe. Ik zweet mij een malheur, en sta te bibberen
van de kou.” “Kelderkorses” was de diagnose van Rudy. Met Mario erbij was den
hoop nog groten geweest, maar daarom niet schoner. Toch veel volk. 7 meiskes en
14 mannekes. Het was dan ook een serieuze colonne richting Waasland, en niet
makkelijk parkeerplaats te vinden. Danny F. had meteen de oplossing gevonden.
Hij verrolde een paar afvalcontainers, om zo een plaatsje te bemachtigen, maar
iemand van de organisatie had zijn maneuvers opgemerkt. Die dacht dat Danny een
nieuwe caravan op het oog had, en gebood hem de containers onmiddellijk terug
te plaatsen. Het was lang wachten tot iedereen ingeschreven was, en omdat het
routine-kaksken van Patrick maar bleef duren, vertrokken we al zonder hem. “Hij
zal ons sebiet wel inhalen” zeiden ze. Na nog geen 2 kilometer, ligt de pees er
al goed op, en bij het indraaien van een veldwegel merkt Luc K. pas op het
laatste moment dat er een draad tussen enkele paaltjes gespannen was. De remmen
van zijn fiets pakken goed, die van hem iets minder. Bijgevolg, een speciale
manier van afstappen, overstuur. Even later, het kaf is ondertussen van het
koren gescheiden, stapt Geert S. ook speciaal af. Bij het opwippen van een trapje
op een brug, heft hij zijn voorwiel net niet hoog genoeg, en gaat onderuit.
Gelukkig zonder erg, want op den beton valt het minder zacht dan in de moore,
volgens Geert. Het parcours is zo vlak als een biljart, maar de stevige
kopwind, en de drassige dijken waarover we rijden, maken het toch vrij zwaar.
Gelukkig hebben wij Rudy DC, die het kopwerk voor zijn rekening neemt. Op weg
naar de tweede bevoorrading, we hebben ondertussen de wind in de rug, geeft
diezelfde Rudy er ne serieuze snok aan (of krijgt hij een snokske), en trekt
hij de snelheid op tot net geen 60km/u. 59 om precies te zijn. Niet slecht voor
een B-ken. Andere B-kes aan de start, en nog niet vermeld, waren: Geert B, Tom
VDB, Pascal dinges en ik. A-kes: Rudy V,
Frank VDS, Eric VG. Gunter B hing er ergens tussen. Dames A: Rita
en Nadine. Dames B: Annemie, Machteld, Linda, en Christine B&O.
Nog maar eens verslaggever, Ivan.
(Mario, waar blijft ge???, en Marc???)
Zondag 9 maart 2008. Kalken. Zeg,
beste Ivan, wij waren er alletwee, Marc en ik, waar zate gij? Oh ja, het
druppelde een pletske, juist. Toertocht te Kalken zelve. De WTC Calckine slaagt
er altijd maar in om weer mooie ritten in onze eigen streek te verzorgen,
vertrekkende van de Sjatoo. Sjapoooo. Vooral rond het Wetteren-ten-Eedse waren
er stukskes die ik nog nooit gezien had, wat niet wil zeggen dat ik er nog
nooit gereden had, maar de halfbewusteloze toestand waarin de meesten onder ons
op zondagmorgen proberen aan te klampen, verklaart veel.
Nee,
Ivan, dit is prachtig weer, dat een mens nog eens het echte Flandrien gevoel
geeft: wind, wind, wind en een beetje nattigheid, en af en toe wat veddige
modder maar toch meestal goed berijdbaar. Tommeke bommeke VDB komt plots van
een heel verkeerde wegel. “Vanwaar komde gij?”, roep ik. “Ik was verkeerd
gereden”, antwoordt hij. Hij vliegt me voorbij. ’t Is eraan te zien dat ik 3
maanden geen veld meer gezien heb, denk ik. Even verder, bij een planteur, is
er de keuze tussen effen beton (verborgen onder een laagje watermore) en
ploeterdiepe modder. Ik zie hoe Tom het tweede gekozen heeft, en daar ik het
eerste kies (OK, ik ben dan ook iets langer naar school geweest), vlieg ik hem
nu voorbij, luid ‘Gij dommerik toch!’ roepend. Hij zal me niet meer terugzien.
We veranderen zijn naam in Tommeke dommeke. De A-kes, Frank Van der Steen, Rudy
Rogiers, Jan Willems, Bart Van Hecke, Patrick Roels, Rudy Vergeylen en Erik Van
Gasse, die ik maar een km of 10 had kunnen bijhouden, staan nog niet zo lang
aan de bevoorrading als ik aankom en ik vertrek zere were. Kwestie dat als ze
me straks oprapen, ik misschien kan bijblijven. Ze rapen me op, maar laten me
ook bijna meteen ter plaatse. Of ik nog ooit dat niveau haal, valt ten zeerste
te betwijfelen. Sommigen twijfelen er zelfs aan of ik ooit dat niveau gehaald
heb. Het wordt een rit op mijn eentje, want ik blijf de B-kes voor. Toch niet
slecht na 3 maand afwezigheid. Geert S. is vlot met de A-kes tot aan de
bevoorrading meegereden, maar na de bevoorrading vervoegt hij de B-kes, met
name Roste Senna, Hans Schellaert en Tom VDB. Die van het spinnen met zijn
oranje regenvestje, Marc, probeerde eerst bij de A-kes aan te klampen, maar
moet dan alrap ervaren dat morevélo nog iet anders is dan zo een spinfietske in
het droge. Hij ligt er al af, verkneukelt Rudy R. zich. Ja, het is een harde
mannenwereld! Zoals gezegd, er is nog een Marc, met name Marc R., uit de
Krimineelstraat te K., en toevallig is onze ondervoorzitster Gerda er ook.
Vanwaar
mijn lange afwezigheid? Stress, overwerkt, slaapproblemen, vooral op het werk,
depressie, ziekte, kelderkorse, kolderkerse, teveel gedronken, geen goesting,
te weinig gedronken, noem het op of ik heb het gehad. En als ge dan zeker zijt
dat ge mee gaat gaan, is het een rit waarvoor ge eerst 100 km met de auto moet
rijden, om 7 uur uit uwen nest moet opstaan en pas laat in de middag terug
thuiskomt, en waarvoor ik dus pas. Niets is mij gespaard gebleven deze winter.
Gelukkiglijk heb ik nog geen last van impotentie, gelijk Marc en Ivan. Is dat
niet wat jong, zult ge vragen. Mensen van hun leeftijd en al niet meer kunnen
kunnen? Ik moet zeggen, ik verschoot er ook van toen ik het hoorde, alhoewel,
van Marc veel minder. Ja, wat kunt ge eraan doen, hé? Peinst ge dat zij dat
plezant vinden? Zit er maar mee, hé. En niets aan te doen. Nog een geluk dat
het nog niet teveel mensen weten in Kalken.
Bij het
binnenkomen in de Skala zit er naast ons een tafel vol mottige vrouwmensen,
helemaal bemodderd en dat voor een zondagmorgen. Waar gaat dat naartoe met de
wereld? Een ervan loopt dan nog de hele tijd rond met een kodak. Ha, nu herken
ik ze, het is Christine Oosterlinck, beter gekend als Christine O, nog beter
gekend van haar hoofdrol in Histoire d’O, en als medebezielster van de
modderfokkers wepsaait. De anderen zijn Machteld, Annemie, Kristien en Nancy.
Later komen nog Rita en Nadine binnen die gelijk de mannen de 50 km hebben
gedaan. En nog later ook Carla, idem dito 50 km! Wat een geluk toch dat mijn
vrouwke de zondagmorgen proper thuisblijft en voor mijn warm eten zorgt.
Ook de
familie Frank Hanselaer heeft het winderige regenweer getrotseerd en komt
bemodderd binnen, terwijl de bruine en blonde Enames vlot binnenlopen. Zou
Danny nog zoek zijn? Gisterennacht is hij vermist geraakt. Mario
Vaneechoutte, al halvelings terug.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 30 maart 2008. Kalken. Overijse.
Ivan
Reziers gaat proberen. Tom VDB gaat zeker. Dat hebben ze toch gezegd op de KWB
Trappistenavond. De Akes gaan zeker, want hoe verder, hoe liever voor die
mannen. Het is een prachtige rit. Om kort te gaan: ik ga me niet laten kennen
en om 8 uur sta ik aan de kerk met mijn auto en fiets achterop geladen om naar
Overijse te rijden. Pas op: het is juist zomeruur, hé, dat wil zeggen 1 uur
minder slapekes. Dat is toch wel karakter hebben, niet? De enigen die er echter
staan zijn Patrick en eega Machteld, Frank De Steen, en Pascal Dinges van
Overmere, Lippens geheten naar het schijnt. Die laatste staat daar al van 20
voor 8 want hij komt graag op tijd die mens. Die is duidelijk niet van ‘t
Hussevelde afkomstig. Pascal en ik besluiten om dan maar niet mee te gaan en te
wachten op de plaatselijke rijders om halfnegen. Dat zijn Jan Willems en Erik
Van Gasse. Wijl Pascal en ik in ons auto zitten, krijgen die twee daar een
plensbui over hun koppeke. Dat belooft, want ze hadden de hele morgen regen
beloofd. Daarom dat Ivan toch niet uitpakt? Mis poes, want de rest van de
morgen blijft het lekker droog, alhoewel we de hele tijd in de spets van ons
velo’s op de natte baan rijden. We bellen naar Rudy R. Hij is op komst. Om 20
voor 9 is hij daar al! Slechts 10 minuutjes te laat. Dat noem ik pas een stipte
mens, zie. Pascal is ondertussen al een uur aan het wachten. We bellen naar de
andere Rudy van het Hussevelde, de genaamd Declercq. Die ging om 9 uur met de
beekes vertrekken maar omdat er geen respons was, rijdt hij maar met ons mee.
Hij zal tegenkomen. Wij laten ons auto staan en vertrekken langs de Beekwegel
en de Drabstraat richting Hussevelde. Als we bijna in het Hussevelde zijn, gaat
de gsm van Rudy R af. Het is Rudy D die op het kerkplein staat. Hij heeft ons
gemist want is langs de Schriek gereden. We gaan u tegenrijden zegt onze
wegkapitein. Kom af langs de Beekwegel en de Drabstraat, hé. Als wij al halfweg
de Drabstraat zijn, nog geen RDC. We wachten hier halverwege, zegt RR, dan zien
we hem ploeteren. In de Scheestraat zie ik een gezette mountainbiker afkomen.
Dat kan toch RDC niet zijn, want we hadden gezegd van langs de Drabstraat te
komen. Hij slaat de Drabstraat in en rijdt ons tegemoet. Ja, sjans, zegt RDC
dat ik jullie zag staan of we waren mekaar weer gekruist. Hebt ge al een groter
kieken geweten? Wij kennen nochtans mensen zoals Danny Fack, Karel Verhoeven,
Bjorn Vergauwen, Ivan Rogiers, Marc Roelandt, en Roste Senna, noem maar op,
Kalken loopt er vol van, Hussevelde zeker, maar zoo een kieken, neen. Op tijd
zijn kennen ze niet in het Hussevelde en luisteren ook al niet. Wat zijn dat
toch dweerse mensen!
Vijftig
kilometer terten gelijk zot en de hele tijd 50 meter achterhangen en diene
clerck rijdt met zijn vingers in zijn neus de hele tijd op kop, nog dwaze praat
bij verkopend ook. Voor dat laatste moet hij ook al geen moeite doen, dat komt
er bij hem uit gelijk eiers bij een kieken in volle leg. ‘t Is om een depressie
van te krijgen, en ik was er juist weer boven. Erik Van Gasse valt al een hele
tijd niet meer. Mensen die dit lezen worden verzocht om vlug (en lang en
stevig) hout vast te houden. Ik probeer hem omver te rijden, maar niet gelukt.
In
Heikant, word ik weer gelost hoe ik ook tert. Ik hou ermee op. Ik rijd de
laatste 7 kilometer wel op mijn eigen tempo naar huis (voor de goede
verstaander: de Beize). Maar Rudy R laat zich uitzakken en wil me weer op
sleeptouw nemen. Rudy jong, laat maar, het is mij verleed. Ik laat me toch weer
overhalen en Rudy brengt me terug in het kleine groepje. Als ik mee in het wiel
van RR naar de kop rij, roep ik naar clerck :’En gij vanachter gaan rijden
en dat ik u niet meer zie vandaag’. Die doet dat toch wel zeker. Soms maak ik
toch nog indruk, soms heb ik wat gezag, meestal echter nog meer gezaag. Ja, ik
zag al dat Mario weer dweers ging doen, zegt Rudy R en ik heb hem toch
meegepakt. In volle sprint mislukt mijn tweede poging om Erik ten val te
brengen.
In de
Beize drink ik uitsluitend Orval. Geleerd op de KWB trappistenavond: meest
suikerarme bier ter wereld. En bitter, want drooggehopt (jutezak met hop wordt
3 weken in de gistingsketel gelegd), voor echte bierdrinkers dus. Wat ik ook
onthouden heb van de KWB-trappistenavond (awel die mens kon dat goed uitleggen,
zie, de afwezigen hebben weeral iets gemist), is dat trappist drinken een daad
van goede werken is, want de winst die de trappisten maken gaat naar het goede
doel (wist u trouwens dat een deel van ons eigenste Parochiezaal met Westmalle
Trappist is betaald). Wie daarentegen Duvel drinkt, de naam zegt het zelf,
steunt Ivan Rogiers, wiens 4 Duvel aandelen elk jaar stijgen. Hij heeft ze
ingekaderd en in zijn living gehangen (echt waar!). Elk jaar moet hij ze wat
hoger hangen.
En doe
mij nu een plezier: ik wil de eerste drie weken geen rudy declercken meer zien.
Het is mij verleed! Mario Vaneechoutte
Als ik
lustig thuis kom gefietst, vraagt mijn vrouwke: awel, gij waart toch vertrokken
met den auto?
Miljaar,
die staat nog op het kerkplein. Rats vergeten! Hoe zou dat komen? Orval?
Zondag 6 april 2008. Ter plaatse. Na een maand afwezigheid
door omstandigheden, ben ik er nog eens bij. Het weer belooft nochtans niet
veel goeds, en het is frisjes voor de tijd van ’t jaar. Toch veel volk op het
appèl. Eric VG, Geert S, Geert B, Rudy V, Pascal L, Frank VDS, Gunter B, Rudy
DC, Tom VDB, Bart VH, Patrick R, Marc R, en ikzelf. Bij de dames: Carla,
Annemie, Ariane, Christine B & Christine O, Linda, Nadine en Rita. 21 in
totaal, voor een plaatselijk ritje Berlare-Gratiebossen. Aangezien opper-A er
niet bij is (Rudy R is VIP-begeleider voor Topsport Vlaanderen in de Ronde van
Vlaanderen), rijden A en B samen. Bart neemt de kop, en legt een deftig tempo
op, af en toe eens doortrekkend naar iets minder deftig. Gelukkig rijdt hij af
en toe eens verkeerd, zodoende kan iedereen weer aanpikken. Na een goed half
uurtje fietsen, we zitten ondertussen aan de Scheldedijk in Uitbergen, roept
Geert S achter mij. “Blijven rijden, er zit een paard achter ons”. Ik antwoord
dat het voor mij al rap genoeg gaat. “Jamaar ’t is nie voor mee te lachen
zulle, ik meen het” zegt hij nog. “Ik ook”, zeg ik al lachend, maar als ik even
opzij kijk, zie ik het paard ons voorbij galopperen. Grote paniek in de groep.
Bart rijdt los de kant in, in zijn spoor Patje meemaaiend. Den Rosten S rijdt
gelijk nen echten kamikaze recht den dijk op, en de rest gaat vol in de remmen.
Ik, als gezonde boerenzoon, hou het hoofd koel en neem het paard mee op
sleeptouw. Als ik even verderop enkele andere paarden in een weide zie lopen,
zet ik mij rustig aan kant en stop. Het paard stop eveneens, en staat wat
verdwaasd rond te kijken. Net als ik zeg “nu weet ge uwen weg ook nie meer hé”,
merkt het de andere paarden op, en gaat ze vergezellen. “Voila sé, zo moedde da
doen, gewoon uw gezond verstand gebruiken” zeg ik, als de rest, die op veilige
afstand alles stond te bekijken, terug komen. Toch maakt er iemand, ik weet
niet wie, de opmerking “’T was mij al opgevallen dat ge een paardemuile had”.
Als ik
hem antwoord, dat een paardemuile zeker opvalt naast een ezelsmuile gelijk de
zijne, verstomt zijn gebalk. We vervolgen onze weg, en komen zo terecht bij de
zandbergen in Berlare, waar we ons nog eens kunnen laten gaan. Eerst een
klimmetje, dan de steile afdaling, gevolgd door een beetje slalom. Tommeke, die
met de reservefiets van Rudy V op weg is (die van hem ligt in panne ), is zo ‘n
hevig veloken nie gewoon. Hij verliest de controle, en wordt afgeworpen.
Hopelijk gaat het mee zijne nieuwen beter. Even verder, richting Lokeren, komen
we aan “De Pelgrim”. Iedereen weet al jaren dat we linksaf gaan, maar hoe hard
we ook roepen “LIIIINKS”, gaat Bartje gewoon naar rechts. Ik bekom bijna nie
meer van ’t lachen. Hoewel, als we even later beginnen aan de kasseistrook van
Vogelzang lach ik al heel wa minder. En nog minder als we aan het einde rechts
afslaan, voor nog een luske bij. Aan het einde van de rit zijn de beste pijlen
verschoten, maar gelukkig kan ik rekenen op een duwtje in de rug van mijne gebuur
Rudy DC. Voor mijn part, de man van de rit. In volle finale, de spurt is
ondertussen als lang ingezet, geeft hij hier en daar nog een duwtje, en gaat er
dan zelf vandoor om bijna nog eerste te worden. Bij de nabespreking in De Beize
vraagt men zich af wie vorige week gereden heeft. Alle deelnemers worden
genoemd, behalve een. “Ik weet het, maar ik kan nie op zijne naam komen” zegt
Pascal, “den diene die altijd voor de rit zijn kakske moe doen”. Iedereen weet
onmiddellijk wie hij bedoelt, maar weet U, beste lezer, het ook? De oplossing
van onze eerste prijsvraag kan u doormailen naar Ivan.Rogiers@telenet.be. Uit
de juiste inzendingen zal een onschuldige kinderhand (Mario) een gelukkige
trekken. Die wint een initiatie MTB-Moderfokkersrit in Kalken en omliggende.
Succes. Ivan
Zondag 13 april 2008. St. Niklaas. Roste
Senna, Rudy Rogiers, Jan Willems, Geert Schepens, Tom Vandenberghe, Ivan
Rogiers, Pascal Lippens, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Patrick Roels en
ondergetekende. We vertrekken allemaal samen, maar gelukkig rijdt RV een platte
band. Wat een bovenste beste gast toch, die Rudy. Ik rij lustig door zonder
wachten en nog wat B-kes rijden mee. We blijven voor tot aan de bevoorrading,
waarna we weer allen samen vertrekken. Eerst rij ik nog goed mee, maar op het
eind ben ik de slapste. Is het de ouderdom, een slepende ziekte of slepende
remmen? Neen, achteraf zal blijken dat ik meerijd met een gescheurde spier,
waar ik al 2 weken mee rondloop. En toch nog meerijden, hé. Als er nog zijn die
denken te moeten beweren dat ik een mietje ben, of een watje of wat dan ook,
dan zullen ze eens met mijn gespierde scheur, euh, mijn gescheurde spier in
onzachte aanraking komen! Die gescheurde spier gaat wel weer over met rusten en
kinesist, maar Ivan is er erger aan toe. Die loopt al zijn hele leven met een
gespierde scheur rond. Vandaar dat hij al 3 zadels heeft afgebroken met zijn
achterwerk. Ik was juist aan mijn
kombak aan het werken, maar ik ga nog wat moeten rusten zeker. Mario Vaneechoutte
Zondag 20 april 2008. Aflevering 437 van de
Actie-serie “De Modderfokkers”. Met in de hoofdrol Eric Van Gasse.
Bijrollen werden vertolkt door: Geert Bracke, Geert Schepens, Rudy Rogiers, Tom
Vandenberghe, Pascal Lippens, Frank Vandersteen, Patrick Roels, Luc Krick en
Ivan Rogiers. Marc Roelandt stond ook op het kerkplein, maar omdat er voor hem
geen rol van betekenis voorzien was, is hij met de dames vetrokken, om daarna
op zijn eentje 55 km te fietsen.
We
verzamelen onder een dun lentezonnetje. Omdat er in de nabije omgeving geen
tochten ingericht zijn, stelt Rudy voor om de buurt van Serskamp nog eens
onveilig te maken. Wij waren vorige vrijdag, met onze dames ook al daarheen
gereden, en ik zeg dat het er daar toen vrij vettig bij lag. “Of ga je liever
naar Sint Lievens Houtem”, vraagt hij. Serskamp dus!
Omdat
de groep niet te groot is, blijven A en B samen, en ik ben aangenaam verrast
over de conditie. Het gaat vrij goed, en kan als eens vooraan meedraaien. Dat
is Eric ook al opgevallen, en hij zegt dat het ook niet naar mijn gewone doen
is om voor hem te rijden. Nog geen 100 meter verder hoor ik achter mij een
hevig gerammel. We kijken om, en zien dat er iemand gevallen is. “Het zal
serieus zijn, want hij blijft liggen” zegt iemand. “Dan zal’t Eric zijn”, zeg
ik, en ik krijg gelijk. Die was dus wel in zijn gewone doen. Nu kon hij er dit
keer weinig aan doen, zijn stuur was in twee gebroken, en blijkbaar werkt dat
de baanvastheid niet in de hand. Na een noodherstelling kan Eric weer op de
fiets, maar verder mee met de bende zit er niet in. Exit Eric. We vragen aan
Rudy hoe het kan dat een stuur zomaar doormidden breekt. Het kan altijd dat een
klein scheurtje vergroot, en dan ineens,…. Krak, zegt hij. En misschien is hij
al ne keer gevallen met diene velo. Even later rijden we door een van de zware
stukken. Omgevallen bomen, modder, diepe plassen. Echt geen doorkomen aan op de
fiets, maar Tommeke denkt er anders over. Waar iedereen van de fiets moet,
probeert hij door te rijden. Resultaat, ne schone salto. Tom zit nog maar net
terug op zijne velo, als we aangevallen worden door een zot met een
jachtgeweer. Alléz, dat denken we toch, maar het is Rudy zijne band die
ontploft. Nog een depannage. Als we later Wetterenbrug overrijden, ik begin
mijne stal al te gerieken, stelt Rudy voor om nog een lusken bij te doen, om
toch minstens 50 km te halen. We rijden de Scheldedijk op richting Melle, voor
een beetje bijtrainen achter den derny. De snelheid gaat van 30, naar 35,..
38,.. tot 43 km/u met wind op kop. Wielertoeristen, met gladgeschoren benen, en
een superdeluxe koersmachine worden voorbijgeflitst alsof het niets is.
Waarschijnlijk zijn er deze namiddag weer koopjes te doen, want volgens mij
zetten die gasten hun fiets meteen te koop na zoveel affronte. Die vernedering
wordt mij bespaard, want ik kan nog net aanklampen tot aan de Beize, waar Marc
en de lady’s ons op het terras zitten op te wachten. Ik kan nog net in zijn oor
fluisteren dat hij de slimste was van ons 2. Ivan
Zondag 27 April 2008. Opwijk. Rudy is
redelijk vroeg, en ik een beetje later, dus perfect getimed, en kunnen we samen
naar Kalkendorp. Hij moet wel eerst nog een fietske gaan leveren. Vandaar dat
hij zo vroeg is. Ondanks het goede weer hebben velen afgezegd. Communie- en
andere feestjes, maar Tom VDB zal er zeker zijn, zegt Rudy, want hij zal zijne
nieuwe fiets willen showen. En ja hoor. Als we het kerkplein oprijden, zie ik
hem al staan blinken. Niet diene velo hoor, maar Tommeke zelf. Zoals verwacht,
weinig volk. Rudy Rogiers, Jan Willems, Rosten Senna, Tom Vandenberghe, en ik.
Gelukkig zijn er ook nog 2 superfreaks die al per fiets naar ginder zijn,
Patrick Roels en Frank Vandersteen. Die vonden de 80 km daar ter plekke een
beetje weinig. We beginnen onze tocht dus met 7, maar al van bij het begin
wordt er serieus doorgevlamd, en aangezien Tom, den Rosten en ik kiezen voor de
52 km, zijn de snelle vogels rap gaan vliegen. We krijgen een heel mooi, vrij
zwaar, en plaatselijk technisch parcours voorgeschoteld, met pittige
klimmetjes, snelle afdalingen, en smalle slalompaadjes tussen de bosjes. Zo
smal zelfs, dat ik op een bepaald moment zeg, dat hier ergens nog een wegeltje
moet liggen, maar ik niet weet waar. Na een 20-tal kilometer heeft Tom al
ondervonden dat zijn nief machien goe bolt en goe zit. Even verder misrekent
hij zich in een steil klimmetje, en mag meteen ook ondervinden, dat hij zalig
ligt ook. Met 21 km op de teller al onderuit, waarschijnlijk een nieuw record.
Nadat hij vorige week ook al in het zand (modder) beet, wordt hij een serieuze
concurrent van Eric VG. De rest van de rit verloopt zonder problemen, en waar
ik het in ’t begin redelijk kwaad had, gaat het naar het einde beter, en is het
Tom die het lastig krijgt. Den Rosten is al de ganse rit vrij goed bezig, maar
die heeft wa minder kilo’s mee te nemen, en wa meer kilometers in de benen. Als
wij na de rit wat zitten na te genieten in het lentezonnetje, komt er ineens
nen zombie naast ons staan. Na een tijdje herkennen wij Frank. Als nog wat
later hij zichzelf ook weer kent, vertelt hij dat het weer nie gewoon was,
“vliegen gelijk zotten”, en dat hij na de tweede bevoorrading moest afhaken, en
de rit inkorten. Maar dan ging hij wel straks nog, samen met Patje, met de
fiets naar huis. Ook gene gewone zulle. Ivan
PS.
Gelukkig heb ik Ivan nog net kunnen tegenhouden of hij schreef al rap ook al de
verslagskes van de komende weken. Mario
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 11 mei 2008: Erpe-Mere. 8 uur
stipt. Het zonnetje schijnt en doet deugd. Toch zijn we maar met zijn vieren.
Rudy Vergeylen, Eric Van Gasse, Geert Schepens en uw reporter, Ivan Rogiers. We
wachten nog even, en 5 na 8 belt Rudy Rogiers dat hij een beetje later zal zijn
wegens overslapen, en dat hij ons ginder wel zal zien. Net als we willen
vertrekken komt Luc Krick het kerkplein opgereden, en zijn we compleet. Maar
Luc zelf is nog nie compleet. Hij heeft zijne helm vergeten, en gaat die vlug
nog even halen. Verstandige mensen beschermen hun verstand. Met wat vertraging
kunnen we eindelijk vertrekken. Met de regiotoer van 6 juni in het
vooruitzicht, is iedereen al goe aan het bijtrainen, en worden de afstanden
serieus opgedreven. Vandaag rijden de A-kes met de fiets naar Erpe-Mere, doen
daar een toerken van een kilometer of 55, en keren dan met de fiets terug. Wij
rijden mee, en gaan ginder een korter ritje afwerken. Gunter Blanckaert wil
zich een beetje sparen voor een lastige rit morgen, en neemt de wagen tot
ginder. Als eindelijk iedereen ter plaatse, en ingeschreven is, kunnen we aan
onze tocht beginnen. Ware het niet dat Rudy V. na 84 meter en 37 cm al lek
rijdt. Nu kan ik best leven met een verpozing zo nu en dan, maar dit is er toch
een beetje over. Het parcours ligt er poerdroog bij, en omdat ons groepke niet
zo groot is, laten wij ons overhalen om ook de 55 te rijden. Hoewel de A-kes
zeggen dat ze op het gemaksken rijden, beginnen de kilometers en het
heuvelachtig parcours toch door te wegen, Maar met hier en daar een duwtje van
Rudy, haal ik toch het einde. Tevreden over mij prestatie, doe ik er zelfs nog
een schepje bovenop, en laat het aanbod van Gunter, om met de wagen terug naar
Kalken te rijden, voor wat het is. De terugtocht hebben we de wind in de rug,
maar het wordt toch nog serieus afzien. Met 95 km op de teller komen we aan in
Kalken, en kan men mij beginnen reanimeren op het terras van De Beize. Na een
half uurke stilte, en twee Ice-tea’s, begin ik er weer wa door te komen, en
kunnen die Ice-Tea’s met iets smaakvollers doorgespoeld worden. Ivan Rogiers
Zondag 18 mei 2008. Asse. Deze
verplaatsing doen de normale mensen, Rudy Rogiers, Eric Van Gasse, Rudy
Vergeylen, Jan Willems, Pascal Lippens, Luc Krick met de wagen. Dit is echter
buiten Patrick Roels en Frank Van De Steene gerekend. Die rijden toch met de
fiets. Er is ook nog een nieuweling bij, Sven Van Hecke, broer van Bart. Die
wordt door moeder Linda aan onze voogdij toevertrouwd. Verder waren er ook nog
Danny Fack en Tom Vandenberghe, maar die zijn al een tijdje redelijk asociaal
bezig en waren een uurtje vroeger vertrokken, en de dames, maar die hebben hun
eigen verslag. De meesten gaan voor de 80 km, maar ik verkies de 55, en wanneer
het van in ’t begin er al weer serieus op zit, besluit ik niet langer aan te
klampen, en mijn eigen tempo (5 km/u trager ) te rijden. De regen van de
voorbije dagen heeft de droge parcours, die wij al een paar weken gewoon waren,
omgeschapen in bruine zeep, en als wij een eerste zwaar en spekglad stuk voor
de wielen krijgen, smelt alles weer samen. Wanneer we terug op de berijdbare
weg komen weet ik niet meer wie, waar zit, en vervolg mijn tocht alleen. Even
later komt Eric aansluiten, maar hij ziet er niet echt gelukkig uit. “Nie te
doen”, zegt hij, “ ’t is weer gelijk in mijn begindagen, al meer gevallen dan
op mijne velo gezeten, echt niets voor mij”, besluit hij. En ik kan hem hierin
wel bijtreden. Smalle wegeltjes met een laagje supergladde modder met hier en
daar een greppel en aan beide kanten prikkeldraad, vers geploegde mais- en
patattenvelden die voor geen meter bollen, gevaarlijke afdalingen en lastige
klimpartijen. Eerlijk gezegd, ook niet echt mijn ding. Als we aan de
bevoorrading aankomen, springen de A-kes net weer op de fiets. Sven, die het
eerste stuk met hen mee was (blijkbaar ook gene gewone), besluit zijn krachten
toch maar wat te doseren, en blijft bij ons. Na 30 km komen we aan de
splitsing, en heeft Eric er genoeg van. De rit van gisteren nog in de benen, en
geen goesting om hem de kop in te vallen, zegt hij. Toen waren we nog met 2.
Naar het einde van de rit toe, met nog een 10-tal km te gaan, merk ik plots dat
Sven een heel stuk achterop zit. Ik wacht hem op, en als hij terug aansluit
vraag ik hem of ’t vat af is. Nee, zegt hij, ik heb gewoon een beetje gegeten.
Even later is het weer van dat. Als ik hem vraag of hij weeral aan het eten
was, antwoord hij dat ’t vat wel degelijk af is. De rest van de rit doen we het
rustig aan, en op 6 km van het einde krijgen we nog een tweede bevoorrading.
Net als we willen vertrekken komt Pascal ook nog aangebold. Die had blijkbaar
ook moeite met zijn evenwichtsoefening. ”Als ik geen 10 keer gevallen ben, dan
ben ik geen ene keer gevallen”, zegt hij, dus den tuimelprijs voor deze week is
voor hem. Als we aankomen, blijkt dat de meerderheid dan toch voor de 55 gekozen
heeft, en degene van de 80 zich misreden hebben, en op 67 km gestrand zijn.
Volgende keer misschien toch beter samenblijven? Ivan.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 25 mei 2008. Hamme. Nee,
Rudy heeft zich deze keer niet overslapen. Maar,… hij zal toch wat later zijn,
want hij is zijn helm vergeten. Waren wel op tijd: Luc Krick, Tom Vandenberghe,
Geert Schepens, Rudy Vergeylen, Dimitri De Gucht, en ik. We vertrekken met de
fiets naar Hamme, en kiezen ter plaatse voor de rit van 55 km. Ondanks de regen
van de voorbije nacht, ligt het parcours er overal goed berijdbaar bij. Behalve
ter hoogte van Waasmunster. Daar heeft de plaatselijke Schepen van openbare
werken waarschijnlijk een goede deal afgesloten met een of andere grindgroeve.
Ieder wegeltje is bedekt met een dikke laag fijne steentjes. Als die steentjes
een beetje vastgereden worden, zal het vast en zeker goed rijden zijn, maar nu
bolt het voor geen meter. En het is nog heel voos sturen ook, precies los zand.
Gelukkig is Eric er niet bij, en blijven we allemaal overeind. We houden er een
deftig tempo op na, en tot mijn verbazing gaat het vrij vlot. Als Geert mij aan
de bevoorrading zegt, dat hij al serieus op zijn tanden heeft moeten bijten, en
Tom en Luc vinden dat de Rudy’s weer in vorm zitten, krijg ik nog wat extra
courrage. We haspelen de 55 km af aan een gemiddelde snelheid van 25.6 km/u.
Als we aankomen aan de plaatselijke kantine, stelt Rudy voor om maar meteen
naar Kalken door te rijden. Tom wil echter eerst nog iets drinken, want vreest
op de terugweg zonder nafte te vallen. Zoals altijd zijn we solidair, en
drinken we iets mee. 6 Ice-Tea’s en 1 Cola, ik zweer het, echt waar. En waar
zit die Christine nu mee haar Kodakske. Als er ne keer nen Duvel of ne Leffe op
tafel staat, is het ’s anderendaags al te zien op ‘t internet, en nu dat we ne
keer goe bezig zijn, noppes. Enfin, nadat we nog een beetje reclame gemaakt
hebben voor onze Midsummer-ride, vatten we onze terugtocht aan. We bollen op ’t
gemakske tegen 35/u richting Kalken en komen er aan met 95 km op de teller.
Tijdens de nabespreking in De Beize weet Geert nog te vertellen dat Eric en
Rita, die op reis vetrokken naar Griekenland, moederziel alleen op den vlieger
zaten. De medepassagiers hadden gehoord dat Eric gewoon is om minstens een paar
keer per week te vallen, en zagen het daarom niet zitten om met hem op dezelfde
vlucht te zitten. Diene Geert, da is toch ook een klein
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag
6 juli 2008. Halle en Gentbrugge. We
verzamelen om 8.00u voor de verplaatsing naar Halle met de wagen. Het belooft
een mooie, maar zware rit te worden, dus heb ik nog mijn twijfels. Misschien
wacht ik wel tot 8u30 om dan met de rest, Geert Bracke, Tom Vanden Berghe, Rudy
De Clercq en Mario Vaneechoutte naar Gentbrugge te rijden.
Ik kies toch maar voor de verre uitstap, samen met
Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Jan Willens, Gunter Blancquaert, Sven Van Hecke,
Eric Van Gasse, Dimitri De Gucht, nieuwkomer Filip Buysse-Snacks, en als enige
dame, Rita De Winter. Ter plaatse kunnen we kiezen voor de 35 – 55 en 80Km. De
Rudy’s, Jan en Sven kiezen resoluut voor de 80, Eric twijfelt nog en den
Rosten, Dimi en ik gaan voor de 55. Filip en Rita eveneens de 55, maar aan een
ietsje gematigder tempo. We zijn nog maar een 5-tal kilometer verder als we als
splitsen. Niet zo simpel, zou je denken, ze zijn er hier in Brussel-Halle-Vilvoorde al maanden tevergeefs mee bezig, maar voor ons, geen enkel
probleem. Problemen waren er wel voor Eric, die zijn valling maar niet kwijt
raakt, en voor Rudy V, die zijn versnelling niet op de kleine plateau krijgt,
toch wel nodig bij sommige steile klimmetjes. Na de eerste bevoorrading
besluiten zij dan ook om toch maar voor de 55 te kiezen, en bij ons te blijven.
Spijtig voor mij, want ondanks hun mankementen wordt het tempo toch wat
opgedreven. Een gaatje laten in de beklimmingen, en dan, in de afdaling terug
aansluiten. Tot ik Eric op een afdaling op superslechte kasseien bijna zie
onderuit gaan. Typisch Eric, denk ik, maar enkele tellen later, op exact
dezelfde plaats, maak ik exact dezelfde slipper. De volgende afdalingen doe ik
het toch wat voorzichtiger, met in het achterhoofd de gedachte, nog 1 weekske
werken, en dan gezond in congé. Na nog veel bergafkes, en zeer veel
bergopkes, we waanden ons bij momenten in de Ardennen, rondden we de rit af met
precies 55 km op de teller. Bij de supermoderne fierscomputerkes kunt ge niet
alleen de afstand e.d. aflezen, maar ook de hoogtemeters. Dit is het totaal van
alle hoogteverschillen bij elkaar opgeteld. Dat bleken er bij ons zo’n 750 m te
zijn. Als je dan rekent dat een huis ongeveer 7.5 m hoog is, wil dit zeggen dat
je 100 keer over je huis rijdt. Op zichzelf is dit nog te doen, maar die
dakgoten zijn er teveel aan. Waarschijnlijk is het een van die dakgoten die
Rita parten speelde. Ergens ten velde heeft zij een betonnen paaltje op een
kopstoot getrakteerd. Zelf hield ze er een bebloed oor en truitje aan over,
maar ik heb van horen zeggen dat het paaltje er veel slechter voorkwam. Straffe madam. Voor ne keer dat Eric rechtop
blijft, neemt zijn vrouw de fakkel over. Na lang wachten komen ook Jan en Sven
aan. Rudy heeft materiaalpech gehad, en moest gedepanneerd worden. Een snee van
3 cm in zijn band.
Later horen we ook nog zeggen dat Geert Bracke
in Gentbrugge ook problemen had met een paaltje. Resultaat: 1 week vroeger in
congé. Zo kunt ge het dus ook oplossen. Ivan Rogiers.
Zondag
31 augustus 2008: Wachtebeke-Sidmarbossen. (grote prijs Rudy De Clercq )
Wegens tijdsgebrek (vakantie) is het al een
poosje geleden dat er nog een ritverslag verschenen is, maar op algemeen
verzoek, nu weer op post. En het zal meteen de moeite zijn. Met enkel de namen
van de 21 deelnemers vul je bijna een boekje. Bij de meiskes: Carla, Rita,
Machteld en Christine DS. Bij de mannekes: Rudy R, Rudy DC, Dirk H, Geert S,
Tom VDB, Luc K, Jan W, Eric VG, Pascal L, Sven VH, Dimitri DG, Eddy T, Patrick
R, Frank VDS en ikzelf. Dany Poelman fietst ook al enkele weken mee, en er was
ook nog een debutant, Thomas Bisschop, die herstellend is van een
voetbalblessure, en revalideert op de fiets. Rudy DC stelt voor om de B-kes op
sleeptouw te nemen naar zijn prive-bos in Wachtebeke. Bij gebrek aan inspiratie
mogen de A-kes mee. We vertrekken rustig langs de Steenbeekwegel en komen via
het Drabstraatje in de Scheestraat terecht. Als we ter hoogte van Hussevelde
tegen 32 km/u de brug aanvatten, verwittig ik onze nieuweling dat we straks
bovenop de brug waarschijnlijk boven de 35 zullen gaan, en dat de A-kes dan wel
op kop zullen zitten. Niet dus. Hebben ze geen goesting, slechte benen, een
slecht karakter? Of gaat het gewoon rap genoeg. Hoe dan ook, ze blijven koppig
vanachter zitten. Rudy DC laat het niet aan zijn hart komen, en doet op zijn
gemaksken het kopwerk zonder onder de 30/u te komen. Als even later Patje lek
rijdt, krijgen we tijd voor een hapje en een drankje. We vragen aan Thomas hoe
het gaat, en hij vindt het redelijk meevallen. Na de depannage zet Rudy zich
opnieuw op kop, en brengt ons zo naar zijne bos. Daar begint hij te draaien en
te keren, slalommen tussen de bomen, bergje op, bergje af, enfin, schoon
toerken. Ware het niet dat juist nu, die A-kes voor de wielen komen rijden.
Typisch, gans den tijd zitten wielekeszuigen, en als ’t leutig wordt, dan zijn
ze daar. Als we het bos uitkomen vraag ik of hij, ofwel zich misreden heeft, of
dat hij al een paar keer komen proefdraaien is. Zijn lachje verraad, dat hij
grondig voorbereid was. Als ik mij even laat uitzakken, zie ik een rood aangelopen
Thomas. Ik vraag of het nog meevalt, antwoord hij dat hij al ne keer dood is
gegaan. Courage, zeg ik, nog twee keer en we zijn thuis. Hij bijt zich vast in
de wielen, en met hier en daar een duwtje lukt het wel. Voor de finale hebben
we een snood plannetje. We zullen afzakken via de Boombos, en daar in de smalle
straten, met enkele brede ruggen de doorgang blokkeren. Dat is zonder Patje
gerekend, want da is zo ne gladde paling, dat hij er toch nog tussenglipt. Sven
VH gaat er achteraan, en ik heb ook nog 1 cartouche. Ik plaats mijn
versnelling, maar stel rap vast dat mijn cartouche maar een poerken is, en word
al snel weer ingehaald. Van ’t verschieten zelfs niet meer gezien wie de spurt
gewonnen heeft. Onze nieuweling haalt het tot aan De Beize, ziet ondertussen
niet meer rood, maar eerder wa bleekskes. In plaats van revalidatie werd het
bijna reanimatie. Als reporter ter plekke, ga ik bij de nabespreking op zoek
naar weetjes voor het verslag. Iemand weet mij te vertellen, met glinsterende
oogjes van de binnenpret, dat Rudy R. onderuit gegaan is, en dat niemand, enkel
hij het gemerkt had. Ik vraag hem of dit wel de moeite is om dit te melden.
T’zalwelzijn, zegt hij, dit is het nieuws van de dag. Dus, speciaal voor Jan,
geen koptitel maar een voetnoot.
RUDY ROGIERS MAAKT KNIEVAL TE WACHTEBEKE.
Ivan
Rogiers
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Het eerste dat Jan W mij te vertellen heeft (weer
hij dus), is dat Rudy R, bij een afdaling op het MTB parcours aan de Warande in
Wetteren spectaculair over kop gegaan is. Hij zal toch niet de vallende ziekte
hebben, zeker? Het bleek wel om een zeer technisch stuk te gaan, en dat er
slechts 3 geprobeerd hebben. Twee rijdend, Jan W en zowaar Eric VG, en 1
rollend. De meesten wilden zich sparen om deze namiddag fris aan de kermis te
kunnen beginnen, en vonden een ritje van 52 km voldoende. Ikzelf haalde er nog
45. Maar rekening houdend met de compensatiecoëfficient van 1.23 voor mijn
slepende remmen, en 1.09 voor de half opgepompte achterband op de terugweg, kom
ik uit op een respectabele 60.33 km. Als je dan weet dat hun eerste drankje nog
niet leeg was, hoewel sommige gasten rap kunnen drinken, waren ze nog niet lang
binnen, en heb eigenlijk ik de spurt gewonnen. Goed hé. Ivan Reziers.
Eind oktober 2008. Sint Amands. We waren met, laat eens zien één, twee …. veel om naar Sint Amands af te
zakken. Frank VDS, was van gedacht dat we om 8u30 gingen vertrekken i.p.v. de
8u15 die was gesteld, gelukkig was hij keurig op tijd voor dit startuur en
konden we stipt vertrekken. Na het inschrijven kunnen we ginder ook direct
vertrekken, alé de B-kens toch, want de A’s moeten wachten op Patrick (patjen
in de volksmond). Hij had wat last met moeder natuur.
Dus we vertrekken met Kris, Ivan, Pascal, 2 X
Geert, Tom, Jo, Thomas en ikzelf. We zijn terug zoals opgejaagd wild, want de
anderen zullen ons inhalen. Na 5 km zijn we al 2 man kwijt. Er wordt eventjes
afgehouden en wie zijn daar reeds; Jan, 2X Rudy, Luc, Frank, Danny en Eric.
Blijkbaar is er toch nie te lang op Patjen gewacht. Als alles samen is, wordt
er terug stevig doorgefietst en al vlug ligt het ganse pak uit elkaar. Pascal
en Jo hebben goe tandvlees en rijden met de koplopers mee. Bij de B’s zijn
Geert B en Thomas al vlug een eindje achter en rijden hun eigen tempo. Ivan
moet ook af en toe een gaatje laten. Ik zit ook nie in form om zoals anders
gaten toe te rijden met de anderen op sleeptouw.
De zaterdag ben ik namelijk ook gaan rijden
met Danny Poelman (zo Danny uwen wens van eens in het verslag te staan, is
uitgekomen) en nog 2 andere charels op de weg. Zij met de koersfiets op
tubebanden en ik met de mountainbike met crossbanden. Danny ging zo te keer dat
ik mijn uiterste best moest doen om mee te kunnen. Dit ter zijde en terug naar
het verslag.
Bij de bevoorrading kunnen we ons terug
hergroeperen. Enkel Jo blijft volharden om met de snelle mannen mee te fietsen.
Pascal laat ze stillekens vertrekken en moet dan maar met ons meerijden, ook
Patjen en Patjen junior rijden mee, en junior doet het helemaal niet slecht tot
hij en zijn pa achterblijven bij een lekke band. Ook Kris zet een goede
prestatie neer, hij kan soms al eens van het parkoer genieten, zo genieten dat
hij zelfs de grond wil kussen tot 2 keer en bijna 3 keer toe gaat hij tegen de
vlakte (zonder erg, ge zijt modderfokker of niet). Thomas begint alle kleuren
van de regenboog te krijgen, maar hijzelf ziet waarschijnlijk maar één kleur,
zwart. Na enkele pogingen om wat te duwen geef ik het op om de groep samen te
houden. Tom, Geert en Pascal zullen nu al andere remblokken moeten steken. Toch
hebben we kunnen genieten van deze mooie rit in bosrijk en minder bekend gebied
voor ons. Ook, Carla, Ariane, Machteld, Rita en Nadine hebben van dit schoons
genoten. In de Beize werd er luidruchtig nagepraat over alle prestaties, maar
wat zoudt ge willen met zo’n bende eer dat elk eens iets heeft gezegd. Rudy
Declerck
Zondag
2 november 2008. Toertocht te Belsele. Na de massale opkomst van de vorige weken, is het nu eerder kalmkes. Twee
meiskes, Rita De Winter en Nadine Fack, en 8 mannekes, Eric Van Gasse, Rudy
Vergeylen, Geert Schepens, Luc Krick, Mario Vaneechoutte, Jo Roels, Jan Willems
en ikzelf. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want in tegenstelling tot
het miezerige Allerheiligenweer van gisteren, is het nu zelfs vrij mooi. De
dames met de wagen, en wij per velo naar Belsele. Aan de inschrijving is het al
meteen zeer druk. Veel deelnemers dus, en dat zullen we geweten hebben. Als we
kort na de start een bosje worden ingestuurd zitten we al meteen in de file. In
plaats van zigzaggend tussen de bomen te flitsen, is het nu surplacend
aanschuiven. Ook niet gemakkelijk, ondervindt Luc Krick, want bij het kruisen
van een greppeltje gaat hij half overkop. Hoe kan je nu half overkop gaan,
vraagt u zich waarschijnlijk af. Wel, het voorwiel van de fiets blokkeert, het
achterwiel komt omhoog tot in de nek, en dan stap je over je stuur af. En als
deze uitleg niet geheel duidelijk is, vraag je maar eens aan Luc om een
demonstratie. De hoofdrol in dit verslag is echter weggelegd voor Mario. Die
zit serieus zijn kas op te fretten omdat het niet vooruit gaat, en vraagt om een
beetje door te rijden, omdat hij voor donker wil thuis zijn. Als hij even
verder, aan een volgend greppeltje enkele bevallige jonge deernen opmerkt, gaat
ook hij voor de bijl. Zoals hij een goeie 20 jaar geleden viel voor zijn
vrouwtje Chris, valt hij nu weer voor al die charme. Letterlijk deze keer.
Gelukkig zonder veel erg. Geen kwetsuren, enkel zijn ego een beetje geschonden.
Proficiat Mario, een nieuw record. Een valpartij na nog geen kilometer. Eat your heart out, Eric. De rest van de rit
blijft het zeer druk, en als we na een kleine 30 km op het parcours aan de
bevoorrading komen, besluiten we de resterende 17 km niet meer af te werken. We
nemen van daaruit de kortste weg terug naar Kalken. Kwestie van toch nog voor
den noen een Ice-Tea-ken of iets anders te kunnen nuttigen. Twintig km heen, 30
ter plaatse, en nog eens 20 terug volstaan voor een zondagmiddag. Jan Willems
neemt het meeste kopwerk op zich, en trekt bij momenten ferm door. Er zijn er
zelfs bij die het moeilijk krijgen, ik vooral. Na al dat kopwerk slaagt hij er
zelfs nog in de spurt te winnen. Allee, dat heb ik toch horen zeggen. Proficiat
Jan, al telt dit maar voor half, want Rudy was er niet bij. Ivan.
Zaterdag 15 november 2008. Steenhuize. Voor zaterdag 15/11, hebben Geert Schepens en
ikzelf afgesproken om een ingerichte rit te rijden in Steenhuize. Op de
rondgestuurde mail is er maar één modderfokker op afgekomen, nl. Pascal. Met
ons drie zakken we af richting muur van Geraardsbergen, ja want die zit er ook
bij alsook de Bosberg. We kunnen er kiezen tussen 25, 40, 45 of 50 km. Als
echte modderfokkers kiezen we voor de 50 km. Het is zacht weer en het regent
niet, wat moet nen mens meer hebben. Al vlug worden we geconfronteerd met het
slijk en de pittige hellingen, het ziet er lastig uit. En dat was het ook.
Buiten de gekende hellingen zitten er tal van kuitenbijters tussen en meestal
op een ondergrond bedekt met een sausje van modder. De muur van Geraardsbergen
doen we infeite 1.5 keer, we rijden bergop langs een kant waar we nog niet
geweest waren. Een eindje voor de top, keren we terug afwaarts om dat via de
gewone kasseiweg tot aan de kapel te rijden. Op één van de nijdige klimmetjes,
kan Pascal het niet verdragen dat wij zouden boven rijden en hij niet, dus legt
hij zich maar neer voor onze vélo. Maar op de Bosberg moeten we hem toch als
eerste laten bovenkomen. We hebben van onze rit genoten zonder elkaar dood te
rijden, maar 50 km was genoeg. Na afloop mogen we nog rijstpap eten, zonder
gouden lepeltjes, da’s voor later, en een soepken drinken met den overschot van
den dag voordien erin, denk ik. Alé die soep was nie voor iedereen zulle. Voor
we terug in de auto stapten, hebben we onze vuile kleren uitgetrokken en moeder
Marie heeft toch wel een paar keer haar oogskens moeten toeknijpen. Maar vanals
we opgetreden hebben als K13 zijn we niet meer zo beschaamd. De afwezigen
hadden ongelijk, maar zullen nie zo moe geweest zijn. Rudy DC
Zondag
23 november 2008. Kalken. Plaatselijk ritje. Je mag het niet onderschatten, ritverslagskes schrijven. Vroeger was dat veel
makkelijker. Marc zat een beetje op de kap van Mario, die op zijn beurt mij een
beetje zat zwart te maken, waarop ik dan gewoon vertelde wat die twee echt
uitstaken. Dat was meestal al erg genoeg. Maar nu M&M er steeds vaker de
brui aan geven, is het vaak een gevecht tegen het blanke blad. We hebben nog
geprobeerd met talent van buiten Kalken erbij te halen, namelijk Eric Van
Gasse. Die stond in zijn beginperiode garant voor minstens enkele tuimelperten
per rit, maar nu die de laatste tijd al zonder steunwielekes kan rijden is de
pret er af. Daarom deze oproep: “Vrijwilligers gevraagd”. Zie jij het zitten om
1 keer per week, pispaal van dienst te zijn, het mag eventueel in beurtrol,
laat dan snel iets weten. Alvast bedankt op voorhand.
Voor vandaag belooft het toch een specialleke te
worden. Het heeft vannacht een beetje gewinterd, en de wegen liggen er
plaatselijk spekglad bij, dus spektakel verzekerd. Rudy De Clercq, Jan Willems,
Geert Schepens, Frank Vandesteen, Rudy Rogiers, Karel Verhoeven, Hans
Schellaert, en ikke verzamelen op het kerkplein. Rudy DC merkt daar pas dat hij
zonder helm op weg is, maar omdat een slippertje vandaag niet uitgesloten is,
besluit hij die toch maar op te halen. We vertrekken via de Steenbeekwegel en
het Drabstraatje, en komen zo in de Scheestraat. Daar heeft Rudy R. een nieuw
naambordje, De “Zauwwegel” opgemerkt, en besluit deze even te gaan verkennen
terwijl wij Rudy DC gaan oppikken op ’t Hussevelde. Als we even later terug
samen zijn, hebben we er een wegeltje bij. De rit zelf verloopt vrij rustig.
Voorzichtig schaeverdijen* op de weg, en waar het kan eens goed doorgeven. Als
we na een 30-tal Km aan komen aan de Zandbergen in Berlare, horen we in de
verte iemand roepen. Het blijkt Rudy Vergeylen te zijn. Hij was niet tijdig uit
zijn bed geraakt, maar kon het toch niet laten zijn veloken eens uit te laten.
Ondanks de gladde wegen en verraderlijke ijsplekken slagen we erin toch
overeind te blijven. Is dit nu doorgedreven stuurmanskunst, of willen ze het mij
weer moeilijk maken een sappig verslag te schrijven? Even verder, ter hoogte
van de Sluis in Uitbergen rijdt Hans lek. Zijn tubeless** band was plots nen airless. Terwijl de depannageploeg aan
het werk is, gaat Karel enkele rondjes rijden bovenop de dijk. Hij merkt het
enige overgebleven ijsplekske niet op, en gaat onderuit. Het ging zodanig rap
dat bijna niemand het zag. Ik gelukkig wel. Merci Karel, Ik wist dat ik op u
kon rekenen. Als de band hersteld is, en we allemaal verkleumd van de kou zijn,
besluiten we dat het welletjes geweest is, en keren we huiswaarts. Voor de
eindspurt wordt Rudy V gelanceerd door Rudy R, en haalt hij het nipt voor Jan
W. Jan probeert nog van, “ Jamaar, waar ligt die meet nu, is het voor, of
voorbij die vluchtheuvel”. Sorry Jan, het is wel degelijk net voor. Ivan
Rogiers.
* Voor degene die het algemeen beschaafd
Kalkensch niet meester zijn, Schaeverdijen = schaatsen.
*** Ivan had ook nog 2 sterretjes bij ‘tubeless’
gezet, maar is vergeten dat uit te leggen. Misschien een beetje brainless van
Ivan, maar wie is daar nog over verwonderd? Euh, er is ook sprake van een
zekere Marc, maar die ken ik niet hoor. Mario
Verslagen Mountainbike (More-vélo)
Zondag
30 november 2008. Haasdonk. Het weer zit
ons niet mee de laatste tijd. Het blijft al weken na elkaar miezerig
herfstweer. De voorspelling voor vandaag: Bewolkt, overwegend droog, met kans
op een buitje. De thermometer blijft steken op 0,0 graden en het is nog droog
als ik opsta, maar nog voor ik op het kerkplein ben, is het al aan het
druppelen. Toch 9 dappere krijgers: Geert Schepens en buurman Dirk De Boever,
Rudy Vergeylen, Luc Krick, Pascal Lippens, Patrick en Jo Roels (geen broers) en
Rudy en Ivan Rogiers (wel broers). Als Rudy R. (als laatste) aankomt, wens ik
hem proficiat met de knappe prestatie van de Modderfokkers-quizploeg van
gisterenavond. Ons team, vertegenwoordigd door Rudy en Ivan R, Marc Roelandt en
Eddy Cocquyt, behaalde er de 3e plaats op 49 deelnemende ploegen.
OK, Eddy is geen Modderfokker, maar er moest iemand meedoen die kon schrijven
ook. Eén voorbeeldje uit de kwis wil ik jullie niet onthouden. We kregen een
puzzel. Vijf woorden waarvan de letters door elkaar. Zoek de vreemde eend in de
bijt. Ik zie onmiddellijk het woord “STEENEZEL”, de juiste oplossing. Niet
moeilijk, Marc zat recht tegenover mij. Zo makkelijk kunnen kwisjes zijn.
We vertrekken met de wagen en hopen op beterschap,
maar ginds aangekomen, is het al aan het regenen. Of is het natte sneeuw, of
sneeuwnat? In ieder geval, nat en koud. Hans Schellaert was al ter plaatse en
vervolledigt de groep voor een ritje Haasdonk. Waarschijnlijk is het parcours
onder normale omstandigheden zeer mooi. Leuke bospartijen, technische stukjes
in de kleiputten van Steendorp, op en langs de Scheldeboorden in Temse. Klinkt
veelbelovend, maar nu is het een en al ploeteren door de modder, en de koude
verbijten. We dragen onze clubnaam “De Modderfokkers” wel fier op onze rug,
maar dat betekent niet dat dit ons lievelingsparcours is. Even voorbij halfweg,
ons truikes zijn al niet meer herkenbaar, krijgen we de keuze: Linksaf voor
asfalt, rechtdoor voor modder. Ge moogt 3 keer raden, … En ja, het moest er van
komen, op een spekgladde afdaling gaat mijn voorwiel de verkeerde kant uit.
Twee bomen komen veel te snel naderbij, en net voordat ik er tegenaan knal, val
ik “gelukkig” tussen de struiken. Gelukkig zonder veel erg, enkel het ego een
beetje gekneusd. Even later heb ik weer prijs. In een flauw bochtje blokkeert
mijn achterrem en ga ik bijna een tweede keer onderuit. De rest van de rit rij
ik met een slepende rem, en het was al zo lastig. Gelukkig kan ik rekenen op
hier en daar een duwtje van Rudy, en halen we samen de finish. De kou en
vermoeidheid werken zodanig op mijn gemoed, dat ik zelfs pas voor de
nabespreking. Dankzij een warm badje en wat eten, kom ik er terug bovenop, en
kan alsnog mijn zondag in schoonheid afsluiten met een bezoekje aan de nog
altijd bemodderde collega’s in De Beize.
Mijn oproep naar vrijwilligers van vorige week is in
dovemansoren gevallen, maar ge moet niet denken dat ik elke week sukkelaar van
dienst wil zijn. Volgende keer andere en betere.
Ivan
Rogiers
Zondag
14 december 2000. Grote Prijs Tom Vandenberghe.
Massale opkomst voor de éérste GP-TVDB. Ter
gelegenheid van Tom’s verjaardag, had die gevraagd aan Rudy R. om met zijn
ingebouwde GPS (een Tom-Tom?) een plaatselijk ritje uit te stippelen. Met
mogelijkheid om een tussentijdse bevoorrading in te lassen. Zo gezegd, zo
gedaan.
Niet minder dan 27 deelnemers verzamelen tussen de
nasmeulende vuurkorven van de Kerstmarkt van gisterenavond. Teveel om op te
noemen. Laat ons zeggen dat alle vaste klanten aanwezig zijn, plus een paar
nieuwe, en een langverwachte come-back, Marc Roelandt. De enige die schittert
door zijn afwezigheid is Rudy V. Ik zou liegen: ook Rita en Nadine zaten met de
kelderkorsens, want niet gezien. Waarschijnlijk de plaatselijke verenigingen op
de Kerstmarkt een beetje te hevig gesteund. Maar uitslapen is Rudy niet gegund,
en terwijl wij nog wachten op Marc, die zijn rentree nog wat wil uitstellen –
hij moest nog een nieuw wiel steken, geschooid bij Geert Bracke, gaat Danny F.
zijn schoonbroer uit bed sleuren. Als we uiteindelijk, met een half uurken
vertraging kunnen starten, komen Danny en Rudy ons in de Steenbeekwegel
tegemoet, al zal Rudy pas een uurtje later beseffen dat hij op de fiets zit. We
gaan voor de eerste keer via de Zauwwegel, die van de Scheestraat naar de
Zauwerstaat loopt. Het is altijd een beetje opletten als je nieuwe paden
verkent, en aan het nieuw gelegde betonnen brugje gaat Tommeke bommeke hemzelf
al bijna overkop. Efkes verderop, als Geert Schepens een beetje te enthousiast
van spoor verandert, gaat hij sierlijk onderuit. Recht in de grootste plas van
gans de rit. Daarmee is de Zauwwegel officieel gedoopt, en Geert ook. We
vervolgen onze weg en komen zonder verdere accidenten op ons rendez-vous in de
Zandbergen in Berlare. Daar worden we opgewacht door Gunter, die ons voorziet
van een natje en een droogje. Als we willen vertrekken, merkt Marc dat hij plat
staat. De kapotte band wordt vervangen, maar die platte benen zal hij moeten
houden tot thuis. Na een tweede tussenstop op de Scheldedijk ter hoogte van
Uitbergen, wordt besloten om stillekesaan af te ronden en ons terug richting
Kalken te begeven. Daar worden we verwacht voor een hapje en een drankje in de
magazijnen van Drankenhandel Vandenberghe. Je moet maar durven, zo’n bende
Modderfokkers uitnodigen tussen stapels bier en andere dranken. Maar ja, de
kans dat we droog vallen is dan ook zeer klein. Toch nog een tegenvaller om de
dag af te sluiten. Het duurt een vol jaar tot Tommeke nog ne keer verjaart.
Tommetoch.
Ivan
Zeg, Ivan, en moest ge weer niets zeggen over uw
broer zijn nieuwe velo misschien? O ja, en met zijn nieuwe velo won hij al zijn
eerste sprint ook. Kgaketik maar zeggen. Mario
Zondag 21 december 2008. Overmere. Er verzamelt terug een grote groep aan de kerk, om
de toertocht in Overmere te doen. Het is gevaarlijk om iedereen op te noemen,
want als er enen niet op staat. Dus ik ga mij er niet aan wagen. Wat ik wel
vaststel, is dat er toch enkele van de nieuwe gezichten terug bijzijn. Ook de
dames zijn met een stuk of vijf.
We vertrekken stilletjes naar Overmere, alé
dat stilletjes is maar tot aan de Beize zulle. Daarna moet Rudy Rogiers zijn
nieuwe fietskader eens testen, en halen we met momenten snelheden tot boven de
40 per uur. Gelukkig weet iedereen de sporthal zijn waar er gestart wordt.
Van bij de start wordt terug een hoog tempo
gehanteerd. Kris denkt al van aan de eerste kapel (op 100 meter), dit wordt
niets voor mij en na korte tijd is Kris in crisis en niet meer te zien.
Het wordt terug een soort afvallingskoers. Als
hekkensluiter zie ik enkelen één voor één afvallen. Het is wel mooi om zien,
ware het niet dat er telkenmale een gat valt dat terug moet toe gereden worden.
Ja, men rijdt beter bij de eersten in plaats van achteraan, maar ik kan mij
toch meesleuren met de coureurs tot aan de eerste bevoorrading. Het veld achter
ons is verbrokkeld.
Als iedereen terug is verzameld, besluiten de
B’s het wat kalmer aan te doen en apart te rijden. Maar de A’s trachten ons mee
te krijgen en rijden aanvankelijk ook wat trager, of zijn er daar ook die moe
worden? Maar enige tijd later is de afvallingskoers weer gestart. Nu zijn we al
wat geleerd en laten ons toch afzakken. Enkel Jo Roels blijft meerijden. Hij
moet wel want hij heeft nog een verrassing in petto. Er wordt namelijk bij hem
thuis nog een derde stopplaats (voor nen druppel) ingelast, hij heeft natuurlijk
pech dat de rit zo laat aan zijn deur passeert.
Daarna vertrekken we terug allen samen voor de
laatste kilometers. Door wat getreuzel vallen we op de Scheldedijk met een
groepje achterop. Rudy Vergeylen is de eerste die het in de mot heeft en
probeert alleen het gat toe te rijden, maar met tegenwind is dat rapper gezegd
dan gedaan. Na een tijdje gaan ook wij in de achtervolging. We laten hiervoor
Hans Schellaert en Jo Roels achter. Sorry mannen. Wij, dat zijn Geert Schepens
en uw verslaggever (als tweede beroep is hij coureur). Jan Willems laat hem uit
de eerste groep wat uitzakken om Rudy V. terug bij te brengen. Wij moeten het
zonder hulp zien te klaren, maar langzaam maar zeker slagen we in onze opzet.
We zijn content dat we het gehaald hebben, nen
mountainbiker heeft nie veel nodig om gelukkig te zijn, ziedewel.
We rijden de tocht uit tot in Overmere en hier
wacht ons nog een hot-dogsken. Een jonge dame wenst nog een portret te trekken
van de modderfokkers voor in de Gazet Van Antwerpen.
Rudy Declerck.
PS. Voor wie die de score wil bijhouden van de
valpartijen: Pascal is tegen de vlakte gegaan op het korte hellingetje juist
voor de Waterhoek.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag
28 december 2008. Sinaai.
Voor de laatste zondagrit van ’t jaar, eindelijk nog
eens een droge winterrit. Het is nog wat schemerdonker als ik aankom op het kerkplein,
maar het zijn dan ook de kortste dagen van het jaar, en ik ben vrij vroeg.
Enkel Jo Roels en Geert Schepens staan mij al op te wachten. De anderen komen
een na een toe. Dirk De Boever, Eric Van Gasse, Luc Krick, Jan Willems, Patje
Roels, Danny Fack, Rudy De Clercq, Bart Van Hecke en Rudy Rogiers. Allemaal
goed ingepakt, want het is frisjes, -4.5. Mario is er niet bij, want als de
thermometer onder 0 gaat, kleedt hij zich altijd alsof hij op poolreis gaat met
Dixie Dansecour. Flanellen onderlijfje, velouren vest, caoutchouën bottekes, en
naar ik heb horen zeggen, zelfs een pelsen onderbroek. Jaja, Mario rijdt met
een onderbroek. Hij weet nog altijd niet dat je onder een koersbroek hetzelfde
draagt als onder een Schotse kilt. Enfin, dit geheel ter zijde, het was nu net
die onderbroek die hij niet vond. We vertrekken met de fiets naar Sinaai. Toch
een goede 20 km, en voor we ter plaatse aankomen, hebben alle uitsteeksels,
(vingers, tenen, enz.) al eens goe getinteld. Hans Schellaert vervolledigt de
bende, en met z’n dertienen kunnen we van start. Niet voor lang, want Jo krijgt
problemen met de versnelling, en moet de strijd staken. Toen waren ze nog met
12. Het parcours ligt overal hard bevroren, en bijgevolg is het nogal
technisch, maar bolt het vrij goed. Het gaat dan ook behoorlijk hard, maar
aangezien er geen zware ploeterstroken tussen zitten, rij ik mee met de grote
mensen. Rudy DC, rijdt zoals gewoonlijk achteraan, maar waar hij normaal als
sterkhouder af en toe een duwtje uitdeelt aan wie het moeilijk heeft, zit hij
nu zelf met een serieuze beeste. Aan de bevoorrading in Lokeren houdt hij het
voor bekeken, en rijdt rustig naar huis. De forme is er niet, en zijn
stuurvaardigheid laat volgens hem te wensen over. Ook Danny, die vroeg moet
thuis zijn, verlaat ons. Toen waren er nog 10. Hans is de volgende die aan de
rekker hangt, maar hij rijdt zo goed als in eigen streek, en als hij op een
10-tal km van het einde een binnenwegje naar huis neemt, (nog 9) vrees ik de
volgende te zijn. Gelukkig rijdt even later Patje lek. Terwijl de technische
dienst de klus klaart, rijden Geert, die blijkbaar ook bijna aan het eind van
zijn latijn zit, en ik de laatste 5 km voorop. Ook Luc volgt ons voorbeeld, en
zo komen we zonder malheuren terug aan de feesttent. De terugtocht wordt
afgehaspeld aan een goede 32, 33 per uur en zowel Geert als ik bollen goe mee,
maar met 85 km op de teller is het vet van de soep, en de laatste 5 zijn er
teveel aan. Ik geraak nog met moeite (en met hier en daar een duwtje in de rug
) de brug van Hussevelde over, en aan huisnummer 43 hou ik het voor bekeken. Ik
heb zelfs de courrage nie meer om te rijden tot De Beize. Ge kunt u dus wel
voorstellen hoe kapot ik zat.
Ivan
Rogiers
Zondag 4 januari 2009. Gentbrugge.
Terwijl Rudy Vergeylen en Jo Roels naar Gits
waren, verzamelen we voor een rit in Gentbrugge. Het is wel wat wachten op Rudy
Rogiers. Hij kan wel rap met de vélo rijden, maar opstaan is niet zijn beste
vak. Bij het naar ginder rijden, met Danny Fack op kop, wordt de verloren tijd
al grotendeels ingehaald. We gaan ginder van start met Rudy R, Dany F, Eric Van
Gasse, Dirk (van Laarne), Geert Schepens, Pat Roels, en ikzelf. Dirk Hanselaer,
heeft al gezien dat er weer koers in de lucht hangt en besluit afzonderlijk te
rijden.
Kort voor de bevoorrading rijden de B’s (dat
zijn Geert en ikzelf) eens voorop en was het nu te rap of te traag, dat weet ik
niet, maar wat Geert wel heeft gezien is dat Rudy R gevallen is. Niet zijn
gewoonte, of was er toch drank in het spel?
Bij de bevoorrading komt ook Dirk H al toe,
dus zijn beentjes waren eigenlijk goe genoeg om mee te rijden.
Vanaf daar rijdt ook Geert Braeckman van WTC
de Calcine mee, zeker geen van de minsten. Hij moet later wel ondervinden dat
de modderfokkers geen clubken is om ne keer mee te lachen, en ja hij wordt eraf
gereden. Op den dijk is er wel ne keer goe door gereden, zelfs Rudy R krijgt
het moeilijk. Niet verkeerd verstaan hij moet wel af en toe Geert S wat duwen.
Uiteindelijk komen we na ongeveer 75 km aan in
de Beize. Geert S komt zelfs als eerste over de meet, hij werd opeens wat
gewaar in zijnen rug en van dan ging het rap. Dat “wat” was de hand van Rudy R.
Rudy de Clercq
Oei, wisten jullie dat Rudy dC van adel was?
Het is blijkbaar ‘de Clercq’, met een kleine ‘d’. Nu rijdt er al adel mee met
ons ook. Eerlijk gezegd, Rudy was nu echt de laatste waar ik adellijk bloed in
verwacht had. Mario
Verslagen
Mountainbike. Modderfokkers
Zondag
18 januari 2009. Plaatselijk.
Gelukkig ben ik van nature nogal rustig van aard, anders
zoudt ge der nog stress van krijgen. Waar ik vroeger enkel moest vechten tegen
het blanco blad, word ik nu ook nog onder tijdsdruk gezet door de redactie van
de nieuwe blog van De Modderfokkers. Daar staat sinds maandag een kader met de
tekst “ HIER KOMT WELDRA HET VERSLAG VAN DE RIT DOOR IVAN” Voorheen kon ik nog
kiezen. Schrijf ik nu niet, of schrijf ik wel, maar nu heb ik het op voorhand
aan mijn vel.
We reden zondag nog eens de kapellekensbaan. Neen,
niet die van Louis-Paul Boon, maar een ritje, uitgestippeld door Rudy DC.
Normaal een ritje voor de B-kes, maar bij gebrek aan inspiratie van de A’s, een
gezamelijke tocht. We vertrekken met de wind in de rug, en op algemeen verzoek
(uitgezonderd Geert S), gaan we voor de 2e keer via de Zauwwegel. De
brede voeg in het midden van het brugje is ondertussen vakkundig dichtgevoegd
door voegwerken Rudy Rogiers, en iedereen blijft overeind (ook Geert S. dus).
De heenreis verloop vlot, maar eens we de Kruiskapel voorbij zijn, krijgen we
de wind op kop. Het is ondertussen ook beginnen regenen, en het lastigste deel
moet nog komen. Bij het oprijden van de Moervaartdijk zit ik nog redelijk
vooraan, maar het is zwaar en blijft maar duren. De ene na de andere rijdt me
voorbij, en als ik helemaal achteraan zit, laat Rudy R zich uitzakken om mij
een beetje uit de wind te zetten. Beetje bij beetje, en met af en toe een
duwtje in de rug, komen we terug bij de rest. Als ik met een laatste
krachtsinspanning nog net voorbij Mario geraak, zakt bij hem de moed in de
schoenen. Zo diep zelfs, dat wanneer we terug op de berijdbare weg komen, hij
afhaakt en alleen terug naar huis fietst. Stel je voor, als ik dat doe, kan ik
elke week alleen terug. Net als ik denk dat we het kwaadste wel gehad hebben,
krijgen we als uitsmijter de kasseistrook van de Vogelzang voor de wielen. Nog
ne keer sterven dus. Eens dit achter de rug besluiten we wegens sluitdag van De
Beize, af te zakken naar De Schorpioen. Zodra Jo dit te horen krijgt, is hij
niet meer te houden, en gaat er alleen vandoor. Niet voor lang echter, want de
eerste brug, die van D’Hanselaerstraat, is een brug te ver. Als op het einde
van de Zomerstraat de eindspurt ingezet word, en de duwers ons in de steek
laten, merk ik dat ik toch niet de enige was met flanellen benen. In de verte
zie ik nog dat Rudy R het vlot haalt van de rest. Nadat ik wat bekomen ben bij
een Ice-tea-ken ( dat hebben ze daar ook in De Schorpioen ), maak ik mijn lijstje
van de aanwezigen op. We vertrokken met 15. De Hanselaerkes, Dirk, Frank en
Svevo, die na enkele kilometers alleen verder gingen. Rudy Vergeylen, Rogiers
en De Clercq, Geert Schepens, Jojo Roels, Mari-jojo Vaneechoutte, Geert
Schepens, Bart Van Hecke, Dirk De Boever, Tim Raman, Frank Vandesteene en Patje
Roels, maar diene vijftiende schiet mij maar niet te binnen. Ik overloop met de
aanwezigen het lijstje, en vraag of zij nog weten wie ontbreekt. Awel gij toch,
kieken, antwoorden ze in koor. Ikke dus. Als even later de superlady’s Rita en
Nadine arriveren, is den hoop copleet, en kunnen we aftellen tot volgende week.
Ivan Rogiers
Zondag 8 februari 2009. Plaatselijk +
Lille
We
verzamelen om 8.30 u voor een plaatselijk ritje. De mannen van de vliegende
brigade zijn al een uurtje geleden vertrokken om Lille en omliggende onveilig
te maken. Ze waren met 6: Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Jan Willems, Patrick
Roels, Jo Roels en Pascal Lippens. Wij waren met 10. Rudy en Eddy De Clercq,
Geert Bracke, Luc Krick, Danny Fack, Tom Vandenberghe, Peter van Kerckhove,
Danny Poelman, Dirk De Boever en ikzelf. Zoals je ziet, ook enkele A-kes. Zij
kozen vandaag voor het goede gezelschap, in plaats van de verre verplaatsing.
Tom stelt voor de pijltjes van de rit in Gentbrugge van zaterdag te volgen,
Maar de Clercq-skes hebben gisteren de tocht al gereden, en konden vertellen
dat het een grote modderbedoening was. Niet dus. We kiezen uiteindelijk voor de
klassieker “Wachtebeke-domein Puyenbroeck”, een rit die er al van bij het begin
tussen zit, maar nu toch al een tijdje geleden gereden is. Bij gebrek aan de
vaste routeplanners neem ik de taak van navigator op mij, en stel tevreden
vast, dat het geheugen nog goe marcheert. Geen ene keer verkeerd gereden. In
het domein zelf, ligt het redelijk vettig, en moeten we af en toe stoppen om
afgewaaide takken opzij te leggen, maar het blijft berijdbaar. Voor de meesten
toch, want als op een van de zwaardere stukken Danny P. de achtervolging inzet
op een ontsnapte Luc, gaat hij sierlijk onderuit. Hij krabbelt rap overeind,
maar niet rap genoeg om te ontkomen aan een tuimelvermelding in ’t verslag.
Peter is ondertussen al een paar keer diep geweest, en als ik hem vraag hoe het
gaat, antwoord hij “afzien, jong: vijf maand geleden d’ak nog op de fiets
gezeten heb”. Ik zeg hem dat hij nog veel “Frietamientjes” zal moeten eten,
voor hij weer op niveau zal zitten. Op de terugtocht naar Kalken merken we dat
wij niet als enige MTB-ers op weg zijn. Ter hoogte van ’t Heiende in Lokeren,
zien we nog net de Moddermiekes, Carla, Ariane en Christine Oosterlinck ons pad
kruisen. De laatste brug begint bij de heroptredende Geert en Tom serieus door
te wegen, maar toch word ik door een lachende Tom voorbij gereden. Zij het dan
wel dat hij geduwd wordt door Rudy, die op zijn beurt geduwd wordt door Danny
F. Ik stel voor ook wat mee te duwen, maar hang mij “onopvallend” aan het
truiken van Tom. Zo geraken we samen boven. De aankomst in De Beize gaat met
tussenpozen. Eerst wij, de B&A-kes, dan de Lille-gangers, de miekes, en
zelfs nog ne verloren gelopen Rosten Senna. Korte samenvatting van de rit in
Lille: Rudy V duikt in een gracht en steek nog net met zijn benen boven het gras.
Rudy R is cameraman van dienst, en filmt al rijdend met de camera in de hand
(gaat wel bijna onderuit op de hardgevroren moddersporen), en Jo Roels is
zaterdag een beetje doorgezakt en heeft zijn bed niet gezien. (Ik ook niet,
want als ik in mijn bed kruip is het donker, en doe ik mijn ogen toe).
Wie ik
echter niet meer gezien heb, is Nadine. Die was er blijkbaar op haar eentje op
uit en was wat verloren gereden. Hopelijk is ze toch nog op tijd in De Beize
geraakt, want de Scampi’s waarop Koen ons trakteerde waren hééééééél
lekkerrrrrrrrrrrrrr. Ivan
Zondag 15 februari 2009. Waasmunster
Omdat
je niet elke week een verre verplaatsing kan doen, vandaag een plaatselijk
ritje. Lang geleden dat we nog ne keer naar Waasmunster gereden zijn, dus is ’t
nu het moment. Bij afwezigheid van Rudy DC, die in de sneeuw gaan spelen is,
rijden we allemaal samen. Rudy R, Jan W, Danny F, Geert S, Patje R, Jo R, Dirk
H, Dirk DB, Pascal L, Rudy V, Eric VG en ik. We zijn nog maar net vertrokken
als Jo, ter hoogte van de Bontinckstraat in panne staat. Versnelling in zijn
wiel gedraaid. Soms kan je dit voorkomen: als het hapert, niet verder trappen,
maar even terugdraaien. Maar Jo rijdt, zoals hij zijn auto parkeert. Als het
begint te kraken, … nog ne meter. Met als gevolg, versnelling en enkele rayons
kapot en game over. Ware het niet dat Jo nog ne velo heeft, en een zorgzame
vriendin, die hem komt ophalen, en zal afleveren, even verder op het parcours.
We rijden via Lokeren, over de dijken van de Durme, en het gaat weer goe
vooruit. Even voorbij het Molsbroek, komen we op de Ten Rijendreef, een weg die
parallel loopt met de E-17. Rudy V en Eric VG zitten mekaar weer een beetje op
te stoken, en drijven de snelheid op tot net geen 40/uur. Als den andere Rudy
er dan ook nog ne snok aan geeft, gaan we tot bijna 45. Schoon tempoken voor
die mannen, maar veel te rap voor de normale gasten (eerste keer kapot). Als
even verder Jo terug inpikt, verlaten Rudy en Eric ons. Ze hebben nog andere
verplichtingen. Propere gasten hé, ons eerst laten afzien, en dan hun schup
afkuisen. Eenmaal in Waasmunster aangekomen, is het weer genieten. Mooie, droge
baantjes, door de bossen, over de bultjes, geen wonder dat er hier nog veel
volk rond rijdt. Als we na een tijdje een tussenstop maken voor een natje en
een droogje, gaat Jo een babbeltje slaan met iemand van de plaatselijke bevolking.
Toevallig een kenner, die weet te vertellen dat het belangrijk is, niet alleen
de beenspieren, maar ook de rug- en de buikspieren goed te trainen. “Mijn
buikspieren zullen wel goe getraind zijn” zegt Jo, “want ik drink elke dag nen
bak bier”. “Serieus, ik meen dat wel hé” zegt die kerel. Waarop Jo bloedserieus
antwoordt: “Jamaar, ik ook zulle”. (Tweede keer kapot, nu van ‘t lachen ). Als
iedereen bekomen is, wij van ’t lachen, en die gast van verschieten, kunnen we
terug de baan op. We verlaten de bossen, en gaan richting Schelde, waar we
naast het standbeeld van Filip De Pillecijn nog een mooi stukje MTB-parcous
vinden. Even verder, net over de Mira-brug pikken we nog een BMX-piste mee, en
kunnen dan voldaan terug huiswaarts. De kilometers en het tempo beginnen
serieus door te wegen, maar ik ben niet alleen. Geert, die na enkele weken
afwezigheid wegens ziekte hoopte op een rustig wederoptreden, zit er al een
tijdje door. Gelukkig kan hij rekenen op manuele bijstand van Rudy en Jan. Als
aan het einde van de Gaver de eindspurt wordt ingezet, (ik dacht dat die al was
ingezet bij het verlaten van het kerkplein), komt Geert, die nochtans niet meer
kon, mij toch wel voorbijgestoken zeker. Het moet wel gezegd worden dat Jan en
nog achter zat, en ne ferme put in Geert zijne rug aan het duwen was. (Derde
keer kapot). In de Beize worden we opgewacht door de dames Carla, Ariane en
Gerda. Marc en Gunter hebben ook hun toerken al afgewerkt. Als even later
Annemie, Linda en Christine O. nog binnenkomen, zijn we compleet, en kunnen de
jarigen van de week, Rudy en Marc, gefeliciteerd worden met weer een jaartje
erbij. Ivan
Zondag 1 maart 2009. Een beetje overal.
De
Modderfokkers zenden hun zonen uit. Tom VDB en Patje zijn de enige die de verre
verplaatsing naar Mol zien zitten.Zij vertrekken om 7 uur. Normaal toch rap
anderhalf uur met de wagen, maar voor Tommeke een klein uurken. Rudy R, Pascal,
Dirk DB en Chris kiezen voor de iets dichtere uitstap naar Nieuwkerken-Waas.
Zij starten om 8u. Wij verzamelen om 8.30 u voor een plaatselijk ritje. Rudy
DC, Rudy V, Eric, Hans, Dirk H, Dany P en ikzelf besluiten de Bloso-route van
Wetteren nog eens te rijden. Net voor we willen vertrekken komt Mario er nog
bij. Hij had een ritje naar St. Lievens Houtem in gedachten. Toch vreemd hoe
die gasten van West-Vlaanderen hun goesting weten op te dringen. Het wordt dus
SLH. Op weg naar ginder, valt het op dat sommigen moeite hebben om het rechte
pad te houden. Waarschijnlijk de naweeën van de doortocht van de Omloop Het
Nieuwsblad. Die konden we ook dit jaar niet zomaar laten voorbijgaan, en een
gezellig samenzijn was het resultaat. Het was daar dat Rudy DC mij kwam te
vertellen dat we de laatste tijd chance hebben op gebied van materiaalpech. Dat
is erom vragen natuurlijk, en ter hoogte van Massemen hebben we al prijs.
Platte band voor Rudy V. Bijgestaan door zijn goede vriend Eric is het euvel
rap verholpen, en kunnen we beginnen aan het plaatselijk parcours. Redelijk
lastig, maar al bij al goed berijdbaar. Ongeveer halfweg de rit wordt er
getwijfeld of we rechtdoor of linksaf moeten. Dirk heeft het te laat opgemerkt,
kan niet meer ontwijken, en duikelt de ze zijberm in. Serieus verschoten, maar
gelukkig zonder veel erg. De volgende duik is er een voor, wie anders dan…
Eric. Terwijl hij Hans een duwtje in de rug geeft, raakt hij het achterwiel van
Dirk, daarna dat van Hans, en gaat onderuit. Als ook hij van de schrik is
bekomen, spreekt hij de wijze woorden: “Het is met vallen en opstaan, dat ge
groot wordt”. Als deze stelling zou kloppen, zou Eric ondertussen 2,38 m groot
zijn, en zou het de eerste keer zijn dat Dirk gevallen is, dus da spel klopt
hier nie. Als even voor aanvang van de terugtocht Dany Poelman ook nog lek
rijdt, hebben we ons deel van de tegenslagen wel gehad. Op weg naar Kalken
nemen Rudy V en ik het kopwerk voor ons rekening. Op den langen end steekt Rudy
DC nog een tandje bij, en mag Eric er 2 bijsteken. Een voor hem en een voor
Hans. Moe maar voldaan komen we aan in De Beize waar even later ook de dames
zich aanmelden. Het valt mij op dat de laatste tijd de deelnemers uit de
Warande in Laarne redelijk diep gaan. Twee weken geleden zat Geert S serieus op
zijn tandvlees. Vorige week was het de beurt aan Dirk De Boever, compleet
choco. En nu zag bij aankomst ons Karla De Kok er niet te best uit. Grote
verschil met haar gebuur is, dat zij een beetje teveel, en haar gebuur geen
kleur meer had. Ivan
Zondag 15 maart 2009. Belsele.
Er
verzamelde een vrij grote groep op het kerkplein. Rudy vertrekt met nen man of
acht met de fiets naar Belsele. Ik durf geen namen op te noemen want ‘k zou der
soms wat vergeten, maar in ieder geval nen groep straffe gasten waaronder toch
twee die lef hebben om mee te rijden. Mario en Tom zien het zitten om een
groepstijdrit te rijden, proficiat mannen.
De
vrouwelijke modderfokkers en de B’s verkiezen toch maar met den auto naar
ginder af te reizen. Rudy Vergeylen stelt zijn camionette ook ter beschikking,
waarvoor onze dank, en zo is het transportprobleem van de baan. Tim Raman komt
eigenlijk iets te laat toe en de mannen per fiets zijn al vertrokken. Hij kan
kiezen of de anderen snel inhalen of ook de fiets in de camionette steken. Zijn
keuze is rap gemaakt.
Ivan is
chauffeur van dienst, dat baart ons eerst wat zorgen maar na een paar kilometer
is het vertrouwen volledig terug.
Ginder
gaan we van start met Geert S terug na enkele weken ziekte, Pascal L, Gunter B
terug na operatie, Dirk H, en nog enkelen goed voorzien van buikspek, nl. Marc
R terug na lange tijd, Ivan R en ikzelf. Marc merkt op dat de koerspakjes vlug
krimpen in de was.
Tim
blijft wachten op de anderen. Hier laat ik je los, Tim, van hieraf moet je gaan
(werd ooit gezongen door Wim De Craene).
In het
begin pruttelt het versnellingsapparaat van Gunter wat tegen, maar eens de
power wat onder controle is, komt dat ook goed. Het is een mooi parkoer,
waarbij we veel in het veld vertoeven. Misschien wel iets te veel voor Marc,
want na zo’n lange afwezigheid wegen de veldstroken wel zwaar door. Normaal zou
Marc het verslag geschreven hebben, maar dan mag het niet altijd zwart voor de
ogen zijn. Bij een splitsing 40 of 49 km kiest hij voor de 40 km, zijn
ontploffingsmotor is ontploft. Bij de bevoorrading krijgen we het gezelschap
van Tom VDB en Tim R, die ook de splitsing hebben genomen. Naar het einde toe
wordt het nog lastig voor enkele, maar hier en daar en duwtje en de groep
blijft samen.
Jaja,
toch een valpartij. Dirk had problemen aan een poort aan nen wegel in
Waasmunster. Pascal stond bijna stil en Dirk heeft alles gedaan, maar niet in
de goede volgorde en klikte zijn voet(en) pas los uit de pedalen als hij al op
de grond lag. Stel dat ge de volgorde niet respecteert als ge gaat plassen …
Eens
aangekomen zit Marc al te genieten van zijn Leffe in het zonnetje. We volgen
dan ook zijn goede voorbeeld. Nen Leffe later komen ook Rudy en zijn gezelschap
toe. Mario zegt (kan eigenlijk niet) niet veel, maar zijn gezicht spreekt
boekdelen. Dat was afzien. Maar toch weet hij niet van opgeven en rijdt ook
terug per velo. Ook Tim wil nog wat meer kilometers en gaat ook per fiets.
Het is
er op de terugweg ook snel aan toegegaan, want we zijn nog maar net in de Beize
of ze arriveren al. Al is het dan zonder Mario, die reed rechtstreeks naar huis
of zou hij eens langs geweest zijn bij Dooghe-Demey om te zien of er nog plaats
was als zijn zetel hem niet kon reanimeren.
Uiteindelijk
leek iedereen toch content, een beetje moe maar voldaan. Rudy DC
Zondag 22 maart 2009.
Zele-Heikant. Het is nog maar 7 uur en ik ben al klaarwakker. Mijn
veloken staat al te wachten, dus sta ik maar op. Zo heb ik alle tijd om mij op
mijn gemakske klaar te maken, een booken te eten, tandjes te poetsen, zodat ik
fris en monter naar het kerkplein kan vertrekken. Om 8u20 ben ik al halfweg ’t
Hussevelde, maar ik voel dat er iets niet klopt. Mijne helm vergeten. Rap terug
want verstandige Modderfokkers dragen zorg voor dat beetje hersens die ze
hebben. Even later, aan ’t begin van de Schriekstaat zie ik dat mijn drinkbus
ontbreekt. Nog maar eens terug. Als ik terug op de fiets zit, merk ik dat het
zal spannen om tegen halfnegen aan de kerk te raken, dus vertrek ik via de
Scheestraat een stukske af te snijden, in de hoop dat ik de rest nog tegenkom.
Mijn berekening klopt, want halfweg de Vromondstraat zie ik ze al komen. Wel
verstrooid maar niet dom dus. Een serieuze bende, met meer dan 20. Om het
verslag met enkele bladzijden in te korten, zal ik niet iedereen bij naam
noemen, maar voor de deelnemers verwijzen naar de groepsfoto op de blog: http://www.bloggen.be/modderfokkers/ . Ter plekke worden we opgewacht door de meiskes en nog een paar
enkelingen die rechtstreeks naar ginder gereden waren. Alles samen zo’n 30
fokkers. Van modder is vandaag geen sprake, dus wordt het serieus doorvlammen.
Het eerste deel van de rit proberen we zo goed en zo kwaad als kan, samen te
blijven, maar na de bevoorrading besluiten we toch maar op te splitsen. Zo
blijft het voor iedereen leutig. Het tweede deel van de rit verloopt dan ook
iets rustiger, al rijden we ondanks de vrij strakke wind goed door. Na aankomst
kunnen we nog genieten van een drankje, inbegrepen in de inschrijvingskosten.
Blijkbaar was de cola al uitgeput, want A-kes zaten ons al op te wachten achter
hun Leffe’s. Als ook ons vochtgehalte op peil is gebracht, vatten we onze terugtocht
aan, maar niet voordat we geposeerd hebben voor de groepsfoto aan de voordeur
van de kerk. Het rijden in zo’n grote groep is niet altijd gemakkelijk, en zo
duurt het een tijdje voordat men vooraan hoort dat er een auto achter ons zit.
Tot Luk Krick een arbitersfluitje uit zijn zak tevoorschijn tovert, en zo de
koplopers verwittigt. Danny Fack is nu echt niet meer te houden. Hij neemt het
fluitje over en gaat, druk fluitend, voor de groep uitrijden en aan elk
kruispunt het verkeer regelen. Gelukkig is er weinig verkeer, maar het moet
gezegd, het gaat hem nog goed af. Als Danny ooit een echte job wil, heeft hij
hier misschien nog mogelijkheden. Dankzij de goede begeleiding van Danny, en
het kopwerk van Rudy Rogiers halen we Kalken met een ferm gemiddelde. 28.5 km/u
voor de A-kes, en slechts eentje minder voor de B-kes. Ivan.
Verslagen
Mountainbike (More-vélo)
Zondag 5 april 2009. Kalken Ondanks
het voorspelde lenteweer toch maar 6 deelnemers. Akkoord, het was nog frisjes,
en er hing behoorlijk wat mist, maar dat schrikt nen echten Modderfokker niet
af. Die echte waren: Patje Roels, Eric Van Gasse, Pascal Lippens, Luc Krick en
ikzelf. Er zijn geen ritten in de buurt, en aangezien de vaste routeplanners er
niet bij zijn, stel ik voor nog eens de tour van Wetteren te rijden. Zo kunnen
we ineens de sfeer van de Ronde van Vlaanderen gaan opsnuiven. We staan
startensklaar als een 20-tal wielertoeristen voorbij rijden. Het sein om ook te
vertrekken en er achteraan te gaan. We hebben ze rap te pakken, en merken na
een paar honderd meter dat hun tempo ons niet goed ligt. We knikken even naar
elkaar, en gaan ze met een deftige vaart voorbij. Halfweg den Langen end komt
er nog eentje proberen. Hij steekt ons zelfs nog voorbij, maar moet 2 seconden
later al passen, en laat zich dan wijselijk uitzakken bij zijn makkers, die
ondertussen al niet meer te zien zijn. Vanaf de Brug in Wetteren volgen we een
stukje van het parcours van De Ronde. Ik zit zodanig de sfeer op te snuiven,
dat ik op het klimmetje naar het marktplein toe zelfs bijna in ademnood kom.
Misschien ook omdat er serieus doorgetrokken wordt. Vanaf de Warande, volgen we
de uitgestippelde MTB-tour, die er na de voorbije droge dagen toch nog vrij
vettig bijligt. Onder een heerlijk lentezonnetje werken we onze rit af, met op
het einde, het technisch gedeelte in de Warande zelf. Eric laat zich weer van
zijn beste kant zien, en als een volleerd acrobaat, neemt hij een hindernis
waar de meesten voor passen. Onze bewondering stijgt. Maar zakt al even rap,
als hij op een steil klimmetje tot 2 maal toe onderuit gaat. Als de kindjes
gedaan hebben met spelen, vertrekken we richting Kalken, maar niet zonder eerst
nog eens het talrijk opgekomen publiek te gaan groeten. Het klimmetje waar ik
het deze morgen nog lastig had, vlieg ik nu naar boven, luid aangemoedigd door
de wielerliefhebbers. ‘K voelde mij precies nen echten Flandriën. Ivan.
PS. Nagekomen notitie van Mario: voor wie denkt dat
Ivan niet meer kan tellen (en ook voor wie die denkt dat Ivan nooit kunnen
tellen heeft): ook Mario was er bij. Ik zal voorzeker onopvallend gereden
hebben …
Vrijdag 1 mei 2009. Gent Blaarmeersen. Vrijdagmorgen,
goe weer en congé, wat moet nen mens nog meer hebben. Samen met Rudy V starten
we naar Gent. We moeten wel nog langs bij Eric V, waar ook Geert S en Jan W
staan te wachten. Langs de vaart in Gent kunnen we nog wat profiteren van twee
wielrenners (wel al gepensioneerd). We blijven ze maar volgen, gelukkig zijn er
nog die wakker zijn om in Zwijnaarde te zien dat we verkeerd zijn. Maar het
komt vandaag toch op geen kilometertje aan. Ginds ter plaatse komt ook Danny P
met nog iemand aan, hij ziet er in ieder geval goed uit na de kroegentocht van
gisteren. Ivan R en Thomas zijn meegekomen met de meisjes met de auto. De
meisjes zijn Rita, Nadine, Christine, Ariane en Carla.
We
vertrekken voor de 65 km, de dames gaan voor 45 of 50 km. Na 500 meter is het
scheenbeen van Rudy V al wat geschonden, een brugje liep over. Danny en zijn
kamaraad, besluiten na korte tijd om afzonderlijk te rijden. Er wordt met
momenten stevig doorgereden op het droge parkoer. Het wordt zwaar voor Thomas,
later ook voor Geert en nog wat later ook voor Ivan.
Bij de
eerste bevoorrading maakt Geert een opmerking over onze benen. Onze benen
zouden kunnen dienen voor weidestaken, met dat verschil dat die van hem ergens
in het midden zouden staan en deze van mij op nen hoek. Maar niet te vergeten
dat die beentjes van mij wel 0.1 ton moeten meesleuren, velo inbegrepen wel te
verstaan.
Ondanks
dat moet ik wat later, op de stroken met putten en stenen, ook het drietal Jan,
Rudy en Eric lossen. Eric die trouwens in goeden doen is. Op een gegeven moment
is er terug een afscheiding van de drie koplopers, met wat hulp van een vreemde
mountainbiker kunnen we het gat verkleinen. Hiervoor moeten we wel rond de 40
per uur rijden op nen verharde weg. Als we dan de voorsten hun achterlicht
zien, hebben ze de plezante opmerking: “we zijn verkeerd gereden”. Ook Ivan en
Geert hebben het pijltje gemist, alleen Thomas heeft het wel gezien, alé dienen
voor hem sloeg af en hij is gevolgd. Maar zo heeft hij toch ook op kop gereden.
We
komen ook de vrouwen eens tegen al is het dan met panne. Een behulpzame jonge
man heeft net een andere band gestoken in de fiets van Christine. Bij aankomst
kunnen we genieten van vloeibare bevoorrading, tot iedereen arriveert. Carla
heeft ook wel wat diep geweest en voelt zich niet zo goed. Dus er wordt gewikt
en gewogen hoe er zal worden terug gereden. Jan vertrekt alleen om toch wat op
tijd thuis te zijn. Danny moet vandaar naar Zomergem. Thomas neemt het stuur
van de auto van Nadine over en zo kunnen Nadine en Rita met de fiets mee.
Uiteindelijk bollen we met de twee dames en Rudy, Eric, Ivan en ikzelf terug
huiswaarts. In “klein Ledeberg” is de laatste bevoorrading. Het is wel gezellig
in het zonnetje, jammer dat het bier dan zo snel verdampt hé. Rudy DC.
Zondag 3 mei 2009. Sint-Lievens Houtem.
Rudy zijne kompjoeter lag in panne, dus werden er
geen mailkes gestuurd, maar via-via, kwam het bericht toch op den blog. Om 8 u
vertrekken met de velo, of om 8.30 mee den auto. De 3 tenoren (Rudyrudyrudy),
Gunter, Thomas (Bisschop), Tom, Jo, Patje, Jan, Dirk DB, Danny F, Pascal, Eric,
en ikke. Nadine ziet het ook zitten om goe opgewarmd aan de start te komen, en
rijdt met de mannekes mee. Aan het einde van den langenend staat die andere
straffe madam, Rita, samen met Eric ons op te wachten om de 20 km naar SLH op
een schoon tempoken af te werken. Als we na lang aanschuiven toch ingeschreven
raken, kunnen we beginnen aan de Serge Baguet Classic. Al na enkele km worden
we een bosje ingestuurd voor een technisch stukje, en nog geen 2 bochten verder
ligt Pascal al op zijn zij. Altijd goe voor ’t verslag, denk ik bij mezelf. Het
staat nu 100% vast. Eric heeft zijn titel van tuimelkampioen afgestaan aan
Pascal. Lang kan ik echter niet genieten van het binnenpretje, want even verder
slipt op een steil klimmetje mijn achterwiel door, en lig ik zelf tussen de
struiken. Dirk DB is de volgende. Als we stoppen voor een lekke band van Rudy
V. vergeet hij zijn voet los te klikken, met het bekende gevolg. Op zijn ….
Terwijl de pechdienst aan het werk gaat, stel ik voor dat de mindere goden een
beetje voorsprong nemen op een normaal tempo. We zijn al een tijdje verder als
Eric en Jo ook nog komen aansluiten. Eric zegt dat hij serieus heeft moeten
doorvlammen om tot bij ons te raken. Toen hij Rudy DC zag vertrekken, heeft hij
nog even getwijfeld om het goede voorbeeld te volgen. Ik zeg hem dat als Rudy
vertrekt, hij niet moet twijfelen, maar moe rijden. Nog voor de rest terug bij
ons komt, noteren we de 4e duik. Deze keer is het Thomas. In een
veldwegel heeft hij te veel oog voor voorbijwandelend vrouwelijk schoon, en
moet dit met een tuimelperte bekopen. Waarschijnlijk zat hij al een beetje
“zochte” ook, want als we even later terug samen zijn, en het tempo de hoogte
ingaat, haakt hij af en rijdt op zijn eigen tempo verder. De kilometers van de
heenreis, en het golvend parcours beginnen ook bij anderen door te wegen, en
als we ter hoogte van Oosterzele de grote baan kruisen, stelt Rudy DC voor om
vanaf hier rechtstreeks naar huis te rijden. Het vooruitzicht van nog 15
lastige km op het parcours, en de terugreis van 17 aan 35 per uur schrikt ook
mij en Gunter af, en met z’n drieën gaan we richting Kalken. Onderweg rapen we
ook nog Thomas op. Zelden iemand zo gelukkig geweten om ons te zien. We komen
aan in De Beize met 85 km op de teller. Even later gevolgd door Rita en Nadine
die op hun gemakske de 45 km (+ 2 x 17 = 79 ) reden. Als later de rest van de
bende, met in totaal zo’n ± 100km in de benen toekomen, is de bende kompleet. Ivan.
Zondag 17 mei 2009. Plaatselijk-Waasmunster. Als ik rond 5 u
even opsta voor een sanitaire pauze, zie ik dat het goed aan het regenen is.
Toemme toch. Maar aangezien ik vorige week ook al forfait moest geven wegens
ziekte, wil ik vandaag zeker rijden. Kwestie van de conditie, voor zover die er
al is, toch een beetje op peil te houden. Mijn schietgebedje wordt verhoord,
want als ik opsta, is het op hier en daar een plasje na, droog. Wijle, ik en ’t
vrouwke, weg dus. Op het kerkplein worden we opgewacht door Tim en Tom, de 3
Rudy’s, Dirk H, Bart VH, Geert S, Jan W en Luc Krick, die vorige week nog jarig
was. Aangezien Danny F er niet bij is, besluiten wij het kussen over te laten
aan de dames: Nadine, Els (de vriendin van Jo), Linda, Carla, Annemie en Christine’s
O en DS. Na het vervullen van de formaliteiten, kunnen we vertrekken. We maken
nog een tussenlanding in de Portugiezenstraat om nieuwe remblokjes op Tom zijne
velo te steken, en gaan dan in gestrekte draf richting Waasmunster. Over de
brug van Hussevelde, stuurt Rudy ons naar rechts voor een eerste verassing. We
rijden via de dienstweg van de Carrestel naar de Bontinckstraat, en gaan dan de
spiertjes losdokkeren op de Vogelzang. Joepie!!!! Vanaf Lokeren volgen we de
Durmedijk, die we even verlaten om onder de E17 te duiken. Het vervolg van de
dijk, dat bij de mountainbikers bekend staat als “den tingeldijk“, is
onverhard, maar al bij al goed berijdbaar. Behalve voor Tim. Die gaat iets te
hevig door een bocht, en bijgevolg op zijn… euh… zij. Als we het onverharde
gedeelte verlaten, komen we terug samen, en stellen we vast dat de nieuwe
truikes van de modderfokkers niet goed tegen ’t vuil kunnen. Het scheelt niet
veel, of we krijgen nog meer vuile truikes. Op een stuk met mos en
moddervlekken proberen Geert, Luk en ikzelf een stukje simultaan-slippen, en
gaan bijna gelijktijdig onderuit. Met de nadruk niet op, bijna gelijk, maar,
bijna onderuit. Eens in Waasmunster kunnen we opnieuw genieten van de mooie
wegeltjes en bosstroken. Behalve Tim, die is nog onder de indruk van zijn duik,
en besluit alleen terug te keren. Op onze terugweg kunnen we het BMX-parcourtje
aan de Mira-brug niet laten liggen, en keren dan, via Hamme en Zele terug
richting Kalken. Ik was al een tijdje aan het pompen, maar op het einde wordt
het toch nog bijna verzuipen. Een tempoken van 32 a 34 per uur is voor Bart
niet genoeg, en op ’t gemaksken gaan we naar 37-38 per uur. Als ik hem erop
wijs dat dit toch te rap is, zegt hij dat hij geen kilometriekske op heeft. Ik
antwoord dat ik er wel een heb, en dat hij het wel zal horen aan mijn gevloek
als het weer te rap gaat. Een eindspurtje zie ik al zeker niet meer zitten,
maar terwijl de podiumplaatsen besproken worden, glip ik toch als eerste De
Beize binnen. Laat ze maar zeggen dat het aan de meet is dat de prijzen gedeeld
worden, ik weet wel beter. Ivan.
Hemelvaartsdag maandag 21 mei 2009.
Kruiskapel. Het
is eigenlijk zondag op nen donderdag, maar wij denken de zondag gaan we fietsen
dus nu ook. Die wij dat zijn: Ivan R, Patrick R, Tom VDB, Eric VG, Dirk DB,
Danny F, en 3 maal Rudy. Voor we vertrekken krijgen we van Rudy R nog een
technisch intermezzo, van hoe een fietspomp werkt, maar bij de meeste blijft
hangen, als er lucht uitkomt is het OK.
Na het
open houden van enkele Kalkense wegels, rijden we richting Wachtebeke, waar ik
graag enkele parkoersveranderingen in den bos aan Sidmar wil tonen. Bij het
naar ginder rijden, blijft het tempo zowat op B-niveau, Dirk blijft naast mij
de tegenwind wat tegenhouden voor de anderen. Alhoewel het nie gemakkelijk is U
achter hem weg te steken.
Tot na
het domein, dan komt Patjen eens van voor rijden en we rijden direct 5 km/u
rapper. Voor den bos komen Rudy V en Eric mij wat gezelschap houden vooraan, om
het tempo levendig te houden. In den bos moeten ze wel achter mij blijven.
K’moet zelf goe uitkijken of het nu achter den derden boom links is of was het
achter den zevende rechts.
Na 5-6
km bosbewoner te zijn geweest gaat het terug richting domein. Ivan merkt op dat
we 2 wegels niet hebben gehad. Rudy R heeft hem tot nu wat moeten inhouden, en
af en toe trekt hij eens goed door. Aan de Moervaart gekomen zijn we Patjen
kwijt, volgens Danny was zijn ketting afgelopen. Maar na een tijdje wachten, is
hij nog niet te zien. Rudy R en Danny keren terug. Er was wel iets meer aan de
hand en hij kan niet meer fietsen. Tot aan de zwemkom wordt hij geduwd, en daar
wordt hij opgehaald door zijn persoonlijke depannagedienst.
Rudy R
stelt voor om nog een stukje van de kapelletjesroete bij te nemen, om wat meer
kilometers te hebben. Op weg naar Eksaarde wordt er terug goed doorgefietst
onder commando van de Rudy’s. Voor Dirk wordt het bij momenten wat zwaar,
gisteren te veel gefietst of was den tegenwind in het begin toch niet zo
onschuldig?
Aan de
Kruiskapel houden we even halt, we kijken even naar de hemel en dan terug vaart erin.
In
Overmere gekomen is de band van Dirk aan het lossen, na een poging om hem wat
op te pompen (de theorie zit nog in het achterhoofd) moet er wat verder toch
een andere band worden gestoken. Er zijn nogal wat drinkpullen leeg en we
stoppen even bij mij thuis voor enen te drinken. Vandaar gaat het richting
Schorpioen waar Christine, Nadine en Els ons zitten op te wachten.
Zelfs
Marie-Jeanne voelt zich een beetje modderfokker en komt ook met de fiets tot
daar. Voor wie nie weet wie Marie-Jeanne is: het is de schoondochter van mijn
broer zijn vader. Ook Christel komt de bende nog vervoegen. De dag nadien voel
ik mij wel een jaar ouder, maar Danny, Dirk en Ivan hadden dat gevoel al voor
we vertrokken. Rudy DC
Maandag 1 juni 2009. Zele. We wisten niet dat
er afgesproken was, maar zoals goedergewoonte staan we op de 2de
zondag om half 9 aan Kalken kerk. Mannen: Ivan, Rudy V, Luc Krick, Davy P, Eric
en mezelf. Samen met de 5 miekes op weg naar Zele maar eerst achter flyers bij
Danny F. Die had blijkbaar last van de warmte, want hij overhandigde de flyers
in zen adamskostuum. Rit van Zele +/-50 km: richting Waasmunster. Op den dijk
komt het al snel, door toedoen van Eric en Rudy, naar de gebruikelijke
dijksnelheid (heel goe doorterten dus). Tot wanneer Ivan dit niet meer ziet
zitten en de leiders tot de orde roept. Onderweg een heel vroege bevoorrading,
je zou denken dat er 2 stoppen waren, maar dat was het niet. Afwisselend hebben
Davy en Ivan het wel eens lastig. Ivan dankt dan Davy ook hartelijk wanneer em
plat rijdt. Net voor we toekomen in Zele, komen we nog net de moddermiekes
tegen die de 35 km deden. We genieten daar dan van onze gratis Leffe en wachten
nog op 2 miekes. Allen samen naar huis, maar ditmaal is dit de Schorpioen want
de Beize was gesloten. Rudy De Clerck.
Zondag
5 juli 2009. Zele. Goe weer, dus veel volk
op het kerkplein. 10
Meiskes: Linda, Annemie, Ann, Rita, Nadine, Els, Nancy, Carla, en Christine B
en DS. Het scheelt niet veel meer, maar de mannekes zijn
nog net in de meerderheid met 13. De 3 Rudy’s Geert S, Pascal, Eric, Luc,
Patrick, Jan, Sven, en ikke, en niet te vergeten, 2 opmerkelijke come-backers.
Na maanden afwezigheid waren Marc Roelandt en Guy Roels ook nog eens van de
partij. Waarschijnlijk waren de inrichters van de rit in Zele op de hoogte
gebracht, want de inschrijving was, geloof het of niet, op de binnenkoer van
het mortuarium. De inschrijving was niet goedkoop. 5 Euro voor een karige
bevoorrading, een Leffe bij aankomst, en een noodnummer in geval van pech.
Waarschijnlijk zat daar de meerprijs, want den corbiar stond klaar in de
garage, en je hebt niet vaak een pechdienst met ligplaats. We vertrekken rustig
in de binnenstraten van Zele, maar zodra we het centrum verlaten krijgen er een
paar het zot in hunne kop, en wordt er serieus doorgevlamd. Als ik na een
tijdje de rol moet lossen, zie ik dat ik niet de enige ben, en verzamelen de
B-kes voor een iets normaler tempo. Iets normaler wil niet zeggen dat het echt
traag gaat, want na een 15-tal Km. zien Eric met nen platten band aan de kant
staan. Rudy V, die nog aan het terugkeren is tot bij Eric, zegt ons te wachten,
want het is weer ne serieuzen afvallingskoers. Sorry Rudy, we waren al een
tijdje gesplitst. 50m verder vraagt Luc of hij met ons mee mag. Sorry Luc, je
had al gekozen om met de A-kes mee te rijden. Met Rudy DC als gangmaker rijden
we tot aan de bevoorrading, en moeten nog een hele tijd wachten tot de rest er
aankomt. Blijkbaar was Eric nog een 2e keer lek gereden. ( alléé,
dat zeiden ze toch ). De 2e helft van de rit krijgen we ook ons deel
van pech. Niet ver van de Ridderstraat in Berlare, ter hoogte van de door
Mtb-ers gekende zandput, rijdt Rudy DC ook in een nagel van zeker 5cm. Hij zat
er wel maar 2,5cm door, maar het resultaat was hetzelfde, plat. Gelukkig blijft
het bij ons bij één malheur. De A-kes hadden blijkbaar nog een 3e
platten, en op de terugweg naar Kalken heeft Linda het ook nog zitten. Wel
getrouwd mee ne velomaker, maar laat zich toch depanneren door een paar
amateurs. Wegens jaarlijks verlof van De Beize, houden we den après in De
Schorpioen, ook wel gekend als bij Den Woesten. Het was dus weer niet
gemakkelijk om den pot op te krijgen, maar we hebben toch ons best gedaan. Voor
de statistieken: gemiddelde snelheid van de A-kes – 31.7, de B-kes – 29.2, de
meiskes – 23.2, en de supermeiskes – 24.5. Ivan Rogiers.
Zondag 24 juli 2009. Waasmunster
Ondanks
het verlof voor velen verzamelen toch Bart Van Hecke, Franck Van De Steen, Jan
Willems, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Danny Fack, Danny Poelman, Geert Schepens,
Yvan Rogiers, Pascal Lippens, Dirk Hanselaer en ikzelf aan de kerk. Ook
Christine, Carla, Els , Christel en dochter.
Deze
laatsten en ook Dirk gaan met de auto naar Waasmunster. De rest met de fiets,
meewind en goe weer. In Overmere moeten we even halt houden voor de lekke band
van Yvan. Nu zijn fiets niet meer kraakt, valt hij plat. Na de montage van het
wiel, lijkt dit toch niet echt goed te draaien. Maar toch wordt er verder
gereden met snelheden achteraan in de dertig en af en toe wel eens 40 km/u. In
Waasmunster stelt Yvan zijnen frein nog eens af en alles loopt dan perfect.
We
vertrekken allen samen, en zoals gewoonlijk is het een bende zotten, die enkel
voor zich uitkijken, die vertrekken. Na een tijdje worden de eerder vertrokken
vrouwen in de groep opgenomen. Voor ons (de B-kens), is dit zeer goed, we
blijven (kunnen nie anders) op de smalle wegeltjes achter de vrouwen en de A’s
zijn weg.
Met ons
vijven rijden we nen goeien tert aan, maar we kunnen nog wat genieten van het
parkoer en de natuur.
Op en
bepaald ogenblik zien we net voor ons iemand onderuit gaan in een bocht, we
merken vlug dat het nogal ernstig is en bieden onze hulp aan. Even verder is er
een splitsing. Door het tijdsverlies van de valpartij en de vermoeide benen van
Yvan (ja als ge met den handfrein oprijdt) en eerlijk gezegd de Bourgondische
levensstijl van het verlof bezorgde mij ook geen supperdag, beslissen we om de
40 km te rijden ipv. de 50, behalve Dirk die met de auto naar ginder is
gereden, doet de 50 km.
Het
meeste kopwerk wordt door Geert geleverd, maar na de bevoorrading komen we op
een splitsing en Geert is niet meer te zien. ‘kzeg tegen Yvan, we zullen hem
eens inhalen, maar na een tijdje stel ik mij de vraag of Geert héél goede benen
heeft of dat hij is verkeerd gereden (het laatste is waar). Naar het einde toe
worden we voorbij gestoken door de A’s, die de 50 km deden, met in hun zog nog
enkele anderen. We trachten een stuk mee te rijden, maar mede door de vreemden
raken we al vlug terug achter.
De
terugrit naar Kalken gebeurt dan terug gezamenlijk. Het grootste gedeelte onder
aanvoeren van Bart, zoals ook de heenrit en blijkbaar ook de rit zelf.
En ja,
ge kunt wel peizen, het gaat langs geen kanten vooruit. Luc en ik rijden gans
achteraan en Luc heeft nog tijd om zijn mouwen en broekspijpen op te sloven (om
wat te bruinen).
Op het
moment dat we denken, alé wanneer gaan ze nu beginnen rijden, gebeurt het op
den dijk in Molsbroek. Twee normale toeristen in tegengestelde richting en de
eersten kunnen ontwijken, wat remmen en 4 gaan met een snelheid van 36 km/u
tegen de vlakte, enkel de netels en distels breken de val. De ongelukkigen zijn
Rudy V, Yvan, Geert en Pascal. Al bij al valt het nogal mee, wat schaafwonden,
kapotte kledij en wat geschonden fietsen. Pascal kon in eerste instantie nog
ontwijken maar werd dan achteraan aangereden en hij belandde aan de andere kant
van de weg.
Raad
van de B’s: Het koersen levert risico’s en valpartijen op en uiteindelijk
vallen het plezier en ook de minder goeden weg (maar wij zijn natuurlijk ook
maar B’s).
In
Overmere gaan Frank en Jan richting Uitbergen uit. De rest kan zich opmaken
voor de sprint. In de Gaverstraat, wordt er op de rijweg gereden, maar de B’s
besluiten niet mee te sprinten en gaan op het fietspad rijden. Toch rij ik nog
een tijdje even rap en met evenveel wind als aanvoerder Bart. Om toch te tonen
dat wij ook wat met den velo kunnen rijden.
De
sprint wordt uiteindelijk door de meest gehavende van de valpartij, Rudy V,
gewonnen.
Rudy De Clerck.
Zondag 16 augustus 2009.
Kalken lokaal
Na de drukte van de
congéperiode, komen we stilaan terug in de alledaagse routine. Eindelijk tijd
om nog eens een verslagske te schrijven. Mooi weer, dus veel volk op ’t kerkplein. De 3
Rudy’s, Luc K, Ronny en
Sven VH, Dany P, Eric Van Gasse, Dirk De Boever, Jan W, Patrick Roels, en
ikzelf, om het dozijn vol te maken. De meiskes waren met 7. Linda, Christine
DS, Els, Nadine, Annemie en Ariane worden door Carla op sleeptouw genomen voor
een knooppuntenroute. (Tekst en uitleg te bekomen bij ons Carla). Wij hebben
onze eigen knooppuntenplanner, Rudy R, en die stelt voor om nog eens naar
Serskamp te rijden. Een ritje dat we ondertussen al allemaal goed beginnen te
kennen. Denken we, want we weten nog niet dat onze Rudy gisteren op verkenning
is geweest. Tot aan restaurant “The Boondocks” in Wichelen geen verassingen, maar daar
gaat hij ineens links, waar we normaal altijd rechts gaan. Van dan af aan, is
het een opvolging van paadjes en wegeltjes, nog nooit door Modderfokkers
be(t)reden, slechts af en toe verbonden door een gekend stukje. Spijtig dat het
weer zo rap ging, anders had ik het traject misschien kunnen onthouden (of had
ik zo neig nie afgezien). Gelukkig was ik niet de enige die een rustpauze kon
gebruiken, want als Dany P aan kant moet mee nen platten band, zijn er nog een
paar die serieus staan te dampen. De technische onderbreking duurt iets langer
dan voorzien, want de nieuw geplaatste band is al even lek als de vorige. Den
Dany wist nog niet dat gaten in nen binnenband niet vanzelf toegroeien, en had
dus zijn vorige lekke band teruggestoken. We vervolgen onze weg en komen via
Lede, Erpe-Mere, Impe, St.Lievens Houtem, terug huiswaarts. Het golvende
parcours valt me redelijk zwaar, en ik zie me genoodzaakt een tweede pauze in
te lassen, dus rij ik ook maar ne keer plat. We rijden verder via Oordegem en
Massemen, waar de gekende passage aan de Fouconnier-molen mij de nodige courage
geeft, de laatste kilometers naar Wetteren en Kalken af te werken. Op den
langen end word het tempo zoals gewoonlijk ferm opgetrokken, en bij aankomst in
Kalkendorp zie ik op mijn kilometriekske zelf 48 km staan. Hoog tijd dus om ons
te laten uitbollen tot aan De Beize. Een mooi nieuw ritje, dat voortaan
opgeslagen zit in het geheugen van de Rudy ‘s. Bij Rudy R in zijn koppeke, en bij Rudy
V, wegens plaatsgeberk in ‘t koppeke, op de memorycard van zijn GPS. Ivan Rogiers
Zondag 23 augustus 2009. Idegem-Geraardsbergen. Hoe ik het gedaan
heb weet ik niet, maar na lang twijfelen, veel wikken en wegen, toch alle
beetjes moed bij elkaar geschraapt om mee te gaan voor de lastige rit in
Idegem. Lastig en nog vroeg ook. 7u30 aan de kerk, dus 7u20 thuis vertrekken.
En het begint al goed. Als ik mijn fiets neem om hem in de cammionette van Rudy
te zetten, zie ik dat mijn voorband plat staat. Rap de band vervangen, met de
hulp van Rudy, die ondertussen ook aangekomen is, de fietskes in de wagen, om
toch te laat op het kerkplein aan te komen. We worden er al opgewacht door Jo
R, Rudy V, Rudy DC, Dany P, Pascal L en Geert S. Ik pleit meteen Rudy vrij voor
ons laattijdig verschijnen, en neem alle verantwoordelijkheid om mij en mijne
velo. Na het inladen van de fietsen kunnen we vertrekken. Ter hoogte van
Wetterenbrug pikken we ook Eric VG nog op en zijn we voltallig. Na de
inschrijving merkt Eric dat er redelijk wat speling op zijn voorwiel zit. Rudy
wordt er bijgeroepen voor technische bijstand, maar kan enkel vaststellen dat
de lagers versleten zijn. Terwijl hij probeert om toch een beetje bij te
regelen, kijk ik mijn machien ook nog eens na, en zie dat er een serieuze blaas
op mijn voorband staat. De binnenband komt door de buitenband. Dit lossen we op
door op de binnenkant van de buitenband enkele rustienekes te plakken zodat de
binnenband binnen de buitenband blijft. ( Iedereen nog mee ? ) . Uiteindelijk
kunnen we dan toch vertrekken, maar al na een 5-tal Km moet Eric toch forfait
geven wegens teveel speling op het wiel. Dan maar met z’n achten verder. Ik
moet eerlijk toegeven, het is mooi rijden in en rond Idegem, en met af en toe
een duwtje op de lastigste stukken valt het vrij goed mee. Behalve op een lang,
lastig klimmetje, waar ik mee moeite nog vooruit kom. Ik moet bijna remmen om
niet achteruit te bollen. Als ik uiteindelijk toch bovenkom zie ik waarom ik
niet vooruit geraak. Platte band, nu achteraan. Ik ga toch eens overwegen om
met volle banden te rijden, want da begint hier serieus mijn… euh… voeten uit te
hangen. De organisatie had blijkbaar het “beste” voor ’t laatst gehouden, want we mogen ook nog
over de zijflanken van de Bosberg, en op het einde wacht nog een toerke op en
rond de Muur van Geraardsbergen. Gelukkig zie ik op een tiental Km van het
einde enkele bordjes hangen met “heen” en “terug”, en besluit dat het laatste luske er voor
mij niet meer bijhoeft. Ook Rudy DC, die nog wat last had van de naweeën van
een bbq’tje enkele dagen
geleden, laat deze kelk aan hem voorbijgaan. We rijden rustig richting
aankomst, maar worden nog opgehouden door een opgehaalde brug voor de passage
van enkele plezierbootjes. Het goede weer, en het uniform van de vrouwelijke
bemanningsleden, maken het wachten meer dan aangenaam. Na het ophalen van de
brug kunnen we nog net de 6 achtervolgers voorblijven en halen een totaal van
67Km en 70 voor de anderen. Bij aankomst in de Beize zitten de meiskes: Nadine,
Rita en Els ons al op te wachten. Eric is met zijne slechte velo nog net ’t huis geraakt, en
is er ook al. EN DAN PAS HOOR IK ZEGGEN DAT ER OOK GASTEN WAREN DIE OM 8U30
NAAR ZELE VERTROKKEN VOOR EEN NORMAAL RITJE. Zo normaal blijkbaar ook niet,
want ik heb van horen zeggen dat Mario op kop reed, en minstens 5x verkeerd
gereden is, en zo samen met Luc en Marc ook 70Km op de teller hadden. Ivan Rogiers.
Zondag 27 september 2009. Sinaai. Om 8.00
u vertrekken met de fiets, of om 8.30 met den tutu, om het met de woorden van
Rudy V. te zeggen. Die stuurde dit keer het mailken, wegens computerproblemen
bij Rudy R. 20 km heen, 50 ter plaatse en nog eens 20 terug, lijkt mij
ruimschoots voldoende, dus besluit ik in te pikken als de bende bij mij thuis
passeert. Het is frisjes om lang te wachten, maar na een 5-tal minuutjes zie ik
The dirty dozen uit de mist opdoemen. Rudy Rogiers – Vergeylen – en De Clerck,
Dirk De Boever en Hanselaer, Eric Van Gasse, Jo en Patje Roels, Frank
Vandesteen, Pascal Lippens, Geert Schepens en Sven Van Hecke. Twaalf stuks dus,
en met mij erbij 13. Op ’t gemakske tegen 33-34 /u naar ginder, waar Nancy de
dames (Nadine, Rita, Els, Annemie en Christine DS + enkele nieuwelingen), die
met de wagen komen, al staat op te wachten. De inschrijving is vrij duur: 5
Eurokes om op ne zondagvoormiddag de ziel uit uw lijf te komen rijden, maar het
is voor een goed doel, Kom op tegen kanker, dus schenken wij mild. Het is vrij
druk aan ’t begin, en we zitten al meteen in de file, maar na enkele kilometers
inhaalrace zijn we vertrokken. De omloop ligt er overal kurkdroog bij, met als
nadeel dat het op bepaalde plaatsen serieus bonken is om de hobbelige stukken.
Niet echt gunstig voor ’t nageslacht. Aan de eerste bevoorrading toont Dirk H.
de barst in zijn voorvelg. Niet echt ideaal om zo verder te rijden. Dus voor
hem zit het er op. Voor ons nog niet, en we vervolgen onze weg. Het gaat zoals
gewoonlijk weer goe vooruit, en op de slechte stukken is het serieus op de
tanden bijten. Gelukkig kan ik af en toe rekenen op de steun van mijn gezellen.
De 2e bevoorrading komt net op tijd om een beetje te bekomen bij een
hapje en een drankje. Het is ondertussen al goed opgewarmd, dus de trui met
lange mouwen mag uit. De rit verloopt rimpelloos, dus weer niet gemakkelijk om
het verslag te schrijven. Op een 7-tal km van het einde moeten we linskaf, maar
Rudy R. stelt voor om van hieruit rechtstreeks richting Kalken te rijden om
zodoende toch op een deftig uur terug te zijn. Voor mij zeker niet gelaten, en
ik ben zeker dat er nog een paar content zullen geweest zijn. Onze 2 zwaarste
jongens, Dirk DB en Frank nemen de kop, en Geert en ik krijgen de eer om in hun
wiel te gaan zitten. Veel voordeel kunnen we hier echter niet uit halen, als je
weet dat ik ongeveer even breed ben als die 2 samen. Ik stel voor om de volgende
keer een groot karton in hun truitje te steken. Geert zegt dat hij nog geluk
heeft. Hij zit in het wiel van Frank. Die is wel smal, maar hij heeft flaporen.
Ik zou zoiets niet durven zeggen, maar Geert met zijne grote mond wel. Zo is’t
met iedereen wel iets. De eindspurt wordt afgehandeld onder de Rudy’s. R haalt
het van V nadat DC het gat op de ontsnapten dicht reed. Een totaal van 80 km
aan een gemiddelde van 27.8/u. Op het terras van De Beize worden we opgewacht
door Geert B, Frank H, Eddy en Axel Troch. Die laatste heeft in een van zijn
tenten ook ne velo gevonden, en wil deze nu eens komen uitproberen. Zij reden
samen met Marc R een plaatselijk ritje. Als even later ook de dames hun
opwachting maken, kunnen we genieten van zalig terrasweer op de laatste zondag
van september. Ivan Rogiers.
Zondag 11 oktober 2009.
Zeveneken. Veel volk op het kerkplein om naar Zeveneken te
rijden. Els, Dirk DB, Thomas B, Eric VG, Frank VDS, Pascal L, Jo R, Geert S,
Danny P, Danny F, Dirk H, Luc K, en drie Rudy’s. Deze keer zijn er geen
camionetten die tegen de mountainbikers hun auto kunnen rijden. De mannen van
de gemeente zijn trouwens (druk) bezig om alles klaar te zetten voor de
boerenmarkt.
Nadine pikt in aan de Dendermondsesteenweg, zodat er toch 2 vrouwen in
het gezelschap meerijden. Zij moeten trouwens niet onderdoen voor de mannen,
die er geen rekening mee houden dat er vrouwen meerijden. Wel opvallend dat op
de brug er direct enkele bereidwilligen zijn om Els een duwtje te geven. Als er
nen ouweren vent niet goed omhoog rijdt, zijn ze zo rap niet om te duwen. Ivan
die niet van gisteren is, heeft zich overslapen en pikt in op Hussevelde.
Thomas Bisschop kan het nog tot paus brengen, want nog voor we de
startplaats bereiken, kust hij de grond. Hij moet dit ritueel wel nog wat
oefenen want hij doet het nogal bruut. Pascal kan de vallende Thomas niet meer
ontwijken en gaat over de kop. Gelukkig draagt hij een helm die het contact met
de grond wat breekt. Nadine kijkt om en uit vrouwelijke nieuwsgierigheid of uit
sympathie gaat ook zij tegen de grond. Al bij al vallen de verwondingen best
mee, maar hoeveel min zijn we nu vroeger gearriveerd?
Bij de start van de rit vervallen we al direct in de oude gewoonte, we
rijden allen samen en als er bij zijn die niet meer meekunnen, zullen we wel
splitsen (Ik ken dat). Tot aan de bevoorrading blijft de groep min of meer wat
samen. Luc K rijdt al vlug apart een eigen toerken want hij moet vroeg thuis
zijn, Jo zijnen buik is niet in orde van dienen vierde kilo mosselen, Eric
zijnen rug doet zeer van de lastige rit zaterdag in Merelbeke en Pascal heeft
zijnen val geestelijk nog niet verwerkt. Na de bevoorrading komt er toch een
splitsing en wij gaan verder, dan wel iets langzamer, met Thomas, Geert, Ivan,
Eric, Dirk en ikzelf.
Dirk H, die niet in goede doen is, verkiest na een tijdje, om de rest
van het parkoer alleen verder te rijden.
Het parkoer ligt er toch wat modderiger bij dan dat we gewoon zijn de
laatste maanden. Dat moet ook Geert gedacht hebben toen hij bij een
inhaalmanoeuvre ten val kwam. Er is nog wel wat discussie of de val in
aanmerking komt voor het klassement of niet. In Zeveneken wordt er gewacht tot
we compleet zijn en we rijden samen terug. Zonder regen komen we aan in de
Beize, waar we voor den eerste keer sinds lang, het interieur wat kunnen
bemodderen. Daar wat koud bier drinken en terug naar Hussevelde. Het leven van
nen mountainbiker is toch schoon hé. Rudy
De Clerck.
Zondag 18 oktober 2009. Lokeren. Ondanks de eerste
nachtvorst van ’t jaar, toch massale opkomst voor een tourtocht in Lokeren.
Voor de A-kes: Rudy V en R, Danny F en Dany P, Dirk DB, Jan W, Frank W, Thomas
B en Eric VG. De B-kes: Mario V, Pascal L, Rudy en Eddy DC, Dirk H, Tom VDB,
Geert S, Ivan R, en gastrijders Tim Raman en Stefaan Imschoot. Ons meiskes,
Els, Ann, Annemie, en Christine B en DS, reden met de wagen, de rest allemaal
samen met de fiets. Ook Nadine en Rita reden met de velo, maar vertrokken net
voor de bende. Er waren ook nog de langslapers die om 9 uur vertokken, nl.
Frank, Zeno en Svevo H, Eddy en Axel T, John, Geert B en Tom H. Een totaal van
34 Modderfokkers. Karel Verhoeven, met lumbago, reed dan nog op zijn eentje,
dat maakt 35. Genoeg bladvulling, nu nog iets over de rit zelf. Rudy R heeft
zich overslapen, en vraagt om langs ’t Hussevelde te passeren zodat hij daar
kan inpikken. Mijn goe gedacht van verleden week krijgt navolging. Geert S
heeft de koude onderschat, en is een van de weinigen die zonder handschoenen
rijdt. Na een paar km krijgen zijn vingers het serieus koud, en stopt hij zijn
hand onder zijn zitvlak. Ik geef hem de tip, dat het een paar centimeter dieper
nog veel warmer is, maar hij slaat mijn goede raad in de wind. De hoofdrollen
zijn echter weggelegd voor Tim en Tom. Tim slaagt erin om al na enkele honderd
meters plat te vallen. Niemand heeft veel goesting om zijn handschoenen al uit
te spelen, maar als we Tim een tijdje laten dutsen, zien we dat we moeten
bijspringen omdat we anders niet voor donkeren thuis raken. Banden vervangen
zit duidelijk niet in de basisopleiding van de politie. Ergens in Eksaarde doet
hij het nog eens dunnekes over door nu vooraan lek te rijden. Bij zijn volgende
stunt scheelt het geen haar, of hij knalt tegen een bestelwagen die net voorbij
een bocht komt aangereden. Gelukkig waren zijn reacties beter dan zijn
technische vaardigheden. De rest van de rit mag hij zich rustig houden en neemt
zijn nonkel, Tom, het over. Die waagt het om na enkele maanden afwezigheid,
zonder voorbereiding aan de start te komen. Hij rijdt dan wel “maar” met de
B-kes, maar hij zal het geweten hebben. Tot halfweg valt het nog mee, maar dan
komt het verval. En als het komt, komt het rap. Gelukkig kan hij rekenen op de
morele, maar vooral fysieke steun van Rudy DC. Bij aankomst terug in Lokeren
ligt de groep serieus uiteen, en vallen de duiven één na één binnen. Als ook
Tom binnenkomt vragen wij waar zijn engel-bewaarder (Rudy) zit. Die had enkele
km geleden een sanitaire stop gemaak, en zou ons wel terug inhalen. Niet dus.
Het wachten duurt wel heel lang, maar ja, het was dan ook koud hé, en als alles
een beetje krimpt, dan moet je soms een beetje zoeken. Later zal blijken dat
hij ook nog lek reed, en problemen had met de herstelling. Op de terugweg naar
Kalken houden we een deftig tempo aan, zodanig dat niemand meer in de problemen
komt, maar op de laatste brug wordt nog eens alles gegeven en dat is er teveel
aan voor Tom. Volgens Geert raakte hij zelf met moeite naar beneden. Ivan Rogiers
Zondag 25 oktober 2009. Herzele. Rudy heeft zich
laten verrassen door het winteruur. Nee, hij heeft zich niet overslapen en
stond ook geen uur te vroeg op het kerkplein, maar hij blaast verzamelen om
half negen, eigenlijk dus half tien zomertijd. Had hij hier tijdig aan gedacht,
konden we zeker een half uurke vroeger uit ons bed. Nu komt iedereen goed
uitgeslapen op ’t appél. En het
zijn er weer veel, ook al kunnen we een pittig ritje verwachten. Met z’n 15 per auto, een
stuk of 5 al met de fiets vertrokken en dan nog een stuk of wat die ter plaatse
rijden. Eigenlijk teveel om op te noemen, en aangezien ik er al enkele vergeten
ben, begin ik er niet aan. Eens iedereen is ingeschreven, vertrekken we
allemaal samen, maar bij een eerste snok van enkele heethoofden, ligt het hele
veld al uit elkaar. Als we even later terug beginnen samenklitten, zijn de
A-kes al gaan vliegen, en kunnen wij op een iets deftiger tempo onze rit
vervolgen. De regen van gisteren en vannacht, in combinatie met de vettige
grond, zorgen er voor dat er plaatselijk serieus kan geschaatst worden.
Misschien met meer geluk dan kunde slagen we er toch in om overeind te blijven.
Al na 12 km krijgen we een eerste bevoorrading, en na enkele minuten komt ook
Ronny Van Hecke aangereden. Die had blijkbaar noch kunde, noch geluk, en was al
3 keer tegen de grond gegaan. Ik vraag hem of ik nu al den 100 moet bellen, of
dat hij eerst nog een paar keer gaat vallen? Hij kiest voor het laatste (en
houdt woord). Tommeke, die nog niet bekomen is van vorige week, is er niet bij,
maar laat zich vervangen door den Rosten S. Die is ook enkele weken uit
roulatie geweest, en zit de tweede helft van de rit serieus op zijn tandvlees.
Hij kan rekenen op mijn morele steun, en op de fysieke steun van Eric VG en
Rudy DC. Op een 5-tal km van het einde, midden van een bosje, komen we ons
meiskes ook nog eens tegen. Carlaatje verwacht blijkbaar een koude winter, want
ze is volop hout aan ’t sprokkelen. Ze
steekt letterlijk stokken in de wielen. Alleen rijdt dat niet zo goed, en die
stokken er terug uithalen lukt ook al niet. Maar als de nood het hoogst is, ben
ik toevallig nabij. De A-kes hebben we ook nog gezien. Zij zaten al een tijdje
te wachten in de sporthal. Sorry voor degene die eens een verslagske willen
lezen van de A-kes. Die moeten zelf maar ne keer proberen meerijden met die
zotten. PS. Vorige week vroeg ik aan Mario of hij ook van de partij kon zijn.
Hij antwoordde: ‘Karel heeft me
juist gebeld. Of ik niet met hem wil gaan rijden in St. Amands. Herzele zal
niet gaan met zijn lumbago. Dus ga ik maar met Karel gaan rijden.
Gehandicaptenzorg is een werk van barmhartigheid! ‘ Ik mailde terug: ‘Wa heeft da er nu
mee te maken. Als het gaat mee nen TREK, nen GIACOMELLI, SPECIALIZED, SCOTT of
ne COLNAGO, zal’t mee nen LUMBAGO
ook wel gaan zeker???’ Ivan Rogiers
Alle lumbago’s op een Canyon
(want dat is het waar Karel sinds kort mee rondrijdt): veel last van zijn
lumbago had Karel niet. Gehandicaptenzorg, ja mijn grootmoeder, ik mocht
serieus mijn tenen uitkuisen om mee te kunnen met Kareltje. St. Amands was een
mooie rit, veel technischer dan we hadden verwacht, en wat doet het toch nog
steeds deugd om met twee modderfokkers iedereen gewoon voorbij te vlammen.
Aanklampen was er zelfs bij geen enen bij. Maar als ik dan met de rest van de
modderfokkers rijdt, kan ik niet mee. Mario
Zondag 1 november, Allerheiligen 2009. Baardegem. Vijftien moedigen
laten zich niet afschrikken door het voorspelde herfstweer. Ann, Els en Nadine,
Jan W, Dirk DB, Fank VDS, Rudy V, Rudy R, Patje R, Geert S, Eric VG, Gunter B
en ikke. Stefaan Imschoot heeft de smaak blijkbaar goed te pakken, en was er ook
weer bij. Nieuweling op de afspraak was Axel Troch. Hij rijdt al enkele weken
plaatselijk, en omdat hij toch al wakker was, wil hij het ook eens proberen bij
de B-kes. De velo’s worden ingeladen,
en we vertrekken met de voiture naar Baardegem. Al van bij het begin van de rit
besluiten we op te splitsen, zodat de 6 rappe niet te veel moeten wachten op de
6 minder rappe, en de minder rappe niet te rap hun moteurke opblazen en de rest
van de rit op het tandvlees zitten. Opeens valt het op dat bij ons groepje van
6 er 5 KWB-Kook-wa-beter leden zitten, nl. Geert, Gunter, ikzelf,
fietsnieuweling Axel, en kooknieuweling Eric. Eric, eigenlijk nen A, maar met
het gezond verstand van nen B, bepaalt het tempo, en het gaat eerlijk gezegd
goe vooruit. Axel had blijkbaar de B-kes een beetje onderschat, want zijn potje
kookt algauw over. Nadat we hem een paar keer opwachtten, besluit hij de
resterende 40 km toch maar op zijn eigen tempo af te werken. Het is een mooi
ritje, en doordat de voorspelde regen voorlopig uitblijft, ligt het parcours er
overal goed berijdbaar bij. Toch slaagt Stefaan erin nen schonen duik te
zetten. Als we uit een veldwegel de baan oprijden, gaat hij onderuit.
Waarschijnlijk geslipt op een bananenschil of zo. De schade blijft beperkt tot
wat schaafwonden, en een deuk in het zelfvertrouwen. De rest van de rit werken
we af zonder verdere problemen, al krijgt Stefaan het op het einde nog serieus
lastig. Waren het de naweeën van zijn val, of zat hij door zijn beste krachten?
Volgende keer aan de bevoorrading misschien een extra koeksken eten, of een
stukske banaan? Er waren ook nog een paar plaatselijke rijders, maar ik
herinner mij enkel Geert Bracke, die een rondje gaf op zijn verjaardag. Dus,
een kleine tip voor de plaatselijke rijders die het verslag willen halen. Ne
keer trakteren mag altijd. Ivan Rogiers
Zondag 15 november. Sidmar. Op deze
regenachtige en winderige ochtend zijn er toch 14 mannen die zich niet laten afschrikken
om een plaatselijk ritje te maken. (ook enkele moedige dames hebben het weer
getrotseerd). Thomas, Stefaan, Eric, Karel, Dirk, Ivan, Jan, Luc, Frank, Tom,
Tim en 3 Rudy’s maken wel wat lawaai bij de samenkomst, maar dat stoort een in
zijn auto slapende jonge man niet. Tim zijn ketting ligt er al af nog voor we
moeten vertrekken. Vuile tongen beweren, ik citeer: “Ja, maar om Tom te volgen
hebt ge dat niet nodig”. Na wat aarzelen besluiten we nog eens naar den bos te
rijden aan Sidmar. Aangezien we niet door het domein gereden zijn, is het
natuurlijk een gans stuk op de weg. In Zeveneken rijden de eersten voorbij de
wegel waar we al 100 keer zijn doorgereden. Terwijl zij moeten omkeren, neemt
Ivan de kop en na een tijdje kijkt hij tevreden achterom “keb ze er ne keer
afgereden”. In de achtervolging is Stefaan ook nog eens ten val gekomen.
Achteraf na de rit heeft Eric hem zijn steunwieltjes beloofd, want Stefaan legt
hem nogal graag ne keer.
Er
staat een flinke meewind en we zien Ivan geregeld op de kop verschijnen.
In het
bos volgen we het traject zoals het in mijn kopken zit, maar af en toe komen we
een uitgepijlde rit van Zelzate tegen. Opletten dus, maar dat hadden we beter
tegen die anderen gezegd, want aan het spoorwegbruggetje knalt er één op een
paaltje, op het eerste zicht viel het al bij al nog mee (gelukkig). Voor alle
duidelijkheid, de modderfokkers hebben niets te maken met deze val. Ook Tim kan
het niet laten hem in het bos eens te leggen.
Op de
terugweg wijzen de toppen van de bomen in onze richting en nu is Ivan niet meer
te zien op de kop (tis misschien wel de slimsten). Aangezien het toch een
beetje mijnen rit is probeer ik toch samen met Dirk, Jan en Frank de wind wat
op te vangen. Als Thomas lek rijdt, is het voor velen een welgekomen
rustmoment. In de Bontinkstraat staat de wind terug bal op de kop. Op de brug
wordt ik ertoe aangezet door Rudy R om naar voor te gaan, en dan zit ge daar
terug van voor hé. Maar de straat is lang en de pijlkast geraakt stilaan leeg.
Meedoen aan de sprint zit er niet echt meer in, en Rudy V die in mijn wiel zit
komt bedrogen uit. Het is uiteindelijk Ivan die het hoogste schavotje mag
betreden. Alhoewel we allemaal even veel trappen betreden om de beize binnen te
gaan. Rudy Declerck.
Zondag 20 december 2009. Overmere. Het belooft een
specialleke te worden. Er ligt al een paar dagen sneeuw, en vannacht is er nog
een ferm pak bijgevallen. Het is zelfs nog aan het sneeuwen, en er staat een
strakke wind. Toch staat mijn besluit vast: Vandaag ga ik rijden. Goed ingepakt
vertrek ik richting Kalkendorp, maar stel al na enkele meters vast dat de wegen
nauwelijks berijdbaar zijn. Toch maar ne keer langs broer Rudy passeren om te
zien of hij het wel ziet zitten. Ik zie geen beweging in de Portugiezenstraat,
maar merk wel een MTB-spoor in de verse sneeuw. Zou hij voor een keer vroeg
vertrokken zijn? Ik keer voorzichtig mijn kar en rij verder naar ’t dorp. Halfweg
begin ik toch te twijfelen of een ritje vandaag wel doenbaar is, en nadat ik al
een paar keer bijna val, keer ik zelfs terug. Op weg naar huis, vraag ik mij af
wie in zo’n weer een toerken
mee zijne velo gaat rijden, en puur uit nieuwsgierigheid, besluit ik om toch ne
keer te gaan kijken wie zo zot is. Op het kerkplein zie ik echter niemand
staan, dus kan ik met een gerust geweten naar huis. Ik ben bijna vertokken als
Geert S komt aangereden. Hij is met de wagen van Laarne naar hier gekomen, en
volgens hem ligt het zelfs vrij goed. Waarschijnlijk rijdt da goed in de
sneeuw, zo een 16. (Voor de niet auto-experts onder ons, een 16 is hetzelfde
als een 4 x 4). Hij heeft onderweg Roste S opgeladen, en weet te vertellen dat
er toch gereden wordt, en dat we vertrekken van bij Rudy V. Daar staan Eric VG
en Patje R ook al klaar, om toch een poging te wagen. Ik laat mij overhalen, en
we vetrekken met z’n zessen naar
Overmere, waar Jan W en Karel V ons al opwachten. Het spoor in de
Portugiezenstaat was dus niet van Rudy, maar van Karel. Het klopt dus wat men
zegt. Den dag dat Rudy R niet meerijdt, zal ’t sneeuwen. De rit blijkt afgelast, maar we
besluiten toch de pijltjes te volgen en een stuk van de rit te rijden. Slechte
en heel slechte stukken wisselen elkaar af, maar toch slagen we erin rechtop te
blijven. Tot Erik de ban doorbreekt, en een eerste keer onderuit gaat. Gelukkig
is het zacht vallen in de sneeuw. Even verder heeft hij het een tweede en een
derde keer aan zijne rekker, maar hij is niet de enige die op zijn bek gaat.
Patje en ik 1 keer, Geert 2x en Jan zelfs 3x, al heeft die wel het excuus dat
hij meestal vooraan rijdt door het maagdelijk witte tapijt. Maar er kan er maar
een de beste zijn, Erik dus. Hoeveel duiken ga ik hier niet verklappen, maar je
mag altijd een pronostiekje wagen bij ondergetekende. We komen toe aan De Beize
met slechts 35 km op de teller, maar wel een ervaring rijker welke je maar eens
om de zoveel jaar kan beleven. De afwezigen hadden weer maar eens ongelijk. Ivan Rogiers
Zondag 27 december 2009. Vlierzele. Met
een omvangrijke groep naar Vlierzele. Bij de inschrijving weet één van de
inrichters te vertellen dat er 1 km na de start een strook is met ijs. Het is
wel duidelijk dat deze man zeker de pijltjes niet heeft moeten controleren,
want er volgen nog talrijke van die ijsplekken. De rit wordt eigenlijk een
afvallingskoers. Ivan geeft op nog voor we vertrokken zijn, en rijdt vanaf de
startplaats een eigen toerken (lees: recht naar de Beize). Dirk H. besluit na
een tijdje om op eigen tempo verder te rijden. We zien hem nog eens bij de
bevoorrading, maar wat later verlaat hij het parkoer. Gunter B. heeft last van
zijn knie en/of been, en ook hij verlaat ons. Pascal L. is blijkbaar ook niet
goed vertrouwd met de ijzige ondergrond, maar hij is een doorzetter en hoe
verder de rit verloopt, hoe beter hij voor de dag komt. Steven DL. en een
collega wielrenner stappen ook uit de strijd, zij rijden liever op de weg. Jan
W. valt weg door pech aan het versnellingsapparaat. Frank VDS is solidair en
blijft bij Jan, maar hij moet wel eerst een achtervolging inzetten om dit te
komen vertellen. Dus nog 2 man minder. Er waren ook enkele valpartijen. Zelfs
Rudy R. maakt een schuiver, maar hij is acrobaat genoeg om niet ten val te
komen. Bij de meesten onder ons zou er wel contact met de ondergrond zijn
geweest. Uiteindelijk rijden we met de rest, zijnde Rudy R, Danny F, Luc K,
Thomas B, Pascal L, Dirk DB en ikzelf, ook de toer niet volledig uit en rijden
we via Houtem naar de Beize. Al bij al was het een lastige rit en niet zonder
risico’s.
Op de
terugweg wordt er flink doorgefietst. In Kalken worden ik en Thomas uit het
wiel gereden. De activiteiten van de zaterdag zullen bij mij toch wel wat te
uitbundig geweest zijn.
Danny F
blijft nog bij ons, om te helpen of aan te moedigen, maar ook bij hem zijn de
beste pijlen verschoten. Kortom, iedereen had zowat zijn eigen reden waarom hij
afhaakte. Maar na nen km of 70 verenigen we terug in de Beize, waar in een mum
van tijd alles wordt herschapen in een smerig boeltje. Enkel Jan en Frank
hebben we niet meer terug gezien (zit de verjaardag van Jan hier voor iets
tussen?). Rudy DC
Zondag 3 januari 2010. Gentbrugge –
Sneeuwpret deel II. Sabine Haegedoorn zat er weer boenk op.
Het heeft vannacht opnieuw gesneeuwd. Niet zo’n pak zoals 2 weken geleden, maar
toch voldoende voor een wit laagje en gladde wegen. Als ik voorzichtig den hof
afrij, zie ik Rudy DC al komen afgegleden, dus kunnen we samen naar het
kerkplein. Het valt niet mee op de baan, en onderweg besluiten we een
plaatselijk ritje voor te stellen voor de liefhebbers. Als we op het einde van
de Schriekstraat moeten stoppen voor het rode licht weigeren de remmen van
Rudy, maar met beide voeten op de grond komt hij toch tijdig tot stilstand.
Blijkbaar heeft hij bij het kuisen, zijn fiets niet goed gedroogd, waardoor de
remmen en kabeltjes nu vastgevroren zitten. Ik stel hem gerust dat we vandaag
onze remmen toch niet veel zullen nodig hebben, maar na een beetje prutsen
krijgt hij ze toch weer aan de praat en kunnen we verder. Even later begint hij
opnieuw te dutsen. Nu is het zijn “body” die doordraait. Omdat we al wat tijd
verloren zijn, besluit ik al verder te rijden om de rest te verwittigen om nog
even te wachten. Net wanneer ik wil terugkeren om een handje toe te steken,
komt hij er al aangereden. Probleem opgelost. We zijn in totaal met 14, maar
Pascal ziet het toch niet zitten om mee te rijden. Is het de schrik om te
vallen, of omdat zo’n bruine streep in de sneeuw teveel zou opvallen? Dus, om
het noodlot nog wat extra te tarten, starten met 13. De 3 Rudy’s, Eric, Geert,
Jan, Tom, Frank, Dirk DB en Dirk H, Stefaan, Thomas, en ikzelf. Ons voorstel
voor een plaatselijk ritje wordt weggestemd, en we laten ons overhalen om mee
te slieren naar Gentbrugge. We vertrekken voorzichtig, maar nadat Rudy R ne
keer getest heeft, rijden we toch deftig door. We passeren nog via de Warande in
Laarne, waar Dirk nog vlug zijn spatbordje monteert, en worden bij het vertrek
uitgewuifd door de rest van de familie De Boever. Al meteen bij aanvang van het
uitgepijlde parcours, krijgen we een leuk stukje voor de wielen. Slingerend
tussen de bomen, op en neer over aangelegde bultjes. Wanneer we enkele wel héél
voorzichtige dames passeren, geeft Jan hen de tip dat ze zich moeten ‘leggen in
de bochten’. Rudy DC, die goede raad nooit in de wind slaat, legt zich in de
volgende bocht meteen héél diep, volledig plat zefs. Al kan die ijsplek er ook
wel voor iets tussen gezeten hebben. Een 5-tal km verder is het alweer de body
van DC die niet meewil, maar door hard op te blazen, komt die door de warme
adem opnieuw in orde (of zouden het toch de alcoholische dampen zijn die
hiervoor zorgden). De rest van de rit verloopt zonder verdere problemen, en als
we ter hoogte van Recticel even stoppen om alles terug te laten samenkomen,
zegt Geert dat hij van hieruit rechtstreeks naar De Beize rijdt omdat het al
halftwaalf is. Iedereen stemt toe, en ikke content, tot we merken dat het pas
10u45 is. Geert heeft ne nieuwe velo, en zijn kilometriekske stond nog op
Hollands uur. Dus wij terug verder, maar bij mij is eerlijk gezegd de veer een
beetje gebroken. Als we na een 5-tal km terug de Scheldedijk oprijden, slaat
Dirk H linksaf richting Wetteren i.p.v. rechts, naar Gentbrugge. Ik volg meteen
zijn voorbeeld, en voor Stefaan is het ook genoeg geweest. Op weg naar Kalken
zit de wind op kop, en in de aangevroren sneeuw bolt het voor geen meter, dus
is het nog even op de tanden bijten. Het is dan ook een blijde intrede als we
om 11u30 in de Beize aankomen, 5 min later gevolgd door Thomas, die het
blijkbaar ook niet echt meer zag zitten, en nog even later de rest van de
bende. Na het uitwisselen van de nieuwjaarswensen met de meiskes (die niet
fietsten, maar toch om hun beezen kwamen) kunnen we nog genieten van een
zonnige winterdag. Ivan Rogiers.
Zondag 10 januari 2010: Kalken-Overmere
Donk. Sneeuw en –ijspret deel III. Vandaag mogen we het niet te
lang trekken, want we worden om 11 uur in De Beize verwacht voor onze
jaarlijkse nieuwjaarsreceptie, dus staat er een plaatselijk ritje op het
programma. Rudy is vrijdag al eens gaan verkennen dus mogen we ons weer aan
iets verwachten. De hoofdwegen zijn goed berijdbaar, maar op de binnenbaantjes
ligt nog altijd sneeuw en is het opletten geblazen. We vertrekken langs de
Beekwegel, en als we de Scheestraat kruisen om de Zauwwegel in te draaien weet
Mario al hoe laat het is. Hij gaat als eerste op zijn bek, (als we de 2
schuivers van Pascal in het naar hier komen niet meerekenen) en velen zullen
zijn voorbeeld volgen. Dirk DB, Tom, Rudy DC, Roste S, Geert S, Thomas, Patje,
Dany P, Eric, Pascal en Mario gaan gezamelijk 20 keer onderuit. Dirk H, Karel,
Jan, Rudy R en ikzelf zorgen ervoor dat het saldo niet verder oploopt door
schoon rechtop te blijven. Aan het einde van het wegeltje van de Zauwer naar de
Bontinckstraat, is het lang wachten op Pascal. Als hij in de verte komt
aangereden, zegt Rudy R dat hij zodanig traag rijdt, dat het wel lijkt alsof
hij van ons wegrijdt. Wanneer hij uiteindelijk toch bij ons komt, hebben we
ondertussen al een erehaag gevormd om hulde te brengen bij zijn passage.
Blijkbaar heeft hij een derde duik gezet, en besluit dat het genoeg geweest is.
Eric is de volgende die er de brui aangeeft. Hij had zichzelf voorgenomen niet
meer dan één keer te vallen, en even voor de Gratiebossen is het zover, en zijn
we hem kwijt. Langs enkele paadjes, die we nog kennen van de toertocht van de
Scheve Villa gidst Rudy ons naar de boorden van Overmere-Donk. We passeren over
een brugje, en net wanneer de meesten denken dat we langs de eendekooi gaan, rijdt
hij doodgewoon het ijs op. Marco Borsato zingt “lopen op het water”, maar wij
rijden op het (bevroren) water. In het midden van “Den Donk” houden we halt
voor een fotoshoot, waarvan de beelden terug te vinden zijn op den blog van De
Modderfokkers. Als we het ijs afrijden zien we nog ne Modderfokker zitten. Het
is Witte Krick die zijn schaatsen aanbindt. Hij gaat zijn kilometers glijdend
afmalen. De terugreis naar Kalken verloopt, een uitschuiver van Tom na, zonder
verdere incidenten.
N.B.
Eventuele uitschuivers na de nieuwjaarsreceptie zijn niet meegerekend in de 20
valpartijen hierboven vermeld. Ivan
Rogiers
Zondag 7 februari 2010. Hamme –Zogge. Als ik
wakker word, ben ik stijf en stram. Het langlaufen van gisteren eist zijn tol.
Maar toch ga ik fietsen.
Op weg
naar het dorp rij ik op een klein steeksken om wat los te komen. In de Schriek
komt buurman Ivan bij mij gereden, en heeft hij al nen pijl verschoten, zo
vroeg op den dag. We rijden allen samen naar Hamme, onderons ook Nadine en
Rita. ‘kmoet zeggen de modderfokkers kunnen ook hoffelijk zijn, er wordt naar
ginder gereden op een min of meer rustig tempo. Zo heeft iedereen eens de tijd
om een klapken te doen. De andere dames rijden per auto.
Ginder
ter plaatse spreken we af dat de B’s maar 45 km zouden rijden i.p.v. 55. doch
Ivan blijft nog een tijdje aanklampen en verplicht ons zo om ook te volgen. Hij
verspeelt hiermee terug enkele goede pijlen. Bij het indraaien van een wegel,
wijst, een waarschijnlijk onfortuinlijke collega, ons erop dat er een
verraderlijke boord is aan de betonplaat van de weg. We hebben van ons heer
oren gekregen om te horen maar je moet ook nog willen luisteren. Karel V heeft
dit zo niet begrepen en ja hij valt over dat betonboordje.
Het is
wel de aanzet om ons wat te laten afzakken. Enkel Luc K moet nog naar voor
gestuurd worden, maar met die nieuwe crossfiets is dat geen probleem.
Karel
V, Geert S, Mario V, Pascal L, Ivan R en ikzelf rijden aan een iet wat rustiger
tempo verder. Alles ziet er goed uit, tot onze vrouwelijke modderfokkers roet
in het eten gooien. Linda is namelijk lek gereden, en Rudy R en zijn companen;
Rudy V, Dirk DB, Patrick R en luc K zijn gestopt om te helpen. Er zat een vijs
in de band en Linda had die niet zien liggen! Misschien een idee voor man Ronny
om een metaaldetector op de fiets uit te vinden (gat in de markt of in de
band?). Wij stoppen ook, maar als we zien dat alles in goede handen is van Rudy
R, rijden we verder. En dan begint het natuurlijk, we voelen ons de prooi van
de jagers achter ons en zonder met elkaar af te spreken wordt er goed
doorgereden. Ivan verschiet nog wat pijlen, en krijgt het bij momenten lastig.
Ik heb ook niet de form mee en na éénmaal te duwen snap ik al dat ik beter mijn
krachten doseer en voor mij reserveer (egoïstisch hé). Even voor de
bevoorrading komt alles terug samen, en rijden we samen verder.
Enkel
Luc is ergens weg gereden omdat hij tijdig thuis moest zijn. Nog wat verder
komt de splitsing 45-55, maar het gaat tegen want de A’s gaan ook voor de 45,
om tijdig bij Koen te kunnen zijn. We laten ons niet direct kennen en Ivan
verschiet nu ook zijn slechte pijlen. Gelukkig kan hij rekenen op fysieke steun
van broere en Patrick. Op een gegeven ogenblik schudt Rudy met zijn rechter
hand, ‘k vraag of zijn horloge stilligt, maar het was wat krampe van…..
De rit
terug naar huis verloopt met manieren, maar voor Ivan is het een lijdensweg,
hij verbrandt zelfs zijn pijlkast. Sorry Ivan ‘k had niet de bedoeling U zoveel
te vernoemen, maar ja, toch graag gedaan.
Na nen
Duvel (of twee drie) gaat het al wat beter. Ook de C’s zijn goed
vertegenwoordigd in de Beize, zij hebben een plaatselijke rit gereden. Frank H
heeft pech dat den hoop zo groot is als hij trakteert voor zijn verjaardag.
Maar santé. Rudy DC
PS.
Zeg, Rudy, volgens mij reed Ivan ook mee, maar ge hebt die gelijk vergeten
noemen. Mario
Zondag 14 februari 2010. Plaatselijk. Het is
alweer een tijdje geleden dat we nog eens in de sneeuw konden rijden, toch al
zeker 2 weken, maar vandaag is het weer zover. Alle liefhebbers van het genre
zijn present, met uitzondering van onze 2 verslaggevers van vorige week. Die
hebben zich zodanig geforceerd bij het bekladden van mijn goede naam, dat ze
een week later nog niet in staat zijn om een toerken met de fiets de rijden.
Rudy R, Patrick R, Luc K, Dirk DB, Jan W, Thomas B, Geert S en ikzelf waren er
wel. Els was als enig meiske naar Kalken afgezakt. Er was zelfs een nieuwkomer
die de gladde wegen kwam bedwingen. Steven De Mey, afkomstig van Overschelde.
Twee weken geleden had hij ook al eens geprobeerd, maar moest dan na een 10-tal
Km de rol lossen. Wegens geen ritten in de buurt, en omdat de meesten op een
deftig uur willen thuis zijn (Valentijn??), kiezen we voor een plaatselijk
ritje. Rudy stelt voor om de komende Modderfokkerstocht nog eens te verkennen,
kwestie van het parcours bij iedereen in ‘t koppeke te krijgen. We vertrekken
langs de Kalkense Meersen, waar we al meteen een pittig stukje ijsballet voor
de wielen krijgen. Goed doortrekken waar het kan, iets voorzichtiger waar het
moet. Nieuweling Steven heeft waarschijnlijk bijgetraind, want hij blijft goed
overeind tussen het geweld van de geroutineerde rijders. Figuurlijk dan toch,
want letterlijk lukt het minder goed. Even voor De Boondocks maakt hij een
slipper, en gaat onderuit. In zijn val sleurt hij den witte Krick mee, die
nochtans zijne velo met dunne bandekes thuis gelaten had. Even verder gaat
Thomas in de fout. Ook hij slipt, en valt tegen een muurtje. Volgens hem telt
dit niet als echt vallen, voor ons wel. Dirk DB heeft geen excuus. Hij neemt
een bocht iets te enthousiast, en gaat sierlijk onderuit, met als resultaat,
een deuk in zijn ego. Via een stukje door de Serskampse bossen, met hier en
daar een nieuw wegeltje komen we aan in Wetteren, waar we voor de verandering
ne keer over den Passarel gaan. In de aanloop naar den Blauwen Steen, spelen we
Steven nog kwijt. Hij had blijkbaar zijne stal geroken, en vond het niet nodig
om de kelk tot op de bodem te ledigen. Het laatste stukje langs het water
richting Vaart was wel nog behoorlijk tricky, maar we houden het allemaal
droog. Luc wacht de eindsprint niet af, want op het Vaartplein snijdt hij een
stukske af, en vertrekt zo op een diefje. Dirk probeert er nog achteraan te
gaan, maar schiet te kort en krijgt het gat niet meer dicht. Luc is wel als
eerste aan De Beize, maar wordt wel gediskwalificeerd wegens het verlaten van
het uitgestippeld parcours. Dirk en Frank H, Geert B, Guy R en Stefaan I zaten
ons al op te wachten. Het parcours voor de Modderfokkerstour is gekeurd en goed
bevonden, maar om de rit uit te pijlen zou het toch niet slecht zijn dat Rudy
meerijdt. Ivan
Zondag 21 februari 2010. Sinaai. “8 Uur
aan de kerk, voor een uitstap met de fiets naar Sinaai”, stond in de mail van
Rudy, maar als ik om 2 voor 8 het kerkplein oprij, staat er nog niemand. Het
belooft dus een matige opkomst te worden. Maar dan vallen de duiven één voor
één. Eerst Dirk DB, dan Danny F, Pascal L, Jan W, Rudy V, Luc K, Patje R en
Rudy R. Allemaal A-kes, of het scheelt nie veel, en ja, ik stond daar ook nog
tussen, met de moed al in mijn schoenen. Al van bij het vertrek gaat het goe
vooruit, het tempo niet onder de 30/u, en bij het oprijden van de brug van ’t
Hussevelde oplopend naar 32 – 33. Normale mensen gaan bij het bergop rijden een
beetje vertragen, Modderfokkers niet. Richting Lokeren gaat het zelfs niet meer
onder de 35, en ik begin al serieus te zweten. Gelukkig zit ook Rudy V niet zo
fris wegens een feestje gisterenavond, en een te korte nachtrust, en wordt op
algemeen verzoek het tempo een beetje gedrukt. Als we in Sinaai aankomen heb ik
al 22.5 km op de teller. In de wetenschap dat de terugtocht even lang zal zijn,
besluit ik aan de eerste splitsing voor de 39 i.p.v. de 50 km te gaan, kwestie
van een beetje reserve te hebben voor de retour. Mijn verbazing is dan ook
groot als aan de eerste splitsing iedereen voor de 39 kiest. Na een tijdje
begint het mij toch een beetje te lastig te worden, en besluit ik de zware
mannen te laten rijden en voor plan C te kiezen, de 29. Ik rij verder op mijn
eentje en hou volgens eigen mening een redelijk deftig tempo aan. Ik wordt
uiteindelijk maar door 3 gasten ingehaald, waarvan ik er eentje na enkele km
terug te stekken krijg. Dat geeft toch wa courrage. Als na een tijdje wachten
de mannen van de grote toer het veld komen uitgereden, zie ik dat Rudy V zijn
uitstap van gisteren heeft moeten bekopen. Hij heeft volgens eigen zeggen
serieus zijne peere gezien, en als ik hem zo bekijk, geloof ik hem op zijn
woord. De terugreis naar Kalken gaat wind op kop, en het zijn Rudy R en Patje
die het kopwerk voor hun rekening nemen. Ze doen dit zodanig goed, dat Rudy V
zo nu en dan de rol moet lossen. Ik blijf naast Rudy rijden om hem de nodige
morele steun te verlenen, maar vooral om te genieten van het feit dat er ne
keer iemand anders zit af te zien. Op de brug van de Bontinckstraat is het
gedaan met genieten, want mijne naftenbak is ook bijna leeg. Een eindspurtje
zit er dan voor mij ook niet meer in. Patje haalt het voor Dirk en de rest van
de bende. Naar vaste gewoonte worden we opgewacht door de plaatselijke rijders.
Dirk en Frank H, Geert B, Eddy T, Peter Fritamientje en een nieuwkomer die mij
nog altijd eens een visitekaartje moet bezorgen, werden door Rudy DC op
sleeptouw genomen voor een toerken Kruiskapel. Had ik da geweten,…. Ivan
Zondag 28 maart 2010. St. Niklaas. Ivan vroeg me om
nog eens in de pen te kruipen. Zo gevraagd, zo gekropen. Veel volk en veel
vrouwvolk (fokkemodders, moddermiekes, modderfoksters, ik weet niet hoe we ze
best noemen) aan de kerk. Rudy R. niet, want die moet VIPs rondrijden tijdens
Gent-Wevelgem voor Mercator Vlaanderen. Staan er wel: Pascale Lippens, Ann van
Jan (Jan kwam achter), Els van Jo (Jo zelf zat ergens vastgeplakt, naar horen
zeggen in het kleinste kamertje), Rita van Erik (Erik zelf ook al niet), Nadine
van Rudy V. (Rudy Vee zelf was wel mee) en dan nog een sportief meiske. Dirk De
Boever, Witte Krick met zijn cross-velo, en Ivan waren er ook nog en Patje was
al met de velo naar St. Niklaas, kwestie van nog 35 km te kunnen bijtrainen.
Bijna was ik nog Karel Verhoeven vergeten, mijn privé-chauffeur. Om kwart na 9
kunnen we al vertrekken op voetbalplein SK Gerda te St. Niklaas. Meteen een
paar km kronkelig bos. Wij wisten niet eens dat ze daar bos hadden. En dan
volgt er één aaneenschakeling van wegels, dijken, steile klimmetjes en
afzinkskes, kronkels en draaien, lange, bonkige einden, pittoreske dorpkes.
Steendorpe aan de Schelde en omgeving moet ge zeker eens bezoeken om te gaan
wandelen of fietsen, echt een ontdekking. Tegen alle verwachtingen in een
toffe, prachtige rit met driekwart off-road (dat wil zeggen ‘van de baan’, voor wie niet
goed Frans kan). Iets minder is dat er in een groot deel van die wegels van die
superfijne kiezel is gesmeten en dat rijdt voor geen meter. En, wind, wind,
wind. ‘Niet moeilijk dat
dat hier zo waait’, zegt Ivan: ‘met al die
windmolens hier’. En het wordt nog
erger als we een knap meiske zien wandelen. Wat heeft dat nu met de wind te
maken, hoor ik u al denken. Wacht, wacht, laat me uitspreken. Ze had verdorie
toch wel haar windhond bij, zeker! Ivan en ik besluiten het iets rustiger te
doen en blijven achter, zodat we … als eerste bij de bevoorrading zijn. De
rest had zich efkes misreden. Na de ravitaillering vertrekken we weer ietske
later en zien de bende voor ons op de dijk rijden. Ik kijk even achterom om te
kijken of Ivan nog mee kan (haha), en als ik weer voor me kijk, ligt er één in
de kant en een andere ligt languit op de rug op de asfalt. Het waaier rijden,
wind op, op de dijk, heeft weer zijn slachtoffers geëist. Rudy V. wijkt even
uit, Jan W. in zijn wiel moet nog verder uitwijken, en Pascal L. raakt het
achterwiel van Jan en kan niet rechtblijven. Luc K., altijd in laatste positie,
rijdt gewoon bal over Pascal en komt plat op zijn buik op het asfalt. Zijn
vingertoppen weg. Ja, bij Luc staan die blijkbaar op zijn buik. Weeral een hele
week geen pianospelen voor de witte, zegt Ivan. En ik bedenk plots: er zit daar
nog zo een uitsteeksel aan de buikkant, hoe zou dat met die top zijn? Maar het
is gelijk niet de juiste moment om dat te vragen. Pascal is helemaal van de
kaart en de rug van zijn regenovertrekske helemaal geschonden. Ook een
bloedende vinger. Hij heeft wel geluk, want straks in de Beize is het toch
uitreiking van het nief koersgerief. Ja, ge kunt er achteraf eens mee lachen,
maar het is toch maar megabangelijk als ge ze daar alletwee groggy ziet liggen.
Het is nog goed afgelopen, zeg maar.
Even verder is er
de splitsing 30 en 50 km. Pascal en Luc besluiten wijselijk de kortste weg SK
Gerda-waarts te pakken, en de rest maakt er nog een vlammende laatste 20 km
van. Ivan heeft zich herpakt en moet niet veel meer onderdoen. Ik verschiet nog
een laatste kartoesj, en als de super-aakes Patrick, Jan, Karel en Dirk me weer
te pakken hebben, als we op de weg komen, trekt Patrick nog wat door tot het
volgende kruispunt. Een auto komt keihard remmend tot stilstand, op 30 cm van
Patrick die midden voor de auto ook stilstaat. Bijna zijn derde keer onder een
auto. Ja, wij hadden voorrang van rechts, dat wel. Het is me het ritje wel.
Het eindigt weer
met kilometers gekronkel door de bossen en we moeten Karel - in een superdag,
Jan, Pat en Dirk laten rijden. Rudy V., van wie we beter gewend zijn, was er
gelijk niet vandaag, maar dat kwam door technische problemen: hij kon geen
macht zetten. En wie staat er eerst aan den arrivee: Ivan, Rudy en ik. De
super-aakes waren zich toch wel weer misreden zeker. Ge ziet dat ze daar Danny
Fack niet voor nodig hebben, hé. Blijkt dat Patje nog knal op een boom is
gereden. Kwestie van zijn koleire op die auto nog even uit te werken. Aan de
boom was er gelukkig niets.
Op SK Gerda zien we
nog Tommeke Vandenberge en Chris, de buur van Guy Roels.
De Beize wordt
overrompeld door ancien modderfokkers en door nieuwelingen, die hun pakketje
koersgerief aan een spotprijs komen ophalen. Gerda en SK Marc zijn er ook. En
nog een nest lokaal rijdende modderfokkers, maar ik was gelijk ook wat van de
kaart (combinatie van de inspanning en de Duvel en den ouderdom), zodat mijn
geheugen me in de steek laat. Wat een dag! Deugd dat dat toch altijd doet, u zo
te pletter rijden. En wat is er toch nog veel moois en veel nieuws te ontdekken
in de buurt. Mario
Zondag 4 april 2010. Pasen. Wichelen. Was iedereen nog
Paaseikes aan ’t rapen, of hadden
ze gewoon geen zin? Enkel Rudy De Clercq en ikzelf staan om 8.30 u op het
kerkplein. Gelukkig is ’t Hussevelde goed
vertegenwoordigd. We besluiten een klein toerken langs de Schelde te maken en
om 9 u terug te keren om te kijken of er dan nog liefhebbers komen. Het is even
wachten, maar uiteindelijk krijgen we het gezelschap van Frank Hanselaer en Eddy
Troch. A, B en C’s, allemaal samen
met z’n vieren. Op
voorstel van Frank rijden we de groene route van Wichelen. Een klein toerken
met een klein groepken, dus veel bladruimte ga ik niet verspillen, anders krijg
ik weer onder mijn voeten van Mario. (Ooit schreef ik een verslag van een
bladvol van enkel Rudy R en ik, en dat heb ik mogen horen). Dat brengt ons
naadloos naar de rit van Paasmaandag. Ivan
Maandag 5 april 2010. Zele. Naar jaarlijkse
gewoonte trekken we op 2e Pasen naar ’t Zonhoekje, een uitstap die blijkbaar zeer
geliefd begint te worden, want in tegenstelling tot gisteren zijn we nu met een
stuk of 25. We vertrekken allemaal samen, de meiskes incluis met de fiets. De
inrichters zagen ons graag komen, want met zo een bende waren ze al bijna uit
de kosten. Er was keuze uit 30, 40 en 60 km, maar de 40 waren er eigenlijk 48
en de 60, 55. We kiezen voor de 55, en het gaat zoals gewoonlijk goed vooruit,
en ondanks een verstopte neus en wat stijfheid in de benen van gisteren kan ik
vrij goed vooraan stand houden. Eindelijk nog eens goede benen, maar het zijn
net die goede benen die mij later nog parten zullen spelen. Via Berlare en
Overmere komen we in Kalken het thuispubliek groeten, en rijden zo verder
richting Overschelde. Daar aangekomen, nog altijd bij de kopgroep, stel ik voor
om alles terug te laten samenkomen. Danny F en ik laten ons even laten
uitzakken om te kijken waar de rest blijft, maar er komt niemand meer terug uit
de achtergrond. De rappe mannen konden niet langer wachten, en zijn ondertussen
ook al niet meer te zien. Daar sta ik dan met mijn goede benen. Er was ooit een
tijd dat er gewacht werd als de groep niet volledig was, maar als Wegkapitein
Rudy R er niet bij is, grijpen de muiters hun kans. Gelukkig neemt Danny mij op
sleeptouw en rijden we langs De Blauwe steen naar de Vaart, en via de
Scheldedijk gaat het richting Schellebelle. Het duurt echter tot de
bevoorrading in Uitbergen voor we terug samen komen. Daar worden we opgewacht
door de groep die eigenlijk nog achter ons zat. Zij hadden blijkbaar een
stuksken afgesneden, en zo een mooie voorsprong genomen op die met goede benen.
Voor het vervolg van de rit verwijs ik u graag door naar Mario, die had nog
betere benen, en reed de 55 km met de A-kes, waar ik moegestreden afhaakte en
koos voor de 48. Ivan.
Zondag 18 april 2010. Waasmunster. Rudy
had verzamelen geblazen om 8.30 u voor de verplaatsing naar Waasmunster met de
wagen. Zelf kon hij er niet bij zijn wegens buitenlandse verplichtingen:
meerijden in de Amstel Gold Race, met de wagen wel te verstaan. Deftig uur voor
een schoon ritje zult ge denken, tot er ne plezanten mailkes begint te sturen
om met de fiets om 8 u te vertrekken. De een na de ander antwoordt : ik ook, ik
ook. Ik ook dus. We zijn met 11: Rudy V, Rudy DC, Patje R, Dirk DB, Geert S,
Bart VH, Luc K, Jan W, Dany P, de wederoptredende Eric VG, en ikzelf. De
meiskes rijden met de wagen: Linda, Nancy, Carine, Els, Ann, Annemie, Ariane,
Danny F, Dany P, Thomas B, Pascal L, Ronny VH en Filip B. Het is droog en
overal goed berijdbaar, dus wordt het weer vlammen. Probleem is, dat als het
snel gaat, er al eens een foutje gemaakt wordt met een duik tot gevolg.
Tuimeltrofee van de dag is voor Thomas Bisschop, die er in slaagt 3 keer
onderuit te gaan. Danny F, Dany P, Geert S en Luk K houden het bij 1 keer, al
was den schoonsten duik eentje van Luk, die spectaculair overkop ging. Aan de
bevoorrading staat mijn kilometriekske op 30 km. De 20 km van de heenreis niet
meegerekend, kwestie van de courrage niet te verliezen telkens ik naar mijn
tellertje kijk. In totaal al 50 dus, en Rudy DC stelt voor om een kortere
afstand te volgen om toch nog voor de middag terug in Kalken te zijn en op ’t
gemak nog een terraske te kunnen doen. Voor mij niet gelaten, dus laten we de
rest verder rijden. Voor de terugweg stelt Rudy zijne cruise-controle in en rijden
we op een schoon tempo richting Kalken. Ik probeer zoveel mogelijk naast mijne
compagnon te rijden, maar moet toch af en toe zijn achterste ne keer gaan
bekijken (= een beetje uit de wind gaan zitten ). We komen aan in De Beize met
in totaal 80 km in de benen, en het is nog een tijdje wachten voor Patje de
spurt wint met 93 km achter de tanden. Jo was er ook nog, maar was vroeger
gestart wegens verplichtingen voor de noen in De Schorpioen. Ivan
Zondag 25 april 2010. Plaatselijk. Er zit een groep
in Dardennen, en er zijn al enkelen vertrokken naar Opwijk, maar wij rijden ter
plaatse. Nog maar eens de Modderfokker-ride gaan verkennen. Tot vervelens toe
als het moet, maar hij moet in ’t koppeke. We zijn met 11: De 3 Rudy’s, Pascal, Luc en
ikke, nieuwkomers Tim Van Durme, Geert Noë uit Lochristi en Steven De Mey van
Overschelde, gastrijder Geoffrey Maes, en last but not least, de
wederoptredende Hans Schellaert. Thomas Bisschop kwam ook nog langs, maar
vertrekt liever naar Opwijk, waar niemand hem herkent. Ja, diene jongen heeft
het nie schoon de laatsten tijd met zo’n familienaam. Het is mooi weer, de
vogeltjes fluiten, en ik zie er enkele staan die ik waarschijnlijk wel aan kan.
Het leven kan soms schoon zijn. Spijtig genoeg kan het rap omslaan ook, want
net voorbij de brug van Uitbergen, komt Rudy DC vooraan melden dat Hans, Tim en
Steven zonet afhaakten, en kiezen voor een rustig ritje. Misérie, misérie,
gelukkig is Geert nog van de partij, en zit Luc nie al te fris na een zwaar
avondje uit. De parcourskennis dan. Geoffrey, die toch ook al enkele ritjes
verkend heeft, weet op een gegeven moment in de veste verte niet meer waar we
ons bevinden. Rudy V heeft zich al een paar keer vergist, maar heeft naar eigen
zeggen maar een geheugenkaartje van 1 Giga, en blijkbaar is dat redelijk rap
vol. Luc heeft een geldig excuus, en Pascal was al na enkele km het noorden
kwijt. Bij mij valt het eerlijk gezegd nogal mee. Tot zeker halfweg zit het al
goed ingeprent, maar als dan Rudy R begint aan zijn wirwar van wegeltjes moet
ik ook af en toe eens passen. Waar ik niet moet passen is bij het fietsen zelf.
Ik rij vrij makkelijk mee met de grote mensen, en kan zelfs af en toe een
gaatje slaan op een paar achtervolgers. Al moet gezegd worden dat Rudy DC zijn
handen vol had aan de rug van Geert. Op de Passarel in Wetteren toont Geoffrey
dat je om wereldkampioen te worden toch over de nodige techniek moet
beschikken, en rijdt op zijn gemakske van de trappen naar beneden. Het ziet er
simpel uit, maar de rest besluit toch maar om de trappen te voet te nemen. Op
het terras van De Beize, genieten we onder een stralende lentezon van een
welverdiende verfrissing als ook Carla en Rita aankomen van hun plaatselijk
ritje. Het leven kan toch schoon zijn hé. Ivan
Rogiers
Zondag 16 mei 2010. Puivelde. Om te
vertrekken met de fiets naar Puivelde, verschenen om 8 u volgende gasten: Rudy
R, Geert S, Patrick R, Jan W, Luc K, Pascal L en ikzelf.
Afwezige
van het moment was Ivan R. Hij was er daags voordien, op het feest van zijn
tante, zeker van dat hij ook met de fiets zou starten om 8 u. Maar
waarschijnlijk weerklonk het liedje “ja, Tante Julia, haal die borsten van mijn
schouder…….” nog door.
Patrick
en Rudy loodsen ons naar ginder. Aldaar staat Hans S, vol goede moed ons op te
wachten.
Patrick
R moet naar goede gewoonte eerst het plaatselijk toilet nog eens bezoeken, en
om zeker te zijn dat er niet vertrokken wordt zonder hem (wat dat is ook al
gebeurd) heeft hij een slot aan de fiets van Jan en Hans vastgemaakt.
Hans,
die de laatste tijd niet al te veel heeft gefietst, moet al vlug naar zijn
tweede adem zoeken. Als ook die hem in de steek laat, bezorg ik hem zijn derde
en Rudy zijn vierde.
Op een
bepaald moment rijdt Jan, evenals zijn voorganger door een paardestr…., en het
goedje vliegt op zijn nieuw rugzaksken. Geert heeft het met zijn eigen ogen
gezien. Maar modderfokkers hebben wat over voor elkaar en ik kuis het goedje
keurig af.
Hans
haakt naar het einde toe nog af. Wij bereiken uiteindelijk de finish 10 km te
vroeg. Pijltjes verkeerd of gedraaid of ergens gemist? We waren blijkbaar niet
de enige, want ook Dirk DB, die voor de gelegenheid eens alleen reed, overkwam
hetzelfde.
Rudy en
Patrick voeren ons dan ook, ondanks de tegenwind, terug naar Kalken.
Als
Rudy, die ook naar het feest van Tante Julia is geweest, eens achterom kijkt,
heb ik het gevoel dat het begint te regenen. De wittekens van de laatste dagen
moeten er terug uit.
Patrick
lanceert vanuit koppositie de spurt en wint die dan ook nog. Petje af.
In de
Beize, zitten Dirk DB (wanneer die dan eigenlijk gereden heeft zonder ons te
zien, weet ik niet) en Eddy T, die de route in Wichelen eens verkende
(eigenlijk bij gebrek aan C’s).
Dirk DB
en Luc K geven er een schop in ter gelegenheid van hun verjaardag. Voor Rudy
wordt dat misschien morgen weer zweten, tenzij de hoeveelheid niet in
verhouding was met de vorig dagen.
Jo R
arriveert ook, maar zonder fietstenue, want hij moet nog wat bekomen van zijn
sterkste man- avontuur in Laarne.
Een
tweede gezelschap van Puivelde, zijnde Christine B, nadine F, Carine DN,
Annemie VDV, Veerle I, Jurgen Vion en Ronny VH, komt aan. Zij waren met de auto
afgezakt naar ginder. Rudy Declerck
Zondag 6 juni 2010. Bornem. Dé
vraag van vandaag: houden we het droog? Er is regen voorspeld, komend vanuit
het westen, maar als ik het rolluik optrek is de zon nog volop van de partij.
Bij het volgende rolluik, eentje aan de westkant, ziet het er al heel wat
minder uit. Maar ik blijf positief en maak me klaar voor een ritje met de auto
naar Bornem. Ik ben niet de enige positieveling, want we zijn in totaal met 22.
Rudy R, V en DC, Geert S en N, Erik VG, Jurgen V, Jan W, Jo R, Luc K, Hans S,
Pascal L en ikke. Bij de dames-foksters: Rita, Annemie, Ann, Karine, Els,
Nadine en Kristine met een K. Voor alle duidelijkheid, Als’t met CH is, is’t
die van Torfs, met K is die van De Post. Het is een serieus convooi dat
vertrekt, 8 wagens in totaal. Eigenlijk een beetje veel voor 22 personen, maar
er zijn nu eenmaal mensen die graag met den auto rijden. Het wordt vandaag wel
de rit der platte banden. Nog voor we ingeschreven zijn heeft Nadine als prijs.
Ze wordt snel gedepanneerd door haar ventje, maar die maakt er zich iets te
gemakkelijk vanaf. Hij probeert het lek te dichten door schuim in de band te
spuiten, maar het gat is veel te groot. Rudy R wordt er bijgehaald voor een
degelijke reparatie met nieuwe binnenband, en een lapje aan de binnenkant van
de buitenband. Nog geen 500 m na de start, is Geert S de volgende die prijs
heeft. Probleem is dat in zo’n grote groep de communicatie niet vlot loopt,
waardoor wij het nieuws pas vernemen als we al 5 km verder zijn. Er wordt
besloten niet terug te keren omdat er toch een halve afspraak was om in 2
groepen te rijden. En ik, ik heb het weer aan mijne rekker en zit in de
verkeerde groep. Gelukkig heb ik nog het gezelschap van Hans en Jo, die ook een
maatje lichter zijn de de rest. Als na een 15 km Rudy V plat rijdt, besluiten
we met z’n drieën op een iets deftiger tempo verder te rijden, kwestie van een
beetje reserve op te bouwen tot de rest weer bijkomt. Ondertussen kunnen we ook
een beetje genieten van de rit en het moet gezegd worden dat de parcoursbouwers
hun best gedaan hadden. Slalommend over de Scheldedijken, gevolgd door mooie
bospartijen en technische passages. Het is volop genieten, en ik hoor Rudy R
zelfs zeggen, “ Dat is nu ne keer mountainbike sé”. Jo jojo is ietske minder
aan ’t genieten, want na elk bochtig stuk zit hij een eind achter, en moet
moeite doen om de gaten te blijven dichtrijden. Een 20-tal km voor het einde
houdt hij het voor bekeken, en kiest voor een kortere weg. Als even later Jan W
zijn duivels wil ontbinden, moeten Hans en ik ook passen. Gelukkig acht Luc
zijn moment gekomen om ook ne keer plat te vallen, en kunnen wij opnieuw erop
en erover. Naar het einde van de rit begint het lichtjes te druppelen, maar het
is pas als iedereen binnen is dat de hemelsluizen helemaal opengaan. 74 km
genoten en ferm diep moeten gaan, maar toch content dat ik het gehaald heb.
Heel mooie rit, 3 verzorgde bevoorradingen, en chance met het weer, wat moet ne
mens meer hebben. En in De Beize geeft Rudy De Clerq er nog ene op zijne
verjaardag, ’t leven kan toch schoon zijn. Ivan
Ondertussen
waren er nog 2 bendekes van elk 4 man lokaal aan het rijden geweest: Bjorn V,
ex-voetbalstér, Jelle, een vriendje van Bjorn, Karel, en Mario naar St.
Lievens-Houtem, en Eddy T, Dirk H, Geert B en Guy R, die de modderfokkerrit nog
eens deden, met als enige gids, Dirk H, die dus ook over ingebouwde GPS bezit. Mario
Zondagen 20 en 27 Juni, 4 Juli:
Trippelverslag. Neen, geen verslag over het blonde gerstenat, maar wegens tijdsgebrek
een verslag van de drie vorige ritten. Trouwens, wie mij kent weet dat ik
eerder liefhebber ben van die blonde van Moortgat, den Duvel. Zoals verwacht
was de opkomst voor de rit van de Calcine eerder povertjes. Het
modderfokkers-souper van vorige avond had voor de nodige slachtoffers gezorgd.
Zij die zaterdag nog luid verkondigden zéker aanwezig te zijn, blonken uit door
hun afwezigheid. En bij Jo mag je dat “ luid verkondigen “ letterlijk nemen. We
waren met 9: Rudy R, Dany P, Thomas B, Axel T, Luc K, Rudy DC, Patje R, Jan W,
en ikzelf. Als parcours krijgen we de gewone toer van vorige jaren
voorgeschoteld, al zaten er in het eerste deel enkele nieuwe stukjes. Als we
passeren in de Warande in Laarne, kunnen we het niet laten om Dirk De Boever
uit zijn bed te halen. Hij ontbrak ook op het appél, maar dat kwam volgens hem
doordat hij bijna de ganse nacht op ’t Wc gezeten had. Ochottekes den Dirk,
want da was al zo ne smallen.
Over de rit van
Sint-Lievens-Houtem kunnen we kort zijn. Warm en lastig. De zware jongens
vertrokken om 8uur met de fiets, de B-kes en de dames om 8.30u met de wagen.
Doordat we redelijk laat kunnen vertrekken ( Ons Christine merkt aan de Kruisen
dat ze haar bril vergeten was, waardoor ik nog eens terug kon ), zijn de A-kes
al lang gestart als wij ons inschrijven. Misschien maar best, want had ik met
hen proberen meerijden, waren er misschien doden gevallen, ikzelf.
Op Zondag 4 Juli,
staat een uitstap naar Gooik op het programma. Vertrek om 8u met de wagen. Na
spoedberaad met mijne gebuur Rudy DC op Zaterdagochtend, Besluiten wij een half
uurken later te vertrekken met de B-kes. Kwestie van voor donker terug te zijn.
Er waren er nog van ’t zelfde gedacht. 13 in totaal: Geert S, Geert B, Guy R,
Rudy Dc, Pascal L, Davy P, Mario V, Steven DM, Tim VD,Axel T, Bjorn V, Luc K en
ikke. Mario laat even om zich wachten, want hij komt met zijne nieuwe velo, en
hij weet nog niet goed hoe dat moteurke nu juist marcheerd. We besluiten om de
nieuwe Bloso-rit van Lede te gaan verkennen, enkel Guy gaat voor de rit in
Zele. We vertrekken richting Uitbergen, om even voorbij ‘ De Boonocks ‘ op het
parcour in te pikken. Mario legt er van bij het begin goe de pees op, blijkbaar
heeft hij het goede knopke gevonden. Tot voor kort was deze streek bij de
meesten van ons onbekend, maar daar bracht onze Modderfokker-ride verandering
in. Toch ben ik aangenaam verrast door de vele nieuwe stukken tijdens de rit.
Schoon toerke, al konden de pijltjes iets beter geplaatst worden. Als we na een
40-tal Km moeten stoppen voor een gesloten overweg, merk ik dat we 2 man kwijt
zijn. Luk moest om 11u al terug thuis zijn en was vroegen afgeslagen. Bij Mario
was het heel wat minder. Die had zich in het begin een beetje overzet, en moest
daar later de gevolgen van dragen. Volledig gedesillusioneerd was ook hij
eerder afgeslagen. We proberen de terugreis naar Kalken via de werken aan de
Scheldedijk, en na een beetje klauterwerk tussen de brandnetels en distels
belanden we toch terug op “den dijk”. Als we aan het veer in Schellebelle
passeren besluiten we als extra den blauwen steen ook nog mee te pakken. Dit is
echter teveel van het goede voor Axel, die aan het pompstation langs de Vaart
de kortste weg kiest. Hij kreeg op het einde een beetje pijn aan de rug.
Allemaal de schuld van Rudy DC, want als die begint te duwen, is’t nie gewoon.
Hij zal ‘t er nog wel ne keer ene van zijne velo duwen. Wanneer we aankomen in De
Beize, worden we nog net vooraf gegaan door de dames die vandaag ook van de
partij waren. Linda, Carla en Nancy, waren net geland. Christel en dochter
Ninke waren er ook bij vandaag, maar moesten nog patatjes gaan schillen. Ivan.
Nawoord Mario. Hoe verschillend de
interpretatie van mensen kan zijn, hé. Ik er goe de pees opgelegd? Nee,
daarvoor was ik teveel uit form. Een paar keer efkes doorgetrapt ja, zoals ge
van mij gewend zijt, doortrapt als ik ben. Maar ‘de pees er op leggen’ gaat
rapper en duurt veel langer. Gedesillusioneerd? Leutig is anders, maar
gedesillusioneerd was ik helemaal niet. Als ge 4 weken niet gereden hebt,
waarvan 2 ziekjes, dan weet ge dat er geen fond genoeg meer in uw lijf zit en
dat het na 35 km op kan zijn. En na 30 km was daarenboven mijn drinken ook op,
wegens warm weer en wegens ik een dorstig mens zijnde, en rijden met dorst, dat
doe ik niet. Ik heb niet veel principes, maar dat is er één van.
Zondag 11 juli 2010. Grote prijs Rudy De
Clercq. Moerbeke. De avond voordien Bulgaarse wijnproefavond geweest bij Axel Troch, in
zijn nieuwe wijnzaak in de Gaverstraat (kwestie van wat reclame te maken! Echt
superwijnen voor een prijske, man, man, man, ge gelooft het niet), waar er toch
een deel modderfokkers gaan proeven waren. Op het eind van de avond konden ze
al een aardig woordje Bulgaars. Ik was niet geweest, want mijn Bulgaars is
altijd al even goed geweest als mijn Tsjechisch en mijn Tjetjeens. Maar ondanks
de wijn, toch een massa volk: Alletwee de Dirken (De Boever en Hanselaer),
alledrie de Rudies (Rogiers, Vergeylen en De Clerck), alledrie de Roelsen (Guy,
Jo en Pat) – al zou het zonder Roelsen ook best kunnen hoor, alletwee de
Rogiersen, want Ivan was er ook, Geert B (nog steeds in grote doen: zeg nooit
zomaar een B-ke tegen een B-ke, en al begint zijn naam met een B-ke, het is en
blijft een Bracke), Luk Krick, Ronny Van Hecke (sorry Ronny maar deze keer heb
ik mijn nieuwe velo bij de concurrentie gekocht. Het is niet makkelijk met 2
mountainbike-verdelers aan je achterdeur die dan nog alletwee meerijden ook),
Danny what the Fack!, Axel Troch himself, Jan Willems, die ik pas na 20 km
rijden voor de eerste keer zie, ge moet niet vragen hoe scherp die weer staat,
en als nieuwkomers (weeral nieuwkomers): Jo Van Hulle, broer van Gerda en
verder zijn we nog niets te weten gekomen, en Gert Vergult (spijtig genoeg niet
Verhulst, anders was onze club nu nog rijker dan ze al is), een inwijkeling (!)
uit Schellebelle die in de Bieststraat woont. Ge ziet, ge moogt ons niets
vertellen of het staat in de gazet of op het net.
Een plaatselijk
ritje, mailde Rudy. Dat betekent dan dat we tot tegen de hollandse grens rijen.
Ik zie zelfs een wegwijzer naar Axel. Even verder gebeurt wat ik vreesde: Axel
niet meer te zien. Die had genoeg afgezien en wou een kortere weg naar huis.
Als hij dan plots een wegwijzer met zijn naam op ziet, denkt hij: ha, dat is
vriendelijk, en gemakkelijk ook nog. Guy R had zich gelijk ook wat overdaan en
was mee met Axel naar Axel. In alle geval, we hebben ze sindsdien nog niet
gezien. Rudy DC kent die bossen daar op zijn duim. Rudy, als ge daar toch elke
dag gaat rijden, zoudt ge de volgende keer eerst de bramen wat kunnen
bijknippen? Op den duur rijdt er een bebloede bende rond. Maar liever wat
doornen in mijn armen en benen dan in mijn band. Weeral geen platte banden en
geen valpartijen. Terug in Wachtebeke is mijn pijp uit en ik rij naar huis,
gelukkig de anderen ook. Nee, ik heb mijn nieuw fietske nog niet veel eer aan
gedaan, maar wacht maar tot ik weer de benen heb van 6 weken geleden … Bij Jo
VH is het ook op. Gelukkig is er een tussenstop voorzien: na de laatste
hindernis, Hussevelde brug, mogen we al stoppen en op adem komen en eens
bijtanken: Rudy DC heeft op zijn terras zijn eigen toog gemetst en daar staat
fris bier in. Wat kan dat smaken. Alle ritten zouden langs het Hussevelde
moeten terugkeren, zeker in de zomer! Of langs de Gaverstraat misschien ook al.
Of langs het dorp bij onze brouwer-lid, lang geleden dat we die nog gezien
hebben.
Als we van bij Rudy
DC bij de Woesten arriveren, want de Beize is gesloten, zit daar al veel schoon
volk op het terras: Nancy (een sportief meiske), Nadine, Christine, Christelle,
Annemie en Linda (ook allemaal sportieve meiskes zulle). Jurgen Vion en Karin
komen ook nog toe.
En zo waren wij
weer moe, maar voldaan. En het ging toch al wat beter of verleden week. Mario
Zondag 25 juli 2010. Waasmunster.
Om 8 uur vertrekken
met den velo. We waren met ……..veel. We reden naar ginder met een gemiddelde
snelheid van ……..veel.
Na ons te hebben
ingeschreven, beslissen we toch om met 5 afzonderlijk te rijden, want we
verwachten dat het terug koersen zal worden.
Die vijf zijn Geert
S, Eric VG, Davy P, Pascal L, en ikzelf.
We rijden een tijd
op zichtafstand van de kopgroep, hadden we gewild we reden er zo naartoe, maar
dan gingen we het ons eigen weer moeilijk maken.
We komen op een
bepaald ogenblik Yvan R en Jurgen V tegen, die per auto naar Waasmunster waren
afgezakt, niet dat ze zo rap reden zulle,maar wij hadden een pijltje verkeerd
geïnterpreteerd en waren te vroeg afgeslagen en kwamen terug op het begin van
het parkoer terecht. Even later kruisten we ook de vrouwelijke modderfokkers.
We rijden met ons
groepje eigenlijk goed door, Davy heeft precies wat stage gevolgd bij zijn
broerken Danny die bij de elite groep zit.
Pascal laat hem af
en toe wat uitzakken. (doen alsof ge nie goe mee kunt om nie op kop te moeten
rijen). Het kopwerk wordt anders goed verdeeld en als het dan eens echt rap
moet gaan op de weg komt Eric wel vooraan, ondanks dat zijnen velo begint te
kraken boven de 40.
Toch zijn er drie
mannen die ons voorbij rijden, ze kijken wel raar op als Geert de laatste
voorbijsteekt en zegt het gaat hier toch niet stilvallen hé. Die kijkt niet
groen, hij kijkt zelfs helemaal niet.
Af en toe is het
best dat we goede remmen hebben om valpartijen te vermijden en de juiste
afslagen te nemen. Eerlijk gezegd de pijltjes konden beter geplaatst geweest
zijn. Buiten een paar kleine omval scènes (onder andere van Geert) uit bijna
stilstand verliep alles goed, tot dat er een sukkelaar voor mij viel in een
zandstrook en ik hem niet meer kon ontwijken. Hij kwam van links en rechts was
er nen gracht. Ik ga volop in de remmen en ga over kop, maak eerst dienen mens
zijn spatbord kapot en beland dan toch in de gracht. Normaal zou dit niet in
het verslag komen maar Pascal stond erop omdat hij er al zo veel heeft
ingestaan met valpartijen.
Eens aangekomen in
Waasmunster zijn de A’s al gaan vliegen. Eric trakteert ons nog met een pilsken
en we rijden terug richting Beize. Zelfs Pascal neemt in Zele een stuk de kop.
Bij mij zijn de beste pijlen verschoten, maar de anderen zijn ook wel content
aan den arrivé. Uiteindelijk tegen dat ik thuis kom staat er 100 km op mijn
kilometrieksken, en ja ik ben recht naar huis gereden.
Rudy De Clercq
Zondag 1 augustus 2010, Oosterzele. Als ik passeer aan
de Portugiezenstraat, zie ik grote broer Rudy ook al afkomen. Ben ik nu zo
laat, of hij net wat vroeger. De waarheid zal er ergens tussenin zitten. Ik heb
dus gezelschap om naar ’t dorp te rijden, maar een babbelke slaan zit er voor mij
niet in, want hij geeft meteen een deftig tempo aan. We zijn niet het enige
broederpaar op de afspraak, de Poelmanbrothers Dany en Davy zijn ook van de
partij. Jo en Patje zijn er ook, maar hoewel ze beiden Roels noemen, beweren
zij geen broers te zijn. En dan waren er nog de enkelingen. Danny Fack, Luc
Krick, Pascal Lippens, Geert Schepens en Gert Vergult, die precies ook de smaak
bij de Modderfokkers te pakken heeft. We vertrekken met de velo naar
Oosterzele, en bij aankomst ter plekke zijn we al goed opgewarmd. In een vlaag
van overmoed besluit ik maar mee te rijden met de A-kes, maar moet al vrij
vroeg vaststellen dat het weer pompen of verzuipen zal worden. Na een tiental
kilometer pompen ben ik al half verzopen, en besluit niet langer aan te klampen
en te kiezen voor de 35 km, waar er voor de rest 50 voorzien zijn. Ik hou de
bende nog een tijdje in het gezichtsveld, maar na een 15-tal km komen we op een
stuk langsheen de Leie met wind op kop, en zijn ze de piste in. Ware het niet
de we even later een eerste bevoorrading krijgen, en ik opnieuw aansluit. Ik
vertrek zelfs als eerste, en mis zo het akkefietje dat Pascal had met een
gastje die dacht dat de weg voor hem alleen was, en opzettelijk tegen hem
aanreed. Hoewel die gast een kopke groter was, hadden de anderen de nodige
moeite om het brandje te blussen. Geert wist mij achteraf te zeggen dat hij
ervan geschrokken was dat de anders zo rustige Pascal, nog redelijk colleriek
uit de hoek kan komen. Wat ik ook nog miste, was een speciaal duikske van Danny
F. Naar ik heb, van horen zeggen, is hij erin geslaagd om in een gracht te
sukkelen, ook al zat hij niet op zijn fiets. Op het einde krijgen we nog af te
rekenen met materiaalpech. Patrick rijdt lek, en nog maar net opnieuw
vertrokken breekt bij Gert een spaak en deze boort zich door zijn band. Even
later krijgt Patje ook nog versnellingsproblemen, maar na wat trek en plooiwerk
van Rudy kan hij toch opnieuw verder. Voor de terugweg naar Kalken kiest Rudy
voor een alternatieve weg via Melle en dan langs de Scheldedijk richting
Wetteren. Met de wind in de rug gaat het tempo niet meer onder de 33 km/u, en
hebben Danny en Rudy de handen vol om Jo bij te duwen. Aan het begin van den
langen end (Kalkense Steenweg ) zet Danny zich op kop en neemt hij de rest op
sleeptouw aan net geen 40 per uur. De ideaal aangetrokken eindspurt wordt mooi
afgewerkt door Rudy, die als topsnelheid afklokte op meer dan 56 km/u. Hopelijk
krijgt dit geen staartje, want je mag daar maar 50 rijden. In de Beize worden
we opgewacht door de meiskes die hun toerken net hadden afgewerkt. Zij waren
met 3: Els van Jo, Christine van Ivan, en Rita van haar eigen, want Eric was er
vandaag niet bij. Ivan.
Zondag 8 augustus 2010, Puivelde. In een vlaag van
overmoed, besluit ik om nog maar eens met de fiets mee te rijden op
verplaatsing. Er zijn er slechts enkelen die mijn voorbeeld volgen. Luc Krick,
Rudy de Clercq en Stefaan Imschoot staan mij al op te wachten. Als even later
Rudy Rogiers ook nog aankomt, kunnen we vertrekken, maar niet voordat hij
uitvoerig verslag doet van zijn uitstap van eergisteren. Naast de vaste
afspraak op zondagvoormiddag, durft hij zo nu en dan een avond of nachtrit
meepikken. Zo was er vrijdag eentje in Vlezenbeek bij Brussel, waar hij samen
met enkele mede Night-riders de donker trotseerde, en waar ze als specialleke,
dwars door een café reden. Bij aankomst raakte hij in gesprek met een van de
organisatoren, en vraagt waar zij dit originele idee haalden. “Ergens in de
Vlaanders is er ook een rit waar ze dat doen“, kreeg hij als antwoord, waarop
Rudy zo fier als een gieter zijn vingerke omhoog stak, en vertelde dat dit bij
ons was. “Van welke club ben jij dan”, vraagt hij, waarop Rudy zich omdraait,
zodat die man luidop de naam op zijn rug leest. “Ha, De Modderfokkers, dat is
de wijsste clubnaam die ik ken, volgend jaar komen we zeker eens langs”, waarna
Rudy zo fier als 2 gieters terug naar huis kon, en wij eindelijk kunnen vertrekken
naar Puivelde. We rijden via de markt van Lokeren om de sfeer van de feesten
aldaar op te snuiven, met als gevolg dat ik in een stukje glas rij, met een
platte band als resultaat. Nadat we ons hebben ingeschreven, willen we net
vertrekken als Pascal Lippens, Dirk, Frank en Svevo Hanselaer komen aangereden.
We stellen nog voor om even te wachten, maar ze wuiven ons voorstel vriendelijk
weg. De eerste 10 km neemt Stefaan voor zijn rekening, en het moet gezegd
worden dat hij serieus doorrijdt. Daarna neemt Rudy R over, en die doet er nog
een stukske bij. Stefaan moet zijn furieuze start bekopen, want even verder in
de bossen van Waasmunster, maakt hij een stuurfout (waarschijnlijk van
vermoeidheid) en gaat spectaculair overkop. Een klein blutske in zijne velo, en
een grote deuk in zijn ego. Nadat hij even bekomen is van den stuik, kunnen we
terug verder, maar het zal niet meer met dezelfde Stefaan zijn als de eerste 10
km. We werken de rit af aan een gemiddelde snelheid van 26.4Km/u, en bij
aankomst aan de tent is mijn tankske dan ook al goe leeg. En dan moeten we nog
naar Kalken. 25 km aan een gemiddelde van 32 per uur. De eerste 10 minuten op
het terras van de Beize heb ik dan ook niet veel gezegd. Als even later de
zwarte plekken voor mijn ogen beginnen weg te trekken, zie ik dat er nog
Modderfokers (sters) aanwezig zijn. Nancy, Christelle, Christine, Linda en
Carla, maar deze laatste had ik al gehoord met haar groot lawijt. Zij deden een
knooppuntenroute richting Gent. Mario en Bjorn reden richting St. Lievenshoutem
en Johan VH ging naar Brakel. Jurgen en Karine reden eigenlijk niet, maar
kwamen toch maar afgezakt voor een zondagmiddag-aperief. Zo zou ik het ook wel
eens kunnen proberen. Ivan.
Zondag 15 augustus 2010 Hemelvaart. Wat normaal een
zomerse Hoogdag moet zijn, lijkt eerder een herftsdag. Fris voor de tijd van
het jaar, en dreigende wolken. Daarom toch maar eens gekeken op de buienradar
en gezien dat het kantje boord zal zijn. We zitten net op de scheiding tussen
nat en droog, maar we zien wel. We verzamelen om 8u op het kerkplein voor een
uitstap naar Gavere. Een beetje ver met de fiets dus vertrekken we allemaal
samen in konvooi met de wagen. Bij de inschrijving kunnen we kiezen tussen
20-30-40 en 70 km. De dames, Karine, Nancy, Ann, Linda, Els en Christine gaan
voor de 40. Wij, Rudy R, Rudy DC, Geert S, Pascal L, Jo R, Jan W, Stefaan I,
Dirk DB, Patje R en ikzelf gaan voor de 70. Jurgen V, Ronny VH, Johan NH, Chris
L en Steven DM ook, maar aan een iets rustiger tempo. Na een 20-tal Km besluit
Rudy DC een rustpauze in te lassen, en rijdt lek. Na het wisselen van
binnenband, blijkt bij het oppompen dat de reserveband nog lekker is dan de
vorige, en kunnen ze opnieuw beginnen. Wanneer we bijna klaar zijn met de
depannage, komen de anderen ons lachend voorbijgereden. Niet voor lang echter,
want enkele Km verder heeft Ronny VH het aan zijn been, en zijn wij weer de
piste in. De regen van de voorbije dagen heeft ervoor gezorgd dat sommige wegeltjes
er gevaarlijk glad bijliggen. Dirk DB maakt een slippertje, en gaat onderuit.
Hij is niet de enige die het moeilijk heeft. Op een lang smal stuk raakt een
voorligger in de problemen, en moet voet aan grond zetten. Als hij ons ziet
komen, gaat hij vriendelijk opzij staan, om ons vrije doorgang te geven. Jo had
blijkbaar nog niet voldoende plaats, begint te slippen, en in zijn val duwt hij
die sympathieke gast in een patattenveld. Als ik omkijk zie ik hem zelfs niet
liggen. Jo, die zijn manieren kent, zegt nog even “ pardon”, en rijdt rustig
verder. Gelukkig is Rudy er nog om die gast een helpende hand toe te steken,
anders lag hij daar misschien nog. Pascal heeft het ook niet makkelijk. Elke
keer als hij moet optrekken, slaat zijn ketting door, waardoor hij telkens even
achterop raakt. Tel daarbij op dat hij door zijn gebrek aan techniek na elke
bocht ook nog een paar meter verliest, dan weet je dat hij zijne pere gezien
heeft. Grootste pechvogel van vandaag is toch Ronny, die na zijn lekke band ook
nog nen serieuze duik zet. Enkele schaafwonden en een kapot stuurt zijn het
gevolg. Misschien kan hij er nu eens een opzetten dat wel marcheert. Ivan.
Zondag 29 augustus 2010, Zottegem. Om 8 uur met de
fiets, en 8.30 met de wagen. Zo stond het op den blog, maar zo’n vroege en
verre verplaatsing naar het lastige Zottegem zie ik niet echt zitten. Rudy DC,
die ik zaterdag nog zag op een etentje bij vrienden, deelde mijn mening. Ook
Geert S liet weten liever om 8.30 te verzamelen, en dan te kiezen tussen de
wagen of een plaatselijk ritje. Mijn verbazing ik dan ook groot als ik bij het
oprijden van het kerkplein de ganse bende nog zie staan. Voor ik goed en wel
bekomen ben van ’t verschieten, zit mijne velo al in de camionette, en zijn we
op weg. Vluchten kan niet meer. Het belooft een pittig ritje te worden. 70Km,
met meer dan 600 hoogtemeters, passages over de Berendries, de paddestraat, en
meer van dat moois. Gelukkig hebben we het verstand om meteen op te splitsen.
Rudy R, Rudy V, Luc K, Dirk DB en Danny F kiezen meteen het hazepad. Ikzelf
krijg het gezelschap van Geert S, Rudy DC, Pascal L, Ronny VH en Jurgen V.
Johan VH besluit het op zijn eigen tempo te doen. De dames, Nadine en Carine
kiezen voor de 45. Al van bij het begin is het serieus lastig, en na een
tiental Km wordt Jurgens’ strijd tegen de zwaartekracht in zijn nadeel
beslecht. Hij zegt ons niet meer te moeten wachten, en dat hij het iets rustiger
aan gaat doen. Ik zie de bui al hangen, en denk dat ik de volgende zal zijn,
maar tot mijn grote verbazing ben ik het niet die in de problemen kom. Pascal
raakt achterop door zijn gebruikelijke tuimelperte, en Rudy DC heeft een
off-day zoals zelden meegemaakt. Ik zou hem zelf af en toe een duwtje willen
geven, zoals hij mij al zo vaak heeft bijgestaan in moeilijke tijden, maar
zoveel heb ik nu ook niet over. Geert heeft zoals de laatste tijd wel vaker
weer een goede dag, en komt op alle klimmetjes vlotjes als eerste boven.
Misschien moet hij toch maar een solliciteren bij de A-kes. Van de A-kes
gesproken. Als we aan de eerste bevoorrading aankomen, zegt een van de andere
deelnemers, dat wij hen daarjuist toch al voorbij gereden waren. We vertellen
hem dat het onze clubgenoten waren die een beetje rapper rijden. “Wat”, zegt
hij, “een beetje rapper rijden, dat was vliegen dat die gasten deden. ’t Was
gelijk nen straaljager die ons voorbij vloog”. Ja, zeggen we, dat zullen die
van ons geweest zijn. Het beloofde een lastige rit te worden, en de
verwachtingen worden volledig ingelost. Steile klimmetjes op spekgladde keien,
een stevige wind en gevaarlijke afdalingen. Als het dan al eens bergaf gaat,
moet je nog zitten remmen ook. Ik ben er dan ook niet rouwig om als we een
tiental minuutjes na de A-kes aan de sporthal arriveren. Daar had ik eigenlijk
ook Johan al verwacht, van wie ik vermoedde dat hij de 45 zou rijden, maar
blijkbaar had hij zich ergens misreden, en was op het parcours van de 90Km
gesukkeld. Ik heb hem niet meer gezien, maar naar het schijnt is hij toch nog
voor donker in Kalken gearriveerd. Annemie en Linda reden ter plaatse, en waren
al goe aan den aperitief als wij, rond 13u15 in de Beize aankwamen. Ivan.
Zondag 19 september 2010, Kalkenkermis -
Wachtebeke. We verzamelen om 8.30 tussen de kermismolens, voor een plaatselijk
kermisritje. Blijkbaar hebben de meeste andere plannen want de opkomst is
mager. Luc Krick, Dirk De Boever, Eric Van Gasse en echtgenote Rita, Pascal
Lippens, Geert Schepens en ikzelf zijn present. Er was ook nog een nieuwkomer,
maar die waren we zo rap kwijt, dat ik niet eens zijn naam kon vragen. Bij
afwezigheid van vaste gids Rudy, besluiten we toch maar naar Wachtebeke te
rijden, om ginder de pijlkes te volgen, maar nog voor we aan de Kruisen zijn,
komt hij ons al tegen. Hij had zich blijkbaar een heel klein beetje overslapen.
We rijden op ’t gemakske, met de wind in de rug richting Puyenbroek, maar onze
nieuweling zit al serieus te puffen. Als ik even naast hem ga rijden om de
schade op te nemen, vraagt hij me of we altijd zo rap rijden. Ik antwoord dat
hij nog chance heeft dat er een madam bij is, want dat we anders veel sneller
rijden. Aan het domein aangekomen, besluit hij dat het welletjes geweest is, en
keert terug naar Kalken. Rita gaat in haar eentje voor de 29 km en wij
besluiten een lusje bij te nemen. De eerste 10 km blijven volledig binnen het
domein, en ondanks de gladde paadjes gaat het goed vooruit. Als we even op de
weg komen vindt Rudy dat het niet rap genoeg gaat, en zet zich op kop. Voor mij
ging het nochtans wel rap genoeg, en vond het niet nodig dat er vooraan een 4
op mijn kilometriekse stond. Ik vind het dan ook helemaal niet erg als even
later Luc lek rijdt. De achterband wordt snel vervangen, maar als we willen
vertrekken merkt hij dat hij ook vooraan plat staat. Dat komt ervan als je mee
jeanettebandekes rijdt. Bijkomend probleem is dat Luc maar 1 reserveband bij
heeft, en dat onze binnenbanden niet passen op een cross-fiets. Gelukkig heb ik
nog klevertjes bij waarmee we de band kunnen herstellen, en kunnen we na veel
tijdsverlies terug vertrekken. En we zijn nog maar net weer vertrokken als we
aan de bevoorrading komen. Volgende keer mag hij wachten om daar plat te
vallen. De zeer uitgebreide bevoorrading was bemand door dames die hun mannetje
konden staan, want als Geert zegt dat we zullen moeten opletten dat we de
schijterij niet krijgen, merkt een van de dames op dat het niet aan het eten,
maar aan de pintjes achteraf zal liggen. (Excuseer mij voor het taalgebruik,
maar het waren letterlijk de woorden van Geert, waarvan wij al langer wisten
dat hij nogal grof gebekt is). Tussenstand: 1-0 voor de meisjes van Wachtebeke.
Een tiental kilometer van het einde blijkt er een pijltje weggenomen te zijn,
waardoor iedereen verkeerd rijdt. Gelukkig kunnen wij rekenen op de
terreinkennis van Rudy, die ons na een tijdje toch weer op het parcours krijgt.
Bij aankomst, staan we al een tijdje te wachten op Rita, als we merken dat Luc
ook nog niet binnen is. Blijkbaar was hij nog eens lek gereden, en had bij
gebrek aan banden en klevertjes zijn vrouwtje opgebeld om hem te komen
depanneren. De terugweg naar Kalken gaat wind op kop, en de meeste onder ons
zijn dan ook blij als we in De Beize aankomen en ons kermis kunnen inzetten. Ivan.
Zondag 26 september 2010. Na een
regenachtige nacht en ochtend, zijn er toch een paar stoere binken die het
water niet schuwen. Op het kerkplein verzamelen; Els, Nadine, Jurgen, Johan,
Stefaan, en de drie Rudy’s. Alhoewel het wat wachten is op Rudy R, die had wat
meer tijd nodig of anders (en hij is anders al op ‘tlaatst) om de opgelopen
verwondingen van afgelopen donderdag wat op te lappen. Bij een avond of beter
gezegd een nachtrit in Halle had Rudy een afdaling genomen zoals bij
klaarlichte dag, en de modderplek op het einde niet gezien. En ook hij kan
vallen. De verwondingen vielen al bij al nog mee (wij worden het natuurlijk nie
gewaar). Na de rit in Halle was er spaghetti te eten en Rudy vroeg of er vlees
in de saus zat, want hij miste er wat.
De
vrouwen besluiten om ook Carine op te halen om mee te rijden en weg zijn ze.
Wij besluiten een ritje met niet al te veel modder te kiezen. Zo gaan we al
over ‘t Heiende en industriepark Lokeren naar de Gratiebossen en via Uitbergen
terug. De verwondingen aan Rudy’s been letten hem niet. Johan en Jurgen, die de
zaterdag in Steenhuize hadden gevochten tegen de modder, hadden het wat
moeilijker. Met tijden hadden ze pijn in de onderrug (van het duwen). Verder
een rustig ritje, enkel raakte ik ressekes (juist in ABN) met mijn stuur de arm
van een loper, die dan roept “zot”. Direct geantwoord door Rudy “tis meneer de
zot”. In de Beize komen Jo, Yvan en Luc in zondags kostuum ook binnen. Ook Eddy
T, André DC en Frank H, die een tocht op de baan (aan de kleren te zien toch)
hadden afgelegd. Een beetje water/modder schrikt een modderfokker niet af. Rudy Declercq
Zondag 3 oktober 2010. Waasmunster. Blijkbaar wil
iedereen nog eens genieten van een zonnige najaarsrit, want we verzamelen met
meer dan 30 op het kerkplein. Annemie maakt van de gelegenheid gebruik om
enkele foto’s te nemen, kwestie van die lelijke portretten van den blog eens te
vervangen. Hopelijk zijn ze een beetje geslaagd, anders zal er weer veel
fotoshop aan te pas komen. De grootste bende gaat met de fiets, de rest met de
wagen. Blijkbaar hebben de koprijders er een erezaak van gemaakt om voor de auto’s
in Waasmunster aan te komen, want het gaat meteen goe vooruit, de snelheid niet
onder de 35 km/u. Als een van de nieuwelingen ook eens zijn kunstjes wil tonen,
gaat het zelfs over de 40. Teveel van het goede, en Rudy roept de troepen terug
tot de orde, zich afvragend waarvoor dit nodig is. Groot gelijk, broere. Als ik
de onruststoker voorbij rij, zeg ik hem dat hij er rekening moet mee houden dat
sommigen nog maar net uit hun bed zijn. Rudy DC voegt er aan toe, dat hij het
ne keer mag komen uitleggen op den bureau. Enfin, we zijn inderdaad al
ingeschreven als dames en heren met de wagen aankomen. Terwijl nog even gewacht
word om te verzamelen voor het vertrek, en Patje zijn traditionele kakske
afwerkt, stel ik voor om met de B-kes al te vertrekken. Zelden zoveel B-kes aan
de start gezien. Mijn plan om een beetje voorsprong uit te bouwen valt als snel
in het water, want in de eerste bocht na de start voel ik mijn achterwiel
wegglijden door te weinig druk in de band. Blijkbaar ben ik op een leeglopende
achterband naar ginder gereden. Geen wonder dat ik op het laatste serieus op
mijn tanden moest bijten. Om zo weinig mogelijk tijd te verliezen, besluit ik
bij te pompen, en te zien hoever ik hiermee raak. Niet ver genoeg dus, want nog
geen 10 km verder stak ik opnieuw aan kant. Ik besluit nog eens te pompen en
van band te wisselen op de bevoorrading. Waarschijnlijk was mijn afwezigheid
nog niet opgevallen, want pas nu krijg ik telefoon van Geert om te vragen waar
ik zit. Ik leg de situatie uit, en zeg dat ik mijn plan wel zal trekken, maar
wanneer ik net weer vertrokken ben, zie ik hen toch staan. Blijkbaar hebben ze
zich misreden, door een slecht geplaatst pijltje, waardoor ik terug bij de
bende kan aansluiten. Ondertussen had ik wel al een plaatsje gereserveerd in
een van de wagens, want nog eens met de fiets terug naar Kalken zag ik na
zoveel miserie niet meer zitten. Het parcours van Waasmunster, dat normaal
gezien meestal goed berijdbaar is, ligt er na de regen van de voorbije dagen
zeer modderig bij. Aan een glibberig stuk gaat Stefaan Imschoot mooi onderuit,
en valt tussen de brandnetels. Hij ligt als een schildpad met armen en benen te
spartelen om toch maar rechtop te raken. Als we hem terug op zijn buik gerold
hebben, kunnen we opnieuw verder. Niet veel later is Pascal Lippens de volgende
die prijs heeft. Hij zit met zijn been geklemd tussen zijn stuur dat vastzit
onder zijn kader. Als een voorbijganger hem vraagt of het lukt, antwoord ik dat
hij ervaring heeft als valler. Mijn leute is van korte duur, want even verder
lig ik ook in de modder. Zo nat en vuil, zie ik het niet zitten om in iemands
auto te kruipen, dus besluit ik om de rit in te korten, en toch maar met de
fiets naar huis te rijden. Rudy DC, die zichzelf beloofd had niet te laat terug
te zijn, kwestie van tijd te hebben voor een aperitiefke, volgt mijn voorbeeld.
Ook Patje rijdt mee. Niet voor een aperitiefke, maar wegens ziekte. Hij had na
zijn traditioneel kakse, ook al een paar noodkaskes afgewerkt, en ziet er echt
niet goed uit. Gelukkig had hij wat modderspatten in zijn gezicht, zo had hij
toch nog een beetje kleur. Pascal volgt ook, uit sympathie. Op de terugweg moet
ik nog een paar keer pompen, en Patje nog een keer drukken, maar we raken toch
op een deftig uur aan De Beize. Een tijdje later gevolgd door de rest van de
bende en nog enkele plaatselijke rijders. Ivan
Rogiers.
Zondag 17 oktober 2010. Denderleeuw. Om 8 u vertrekken
met de auto. We zijn met veel volk, zowel mannen als vrouwen. Zoveel dat het
teveel is om allemaal op te noemen (kwestie van niemand te vergeten). Vanaf de
start zijn we toch zo slim om afzonderlijk te rijden. Wie zijn we? Geert S,
Ivan R, Pascal L, Tom VDB, Cederic L, en ikzelf.
Doch na enige tijd
laat Tom zich uitzakken. Er is trouwens nog een derde ploegsken achter.
Ook Cederic blijft
achter, doch bij de bevoorrading blijkt dat hij wat sukkelde met de shifters
van zijn versnelling en hij vervoegt terug de groep. Thomas B heeft zich laten
uitzakken uit de snelste groep en blijft ook bij ons. Thomas en Geert zijn in goeden
doen en bepalen voor ’t grootste deel het tempo. Ivan moet het laten afweten op
zo’n 15 km van het einde, het ging wat bergop en dat is niet Ivans sterkste
kant. Mijn rechterarm is ook niet in die hoedanigheid dat hij Ivan kan duwen.
Hier en daar is het ook nogal glibberig, maar het bleef bij letter (= ‘weinig’
in ABN) valpartijen en bij ons ging enkel Thomas onderuit. Een beetje te
geweldig in de more (= ‘modder’ in ABN).
Op het einde heeft
Thomas het nog aan de stok met een vrouwmens per auto, die hem weinig of geen
plaats geeft. Klein detail: het was eigenlijk zelfs niet meer op het parkoer,
want Thomas was een afslag voorbij gereden.
Uiteindelijk komt
het ganse pakket in stukken en brokken over de eindmeet. Van een goede
ploeggeest gesproken.
In de Beize
ontmoeten we ook nog enkelen die een plaatselijke rit hebben gedaan.
We mogen ook nog
bier proeven, ergens van een mountainbikeclub, het bier noemde velo…..
De rest weet ik
niet meer, bier stijgt mij nogal rap naar het hoofd, moet je weten.
Rudy De Clerck (= Rudy in ABN)
Naschrift Mario:
Het bier noemt Orvelo (gouden velo), is
iets speciaals, tussen Orval en Duvel, en wordt gebrouwen door een man of 3 van
de mountainbikeclub van Destelbergen, De Vuile Braquet genaamd. Echt lekker,
als je het mij vraagt. Bij mij gaat bier niet zo rap naar mijn hoofd.
Zondag 21 November 2010. Kruiskapel. We worden door Rudy
uitgenodigd om te gaan crossen in de bossen in Kalmthout. De locatie zie ik wel
zitten, maar de lange verplaatsing en het vroege vertrek ietske minder. Het
voorstel voor een plaatselijk ritje met vertrek om half negen lijkt mij beter haalbaar.
Bij aankomst op het kerkplein staan de dames al klaar. Carla, Machteld, Karine
en Nancy, even later vervolledigd door Annemie. Ze twijfelen nog om naar de
toertocht van Gent te gaan, maar houden het uiteindelijk ook plaatselijk. Mijn
gezelschap laat op zich wachten, en ik begin te vrezen dat ik er alleen
voorsta. Net als ik begin te denken dat ik misschien toch beter met die bende
slapelozen was meegegaan, komt Luc K aangereden, kort gevolgd door Frank en
Dirk H. Als even later Rudy DC en zijn naamgenoot Eddy aankomen zijn we
compleet, en vertrekken we voor een ritje richting Kruiskapel. Rudy houdt een
mooi tempoken aan, en ondanks de zondvloed van vorige week zijn de wegeltjes
goed berijdbaar. Het is wel frisjes, en er hangt plaatselijk redelijk wat mist.
Het is dan ook soms opletten voor de vele tegenliggers, met of zonder hond.
Aangekomen aan de kapel, roept Eddy om te stoppen. Als we vragen of hij panne
heeft, of een lekke band, antwoord hij dat het enkel is om Rudy enkele
weesgegroetjes te laten lezen voor zijn zielenheil. Na een korte pauze
vertrekken we terug, en zegt Rudy dat we nu ne keer gaan doorrijden, om het
daarna wat kalmer aan te doen. Blijkbaar meent hij het nog ook, want hij geeft
er ne goeie snok aan. Even later krijgen we dan toch de nodige modder, als we
over de Durme-dijk richting Daknam rijden. Het best berijdbare stuk is
natuurlijk dat net naast het water, dus is het kiezen, ploeteren, of met de
nodige zin voor risico op het boordje. Eddy’s vertrouwen in eigen stuurkunst is
niet zo groot, en hij gunt ons de pret niet mocht hij in het water sukkelen,
dus is het een tijdje wachten tot hij het einde van de dijk bereikt. In de
buurt van het industriepark in Lokeren rijdt Frank zich nog bijna vast in een
diepe geul in het parcours rond het vijvertje, waarna we op ’t gemakske
afronden richting Kalken. Ivan.
Zondag
12 december 2010. Kalken. De vuurkorven van de kerstmarkt hebben
nog warm, als er al verzameld wordt voor de MTB-tocht van de Calcine. Grote
afwezigen zijn Rudy V en Nadine F. Rudy zou op de kerstmarkt nog gezegd hebben:
“Vionsken morgen nie fietsen is geen bierken in de Beize”, maar voor zover we
weten heeft Rudy geen van beide gedaan.
Bij het naar de Scala rijden,
gaat Jo al voluit, hij rijdt op puren ankool.
Ook Rudy R, die eigenlijk iets te laat was, vliegt ons voorbij, op dezelfde
brandstof.
De rit zelf is voor het grootste
stuk hetzelfde als de voorbije jaren.
Het zijn vooral Patrick R en
Dirk DB die het tempo bepalen. Geert S en Gert … volgen mooi in ’t zog. Het is
eraan te zien dat Gert iedere dag met zijn MTB naar zijn werk in Sidmar fietst.
Regelmatig kom ik hem ’s avonds tegen als ik met mijnen nonkel Jef velo naar
huis rij na een zware werkdag.
De bevoorrading komt vrij vroeg,
sommigen hebben hem zelfs niet gezien omdat er ook een stand was van Aquarius.
Luc K rijdt direct door en daarna is ook Dirk H niet meer te zien, doorgereden
of blijven hangen, wie zal het zeggen. Eigenlijk laten Yvan R, Jurgen V, Cedric
L en ikzelf ons wat verachteren om afzonderlijk te rijden. Maar op den dijk in
Uitbergen loopt het parkoer beneden door de modder en wij blijven liever boven
op het droge rijden. Ook Rudy R blijft boven om de troepen te inspecteren, of zijn
er toch zinderingen van de kerstmarkt? Dirk DB zet bij het oprijden van den
dijk nen stuik, gelukkig est e nie geschaluind. Zodoende
komen de minder goei vooraan te rijden. Zelfs Jurgen neemt de kop. ‘k Pak dan
over en de drang om eens stevig door te rijden is groot. Aan den arduinkapper
wordt alles terug rustig maar er mankeren
der toch een paar. In Berlare zijn de meesten teruggekeerd, behalve Yvan en
Jurgen. Dan sta ik natuurlijk voor de keuze, wachten of verder meerijden. ‘k
Blijf dan ook maar vanachter hangen. Na de eerste passage Gratiebossen en wat
vreemde coureurs ertussen raak ik samen met Cederic, wat achterop. Als echte
modderfokkers zetten we de achtervolging in. Ik voel mij een beetje den Bart
Wellens in de cyclocross, die moet ook altijd achtervolgen. We passeren ook Jan
W en zijnen kameraad, die zich uit de kopgroep hebben laten uitzakken. Ook Jo
blijft niet volgen (misreden zegt hij).
Op den Donk passeren we ook de
moedige vrouwen Rita, Carla, Els en Carine. Vooraan houden ze dan toch eens wat
in en op het Nieuwdonk komen we terug aansluiten. Daar steken dan 3 of 4 gasten
met zwarte uitrusting met fluogroene reclame ons voorbij. Wat dacht je, zoiets
kan Rudy R niet laten gebeuren. Hen eerst wat laten uitlopen en ze dan terug
inhalen en blijven rijden. Aan het voetbalplein in Overmere worden we vermengd
met wat oedelairs en ja, ik
kan weer achtervolgen. In Kalken breng ik dan die fluogasten weer mee. De
eersten worden wat opgehouden door een auto en alles komt weer samen. Eens het
gat vrij gaat Dirk DB er stevig tegen aan met nen man of 10 op een rij achter
hem. Als ze uitwijken naar de velobaone,
kom ik als laatste in de wind en denk dan als ik toch in de wind moet rijden,
kan ook beter vooraan rijden. Ik steek dan ook iedereen voorbij, als B-ken.
Maar aan ‘s Gravenbriel is mijn pijp uit. Gelukkig is er ook een wandeltocht en
loopt het daar vol wandelaars en valt het zo nie op.
Na afloop vertelt Jurgen nog dat
hij in een plas was gereden en tot aan zijn knieën in het water zat. Last van
kertsmarkthallucinaties? Volgens mij is dat nen gracht.
Op de stoelbeschermers in de
Beize zitten ook Guy R, Andre DC en Luc K al enen te nuttigen.
PS: hier en daar zijn wat Kalkense woorden gebruikt, de
schrijfwijze is eigen inspiratie.
Rudy
De Clerck.
Zondag 19 december
2010. Sneeuwpret in Overmere. Blijkbaar schrikt de sneeuw veel Modderfokkers af,
want wanneer ik op het kerkplein aankom, staat alleen Jan mij op te wachten.
Rudy R had wel al laten weten een beetje later te komen wegens sanitaire
verplichtingen, en hij moest zich nog aankleden ook. Stefaan is de volgende die
aankomt, gevolgd door Steven en Geert. Rudy DC was naar zijn doen zeer laat,
want hij had dezelfde verplichting als zijn naamgenoot, maar had de volgorde
niet goed gerespecteerd. Hij had eerst al zijn kleren aangedaan, en voelde dan
pas de drang opkomen. Met z’n zessen naar Overmere, waar we het gezelschap
krijgen van Frank, Dirk H en Pascal. We wachten nog even op Rudy, die in zijn kielzog
Luc meebrengt. Uiteindelijk toch nog met 11, zij het niet voor lang. Na een
5-tal km, zit Pascal er al 4 achterop. Ondanks zijn vroeg afscheid, verdient
hij toch de prijs voor moed en zelfopoffering. Sneeuw en gladde wegen zijn
helemaal niet zijn ding, maar hij deed toch een verdienstelijke poging. Ik had
vandaag een rustig ritje verwacht, zo’n beetje spelen in de sneeuw, maar er waren
er een paar bij die er anders over dachten. Het moest weer goed vooruit gaan,
en ik zag dan ook serieus mijne pere. Het duurt lang voor er iemand onderuit
gaat, maar na een tiental km breekt Stefaan de ban, even later gevolgd door
Rudy DC. Beetje bij beetje raak ik achterop, maar aan de 1e
bevoorrading kan ik toch opnieuw aansluiten. De hereniging is van korte duur,
want als we even later op een lastig stuk dijk terecht komen, rijden ze weer
van mij weg. Ik rij op eigen tempo verder en besluit een beetje te zeuren en
een stukje van 4 km af te snijden. Aan de 2e bevoorrading wacht ik
nog even op de rest, maar vertrek toch maar alleen. Een 5-tal km voor het einde
hoor ik mijn naam roepen. Het zijn de dames die voor een keer de fiets op stal
lieten, en kozen voor een winterwandeling. Als ik even stop om mijn supporters
te bedanken voor de vurige aanmoedigingen, komen de rappe mannen er ook net
aan. De rust is van korte duur, want voor ik het goed en wel besef, zijn ze
weer ribbedebie. Dat laatste stuk zal ik dan ook maar alleen afwerken, het
beste is er dan ook al een tijdje af. Als ik in de sporthal van Overmere
aankom, zie ik welgeteld nul Modderfokkers zitten. Blijkbaar vonder ze het niet
meer nodig hun rit uit te rijden, en zijn ze vanaf de Boombos rechtstreeks naar
De Beize gereden, en ik, kieken, sta hier nu alleen. Als ik terug wil
vertrekken richting Kalken, komt Dirk ook nog aangereden. Eigenlijk is hij dus
de enige die de volledige tour gedaan heeft, en word ik met 4 luttele
kilometerkes minder, eervol 2e. Alle anderen worden gediskwil..,
gekwali.., gekwakk.., uitgesloten wegens het te vroeg verlaten van het officiële
traject. Wel besteekt sé. Ivan Rogiers.
Zondag
26 december 2010. Sneeuwpret deel 2, Plaatselijk. Wie durft? Zo
sluit Rudy zijn uitnodiging voor een plaatselijk ritje af. En de uitdagende
toon mist zijn effect niet. Dirk H en Dirk DB, Steven VD, Stefaan I, Rudy R,
Jan W, en zijn beschermeling Jasper Temmerman, Geert S, Jo R, Eric VG, Mario V
en ikzelf. Zelfs meervoudig wereldkampioen Geoffrey Maes komt slipcursus volgen
bij De Modderfokkers. Els is als enige dame komen opdagen, waardoor we in
totaal met 14 zijn. We vertrekken behoedzaam richting Bontinckstraat voor een
standaard-ritje Gratiebossen. Veel standaard is er nochtans niet bij, want op
de weg vinden we maar net genoeg grip om toch maar overeind te blijven, maar
het lukt nog net. Een heel ander verhaal wanneer we het wegeltje richting Heiende
indraaien. Rudy is vrijdagavond nog gaan verkennen, en geeft me nog net de tip
mee: “van hieraf is het ploegen“. Door de opgewaaide sneeuw moeten we
plaatselijk door bergen van tientallen centimeters hoog, met de nodige
tuimelpertes tot gevolg. Allemaal zonder erg, want het is zacht vallen in zo’n
dik pak. Volgend ‘leutig’ stuk, is de parallelweg aan de E17, even voorbij “De
Pelgrim“. Daar gaat het bijna over de ganse lengte tussen dikke pakken, over
een smal strookje aangereden sneeuw. Bijna onmogelijk om hierop recht te
blijven, zeker als je iemand wil voorbij steken, ondervindt Eric. Ik hoor hem
achter mij nog net roepen: “allez, amateurke, een beetje rapper “, maar het
volgende dat ik hoor is hoe hij foeterend overeind krabbelt. Ik val bijna van mijne
velo van ’t lachen. We vervolgen richting Gratiebossen, waar ik mij door
omstandigheden (een beetje vermoeidheid ) in slechte positie laat manoeuvreren,
waardoor ik na ieder poortje aan een inhaalrace kan beginnen. Als we aan het
pompstation de boswegeltjes verlaten, zit ik dan ook een stuk achterop.
Gelukkig staat Dirk H mij op te wachten, en doet teken dat de rest richting
Berlare gereden is. Het valt mij echter op dat zijn voorwiel de andere kant
uitwijst, en ik besluit het samen met hem iets rustiger aan te doen. We rijden
samen via Schellebelle-Aard, en doen er op de Scheldedijk richting Wetteren een
stukske bij, waardoor we gelijktijdig met de anderen aan De Beize aankomen.
Voor de statistieken: 7 van de 13 slaagden erin om overeind te blijven, een
corrigerend voetje aan de grond niet meegerekend. Tuimeltrofee van de dag gaat
naar Stefaan met een mooi totaal van 7 duiken, waarbij die na het verlaten van
De Beize niet zijn meegerekend. Ivan
Rogiers.
Zondag 2 januari 2011. Plaatselijk. Om de nieuwjaarskater uit
het lijf te rijden, stelt Rudy een plaatselijk ritje voor, start om 9.00u aan
de kerk. Het iets latere vertrekuur valt blijkbaar in de smaak, want er komen
18 kandidaten op af. Carla en Annemie vertegenwoordigen de dames, en kiezen
voor een modderloos ritje op de weg. Guy R en Andre DC bieden zich spontaan aan
om hen te begeleiden en uit de wind te zetten. Achteraf hoor ik van ons
Carlaatje dat het net andersom was, maar dat zij en A’mie toch niet teveel
hebben moeten wachten. Wij starten met 14 voor een ritje naar de “verre kapel”
in Eksaarde. De 3 Rudy’s, Jan W, Frank VDS, Geert S, Dirk H, Dirk DB, Davy P,
Danny F, Luc K, Steven DM, (die ik vorige keer verkeerdelijk VD noemde,
waarvoor mijn excuses), Tim VD (met wie ik DM verwarde) en ikzelf. De sneeuw
van de voorbije weken is zogoed als weg. “Zogoed als”, want hier en daar ligt
nog een verraderlijk stuk op ons te wachten, en dat mag Frank ondervinden. Bij
het indraaien van een straatje gaat hij op een ijsplek onderuit. Gelukkig
zonder veel erg, want zo’n lichtgewicht valt niet, maar dwarrelt naar beneden.
Ons ander lichtgewichtje, Dirk DB blijft zelfs zweven (op uitzondering van een
voetje aan de grond). We vervolgen onze weg, en krijgen even voorbij Doorselaar,
na het kruisen van de Persijzerstraat, het bij de meeste Modderfokkers gekende
keuzemoment. De “echte” rijden links van de beek door een lang stuk boerenslag,
de rest blijft rechts op 2 paadjes in beton. Het was stil aan de overkant, want
niemand zag het zitten om dit ploeterstuk te trotseren. Aangekomen aan de
Kruiskapel houden we een korte rustpauze voor een hapje en een drankje, en voor
degene die het nodig achtten, een schietgebedje te plaatsen voor een pechvrij
jaar. Mijn schietgebedje had blijkbaar wat vertraging, want we zijn nog maar
net vertrokken als mijn ketting doorbreekt. Ja, dat komt ervan als je teveel
macht hebt, hé. Tijdens de herstelling weet Rudy mij te vertellen dat er al
redelijk wa sleet op mijn ketting zat, en dat dit wel de reden van de breuk zou
kunnen zijn. Weeral een illusie armer. En dan krijgen we nog een bui van
ijsregen over onze kop ook. Nog geen 2 km verder mag Frank aan de kant met een
platte band. Zoveel pech op zo’n korte tijd, dat belooft niet veel goeds.
Misschien volgende keer toch maar een Euroken in den offerblok steken. We
hervatten onze rit, maar besluiten het lastig stuk Durmedijk links te laten
liggen, en kiezen voor de oude spoorwegbedding richting Lokeren. Net voor we
over de Durme rijden, kruisen we een andere groep MTB-ers, die wel stoer willen
doen, en van de zijflank naar beneden rijden. Normaal geen probleem, maar nu
ligt er wel erg veel ijs daar beneden, en de ene na de andere gaat dan ook
onderuit. En passant, waarschuw ik hen nog dat het ginds beneden wel eens glad
zou kunnen liggen, maar de meeste zijn ondertussen al terug rechtgekrabbeld.
Verder richting Heiende begin ik mijne stal te rieken, en krijg zowaar courage,
maar die wordt als snel getemperd als men besluit via de Vogelenzang naar huis
te dokkeren. Nog even afzien dus, en aan het einde van de kasseistrook zeg ik
dat het nog een chance is, dat we nu geen brug over moeten. RIJDEN ZE TOCH WEL
NAAR LINKS ZEKER!!! Gelukkig is de brug van de Bontinckstraat de laatste
hindernis, en wordt deze al bij al nog goed verteerd. De laatste kilometers
richting Kalken zet Danny zich op kop, en jaagt het tempo op tot zo’n 33 – 34
per uur. Als Rudy V zijn eindrush inzet met alle rappe mannen in het wiel gaat
het vanzelf richting 40. Ik kan nog net mijn wagonnetje aanpikken en zie dat
hij zijn koppositie behoud, en als eerste aan De Beize aankomt. Het moet gezegd
worden, Rudy V is toch ne rappe gast, zeker als’t is om zo rap mogelijk op café
te zitten.
Ivan Rogiers
Zondag 6 februari 2011. Plaatselijk. Hamme-Zogge. Ik kreeg al
meerdere keren de opmerking dat het de laatste tijd gene vetten is op gebied
van de ritverslagskes. Het zit zo. Ik vind het niet nodig een verslag te
schrijven over 3 man en een paardekop die een plaatselijk toerke doen, terwijl
een andere groep op verplaatsing is naar Lille, Kalmthout, Jamaica of andere
exotische oorden. Maar niet getreurd, beste lezer, speciaal voor u ga ik mee
voor de verre en vroege verplaatsing naar Hamme-Zogge. EN MET DE FIETS DAN NOG
WEL!!! Er zijn er die gemakkelijker hun boterham verdienen. We verzamelen om 8
uur. De 3 Rudy’s, Gert V, Danny F, Dirk DB, Steven DM, Frank VDS, Luk K,
Patrick R, Jan W, en Ronny VH houden mij gezelschap. Even voorbij Overmere pikt
Pascal L ook nog in. De strakke Westenwind waait ons vlotjes naar het Oosten,
maar we beseffen maar al te goed dat de terugreis heel wat moeizamer zal
verlopen. We hopen nog dat tegen de middag de wind zal vallen, of beter nog,
zal draaien, maar dat wordt afwachten. Bij de inschrijving staat Jo R ons ook
nog op te wachten, en kunnen we voltallig de rit aanvatten. Wij, de iets minder
hevigen, hebben wel al besloten om op te splitsen als het vooraan te rap gaat.
En het gaat al van bij het begin goe vooruit, 45 km/u zie ik op mijn
kilometriekske, maar toch blijven de traagste van de rappe, en de rapste van de
tragere in elkaars buurt rondtoeren. Aan de ‘Mira-brug’, krijgen we het
technisch BMX-parcourtje voorgeschoteld, altijd leuk, maar het lag er deze keer
behoorlijk vettig bij. Bij het laatste stuk moet ik, bijna vanuit stilstand een
pittig klimmetje omhoog, waarbij ik net als enkele weken geleden, mijn ketting
doormidden trap. Zou ik dan toch teveel macht krijgen, of is het een gebrek aan
techniek en enkel domme kracht? Met de technische bijstand van Danny en Patje
is het euvel snel verholpen, en kunnen we terug verder, waar de rest van de
bende ons staat op te wachten. Even voorbij de bevoorrading, zijn we nog altijd
samen, maar aan een splitsing van 45/50 en 55/60 km besluiten Frank, Pascal,
Rudy DC en ikzelf ons lijden niet nodeloos te rekken en kiezen we voor de iets
kortere afstand. Wanneer we even later aan een tweede bevoorrading aankomen,
hebben we al een dikke 55 km op de teller en nog een tiental op het parcours te
gaan. Rudy merkt echter op dat we richting Zele rijden, en denkt dan het niet
onmogelijk zou zijn dat we straks een pijltje missen en zo een beetje vroeger
richting Kalken kunnen. En zo geschiedde. Voor mij niet gelaten, zelf het
bonnetje voor een pannekoek bij aankomst kan mij niet overhalen. (Was het nu
nog nen Duvel geweest). Frank was zelfs al wat vroeger afgeslagen. Zijn lange
verblijf in het verre China hing nog een beetje in zijn benen. Hij begint zich
ginder al goed aan te passen, en ziet zelfs al een beetje geel. Al kan dat ook
komen doordat hij er serieus door zat. Zoals gevreesd was de wind niet gevallen
noch gedraaid, waardoor we richting huiswaarts de wind vol op kop kregen.
Gelukkig had ik 2 brede ruggen om mij achter te verstoppen, maar het was bijten
om in het wiel te blijven. Bij aankomst in De Beize worden we opgewacht door de
plaatselijke rijders. Vader Frank en zonen Zeno en Svevo, Geert B, die ook nog
eens buiten mocht, Eddy T en Andre DC. Mario was er ook nog bij, maar moest op
tijd thuis zijn om patatjes te schillen, en er was blijkbaar nog ene Patricia
bij, maar die mag zich eerst eens komen voorstellen voor ze met naam en toenaam
in het verslag mag. Even later worden Els, Nancy en Ann afgeleverd door Filip
B. Zij deden de verplaatsing met de wagen. Ivan.
Zondag 20 februari 2011, Sinaai. Voorwoord: Om de gevoelige
zielen onder ons niet tegen de borst te stoten, zal ik in volgend verslag het
woord shit niet gebruiken. Omdat ik het woord stront ook liever niet in de mond
neem, vervang ik beiden door kaka, dat klinkt misschien een beetje bekakt, maar
is volgens mij het beste alternatief. We worden uitgenodigd om 8 uur met de
fiets, en om 8.30 met de wagen. Het heeft bijna de ganse nacht geregend, echt
kaka-weer, dus veel goesting om te starten heb ik niet, maar als het tijd is om
op te staan, is het over. Dus toch maar het koerstenueke aan. Bij aankomst op
het kerkplein staan Nadine en Cedric al klaar met de wagen, Rudy DC is gekomen
met de fiets. Er is echter maar 1 plaatske over in de auto, dus met een beetje
geluk kunnen we niet allemaal mee, en kunnen we kiezen voor een plaatselijk
ritje. Maar dat is buiten Tom VDB gerekend, die even later aankomt met zijn
fiets, maar dan wel achterin zijn wagen (kaka). We vertrekken richting Sinaai,
en Nadine neemt gezwind de leiding. Tom zal zijne GPS niet moeten gebruiken.
Als ik hem vraag hoeveel dat kost, zo’n gepersonaliseerde GPS, antwoord Tom
doodserieus dat TomTom gewoon de merknaam is. Als we aankomen in Sinaai, is het
opnieuw beginnen regenen, en het is nog koud ook. Ik besluit dan maar mijn
regenvestje over te trekken, maar na een beetje gepruts, trek ik mijn
kaka-tirette kapot. Het zit mij nie mee vandaag. Ook Cedric deelt in de
miserie, want we zijn nog maar net vertrokken als hij op een modderstukse
onderuit gaat. Na zijn 2 duiken van vorige week, heeft hij blijkbaar de smaak
te pakken. Ik weet van vorige keren dat de rit van vandaag mij niet goed ligt,
en na een 10-tal km op het kaka-parcours, met de nodige kaka-modder (soms
letterlijk) en vele stroken kaka-kassei, zakt de moed mij in de schoenen. Als
ik voor de zoveelste keer het gat dichtrij, zeg ik tegen mijn gezellen dat ze
niet meer op mij moeten wachten en kies voor een kortere afstand. Misschien rij
ik nog wel met de fiets naar huis. Na een laatste loodzwaar stuk (bolt voor
geen meter, en wind op kop) zit de rit erop, kan ik mijn kaka-veloke afspuiten.
Het is nog een tijdje wachten voor we weer voltallig zijn voor de terugreis, en
als we aan de auto’s aankomen, merken we dat we in de drukte Nadine en Tom zijn
kwijtgespeeld. Na een 10-tal minuten te verkleumen van de kou, gaat Rudy toch
eens kijken waar zij zo lang blijven, en het duurt nog een tijdje voor hij ze
gevonden heeft. Blijkt dat ze de verkeerde kant uitgereden waren, en bijna alle
straatjes ingereden waren, op zoek naar de wagens. Jaja, zonder zijne TomTom is
onze Tom een beetje DomDom. (Sorry Tom, dit kon ik niet laten liggen). Wie er
nog allemaal gereden heeft? Ik zou het begot niet weten, want door het late
terugkomen, en omdat ik aan het vrouwke beloofd had om half-een thuis te zijn,
ben ik niet meer in De Beize geraakt. Daar waar een mens een ganse week naar
uitkijkt, een babbel met de vrienden bij een Duvelke na de rit, zelfs dat was
mij niet gegund. Daar heb ik maar een woord voor, KAK. Ivan.
Zondag 13 maart 2011, Belsele. De zware jongens zijn in
volle voorbereiding voor De Ronde van Vlaanderen, en hebben extra kilometers
nodig. Ze vertrekken om 8 u en zijn met 7: Rudy R, Rudy V, Pascal L, Jan W,
Stefaan I, Danny F en Luc K. Wij vertrekken om 8.30 u met de wagen en zijn met
11: Tom, Gunter , Jurgen, Geert, Johan en ikzelf, Els, Nadine, Carine, Annemie
en Carlo (neen, dit is geen typ-fout, het was niet ons Carlaatje, maar wel
degelijk Carlo, onze huisfotograaf, die zich blijkbaar goed voelt in vrouwelijk
gezelschap). Aan de inschrijving staat Nancy ons ook al op te wachten, en als
Axel ook nog ergens vanachter een hoek komt gekropen (hij was net te laat aan
de kerk), zijn we voltallig voor een ritje door de Wase wegels en bossen. Ter
afwisseling met de vorige weken krijgen we nog eens een droog en mooi
berijdbaar parcours voor de wielen, en dat is aan het tempo te merken, want het
gaat goed vooruit. Zo goed zelfs, dat we door niemand worden ingehaald,
hiervoor moeten ze van verder komen (van Kalken bijvoorbeeld, met de fiets ).
Even voor de bevoorrading heb ik Geert en Gunter laten rijden, en komt Tom
enkele tientallen meter na mij. Op dat moment komen uit tegengestelde richting
de dames aangereden en voegen we samen. Nadine nestelt zich in mijn wiel, en
bolt op haar gemakske mee tot aan de bevoorrading. Ook geen gewone zulle, diene
kleine Fack, rijdt beter dan sommige mannen. Misschien kan ze later nog de
overstap maken naar de mannen, de ballen heeft ze al. Na de stop restten ons
nog 17 km, en gaat de gas volledig open. Met de moed der wanhoop kan ik het
wiel van mijn gezellen houden, en kom moe maar voldaan aan de sporthal aan. Bij
aankomst in De Beize worden we opgewacht door het A-team, die ook al terug
zijn, en de plaatselijke rijders, Rudy DC, Eddy, Frank en Guy. Zij reden een
toerken richting Wetteren. Petra en Schoonzus Christelle waren er ook, en
Ariane en Dirk H reden solo. Uit welingelichte bronnen heb ik vernomen dat de
A-kes naar goede gewoonte niet hebben gereden maar gevlogen. Dat Stefaan al na
enkele km op het parcours in de enige modderplas duikelt. Dat Danny de boel
ophoudt met een lekke band, en dat een zegezekere Luc in de spurt geklopt wordt
door Rudy V, die zijne turbo nog eens opendraaide, en naar eigen zeggen topte
op 53 km/u. En zeggen dat ge in Kalkendorp maar 50 moogt. Als daar maar geen
boete van komt. Ivan.
Zondag 20 maart 2011. Bazel. Bij het lezen van Rudy’s
mail: “Vertrek om 8.30 met de wagen naar Bazel”, vind ik dat hij toch begint te
overdrijven met zijn verre verplaatsingen. Het blijkt echter niet te gaan over
het Zwitserse Bazel maar dat bij Kruibeke, een goe half uurke bollen, dus toch
maar mee. En ik ben niet alleen, de 3 Rudy’s, Pascal, Luc, Patje, Jo, Axel,
Ronny, Jurgen en Tom zijn er ook. Bij de dames waren Nadine, Els, Carine, Linda
en Nancy op het appèl. Een schoon bendeke modderfokkers, en bij het vertrek na
inschrijving, merk ik dan ook niet dat niet iedereen mee is. Gelukkig is Rudy R
wel bij de pinken, en zegt mij om een beetje te wachten op de rest. Net als
iedereen bij is en we beginnen versnellen, komen een paar pipo’s
voorbijgereden. Er is er zelfs eentje bij die het nodig vindt om Rudy uit te
dagen door te proberen sneller te versnellen van hem, met het te verwachten
resultaat: Rudy een paar honderd meter voorop, en één pipo die door ons terug
wordt ingehaald. In het voorbijrijden zeg ik nog tegen diene gast, “Awel,
slimmen, bedankt hé, nu zitten wij wel ne ganse rit mee op ons kap”. Gelukkig
hervindt Rudy zijn kalmte en rijden we op een “normaal” tempo verder. Omdat er
geen duidelijke afspraken zijn om op te splitsen, besluit ik maar met de A-kes
mee te rijden en te zien waar het schip strandt. Na 17 km krijgen we een eerste
bevoorrading. Een beetje vroeg voor sommigen, maar voor mij zjust gepast. Na
een snelle hap en een drankje, besluit ik om al voor de bende te vertrekken,
kwestie van een beetje reserve op te bouwen. Het lukt mij toch een 5-tal km
voorop te blijven, en het valt mij wel op dat terwijl ik iets rustiger rij in
afwachting van de aanstormende bende, toch de ene na de andere voorbij ga. Dat
geeft toch wa courage. Als ik terug ben ingehaald door de rest, gaat het gas
helemaal open, en op een verbindingsstuk op de baan gaat de snelheid bij
momenten tot 40 km/u. Enkele jonge gasten pikken aan en rijden een tijdje mee,
maar houden het even later toch voor bekeken. Als we even later een superlastig
stuk voor de wielen krijgen is het voor mij ook over, en ik vrees dat ik de
rest van de rit op mijn eentje zal mogen afwerken. Gelukkig voor mij, rijdt
Rudy V net op dat moment lek, en kom ik toch nog terug. Bij deze nogmaals, van
harte bedankt Rudy. Terwijl Patje en Rudy R assisteren bij de herstelling,
besluit ik opnieuw een beetje voorsprong te nemen, en krijg hierbij het
gezelschap van Luc, Rudy DC en Pascal. Na een tweede bevoorrading krijgen we
een groot stuk bos voor de wielen, en we zijn nog maar net begonnen als ik
opeens een luid gebrul hoor, precies een bronstig hert of zo. De organisatie
had nochtans niet gewaarschuwd voor loslopend wild. Maar even later klaart het
mysterie op. Het blijkt Jo te zijn, die op een of andere manier weer voorop was
geraakt en zijn clubgenoten begroet. In een van de vele lussen zie ik Patrick
en de Rudy’s ook al komen aangestormd, en aan het einde van het bos heeft den
eersten ons al te stekken, een tijdje later gevolgd door de rest. Bij mij is
het beste er af, het paard is al een paar keer gereanimeerd, maar is nu weer
aan het sterven, en een volgend lastig stuk betekent mijn zwanenzang. Ik zeg
dat ze niet meer moeten wachten, en zie de rappe mannen voor mij steeds kleiner
worden. Ik zie nog net dat Patrick een derde keer onderuit gaat voor ze uit
mijn zicht verdwijnen. Patje is niet de enige met evenwichtsstoornissen. Pascal
gaat ook eens onderuit, en Jo ging naar eigen zeggen volledig overkop. De
vooropgestelde 55 km worden er uiteindelijk 58, en het waren nu net die laatste
3 die er teveel aan waren. Ivan Rogiers.
Zondag 27 maart 2011. Sint Niklaas. Eigenlijk kan het verslag heel kort. Namelijk ongeveer dezelfde rit als
vorige week maar in omgekeerde richting, met hier en daar wat andere mensen.
Wie zijn dat
dan? Rudy V, Thomas B, Dirk DB, Cederic L, Ivan R, Pascal L, Johan, Ronny VH,
Frank VDS, Luc K, en ikzelf. De meisjes waren vertegenwoordigd door Els,
Nadine, Karine en Ann. Er wordt met de wagen naar St. Niklaas gereden. Hierbij
ook een woordje van dank voor degenen die hun wagen ter beschikking stellen.
Na de vliegende
start, blijft Johan al rap achter. De jonge gasten Dirk, Thomas en Cederic
zitten in goeien form. Rudy V neemt
de taak over van de afwezige Rudy R en houdt den boel onder controle. Op de
lange dijken voor de bevoorrading is het eigenlijk elk voor zijn eigen en elk kan afzien op zijn manier. Aan de
bevoorrading wordt er opnieuw verzameld, en tijdens het wachten wordt er wat
aan de velo’s geprutst.
Zo gaat Frank
een beetje wind bijsteken, maar bij het verwijderen van de pomp trekt hij gans de suppape mee en jaja, gans plat. Er
is dan nog een probleem om de suppape volledig uit de geante te krijgen, maar er is nen
velomoaker bij die dat toch opgelost krijgt.
Ook Luc K vindt
dat zijn achterband wat slapjes is en steekt met de plaatselijke voetpomp
behoorlijk wat wind bij. Bij het wachten achter Frank, opeens een geschuifel,
jaja, den band van Luc moet er ook aan geloven. Mee nen nieven onderband (den
ouwen was moar kadukelijk) en
een inlegkruisje kan hij weer verder. Bij Frank ist nog nie gedaan, er is nog
een probleem met de remblokken. Dan maar zonder achterrem de kortste weg naar
den arrivé.
Nog nen goeien road van nonkel Jef: blijf ter af van die velo’s.
Ondertussen is
Johan allang weg na zijn bevoorrading en het duurt zelfs geruime tijd voor we
hem terug te zien krijgen. Als we hem dan zien, hangt hij kromgebogen over zijn
stuur (er is daar zo een liedje van) om geen wind te pakken. Juist voor de
aansluiting, op nen wegel bedekt met boomschors, vertraagt opeens Ivan ewat in een bocht en moet Ronny remmen
en tegelijk schakelen (alé dat is toch zijn uitleg). Gevolg zijn voorwiel gaat
weg en jaja hij sukkelt in de gracht. Op ’t eerste zicht een klein grachtje dat
wat toe gegroeid is, maar wel lang genoeg om de grootste van het gezelschap te
laten onder gaan. Voordeel: Ronny moest achteraf niet direct naar huis, hij was
al gewassen.
Bij Pascal
vlotte het vandaag nie zo goed en dit zo kort voor “de ronde”
Laat in de
Beize toegekomen, zitten, Christine, Linda en Annemie op hun gemak wat
champagne te drinken, tegen den dust
zeker. Zo heeft elk zijn pleziertje hé. Rudy De Clerkc, alias Nonkel Jef
Zondag 17 april 2011. Waasmunster. We vertrekken om 8 u met de
fiets naar Waasmunster met het volle dozijn. Rudy V, Luc K, Patrick R, Jo R,
Stefaan I, Steven DM, Danny F, Thomas B, Dirk DB, Dany P, de wederoptredende
Mario V, en ikzelf. Het belooft een rap ritje te worden, want alle wegels zijn
goed berijdbaar, en er zijn er een paar bij die hevig staan. De heenreis op de
weg gaan we niet onder de 30 per uur, bij het oprijden van een brug zelfs
richting 35. Ik weet het, het klinkt niet logisch, maar bergop een brug op,
rijden wij altijd een beetje rapper. ’k Versta het zelf ook niet. Eenmaal op
het parcours gaat het al niet veel trager, maar de benen voelen goed en ik
draai vlot vooraan mee. Eindelijk nog eens een gezegende dag. Ook Mario
verschiet van zijn eigen, en doet het na enkele maanden afwezigheid verbazend
goed. Jo heeft het iets moeilijker na enkele weken afwezigheid met een gebroken
pols en kiest aan de eerste splitsing voor de korte pijn. Het is altijd mooi
rijden in de Waasmunsterse bossen, met hier en daar een nieuw stukske voor de
afwisseling. Op een van die onbekende stukken trekt Dirk serieus door met de
rest in het wiel, als Thomas ineens nen serieuzen duik zet. Was het ne
voetballer geweest, dan lag hij daar nog, maar Modderfokkers zijn straffe
gasten. Nadat hij enkele minuten is bekomen van de schok, spuwt hij nog wat
zand uit en springt terug de fiets op. De rest van de rit wel iets rustiger dan
in ‘t begin. Even voor de bevoorrading komt Mario mij zeggen dat hij ondanks
zijn goede benen toch maar voor de 45 km gaat i.p.v. 55. Met de 35 van de heen
en terug toch ook al zo’n 80. Ik besluit zijn wijze voorbeeld te volgen, en ook
Luc is dezelfde mening toegedaan. We hebben ons onze keuze niet beklaagd, want
net na de splitsing heeft Mario nog een specialleke in petto. Op een van de
lastige zandstroken, met aan beide kanten een smal boordje dat iets of wat
berijdbaar is, sukkelt hij naast het boordje. Hij probeert er opnieuw bovenop
te raken, maar zijn wielen schuiven onder hem uit en hij valt in de gracht
ernaast. Eigenlijk was het niet vallen, maar over zijn rug rollen met zijn
fiets nog tussen de benen. Ik kom niet meer bij van het lachen. Een andere
fietser was ook getuige van het schouwspel en stopt uit sympathie. Gelukkig
stond er geen water in de gracht, zegt hij. Waarop ik antwoord: ‘Juist spijtig
dat er geen water in stond!’. Geprikkeld (getengeld) stapt Mario weer op de
fiets, en even later roep ik hem toe even te wachten omdat ik met krampen zit,
lachkrampen. Enfin, het leven kan mooi zijn. De rest van de rit verloopt zonder
noemenswaardige voorvallen, en het spurtje naar De Schorpioen wordt door Rudy
gewonnen. Inderdaad, naar De Schorpioen wegens sluiting van De Beize. Amaai, ik
beklaag die gasten die tot de laatste moesten blijven om de pot uit te drinken,
want bij de Woesten valt dat niet mee. Ivan
Rogiers.
Zeg Ivan, het leven kan
toch soms raar zijn hé: Ik val in de beek, maar gij staat met een natte broek!?
Mario
PS. Het is trouwens de
eerste keer van mijn leven dat ik achter mijn oren getengeld ben. Een mens is nooit
te oud voor nieuwe ervaringen!
Zondag 1 mei 2011. Plaatselijk. Een deel van de mannen is
gaan koersen in de Ardennen en een deel van de dames is ook ‘de pist’ in. De
achterblijvers worden via den blog uitgenodigd voor een ritje in Dendermonde.
Ondanks de vele afwezigen verzamelen we toch met 17 op het kerkplein waarvan
slechts 2 met de wagen, dus stelt zich een logistiek probleem. Voor wie niet
mee kan met den auto naar Dendermonde stellen we een plaatselijk ritje voor
richting Wachtebeke en de befaamde Sidmarbossen van Rudy DC. Maar de solidariteit
bij De Modderfokkers is zodanig groot dat iedereen besluit om plaatselijk te
rijden. De plaatselijke dames zijn met 3: Christine DS en schoonzussen
Christelle en Petra. Wij vertrekken met z’n veertienen noordwaarts, maar na een
eerste lusje in domein Puyenbroek besluiten Guy R, Geert B, Frank en Svevo H af
te haken en een korter ritje af te werken. Zo blijven we nog met 10 over: Rudy
DC, Pascal L, Luc K, Axel T, Zeno H, Mario V, Dirk H, Davy P, Thomas B en
ikzelf. In afwezigheid van de vaste kopmannen neemt Rudy het meeste kopwerk op
zich,en het moet gezegd worden dat hij dit verdienstelijk doet. Eenmaal in de
Sidmarbos aangekomen voelt hij zich weer helemaal in zijn element en kunnen we
een half uurke genieten van de vele wegeltjes en kronkeltjes tussen de
dennenbomen. We hebben ondertussen ook nog een gastrijder op sleeptouw genomen
en als we even wachten om de boel te laten samenkomen, komt hij zich
voorstellen. Net als ik hem wil vragen waar hij tussen al het zand dat we al te
verteren kregen nog aan al die modderspatten op zijn benen komt, zie ik dat het
eigenlijk tatoeages zijn dus hou ik maar wijselijk mijne bek. Bij het verlaten
van de bossen zeg ik hem dat we nu huiswaarts rijden, naar een cafeetje waar je
nog een pintje kan drinken voor maar 80 cent. Het water komt hem in de mond,
maar hij besluit toch maar de andere kant op de gaan. Richting Kalken houden we
er een deftig tempo op na, en hoewel Axel al een tijdje op zijn tandvlees zit,
blijft hij toch moedig stand houden. Hij verdient dan ook de prijs voor
doorzetting en volharding. Al mag hij die gerust delen met Zeno H, die pas op
de brug van Hussevelde zijne patat krijgt en nog maar met moeite boven raakt.
Ondertussen hebben we ook de 4 afvalligen terug te pakken. Die waren onderweg nog
een kapelleken tegengekomen, ’t Kapelleken bij Marc Fiers in Doorslaardorp, en
hadden daar een kleine pitstop gemaakt. We rijden langs de Zomerstraat naar De
Schorpioen en op het laatste stuk zijn er nog een paar die het nodig vinden om
ne keer rap te rijden alvorens moe maar voldaan van een welverdiend aperitiefke
te kunnen genieten.
Ivan.
Zondag 8 mei 2011. Erpe-Mere. De meevallende prestaties
van de voorbije weken geven mij net genoeg courrage om een tandje bij te steken
en samen met de grote mannen met de fiets naar Erpe-Mere te rijden. Bij
aankomst op het kerkplein, een minuutje voor acht uur is het echter nog zeer
kalm, enkel Jan en Rudy V zijn al op het appèl. Weinig ruggen om mij achter weg
te steken dus, gelukkig beginnen even na achten de duiven toch te vallen: Davy,
Patje, Luc, Mario, Dirk DB, en als laatsten Rudy R en Rudy DC. Deze laatste is
normaal een van de vroege vogels, maar had blijkbaar gisterenavond nog andere
verplichtingen. Bij het vertrek zegt hij dat hij zich wel achteraan zal zetten,
kwestie dat we niet teveel last hebben van alcoholische en andere dampen. De 2
andere Rudy’s zetten zich vooraan, en ondanks de wind op kop halen we vlotjes
32, 33km per uur. Mario en ik volgen in het wiel, maar na een tiental km worden
we aangespoord om zelf een stukske kopwerk te doen. We houden het tempo op een
tactische 18 per uur en worden als snel voorbijgereden door Patje en Jan. We
hebben ondertussen ook nog het gezelschap gekregen van Frank VDS, die even
voorbij Uitbergenbrug was ingepikt. Rudy V zit van achteruit richtlijnen te
geven, en zegt dat we even verder rechtsaf moeten. Bij het eerste gaatje dat
Jan ziet slaat hij af, waarop Rudy zegt dat het de volgende afslag maar is.
Blijkbaar had Patrick dat niet gehoord, en net als Jan terugkomt slaat hij
rechtsaf en missen ze elkaar op een haar na. De laatste km richting inschrijving
begint het al licht glooiend te worden, en op de klimmetjes beginnen de
kemphaantjes al een beetje gas bij te geven, met als gevolg dat ik voor we aan
de rit beginnen al een cartouche kwijt ben. Onmiddellijk na de start gaat het
zoals gewoonlijk vollen bak, en het lukt maar met moeite om mijn wagonnetje aan
te pikken, maar er zijn er nog die het lastig hebben. Een kleine pauze zou
welkom zijn, en na een 5-tal km worden we op onze wenken bediend. De achterband
van Rudy V lag waarschijnlijk niet goed gemonteerd en vliegt van de velg,
gelukkig op een recht stuk en dus zonder erg. Terwijl de band opnieuw
gemonteerd word, besluiten Mario, Luc, Frank en ikzelf op een iets gematigder
tempo verder te rijden. Het blijkt echter niet het dagje van Mario te zijn,
want na problemen met zijn kilometriekske en later met de voorrem, verlaat hij
ontmoedigd het parcours. Waarschijnlijk zullen de benen en het koppeke ook niet
super geweest zijn. Ondertussen zijn door het oponthoud de anderen ook terug
bijgekomen en ben ik de volgende die eraan moet geloven. Tussen de stofwolken
zie ik de rest voor mij steeds kleiner worden, en het duurt tot aan de
bevoorrading voor ik ze weer op normaal formaat zie. Wanneer ze weer aanstalten
maken om de tocht te vervolgen, zeg ik dat het voor mij welletjes geweest is,
en dat ik kies voor de 42 i.p.v. de 55 Km. Rudy DC en Davy volgen mijn
voorbeeld. Als we aan het einde van de rit het laatste stukje zandweg afwerken
( ik heb er ondertussen al een half kilootje van binnen ) komen we Frank ook nog
tegen. Hij koos ook voor de 42. Terwijl we staan te wachten op de rest, zien we
in de verte nog een Modderfokker afkomen. Het blijkt Dirk H te zijn die ook met
de fiets vanuit Kalken gekomen was maar vroeger was vertrokken om ook de 55 te
rijden. Na een kwartierke wachten beginnen we toch serieuzen dorst te krijgen,
waarschijnlijk van als dat stof, en aangezien Frank toch niet mee gaat naar De
Beize, offert hij zich op om te wachten op de rest, zodat wij huiswaarts kunnen
vertrekken om onze groten dorst te lessen. Op de terugweg hebben we de wind in
de rug, waardoor het ons zonder de vaste kopmannen toch lukt om het tempo
tussen de 35 en 40 per uur te houden. Bij een oponthoud aan verkeerslichten
merkt Davy op dat we aan deze snelheid waarschijnlijk niet meer zullen
bijgehaald worden omdat zij dan wel 45 zouden moeten rijden. Bij de
nabespreking vernemen wij dat zij bij momenten de 50 haalden. Op het terras
worden we algauw vergezeld door de mannen en vrouwen die de verplaatsing
maakten met de wagen. Zij waren met 4: Jurgen en Johan, en de dames Karine en
Nadine.
Ivan.
Repliek Mario: Maar
allez jongen! Ik zat met een lossende achterband. Dat is waarom ik naar huis
moest. Niet voor het koppeke, of piepende rem of kilometriekske.
Herbeginnen met dat verslag, nonde!
Zondag 28 mei 2011. Zottegem. Er is een rit in Zottegem. Echte modderfokkers rijden per velo naar
ginder. Anderen kiezen om een half uurtje later met de auto te vertrekken.
Ivan haalt voor
de eerste maal zijnen nieuwen fiets van stal, een schoon machien met alles erop
en aan. Hij wenst niet direct de grote beproeving te doen, want mogelijks moet
er hier of daar nog wat bijgeregeld worden. Als goede buurman, heb ik Ivan ook beloofd
om samen een plaatselijke rit te doen. Ook Axel T is van dat gedacht. Met drie
Olympia fietsen gaan we van start. We weten enkel nog niet goe naar waar we
zouden rijden. We kiezen dan toch maar voor den bos in Wachtebeke. De nieuwe
fiets van Yvan laat zich goed bollen en hijzelf heeft er zin in, daarbij nog
wat voordeel van de wind en het gaat goed vooruit. Ook Axel doet het bijlange
niet slecht. Bij het terugkeren langs de Moervaart komt Axel ook naast ons
rijden (de baan is breed genoeg). Ik vraag hem dan ook of hij nog wat form
overheeft om nog een omweg te maken. Zodoende rijden we nog door naar de
Kruiskapel in Eksaarde. De nieuwe fiets is dan direct op verschillende
terreinen getest, behalve op modder (ver te zoeken door de droogte) en op tegenwind.
Het laatste stuk (van Eksaarde naar huis) is tegenwind, maar dan blijf ikzelf
voorop rijden. Zo komen we toch aan een goei 70 km.
In de Beize
gaat ons geluk verder. Verjaardagtraktaties van Ivan, mezelf en Pascal L.,
gebakken spek van Jo R, al lopend gebracht van Uitbergen (hij zweet meer dan
velen die gefietst hebben). Hij heeft dan ook nog eens een blok aan zijn
elleboog (tmoet nie altijd aan het been zijn). Wat kan nen veurnoene toch
schuune zijn hé. Rudy De Clerck.
Zondag 5 juni 2011. Bornem. We verzamelen om 8 u voor
een ritje in Bornem. Bij aankomst op het kerkplein begint het lichtjes te
druppelen, maar geen nood, we rijden toch met de wagen. Even voorbij Lokeren
begint het serieus door te regenen, bijwijlen zelfs te gieten. Na de droogte van
de voorbije weken is een beetje regen meer dan welkom, maar ik had het toch
liever na de middag gezien. De goesting om te fietsen van deze morgen, slaat om
in twijfel om toch te starten, en niet bij mij alleen. We hebben nog maar net
de E17 verlaten richting Temse, als Jan W en Ann rechtsomkeer maken richting
Kalken. Mietjes!!! Bij aankomst in Bornem is het nog een beetje aan het
miezeren, en besluiten Geert S en Davy P om ook niet uit te pakken. Watjes!!!
Jurgen ziet het ook niet echt zitten, maar Karine laat zien wie thuis de broek
draagt, dus starten zij wel. Ikzelf zit ook met de nodige twijfels, maar laat
mij toch overhalen. Ik start zelfs met de A-kes: Rudy R, Rudy V, Dirk DB,
Stefaan I, Gert V en Frank VDS, maar besluit om aan de splitsing te kiezen voor
de 56 i.p.v. de 72 km. Ronny V, Johan V en Jurgen V houden de dames Nadine en
Karine gezelschap. Kort na de start krijgen we al een eerste technisch stukje.
Op zich stelt dit niet veel voor, maar doordat het zo kort na de start ligt,
troept alles een beetje samen, en kan er niet deftig doorgereden worden,
waardoor bijwijlen toch enkele gelegenheidsrijders in de problemen komen. Eens
deze hindernis voorbij kunnen we terug verder, en ik draai tot mijn grote
voldoening goed mee met de bende. Mijn geluk is echter van korte duur, want na
nog geen 8 km krijgen we al de splitsing 56-72. Mijn besluit staat echter vast,
dus verlaat mijn gezellen en vervolg de rit in mijn eentje op eigen tempo. Een
iets rustiger tempo, zodat ik ten volle van het prachtige parcours kan
genieten. Een heel leuk stukje was het 2e technisch gedeelte. Een
bosje met smalle, kronkelende wegeltjes, slingerend tussen bomen en struiken.
De regen van het voorbije uur maakte de paadjes bijwijlen onberijdbaar, maar
wel echt genieten. We krijgen ook nog het Lippelobos, het domein Kasteel d’Ursel
en het Nonnenbos voorgeschoteld, het een nog mooier dan het ander. Kortom, de
afwezigen hadden weer maar eens ongelijk. Nu ook nog dit verslagske tot een
goed einde gebracht is iedereen content, al heb ik bijwijlen het woordje
bijwijlen misschien een keertje teveel gebruikt. Ivan bijwijlen Rogiers.
Zondag 17 juli 2011. Aalter-Brug. Vorige week waren
we met meer dan 30 voor een plaatselijk ritje richting Waasmunster, maar
vandaag is de opkomst een stuk minder. Ligt het aan de overvloedige regen van
de voorbije dagen, of zit het vroege vertrekuur er voor iets tussen? We zijn
slechts met z’n tienen: Nadine en Els, Danny F, Dirk DB, Jo R, Geert S, Rudy R,
Rudy V, Cederick L en ikzelf. De fietsen worden ingeladen, en we vertrekken
richting Aalter. Ter hoogte van knooppunt Gent-Zwijnaarde komt een blauwe bestelwagen
tussen ons inwringen. Mijn reisgezel Danny wil meteen ingrijpen wegens het
verstoren van de colonne, maar ik kan hem nog net bedaren door te zeggen dat
het Axel T is die in extremis de bende vervoegt. Zo raken we toch nog aan een
elftal. Bij aankomst aan de inschrijving geeft Axel tekst en uitleg bij zijn
laattijdige aankomst. Hij stond al gepakt en gezakt klaar, toen hij de aandrang
voelde om zijn darmen te ledigen. Als excuus kan dit tellen, want dat is een
van de weinige zaken waar het woordje MOETEN van toepassing is. Voor Axel in
detail gaat treden, en in geuren en kleuren zijn wedervaren begint te
vertellen, vertrekken we snel voor onze rit. Al meteen na de start krijgen we
een mooi stuk single-track langs de oever van de ringvaart. De pees wordt er
meteen goed opgelegd, maar gelukkig moeten we even verder inhouden voor
voorliggend verkeer. Niet voor lang echter, want wanneer het even breder wordt,
gaat diene gast gewoon aan kant staan en geeft ons de vrije doorgang, den
loebas. Meteen het teken om de beentjes nog eens te testen. Voor Axel valt de
test negatief uit, en hij besluit alleen verder te rijden. Na een 30-tal km
testen, begint het bij mij ook serieus door te wegen, maar als ik merk dat er
bij Jo, Cedric en Geert ook niet veel overschot op zit, besluit ik toch maar
door te bijten. We worden getrakteerd op een zeer mooie omloop met een
afwisseling van grind en bospaadjes en slechts hier en daar een strookje
modder. Op een van deze modderstrookjes rijdt Cedric zich vast en doet dat waar
hij goed in is, ne keer vallen. Het was nochtans een tijdje geleden dat hij
gevallen is, ongeveer even lang als het geleden is dat hij nog eens meefietste.
Als we even verder Axel, die op een korter parcours zat opnieuw inhalen, draagt
ook hij zijn steentje bij voor het vullen van het verslag. Ook hij gaat
onderuit, maar valt op een of andere manier op Geert. Nooit geweten dat Axel op
mannen valt??? Naar het einde van de rit, met al 70 km op de teller, zijn mijn
beste pijlen al verschoten. Toch vinden Dirk en de Rudy’s het nodig om nog ne
keer goe door te trekken, en in plaats van bergop op een brug een beetje in te
houden, jagen ze het tempo richting 40 per uur. Wat mij het meest verwondert,
is dat ik er nog al bij al nog in slaag om aan het staartje aan te pikken.
Zouden de benen eindelijk aan het beteren zijn, of zou mijn nief machien dan
toch het verschil maken. Bij aankomst in de kantine worden we al opgewacht door
ons meiskes. Ook zij waren zeer content van het mooie parcours, al vond Nadine
het toch nog nodig om een extra stuksken maisveld om te ploegen. Ivan Rogiers.
Zondag 31 juli 2011. Oosterzele. Dju toch, misérie,
misérie. Het is ondertussen al vrijdagavond, en nog altijd geen verslag
geschreven van vorige zondag. De inspiratie is in geen velden te bespeuren,
serieus writers-block. En het zal nochtans moeten, want anders krijg ik zeker
en vast het commentaar dat ik alleen maar met de stommiteiten van een ander kan
lachen, en mijn stoten verzwijg, maar hierover later. Voorlopig kom ik niet
verder dan de namen van de deelnemers. Stefaan I, Jan W, Luc K, Rudy V, Gert V,
Danny F, Davy R, Rudy R, Steven DM en ikzelf vertrekken om 8 uur met de fiets,
Geert S pikt in aan Wetteren-brug. Dirk H is ook met de fiets vertrokken, maar
nog een beetje vroeger, op zijn eigen tempo en op zijn eentje. Axel T, Rudy DC
en Pascel L vertrokken op 8u30 met den auto, en Eddy T, Geert B, Frank H, Peter
F(rietamientje), en de dames, Annemie, Christine en Carla reden ter plaatse.
Oef, toch al kwart van een paginaatje gevuld, dat geeft courrage, dus zijn we
vertrokken. De opwarming richting Oosterzele mag er zoals gewoonlijk weer zijn,
mijn kilometriekske geraakt weer niet onder de 30 per uur. Geert, die even het
deelnemersveld heeft bekeken, hoopt dat er iemand bij is met “nen slechten
dag”, want dat we anders serieus onzen peeren zullen zien. Net na de
inschrijving weet ik hem te vertellen dat zijn gebeden verhoord zijn, en dat er
wel degelijk iemand bij is met “nen slechten dag”, ikke. Bij gebrek aan
B-rijders, vertrekken we allemaal samen, we zien wel waar het schip strandt.
Aan een eerste steil klimmetje is het al van dat. Geert, die net voor mij
rijdt, moet even inhouden voor zijn voorligger, waardoor ik voet aan grond moet
zetten. En dan begint het liedje van Clouseau, daaaaar gaaan ze. Het kost mij
heel wat moeite en een beetje hulp van grote broer om terug aan te sluiten. De
eerste bevoorrading komt vrij vroeg, maar voor mij net op tijd om even op adem
te kunnen komen. Ik krijg maar net de tijd om een slok en een beet binnen te
werken, en ze zijn alweer vertrokken. Even later krijgen we een bordje met de
waarschuwing, “gevaarlijke afdaling”. Niet voor niets, want Stefaan raakt een
uitstekende steen met zijn pedaal, maar kan nog net overeind blijven. Een paar
honderd meter verder gaat Rudy R. Stefaan nogmaals waarschuwen voor die
afdaling, want dat we daar nu wel rap zullen aan beginnen. De volgende
verpozing wordt mij vriendelijk aangeboden door Geert, waarvoor dank. Die zit
met een leeglopende band, maar omdat hij tubeless rijdt, met specie in de
banden, blijft het bij een beetje bijpompen. (of zou hij zelf ook al een beetje
zochte gezeten hebben). Even verder begint mijn hoofdstuk. Bij het insturen van
een smal wegeltje met fijne steentjes, maak ik een stuurfoutje en schuif
onderuit. “Van moeite”, zegt Rudy. “Dan zou ik er al veel moeten gelegen
hebben”, antwoord ik. Een 10-tal km later krijgen we een smal en hol liggend
wegeltje voorgeschoteld. Links een gracht, en rechts een maisveld. Een volgend
stuurfoutje, en ik kies voor de mais, die toch dieper staat dan gedacht. Als ik
na enige moeite terug rechtkrabbel, begin ik te vermoeden dat de kilometers
toch beginnen door te wegen. Maar als je het moeilijk hebt, kan je altijd
rekenen op je vrienden. Danny F offert zich op om nog ne keer lekt te rijden.
Na deze welgekomen pauze, haal ik vlotjes het einde. Het is zelfs Steven die
nog een speciaal maneuverke doet. Naar ik heb van horen zeggen, ging hij net
niet overkop, maar kon nog net over zijn stuur van zijne velo springen. Probeer
u dat eens voor te stellen, met een beetje fantasie moet dat lukken. Op de
terugweg naar Kalken, mogen alle remmen los en gaat de snelheid richting 40/u.
Nu rij ik vlotjes mee, maar ik zie wel andere koppekes schudden. Aan de
voetgangerstunnel aan Wetteren-statie, neemt Luc een sluipweg, en slaat zo een
bres met de rest. Als wij dan nog moeten stoppen voor t’rood, rijdt hij al de
Scheldebrug over. Hierdoor is er van een eindspurt geen sprake meer. Luc komt
wel als eerste in De Beize aan, maar wordt gediskwalificeerd wegens het
verlaten van het officiële parcours. Nog een troost voor mij. Blijkbaar ben ik
niet de enige die op den duts was vandaag. Axel ging ook 2 keer onderuit. Na
een eerste duik, sprong hij zo rap mogelijk weer op de fiets, klikte zijn
schoenen in de pedalen, maar had niet gezien dat zijn ketting eraf lag. Met als
gevolg, 2 valpartijen op 1 meter. Die was dus nog veel moeder dan ik. Ivan Rogiers
Zondag 14 augustus 2011. Elversele. Geen journalist
te bespeuren op het kerkplein zondagmorgen. Ook geen leidende figuren. Zes (6) echte
Modderfokkers om te vertrekken naar Elversele. De rest haakt af wegens te veel
regen de voorbije nacht en morgen. De mietjes. Hard rijden wel zé, maar als er
wat modder ligt en er valt wat regen, hó maar.
Genoeg gelachen. Jo en Els,
Filip Buysse, Pascal en ikzelf staan vertrekkensklaar op het kerkplein als
Stefan nog komt aangezoefd en zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken
kan steken dat hij mee moet rijden met de auto… of alleen naar Elversele
rijden. Dan toch maar liever met de auto.
Daar aangekomen nog wat
twijfels betreffende de kledij, regenvest of niet? Ikzelf kies ervoor om zonder
te rijden, hoera!, geen druppel regen meer gezien na de start.
De eerste twee kilometer
een smal weggetje (‘t schijnt dat ze dat een single track noemen), links
prikkeldraad en rechts een gracht van 1,5m diep, fietssporen van soms wel 15 cm
diep die je niet kon vermijden wegens te smalle doortocht. Els kiest ervoor om
het grootste gedeelte al lopend te doen.
Voor de rest overal
modderachtig, waarbij ikzelf in het begin zo half overkop ga. Ik ging dit hier
niet neerschrijven, maar er was 1 getuige en die ombrengen voor een
valpartijtje zou wat overdreven zijn. Filip moet even verder halt houden om
meewind in zijn band te pompen, maar kan toch de rit uitrijden zonder een
nieuwe band te moeten steken. De snelle jongens, Jo (man wat was die in goede
doen), Stefan en Pascal wachtten ons op, maar Els en Filip besluiten om samen
te blijven en niet meer te volgen. Ik wil wel volgen, heb ik ook gedaan, al
leek het veel meer op een jojo. Aan de bevoorrading zeggen Els en Filip dat ze
de 40km gaan doen, wij kiezen voor de 50km. Door de mindere bepijling, rij ik
ook nog eens verkeerd. Stefan dacht er al aan om mij als vermist op te geven
als hij mij toch ziet opduiken. Het weer wordt almaar beter en Jo is niet te
houden, hij wil er mij compleet afrijden. Toch bedankt mannen om af en toe eens
te wachten op mij! In een bekende streek, we zijn al veel in het Waasland
geweest dit jaar, toch veel nieuwe weggetjes gezien. Normaal een zandbak, nu
veel modder, maar meestal toch wel goed berijdbaar. Hier en daar een beetje
slipgevaar kon je doen belanden in een vijver, maar daar had Filip geen last
van. Els vermoedde dat hij met tracktorbanden oplag. Leuke voormiddag gehad,
vuil maar voldaan.
Aangekomen in de Beize zien
we Annemie, Carlo, Linda, Ronny en Nancy. Carla, Machteld, Luc K zijn er
blijkbaar al weg. Zij reden een knooppunten route, normaal Modderfokker
onwaardig, maar naar omstandigheden beter gefietst dan niet gefietst. Tot de
volgende. Axel Troch.
Zondag 7 augustus 2011. Smetlede – Impe – Erondegem – Oordegem. Een gedeelte van de
vergrijsde bevolking verzamelt om 8 u 30 aan de kerk. Wie zijn die grijze
mannen?: Yvan R, Mario V en ikzelf. Brakel of Bornem leek ons te ver of te
vroeg. Mario stelt voor zijn GPS nog eens te volgen, richting Oordegem. In het
begin kan ik de nieuwe wegels nog een tijdje herkennen, aangezien Mario en ik
deze rit enkele weken geleden ook al eens hadden geprobeerd. Maar het geheugen
van mijn GPS is eerder beperkt t.o.v. dat baksken van Mario. ‘k Kon vroeger
pertank goe leren, maar kostend niet onthouden. Met als gevolg dat Mario steeds
van voor moet rijden (mee of tegenwind). Maar hij doet dat voortreffelijk.
We passeren tal van wegels
die weinig of niet gebruikt worden, eventueel inspiratie voor de rit van de
modderfokkers. We gaan tot Erondegem als verste punt. De rit verloopt rustig op
B’s tempo, zonder veel verkeerd te rijden en zonder valpartijen, wel ambetant
voor een verslagsken te maken. En Yvan steekt ook niets abnormaals uit. Het
laatste stukje (van Wettershoeksken tot de Beize) neem ik mijn twee gezellen op
sleeptouw, om het stof wat uit de carburateurs te blazen. Zo komen de drie
Olympia fietsen toch met wat swoeng Kalken binnen. Kwestie van de eer van de
A’s niet te beschamen. In de Beize blijven we geruime tijd met ons drieën
zitten, enkel Nadine en dochter Sandy komen de modderfokkers versterken. Van de
verre reizigers is bij etenstijd nog niemand te zien. Rudy DC.
PS. Vanaf Wetterhoeksken
tot de Beize rijdt Rudy (let wel: Rudy DC, niet Rudy R of Rudy V, hé!) 40 per
uur, met pieken tot 44, en niet echt wind in’t gat. Van stof uit carburateurs
blazen geklapt. Help, wanneer nog eens een normale modderfokker? Mario
Maandag 15 augustus 2011. Maria Hemelvaart. Poperinge. Om 8u00 pik ik
Steven en Davy op, en tuffen we samen naar Poperinge. Om 9u15 treffen we ginder
2 “locals”, namelijk de gebroeders Mario en Karel, die al sedert zaterdag ter
plaatse zijn. Precies wat minder volk dan de voorgaande jaren, dus waren we
redelijk rap ingeschreven en konden we vlot vertrekken voor de 85 km die er
eigenlijk 89 waren zoals ze aan de start al duidelijk maakten.
We troffen verrassend
genoeg een droog parcour aan, sompig maar geen water noch modder.
Na een 15-tal km hielden de
gebroeders het voor bekeken en lieten ons drieën goe doorterten.
Op weg naar de 1°
bevoorrading, kregen we enkele hellingen op de Boeschepeberg en de Catsberg
onder de wielen. Dat was er direct goe op, stijl bergop, stenen zoveel ge maar
wilt, dus technisch maar leuk. Ook hadden we op de Catsberg de keuze tussen
“Easy” rechtdoor of “Techical” rechtsaf. Technical gekozen natuurlijk, en
onderweg 6 keren op mijnen asem getorten.
Na 23 km hadden we de
eerste, van alles voorziene bevoorrading, en hadden dan al 360 hoogtemeters
verwerkt. Mario en Karel arriveerden ook een tijdje later, en kozen daar voor
de 65 km, dus die hebben we niet meer weer gezien. Mario zag het al positief en
zei dat hij vanaf nu al 20 km voorsprong had op ons drieën. Tot ieders
verbazing waren we nog altijd droog en proper. Behalve Steven zijnen helm maar
dat was nog Achouffe-more van de dag er voor.
Te vroeg geroepen
natuurlijk, want direct na de splitsing van de 65-85 kregen we een strook
aangelegde bultjes voorgeschoteld die vol water stonden. De properteit op onze
persoon was er daar redelijk rap af. Met dank aan die bulten weet ik weer dat
er nen punt aan een fietszadel staat en dat ik een rechter-teelbal heb. Het één
en het ander werd naar boven gekatapulteerd, wat me verplichtte het komende uur
enkele keren goed te slikken zodat alles weer op zijn daarvoor voorziene plaats
zakte. Tot aan de tweede bevoorrading was het vrij plat en weinig
aantrekkelijk, vergeleken met het eerste deel van de rit.
Na de tweede bevoorrading
kregen we een tweede maal de Catsberg, de Zwarteberg en de Baneberg er als
cadeau bovenop. Ergens tussen die bergen kregen we een prachtige en technische
singletrack in het Bois de la Garonne. Niet extreem steil maar wel vrij lang.
Meteen hadden we in totaal
960 hoogtemeters op ons schermken staan. De fut was er dus voor een héél groot
stuk uit.
Tijdens een snelle afdaling
op weg naar de derde bevoorrading kon Steven het niet laten een wesp voorbij te
steken, en die kon het op haar beurt niet laten om hem te steken, zuust onder
zijn oog. Amai den dienen heeft afgezien, en het heeft een tijdje geduurd eer
we weer konden verder rijden.
Onderweg naar de derde
bevoorrading hadden we nog eens de keuze tussen “easy” en “technical”. Steven
koos voor “easy” omwille van zijn dik wezen, ik omwille van mijn dikke benen en
omwille van Davy zijnen dikke nek koos hij toch nog voor “technical”.
Hij bleef verdacht lang weg
wat ons al iets deed vermoeden: op zijnen bek natuurlijk. Dat was nog de
grootste teleurstelling van de dag, we hadden zijn tuimeling niet gezien.
We waren dan redelijk rap
aan de laatste bevoorrading, waar ze Steven echter niet konden verzorgen. Van
daar was het nog 11 km naar de meet, wat wij hebben afgesneden tot 7 km om zo
rap mogelijk bij het Rode Kruis te geraken. Daar hebben ze Steven zijn wezen
verzorgd en naar het schijnt is nu al alles weer OK.
Al bij al ne zeer mooie,
maar ook zeer zware rit, 85 km, 960 hoogtemeters: we hebben nog ne keer kunnen
mountainbiken ipv in het veld crossen.
Geert Schepens.
Vlnr: Mario, Karel, Davy, Steven, Geert
Zondag 4 september 2011. Scheve Villa, Berlare. Nu iedereen zich
geroepen voelt om verslag te geven, wat we alleen maar kunnen toejuichen, wordt
het tijd dat de ouwe verslaggever eens een verslag terug geeft, euh, terug
verslag geeft, zeker nu er zich tijdens de rit van de Scheve Villa een
historische gebeurtenis heeft voorgedaan.
De hele nacht weeral
gegoten, dus dat belooft, maar Modderfokkers laten dat niet aan hun hartje
komen, want Ivan R. telt 29 man en vrouw aan de Scheve Villa, startplaats voor
de rit van de Chiro van Berlare. Voor ik het weet, ben ik mee met de aakes en moet
na een km of 8 de rol lossen. Even later krijg ik zelfs een klop van de hamer
en moet ik stoppen om iets te eten en het is maar dankzij een banaan van Karel
dat ik me kan redden. We kunnen nog net aanpikken als even later de beekes
passeren. Gelukkig. Anders zie ik ze al denken: pfoeh, dat rijdt nog eens mee
en dat denkt al meteen dat hij met de aakes meekan en kijk zie, al subiet een
klop van de hamer. Die Mario kan zichzelf nogal eens overschatten, de blaas.
Ja, de mensen kunnen wreed zijn. Maar allez, ze denken dat toch niet te lang
omdat Karel en ik even later ons op kop zetten om onze maten uit de wind te
zetten. De eerste helft van de rit kan als volgt beschreven worden: hoe rijg ik
zoveel mogelijk wegeltjes op een zakdoek grootte aan mekaar zonder dat ze
mekaar kruisen. Ik denk dat we een keer of 4, om de 10 minuten, door Uitbergen
passeren. En plassen, plassen, plassen. (Ik bedoel het zelfstandig naamwoord,
niet het werkwoord!). Even later rijden we de aakes in verspreide slagorde
voorbij. Eer de eerste aakes gesnapt hadden dat de laatste een platte band had,
waren ze al een paar km verder. Zo rijden de beekes voorop. Het staat trouwens
voorspeld in de Bijbel: ‘De beekes zullen de aakes zijn.’*
Van regen blijven we
grotendeels gespaard, maar de kasseien van de Koningsstraat tussen Overmere en
Uitbergen liggen er natuurlijk gevaarlijk glad bij. Ik heb van Rudy R. geleerd
dat ge daar zo rap mogelijk moet overrijden. Drie voordelen: ge foelt ze minder,
ge valt minder rap, en vooral: ze zijn rapst achter de rug. Groot nadeel: als
ge dan toch wel valt, dan doet het meer zeer, want zo een kassei, dat geeft nu
eens geen beetje mee, hé. Net als ik, op kop, de registers heeltegans wil
opentrekken voor de laatste honderd meters kassei (volgens welingelichte
bronnen reden we toen 37), geroep en getier. Een valpartij. Dirk H. is onderuit
gegaan, en Rudy DC moet daardoor in de remmen, maar valt dan natuurlijk ook.
Dirk mag direct naar huis: velo en vent met serieus blessures. Gelukkig is het
niet ver. Rudy DC, zelf toch ook een blok beton, denkt nog te kunnen rijden,
maar even verder wordt het duidelijk dat de ribben niet meer meewillen.
Ondertussen zijn door ons
oponthoud de aakes weer komen aansluiten, maar even verder zitten Karel en ik
met een paar straffe mannen voorop in de meersen: Bart Van Hecke en Geoffrey
Maes. Ter info: Bart zijn mama en papa reden ook mee – maar dan wat meer naar
achteren. Vraag me niet hoe wij daar zo plots voorop zaten. Waren de anderen
blijven hangen bij Rudy DC, in een plotse opwelling van solidaritititeit? Als
we, uit de meersen komende, rechts afslaan naar achter de zoutfabriek, is de
rest nog steeds niet te zien. Als we in de Uitbergse straat komen, zien we
echter de hele bende modderfokkers (a’s en b’s samen) voor ons uitrijden,
richting Kalken. Zij hebben dat onnozel omwegje achter de zoutfabriek niet
gedaan. Groot gelijk eigenlijk, want dat spel is veel te smal en met mijn
beperkte rijkunsten ben ik dan ook efkes in de haag blijven hangen.
Zo rijdt de hele bende weer
samen tot aan de 2° bevoorrading. Het laatste stuk voor de bevoorrading is via
de blauwe steen naar de scheldedijk aan de Aard. Door de voorbije regen en door
de werken aldaar, ligt het behoorlijk smerig. Als we smerigheid graderen op een
schaal van 0 (heel proper) tot 5 (super-smerig), dan gaat een score van 7 en
een half er niet ver naast zijn. En daar gebeurt het dan, aan de bevoorrading:
het historische feit waarvan hierboven sprake, nog nooit gebeurd in de
12-jarige carrière van de modderfokkers. Het begint bij Jan W die Dirk DB
opstookt om aan Rudy V voor te stellen dat we ermee ophouden. Rudy V valt eerst
uit de lucht, maar dan, ja, dan zegt hij: ‘Eigenlijk zijn we onze boel aan het
kapot rijden.’ En dan zegt ook Rudy R, yes himself, dat hij het ook zowat gehad
heeft. En dan gebeurt het. Ge gelooft het niet. Wat ga ik nog allemaal in mijn
jonge leven moeten meemaken!? Collectieve opgave van de Modderfokkers. Reden:
te veel modder!
Karel en ik zien dat
anders, voor die ene keer dat we dan meerijden zeg, voor die ene keer dat ik
uit mijn bed geraakt ben, en er staat nog maar 42 km op de teller, en het is
nog niet eens 11 uren, en vuiler kunnen we toch al niet meer worden, en de beentjes
zijn goed – wonder boven wonder na de vroege appelflauwte. We besluiten nog
tenminste een half uurtje verder te rijden, maar rijden uiteindelijk toch de
rit helemaal uit. Slechts nog efkes wat modder en dan komen de schoonste
stukjes nog, over het gras van de Paardenweiden, op en af de dijken aldaar,
over een houten spel, door de Zandbergen, op en af het privé-stukje dat elk
jaar alleen voor deze rit open gaat en waar ik voor de eerste keer in mijn
carrière bovenraak. Alles nog wat technischer door de glattigheid.
Na 1 Duvel aan de Scheve
Villa – het achtste wereldwonder, ge moet daar echt eens binnen gaan - komen
daar ook nog Pascal L en Axel T aan. Die waren wat achtergebleven om Rudy DC te
ondersteunen en hadden zo de zeer ernstige feiten die zich een uur eerder op de
dag hadden voorgedaan, gemist. Ook zij geloven hun oren niet. Mario
(ja, ondertussen toch al
een beetje bekomen van de shock, het lukt wel, weest maar niet ongerust over
mij).
* De laatsten zullen de
eersten zijn.
Zondag 11 september 2011. Grembergen. Ja, het is gelukt. Uit mijn
bed raken om 7 uur op zondagmorgen. Als ik mijn tubeless, die al een paar weken
lost, bijpomp, begint die plots helemaal te lossen. Ai, ai. Ik ga met mijn ouwe
velo moeten rijden. Als ik op de kasseikes van de Steenbeekstraat controleer of
mijn drinkbus goed vast zit, zie ik geen drinkbus. Ze zit nog in mijn nieuwe
velo. Terug naar af. Wat gaat dat hier worden vandaag? Aan de kerk zijn we
slechts met 8 man. Vier rijden naar St. Martens Bodegem met de auto: Geert
Schepens, Thomas Bisschop, Roste Senna en één van de Poolman Brothers, maar
niemand weet ooit of het Davy of Danny is. De andere 4 zijn Ivan Rogiers,
Patrick Roels, Frank Van De Steen en den dezen. E o ja, Rudy Rogiers komt ook
nog. Als ge maar lang genoeg wacht. In Overmere pikken we Pascal Lippens op,
zodat we met zijn zessen de 16 km of 18 km (naargelang de bron) naar Grembergen
afwerken. Zonder veel problemen, een goeie opwarmer.
De toer zelf. Ze kennen bij
de inschrijving Rudy nog, van ietske dat hij is tegengekomen aldaar, 2 jaar
geleden. Eerst nog veel asfalt, maar in de wegels gaat het meteen vooruit. Door
de snelheid en het drummen word ik gedwongen door een plas te vlammen, waarop
Frank roept: ‘Zeg, vetzakske, het is niet omdat gij met een oud krot rijdt dat
ge mijn duur machien ook moet vuil maken hé.’ Er ontspant zich een hoogstaande
conversatie, en door het geroep om boven het lawaai van wind en fietsen uit te
komen, en doordat ik achter me kijk om mijn hooggeachte collega Van der Steen
van wederwoord te dienen, zie en hoor ik niet dat het plots naar links is.
Vlam, tegen Ivan R. zijn achterwiel en daar schuif ik enkele meters door modder
en steentjes. De Olympia blijft recht, de Giacomelli ligt tegen de vlakte.
Gelukkig van mijn helm. Knie en elleboog vol bloed, en pieken dat dat doet. Ik
had het van in het begin kunnen peinzen dat het mijn dagje niet ging worden! We
besluiten bij meerderheid van stemmen dat ik toch maar verder moet rijden.
Eigenlijk zit er nog veel origineels in het parkoers dat gebaseerd is op de MTB
routes van Waasmunster en Hamme.
Op een bepaald ogenblik zie
ik een eind voor mij er eentje omverklikken, in een groooote plas. Het is een
modderfokker potverdorie, en ja het is Ivan, die aan het zwemmen is. Een nieuwe
discipline? Nee, hij probeert gewoon de rand van de plas te bereiken om weer
bij zijn velo te geraken. Aan de bevoorrading, vertrek ik rap rap, want als ge
zo stil staat, voelt ge goed dat ge gevallen zijt en beginnen knie en elleboog
te verstijven. Als de andere 5 me na 5 minuten weer te stekken hebben, is het
net een technisch stukje. Bij mij gaat dat dan als volgt: ‘Oeioei, hoe ga ik
hier rechtblijven? Amai, die eerste meters ben ik al rechtgebleven. Ja, ik ben
nog altijd recht. Joepie! Helemaal rechtgebleven.’ Maar achter mij hoor ik een
Husseveldse vloek en een duidelijke Rogiers-stem? Rudy? Daar hoop je toch
altijd op als je verslag schrijft. Nee, het is Ivan maar. Maar allez, twee
valpartijen van Ivan in één verslag, daar kikvorst een mens toch ook van op.
Dan is het ver gedaan met
de leute. Ik raak wat achter, en op een bepaald moment is het parkoers slecht
aangeduid en ben ik het kwijt. Ik rij dan maar alleen terug, van tegen
Moerzeke: 25 km windop. Lang geleden dat ik er zo zwaar door heb gezeten. Wat is
mountainbike toch een toffe zondagmorgensport, geknipt voor 50-plussers.
Ivan is blij om achteraf
nog een belangrijk nieuwsfeit te melden. Ik heb het dan wel gemist, maar het is
dan toch gebeurd en het zal in het verslag staan! Want zelfs Rudy deed nog een
knieval. Toen hij te voet naar beneden stapte op een pallet die over een
gracht lag, gleed hij uit en lag bijna op zijn gat.
Mario, met assistentie van Ivan voor het belangrijkste feit van de dag.
Zondag 18 september 2011. Kermisritje. Bij aankomst voor
de jaarlijkse afspraak aan de autoscooters waan ik mij een beetje Rrrrohny
King, je weet wel, een van de vele typetjes van Chris Van Den Durpel, want,
ALLEEEEEEN, IK STOND DAAR ZO ALLEEN. Gelukkig krijg ik even later het
gezelschap van Frank Van de Steen en Dirk Hanselaer. Het is ondertussen zo’n 5
na 9, en ik zeg dat we niet te veel volk meer hoeven te verwachten, misschien
enkel nog Rudy Rogiers, want het is nu zo ongeveer zijn uur. Mijn woorden zijn
nog niet koud als hij het kerkplein oprijdt. Slechts met z’n vieren voor een
traditioneel kermisritje, al zijn er wel nog een paar afvalligen op
verplaatsing. En dan zegt Dirk nog dat hij het niet ziet zitten om met de zware
mannen mee te rijden (tiens, hoor ik daar ook al bij ?). Rudy wil graag eens
gaan kijken hoe de werken voor het plaatsen van de windmolens vorderen, en
stelt voor om ons beginritje richting Heiende, Lokeren, Heikant, Berlare,
Uitbergen en Schellebelle, kortom DEN OERTOER nog eens te rijden. Tradities
zijn er tenslotte om in ere te houden. Als we aan de funderingswerken passeren,
besluiten we een nader kijkje te nemen, en rijden we tot aan de voeten van de
molens. Een serieuze massa beton moet er voor zorgen dat alles rechtop blijft staan,
mijne wijnkelder is er maar klein bier bij.
De gratiebossen liggen er
al bij al nog vrij goed bij, en door het feit dat Rudy en Frank een rustig
ritje in gedachten hebben, lukt het bij mij ook vrij goed. Wanneer we het veld
uitkomen en de weg opdraaien richting Schellebelle-Aard, merkt Rudy op, dat er
in het begin van onze MTB-toerkes, er hier al een paar stikkapot zaten, ook al
lag het gemiddelde dan op zo’n 18 per uur. We ronden ons ritje af, en genieten
van een kermis-aperitiefke in De Beize. Even later krijgen we nog het
gezelschap van Eddy Troch, die op zijn eentje ging toeren, nog wat later
gevolgd door Danny Fack die ook ging rijden met al zijn vrienden!!!!!. Ivan.
Zondag 25 september 2011. Wieze
wieze wieze wies bom bom
Met een hele bende mannen & vrouwen naar
ginder. Ik weet niet wie allemaal maar dat zal je in Yvan’s verslag wel lezen
veronderstel ik. De ritbeschrijving beloofde ons 900 hm op de 65 km.
Na de splitsing 50-65 schoten we nog met zeven 65 km-rijders over. Jan, Frank
VDS, Rudy, Dany F, Davy, Rony en ik.
Het was ne schonen lastige rit maar ik ga mij hier speciaal richten aan Dany
Fack.
Besten Dany,
Als ge ne keer op den achterkant van uw koerstruitjes kijkt, dan staat er daar
op : mountainbikeclub. (maantenbaikklup)
Wat zegt het woordenboek daar over;
Mountain (telbaar zelfstandig naamwoord) berg /heuvel /hoop
bike [baik] (telbaar zelfstandig naamwoord)
(informeel) Fiets / club (verzamelnaam) sociëteit, vereniging
Dus samengevat ben je lid EN bestuurslid van een vereniging die met de fiets in
de bergen en heuvels rijdt.
Concreet wil dit zeggen dat ge bij nen steilen bergop niet uwen eersten boven
rijdt, dan onderweg stopt, Davy doet afstappen en mij laat vallen zodat niemand
meer boven geraakt.
Ge zegt zeker niet dat het te voet rapper gaan dan mee den vélo, dat is ons
bedoeling niet Dany, wij rijden liever dan te wandelen.
Nog wat verklarende taal;
Bocht : de bocht, de bochten
buiging in een verkeersader, buis e.d. Als je dus een buiging in een
verkeersader tegen komt Dany, dan neem je die buiging van buiten naar binnen
gelijk iedereen het zou doen. Niet van buiten naar buiten zoals gij het doet,
grote mensen zoals Rudy en liefhebbers van de sport zoals ik, hinderen zodat
die ook moeten afstappen.
Nog een laatste stukje verklarende taal.
Gracht : Bij nader inzien onnodig te verklaren want dat heb je onder de baan
zelf leren kennen dank zij een verzamelde toepassing van al uw
MTB-vaardigheden, zie foto’s hier onder.
Geert Schepens
Veel hoef ik aan het verslag van Geert niet toe te
voegen wegens het feit dat ik aan de bevoorrading kies voor de 50 i.p.v. de 65
km, en dat ik kort na de splitsing een pijltje niet gezien heb en hoe hard
Mario, Karel en Jurgen ook zaten te roepen, ik gewoon rechtdoor reed. Maar het
kan nog straffer! Na de rit krijgen we de gelegenheid een tijdritje van zo’n anderhalve Km te
rijden. Voor de 1e en 2e plaats is er een reiskoffer te winnen. Ondanks de
aanmoedigingen van onze dames, zijn er geen Modderfokkers die zich geroepen
voelen. Ik besluit dan zelf maar het goede voorbeeld te geven, en zet tot mijn
eigen verbazing, een volgens de inrichters knappe 5e tijd neer. Als ik al in de
buurt van de toptijden kom, moet het voor de straffe mannen klein bier zijn om
het podium volledig in te palmen. Davy is de volgende die het probeert, met een
3e tijd als resultaat, net buiten de prijzen. Vervolgens is het de beurt aan
Geert. Hij neemt een blits-start, maar aan het keerpunt rijdt hij gewoon
rechtdoor i.p.v. terug te keren voor een bijna zekere eerste plaats. Verkeerd
rijden op een single-track van 1.5Km, dat is nog wat anders dan mijn
vergissing. De inrichters zijn zo danig onder de indruk van zoveel domheid, dat
ze Geert nog een tweede kans geven, maar die kans draait Geert vakkundig de nek
om door in de laatste bocht te vallen. Hoe hard we ook aandringen, de rest
houdt het voor bekeken, dus gaan de koffers niet mee richting Kalken. Toch een
beetje schrik om af te gaan???????? Ivan
Rogiers
Nawoord Mario. Beste Geert:
Keerpunt: punt om om te keren!
Zondag 23 oktober 2011. Plaatselijk revalidatietoerken. Hoog tijd da’k nog
ne keer een verslagske schrijf, want diene blog van De Modderfokkers begint zo
stillekesaan op De Grote Frank Vandesteene-show te lijken. Pas op, geene
slechte gast op zijn eigen hé, maar een beetje afwisseling kan toch geen kwaad.
Rudy nodigt uit voor een ritje in Beveren, vertrek met de wagen om 8 uur. Den
andere Rudy wil na zijne duik tijdens de rit van De Scheve Villa in Berlare de
ribben eens testen met een eerste off-road ritje, en stelt voor ne keer te gaan
kijken of hij zijnen bos aan de Sidmar nog kan vinden, vertrek om 8u30. Een
half uurke langer langer slapen, dus mijn keuze is snel gemaakt. Terwijl ik mij
op mijn gemakske sta klaar te maken, zie ik Rudy DC al passeren. Hij heeft er
duidelijk zin in, en wil zoals gewoonlijk als eerste aan de kerk arriveren. Als
eerste aankomen hoeft niet echt voor mij, maar de rest laten wachten doe ik ook
niet graag, dus schakel ik toch maar een versnellingske hoger en vertrek een
tiental minuutjes later. Halfweg de Schriekstraat zie ik Rudy al terug
huiswaarts rijden. Als ik hem vraag waar de rest is, zegt hij dat hij nog rap
nen nieuwe band gaat steken, want dat hij aan’t plat vallen is, en dat Jo R nog
op ’t kerkplein staat. Als ik, 3 minuutjes na half negen aankom, zijn ook Jan W
en Dirk H al aanwezig. Even later komt ook Luc K nog aangereden. Volgens hem
net op tijd, zij het dan wel op Kalkens uur. Zoals zo vaak zijn het diegene die
van dichtst komen, die langst op zich laten wachten. We vertrekken richting
Hussevelde om onze pechvogel van de dag te gaan oppikken, en als we aankomen
aan huize De Clercq, is Rudy nog altijd druk bezig met de herstelling van zijn
band. Hij had ondertussen ook nog het gezelschap gekregen van buur en
naamgenoot Eddy DC, en was bij het verlaten van zijn erf een tweede keer lek
gereden. Na het herstellen van zijn 2e lekke band kunnen we eindelijk
vertrekken. We vertrekken dus richting Wachtebeke, maar zijn nog maar ter
hoogte van Zaffelare, als Rudy er in slaagt een 3e keer plat te rijden. Al zijn
reservebanden zijn opgebruikt, maar ik kan hem nog depanneren met een
zelfklevend rustieneken, zo eentje dat zonder sallusse ook op den band kleeft.
Zelfs in het banden stoppen staat de vooruitgang niet stil. Ondanks alle pech,
raken we toch nog in den bos, en gelukkig er ook weer uit. Halfweg de
Bontickstraat is het Jan W die op een leeglopende achterband zit. Een beetje
lucht bijsteken is voldoende om het tot aan De Beize uit te houden, waardoor we
het totaal op 3 en een halve platte band kunnen houden (De platte benen van Dirk
niet meegeteld). Ivan Rogiers.
Beste Ivan, mag ik er u op
wijzen dat ge op 3 zinnen van het einde van uw verslag nog altijd niet
vertrokken waart. Misschien in het vervolg proberen uw verslag wat
evenwichtiger in te delen? Bijvoorbeeld, meer bos en minder platte banden. Mario
Zondag 13 november 2011. Sombeke. Vorige vrijdag waren we nog
met meer dan 30 voor het 11 november-ritje van het ‘Tonneke in Wetteren.
Vandaag ‘slechts’ 11 liefhebbers voor een ritje met den velo naar Sombeke. Rudy
R, Rudy V, Frank Vds, Luk K, Stefaan I, Geert S, Jan W, Cedric L, Bart VH, Dirk
DB en ikzelf. De heenreis van toch zo’n 20 km verloopt vrij rustig waardoor we
onbezweet ter bestemming aankomen, al kan de kille ochtendnevel hier ook voor
iets tussenzitten. Als iedereen ingeschreven is kunnen we aan onze tocht van 48
km beginnen, zij het nu aan een iets intensiever tempo. Na een 10-tal minuutjes
rijden, krijgen we de keuze: Moeilijk-gevaarlijk stuk of makkelijk, je mag 3
keer raden. Een smal wegeltje met links piekdraad, en rechts een smal beekje
van zo’n halve meter breed, maar wel zéker 2 meter diep. Wie daar insukkelt,
heeft best een ladderke bij. Spijtig (gelukkig) worden we opgehouden door een
voorligger die de passage wél moeilijk vind, en komen we heelhuids terug de weg
op. Het zou nochtans nen schone foto geweest zijn als Danny erbij was geweest.
We blijven zo lang mogelijk samen, maar na een tijdje begint de bende toch te
verbrokkelen. Een groepje voor, een ander groepje achter, en een paar
enkelingen er tussenin. Even later, Luk heeft er ondertussen al een duikske
opzitten, troepen we weer samen door een lekke band van Stefaan. Volgens mij,
het beste wat ons op dit moment kon overkomen. Rudy V heeft echter last van
pijnlijke knieën, en zegt dat hij al verder rijdt, kwestie van in beweging te
blijven. Altijd al geweten dat je iemand in nood niet alleen mag laten, dus
offeren Geert en ik ons op om hem bij te staan. De laatste 15 km van de rit, de
rappe mannen zijn ons ondertussen al opnieuw voorbijgevlogen, en Rudy is wegens
aanhoudende pijn op terugweg naar huis, is bij mij het vat ook serieus af. Ik
denk eraan om via Hamme, de kortste weg naar huis te nemen, maar Geert, den
loebas, overhaalt mij om toch door te zetten, het is tenslotte niet zover meer.
Maar als ge kapot zit, is nie ver toch nog veel te ver, en ik zit dan ook ferm
op mijn tandvlees als we de aankomst bereiken. Na een vijftal minuutjes op adem
komen, zeg ik aan de anderen dat ze mij nu op ’t gemakske naar huis mogen
duwen. Gelukkig vind ik mijnen derden asem, en bol ik vrij vlot mee met de
bende, ook al zakt de snelheid niet onder de 35 km/u. Zo ongeveer halfweg, ter
hoogte van Zele kan ik ondertussen al weer een beetje praten, en vraag ik aan
Bart en Frank die op kop rijden, of ik ne keer nie moe overpakken? En lap, in
één keer, 3-4 km/u erbij. Ik moet toch ne keer beginnen nadenken als ik iets
zeg. Ik blijf mij echter vastbijten in het wiel voor mij, en haal moe maar
voldaan??? de aankomst. Ik bedank iedereen die mij een duwtje in de rug gaf om
zover te raken, waarop Frank zegt, er heeft u toch niemand geduwd? (Zouden ze
nu de hint begrepen hebben?). In De Beize worden we opgewacht door Dirk H,
Pascal L, en Guy R, die een plaatselijk toerke reden, en even later vergezeld
door Annemie, Nadine, Ann, Tom en Ronny die met de wagen naar Sombeke gereden
waren. Ivan Rogiers.
Zondag 25 december
2011. Plaatselijk Kerstritje.
Wie denkt dat er nu werkelijk niemand op het appél
was voor het Kerstritje, zat er toch een beetje naast. Akkoord, de “echte Modderfokkers” zoals ons Frankske
waren er niet bij, er was nochtans moore genoeg, maar toch 4 kandidaten: Axel
T, Mario VE, Rudy R, en ikke. Zoals je ziet, een echt Olympia-ritje. Ondanks de
vele regen van de afgelopen dagen kiezen we toch voor een ritje richting Serskamp,
Papegem en dergelijke. Rudy wil de nieuwe wegeltjes van Mario ook wel eens gaan
verkennen. We vertrekken richting Boombos, en aan het gewezen zoutfabriek
probeer ik nog rechtdoor richting landbouwsas te gaan, maar word algauw
teruggefloten om toch rechtsaf de Kalkense Meersen in te rijden. Tot groot
jolijt van allen, kunnen we al meteen beginnen ploeteren, al valt het al bij al
nog redelijk mee. Slechts één plasje, al was het er wel eentje van een paar
honderd meter lang. Tot in Schellebelle rijden we nog over bekende wegen, maar
daarna zitten er toch enkele wegeltjes bij die we nog nooit gezien hebben. Als
is “wegeltjes” een groot woord,
want als hier ooit een vélo gepasseerd is, zal het er wel een geweest zijn met
houten zanten. Het ligt er hoe dan ook behoorlijk zwaar bij, en telkens als ik
naar Axel kijk moet ik aan K-3 denken, want hij ziet echt “ alle kleuren van
de regenboog “. Maar Axel is een
bijterke en blijft dus moedig aanklampen. Ergens halfweg de rit, beginnen we
aan een zware modderstrook, en na een tijdje zegt Mario dat we hem straks wel
zullen verwensen, want het slechtste stuk moet nog komen. En inderdaad, even
verder kunnen we kiezen tussen modder tot aan de enkels en plassen tot net
onder de knieën. Vraag me niet hoe het komt, maar op een of andere manier kan
ik toch het spoor van Rudy volgen en al ploeterend op de fiets blijven tot het
ergste gepasseerd is. Als we terug samen komen en vertrekken voor het laatste
stukske miserie, steek ik mijn pompke ondersteboven in mijn mond, en zeg dat we
van hieraf verder snorkelen. Als we uiteindelijk weer vaste grond onder de
voeten krijgen, stelt Rudy voor om stillekesaan af te ronden, omdat hij tijdig
terug thuis moet zijn wegens een Kerstetentje met de familie. Omdat ik zelf ook
nog achter het fornuis mag, heb ik geen problemen met Rudy’s beslissing. Axel
moet niet meer koken want is nu al zochte, en Mario moet maar zien dat hij mee
wil. Wegens het iets latere vertrekuur, het zware parcours, en andere
verplichtingen, zat een aperitiefke in De Beize er niet meer in, maar het was
ons ten slotte toch om het fietstochtje te doen. Aan alle Modderfokkers die er
niet bijwaren, een Zaaaaalig Kerstfeest. En aan u ook hé Frankske.
Ivan Rogiers.
Zondag
7 januari 2012. Plaatselijke rit, ook wegens onze jaarlijkse receptie
achteraf.
We verzamelen met 10 aan de
kerk. Jan W, Geert S, Stefaan I, Luc K, Kenneth die ook nog 3 nieuwe gezichten,
voor mij althans, heeft meegebracht, o.a ene Timmy.
Eén van de weinige keren dat
Rudy R forfait geeft, en ik mag kiezen waar naartoe te rijden. Als ik mag
kiezen en met al de modder die er nu te vinden is, ja je raadt het al, den bos
aan Sidmar.
Bij de start proberen we toch
het Drapstraatje, niet zo evident met de werkzaamheden van de nieuwe industrie
of KMO zone. Om terug op het vertrouwde wegeltje te komen moeten we over een
diepe zeppe. Ik probeer voorzichtig met mijn voorwiel, maar dat zakt er direct
voor den helft in, ook mijn linker voet raakt vast in het drijfzand. En tan, ge
kunt ne meer veur of achteruit. Met wat hulp van de anderen kom ik er toch
terug uit. Nog een geluk of kstonne doir nog. En dan langs de vertrouwde wegels
en slagen naar Wachtebeke, het domein is afgesloten, misschien wel best want
het zou daar niet zo goed geweest zijn. Tes precies of we zijme schou van de
more. We proberen de ganse groep wat vertier op maat te geven, maar voor de
twee nieuwe waarvan ik zelfs de naam niet ken, gaat het allemaal wat te rap en
zij haken af. Sorry mannen, maar met een beetje oefenen komt het wel goed.
Als het tegenwind is (bijna de
ganse heenrit) hoor ik eigenlijk geen protest dak voorop rij.
Op het stuk voor de Moervaart
rijdt Dirk naast mij, dan gaat het altijd wat rapper en het wordt heel stil in
het busje. Dirk zijn hartslagmeter geeft dan ook 176 aan. Net over de oude
treinroute houden we even halt om de regenvestjes uit te doen, of peisde dant
niet geregend hé?
In de beruchte bos valt het goed
mee wat de modder betreft. Juist enkele omgewaaide bomen. Toch laten we een
stukje dat nogal vlug onder water staat opzij liggen.
Kort na den bos passeren we een
tent waar een buurtreceptie plaats vindt. Het is Geert die reageert op de
uitnodiging van de plaatselijke vedetten om enen te drinken. We nuttigen er
twee jeneverkens aan democratische prijzen. Toch wil ik de sponsors Geert en
Jan bedanken, die de braspartij betaalden.
De jenever werkt en Jan, Dirk,
Stefaan en Geert gaan wild te keer in het kleine bosje. De druppels werken ook
op het geheugen: waar we misschien al 10 keer rechts afsloegen, gaat Geert
links (het kan ook een manier zijn om van de kop af te komen).
Naar de zwemkom toe rijden Dirk
en Jan op kop. Aja, ‘t is meewind, zegt Dirk. Na enkele km (doortrekken) zijn
de druppels dan toch uitgewerkt, en laten ze zich zakken. Wat dacht ge:
tegenwind, en wie komt er op kop….het duurt niet lang of we kunnen ook profiteren
van de wind in de rug. Vergezeld door Luc rijden we nen goeie tert aan. Na
enige tijd moeten we de cruisecontrole wat lager instellen want onze twee
baanspecialisten Kenneth en Timmy hebben te veel kracht verspeeld in het bos.
Aan de brug aan de autostrade
valt de meute uit elkaar. Dirk en Geert gaan richting Brugstraat, ik ben thuis
en Kennth en Timmy blijven achter. Kenneth bezorgt zijn vriend nog de laatste
sacramenten, want bij Timmy is het bobijntje volledig op en de rit is
afgelopen.
Vlug een douchken en de
nieuwjaarsreceptie bij Axel kan beginnen. Er is geen gebrek aan volk, hapjes en
drank zelfs nen serieuzen speech van de voorzitter.
Het nieuwe fietsjaar kan
beginnen. Rudy Declerck.
Zondag 5 februari
2012. Plaatselijk.
Eindelijk nog eens een echt winterritje, al valt de
temperatuur nog redelijk mee. “Slechts” -6.5 °C, toch zo’n kleine 10 graden warmer (minder koud) dan
gisteren, want dan klokte mijn thermometerke af op –15.7 °C. Het laagje
sneeuw van vrijdagavond is dan ook nog niet verdwenen, dus kunnen we op
slipstage. Ik sta net klaar om te vertrekken naar het kerkplein als ik een
SMS-ken krijg van grote broer dat wegens weersomstandigheden, de geplande rit
naar Hamme Zochte, vervangen wordt door een plaatselijk ritje, vertrek om 9 u.
Een half uur te vroeg klaar dus. Ik besluit toch maar ineens te vertrekken,
misschien zijn er nog een paar die het berichtje aan beetje laat ontvangen
hebben, en het duurt toch een klein half uurke om alles terug uit, en dan
opnieuw aan te spelen. Blijkbaar was de rest wel goed geïnformeerd, want er
staat nog niemand te wachten in de maagdelijke sneeuw. Dan maar terug naar huis
om toch maar mijn spatbordje te monteren, en weer naar Kalkendorp. Nu wel in
gezelschap van Steven DM, Jan W en Tom VDB. Even later komen Frank VDS, Dirk H,
Rudy V, Cedric L en Rudy R aangegleden, en kunnen we met z’n negenen van
start. We rijden een licht aangepaste versie van onze rit Heiende-Gratiebossen.
Rudy heeft blijkbaar een soort van sneeuw-detector, want daar waar het kan,
loodst hij ons langs niet-bestrooide wegen, kwestie van zijn spijkerbanden eens
goed te kunnen testen. Den andere Rudy heeft er ook zo een paar (boys and their
toys), en wij, sukkelaars, moeten het met gewone bandekes stellen, zelfs geen
sneeuwkettingen. Toch houden wij ons goed rechtop, zelfs wanneer we ergens in
de Gratiebossen in Berlare er een alternatief stukske bijnemen over een
dichtgevroren vijver. Net als we beginnen geloven dat ondanks de gladde wegen
niemand zal vallen, valt JanW… plat. Eens de band hersteld, rijden we verder via
de Scheve Villa richting Overmere-donk. Er zijn blijkbaar nog mannen met
plannen. Na een volgend oponthoud door een lekke band van Steven, rijden we
over het brugje richting Eendenkooi. Na een licht aarzeling gaan we toch een
voor een het ijs op, de een al wat geruster dan de andere. Ergens halfweg onze
ijsrit komen we Luk K tegen. Weliswaar zonder velo, maar met een paar schaatsen
onder de voeten. Ook een manier om niet plat te vallen. Bij het verlaten van
het ijs ter hoogte van de festivalhall, botsen we toevallig op een druppelkot
waar we getrakteerd worden op een aperitiefke. We verzamelen nog even op den
Donk voor de verplichtte groepsfoto, waar Jan erin slaagt alsnog te vallen
(niet plat deze keer, maar op zijn … ). Mocht het zijn dat Rudy V en Tom VDB
niet op de foto staan, komt dit doordat ze na een licht krakje van het ijs al
richting oever gespurt waren. Ivan
Rogiers
Zondag 12 februari
2012. Plaatselijk Donkritje.
Na het eerste winterritje van vorige week, krijgen
degene die er niet bijwaren een tweede kans. De thermometer is de ganse week
niet boven het vriespunt gekomen, en blijft als ik opsta steken op 12 graden
onder nul. Berekoud dus, maar voor wie bang is van een beetje kou is er een
goed trucje. Zet de aflezing op Fahrenheit i.p.v. Celcius, en je komt op een
goeie 10° boven nul. Veel
beter. Zonder povers komen toch 14 deelnemers opdagen voor een plaatselijk
ijsritje: Rudy R, Rudy V, Dirk DB, Frank VDS, Jo R, Thomas B, Davy P, Geert S,
Cedric L, Steven DM, zelfs Luc K heeft de schaatsen ingeruild voor de fiets, en
Hans S is er na lange tijd ook nog eens bij. Ikzelf sluit het rijtje
Modderfokkers af, en er is ook nog een gastrijder, Filip. Rudy is al een paar keer
gaan verkennen, dus we mogen ons aan ’t een en ’t ander verwachten. Richting Drabstraatje
worden we gewaarschuwd voor een “rotsachtig parcours” op de hardgevroren
modder. Om de grootste bonken te ontwijken, rijdt Rudy plots gewoon de beek op.
Even schrikken, maar het bolt precies stukken beter, dus volgt iedereen zijn
voorbeeld, de een al wat geruster dan de ander. We rijden-glijden verder via de
Zauwwegel richting Bontinckstraat, waar we slalommen tussen de windmolens
richting industriepark in Lokeren. Daar ligt nog ergens een grote plas die pas
dichtgevroren is na de sneeuwval, en die er dus als een spiegel bijligt. Daar
aangekomen rijden de 2 mannen met de spijkerbanden vlotjes het ijs op. Frank
doet het iets behoedzamer, en ik volg voorzichtig in zijn spoor, gevolgd door
Geert en Cedric. Rudy is ondertussen al eens omgekeerd om de rest aan te
moedigen het ijs te betreden, maar zonder resultaat. Wanneer hij ons opnieuw
voorbijspurt, zegt hij ons dat we naar links moeten. Een minimaal draaitje aan
het stuur is echter al teveel, en ik voel mijn wielen onder mij uitglijden.
Frank begint een fractie later te slippen, maar doordat ik van een beetje hoger
val, komen we simultaan neer. Met alle moeite van de wereld krabbel ik terug
overeind, maar op de fiets raken lukt mij niet meer, dus schuifel ik behoedzaam
naar de oever, waar de rest mij staat op te wachten. Cedric is blijkbaar ook
onderuit gegaan, en Geert is zonder vallen terug aan wal geraakt. Frank sukkelt
wel nog op de fiets, en is de enige met normale banden die de overkant haalt,
al gaat hij wel nog een tweede keer onderuit. We vervolgen richting
Gratiebossen, en nemen hier en daar nog een paar vijverkes mee. Voor de finale
gaan we naar Overmere-Donk, waar we ons hartje eens kunnen ophalen voor een ritje
van enkele kilometers op het ijs. Onze aanwezigheid gaat niet onopgemerkt
voorbij, want links en rechts horen we mensen zeggen “Kijk hier, de
Modderfokkers”. En het is nu niet
dat wij ijdel zijn, maar het doet toch iets als je een kleine jongen aan zijn
papa hoort vragen, “Als ik groot ben,
mag ik dan ook Modderfokker worden?” Waarschijnlijk had da gastje dan Dirk nog
niet zien passeren, want die zat met een ferm ei op. Volgens Geert was zijn
zadel zelfs een paar centimeter versmald van zodanig met zijn billen te nijpen.
En als het dan een beetje glad was, waggelde hij als een pinguïn over het ijs.
Toch is het Frank die nog een derde keer onderuit gaat. Den laatsten duik voor
den dag is er eentje van Rudy V die met zijn spijkerbanden in een diepe zeppe sukkelt
en onderuit gaat. Cedric kan hem niet meer ontwijken, en Geert gaat er bovenop.
We komen aan in De Beize met zo’n 45 km op de teller na wat voor mij een van de
mooiste, en zeker een van de leutigste ritjes van van de voorbije jaren was. Ivan Rogiers
Zondag 4 maart 2012. Waasmunster of Oosterzele. 9 uur aan de kerk.
Rudy V, Axel T, Tom N, Guy R, Ronny VH, Jo R en Francois DeLaPierre, ook gekend
als Frank Vansteen rijden met de vrouwen – een deel zelfs met hun eigen vrouw
(en als ge nu peinst dat ik die ook nog eens allemaal ga opnoemen, dan zijt ge
goed mis) - naar Oosterzele. De 85 km die ze gaan doen, brengt ze terug in de
Beize, om 20 na 12! Ja, moeder.
Rudy R rijdt in de
Westvlaanders rond met een buske vol VIPs (Very Impotent People). Elk zijn
goesting, zeg ik maar.
Twee jonge snaken, Cedric
Laureyns en Davy Poelman, rijden mee met twee iets rijpere mannen, Dirk De
Boever en Stefaan Imschoot, die zelf meerijden met een nest oudgedienden, Ivan
Rogiers, Luc Krick, Dirk Hanselaer en Rudy De Clerck, en met een heel heel oude
gediende, ondergetekende, richting Waasmunster.
Luc en Rudy DC doen de hele
tijd kop. Historisch, want dat zijn we van Luc echt niet gewend. Rudy V had er
moeten bij zijn om het te filmen, tiens.
Nog maar in het Hussevelde
staat daar een proper, pront wijveke te wuiven uit haar vensterke, op
zondagmorgen naar mij. Zo zouden alle zondagmorgenden mogen zijn. Alhoewel, het
is ook misschien wel omdat Ivan zijn drinkbus vergeten was en Christine ze hem
door de voorvenster aanreikte, ik wil er van af zijn.
De eerste 15 km zijn op de
weg aan een gezapige 28 per uur. Dan de zandbak binnen en een lastig vals plat.
Bovengekomen weet Stefan te melden dat het wat mistig is in zijn hoofd. Bedoelt
hij nu dat zijn bril is aangeslagen of dat hij een beetje suf is van de
inspanning? Even verder wordt het al gauw duidelijk, als we de dichtste brug
over de E17 nemen. Suffe Stefaan probeert als enige op het voetpad naast de
reling te jumpen. Een straf geval van zelfoverschatting, want zijn achterwiel
knalt op de borduur en een snakebite is het gevolg. Blijkt zijn reserveband dan
ook nog lek te zijn. Stefan dacht dat we na de brug rechtsaf gingen afslaan
langs de E17 en wou al een hoek afsteken. Als we hem vertellen dat het gewoon
rechtdoor is, roept hij luid: ‘Maar waarom doe ik dat dan?’ Ja, Stefan, dat
vroegen wij ons al de hele tijd af waarom gij dat doet, en had ge daar nu zelf
efkes vroeger op gepeinsd, dan stonden we hier geen 20 minuten tijd te
verliezen. En nog maar 500 meter off road gereden ook, en het is al bijna 10
uur.
Nog een vals plat, aan het
oud vliegveld in Waasmunster, bij die grote doening van De Clerck (neenee, niet
die van Rudy. Een groote doening, zeg ik juist). Ik ben gelijk goe bezig en ik
weet dat het een lastig stuk is. Deze keer zet ik me op kop en begin te terten
gelijk zot. Dat ze me er deze keer niet gaan afrijden. Als ik 100 meter verder
op de rug kijk van 3 man, die steeds kleiner worden, natuurlijk Dirk DB en
Cedric erbij, is dat een serieuze knak in mijn ego.
Cedric is nogal een peet
van een vent, en er zit serieus kaliber op ook, want als hij vol windop de kop
pakt, is het gas geven om in zijn wiel te blijven, al zit ge goed uit de wind
en al houdt hij zich dan nog in. Ik kan mis zijn, maar ik had het gevoel of
Rudy R de kop pakte.
Bijna op terugweg naar
huis, krakt Dirk H zijn garde bou af. Hij steekt die dan boven op zijn rug
onder zijn truike, zodat die links 30 cm op zij van zijn kop uitsteekt. Geen
zicht.
Even verder, het mag
gezegd, ik reed op kop, ook al vanwege de perikelen met Dirk zijn garde bou,
KRAK. In 1 keer mijn zadel af. Ivan heeft dat, in de tijd toen hij nog meer dan
100 kg woog, 3 keer voorgehad. Waarna hij eindelijk gemotiveerd was om te diëten.
Nu moet ge soms kijken om het verschil te zien met Dirk DB. Ook hoog tijd voor
mij dus om te beginnen diëten. Vanaf nu, nooit meer meer dan 3 Orvals na de
rit, dat is beloofd!
Dat van dat zadel lijkt
misschien leutig, maar met nog 18 km voor de boeg, zie ik zo al elk deel van
die afstand in elk detail voor me. Zonder te kunnen zitten! Gelukkig kan ik af
en toe mijn los zadel onder mijn gat schuiven en toch nog iets zitten. Dankzij
hier en daar wat duwwerk – merci mannen, gaan we toch niet onder de 25 en halen
we soms meer dan 30. Natuurlijk dat een uitsteeksel in de nabijheid van een
achterwerk aanleiding heeft tot moppen van mijn homofobe modderfokkervriendjes,
moppen die niet voor publicatie geschikt zijn. Doen ze u dan nog de hele tijd
lachen, gelijk alsof het zo al niet lastig genoeg is zonder zadel. Ha, Mario,
daar zit uw ego. Zo laag gezakt, man. Stefan stemt wel toe om straks mijn zadel
rap op te vangen, als ik me rechtzet voor de sprint.
In Zele staan we voor de
gesloten overweg. Als de trein passeert, haal ik mijn zadel van tussen mijn
billen om eens mee te zwaaien en de machinist toetert gezellig terug. Misschien
was het Eddy Troch wel, zonder enige twijfel de beste treinbestuurder van alle
modderfokkers ooit. Met Dirk met zijn zijlings uitstekende garde bou erbij,
staan we daar - nog meer dan anders – als een zootje ongeregeld. Om nog niet te
spreken van de eenvoudige aanwezigheid van Ivan en Stefan.
In de Beize is het
waarempel een warme hap, maar niemand kan thuisbrengen wat het is. Gevulde
Veerle, denkt Stefaan. Neenee, gewoon gevuld kieken, zegt Ivan, met de nadruk
op ‘gewoon’. Het blijkt gevuld speenvarken te zijn. Ha, maar dan is het gevulde
Koen, weet Ivan. Goed gevuld, maar zadelloos, dan maar weer naar huis. ’t Heeft
weer deugd gedaan, maar niet aan mijn achterwerk. Mario.
Zondag 11 maart 2012. Sint-Niklaas. We verzamelen om 8uur op
het kerkplein voor de verplaatsing met de auto naar Sint-Niklaas. Goe weer, dus
veel volk: De 3 Rudy’s, Jo R, Dirk DB, Guy R, Jan W, Danny F, Steven DM, Geert
S, Frank VDS, Hans S en ikzelf. Gert V wil blijkbaar een beetje bijtrainen en
is al om 7.30 u met de fiets vertrokken. De meiskes zijn met 3: Els, Annemie en
Machteld. Nadat we ons hebben ingeschreven vertrekken de dames een beetje voor
ons, terwijl wij nog even wachten op Gert, die ondertussen ook al ter plekke
is. Kort na de start krijgen we al een eerste technisch stukje, waar we net op
tijd onze voorliggers inhalen, om Annemie na nog geen kilometer, een sierlijke
duik in een gracht te zijn maken. Al is duik een groot woord, “neervlijen” is
hier beter op zijn plaats. Frank is blijkbaar toch een beetje aangedaan van
zoveel gratie, want even verder hoor ik iemand roepen “ Frank down”, al zegt
hij even later zelf dat het maar een voetje aan de grond was. Zoals gewoonlijk
wordt er weer nen goeien tert doorgereden, en als het jonge en ietskes oudere
geweld vooraan koersken gaan spelen, is het op de lastige stroken serieus
afzien. Gelukkig ontfermen Danny en Frank zich over de minder fortuinlijke
rijders, en brengen ons terug bij de groep. Een van die lastige stroken is een
stuk hobbelige dijk van een 5-tal km, dat voor mij minstens 6 km te lang duurt.
Gelukkig even later gevolgd door de bevoorrading, waar alles opnieuw
samenloopt. Terwijl er wat word bijgebabbeld bij een hapje en een drankje is het
opnieuw Frank die de aandacht naar zich toetrekt. Hij toont zijn kunstje,
waarbij hij zonder aan de grond te komen, op en onder een zitbank klautert. We
wisten al dat hij het postuur had van een slingeraap, maar nu blijkt hij ook
over de lenigheid te beschikken. Voor het 2e deel van de rit gaat
het gas helemaal open, en op een 10-tal km van het einde is het voor mij
welletjes geweest, en ontsla ik mijn engelbewaarders van hun taak, zodat ze
kunnen gaan meespelen met de rest van de rappe mannen. Even later zie ik in een
stukje bos een paar van ons rappe gasten rijden, en kan door een lusje af te
snijden middenin de groep aansluiten. Wanneer we even later nog een stukje
afsteken, komen we zelf als eerste van de grote toer aan. Het duurt zelfs nog
even vooraleer de rest aankomt. Frank op kop, zo wit als een fris gewassen
onderlijveken, ondersteund door een paar man met de fiets aan de hand. In zijn
zucht naar sensatie vond hij het nog nodig om op zo’n 50 m van de finish zwaar
onderuit te gaan. Als na een tijdje het wit-zwart beeld terug een beetje kleur
begint te krijgen, brengt Geert hem toch naar de spoedafdeling van St-Niklaas
voor een kleine check-up. Balans: 1 gebroken sleutelbeen en 2 ribben kapot. Al
kunnen die gebroken ribben volgens Jan ook het resultaat zijn van de
reanimatiepoging van Dirk. Met het licht vermoeden dat Frank zijn kunstje van
bankklauteren de eerste weken wel zal achterwege laten, wens ik hem een spoedig
herstel. Ivan.
Pasen
8 april 2012. Paasrit naar Bruinbeke, Wanzele, Smetlede, Impe, Erondegem,
Oordegem.
Het kerkplein stond vol, alé met
auto’s voor de paasmesse.
Maar daartussen toch tefrente
modderfokkers, die op deze kalekken morgen verkozen om te fietsen in plaats van
paaseirs te rapen. Het zijn Carla en Machteld, Geert S, Thomas B, Cederic L,
Pascal L, Stefaan I, Mario V, Yvan R, Danny F, Dirk DB en ikzelf.
We rijden de grote prijs Mario
(ja, ten es genen kleinen). Just in de meers gaat er telefon, Rudy V belt dat
hij en Nadine nog achter zijn. Nadine lag op Rudy zijn sleppe en daarmee woaren
ze te late. De dames rijden een eigen tour.
Mario moet wel steeds op kop
rijden, want hij is de enige die al die wegeltjes kent, het een met al wat meer
putten dan ’t ander. Dirk en ikzelf blijven meestal vanachter rijden, dan
kunnen we wat kaaten. Af en toe moeten we wel ons teens uitkuisen om terug aan
te sluiten na teen of tander opstakel.
‘k zitte nog wat te stoefen op
mijn nieve banden, als ik een beetje vudere plat valle. Kmoent al rap huren dak
beter die witte banden ou laten zitten.
Moar ken benne nie alliene, want
Danny en Rudy vallen doarachter uuk nog slap.
Stefaan verlaat de groep
vroegtijdig, die moest wel paaseieren gaan rapen. Hij zegt er dan nog bij en ze
gaan toch wat trager rijden. Maar daar heb ik niet veel van gemerkt in
tegendeel.
Naar ‘teinde toe, als Mario al
wat zochte es, komt ter ander geweld van veuren rijen. Maar Mario is nen taaien
en vooral genen uil. Hij laat de koploper(s) soms rijden en roept dan “links of
rechts af”, zo zijn de posities direct herschikt. Dat is natuurlijk het
voordeel van toergids te zijn hé.
Op ‘t einde wordt er nog flink
doorgefietst tot boven de 40 per uur, ze goan feitelijk allemaal geirne op café
maar geven dat zo niet toe.
In de Beize worden we nog
verwend met nen chocoladen paashaas.
Luc K en zijn Anneken komen ook
nog binnen, die hebben ergens spek en eieren gebakken.
Nadat Mario is vertrokken zien
we dat hij een wante hé vergeten, of dant van moeite of van de duvels was dat
weet ‘k nie.
Yvan merkte op dat er eigenlijk
maar weinig echte kalkenaren in het gezelschap zijn, daarom dak er wat kalkens
heb bijgelapt. Vertalingen zijn te vinden op www.tzalnieveurnouzijn.be.
Groeten, Rudy De Clerck
Zondag
29 april 2012. Opwijk. De opkomst is maar magerkes. Komt dit
door het vroege vertrekuur of zit de voorspelde regen er voor iets tussen.
Slechts 9 kandidaten voor de verplaatsing met de wagen naar Opwijk: Rudy R,
Thomas B, Stefan I, Jo en Els, Johan VH en Sabine, een vriendin van Johan,
Carlo en ikzelf. Jan W, Patrick R en Frank VDS rijden ook, maar zij zijn al met
de fiets vertrokken. Er waren er nog een paar die beloofd hadden te zullen
rijden, maar hun uitstapje met Jo was hen blijkbaar was hen blijkbaar niet goed
bevallen, waardoor het enkel Jo is die uitgaan kan combineren met fietsen. Aan
de inschrijving is er ruime keuze uit verschillende afstanden,
15-25-35-45-60-80 of 100 km. Ik vrees al voor het ergste, maar Rudy besluit
voor de 45 te kiezen. Een combinatie van een modderig parcours en golvend
terrein plus het feit dat hij al 4 weken niet op de fiets zat brengen hem tot
deze wijze beslissing. Met een dikke knipoog zeg ik dat hij niet bang hoeft te
zijn, en dat ik hem indien nodig wel een beetje zal duwen. Al van bij het begin
word onze stuurmanskunst serieus op de proef gesteld. De overvloedige regen van
de voorbije dagen heeft de wegeltjes omgeschapen en een schaatspiste, en het is
Jo die hier het meeste moeite mee heeft. Al kan het zijn dat zijn avondje uit
van gisteren hem hier ook parten speelt. De vettige paadjes worden afgewisseld
met soms stevige klimmetjes, en het is af en toe serieus op de tanden te bijten
om het tempo van de rest te volgen, veel duwen zal ik dus niet moeten doen. Het
materiaal wordt ook ferm op de proef gesteld, want de modder blijft met kilo’s
aan de fiets plakken, en schakelen gaat soms moeilijk. Aan een van de
splitsingen besluit Thomas toch voor de 60 km te kiezen, waardoor we nog met
z’n vieren overblijven. Met 28 km op de teller komen we aan de bevoorrading en
kunnen de reserves een beetje worden aangevuld. Ik merk ook dat de
vooropgestelde 45 km er 48 geworden zijn, en krijg een eerste mentale tik. De
klimmetjes lijken mij ook alsmaar zwaarder te worden, en met nog een goeie 10Km
te gaan besluit ik om op eigen tempo alleen verder te gaan, en laat Rudy,
Stefaan en Jo rijden. Tot overmaat van ramp krijg ik nu ook nog wind op kop, en
denk bij momenten dat ik niet meer vooruit raak. Tweede mentale tik. Ik denk er
zelfs aan om zodra ik een wegwijzer richting Opwijk zie, via de baan terug te
rijden. Als ik merk dat ik ondanks mijn vermeend traag tempo, toch de ene na de
andere rijder inhaal, krijg ik toch de nodige courage om mijn rit af te werken.
We krijgen nog de keuze tussen “normaal” en “super technisch”, daarna tussen
“modder” en “heel veel modder”, waar ik telkens mijn gezond verstand gebruik.
Als ik aankom aan de wagens, zijn de fietsen net ingeladen. Die van mij zit er
nog maar net bij, als Patrick, Jan en Frank ook aankomen. Zij waren later
vertrokken en hadden mij net niet kunnen inhalen. We zijn net klaar om terug
richting Kalken te vertrekken, als het begint te regenen. Gelukkig werden we
hiervan tijdens de rit bespaard. In De Beize vinden we nog 3 plaatselijke
rijders, Rudy DC, Danny F en Kenneth. Zij reden een toerken op de weg en zullen
deze namiddag heel wat minder kuiswerk hebben, die baanjeanetten. Ivan Rogiers
Zondag 27 mei 2012.
Zele. Ondanks het
goede weer, toch maar een magere opkomst voor een ritje naar Zele. Of zou de
uitstap naar de brouwerij Huyghe in Melle van gisteren er voor iets tussen
gezeten hebben? Rudy V, Rudy DC, Luk K, Stefaan I, Pascal L en ikzelf zijn er
wel. Carlo besluit de dames Carla, Annemie, Els, Christine en Christelle te
volgen. Ook zij rijden met de fiets naar Zele, maar kiezen daar voor de rit van
35 km in plaats van de 55 die wij rijden. Dirk H was ook afgezakt naar ginder,
maar was al vroeger vertrokken. Naar ’t schijnt snurkt zijn vrouwke nogal hard,
waardoor Dirk altijd vroeg wakker is en rap kan vertrekken. Aangekomen aan de
start besluit Christelle toch maar een ritje op de weg te maken omdat ze toch
nog wa schrik heeft van haar rug met al die putten en stampen in het veld. We
vertrekken voor wat, ik denk, een rustig ritje, maar ik moet algauw mijn mening
herzien, want mijn gezellen hebben er blijkbaar zin in. Gelukkig is Pascal nog
in volle opbouw na zijn maandenlange afwezigheid wegens rugproblemen, en kan ik
af en toe eens vragen om het tempo wat te milderen “voor Pascal“. Veel haalt dat
echter niet uit, want we worden een beetje in de weg gereden door een ander
groepje. Op de kasseien van de Vogelzang in Lokeren wil Rudy V ne keer kijken
hoe zwaar die mannen wegen: het tempo gaat richting 35 per uur, en hier en daar
beginnen gaten te vallen. Probleem is dat er al zoveel gaten in de weg zitten,
waardoor ik de Rudy’s, Stefaan en Luc
ook moet laten gaan. Als extraatje na al dat gedokker, krijgen we ook nog de brug
van de Bontinckstraat te verteren, maar als we beneden aan de brug richting
windmolens indraaien, komen we terug samen. Het teken voor diene andere Rudy om
er nog ne keer ne snok aan te geven, zodat we van al dat gefriemel vanaf zijn.
We hebben die gasten niet meer gezien tot aan de bevoorrading, waarna ze
blijkbaar toch geen goesting meer hadden om aan te pikken. We vervolgen
richting Gratiebossen, en de pees wordt er weer serieus opgelegd. We maken een
zijsprongske naar de Zandberg waar Stefaan zich even legt in het mulle zand.
Normaal het vermelden niet waard, maar ik moet toch iets kunnen schrijven hé.
Terug richting Zele weet Pascal te vertellen dat hij er begint door te komen.
Ik daarentegen begin er een beetje door te zitten. Gelukkig last Stefaan een
korte rustpauze in wegens een platte band. Net weer vertrokken, met nog een
5-tal km voor de boeg, krijg ik een SMS-ken van Els, die meldt dat de meiskes
al terug vertrokken zijn naar De Beize. Voor ons het sein om ook richting
Kalken te vertrekken. Op de terugweg gaat het gas helemaal open, en de snelheid
zakt niet meer onder de 35 km/u. Bij het indraaien van de Gaverstraat wordt de
landingsprocedure ingezet. Rudy DC schakelt een tandje hoger en gaat op ’t gemakske richting
45 per uur. Blijkbaar nog niet rap genoeg voor Rudy V, want die perst er in de
Vromondstraat nog een spurtsen uit van dik boven de 50. In ’t zonneke op het
terras mogen we er eentje drinken op Clerqske zijne verjaardag, terwijl hij net
niet verdrinkt in zijne liter. Ivan
Rogiers
Zondag 3 juni 2012 valt de rit
letterlijk en figuurlijk in het water. Van horen zeggen was Jo de enige op het
kerkplein, en besloot wijselijk toch ook maar huiswaarts te keren. Ivan Rogiers
Zondag 10 juni
2012. Modderfokker
midsummerride voorsmaak.
T’es vouderdag
Het voorspelde slecht weer blijft uit. Gevolg: een
redelijk aantal modderfokkers melden zich om 8u30 aan de kerk. De echte
modderfokkers hebben gisteren de Regiotour gereden en de nog meer echte zijn er
vandaag terug bij, zoals Steven DM en Rudy R.
Iedereen in zomeruitrusting, behalve Danny F die
vreest dat de winter opnieuw gaat beginnen. Voor we vertrekken besluit hij dan
toch om zijn lijveken nog uit te
doen. We wachten tot 20 voor negen op onze voorzitter, maar die is nog niet te
zien.
We vertrekken dan maar om onze midsummerride te
verkennen. 22 juni komt er immers snel aan.
Zo vertrekken Luc K, Dirk H, Stefaan I, Ronny VH,
Mario V, Steven DM, Danny F, Axel T, Patrick R, Yvan R En ikzelf, langs den
Boombos. Op nen slag en nen keer is ook Rudy R in ons gezelschap. Vanwaar die
gekomen is weet ik niet, want als laatste heb ik hem niet zien passeren.
Voor zoveel te regenen in de afgelopen week, valt
de modder eigenlijk nog best mee. Axel T heeft precies een slibcursus gevolgd want enkele malen maakt hij oirdige maneuvers. Zijn veloken zet hem int zwisge, maar toch blijft hij rijden.
Behalve die ene keer dat hij de modder van dichtbij gaat inspecteren. Moir keb bekan nie gelachen. Mario is
nog altijd wat geblesseerd en zijn ene been hangt nog met wat plakkers aan
elkaar, en hij kan dan ook niet voluit gaan.
Er zijn ook wat aanpassingen aan de tour in
vergelijking met de vorige editie. Hier en daar is het wel eens zoeken. Soms
ook eens terug keren, hoewel voor Danny moet het parcours daarvoor niet
veranderen. Op een bepaalde plaats keren we terug in een slag waar we in
theorie hadden moeten uitkomen. Danny, de enige met lange broek, moet op
verkenning tussen struiken en bramen. Had het Dirk H geweest, we zagen hem niet
meer. Danny kan het ook niet laten om met nen
teengel (brandnetel) enkelen wat op
te koteren om terug te vertrekken. Uiteindelijk zijn de touraanpassingen
min of meer gekend. Alé, dat zien we wel als we moeten uitpijlen.
Af en toe moet Axel wat lossen, maar hij wou en zou
zonder hulp (van een zagende collega) zijn rit afmaken. Dat is pas karakter
hebben om uw grenzen te verleggen.
In Wetteren haakt Steven af, want de thuishaven is
dichtbij.
In de Kalkense meersen kiest Mario voor de korste
weg naar de Beize, Ronny vergezelt hem daarbij, en de rest gaat nog langs den blaun steen. Het anders al lastige
stuk wordt nog wat moeilijker door het hoge gras, maar niemand sukkelt in de
beek, ook Axel niet.
Eens we daar zeker van zijn, gaat het een
versnelling hoger, we hebben onze stal geroken.
Op de Vaart raak ik even achterop door mij in te
houden voor een geparkeerde auto.
Als ik terug aansluit, steek ik maar iedereen
voorbij, freinblokskes zijn ook diere.
Er wordt een treintje gevormd en ik trek de sprint aan voor Rudy R die nog
gemakkelijk voorbij gaat.
We gaan ook ressekes
over de maximum snelheid op de Vaart. Kunnen we eigenlijk geflitst worden
met den velo, zonder plak en allemaal dezelfsten trui?
Aan de Beize kunnen we buiten zitten in ’t zonneken, wat
toch het gevoel van zomer geeft.
Yvan laat nog de sporen van de teengels zien, dit
is behoorlijk gezwollen.
Het was een ritje niet op het scherp van de snee,
maar iedereen ziet er toch content uit.
Nog niets gelezen over de vrouwelijke
modderfokkers, ja ja die hebben ook gereden maar tes vouderkensdag hé than
meugen we toch ook ne kier in het middelpunt staan. Rudy DC
Zondag 8 juli. Landskouter. Enkele modderfokkers geven
het beste van zichzelf in Houffalize. Rudy R zit in de ronde van Frankrijk.
En regenachtig weer geeft
normaal weinig deelnemers. Het is nu niet anders, we zijn welgeteld met drie.
Kenneth, Danny F en ikzelf.
Danny heeft nog getwijfeld
of hij zou fietsen of zwemmen. Eigenlijk heeft hij het alle twee gehad.
We zijn met droog weer
vertrokken en zonder regen gestopt, maar daar tussen hebben we zowat alle
varianten van regen gehad.
Kenneth heeft een
gloednieuwe fiets, een Giant met alles erop en eraan.
Als Danny dat ziet en hoort
dat we een ritje op de weg gaan rijden, besluit hij om eerst zijnen anderen mtb
te gaan halen. Ja, Danny heeft er van soorten:
Hij heeft er om te crossen,
Hij heeft er om op de weg
te rijden,
Hij heeft er voor in de
week te rijden,
Hij heeft er voor de
zondag,
Hij heeft er die niet
gekuist worden, enz.
We kiezen voor een bergrit,
kwestie van in de ban van de ronde te blijven. Wel niet gemakkelijk om dat in
Kalken en omstreken te realiseren. Maar ik ken toch een toertje met heel wat
bruggen en gaande tot het heuvelende landschap in de omgeving van Landskouter.
Zo moeten we toch een beetje bergop rijden (achteraf ook bergaf hé).
Het ligt ons eigenlijk alle
drie wel.
Kenneth, onlangs nog op
training in Oostenrijk of Zwitserland, brengt zijn 29er gemakkelijk naar boven.
Het vehikel bolt naar zijn
zeggen uitstekend. Hij zit ook wat hoger waardoor hij wat kan neerkijken op
zijn gezellen.
Maar die twee ouwe knarren
laten zich niet doen, en ze laten zijn kilometrieksken af en toe eens met een 4
beginnen. Op het einde zelfs met een 6, maar dan is het wel het totaal aantal
km van de rit wel te verstaan.
Nadat we van buiten goed
nat waren, hebben we het lichamelijk evenwicht hersteld door het van binnen ook
nat te maken.
In de Beize nog een vierde
mtb’er bij, die heeft wel wat modder gezocht (toch niet te veel zulle). Als de
anderen in het veld rijden, fietst hij op de weg. Maar nu het omgekeerde. Dat
kunnen we alleen van Gunter B verwachten.
Luc K komt ook nog goede
dag zeggen, maar die heeft (verstandelijk) zijn fiets thuis gelaten.
Nat maar voldaan keren de
modderfokkers terug naar huis. Rudy DC
Zondag 15 juli
2012. Lede. Wekker gezet om
7u45. Eens uit bed gerold, passeert een hersenspinsel met daarin het beeld van
een lekker zomers ritje met een lekker zonnetje, weinig modder en daarna een
groepsmomentje op het zonovergoten terras van de Beize.
Als ik wat later het gordijn opendoe om naar de
thermometer op de parking Van MAHE te kijken, blijkt dat hersenspinsel al voor
een groot deel af te brokkelen….. 14 graden … grijze lucht en een natte straat. Maar
kom, niet getreurd, beneden staat immers een bijna volledig nieuw machine te
wachten op een testrit want nieuwe wieltjes gekocht en een nieuwe kader
gekregen (andere vertoonde scheurtjes en was nog in garantie).
Om half negen staan we zeven man sterk op het
kerkplein. Rudy DC en Rudy V, Ivan R, Axel T, Dirk DB, Mario, en ikzelf. Heel
even ontstaat er een klein discussiemomentje waarin een droog ritje langs de
baan wordt afgewogen met de essentie van het modderfokkersschap, nl. veld en
modder.
Het is uiteindelijk Mario die de knoop doorhakt en
iedereen overtuigt door simpelweg te zeggen dat wie op de baan gaat rijden
eigenlijk een moddermietje is. Het machogehalte van de meeste stijgt nogal
redelijk snel en aldus is er na een eerste passage door de meersen, even
opgeschrikt door een Els die het nodig vond een Halloweenochtendloopje te gaan
doen, van de propere fietskes niets meer te bespeuren.
Vanaf dit moment zijn er 3 constantes in het
verdere verloop van de rit.
1) de modder
2) de
hartslag van Axel
3) de
wegelkes van Mario
Via Uitbergen en Wichelen gaat de rit over grote
wegen rustig (voor de meeste toch, Axel: 170 bpm) verder tot Mario in Lede de
troepen toespreekt en ons geruststelt: “Mannekes, naar het eerste wegelken moet ik
een beetje zoeken, maar daarna ken ik de weg perfect zelle”. (Axel zakt tot
160 bpm) Als andere mensen ’s avonds de tv opzetten en naar Komen eten kijken,
zoekt Mario volgens mij wegelkes in en rond Lede. Hij loodst ons, op een foutje
of tien na, feilloos door Lede en omstreken. Iemand merkt op niet te weten dat
er zoveel wijken zijn in Lede die dan ook nog eens door onbekende wegelkes aan
elkaar te breien zijn. Van een moment waarop Axels hartslag het toelaat iets te
zeggen, maakt hij gebruik en zegt: “Dat valt nog goed mee van de modder hé” maar op datzelfde
moment in alweer een onbekend wegelken ligt plots een plas zo groot en breed
dat we even twijfelden of we niet aan Overmere Donk waren uitgekomen. Axel
zwijgt dan maar weer en jaagt zijn hartslag naar 190 bpm.
Via een klein stukje van de midsummerride gaat de
tocht rustig (197 bpm) verder. Tot in Uitbergen Mario en Dirk het welletjes
vinden en resoluut voor de kortste weg richting Kalken kiezen. Ze jagen het
tempo de hoogte in waardoor een scheurtje in de groep ontstaat, even wordt er
gewacht maar dan komt van in de ploegwagen het signaal om door te rijden. We
kijken even of er geen nagels in den Boombos gestrooid zijn en besluiten dan
maar door te vlammen tot de Schorpioen. Dirk, Mario en ikzelf jagen het tellerken
op de laatste stroken nog eens boven de 40 om dan optimistisch plaats te nemen
op het terras. We krijgen hier ook nog het kraaknette bezoek van Jojo en Els,
Luc K, Annemie en Nadine maar dat zonovergoten en dergelijke meer is ver te
zoeken en op het moment dat we besluiten toch maar naar binnen te gaan komen
ook jarige Jurgen en Karin langs.
Axels hartslag zakt gestaag, de modderfokkers
hebben modder achter de oren en de wegelkes zitten in onze GPS voor de
toekomst, alleen dat hersenspinsel van een zonovergoten terras is ver te
zoeken.
Stefan Imschoot
Postscriptum Mario. Er rijden 3 verslaggevers mee
en dan is het nog een vierde die het verslag schrijft. Bedankt, Stefan, maar je
tellen kan nog heel wat beter, want ik herinner me slechts in totaal 2
twijfelingen van mijnentwege wat de weg betreft.
Zondag
26 augustus 2012. Stekene-plaatselijk. De mannen van
de lange adem, Jan W, Rudy V en Thomas B zijn al met de fiets vertrokken naar
Stekene. Jo, Els en Nadine volgen hun voorbeeld, maar maken de verplaatsing met
de wagen. 30 km heen, een ritje van zo’n 40 km en dan nog eens 30 terug, maakt
het sommetje van 100 km. Mijn rekening was snel gemaakt, dus koos ik voor het
plaatselijke ritje met vertrek om half negen. Ik sta net klaar om mijn tuig te
bestijgen, als het serieus begint te gieten. Toch eerst een beetje schuilen tot
de bui over is, en ondertussen Rudy DC eens even bellen of hij al onderweg is.
Hij heeft zijn eerste natte kazakke al te pakken en staat al op het kerkplein.
Als ik even later aan de kerk aankom, heeft hij het gezelschap gekregen van
Dirk DB en Kenneth Vanderzypen. En ons Anneke Praet, die arme sloore, staat
daar moederziel alleen, als enigst meiske. Ondertussen krijgen wij een tweede
douche over onze kop, en proberen zo goed en zo kwaad als mogelijk te schuilen
tegen de kerk. E.H. Francios stelt zelf voor om het voorportaal van de kerk los
te maken zodat we daar kunnen schuilen, maar aangezien we toch al goe nat zijn,
besluiten we dat beetje extra water toch maar te verbijten. Het is al bijna 10
voor 9 als de regen wat verzacht en we eindelijk kunnen vertrekken voor ons
plaatselijk ritje richting Puyenbroek. Echt veel modder ligt er niet, maar
sommige wegeltjes liggen er toch verraderlijk bij door de vele plassen en natte
boomwortels, zeker als je nog met zomerbandekes rondfietst. Kenneth vraagt mij
welk verschil het maakt, die zomerbanden. Een beetje rapper op de weg, en in de
bochten een beetje rapper tegen de grond, zeg ik. Even later, richting
Kruiskapel, voeg ik bijna de daad bij het woord. Ik ga iets te onstuimig door
de bocht, en kan maar net overeind blijven. De rest van de rit hou ik mij
wijselijk op mijn gemakske. Dat is echter buiten Rudy gerekend, want op de
terugweg gaat de snelheid niet meer onder de 32 km/u. Je hebt natuurlijk altijd
de mogelijkheid om een beetje in het wiel te kruipen, maar als op dat moment de
hemelsluizen voor de zoveelste keer opengaan, kan je toch maar beter een beetje
opzij gaan of een gewisse verdrinkingsdood behoort tot de mogelijkheden. Om de
rit in schoonheid af te sluiten, krijgen we nog de brug van de Bontinckstraat
voorgeschoteld. We beginnen aan een gezapige 33 per uur, maar tegen we boven
zijn flirten we met de 40. Niet slecht voor een paar verzopen ratten. Bij
aankomst in De Beize, staat Rudy V ons al fris gewassen en geschoren op te
wachten. Na een lekke band, een ferme bui tijdens de reparatie en een defecte
spooroverweg in den Oudenbos waardoor ze rechtsomkeer moesten maken, besloten
ze de rit in Stekene te laten voor wat het was, en kozen ze ook voor een
plaatselijk ritje. Hiervoor trommelden ze ook nog Rudy R op, die eigenlijk al
zou vertrekken om 8.30 u, maar van de regenpauze gebruik maakte om rap nog even
een wieleke te vlechten.
Den aperitief in De Beize is er
vooral eentje van de goesting in plaats van den dorst. Het verschil met de
bloedhete rit van vorige week is groot. Van 38° naar 18°, zo’n 20 graden kouder
op een week tijd, al had 20 graden warmer ook nie zjust geweest. Ivan Rogiers
Zondag 23 augustus 2012. Herzele. Om 8 u wordt er verzameld op het kerkplein. Patrick R, Bart VH, Yvan R,
Dirk DB Gert V, en de twee andere Rudy’s. Ronny VH was als eerste paraat maar
hij gaat met de auto, ook Jo en Els en Carlo G. Jan W pikt in, in Wetteren.
In groep naar
Herzele, op een klein akkefietje in de voetgangerstunnel onder de spoorweg na,
verloopt alles rustig. Alhoewel rustig ook niet echt het juiste woord is. Rudy
R en Gert nemen het meeste kopwerk voor hun rekening en op een drei koart van een ure zijme al gariveerd.
Er is keuze
tussen 25-40-50 en 65 km.
Bij de start
vertrekken we met drie, Jo, Yvan en ikzelf, een paar min voor de rest. Kwestie
van uw meerderen te erkennen. We zijn van plan niet de langste afstand te
kiezen en dan eventueel onderweg nog af te slaan naar huis (lees De Beize). De
anderen beslissen om ook (maar) de 50 km te rijden.
Na enige tijd
worden we ingehaald, en doen we toch een poging om mee te rijden.
Ook Ronny die
als eerste was vertrokken wordt ingehaald. Kort na de hergroepering rij ik lek.
Ronny besluit
om op eigen tempo verder te rijden en de rest wacht.
Na het
herstellen van de bandbreuk, kunnen we maar moeilijk de betere laten rijden en
apart onze rit verder zetten. Af en toe moeten we wat plooien, maar sportief
wordt systematisch gewacht en zo blijven we samen. Het prachtige heuvelachtig
parkoer (waar Yvan niet veel van gezien heeft) is toch een stuk lastiger dan
het vlakke in Kalken. Jo moet daar bovenop nog vier zware kermisdagen
verwerken.
Veel
mogelijkheden om het parkoer vroeger te verlaten zijn er niet, we twijfelen nog
ressekes bij een bord “Herzele 4 km”,
maar tis Jo die zegt we zijmer bijkanst
en we rijden verder.
Vanaf dan is er
een lichte afscheiding en ook Ronny is uitgezakt tot bij ons.
Het is ook hij
die een pijltje links af ziet en hem op een ortgat
van een boerderij schiet, de rest volgt maar nie veur lange, het is eigenlijk niet naar de zin van den hond des
huizes die zet zelfs zijn tanden in de schoen van Ronny. We hebben dan ook geen trekkers vandoen om het erf te
verlaten. Aan den arrivé staat de rest ons op te wachten, alhoewel lang hoeven
ze niet te wachten. Enkel Jo is nog wat verachterd,
die é nog een pijlken geschapeerd
maar dat is eigenlijk ook normaal.
Vanaf Herzele
gaan we terug samen terug, ook Jo keert terug met de fiets.
Samen met
Patrick rijd ik op kop, zolang het bergaf of vlak is geen probleem maar op de
helling tussen Herzele en Houtem krijg ik last van nen hond en tis nie den
dienen van de boerderij maar kramp in de benen.
Ben eigenlijk
niet alleen, ook Dirk en Rudy V hebben er last van, waarschijnlijk nog anderen
ook maar die kunnen dat beter wegsteken.
Maar het gaat dan
ook behoorlijk rap met Patrick en Bart op kop. Enkele toeristen rijden mee, alé
hangen er vanachter aan. Modderfokkers zoude voorbij steken en de kop pakken,
maar voor mij ging het rap genoeg zulle.
Op het einde
had ik zo’n 100 km van thuis, meer dan genoeg zou ik zeggen. Ook voor Jo en
Yvan was dit meer dan genoeg, Jan kan dit bevestigen want hij heeft zijn
“overschot” van krachten met hen gedeeld. Om 8 u vertrokken en om 12 u terug is
nog nie zo slecht op een WK.
In de Beize
veel volk waaronder ook nog verschillende modderfokkers die plaatselijk hebben
gereden. (als ik niemand noem kan ik er ook geen vergeten).
De lege
plaatsen aan het tafeltje van de kaarters lachen ons toe. Rudy De Clerck
Zondag 11 November 2012. Wetteren. Wapenstilstand. En het is eraan te zien ook. Slechts 5 (vijf) kandidaten
voor een ritje naar Wetteren. Het is nochtans een klassieker, die rit van de
mannen van het Tonneken. Axel staat mij al op te wachten, en Guy komt er een
beetje later ook aan. Tom komt op zijn gemakske afgewandeld, en als we hem erop
wijzen dat het de bedoeling is om met de fiets te rijden, zegt hij dat hij nog
niet zeker is wie zijne velo hij gaat afpakken. Gelukkig komt even later Rudy R
aangereden, en heeft hij ‘toevallig’ de fiets van Tom bij, die binnen gedaan
was voor klein onderhoud. Slechts met z’n vijven dus, en bij gebrek aan
liefhebbers ‘mag’ ik samen met Rudy de kop nemen. We zijn nog maar net
vertrokken als Luk K ons tegemoet komt, even later gevolgd door Patje. Net voor
den langen end komt Frank ook nog aansluiten en zijn we toch al met 8. Aan het
einde van diezelfde langen end haakt Dirk DB zijn wagonnetje aan, en even
verder krijgen we Jo en Els in ’t vizier. Terwijl we even moeten wachten voor
een rood licht meldt ook Mario puffend present, en bij aankomst aan het
Tonneken, heeft Rudy V net den hoop vervolledigd. Als we er dan ook nog Cedric,
Pascal, Karine en Sabine, die rechtstreeks naar ginder gekomen waren,
bijtellen, komen we alsnog op een totaal van 17 deelnemers. Een ferme bende,
maar de raarste start die ik ooit meemaakte. Als we dan ook nog ingeschreven
raken, kunnen we op ’t gemakske van start. Terwijl Rudy nog een beetje aan
zijne velo sleutelt, vertrekken de B-kes alvast, om niet teveel in de weg van
de rest te rijden. Toch kunnen een paar rappere mannen het niet nalaten om mee
te glippen, en al ne keer te testen hoe goed de benen zijn. Wij laten ze dan
ook maar rustig voorop rijden, maar anderen zien dit als een oorlogsverklaring
en gaan het gevecht aan. Van Wapenstilstand is geen sprake meer als Rudy ons
komt voorbij gestoven, met nog een paar modderduivels die er hangen aan te
wapperen. Als het kanongebulder wegsterft en de rook begint weg te trekken,
ligt de bende serieus uit elkaar geranseld. Ik bevind mij in het gezelschap van
wapenbroeder Mario, en we besluiten ons eigen tempo aan te houden. Even later
dreigt een hergroepering als door een lekke band van Jo een kort “staakt het
vuren” wordt ingelast. In het besef dat straks het geweld weer in alle
hevigheid zal losbarsten, besluiten wij, samen met Luc, het strijdtoneel voorop
te blijven. Het parcours ligt er ferm vettig bij, maar zelfs het ploeterboske
in Serskamp blijft nog net berijdbaar. Ik voel me bij momenten zelfs de betere
schaatser van de drie. Zoveel hoogmoed kom vroeg of laat voor de val, en op een
dalend stuk “bruine zeepe” ter hoogte van de E40 in Erpe-Mere is het van dadde.
Mijn voorwiel schuift naar rechts, mijn achterwiel naar links, en ikzelf daar
ergens tussen. Deze stijloefening resulteert in een stevige duik in de
grascant, waar mijn val gelukkig gebroken wordt door enkele boompjes. Wanneer
ik weer op de fiets krabbel, en mijn kompanen bijbeen, vragen ze me of het een
beetje meevalt. Als ik antwoord dat ik morgen niet zal moeten gaan werken,
verschieten ze toch een beetje. Zo neig zeer gedaan, vragen ze. Nee, antwoord
ik, maar ik heb morgen mijnen inhaaldag van 11 november nog tegoed. Genoeg
gezeverd, verder rijden.
Het duurt wel
heel lang voor we terug bijgehaald worden door de rest van de groep. We staan
zelfs al een tijdje aan de bevoorrading voordat Rudy, en daarna druppelsgewijs
de rest van de bende aankomt. Rudy vraagt nog even droogjes wanneer we
eindelijk die vettige stukken, waarvoor men ons bij de start gewaarschuwd had,
gaan krijgen. Voordat iemand hierop kan antwoorden, zijn we alweer vertrokken
voor de resterende 15 km van de rit. Het is de bedoeling om bij de rest van de
bende te blijven, maar een tweede tuimelperte, dit keer in een gracht, beslist
er anders over. Bij aankomst in het Tonneke zit daar ook nog ene Gunther B, die
ons weet te vertellen dat Danny F, Filip B en Carlo ook nog ergens rondreden.
Al bij al een bendeken van zo’n 21 Modderfokkers. Niet slecht voor een
Wapenstilstand. Ivan.
Zondag 9 december 2012. Kalken - Calcine. Het is even voor half negen als ik als eerste het verlaten kerkplein
oprij. Na een enkele minuutjes krijg ik het gezelschap van Jo Roels en Els Van
de Putte, even later gevolgd door Axel Troch, Kenneth Vanderzypen en een van
zijn kennissen. We wachten nog even tevergeefs op de rest van de bende, en
besluiten dan maar naar “den Skala” te vertrekken. We zijn maar met z’n zessen,
ook al is het een thuismatch. Waarschijnlijk zal de koude en de motregen er wel
voor iets tussen zitten. Onderweg sluit Stefaan Imschoot ook nog aan, en aan de
inschrijving staan Patje Roels en Frank Vandesteen ons op te wachten. In totaal
met negen dus, en wie denkt dat Els op haar eentje moet gaan fietsen, heeft het
mis. Els rijdt van tegenwoordig gewoon met de mannen mee. Straf bezig. Wie
hoopte om op zo’n ingerichte tocht een paar nieuwe wegelkes te ontdekken, is
eraan voor de moeite, want we krijgen krek hetzelfde parcours van de vorige
editie’s voor de wielen. Toch slagen we erin om na enkele kilometers, ergens in
de velden richting Wetteren, een verkeerde afslag te nemen. Het pijltje was dan
ook heel dubbelzinnig geplaatst. Gelukkig zien we snel onze vergissing in en
maken rechtsomkeer. Behalve Jo, die gaat vastberaden door waardoor we hem een
tijdje kwijt zijn. Als we aankomen aan de Schelde, maken we de keuze om toch
maar op, in plaats van naast de dijk te rijden, kwestie van het materiaal een
beetje te sparen. Toch zien we enkele die-hards lustig door de modder
ploeteren, goe zot, maar er moeten er van soorten zijn. Wanneer we even voorbij
“Den Aard” in Schellebelle linksaf een veldwegel indraaien, is er geen ontkomen
aan de modder. Patje plaatst een versnelling, en neemt enkele lengte’s. Niet
voor lang, want even verder gaat hij volledig in de breedte, en sierlijk
onderuit in het slijk. We vervolgen richting Berlare waar we een lusje maken
tussen de zandbergen, waarna we via Zele, terug naar de Gratiebossen in Berlare
rijden. Het materiaal krijgt het zwaar te verduren. Patje zit al een tijdje
door zijn achterrem, en op een vettig stuk begint het bij mij ook serieus te
kraken. Als ik afstap om te kijken wat het probleem is, begint een achterligger
te foeteren dat ik in de weg sta. Ik roep hem na dat ik niet kan kiezen waar ik
in panne val, en gooi er nog een paar lieve woordjes achteraan. Na een beetje
trekken en duwen krijg ik toch weer wat beweging in het achterwiel en kan mijn
weg vervolgen. De rest van de vogels zijn intussen gaan vliegen, maar niet voor
lang. Even verder staat Jo aan de kant met een lekke band. Er wordt gekozen om
een beetje bij te pompen, en te zien hoelang het houdt. Niet ver dus, want na
een paar kilometer kunnen we opnieuw aan kant, dit keer om een nieuwe
binnenband te steken. De rest van den toer werken we af zonder verdere
problemen, en als we Kalendorp binnenrijden, besluiten we toch maar
rechtstreeks naar De Beize te rijden. Voor we binnen gaan, schudden we de
meeste modder een beetje van ons af, en Stefaan, den properen jongen, doet dit
wel heel grondig. De modder vliegt tot bovenaan de venster, en wie De Beize
kent, weet dat dit redelijk hoog is. Koen zal bijgevolg zijn ladder mogen
bovenhalen om zijn vensters te kuisen (Waarvoor Stefaan oprecht en uitvoerig
zijn excuses aanbiedt). Hopelijk kunnen we het vogende week ietske properder
houden. Ivan.
Zondag 6 januari 2013. Plaatselijk. Als ik den hof afrijd, zie ik nog net in de verte 2 fietsers den hoek
omdraaien. Mijn eerste achtervolging kan al beginnen. Even verder sluit ik
puffend aan bij mijn buren Rudy en Eddy De Clerq, en tegen het einde van de
Schriekstraat heeft Rudy Rogiers ons ook al te pakken en zijn we al met 4.
T’Hussevelde is weer goed vertegenwoordigd vandaag. De rest van het gezelschap
komt uit alle windstreken aangewaaid. Geert Schepens, Dirk De Boever, Luc
Krick, Stefaan Imschoot, Mario Vaneechoutte, Thomas Bisschop, Frank
Vandesteene, Jan Willems en zoals het op 3 koningen hoort, komen er ook een
paar uit het Oosten. Al zijn ze maar met zijn tweeën, en zijn het volgens mij
ook niet echt wijzen: Danny Fack en Axel Troch. Een behoorlijke opkomst van 14
deelnemers. De nieuwjaarsspeech van voorzitter Rudy heeft blijkbaar inspirerend
gewerkt. Aangezien we deze middag onze nieuwjaar moeten gaan wensen in De
Beize, kiezen we voor een rustig ritje op de weg. Hoewel rustig? We vertrekken
langs de Kalkense Meersen richting Uitbergen en Schellebelle om zo richting
Sint Lievens Houtem te rijden en daar in ’t ronde de nodige molshopen aan te
doen. En telkens we zo een molshoop achter de rug hebben, moet ik tot mijn
grote spijt vaststellen dat de conditie verre van schitterend is. Gelukkig is
er nog iemand bij wiens forme nog verder te zoeken is dan die van mij, en krijg
ik na ieder klimmetje net genoeg tijd om een beetje op asem te komen. Zodoende
lukt het me om mij als een pitbull in het wiel van grote broer vast te bijten.
Mijn tactiek blijft niet onopgemerkt, en ik krijg van Jan en Frank de opmerking
dat er van een verslagske niet veel in huis zal komen, want dat ik niet veel
meer dan het achterwiel van Rudy zal gezien hebben. Ik toon hen welgemeend mijn
langste vinger, en merk op dat ik toch al evenveel kopwerk gedaan heb als hun:
ook geen. Het verslag wordt toch nog een beetje gekleurd door Danny, die
halfweg de rit voorstelt om misschien op te splitsen in 2 groepjes. Rudy
begeleidt het eerste, en hij zal zich over de tweede groep ontfermen. Als
iedereen afscheid genomen heeft van Danny, besluit hij dat alleen maar alleen
is, en rijdt toch verder met ons mee. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om
een testritje te maken met Luc zijnen nieuwen 29’er. Eens de heuvelzone achter
de rug rijden we langs Melle, waar we van de zijkant van Mellebrug afrijden tot
op de Scheldedijk. We vervolgen richting Wetteren, waar we net voorbij den
Passarel nen pipo op nen koersvelo voorbij steken. Diene gast kon blijkbaar nie
goed verdragen, dat hij op zijn koersmachien voorbijgestoken wordt, door een
bende op dikke banden en begint te versnellen zodat hij ons weer voorbij
steekt. Dat had hij dus niet moeten doen, hé. Rudy zet zich op kop, Axel voor
zich uit duwen, en jaagt de snelheid tot over de 40 km per uur. Even verder
neemt Stefaan knap over, en op geen tijd zijn we aan Kalkenvaart, waar we
linksaf rijden. Ik hoop dat we nu rustig verder naar Kalkendorp kunnen rijden,
maar de strijd is in alle hevigheid losgebarsten, en het valt helaas niet meer
stil. Mijn beste pijlen zijn ondertussen al verschoten, en ik zie mij
genoodzaakt mijn rookwaren aan Maarten te overhandigen, en de spurtende bende
te laten rijden. Hierdoor mis ik wel de finale stoot van Danny, die bij het
oprijden van het Vaartplein een hoekske wil afsnijden rechts van het schuilhok,
en daar onderuit schuift op de bemoste ondergrond. Als hij even later alleen
aankomt aan De Beize, zegt hij dat het niet erg is dat er niemand op hem
gewacht heeft, en dat we toch nog allemaal zijn vrienden zijn. Toch ne toffe
gast hé, onzen Danny. Ivan Rogiers.
Zondag 13 januari 2013. Destelbergen. Ons vorstenhuis krijgt het zwaar te verduren nu de miljoenenfraude van
Fabiola aan het licht gekomen is, maar toch was de milde vorst van vorige nacht
wel gekomen. Die zorgde er namelijk voor dat de ondergrond lichtjes opgesteven
was, en we eindelijk nog eens in het veld konden rijden zonder tot aan ons
knoesels in de modder te zakken. Net als vorige week 14 deelnemers op ’t appèl.
Els, Rudy R, Rudy DC, Cedric, Thomas, Geert S, Boeverke, Bart, Mario, Patrick,
Axel, Karel, ikzelf, en sinds lang geleden was er ook nog ne keer nen tweeden
Troch bij. Neen, niet den Eddy maar zijne zoon Niels. Het voelt toch een beetje
vreemd aan als de zonen van de vaders beginnen mee te rijden, en zo ga je toch
eens nadenken over uw eigen houdbaarheidsdatum. Toch een beetje nieuwsgierig
wat dat jong geweld zal geven. Hij heeft wel al wat kilometers in de benen van
een paar toerkes met wat speelkameraden, maar nu den eerste keer met de
Modderfokkers zal toch nog iets anders zijn. Na de inschrijving in de sporthal
Kristalbad spreken de B-kes af om van bij ’t begin op te splitsen, en ons niet
laten meelokken door de rappe mannen. Dat is echter buiten Rudy gerekend die
tussen ons komt staan en zegt dat hij het vandaag ook op zijn gemakske gaat doen.
Dus vertrekken we toch maar samen en zien wel waar het schip strandt. En het
moet gezegd, de eerste 20 km blijft het vrij rustig en wordt er gewacht als
iemand achterop raakt. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en beetje
bij beetje gaat het tempo de hoogte in en is de tijd rijp om de splitsing door
te voeren. Als we even later aan de bevoorrading aankomen zien we de A-kes nog
net vertrekken. Wij laten ons niet meer verleiden om aan te pikken, en nemen op
’t gemakske een slok en een beet, waarna we onze rit vervolgen, en genieten van
het al bij al goed berijdbaar parcours. Tot we even verder een stuk voor de
wielen krijgen waar de plassen te breed en te diep waren om toe te vriezen, en
we alsnog een ploeterstukske te verwerken krijgen. Thomas weet mij zelfs te
zeggen dat ik in ’t verslag mag schrijven dat het op dat stuk ferm vettig lag.
Ter hoogte van Laarne-Kasteel neemt Geert afscheid, want hij moet nog gaan
nieuwjaren bij zijn meter, en dan kan je maar beter op tijd zijn. Als we een
8-tal km voor het einde het Malterpark gepasseerd zijn, vraagt Rudy DC wat we
gaan doen, onze rit uitrijden, of van hieruit naar De Beize? Els, die niet echt
in forme zit vandaag, is al vertrokken, en Niels, die zich tot nu kloek
gehouden heeft, kiest ook voor deze optie. We kunnen deze jonge mensen toch
niet moederziel alleen naar huis sturen, en Rudy, Cedric en ikzelf offeren ons
op om hen te vergezellen, enkel Thomas vervolledigt zijn rit. Later in De Beize
weet Els ons nog te vertellen dat zij nog wat last ondervond van een zware
astma-aanval van vorige vrijdag. Ze zegt er nog bij dat ze al jaren
longproblemen heeft, en dat ze eigenlijk maar over 70% van haar longcapaciteit
beschikt. Wij kijken elkaar ne keer aan en vragen ons af wat dat zou zijn als
ze over 100% beschikte, dan reed ze er ons allemaal af. Zo’n 10 minuutjes later
komt Rudy R ook moederziel alleen aan. De rest is een voor een afgeslagen omdat
ze vroeg thuis moesten zijn (of een beetje moe waren). De rest van het verslag
heb ik niet uit eerste hand maar ik weet dat mijn bronnen betrouwbaar zijn. De
A-groep krijgt gezelschap van een jonge gast die nog maar een paar maanden aan
het fietsen is, maar van zichzelf vindt dat hij goed bezig is, en dat ze hem er
niet zullen afrijden. Dat had hij dus niet moeten zeggen hé. Voor de rest denkt
Mario dat hij met een platte band zit, maar volgens Rudy zijn het zijn benen,
en wanneer hij even achterop raakt had hij een spatje modder in zijn oog. Dirk
raakte ook eens achterop, maar enkel doordat zijn ketting niet op zijne grote
plateau raakte. Rudy V zou zeker rijden, tenzij het -5° zou zijn, maar zag
waarschijnlijk het komma’tje niet tussen de 0 en de 5, ofwel bewaarde hij zijn
themometer in de diepvries . Ivan
Ja, toen ze het
kaf van het koren scheidden, ter hoogte van de putten van Meganck
Callewaarwaartegij, waren ze één kafje vergeten, den dezen. Maar dat ge dan zo
moet lachen met een mens op leeftijd (de oudste modderfokker die meereed), die
door levenslang paffen maar over 10% van zijn longcapaciteit meer beschikt, die
eigenlijk zou moeten brillen omdat hij maar over 50% van zijn gezichtsvermogen
meer beschikt, die van kleinsaf over 0% fietstechniek heeft beschikt en die
over 0% verstandsvermogens beschikt om toch te proberen meerijden met de freaks
en de getalenteerden en de getalenteerde freaks, dàt vind ik er een beetje
zwaar over, Ivan. Pure nijd en jaloezie en afgunstigheid, zeg ik, en iets tegen
westvlamingen hebben ook nog. En jaloezie ook. En pure nijd. Ik ga deze week
niet tegen u klappen, voilà. Gelijk andere weken trouwens, want gelukkig zien
we mekaar alleen maar de zondag. En dan nog maar tot halverwege de rit, want
dan rijd ik nog efkes met de elite mee, haha. In alle geval, tegen dat het BK veldrijden
3 uur later begon, had ik toch al weer warm. En er won toch wel een westvlaming
zeker. Mario
PS. Nog zeggen
dat Gert Vergult aan de bevoorrading aansloot bij de elite, want hij was zich
eerst misreden.
Zondag
20 januari 2013. Donk
Op een winterse zondag te
Uitbergen, meer bepaald in de Strijpwegel, doet zich volgende conversatie voor:
‘Jo, zou het veel bijgesneeuwd hebben deze nacht?’. ‘Maar Els toch, hoe kan ik
dat nu weten? Al die sneeuw heeft dezelfde kleur, zunne!’.
Op nog 8 andere plaatsen in
Kalken en omgeving worden er mensen wakker met het vaste voornemen de koude
wind, de striemende sneeuwvlagen, de vriestemperaturen, de gladdigheid, kortom
het winterse gevaar en de winterse pijnen, te trotseren. De gebroeders Rogiers
in het Hussevelde, de jongste van de Poelmans, den Danny, Axel Troch tussen de
whiskyflessen, Geert Schepens in Laarne, Jan Willems in Schellebelle, Stefan
Imschoot wie weet waar nu weer, en ondergesneeuwde, euh –getekende, in de
Zomerstraat begot. Ik heb wel 20 minuten nodig voor het aankleden. Twee lagen
truikes bovenop mijn onderlijveke met daartussen mijn overlevingsdoek
(zilverpapier, zeg maar) en daarboven mijn regenvestje dan toch maar, mijn
fietsonderbroek (want in het verleden zijn er al geweest wiens edele delen
vastgevroren raakten aan hun zadel; ik zal geen namen noemen, maar sindsdien is
Danny Fack toch nooit meer helemaal dezelfde geweest), mijn lange broek met
daaronder mijn beenovertrekken, mijn winterkousen (dubbele met plastiek
tussen), schoenen en schoenovertrekken, mijn mouwovertrekken, mijn
nekverwarming die ik ook over mijn kop kan trekken en mijn hoofdband en helm.
Banden goed zacht gezet en hupsakee. Ha ja, mijn dikke winterhandschoenen nog,
natuurlijk. Eer ik aan de Woesten ben, is mijn gezicht al vervroren. Nochtans
ingewreven met Nivea kinderpoepekescrème, wat volgens mij toch nog iets
deftiger is dan uierzalf, zoals door Els gebruikt wordt. Ik peins bij mijzelf,
wijl ik al aan het afzien ben van de kou op mijn bakkes: ik ga gewoon eens
kijken wie daar aan de kerk staat. Dan heb ik al bewezen dat ik er was, en dan
gaan we toch allemaal naar huis gaan, dat peins ik, want de weinige die er gaan
zijn, die gaan ook wel zien dat het veel te koud is. En dan weer rap achter de
stoof kruipen, dat hoop ik.
Maar ja, er staat aan de kerk 10
man, waarvan zelfs 1 vrouw, en van naar huis gaan is er geen sprake. Er zijn er
de eerste kilometers die wat met kouw vingers rijden, en vooral Rudy R heeft er
verder last van, omdat het tempo volgens hem te laag ligt, en de helft van de
tijd zwaait hij met zijn armen gelijk molenwieken. Met zijn spijkerbanden rijdt
hij alsof er nergens ijs ligt, de ene keer zonder handen, dan van achter naar
voren tussen de dubbele rij en hard ‘Boe’ roepen om de mensen te doen verschieten
in de hoop dat ze omvallen zodat er (uit)gelachen kan worden. Ah, ware het niet
dat we goed overweg kunnen met kinderen, anders zouden we daar toch niet mee
kunnen lachen, want het is zo al niet makkelijk om recht te blijven, en als er
dan nog een zot op spijkerbanden voorbij schiet, is het nog extra moeilijk.
Langs een kant een geluk van de poedersneeuw die bijna ononderbroken valt en
alzo de ijspistes bedekt en berijdbaar maakt. Anderzijds moet ge met een bril
rijden en die slaat soms aan of er komt ijs op en dus zien we maar de helft van
de leute, ook al omdat het de hele tijd oppassen is.
Er zijn 8 valpartijen te melden,
ons aangeboden door slechts 3 mensen. Ivan maakt de schoonste slipper. Ja, nee,
ja, nee, en eindelijk dan toch joepie: JA! Spijtig dat mijn fietscameraatje net
deze opname mist. Het is dan ook op een zeer verraderlijk stuk: het ziet er
effen en besneeuwd uit, maar het is één ijspegel onder een dun laagje poeder.
Els schiet met 4 grondbezoeken de hoofdvogel af. De eerste keer staat wel op
film, de tweede is in een diepe put, waardoor haar naam vanaf nu niet meer Els
Vandeputte, maar Els Indeputte is. Stefan is gelijk jaloers en probeert nog een
gelijkspel met Els uit de brand te slepen, want naar het einde van de rit maakt
hij nog 3 tuimelpertes, waarvan één in de pinnekensdraad aan de Valentinos.
De Konijnenberg in Berlare
bezoeken we 2 keer want de eerste keer was zo plezant dat we hem nog eens doen.
Het is veel leutiger nu het zand hardgevroren ligt. De klimmekes zijn beter te
doen en de afdalingskes vereisen wat extra-glijwerk om recht te blijven. De
tweede keer wordt er echter een alternatief parkoers gepakt en ik beland in een
afdalingske in de decor. Els doet me na, maar eindigt wel op de grond.
Tuimelperte 3 was dat, geloof ik.
Over het Donkmeer rijden zit er
nog niet in, want het ijs ligt nog niet dik genoeg. In de Gratiebossen is er
een pauze. Geert S moet even plassen, maar het lukt gelijk niet goed. Ja, wie
al niet groot geschapen is, heeft het bij vriesweer nog moeilijker om hem te
vinden. Els wil ook een foto nemen (euh, van de groep welteverstaan), maar ze
weet nog niet goed waar haar inzoom-knopje staat, zegt ze. Dus wat doet ze? Ze
zet een paar stappen achteruit! Kijk, ik probeer het al 40 jaar, en ik zal
blijven proberen hoor, maar vrouwelijke logica begrijpen, nee, het zal er in
dit leven toch niet meer inzitten, vrees ik. Geert heeft ondertussen zijn
plasser toch gevonden en ook een klisplant (maar niet op dezelfde plaats van
zijn plasser, voor de mensen die al ongerust begonnen te worden), zo een met
van die kleverige bollen (de klisplant dus). Rudy R is slachtoffer en plakt
weldra vol klisbollen. Dom van Geert, want dan weet ge zo dat Rudy tien keer
meer wraak gaat nemen (Kinderen, hé). In plaats van ook een paar klisbollekens
af te trekken, trekt Rudy meteen de hele plant uit. Geert en ik beginnen al rap
weg te fietsen, maar ja, in de sneeuw lukt dat niet meteen, en wie moeten ze
weer eerst hebben? De enige Westvlaming in het gezelschap natuurlijk. Maar
Geert krijgt er van een lopende Rudy met klisplant ook serieus van.
Dees pakken ze ons toch weeral
niet meer af. Wat een kick toch, zo een sneeuwritje. Voor de moddermietjes, die
niet willen onderdoen voor dappere Els, is er gelukkiglijk nog een herkansing,
want de hele week wordt er nog vorst voorspeld, dus over de Donk rijden zit er
toch nog in. Afspraak om 27 januari 2013 rond 9 uur aan de kerk, veronderstel
ik.
De Beize is gesloten, dus we
eindigen met zessen in het Parochiehuis. Het is nog altijd min 5. We plukken al
onze kliskes van onze kleren en maken een mooi stapeltje op tafel. En dan zegt
Rudy dat hij zijn spijkerbanden weer gaat afsmijten. Want eigenlijk is er zo
geen leut aan, hé. Al peins ik dat hij ze volgende week toch nog wel gaat laten
opstaan om nog eens uit te pakken op ‘Lake Donk’. Mario
Zaterdag
2 februari 2013. Wetteren ten Ede. Jan Willems gaf een feesje voor
zijn 40 jaar. Het verstand komt met de jaren zeggen ze, maar in Jan zijn geval
wordt dat blijkbaar nog wat wachten. Want: Wie legt er nu zijn feesje net op de
moment dat het wereldkampioenschap cyclocross wordt uitgezonden op den TV!!??
Vandaar dat de modderfokkers maar tegen 10 uur toestekken op Jan zijn feesje,
als de koers gedaan is. Op Jan zijn feestje is er ook een schepen van Kalken
(niet moeilijk, want alle schepenen van Laarne zijn nu van Kalken, haha!), maar
er is een mens die dat niet gelooft. Daarom vraagt die schepen mij om te
bevestigen dat hij wel degelijk schepen is. Wat kan ik anders doen? Maar ik
voeg er aan toe: “Ja, meneer, inderdaad, die is schepen, maar vraag mij ook
niet hoe zoiet mogelijk is. Mensen doen zotte dingen in het stemkotje!”
Zondag
3 februari 2013. Ritje op de weg naar Oosterzele (een km of 50). Ivan
houdt nu een stand bij van wie er de zondag komt rijden. Natuurlijk omdat hij
zelf nog geen enkele rit gemist heeft en aldus op kop staat, voor de eerste
keer in zijn leven dat hij ergens op kop staat. Broer Rudy en whiskykenner Axel
T staan mee op kop. Ik sta 1 rit achter, want verleden week was het echt te zot
weer. Met 7 zijn ze toch gaan rijden, ’t is te zeggen 35 kilometerkes en ze
waren doorweekt tot op het bot. Ik vind dat die rit niet zou mogen meetellen,
wegens te kort, maar ik ga niet flauw doen, want Ivan mag ook eens een
klassement winnen. Ik denk van vandaag toch op 1 van die 3 mannen een streepje
in te halen, maar nee hoor, ze zijn er alle 3. Hebben die echt niet anders te
doen?
Karel had gezegd dat hij op de
weg ging rijden, want te smerig voor het veld. Nee, Karel, zeg ik, op mijn
pensioen kan ik nog zoveel op de baan rijden als ik wil, maar ik ga mee met de
bende en in het veld rijden. Op het kerkplein zet ik mijn banden wat zachter om
in het veld wat meer grip te hebben. En dan, ja dan, dan beslissen ze om op de
weg te gaan rijden! En geeneen die iet zegt als ik mijn banden slapper zet.
Het is koud, er is veel wind, en
het tempo ligt bijwijlen zeer hoog. Dus merk ik op (bij wijze van grap, jaja):
‘Hoe leuk toch, geen windje, lekker warm, gezapig tempootje en goei companie’.
Waarop Ivan antwoordt: ‘Mario, dat de companie voor jou best meevalt, daar kan
ik inkomen, maar ge moet dat ook eens van onze kant bekijken, hé.’
Danny F trekt het hele eind naar
Oosterzele, bergop en windop, kop. Als we omkeer maken, komt Rudy R op kop. Ja,
zo is het niet moeilijk, zegt Danny. Rudy heeft echter Els wat assistentie
moeten verlenen, onder andere om het eindeloze vals plat met klimmekes van de
Geraardsbergse Steenweg te overleven. Bij de passage in Oosterzele moeten we
nogal veel wind gemaakt hebben, want 2 dagen later lagen er daar een paar daken
tegen de grond.
Verder in het weerkeren, vlamt
Stefan Imschoot de pannen van het dak. Naar het schijnt doet hij elke dag 72 km
(36 heen en 36 terug) naar zijn werk. Daarvoor krijgt hij een maandelijkse
fietsvergoeding van 1600 Euro (ik wil er een nul van af zijn), zonder te
klappen van de naft die hij uitspaart en daarenboven is hij met al de files nog
5 minuten rapper thuis dan met de auto, en volledig ontspannen. En vaneigens
dat ge de zondag dan kunt uitpakken met uw form. Ik ga veranderen van werk,
peins ik. En toen gebeurde het onvermijdelijke: Stefan Im-schoot uit zijn
klikpedal. ’t Is eigenlijk gene waar, maar ik vond het een goeie woordspeling,
die ik de lezer niet wilde onthouden, maar waar ik echter verder eigenlijk ook
geen weg mee weet.
En o ja, proficiat aan onze
voorzitter en zijn eega. Al de tweede grootvader onder ons, de tweede Rudy.
Kleinzoon Sebe was nog maar 2 dagen ter wereld of hij stond ook al in de gazet,
een aartje naar zijn grootvaartje. Nee, verjongen gaan we er niet op doen … Mario
Zondag
10 februari 2013. Lokaal
Over “smijrige leppen met
veloers” en broers met meer en minder “wasure.”
tip: wie nog ergens een Dikke Van Dale heeft van een iets oudere druk, neem die
gerust bij de hand, ik weet ook niet de betekenis of herkomst van alles wat ik
ga schrijven, “tes van uren zèggen” of geschreven heb maar gemakshalve zet ik
alles voor u tussen haakjes.
9 uur : Kerkplein Kalken. 10 man
en 1 vrouw (Els), (staat niet in dikke Van Daele en is ook niet het soort
haakjes dat ik bedoel) aanwezig in modderfokkertenue en 2 mannen met een ander
pakje.
Die twee zonder pakje zijn Bart VH en Steven DM. De andere zijn Rudy R en Rudy
DC, Dirk DB, Jan W, Frank VDS, Ivan R, Luc K, Davy P, Filip D, Danny F en
Stefan I. Ivan ziet in zijn rush naar de trofee van meest aanwezige al weer een
concurrent sneuvelen. Maar ongeveer ter hoogte van de Colmanstraat neemt Axel
zijn positie vooraan in de groep in waardoor de stand op plek 1 nog steeds door
drie man bezet wordt.
Enfin, door het “veurte” (op dit soort haakjes heb ik het) weer van de voorbije
dagen opteren de meeste voor een rit op de baan. Danny neemt het initiatief en
in de hoop op nog “nen” “ tettenrit” volgen ikzelf en Jan zijn voorbeeld.
Uiteraard volgt de rest ook anders vallen we in herhaling en zou het maar een
kort verslag zijn. Wat verder komt het voorstel van “even” naar de muur van
Geraardsbergen te rijden. Zoek “even” maar al op want ik denk niet dat “even”
voor iedereen “even” duidelijk is. Op de “langen End” merken de trekkers dat de
hartslag tussen de 160 en 170 ligt en besluiten daaruit dat er toch wel wat
tegenwind moet zijn. Even voorbij Wetteren nemen Jan en Frank de kop over en
rijden om het tempo goed te regelen een hele lange tijd op hartslag 140. Allez:
dat zien zij dan toch op “ulder” scherm. Hier en daar zit er bij de anderen al
eens iemand tussen met “wa mier of wa meinder wasure as een ander” (meer info
bij moeder Rogiers want dat staat ook niet in Van Dale).
We rijden langsheen provinciaal domein de Gavers om rond 10u30 de muur langs de
achterkant op te rijden. Veel muur is dat niet meer op die manier en sommigen
hebben de afdaling langs trapjes of kasseitjes nodig om overtuigd te geraken
dat ze wel degelijk op die legendarische heuvel zitten. “Nu zo snel mogelijk
terug” wordt er gezegd al wordt dat niet overal op gejuich onthaalt. We
besluiten dan maar te genieten van het Vlaamse landschap, van dorpjes als
“Smeerebbe-Vloerzegem” (vrij vertaald naar de titel), Steenhuyze-Wijnhuize,
Trippen, enz.
Voor de rest gebeurt er eigenlijk niet veel; alleen: als ze bij een splitsing
achteraan “RECHTS” roepen en ne mens is aan het genieten van het landschap en
kijkt niet naar de wijzertjes dan lachen ze u uit als ge als enige ook rechts
afslaat, Danny die vooral de kop doet en hierbij regelmatig wordt teruggefloten
wegens te snel omdat ze achteraan het aantal “nuudigvannekiergedaugtteworden”
steeds zien groeien, Els die geen nieuwe fiets meer wil maar nen nieuwen Bart
(ze rijdt daar minstens even goed door zegt ze zelf), Danny die
“noarzijnpuuten” krijgt omdat hij zonder snelheid te verliezen een baantje
zonder kasseitjes neemt, Boeverken en Rudy R die onderweg de snelle benen eens
testen en afklokken op 56 km/u, verplichte voedingssuplementen voor de
behoeftigen enz.
12u15: cafe de Beize: “ten elven te vroeg en ten twaolven te loate”
Na net geen 80 km en 650 hoogtemeters worden de resterende 6 man en Els
opgewacht door Annemie, die solo heeft gereden. We berekenen snel, allez dat
computerke doet dat voor ons, dat we 2560 calorieën hebben verbrand en dat we
omdat weer aan te vullen minstens 8 duvels mogen drinken. Ik weet dat niet
alles in mijn schrijfsel klopt maar als ik zie hoe er in vorige verslagskes met
cijfergegevens werd omgesprongen dan hoef ik me niet te schamen. Ik ga die 8
spreiden over de hele week en denk dat de meeste van ons na zo een rit in die
omstandigheden en zo vroeg op t seizoen, da dubbel en dik hebben verdiend. En
nu volhouden.
O ja: vertalingen naar het West
Vlaamse zijn helaas niet te bekomen, maar toch Mario: de moed niet laten zakken
he man.
Stefan
Zondag
24 februari 2013. Sneeuwritje Sidmar-bossen
Volledig ingeduffeld
en Koning Winter vervloekend vertrek ik richting Kalken dorp. In
den Boombos merk ik een vers MTB-spoor, dit blijkt later van Jan te zijn.
Op het kerkplein aangekomen staan er reeds een handvol Modderfokkers paraat.
Den ene snakkend naar de eerste zon, den andere al wat enthousiaster over wat
hopelijk de laatste sneeuw zal zijn.
Het oorspronkelijke plan om een gedeelte van de Omloop het Nieuwsblad te rijden
wordt afgevoerd en ingeruild om nog eens in de sneeuw te gaan spelen.
En trouwens na al die weken
de baanjanet te hebben uitgehangen wordt het hogen tijd om nog eens het
veld in te duiken.
Ivan stelt voor om de beroemde
'Rudy-De-Clercq-Sidmar-bos-rit' te rijden. Iedereen is direct akkoord en weg
zijn we. Rudy DC en Ivan pakken de kop gevolgd door Patrick, Jan, Axel, Steven,
Bart, Stefaaaan (naar 't schijnt wordt zijne naam altijd verkeerd
geschreven, te weinig a's of zoiets...) ne nieuwe,
Maarten Jespers (heeft al een paar keer meegereden) en ikke. We starten
vrij rustig via de Schriekstraat richting Zeveneken. Ergens tussen
Zeveneken en domein Puyenbroeck (vraag me ni juist waar, want aardrijkskunde is
nu ni bepaald mijn sterkste vak) is de eerste en enige valpartij een feit.
Maarten slipt en schuift onderuit. Hijzelf heeft weinig schade, maar die arme
fiets is een stuk van z'n rempomp kwijt (of zo heb ik het toch onthouden, want
mechanica was ook al niet mijn sterkste vak). Na het rechten van Maarten zijn
stuur vervolgen we onze rit richting Wachtebeke. Af en toe laat Axel een gat
vallen, naar eigen zeggen omdat hij ni zeker op zijne fiets zit. Nochtans als
eigenaar van een wijnhandel en lid van een whiskyclub zijn er
mogelijkheden ZAT om uzelf wa vertrouwen te geven.
Via domein Puyenbroeck, de
Moervaart en enkele wegels komen we uiteindelijk in het Kloosterbos terecht.
Zeer leuke kronkeltjes en klimmetjes wisselen zich af en af en toe wordt het
tempo wat opgedreven. Ergens halverwege houden we halt voor een kleine fotosessie
met Bart als fotograaf van dienst. Wanneer we uiteindelijk het 'speel'bos
willen verlaten, komen we tot de conclusie dat we een tot aan de rand gevulde
gracht moeten oversteken. Stefaaaan ziet niet echt het probleem en rijdt
er gewoon door. Hij haalt juist gepast den overkant en kan nog net z'n voeten
droog houden. De rest kijkt bedenkelijk en vreest voor het nat worden en
bevriezen van den body. We besluiten dan maar om een beetje verder de gracht
over te steken via nen hoop takken die als brug moeten dienen.
Op de terugweg is de sneeuw al
goed aan 't smelten en spetst het water hatelijk in m'n gezicht (zal me leren
om altijd in het wieleke te hangen).
Wanneer we de brug in de
Bontinckstraat over rijden, gaat het tempo opnieuw naar omhoog. "Ze rieken
hunnen stal". Naar goede gewoonte wordt er in de Gaverstraat nog een
sprintje ingezet, dat gewonnen werd door den eerste ('k heb het van horen zeggen,
want kon ni volgen).
Uiteindelijk belanden we met
zessen in de Beize. De overige 4 (Jan, Patrick, Steven en Bart) moesten naar 't
schijnt nog wa gaan bijtrainen, anders kunnen ze volgende week ni mee.
Maarten is zo sympathiek om het eerste rondje te geven als zijnde zijne welkom,
wat wij wel konden appreciëren. Koen maakt het helemaal af met lekkere
bitterballen.
Onder de belofte "what
happens in de Beize stays in de Beize" kan ik helaas niet verder
uitweiden over de reden waarom ik het verslag schrijf, maar kan u verzekeren,
er zit een reukske aan.
Els
Zondag 3 maart 2013.
Waasmunster. Met dank aan Ivan die me volgende namen doorgaf (in
totaal 28!!!). Ik geef ze in volgorde zoals ik ze doorkreeg. Reden naar
Waasmunster: Mario, Karel, Axel, Geert, Rudy R, Luc, Dirk, Patrick, Peter
(schoonzoon van Eddy De Clerck, met Hollandse tongval en rose drinkbus), Danny,
Rudy DC, Davy, Stefan, Els, en Ivan zelf natuurlijk. Dankewel Ivan om de
belangrijkste mensen eerst te vernoemen, en te eindigen met de minst …. Carla
reed alleen met al haar vrienden. Machteld reed ook alleen met al haar
vrienden. Hans, Thomas en Guy, Phillipe en Jonathan waren de genieters. En bij
de dames reden: Renske, Linda, Annemie, Nancy, Sabine. En Johan, de
grootste genieter van allemaal dus. (Met dank aan Annemie voor de nodige aanvullingen
bij de telling van Ivan, die, als hij het niet meer op zijn vingertjes en
teentjes geteld krijgt, de kluts kwijtraakt.)
Ik ben net te laat op het kerkeplein om de conversatie
door te hebben, maar ik hoor nog net hoe Geert de 2 vrouwen aanwezig (Els en
zijn eigen Carla) als fruitmanden bestempelt. Volgens Carla voldoende voor een
scheiding. Liefste Carla, bij deze hebt ge het op papier voor als ge eens
definitief van die scheve banaan van een Geert af wilt.
Op de Durmedijk ligt het kapotgereden door de machines en
ze vallen als, ja als? als strontvliegen op een paardevijg: Axel, Danny
(natuurlijk) en Ivan liggen er allemaal. En ook Stefan Im-schoot van zijn velo.
(Ja, het is weer eens gelukt. En straks nog twee keer, lees maar verder).
Wegsteken dat ge een tuimelperte gemaakt hebt, gaat niet met één kant van uwen
tenu in het slijk. Misschien een idee voor Ivan om een nieuw klassement te
beginnen en meteen mee op kop te staan? Maar de rest van de dag ligt alles
proper en de zandstroken in de waasmunsterse cuestas (ja, goegel het maar eens
op) liggen er zelfs perfect berijdbaar bij. Straf, hoe rap het is opgedroogd na
een kletsnatte winter. Leutig, leutig.
Karel zit met slappe beentjes. Zo slim geweest om
gisteren 10 km te gaan lopen. Dan zijn uw spierkes slappe pap natuurlijk. Op
een klimmetje waar ik het altijd lastig heb, steek ik hem waarempel voorbij.
Even verder verlaat Karel ons. Ja, zegt Danny, als er mij zo een ouwe grijze
zou voorbij steken, ik zou het ook voor bekeken houden.
Danny vindt zijn weg daar goed in die bossen en, ja hoor,
we komen uit op de carpoolparking van Waasmunster, een rendez-vous plaats voor
mannen die van mannen houden. Een geluk dat onze nieuwkomer Peter, met zijn
rose drinkbusje, met óns meerijdt, of dat zou daar wel eens kunnen verkeerd
geïnterpreteerd geworden zijn. Die gast moet anders zeker niet onderdoen en
rijdt gezwind mee.
Als er ene vooraan te rap naar rechts afslaat, roept Rudy
R van achteren uit: ‘Links! Links!’ Els die net voor me rijdt neemt dat
letterlijk op (als: ‘Links, links!’, let op de nuance) en slaat, midden in het
peloton, en recht voor mijn neus, pardoes nog een tweede keer links af. Dat
moet natuurlijk passen dat er daar nu juist nog een wegeltje naar links ligt te
liggen. Ik sla alles toe en vermijdt verdere accidenten. Het was niet tegen u
hoor, Els, verontschuldigt Rudy zich. Moesten wij het geweest zijn die zo een
maneuver uithaalden, we kregen er nog onze zaligheid bovenop van Rudy. ‘Zeg,
Els’, merk ik op: ‘Dat wist je toch dat dat niet tegen jou was, anders had Rudy
wel: ‘Links! Links! Fruitmand!’ geroepen, hé’.
Els is vandaag in supervorm en moet niet geduwd worden.
Dat valt ons allemaal natuurlijk wel wat tegen. Wanneer anders in het leven van
een man doet het zich voor dat men – zonder een muilpeer tot gevolg – het
achterwerk van een dame uitgebreid mag euh, aanraken. Nooit toch. Is het
daarmee dat de bende alsmaar groter wordt dit jaar? Ja, ook ik, die als ik een
andere sukkelaar zie afzien, peins van: ‘Sorry gast, maar ik zit me hier zelf
al te pletter te terten, lost het zelf op’, zal, als het van pas komt - maar
dan ook alleen dan!, Els steeds een ondersteunend duwtje geven. Maar als ze nog
een keer peinst van mij in de sprint te proberen komen kloppen, zal het de
volgende keer een serieuze duw zijn, richting decor.
De gesprekken in de Beize zijn weer niet voor publicatie
vatbaar, en dat ligt vooral aan de fruitmanden. Ik heb geprobeerd het proper op
te schrijven, maar mijn capaciteiten zijn in deze toch te beperkt. Goed dat ze
in de Beize niet verkopen wat Els daar allemaal wil bestellen, of het was de
laatste keer geweest dat ik daar binnen was geweest.
En, om het af te leren. De jongste modderfokkerster,
Renske Im-schoot zich op een stoel neffens haar papa. En Renske Im-schoot
gedurig in de lach met de moppen van haar papa. Ze was ook de enigste. Mario
Zondag
17 maart 2013. Plaatselijk. Kloven worden geslagen en uitgediept.
Na 11 ritten in 2013 zijn er nog maar 2 rijders met een ongeschonden palmares.
De rest moest al minstens 1 keer verstek laten. Toch valt het op dat de
grootste groep deze is met 0 deelnames. Hopelijk krijgen we rap een beetje
lenteweer, zodat de povers en krempers ook de weg naar hun fiets terugvinden,
en zo die beschamende nul kunnen wegwerken. Een paar vaste klanten zijn op
weekend naar D’ardennen, en andere buitenlandse oorden, waardoor we vandaag
maar met z’n 7 zijn. Ik rij als eerste een verlaten kerkplein op, even later
gevolgd door Dirk De Boever, Axel Troch, Rudy Rogiers, Kenneth De Paepe, Peter
Rottier (Den Hollandse schoonzoon van Eddy De Clerq) en Luc Krick. Rudy vraagt
of er iemand een voorkeur heeft voor de rit van vandaag, waarop ik antwoord dat
het ritje van enkele weken geleden richting Waasmunster wel leutig was.
Rekening houdend met de vrij strakke Zuid-Oostenwind zoekt Rudy toch liever een
alternatief, want de terugweg met wind op kop is geen leuk vooruitzicht. Dan
zegt Peter met zwaar Nederlands accent, “Missjchien kunne we richting ’t
beloofte land rij’je, effe naar Neejterlant”. Ja, veel zegt hij anders niet, en
als hij dan al eens wat zegt, komt er nog zoiets uit. Als we hem dan vragen
waar volgens hem Nederland ligt, duidend op de wind die vanuit de Kalkense
meersen waait, wijst hij zo ongeveer richting Wetteren. We vroegen ons al af
hoe deze jongen uit Terneuzen in Kalken verzeild was. Nu blijkt gewoon dat hij hier
verloren gereden is, en nooit meer terug is geraakt. Anders wel ne toffe gast,
diene Peter, en hij kan nog goed uit de voeten ook, met zijn, eh, … voeten,… en
benen ook natuurlijk. Het wordt uiteindelijk een aangepaste Midsummerride,
richting Wichelen, Schellebelle, Lede, Serskamp, enz, waarbij we de
superslechte modderpoelen bewust links laten liggen. Of rechts, of gewoon
rechtdoor als het van Rudy afhangt, want op een gegeven moment geeft hij aan om
links af te slaan. Ik kijk naar rechts om te zien of er geen aankomend verkeer
te zien is, en begin al af te draaien maar zie niet dat Rudy even twijfelt en
gewoon rechtdoor rijdt, waardoor ik tegen zijn achterwiel rij, en onderuit ga.
’t Is van uw broer dat ge ’t moet hebben hé. Na het likken van de wonden,
vervolgen we richting Erpe, Erondegem, Sint-Lievens-Houtem, Bavegem, om zo via
Massemen en Wetteren terug richting Kalken af te sluiten. Bij het opdraaien van
het Vaartplein gaat Luc er op een diefje vandoor, maar door het feit dat
niemand reageert op zijn uitval, verliest zijn solo toch een beetje van zijn
glans. Even later komen ook de 2 fietsende dames aan in De Beize: Carla De Cock
en Annemie Van De Voorde. Bij ons drankje worden we getrakteerd op
gehaktballetjes. Op mijn vraag of het balletjes met paardenvlees zijn, moet
Koen het antwoord schuldig blijven. Geen probleem hoor, wij zijn al blij dat er
hoe dan ook iets van vlees inzit. Ivan.
Zondag 24 maart
2013. Schellebelle. Hoe omschrijf je mensen die met dit
weer toch op de velo kruipen? Volgende termen schieten me te binnen:
Onverschrokken, onbuigbaar, keihard, met een enorm doorzettingsvermogen en een
bijna bovenmenselijke wilskracht, echte Flandriens dus. Echter, de opinies
betreffende deze materie verschillen grondig. Mijn vrouw bvb. heeft er één
woord voor: Stekezot. Er staan dan ook maar 3 zotten op het kerkeplein: Stefaan
Imschoot, Jan Willems en ondergetekende. Omdat Ivan zeker ging rijden, rijden
we eerst naar het Hussevelde. Het zijn vooral de ijzige wind en de drets die
het zwaar maken, maar in de terugweg met wind achter, en na vastgesteld te
hebben dat er geen teken van wakkerzijnde mensen ten huize Rogiers waren, gaat
het al veel beter. Om 9 uur staan we terug aan de kerk, maar nog geen extra
gegadigden. Jan is aan het foeteren van jewelste en wil terug naar huis.
Stefaan en ik rijden dan maar
mee naar Schellebelle, langs de meersen, het rusthuis, de warande, de speelbos
en nadat we Jan hebben achtergelaten bij An, keren we langs Schellebelle
station terug naar de Schelde. Bij Stefaan Im-schoot zijn achterwiel weg in een
pak stuifsneeuw en hij rolt zachtjes de overvolle ijsgracht in. Allez, het
scheelt ocharme 10 cm. Dat ging echt niet om te lachen geweest zijn.
In Schellebelle zelf, op de
‘promenade’ raak ik weer wat achter. Als Stefaan achter zich kijkt, ligt hij er
een tweede maal. Het is me daar plots een spiegelgladde vlakte. Hoe komt dat
daar zo? Is de Schelde overgewaaid en vastgevroren? Neen, even verder staat er
een pompier – gelijk niet van de slimste; vandaar dat Stefaan hem denkt te
kennen? - en die vertelt doodleuk dat ze daar wat staan oefenen hebben met
water spuiten!
Gezien de extreme
omstandigheden, de lage opkomst, de hoge graad van sympatiekigheid van minstens
2/3° van het deelnemersveld (Jan en Stefaan), en daarbovenop de afwezigheid van
de twee modderfokkers die er prat op gingen dat ze nog nooit verstek lieten gaan
dit jaar (Ivan en Axel), stel ik voor dat voor deze rit dubbele punten worden
toegekend. Kwestie van de kloven niet teveel uit te diepen.
En wanneer houden we de
valpartijen bij? Stefaan heeft er weeral twee bij op zijn palmares. Mario
Zondag
31 maart 2013: Plaatselijk. Bij afwezigheid van de menselijke GPS,
Rudy Rogiers, en geen ingerichte tochten in de buurt, stel ik een ritje
richting Kruiskapel voor. Om onze uitstap een didactisch tintje te geven,
zullen we afkomen via Zele-Heikant, waar we de bouwterreinen van de nieuwe
windmolens kunnen bezichtigen. Iedereen gaat akkoord, maar als Mario als
laatste aankomt, zegt hij dat hij toch liever richting Lede zou fietsen, om
daar tal van nieuwe, mooie wegeltjes te gaan verkennen Als ik zie dat zijn
pruillipje lichtjes begint te trillen, laat ik mijn oorspronkelijke voorstel
varen.* Die molens zullen er tenslotte nog wel een paar jaar zijn. Waren ook
aanwezig op het kerkplein: Rudy V, Jo, Danny F, Dirk DB, Patje, Axel en ikzelf.
Axel is van plan een hoofdrol te spelen in het verslag van vandaag, en begint
al met een lekke band nog voor we vertrokken zijn. Na de nodige
herstellingswerken kunnen we vertrekken richting Kalkense meersen. Danny en
Patje nemen de leiding, en houden er een pittig tempo op na. Zelfs een beetje
te pittig voor Axel, die af en toe een gaatje moet laten vallen. Ook in zijn
banden vallen gaten, want we zijn nog maar net op de Scheldedijk als hij voor
een 2e keer lek rijdt. Voor de tweede depannage krijgt hij een
binnenband van Dirk, en gebruikt hij het pompke van Rudy, dat hij vakkundig de
nek omwringt. Na veel 5555555555 en 66666666 kunnen we eindelijk verder
richting wegeltjes van Mario. Op een van deze “schoone” wegeltjes zorgt Axel
voor een volgende verassing. Bij gebrek aan reservebanden, gaat hij dit keer
gewoon op zijn zij liggen. Alles om toch maar in ’t verslag te komen hé. Het
valt niet altijd mee om het parcours zonder fouten te volgen, want als Mario
van achteraan (met een vod in zijn mond) “LINKS” roept , en Jo dat vertaalt als
“RECHTS”, rijden we een paar keer verkeerd. Het is ondertussen lichtjes
beginnen dooien, en de schoone wegeltjes beginnen een vettig bovenlaagje te
krijgen. Bij indraaien van zo’n wegeltje is het even zoeken naar het best
berijdbare spoor, waar ik blijkbaar het snelste traject vind. Iets te snel
blijkbaar, want in flauwe bocht schuiven mijn wielen onderuit en ga ik tegen de
vlakte. Ne ferme stuik met als gevolg een pijnlijke schouder en heup (en een
ferme deuk in het imago). Terwijl ik nog even zit te bekomen, komt Mario ‘bezorgd’
vragen waar het zeer doet. “Sebiet op uw kin”, antwoord ik een beetje
geprikkeld. Later zal blijken dat mijn val, en die van Tom Boonen in De Ronde
Van Vlaanderen bijna simultaan gebeurden. Ik begin zelfs een beetje gelijkenis
te zien met Tom. Hij viel ook al een paar keer, ik 2 weken geleden ook al.
Groot verschil is dat ik, in tegenstelling met Tommeke wel verder rij. Ik moest
wel, want mijn volgwagen was in geen kilometers te bekennen. De rest van de rit
verloopt zonder noemenswaardige problemen, een occasioneel sneeuwbuitje buiten
beschouwing gelaten, dat zijn we tenslotte al gewoon. In De Beize moeten we
snel van de gelegenheid gebruikmaken om een woordje te placeren voor de
madammen aankomen, want dan is het met de rust gedaan. Die madammen waren Annemie,
Els, Karine, Linda, Nancy, Nadine en Ronny, die ook uitpakten voor een
plaatselijk ritje. Ivan.
* Maar vooral omdat Ivan plots
beseft dat Rudy DC niet op het kerkplein staat en Ivan dan eigenlijk niet zo
goed zijn weg meer weet. Mario
Zondag
14 april 2013. Waasmunster. Vorige week vroor het nog stevig tot
-3°, maar voor vandaag wordt een zonnige dag voorspeld met temperaturen tot
boven de 20 graden. Dat is waarschijnlijk de reden voor de massale opkomst. 14
deelnemers rijden met de fiets naar Waasmunster: Danny F, Stefan I, Luc K, Rudy
DC, Jo R, Axel T, Patrick R, Rudy V, Geert S, Dirk DB, Bart VH, Jan W, Els VDP
en ikzelf. Johan VH maakt de verplaatsing met de wagen. Vriendin Sabine wacht
op de rest van de dames, Carla, Nadine, Machteld, Nancy en Annemie, die in
extremis besloten een half uurke later te vertrekken voor een plaatselijk
ritje. Els komt hare nieuwe velo showen, zo ene met grote wielen. De fiets mag
dan wel in mat zwart zijn, zijzelf staat te blinken gelijk ne spiegel. We vertrekken
met wind in de rug, en het tempo gaat gezwind naar de 35 km per uur. Dit is
echter geen probleem voor Els die nog asem over heeft om te tateren zoals het
een meiske betaamt. Als ik haar er op wijs dat dit toch niet echt motiverend
werkt voor andere personen die al naar lucht zitten te happen, antwoordt Geert
dat het waarschijnlijk opvalt dat hij zelf niet veel te zeggen heeft. Ik was
echter in de veronderstelling dat Geert’s zwijgzaamheid eerder uit gewoonte was
van als hij samen met zijn vrouwke Carla op zwier is. Na inschrijving besluiten
wij, de B-kes, om het groot geweld meteen vrij baan te geven, en misschien
zelfs voor de 45 in plaats van de 53 km te kiezen. Nadat de eerste schifting
doorgevoerd is, blijken we toch Axel en Danny kwijt te zijn. Als na een tijdje
wachten, niemand terugkomt, besluiten we toch maar verder te rijden. Hoewel
vele stukken van het parcours bekend terrein zijn, blijft het altijd leutig
rijden in de Wase bossen. Iets minder leutig zal het voor de pechvogel geweest
zijn, die bij de afdaling van de talud van een brug ten val kwam, en volgens
omstaanders een open scheenbeenbreuk opliep. “Hij zag er nochtans vrij rustig
uit, en zat nog te lachen”, merkt iemand op, al kan daar die “baxter” die hij
toegediend kreeg wel voor iets tussen zitten. Even voor halfweg krijgen we in
de verte nen Modderfokker in het vizier, nog net te ver om te zien wie het is,
maar wij menen het postuur van Axel te herkennen. Als we even later aansluiting
krijgen, wordt ons vermoeden bevestigd. Hiermee toont hij het voordeel aan van
de vele lusjes. Je kan er makkelijk eentje afsnijden, en zo weer bij de bende
geraken. Niet veel later krijgen we ook weer het gezelschap van de vliegende
brigade. Blijkbaar hebben wij (zonder het te weten) ook al zo’n luske afgesneden,
met als resultaat dat we aan de bevoorrading weer allemaal samentroepen. Na een
vlugge sna(c)k en een beete vervolgen wij onze rit, en als na een paar
kilometer de posities opnieuw zijn ingenomen, rijden we tot onze grote
verbazing het koerke op waar we twee uurkes geleden vertrokken zijn. Blijkbaar
hebben we ergens een pijlke gemist, en komen zo een uurken en 20 km vroeger dan
gepland terug binnen. Kwart voor elf en nog een 15 km te gaan, terug naar
Kalken. Eerlijk gezegd hoor ik weinig geklaag, en ik persoonlijk zou het erger
gevonden hebben als we 20 km teveel hadden gereden. De terugtocht is er eentje
met wind schuin op kop, maar gelukkig hebben we Danny en Patrick als
windbrekers. Bij het indraaien van de Gaverstraat kan ik mij niet langer uit de
wind zetten, en besluit dan maar ineens over te nemen om de spurt aan te
trekken. Als even verder Rudy DC Luc naar voor brengt zit het spel op de wagen,
en zal de fotofinish moeten beslissen of het Patje of Luc was die met de zege
aan de haal ging. Als we uiteindelijk aankomen aan De Bieze hebben we toch zo’n
65 km op de teller. Het terras staat uitgesteld, en onder een deugddoend
lentezonnetje kunnen we genieten van een welverdiend aperitiefke. Stefan geeft
er ne schup in voor zijne verjaardag, en Krista (madam Boele, die ook jarig is)
zorgt voor de hapjes. Ja, ’t leven kan schoon zijn hé. Ivan.
Ha, Ivan, weeral een nieuw café
in Kalken! De Bieze!
Zondag
28 april 2013. Opwijk. Het was alweer een tijdje geleden dat
we ons klimbenen nog eens uit de kast mochten halen, maar vandaag komen de
liefhebbers van het genre ruimschoots aan hun trekken. We vertrekken om 8 u met
den otto naar Opwijk. De opkomst is ondanks het goede weer maar magerkes. Rudy DC, Axel, Patrick, Danny F, Carlo, Rudy R, Jo,
Els en ikzelf. Danny
is er niet gerust in, want zijn schoonbroer Rudy had hem nochtans beloofd zeker
van de partij te zijn. Een onbeantwoord telefoontje later, zegt hij dat we toch
niet langer moeten wachten, want dat Rudy waarschijnlijk nog in zijn bed zal
liggen, den sukkelaar. Bij aankomst in Opwijk worden we echter opgewacht door
“diene sukkelaar”, die samen met Dirk DB efkes met de fiets naar ginder gereden
was bij wijze van opwarming. Bij de inschrijving hebben we een overvloedige
keuze van te volgen afstanden. De A-kes gaan voor de 65 km, ikzelf kies voor de
55 en Patje maakt er op zijn eentje 95 van. Tot aan de eerste splitsing
proberen we zo goed en zo kwaad als we kunnen samen te blijven, maar de pittige
klimmetjes zorgen keer op keer voor verbrokkeling. Gelukkig krijgen we de
verhoopte splitsing al na een 15-tal km, waar Axel, Els en RudyDC ook besluiten
voor de iets kortere pijn. Els is hare nieuwe velo al goed gewoon, en rijdt op
haar gemakske mee. Af en toe wel eens een kreet of schreeuw als we een
technische passage krijgen, maar ze rijdt zij toch maar overal op en af. Een
keer loopt het bijna verkeerd af, als een of andere Pipo een biet???? verliest
die we maar op het nippertje kunnen vermijden. Wij vragen ons af wat die gast
met een biet tijdens een MTB-toer doet. Waarschijnlijk was het zijn bedoeling
om onderweg de beestjes te voederen, maar hij had ze beter zelf opgegeten, da
kalf. Het parcours ligt er, op een paar modderpoelen, gelukkig droog bij.
Nadeel hiervan is dat bepaalde stukken keihard liggen, en vree neig stampen,
wat niet meevalt als je met een pijnlijke rib zit. De laatste stukken beginnen
dan ook serieus door te wegen, en een 5-tal km van het einde krijg ik een
serieuze upperkut ( vraag maar aan Els). Na aankomst kunnen we genieten van een
verfrissend drankje, en als even later de fanfare begint te spelen, zit de
sfeer er goed in. De organisatoren hadden goed hun best gedaan. Goed uitgepijlde
toer, en cadeautjes voor en na de rit. Gratis busjes deo, voor wie zich
stinkend in het zweet gereden heeft, en bij inschrijving kreeg iedereen een
scarf (een soort sjaal, muts, bandana). Hierop stond de leuze van de club:
“Straf in bergaf, en nen bleken achteraf”. Al heb ik er wel een paar opgemerkt
die de spreuk omkeerden: “Straf achteraf, en bleek in den bergaf”. Nadeel van
zo’n rit op verplaatsing is het late uur van terugkomst, waardoor bij aankomst
in De Beize de plaatselijke rijders één voor één naar huis beginnen gaan. Of
zou den deo niet straf genoeg zijn. Via een plaatselijke informant krijg ik wel
de namen van de thuisrijders doorgespeeld en brengen zij het totaal op 23
sportievelingen. Ivan.
Zondag
19 mei 2013. Plaatselijk. Terwijl de echte mannen en vrouw naar
Herzele zijn, rijden de plaatselijke rijders, zeg maar de B-kes, een ritje naar
Eksaarde-Sinaai.
Het groepje bestaat uit Yvan R,
Dirk H, Luc K, Geert S, ikzelf en Kenneth V. Niet zotten Kenneth want die heeft
nog wat last van een schouderblessure die hij op onfortuinlijke manier heeft
opgelopen bij het MTBiken (of toch kort erna), als een boompje de Gaver
overstak.
Om niet altijd hetzelfde traject
te moeten rijden, worden nog enkele wegels uit de oude doos bereden in de
omgeving van ’t Lammeken.
Op B’s tempo gaan we naar de
verre kapelle waar we naar goede gewoonte even halt houden. Wat we bij mijn
weten nog niet hebben meegemaakt is dat de kapel open stond. Een plaatselijke
vedette met een grote moustache loopt er ook rond en gaat een babbel aan tegen
ons. Hij komt pas goed op dreef als Geert hem vraagt of hij den deken of
pastoor van de kapel is. Blijkbaar ging er een (fake) trouwpartij door en om
het met zijn woorden te zeggen “om den dikken nek uit te hangen”. Hij vindt
genieten van de natuur hetzij te voet of met de fiets een schone hobby. Zijn
hobby is manken. Hier kan Yvan hem direct in volgen, hij mankt namelijk ook,
maar op de velo ziet ge dat niet hé.
Ik kan natuurlijk niet vertellen
wat Yvan heeft voor gehad, das privé. Het gaat trouwens niemand wat aan dat hij
met de voorhamer op zijnen groten teen heeft geklopt, tijdens het hout klieven.
Van de kapelle gaat het verder
naar Sinaai. ‘K moe mee tijen goe kijken, langs waar we moeten rijden om
tenslotte aan de kerk van Snoi uit te komen.
Daar krijgt Geert telefoon van
zijn Carla, zij heeft nen platten band. Geert geeft een beknopte uitleg hoe ze
dienen band terug kan opblazen. Maar korte tijd nadien gaat zijnen telefon
opnieuw. Die enen platte band zijn er al twee geworden, Carla haar metgezel
Christine heeft ook een lekke band. Ze staan aan dienen wegel in Eksaarde is de
eerste omschrijving.
Uiteindelijk komen we te weten
dat het in de omgeving van restaurant ’t Scheepken moet zijn.
We veranderen van modderfokkers
naar VABers en snellen ter hulp.
Gelukkig ist meewind en binnen
de twee uur (zoals VAB het voorschrijft) zijn we ter plekke. De twee banden
worden hersteld en we besluiten om samen terug te keren naar … de Beize of
dacht ge dat we weer naar die kapelle zouden rijden? Onze rit is onderbroken
maar deze kunnen we op een andere keer opnieuw doen. Toch hebben we ongeveer 55
km en iedereen heeft ervan genoten zonder dat er iemand op zijnen asem heeft
getorten.
Na korte tijd komen ook de
Herzele-rijders aan, zijnde Els VP , Stefaan I, Jo R, Dirk DB en Axel T. Ook
zij hebben een mooie rit achter de rug. Enkel Axel heeft hem ne keer gewinteld
in de broambezen, zonder al te veel erg.
Yvan, Luc en Dirk DB geven er
nen schub in voor ulderen verjoardag.
Nog wat nagenieten in ‘t
zonneken en den veurnoene es compleet. Rudy
DC
PS. Waar dacht ge anders dat G.
Schepens zijn Carla ging staan dan aan ‘’t Scheepken’? Mario
Zondag
16 juni 2013. Lokaal Lede. Een zonnige morgen, maar een onverwacht
magere opkomst. De 40 jaar verjaardagsfuif van Gunther & Annick in de
Sjatoo gisteren is de grote boosdoener. Daarbovenop zijn er die deze namiddag
gaan meerijden met de voetballers van Hoger Op. Wij besluiten de toertocht van
Zele Heikant te laten voor wat hij is en we doen nog eens de bricoleerwegeltjes
à la Mario, in en rond Lede. Een patattenrit noemt Ivan dat. Merci jong, we
gaan dat onthouden. Vanaf nu is het gedaan met lief zijn voor jou in de
verslagjes.
Een totaal van 45 km op het
gemakske, want mannen (Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Carlo Goossens, Dirk
Hanselaer, Jurgen Vion en ondergetekende) en vrouwen (Karine Der Neve (maar ook
soms Der Op) en Nancy Van Waes (maar eigenlijk van Eksaarde)) rijden samen. Het
moet gezegd, die 2 dames hebben goed gereden, en altijd maar terten zonder
morren of klagen, wat dikwijls van de mannelijke mountainbikers niet kan gezegd
worden. En geen enkele 29-incher die meedoet, dat is ook nog eens iet anders:
iedereen op gelijke hoogte.
Dan gebeurt er plots het ene na
het andere. Kijk, roept Ivan, daar loopt er een broerke van Nancy. Maar het is
een eekhoorntje. Meteen daarna rijdt Jurgen een platte band, midden een
beschermd landschap (ge moet maar durven), en wijl we die aan het stoppen zijn
(de band, niet het landschap), komt er een gast aangereden op van die dikke
tracteurbanden. Die ging ons zowaar op één been voorbijsteken, want ja, het is
die gast die al jaren met één been mountainbiket. Hij blijft bij ons tot de
band gestopt is en het wordt een gezellige keuvel, waaruit we leren dat hij ook
nog de Mont Ventoux gaat beklimmen binnen 2 weken. Als hij weer weg is, en we
over zijn ene been beginnen en over hoeveel courage die mens toch heeft, valt
Karine uit de lucht: ze had dat niet eens gezien.
We houden nog een tussenstop in
Afspanning Den Engel in Wanzele, om er de lokale jeugd aan het werk te zien, en
alwaar Ivan en Cesar een Rudy drinken. Of was het nu omgekeerd? Rudy zegt dat
hij een liefhebber is van Kelly Verbier (lees met klemtoon op eerste
lettergreep (Kè llie-ver bier)). We stoppen telkens ook nog even aan de 3
watermolens die op de route liggen (de Cottem-molen tegen Erpe-Mere, een tweede
molen, dicht bij Wanzele, waarvoor we eventjes een extra-wegel moeten pakken,
en de enige die nog werkt, en de vergane watermolen aan de Boondocks. Ha, het
is een thema-fietstocht, zegt Carlo.
Er wordt unienam besloten dat
Axel geen punt krijgt voor deze rit. Hij rijdt wel vannamiddag de rit van de
Ronde van Vlaanderen van Stefaan Rogiers en de Hogeroppers mee, maar alleen de
zondagmorgen in het veld telt. Straatjeannetteritten tellen niet mee in ons
klassement. En zo staat Ivan op kop in zijn eigen klassement! Ge moet het maar
doen. En er is een mooie prijs aan verbonden: Degene met de meeste ritten op
het eind van het jaar, trakteert alle modderfokkers op de nieuwjaarsreceptie,
naar ik van horen zeggen heb.
In de Beize arriveren ook nog
Nadine en Rudy (na een rit van liefst 14 km, pas op: elk hé!) en Luc Krick,
enkele minuten eerder aangenaam vooraangekondigd door eega en dochter. Mario
PS. Ivan, krijgen we nu dubbele
punten voor deze rit, om unienam te helpen stemmen tegen Axel, zoals je
gevraagd had??
Zondag
30 juni 2013. Eksaarde. Terwijl er een deel modderfokkers op
week-end zijn, verzamelen wij voor een rit in Eksaarde.
Carla neemt de taak van Els over
en fietst als enig meisje mee met de jongens. Ze wordt beschermd door Yvan R.,
Danny F., Geert S., Ronny VH., Axel T. en Rudy DC.
Danny voert ons naar Eksaarde
langs de mooiste baan om te rijden, zoals hij zelf zegt. ‘t Is wel niet de
kortste, maar dat stoort niet.
We laten ons inschrijven voor de
50 km. En wie dacht: “Axel is erbij, ’t zal niet te rap gaan”, komt bedrogen
uit… Axel heeft een paar geheimen waardoor hij beschikt over goede benen. Hij
heeft namelijk een wijn gevonden waarvan ge heel goe kunt rijden ’s
anderendaags. Dus zij die goed willen presteren: één adres.
Yvan, die eigenlijk al zijn moed
moest verzamelen om te starten, ziet zijn kook-wa-beter-vriend meermaals van
hem wegrijden. Ook Ronny heeft het af en toe lastig. Danny rijdt met lijden in
A-stijl, terwijl hij met de B’s op de baan is.
Een kettingbreuk van mijnentwege
zorgt voor een beetje rust. Even later verklapt Axel nog een geheim: een
modderbad, maar dat moet ge tijdens de rit nemen, én het werkt nog ook, want
Axel verzwakt niet. Ronny en Yvan des te meer. Ver naar het einde toe gooit
Yvan de handdoek in de ring en verlaat het parcour om huiswaarts te rijden.
Ronny wordt nog wat gestimuleerd door Danny en zet toch door. Aangezien ik
vroeg thuis moet zijn, keer ik juist voor Eksaarde ook samen met Axel en Ronny
richting Doorslaar, zodat alleen Geert en Danny, Carla (die een kortere rit had
gekozen) opzoeken. Geert moest wel terugkeren, want hij moet bij Carla slapen
hé.
“De laatste loodjes wegen het
zwaarst”, moet Ronny wel gedacht hebben, als al zijn pijlen - zelfs de
slechtste - verschoten zijn. Hij is thuis geraakt, maar moest een aangeboden
aperitief afslaan. Es dat niet vreet. Rudy
DC
Zondag
14 juli 2013. Plaatselijk-St. Lievens Houtem. Eerste week in
congé, zo’n 28 graden. Ik lig in ’t zetelke onder mijn lindeboom, die net nu in
volle bloei staat en een heerlijk aroma verspreidt, plus een prachtig uitzicht
over de husseveldse weilanden. Je zou er zowaar lyrisch van worden. Voor mij
geen overvolle stranden met bleitende bengels, puffen in de file of wachten op
de luchthaven voor een uitgebreide douanecontrole na een vlucht met een uurke
vertraging. Ieder zijn meug natuurlijk, maar geef mij maar rustig relaxen in
eigen tuin en op zondag een ritje in de buurt zoals eergisteren. We verzamelen
om 8.30 u voor een uitstapje richting Sint-Lievens Houtem om daar de
plaatselijke MTB route te volgen o.l.v. Danny F. De andere aanwezigen waren:
Thomas B, Axel T, Geert S, Rudy DC, Rudy V, Jan W, Patrick R, Luc K, Stefan I,
Carlo G, Els VDP, en ikzelf. De mist van vanochtend is ondertussen opgetrokken,
en het belooft een zomerse zondag te worden. Danny loodst ons feilloos tot
voorbij zijn geboorteplaats Wetteren, maar een beetje verder raakt hij het
goede spoor toch bijster. Gelukkig is Jan er om zijn rol als gids over te
nemen. Hetgeen hij trouwens met gemak doet. Niet moeilijk in een streek die hij
zo een beetje als zijn speeltuin mag beschouwen, en waar hij bijna elk wegeltje
weet liggen. Hoewel, veel wegeltjes blijven er niet meer over, want veel van de
gekende paadjes en boerewegels zijn ondertussen gebetonneerd, en lijken meer op
autostrades dan op een mountainbikeparcours. Gelukkig biedt de tweede helft van
de rit meer afwisseling, en kunnen we ons hart ophalen in enkele bosjes met een
paar technische passages. De steile afdaling, niet voor mietjes, wordt maar
door een paar waaghalzen op de fiets genomen. Els, een van de voorzichtigen van
de bende, doet de afdaling te voet, kwestie van haar verlof zonder breuken te
kunnen inzetten, en Danny keert zelfs gewoon terug op zijn stappen. Voor de
terugtocht richting Kalken krijgen we wind op kop, en dan vindt Rudy DC het
maar normaal dat hij een stukske op kop gaat rijden. Samen met Patje houdt hij
het tempo netjes tussen de 30 en 35 km/u. Toch niet slecht voor een bende
mannen op leeftijd (en vrouw, nog niet op leeftijd) met velo’s met dikke
banden. Dat zal die gast met zijn koersmachien ook wel gedacht hebben, toen we
hem voorbij stoven aan zo,n kleine 40 per uur (ha ja, als ge iemand voorbij
gaat, moet er altijd een schepke bij hé). Volgens mijn informanten haalde Luc
het in de spurt naar De Beize (hij weet zijn momenten wel goe te kiezen, laatst
op ’t kerkplein en eerst aan de café ), waar we werden opgewacht door Nadine F
en Guy R, en even later vergezeld door Annemie VDV en Christine DS die ook
uitpakten voor een plaatselijk ritje. Nu Koen terug is van verlof, en volgens
de tekst op zijn T-shirt er weer voor de volle 30% (al is dit een zeer
optimistische schatting) zal voor gaan, kan onze zomer alvast niet meer kapot. Ivan.
Zondag
5 augustus 2013. Oosterzele. We verzamelen om 8u30 aan de kerk voor
een ritje met de fiets naar Oosterzele.
Er is ook nog een tweede delegatie die met de wagen naar Bornem gaat om
daar de fiets-dodentocht te rijden.
Onder hen herken ik Nancy, Carlo, en de familie Neus met Tom, Veerle en
zoon Warre. Wanneer een nieuw gezicht
zich achter ons posteert, leg ik hem de twee mogelijkheden uit, maar hij had
via den blog al gelezen van den uitstap naar Oosterzele en zijn keuze was al
gemaakt. Bij nader toezien blijkt het
dan nog ne gebuur te zijn ook, Geert Van Nieuwenhuyse uit de Scheestraat. Reden nog mee naar Oosterzele: Els, Rudy R, Rudy DC, Luc K, Patje R, Stefan
I, Peter R, Danny F, Philippe D, en ikzelf.
Volgens Rudy is de rit naar ginder een goeie 16 km lang, maar een
onderbroken brug oven de E40 verplicht ons tot een omleidingske, waardoor ik al
met een dikke 21 km op de teller (van thuis) aan de inschrijving aankom. We vertrekken allemaal samen, met in het
achterhoofd de bedoeling om indien nodig bij een van de splitsingen voor een
kortere afstand te kiezen. Het gaat
zoals gewoonlijk goed vooruit, en de warmte plus het heuvelachtig parcours met
enkele nijdige klimmetjes, maken het behoorlijk lastig. Toch geeft onze nieuwkomer geen krimp. Als ik hem aan de eerste bevoorrading vraag
of ik zijn papieren eens mag zien, vraagt hij mij verwonderd wat ik bedoel. Als ik hem zeg dat hij toch wel over goede
papieren moet beschikken om zomaar van den eerste keer met De Modderfokkers mee
te rijden, zie ik zijn oogskes blinken van contentement. Na het laven van de dorstigen en spijzen van
de hongerigen, vervolgen wij onze tocht.
Rudy, die nog altijd in bloedvorm verkeert na zijn 3-weekse
trainingsstage doorheen Frankrijk, stelt voor om vanaf nu een beetje door te
fietsen, en zo geschiedde. Met als
gevolg dat er hier en daar al eentje (waaronder ik) naar asem moet happen. Blijkbaar krijgt onze neofiet het ook al een
beetje lastig, want even later hoor ik achter mij ineens wat gerammel. Geert heeft zich verslikt in een bocht, en
bijt in het zand. Of zou het toch de
vermoeidheid zijn die begint parten te spelen.
Aan de tweede bevoorrading komt hij me vragen of dit het normale tempo
is dat wij anders ook rijden. Ik
antwoord dat het voor mij eigenlijk ruim rap genoeg is, maar dat dit voor de
rest dagelijkse kost is. Zijn oogskens
worden ineens een stukske doffer.
Wanneer we terug op weg gaan voor het laatste deel van onze rit, komt
Rudy DC met het lumineuze voorstel om eventueel een stukske van de rit af te
snijden. Als je de keuze krijgt om na de
rit op het terras van De Beize, eentje op een rappeke, of twee op ’t gemak te
drinken, is de beslissing rap genomen.
Blijkbaar waren er nog van ’t zelfde gedacht, want als we ter hoogte van
de grote baan richting Wetteren komen, zegt Geert iets dat klinkt als
“hemoetopmijniemeewachteeeeeh, ga alliieernaarhuissj”. Hij zou toch beter een beetje dictielessen
volgen bij zijn vrouwke Els, die logopediste is, want zijn uitspraak laat
serieus te wensen over. Gelukkig begrijpen Clerqsken en ik zijn bedoeling, en
vergezellen hem op de terugweg. Op de
Scheldedijk tussen Wetteren en het pompstation aan de Vaart stelt Geert zelfs
nog voor om ook nog een stuksken op kop te rijden. Zijn benen zijn blijkbaar wa
beter, en zijn praten begint ook weer te lukken. Zo hebben we ze graag zie, tot op het been
gaan, en dan toch nog een tandje proberen bijsteken. Aangekomen in De Beize, feliciteer ik hem
nogmaals met zijn knappe prestatie. Van
den eerste keer 80 zware kilometers, dat zullen er hem weinig nadoen. Een half uurke later komen Danny en Els er
ook aan. Zij waren al verder gereden
terwijl de lekke band van Stefan hersteld werd (ook een manier om een pauze in
te lassen). Els ziet er een beetje verslunst uit en zegt dat we neig bedankt
zijn om zomaar zonder iets te zeggen te vertrekken, en haar aan haar lot over
te laten. Als we haar erop attent maken
dat we het nochtans gezegd hadden, antwoordt ze bitsig dat we het dan nog een
keer moeten zeggen, want dat ze niet luistert als ze moe is. Daar is natuurlijk weinig tegen in te
brengen. Ivan.
Zondag
1 september 2013. Plaatselijk. Begin van een nieuw schooljaar, dus de
zomer loopt op zijn laatste poten. Het
begint al een beetje frisser te worden, maar we houden het droog. Veel volk op ’t kerkplein voor een
plaatselijk ritje. Geert kan al meteen
aan de slag als mechanieker, want het achterwiel van Els draait voor geen
meter. Blijkbaar heeft zij vorige
vrijdag een tuimelperte gezet waardoor haar remschijf gebogen is, maar na wat
plooi- en trekwerk is dit euvel rap verholpen.
Na kort overleg, besluiten we het toerken van onze midsummerride nog
eens te rijden, kwestie van het geheugen van de rapvergeters een beetje op te
frissen. We besluiten ook via Wetteren
af te komen om daar een beetje morele steun te betuigen aan Steven De Mey die
er om 11u15 een kermiskoers rijdt tegen de plaatselijke vedetten. Wij zijn
met 9: Rudy R, Rudy DC, Axel, Danny
F, Els, Luc, Geert, Jo en ikzelf. Rudy V
neemt de rest op sleeptouw: Nadine,
Jurgen en Karine, Guy, Carlo en Johan P.
Ook zij zakken na hun rit af naar Wetteren. We vertrekken aan een gezapig tempo, en nemen
hier en daar een extra lusken bij om toch een beetje kilometers in de benen te
hebben. Hierdoor ontstaat wel een beetje
verwarring over het te volgen parcours, waardoor we er in slagen om voor
Uitbergenbrug al een paar keer verkeerd te rijden. Toch maar beter dat Rudy een
beetje vooraan komt rijden, zodat hij ons feilloos door de wegeltjes en paadjes
van Lede, Serskamp, Impe en omliggende kan loodsen. De wegeltjes zelf liggen er poerdrooge bij,
en zelfs de vermaarde modderpoelen in de bossen zijn nagenoeg opgedroogd. Het
nadeel hiervan is wel dat het behoorlijk ‘stampen en dagen’ is, maar da
groepken is hier dan ook van de streek.
Het lijkt wel een ritje te worden om goed uit de doppen te kijken, want
overal waar er iets in de weg kan lopen of staan, is dit meestal het
geval. Het is dan ook serieus
verschieten, als we na een blinde bocht oog in oog komen te staan met een
ruiter met paard. Even verder doet Els
waar ze de laatste tijd zeer goed in is, ne keer vallen. Gelukkig in ne malsen gracht en midden in de
bossen, waar niemand buiten ons haar gekrijs kon horen. Stel u voor dat iemand dit toch gehoord had,
en daarna 8 mannen en 1 vrouw den bos ziet uitkomen. Ze zouden er nog slechte gedachten van kunnen
krijgen. We vervolgen via Schellebelle
richting Wetteren, waar Danny ons een rondleiding geeft door de straten waar
hij opgroeide. Rudy wordt er zowaar stil
van, en besluit dat Danny al bij al nog goed terecht gekomen is, als je bekijkt
van waar hij komt. Na een kort
intermezzo aan CC Nova, waar de aankomststreep van de koers lag, keren we terug
naar Kalken. Bij aankomst op het terras
van De Beize worden we opgewacht door Annemie en Machteld, die met den fiets
bij den bakker waren gereden, maar hiervoor toch in volle koerstenue waren
gesprongen. Later komen ook nog Johan VH
en vriendin Sabine aan, die op verplaatsing gingen fietsen. En terwijl Koen zijn pinten tapte, tapte Guy
moppen, waarvan ik jullie er eentje niet wil onthouden:
Waarom geeft men na de geboorte
het kindje een klets op de billen???
Bij de domme kindjes valt het
piemeltje er dan af. Ivan.
Zondag 17 november 2013. Sidmarbossen. Dertien man verzamelen op het kerkplein, den enen al wat rapper dan den
anderen, bedoele wel de ure van aankomst hé.
Bij de vraag
waar rijden we naar toe, wordt er naar mij gekeken en bij mij est rap beslist;
naar mijnen bos (weeral). Maar tes vele op de boane en den bos ligt goe, kheb
zaterdag al ne keer weesten kijken. We bollen goe deure naar ginder zonder te
overdrijven.
Na x-aantal
keren naar ginder te hebben gereden zijn er nog altijd die ulderen weg niet
weten, laat staan in den bos. Ne keer daar gekomen gaat Jo als eersten, het
kort draaien en korte klimmekes gaat hem eigenlijk nog goed af, té al anders
geweest. Kmoe hem wel zeggen langs waar hij moet rijden en tes tan nog ne keer
mis. Dan komen de echte mannen naar voor, zijnde Jan, Steven en Stefan, ook
Rudy R, Gert en Dirk schuiven op, maar tzijn de eerste drie die verkeerd
afslaan ook al roepek rechts. Een beetjen verder zeggek tegen Gert rechts
volgen, doch de pijlkes van een rit uit Zelzate wijzen naar den anderen kant en
ja, mee drei man verkeerd, Gert, Luc en Danny (tes misschien wel niet volledig
just maar kwille toch iedereen ne keer vernoemen). We zien ze rijen op een
verkeerd pad en stoppen om weer te hergroeperen. Op dat moment komt er iemand
toe en die valt. Kweet nie hoe dant komt maar peize direct dant Mario es, maar
twas nen kerel die den tocht van Zelzate volgde en die was ook al mis.
Uitgeleefd in den bos keren we weere naar Kalken.
Axel, ja die
was er ook bij (den top van het klassement verandert nie want Yvan es ook mee),
krijgent soms wat moeilijk en Rudy geeft hem een duwtje in de rug. Hij voelt
ook dat er nog een banane in zijnen zak zit, en die wordt tot mousse vervormd.
In de Beize, als Axel just weg es wordt er gezei dat hé den volgende keer ook
nen betterfoodkoek en nen appelsien moe meebrengen om fruitpapken te maken. En
hij nodigt ons dan nog uit om ‘s namiddags wijn te gaan proeven.
Langs de
moervaart est veneir van tselfste Stefaan op kop, Mario, Axel en Jo vergeten af
te slaan naar het domein, om te pesten wordt nu wel wat rapper gereden en tuurt
tot aan de zwemkomme veur dan ze der weer bei zijn.
Via Doorselaar,
zonder te stoppen bij Marc Fiers, bollen we goed deure. Op de brug in de
Bontinckstraat zijn er nog een paar dient lastig krijgen. Luc die we nog nie
veel gezien hen rijdt op de Gavere op
zijn koussevoeten weg om op die manier de snelsten te verrassen, maar dat es
buiten Rudy gerekend. Die maakt een inhaalbeweging en nen spurt terzelvertijd
en rijdt iedereen voorbij of uit het wiel. Ook Luc, die nen uitleg zoekt bij
nen auto aan de Pennemansboine. Hoe dan ze hier genen seingever zetten?
Achteraf kijkt
Rudy op zijnen GPS en zegt: ‘Ter staat 54 km (per uur) op’. Mario reageert
direct: “Bij mij 58 km (rit)”. Zo hé, iedereen weer gelijk.
Arriveren nog
in de Beize; Guy, Annemie en Johan P.
Rudy DC
PS. Of anders
samengevat: ’s morgens met Axel richting Axel en ’s namiddags wijn gaan proeven
bij Axel. Mario
Zondag
15 december 2013. Sombeke-Waasmunster. Veel volk op de
afspraak voor een ritje Waasmunster. 15 man sterk: Luc, Mario, Stefan, Axel,
Gert, Geert, Jo, Jan, Dirk, Bart, Peter, Ivan en de 3 Rudy’s. Al was er eentje
van de 3 die het kerkplein niet haalde, je mag ne keer raden wie. Mario, die op
een deftig uur terug thuis moet zijn, vraagt of er liefhebbers zijn om een
plaatselijk toerke te rijden, maar het vooruitzicht van de Waasmunsterse bossen
laat hem alleen met zijn plan. Hij besluit dan toch maar mee te rijden met de
rest van de bende. Zo hebben we ze graag sie. Zelfs tegen zijn gedacht
meerijden om toch maar zijn makkers niet in de steek te laten. We vertrekken
aan een gezapig tempo richting Zele, maar we zijn nog maar net voorbij
Overmere-Donk als Stefaan lek rijdt. Na een beetje gefoefel en gepruts blijkt
uiteindelijk dat zijn sjoepappe ook nie veel meer waard is, alléé, die van
zijne band toch. Hij besluit dan maar zijn ware aard te tonen, en terug te
keren voor een plaatselijk ritje met de dames. Bij aankomst in Sombeke zijn we
al goed opgewarmd met een dikke 20 km op de teller. Daar worden we opgewacht
door Frank Vandesteen en vriendin, een prettig weerzien na al die maanden van
afwezigheid. Wie, zoals gewoonlijk goed berijdbare zandwegeltjes en de
Waasmunsterse bossen verwacht, komt serieus bedrogen uit, want al meteen na de
start krijgen we een ferm ploeterstuk voor de wielen. Axel, die met een beetje
voorsprong vertrokken was, wacht net lang genoeg tot we hem terug in het vizier
hebben, om een sierlijke buiteling in de modder te maken, en ons zo te laten
meegenieten van zijn dolle capriolen. Een paar kilometer verder, op een
volgende modderstrook herhaalt hij zijn stunt, met dit verschil dat hij nu op
zijn andere zij gaat liggen. Even verder worden we opnieuw een slijkwegel
ingestuurd, maar een van ons ervaren gidsen weet dat dit een lus is van een 2
tal km die er zeer slecht bij ligt. Hij stelt voor om deze beproeving aan ons
te laten voorbijgaan omdat we zonder dit stuk ook wel aan ons kilometers zullen
geraken. Iedereen is akkoord behalve Axel, die naar eigen zeggen toch al vuil
is en op zijn eentje verdergaat. Waarschijnlijk wilde hij zijn verdere duiken
in intiemere sfeer beleven. Bij momenten is het zeer druk op het parcours, en
zo nu en dan staan we echt in de file als enkele minder technisch begaafde
voorgangers er een wandelingske van maken. De nodige rustpauzen spelen wel in
mijn kaart, waardoor ik vlot meedraai in de voorste gelederen van de bende.
Opeens horen we van achteruit geroep en gefluit, het sein om even te wachten.
Als ik vraag op wie, krijg ik het antwoord, “Ha, op Ivan, zeker? ” Hawel, da
vind ik nu wel straf sé. Meestal moet ik zeggen dat het een beetje te rap gaat,
en dat ik mij laat uitzakken, maar nu moet ik al beginnen zeggen dat ik mee
vooraan zit. Bij aankomst aan de bevoorrading staat ons kilometriekske al op 50
km en het uurwerk op kwart voor elf. Mario besluit van hieruit de kortste baan
naar huis te kiezen om toch nog voor de noen in Kalken te zijn. De meesten onder
ons durven de wijsheid van een professor niet in vraag te stellen, en delen
zijn besluit. Enkel een paar die-hards besluiten de toer uit te rijden. Voor de
terugtocht krijgen we wind op kop, en van de goede benen in ’t begin van de rit
is niet veel meer te voelen. Als ik zeg tegen Geert dat het schaop verre de prt
af is, antwoordt hij dat er nog wel een paar schapen in de kudde zitten.
Gelukkig kan ik rekenen op de compassie van mijne gebuur Clercksken, die met
een leegloper zit, zijn achterband dus. Hierdoor krijgen we toch noch 2 kleine
rustpauzen om even bij te pompen (Rudy zijn band, en wij, schapen, ons
krachten). Een eindspurtje zat er niet meer in, maar we waren toch al geklopt
door de dames die ons al zaten op te wachten in De Beize voor de vaste zondagmiddagaperitief.
Ivan.
Zondag 2 februari 2014: Moerbeke en Sidmar bossen. Op algemeen verzoek, nog ne keer een verslagske, want het is niet omdat
er niet geschreven wordt, dat De Modderfokkers ook niet rijden. Al is er van modder de laatste tijd niet veel
sprake, want door de natte kwakkelwinter, kiezen we de laatste weken nogal vaak
voor een ritje op de weg. De
aangekondigde rit naar Hamme-Zogge ( of Hamme-Zochte zoals Rudy het noemt )
valt door de overvloedige regen van vorige nacht ook in het water. Danny had gisterenavond nochtans veel reclame
gemaakt, en ten stelligste beloofd aan Jonathan Driessen dat hij zeker zou
rijden. Niet dus. Wie er wel waren:
Jonathan dus, Rudy Rogiers, Vergeylen en De Clerck, Jo en Patrick Roels, Dirk
De Boever, Luc Krick, Gert Vergult en ikzelf.
In plaats van een zoveelste ritje op de weg stelt Clerksken een
toerke voor dat hij vorige week is gaan
verkennen. De kanten van Moerbeke heeft
hij een stukske bos gevonden waar het al bij al nog redelijk deftig ligt. Op
een lang en lastig stuk kassei tussen Eksaarde en Moerbeke worden de beentjes
voor de eerste keer getest, en ik stel met plezier vast dat ik al bij al vlot
mee ga met de bende, al begint het op het einde toch serieus te pieken. Gelukkig krijgen we na deze beproeving een
rustiger stukje ingelast, kwestie van iedereen een beetje op adem te laten
komen. Als we al een tijdje in de Moerbeekse bossen aan het rondcrossen zijn,
beginnen we toch te beseffen de ene zijn “deftig” voor een ander eerder ne vettigen
boel is. Terwijl we na zo’n deftig (
vettig ) stukske bos even halt houden voor een hergroepering, merkt Rudy R op
dat het tussen de plassen toch vrij droog is, en dat er inderdaad bijna geen
modder ligt, enkel aarde gemengd met water.
Na een verbindingsstukske over de weg pikken we als vervolg nog de vaste
toer in de Sidmarbossen mee, waar we ons hartje nog eens kunnen ophalen, en
waar het wel nog deftig ligt. Toch
slagen zowel Jo als Jonathan erin om een tuimelperte te zetten. Ik weet nu niet wie eerst onderuit ging, was
het nu JonaJonathanofJonathannaJo?
Speelt geen rol, als het al zo moeilijk is om te lezen, dan is het zeker
niet makkelijk om te onthouden. De reden
van hun duik? Bij Jo kunnen we het excuus inroepen dat hij zijn nief
vliegmachien nog niet volledig onder controle heeft, en bij Jonathan zal de
vermoeidheid er wel voor wat tussen zitten.
De terugweg naar Kalken wordt voor hem zelfs een ware beproeving, want
zomaar meerijden met de grote mensen zonder voorbereiding laat zich op het
einde wel voelen. Maar met hier en daar
een duwtje in de rug haalt hij toch de aankomst, al hangt hij op het laatste
eerder onder dan tussen zijne kader.
Toch ne dikke chapeau voor Jonathan om na vele maanden zonder fiets, en
ondertussen een paar kindjes opvoeden een geslaagd wederoptreden te maken. Daar kan zijn uitdager Danny nog een lesje
van leren. Ivan.
Zondag 16 maart 2014. Waasmunster. Ik ben nog maar halfweg de Schriekstraat als er al nen gast ik mijn wiel
komt hangen. Bij nader inzien heeft hij hetzelfde truiken aan als ik en
blijkt het buurman Rudy De Clerck te zijn, die van een paar honderd meter
verder kwam dan ik, en al meteen een gat mocht dichtrijden. We rijden op
’t gemakske richting Kalkendorp waar we op een verlaten kerkplein
toekomen. Maar ja, wie komt er nu op tijd op de afspraak, of zelfs een
paar minuten te vroeg. Toch komen er nog een paar voor de klokslag van
half negen aangereden: Peter Rottier, ook van ’t Hussevelde, maar een
beetje later vertrokken dan ons, Karel Verhoeven, Bijna van ’t
Hussevelde, Dirk De Boever kwam van Laarne maar had meewind, Jo Roels
maar die woont in ’t dorp, Axel Troch, ook van nie ver, en Patje Roels ( ook
meewind ). De rest kwam naar goede gewoonte op Kalkens uur: Danny Fack
8.31u, Luc Krick en Stefan Imschoot 8.32u, en Rudy Rogiers 8.33u. Zelfs
vroeger dan normaal, maar dat komt door zijne nieuwen velo. 3 minuten
rapper op 3km, dat belooft voor straks. Met z’n twaalven in totaal voor
een plaatselijk ritje richting Waasmunster. Eigenlijk zouden we met 13
geweest zijn, want Mario had aan Karel beloofd ook zeker van de partij te
zullen zijn. Niet dus, waardoor er eentje niet gelukkig was om zonder
zijn boezemvriend op pad te moeten. Ik tracht Karel nog een beetje te
troosten, en zeg hem dat hij nog wel een paar nieuwe vriendjes kan bijmaken,
maar ontgoocheld als hij is gaat hij bij momenten van pure colleire keihard op
kop rijden. Tot zover de nieuwe vriendjes. We zijn nog maar net aan
de windmolens van de Bontickstraat als Dirk te kennen geeft dat zijn voorband
een beetje te plat staat en een beetje moet bijgepompt worden. Danny, pomper
van dienst, klaart de klus in een wip en we kunnen verder vlammen. De
Durme-dijk van Lokeren naar Waasmunster is ook zo’n stukje waar naar goede
gewoonte deftig wordt doorgevlamd met snelheden tussen de 35 en 40km/u. Het
stuk onverharde dijk dat daarop volgt ligt er ook vrij goed bij, waardoor ook
hier de teller tussen de 30 en 35/u blijft schommelen. Gelukkig krijgen we na
dit lastig stuk een korte pauze voor een technische interventie. De band
van Dirk blijft het blijkbaar toch niet houden en moet hersteld worden, waarna
Danny opnieuw zijn pomptechniek kan laten bewonderen. Eens aangekomen in
de Waasmunsterse bossen is het weer genieten van de mooie wegeltjes waarvoor
deze rit garant staat. In groot contrast met de massa’s water en modder
van de vorige weken, krijgen we hier en daar zelfs al een paar zandstroken voor
de wielen. Het ooit zo plezante golvend stukje langsheen de E17, ligt er
door boomvellingswerken niet zo goed bij, met hier en daar een paar uitstekende
stenen. Jo probeert deze stenen terug in de grond te stampen, maar rijdt
hierdoor wel zijn achterband lek. Tijd voor een volgende depannage, en
voor Danny wordt het nu bijna pompen of verzuipen. Eigenlijk verdient die
gast toch wel een dikke proficiat voor zijn barmhartigheid, want vorige week
hielp hij ook al een 80 jarige wielertoerist uit de nood. Ook die had
problemen met zijn achterband, en Danny deed wat hij zo goed kan, pompen.
En ook al is dat dan het enige wat hij zo goed kan, toch een welgemeende
chapeau. Via de Mira-brug rijden we eerst nog een lusje naar het Pilleceinbos,
waarna bij het terugkeren de liefhebbers het gewijzigde BMX parcourtje kunnen
verkennen. Patrick laat zich toch verrassen door een van de aanpassingen
en maakt een kleine uitschuiver. Niet erg, maar wel in ‘t verslag.
De terugweg naar Kalken gaat via Hamme met wind op kop, dus is het kwestie van
u zo goed mogelijk weg te steken achter de tempobeulen op kop. Maar
plotseling, ergens ter hoogte van Zele is Axel het beu, en houdt hij de pedalen
stil. Teveel last in zijne rug. Nie moeilijk, met al dat
geduw. Het tempo gaat 5 per uur naar omlaag, en zo kunnen we zowaar een
babbelke slaan met de gast naast ons. In mijn geval met Peter. Als
ik hem vraag of hij weet dat de oorspronkelijk naam van Cafe De Beize, Den
Hollander was, valt hij bijna van zijn velo van ’t verschieten. “En waren
dat dan ook echt Nederlanders die de zaak uitbaatten?” vraagt hij. Nee,
antwoord ik, dat waren naar het schijnt sympathieke mensen. Bij aankomst
in De Beize is het zoeken voor een plaatsje want onze vaste stek blijkt
ingenomen door een paar sympathieke lopers. Hierdoor moesten de damesfietsers
en begeleiders op de plaats van de kaarters gaan zitten, en wij aan de hoge
tafelkes van de zondagmiddag-aperitievers.
Bijgevolg de
volledige planning en tafelschikking overhoop. Volgende week toch
misschien een beetje vroeger afzakken, of vragen aan Koen dat hij reservaties
aanvaardt? Ivan Rogiers
Zondag
13 april 2014: Lede. Niet meer dan zes liefhebbers voor een
plaatselijk toerke, maar daar zullen de ritten van gisteren wel voor iets
tussen zitten. Een deel van de dames en
heren reden een liefdadigheidsrit voorheen gekend als de rit van de gouverneur
en een zestal macho’s (eigenlijk masochisten) gingen hun benen en zitvlees
testen in de Parijs-Roubaix voor amateurs.
Wij, Danny Fack, Patrick Roels, Axel Troch, Niels Troch en ikzelf reden
onder bekwame begeleiding van Mario Vaneechoutte een van zijn trage
wegel-ritjes. Bij de start krijg ik het
verzoek om nog eens een verslagske uit de mouw te schudden. Ik beloof mijn best te doen, maar enkel en
alleen als er iets de moeite waard is om te vermelden. We vertrekken langs den Boombos en duiken aan
het gewezen zoutfabriek al meteen de Kalkense Meersen in en rijden zo via
Schellebelle, Uitbergen, Wichelen richting Lede en Erpe Mere. De terreinkennis van Mario wordt danig op de
proef gesteld, want de smalle, soms onbestaande wegeltjes liggen goed verscholen
tussen overhangend struikgewas en smalle doorgangen. Graafwerken voor een nieuwe verkaveling
langsheen de spoorweg ergens tussen Lede en Erpe-Mere laten de GPS en hersenen
van Mario op tilt slaan en even weten we begot niemeer waar we zijn. Gelukkig komen we na even zoeken toch weer op
bekende wegen terecht. Net op tijd om
aan te sluiten op een nieuw stuk wegeltjes dat hij nog ergens tussen de soep en
de patatten gevonden had. Dit nieuw
stukske brengt ons tot in de buitenwijken van Aalst, en het moet gezegd worden
dat er een paar schoontjes tussen zaten.
Als we weer inpikken op het gekende parcours beginnen we aan mijn
favoriete deel van deze rit: “de watermolentoer”. De eerste watermolen die we aandoen is de
Cottem-molen. Hier houden we een korte drinkpauze met onze ervaren gids, die
niet alleen bioloog, maar ook amateur ornitoloog en liefhebber vogelaar
is. Hij vertelt ons dat dit een van de
weinige plaatsen is waar de zeldzame gele kwikstaart kan gespot worden. En
opeens ontwaart mijn arendsoog de gele kwikstaart, terwijl die
andere kiekens er op staan te kijken gelijk nen uil op nen
kluit. Ziehier beste lezers de reden van
dit verslag. Ik slaag er zomaar in op in
één zin vier vogelsoorten op te noemen.
Al is het spotten van zo’n zeldzaam vogeltje toch ook speciaal. Na de rest van Mario’s uitleg over verdwenen
soorten zoals de grijze roodborst en purperkop-flierefluiter vervolgen we
richting Rabbautsmolen (Kloosterstraat,
Lede), waar we verder geen opmerkelijke waarnemingen meer doen. Op de terugweg naar huis doet onze
West-Vlaamse vriend er nog een schepke bovenop.
Om zeker in het verslag te komen, fake’t hij tot twee keer toe een
val. Een eerste keer leutig, want bij
zijn tuimeling horen we iets kraken in zijn achterzak. Gelukkig was het iets dat kraakte onder zijn
rug en niet zijn onderrug zelf. De
tweede keer nog leutiger, want terwijl hij ligt te rollen in het gras, neem ik
vlug zijne velo en ga er mee aan de haal.
Spijtig was het wegeltje net te smal om met 2 fietsen naast elkaar te
rijden, waardoor hij mij snel terug kan inhalen, anders had hij wel een paar
kilometer mogen stappen. De derde molen,
die aan de Boondocks in Wichelen gunnen we geen stop meer waardig wegens niet
in werking. De laatste kilometers
richting Kalken doet Patje ook zijn duit in het zakje. Aangezien zijn kennis van vogels niet veel
verder gaat dan de huismus, beperkt hij zich tot een beetje te gaan vliegen, en
jaagt het tempo boven de 40 km/u. Goe
bezig. Wegens de paasvakantie van De
Beize wijken we uit naar Den Schorpioen, waar we dit gevleugeld ritje afsluiten
tussen de kippen en hanen op het terras.
Als laatste vermeld ik ook de aansluiting van nieuw Modderfokker-lid
Niels Troch, die zich goed uit te slag wist te trekken tussen gasten van 2 keer
zijn leeftijd. Ivan Rogiers
Zondag
11 mei 2014. PLAATSELIJK (versie 1)
Na een paar weken afwezigheid
door omstandigheden, heb ik mijnen hoed in de valieze gestopt. Klokslag half
negen arriveer ik op het kerkplein. Yvan, Thomas, Jo en Stefaan zijn al paraat.
Danny komt iets later toe en Rudy is, als laatste, naar zijn gewoonte ook nog
vroeg.
Ik moet, met de nadruk op
moeten, vroeg thuis zijn alsook Thomas. Moederkensdag zit hier wel voor iets
tussen denk ik. Er wordt dan ook niet naar Puivelde gereden en kiezen we allen
voor een plaatselijk ritje. Danny neemt de leiding, hoewel dak peis dat hij
eigenlek nie goe weet waor dat é naor toe rijdt. Rudy wordt al rap onze nieuwe gids.
Eens aan de brug van Uitbergen
gekomen, wil Jo eens tonen wat hij in de dardennen heeft geoefend. nl. bergop
rijden. Wat hij niet weet is dat we boven op de brug naar beneden rijden
richting dijk. Enkelen moeten terug keren, de gebroeders Rogiers rijden in het
gootje naast de trap naar beneden. Ikzelf en Jo kiezen het zekere voor het
onzekere en rijden langs de weg naar beneden. Stefaan stopt bovenaan de trap en
gaat uiteindelijk te voet naar beneden, alsook Danny denk ik (mocht het anders
zijn mijn excuses). Rudy en Jo nemen een groot stuk van de tegenwind voor hun
rekening.
Onderweg rijdt Jo plat, de sause
komt langst alle kanten uit zijnen tubles maar na een paar pogingen om de band
op te pompen, steekt Danny een andere onderband. In Nederland zou men zeggen
“Tis een echte fakman”. Na het herstellen van de band rij ik ook ne keer op kop
maar tis al rap verkeerd. Maar tegen dat we in Houtem zijn heb ik toch ook mijn
deel kopwerk tegen wind gedaan. Aldaar nemen we een steil hellingsken mee, maar
daar verspert een boomstronk de weg, en die is er precies zo niet gevallen. Na het
opruimen van het opstakel door onze voorzitter kunnen we nog een babbeltje
slaan met enkele ruiters die van de andere kant komen. Danny is zelfs wat
jaloers op de man want die is met drie jonge vrouwen op de baan. Hij
daarentegen….
Na een helling komt er steeds
een afdaling en dat is dan weer niet Jo zijn specialiteit. Hij begint wat te
slippen en hij wil zo rap mogelijk stoppen. Dat lukt hem ook, hij neemt zijnen
veurfrein en in minder dan nen meter komt hij tot stilstand.
We wachten beneden tot hij weer
is rechte geklauterd. Ter wordt natuurlijk mee gelachen en bij het terug
vertrekken toont Yvan nog ne keer wat er
gebeurd was met Jo maar dan uit stilstand. Maor k peize nie dat er Yvan om
gedoan é zelle.
Uiteindelijk bollen we via
Landskouter en Melle terug met de wind grotendeel in de rug.
Op de Scheldedijk steekt er nen
wielertoerist voorbij tewijl Rudy zijnen alaambak nog aan samenrapen is. Hij
blijft en stuk voor ons uit rijden en achter nen tijd begint het te kriebelen
en kunnen we ons niemeer inhouden om hem terug in te halen. Tegen de passerelle
est zu verre. Wat verder wordt er gewacht, maar Thomas is afgeslagen richting
huis. Wij keren terug via den vaart. Op het einde van den dijk est vol meewind,
gelukkig staat er een bord met max 50 km/u, want volgens mijn kilometrieksken
bollen we 48,8 km/u.
De Beize is geen optie voor mij
deze zondag. Wat nen voorbeeldige man zeg (maor veur hoelange). Rudy De Clercq.
Het is een
heel winderige ochtend en er wordt nattigheid voorspeld. Toch staan er om
half 9 al 5 modderfokkers op het kerkplein. Als we uiteindelijk
aanzetten zijn we met 7. Rudy Rogiers en Danny Fack zetten zich op kop om Jo
Roels, Thomas Bisschop, Rudy De Clercq, Yvan Rogiers en Stefan Imschoot op
sleeptouw te nemen voor een plaatselijk ritje. Zo staat dat dan toch op “den
blog”: “8u30 PLAATSELIJK ritje”. Wie echter denkt dat we dan toerkes rond de
kerktoren draaien om zo het uur van aankomst zo dicht mogelijk bij het
openingsuur van de Beize te houden komt bedrogen uit. |
Zondag
18 mei 2014. Berlare.
Staan aan de kerk: Ivan (weeral
als eerste, en wat blinkend van de zonnecrème of van het kettingvet), Karel het
standbeeld (die stond daar eigenlijk al veel eerder), daarna ik, Jo, Patje, de
witte Krick, Rudy Vergeylen, Karel (de echte), en als laatste (of wat had je
gedacht), de voorzitter hemzelve. Met 8. Helaas, helaas, Danny Fack is er niet,
de helaasheid der dingen.
Zegt Ivan: Mario, de mensen
vragen naar nog eens een deftig verslagske, maar ik heb geen tijd. Wil jij het
doen? Ba ja, denk ik, als zelfs Stefan Imschoot zich al geroepen voelt om
verslagskes bijeen te pennen, waarom ik niet nog eens? We rijden naar de toertocht
van Berlare. Ik heb mijn GPS mee in de hoop dat er wat nieuwe wegels tussen
zitten die ik dan kan oppakken, en we worden niet ontgoocheld. Veel nieuws
(voor mij toch), hallelujah. De voorzitter moet om 10 uur thuis zijn, want hij
moet naar de 20 km van Brussel om VIPs (Very Impotent People) rond te voeren,
dus op de dijk naar Berlare gaan we rond de 38 induur vooruit. Als we willen
vertrekken in Berlare is het even wachten op Patje. De ingewijden weten waarom.
Het tempo is voor de echte Akes
gezapig, maar voor Ivan en mezelf is het tamelijk moordend. Maar we zijn taaie
en bijten ons erdoor. Gewoon een voorbeeld: Zegt Rudy V: “Ja, mijn banden staan
wat hardgepompt, ik ben gisteren nog efkes op de baan gaan rijden.
Honderdvijftig kilometer.” En dan verwachten ze van mensen gelijk Ivan en mij
dat wij meekunnen! Een eind verder worden we voorbijgestoken door 2 man. Niet
van onze gewoonte dat dat gebeurt, maar kijk: het zijn gedomme modderfokkers.
Echter, ik heb die nog nooit gezien en alleen Rudy V kent de betrokkenen in
kwestie, waaronder ene Marius, één brok spier. Even verder hebben ze het
moeilijk om bij te blijven en ik denk, dat zijn er weeral 2 die hun lesje
geleerd hebben: steek nooit de Akes voorbij, zelfs niet als ge zelf een tenuke
van de fokkers hebt kunnen kopen, en zelfs niet als de Akes wat trager rijden
dankzij een pipo gelijk ik. Maar kijk, ze slagen erin om de hele rit bij ons te
blijven, al moet de Marius nog een beetje leren in groep rijden. Zo is het aan
een scherp afzinkske, even wachten. Als het mijn toer is om neder te dalen,
steekt de Marius mij gewoon voorbij. Aanstaande moeders, noem uw zoon Marie, of
in hoogste nood zelfs Guy, maar nooit ofte nimmer Marius of Mario, want dat
geeft niets als ellende voor de rest van uw verdere leven. Juridisch gezien heb
ik nu het recht om die gast een eind verder in den decor te rijden, al zal ik
heel wat gewicht in de schaal moeten leggen. Maar zoals het spreekwoord zegt:
Een verbitterd man, is het gewicht van 2 waard. Maar aangezien ik al wat van
jaren ben en wat minder door hormonen wordt geplaagd, en die gast zijn naam
tenslotte ook tegen heeft, hou ik mij maar verstandig.
Trouwens, weeral niet gevallen.
Dat komt ervan als je voor de VZW VIGO rijdt: Vallen is Geen Optie.
Op weg naar huis euh De Beize
rijden we nog de dames voorbij en ik herken Guy (euh!?), Carla, Nancy en
Annemie. Het tempo gaat de hoogte in, want we willen op tijd arriveren voor de
après VTT. Guy en een kleine pikken aan, moeten nog eens lossen, maar omdat het
nog efkes stilvalt, komen ze weer bij. Eerst Jo, en dan Karel, ontbinden hun
duivels. We vliegen door en over het landbouwsas van de Uitbergse straat. Raar,
maar daar voel ik me altijd in mijn sas! De eindsprint wordt door Rudy V
gewonnen, maar wat de gasten niet weten is dat de officiële eindmeet aan het
laatste zebrapad voor de Beize ligt. Wijl de denkbeeldige winnaars uitbollen –
de sprint véél te vroeg ingezet hé mannen, kan ik me nog net voorbij smijten en
zo win ik mijn eerste rit in 15 jaar! En die kleine zit nog in mijn wiel ook.
Maar potverdorie nog eens aan toe, zeg, die kleine, dat is Nadine Fack. Sjapoo,
sjapoo.
Op het terras van de Beize komt
het gesprek, via de Carolus die Nadine aan het nuttigen is, op het
drank-ge/mis-bruik van sommige Modderfokkers. Maar zie naar Jo, zegt Nadine,
wat die al allemaal achterover gekapt heeft, zo erg kan de drank niet zijn, gelijk
die nog rijdt. Jamaar, zegt Rudy, Jo is een kat: hij heeft 7 levens. Waarop Guy
repliceert (in plaats van gewoon eens iets te antwoorden of iets te zeggen,
moet die gast altijd van die moeilijke woorden gebruiken): Neenee, Jo heeft 7
levers.
En dan vraagt Nadine aan Rudy:
Mag ik nog eentje drinken, Rudy? Ik val bijkanst achterover. Bij ons thuis gaat
dat just omgekeerd. Zo welopgevoede vrouwen, die dan nog zo kunnen fietsen,
komt ge echt niet alle dagen tegen. En dat alles nog eens ondanks haar broer,
helaas.
Nog even melden dat het Ivan
zijn laatste dag als veertiger was. Welkom op tram 5, Ivan! Nu begint het leven
pas … echt rap achteruit te gaan. Mario
Zondag 25 mei 2014. Stekene. Geert S, Luc K, Rudy DC , Yvan R, Mario, Thomas B, Danny F, Niels T en
Stefan I staan om 8u30 op het kerkplein. Na wat flauwe lollen over
afwezigen en hun echtgenotes worden er twee mogelijkheden geopperd. Mario stelt
een ritje naar Sint-Lievens-Houtem voor, Rudy DC beweert ergens richting
Stekene een nieuw bos te hebben gevonden. Een nieuw bos in Stekene ? Rudy DC
speelt als extra troefkaart uit dat hij dat ritje reeds heeft verkend en er nog
wel wat nieuws in zit voor de meeste.
Niet langer twijfelen dus en via “’t geboerte” gaat het richting Lokeren
waar ook Mario komt aansluiten. Het duurde even voor hij had begrepen dat het
of met al zijn vrienden richting Sint-Lievens-Houtem was of richting Stekene
mee met al de rest.
Het gaat aan
een gezapig tempo langs Heiende en enkele Doorslaarse grintwegels richting
Moerbeke. Na een opwarming op een kort kasseistrookje gaat het gas op een wat
langere kasseistrook helemaal open. Dit tempo wordt langs de dijk richting
Moerbeke aangehouden waardoor de achterste aan het lint plots begint te huilen.
Nee niet Mario, maar Niels die een pilleken vergat te nemen tegen de
hooikoorts. Het had dus niet te maken met de snelheid maar met de opstuivende
graspollen. Hij kiest een beetje verder het hazepad en gaat thuis zijn pilleken
zoeken.
Enfin wat later komen we aan in het beloofde land: het nieuwe bos. Het draait
en kronkelt langsheen toffe wegeltjes en baantjes doorheen het bos en Rudy
voelt zich in zijn sas. Na het kruisen van een groepje van 8
mountainbikers, daarna nog eentje van een 5-tal, vervolgens nog
eens diezelfde 8, besluit Yvan dat dit geen nieuw bos kan zijn maar dat het
hier vermoedelijk al een tijdje lag. Rudy duikt prompt nog een wegelken in voor
nog een ander lusje doorheen het bos. Terwijl Danny zich verder bekwaamt
in het aansnijden van bochten zonder daarbij een deel van het decor te
verwijderen, drukt Geert de wens uit dat dat voor hem nog makkelijk
een uur mag duren.
Helaas, in de overgang van bos naar veld zien we het bewijs ivm dat bos. Rudy
had ons zelfs zeer goed liggen; het was geen “Nieuwbos” maar “Heidebos” en dat
ligt er al lang. Meer zelfs: het maakt samen met het kloosterbos en nog enkele
deel uit van de zandrug Maldegem Stekene. Voor de liefhebbers : check http://www.natuurpunt.be/natuurgebied-heidebos_87.aspx
We keren terug
via domein Puyenbroeck en de snelheid gaat omhoog. Mario heeft genoeg gedraaid
en gekeerd en als we de baan verlaten voor nog een portie grint en draaien en
keren gaat hij rechtdoor. Even voor Zevenekendorp zien we hem echter voor ons
uit rijden. Waar hij nog net door het groen kan, wordt het voor de rest rood.
Dat werkt als een rode lap op een stier tot we hem in de nieuwe Stationsstraat
te pakken hebben.
Die mens heeft
het nu al genoeg te verduren gehad en we blijven de rest van de mooie rit
(bedankt Rudy) samen. Op het terras van de Beize krijgen we opnieuw gezelschap
van Niels, die er ondanks het pilleken nog niet veel beter uitziet, maar ook
van Dirk H, Ronny VH, Guy P, Johan P, Axel en Carla S. Als Annemie ook nog
toekomt en met Carla een gesprek aangaat, laat ze hare Geert even gerust en kan
de rest verstaan dat Rudy er ook nog ene geeft voor zijn verjaardag (nog es
bedankt Rudy). Stefan.
Zondag
22 juni 2014. Plaatselijk. Tijd of geen tijd, goesting of geen
goesting, inspiratie of geen inspiratie.
Sommige verslagskes moeten gewoon geschreven worden, en dit is er zo
eentje. Voor wie de Modderfokkerride van
vorige vrijdag niet kon rijden, is er vandaag een herkansing. De bedoeling is dat we allemaal toope, tegaar
de rit nog eens op ’t gemakske overdoen.
De opkomst is echter zodanig groot dat we toch maar besluiten om op te
splitsen in “de rappe” en de “iets minder rappe”. Aangezien ik meestal nogal rap moe ben, kies
ik tegen beter weten in voor de eerste groep.
We beginnen vrij rustig, maar bij de passage langs “den blauwen steen”
wil Dirk DB toch de beentjes eens testen.
Het teken voor Guy om zich toch maar te laten uitzakken naar de 2e
groep. We blijven met 7 over voor een
mooi ritje met toch weer een paar nieuwe passages, zoals het in aanleg zijnde
stuk Scheldedijk van Wetteren tot bijna in Schellebelle. Het parcours ligt er poeder droog bij, en in
plaats van Modderfokkers zouden we beter onze naam aanpassen naar
Zandstuivers. Op een paar haperingskes
na, ( den GPS van Dirk reageert nogal traag ) vinden we vlot onze weg, zelfs
zonder gids Rudy R. In een smal wegelken
worden we even opgehouden door overstekend vee.
Een paar muttens voelen zich blijkbaar goed in hun sas bij die koeien,
en het duurt dan ook even voor iedereen weer samen is. Na een lang en zwaar
dokkerstuk houden we een korte plaspauze voor de mannen met de kleine
blaas. Ikzelf profiteer ervan om even op
adem te komen en een zeup te drinken.
Wanneer we terug aanstalten maken om onze tocht verder te zetten, worden
we door een wervelwind voorbijgeraasd.
Als de stofwolk wegtrekt, heeft er toch iemand opgemerkt dat het
voorzitter Rudy R was die ons voorbij kwam geraasd. Dirk DB krijgt het lichtjes benauwd en vraagt
zich af of Rudy misschien een beetje nijdig is omdat wij te vroeg vertrokken
zijn op het kerkplein, namelijk 5’ na het afgesproken uur in plaats van de
gebruikelijke 7 minuten. Gelukkig worden
we na de eerst volgende bocht opgewacht door Rudy, die toch een kleine 200m
nodig had om tot stilstand te komen.
En dan volgt het verhaal van de
dag. Rudy was effectief een beetje
later, en kwam aan op een verlaten kerkplein.
Hij begint aan een inhaalrace, en ter hoogte van de Kalkense Vaart,
krijgt hij groep 2 al in het vizier. Hij
ziet nog net dat Machteld in het wegeltje van den blauwen steen een beetje
begint te sukkelen, en voet aan grond moet zetten. Nadine, die er net achter zit, verliest op
haar beurt het evenwicht en raakt niet meer tijdig uit de pedalen Ze valt net niet in de beek, maar schuift op
het gemakske toch in het water en gaat helemaal kopke onder. Toch heb ik zo’n vermoeden dat zijn niet de
enige is die het niet droog hield, want waarschijnlijk hebben er zich toch een
paar bepist van ’t lachen. Toch een
sportief madammeke hé, ons Natte Nadine.
Niet alleen een getalenteerde fietster, maar nu ook al zwemster. Als ze nu ook nog een stukske gaat lopen,
wordt ze straks nog professioneel triatlete.
Nieuwe namen voor Nadine zijn welkom op de redactie, maar ik heb er al
een paar. Nadine Van Lierde, de
waternimf, Nadine Ama (japanse parelduikster), Kabouter Blub, … Tijdens de nabespreking in De Beize zijn de
grappen dan ook niet mals. Nadine, heb
jij groen mechen in je haar? Ha nee, het
is nog wa puirekke. Nadine, pas op, er
zit nog nen puit in uwen achterzak.
Nadine, je krijgt een SMS’ke op uwen GSM, Blub, blub, blub. Gelukkig was het goe weer, en doet ze
hopelijk gene fleuris op. Ivan.
17
augustus, Beize, Kalken. Drie van de verslaggevers, vlnr, Mario, Rudy DC, Ivan
2
van de verslaggevers. vlnr, Ivan en Axel
2
van de verslaggevers (vlnr, Axel en Stefan), en Danny en Johan
Zondag
24 augustus 2014. ALS
Fietsen voor het goede doel - ‘t is eens iets anders dan een emmer
ijskoud water over je hoofd kieperen. Op vraag van ALS werken we mee aan een
MTB-tocht voor het inzamelen van fondsen voor het broodnodige onderzoek naar
ALS, een zenuwziekte waarvan men nog niet weet wat de oorzaak is, maar wie deze
diagnose krijgt wacht een zekere dood binnen de 3 à 5 jaar. De moeite dus om
een inspanning te leveren.
Deze inspanning begint op
vrijdagavond (op vraag van Ivan, heb ik me laten wijsmaken) om 18.00u voor het
uitpijlen van de ritten van 30 en 50km. Patrick, Stefan, Mario, Rudy DC, Rudy
R, Jo, Danny F en mezelf (geen Ivan te zien)beginnen onder een dreigende hemel
pijltjes te hangen. Na ongeveer 300m en zeven pijlen verder gaan we een
halfuurtje schuilen voor een wolkbreukje in een bushokje. Eerst de fietsen in
het bushok en dan wijzelf blijkt geen goed idee, enkelen onder ons moeten in de
regen blijven staan, dus passen we dit aan. Na een halfuurtje iets minder regen
en we besluiten om verder te schuilen bij een Sportvriend. Na nog een halfuur
hebben enkelen al geen zin meer om te starten, maar de rede wint het van de
begeerte en we vertrekken alsnog. Ter hoogte van Schellebelle-station ontmoeten
we Rudy V en Nadine, zij gaan ook helpen en vertrekken samen om verder op het
parcours pijlen te hangen. Bij de splitsing van 30 en 50km splitsen we ons ook
en ik rij verder met Rudy R, Stefan, Patrick en Jo de 50km. Zo tegen half negen
heb ik al enkele keren gezegd dat we beter zouden stoppen wegens in de verte
terug dreigende onweerswolken met donder en bliksem. Het duurt nog tot bijna
negen uur voor we het werkelijk voor bekeken houden en rijden (allee, rijden
eerder vliegen) dan als halve of hele gekken huiswaarts. Max. snelheid is
43,5km/uur.
Sommigen rijden rechtstreeks
naar huis om te douchen om daarna nog enkele streekbiertjes bij de Chiro te
gaan proeven. Uitpijlen is dus niet gedaan, maar Rudy R en Danny F losten dit
zaterdag op samen met …(ik weet het niet want was er niet bij).
Zondagmorgen afspraak om 8.30u
aan de Skala om in groep te vertrekken. Ivan en Christine staan al te wachten
maar besluiten om alleen te rijden wegens geen dames aan de start om Christine
te vergezellen. (Dames, waar zitten jullie??). Efkes inschrijven en iedereen
krijgt een papier in de hand met algemene richtlijnen. Wat lezen we op dat
papiertje? Danny F is verantwoordelijke voor het parcours. Wie de weg kwijt is
moet naar Danny bellen, als dat maar goed komt…
Wegens geen B’s hang ik me terug
aan de rekker bij de A’s. Om sommige momenten gaat het terug heel snel tot Rudy
R een platte band heeft en Danny F vraagt of er iets inzit en de rest van de
conversatie gaan we jullie besparen. Aan de splitsing 30 en 50km blijken enkele
onverlaten (‘t kan ook maar ene geweest zijn) het bord tegen de grond gewerkt
te hebben. Rudy wil het bord terug aan het paaltje vijzen en Patrick en ik
halen om ter eerst ons toeltje boven. Patrick wint, maar Rudy kan niet veel met
Patrick zijn toeltje doen wegens te klein, ik heb het mijne dan maar terug
uitgehaald. Hiermee lukt het wel en we kunnen verder.
Het blijkt Rudy zijn dag niet te zijn want,
het gebeurt niet veel maar nu wel, hij gaat onderuit. Zonder veel erg, enkel
een geschonden ego, want het was in het malse gras. Gelukkig reed Dirk voor
hem, verder geven we geen uitleg.
Na de bevoorrading ga ik er alleen vandoor. De
snelle mannen hebben dat graag, kunnen ze zich eens uitleven als ik voor haas
fungeer. Na enkele kilometer halen ze mij in maar wel in verspreide slagorde.
Rudy R, Jan, Patrick en Dirk. Iets later Stefan en Rudy DC, Danny F niet meer
te zien. Blijkbaar kreeg hij enkele telefoontjes zodat volgen niet meer kon.
Aan de brug van Uitbergen bekent
Rudy DC dat hij vrijdagavond ook een mooie route uitgestippeld had. Dit werd
niet op prijs gesteld door onze parcoursverantwoordelijke en deze pijltjes
moeten dus weggehaald worden. Ik besluit om Rudy hiervoor bij te staan, zo
kunnen de snelle mannen zich volledig uitleven. Rudy R geeft het sein dat de
speeltijd over is en alle remmen gaan blijkbaar los. Bij aankomst aan de Skala
is er van Stefan geen spoor meer. Ik had geen idee, maar Stefan blijkt een
voetballiefhebber te zijn en hij is achtergebleven in Overmere om naar het
voetbal te kijken.
Rudy DC en ik komen als eerste
aan de Skala, iets later Ivan en Christine die zeggen dat de rit van 30km er in
feite 41km is. Als de rest van de Modderfokkers aankomen van de 50km hebben
deze ongeveer 58km gereden. Voor de mensen die deze tocht kwamen rijden, was er
dus meer waar voor hetzelfde geld. Gelukkig was het goed weer.
In de Skala nog enkele drankjes
genuttigd om het goede doel te sponsoren. Het ijskoude water over mijn hoofd
gieten liet ik aan mij voorbijgaan. Je kan ook hier een verslag vinden over de
rit en de reden waarom mensen dit doen: http://nieuws.vtm.be/binnenland/105703-de-strijd-tegen-als-zonder-de-ice-bucket
Volgende afspraak voor het goede
doel is Motoren voor Oigo. Ikzelf doe de rit met de fiets, sommige
modderfokkers hebben al gezegd mee te fietsen, anderen twijfelen nog. Niet
twijfelen, gewoon meerijden! De rit is 160km en gaat via kleine wegen naar Henegouwen
en terug. Afspraak om 7.30u in de tent aan het kasteel van Laarne voor een
lekker ontbijt en daarna de fiets op. Inschrijven op de website van Oigo doe je
hier: http://www.oigo.be . Het
zou leuk zij als we weten wie er mee fietst, dus graag een mailtje naar
Annemie. Wie niet wil ontbijten mag natuurlijk ook mee. Hoe meer zielen, hoe
meer vreugd.
Axel
PS. dames waar zitten
jullie ? Rudy V nam zijn eigen vrouw en Karine mee op 'sleeptouw' voor de
58 kilometerkes - De andere dames ( Nancy, Veerle, Kristien B, Annemie en
Patrick) namen de begeleiding van de kidstoer voor hun rekening. Weliswaar maar
1 kid maar wat voor een !!
Axel Troch
Zondag
12 oktober 2014. Zeveneken. Ge kunt ze op ou ien and tellen, de modderfokkers
die tuup kommen om halver neegne.
Rudy R,
Yvan R, Axel T, Jo R en ikzelve gaan voor de rit in zeveneken. Na de regen van
gisteren is het toch hier en daar wat glibberig, maar ja met de reclame op onze
trui mag dat niet storen. Al hoewel Axel toch al rap ne keer voelt of dant wel
nat is op de grond. Wat zeggen ze een verwittigd man is er twee waard? Juist
voor de bevoorrading in het domein van Wachtebeke is er terug een slechter
stukje. Ik zie een zeppe en ‘kpeize daor maggek nie inrijen en er is plaats
genoeg links en rechts ervan.
Hoe
meer dak ernoar kijke hoe dichter das ze komt, maar niet gevallen. Rudy zegt
kzallent ou ne keer veuren doen en ja kmoe mijn meerdere erkennen.
Doch
kort na de bevoorrading toont Rudy nog ne keer hoe het moet maar door toedoen
van een andere (?) slipt hij weg en jaja, maar ik heb niet gelachen zulle.
Wat
verder moeten we over de kassei, ook altijd gevaarlijk. Rudy die nen krak es
veur over de kassei te vliegen trekt goed deure, just Jo kan nog een tijdje
volgen.
Yvan is
voorzichtiger en bolt als laatste, doch in één van de laatste bochten gaat hij
onderuit.
Axel
keert terug met het EHBO kistje en ziet alrap dat hij nog bougeert. Maar
kasseien zijn hard voor de ribben, ik spreke van ondervindinge.
Al bij
al valt het nog wel mee, en Yvan rijdt de rit uit. The day after valt het
eigenlijk ook nog mee heb ik uit rechtstreekse bron.
We
rijden ook door Moerbeke bos, het is een korte versie van de rit die we daar af
en toe eens rijden. In de buurt van ’t Persijzer komt ons verwittigd man terug
in actie.
Hij
ziet maïs staan en begint deze te Axelen, maar hiervoor hebben ze machines
uitgevonden zulle.
Rudy
rijdt niet meer mee tot aan de Beize, hij moet zoon Stefan afhalen die is vlug
eventjes naar een trouwfeest geweest ……in Spanje.
In de
Beize aangekomen treffen we er Johan P, Luc K, Stefan I en dochter Renske, de
dochter van Koen van de Beize, Tom VDB en ja hoe noemt dienen anderen jongene.
Zij
hebben ook in Zeveneken gefietst maar zijn om 9 u vertrokken. Waar hebben wij
dan onze tijd gepasseerd?
Rudy DC
Zo
19 oktober 2014
Wist je dat er de laatste tijd
regelmatig fratsen en stoten gebeuren bij de modderfokkers
die vragen om een verslagsken maar dat het er bij niemand echt van komt.
Wist-je-datjes is dan een ideale manier om teen en tander aan mekaar te breien.
Want:
Wist je dat vorige zondag ook
Rudy DC beloofde zich nog eens aan een verslagske te wagen, we zijn benieuwd.
Wist je dat de modderfokkers stilaan evolueren naar de modefokkers.
Wist je dat men niet langer spreekt over baggy trousers, maar dat sommige deze
ook echt dragen.
Wist je dat tegenwoordig gestopt wordt tijdens een rit om naar korte
vrouwebroekjes te kijken
Wist je dat er wordt gediscussieerd over welke kleuren nu wel of niet passen
bij de nieuwste MTB modellen.
Wist je dat er af en toe een serieuze verjonging is bij de vrouwelijke modderfokkers
Wist je dat Luna Cools en Renske Imschoot er zelfs “moddermieachtig” uitzagen
na de rit in Zeveneken.
Wist je dat die vrouwebroekjes van een paar lijnen hoger niets met moddermiekes
te maken hebben
Wist je dat Frank VDS, alias de chinees en ex modderfokker, het pure
mountainbiken heeft ingeruild voor een combinatie met lopen om zo de
veelbesproken vrouwebroekjes van nog dichter te kunnen adoreren
Wist je ook dat dit voor zijn sportieve prestaties een serieuze meerwaarde is
want hij eindigde 2de in zijn categorie.
Wist je dat profesoren rare mannen zijn.
Wist je dat ondertussen ritten in Grembergen, Zeveneken, Hamme, Herzele en
enkele plaatselijke ritjes de revue zijn gepasseerd.
Wist je dat er ondertussen op techniek werd getraind door in de modder te gaan
rijden met kale banden.
Wist je dat, pas op van horen zeggen he, de gebroeders Rogiers van tegenwoordig
elkaar omverrijden om zo het spektakelgehalte nog wat op te drijven.
Wist je dat Jo na een ferme val zo snel mogelijk verder wil om toch maar geen
minuut later in de Beize te zijn
Wist je dat Rudy DC zijn verslagsken ondertussen op den blog staat.
Wist je dat er ergens een of andere professor is die poneerde dat er van de
broers Rogiers maar enen echten A niet meer is en dat er ook maar enen echte
Rudy niet meer is.
Wist je dat vrouwekoersbroekjes krimpen bij schoon weer en dat het volgens
kwatongen niet warm genoeg kan zijn.
Wist je dat er op 19/10 in totaal 25 modderfokkers op de fiets hebben gezeten
Wist je dat dit beloofd voor de komende periode.
Stefan Imschoot
Zondag 19 oktober 2014. A-kes Herzele.
C-kes Erondegem. Een verslag op verzoek van Karine. Ha, denk ik, dat is
omdat het zo een mooi ritje was met mij als rijslijder. Maar nee hoor, het is
omdat Karin wil vereeuwigd worden in een verslag waarin het volgende staat:
“Rudy Rogiers en Karine De Neve mountainbaaikten samen”. Tja, een mens moet
zijn plaats kennen in de wereld, hé.
Ik zie u al kijken: RR bij de
C-kes! Hoe kon het zover komen met deze o zo talentrijke wielrijder, ooit de
hoop van Kalken en omstreken? Een reeks van samenlopen, gaan we maar zeggen.
Gisteravond had RR zijn knie, zijn meniscus, weer zeer gedaan, want te wild
paardje gereden met zijn kleinzoon. Deze morgen, hij stond al in tenu, moest RR
nog de kom met patattenschillen buitendragen en daarna nog de 7 volle kuipen
met lege chocopotten legen. En van zich zo te moeten opjagen, krijgt RR altijd
het sch… Zodat hij dus ook nog eens naar 2C moest. Vandaar dat RR deze morgen
niet de gebruikelijke 5 minuten te laat was, maar wel liefst dikke 6 minuten!
De A-kes, of wat er van over schiet, ’t is te zeggen Stefan I, Ivan R, Rudy DC,
Dirkske DB, Gert V, Jo R, Luc K, Danny F, en Axelaar T (vergeef me als ik er
een paar vergeet, maar ik had al 1 Duvel op toen ze arriveerden in De Beize, en
Stefan I wil me het lijstje met deelnemers niet doorsturen, de sm…), waren ferm
op hun ongemakken, omdat ze eerst 23 km naar Herzele moesten om aldaar nog 37
km te baaiken en daarna nog 23 km terug, en zodoende hadden ze niet langer
gewacht op hun kapitein-voorzitter. RR had nog de achtervolging ingezet, maar
omdat hij geen idee had dat hij hen eigenlijk al op de hielen zat en omdat zijn
knietje zeer deed, was hij onverrichterzake terug naar Kalken dorp gereden. Op
zo een momenten zou een mens willen dat ze zoiets hadden uitgevonden als een
telefoon die ge overal kunt meenemen. Dan kunt ge uw vrienden op hun velo
opbellen (want die hebben dan ook zo een telefoon) om te vragen waar ze zitten.
Als ge dan naar Danny F belt, antwoordt die verbaasd: ‘Maar hoe wete gij dat ik
hier ben?” Hollanders zouden daar subiet een stom Hollands woord voor
uitvinden. Een mobieltje, zouden ze dat dan noemen. Wedden? Dat zou nu nog eens
een nuttige uitvinding zijn, zie, dan had RR kunnen bellen naar de A-kes.
Dat RR de A-kes op de hielen
zat, weten we omdat Jurgen en Karine (per automobieltje) eerst het zootje A-kes
hadden gekruist en even daarachter RR. Wij weten wij veel, zunne! Rudy, laat
die meniscus eruit halen, jong. Mijn rechtse ben ik al 25 jaar kwijt, en ik heb
daar geen beetje last van, behalve wat incontinentie, maar dat heeft er volgens
de huisdokter eigenlijk niets mee te maken. Daarenboven heb ik daar ook weinig
last van, want uw koersbroek moet toch na elke rit in de was.
Er was me ook, door niet
nadergenoemden, gevraagd, of het verslag opnieuw in het algemeen geschaafd
Nederlands kon, want een groot deel had van het vorige verslagje van Rudy DC
geen bal verstaan. Ja, Hussevelds mag dan wel een wereldtaal zijn, Chinees is
dat ook en dat is ook Chinees voor mij. Rudy DC heeft wel een nieuw werkwoord
toegevoegd aan de nederlandse taal: “maïs axelen”, en dat hadden ze wel
allemaal verstaan.
Bij de C-kes waren we dus met
10, dankzij het plotse verschijnen van onze voorzitter, RUDY ROGIERS. Dan ook
nog KARINE DE NEVE (en Jurgen), Nadine en Rudy, Johan Poelman, Nancy, Carla,
diene mens uit Schellebelle, en den dezen.
Met RR hing het niet goed. Hij
ging de hele tijd aan het staartje van de C-kes. Een geluk dat Carla wat bij
hem bleef, om hem af en toe wat te duwen, of een woordje van troost (allez,
Rudy, ge kunt het nog, jongen) toe te werpen. De prestatie van Carla is des te
lovenswaardiger (dat is nog eens wat anders dan Hussevelds, hé), gezien het
feit dat ze pas haar wederoptreden deed nadat ze in augustus een voetbreuk had
opgelopen. Ze had op een rit op de weg gerekend, maar dat was dan zonder mij
gerekend, haha. Hahaha. Het ene mottige wegeltje na het andere, aan de kanten
van Smetlede, Papegem, Impe, Erondegem, en zo over Oordegem, via de heerlijke
kassei-afzink aan de kerk, terug naar beschaafder Oorden. Oorde gem? Hier en
daar stond er nog wat maïs, maar ja, Axelaar Troch kan ook niet overal zijn.
Bij het binnenrijden van
Kalkendorp, rijden RR en ik nog door de riolen, als echte RioolRatten.
Anderhalve meter doorsnee, schat ik, en ze liggen boven op straat, dan kunt ge
dat toch niet laten hé. Spijtig genoeg liggen ze op 30 cm van elkaar zodat ik
van de ene in de andere moest wippen, waardoor mijn voetbreuk (jaja, ik ook,
Carla) van verleden maand ook serieus zeer deed en ik de tweede reeks riolen
links van het straat miste. Johan Poelman ging ook rioolrijden, maar niet
gezien. Hij heeft er pertank (= nochtans) de naam voor.
Er was dus maar 1 Rudy – den DC
– als echte A, net degene die nooit met de A-kes wil meerijden omdat hij
zogezegd niet mee zou kunnen, en er was dus maar 1 Rogiers – den Ivan – als
echte A.
(En ja, Stefan I had deze al
gepikt van mij, in zijn wistjedatjes, de sm..).
Zaten al op het terras van de
Beize, toen we rond halftwaalf arriveerden: Senna en Kenneth. Kwamen ook
opdagen na ritje apart: Annemie, Machteld en Linda. Reden in Oostende: Jan W,
Steven DM en Geert S. Patrick R moet nog ergens op zijn eentje rondgetoerd
hebben ook, want Machteld had geen gedacht waar die uithong (was nog wat gaan
bijtrainen na Herzele, vermoed ik). En Carlo G werd gespot in Herzele. Carla,
Rudy V en Machteld trakteren allemaal nog voor hun verjaardag. Op ulle
gezondheid. Ik heb dan maar mijn 5 Euro weergepakt, zunne, want ik ben van
dezelfde provincie als de cafébaas.
Half oktober en zomerweer. Het
Beize-terras zit vol modderfokkers. Allemaal de schuld van de opwarming van de
Aarde. Laat ze maar doen, voor de tijd dat het nog duurt. Mario
PS1. Ik merk, uit het ‘Wist je
datjes’, van ene S. In-schoot, dat die mens nog geobsedeerder is dan de ergste
van de andere modderfokkers, die allemaal stuk voor stuk al zo erg zijn. Ge
moet niet vragen hoe straf geobsedeerd diene moet zijn. Wat is dat allemaal van
die koersbroekskes?
PS2. En o ja. Karine De Neve en
Rudy Rogiers, die hebben ooit nog samen gemountainbaaikt, wist je datje?
Zondag 2 november 2014. Een ritje naar God weet
waar.
Ik
had de mail met de oproep van Axel om met de wagen naar de toertocht
te Zwalm te
trekken, niet gezien. Ik wist ook niet wat er dan wel op het programma
stond toen ik zaterdagavond laat free wifi losliet op mijn smartphone. Als die
dan toch zo smart is waarom heeft die dan nog free wifi nodig. Iedereen
kent free wifi ondertussen wel, dat grote wit zwarte beest dat ze zowel in free
wifi 1 als free wifi 2 loslaten, maar we dwalen af.
Enfin, met enige verbazing las ik het volgende :
zondag 2 november ritje naar God weet waar, start om 8u30 aan het huis van de
man in kwestie.
Ik kom als
eerste toe, dat gebeurt ook niet veel, ik weet het , gevolgd door Rudy DC, voor
de gelegenheid zonder dwergoutfit, en Jo Roes euh Roels. Wat later komt ook
Rudy R aangewaaid, die kan da zelfs zonder dat er wind staat. Net binnen de
grens van het academisch kwartiertje wat in modderfokkertermen 8u36 is, komen
ook Luc Krick en Mario ons vervoegen.
Er wordt wat gelachen met afwezige Yvan
zijn ribben, nog wat nagekaart over de nachtrit van vorige vrijdag en dan nog
wat met Yvan zijn ribben tot de obligate frase: “Bon, wat gaan we doen jongens
?” (vrij vertaald naar “Bon wa gaumermeedoenjong”) op de proppen komt.
Rudy R stelt voor tegenwind te vertrekken, het parcours te Sint- Lievens-Houtem
eens te doen en dan meewind terug te keren om zo op tijd bij Axel te zijn voor
het aperitief. Mario begint plots ook wat pijn aan zijn ribben te krijgen,
da zal de leeftijd zijn zeker, aarzelt even om te wachten tot 9 uur maar zet
dan toch mee aan.
Jo en Rudy fungeren als windbrekers, tot
parcoursbouwer Rudy vindt dat de anderen ook eens iets mogen breken en ons van
de passerelle wil doen rijden. Alleen Luc K vind ergens ver weg nog moed
genoeg om dat te doen en met succes. Al de rest blijft liever heel en stapt
saai en triest naar beneden, wacht maar als we groot zijn. Rudy is blijkbaar in
een sentimentele bui want hij slaat een lang vergeten wegelken in, ‘t zou het
laatste niet zijn, naast cafe de flurk van vroeger. Jo kent zijne weg daar nog en krijgt in de
scherpe bocht ook een sentimentele bui met een licht neerwaarts karakter.
Enfin via het station en de vroegere zoete citroen, dat van die sentimentele
bui was dus echt hé, rijden we langs een lang stuk vals plat, pffffffffff,
richting Sint-Lievens-Houtem.
Daar aangekomen denken enkele anderen ook eens op kop
te kunnen rijden, het is immers maar wat bloso pijltjes volgen naar euh… naar ja, God weet waar hé. Maar dat is buiten Rudy
gerekend die plots bestormd wordt door herinneringen en ons keer op keer andere
richtingen uitstuurt dan die aangegeven door de bloso pijltjes. En
toegegeven: het loont de moeite, schone klimmekes tussen mooie landschappen wisselen af met pittige en leuke
afdalingen. Mario krijgt er maar niet genoeg van en stopt af en toe om wat na
te genieten van euh… ja van wat eigenlijk? God zal het wel weten.
Op een bepaald moment komt een kranige grijsaard ons
op een aftandse damesfiets voorbij. Weliswaar terwijl we op Mario staan te
wachten , maar dat maakt zijn prestatie er niet minder om, van die kranige
grijsaard wel te verstaan. Was hij dan misschien ook op weg naar God weet waar
of was hij misschien…… , neen we dwalen alweer af.
We besluiten stilaan terug naar Kalken
te keren en Rudy weet onderweg nog wel enkele single tracks liggen. De
afstand (in totaal 72 km) en de hoogtemeters (een 400-tal) beginnen echter door
te wegen. Vooral voor mensen met last van incontinentie veroorzaakt door
ontstoken menisci aan knieën edm.
En zo geschiedde dat ook na zo een ritje naar God
weet waar, iedereen terug mee naar huis wordt genomen. En als ze dat niet
willen dan worden ze naar huis getrokken of gestampt, geduwd door
enen of meerdere. Regelmatig zie ik de getrokkene naar de schouder tasten. Zitten daar dan ook menisci
of wordt er te hard geduwd? Aan Luc Fifi, over sentimenteel gesproken, laat Mario ons
eindelijk gaan en zegt dat hij van daar nog wel de weg gaat vinden. Maar als
hij na enkele minuten nog niet bij Axel is, beginnen we ons toch wat zorgen te
maken, want zijn zuurverdiende Duvel staat gewoonweg te verdampen. Blijkt dat
hij in de smatch een paar bananen was gaan halen om zo de incontinentie
tegen te gaan. In de Beize geeft dat niet, daar krijgt ge zo een beige lapken voor op de stoel
maar op Axel zijn mooie stoelen is dat iets anders, toch wel galante types die
academici.
Maar wie dacht dat de lijdensweg van Mario ten eind
was, komt bedrogen uit, na zere ribben, incontinentie, ontsteking van de
menisci van de knie, ontsteking van de menisci van de schouder verliest hij ook
nog eens een deel van zijn oogbol, van ne pechdag gesproken.
Axel: bedankt
voor het gelegenheidscafé.
Rudy, bedankt voor de leuke rit.
De anderen, bedankt voor ‘t gezelschap
Mario: oprecht beterschap gewenst.
Stefan
Imschoot, de sm…
Zondag15 februari 2015. 84.5
km, 27.8 per uur, 400-tal hoogtemeters. Meulenberg en Berendries.
Zondag 1 maart
2015. Sint Denijs Boekel. Er is geen enkele mtb rit in de buurt. Er viel
alweer heel wat nattigheid de voorbije dagen en bovendien staat er een stevige
wind. In principe betekent dat dan dat Rudy R de troepen op sleeptouw neemt
voor een ritje op de baan. Niet iedereen is daar onverdeeld gelukkig mee. Mario
bvb wil z’n nieuwe materiaal al weken een stevige vuurdoop geven. Hij vertrekt
om 9 uur met oude bekende Karel Verhoeven, Johan P, Kenneth, Tom VDB en Bart voor een ploeterritje richting Waasland.
Dat wil zeggen tegenwind bij het weerkeren. De Beize was bijna leeg toen zij
toekwamen en Mario moest door al die modder zijn nieuwe materiaal direct gaan
kuisen zodat hij zelfs niet in de Beize is geraakt. Toch wel “een zeurge ze”
die Mario.
Om half negen volgen Luc K, Yvan, Axel,
Rudy DC, Gert, Jan W, Patrick R en
ikzelf het spoor van Rudy R richting
Vlaamse Ardennen. Rudy besluit via
Laarne langs Ten Ede naar Melle te rijden om zo toch een beetje de wind te
vermijden. Het blijft echter knap lastig waardoor het aan de kop veel wisselt
en 25 à 26 km/u de aangewezen snelheid lijkt. Alleen bij de aflosbeurt van Gert en Rudy komt Yvan
vragen of zij die wind niet voelen. Even later merkt Gert fijntjes op dat er
achteraan inderdaad minder van te voelen is. Het is het openingsweekend van de
voorjaarsklassiekers en er is vandaag de omloop van het Nieuwsblad voor
wielertoeristen. Behoorlijk veel volk op de weg dus. Rudy kent die streek
echter op zijn duimpje en slechts af en toe zitten we op de drukke wegen tussen
de “coureurs”. Op het rond punt in Nederzwalm volgen we eveneens de lokroep van
de heuvelzone om even later de Molenberg op te vlammen. Na wat draaien en
keren, waarbij het niet echt stil valt en Axel zijn specialiteit; dalen, nog
eens demonstreert, volgt de Paddestraat. Rudy legt er hier serieus de pees op
waaraan er enkele mannekes met dunne banden “een vallingske” overhouden en er
eentje wel 10 cm hoog springt van t verschieten als we hem passeren.
In het terugkeren valt het niet meer
stil en vanaf Balegem wordt er stevig doorgereden. Op de Schelde dijk gaat de
snelheid steeds hoger en hoger zodat 36 km/u op “de langenend” uitrusten lijkt.
Heel sympathiek van Yvan om Rudy DC die
wat vroeger moest terug zijn, te
vergezellen en zo ons tafeltje in de
Beize te bewaken.
Een deugddoend zonnetje maakt veel van
de wind goed en het tochtje van net geen 80 km was weer dik in orde. Dus:
LUTOSA, schatjes van patatjes: bedankt Rudy.
Stefan Imschoot
Zondag
1 maart 2015. Waasmunster. Als Stefan in de pen klimt, dan ik ook.
Inderdaad, ik wou het veldgevoel nog eens ervaren. Tenslotte ben ik lid van de
Modderfokkers en niet van de Calckine! Na weken op de weg te hebben gereden en
te hebben afgezien in kou en natte en op de klimmekes, aan voor mij veel te
hoge snelheden, nog eens tijd om het veld in te duiken. Ook al omdat ik Karel
had kunnen overtuigen om nog eens te rijen, maar dan mocht het niet vroeger dan
9 uur zijn. Met 6 op weg naar Waasmunster, maar Johan P en Kenneth VDZ haken al
vlug af, ter hoogte van de Vogelzang. Ja, het ligt een beetje vettig hier en
daar, maar daar doen we het tenslotte voor hé en met het mooie weer valt dat
allemaal best mee, zulle, beste baanjeanetten. Zie, we gaan eindelijk mijn
nieuwe velo, een 29-er, uittesten, in het veld - waar hij voor bedoeld is. Man,
wat een machientje. In de Waasmunsterse bossen wissel ik eens met de toch
fantastische Canyon lichtgewicht 26-er van Karel, maar man: wat een vierkante
bak is dat nu in vergelijking met mijn twentyniner. Niet te geloven. Karel is
het er meteen mee eens. Karel kent daar wel goed zijn weg, zeg, in de
homoboskes van Waasmunster. Hoe verklaar je dat? We hadden onze nieuweling,
Bart Clinckspoor, op het hart gedrukt dat hij dicht bij ons moest blijven. Ik
blijf in het gat van Bart rijden, zodat hij van achter toch al zeker gedekt is.
Bart kan wel technisch goed overweg met zijn veloke, maar qua macht moet hij
nog veel kweken. Anderzijds, nog maar enkele weken geleden gleed hij onderuit
en hij brak zijn elleboog en ontwrichtte zijn schouder. En nu al weer op de
fiets. Een keiharde, uit het goede hout gesneden om modderfokker te worden.
Zie, er is veel in de wereld dat
mijn klein verstand te boven gaat, maar de historie van die
mountainbike-wielen, dat versta ik nu eens echt niet hé. Hoe lang maken ze al
mountainbikes? Een jaar of 25? Ik heb die nooit anders geweten of met van die
kleine wielen (26 inch diameter). Mij nooit afgevraagd waarom die wielen
kleiner moesten zijn dan die van een koersfiets (29 inch), en niemand anders
ook niet. Dat was gewoon zo. En dat zal dan wel zijn reden hebben, zeker?, zo
dachten wij. En zie, sinds een paar jaar: een nieuwe rage! Een nieuw inzicht!
Een fantastische uitvinding!!! Twentyniners: Grote wielen, ’t is te zeggen,
gewone grootte van wielen, gelijk van een gewone fiets. En zie! Dat bolt
goddomme veel beter. Maarre: Welke pipo is er dan indertijd op het gedacht
gekomen dat MTB-fietsen kleinere wielen moesten hebben? En waarom hebben al die
andere pipo’s, den deze inbegrepen, dan jaren rondgereden op velo’s met van die
kleine wielen zonder zich daar vragen bij te stellen? Waarom reed ik 15 jaar
rond op een velo met veel te kleine wielekes? Wie het mij kan uitleggen, heeft
een bak Duvel te goed (van Ivan).
Kwart voor 11 en we zijn al op
de terugweg als we nog het Molsbroek erbij nemen. We kruisen een juffrouw die
helemaal ingepakt is, behalve haar ogen. Tom denkt meteen aan een Syriëstrijder
en dat brengt mij op een mooi rijmpje:
“Onker, onker, onker. O wat is het
donker!
Dom, dom, dom. Ik heb mijn
boerka andersom!”
We zullen nog een mooie aprés
sport hebben, denk ik al, want binnen een half uurtje zijn we in de Beize.
Tommeke bommeke VDB rijdt echter plat. Ja, er lagen daar mosselschelpen, zegt
hij, dat zal het zijn. Hij rijdt nog 500 meter verder op platte tube achteraan
tot aan het café ‘Het Breimachien’, zodat we ene kunnen drinken wijl we zijn
band stoppen. Ik duw hem. Ho, maar het zal wel gaan hoor, zegt hij. Dat weet ik
wel, zeg ik, maar ik heb wel dorst zunne en zo gaat het toch rapper. Ik vertel
hem dat ik, sinds ik met tubeless rij, zo goed als nooit nog platgereden ben.
Ho, zegt Tom, maar mijn slappe banden kunt ge ook op 1 hand tellen. Tom
trakteert, dankewel Tom. Band vervangen. Tommeke gebruikt een bommeke om zijn
band op te blazen, al heeft hij er wel schrik van (ik ook) - en weer op weg. Dat had je gedacht! Vooraan
staat hij nu ook zo plat als iet. Andere band. Rest van bommeke. Eindelijk, na
zeker 20 minuten, toch nog op weg. Eén kilometer verder: voorband weer plat.
Bijpompen. Eén kilometer verder: geen avans. Uiteindelijk band 3 opgeofferd en
gezien dat er, jawel, nog een stukske mosselschelp in de voorband zat. Daarmee
zijn Tom zijn handjes meteen volgeteld met slappe.
En dat is dan ook de reden dat
ik niet meer in de Beize geraakt ben, TOT MIJN ZEER GROTE SPIJT. Het was
ondertussen al 12 uur en dan staat het lekker eten van mijn vrouwke ver klaar.
Een mens moet zijn prioriteiten stellen in het leven, hé. Mario
Zondag 8 maart 2015. Gavere. Ik
had Annemie beloofd: ik zal eens een verslagske schrijven. En ja, belofte
maakt schuld, zegt men. Al komt niet iedereen zijn gemaakte beloftes na,
maar hierover gaan we geen preek meer houden. Om 9 uur aangekomen op het
dorpsplein, allé het was eigenlijk 2 na negen. Een 3-tal, Tom VDB, Mario
en Karel hadden geen geduld* en waren al vertrokken richting Gullegem**.
Tja, ze hebben gelijk, ik was te laat. Johan Poelman en Jo Roels bleven
mij opwachten om een ritje langs de weg te doen. Johan met zijn nieuwe
vélo en dunne bandekes en Jo Roels in zomeroutfit, ook met zijn zo goed of
nieuwe vélo. Ik denk dat Jo wat last heeft van wintertenen, want hij heeft
zijn winterschoenen nog aan. En de rit begint richting Gavere. Van
minuut 1 was het duidelijk, het zou een ritje wielkeszuigen worden. Eén en
ander wordt voor mij duidelijk nadat we de Scheldedijk halfweg tussen Wetteren
en Melle op een 300 meter voor ons het andere 3-tal zien rijden. Johan en Jo
vonden het van bij de start nodig om al een krachtinspanning te leveren en het
gat toe te rijden. Jammer, een grooooote groep wielertoeristen van Laarne
besloten lek te rijden en met hun massa in de weg te blijven staan, jammer toch
… Al die inspanning voor niets. Eens in Melle rijden we langs de
zijkant Mellebrug op. Vanaf dan alleen maar haantjesgedrag. En van dat
haantjesgedrag word ik moe. Elk groepje, al waren het MTB’ers of coureurs,
ze moesten voorbij gereden worden. Pfff … ik had mijzelf een rustig
zondagritje beloofd. Maar goed, in Bottelare valt het allemaal een beetje
stil, Johan moest al eens stoppen voor wat extra suikers en er waren geen
andere fietsers in de buurt om naartoe te rijden. Tijd om even op adem te
komen dus. Het Heuvelland van Moortsele komt in de buurt en ik zeg tegen
Jo, spaar u maar een beetje want straks gaat het omhoog. Jo antwoordt:
“klimmen da kanne kik goe, der ister maar ene die mij deraf krijgt”. Jo
mispakt hem een beetje aan het klimmetje en van de gelegenheid van zijn niet
gereden ritten de voorbije weken en al zijn aan het genezen zijnde
ontstekingen, maak ik gretig gebruik. Ik mocht toch ook eens schitteren
hé. Het volgende klimmetje ging Jo nog eens gaan, maar de wagons bleven
aan den trein hangen. Dju, dat had hij niet graag. En zo gaan we
verder. Daarom pakte hij nog eens uit in Gavere voor de kuitenbijter en was hij
numero uno. Eenmaal aan de brug in Gavere draaien we rechts het
industriegebied in en dan den dijk op. Ik zei: “Johan er komt een mooi
groepje achter ons om ons in te hangen”. “Neen” zei Johan, “wij gaan het
tempo zelf bepalen”. Slaafs, en af en toe met de tong op de kader,
probeerde ik te volgen. Gezien ik toch al deels tussen mijn kader hing,
kon ik goed aflezen dat de snelheid varieert tussen 34 en 36 km/u. Eens
roepen helpt hoor, maar ligt dat aan de leeftijd of heeft het een andere reden
dat het zo snel vergeten werd: het duurde welgeteld 1 minuut en dan ging de
snelheid terug de hoogte in. In Zwijnaarde over de brug en direct rechts terug
langs het water richting Melle. Dijk, dijk, achterbanden en mijn
fietskader, dit is wat ik deze ochtend heb gezien. Verder heb ik voor de
eerste keer dit jaar kennis gemaakt met dorst, honger, zweetbuien, hoge
harstslag, verzuring en andere limieten. Toch mag ik besluiten dat we aankwamen
in de Beize met een mooi gemiddelde van 27.7 km/u en dat ik ondanks alles niet
naar de koers op tv heb geslapen J Kenneth
Van der Zypen.
PS.
* Heu, eigenlijk
niet. Maar wij reden in het veld, dus moesten we niet wachten op 3 die op de
baan gingen rijden.
** Naar waar zegde?
Het ging dezelfde richting uit: Gijzenzele, Gontrode, Moortsele,
Bottelare, maar dan in het veld. Gullegem is ons ietske te ver.
Mario
Zondag 22 maart. Belsele.
Gisterenavond naar een feestje geweest dus niet teveel geslapen, maar toch de courage
gevonden om een toerken te gaan fietsen. En geloof het of niet, bij de eerste
pedaalslagen voel ik het al, de benen zijn goed. Misschien begin ik de vruchten
te plukken van mijn dagelijks fietsritje naar het werk. Ook al is het maar een
goeie 6.5 km enkel, dat zijn er toch een goeie 65 per week. Ik word echter snel
met de voetjes terug op de grond gezet, want als even vooruit kijk zie ik grote
broer Rudy ook net aanzetten. Ik mag meteen alles uit de kast halen om in zijn
wiel te raken. Wonder boven wonder lukt dit nog ook, maar toch al een cartouche
verschoten. Ik vraag me wel af of ik zo laat vertrokken ben, of dat Rudy zo
vroeg is. Bij aankomst op het kerkplein wordt alles duidelijk. Ik zie
dat ik een tweetal minuutjes vroeger als anders aankom, dus was ik wel degelijk
ietske later vertrokken. ( klinkt niet logisch, maar als je Rudy zijn tempo
kent begrijp je het wel ). Stonden ons al op te wachten: Jan Willems, Gert Vergult, Axel Troch en Rudy De Clerck en
Geert Schepens. Kwamen er nog bij: Jo Roels, en Luc Krick. We vertrekken met
de fiets naar de toertocht in Belsele, waar we ter plaatse wel zullen zien hoeveel kilometerkes we er nog bij
doen. Normaal kies je dan voor de kortste weg naar ginder, maar je kan evengoed
al een opwarmerke meepikken, zoals de kasseien van de Vogelzang. Meteen gaat
alles op het lint, en vallen er hier en daar al wa gaten. Ook in de wegelkes richting heiende
blijft het goed vooruit gaan, en als we het kerkhof passeren besluit
Axel op eigen tempo verder te rijden. We pikken hier en daar nog een stukske
veldwegel mee, passeren ondertussen de bevoorrading van de rit, en komen van
een 25-tal km op de teller aan de inschrijving aan. Eens aan de “echte rit”
begonnen, gaat het tempo nog een snokske omhoog, en van de goede benen van deze morgen is al niet
veel sprake meer. Meer zelfs, het is pompen of verzuipen, en enkel met
af en toe ne goeien
duw van Rudy slaag ik er mee moeite in om in het wiel van de rest te blijven.
De anders zo leutige wegeltjes door de Waasmunsterse bossen worden nu een echte kalvarietocht. Alsof dat
nog niet genoeg is, begint het materiaal ook nog tegen te pruttelen. De
versnelling schakelt niet goed, en mijn voorfrein is al een tijdje aan het piepen. Tijd om te stoppen is er
niet, en het is pas aan de bevoorrading dat ik eens aan mijn voorwiel kan
voelen, en effectief, het draait voor geen meter. Nie moeilijk dat ik zo zit te sterven. Na een
spoedinterventie van onze club-mechanicien en stukske banaan mee ne koek kunnen
we weer de fiets op. We hebben dan al een goeie 65 km in de benen, en tot mijn
grote vreugde wordt er besloten om van hieruit richting Kalken te fietsen. Het
veloken bolt al heel wa beter, en het lukt nu vlot om de rest te volgen.
Freewheelend naar huis, denk ik bij mijzelf, maar dat is zonder Rudy gerekend. Hij trakteert ons nog op een stuk Durme-dijk van Waasmunster
tot in Zele, een dikke 6Km afzien. Eens die verteerd zijn, lukt het om af en
toe een babbelke te slaan, en vertrouwt Gert mij toe dat ook hij de
vermoeidheid begint te voelen. Ik stel voor hem een beetje te duwen, omdat ik
toch al een tijdje in het lichtroze rij in plaats van het donkerrood, maar dat
zou toch een beetje de omgekeerde wereld zijn. Aan het begin van de Gaverstraat zet Jan zich op kop om de eindspurt aan te
trekken, en brengt het tempo vlotjes boven de 40 per uur. Alsof dat nog niet
genoeg is, neemt Rudy op zijn “gemakske” over tot enkel Luc het wiel kan
houden. Echt gespurt heb ik niet, zegt hij , enkel wa rapper gereden. Bij
nazicht op zijn GPSken blijkt “wa rapper” toch meer dan 53Km/u te zijn. Zelf
zag ik ook een 5-ken vooraan mijn kilometriekske verschijnen, net genoeg voor
een deugddoende 3e plaats. Zou ik
dan toch mijn spurtersbenen terugvinden? Ivan
Zondag 27 september 2015: OzeWIEZEwoze.
Een tweetal minuutjes voor half
negen rij ik een verlaten kerkplein op.
De kermis van vorige week is al opgekraamd, en er is nog gene ene
modderfokker op ’t appèl. Een minuutje
later krijg ik het gezelschap van Dirk De Boever, de enige die nog op tijd
is. En dan beginnen de duiven één voor
één te vallen: Jan Willems, Mario Vaneechoutte, Rudy Rogiers, Jo Roels, en dan
ineens, twee tegelijk op ene velo.
Allez, dat denk ik toch, maar het blijkt Danny Fack te zijn die net
terug is van een weekske vakantie en bijgevolg niet al te scherp staat. Hij probeert nog dat zijn spannend truiken
komt door een wasbeurt op 60 graden, maar er zijn wel degelijk wa kilookes bij. Zijn aansluitend tenueke maakt zijn rondingen
duidelijk zichtbaar. Ik schat zo nen 85-B, al is ne kleine C ook best
mogelijk. Als uiteindelijk Luc Krick er
ook nog bij komt, zijn we compleet voor een paar uurkes leute (afzien) op
zondag voormiddag. We zijn nog maar
halfweg Den Boombos als er iemand omkijkt en roept dat we nog niet compleet
zijn en er nog twee achtergebleven zijn.
Bij nader inzicht zien we dat ze achter Danny zijne rug verstopt
zaten. Rudy en Jo nemen het kopwerk richting
Wieze voor hun rekening. Rudy op
souplesse, en Jo… euh… ook. Eens de inschrijving achter de rug, en een stukske
Callebaut chocolade achter de kiezen kunnen we beginnen aan het ritje. Een schoon toerke met hier en daar toch een
paar glibberige stukskes. De straffe
mannen vlammen daar gewoon door, maar ik neem liever niet teveel risico’s,
waardoor ik na elke technische passage een stukske moet inhalen. Ik besluit wijselijk op eigen tempo om de
tocht van 30 km te rijden, zodat de anderen zich ne keer kunnen uitleven. Dat eigen tempo blijk toch nogal mee te
vallen, want geruime tijd zie ik de rappe mannen toch nog voor mij
uitrijden. Net als ik denk dat ze
voorgoed uit zicht zijn, zie ik Mario aan de kant een beetje schaapachtig naar
zijne velo staan kijken. Ik vraag “Staat
ge in panne?” “Neenjk” zegt hij. Ik
weer: “Rijdt gij dan ook de 30?”. Hij dan “ha ba jaajk dan zekerst”. En wijle
weg. De volgende die we oprapen is Jo.
Die had wel risico’s genomen en zijn stuurmanskunst toch een beetje
overschat. In een poging om mee te gaan met de straffe mannen, moest hij zijn
overmoed bekopen met nen fermen duik.
Ondertussen ook nog een beetje piekdraad gevlochten, met als gevolg een
gescheurde broek. Even later, aan de
bevoorrading komen we de rest ook weer tegen. Net als wij terug willen
vertrekken voor het tweede deel van ons rustig ritje, en een al even rustige
terugweg naar Kalken, zeggen Rudy en Co dat ze toch ook maar voor de korte toer
kiezen om toch niet te laat terug te zijn.
Jan voegt er nog aan toe dat we dan evengoed voor die kortere rit een
beetje kunnen doorrijden. Ik antwoord
hierop “JAN WILLEMS, GIJ ZIJT NE #@§*..£”, of zoiets. Het vervolg van de rit valt al bij al nogal
mee en het lukt vrij vlot de rest te volgen. Het is Jo die de weerbots van zijn
tuimelperte moeilijk verteerd krijgt, en hier echt zijn parcours niet vindt. Op
een gegeven moment spelen we hem zelfs kwijt, en het duurt een tijdje voor hij
de eindmeet bereikt. Voor de terugweg naar Kalken zet Rudy zich op kop en trekt
alles op een lint. Iedereen zoekt een rug
om zich uit de wind te zetten, achter die van Danny kunnen er zelfs twee. Op de Scheldedijk in Uitbergen krijgen we een
voorligger op zijn koersvelo in ’t vizier en daar moeten we natuurlijk naartoe.
De snelheid gaat naar de 40 km/u en het begint hier en daar te kraken. Het
moment om toch maar een beetje te vertragen zodat de gelosten terug kunnen
bijkomen. Mario, sociaal als hij is,
waagt toch nog de sprong tot in het wiel van die gast, en rijdt zo van ons
weg. Toffe gasten hé, die
West-Vlamingen. Hij blijft zelfs voorop tot in den Boombos, en net als hij zich
begint op te maken voor zijn triomftocht, de eerste keer in al die jaren bij De
Modderfokkers, als eerste te arriveren, vindt Rudy het welletjes. Hij schakelt
een tandje bij, plaatst een versnelling, en rijdt in ene trok naar Mario. Er op
en erover, ik denk zelfs dat Mario er een vallingske zal aan overhouden. Bij
aankomst aan De Beize kleurt het terras al blauw. Niet alleen door VLD-er Andy
De Cock, maar ook door een hele bende Modderfokkers die hun tochtje al
volbracht hadden. Ik probeer niemand te vergeten. Vijf dames: Nadine, Annemie,
Karine, Sabine en Nancy, en ook nog Johan VH, Guy R, Johan P, Rudy V en Jurgen
V. Ivan.
Heu, ik
wil ook nog een woordje placeren, meer bepaald over Danny. Mario.
Danny
rijdt voor me. “Zeg, Danny man, zo zie ik wel niets van het parkoers, hé”, zeg
ik. “Sorry, Mario”, antwoordt Danny, “maar het heeft ook voordelen hé, als ik
voor je rijd”. “Ah, hoezo dan wel?”, vraag ik. “Wel” zegt Danny: “dan is het
parkoers mooi effen gerold”. Danny zal een groep apart oprichten, zegt hij,
omdat we teveel met hem lachen. Met zijn volume is die groep met hem alleen dan
al rap gevuld. Met hem en AL zijn vrienden evengoed, maar dan is hij nog altijd
alleen in zijn groep. Even verder rijden er een paar voor ons en die zijn bezig
over een van hun maten: geen domme, maar een hele lompe. Ha ja, antwoordt Danny
op die mannen, wij hebben ook zo een, ene Mario en een West-Vlaming bovenop.
Van achter Danny riposteer (!) ik: en we hebben zelfs nog een ergere: den
dikke, domme Danny, noemen we hem.
Even
verder valt plots de ene na de andere windmolen stil om dan te herpakken. Wat
gebeurt er? Ha ja, Danny passeert en vangt al de wind weg. Nog even verder
roept Danny: ho, er zijn er 2 achtergebleven, maar meteen daarna is het
opgelost: Ha nee, zegt Danny, ik kon ze niet zien door mijn eigen dikkigheid.
Aan de bevoorrading ziet Danny een mens die hem al lang niet meer gezien heeft
en ja, warempel, het eerste dat die mens zegt: ‘Amai, Danny, hij zijt ook nogal
verdikt, zeg’.
“Maar
jij ziet me toch nog graag hé, Mario?”, vraagt Danny, met van die zielige
lodderoogjes “Ja hoor, Danny”, antwoord ik: “je weet toch wel dat ik het altijd
al voor dikke gehad heb.” Het slechte nieuws is dat we je lidgeld gaan moeten
verhogen, Danny. Het enige modderfokker-reglement stelt immers duidelijk: Leden
zwaarder dan 130 kilogram betalen dubbel lidgeld.
En zo
blijven we allemaal DIKKE vrienden! Wieze wieze wies bom bom.
18 December 2016: Plaatselijk –
Dendermonde.
Eu…. Wa es da nou, hoor ik
iedereen denken. Joat, toch wel, eindelijk nog ne keer een verslagske van De
Modderfokkers. Kalken ontwaakt onder een sluier van dichte mist. Voila, genoeg poëzie voor de rest van het
jaar, of wat er nog van over blijft. Het is dus ferm gesmoord, en ik besluit
mij toch maar te voorzien van voor- en achterlichtjes, kwestie van mij te laten
zien voor ik gezien ben. Net wanneer ik
de baan wil oprijden, zie ik een grijze schim opdoemen. Niet zozeer door de mist, maar het is buurman
Rudy DC, die al een beetje grijs is van zijn eigen. Samen rijden we richting
kerkplein, waar we tussen de stalletjes van de Kerstmarkt vergezeld worden door
de rest van de bende. Jo R, Rudy R, Stefan I, Dirk
DB, Axel T en Luk K. Het
valt wel op dat enkel de mannen uit het noorden, ik en de 2 Rudy’s, voorzien
zijn van nodige verlichting, zij het bij Rudy R wel enkel achteraan. Hij stelt dan ook voor dat hij wel achteraan
zal rijden, waarop ik hem meteen mijn voorlichtje geef. Hij stelt ook voor om
eens richting Dendermonde te rijden waar rond de Scheldebrug enkele leuke
stukskes te vinden zijn. We zijn nog
maar enkele kilometers ver als Luk besluit om op zijn eigen een toerke te
rijden. Hij had een ritje richting Temse
in gedachten, en als het bij Luk in zijn koppeke zit, zit het niet in zijn
gat. Via de Gratiebossen en Berlare
komen we langs de dijken ter bestemming en kunnen we ons hartje ophalen op de
slingerende paadjes. Bij momenten wordt
het vrij technisch, en de natte bladeren en boomwortels maken het er niet
makkelijker op. Bij het oprijden van een
van de vele dijkjes raakt Jo zijne velo nog net boven, maar hijzelf pas enkele
tellen later. Het is af en toe een
keertje zoeken, zelfs enkele keren omkeren maar zo komen we wel op enkele
plaatsen waar we nog nooit eerder fiets aan grond zetten. TO BOLDLY GO
WHERE NO MODDERFOKKER HAS GONE BEFORE. Op de terugweg richting Kalken
pakken we een stukske van de Modderfokkerride mee langs de vernieuwde dijken
ter hoogte van Uitbergen. Een stukske
nog niet zo goed gekend door Dirk DB, want bij het afrijden van een helling,
verslikt hij zich in een tweede knikske, waardoor hij onzacht met zijn
kroonjuwelen op het zadel belandt.
Gelukkig zonder erg, want na enkele minuten begint hij weer normaal te
spreken en lijkt alles weer op zijn normale plaats ingedaald. Op het vettig stukske dat volgt, draait Rudy
R het gas eens open. Ik probeer nog te
volgen, maar na een slipper naar links en een schuiver naar rechts ben ik al
blij dat ik overeind blijf. Stefan heeft
minder chance en komt met een bemodderde zijflank weer aansluiten. In De Beize mogen we nog genieten van een
verjaardagsdrink op de gezondheid van Els en Annemie. Ivan.
31
December 2016: Plaatselijk – Tettenrit???
De
thermometer blijft steken net onder nul en buiten miezert het een beetje.
Dat wordt opletten geblazen. Op de kasseitjes van mijn oprit voel ik de
wielen al een beetje heen en weer zoeken. Ik ben gewaarschuwd. Als
ik passeer aan de Portugiezenstraat komt Rudy voorzichtig uitgedraaid.
Ook hij heeft al begrepen dat het niet simpel zal zijn om al zijn Pk’s op het
asfalt over te brengen. Op ’t gemakske rijden we richting Kalkendorp, af
en toe eens testend hoe glad het er bij ligt. Dat testen doe je door eens kort
te remmen, en te voelen hoe snel het wiel blokkeert. Dat doe je bij voorkeur
met de achterrem, zo niet lig je gegarandeerd voor een close-up tegen het
asfalt. Al bij al valt het nogal mee tot we het kerkplein
opdraaien. Daar liggen de kasseien te blinken gelijk ne spiegel, en
verder rijden is onmogelijk. Wie er ook staat te blinken is Jan W.
Het is al minstens enkele maanden geleden dat hij er nog eens bij was, maar nu
er op den blog opgeroepen is voor nen tettenrit, tekent hij present. Ook Karel
V is er nog eens bij, net als Dirk DB en Geert S. Even later komt ook
Mario aangestrompeld, fiets naast zich aan de hand. Hij heeft blijkbaar
al een duikske gezet. Misschien met de voorrem getest? Als Danny F,
Stefaan I en Luc K ook nog komen aangereden, aangegleden, zijn we compleet.
Klaar voor de traditionele eindejaarsrit via de scheldedijk richting binnenstad
Gent. De meningen zijn echter verdeeld wegens te gevaarlijk op de gladde
wegen. We houden spoedoverleg in cafe Groene Meersen in de Uitbergsestraat,
en besluiten na enkele koffietjes,( enkelen hebben zich al wat moed toegediend
door middel van een druppelke ) toch maar niet naar Gent te rijden maar een
plaatselijk ritje uit te stippelen, voornamelijk in het veld waar het minder
glad ligt. Geert S en Dirk DB laten zich nog overhalen en fietsen toch
mee. Mario zegt al voldaan te zijn met 1 keer te vallen en haakt af, net
als Karel, die er al eerder de brui aan gegeven had. We duiken meteen de
Kalkense Meersen in, en de theorie lijkt te kloppen. De veldwegels liggen
er goed berijdbaar bij, en de tussenstukken op de weg worden behoedzaam
be(t)reden. De testresultaten van de wegentesten worden mondeling
medegedeeld. Hier is’t goe, hier ook en hier ook, tot plots Jan in volle
paniek “ HIER NIE, HIER NIE,…”. Maar te laat, hij schuift al over de
ijsplek. Rudy kan nog net zijn landingsgestel uitklappen, glijd verder
tot net tegen Jan, maar blijft overeind. De schade wordt opgemeten en valt goed
mee, enkel zijn stuur staat een beetje scheef. En wij die dachten Jan de
technische specialist stuurmanskunstenaar was, blijkt het zijn valtechniek te
zijn die op punt staat. We vervolgen onze rit en Rudy neemt ons nog een
mee naar zijn nieuwe speeltuin richting Dendermonde. En het mag gezegd
worden, da ritje begint stilaan op punt te staan want deze keer moeten we geen
een keer omkeren. De nieuwe stukskes sluiten perfect aan en brengen ons
naadloos terug richting Kalken, waar we zonder verdere accidenten, kou maar
tevreden ons ritje afronden. Een apres bike in de Beize kunnen we op onze
buik schrijven, wegens niet open op zaterdagmiddag. Gelukkig had Rudy een
uitnodiging ontvangen van Drankenhandel Vandenberghe, waar Tom en Christel ons
trakteerden op een natje en een droogje ( lees Trappist en Hot-Dogs ).
Aan iedereen, een gezond en sportief 2017. Ivan.
Zondag 15 januari
2017. Plaatselijk. Vies winter weer, maar even voor half 9 sta ik al – alleen – aan de kerrek.
Daar draait ook de jonge Verhoeven het kerkplein op, voorzichtigjes, want de
gladde dagen houden maar niet op. We wachten tot ook de Grote Leider opdaagt:
dat is het geval om 8:38. Dat is net op tijd volgens het Hussevelds’ uur, dat
iets achterloopt op het Kalkens’ uur dat op zijn beurt weer iets achterloopt op (de rest van) de
beschaafde wereld. Dus zijn we al met 3. We babbelen en babbelen en tegen
negenen draait er een dikke mercedes het plein op, met een modderfokker in. Het
was Kevin, ook wel Kenneth genoemd, die eens van bij hem thuis (100 meter
verder) per auto kwam kijken of er waren die zo zot waren om met zo een weer te
rijden. Ja, zegt Rudy, wie is er hier nu de zot? Nu mag hij eerst nog terug
naar huis om zijn velo, in plaats van van de eerste keer met zijn velo te
komen. Er passeert nog een fokker en die zwaait. Het blijkt Jo R. te zijn die
blijkbaar liever alleen rijdt. Wie we daar ook hebben, is Hans K, die met de beekes
ging rijden maar even schrikt als hij al dat talent samen ziet staan. Dan komt
ook de metser aangereden, met name Koen O., ZONDER handschoenen. Op wie we dan
natuurlijk moeten wachten is Kenneth, die uiteindelijk per fiets en met een
zakske boterkoeken af komt gereden. Zo vertrekken we rond kwart na 9, drie
kwartier nadat ik was aan gekomen. Maar het stilstaan viel nog goed mee wat de
kou betreft. Dat verandert de eerste kilometers van het fietsen. Het is gedurig
oppassen zodat ge niet echt warm kunt rijden en de wind voel je nu ook. Koen
vertrekt inderdaad zonder handschoenen met zo een vriesweer. Als we op de dijk
tegen de Aard zijn, klaagt hij toch van de kou. Hij had de kou toch wat
onderschat, zegt hij. Gelukkig ben ik voorzien van een extra paar handschoenen.
Ik had die nog niet aangeboden omdat ik dacht dat die mens dat zo gewoon was,
maar hij is toch blij als hij mijn handschoenen kan aandoen. Weeral mijn goede
daad voor vandaag.
Als bij wonder is er maar één valpartij. Het is Koen, die
wegschuift op het asfalt nabij het Riekend Rustpunt. De interpretatie van
‘rustpunt’ kan nogal verschillen, blijkbaar. Hij komt er van af met de schrik
en wat schrammen op de heup. We teisteren nog de Konijnenberg en vooral Gert V.
amuseert zich met het op- en afcrossen van het zandbergske. Rudy vindt overal
nog berijdbare niet te gladde wegelingskes en rijgt een apart parkoers aan
mekaar. Natuurlijk dat het soms eens vettig ligt met al de regen en de sneeuw
van de voorbije weken, maar daar zijn we toch modderfokkers voor, hé. Nietwaar
Ivan, Stefan, Dirk, Rudy DC, Luc, Danny, ….?
Naar de Beize toe krijgen we nog een vlaag sneeuwregen
over ons, maar de redding is nabij. Ook vader Poelman blijkt in zijn eentje te
hebben gereden en komt ons vervoegen in de Beize. Er zijn dus zeven zotten (volgens de enen)
ofte dapperen (volgens onszelf), die stuk voor stuk blij waren dat ze weer eens
dit weer getrotseerd hadden. Mario
Zondag 15 januari 2017. Even
buiten kijken en vaststellen dat het lichtjes gesneeuwd heeft. Zoals elke
zondagochtend voor de rit, ga ik naar de bakker. Vrijdag de dertiende is
nog niet lang voorbij en er is vrees voor het onvermijdelijke. Ik schuif
op de ijslaag van mijn achterdeur tot aan de voordeur van de auto, zonder veel
erg, ik blijf recht. Mijn besluit staat vast, dat fietstenueke gaat na
het bakkersbezoek terug uit en het zal een rustige zondagochtend worden.
Op weg naar de bakker kruis ik Jo Roels die alleen een calvarietocht aan het
rijden is. Op terugweg van de bakker zie ik toch nog wat beweging op het
dorpsplein en ik ga kijken welke zotten het ook zullen wagen. Het is Rudy
R., Gert en Mario. Wanneer ik mijn bedoeling van het bezoek op het
dorpsplein vertel, nl. komen kijken welke zotten er gaan fietsen, krijg ik
steevast het antwoord van Rudy: “och het is geen vergelijk met de
tettenrit”. Allé, de goede voornemens van Nieuwjaar in acht genomen,
beslis ik dan toch maar om mij op glad ijs te begeven en mijn tenueke aan te
houden. Met het zakje van mijn ontbijtkoeken tussen de tanden, rij ik
schoorvoetend tot op het dorpsplein. Ik krijg de kans om mijn koekskes
nog snel op te eten en de 3 heren te vergezellen samen met Hans K. en een
wijkgenoot, Koen Oosterlinck.
Ik zie Hans zijn moed al wat diep in zijn schoenen zitten, maar met wat
peptalk, sluit hij toch aan. Ik heb hem beloofd dat we samen zullen
sterven en terugkomen. Enigszins voorzichtig en bijna in stilstand door
de bochten malen we toch een beetje kilometers, tot plots de Koen horizontaal
door de bochten probeert te gaan. Even de stand van zaken gecontroleerd en er
bleek een ijslaag over de ganse weg te liggen. Dan besluiten we maar om
de dijk te verlaten en wat veldwegels op te zoeken. Onderweg een vraag
van Mario: “vanwaar komt het dat Gert dikke witte strepen op de weg trekt en de
rest wat dunnere”? Niemand een pasklaar antwoord, maar het vermoeden is
dat hij gewoon met platte banden rijdt of gewoon meer PK’s op het asfalt door
het ijs duwt. Van al dat voorzichtig gedraai en gekeer, beginnen we wat
op onze honger te zitten en kiezen ervoor om een beetje te gaan spelen op de
konijnenberg in Berlare. Vlot de enigszins steile helling naar beneden
waar Rudy de pesters verfoeit die overal takken in de weg leggen op de single
tracks. En dan maar ploeteren in het zand, alwaar Hans af en toe de
handdoek in de ring gooit en toekijkt hoe wij afzien en Koen advies geven om
alsnog boven te geraken. Een beetje spielerei, maar wel een leuk
intermezzo. Na enkele diepe longtesten en temperatuursverhogingen van
sommigen, vervolgen we onze weg richting Berlare waar we nog wat spelen in de
kuilen aan de sporthal, de gratiebossen en verder naar Zele, alwaar de wegen
splitsen. Ikzelf moest naar een nieuwjaarsbrunch en wou absoluut om 11
uur thuis zijn en Hans was blij omtrent onze gemaakte afspraak van bij het
begin. Wij dus samen naar Kalken. En het is nog gelukt ook, Nele
blij, ikke blij en 1+1 = 3. Mario, Rudy, Gert en Koen gingen nog over het
Heiende en zo terug naar Kalken. Wij hadden een uur en een half gefietst
en bij deze gladde, koude dagen was dit bevredigend. Zowel Hans als ik
zijn blij dat we gereden hebben. Wat de andere heren betreft, heb ik geen
indicatie omtrent hun kilometers, tijd en plaats van aankomst en vreugde
omtrent het gereden hebben, maar ik veronderstel dat zij hebben afgesloten in
de Beize. Waar al de rest van de modderfokkers hebben gezeten, heb ik
geen enkel idee, maar ik kan alleen maar zeggen: “de afwezigen hadden weeral
eens ongelijk ;) “. Kenneth
Zondag
5 november 2017. Ja, beste mensen, even schrikken zeker? Met
oprechte excuses. Inderdaad, zeer verrassend nog eens een verslag van de
Modderfokkers voor ogen te krijgen. Tja, het kriebelde bij Ivan en ik om weer
wat te schrijven, maar ik moest wel beginnen, zei Ivan.
“Die Modderfokkers, rijden die
nog rond?”, hoor ik u denken. Jazeker, sinds 1999 al, en nog steeds is er een
bende ouwe taaie, van toch tussen de 15 en 20 man (en vrouw), die elke
zondagmorgen de wegelkes en het weer trotseren, al valt dat laatste tot nog toe
heel erg mee: droog en warm voor de tijd van het jaar. Lang leve de opwarming
van de Aarde! Er wordt opgedeeld in twee bendes: A-kes en B-kes. De oudste van
allen verjaarde deze week: Johan Poelman, 64 jaar jong. De tweede oudste is
kapitein van de B-kes, Rudy Vergeylen, die ondanks een paar serieuze malheuren
het voorbije jaar gewoon voortdoet.
Aangekomen op het marktplein
staan de vertrouwde gezichten van de kleine overgebleven kern van de A-kes al
te wachten: Ivan Rogiers, Rudy Declerck en Axel Troch. Rudy Rogiers, Koen
Oosterlinck en Stefan Imschoot sluiten aan. Een andere (half)vaste waarde is
Danny Fack, maar die is maar halfvast omdat ie soms op zondag dienst moet doen
(niet te verwarren met ‘werken’) of op andere keren niet uit zijnen nest
geraakt. Wie ook heeft afgehaakt is Luc Krick, witten Kriek genoemd, die met de
B-kes rijdt tot hij een nieuwe velo heeft. Hij blijkt gisteren ook overkop te
zijn gegaan met zijn afgebroken zadel in zijn … Is zijn zadel afgebroken en
ergens ingeschoten zodat hij overkop is gegaan? Is hij overkop gegaan zodat
zijn zadel is afgekraakt en ergens is ingeschoten? Heeft hij zijn zadel
afgeknepen met zijn achterwerk zodat het er in is geschoten en is hij daardoor
overkop gegaan? Ik heb het niet zo goed kunnen verstaan, maar gelijk welke de
volgorde van de feiten is, het lijkt me niet echt benijdenswaardig, vooral dat
deel dat over ergens inschieten gaat. Maar Luc, geen probleem: dat kan
chirurgisch verwijderd worden, hé. Ze doen dat bij sommigen zelfs zonder
verdoving. Ivan is het in zijn carrière al 3 keer overkomen (allez, het
afbreken van het zadel. Daar bleef het – spijtig genoeg – wel bij). Ik ben
altijd blij als ik advies kan geven om mensen te helpen. Ik ben ook altijd blij
voor Ivan als ik zie dat Stefan ook meerijdt, zoals vandaag. Dan is Ivan die
keer toch al niet de grootste zeveraar.
Er wordt meestal rekening
gehouden met de windrichting om te bepalen welke richting we vertrekken, zodat
we in het weerkeren de wind in het gat hebben. Met overwegend NO-wind wordt er
besloten door RR, op aangeven van Axel T, om naar Dendermonde te rijden. Schoon
ritje, met een aantal technische stukjes in. Ik moet Stefan eens tot de orde
roepen, want mijnheer trekt kop aan 36 per uur, windop, op weg naar
Dendermonde, en ik moet alles geven wat ik kan om gewoon in het wiel te kunnen
blijven. Ik wil nog wat over hebben als het echte morerijden begint en tegen
dan niet al al mijn kartoesjen verschoten hebben. We blijken grotendeels tussen
de vlagen door te rijden, want alhoewel het overal vers nat en vettig ligt,
krijgen we maar één bui van 5 minuten over ons. Ivan, Axel en ik trekken onze
‘basje’ aan, zoals Rudy ze noemt, maar beklagen het ons aldra, want als het
niet regent is zo een regenfrak meteen te warm en te klam. Wie enkele
kilometers voor den arrivee moet afhaken, nog nooit meegemaakt!, is Rudy DC, tot
nog toe de meest onverwoestbare aller modderfokkers. Marie-Jeanne, doe er iets
an! Gelukkig slaagt hij er in om op eigen houtje de Beize te vinden en te
halen. Als dat ook al niet moest lukken, dan dient langdurige ziekenhuisopname
zeker te worden overwogen.
De Beize is al weer in
doordeweekse outfit, nadat ex-modderfokker Gunter Blanquaert en vrouwtje Annick
het café magnifiek prachtig hadden versierd voor Halloween. Twaalf
modderfokkers reden een avondritje op 31 oktober, met meer dan aangename
verrassing ter hoogte van de Konijnenberg in Berlare alwaar Annemie, Nadine,
Nancy en Els, verkleed als heksen (of waren die nu toch niet verkleed??), ons
opwachtten met een dots en een klare. Vandaag worden we getrakteerd door de
jarigen Johan P. en Guy Roels en nemen voor een paar weken afscheid van Rudy R,
die naar Australië trekt, om er rijke wielertoeristen op de fiets te gaan
begeleiden. Ja, ge ziet hé dat sommige spreekwoorden toch veel waarheid
bevatten: Ge moet niet schoon zijn om sjans te hebben. Mario
Zaterdag
11 november 2017. Tonneke. Nu we terug begonnen zijn met verslagen
schrijven, kunnen we zowel verder doen.
Vrijdagavond steekt Jan Willems
– ja, die leeft nog – het vuur aan de lont op de facebookpagina van de
Modderfokkers. Stefan reageert, ik ook, Gert V volgt en ook Philippe D’homme.
Ik stuur ook nog enkele berichtjes naar enkele van mijn zondagse teamgenoten,
maar die geven niet thuis.
Zaterdagmorgen staan we met
zeven op het kerkplein: Jan Willems, Stefan Imschoot, Gert en Luc Verhoeven,
Philippe D’homme, Jo Roels – na een lange revalidatie door een polsbreuk – en
ikzelf.
Op een rustig tempo naar
Wetteren onder begeleiding van een zacht regenbuitje.
Daar vertrekken we ietske
sneller, iedereen doet goed mee tot aan de eerste modderstrook. Een ganse nacht
regen heeft mijn planning om nog op zomerbanden te rijden in de war gestuurd.
Met schrik om te vallen laat ik de anderen los en besluit om alleen verder te
rijden. Een paar kilometer verder zie ik dat Philippe zich laten uitzakken
heeft. Blijkbaar ging het voor hem toch te snel en we rijden samen verder,
waarbij ik bij elke modderstrook terrein moet prijsgeven. Een beetje later zien
we Jo voor ons uit rijden en die doet verwoede pogingen om ons voor te blijven.
Wij vinden dat leuk en spelen een beetje JoJo (snapt ge’t?). We besluiten dan
toch om hem uit zijn lijden te verlossen en gaan hem gezelschap houden.
Verderop, na alweer een zeer glibberige modderstrook stop ik om nog eens extra
lucht uit mijn banden te laten om toch een beetje meer grip te hebben. Jo gaat
op’t gemak verder rijden, zegt hij. Kilometers verder halen we hem terug in,
want hij is gestopt omdat hij niets meer zag door een afzakkende muts. Aan de
bevoorrading besluit Jo om alleen zijn weg verder te zetten en die zien we niet
meer terug. Philippe en ik amuseren ons en geven er een tamelijke lap op. Terug
op het wetterse grondgebied is de ondergrond beter berijdbaar en ’t gaat goed
vooruit met in ons wiel een mtb-rijder geholpen door een batterij! De brave man
met zijn BMC-truitje neemt niet over en laat ons het zware werk doen.
Aangekomen in ’t Tonneke onze gratis Tongerlo genuttigd en nog eentje extra en
dan terug naar Kalken. ’T Was leuk! Fiets kuisen iets minder en ook maar direct
een bandenwissel doorgevoerd. Kwestie van de affaire mee den ezel en de steen
te vermijden. Axel
Zondag
12 november 2017. Plaatselijk ritje. Afspraak om 8.30u met Stefan op
het kerkplein zondagmorgen, zoals gewoonlijk. Weinig gewoon aan, want niemand
aanwezig, ook de andere vriendjes niet en ik heb zo’n vermoeden dat de regen
hiervoor verantwoordelijk is. Ik besef dat mijn regenvestje te licht is en keer
terug naar huis om een betere regenjas te halen. Terug naar het kerkplein om 9u
voor een ritje met de B’s dan maar. Daar aangekomen is er enkel Els Cattoir.
Nadine F en Rudy V gingen ook nog komen, zegt ze. Enkele minuten laten komt
Nadine aangestormd, Rudy heeft een vallingske en we besluiten dan maar met ons
drie een plaatselijk tochtje te doen onder gezapige regenval. Els heeft zo haar
eigen mening over de Modderfokkers (regen is géén reden om…). Tegenwind
vertrekken is altijd een goed idee. Op den dijk richting Wetteren en Melle
kunnen we makkelijk naast elkaar rijden. Geen tegenliggers en we kunnen een
klapke doen. Eens in Melle is het moeilijker om met drie naast elkaar te
blijven en ik positioneer mij dan maar achter de dames. Lekker uit de wind,
schoon zicht (is dit nu grensoverschrijdend? – ik wil jullie niet kwetsen, hé
dames). Mijn beentjes voelen nogal zwaar aan door de rit gisteren en elke keer
er hoogtemeters te rapen zijn, vliegt Nadine vooruit met Els in het wiel. ’T
Zal niet waar zijn zeker dat ze mij der gaan afrijden. Ik bijt wat harder op
mijn tanden en ga bij elke bergop tussen mijn kader hangen. Geeft meer comfort.
Ondertussen kunnen we ons regenvest uitdoen en komt zowaar de zon piepen. De
afwezigen hebben weeral ongelijk. Nadine weet van geen ophouden meer en na een
bezoekje aan de jaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem, die we rechts laten liggen,
legt ze er de pees op richting Kalken. Aan het Vaartplein komt Kenneth ons nog
vervoegen, die was blijkbaar enkele seconden te laat om bij ons aan te sluiten
om 9u en heeft alleen een ritje gereden. We hebben hem dan maar de spurt laten
winnen. In de Beize komen Johan P, Rudy V en Danny F ook nog aansluiten. Rudy
had dat beter niet gedaan want Koen ging ons bitterballetjes geven, maar omdat
Rudy geen vlees meer eet, krijgen we allemaal niets. Allemaal uit compassie en
medeleven met Rudy. Ik wist zelfs niet dat er vlees zat in die bitterballetjes
bij Koen. Axel
Zondag
19 november 2017: Plaatselijk. “Wablief, weeral een verslagske”, hoor
ik u denken. Joat, maar ’t is van moeten.
Enkele weken geleden heb ik Mario zo zot gekregen om toch maar weer een
paar verslagskes te schrijven. Da zot
maken van Mario, da ging vrij vlot, enige voorwaarde was dat ik ook terug in de
pen zou kruipen. Terwijl Rudy aan het
“afzien” is tussen de kangoeroes en de koala’s bij winterse temperaturen van
zo’n graad of 25 moeten wij het met een dikke 20° minder stellen. Geen probleem voor echte venten, dus
verzamelen wij met de volle 4 man op het kerkplein. Rudy De Clercq, Axel Troch, Jo Roels en
ikzelf. We kiezen voor een plaatselijk
ritje en vertrekken langs de Vaart richting Scheldedijk. De afslag richting Blauwe steen rij ik bewust
voorbij en Axel begint al op te spelen.
Ik kalmeer hem een beetje door te zeggen dat we die in het afkomen gaan
meepakken. Wanneer we het pompstation
naderen vraag ik of we links of rechts afslaan, maar er volgt geen
reactie. “Als ’t zo zit, rij ik gewoon
rechtdoor” dreig ik, maar dat blijkt geen probleem te zijn voor mijn
gezellen. Dan toch maar linksaf richting
Schellebelle. We vervolgen richting Schoonaarde en gaan net over de brug
linksaf waar we een nieuw wegeltje verkennen.
Aansluitend willen we het houten vlonderpad volgen dat uitkomt aan het
kerkhof van Uitbergen, maar als ik de trappen afrij zie ik de plankskes serieus
liggen glinsteren. Voorzichtig tot
stilstand komen en op ‘t gemakske rechtsomkeer maken is de boodschap. Jo was toch al niet zinnens te volgen want
hij begint het nu net een beetje gewoon te worden zo zonder plaaster. We besluiten dan maar richting Gratiebossen
te fietsen, maar niet zonder eerst een bezoekske te brengen aan de Konijnenberg
in Berlare. Hier duiken we zoals
gewoonlijk de steile afdaling naar beneden en spelen daarna nog een beetje
tussen de zandheuvels. Als afsluiter
neem ik mijn gezellen terug mee in omgekeerde richting om dezelfde steile
helling naar boven te rijden. Met een
goeie aanloop en het gepaste verzet kom ik netjes boven tot stilstand. De startsnelheid van Jo was net een beetje te
laag, en een metertje van de top moet hij voet aan grond zetten waardoor Rudy,
die te kort op het wiel zat, zijn voorbeeld moet volgen. Als Axel aankomt, merk ik dat ook hij niet
rap genoeg gaat en voorspel, dat lukt nooit, dat het nooit zal lukken. Hij probeert zich nog naar boven te wroeten,
en een beetje koppig zoals we Axel kennen, weigert hij voet aan grond te zetten
met als gevolg den tuimeltrofee van de dag.
Merci Axel voor de nodige inspiratie voor dit verslag. Zonder verdere problemen rijden we huiswaarts
via Zele, Heikant over Lokeren. Na een
kort maar deugddoend ritje komen we weliswaar redelijk vroeg aan in De
Beize. Vroeg genoeg om op ’t gemakske
een bitterballetje te nuttigen zonder vleesloze Rudy (Vergeylen) in verleiding
te moeten brengen. Ivan.
Zondag
26 november 2017. Gent. Met 7 op het kerkplein, een succes. De
drie vaste waarden, Ivan, Rudy DC en Axel T, en dan nog Stefan IS, Gert Verhoeven,
Danny F en onderstaande. De Grote Roerganger, Rudy R (niet van Roerganger, maar
van Rogiers), moet nog bekomen van zijn jetlag opgelopen bij zijn terugkeer
vanaf de onderkant van planeet Aarde, dus moeten we zelf uitzoeken naar waar we
gaan. Het weer valt veel beter mee dan voorspeld (zoals eigenlijk al het hele
jaar het geval is) en Danny stelt de rit naar Gent voor. Ja, goed idee, dan
kunnen we al even onze beruchte eindejaarsrit oefenen, heel origineel en
helemaal rond en door Gent. Het is wel even zoeken hoe we om te beginnen in
Heusden raken, want, hadden we Danny gevolgd, dan stonden we na een halfuur
alweer aan de kerrek van Kalken.
Maar eens we, voorbij Heusden,
over de brug rechts, de Gentbrugse Meersen inrijden, is iedereen verrukt.
Prachtige wegels, in een zonovergoten herfstse vlakte. ‘Zomerse’ en ‘winterse’,
dat gaat goed, bedenk ik net, maar niemand zegt ooit “lentese’ of ‘herfstse’.
Toch wel raar, hé!? “Geniet van dit stuk natuur!”, zegt Danny. “En sluit af met
hekje”, voegt Ivan daar aan toe, omdat we meteen aan zo een klaphekje staan, om
de koeien tegen te houden en de wandelaars door te laten. En ja, Danny, die net
voor Ivan rijdt, doet dat dan ook, zodat het hekje luid tegen Ivan zijn
voorgevel terugklapt. Wie Ivan zijn voorgevel kent, weet dat dat eigenlijk niet
zoveel kwaad kan.
Even verder, een wandelaar met
zijn hond. De border collie ligt, buik plat tegen de grond, in de aanslag en,
als hij Danny ziet komen, stormt hij luid blaffend naar hem toe. Nog een jong
beestje blijkbaar, dat nog het verschil niet kent tussen een schaap en een
ezel. Gelukkig komt de hond er zonder veel kleerscheuren van af, ook al omdat
de meeste honden normaal gezien nooit veel … Ja, laat maar.
Het is even wachten op Axel. Die
heeft het lumineuze idee om zijn banden wat zachter te zetten, omdat we,
ochgottekes, eventjes op een heuvel, midden in de Gentbrugse Meersen, de
vettige wegelkes verkennen en wat bricoleren. Maar we hebben nog minstens 2 uur
rijden voor de boeg. Mocht je nu nog even makkelijk weer lucht kunnen bijsteken
in je banden, dan zou ik er nog begrip voor kunnen opbrengen, maar nu moet hij
nog 2 uur op slappe banden verder. Zo zit het Heelal niet in mekaar, Axel! Och
ja, we zijn eigenlijk al lang gewend dat er allerhande rare kwasten meerijden
met de Modderfokkers. Uiteindelijk mogen we niet vergeten dat dat de reden is
waarom de KWB indertijd (in 1999!) aan Rudy R gevraagd heeft de Modderfokkers
op te richten: er was in Kalken dringend nood aan een zelfhulpgroep voor
hopeloze gevallen. Ik ga geen namen noemen, maar als je weet dat zelfs Marc
Roelandt nog een paar jaar heeft meegereden, dan moet ik er geen tekeninkske
bij maken, zeker. Rudy is dan zelfs zijn broer Ivan beginnen meenemen, maar
veel heeft dat na al die jaren nog niet opgebacht, het was al te ver gezet met
Ivan.
We komen echt overal in en rond
Gent en overal liggen er leuke wegeltjes en hindernissen. Een korte
ritbeschrijving: Gentbrugse Meersen, daarna fietsweg langs Schelde tot bijna
aan de Franse Vaart, lange wegel naast Visserij tot aan andere kant van Gent,
Voorhoutkaai met St. Baafsabdij en Spaans Kasteel, Dampoort, St. Amandsberg met
Groot Begijnhof en Campo Santo, spoorwegen en vuilnishopen aan Decathlon,
Meulestede Brug, AZ St. Lucas, dwars door St. Antoniushof en door centrum van
Gent, Verlorenkost, Blandijnberg, Citadelpark, Nieuw Gent (hier wonen 100
nationaliteiten, weet Danny. Ja, soms weet Danny ook iets), St. Jozef Instituut
aan Zwijnaardebrug, achterkant Coca-Cola fabriek, 3 hoog op de parking van het
UZ Gent, via IJsbaan Kristallijn naar de Ringvaart en zo terug naar Melle langs
nog meer wegelkes. Gertje Verhoeven is enthousiast over zo een rare rit.
We komen, ter hoogte van de
Voorhoutkaai, aan een grasveld met hoge, vierkant gesnoeide bomen, naast het
Spaans Kasteel, waar het Spaans garnizoen van Keizer Karel in de jaren 1500
gekazerneerd was. Dat is de plaats waar Gent ontstond. De bomen stellen de
pilaren voor van de oorspronkelijke St. Baafskerk, in de jaren 600 gesticht
door den heiligen Bavo (die toen nog niet heilig was, welteverstaan). Nadat ik
even halt gehouden heb en mijn kompanen met deze kennis cultuur-historisch
verrijkt heb (parels voor de zwijnen, zegt men dan), laat ik het verder
uitstippelen van de rit weer eventjes over aan Danny. Het
cultureel-intellectuele deel is immers voorbij. Danny laat zich echter niet
kennen en we rijden meteen daarna naar het Groot Begijnhof en het Campo Santo.
Het is de eerste keer in mijn leven dat ik in het Groot Begijnhof kom. Op
andere ritten naar Gent doen we het Klein Begijnhof (in de Lange
Violettenstraat). Beide begijnhoven lijken eigenlijk wel goed op mekaar, maar
een kenner ziet meteen het verschil: in het Groot Begijnhof zijn de begijnen
ietske groter.
Op de langen end neemt Gert over
van Ivan die net een lange beurt achter de rug heeft. ‘Beurt’ in de betekenis
van koptrekken, wel te verstaan. Ook mooi aan 32 per uur, al kan deze jongen
veel rapper, zodat we toch goed vooruitgaan en niet de ziel uit ons lijf moeten
rijden. Wat een verstandige gast toch, die net 23 is geworden. Eindelijk ben ik
niet meer de enige normale in deze bende. Daar komt echter van achteren een
ouwe zot, de genaamde Rudy DC, aangestormd. Snok. Meteen 37 in ‘t uur, en dat
tempo zakt niet meer tot in Kalken, waar Gert wel de sprint wint.
Bij Koen* en Nadine in de Beize,
vinden we ook Kenneth, Els, Johan, vader Verhoeven, en witte Luc Kriek. Ik denk
dat Els ondertussen de prijs voor de meest fervente Modderfokker mag krijgen,
want veel ritten heeft ze nog niet gemist. Johan en Luc zijn aan het uitkijken
naar hun nieuwe Olympia**.
In totaal deden we 63 km. En
deed het weer deugd? Ge moogt gerust zijn.
Mario
*: Tegen Kerstmis aan, spreekt
men gewoonlijk van KalKoen van de Beize.
** Grote Roerganger, hoeveel
korting krijg ik nu op mijn volgende herstelling, voor het maken van deze
reclame voor uw veeloos? Koen en Nadine van de BEIZE, ook naar jullie toe een
gelijkaardige vraagstelling, aangaande mijn volgende consummaties in jullie
etablissement, voor het meermaals belangeloos vermelden van de BEIZE in mijn
verslagskes. Veel moet dat niet zijn, hoor, een klein gebaar af en toe
volstaat.
Zondag
26 november 2017. Gent (Verslag 2, eigenlijk door Stefan geschreven). Sinds
een paar weken wordt er opnieuw in de pen gekropen. Hier kunnen verschillende
redenen achter zitten. Het zou kunnen zijn om schriftelijk uiting te geven aan
de inhoud en de schoonheid van de avontuurlijke ritten op zondagochtend. Het
zou ook kunnen zijn uit pure verveling. Het kan zijn om de verbale
jongensachtige pesterijen van tijdens de rit ook op de blog verder te zetten;
opgelet voor het overschrijden van “de grens” is de boodschap. Maar het zou
kunnen zijn om aan te geven dat de modderfokkers nog steeds actief zijn. Want
dat is wel degelijk het geval èn met jonge gasten in de rangen. Zo was er
zondag 26/11 eentje om 8u30 op het kerkplein die 21 was geworden en dus werd er
bij wijze van ontgroenings euuuh euih verjaardagscadeau besloten richting Gent
te rijden. En het moet gezegd, die modderfokkers van de oudere generatie weten
hun weg. Maar ook al rijden ze al een tijdje aan je zijde en denk je ze te
kennen, toch blijven ze verbazen. Neem nu zondag jongstleden. Al denkt iedereen
dat Mario de natuurkundige en de cultuursmurf is, toch was het Dannie die ons
op sleeptouw nam via Laarne en Heusden door de Gentbrugse meersen (een echter
aanrader) en nieuwe singletracks aansneed. Toch was het Dannie die ons wat
Gentse geschiedenis bijbracht en onbekende pareltjes van steegjes opzocht. Toch
was het Dannie die ons de plek toonde waar Gent is ontstaan. En dat terwijl
iedereen het over het onverantwoorde gedrag van Dannie heeft en of hij nu al
dan niet aan de bende gelinkt wordt, is het Mario die de mond vol heeft over
begijntjes en onheuse praktijken in de Begijnhoven te Gent en zich vast reed op
Campo Santo. Toch is het Mario die ons meeneemt langs sloppenwijkachtige
gebieden tussen de sporen aan de Decathlon en vuile moppen over oranje jassen
en kaka aan schoenen ten berde brengt. Sjonge jonge. Hij neemt ons ook mee door
het citadelpark, de meest beschreven en verfilmde misdaadscene van Vlaanderen,
zogezegd voor de paadjes en de klimmetjes. Hij brengt ons ook langs de
achterkant het UZ binnen om te gaan kijken naar zijn werkplek maar dan wel
vanop het dak van de bovengrondse parking. Gelukkig zijn er nog normaal
begaafde mensen zoals Ivan en Rudy DC, die het overnemen voor het helemaal uit
de hand loopt en ons via de Ghelamco-arena terug naar de Schelde brengen. Zij
mennen daarna ook de troepen om ons aan een zeer rustig en voor iedereen
haalbaar tempo, alles boven de 32 is goed, terug naar ons stamcafé te loodsen.
Schrijver wenst onbekend te blijven want is nog niet zo lang actief en kan hier
en daar wat zaken gemixt hebben.
Zondag
24 december 2017. De Warmste Week, in Wachtebeke. Met 9 aan de
kerk. Heel veel man dus. Verleden week lag Axel al na 10 meter tegen de
kasseien van het kerkplein, wegens de gladheid. Van de kasseien, niet van Axel.
Ze zijn nog al schuivend tot in de Scala geraakt, voor de rit van de Calckine.
Niet de kasseien, maar de Modderfokkers. En na heel wat consummaties aldaar,
zijn ze tegen halfelf, nog steeds schuivend, in de Beize teruggeraakt. Ja, glad
is glad, en verleden jaar deze tijd was het niet anders. Vandaag is het echter
grijs, warm en droog. De donkerste decembermaand sinds 50 jaar. Al een maand
lang geen zon meer gezien. Jo, Stefan IS (van ‘ImSchoot’, niet van ‘Islamic
State’, maar als hij zijn baard wat zou laten groeien, zoudt ge serieus kunnen
twijfelen), Axel, Rudy R, Danny, Gert en Luc Verhoeven, witte (zelfs al grijze)
Krick en uw verslaggever. Eigenaardig, twee van de drie vaste waarden, Rudy DC
en Ivan R, zijn er niet. De Modderfokkers, een echt allegaartje, met vandaag
twee halvegaartjes minder.
We zijn nog maar in Hussevelde
of ter hoogte van Ivan zijn woonst (met neergelaten rolluiken) steekt er ons
een brommertje voorbij en Axel schiet er hem achter. Zo is Axel al meteen een
kartoesj kwijt, en dan kan hij nog niet eens het wiel van dat brommertje
pakken. Raar, hoe sommige mannen op toch reeds gevorderde leeftijd enthousiast
blijven gelijk een jong veulen en hun eigen grenzen nooit leren kennen. Axel,
een goede raad: als ge, gelijk gij en mij, maar 3 kartoesjen hebt en meerijdt
met minstens 5 goedgetrainde klasbakken, spaar ze dan, uw kartoesjen. En Rudy R
dan de hele tijd maar klagen dat hij al 3 weken niet meer op een velo gezeten
heeft en wat uit vorm is. Ocharme toch, die jongen, anders had hij nog meer op
de rest moeten wachten. En o ja, hij had nog wat last van slijmpjes ook, het
sukkeltje.
We rijden naar de Warmste Week
in Wachtebeke, domein Puyenbroeck, maar de hekkens houden ons tegen om tot bij
Linde en Eva te geraken. Van al de praat die er daarna verkocht wordt, is er
spijtig genoeg niets geschikt om in een deftig tijdschrift of op een deftige
blog op te nemen. Ja, inderdaad, er kan veel gezegd worden over mijn
verslagjes, maar ik probeer toch altijd een zeker niveau aan te houden, hoe
moeilijk dat ook is als je verslag moet geven over een nest vuilaards op alle
gebied. Ik hou dus mijn verslagjes altijd op niveau, in tegenstelling tot het
vorige verslag, geschreven door iemand die zichzelf omschrijft als een
jongeling van 21 jaar die nog niet zo lang meerijdt, maar anoniem wenst te
blijven. Rara, wie zou dat nu toch kunnen zijn, als iedereen, maar dan ook
iedereen, behalve Gertje Verhoeven, minstens 40 jaar oud is en al minstens 10
jaar meerijdt? Er worden mij in dat nepverslag daarenboven vieze woorden in de
mond gelegd, woorden die ik nooit in de mond zou nemen, en die ik zelfs nog nooit
in een verslag gebruikt heb. Er zijn grenzen, Gert, ook aan mijn schijnbaar
eindeloos geduld! Een verwittigde onanieme jongeling is er twee waard.
‘Gasten’, vraag ik, ‘vertel eens
iets dat deftig genoeg is om te kunnen gebruiken voor het verslag’, maar nee,
niets gekort. Gelukkig, op het smalle, glibberige wegeltje naast de ZuidLede,
gaat Danny volledig onderuit, en hij schuift langzaam maar zeker, maar zeker
langzaam, hoofd vooruit, de schuine kant af, Ledewaarts. Danny houdt het voor
bezien. Nu weet ik vanwaar de Kalkense uitdrukking: “Het is mij verLeed’ komt.
Hij gaat er helemaal in schuiven! Jawel! Jawel! Nee? Toch wel! Jawel, hoor!
Oei, toch niet? Gelukkig komt Gert eraan. Gert, jongen, gewoon een eel klein
stampke, en hij ligt er helemaal in. Maar nee toch! Wat doe je nu, Gert? Ben je
nu helemaal zot geworden? Je houdt hem tegen! Je trekt er hem uit! Dat rijdt
nog maar efkes mee met de Modderfokkers en is nu al helemaal de kluts kwijt.
Dat was al aan je verslagje van vorige keer te zien, natuurlijk. Ja, ik ken
veel Verhoevens in Kalken en het zijn allemaal simpelaars gelijk, of ze nu
zelfstandige zijn of niet. Uiteindelijk, ik moet het toegeven, was het nog zo
dom niet van Gert om Danny van de verzuipingsdood te redden. Danny is immers de
enige die weet hoeveel de Modderfokkers in kas hebben. Ooit is de
onvoorstelbaar idiote beslissing genomen dat Danny de penningmeester van deze
vereniging ging zijn. Dat zegt natuurlijk heel veel over deze vereniging en de
capaciteiten van het bestuur. Naar het schijnt zit er ondertussen een bedrag
met 5 nullen in kas. ‘Zeg maar 6 nullen’, zegt Danny: ‘maar spijtig genoeg zijn
dat ook de enige cijfers die er in zitten’.
De laatste 10 kilometers van
Lokeren over de vlakke akkers ten Noorden van Overmere, van de in totaal 63 km
aan 24 per uur, zijn superlastig, door de enorme wind die er staat. Met al die
windmolens ook. Hoeveel gaan ze er zo nog bijzetten, zeg? Is er nog geen wind
genoeg ondertussen? Gelukkig overleef ik die kilometers altijd met de gedachte:
nog even doorbijten, Mario, nog even, en nu nog even meer, want er staat een
Duvel te wachten! Twee zelfs. Moe maar voldaan, keer ik na het BeizeBezoek*
huiswaarts op mijn OlympiaFiets**, met dezelfde gedachte als altijd: ‘Wat zou
het leven toch nog veel mooier zijn, mocht ik al maar de helft zo goed kunnen
velorijden als mijn vriendjes.’ Mario
* Ik kan maar blijven proberen,
hé, om wat korting te krijgen.
** Ik kan maar blijven proberen,
hé, om wat korting te krijgen
3
januari 2018. Correctie bij mijn vorig verslag. Het blijkt
immers dat het nepverslag van de zogezegde anonieme jongeling niet van de hand
is van Gert Verhoeven, maar van ene Stefan, die zich valselijk heeft voorgedaan
als Gert. Je houdt het niet voor mogelijk dat zo een mensen bestaan. Ik had het
kunnen weten natuurlijk: ZOO slecht geschreven. Dat kon alleen van Stefan zijn.
En Gert is zo een toffe kadee, dat hij onmogelijk dergelijke fluttekst zou
schrijven. Trouwens, alle Verhoevens die ik ken in Kalken, en dat zijn er veel,
zijn stuk voor stuk mannen naar mijn hart. Zelfs als ze zelfstandige zijn. Mario
Zondag 31 december 2017. Gent
met Vanderdonckt-doorgang (zie Figuur 1).
Deze zelfde rit
beschreef ik al uitvoerig enkele weken geleden: de rit naar Gent. Toen
hebben we echter een korte passage overgeslaan, die er in de laatste rit
van het jaar wel in zit en waar
deze eindejaarsrit zijn dubieuze naam aan dankt. Ik
zal me daarom beperken tot dit specifieke stukje van de rit, ook al omdat Danny
de rest aardig had ingekort omdat we nog bij onze sponsor-brouwer,
Tom Vandenberghe, werden verwacht voor een eindejaarsreceptie.
Eigenlijk was
het Ivan zijn toer om een verslag te schrijven, maar hij durfde niet, vanwege
het riskante onderwerp. Heeft er trouwens al eens iemand op gelet dat ze op
de blog van de Modderfokkers Ivan net boven Robbe Neus en
Renske Imschoot gezet hebben? Die andere twee
kinderen zijn ondertussen zo goed als volwassen, wat van Ivan niet gezegd
kan worden.
Wij
houden de naam van deze eindejaarsrit al jaren stil omdat
we denken dat Rudy R anders niet mee gaat mogen van Marleen, of Ivan niet van
Christine, of Rudy DC niet van Marie-Jeanne, of Luc K niet van An,
maar kijk, Stefan moet het natuurlijk op de blog zetten: ‘Tettenrit’. Maar
goed, Rudy R en Ivan R mogen blijkbaar toch mee, waarschijnlijk
omdat hun eega de blog niet gelezen heeft. De enigen die
ontbreken zijn Rudy DC en Luc K. Van de laatste wist An op de
spaghetti-avond te vertellen: “Ik heb hem uitgekozen in het
halfdonker en toen het weer licht wierd, durfde ik hem niet meer
weergeven.”
Integendeel, in
plaats van dat we met minder gaan zijn, staan er nu
ook twee die anders zelden of
nooit meerijden, met name Karel V en Patrick
R. Rara! Waarom zou dat zijn??
Waar gaat het
over? Niet ongerust zijn, (meeste) dames. Het betreft slechts een
korte passage door de beruchte Vanderdonckt-doorgang in Gent, ook
gekend als “Het Glazen Straatje”. Jaarlijks gaan wij
er immers de laatste bikini-mode bekijken.
Normaal duurt
het maar dertig seconden eer we er zijn door gepasseerd, al rijden
we er altijd wel heel traagjes. Waarom wij
zo traagjes rijden aldaar? Awel, om geen voetgangers omver te
rijden, tiens. En om de laatste badmode grondig in
ons op te nemen, ook wel, ja. Maar dit jaar is het even wachten op Danny.
Zijn 10-beurtenkaart was juist vol en hij vraagt ons om even te
wachten voor zijn gratis elfde beurt. In plaats van 30 seconden, duurt
onze passage daarom nu 1 volle minuut. Maar zie, we moeten dit
jaar nog veel langer wachten, want Stefan is plots nergens
meer te bespeuren. Pas 10 minuten later verschijnt hij terug, breed
grijnzend.* Joost mag weten waar die uitgehangen heeft, maar gezien Joost
niet meerijdt, zullen we het nooit weten.
De
Delirium Tremens(en) bij sponsor Tom smaakten alleszins goed. Bedankt,
sponsor Tom!
Mario
*
Stefan, nu ziet ge wat er van komt als je leugens schrijft. Dan doe
ik dat ook maar eens**
** Dat van
Danny was namelijk geen waar, zie.
Mario
Figuur 1. De
Vanderdonckt-doorgang, Gent
Zondag
7 januari 2018. Waasmunster. De eerste rit van 2018, en we beginnen
het jaar zoals we het oude afsloten, met z’n twaalven. Al is de bezetting een beetje gewijzigd want
Danny is er niet bij. Geen tetten, geen
Danny, of is het omgekeerd, geen Danny, geen tetten? Wel op de afspraak: Luc en Gert Verhoeven, Jo
En Patrick Roels, Rudy en Ivan (ikke) Rogiers en de enkelingen Rudy De Clerck,
Luc Krick, Dirk De Boever, Stefan Imschoot, Axel Troch en om het dozijn vol te
maken, Mario Vaneechoutte. Al is er dat meer zo ene van dertien in een
dozijn. Na het waterballet van vorige
week besluiten we iets drogere oorden op te zoeken. Aangezien er een strakke
Noord Oostenwind staat en we bij voorkeur met rugwind huiswaarts keren, kiezen
we voor een ritje Waasmunster. Het
parcours van de rit zit bij de meesten al redelijk goed in het geheugen, maar
toch slagen sommigen er in om af en toe een afslagske te missen. Ergens halfweg de rit wordt de weg versperd
door een euh, ….. wegversperring. Er blijkt een “mushing” wedstrijd plaats te
vinden, en de deelnemers kunnen er elk moment aankomen. Een wadde-wedstrijd hoor ik u nadenken. Mushing is een wedstrijd voor sledehonden,
maar bij gebrek aan sneeuw gebeurt dit hier met karretjes op 3 wielen. Gelukkig ziet de seingever dat wij rappe
mannen zijn, en aangezien er nog een tiental minuutjes voor de start zijn,
mogen wij nog snel voorbij. Als we even
verderop de honden in de verte horen blaffen, besluiten we eventjes te wachten
op de eerste deelnemers te zien passeren.
Het blijkt redelijk spectaculair en van hun bochtenwerk kunnen menig
Modderfokker nog iets opsteken. Na een
kleine route-herberekening vervolgen wij onze rit. Blijkbaar zat er toch ergens een foutje in de
berekening, want even verder maakt Rudy zonder aanwijsbare reden een slippertje
en bijgevolg en kleine knieval.
Eigenlijk het vernoemen niet waard, maar voor een keer dat Rudy een
stuurfoutje maakt mag dat zeker niet in het verslag mankeren. Stefan vind ook zijn moment gekomen om een
plaatsje in het verslag op te eisen. In
het “Pilecijnbos” zijn serieuze grondwerken gedaan, en de afsluiting met houten
paaltjes wordt op zijn stevigheid getest.
De paaltjes blijken stevig genoeg en het is Stefan die gaat liggen. Nog maar net bekomen van de emotie ( en van
’t lachen ), al een volgend oponthoud.
Bij het beklimmen van de Scheldedijk zet Rudy een beetje teveel vermogen
op de pedalen en trapt zijn ketting in 2.
Gelukkig is er een goede velomaker aanwezig, en met dank aan het
kettingponsje van Patrick en het slotje van Rudy DC is het euvel in geen tijd
verholpen. Tijd om richting Kalken te
fietsen. Luc V. wil ook nog een vermelding. Een wegel van zo’n 2 meter breed langsheen de
Durme is voor Luc toch nog een beetje te smal, en het scheelt geen haar of hij
gaat van de weg. Gelukkig voor hem, niet
langs de kant van de Durme. Gejaagd door
de wind zeilen we huiswaarts aan zo’n 30 à 35km/u en op de Gaverstraat gaat de
snelheid nog een beetje de hoogte in.
Rudy R haalt het in de eindspurt en klokt af boven de 50km per uur. Rudy DC merkt op dat het toch zijn
kettingslotje was dat als eerste aan De Beize aankwam. Binnen worden we opgewacht door Jurgen en
Karine, die er ene geeft op haar verjaardag.
En ja, als ze horen dat het voor niet is, komt er nog een bende binnen
gewaaid. De fietsdames onder begeleiding
van de resterende mannen. Karine mag
diep in de beugel tasten, en kan gelukkig een betalingsplan met Koen afspreken.
Ivan.
Zondag
14 januari 2018. Met zijn elven aan de kerk, weeral. Dat heb je met
die goeie voornemens net na nieuwjaar. En pas op, het is dan nog net na de
meer-dan-geslaagde receptie gisteravond in de Beize, waarbij alleen Danny niet
uit zijnen nest is geraakt. Staan er wel: Jo, Dirk DB, Stefan IS, Gert V, Ivan
R, Rudy DC, Rudy R, Patje R, Axel T, zelfs Karel V, en ondergetekende.
Pechvogel Jo Roels mag al subiet
weer naar huis, want zij body is kapot. Nee, niet dat hij weer een arm gebroken
heeft of dat hij zou lijden aan andere ernstige lichamelijke of geestelijke
gebreken of eigenaardigheden, belange niet, maar het betreft de body van zijn
velo. Wat is dat juist? Ik heb het eens opgezocht: “Een "body" bevat
het mechanisme dat je in staat stelt om te freewheelen. Zonder die body zou je
de pedalen niet stil kunnen houden en dus moeten blijven doortrappen zoals bij
een pistefiets het geval is.” Sommigen zullen zeggen dat Jo geen body nodig
heeft, omdat hij van zichzelf al meer dan genoeg doortrapt, maar met een
kapotte body trap je dus echt zot, niet in de betekenis van ‘niet goed snik’,
maar in de betekenis van ‘in het ijle’. Jo gaat zich thuis wat gaan afreageren
door op zijn rollen te gaan trainen, om dan toch tegen de middag in de Beize te
kunnen verschijnen voor het aperitief.
‘Waarheen gaat de rit, Rudy?’,
zo vragen wij met zijn allen aan de grote roerganger. ‘We gaan ons voorwiel
achtervolgen’, zegt Rudy. Zodoende beginnen we met ons tienen ons voorwiel te
achtervolgen naar Wetteren en zo verder langs de Schelde naar Melle. Aldaar
lijdt Axel Troch kettingbreuk, een zeldzame gebeurtenis, maar nu al de tweede
in twee weken. Wachtend op de brug van Melle, nemen we een eigenaardig
natuurfenomeen waar: een grote, ronde, gelige bol staat net boven de einder.
Wat zou dat toch kunnen zijn? Volgens Ivan, die veel op Wikipedia zit, bestaat
er zelfs een naam voor: de zon. We gaan hem maar geloven. Na herstelling,
achtervolgen we verder ons voorwiel tot tegen Merelbeke, dan tussen Gontrode en
Lemberge door naar Moortsele waar we de spoorlijn Gent-Geeraardsbergen kruisen,
met het eerste klimmeke van de dag net erna, zo richting Oosterzele naar
Scheldewindeke (spreek uit: Scheldewiendeeke), voorbij Balegem waarbij we ter
hoogte van het station Balegem-Zuid de spoorlijn opnieuw oversteken. Niet
verschieten, maar net zoals bvb. Gent en Brussel heeft de wereldstad Balegem
ook 2 stations: Balegem-dorp en Balegem-Zuid. Ge houdt het niet voor mogelijk,
maar we trekken ons dat niet aan en zetten verder de achtervolging in naar
Elene en Velzeke, alwaar we de kasseien van de Lippenhove onder de wielen
geschoven krijgen. Verder de klim naar Roborst dorp (niet te verwarren met
Roborst-Zuid), nog klimmen en dalen naar Rozebeke en zo via Mont Rekel (ook wel
de Rekelberg genoemd) naar Michelbeke (ook wel Decroo-land genoemd), waarna de
Berendries wordt overwonnen, door de ene al wat rapper dan door de andere.
Vanaf daar zetten we de terugweg in, nog steeds in achtervolging van ons
voorwiel, over Mario-Audenhove (of was dat nu Maria-Oudenhove?) en St. Goriks-Oudenhove
naar en door Zottegem. We passeren niet in St. Antelinks, en St. Anterechts
laten we ook links liggen. Van Zottegem gaat het eerst nog lichtjes klimmend
naar Leeuwergem, en ten Westen van Oombergen (en Tantedalen) blijvend,
achtervolgen we verder ons voorwiel tot in St. Lievens-Houtem. Vandaar begint
de lange afdaling met slechts af en toe een wipje omhoog, tot in Wetteren, over
Bavegem, Westrem en Massemen, waarbij we niet onder de 33 per uur gaan.
Ondertussen maken we een paar wielertoeristen, die dachten dat ze straf bezig
waren, een illusie armer. Zo zijn we. Geen kompassie, niet met onszelf en nog
minder met een ander, zeker niet als ze op van die dunne bandekes rondrijden.
Tussen Wetteren en Kalken halen we er nog zo een in, met een BMC outfit. Die
was eel goe bezig, want Stefan kreeg de laatste meters van het gat niet toe,
zodat ik nog te hulp moest komen. Die jongen weet niet wat er gebeurt als
daarna de sprint lost barst en er 4 modderfokkers vollen bak voorbij komen
gestoven. Voor de eerlijkheid: ik was niet bij die 4. Ik weet niet of Rudy Gert
heeft verslaan of omgekeerd.
En weet ge wat het strafste van
al is? Wel, als we weer in de Beize toekomen, hebben we ons voorwiel nog altijd
niet ingehaald. Mooi zo, want zo kunnen we volgende week nog eens proberen. Mario
Zondag
21 januari 2018. Berlaarse bossen. Nieuwjaarsreceptie op het
Hussevelde, waar ze altijd een (klein) beetje achterkomen, zodat Rudy DC en de
gebroeders Rogiers niet kunnen komen meedoen met ons. ‘Mij niet gelaten’, zegt
Dirk De Boever: ‘weer drie dikke ambetanteriken minder’. Of was het nu iemand
anders, die dat dacht? Ik wil ervan af zijn. Ondanks de kou en de verraderlijke
gladheid van de wegen en de afwezigheid van drie vaste waarden, staan we met
tien. Jo Roels, Patrick Roels, Luc Krick, Axel Troch, Stefan Imschoot, Danny
Fack, Dirk, vader en zoon Luc en Gert
Verhoeven en ekik. Het houdt niet op van de jaar.
Gezien de gladheid, zegt Axel:
‘Vandaag op het gemakske, het wordt een vetverbrandingsritje, om het wintervet
te verbranden en dat van de feesten’. We zijn nog maar net voorbij de
schilderes de meersen ingereden of ze blijven al met vier achter. Wat is me
dat? Blijkt dat Luc K, Jo en Patrick niet meer verder willen. Te gevaarlijk!
Danny was er efkes bij gebleven, “want zo jongetjes die in paniek zijn”, zegt
Danny, “kunnen de aanwezigheid van een man met wat materniteit goed gebruiken.”
“Zoek me eens alle synoniemen
van broekschijters”, vraag ik mijn zes overgebleven companen, “want ik ga die
allemaal nodig hebben voor in mijn verslagske.” Maar ik sta er weer alleen voor
als het er op aan komt mensen uit te lachen. Hier gaan we dan: Na de eerste
wolf in honderd jaar in Vlaanderen, zijn nu ook voor het eerst drie bevers in
de Kalkense meersen opgemerkt. Maar die waren na 5 minuten alweer naar huis,
van het danige beven. Een beetje van de kou, maar vooral van de schrik. Het
betreft de genaamden Jo die sinds zijn armbreuk niet meer van de dappersten is,
Patje die zich de laatste weken wat minnetjes voelt en Luc K, voor het eerst
met zijn nieuwe fiets die hij al wekenlang niet heeft willen uithalen, want het
was te vuil. En nu is het weer te glad. Van deze laatste wist An op de
spaghetti-avond te vertellen: ‘Ik heb hem indertijd gekozen voor dat klein
stukske, maar ik moet er nu wel de rest van mijn leven gans het varken bij
pakken.’ De aandachtige lezer (niemand dus) heeft trouwens opgemerkt dat er in
deze zin vol levenswijsheid naast Luc ook nog drie andere diersoorten
voorkomen.
Voor de rest van de rit is de
enige valpartij voor mij, zodat ik ook eens in het verslag kom. Het is in het
veld nog wel. Kort knikje naar beneden en blijkbaar is ook de modder gevaarlijk
glad door de ijzel, want plots is mijn voorwiel weg en komt er een hoekige
weidehoekpaal sneller naar me toe dan wenselijk is voor het behoud van de
integriteit van mijn lichaam. Door me rap te laten vallen, ontsnap ik aan een
close encounter of the first kind. Daaraan zie je de materniteit van een
ervaren rijder.
Na bricoleren op de
Konijnenberg, rijden we naar de Berlaarse bossen. Een klodder modder schiet uit
een put recht omhoog als mijn voorwiel onzacht in die put terecht komt. In één
klap is de helft van mijn wezen met modder bedekt, gelukkig juist niet in mijn
oog. Mocht Ivan het verslagske schrijven (en het was eigenlijk zijn toer om te
schrijven), dan zou hij schrijven: ‘Toch al tenminste de helft van Mario zijn
wezen dat het bekijken waard is’, maar aangezien Ivan het verslagske dat hij
moest schrijven niet schrijft, schrijf ik het dan maar. Dat is nogal eens veel
schrijven achtereen geschreven, hé.
Verder door de Zeelse wegelkes,
en zo komen we langs Heikant en Heiende weer, en als afsluiter vliegen we over
de Vogelzang, mooi op de middenrug van de kasseien, niet alleen omdat dat de
beste plaats is om over kasseistroken te vliegen maar ook omdat het water uit
de beken aan weerskanten net niet tot op de rug komt. Ik word dan ook de eerste
drievierde van de lange en vettige Vogelzang niet voorbij gestoken, want ze
kunnen gewoon niet voorbij door het water. Het mooie van in het veld fietsen:
Het begon als een voorzichtige schuifelrit over gladde asfalt en het eindigt
als een ferm zompige, vettige, modderige bedoening.
In de Beize komen na de B-kes en
de vrouwen (die apart reden), samen ook een stuk of 10, ook nog Rudy V en
Nadine F in burger binnen. Nadine doet eens teken dat wij allemaal nogal onfris
rieken. Ja, andere zondagen zit ze zelf mee te stinken en dan valt dat niet zo
op, hé.
Als ik thuiskom, zegt mijn
vrouw: ‘Amai, gij stinkt.’. Ik verschiet nogal. Dat is al de tweede keer van de
morgen dat ik dat moet horen. Ook een prettige zondagmorgen gewenst, iedereen!
‘Vrouw’, zeg ik: ‘dat weet je nu ondertussen toch al 40 jaar. Ten tweede hadden
we afgesproken dat je er mee ging leren leven en ten derde ook dat je het niet
meer ging vernoemen.’
‘Jamaar, het is anders dan
anders’, zegt ze. ‘Ha, hoe stink ik nu dan wel misschien?’, zo vraag ik,
benieuwd als ik altijd al geweest ben. ‘Wel’, zegt ze: ‘het is gelijk meer naar
verbrand vet’.
Dat we goed bezig zijn. Mario
Zondag
28 januari 2018. Overmere. Het was te verwachten, ge zijt er ne
keer niet bij, en ge wordt er meteen ne keer goe doorgesleurd. “Drie dikke ambetanterikken van ’t
Hussevelde, waar ze altijd een beetje achterkomen, zijn er niet bij.” Dit waren
de woorden van mijn goede vriend Mario in het verslagske van vorige week. Gelukkig beschikken wij op ’t Hussevelde over
de nodige maturiteit om met
dergelijke laster en kwaadspraak om te gaan.
“Maturiteit”, Mario, is een moeilijk woord voor volwassenheid. Heel begrijpelijk dat jij dit woordje niet zo
goed kent, aangezien jij nog altijd heel kinderlijk kan voor de dag komen.
Vandaar dat jij dit verkeerdelijk verving door “materniteit”, de plaats waar de
meesten onder ons geboren werden. Het is
dan ook met het nodige leedvermaak dat ik als simpele boerenzoon spelenderwijs
woordjes mag leren aan een hoogopgeleide professor uit het verre Poperinge.
O ja, er werd nog gefietst
ook. Naar goede gewoonte weer met z’n
tienen. De drie dikke ambetanterikken Rudy R, Rudy DC en ikzelf, Dirk DB, Jo R,
Patje R, Axel T, Gert V, Danny F, en ja, Mario was er ook bij. Er is een ingerichte tocht in bij de buren in
Overmere dus wij daar naartoe. Aan de
inschrijving is het serieus aanschuiven en na een minuutje of 5 besluiten we om
toch maar al te vertrekken en in te schrijven bij aankomst. De rit noemt “VTT en Cylco om en rond het
Donkmeer” en veel juister kan die naam niet gekozen worden. Ik denk niet dat we er ooit meer dan 10 km
van verwijderd zijn geweest. De
overvloedige regen van de voorbije weken heeft zijn sporen nagelaten, maar al
bij al valt het parcours nogal mee, en worden we bespaard van al te drassige
ploeterpartijen. Na een 20 tal kilometer
rijdt Danny lek. Hij leent een
binnenband bij Rudy, en zegt ons verder te rijden en hem op te wachten aan de
bevoorrading. Het tempo ligt vrij hoog,
en Axel, die geen al te goede dag heeft, besluit om verder te rijden op zijn
eigen tempo. Toen waren we nog met 8. Aan de bevoorrading bij een hapje en een
drankje is het lang wachten op Danny.
Axel is ondertussen ook al aangekomen en terug vertrokken in gezelschap
van Mario. Een telefoontje later blijkt
dat Danny nog een stuk vertraging heeft wegens problemen met de reserveband en
vertrekken wij dan maar zonder hem. Toen waren we nog met 7. Volgend slachtoffer is buurman Rudy. Wanneer we na het nemen van een hindernis
terug op de fiets springen, slipt hij met zijn voet van zijn pedaal en sukkelt
van zijne velo, waarbij het met zijn stuur zijn ribben eens telt. Hetgeen blijkbaar geen deugd deed. Patrick wil ook nog eens in het verslag komen. Bij het afdalen van den dijk richting Aard in
Schellebelle ligt de overgang naar een brugje nogal glad en gaat hij
onderuit. Zonder veel erg gelukkig,
enkel een deukje in zijn ego. In volle finale worden we nog getrakteerd op een
doortocht langs de Blauwe Steen. Deze
ligt echter zo vettig dat iedereen aangemaand word om af te stappen. Deze uitdaging laten de meesten aan zich
voorbij gaan, enkel Rudy R Gert V
besluiten het er toch maar op te wagen.
Terwijl zij aan het schaatsen zijn, zien wij in de verte nog een blauw
trio rijden. Als we bij hen aansluiten,
blijken het Danny, Axel en Mario te zijn.
We zijn ondertussen al op De Vaart aangekomen. In Kalkendorp besluiten er al een paar af te
slaan naar De Beize. Wij besluiten
plichtsbewust toch door te rijden naar Overmere om alsnog ons inschrijvingsgeld
te gaan betalen. Na een drankje en een
pannenkoek, besluiten we de afvalligen te gaan vervoegen in De Beize waar de
meiskes Annemie, Nancy, Sabine en Linda ons ook al zitten op te wachtten. Even later krijgen we ook nog het gezelschap
van Karel V, die er ene komt trakteren op zijn 50e verjaardag. Hij
reed vandaag alleen, want hij wilde een toerke doen van 2 km voor elk van zijn
levensjaren. Koen O kwam ook nog
trakteren voor zijn 40e verjaardag, maar ik denk niet dat hij 80 km
gefietst had. Ivan.
Zondag
11 februari 2018. Zwalm
Tes fris bij 5°, maor ter wordt
van de veurnoene giene regene gegeven.
We zijme mee negene; Rudy R,
Patrick R, Jo R, Mario, Dirk, Axel, Luc K, Danny, en ikzelf.
Yvan es geveld deur een grote
vallinge, dus pak ik zijn werk over veur een verslagsken in de moedertaole
Kalkens. Tzal moeilijk te lezen zijn veur degene die nie van hiere zijn.
We volgeme ons veurwiel zegt he
Rudy en kiezen eerst veur tegenwind dus richtinge Melle. Rudy rijdt geel den
tijd veurop, grotendeels gesteund deur Jo, dient in zijnen aparte stijl toch
maor doe. Ik blijve wijselijk in het pak zitten. We bollen me uiteindelijk
richtinge Oudenaarde en in Hoorebeke krijgen we de “meulenberg” veurgeschoteld.
Mario he uitgepakt mee smalle
bandekes, tes geen zicht op nen MTB maor tbolt wel veel beter, gelukkig veur
hem dat we de ganse rit op de baone blijven, just kassei valt nie altijd mee.
Mario blijft uuk goe in twiel van Rudy dat heet e gelierd van Yvan die kan hem
daor uuk goe wegsteken. Soms moeme een beetjen wachten op Axel, maor de meeste
zijn der nie kwaod veuren, we kummen tan uuk wat rusten. Want tmoe gezei worden
Rudy es nen krak, die rijdt zu goe als geel de rit op kop en es tan wat bergop,
tan komt he uuk nog den eersten boven en de reste zit maor af te zien. In de
streke van MunckZwalm geraokt Axel zijn ketinge tussen zijn kanwielen, tuurt
een tijdsen eer dat dat hersteld es en we zijn al mee een paor veurop. We
wachten aan een splitsinge, maor Luc es nie echt content mee de maniere van
rijen en rijdt alleene naor Kalken. Spijtig.
Deur dak mij wat heb
weggestoken, kannek toch af en toe ne kier een daugsken in de rugge geven, tes
uuk al een tijdjen gelegen dak dat nog koste. Maor as Rudy nen keer komt dagen,
est wel mee meer kracht. O dienen mens vroeger gekoerst daor zoonze mee afgezien
hen peizek. Achter een 75 km kommen we aon de Beize, en wie peisde dat er den
sprint he gewonnen …. Rudy DC
Zondag
25 februari 2018: Plaatselijk. Zelzate
De goede voornemens voor het
nieuwe jaar beginnen zo stillekes aan te verwateren. Daar waar we de vorige
weken meestal met zo’n man of 10 waren, zijn we nu maar met 3. Axel, Mario, en
ikzelf. Het moet wel gezegd worden, het is beirrekoet. -5° en een snijdende
Noordoostenwind, gezellig is anders. Bij afwezigheid van de grote
(b)roerganger, die “aan het werk” was in Kuurne-Brussel-Kuurne hadden we al een
ritje gepland naar de Zelzaatse bossen, maar de vaste gids voor deze rit,
dienen andere Rudy van ’t Hussevelde had dus ook zijn kat gestuurd. Dan maar
vertrouwen op ons eigen parcourskennis. We besluiten het ons extra moeilijk te
maken en de rit in omgekeerde richting te rijden, kwestie van voor de meeste
tegenwind beschutting te zoeken in de beboste stroken. De eerste bosstrook is
die van domein Puyenbroeck. Voor modder hoeven we niet te vrezen, want alles
ligt keihard bevroren, dat bolt wel goed, maar de stampen moeten we erbij
nemen. Voorbij het zwembad sluiten we aan met het gravel wegeltje langsheen het
golfterrein, waar we een tiental meter voor ons een buizerd zien opvliegen.
Enkele ogenblikken later scheert er een tweede over mijn hoofd. Volgens Axel op
enkele centimeters maar ik hou het op een half meterke. Toch indrukwekkend,
zo’n beest met een spanwijdte van zeker een meter. De volgende beschutte strook
is Rudy zijne Sidmarbos, en deze in omgekeerde richting te rijden zal het
nodige puzzelwerk vragen, maar toevallig passeert er net een groep “locals” die
ons uitnodigen om te volgen voor hun ingestudeerd toerke. Zo gezegd, zo gedaan,
en het was best wel een leutig en technisch ritje, maar dat van onze gids is
toch schoner. Als we terug de weg op komen besluiten we dat het stilaan
welletjes is en dat het tijd wordt om ons een beetje te gaan warmen in De
Beize. Het is lang wachten op de rest van de Macadamfokkers**, zo lang zelf dat
we niemand meer zien. Achteraf horen vertellen dat het zo rond 1uur was als ze
aangekomen zijn, en rond deze tijd zit ik al graag aan tafel voor mijne
zondagse diner.
**Macadamfokkers zijn
Modderfokkers die in voorbereiding van een fietsstage binnen enkele weken nu al
de baan verkiezen boven het veld. In dit geval zijn ze vertrokken om 8u om een
stuk van de Omloop Het Nieuwsblad te verkennen. Ivan
Zondag
4 maart 2018. Bottelare
Een weekje later, zondag 4
maart, is het al een stuk minder koud maar de opkomst blijft mager. De zelfde 3
als vorige week aangevuld met Dirk De Boever. Vandaag mag Mario een ritje
uitstippelen en hij leidt/lijdt ons via Wetteren, De Bommels in Heusden, over
Melle, Gontrode richting Bottelaere, Oosterzele en omstreken. Een typisch Mario
ritje met af en toe enkele typische Mario wegeltjes, die er zo slecht bij
liggen dat ze eigenlijk de naam wegeltjes niet waardig zijn. Dus noemen we ze
gewoon Mariookes. Eigenlijk wel heel toepasselijk want het zijn ook allemaal
ambetanterikken. Alle Mariookes buiten beschouwing gelaten was het toch een
heel schoon ritje, zelfs den Blauwe Steen op het einde van de rit lag er al bij
al nog vrij goed bij. Aangekomen in De Beize krijgen we deze keer wel het
gezelschap van de dames Annemie, Nancy, Sabine, Els en Nadine met hun
begeleiders Johan en Davy P en Guy R. Kenneth was er ook bij, maar die was al
eerder afgehaakt. Rudy DC vertegenwoordigt de groep der overslapers en reed op
zijn eentje. De Macadamfokkers krijg ik opnieuw niet te zien wegens te vroeg
vertrokken en te laat terug.
P.S. Sorry Mario dat ik mij een
beetje heb laten gaan, maar het was sterker dan mijzelf. Volgende keer moogde
gij opnieuw op mijn kap zitten. Ivan
Zondag
11 maart 2018
Reeds wakker om 6.00u en wat
hoor ik? Pletsregen, ‘t zal toch niet waar zijn hé. De weerman die het weer
juist voorspeld heeft. Om 8.00u nog steeds watergieten, met zo’n weer toch maar
efkes afwachten. Buienradar er bijgehaald en iets voor 9.00u zou het stoppen
met regenen en daarna niets van regen meer tot zeker na de middag. Efkes een
berichtje gestuurd naar een medemodderfokker om eventueel om 9.00u te
vertrekken. Maar er zijn blijkbaar modderfokkers die maar 1 keer in de week hun
modderfokkertenueke mogen aandoen, want ik krijg bericht terug dat het tenueke
al terug uit is en dat het voor volgende week zal zijn.
Om negen uur dan maar naar het
kerkplein om me bij de meisjes te voegen, maar wat blijkt? Ze zijn er ook niet!
Dan maar alleen op pad. Overal veel water op de baan, maar voor de rest
aangename temperatuur en geen regen meer. Waar rijdt ge zo naartoe als ge
alleen op pad zijt? Via de Vaart naar Den Aard en dan naar Wetteren, Melle en
zo naar reeds bereden wegen naar ik weet niet waar overal, want ik heb meestal
geen tijd om te kijken waar we rijden omdat ik meestal tussen mijne kader hang.
Ik maak er een goed vetverbrandingsritje van, ’t schijn dat ge dat nadien in de
Beize ook nog kon ruiken. Op de terugweg neem ik er den Balei nog bij en dan
via Vlierzele, waar ik mij toch in enkele veldwegels waag, maar die laatste had
ik beter er niet bijgenomen. Via Oordegem naar Massemen en Wetteren en omdat ik
te vroeg in de Beize zal zijn draai ik aan de Schelde rechtsaf naar
Schellebelle om zo via Wichelen door de meersen terug naar Kalkendorp te komen.
Ondertussen is de zon beginnen schijnen en is het zo’n 13 graden. Meer moet dat
niet zijn. Afgeklokt op 62km.
In de Beize zitten er toch
enkele dames: Annemie, Nancy, Els en Johan P, maar dat is geen dame zeker? Zij
zijn om 9.30u vertrokken, al snappen ze zelf niet direct waarom zo laat, want
om 9.00u al geen druppel regen meer.
De afwezigen hadden ferm
ongelijk, want het was prachtig weer om te fietsen. Er waren ook afwezigen die
er niet konden zijn omdat ze onderweg waren naar Spanje. Volgens de foto’s die
ik al gezien heb, zijn ze daar niet zo gelukkig. Naar eigen zeggen wegens
heimwee. En die zijn daar nog tot volgende week hé.
Hopelijk volgende week wat meer
volk. Regen is geen reden om niet te fietsen, zegt Els altijd. En gelijk heeft
ze!
Ps; In het verslag van vorige
week heb ik ook opgemerkt dat er modderfokkers zijn die van enkele centimeters
een halve meter maken. Zijn er nog altijd mensen die daar in trappen?
Axel
Roubaix 7 april 2018. Bij Phil Anderson
Rudy V. stuurde me onlangs een
jeugdfoto van zijn schoonbroer, Danny (Foto 1). Van toen Danny nog bij het
leger was, zo te zien.
Foto 1. Danny vroeger
Voor wie Danny nu kent als de strak afgetrainde atleet die hij nu is
(Foto 2), is dat bijna niet te geloven, hé. Als hij nu nog leert
luisteren als ik de weg uitstippel, komt het nog helemaal goed met Danny.
Foto 2. Danny nu
Zondag 29 april. Baaigem. Ik
ben wat nieuwe wegels gaan bestuderen in het land van
Rode, tistezeggen langs de kanten
van Munte, Makegem en Baaigem. We vertrekken met zessen, in
alfabetische volgorde: Stefan, Danny, Ivan, Kenneth, Axel en ikzelf, voor
een uitgestippelde rit van 60 km in miezerig weer, zoals het de ganse
dag gaat blijven. ‘En, wat is de eindbestemming vandaag?’ vraagt Stefan,
die pas op het laatste gat is komen aansluiten. ‘De Beize, zoals altijd’,
antwoord ik. Alhoewel, de Woesten heeft een nieuw terras gelegd, dus
ook de moeite om eens te gaan bezoeken. Naar ik heb horen zeggen, zou
het terras zelfs volledig legaal zijn aangelegd! Kenneth rijdt
eens mee met ons omdat de meesten van de b-ploeg allemaal op fietsweekend
zijn.
We vertrekken
langs Laarne, Melle, Lemberge en Bottelare, en alles gaat goed,
behalve Danny die meteen zijn eigen wegels begint op te dringen, in plaats van
gewoon mee te volgen, de ongehoorzame pipo. Ik ga het zelf zeggen:
het is daar machtig schoon, licht heuvelend, vol nog nooit of zelden door
ons gereden wegels, en af en toe een beetje technisch, waar
vooral Danny en Kenneth soms moeite mee hebben. We zijn al bijna op de terugweg
als de miserie begint. Midden het mooiste afdalingske, lost de gps van mijn
stuur en rolt de zijkant in. Ja, mijn gps-houder is versleten, ik ga een
nieuwe moeten kopen. Ik moet mijn gps nu verder in mijn hand houden,
wat niet makkelijk is om te rijden en het spoor te volgen op mijn
gps, en daarenboven duw ik ongewild
op knopkes die het schermuitzicht van de
gps veranderen, zodat ik ook mijn kluts kwijtraak. Ja, mijn
klutshouder is versleten. Als we ergens niet opletten en een stuk verkeerd
rijden – het was wel een schoon stukske en de moeite om verkeerd te
rijden, verliezen we weer tijd door stil te staan, te discussiëren en rond te
rijden. Dan vinden we het spoor terug, maar even verder zijn de batterijtjes
van mijn gps dan weer plat, juist nadat we het vuilste stuk van de
dag achter de kiezen hebben. Geen nood, ik heb altijd reserve-batterijtjes
mee. Wel oppassen bij het vervangen, want ik ben zo al eens mijn chip (die
achter de batterijtjes zit) kwijtgespeeld. Ik haal de ouwe batterijtjes er uit,
en zie, mijn chip is er al uitgevallen! Niet meer te vinden! Danny zoekt
nog in mijn achterzakken van mijn truitje, maar ook daar is ie niet. Natuurlijk
niet, anders zou die chip vanuit mijn gps in mijn achterzak moeten springen
hebben. Dan maar de kortste weg naar huis gepakt, wat toch nog op 63 km
uitkomt.
We komen
serieus zwart en bemodderd in de Beize aan en daar laat
Stefan zijn gps vallen: kapot! Ik zoek naar mijn overtrekmouwtjes en vind
er maar eentje. Ik haal alles uit mijn achterzakken van mijn truitje, ook
mijn twee handschoenen, en als ik ze weer wil wegsteken, vind ik maar één
handschoen meer. IS DAT HIER BETOVERD VANDAAG OF WAT IS DAT? Hoeveel pech kan
een mens hebben. Zijt gerust, nog veel meer, dus wees blij dat het maar een
chip, een overtrekmouw en een handschoen is, die ik vandaag al kwijt ben. Ik
haal ook nog een powerbar uit mijn achterzak, maar kijk nu, er is maar de helft
van over. En ik weet zeker dat ik er zelf niet in gebeten heb.
Alhoewel, op den duur durft een mens niets meer voor zeker aannemen. WAT GAAT
DAT HIER NOG ALLEMAAL ZIJN VANDAAG?
Dan geven
Stefan en Axel mijn vermiste handschoen terug die ze eventjes verstopt hadden.
Haha, grappig toch altijd, die twee. Altijd gieren, lachen, brullen met die
twee. Dan bedankt Danny mij voor mijn lekkere powerbar, waarvan hij de
helft had opgepeuzeld toen hij onderweg mijn achterzak
doorzocht. En thuisgekomen zie ik dat ik mijn vermiste
overtrekmouwtje nog rond mijn arm hangen heb. En met een nieuwe chip in de gps
te steken, is die 5 minuten later ook weer hersteld.
En zo kwam
alles toch nog goed. Volgende keer, met schoon weer, en met een goed
vastzittende gps, gaan we dat toerke nog eens doen. Zeker weten dat
het één van de mooiste ritten op ons palmares wordt. Mario
PS 1. Nog
een raadseltje: Hoe ga ik gratis een week fietsen in Spanje?
Antwoord: Ga
mee met de modderfokkers naar Mojacar en betaal daarvoor 800
Euro. Krijg daarna 2 keer (zowel in heen als terugvlucht) meer dan 3
uur vertraging door technisch mankement van het vliegtuig en wordt
daarvoor 2 keer 400 Euro schadevergoeding terugbetaald. Hoeveel hebben we dus
betaald voor ons weekje fietsen in Spanje: 0 euro. OK, je moet natuurlijk wel
500 euro drank de man bijrekenen.
Zondag
20 mei 2018. China. Met elven aan de kerk. “Waarheen gaat
de rit vandaag?”, zo vragen wij. “Naar China”, is het antwoord. Gewoon vijf
weken aan één stuk goed doorterten en ge zijt er. Probleem is wel dat we tegen
vanmiddag terug in de Beize moeten staan, want zowel Danny als Ivan trakteren
voor hun verjaardag, en alles wat gratis is, dat willen wij als West-Vlaming
niet missen. Gelukkig blijkt ‘China’ gewoon de Kalkense uitspraak voor “Sinaai”
te zijn, dat toch ook zomaar eventjes 21 km uit de weg ligt.
Zo gezegd, zo gefietst. We zijn
weg met zijn tienen, aangezien de elfde gewoon blijft staan, want dat blijkt de
nieuwe electrische auto-oplaadpaal te zijn. Ik had al willen zien dat die daar
gelijk zonder velo stond. Volgens Ivan wordt Kalken daarmee de eerste
deelgemeente van Hussevelde die over zo een paal beschikt. De Grote Roerganger
en Jo Roels nemen het voortouw en witte Krick als naar gewoonte het achtertouw.
En eer we in Sinaai aankomen, hangt de helft al in de touwen.
Inschrijven, even wachten op
Patje, die naar goeie gewoonte zijn grote boodschap nog moet doen, en
ondertussen zijn Krick en Axel Troch al
4 minuten vertrokken. Toen waren we nog met 8. Rudy, Jo, Stefan, en ikzelf ook,
mag ik toch wel zeggen, leggen er stevig de pees op. Ik doe dat louter uit
vriendschap voor Ivan, zodat we zeker op tijd terug zouden zijn voor zijn
traktatie.
Als Jo en Stefan eens 30 meter
voor liggen, pakken ze links, terwijl er een grooote pijl toont dat het naar
rechts is. Onbegrijpelijk gewoon. Ze zijn te ver weg om nog te roepen. En
zelf ook verkeerd rijden om hen bij te
halen, dat ziet Rudy niet zitten en ik ook niet zulle. We zullen ze pas aan de
aankomst terug zien, want ze missen ook nog de bevoorrading en Stefan komt nog
serieus ten val. Jo, die sukkel, zit nu de hele morgen met Stefan opgescheept.
Wat ik nu ga schrijven, beste lezer, zal voor mensen die Stefan van uitzicht
kennen, als onvoorstelbaar, ongeloofwaardig en onmogelijk overkomen, en toch is
het zo: die gast is dus NOG dwazer dan hij er al uit ziet. In familiekring
wordt hij soms het Uitschot der Imschoten genoemd, maar hou dat voor uzelf,
want ik heb het ook nog tegen niemand durven vertellen.
Toen waren we nog met 6, maar na
10 minuten tevergeefs wachten op Jo en Stefan, aan de bevoorrading, komen Luc
en Axel weer aansluiten. Zij hadden nog 7 km meer gedaan dan wij. We razen weer
verder over stoffige wegels. Wie ook geen krimp geven, ondanks het moordende
tempo, zijn Nils, de heroptredende snotneus, en Johan, de ouderdomsdeken - met
slechts enkele maanden ouder dan uw verslaggever. Johan heeft eindelijk de knop
omgedraaid en durft sinds kort met de A-kes meerijden.
Het blijkt dat we vermoedelijk
de langste en snelste rit ooit gereden hebben, want terug in de Beize, het is
dan al 10 na 12, telt Ivan op zijn meterke: 88 km aan 28 per uur. Eigenlijk had
het nog rapper gekund, want over het hele parkoers kruisen we honderden
wandelaars en zij kruisen honderden mountainbikers. Slechte timing van zowel de
organisaties van de wandelaars als van de fietsers. Je zou denken dat mensen
die gaan wandelen daar rustig en vrolijk van worden, maar we zien niet te veel
opgewekte wandelaars. Tja, de hele tijd in het opwaaiend stof moeten wandelen
en moeten oppassen voor de voorbijrazende fietsers, ik kan me voorstellen dat
ze hun rustige, ontspannende, zonnige wandeling anders hadden voorgesteld. Maar
anderzijds, op die hele tocht rijden wij met ons tienen, hoop en al,
ochgottekes slechts zes wandelaars overhoop en slechts een stuk of vijftig
moeten op het laatste moment wegspringen in de berm of in de beek duiken. En de
beken staan toch overal droog. Dus ja, gevaar, gevaar, ge moet het ook niet
overdrijven, hé! Een ervaren wandelaar zou toch al moeten weten dat hij altijd
zijn stofmasker en stofbril moet mee hebben en dat hij fit en alert aan elke
wandeling moet beginnen. En steeds het goed humeur behouden, beste wandelaars!
Ivan is na de rit zodanig van
zijn melk, dat hij zichzelf begint te interviewen.
‘En?’, vraagt Ivan aan zichzelf:
“Ivan man, zo elke zondagmorgen gaan fietsen, gij doet dat toch graag, zeker?”
“Maar neen gij! Zijde gij zot?”,
antwoordt Ivan.
“Je doet het toch als hobby,
Ivan?”
“Belange niet”, antwoordt Ivan,
“Maar dan wel om gezond te
blijven?”, zo vraagt Ivan verder luidop aan zichzelf.
“Gezond? Bijna 90 km vlammen
gelijk zotten, noem je dat gezond?”.
“Dan toch om bij de vrienden te
zijn, Ivan?”
“Vrienden!? Vrienden?? Hoe
bedoel je, vrienden?? Welke vrienden? Waar vrienden?”, raaskalt Ivan.
Ik red Ivan uit zijn ge-ijl.
“Ivan, we zitten al 10 minuten op het terras van de Beize, in het zonnetje”,
zeg ik, “en je hebt het weer maar eens overleefd. Volgende week weer van dat.
En vooral, vergeet zeker niet van te trakteren, want het was je verjaardag,
weet je nog? Je hebt geluk trouwens, want we zijn maar met 20, want al de B-kes
zitten hier ook al met grote dorst.”
Tenslotte doet Danny, die met de
B-kes reed, een warme oproep om opnieuw allemaal te helpen met de Modderfokker
avondrit op vrijdag 22 juni. Na zijn laatste reis naar Thailand en na de
hoogdringende herstellingen aan zijn jacuzzi, en ook door de zeer hoge
vergoedingen die Danny als penningmeester meer dan terecht – zo vindt hij zelf
ook – mag opstrijken, staat de kas van de Modderfokkers weer eens in het
negatief en wordt het hoog tijd dat we weer allen gezamenlijk de handen uit de
mouwen steken! Mario
Zondag
27 mei 2018. Zelzate. Of toch een toertocht aldaar. Met 8:
Danny, Ivan, Rudy DC, Jo Roels, Johan, Axel, en Luc, naast natuurlijk mijzelf.
Jo Roels zit weer van de eerste
meter tot de laatste kilometer te sleuren. Geven, geven en blijven geven. Er
komt geen eind aan die mens zijn krachten. De mensen vragen zich soms af hoe
het komt dat Marc Krick zoveel geld verdient. Dat is simpel. Dat komt door Jo
Roels. Die rijdt de laatste weken de pannen van het dak. Volgens mij krijgt hij
premies van dakwerken Marc Krick. Wat is Jo zijn geheim? Ook heel simpel: Elke
avond vijf pinten bier. In plaats van gelijk vroeger: elke avond 10 pinten
bier. Wat een beetje ree-zjiemen met een mens kan doen, hé.
Johan zijn ketting valt
voortdurend af. Daardoor stuikt hij bij de passage door een droge beek van
zijne velo. Gelukkig zonder veel erg, voor de beek. “Wat te weinig olie op de
ketting?” zo merken wij schamper op. Maar neen, zegt Johan, ik heb hem deze morgen
nog gewaxt. En inderdaad, bij nadere inspectie blijkt dat hij niet liegt: geen
enkel haartje op die ketting!
Op de terugweg pakt Ivan de kop
in het golfterrein van Puyenbroeck. Daar waar de vorige keer een buizerd op een
haar na Ivan zijn kop miste. Gezien Ivan zijn kruin ook al gewaxt is, was een
haar nog veel gezegd. Naar het schijnt zijn er bij Danny ook sommige onderdelen
gewaxt, maar meer wilt ge echt niet weten. Gelukkig is dat bij Danny, gezien de
beperkte omvang van die onderdelen, niet zoveel werk.
We worden nog bijgehaald door
Patje Roels, die in het gezelschap van Geoffrey Maes rond rijdt, juist toen ik
wat de rol had moeten lossen. Zo word ik zonder enige inspanning mooi terug in
het wiel gebracht, net op tijd voor de stop in ’t Kapelleken in Doorslaerdorp
alwaar Rudy DC trakteert met Augustijn van het vat, voor zijn 56° verjaardag,
bij één van de beste cafébazen ter wereld. Daarna neemt Luc nog eens over en
geeft er nog een laatste lap op, al wil Jo zich niet laten kennen en die doet
er toch nog een schepje bovenop. Danny wist nog een kortere weg, en daarom
rijdt hij er dus op zijn eentje nog 5 km extra bij. Wij klokken af op 75 km aan
26.5 per uur, wat er ook weer mag zijn.
Nog wat heuglijk nieuws: de
volgende weken zit Axel in Martinique. Daar moet ie voor zijn werk een
cinemazaal gaan bekleden. In Martinique, begot. Naar het schijnt bevordert dat
de stoelgang, euh, de akoestiek. Dat hij daar maar eens een beetje van zijne
cinnema maakt, dat gaat hem deugd doen. En ondertussen hebben wij er geen last
van. Mario.
* Nog een naschrift bij het
vorig verslag voor mensen die mijn soort humor niet goed snappen: in de twintig
jaar dat we rondcrossen hebben we nog nooit één voetganger omvergereden, al
zullen er wel al een paar wat verschoten zijn. Wij zijn ook al een paar keer
verschoten. We letten steeds goed op voor wandelaars, ruiters, andere fietsers
(zelfs voor baanjanetten), en dieren, inbegrepen honden, katten, en slakken.
Die laatste eerder omdat ze zo ambetant aan uw banden kunnen plakken. Door al
dat opletten en voorzichtig zijn, moeten we dat dan afreageren door mekaar te
koejonneren. Vandaar ook de verslagjes.
Zondag
3 juni 2018. De bossen van Rudy De Clercq
“Amai, is er iet te doen
vandemorgen, misschien?” zo vraag ik als ik al een hele bende zie staan op het
kerkplein. ‘Lap’, zegt Danny, ‘nu gaat de gemiddelde leeftijd weer
verschrikkelijk naar omhoog en de schoonheidsgraad weer de dieperik in. Zou je
wel meerijden, Mario?’
‘Danny’, zeg ik, ‘ik vraag toch
ook niet aan jou om niet mee te rijden zodat het gemiddelde IQ weer met een ruk
naar omhoog zou gaan.’ Zo zijn we weer vertrokken voor een ritje mekaar
uitschelden. Johan neemt nog afscheid van het vrouwke, dat straks met de Bs
meerijdt. Met twaalf. Ja, in plaats van alleen maar 50 plussers, staan er
vandaag plots vier jonge snaken. Nils Troch, Gert Verhoeven, Davy Poelman, en
ene Geoffrey, die nog geen 20 is.
Dat de ouderdom toch begint toe
te slaan, is te zien aan Luc Krick. Die rijdt met steunkousen. Dat doet er me
op denken dat ik deze week nog zijn vrouwke tegen kwam in de Aveve bij Etienne
Rogiers & zoon. “Ja”, zei ze, “Luc zit weer zonder incontinentiepampers,
het is weer wreed de laatste tijd. Gelukkig pakt hij nog die pillen waarvan hij
’s nachts niet uit zijn bed rolt en ’s morgens niet op zijn pantoffels plast,
anders zou ik er niet veel meer aan hebben.”
Wat die daar allemaal verkopen
in de Aveve, daar verschiet ge toch soms van.
Niet ver van de Kruiskapel komt
Gert me voorbij gestoken en dat begint daar nu ineens toch verschrikkelijk te
stinken, zeker. Het pakt op een mens zijn asem. Toch spijtig van Gert. Op zich
geen lelijke jongen, maar zó! stinken, niet te doen. Bijna even erg als Danny,
dan weet ge het wel. Maar dan valt mijn frank dat we juist bij de nertsenkwekerij
aldaar passeren. En dan reed Danny ook nog eens in de buurt.
Rudy DC heeft weer alle
boswegels in Moerbeke en omstreken aan mekaar genaaid. Hoe die daar overal zijn
weg kent, niet te doen. Eén foutje slechts, als we in een maïsveld verzeild
geraken. Waar is Axel als je hem nodig hebt? Hij kon wat maïs ge-axeld hebben.
‘Wat? Rijden we naar Axel?’, vraagt Davy ‘zo ver?’ Op het eind van het veld
moeten we dan nog door tingels op een talud. Ik vraag dat de dikke eerst zouden
gaan zodat die tengels al goed plat liggen voordat de rest er door moet. En ja,
Danny vertrekt als één van de eerste. Toch een bovenste beste gast eigenlijk,
als ge hem nodig hebt. Nog een geluk dat ik de route niet had uitgestippeld, of
ik had het weer mogen horen.
We rijden op de terugweg weeral
over de kronkelweg langs het golfterrein van Puyenbroeck. Daar waar enkele
weken geleden een buizerd zich een aap verschoot toen hij bijna tegen de
gewaxte kop vloog van de grootste uil die hij ooit gezien had, op een velo dan
nog. Daar zit zo een schrikkelijk ambetante bocht in die wegel: iedere keer mis
ik hem en moet ik vol in de remmen. Staat er daar toch weer een wandelaarster
van jetje te geven, zo van: “Dat is hier alleen voor wandelaars, hé!” Ik zie
dat Jo zich nog juist kan inhouden om haar niet overhoop te rijden. Wat mij
betreft kon het anders wel, want we hadden vandaag toch nog geen enkele
wandelaar omver gereden. Als ik goed kan tellen. Maar het blijkt dat het als
grap bedoeld was. Het is Davy’s ma die daar aan het wandelen is. Terwijl
echtgenoot en een zoon gaan fietsen, gaat madam gaan wandelen, om hen te
ambeteren. Die Poelmannen toch! Vroeger, toen Davy en zijn broer nog kleintjes
waren, noemde men hen de Poeltjesmannen. Of was het de Poelmannekes?
Ik heb het gedacht dat Geoffrey
op het einde toe een beetje begint te kraken. Maar zie, wie komt ons daar
allemaal voorbij gevlogen op Bontinck brug? Het is toch wel den Geoffrey zeker.
Aan de Beize wint Gert de sprint
en Rudy R wint de sprint van de 50-plussers. Hij had een rustdagje gepakt. We
hadden vandaag toch weeral 70 km aan 26.5 gemiddeld.
Mario
Hoe, ik heb Ivan, die ook
meereed, niet vermeld? Jawel hoor, lees nog maar eens goed.
Zondag
15 juli 2018. Baaigem. Het blijft mooi weer. Dat is ook te
zien aan de opkomst: Ivan Rogiers, Rudy Declerck (met blote schouders), Luc
Krick, Stefan Imschoot, Danny Fack, Davy Poelman, Axel Troch, Geoffrey dinges,
en ikzelf. We doen nog eens mijn tocht naar Bottelare, Munte, Baaigem, die
vorige keer deels in het water viel door GPS problemen. Deze keer doen we hem
nagenoeg vlekkeloos, op één misrijdingske van een paar honderd meter na.
Het valt nog mee van het stof.
Op één van de vorige ritten was er weer zo een wandelaarster die moest
opmerken: ‘Jullie maken nogal stof, zeg.’ Waarop Ivan antwoordde: “Nee hoor,
madam, dat stof lag hier al.” En ik had goesting om te zeggen: “En als ge daar
niet kunt over zagen, gaat ge wel iet anders vinden zeker, madam?”
Alhoewel ik geen klachten hoor
over het parkoers - integendeel, ik mag voor het eerst in mijn carrière bij de
modderfokkers complimenten in ontvangst nemen, waar gaan we dat schrijven?* -
zijn er toch klachten over de hardheid van ‘mijn’ wegelkes. “Maar gasten”, zeg
ik, “dat zijn niet ‘mijn’ wegelkes. Die lagen hier al.”. Maar ja, na 5 weken
woestijndroogte, ligt het overal beenhard.
Danny klaagt nog het meest over
de wegels. Vanmorgen was hij nog vol goeie moed vertrokken met 20 000
zaadcelletjes en “Nu heb ik er maar twee vruchtbare meer over”, zegt Danny met
een piepstemmetje. Dat komt door het voortdurend geknots van zijn zadel tegen
zijn edele delen. “Toch al één goed doel bereikt van de morgen”, zegt Ivan:
”Danny kan zich al niet meer voortplanten.” Voor het eerst in zijn leven telt
Danny dus meer hersencellen (3) dan zaadcellen (2). Danny, mag ik ook nog het
volgende opmerken: men zegt ‘teelballen’, en niét ‘teeltballen’.
Axel versukkelt zich in een
zandophoping in een droge, droge wegel. Terwijl ik hem vrolijk voorbijpeddel op
de hardere middenberm, vang ik nog net zijn commentaar over zijn eigen
slakkegangetje op: “En vader ging zijn patatten water geven.”
Stefan, Davy en Geoffrey kunnen
zich niet houden en rijden de hele tijd voorop, zodat ik mijn aanwijzingen moet
roepen, of moet wijzen als Stefan achterom kijkt als hij het niet meer weet. De
zes 50-plussers komen een eindje achter getert. Ik blijf bij de 50-plussers, om
die sukkels niet alleen te laten. A ja, en ook omdat ik zelf een 50-plusser
ben, natuurlijk.
Aan Mellebrug heb ik nog een
verrassingske. Na het steile afdalingske aan de zijkant van de brug, waarbij je
op de dijk uitkomt, gaan we, in plaats van links naar Wetteren, naar rechts
onder de brug door. Juist na de brug weer naar rechts en daar ligt er een
schoon boswegeltje, waarvan ik durf wedden dat er niet veel waren die wisten
dat daar lag … te wachten tot de modderfokkers het ontdekten.
En, na 64 km, waarvan zeker 40
in het veld, dan nog schoon op tijd terug in de Beize, om op het terras in het
zonnetje te zitten. Wat wilt ge meer? Daar vinden we Annemie (die we ’s morgens
al gekruist hadden) en Els, de enige twee B-kes, want de rest is uitgewaaierd
over het land en daarbuiten. Het valt meteen op dat Koen van de Beize er veel
intelligenter en knapper uitziet dan anders. Maar men weet mij te vertellen dat
het iemand anders is die vandaag de herberg openhoudt. Volgens mij is het een
Engelsman, aan zijn naam te horen: Andy The Cock.
Rudy Clerck moet vroeger weg. En
als die vroeger weg moet, moogt ge er zeker van zijn: het is weer voor één of
andere receptie te lande. Voor sommige mensen houdt de leute nooit op.
Mario
*Awel, hier hé.
Zondag 5 augustus 2018. De
bossen van Rudy De Clercq.
Met negen. Rudy R, Rudy DC, Stefan, Ivan, ik,
Danny, Johan, Axel, en zelfs Karel.
“Ha, Danny”, zeg ik: “Wat hoor ik van uw dokter? Dat ge
niet meer moogt drinken!”
“Hoezo?”, vraagt Danny, die al serieus begint te
panikeren. Niet meer mogen drinken, wat heeft zijn leven dan nog voor
zin? “Awel ja”, zeg ik: “Niets met uw lever of zo, maar nadat hij uw
IQ gezien had, heeft hij u ten stelligste afgeraden van nog te
drinken, want … Drinken doe je met verstand.”
“Ja”, antwoordt Danny: “maar dan moogt gij ook
niet meer drinken, want … Drinken doe je met maten, en die heb jij ook
niet.” Dju, ik ging die laatste juist zelf gebruiken om
ook Ivan nog eens belachelijk te maken, maar Danny heeft hem
nu al tegen mij gebruikt. Ja, Danny is soms nog zo
achterlijk niet als hij er uit ziet. Maar eigenlijk is
dat ook niet zo moeilijk, als je er zó achterlijk uit
ziet.
Vier platte banden vandaag, voorhistorisch. Axel mispakt zich aan
een borduur, maar die borduur mispakt zich niet aan zijn achterband.
De lijm in de (tubeless) band moet er eerst uit vooraleer de
binnenband er iet of wat deftig in kan, maar dat brengt wat gemors met zich mee
zodat er nu ook lijm aan de buitenkand van
zijn buitenbant, euh, aan de buitenkant van zijn buitenband,
plakt. Zegt Johan: “Axel, ge gaat aan de grond plakken.” Waarop
Rudy R de voorzet binnenkopt met de opmerking: “Hoe, plakt Axel anders
al niet aan de grond?”
Danny heeft dan juist weer eens een moeilijk momentje, maar
gelukkig staat daar een verlaten, half overgroeid buskotje, zodat Rudy R,
Stefan en ikzelf (zie foto, van rechts naar links) hem wat kunnen
troosten.
Ook Rudy DC krijgt zo wat rare kuren. Volgens Marie-Jeanne
heeft hij die al heel zijn leven, maar het begint nu toch serieus op
te vallen. Rudy, misschien op tijd toch eens een goeie psychiater
zoeken? Niet dat het al zo erg is, maar soms zijt ge er
beter bij van bij het begin, want als ge te lang
wacht, is er dikwijls niets meer aan te doen. Kijk maar wat er
gebeurd is met Danny, Axel, Karel, Rudy R, Johan, Ivan en Stefan, om er maar
een paar te noemen. Een goeie raad van een goeie kameraad.
Ivan verwondert er zich over dat de
boeren vandejaar zoveel prei gezet hebben en dat die zo groot staat.
Ivan, jongen, dat is maïs! Maar zijn vergissing is begrijpelijk, want wat de
boeren bezielt vandejaar, weet ik ook niet: Ze hebben allemaal
dwergmaïs geplant, van die gele dan nog. Boeren en
vrouwen, meestal moeilijk te begrijpen. West-Vlamingen en Jo
Roels, altijd moeilijk te verstaan.
Eén val(leke), van mij, maar ik kan nog net mijn voet uit mijn
pedaal trekken en alleen mijn velo gaat helemaal plat. Technisch
gezien komt het dus niet in aanmerking als val, want het is geen
volledige zijwaartse val, gezien ik nog half rechtsta. Juist is juist, hé. Het
komt omdat ze allemaal voor mij, plots bij het binnenrijden van een
bosje, zo goed als tot stilstand komen. Ja, zeg ik, als er zo
verschrikkelijk voor mij geklungeld wordt, dan kan ik bijna niet anders dan vallen.
“Als er geklungeld wordt, dan is het meestal de grootste klungel die
eerst tegen de grond gaat”, antwoordt Rudy R. Weet ge wat,
mensen? Ik begin vandaag zo wat mijn buik vol te hebben van die gevatte
antwoorden.
Het is de helft van de tijd ploeteren door zandige mullige
wegels door de dennenbossen. Dezelfde wegels die binst de winter
plakken van de more. Karel en ik zijn vandaag de beste zandklievers,
kort gevolgd door Stefan. De rest rijden we op een
kluitje. Van Rudy Roubaix Rogiers zien we
niet teveel de eerste helft van de rit en in het zand, en
hij ontbindt pas zijn duivels op de eindeloos lange kasseistrook van
Moerbeke en in de wegel naar Doorslaardorp. En de sprint wint hij ook. Het
moet niet altijd nieuws zijn, wat ik hier vertel. Mario.
Zondag
23 september 2018. Lede, met … The Real Modderfokkers
Er zijn modderfokkers en er zijn échte modderfokkers. De laatste zijn genaamd:
Thomas, Stefan, Axel en Mario. Al de hele week worden voor het hele weekend
stortregens en rukwinden van 100 per uur voorspeld. Dat houdt natuurlijk de
mietjes onder de modderfokkers – en er zijn er steeds meer – tegen. Niet zo ,
the real modderfokkers. Wij trekken ons dat allemaal niet aan. En zie, we
krijgen de hele ochtend een gezapig motregentje, en vooral: GEEN SPATJE WIND!
Gewoon niet te geloven. Er zitten er nu thuis een heleboel de hele ochtend hun
kas op te fretten en die zitten te hopen op gietende regen en winderige
stormen. Niet dus, mietjes!
Veel zuurstof in de lucht: Gezond voor ons longskes! Wat regen op onze huid:
Gezond voor ons velleke! Geen zeveraars die meerijden: Eindelijk, en gezond
voor ons kopke! Goed berijdbare, lichtjes vettige wegen, met wat plaskes:
Plezant, en gezond voor ons spierkes! Als modderfokker wil je dit echt niet
missen – ja, we gaan het er nog wat dieper inwrijven, haha. Thomas is helemaal
optimist, want die voorspelt de hele tijd dat de zon er nog gaat doorkomen,
maar daar is het nog even op wachten …
De rit naar en rond Lede, tot in Erpe, lang geLeden. Ik ga toch nog eens tegen
de grond als ik de planken van een brugje wil oprijden en die liggen er
ongemeen glad bij. Voor ik het weet schuiven velo en mario over de natte
planken en lig ik voor de zoveelste keer in mijn carrière op mijn trochanter.
Ja, goegel het maar eens, dan leert ge nog wat bij. Niet gezond voor mijn
trochanter, maar we bijten het zeer af, want ja, we zijn echte hé.
In Lede rijden we naar het hoogste punt van Lede – het hoogtepunt van de rit
dus. Een leuk klimmetje, volgens mijn gps 70 meter boven de zeespiegel. Nu nog
wel, maar binnen een jaar of 5 is dat nog slechts 69 meter. Dan moeten we iets
minder lang klimmen. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Omdat het een gezellig
klimmetje met mooi uitzicht is, is het één van mijn lievelingswegeltjes. Voor
Stefan en Axel is het ook hun lievelingsweggetje, maar om een geheel andere
reden, die me niet echt duidelijk is. Maar ze wouden er persé een foto
van. In het weerkeren besluiten we de vaart langs de andere kant te
pakken. Ze zijn daar weer bezig in de Meersen, niet te geloven. Er komt een
dijk tot in Kalkendorp, naar het schijnt. Wat er nog overschoot van
oorspronkelijk landschap is nu ook naar de … euh, vaantjes. Ander en beter
landschappen dan maar, en liefst geen asfalt boven op de dijk, gelijk ze gedaan
hebben tussen de Aard en Uitbergen, want dat haalt er de ziel helemaal
uit.
In alle geval, we slagen er in om van aan de Schelde rechts (= ten Oosten) van
het pompstation de Vaart aan de rechtse kant langs te rijden tot we bij
coiffeur Fifi in het dorp aankomen. Het bos aan de Oude Schelde is nu volledig
gerooid en we kruisen de Oude Schelde gewoon dwars.
Er duiken in de Beize nog drie dappere, echte modderfokkers op: Johan P, Els en
Nancy. Er zijn dus gelukkiglijk nog zeven echte over. Het is ver gekomen. Nancy
haar bril staat wel vol Waes (zie foto). Hoe die daardoor nog iets ziet, Joost
mag het weten.
Om naar huis te rijden is het al veel minder met het weer, maar ’s namiddags
komt de zon er toch nog minstens een uur lang door. Thomas voor weerman!
Mario
Zondag
11 november 2018: Het Tonneke - Wetteren. OK, er was
regen voorspeld voor vandaag, en het had gisteren en vannacht ook al geregend.
En we kennen de rit van ‘Tonneke’ als nen vettigen. Toch was iedereen
verwonderd dat “de echte Modderfokker” Mario het vandaag liet afweten. Dan toch bang van een beetje regen en
modder? Neen, ik weet wel beter. Mario
moest met zijn mede-oudstrijders naar de herdenkingsceremonie ter gelegenheid
van 100 jaar wapenstilstand van wereldoorlog 1.
Weinig mensen weten dat Mario oudstrijder is, meer zelfs, hij was zelfs
mede-verantwoordelijk aan de inval van “Den Duitsch”. Toen de eerste lading soldaten aankwam in
Poperinge was het Mario zijn taak hen aan te manen het Belgisch grondgebied te
verlaten. Dit ging als volgt. “Awel hastjes, wa komde hulder gier doen, he zijt
gier niet welhekomen, en al zeker voor heen 4 jaar. Ha maar rap weer de hrens
over, teruh van waar he hekomen zijt”.
Begrijpelijk dat die Duitsters, die nochtans perfect Vlaams spraken, hem
met zijn West-Vlaamse tongval niet begrepen en een dom misverstand aan de basis
lag van Mario’s afwezigheid vandaag.
Bij het verzamelen op het
kerkplein keurt Jan Willems het materiaal, en heeft al voorpret als hij merkt
dat zowel Danny als ik met ons standaard zomerbandjes rijden. “Gewoon kwestie
van onze techniek een beetje bij te schaven” merkt Danny op. Niet iedereen heeft de keuze uit een aantal
fietsen om op elk parcours met het ideale materiaal aan de start te komen.
Terwijl wij aanschuiven aan de
inschrijvingstafel, besluit Luc Krick al op zijn eentje te vertrekken. Zijn vervroegde start werkt aanstekelijk, en
nog een paar anderen volgen zijn voorbeeld, waardoor we nog voor we vertrokken
zijn al helemaal uit elkaar liggen. Het is pas na een 5-tal km, als Axel lek
rijdt, dat we opnieuw samentroepen. Niet voor lang echter, want tijdens de
herstelling muizen er opnieuw een paar vanonder. Als we opnieuw kunnen
vertrekken staan er al een paar zo hevig dat er geen houden meer aan is, en
meteen zijn de rappe mannen opnieuw op zoek naar de vroegvertrekkers. Als er
geen wegkapitein aan boord is, grijpen de muiters hun kans.
Wij besluiten een ietsje
deftiger tempo aan te houden, en te wachten wanneer nodig. Zoals verwacht ligt
het bij momenten serieus glibberig, maar ondanks ons zomerbandekes en dankzij
onze techniek blijven we overeind. Al is het bij momenten alle hens aan dek, en
rij ik met mijn voorwiel in de linker- en mijn achterwiel in de rechtergreppel.
Het duurt nog tot aan de bevoorrading eer we de vroegvertrekkers bijbenen,
waarna we in gehalveerde groep naar de finish rijden. Een 5-tal km voor het
einde worden we nog getrakteerd op een extra oponthoud. Een nagel van zo’n 5cm
steekt door mijn band en we kunnen opnieuw velo-makerke spelen. Gelukkig worden
we bij aankomst getrakteerd op een drankje, inbegrepen in de prijs, want een
bezoekje aan De Beize zat er door de vele vertraging niet meer in. Volgende
keer beter. Ivan.
Zondag
18 november 2018. Erondegem en rondom.
Een ritje naar het Zuiden,
honderd jaar en één week na WereldOorlog I, waarbij Poperinge nooit veroverd is
door den Duits. Maar dat geheel terzijde, alleen kwestie van historische
onjuistheden, veroorzaakt door een vorige verslaggever, recht te zetten.
Voor het eerst echt koud weer,
maar aangezien het droog en zonnig is, valt dat eel goe mee. Niet te begrijpen
dus dat we maar met 5 staan: Ivan, Axel, Patje, Jeffrey (en niet Geoffrey,
Mario! voegt Annemie hier aan toe …) en
uw toegenegen verslaggever van dienst. Op het nippertje Luc ook nog, als zesde
man, maar ja, die moet dan ook van dichtst komen. We rijden via de Meersen,
langs de nieuwe wegel ten Oosten van de Kalkense Vaart, het enige echt vettige
stuk van de rit, naar de Aard, vandaar langs de koeienwei in de Meersen naar
Uitbergen, een ommetje door Bruinbeke, daarna richting Wanzele, vandaar naar
Smetlede, zo naar Papegem, dan Impe, Erondegem, Oordegem en via Wetteren over
de nieuwe passerelle naar de Kaster. We pakken nog de wegel van de blauwe steen
mee en slaan dan over halfweg links af om zo weer uit te komen aan de Meander,
met als eindbestemming, ge weet het zelf wel. Een kleine 60 km, waarvan toch
wel 40 in het veld, aan nog geen 22 per uur, de traagste rit van de laatste
jaren.
In Oordegem kunnen we de wegel
van vroeger, die uitkomt aan de molen, niet meer pakken, want die is nu met een
stevig hekken afgesloten, bij mijn weten door ene zekere Van Brantegem, beter
gekend van de Brantano. Wettelijk gezien mag dat niet, want aangezien we er al
die jaren wel doorheen gekund hebben, is dat wel een private weg, máár met
publiek karakter, en moet die weg dus doorgankelijk blijven. Maar ja, wat doe
je eraan? Er ligt niet eens een huis aan die wegel, niemand heeft er last van
als daar al iemand passeert. Bij deze dus een warme oproep om geen schoenen
meer te kopen bij de Brantano. “Maar wie koopt er nu zijn schoenen bij de
Brantano!?”, zo vraagt Ivan zich luidop af. Iedereen koopt toch zijn schoenen
bij Verschraegen in de Kruisen in Kalken!? En de bediening is er vriendelijk en
professioneel, weet Ivan ook nog te vertellen. Dat moet ook wel als de
bediening gebeurt door mevrouw Deschoenmaecker.
Aan de hoek van de nieuwe
passerelle is er een viertrapstrap, steil naar beneden. Ons jonkie, den
Jeffrey, stort zich met ware doodsverachting, en met veel stijl, steil naar
beneden. Daar slaan wij steil van achterover. Ik hoop dat Annemie het filmpje
op de blog gekregen heeft. Zeker eens kijken. Ook Ivan voelt zich geroepen,
maar net aan de trap gekomen, voelt hij plots een héél groot ei in zijn broek.
En ja, dat zou kunnen breken met al dat gehobbel op die trappen, dus toch maar
niet. Zéker kijken! Ik verheug me op de dag dat zowel Jeffrey als de grote
roerganger, nu nog op terugweg uit Australië, zij aan zij, deze afdaling tot
een goed einde brengen. Allez, als zij er zij aan zij aan beginnen, is het voor
mij al goed, de rest zien we dan wel.
Annemie deed een ritje met al
haar vrienden, maar dat komt omdat ze nog aan het revalideren is en de B-kes
niet tot last wil zijn. Die laatsten, Rudy, Nadine, Johan, Els en Kenneth,
komen pas om 12 uur toe en hebben zich dus ook niet door de kou laten afschrikken.
Mario
Zondag
16 december 2018. Kalken. Vuil, koud, killig, nat, en vooral,
donker weer. De dagen gaan met moeite open en toe, zei mijn vader zaliger.
Ondanks dat, staan we met 12 aan de start. Het is toertocht van de Calckine, te
starten in de Scala. Ook daar veel volk ondanks het gure weer. Straffe mannen
(en vrouwen), die mountainbaaikers, al zeggen we het zelf. Mannen in vorm zijn
Jo Roels, Danny Fack, Thomas Bisschop, en ons jonkie, Jeffrey De Brauwer (of is
het “Geoffrey”, Anemie? Of is het “Anemmie”, Annemie?) . Ook Luc Krick pakt een
paar keer uit met van die snedige demarrages in het veld, zoals we dat al een
tijdje niet meer van hem gewoon waren. Zelf zit ge daar te ploeteren zonder dat
ge vooruit komt, en dan schiet er hem daar plots ene u voorbij, gelijk of het
niets is. Thomas en Jeffrey lappen me dat ook een paar keer. Heel erg
motiverend, hoor! Wie anders ook altijd van de besten zijn, maar vandaag niet
echt opvallen, zijn Stefan Imschoot en Patje Roels. Vullen de bende verder aan,
Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Axel Troch, Johan Van Hulle, en ondergetekende.
Naar het einde van de rit ben ik blij dat ik een paar keer Johan zijn wiel kan
houden, om dankzij Johan weer aan te sluiten bij de anderen die alweer voorop
zijn. Onze B-ploeg is op weg naar Eksaarde, alwaar Nancy op de kerstmarkt
staat.
Jo legt er meteen de pees op en
Axel is de verstandigste: die rijdt zijn eigen tempo, om ons aan de
bevoorrading dan toch in te halen. Ik zie na een paar kilometer al half scheel
van de inspanning, door het hoog tempo in vettige wegels vol plassen, en aan de
Scheldedijk moeten we, in plaats van recht omhoog de dijk op, in de wegel
beneden blijven, naar links, maar dat dringt niet meteen tot mij door. Jo, die
rechts naast mij rijdt, heeft dat gezien, maar ik niet, ook doordat mijn
beschermbril al vol modder hangt en doordat mijn ogen je dat niet meer zijn,
gezien mijn gezegende leeftijd. Gezien mijn gezegende leeftijd is er al veel
niet meer je dat, moet ik zeggen. Jo en ik kunnen, ei zo na, een botsing
vermijden. ‘Awel, stom kieken!”, roept Jo, “ziet ge dat dan niet dat het naar
links is”. Let wel: Die zegt zomaar ‘Stom kieken’ tegen een hoogleraar aan de
Universiteit Gent, zeg! Als dat een student was, dan zou ik zeggen: “Kom eens
terug in september, mijn beste vriend, voor de tweede zittijd”. Maar aangezien
Jo al niet eens eerste zittijd zou halen, schiet ik daar ook niets mee op.
Ivan rijdt eindelijk tubeless (=
zonder binnenband), na tal van platte banden de voorbije weken. Na 35 km: psst,
psst, psst. Hij rijdt op een dikke nagel en zijn dure, nieuwe band is al meteen
om zeep. Zijn broer, die vandaag, na een schabouwelijke nacht op de foetbal,
alleen reed met al zijn vriendjes, laat in de Beize weten dat er geen garantie
op die banden is, bij oneigenlijk gebruik. Van uw broer moet ge het hebben.
Geheel terzijde: In de Beize valt het op dat er weer meer en meer mensen steken
van ‘KalKoen’ tegen de cafébaas, maar dat is iedere keer als het bijna Kerstmis
is. De mensen toch, hé.
Nu baarmoedertransplantatie
mogelijk is geworden, dankzij mijn collega’s op het UZ Gent, overweegt Danny
dergelijke chirurgische ingreep. Ja, borsten heeft hij toch al en zelfs zonder
baarmoeder denk je dat hij al maanden in verwachting is, dus waarom niet? Stel
je voor, Mario, zegt Danny, dat jij en ik samen een kleine zouden krijgen, en
die kleine heeft een beetje van mijn loeks, wat voor een intelligent en mooi
manneke zou dat niet zijn? Na met heel veel moeite een zware kotsneiging te
hebben onderdrukt, antwoord ik: “Ja, Danny, dat kan wel zijn, maar in het geval
die kleine jouw IQ heeft en mijn loeks, wordt dat wel een superdom, oerlelijk
kinneke, hé.”
“Ha”, zegt Rudy Clerck, “als je
jezelf zowel intelligent als aantrekkelijk wilt voelen, is dat niet zo
moeilijk. Ga gewoon eens regelmatig naar de Woesten, gelijk ik.” “Vertel,
Rudy”, zeggen wij en we hangen allemaal aan zijn lippen, want dat is nu eens een
schoolvoorbeeld van wat ze een win-win situatie noemen: Naar de Woesten pinten
gaan drinken, en daardoor ook nog eens terzelfdertijd intelligent en
aantrekkelijk worden. “Awel”, zegt Rudy, “’t Is simpel. Elke keer dat ik van
bij de Woesten thuis kom, zegt mijn Marie-Jeanne: ‘Awel, slimme, ge komt er
weer schoon voor, zunne!’”
Als we thuis komen, zegt die van
mij dat ik er ook weer schoon voor kom. Ze zou me met geen tang vastpakken,
zegt ze, die t... Euh, nog net op tijd mijn woorden kunnen inslikken. Nog een
half uur velo en kleren kuisen voor ik binnen mag. En het was toch wel koud,
hoor. Hoe lang hou ik dees zottigheid nog vol? Mario
Zondag
23 december. Wachtebeke en Sidmar-bossen. Het niveau
blijft maar zakken bij de Modderfokkers. Naast Domme Danny en Stom Kieken Jo,
rijdt nu ook D’Homme Filip mee. Die noemt écht zo, ik vind het niet uit, hé.
Verder ook nog Luc K, Rudy R, Rudy (Washington) DC, Ivan, Axel, Johan VH,
Kenneth Boterkoek, en ondergetekende. En oei, wie is die snotneus die hier
meerijdt met de serieuze mensen (we laten even Danny en Jo buiten beschouwing
welteverstaan)? Ha, het is Jeffrey De Brouwer. Ja, wat is het toch leuk om jong
en talentvol te zijn. Pas op, ik was dat ook in mijnen jongen tijd: jong.
We rijden naar de Warmste Week
in Wachtebeke en ver daar voorbij naar de Sidmar bossen van Rudy Washington DC.
De groenen hebben daar lelijk thuisgehouden: overal bomen dwars over de
wegeltjes gelegd, afsluitingen gezet, plakkaatjes geplant met verboden dit en
verboden dat. De laatste jaren lijkt de leuze van veel mensen te zijn: “Wat
hadden we nog niet verboden, vandejaar?” En hun grootste bezorgdheid zo rond
nieuwjaar is: “Oei, wat gaan we nu volgend jaar nog verbieden, want zonder
verbieden heeft ons leven geen zin meer.” Maar Rudy heeft daar ondertussen al
overal andere wegelkes gevonden en zo kunnen we nog de meeste van de plezante
stukjes blijven meepakken. Ik hoor het Marie-Jeanne al zeggen: “Ja, met zijn
velo door de more gaan rijden in de bossen, en pinten gaan drinken bij de
Woeste, dan kan hij wél goed, zunne.”
Rudy Rogiers is weer in vorm.
Dat wilt ge echt niet meemaken. Want dan begint hij niet alleen steeds rapper
te rijden maar ook nog eens mensen te ambeteren met van die truken die hij nog
geleerd heeft van toen hij met de echte meereed. Ge zijt daar zo dapper aan het
terten en ge peinst dat ge eigenlijk nog zo slecht niet bezig zijt, alles
welbeschouwd en in acht genomen, als plots de band van uw achterwiel ontploft,
uw spaken alle kanten uitvliegen, uw derailleur dubbel slaat waardoor uw
ketting dan weer in de overblijvende spaken van uw wiel draait. Maar neen hoor,
het is gewoon Rudy, die met de zool van zijn koersschoen over de noppen van uw
achterband streelt, met plots een oorverdovend lawijt tot gevolg, waar ge niet
op voorzien zijt, zodat ge u een breuk verschiet. Daar gaat nog eens een
hartattack van komen, zeg ik U. Danny deed zelfs bijna een miskraam.
In Puyenbroeck wil de Grote
Voortrekker een hoek afsteken, dwars over het golfterrein. Dat rijdt voor geen
meter en golven dat dat doet, zo een golfterrein. Dat golft een gang, zeg. Mijn
Golf golft nog zo erg niet. We raken er Axel en Johan kwijt, want zij wouden
het golfterrein omzeilen (!).
In Puyenbroeck is er ook een
EHBJo post: Eerste Hulp Bij Jo. Wij Modderfokkers zijn ondertussen wel al wat
gewend met Jo en hebben dat niet meer nodig, maar even voorbij Puyenbroeck is
het bijna wel nog van doen. In een bocht tikt Jo het achterwiel van Rudy en
daardoor schuift zijn voorwiel weg. Zegt Rudy later: “Ik doe dat met de zool
van mijn schoen op de mensen hun achterwiel tikken, niet met mijn voorwiel hé.”
Jo en velo schuiven door het grind. Ikzelf, in derde positie – dus niet gelijk
Danny, want die is gewoon in positie – smijt alles toe, helemaal niet om niet
over Jo te rijden, maar surtoe uit schrik van zelf op mijn muile te vallen.
Gelijk hoe zit ik met mijn voorwiel bovenop Jo. Dat zal hem leren van mij stom
kieken te noemen, zie (zie vorig verslag). Spijtig genoeg voor het wegdek is Jo
van gewapend beton. Zijn arm is helemaal bebloed, maar Jo blijft er rustig
onder. Kalm en vol sereniteit* steekt hij zijn drinkbussen terug, legt zijn
ketting op, trekt met veel finesse zijn derailleur en zijn plastron weer recht,
en we zijn weer weg. Niets gebeurd, verder aan razend tempo.
De hele tijd miezerig duister
weer. In plaats van de warmste week is het de donkerste week. De eerste twee
uur is dat nog plezant en geeft dat een Flandrien gevoel, zo van, wat zijn wij
toch echte mannen. Maar het derde uur is er soms wat teveel aan, ook doordat
Rudy R het tempo de hoogte injaagt, wind tegen dan nog. Na lang genoeg
doorbeuken, wordt dan elke keer het kaf van het koren gescheiden en in de
Singeldreef in Bastelare zien Filip en ik het koren steeds kleiner worden,
naarmate het verder van ons wegrijdt. “Genen paniek”, zeg ik tegen Filip: “Doe
gelijk ik, gebaar u van den domme. Gij gaat zelfs niet veel moeten gebaren. Dan
wachten ze wel.” En ja hoor, het koren wordt weer groter en zo komen we samen
kletsnat en doorweekt aan in ons warme en gezellige stamcafé, maar de naam
ontsnapt me nu even.
Mario
* Vol sereniWadde!?
PS. Wij wensen ook onze
welbeminde en erg gemiste kompaan Dirk De Boever spoedig beterschap, nadat hij
enkele weken geleden met zijn paard op een loslopende motto reed. Het is
omgekeerd natuurlijk, waarvoor excuses: hij reed met zijn loslopende motto op een
paard.
Zondag
13 januari 2019: Winterrit Het Tonneke - Wetteren. Met enige
tegenzin kruip ik uit mijn warme bedje en zie dat het droog is. Even de buienradar checken waar ik zie dat we
de eerste uren geen regen moeten verwachten.
Dan toch maar alle moed bij mekaar schrapen en ons klaarmaken voor het
vaste zondagvoormiddagritje. Bij
aankomst op het kerkplein staat Jo startensklaar. Ook Johan Van Hulle is er al, enkel om te
melden dat hij met de auto tot in Wetteren rijdt omdat hij na zijn eigen ritje
ook nog naar Kruibeke gaat, om daar te gaan kijken hoe Wout Van Aert Belgisch
kampioen gaat worden. We krijgen ook nog het gezelschap van Stefan Imschoot,
Kenneth Vanderzijpen, Jeffrey De Brouwer, Danny Fack en Gert Verhoeven. Wij rijden per velo naar de Warande in
Wetteren waar we Johan vervoegen voor de winterrit van Het Tonneke. Winterrit + tonneke + geregend vannacht =
Ploeteren naar hartenlust. En we worden
al snel op onze wenken bediend. Even
voorbij de Scheldebrug worden we van de dijk naar het wegeltje onderaan de dijk
gestuurd en de glijpartij kan beginnen. Zeker voor de acrobaten zoals Danny en
ik die blijven volharden in het rijden met onze zomerbandekes. Met al de techniek waarover wij beschikken
lukt het ook wel denken wij, al valt het toch wel tegen en is het bij momenten
ferm bijpikkelen. Even verder komen we
aan een eerste splitsing tussen 30 en 50 km waar wij kiezen voor de 50 km. Behalve Jo, die is er van overtuigd dat
iedereen verkeerd rijdt en dus zelf op zijn eentje de 30 km volgt. We glijden verder via Heusden, richting Melle
waar we net voor Mellebrug een nieuw vettig stukske voor de wielen
krijgen. Ik kies resoluut het wiel van
Danny om toch maar niets van het spektakel te missen. En het spektakel komt er. Danny begint te sukkelen en rijdt zich vast
in een put, waardoor ik moet uitwijken en op een supergladde schuine kant
terechtkom. Hierdoor kunnen degene
achter mij nog beter van het schouwspel genieten, en zien mij de kant in
tuimelen. Blijkbaar heb ik mijn techniek
toch een beetje overschat. Als ik terug
aansluit bij de groep waarschuwt iedereen mij dat er verderop nog een paar
vettige stukken aankomen, en het is inderdaad niet lang wachten voor we opnieuw
kunnen beginnen schaeverdijen. De strook
waar we nu doorheen baggeren is zo mogelijk nog slechter. Zo glad als een paling in een emmer
snot. Bruine zeep bied meer houvast dan
deze brij. Na enkele tientallen meter
balanceren steekt ineens mijn achterwiel mij voorbij en ik ga voor een tweede
keer horizontaal. Tot grote hilariteit
van mijn gezellen. Johan stelt zelfs
voor om even te blijven liggen zodat hij een foto kan nemen. Ik antwoord vriendelijk doch kordaat dat hij
een èndeken mijn dingskes kan ….. Van de
weinige goesting die ik deze ochtend had, schiet er nu toch niet veel meer
over. Ook het materiaal ziet serieus af
en piept en kraakt langs alle kanten. Ik
vermoed zelfs dat deze toertocht gesponsord wordt door de VVV, de Vereniging
der Vlaamse Velomakers. Tijdens de
bevoorrading hoor ik een jongedame klagen tegen haar gezel dat het toch wel
heel zwaar ligt, allemaal modder. Ik
merk op dat het zeker niet allemaal modder is en dat er hier en daar ook een
beetje kak tussen zit. We zijn nog maar
net opnieuw vertrokken als we aan een volgende splitsing komen. Een snel rekensommetje maakt mij duidelijk
dat het al vlug rond 12 u zal worden als we terug in Kalken zullen zijn, dus
meld ik mijn kompanen dat ik mijn rit een beetje inkort. Blijkbaar ben ik de
enige die er zo over denkt, waardoor ik de rest van de rit op mijn eentje
afwerk. Met de wind in de rug rij ik via Moortsele-Lede via Serskamp richting
Schellebelle. Daar besluit ik aan den Aard het veer te nemen. De bootsvrouw merkt op dat ik straks toch wel
een doucheke zal kunnen gebruiken. De Schelde overzwemmen om zo de meeste
modder af te spoelen wordt mij toch afgeraden wegens een beetje te
friskes. Net wanneer ik weer vaste grond
onder de voeten heb, begint het lichtjes te druppelen en ik hou het nog net
droog als ik om 11u30 aan De Beize aankom.
Daar staan de fietsen van Annemie, Nancy, Luk Krick en Johan Poelman al
tegen de gevel. Na het aanvullen van de
vochtreserves, door de plensende regen naar huis, de fiets een badje gegeven,
mezelf afgespoten met den hogedrukreiniger en een hongerke gestild. ’s
Namiddags naar de cross gekeken en gezien dat niet Wout Van Aert, maar Toon
Aerts zichzelf nen nieven tricolore trui bij elkaar fietst. De techniek van de
mannen is precies toch nog ietske beter als die van mij en Danny, al ligt dit
waarschijnlijk aan het betere materiaal. Ivan
Zondag
20 januari 2019. Toertocht Overmere. Mijn eerste rit van het jaar.
We vertrekken bij min 5, maar geen wind en het zal zonnig worden. Daarenboven,
het wordt nog wel zeker twee keer zo warm: Het kwik stijgt tot min 2! Met 8 aan
de kerk: Stefan Imschoot, Jo Roels, Jeffrey Le Brasseur, Thomas L’éveque, Johan
de l’Ulle, Kenneth Couque de Beurre, Luc Crique, et moi. De wegels liggen er
dus steenhard bij, niet echt glad, en het wordt vlammen, zeker omdat er aan Jo
geen houden aan is. Hij rijdt de helft van de tijd 20 meter voor op de rest. De
zogezegde ex-beekes Johan en Kenneth, die nog rap zijn Boterkoek had opgegeten
op het kerkeplein, geven geen krimp. De enige die voortdurend moet aanklampen,
ben ik. Uit schrik voor de gladdigheid pak ik mijn bochten nog breder en nog
slechter dan anders. Ja, Rudy, dat kan!
Al gaat het in de wegels bijna
niet onder de 27, met uitschieters tot 33, zal het uiteindelijke gemiddelde
maar 25.6 induur zijn, wat ik moeilijk begrijp.
We staan al na 10 km aan de
bevoorrading. Dat klopt niet en het blijkt dat we, aan de splitsing van 25 km
of 50 km, verkeerdelijk het parcoers van de 25 km gevolgd hebben. “Zelfs nu
Danny er niet bij is, rijden we nog verkeerd”, zeg ik. Maar zoals eerder
gezegd: Jo reed wel op kop. Wij dus terug naar de splitsing om de juiste afslag
te pakken. En wie komen we tegen op weg naar de splitsing? Danny, gevolgd door
Patje Roels. OOK verkeerd gereden, natuurlijk, wat had je gedacht. We zitten nu
al met twee Roelsen. Met Danny erbij gaat het tempo nog eens naar omhoog. Geen
houden aan, al staat hij 10 kilo te dik, wat in zijn toestand ook wel te
verstaan is. En let wel, Danny, tijdens de laatste maanden van de zwangerschap
komen de meeste kilo’s er nog bij. Reken nog maar op een stuk of 20 extra.
In de Beize komen ook nog Axel
en Guy Roels binnengestuikt. Nu zijn er al 3 Roelsen. Beste mensen, dat is toch
echt wel een overdosis Roels. Dat kan toch voor niemand gezond zijn. Dat zou
moeten verboden worden, in het belang van de volksgezondheid.
De overdosis Roels wordt
gelukkig gecompenseerd doordat er geen Poelmannen en geen Rogiersen zijn. Geen
Rogiersen en ook geen Rudy De Clercq, nochtans vaste waarden, hoe komt dat? Dat
komt doordat het receptie is van het Hussevelde. Of zoals Stefan het zegt:
“Receptie van het geboerte”. “Maar ge moet dat nu niet gaan weerzeggen, hé”,
zegt Stefan, “of die mannen van het geboerte rijden me volgende week in de
decor.” Zijt gerust, Stefan, binst de winter kom ik niet zoveel in het geboerte
en zie ik die mannen niet, dus ik heb er niets van verteld. Ik zou dat ook
nooit doen.
“En misschien kun je eens iets
positiefs schrijven over mij?”, zegt Jo. Ten eerste, Jo, heb je mij ooit al
eens iets positiefs over gelijk wie weten schrijven? Ten tweede, ge moogt al
blij zijn dat ge in het verslagske komt. Maar vooral ten derde: ik heb al voor
veel onmogelijke opdrachten gestaan, die ik meestal toch nog tot een goed einde
kon brengen, maar dit gaat toch wel mijn helmpje te boven. Gelukkig komt Guy
ter hulp met een goed idee. Guy is een kozijn van Jo, al heeft Guy me gevraagd
om dat een beetje stil te houden. Begrijpelijk. Wees gerust, Guy, alleen mijn
intimi weten dat. Dus, Guy weet wel iets positiefs over Jo. Opgepast Jo, zoals
je gevraagd hebt, ga ik ‘iets’ positiefs over jou schrijven.
Hier komt ie dan: ‘Iets’. Ziezo,
nog altijd beter dan niets. Mario
PS. Ik zou liegen als ik zeg dat
ik niet veel op ’t Hussevelde kom. Verleden week ben ik daar nog gaan eten op
een goed adresje. Het is nog van onze sponsor ook, zie ik nu. Ik heb er een
foto van gepakt:
Zondag
3 februari 2019. Gavere, Asper, Dikkelvenne, op de baan. Droog
vriesweer na een supernatte, killige week vol sneeuw en regen en na een
kletsnatte nacht. Rond het vriespunt en gevaarlijk glad. Op weg naar de start,
in de Lange Meire, pas ik heel goed op, want hier gleed ik een goed jaar
geleden onderuit en kwam ik serieus slecht op mijn heup terecht. Maar zie, mijn
achterwiel is toch weer efkes weg. Even verder, nog maar aan de Biest, hoor ik
een plof en zie ik daar al een mens met zijn fiets tegen de vlakte gaan. Luc
Krick, die ook net afkomt, kan hem met moeite ontwijken. Mensen van boven de 55
zouden met dit weer eigenlijk niet mogen fietsen, vind ik.
Ondanks de kou en de
gladdigheid, toch met dertien aan de kerk! Jo, Patje, Luc K, Kenneth Couque de
Beurre, Rudy DC, Ivan, Davy, Johan de l’Ulle, ene Peter Van den Bucke, en
ochgottekes, ikke. Ook de twee jongkses zijn er weer bij, Jeffrey en Gert. Gert
heeft zelfs zijn papa Luc meegebracht. Ge kunt die mens ook niet elke week
thuis laten zitten, hé.
In het veld zou veiliger zijn,
maar gezien de nattigheid wordt er gekozen voor het gevaarlijk gladde asfalt.
We zijn nog niet goed weg, of Wheely doet me daar toch wel een Jeffrey zeker.
Ik bedoel: Jeffrey doet me daar toch wel een wheely (= rijden op het
achterwiel* alleen) en steekt me ondertussen nog voorbij ook. Ja, lach wat met
ouwe mensen, snotneus. Om de een of andere reden zijn we de twee Roelsen al
meteen kwijt. Dat van die overdosis, dat was om te lachen hé, mannen, ge moet
dat niet letterlijk nemen. Allez, een beteke maar.
Peter, een serieuze peet, en
Kenneth laten het tempo bijna niet onder de 30 zakken en als het begint te
heuvelen, kanten van Munte, is bij mij het vet van de soep. Na 15 km hou ik het
voor bekeken. Als ik zo nog 50 km boven mijn kunnen moet meerijden, dan ben ik
weer de helft van de week père Esso. Euh, ik vermis mij hier van naftepomp, ik
bedoel: Perd Total.
Het is wel koud en oppassen,
maar het zonneke schijnt en als ik haar achter me houd, dan warmt mijn rugske
wat op en dan rij ik ook richting Noorden, en dat is huiswaarts. Zo kom ik weer
op het parkoers dat we daarnet deden, in tegengestelde richting. In Munte zie
ik plots een fata morgana: nog 5 modderfokkers op komst. En voor één keer is er
maar één lelijkaard bij. Er klopt dus gelijk iets niet. Het blijken vier
modderfokstertjes te zijn: Annemie, Els, Nancy en Sabine, met de kundige en
veilige leiding van Johan Poelman. Ik maak rechtsomkeer en rij terug mee. Nu
met de beekes. Hetzelfde parkoers als daarstraks.
Dat tempo van die meiskes mag er
ook zijn en het wordt een deugddoende trainingsrit in plaats van drie uur lang
afjakkeren. Op de korte (alhoewel), steile klimmetjes aan de kanten van Asper,
Vurste, moet ik serieus uit mijn kot komen om mee te kunnen met Els en Johanna.
Gelukkig word ik vanuit de achtergrond luid aangemoedigd door Annemie, Nancy en
Sabine: “Je kunt het, Maria! Je kunt het!”, roepen ze. Allez, ik bevond mij in
een toestand van algehele gezinsverbijstering, dus het kan nu ook zijn dat ik dat
laatste erbij gefantaseerd heb, maar een mens mag zich toch eens laten gaan en
het moet niet altijd honderd procent waarheidsgetrouw zijn, wat ik hier
schrijf. Ze houden zelfs nog een pauze, wat een goed idee!
Het valt me op dat alleen Johan
en ik een achter garde bou (spatbord) hebben. Misschien omdat wij rekening
houden met onze moeder de vrouw, die de was moet doen, terwijl de moddermiekes
gelijk hoe zelf de was doen en het er niet op aan komt hoe vuil ze zijn? En
toch: dames, met zo een garde bou wordt uw achterkant niet nat en vuil en koud,
en spetst het minder in de ogen van degene die achter u rijdt. Het is maar een
tip. Rudy Rogiers verkoopt zo van die halve vliegdekschepen**, zo gelijk waar
ik mee rondrij. Het ziet er niet uit, maar mijn gat blijft wel altijd droog en
proper. Toch als ik fiets.
Eigenlijk toch echt straf, die
madammen van de Modderfokkers, we beseffen dat niet genoeg: met zo een weer en
zo een gladde wegen gelijk hoe uitpakken en een goeie 50 km fietsen, aan een
tempo waarbij ze zelfs een paar wielertoeristen voorbijsteken, en dan nog op
mountainbike dikke banden. Veel vrouwen zijn we niet tegengekomen vandemorgen
en al zeker geeneen op de fiets. En bij ons rijden er zomaar een stuk of 7 van
die kadeekes rond. Kijk, er mag ook eens ‘iets’ positiefs in het verslagske. Maria
* Tot hier kan ik het ook. Ik
doe dat eigenlijk heel den tijd, op mijn achterwiel rijden.
** Rudy, vergeet je dit jaar
mijn percentje niet op de verkoop? Danke merci, Rudy.
Zondag
10 maart 2019. Ressegem, Woubrechtegem, Steenhuize-Wijnhuize, Berendries,
Michelbeke, enzovoort enzoverder, en terug.
Storm. Rukwinden tot 95 km per
uur. Felle buien. Geen weer om een hond door te jagen. Dus staan we zo maar
eventjes met 11 zotten aan de sachristie, sapristie. Uit de wind, voor efkes
toch. Wie zo zot is om met dit weer te gaan fietsen verdient vermelding met
naam en toenaam: Jo ‘iets positiefs’ Roels, Ivan ‘vroeger gazettenkoereur, maar
allang niet meer’ Rogiers, Rudy ‘kapitein’ Rogiers, Davy ‘stukadoor’ Poelman,
Axel ‘doet weer mee’ Troch, Patje ‘survival’ Roels, Rudy ‘van Marie-Jeanne van
‘t Hussevelde’ De Clercq, Gert ‘snotneus’ Verhoeven, Luc ‘witte’ Krick, Danny
‘de Flik’ F(l)ack, en de ‘grootste onnozelaar van allemaal’ deze.
De ene is al wat beter voorzien
dan de andere: er zijn er zonder schoenovertrekken, zonder lange broek, zonder
regenvestje, en zelfs een stuk of vier zonder garde bou. Gegarandeerd dat je
gat en je rug dan zeikenat worden. Liever zij dan ik. Jo heeft zelfs een stuk
uit zijn broek zodat we op zijn blote bil moeten kijken. Het is frisse lucht,
zegt Jo. Voor hem misschien wel, maar voor wij die achter hem rijden niet,
zunne. Mijn regenvest is een maat of twee te groot, zodat ik eruit zie als een
opgeblazen ballon. Een bende armoedzaaiers tegare.
Ik moet zeggen, er zijn ook veel
wielertoeristen op de baan, met dit weer. Dus, dat moet eens gedaan zijn met
die mensen baanjeannetten te noemen, hé. Zeker nu we zelf op de baan rijden.
Het wordt een historische rit.
Eénentachtig kilometer en meer dan 500 hoogtemeters beuken tegen de wind in het
eerste tweederde van de rit en vliegen aan 40 tot 50 per uur in het laatste
derde. Regen en opspetsend water, maar dat gelukkig maar in de eerste
driekwartuur. Op den duur worden alle regenvestjes uitgespeeld en Jo en ik
rijden zelfs met korte mouwkes. Luc en ik hebben onze dunne bandekes op en
geluk, want zo kon ik nog net op het nippertje bijblijven al was het bijwijlen
aanklampen. Met dank aan de nodige ruggesteun door Davy en kapitein Rudy.
Ik moet pertank in form geweest
zijn, want ik doe de Berendries 5 keer zo snel als alle andere keren in mijn
wieler – euh – ‘carrière’. Dat kan nu ook wel zijn omdat we hem voor de eerste
keer in mijn wieler – euh – ‘carrière’ afdalen. Ja, waarom doen de mensen die
eigenlijk altijd in dezelfde richting? Eens wat afwisseling is ook welkom, hé.
Op de Dries in Wetteren zijn ze plots allemaal een heel eind achter en ik rijd
dan maar zonder echt te forceren verder, met wind in de rug aan 37 per uur. Het
duurt tot aan de Meander eer ze me weer te pakken hebben, de bende krabbers.
Misschien kwam mijn voorsprong omdat zij stoppen voor auto’s op een rond punt
en ik niet? Allez, dat beweren die krabbers toch, kwestie dat ze een uitleg
hebben. Geeneen die overpakt en net als ik tot 44 optrek, demarreert Luc, met
zijn koersveloke. Die moet wel 55 rijden. Hoe moeilijk kan het zijn om te
winnen met een koersvelo tegen een bende krabbers op dikke banden? Maar dat is
zonder Gertje Verhoeven gerekend, die hem nog net bijhaalt, op zijn dikke
bandekes.
En in de Beize (het vierde
derde, waar ik altijd bij de besten ben), komen dan ook nog toe: Els met haar 2
Johannen. Zo waren we met 14 op weg in dit barre weer. ’s Namiddags beseffen we
pas aan wat voor echt stormweer we ontsnapt zijn en hoe zot het was om toch
uitgepakt te hebben. Mario
Zondag
17 maart 2019. De MUUR. Met 8. Davy, vader en zoon Verhoeven,
broers Rudy en Ivan, nog een zekere Rudy uit het Hussevelde, ook een zekere Jo,
deze keer met een echte broek aan deze keer, en ondergetekende, voor wie het
een heuglijke dag zou worden. En dat niet alleen omdat ik de 79.27 km aan 28.1
per uur en 630 hoogtemeters, inclusief de MUUR (jawel, die in Geraardsbergen),
heel goed verteerde, maar ook, allez, lees maar eerst door tot het einde van
het verslag.
Ik vermeld hier ook al de B-kes:
Kenneth, Els, Nancy, Annemie en Johan, want die zorgen er altijd voor dat de
verslagskes te lang worden zodat ze niet in één keer op de blog kunnen (de
verslagskes niet en dus ook de B-kes niet).
Weeral harde en zotte wind,
gelijk gans maart. Maar wel droog.
Hoogteprofiel van de rit: mooi
symmetrisch met in het midden: de MUUR.
Nog één tip voor Rudy: als je je
route uitstippelt op je GPS, dan moet je ‘veerboot toegestaan’ uitvinken. Dan
gaan we niet meemaken dat we plots voor een veerbootje buiten dienst staan om
de Dender over te steken. Dus moeten we vandaar (Schendelbeke) op zoek naar de
eerste brug over de Dender. We denderen eerst over de Dender en daarna denderen
we verder langs de Dender. Er zit een koppel baltsende futen, maar die voor mij
waren zo hard aan het terten dat ze dit idyllisch natuurtafereeltje niet hebben gezien.
Nog een geluk dat we niet in
Denderbelle passeerden, want dan begint Ivan altijd te bellen zodat hij
bellende door Denderbelle kan denderen. In plaats van langs de Vesten,
beklimmen we de muur dus direct van aan de Dender, langs de … jaja …
Denderstraat. Je hebt er dan al een steile klim opzitten voor je aan de muur
zelf nog moet beginnen. Op de kapelmuur krijgen we zelfs een bevoorrading en
een drinkbus van de Landelijke Gilden, die we heel graag Wilden.
In het weerkeren is er geen
houden aan kapitein Rudy. En Gert heeft er weinig moeite mee. Die twee
ontsnappen dan ook – zonder enige moeite - na Wetteren brug. ‘Het kaf moest van
het koren’, zegt Rudy. Vader Luc doet nog zijn best, maar Jo, Ivan en Rudy DC
halen hem in na een lange achtervolging, met mij en Davy aanklampend in het
wiel. Als ze echter aan 46 per uur blijven doorrijden, beslissen Rudy DC en ik
uit te bollen. Kwestie dat ik niet helemaal buiten westen aankom voor het
vierde derde en dat mijn moteur wat in ralenti kan draaien vooraleer we de
Beize betreden.
Ikke dus goed gereden maar toch
wel echt flagada. Ondertussen in het zonnetje in Mallorca: Danny en Els, Rudy
en Nadine, Johan en Sabine, en … Luc en Cédric. Ha, wist je dat nog niet? Ja,
ik had dat gelijk al lang willen zien aankomen.
En dan vraagt Nancy hoe het zit
met ons Delphine. Uitgerekend voor morgen, zeg ik, drie weken vroeger dan
Danny. ‘Maar ze zal wel wat over tijd gaan, denk ik’, zeg ik. Wat ik niet weet
is dat ik op dat eigenste moment eigenlijk grootvader word van Lars, een
Bruggelingske, een zondagskind.
Jaja, zijt gerust, volgende week
trakteer ik de hele reutemeteut. Met veel plezier.
En dan rijd ik moe maar voldaan
rap naar oma Chris. Mario
Zondag
9 juni. Vadertjesdag. Baaigem. Naar het schijnt was er afgesproken dat
ik de rit ging leiden, maar ik wist weer van toeten noch blazen. Axel had
getwiet naar Johan dat hij het op zijn feesboek moest zetten, maar omdat Davy
zijn watsap niet goed marcheerde, had Annemie het niet op de blog kunnen
posten. En dan lag onze wieffie nog plat ook. Hoe wilt ge dan dat ik mee ben!
Swat, ik kijk eens wat ik zitten
heb van ritten in mijn portfolio en haal er de schoonste uit: over Laarne en
Wetteren-ten-Ede naar Melle, zo naar Lemberge, Bottelare, Munte en Baaigem en
terug langs de kanten van Vurste, Melsen en Merelbeke weer over Bottelare en
Lemberge naar Gontrode en zo over Kwatrecht naar Wetteren en Beize dorp. Zestig
kilometerkes waarvan, zonder overdrijven, drie kwart off road, of in’t veld,
gelijk ze zeggen.
Naast Davy, Axel en Johan,
rijden ook nog mee: Rudy R, witte Krick, dikke Danny, Jeffrey en Stefan – die
hem er meestal naast maar soms toch ook wel eens en dan nog geheel per toeval –
Inschoot.
Overal waar we passeren ligt het
vol afgewaaid hout en hangt het vol laag overhangende takken: gekraakt maar nog
niet aangevallen. Ja, het stormt gelijk nogal de laatste tijd. Jeffrey ziet één
tak niet hangen en kan er niet mee lachen als hij serieus ten val komt. Volgens
Stefan had hij nog sjans want hij viel net voor een spies en bijna was het
Jeffrey aan het spit. Was bvb. Danny daar op terecht gekomen, dan was het voor
de rest van de week varken aan ’t spit geweest bij de Modderfokkers. Wij weeral
malchance!
Jeffrey nog nooit zo kwaad niet
gezien. Dul dat dat manneke was! Op mij dan nog. Maar ik wist van toeten noch
blazen. Beste Jeffrey, een tip van een ouwe rakker*: doe die zonnebril af als
ge in het bos rijdt met de grote mensen.
We passeren na Gontrode door de
Kalverhage en gaan er het X-trail parkoers opzoeken alwaar vrijdag een andere
snotneus, Gertje Verhoeven, een duik van 4 meter hoog en 5 meter diep (ja, ge
moet er de diepte van de plas nog bij rekenen) maakte. Als je ziet in wat voor
een poel hij terecht kwam, vol paletten en rommel, dan heeft die heel heel heel
veel geluk gehad. De mannen wiens naam op –y eindigt: Davy, Jeffrey, Rudy en
Stefany, amuseren er zich dolletjes, maar Danny en ik raken de steile helling
niet op. Johan kruipt naar boven. Axel valt bij de eerste poging naar rechts en
bij de tweede naar links, waarna we hem een meter lager uit de decor mogen
rapen. Maar Axel is een doorzetter, sommigen zouden zeggen een stijfkop, en bij
zijn derde poging rijdt hij waarempel tot helemaal boven. Een geluk, anders
hadden we daar nog staan wachten tot het hem geluktege. Stefan moet dan nog
eens zijn ketting breken, in plaats van gewoon te terten gelijk andere mensen.
Door een maneuver van Danny even
verder in Kwatrecht splitst de groep per accident in drieën op, maar we vinden
mekaar terug in de Beize, alwaar Rudy V, Kenneth, Annemie, Nancy, Els en Nadine
ons al op het terras opwachten. Danny krijgt van zijn zus nog een nieuwe
mankini (Figuur 1), waardoor hij er de komende zomer weer eens deftig gekleed
kan bijlopen. Ziet ge dat al aan het spit ronddraaien!?
Mario
* En dat er hier niemand het
waagt om de klinker te verwisselen!
Figuur
1. Danny the Mankini
Zondag
1 september 2019, Lochristi.
Jubileumrit, want exact 20 jaar
geleden stonden we, onder initiatief van Rudy Rogiers en van KWB Kalken, voor
de allereerste keer aan de kerk. Van degenen die er die allereerste rit bij
waren, rijden er vijf nog altijd mee: Rudy R zelf natuurlijk, Rudy Vergeylen,
Luc Krick, Danny Fack, en ondergetekende. Van die vijf rijden er vandaag zelfs
vier mee, behalve Rudy V, die volgens de geruchten weeral ergens
zit/ligt/fietst te genieten van zijn pensioen.
Van de andere 7 die vandaag
meerijden, lag Jeffrey twintig jaar geleden zijn pampers nog vol te, euh, nog
te vullen. En Pieter, Cedric en Thomas hadden toen last van jeugdpuistjes en
van ongewenste haargroei overal en ook voor het eerst - maar helaas, vanaf dan
voor de rest van hun leven - van de meiskes. Rijden vandaag verder nog mee:
Axel, Ivan en Jan, toch ook al oudgedienden, met de nadruk op oud, zeker bij
Ivan, al zoudt ge dat (beter) niet zeggen. Zo zijn we met 11 voor deze
jubileumrit, voor de zoveelste keer over droog en stoffig parkoers, en weeral
zonder regen.
Toertocht te Lochristi, dan denk
je aan wegels in Moerbeke en Zelzate, maar we rijden over Destelbergen naar
deze kanten op: Wetteren ten Ede, Heusden, Laarne. Vooral Jan Willems, net
terug van de Swiss Epic in de Alpen, legt er de pees op. We halen een gemiddelde
van 27 induur, ondanks de vele kronkelige en stoffige wegels. Dan weet ge dat
het heel dikwijls heel veel boven de 30 gaat. Maar vandaag zijn ze allemaal
serieus in form. Met een bende van 11 gasten vol Grinta gaat het goed vooruit.
Of gelijk Koen van de Beize en ikzelf het zouden zeggen: 11 hasten vol hrinta.
Spijtig genoeg liggen er steeds meer en meer grintwegels, of zoals Rudy mij
nadoet: hrintwehels.
Er moet onlangs een aannemer
naar de gemeentes gestapt zijn met de vraag: “Zeg, gemeentes, ik heb hier nog
ik weet niet hoeveel grint liggen, kunt ge daar niets nuttigs of lucratiefs mee
doen?” Waarop de gemeentes antwoordden: “Wel ja, al die wegels die we nog niet
gebetonneerd of geasfalteerd hebben of waar er nog geen plakkaatjes met
‘Privaat’ zijn op gezet, we zouden die vol grint kunnen gieten. Wat een goed
idee! Wat moet dat kosten voor de gemeentekas, mijn beste aannemer, en vooral,
wat brengt dat voor ons, gemeentebestuurders, op?” Binnenkort is het dus gedaan
met het mountainbiken in onze streek en gaan we moeten gravel-biken of op de
baan rijden: eentonig altijd hetzelfde.
Sommige mensen laten me weten
dat ze de verslagjes wat missen, want dat ze graag lachen met Danny. Hoe die
mens er toch altijd doorgesleurd wordt in die verslagjes, zeg. Niet te doen!
Wel, als ge eens goed wilt lachen met Danny, rij dan gewoon eens mee met ons.
Je komt gewoon niet meer bij van het lachen. Tenzij je zijn wiel wil houden,
dan gaat het rap gedaan zijn met lachen.
Danny had weer wat zin gekregen
in het politiewerk sinds het bericht dat de politie mag naaktfouilleren. Maar
dat was van korte duur, want zijn goesting is alweer over sinds ze hem vijf
keer hebben moeten uitleggen dat hij zelf zijn kleren weer moest aan doen en
dat hij het concept niet goed begrepen had. Hoe komt het dat wij daar niet van
verschieten? Danny, het zijn de mensen die ge fouilleert … die in hun bloten
moeten staan!
Danny gaat het dus binnen een
jaar of twee voor bekeken houden. Dat betekent dat de jaaromzet van de Beize
dan gaat verdubbelen. En dat heeft dan weer voor gevolg dat Koen rapper op
pensioen kan. Niet dat dat nu zóveel gaat schelen in werkuren, want Koen gaat
er altijd voor de volle 30% voor.
Alle hekheid op een stokje, maar
Danny kostte me vandaag bijna het leven. Verkeersregelmenten tellen niet voor
hem, dat weten we allang. Dus steekt hij, op kop van een bende van 11 man, ter
hoogte van de spoorweg in Beervelde, aan l’Autre Côté, zomaar de baan over,
terwijl er een BMW, die zeker niet van plan was te stoppen voor een bende
modderfokkers, vollen bak komt afgevlamd. Het scheelde niet veel of ik had de
autre côté van de baan niet gehaald, en ik was nu al aan de Andere Kant
geweest.
En wat is dat met Axel de
laatste tijd? Sinds die ketonen pakt, is er geen houden meer aan. Steekt hij
zich dan een beetje weg, gelijk ik? Of zorgt hij dat hij goed vooraan rijdt
zodat ge niet altijd aan het rekkertje hangt. En rijdt hij zeker niet in eerste
positie en goed uit de wind, gelijk ik? Neen zunne. Axel pakt nog kop en trekt
nog eens door ook. Het ging gelijk nog niet rap genoeg. Rudy R zegt: Axel gaat
het e ‘ké tonen’. Dat bekoopt Axel dan wel en de laatste kilometers moet hij
lossen. Meer ketonen, Axel, nog meer hrinta en nog meer heweld! Bij de
Modderfokkers zeggen we altijd: “Als geweld niet helpt, … méér geweld!” Dat
werkt bijna altijd. Tenzij tegen een mug die net op uw edele delen geland is.
Dan best niet, geloof deze ervaringsdeskundige.
Op het terras van de Beize komen
Annemie, Els, Nancy en Johan P nog toe als wij daar al een eindje zitten.
Rijden die dan langer, zult ge vragen? Neen, die vertrekken gewoon later en ze
rijden wat trager ook. En zie, net als ik het zonovergoten terras wil verlaten,
dagen ook Rudy V en Nadine F op. Ze zijn al terug van hun uitstap. Zo zijn
gedurende enkele luttele seconden de vijf die er voor het eerst bij waren en er
nog bij zijn, samen verenigd. We hadden een foto moeten pakken, hé, van dit
historisch moment. We gaan er op letten dat we dat over 20 jaar niet vergeten.
Heu, wat mochten we niet
vergeten, zeidt ge? Mijn heheuhen is helijk niet meer wat het was. Mario
Zondag
8 september 2019. Scheve Villa, Berlare. 70 km.
Axel, Cedric, Ivan, Johan, Luc,
Mario, Pieter, Rudy en Rudy.
Met 9 aan de kerk. En blijkbaar
passeert de toertocht van de Chiro van Berlare, van de Scheve Villa, die we
vandaag gaan doen, alhier. Dus zegt Luc: “Als we nu eens hier inpikten, dan
kunnen we meteen de grote toer van 70 km doen.” Beste Luc, als ge nog eens van
die goeie ideeën hebt tenaastekeer, zoudt ge dan misschien willen thuisblijven?
Merci. Wij dus weg voor 70 km wegels, die dankzij de regenbuien van de voorbije
nacht juist gepast lekker vet liggen.
Volgens mij heeft Luc ook
ketonen gepakt. Want die rijdt zowaar kilometers lang op kop, iet wat hij
anders zelden doet. En het gaat serieus vooruit, gelijk het de hele morgen lang
vlammen zal worden.
Die pakken hier de laatste tijd
allemaal ketonen volgens mij. Wel, allemaal, ’t is te zeggen, Rudy Rogiers en
ikzelf niet, want wij hebben dat niet nodig. Rudy niet omdat hij als klein
manneke in een vat vol toverdrank is gevallen. Volgens zijn broer Ivan was dat
eigenlijk gewoon in de beerput van hoeve Rogiers. Zegt moeder Rogiers: “Heeft
er iemand onzen Rudy nog gezien het laatste half uur?” “Ivan, manneke, ga gij
eens kijken of uw broer weer in de beerput hangt te lanterfanten?” Wat er ook
van zij, het heeft toch goed geholpen bij Rudy. En ik heb dat niet nodig
omwille van mijn gezonde levensstijl: wat letten op de voeding, goed slapen,
niet teveel roken, en zeker en vooral: niet teveel alkool!
Als ik aan Luc en aan Ivan vraag
welk merk van ketonen zij pakken, krijg ik van alletwee hetzelfde antwoord: “Ik
ga het e ké tonen”. Maar die mop kenden we al.
Gelukkig, of niet, twee platte
banden, van mannen die nog met een binnenband rijden: Johan en Rudy DC. Die
laatste rijdt zelfs nog met 26 inch wielen. Een platte band en geen tubeless,
dat betekent dus naar aloude afspraak: de hele meute trakteren. We verliezen
dan wel wat tijd, maar we drinken achteraf toch gratis. In onze wildste dromen
dan toch.
Er is nog een mooie afsluiter.
De laatste bevoorrading is niet alleen met bier (Vicaris. Lekker! Dat noem ik
nu nog eens een bevoorrading, zie!), maar ook in het prachtige decor van de
tuin van Berlare Kasteel, in Berlare centrum, vrij toegankelijk voor publiek.
Dus een goeie tip voor als je eens een mooie wandeling wil doen, beste lezer.
Na de rit schrijven we ons in in
de Scheve Villa. Kwestie van het eens omgekeerd te doen. Vanaan de Scheve Villa
pak ik resoluut de kop en rij ik windop toch een mooie 30 per uur richting
Kalken, kwestie van ons gemiddelde niet onder de 26 te laten zakken. Pas op,
dat nadat we er al een hele morgen vlammen opzitten hebben, hé. En dat op mijn
leeftijd, hé! Achter mij liggen ze op apegapen en is het bekkentrekken en
trekkebenen. Ik hoor in gedachten hoe ze smeken voor een beetje medelijden,
maar nee, ik heb geen kompassie met die bende loezers. Ze gaan eens leren wat
echt afzien is, zie, stelletje sukkelaars. Ik haal alles uit de kast. Geeneen
gaat er hier nog overkomen! Tot ik daar plots, vanuit de linkerbenedenhoek van
mijn lodderig linkeroog, aan de overkant van de baan op het linkse voetpad, een
sliert modderfokkers mij zie voorbijschuiven, aangevoerd door onze kapitein! De
smeerlappen zijn achter mijn gat de baan overgestoken en rijden mij zomaar
voorbij. Kwestie van een mens eens vierkant belachelijk te maken, kan dat
tellen. Dank u, lieve vriendjes! Ik ga jullie volgende keer nog eens uit de
wind zetten door kop te trekken. Ge moogt er zeker op rekenen, bende ondankbare
honden!
In de Beize zetten we ons eerst
op het terras (zie foto), maar de eerste regendruppels van de dag doen ons
verhuizen naar binnen. Koen komt opdienen met een bril op zijn neus. En ja, ik
moet zeggen dat hij er vandaag echt intelligent uit ziet.
Het is toch wreed hoe zo een
bril kan bedriegen, hé. Mario
Foto: Van links naar rechts:
Rudy, Rudy en Rudy. Van rechts naar links: Rudy, Rudy en Rudy.
Zondag 22 september 2019. Baaigem.
De kermis van
vorige week is volledig opgekraamd, maar het kerkplein staat nu tjokvol
geparkeerde auto’s van sportieve wandelaars die van heinde en verre komen om
Kalken en omstreken per te voet te gaan verkennen. Dus best zo snel
mogelijk andere oorden opzoeken, kwestie van mekaar niet te veel voor de voeten
en wielen te lopen. Mario heeft nog
een nief wegelke gevonden in Wetteren-Massemen, de Blauwe
Paal. Axel T, Luc K, Johan VH, Jan W, Rudy R en ikzelf besluiten hem te
volgen voor een blauwe rit. We vertrekken via den Vaart en willen langs
Den Blauwen Steen richting Wetteren, maar daar zouden we al meteen de
wandelaars kruisen. Voor de rust nemen we
een afslagske verder. Over de Nieuwe Passarelle en het
marktplein raken we langs enkele dorpsstraatjes toch op den buiten voor een
eerste stukje off road. En het is al meteen een echt “Marioke”, een
ambetanterikske met hobbels en putten. Ik vraag of dit
nu diene blauwe paal is, maar volgens de
gids volgt die nog even later. Dit stukske zal dan wel de
blauwe billen (*) noemen, zeg ik. We dokkeren naarstig verder
langs Kwatrecht richting Melle en Merelbeke, er zorg voor dragend dat
we geen enkel hobbelig stukske laten liggen. Het gaat zoals gewoonlijk
goed vooruit, en Axel is de eerste die een beetje teveel risico neemt en
onderuit gaat. Losse steentjes in de bocht is zijn excuus. Niet
zoveel later is het Mario die onderuit gaat. Geen losse steentjes, maar
een takje is voldoende om hem een knieval te laten doen. We vervolgen onze
weg, en er beginnen zo hier en daar toch een paar mooie bosstroken tussen
te zitten. Ik begin er zelfs aan te denken om Mario een complimentje te
maken over zijn parcours, maar net dan krijgen we weer een superslecht stuk
voor de wielen en mijn blauwe billen (*) besluiten er anders over. Geen
twee zonder drie, denkt Mario en even verder gaat hij opnieuw tegen de
vlakte. Zonder steentjes of takjes dit keer, maar wel een smak van 2.7 op
de schaal van Richter, met zijn stuur dat zich in zijn ribben plant. Het duurt
even voor hij overeind raakt en terug op zijn fiets klimt. Hij probeert
nog even, maar moet een tweetal kilometer opnieuw afstappen wegens teveel
zeer. We besluiten geen risico’s te nemen en toch maar een ziekenwagen te
bellen. Terwijl we wachten op hulp komt er net een sportieve dame aan
gelopen. Ze springt meteen ter hulp en blijkt de nodige medische
kennis te hebben om te zien dat er toch iets ernstig aan de hand is. Het gaat
van kwaad naar erger met Mario die ondertussen ligt te kermen van de pijn. De
hulpvaardige dame, die dokter blijkt te zijn, verwittigt voor alle zekerheid de
MUG dienst. Nadat ze Mario heeft bevraagd over de pijn en de ongemakken,
is ze toch lichtjes in paniek. Ja, dat is hier wel serieus zulle, zegt ze,
want hij kan al bijna niet meer praten. Ik kan haar gelukkig gerust
stellen dat hij altijd zo spreekt omdat hij van Poperinge afkomstig is. Om
het wachten een beetje te verzachten en de patiënt een beetje op zijn
gemak te stellen, stelt zij zichzelf voor als dokter-gynaecologe. Mario
flakkert nog even op en zegt dat hij zelf doceert aan het UZ-Gent met als
specialisatie vaginale microbiologie. Opnieuw kijkt die mevrouw mij
vertwijfeld aan met in haar ogen een blik van “nu zijn we hem kwijt”, maar ik
bevestig haar dat dit wel degelijk juist is. Uiteindelijk komt de
ambulance er aan, kort nadien gevolgd door de MUG. Pijnstilling wordt
toegediend, darmkes, kabeltjes en slangen aangesloten, en na veel vijven en
zessen leggen ze hem op een speciale matras die vacuum getrokken
word. Dat vacuum trekken is blijkbaar om persoon in kwestie de
demobiliseren en niet om beter te bewaren. Gelukkig maar, want anders
waren ze daar beter vele jaren vroegen mee begonnen. Uiteindelijk wordt
Mario ingeladen en afgevoerd naar het UZ in Gent en kunnen wij,
toch redelijk onder de indruk, terug huiswaarts. Van Merelbeke naar Kalken
in een half uurke, misschien zal de adrenaline hier ook wel iets mee te maken
hebben.
Eindbalans: 3
gebroken ribben en een klaplong. Spoedig herstel Mario, en hopelijk snel
weer paraat.
Nota: Waar een
(*) na het woord staat, mag de I vervangen worden door een A. Ivan.
Zondag
24 november 2019. Wachtebeke.
Maar wat een verrassing staat er
ons toch te wachten op deze mistige zondag! Wat een blij weerzien! Wat springt
ons klein hartje op, vol van vreugde! Boeverken is terug! We hadden hem niet
meer verwacht na zijn zwaar accident toen hij met zijn paard op een mootoo
reed. Of was het nu met zijn mootoo dat hij op een paard reed? Ik wil er vanaf
zijn. In alle geval, Dirk rijdt nu weer fiets en nog altijd mootoo, maar geen
paard. “Ge kunt niet alles doen”, zegt Dirk.
Dus omhels ik Dirkske van harte!
Ivan is gelijk een beetje jaloers, dus geef ik hem een vriendschappelijke tik
op zijn ballen*.
Jeffrey staat daar wat raar op
te kijken, en overweegt of hij nog lang met ons gaat meerijden. Verleden week
keek hij ook al raar, toen Danny beweerde dat hij eens zijn velo gekuist had.
Jeffrey keek eens goed en vroeg toen: ‘Ha ja? Wa kant?”.
Zonder enige training of iets,
na een dik jaar niet kunnen rijden, rijdt Dirk mee alsof het niks is, terwijl
ik, ondanks mijn pompen, toch ga verzuipen vandaag, en ik ben er met mijn
gebroken ribben maar 10 weken vantussen geweest. Raar toch, voor iemand met
supertalent gelijk ik? Ik versta er ook niets van.
Gisteren
cyclocross Charles Ambiance in Wachtebeke. Wij dus naar
ginder. Wij, dat zijn de reeds genoemden Dirk, Jeffrey en Ivan, en ook nog Jan,
Johan, Maarten Jespers (die sinds een paar weken meerijdt), Luc, ik en kapitein
Rudy. Die laatste zit vandaag met een serieus probleem. In plaats van teveel
hormonen, gelijk gewente, worstelt hij vandaag met het probleem van véél te
veel hormonen. Van meetafaan pakt hij de kop en sleurt door tot in Wachtebeke.
Is dat om Dirk meteen op de proef te stellen? Ik denk dat hij de jonge gastjes
eens wil tonen dat hij nog prof geweest is. Of probeert hij van mij er af te
rijden misschien? Haha, dat ziet ge van hier!
In Puyenbroeck vliegen er twee,
drie buizerds weg, van dichtbij. Is dat omdat ze Ivan gezien hebben (zie
verslag 25 februari 2018)? Het is zoals het spreekwoord zegt: ‘Een buizerd
stoot zich geen twee keer aan dezelfde plotskep**.’
Het cyclocross parkoers van
Wachtebeke zijn ze aan het afbreke, maar wij kunnen het nog grotendeels doen.
Man, wat zuigt die ondergrond aan uw wielen. En gladdig! De schuine kanten zijn
aartsmoeilijk om recht te blijven. Die balkskes zagen er op tv nog te doen uit,
maar als je ervoren staat: torenhoog. Ik moet voetje zetten om Boeverken erover
te krijgen. Als we bij de steile brug aan kome, staan de anderen er al boven
op, te roepen gelijk zot: “Ge moet hem klein leggen, ge moet hem klein leggen!”
Als ik zie dat zelfs Dirk maar halfweg raakt, begin ik er niet aan. Ik leg mijn
derailleur op de kleinste vitesse, stap af en begin de brug op te klauteren.
“Awel, hij ligt klein”, roep ik terug. Ge ziet van hier dat ik weer op mijn
ribben ga kletsen en daarbij dan nog door de hele bende uitgelachen worden.
Dirk rijdt weer naar beneden en rijdt bij zijn tweede poging vlot naar boven.
Gene gewonen, zunne. In alle geval: Diep respect voor de cyclocrossers en zeker
voor de cyclocrossmeiskes! Boven op de brug pakken we wat
foto’s (zie hierna). Zoek het verschil!
Na een eindeloos lang end wegel,
van aan het Keysershof tot aan de Gentdam bij Daknam (3.9 km aan één stuk,
langs de Oude Vaartbeek en Moervaart tot aan de Bovendurme), waar Rudy er weer
aan sleurt gelijk zot, is mijn pijp helemaal uit. In Daknam slaan die plots
allemaal een andere richting in. Anders gezegd: de groep splitst zich op in
twee groepen, één groep van 8 en één groep van één. Mij niet gelaten, want de
compagnie stond mij toch al niet aan en zo kan ik op het gemakske nog wat
kilometers bij trainen. In het mistige weer is het soms twijfelen of ik wel de
juiste richting uitrijd, maar zie, we komen bijna allemaal gelijk aan in de
Beize.
We eindigen met een multiple
choice quizvraag: ‘Met welke woorden dient Koen van de Beize soep op?’
Keuze 1: ‘Wie van U heren had
soep besteld, zo ik vragen mag, alstublieft?’.
Keuze 2: “Mag ik zo vrij zijn te
vragen voor wie van U deze soepjes bestemd waren, alstublieft?
Keuze 3: “SOEPEUH! SOEPEUH!”
Het juiste antwoord levert 3
gratis SOEPEUN op in de Beize.
Mario
*Zie vorig verslag (van Ivan):
Bij de woorden met een sterretje achter, mag je de A door een I vervangen. Maar
je moet niet, hé.
**: Bij de woorden met twee
sterretjes achter mag je de O en de E van plaats verwisselen.
Boeverke: nu
zie je hem wel!
Zondag 2
februari 2020. Huivelde, Zele.
Stonden aan de kerk om stipt
8:36: de A-kes Rudy Rogiers, Ivan Rogiers, Rudy De Clercq, Jeffrey De Brouwer,
Danny Fack, Cedric Laureyns, Stefan Imschoot, Luc Krick, Dirk Deboever, Kenneth
Vanderzypen, Johan Van Hulle, Davy Poelman, Thomas Bisschop, Maarten Jespers,
en natuurlijk, Marc Roelandt.
Ho, excuses. Een klein foutje in
het verslag. Ge ziet, dat gebeurt zelfs met de besten. Ik bedoelde: stonden
NIET aan de kerk. Maar waarom, zo vraagt de pientere lezer zich af? Zelfs de
iets minder pientere lezer vraagt zich af hoe zoiets kan gebeuren. Ook de
helemaal niet pientere lezer verstaat er zich niet aan, maar dat is dan weer
normaal, want de helemaal niet pientere lezer verstaat zich zo al nergens aan.
Is het misschien omdat het palindroomdag is (1)? Is het omdat het Maria
Lichtmis is en moeder pannenkoeken gaat bakken? Neen, het is omdat het … een
beetje regent. Wie er wel staan als ik arriveer, zijn Jan Willems en Axel
Troch. En daar blijft het bij, wat de A-kes betreft tenminste. Misschien moeten
we onze categorienaam veranderen in de ‘Mie-kes’.
Wij drieën weg naar de toertocht
in Huivelde, voorbij Zele. Vijfhonderd meter verder kont (2) ge ons al
uitwringen, maar omdat dat bij Axel veel te lang ging duren, reden we maar
gewoon verder. En ja, ge kent hem, hij ging gelijk hoe toch tegenspartelen.
Aangekomen te Huivelde is het efkes opgehouden met regenen, maar ik ben gelijk
de enige die het nog ziet zitten om door de modder te beginnen ploeteren. Ja,
dat kunt ge zo hebben als in uw jeugd al uw buren varkens waren. En op latere
leeftijd al uw makkers. Maar alleen is maar alleen, en dus rij ik mee terug, maar dan langs de Schelde en
mee met Jan tot in Wetteren, zodat we toch meer dan 40 km op de teller hebben,
van de eerste tot de laatste km in de drets en de plets en de felle wind.
Doorweekt tot onder ons vel, maar gelukkig en met een echt Flandrien-gevoel, zo
van: veel gaan er ons dat niet nadoen.
Even later komen de B-kes toe:
drie vrouwen dan nog: Nadine Fack, Nancy Van Waes en Els Cattoir. Daar kunnen
de mannen van de A-kes dus een puntje aan zuigen (3)! Leer daar eens iets van,
jongens, of liever, jongetjes. Er waren ook nog twee mannen bij de beekes, met
name Rudy Vergeylen (die moest wel van Nadine) en Koen Oosterlinck, maar die
moesten eerst nog een douchke gaan pakken, dat ze proper en warm op café konden
zitten.
Bij zo een weer smaakte de soep
van Koen natuurlijk lekker. Naar het schijnt. De soep van Koen wordt altijd
vakkundig en artistiek afgewerkt met een kwakje room. Gegarnierd, gelijk ze
zeggen. Dat brengt me wel bij een ernstig grammaticaal probleem. Zegt men: ‘Ja,
ze smaakte weer lekker, de soep van Koen, met een kwakje’, of is het correcter
om te stellen: ‘Ja, ze smaakte weer lekker, de soep met een kwakje van Koen.’?
Ik geraak er maar niet aan uit. De eerste versie klinkt wel iets smakelijker,
vind ik, maar het blijft er hetzelfde uitzien, natuurlijk. Ik hou het toch maar
bij Duvel.
(1). 2 februari 2020 was een
palindroomdag omdat je datum zowel voor- als achterwaarts kunt lezen: 02022020.
‘Lepel’ is een palindroomwoord. Het langste palindroomwoord is:
‘koortsmeetsysteemstrook’. Zo, dat weten we dan ook alweer. Het onthouden is
iets anders.
(2). Het zou kunnen dat dit
eigenlijk een ‘dt’ fout is.
(3). Figuurlijk, hé, figuurlijk!
Zondag
23 feburari 2020. Munkzwalm en Molenberg. Op de baan.
Vierde week op rij storm tijdens
het weekend. De maartse buien en aprilse grillen komen nu al in februari en een
beteke straffer als vroeger.
Drie weken geleden (2 februari),
toen het eens echt serieus regende en wat waaide, heb ik me wat laten gaan en
de vele afwezigen er eens goed doorgesleurd in het verslagje. Met excuses, maar
ja, wat moet je anders doen met mietjes? De voorbije 2 weken had ik niet kunnen
meerijen wegens aangename familiale verplichtingen op zondag twee weken geleden
en sociale verplichtingen op zaterdag verleden week. Die sociale verplichtingen
op zaterdagavond waren zó aangenaam geweest dat wakker worden de zondagmorgen
heel wat minder aangenaam aanvoelde. Dat alcoholvrij bier, hé, ik kan daar echt
niet tegen. En als het dan nog stormt buiten, is de keuze rap gemaakt. En ja,
dan krijg ik wat fotokes via Whatsapp van degenen die wel gereden hebben, met
als onderschrift: ‘Awel, Mario, met uw grote muil, waar zat ge van de week?’
Maar eigenlijk, de voorbije 2 weken was het alleen veel wind op zondag, maar
wel droog. Dus schep daar eens wat minder over op hé, mannekes.
Maar vandaag is er weer echte
wind en echte regen voorspeld. Toch staan er 7 dapperen aan de kerk. Of moet ik
zeggen: 7 dwazen. Wel, 6 dapperen (Jan, Axel, Dirk, Rudy en Johan, en ikke
natuurlijk!), en énen dwazen, want Dany reed ook mee. Overlaatst kwam Dany
thuis van de Smatch met zes! bakken bier. Hij had tegen Els gezegd: ‘Ik ga eens
naar de Smatch om een bak bier’, waarop Els antwoordde: ‘Weeral? Ge zijt
gisteren nog maar om een bak bier geweest. Maar allez, als ze wortelen hebben,
pak er dan zes mee.’ En ja, ze hadden wortelen.
Axel slaat geen ene zondag over.
Sommigen denken dat dat is omdat hij zo graag rijdt, of zo een keiharde
Flandrien is, of zo dapper. Maar eigenlijk is dat omdat hij de zondagmorgen
niet mag thuisblijven van zijn eega. ‘Dan ben ik tenminste één halve dag in de
week ook eens op mijn gemak’, zo wist ze onlangs te vertellen. Maar ik vraag me
nu juist af: Hoe komt het dat Els ook geen enkele zondag overslaat???
Bij Johan is het wel even
schrikken. Zo scherp dat die staat. Ik sneed er me bijkanst aan. Volgens
sommigen komt dat door geen bier meer te drinken, maar volgens mij is het
gewoon weer een mooi voorbeeld van hoe rap en efficiënt dat werkt, zo een
maagring. Spijtig dat wat vroeger vetkwabben
waren nu wapperende zeemvellen geworden zijn. Maar geen paniek, Johan,
over een jaar of vijf merk je daar niets meer van. Tegen dan is iedereen je zo
gewoon. Maar, alle hekheid op een stokje: bij Johan overheerst toch het strakke
gevoel, waar ik waarempel een beetje jaloers op ben. Mocht Dany bijvoorbeeld zo
een maagring installeren, dan hebben we meteen een uitklapbare vierpersoonstent
die met ons meerijdt, wat wel handig zou zijn bij slecht weer. Of als we eens
ergens willen blijven overnachten. Doen, Dany!
Regen voorspeld, ons niet
tegengehouden, maar eigenlijk worden we met moeite nat, want de regendruppels
worden uit mekaar gewaaid door de felle stormwind en het is slechts fijn
sproeisel dat we te verwerken krijgen. En het is dan nog warm ook, zeker als ge
u zo moet afbeulen. Subiet overkleed zijt ge. Niet gewoon, die wind, want het
wordt beuken en beuken en het is onmogelijk om u goed weg te steken, want de
wind komt van alle kanten. Voor mezelf, Dany, Rudy en Axel heb ik gene schrik,
maar voor de lichtgewichten Jan, Dirk en Johan moet het toch bangelijk zijn, zo
voelen hoe uw wielen bijna vanonder uw velo worden weggeblazen. Op de terugweg
scheelt het centimeters of ik was onder een aanstormende auto gewaaid. Een
verslagje zou er hier dan niet gestaan hebben …
Dirkske is weer in form. Alleen
Jan en Rudy kunnen hem volgen. Het probleem met Dirkske (voor ons, mindere
goden, dan toch): hij vangt geen wind. Ook daardoor gaat hij zelf rap vooruit,
maar wij hebben er geen winst aan, want we kunnen er ons niet achter wegsteken.
Hij rijdt dus elke keer vlotjes weg. Dirk kan daar ook niet aan doen. Maar
Dirk, we gaan het toch eens moeten duidelijk zeggen: ge gaat gij niet meer
mogen meerijden als ge niet rap een beetje veel vervet, hé, manneke. Want zó
hebben wij niets aan U.
Jan stippelt ons een origineel
heuvelend parcours op de weg uit en brengt ons tot aan de Zwalm en St. Denijs
Boekel en de Molenberg. Soms lijkend op het parcours dat Rudy Rogiers meestal
volgt als we langs die kanten op de baan rijden, maar ook met veel stukskes
waar ik nog nooit passeerde.
Wat is me dat nu? Zijn die aan
het applaudisseren voor mij? Ha nee, het is gewapper ’t allenkante. Zijn dat de
zeemvellen van Johan en de vetkwabben van Dany? Ha neen, ook niet, het zijn de
plastic regenjasjes die wapperen gelijk zot. En wat is me dat? In het
weerkeren, wind achter, rij ik 37 induur, maar moet zelfs met die snelheid een
gaatje laten vallen, en er is me waarempel één die me nog bijduwt! Het is Rudy,
die weer het eind van zijn krachten niet kent vandaag. Onlangs belde ik aan bij
Rudy en vraag voor de zekerheid: ‘Is dat hier dat Rudy Declerck woont?’ waarop
Marie-Jeanne antwoordde: ‘Jazeker. Wacht, ik ga eerst de slaapkamerdeur gaan
open zetten, kun jij dan helpen om hem mee naar boven te dragen?’
Deze week kan ik niets over de
soep in de Beize rapporteren, want ik moest rap naar huis, waar ik arriveer na
exact 71 km aan bijna 23 per uur. Mario
En o ja, wie reden ook nog gejaagd door de wind?
Zomaar even 6 B(akken bier?)-kes: Els
(ziet ge wel), Nadine, Sabine, Rudy V, Guy R, en Annemie. Richting Hyfte,
Mendonk... Wachtebeke. 💨💨💨
Zondag 11
oktober 2020. Baaigem in the rain.
Waarschuwing. Dit verslag bevat
passages die niet geschikt zijn voor lezertjes jonger dan 60 jaar. Ouderlijk
toezicht en begeleiding zijn aangeraden.
Na 2 weken thuisgebleven te zijn
omdat Frank en Sabine (en dienen nieuwen) voorspeld hadden dat het ging
regenen, om dan te moeten vaststellen dat er elke keer GEEN ENKELE DRUPPEL
valt, dacht ik: Maar deze keer gaan ze den dezen niet liggen hebben, gelijk
wat ze voorspellen.
Er was weer veel regen
voorspeld, dus ik toch gaan rijden. En jawel hoor, ze hadden me toch wel weer
liggen zeker: nu kieperden ze de regen met bakken uit de grijze, donkere
herfsthemel. Deze keer kunt ge alvast niet kwaad zijn op Frank en Sabine,
merkt Rudy op. Dat maakt het dan nog erger, hé, als ge het op niemand anders
kunt steken. Hoe dikwijls heb ik dat al niet voorgehad in mijn leven? – dat ik
het op niemand anders kon steken. Veel te veel.
Als ik arriveer, staat alleen
nog maar Johan aan de kerk. Alleen de twee zestig-plussers zijn er al,
merk ik op. Dan komt Axel aan. Ha, nu zijn de drie rapste er al, zeg ik.
Tenminste als ge van langs onderaan in het klassement begint te tellen, moet ik
er wel aan toevoegen. Dan komt Ivan. Ha, nu zijn we al met de vier
sympatiekste, zeg ik. Hahaha, deze laatste opmerking was maar om te lachen,
natuurlijk. Er mag al eens gelachen worden ook, hé.
Laat ons rap
vertrekken,
zegt Axel, voor er van die raprijdende ambetanterikken (al de rest van de
modderfokkers dus) toekomen, het is al 8:36. We ontsnappen bijna van het
kerkplein, maar helaas, twee dergelijke ambetanterikken komen juist nog
terzelfdertijd het plein opgereden: Stefan en Rudy R, de laatste zoals steeds
stipt 7 minuten te laat.
Axel weet dat de langverwachte
brug over de Kalkense Vaart geplaatst is. Wij langs Fifi de Mennenweg in en
ernaartoe. Amai. Ik had me een lieflijk romantisch houten
voetgangers-fietserbrugje voorgesteld, maar dit lijkt meer op het monster van
ijzer en staal van Wannes Vandevelde. Maar alla, niet geklaagd, dit is een
grote verbetering voor de wandelingen en fietstochtjes die je nu kunt doen.
Johan vereeuwigt dit historische moment met één van zijn beruchte selfies: de
eerste modderfokkers die de brug over de Kalkense Vaart oversteken. Nu nog een
brug over de nieuw-uitgegraven Oude Schelde, daar waar ze uitmondt in de Vaart,
dus vlakbij deze brug, zodat we aan de andere kant van de Kalkense Vaart weer
doorkunnen naar de Schelde, gelijk een paar jaar geleden, en het is perfect.
Nog maar in Melle, en we zijn al
doorweekt door een eerste wolkbreuk, en Ivan besluit huiswaarts te keren,
geplaagd door pijn in de knie. Het vooruitzicht van nog een paar uur door de
modder ploeteren met een kletsnat pak zal ook de moraal niet opgekrikt hebben.
Met vijf verder, tot we omgekeerd op het parkoers van onze ondertussen
klassieke uitstap naar Baaigem komen. We rijden dus de toer omgekeerd en Axel
pakt nog een extra-bos mee, kwestie van genoeg drets onder de wielen te
krijgen.
Even zijn we Johan kwijt in het
eerste bos van de dag. Johan got stuck
in the mud, zegt Axel. Deze totaal onbelangrijke
gebeurtenissen spelen zich af ter hoogte van de Butter Corner Street (de
Boterhoekstraat), niet zo ver van Rollercoaster Road (de Rollebaan) en de Rats
Crossing (de Rattepas) in Bottelare (Flesselare).
Maar wat gebeurt er nu? Een vuil
wegelke + mooi klimmetje naar Munte toe, maar Rudy slaat die over en snijdt een
hoek af, op de asfalt blijvende.
En even verder, weer van dattum.
Het Heilig Geestgoed bos (deel van de Makegemse bossen bij Munte) ligt er,
zoals te verwachten was, heel drassig bij, en het is er ook zóo donker en
angstaanjagend door de regen dat Axel niet van onze zijde wijkt: bang van de
boze wolf dat hij is. Ik moet zodanig
rare maneuvers doen om recht te blijven in de diepe plassen dat Stefan in een
onbedaarlijke lach schiet, die door het donkere bos weergalmt. Dat wilt ge echt
niet meemaken, lieve lezertjes. Door de aanstekelijke lach van Stefan, schiet
ik zelf in de lach, en daardoor is het nog moeilijker om recht te blijven. Ook
dit bos slaat Rudy over. Heeft Rudy nu ook al bang van de boze wolf, voor zo
een grote vent? Nee hoor, het is nog erger gesteld: Rudy heeft bang van een beetje
more. Ja, beste mensen, vroegdementie bij bijna-zestigjarigen, het is een sterk
onderschat probleem in Vlaanderen. Doe er iets aan! Storten op onderstaande
rekeninig kan nooit geen kwaad, natuurlijk. Ik fiets graag, zegt Rudy, maar
zwemmen veel minder. Nochtans dacht ik dat Rudy vroeger wel graag zwom, en
nog liefst ónder water, maar dat is van horen zeggen.
Omdat we ondertussen goed bezig
zijn aan de tweede wolkbreuk, kiezen we voor asfalt vanaf Bottelare en Rudy
legt er nog een beetje de pees op, zodat we in Laarne nog de Unkerbakzikers
voorbijsteken. Nat en vuil, maar voldaan arriveren we in de tent op de parking
van De Beize, na 54 km aan 23.7 induur, helemaal niet slecht gezien de staat
van de ondergrond en de atmosferische omstandigheden.
De poging van Koen om ons in
zijn tent alsnog te vergassen met zijn gasflesverwarming* is schromelijk
mislukt. Anders was er hier geen verslagske natuurlijk. Ook de dappere B-kes
(Els, Nancy en Ivan2) en de Veldmeersrunners kwamen allemaal geelhuids weg.
Mario
*Euh, schreef ik ‘Verwarming’!??
Echt waar?
‘Stop vroegdementie bij
bijna-zestigjarigen’. Rekeningnummer: BE49 0001 2992 1371. Giften fiscaal
aftrekbaar vanaf 2000 Euro.
Zondag 16 mei
2021. Munte, Baaigem, Dikkelvenne, Meilegem.
Staan al aan de
kerk: Ivan R, Rudy DC en Jeffrey DB. Goeie morgen, gentlemen, groet ik,
vriendelijk als ik ben. En ook goeiemorgen, Ivan, voeg ik daar aan toe,
correct als ik ben. Daarna komen nog toe, Stefan (die er hem ook graag wel
eens, maar dan toch uiteindelijk veel te weinig) Imschoot, Axel T, Luc K en
kapitein Rudy Rogiers.
Luc is 56-jarig
vandaag. Hij ziet er nog steeds strak uit en is nog niets veranderd, bij toen
hij ... 55 was. Maar toen was hij ook al niets veranderd bij toen hij ... 54,
enzovoort. Bij sommigen werkt 20 jaar mountainbike blijkbaar dan dus toch goed.
En zó blinken dat die zijn fiets doet, niet te doen. Rudy DC blijft als enige
overgeblevene nog steeds met 26 inch wielekes rondrijden. Houden zo, want die
rijdt al rap genoeg met zijn klein wielekes.
Gezien de
Zuid-Oostenwind stelt de kapitein voor om naar het ZO te vertrekken, richting
Melle. Wij stemmen in met de idee: een plaatstelijk ritje naar Melle zodat we
op tijd terug zijn om na lange tijd nog eens lang en rustig van het terras van
de Beize te genieten. Rudy zegt er niet bij dat de uiteindelijke bestemming ...
Meilegem zal zijn, minstens drie keer zo ver als Melle, voor een tocht van ...
jawel, 82 km aan ... jawel, 27.2 per uur, met 350 hoogtemeters.
In Laarne houdt
Jeffrey al de achterkomers op in de smalle Kalverboswegel, waar hij vastraakt,
het kalf ... zouden sommigen dan zeggen. Het is ook door zijn breed stuur. Ja,
Jeffrey, ik snap wel dat dat stoer staat bij de meiskes, zo een breed stuur,
maar leer misschien eerst eens met een gewoon stuur sturen als je meerijdt met
de grote mensen. Een béétje techniek zou toch welkom zijn bij sommigen, denk ik
dan. Neem een voorbeeld aan mij, Jeffrey. Ik heb nooit echt hard kunnen rijden,
maar ik compenseer dat door mijn techniek.
In Lemberge is
het even wachten op Axel die in de boskes is blijven hangen. Stefan maakt van
de gelegenheid gebruik om van alles aan zijn velo vast te vijzen. Ja, ik heb
hem gisteren nog eens helemaal op orde gezet, zegt Stefan. Op een
gegeven moment heb ik sjans gehad, zegt Stefan, want er vloog plots een
resoorke1 weg, zodat ik gans mijn stal, euh mijn garage, heb moeten
opkuisen om het terug te vinden. Het vrouwke meteen ook content.
Ondertussen heeft Axel besloten om het wat rustiger aan te doen en zetten we
onze weg verder met zeven.
En dan komt een
onverwacht hoogtepunt van de dag. Rudy neemt in Munte een wegelke waarvan ik al
zeker een keer of 10 gepeinsd had, in het passeren: dat wegelke ken ik niet,
dat moet ik eens proberen. Maar het was er nog nooit van gekomen. Het is de
Rattepaswegel die halverwege verandert van naam in de Schietsewegel. Single
track, afdalingske, klimmeke, boomwortels, bomen in de weg, beetje technisch,
beetje modder, in een boske, en halverwege zelfs wat vriendelijke meiskes.
Kortom: dit wegelke heeft het gewoon allemaal. Een verborgen pareltje dat –
voor mij dan toch – te lang onononontdekt is gebleven. Míjn dag kan al niet
meer stuk.
Maar dan moet
Stefan afstappen. En zie, in plaats van zijn voet los te klikken, zoals normale
mensen doen, klikt hij gans zijn manivel2 los. En Stefan krijgt zijn schoen niet losgewrikt uit die losse
manivel. Jeffrey moet uitleggen hoe het moet. Dus ja, zo moeilijk kan het dan
eigenlijk niet zijn, hé. Gelukkig is Rudy R mee die dat mankement weer kan
oplappen, al blijft de manivel half los zitten.
Even verder
neemt Stefan zijn drinkbus uit zijn drinkbushouder. Kijk, zegt Jeffrey, het
enige dat goed vastzit aan Stefan zijn velo is zijn drinkbushouderke3.
Dat manneke is toch ook niet op zijn mondje gevallen, hé. Mocht ik van Stefan
zijn, ik zou dat toch zo niet laten passeren, zunne. Maar ik ben niet van
Stefan. Meestal ben ik achter Stefan. Zelfs met maar een halve pedal, rijdt hij
gezwind mee met Rudy R en Jeffrey, als die zich weer eens niet kunnen houden.
Als we bij het
Geestesgoedbos passeren, vraagt Rudy mij om de naam van dit bos uit te spreken.
Hahaha, een portie lachen met Westvlamingen, dat kan toch zo deugd doen, hé,
mannekes. Ik doe er nog een schepje bovenop: het Geestesgoedbosgehucht.
Wie denkt dat
de terugweg met windachter makkelijker zal zijn – stopt dat eigenlijk nog met
waaien de laatste jaren??? – heeft het helemaal verkeerd voor. Het is vlammen,
enkele kms zelfs aan 40 per uur. Want ik heb mij in Meilegem laten ontvallen
dat er voor mij weer niet veel après meer zal bij zijn, want ik ben graag op
tijd thuis de zondagnoen, en Rudy heeft beloofd dat we stipt om kwart na 11
toch in de Beize gaan staan.
En ja hoor,
stipt om kwart voor 12, kom ik uitgeput aan aan de Beize. Nadine en Koen zijn
weer blij, dat ze weer aan de slag kunnen, en vooral van mij na lange tijd nog
eens te zien. Vooral Koen is blij dat hij weer de volle 30% kan werken. Nie
getaukt, geen Duvel! Mario
1. Resoor: Een spiraalveertje.
2. Manivel: Ik
moest hoehelen om het Nederlands te vinden: zwengel, hendel, kruk. Ook wel
crank, al is dat eigenlijk Engels. Aldus zoekende kwam ik ook toevallig op:
fietscafé de Manuvèl in Sint-Niklaas.
3. En nog een
tip om mee af te sluiten: staat je fiets iets te vast, en wil je hem iets
losser: Eén adres: Stefan (die er hem zeker en vast ook wel eens los) Imschoot.
Zie Foto (zonder bril weliswaar).
Zondag 10
oktober 2021. Nederhasselt, St. Antelinks. Met 10
aan de kerk. Ivan, Rudy DC, Koen O, Stefan, den dezen, Johan, Luc, Pieter,
Axel, and not least but certainly last, gelijk always, kapitein Rudy. Daar waar
hij anders altijd stipt zeven minuten te laat om 8:37 verschijnt, wordt het nu
8:38. Een geluk dat we Axel nog een minuut extra konden tegenhouden. Een platte
tube was de oorzaak van dit ongelukkige oponthoud. Een platte tube repareren
kost Rudy maar 1 minuut blijkbaar. Maar het was weer het wachten waard, want
Rudy heeft een mooie variant op de rit naar St. Antelinks in petto. Niet zo
zwaar als anders, ietske korter, maar voor mij met weer tal van nieuwe
superschoon singel-trakskes, zoals dat heet: wegelkes waar maar 1 mens of 1
fiets terzelfdertijd doorkan. Het is regelmatig opletten geblazen voor de diepe
en grillige sporen, verborgen onder het gras, zeker aan de snelheid waarmee we
erdoor vliegen, maar ik zie alleen Axel eens lichtjes slagzij maken, zonder
erg. Een rit met toch 300 hoogtemeterkes en een aantal lange, lange, hele lange
vals platten, waarvan sommige zó vals zijn dat men zelfs van een klim mag
gewagen. Ik ben daarenboven eens in supervorm, een gevolg van de zware
beproevingen in Mallorca, 2 weken geleden, samen met Johan, Luc, Danny en Rudy
V. Afgezien gelijk de beesten heb ik daar, en ik ben toch al wat gewend na 22
jaar modderfokkers, zomer-winter. Ook Axel is in goeien doen, zodat de twee
kneusjes van anders deze keer niet afsteken bij de rest.
Ter hoogte van
ik weet niet waar, want het was mistig en ik had daar nog nooit gereden, loopt
er een koe los op de weg. Axel, ikzelf en Koe, euh Koen, drie muttens gelijk,
proberen de koen, euh koe, terug de wei op te krijgen, want zo een beest op de
baan is gevaarlijk, zeker met zo mistig weer. De koe echter ziet mij komen en
denkt: Oei, Ivan Rogiers komt eraan, het is al erg genoeg geweest voor
vandaag, ikke ben hier rap weg. Nu zal de achteloze lezer opmerken: Amai,
een koe die kan denken, wat een slimme koe is me dat, zeg. Maar als je nu leest
dat ze het tronie van Ivan verwart met mijn inteliggent voorkomen, dan heb ik
toch al veel snuggerder koeien gekend, zunne. Door dit runderlijk misverstand,
mislukt onze poging om de koe terug in de wei te zetten. Nu maar hopen dat er
geen malheuren gebeurd zijn en vooral ... dat Dirkske Deboever niet met zijn
mootoo gepasseerd is. Waar zat die trouwens weeral!?
Er zijn er twee
met een complete off day. Koen Oosterlinck, die normaal met zijn twee vingers
in de neus meerijdt, is vandaag een beetje gelijk zijn initialen, KO. Deze keer
gaat het bij Koen voor geen meter, zelfs met zijn twee handen aan het stuur. We
spelen hem uiteindelijk kwijt op de terugweg tussen Oordegem en Wetteren. De
grote afgang van de dag is echter die van Stefan – wiens vader er hem die ene
keer spijtig genoeg wel – Imschoot.
Stefan, als het
een troost mag zijn, jongen: zélfs ik heb zwakke momenten gekend toen ik nog zo
jong was als jij. Dat moet zowat net na WereldOorlog II geweest zijn, als ik me
goed herinner. Natuurlijk nooit zóó zwak als jij vandaag, we gaan nu ook weer niet
overdrijven, hé. Haha. Hahaha*.
Het gaat zo
slecht met Stefan dat we hem voor St. Lievens Houtem op de terugweg al kwijt
zijn. Wij, het is te zeggen de Modderfokkers die wel op niveau rijden, stoppen
boven op de Balein (dus ook letterlijk op hoog niveau) en bellen hem op. Ja, we
stonden daar juist aan een telefoonkotje, dat moest nu ook lukken, zeg. Waar
ben je, Stefan? zo vraagt Rudy. Ik weet het niet, jongens, snif, snif,
snif snottert Stefan. Vraagt Rudy: Staat de zon links of rechts van
U? Het is kwestie van te weten of Stefan met zijn kop tenminste in de goeie
richting staat. Ja, het is ook het vermelden waard, maar de zon was nog maar
net door de killige mist gebroken, even voor we Stefan kwijtspeelden. Hou de
zon in uw gat, Stefan is het advies van Rudy. Op het eerste zicht is dit
een hoogsteigenaardig en tamelijk onwelvoeglijk advies, maar wel een heel
degelijk, dat mag gezegd. Immers, we bevinden ons op de Balein te St. Lievens
Houtem. Dat wil dus zeggen: ten Zuiden van de Beize, en het loopt naar de late
voornoen, dus de zon zit ook in het Zuiden. Als je de zon dan achter je houdt,
rijd je naar het Noorden, dus naar de Beize. Slim toch van onze kapitein! We
hebben Stefan echter pas in de Beize teruggezien, maar het reisadvies van Rudy
heeft dan toch geholpen.
Maar zie, zeer
eigenaardig, even nadat we Stefan gebeld hadden, is de zon weer verdwenen. Het
is toch geen waar, hé!? Zeg dat het geen waar is, hé!! Dat Stefan het advies
van Rudy over waar hij de zon moest houden, letterlijk genomen heeft!!?? In
alle geval heeft Stefan de Beize pas bereikt een kwartier na ons, na een omweg
via ... Zonnegem.
In de tent van
de Beize worden we niet, zoals gewoonlijk, bediend door Nadine, maar wel door
een nieuwke. ‘Kurt’ noemt diene gast en ik ken hem gelijk van ergens, maar dan
van een ander café, meandert het me voor de geest. Echt vlot gaat het noteren
van onze consommaties gelijk niet, maar ja, een mens moet wat geduld hebben met
zo een beginnelinkske in de horeca, hé. Mario
*
Woehahahahahahahahaha.
(Toegevoegd als
voetnoot omdat anders het verslag te lang ging zijn, maar ook en vooral omdat
het zo deugd doet van zo eens goed te kunnen lachen, zeker als het is met ...)
Zondag 17
oktober 2021. Molenberg, St. Denijs-Boekel. In niet
alfabetische volgorde: Axel, Dirk, Danny, Jeffrey, Johan, Luc, Patje, Rudy,
Ivan, Mario.
Rudy Rogiers
komt aan om 8 uur 37 minuten en 15 seconden. Bijna juist op tijd! Rudy Clerck
is er niet, een vroegtijdig maar te voorspellen slachtoffer van de
Fortunefeesten. Ook Koen en Stefan – die er verleden week bijna zijn leven bij
– Imschoot ontbreken. Nochtans had Stefan gezegd dat hij deze week weerwraak
ging pakken voor het debacle van verleden week. We passeren na 100 meter aan
zijn deur, luid toeterend en bellend, maar nee, geen beweging. Stefan is
weerwraak aan het nemen op zijn matras, denk ik.
Als ik vraag
aan Jeffrey waar hij de voorbije weken zat, murmelt hij iets van beteke
ziekskes geweest. Het was gewoon wat niegoesnitis, zegt hij. Blijkbaar
is dat een nieuwe virale infectie, die vooral de Kalkense jeugd treft.
Het begint al
goed in Wetteren als Axel ons een mij nog ongekend singeltrakske langs de
Schelde, richting Kwatrecht, doorstuurt. De Hammekensrede. Mooi! Mijn dag kan
al niet meer stuk. Verder via Melle kerkhof en Lemberge.
In Moortsele,
na een passage over weeral het kerkhof, zijn we Danny en Axel kwijt. Ik pak
mijn gsm en bel naar Danny. Ik zie een D op mijn schermpje, bel, en vraag,
nogal luidruchtig: Awel, Danny, waar zitte gijlie, denonde?’ Ik krijg
als antwoord: U bent verbonden met het kabinet van Dr. Van Hoecke, excuseer?
Oh, sorry, dokter, zeg ik, Ik had gewoon een acute aanval van
niegoesnitis, het is alweer over. En het is eigenlijk Jeffrey zijn schuld.
Verdorie, intvervolg toch 2 keer kijken vooraleer ik een nummer bel. Als een
mens niet goed meer ziet, hé.
In Baaigem gaan
we, in plaats van gelijk anders naar links, deze keer rechtdoor, ten opzichte
van waar we komen. Maar vanwaar we komen kan ik hier eigenlijk niet goed
uitleggen, zodat deze informatie geheel oninteressant en volledig overbodig is,
waarvoor dan ook mijn excuses. In alle geval, weeral een schoon wegelke dat we
nog nooit deden.
Ergens in
Dikkelvenne vraagt Rudy: Molenberg of geen Molenberg?, waarop zijn broer
Ivan, vol overmoed en zonder twijfelen antwoordt: Molenberg natuurlijk.
Lap, vandeneerstenkeer 15 kilometer erbij en de Molenberg erbovenop natuurlijk.
Wat zeggen wij dan allemaal? Dankewel, Ivan! Goed gedaan, jongen, met
uw grote .... Via Meilegem en St. Denijs-Boekel dan maar naar de Molenberg.
Ach, het is maar een bult vol vuile kasseien.
Na de Molenberg
is het even wachten tot iedereen boven is en patat, daar vliegt er een patat
bijkanst tegen mijn kop. Geeft er nog eens een patat op, Mario, roept
Ivan. Dat doe ik dan ook. Bijna de hele dag rijden Rudy en Patje op kop, maar
ik neem over van Patje, van wie ik het daar nu toch danig op mijn heupen krijg.
Kijk, zegt Rudy, de ouwe vandagen op kop. Ja, de ouwen vandaag op
kop, effekes toch.
Even verder
stoppen we nog eens om te poseren voor één van de beroemde selfies van Johan,
met de Vinkemolen (St. Blasius Boekel) op de achtergrond. Zie Foto’s. Het riekt
daar niet zo fris, moet ik zeggen. Dat is dan eerder een smelfie dan een
selfie, merkt Ivan op. En nog een geluk dat die foto’s niet meer ontwikkeld
moeten worden, want met Danny er op zou dat onbegonnen werk zijn.
In Roborst
stuiven we naar beneden over de kasseien van de bochtige weg rond de kerk. Ik
10 meter achter Rudy. Het scheelt echt niet veel of we vlammen boven op een
auto die naar omhoog komt gereden. Weeraleens effekes éél veel sjans gehad,
zunne, of er stond hier geen verslagje, wegens verslaggever in de lappenmand.
Rakelings langs
Velzeke en langs Balegem-Zuid verder. Ook in St. Lievens Houtem heeft Rudy nog
wat extra nieuwe pestwegeltjes in petto. In de Middeleeuwen waren pestwegeltjes
wegeltjes om de pest te ontwijken, vandaag zijn ze gewoon wegeltjes om modderfokkers
te pesten. Na Baaigem en Balegem eerder op de dag, passeren we ook nog eens
door Bavegem. Kwestie van een mooi triootje tesaam te rijden.
Ons gemiddelde
van maar 25.5, over 75 km met 452 hoogtemeters, steekt af tegen de snelheid van
rond en boven de 30 waarmee we voortvlammen, maar dat komt doordat we af en toe
eens moeten wachten op de een of ander. En dan te bedenken, zegt Johan, dat
we dan nog goed kunnen doorrijden, nu Stefan niet meerijdt. Een mens
verstaat er hem soms niet aan.
Ik ben voor de
tweede week op rij in form. Kwestie van u goed te verzorgen gans uw leven, zeg
ik altijd. Kijk maar naar Stefan, zó een talent, en hoe rap het ermee gedaan
kan zijn, als ge, awel ja, als ge ... Ik moet er geen tekeninkske bij maken,
hé.
Danny Fack
heeft ons al veel doen lachen in ons leven, dankzij zijn fratsen, maar vandaag
lig ik echt dubbel. Stel je voor: een rijkswachter op pensioen, één en al
spier, stoer uitzicht à la Sergeant Garcia, weegt evenveel als zijn dochter en
haar vriend tesaam, en dan: Danny doet zijn mond open en daar komt vandaag zo
een piepstemmeke uit. Misschien een aanval van niegoesnitis? Ge kunt u gewoon
niet houden van het lachen.*
Het zit al vol
B-kes in de Beize als wij toekomen. Amai, die rijden nog rapper als wij, zeg:
ze vertrekken 23 minuten later en ze zijn rapper terug dan wij. Straf! Ook
Danny’s dochter Amber en haar vriend reden deze keer mee. En aangezien zowel
Danny’s zus Nadine (ja, dat is hier een hele familiekwestie zeg) als haar
echtgenoot Rudy verjaren (4 dagen verschil) krijgen we 2 traktaties, zodat ik
mijn inleg terugneem. A ja, hé, toch! Hoe zout ge zelf zijn, als ge moet
rondkomen met een klein pensioentje? Ge zijt westvlaming of niet, hé,
zegt Jeffrey. En al die keren dat ik teveel ingelegd hebt, daar klappen ze
dan niet van, hé. Wat is het toch moeilijk om als migrant geïntegreerd te raken
in deze gemeenschap.
Waarna Axel
vraagt aan Jeffrey: Zijn er bij jouw ballekes in de soep? Ook niet? Neen,
zegt Jeffrey, bij mij ook geen ballekes. Ha ja, merk ik op, de
cafébaas is Westvlaming of niet, hé. En dan nog van Menen, erger kunt ge het
echt niet treffen. Maar dat meen ik niet, zunne. Mario
* Als je wil
weten hoe Danny klonk, klik dan hier eens op: https://www.youtube.com/watch?v=iQ-R_znSaSY
Zondag 7
november 2021. St. Lievens Esse, Herzele en daaromtrent.
De meeste
blaadjes zijn al van de bomen gevallen en de meeste wielertoeristen zijn al van
de baan. Ja, de herfst heeft zo zijn charmes. Modderfokkers, dat gespuis, rijdt
echter zomer en winter.
We staan met 10
aan de kerk tot aan 8 uur 37. Dan komt de elfde toe. Ik moet niet vertellen
wie, en we zijn subiet weg, kwestie van zeker geen tijd te verliezen. Wij
alweer afgekoeld, en Rudy is lekker opgewarmd. We worden koud gepakt. We
gaan eens zorgen dat jullie tenen proper zijn als jullie thuiskomen, zegt
Rudy. Dat wil zeggen dat we weer ons tenen gaan mogen uitkuisen. Ik ken geen
dwazer uitdrukking, maar het is wat het is. Weeral en weerom zorgt Rudy voor
een zeer gevarieerd parkoers met heel veel nieuws. En de hele tijd prettig
vettig (1), maar daar heeft de regen van de voorbije weken voor gezorgd.
Helemaal mijn ding!
Sinds lang
rijdt nog eens mee: Jesper Maartens, euh Jasper Mertens, euh Maarten Jespers.
Zo een naam waar ge alle kanten mee uitkunt, doet me denken aan de burgemeester
van Knokke die deze morgen in het nieuws was: Piet De Grote. Maar de
burgemeester heeft liever dat ze eerst zijn achternaam zeggen. Maarten rijdt
met de besten mee, maar is nog niet tevreden over zijn conditie en gaat deze
week nog wat bijtrainen, het uitsloverke. Hopelijk wordt hij niet zo maniakaal
als Karel. Vroeg Nele onlangs: Karel, waarom rij jij zo weinig met Mario de
laatste tijd? Antwoordt Karel: Zou jij willen meerijden met een maniak
die niet anders doet dan trainen, ik weet niet hoe hard rijdt en bijkans geen
bier meer drinkt? Neen, zegt Nele, dat zou ik niet willen. Awel,
antwoordt Karel, Mario ook niet.
Stefan is ook
over zijn dipje van de voorbije weken heen en rijdt ook alweer bij de besten.
Nog niet zo maddy als vroeger, maar dat is al meer dan zot genoeg. Maddy zelf
zei het mij onlangs ook: Stefan is bijna weer op nievoo, maar het zal wel
nooit meer worden gelijk hij er hem vroeger ..., maar alla, laat ons bij
het verslag blijven, zoals steeds.
Ivan zegt: de
eerste helft ging het voor mij 2 à 3 km te rap. De tweede helft 4 à 5. Als
het inderdaad weer eens te rap gaat, roep ik: Een beetje kalm hé, jongens.
Deze mens hier is al in zijn penopauze. Waarop Ivan terugroept: Veel
pauze en weinig peno. Dat kan goed zijn, maar binnenkort heb ik mijn eigen
grote laadpaal en dan gaat ge er niet meer mee lachen, als ik er jullie met
mijn e-mtbike allemaal afrij.
Ook Johan heeft
zijn dagje niet. Misschien verleden week hem wat overdaan? Op zaterdag 100 km
modderploeteren in Maasmechelen en de zondag nog eens een zware modderfokkerrit
(zie foto van verleden week aan de start). En te weten dat Johan al 3 weken
langer in penopauze is dan ikzelf.
Ik zag er deze
morgen wreed tegen op om weer zo af te zien, maar na een moeilijke start,
verbeteren mijn beentjes en foel ik ze niet meer. Zou dat nu door die nieuwe
broekzalf zijn? Op het potje staat er: Broekvet
nieuwe formule: extra aangerijkt met vitaminen. Ha wacht, nog eens goed
gelezen met mijn goeie bril op en het kan toch niet aan het nieuw broekvet
liggen, want er zitten toch geen extra vitaminen in. Op het potje staat er: Broekvet
nieuwe formule: extra aangerijkt met amfetaminen.
Tegen de lage
vroege ochtendzon in hou ik mijn hand horizontaal boven mijn ogen om beter te
kunnen zien, want ik rijd zonder zonnebril. Dat deden de Indianen indertijd
ook, zegt Jeffrey, kwestie dat die snotneus een beetje wil lachen met een
mens die geen zonnebril heeft. En weet je ook waarom ze hun hand zo hielden?,
vraag ik. Ha ja, zegt Jeffrey, en hij houdt zijn hand voor zijn ogen. Mochten
ze hun hand zo gehouden hebben, dan konden ze niets meer zien. Zo jong nog,
en dat kent al moppen zo oud als de straat. Maar nee hoor, Jeffrey, volgens mij
hielden de Indianen hun hand zo horizontaal boven hun ogen, omdat ze geen
zonnebril hadden.
Rudy DC, beter
gekend als Klerkske-met-de-klein-wielekes, houdt zich kalm vandaag. Als het
naar het noorden op is, is hij niet te houden. Een mens is al blij als het eens
rustig blijft met die gast. Als we op de langen end terug naar huis nog een wit
ponypaardje opschrikken, heeft hij toch nog volgende uitdrukking in huis: Twee
dingen waar ge nooit te lang moogt naar kijken: ‘t achterste van een paard en
het voorste van een ..., maar alla, we gaan ons focuseren op het verslag,
zoals steeds.
Dirk rijdt
zoals steeds met de vingers in de neus. Dirk, een goeie tip: er bestaan ook
zakdoeken!
Op één van Rudy
zijn experimentele wegeltjes, nou ja, wegeltjes, moeten we over twee brugjes.
Axel rijdt voor mij een brugje, nou ja, brugje, over en ik zie het gevaarlijk
doorzakken. Best even wachten dus maar. Want samen leggen Axel en ik toch wel
heel wat gewicht in de schaal binnen onze groep, vooral Axel dan. Hij blijft
goed gazze geven de laatste weken. Zou die dezelfde broekzalf als mij
gebruiken, misschien?
In Oordegem aan
mijn lievelingsafdaling met kasseien, rijdt Jeffrey plots rechts het kleine
plein voor de kerk op. Is die jongen nog niet te communie geweest deze week
misschien? Jawel hoor, zijt gerust, maar hij wil nog eens de trappekes voor de
kerk afrijden. Kwestie van al eens te oefenen voor als er meiskes in de buurt
zijn.
We zouden
kunnen zeggen dat Danny een onopvallende rit reed. Danny komt immers aan de
start in een camouflage-vest, van de para’s (Foto). Ook mannen zonder schrik,
gelijk Danny. Alhoewel, op het vettige parkoers rijdt den Danny toch heel erg
voorzichtig. Ja, ik rij toch liefst altijd met een klein beetje verstand,
zegt Danny. Maar hoe zouden wij daar iets kunnen op tegen hebben, Danny, dat
jij altijd met ál je verstand rijdt!? Bij Rita hangt er een affiche van een
langgeleden kermis te Kalken aan de muur, die vertelt wat Danny indertijd zou
gedaan hebben als er nog geen mountainbaaiken bestond: Ringsteken voor paarden
en muilezels. Daarom vraag ik aan Danny: Mag ik muilezel zeggen tegen een politie-agent op rust? Natuurlijk niet, zegt
Danny. Maar mag ik agent zeggen tegen een muilezel?, vraag ik. Dat kan niemand u
verbieden, zegt Danny. Ik: Ha, dat is goed om
weten,
agent (2).
In totaal 72 km
aan een behoorlijke 25.2 per uur, zeker als ge weet hoe traag het soms ging in
van die vettige morewegels. Op mijn nief gps-ke zie ik: 370 meter geklommen en
382 meter gedaald. Als je weet dat Kalken kerk 5 meter boven zeespiegel staat,
dan zit je bij Rita D’Hondt potdorie 7 meter onder zee-nivo (3)! Ofwel heb ik
een gps-ke dat de nabije toekomst kan voorspellen.
Luc, vaste
waarde, reed met de beekes, Rudy V en vrouwke Nadine, maar verder zag ik gelijk
niet veel beekes bij Rita. Ja, de Beize was toe, want Koen en Nadine waren naar
Echternach. Kwestie van wat rekening te houden met Koen: dat het niet te rap
vooruit ging.
Dat stonk daar
nogal bij Rita, zeg, amai nog nie! Ik moet er wel bij zeggen, nog niet toen wij
binnenkwamen. En ons tenen waren pertank uitgekuist.
Mario
1. Voor alle
duidelijkheid: De ondergrond, niet Rudy. Ik wil niet nog meer problemen, hé.
2. De mensen
vragen mij dikwijls: Kun je er ook soms eens een flauwe mop tussensteken?
Bij deze.
3. Stefan zou schrijven: zee-niveau. Schoolmeesters, hé.
Zondag 14
november 2021. Stekense en Moerbeekse bossen.
Rudy Rogiers,
zoals steeds stipt op tijd om 8:37, staat wat dempig. Dat komt door de vele
lekkere pizza op de viering van 60 jaar Guy Roels, gisteravond. Toch zot wat
mensen allemaal vieren, hé. Dat was daar wel nogal teen en tander, moet ik
zeggen. De vice-rector van de UGent was er, enkele ingenieurs van de UGent
(o.a. Guy zijn eigen Jana en Sam dan nog), er waren een emeritus en een
professor van de UGent, een ex-profwielrenner was er, en diens broer (de
uitvinder van een nieuwe Corona-sneltest, zie verder), de human resources
manager van de Volvo, de CEO-op-rust van Keukens Vergeylen. Zelfs Jo Roels was
er, een verre kozijn van Guy. Met de nadruk op ‘verre’, zegt Guy er rap
bij. En zelfs onze burgervader, die normaal alleen voor 100-jarigen buiten
komt. Waarom hij dan ook voor Guy buiten komt, laat ik aan jullie verbeelding
over.
Gelukkig komt
de wind uit het Noorden en dan is het aan die andere Rudy,
klerkske-met-de-klein-wielekes, om de rit naar het Noorden te leiden. Nu meer
de kanten van Stekene en Moerbeke. Machtige boswegels, zonder einde. Genieten
de ganse tijd, mocht het niet zo rap gaan, maar er is geeneen van de 11
modderfokkers die een krimp geeft. Rudy rijdt nagenoeg de hele rit op kop, niet
te doen. We hadden de Modderfokkers ook de Rudybikers kunnen noemen, want bij
de beekes is het onze derde Rudy die de leiding neemt (ook de vrijdagavond en
bij het spinnen). Maar de Rudybikers bestaan al
(https://rudyco.be/RDC/NL/club/).
Danny is
afwezig, want hij moest in quarantaine na een verdacht kontakt. Dat is bij hem
niet moeilijk, want al zijn kontakten zijn verdacht. Ja, inderdaad,
wetenschappers hebben het nu bevestigd: corona kan ook overslaan op de mensaap.
Dat natuurlijk geheel terzijde en natuurlijk ook zonder enig verband met de
eerste zin van deze paragraaf.
Ook Stefan -
die niet alleen mountainbaaikt (soms eens toch), maar ook volleybalt, omdat hij
er hem in het voetbal toch meer neffens dan - Imschoot, is er niet. Maar ik
moest mijn running gag kwijt, en wegblijven gaat je niet helpen, Stefan! Er is
geen ontsnappen aan.
Jeffrey - het
jongere broertje van Bob - Debrouwer heeft tijdens de rit zo af en toe een
piepstemmetje. Ik word toch danig ongerust. Jeffrey, ben je soms in
transitie, jongen?, vraag ik bezorgd, want een mens mag van niets meer
verschieten dezer dagen. Neen hoor, antwoordt Jeffrey, het is mijn
koersbroek die een beteke spant. Mijn mama heeft hem ietske te warm gewassen,
denk ik. Wat een geruststelling toch. Waarna Jeffrey vervolgt: Door de
Corona is mijn eerste transitie-operatie pas volgende maand gepland.
Axel rijdt voor
de zoveelst week op rij met de besten mee. Ik had hem dat niet mogen vertellen,
hé, van dat broekvet.
Ik ben net aan
het uitrekenen hoeveel km we de laatste 3 weken al gedaan hebben zonder platte
banden en zonder valpartijen. Drie ritten met telkens 11 man aan een gemiddelde
afstand van 75 km. Reken maar uit. Maar dan beslist Koen om daar een stokske
voor te steken en gaat onderuit. Waar was dat, vraag ik als we in de Beize
napraten. In die slag met die boom, antwoordt Johan. Ha ja, daar dus.
Als ge juist 50 km door niks anders dan slagen met niks anders dan bomen
gereden hebt, weet ge meteen waar het juist was. Danke, Johan.
Ondanks zijn
lichte dementie, die niet eens opvalt binnen onze groep, en ondanks zijn snel
toenemende incontinentie, blijft Johan maar meegaan hé. Op zijn gezegende
leeftijd nog elke zondag meerijden met die bende zotten, er gaan er het hem
niet veel nadoen. Voor mij is hij toch de strafste van allemaal. In de Beize
kan hij het weer niet laten om een selfie te pakken, dit keer van zijn en onze
beslijkte voeten (Foto). Pertank, zijn wezen zou er goed bij gepast hebben.
Kletter de
kletter. Daar gaat er nog een tegen de grond. Wie is er gevallen?, vraag
ik?, want het gebeurde achter mij en eer we vooraan tot stilstand komen, zijn
we al 100 meter voorbij de plaats van het accident, een glad bruggetje in
Puyenbroeck. Het is Martine, hoor ik. Maar ik denk bij mezelf: Martine?
Martine? Er rijdt hier toch geen Martine mee met ons? Maar dan hoor ik het
goed: het is niet Martine, maar Maarten met de dikke tjoepen. We hebben het dan
over zijn bandenkeuze, natuurlijk. Dikke tjoepen op uw banden zijn goed voor in
het veld, maar op een glad oppervlak geven ze niet veel grip. Maarten kan het
goed uitleggen, terwijl het bij veel van ons is van: zwijgen en terten. Hij zou
het misschien beter wat minder uitleggen en wat meer op de baan letten want hij
gaat nog een tweede keer onderuit, op de kasseien bij het opdraaien van het
Mariannestraatje. Ja, tot twee keer toe op hun bakkes gaan. Wat sommigste
mensen allemaal niet doen om in het verslagje te komen.
Luc rijdt weer
in het zwart en deze keer met een zwarte pinguinhelm. Je vangt veel wind, maar
de sneeuw blijft wel uit je ogen. Handig voor als het sneeuwt, dus. Op het
einde raakt hij nogal hitsig en fietst de hele meute aan flarden als hij een
paar keer de kop pakt. Maar dan neemt Jeffrey nog eens over aan 38 per uur, en
is het alle hens aan dek op ons dikke banden met tjoepen, of met andere
woorden: alle tenen worden nog eens uitgekuist.
Ikzelf pak ook
weer goed uit vandaag, mag ik wel zeggen. Op een lange zandstrook blijf ik maar
op kop rijden. Wat ben ik toch goed bezig, denk ik, en zowaar, mijn nek begint
al te zwellen. Tot er plots een windhoos me voorbij vlamt. Het is Rudy R, die
wat voorsprong nam wegens een kleine doch dringende behoefte. Gelukkig dat ik
al een snotvalling had. En mijn nekprobleem is meteen opgelost.
Ivan heeft
thuis zelf een corona-sneltest ontwikkeld (patent - en nog wat anders -
pending): Hij gaat elke morgen naar het gróót WC. En als het onwelriekt, is het
teken dat hij geen corona heeft. Ivan liet me ook weten dat hij nog een
confirmatietest aan het ontwikkelen is, gebaseerd op het testen van de smaak,
maar dat ga ik hier niet uit de doeken doen, het is juist etenstijd.
Tenslotte
vermelden wij ook Dirk. De meesten kennen hem als Dirk Deboever, maar ik noem
hem Dirk De Zoever. In de Drabstraat, nog slechts op 500 meter van de Beize,
zoeft hij daar nog Johan voorbij en duwt die jongen bijkanst in de decor. Ja,
want Dirk moest nog gaan koken, hij was wat gepresseerd.
Na 75 km aan
24,1 per uur op een modderig en dikwijls kronkelig maar bereidbaar parkoers,
waarvan de helft in de noord-waaslandse bossen, zijn wij weeral lichtjes
flagada. De baas van de Beize ook, maar bij hem is dat elk uur van elke dag. Mario
Zondag 21
november 2021. Schelderode, Merelbeke.
Ik kom op het
kerkplein. Nog niemand. Ik zie wel dat burgemeester Andy afrasteringen heeft
geplaatst om de anderhalvemeter regel te respecteren. Heel attent, maar
anderszijds vind ik het er wat over, moet ik zeggen. En een beetje
ongemakkelijk. Ze hadden toch tenminste een poortje kunnen voorzien. Dat
geklauter over dat hek met mijn velo is niet meer voor mensen van mijn
leeftijd. Maar wie ben ik om tegen te werken als het voor eenieders gezondheid
is (Foto).
Ivan is er niet
wegens omstandigheden. Eerst was hij wat in paniek, want zijn net uitgevonden
sneltest werkte niet meer, zo dacht hij eerst. Maar wat bleek? Zijn sneltest
werkte juist eel goe. Dat hij in de testruimte (het kleinste kamertje) niets
meer rook, werd bevestigd door een positieve commerciële sneltest. Ivan is daar
nu zo van in de wolken, dat hij een familietest op de markt gaat brengen, maar
daarover volgende keer meer. Ik vind het concept zo inspirerend, dat ik er een
shitcom van ga maken.
We zijn slechts
met 4: ook nog Johan, Axel en Karel. De buienradar had nochtans maar het eerste
uur wat regen voorspeld, dus daar kunt ge toch niet voor thuis blijven? Is het
de jeugd (modderfokkers jonger dan 60) van tegenwoordig die niet meer deugt tegenwoordig?
Ik zou dat niet willen beweren. Het heeft eerder met motivatie te maken, denk
ik. Karel bvb. moet elke dag minstens 100 km gefiets in de benen hebben of hij
loopt de muren op. Ook een lastige sport, maar nadeel is dat ge ieder jaar uw
living moogt herbehangen. Bij Johan en ik gaat het dan eerder om laatste
kansen. Het is niet dat we van plan zijn om morgen ons hoepels te keren, maar
statistisch gezien is ons het minst lange leven nog beschoren en mogen we dus
geen enkele kans meer missen om nog eens buiten te komen. Bij Axel is er meer
sprake van externe motivatie. Zegt zijn vrouwke: Ik zit er al 6 en een halve
dag mee, en dat iedere week. Kunnen jullie jullie inbeelden wat dat is? Die ene
halve dag móet hij buiten. Dat de modderfokkers ook eens een beetje hun
verantwoordelijkheid opnemen, hé. De Modderfokkers, het sociale vangnet van
uw gemeente. Ja, beste mensen, Rudy, Danny en ik hebben hier al wat zien
passeren, hoor. En Rudy en ik hebben er dan nog eens Danny bovenop.
Axel neemt de
leiding. Tot overmaat van ramp, voegen ze daar dan gewoonlijk aan toe. Aan de
Roerdompbrug komen er wandelaars van links en zes mountainbikers van rechts.
Het is zondagmorgen vroeg met zo triestig weer en toch zo druk dat daar weeral
is. Ik heb het al verschillende mensen horen zeggen: Wanneer gaan ze daar nu
eindelijk eens rode lichten zetten!? Of moeten er eerst weer malheuren
gebeuren misschien!? Gelijk altijd.
De Blauwe Steen
gaat te vettig liggen zeker?, zegt Axel. Ik
denk het ook, zeg ik. Dus juist, Axel kennende, slaat hij de wegel van de
Blauwe Steen in. Axel en ik rijden Karel en Johan los en alles gaat goed tot op
50 meter van het einde, als ik achter mij een grote vloek en subiet daarop een
nog grotere plets hoor. En subiet daarop nóg een grotere vloek. Axel zijn ene
kant zit heelteganst onder de more. En stínken! Nog meer dan anders. Dus ge
moet niet vragen hoe erg het was. Wij daarom eerst terug naar Axel zijn
doeninkske om verse kleren. Alleen voor Axel, hé.
En kijk, dat is
nu bijna elke zondag dat we het volgende voor hebben en ik kan me daar dul over
maken, hé. Zijt ge in een single track aan het rijden en daar komen er weer
eens van de andere kant ingereden of aangewandeld. Zien die dan niet dat het
een single track is, misschien? Weten die dan niet dat ge daar Per Definitie
maar met 1 mens tegelijk door kunt? Zijn die zo dom of is het gewoon van
ik-trek-het-mij-toch-niet-aan, de andere gaan wel plaats maken? Kijk, het
egoïsme van sommige mensen, hé, dat grenst echt aan het ongelooflijke. Hé,
beste, roep ik dan (en ik peins Hé, stukse dikke egoïst): Ziet ge
dan niet dat dat hier een single track is, soms? En als ge dan op zo een
delicaat moment nog wat steun kreeg van uw maten, maar nee. Rustig, rustig,
Mario, roepen die dan. Als ge nu iets wil doen om mij helemaal dul te
krijgen, dan is het juist dát. Ik BEN rustig! Ik maak me alleen maar effekes
kwaad, gewoon uit principe. Ik kan nu eenmaal niet tegen onrechtvaardigheid.
Waar gaat de wereld naartoe als ge u al niet meer druk moogt maken over onrecht
en egoïsme!?
Johan is zijn
vertrouwen in de buienradar kwijt, want het is toch de hele morgen nogal nat,
niet zoals voorspeld. Ik weet allang dat de buienradar even slecht te betrouwen
is als Frank, dienen nieuwen, en Sabine. En overlaatst stond ze dan weer nog
eens met haar balkon voor de Balkan. Wist ik weeral niet welk weer het was in
Sarajevo.
Niet veel volk
op pad, door het vuile weer, maar in de Schooierswegel, niet ver van Bottelare,
kruisen we onverwachts zes dappere mountainbaaiksters. In een single track dan
nog, ik kom het nog juist te vertellen! Maar goed, hier gelden natuurlijk
verzachtende omstandigheden – figuurlijk, hé. Sjapoo, dames! Amai, dat is nogal
eens wat anders dan de dames van onze beekes die met Rudy V. gaan fitnessen
zijn omdat het een beetje nat weer was.*
En
tenslotte: goed nieuws. Les nouveaux giléekes Modderfokkers sont presque
arrivées! Met dank aan onze sponsors: Rudy & Nadine
Vergeylen-Fack Keukens, Els Hoogewijs Thuisverpleging, Niels Troch Dakwerken,
Buysse Snacks, Koen & Nadine van de Beize, Olivier Vandevijver
Tuinmachines, en Hans Schellaert accountant. En speesjaal mersie aan Koen en
Nadine dat we in de Beize de kledij mochten passen, ondanks alle
corona-problemen. Mario
* De
eerlijkheid gebiedt ons te vermelden dat, normaal gezien, de laatsten die
plooien voor slecht weer de dames van onze beekes zijn!
Zondag 19
december 2022. Kloosterbossen, Wachtebeke.
Met 9 aan de
kerk, ondanks het miezerige, troosteloze, vuile weer. Maar we hebben al drie
weken niet kunnen rijden, wegens nog vuiler weer en het kan niet meer zijn: We
moeten eens buiten. We moeten eens rijden met ons vriendjes altegaar. De drang
is onweerstaanbaar. Staan paraat: Dirk, Axel, Stefan – wiens moeder het zich
nog elke dag beklaagt dat diens vader er zoveel jaar geleden Stefan – Imschoot,
Johan, ondergemodderde, Ivan, Luc – de witte kriek gelijk ze zeggen, en Ratje
Poels – die sinds zijn transitie door het leven gaat als Patje Roels. Vooraleer
er ‘pijnlijke’ misverstanden ontstaan, het gaat hier niet over een transitie
die ‘gepaard’ gaat met omwisseling van geslachtsdelen, maar het gaat over een
overgang van het ene paar heupen naar een nieuw paar. Ook Rudy Clerck staat er,
met een camera op zijn helm. Ha nee, bij nader toezien is het een straffe lamp.
Die gaat nog van pas komen.
Het is tamelijk
donker en tamelijk windstil. En toch steekt er om stipt 8:37 plots een
plaatselijk stormpje op. Het is eigenlijk de grote roerganger die zijn intrede
maakt. De grote roerganger staat weeral wat dempig. Hij heeft gisteren wild
gegeten, maar dan wel op het gemakske. Slechts drie volle porties
binnengespeeld. En dan nog 4 toetjes toe.
En zo zijn we
met tien kleine negertjes. Negertjes zijn we nu nog niet, maar wel als we over
een paar uur hier 100 meter verder toekomen, zoudt ge ons moeten zien. Wat wel
moeilijk wordt, want het klaart van de ganse dag niet op en wij zien zwart.
Aangezien er toch sprake is van een licht noordenwindje gaat het nog eens
richting Kloosterbossen, Wachtebeke. We zijn nog maar aan het voetbalplein of
we nemen er de heuveltjes mee. Nog nooit meegemaakt dat we zoveel hoogtemeters
hadden de eerste 500 meter, maar het zal er ongeveer bij blijven, want verder
een vlotte, vlakke rit.
Ergens in
Desteldonk, besluit Ivan een hoek af te steken door een brug eerder het water
over te rijden. Een serieuze hoek afgestoken, want de rest rijdt nog een
kilometer rond naar de volgende oversteek. Ge zult zeggen, is Ivan dan niet de
slimste, want waarom zover rondrijden als je het korter kunt doen? Ten eerste,
vragen of Ivan de slimste is, dat is nu echt van het domste dat ik al gehoord
heb. Dus daarop is het antwoord simpelweg: Nee, Ivan kan nooit de slimste zijn.
Nu Danny er niet bij is, zou ik zelfs durven suggereren ..., maar OK, er zijn
nog veel andere kandidaten voor die trofee. Inderdaad, qua IQ scoren we over
het algemeen niet erg hoog bij de Modderfokkers, één of twee uitzonderingen
daargelaten. Ik zou zeggen, zo belangrijk is dat niet, zolang het maar
aangename, grappige mensen zijn, maar ook daar is helaas weinig soelaas te
vinden. Ten tweede, wat is het concept van eens te gaan fietsen? De idee is dat
je na een grote tocht wel ongeveer op dezelfde plaats terug uitkomt, of even
verder in ons geval: wij vertrekken de zondagmorgen op het kerkplein en na een
tocht van 60, 70, of zelfs 80 km komen we enkele uren later, vuil en moe maar
voldaan, aan in de Beize. Ivan, ge kunt dan even goed van het kerkplein naar de
Beize rijden zonder al die omwegen hé. Wie is er dan de slimste? Simpele, ja!
Na een lange
mooie aanloop, komen we aan bij de vuile, vieze, miezerige, mistige, modderige,
slijkerige, donkere, troosteloze Kloosterbossen. Het weer is echt om depri van
te worden, en dan nog eens een donker bos induiken. Maar als we op ons velooke
door al die vuiligheid en donkerte en mistigheid rijden: Wat is dat toch
telkens weer fantastisch! Kapitein Rudy roept: waar is diene mijnwerker? Rudy
Clerck, met de mijnwerkerslamp, wordt
naar voren geroepen door roerganger Rudy. Rudy met de klein wielekes neemt
over, want die kent daar zijn weg gelijk of hij daar al zijn hele leven woont,
en met zijn koplamp ziet hij ook beter waar hij rijdt, alhoewel hij toch nog
eens misrijdt en we zo een extra rondje in de bossen doen. ‘Hoeveel keer moeten
we dat hier zo nog doen, Rudy?’ zo vragen wij, om hem een beetje te jennen,
want zo zijn wij wel. ‘Nog 2 keer’, antwoordt hij. Maar dat was maar om te
lachen, hoor. Hahaha.
Witte Kriek is
de man van de dag. Hij raakt niet meer op zijn grootste versnelling en moet dus
de hele tijd gelijk een nieuwelinkske meetrappen gelijk zot. Zelfs als ze
vooraan doortrekken tot boven de 35, geeft hij geen kik en lost niet. Straf,
straf, straf. Goed voor zijne fysiek, en die was al zo goed.
In de Beize:
Zit (in de verleden tijd van zit) aan de toog: Jo Roels. Komt proper toe: Danny
Fack. En ook iemand die wel gereden heeft, komt nog toe: Annemie. Pakt daar
eens een voorbeeld aan, hé, gastjes. En waar zat Jeffrey – zoontje van de
melkboer of van de facteur of van – Debrouwer, alweer?
Een kleine 66
km aan bijna 26 ter uur door de more, zowel in het veld als op de asfalt en het
beton, want het lag overal even smerig. Wat deed dat toch weer deugd aan ons
klein hartje!
Mario
Zondag
10 januari 2022.
Een
duistere, tegen het vriespunt aan, natte januari-morgen. Dat vuil weer houdt
maar niet op. Ikke geen beteke goesting. Maar omdat het de eerste rit in de
nieuwe truikes zal zijn, ga ik toch maar eens mijn kop, en mijn nieuw truike,
gaan tonen, zekers? Daar gaat toch bijna niemand zijn met zo een weer. En dan
rij ik subiet weer naar huis, zunne.
Maar
wat blijkt, we zijn met 17 man! In jaren niet geweten dat we met zoveel waren.
Ja, dan kan ik niet anders dan toch maar meerijden, hé. Het eerste uur is het
afzien van de drets, de spets, de koude wind en de nattigheid uit de lucht.
Niet voor watjes deze hobby.
Watjes
van dienst: Rudy, Rudy, Ivan, Johan, Axel, Luc, Gert Verhoeven sinds lange
tijd, en ook Karel Verhoeven sinds lange tijd en die brengt nog twee
gastrijders op gravelfiets mee: Dirk en Peter. Zijn daar ook nog: Jeffrey – die
even goed kon drinken maar ietske minder goed brouwen als zijn broerke Bob -
Debrouwer, Danny, Ratje Poels, Stefan – die er onlangs weer wat pluimen bij -
Imschoot, Dirk, Jan en den dezen. En we zijn weg voor een bewogen tocht van 77
km aan 26 per uur met 470 hoogtemeters.
Het
ligt overal zo nat en smerig dat we op de weg blijven. En dan is het nog soms
door meterslange plassen rijden. Ivan mocht bijkans niet meedoen omdat hij zijn
nieuw truike te vuil ging maken met dit weer. In Melle gaan we toch eens van de
weg af, langs het kerkhof, zo naar de zijkant van de dijk aan de Schelde.
Oeioei, een valpartij op de glibberige zijkant van de dijk. Het is er ene met
een zwart windstopperke die er ligt, maar ik kon gelijk niet goed zien wie. Was
dat nu Ivan zijn broer of niet? Dat is nu toch ook spijtig, hé, dat ik het niet
goed kon zien. Teveel str... euh more in mijn ogen. Anders had ik het zeker in
het verslagske gezet. Zoals Johan het stelt: de eerste die al meteen zijn nieuw
truike vuilmaakt!
De
zon komt er toch nog door en de grote broer van Ivan schotelt ons schitterende
landschappen voor aan de kanten van Roborst en Rozebeke. Na de zoveelste klim
ligt de groep helemaal uiteen en we zijn 4 man kwijt. Karel en zijn twee
companen, en Axel. Ze zouden rechtsomkeert gemaakt hebben. Karel omwille van
rugpijn. Achteraf blijkt dat Karel is moeten afgevoerd worden met de ambulance
naar de kliniek in Zottegem met acute lumbago en vreselijke pijnen. Sterkte,
Karel. Wat er met Axel is gebeurd, weet ik tot op de dag van vandaag nog niet.
Allez, goed, het is ook nog maar één dag na de feiten, dus die komt nog wel ...
boven water.
Op
de klim van de Hostellerie trek ik eens goed door. Bijna op de top kijk ik eens
onder mijn oksel achter me, in de wijdse diepte: niemand meer te zien! Wat
ben ik weer goed bezig vandaag! denk ik dan. Ha, wacht, het is eigenlijk
omdat er eigenlijk gewoon niemand meer achter is, eigenlijk. Gelijk hoe, het
visueel effect blijft hetzelfde.
Als
ik eindelijk op de top toekom, wordt er hard gelachen onder de wachtenden. Ha,
heeft er iemand een mop verteld misschien, vraag ik? Ja, zegt Patje,
tien minuten geleden al. Awel, die gasten lachen wel lang met een mop
zunne. Het moet een hele goeie geweest zijn.
Zeg
Patje, terwijl ik er op peins: pakt volgende keer wat WD40 mee, hé, jong. Van
dat gepiep van uw nief heupen krijg ik het soms toch serieus zelf op míjn
heupen.
Overlaatst
kon ik (weeral eens) niet slapen en kwam ik tot de vaststelling dat ik met de
modderfokkers al minstens één keer rond de wereld ben gereden: 20 jaar, aan
pakweg 40 ritten per jaar, aan minstens 50 km per rit = 800 x 50 = 8000 x 5 =
40 000 km = de omtrek van de Aarde, ter hoogte van de Equator, of van de
Evenaar, zoals ze daar zeggen. Ja, als ge een beetje van een wiskundeknobbel
hebt, hé.
Johan
stuurde nog een foto door van Danny na de rit in de Beize. Daarop is er bij
Danny duidelijk een andere knobbel te zien. Hopelijk voor Danny is dat géén
wiskundeknobbel. En ja hoor, het was weer van dat: Danny had weeral eens een
leeg flesken Export van voor in zijn (nieuwe!) koersbroek gestoken. Betrapt!
Waarom toch, Danny!? Zoveel brengt dat leeggoed niet op, zunne.
Over
de Beize kan ik dus niet veel zeggen, want ik moest rap thuis zijn. De meesten
gaan sporten om daarna pinten – of nog erger – Duvels te kunnen drinken, maar
ik hou het toch liefst gezond. Ik miste daardoor wel dat Jan trakteerde voor
zijn verjaardag. Veel gebeurt dat niet dat Jan trakteert voor zijn verjaardag.
Het was wééral een jaar geleden. Maar elke keer dat Jan trakteert, is er gelijk
wel veel volk. Mario
Post
Scriptum 1. Moeten er nog watjes zijn? Ook Johan Poelman,
Mathias Pieters , Nancy Van Waes, Els Cattoir,
Sabine De Neve en Annemie Van de Voorde doopten onze nieuwe
uitrusting op kletsnatte wegen. In totaal reden we dus met 21 modderfokkers.
Een goeie start voor ’22.
Post
Scriptum 2. Dan trakteert Gert ook nog wel zekers!
Voor een keer dat ik niet mee ga naar de Beize, is het weer dubbel prijs.
Proficiat met Arthur, Gert. Hoe meer Verhoevens, hoe meer leute.
Zondag 16
januari 2022. Meilegem.
Verleden week
met 17. Nu maar met 8. Axel, Rudy, Ivan, Pieter, Stefan, Luc (met koersbotten
tegen de kou en de natte), Johan, en ik. Pieter was verleden week juist te
laat. Spijtig, anders waren we met 18 geweest. Jeffrey – van – Debrouwer is er
weer eens niet. En Jeffrey – van – De Melkboer ook niet. Maar van dat laatste
verschieten we niet echt, want die rijdt anders ook niet mee.
We rijden weer
langs het kerkhof van Melle. Daar waar die met zijn zwart windstopperke
verleden week op zijn bakkes ging en zijn spiksplintrnieuw truike al meteen in
de more doopte. Nu ja, dat past wel goed bij de Modderfokkers, hé. Geen
valpartijen deze keer. Kwestie van het lot te durven tarten door meteen weer
voorbij dezelfde plaats te terten. Het lot terten, heet dat.
Johan doet me
daar toch weer een manoeuver, seg. Hij steekt me voorbij (ik zeg er meteen bij
dat dat eerder uitzonderlijk is, natuurlijk!) en wijkt dan uit naar de kant,
zonder er rekening mee te houden dat ik aan het terug inhalen ben. Zo snijdt
hij me de pas af. Nog een geluk dat ik technisch zo goed onderlegd ben of ik
lag in de beek. Johan doet dat ongewild, dat wel, maar potverdorie nog eens aan
toe zeg. Het is niet erg hoor, Johan. Maar nog één keer en ge gaat wat
meemaken, makker. Zo komt ook Stefan in de problemen. Die jongen is ook altijd
de pineut, hé. Zodanig dat Stefan, of wat ervan Overschoot, - er bijna zijn
hachje bij - Imschoot. En ja, die laatste heeft Stefan zelf uitgevonden, het is
ver gekomen. Dan is hij zeker dat het niet te affrontelijk is wat ik schrijf.
Axel is gelijk
niet in form. Ik heb het direct in het snotje. Het is ook zijn windrichting
niet. Axel heeft het liefst noordenwind. Dan vertrekken we noordwaarts en daar
is het iets vlakker, wat hem beter ligt dan het geaccidenteerd parkoers dat we
in het Zuiden meestal doen.
In Moortsele
hebben ze een wegel afgezet voor de velo’s door paaltjes van een kleine halve
meter hoog te plaatsen en horizonale balkjes ertussen, zodat je niet kunt doorrijden,
alleen doorstappen. Ach. Waarom zou je daar nu niet met een velo door mogen?
Zeker niet als het al al die jaren wel gemogen heeft. Het zijn wij die die
wegels opengehouden hebben, verdorie! Hou daar toch eens mee op, verzuurde
mensen. Wij gaan ons dat toch niet aantrekken zunne. Wij sukkelen dus even om
er voorbij te raken en pakken dan een smerig afdalingske: VOLLEDIG KAPOT
GETRAPPELD, nonde! Dat ze eens beginnen met overal de wandelaars weg te houden,
voilà. Allez, wij hebben dat dan maar weer wat schoon effen gereden. Beneden is
het gelijk lang wachten op Axel. Rudy denkt dat Axel niet tussen de paaltjes
geraakt is, want te smal. En dat hij daarna geprobeerd heeft erover te kruipen,
maar dat dat te hoog was. Volgens Ivan
heeft Axel daarna dan geprobeerd om er onder te kruipen en is hij vastgeraakt.
Gelukkig komt Axel er dan toch nog aan. Dat was allemaal geen waar, hoor, wat
die Rogiersen uit hun duim zogen.
Om kwart voor
10 denk ik nog: Slechts 2 graden en toch heb ik lekker warm op mijn fietske.
Een kwartier later begint het lichtjes te ijsregenen. Even later, tussen
Baaigem en Dikkelvenne ijsregent het al iets minder lichtjes en het gaat niet
meer ophouden. In Dikkelvenne wordt er stoppen geblazen, om de windstopperkes
aan te doen. Rudy heeft een mooi zwart. Het wordt één van de vuilste en koudste
ritten. Dees was er wat over, zelfs voor Axel, en die kan tegen een stootje.
Vanaf nu
proberen we het verslagje ook wat opvoedkundig te maken. Wat zeg ik? Nog
opvoedkundiger dan het al is, natuurlijk. We leren de lezer vanaf nu elke week
ook wat Frans bij. Zo zeg ik op een bepaald moment tegen Rudy: Je donne tout
que j’ai. Question de ne pas laisser tomber un trou. (Ik geef al wat ik
heb. Kwestie van geen gat te laten vallen). Antwoordt Rudy: Aussi question de ne pas tomber sur ton trou. (Ook kwestie van niet op uw gat te vallen).
Van Meilegem
over Beerlegem weer richting Beize. In Beerlegem nog een heerlijk wegelke: de
Boekhoutewegel. Door de modder en de bochten naar beneden glijden en
rechtblijven.
In Wetteren,
bijna thuis, is het eindelijk een beetje over. Het is over, doen we nog een
lusje bij, vraagt Rudy? Hoeveel lusjes zijn er soms losjes bij jou,
Rudy? vraag ik terug. Man toch, zo rap als mogelijk achter een warme stoof,
geen minuut langer meer in dit hondenweer. Doorweekt en half vervroren. Niemand
kloeg van de kou tijdens de rit, dus ik ook maar niet dan, maar als we in de
Beize aankomen, blijkt dat er bij iedereen wel wat uitsteeksels half vervroren
zijn. Witte Kriek had zodanig koud dat hij zelfs niet meer meegekomen is. Zo
juist op het laatste sneuvelen, dat is het ergste dat er is. Een kwartier en
een Duvel later is het ergste leed alweer geleden en vinden we onszelf – in
plaats van oerstom om met zo een weer te gaan rijden – hele pieten, dat we dat
weer maar eens overleefd hebben. In totaal 65 km aan 24 per uur en 300
hoogtemeterkes. Gelukkig dat we niet te rap reden, dus.
In de Beize
denk ik even dat ze meedoen aan ‘The Masked Singer’, maar het is Nadine met
haar mondmasker. Johan, Nancy, Annemie, Els, Sabine en Rudy V, CEO-op-rust van
RV keukens, komen ook toe als ik alweer vertrek, maar zij hebben gelijk zo geen
slecht weer gehad. Mario
PS. Ik vernam
in de fietsgangen dat Kenneth ook weer gaat meerijden. Evenwel niet op een
mountainbike, maar op een BH, jandorie! Tenminste, als ik het goed verstaan
heb. Typisch Kenneth, zou Danny zeggen.
Zondag
16 januari 2022. Nagekomen berichten.
En
wat is er dan nog van Karel geworden verleden week, zo vragen sommigen zich al
de hele week af. De meeste anderen vragen zich dan weer af waarom sommigen zich
dat afvragen. Awel, Nele is haar Karel gaan ophalen in de kliniek in Zottegem
en is er dan rechtstreeks mee naar het containerpark gereden om te kijken of er
nog iets van te recycleren viel. Maar na een snelle blik werd algauw duidelijk
dat het de container Grof Huisvuil ging worden. Nele heeft hem dan maar weer
mee naar huis moeten pakken, anders ging ze nog 5 euro mogen opleggen hebben om
weer te mogen buiten rijden. Zegt die gast van het containerpark nog, om Nele
wat op te beuren: Ik weet niet of het een troost kan zijn, madammeke, maar
lumbago of gene lumbago, veel te recycleren was daar toch niet aan geweest.
En, op tweedehands.be moet ze hem ook al niet zetten, want dat staat daar al
vol met Verhoevens.
En
wat is er van Axel geworden? Is die dan nog boven water gekomen? Jawel, hoor.
Allez, toch drie keer. En in de Beize zelfs nog boven zijn theewater ook.
Zondag 23 januari 2022. Sint Antelinks.
72 km, in de modder, aan 24 per uur en 400 hoogtemeters.
Met twaalf man! Pieter, Rudy R, Rudy DC, Ivan, Stefan, Johan, Axel,
Patje, Jan, Luc, Danny, ennekik.
Rudy R is 2 minuten over tijd zodat hij dus eigenlijk 9 minuten over
tijd is. Danny is dan ondertussen nog zijn auto gaan verzetten thuis, zodat we
nog eens naar hem op zoek mogen ook. Nog maar op de brug in Uitbergen denkt
Danny dat hij plat gereden is, maar het is vals plat.
Maar wat gaat dat hier allemaal zijn vandaag!? Of gelijk de Fransen zeggen: Mais qu’est-ce que ça va être ici tout
le monde aujourdhui!?
Er liggen er heel wat in de lappenmand. Senna heeft het te pakken.
Dirkske is al een paar weken niet goed. Jo Roels wensen we snel beterschap*. En
dat ge rap nog eens meerijdt, hé Jo, waar is anders uw nieuw truike voor! Dat
van mij is al geschonden: een steek in mijn mouw. Van een braam zeker? Maar ja,
als ze daar niet tegen kunnen, gaan ze niet lang meegaan. Ook Axel is voor de
tweede week op rij niet in form, volgens hem sinds hij bloed gegeven heeft. In
Woubrechtegem keert hij dan ook – alleen, snif – Beize-waarts. Rudy Clerck is ook niet in form en hij klapt al rond 10 uur
dat we voor zijn part naar de Beize mogen rijden. Maar die ouwe rakker komt er
dan toch nog helemaal door, natuurlijk. Wie helemaal uit zijn doen is, is
Danny. Want hij moet nu werken sinds hij in pensioen is.
Wat in de zomer al de zwaarste rit is, doen we nu nog eens in de
ploetermodder. En voor de zoveelste week op rij: in grijs troosteloos weer.
Gelukkig blijft het droog vandaag. Wat ijsregen had er gerust nog bijgemogen,
zo efkes het laatste uur. Het kan niet zwaar en vuil genoeg zijn, zeg ik
altijd. Het ligt wel veel smeriger dan ik had gedacht. Op een bepaald moment
moeten we zelfs rechtsomkeer maken omdat er geen doorkomen aan is. En de wegel
die we dan doen, is op twee plaatsen een halve meter diep weggespoeld.
Heerooiese toestanden. Echt een topritje. Niet te verwarren met hoe mensen met
een kleine oprit hun oprit soms noemen: ‘t opritje.
Wat er meer en meer begint tegen steken, is het
rijden met die bejaarden, die 60-plussers, die opa’s en die gepensioneerden. En
pas op: het zijn dan nog dikwijls dezelfde die het allemaal terzelfdertijd
zijn, hé! Dat we vijf, zes keer op een rit moeten stoppen. Dan weer moet er één
piesen, dan moet Johan zijn incontinentiepamper ververst worden, dan moet Patje
Roels weer zijn heupen WD40-en, of dan is er weer één gewoon vergeten hoe hij
moet terten. En die piesstops, dat hangt er dan ook nog van af van wie. Bij
Rudy, de grote roerhanger**, duurt dat niet te lang, dat valt nog mee. Maar bij
Danny is het altijd eeuwig wachten. Ja, gasten, zegt Danny dan, ik
kan er ook niet aan doen dat ik er zo lang naar moet zoeken, hé. En zeker met
dat koud weer. En die nieuwe lange broeken spannen ook veel meer. Eer ge hem
dan over het randje krijgt. En dan moet ge nog oppassen dat ge niet recht in uw
eig... Maar goed, het lijkt ons verstandig om Danny hier te onderbreken.
Het is trouwens altijd verstandig om Danny te onderbreken, anders blijft die
tetteren, Stefan zegt het ook. En veel slimmer wordt een mens er toch niet van.
Met Jeffrey – de kleine van – Debrouwer zit ge dan
met een ander probleem als dat van de bejaarden. De keren dat we al moeten
stoppen zijn omdat die weer eens zijn tutter kwijt was, mannekes toch.
Eén van de vele klimmetjes van de dag ligt supersmerig. Niet te doen. Er
zijn er een stuk of drie die toch fietsend boven raken. Ja, je hebt altijd wel
van die streverkes, hé. De rest sukkelt te voet naar omhoog. Alleen Ivan
besluit om het zwemmend te proberen. Bergop, en in de modder, niet makkelijk.
Ja, beste mensen, hoe dikwijls heb ik het al niet gezegd: als je van plan bent
te vallen, of zelfs als je dat niet van plan bent: altijd achter de
verslagggever blijven. Wat soms moeilijk is natuurlijk. Het is er anders om
vragen, hé, dat ge (als enige) belachelijk gemaakt wordt in het verslagske.
Ivan wou net als zijn broer twee weken geleden zijn nieuw truike dopen. Je ziet
dat wel dikwijls: ze zien iets van hun grote broer en moeten het dan persee
achter doen. Is er nog iemand die dit leuk vindt? vraag Ivan. Ja, Ivan,
vanaf nu vinden wij de rit juist dubbel zo leuk! Om jou zo languit in de more
te zien kletsen, wil ik elke zondag gerust nog een uur vroeger op staan. ‘t Is
kwestie dat elk van ons en zeker Stefan Im – de lach – schoot. (Oef, die hebben
we ook weeral gehad).
Als kapitien Rudy beslist dat we ‘recht’ naar de
Beize rijden, is het al kwart voor 11. Het eerste wat we doen is de
richtingwijzers ‘Aspelare’ en ‘Ninove’ volgen. Moet er nog zand zijn!? Dan zakt
de moed wel in een mens zijn schoenen. Mon courage se trouve dans mes souliers, zeggen de Fransen.
Dan zijn er nog gelijk Pieter die op elke klim
gezwind naar boven schieten en ons voorbij zoeven. Ge moet u niet inhouden, hé,
Pieter. Doet maar, jongen. En van de mentale impact dat dat heeft op mensen
zoals ik, Axel, Johan en Danny, die naar boven aan het kruipen zijn, daar moet
ge u zeker niets van aantrekken, zulle jongen. Als ge uzelf maar kunt uitleven,
hé.
Op een bepaald moment heeft Danny het zo lastig dat
hij bijna omvalt: Ik sta stelle. Het zijn mijn bellen die niet mee wellen.
(In het Wetters wordt de ‘i’ immers door een ‘e’ vervangen).
Ook de 9-uur-rijders en -rijdsters zijn weer
talrijk: Nancy, Els, Sabine, Nadine, Rudy, Johan en Matthias. Mathias is kraanman. Elke dag 40 meter hoog. Hij heeft het een beetje
hoog in zijn bol, soms. In het begin waren er twijfels of hij wel geschikt was
voor de job. Meneer Pieters, ziet ge dan niet dat ge der weeral 5 meter
neffens zit?, roept de werfleider van beneden door zijn walkie-talkie.
Waarop Mathias verontwaardigd terug riep: Vanzeneigens dat ik dat niet zie,
gast! Peinst ge dat ik naar beneden durf kijken, misschien?
In de Beize heeft Luc veel beziens bij de vrouwen. Anders ook hoor, maar
nu nog meer met zijn koersbotten. Ik moet er ook zo hebben! Mario
*Euh, Dirkske en Senna wensen we ook snelle
beterschap natuurlijk.
**Beste
mensen, zoek hier niet teveel achter. Ik schrijf het gewoon gelijk Koen
van de Beize ‘roerganger’ uitspreekt.
Zondag 30
januari 2022. Zwijnaarde, Gavere.
Reden mee
(sommigsten al meer dan anderen), niet in alfabetische volgorde: Axel, Ivan,
Jan, Jeffrey, Johan, Koen, Luc, Mario, Pieter, Rudy DC, Rudy R en Stefan. Maar
allez zeg, dat was nu toch wél in alfabetische volgorde, zeker! Was ik me daar
toch weer serieus mis.
Axel staat hier
mét korte broek en Luc zónder koersbotten. Allez, nog een geluk dat het niet
omgekeerd was, Luc met koersbotten en Axel zonder ... Maar die denken dat de
lente al in het land is, zeker? Maar neen hoor: Koud, koud, koud. Maar het
wordt tegen halftien eindelijk wat warmer en zelfs zonnig. Al bij al hebben we
deze keer sjans, want morgen stormt het. Dat weet ik omdat het vandaag
ondertussen al morgen is als ik dit schrijf. Zodat het morgen eigenlijk al
overmorgen is voor mij. Raar, hé, soms.
We zijn nog
niet aan de Berlinde kapel of er komen twee mountainbikers in nieuwe
Modderfokker tenue uit tegenovergestelde richting. Wat is me dat nu? Vanwaar
komen die zo vroeg op de morgen? Het is een koppel dan nog. Maar wie zijn dat?
Ha, het zijn Rudy & Nadine die vanaf hun nieuwe woning naar het kerkplein
rijden om om 9 uur te vertrekken. Was ik daareven daar even van in de war, zeg!
Raar, hé, soms.
Deze week
spotte Stefan een onbewaakte Olympia fiets in het dorp. Jeffrey wist dat die
van Koen was. Straf, zunne, want ik zou in geen 1000 jaar geen enkele van onze
fietsen herkennen. De spoorloze eigenaar, Koen, daagde ondertussen op (Foto).
Koen staat hier wel, als enige, met zijn oud truike. Hij wou zijn nieuw nog
niet vuil maken.
Stefan is
apetrots met zijn nieuwe banden met bleke zijkanten. Jeanettebanden!, roept
Jan. Maar Jan toch! Zoiets zeg je toch niet meer in deze tijd van ‘wokes’ en
politiek correct denken! De politiek correcte uitdrukking, om niemand te
discrimineren!, is: LBGTQIA+ banden. Wat erg toch voor Stefan. Die jongen is
ook altijd de pineut. Is ie eens blij met zijn nieuwe banden en beginnen ze
meteen met hem te lachen. Maar ze passen wel perfect bij Stefan, die
jeanettebanden. En kijk, vanaf nu kan ik één fiets wel altijd herkennen, zie.
Een speciale
tocht, westwaarts, naar Gent op. Van in Melle kun je tot in Gent (tegen UZ
bijna) rijden op de schuine helling van de dieper gelegen Schelde en Ringvaart.
Het is bijna een Ardennenachtig parkoers. Tof, tof, tof. Moeten we zeker nog
veel doen.
Axel moet net
even voet aan de grond zetten op het ogenblik dat Stefan denkt van hem te
passeren. Daardoor was het dat Stefan - de kant en het riet - Imschoot*. Hij
was wijselijk achter de verslaggever gebleven, maar hield er geen rekening mee
dat foto-reporter Johan nog achterkwam. Haha, dubbel gejost. Nu komt Stefan met
foto en al in het verslag. Ziet hem daar liggen met zijn velo met bleke
bandranden. En kijk, toevallig is het ook vogeltelweekend. Volgens Ivan is er
vandaag, naast de rietzanger en de rietgors, een nieuwe soort genoteerd voor
België: de rietduiker. Meer specifiek, de rietduiker met bleke flanken, volgens
Jan.
Ik ben van plan
me een verende voorvork aan te schaffen, op voorschrift van de dokter, want
mijn oud lijf kan niet zo goed meer tegen de schokken. Volgens Jan is dat een
vorkende voorvéring.
Van Zwijnaarde,
langs de Schelde, via Schelderode en Melsen tot in Gavere, eerst veel
vlotrijdende gravel en dan nog een moeras dat de wegel heeft overgenomen over
een lengte van 50 meter. Sakkeren en sakkeren. Zo naar Dikkelvenne, Baaigem,
Munte, Bottelare, Lemberge, Kwatrecht. Entre Maldroit et Wettra, le péloton
casse en pieces: Tussen Kwaat-recht en Wetteren breekt het peloton in
stukskes**, onder het geweld van Rudy R. Ook Jan doet zijn duik, euh zijn duit,
in het zakje, wat koptrekken betreft, zodat Jeffrey, zonder 1 meter kop te
doen, met gemak de sprint wint. Vraagt zijn mama: En, Jeffreytje, mijn
liefste jongen, hoe was het vandaag met de Modderfokkers? Goed hoor,
mammie, antwoordt Jeffrey dan: Ik ben weeral gewonnen vandaag! En
geeneen keer mijn tutter kwijt gespeeld, ook niet.
Eventjes is er
paniek in de Beize. Maar waar is Ivan? Ik zie hem niet, zegt Axel. Ja,
nu je het zegt, Axel, je hebt gelijk: Ik ruik hem ook niet. Ha, dat komt omdat
Ivan zich een paar stoelen verder gezet heeft. Toch tof van Ivan dat hij soms
ook eens rekening houdt met de andere mensen.
Stefan, voor
jou best een Duvelglas in plaats van een pintglas zeker?, zo vragen wij. Ja zeker, zegt Stefan, daar kan ik meer in
komen.
En wat smaakt
de pastinaaksoep met knalselder van Koen toch weer heerlijk. Naar het schijnt.
De
9-uur-rijders komen pas om kwart na 12 toe, en Annemie is al helemaal proper
gekleed! Er is minder goed nieuws voor Els, die we veel sterkte toewensen. Mario
*Met dank aan
Johan voor de insteek. Woordspelingen op ‘Imschoot’ zijn trouwens steeds
welkom, hoe mottiger, hoe liever natuurlijk. En er is een bonus: Indien ze
gepubliceerd worden, levert dat één kom pastinaaksoep met knalselder op, te
bekomen bij Stefan, de enige echte Imschoot.
**Met dank aan
Ivan, voor dit zoveelste staaltje van bekakt Frans.
Zondag 27
februari 2022. Waasmunster, Hamme.
Vanwaar komt de
wind?, vraagt kapitein Rudy. Axel is er als de kippen bij
om naar het Oosten te wijzen. Daar is het wat platter dan in het Zuiden en dat
ligt hem ietske beter. Het gaat dus richting Waasmunster en Hamme. Stefan staat
ook klaar om er een lap op geven nu hij terug is van Lapland. Vier keer het
Noorderlicht gezien, zeg. Op den duur moet dat toch ook tegensteken, hé.
Johan staat
scherp, klaar voor de Strade Bianchi volgende zondag. Hij staat er volgens de
testen beter voor dan verleden jaar deze tijd en weegt 3 kilo minder. Dus
Johan, nog een paar jaar zo progressie maken en op je 70° ben je op je best,
jongen! En dan voorspelt Johan nog vol overtuiging en helemaal boenk er op dat
Fabio Jacobsen gaat winnen in Kuurne-Brussel-Kuurne.
Danny is sinds
zijn pensioen maar stillekes aan het rijden. Er waren zelfs geen fratsen bij
deze keer. Hij gaat zich toch dringend eens moeten herpakken, hé. Willen we
daar samen werk van maken, Danny? Wij gepensioneerden onder elkaar?
Kenneth rijdt
nu met een BH, maar vreest niet, hij is niet in transitie. Het is gewoon het
merk van zijn nieuwe mountainbike waarmee hij voor de eerste keer mee meerijdt.
Hebt een beetje kompassie met mij hé mannen, vraagt Kenneth. Waarna hij
de hele rit met groot overschot rondrijdt, al is het volgens zijn eigen zeggen
lang geleden dat hij nog zo dikwijls in het rood is moeten gaan. En hij is
nochtans wat gewend van bij de mannen van het Tonneke van Wetteren. We gaan er
het onze van geloven.
Dirk ziet wat
bleekskes. Nog van het verschieten van de storm die het dak van zijn tuinhuis
heeft meegepakt. Maar wat rijden betreft, ziet hij nooit bleekskes.
Jeffrey zit in
Spanje wat bij te trainen. Ja, de ene moet er al wat meer voor doen dan de
andere hé, om de zondag mee te kunnen.
Rudy De Clerck
rijdt zijn derailleur paraplu. Net het omgekeerde als bij hem thuis, waar
Marie-Jeanne haar paraplu derailleur staat. Luc had nog gezegd dat Rudy best
terugreed, want dat er malheuren gingen van komen, maar neen, Rudy blijft
gewoon meerijden en doet nog een groot deel kop ook. Allemaal dikkoppen gelijk
daar in het Hussevelde. O ja, dat doet er me op denken: Ivan reed ook mee, het
was nog niet erg genoeg. En als we in Waasmunster aan het doeninkske van de
Declerqskes passeren, moet ge niet peinzen dat Rudy ons al één keer heeft
binnengevraagd, hé.
We moeten drie
keer afstappen voor omgewaaide kanjers van bomen. Zo straffe stormkes als de
voorbije dagen hebben we nog niet dikwijls meegemaakt. Maar vandaag zijn er
onvoorstelbaar veel wandelaars en fietsers op pad die profiteren van het eerste
mooie weer sinds lang. Het is ook omdat er een toertocht is die we de hele tijd
in tegenrichting rijden. Axel roept zekers 100 keer: ‘Tegenliggers!’.
Kapitein Rudy
weet weer met zijn macht geen blijf, dus het wordt puffen, al vind ik op weg
terug naar huis plots mijn vijfde adem en neem ik een groot deel van het
kopwerk voor mijn rekening, van voorbij Zele, hé. Het is vooral kwestie van een
beetje op tijd terug te zijn in de Beize, zodat we nog op het gemak een pintje
te kunnen drinken. Voordat de Russen hier staan. En ook omdat kapitein Rudy
trakteert voor zijn 61 jaren in dit leven.
Bijna terug
thuis steken er daar een paar roekeloos de baan over op weg naar de laatste
rechte lijn en de sprint, totaal onverantwoord. Ik ga geen namen noemen. Jullie
brengen julliezelf, de automobilisten, én de wereldvrede in gevaar, berispt
Stefan de stoute jongens. Ja, dat was ietske dat effekes bij Stefan Im - het
verkeerde keelgat - schoot. Kenneth moet van ver komen, een enorm gat dichten,
maar wint dan nog de sprint ook. Hebt een beetje kompassie met mij, hé,
jongens.
Na 71 km aan
24.5 per uur komen we aan en halen opgelucht adem, want er gingen geruchten de
ronde dat de Beize zou gesloten zijn omdat Koen Corona zou hebben. Voor de
zevende keer al. Na Lapland, ligt hij volgens Luc nu in de lappenmand. Maar
gelukkig is er niets van waar en is het vollenbak.
Mario
Zondag 27 maart
2022. De toertocht van de Unkerzakbikers.
Vandaag spreken
we af aan de Schorpioen voor de ‘OIGO’ wegrit van de Unkerzakbikers, een
jaarlijkse mooie traditie. Mooi parkoers, heuvelachtig, 75 km, goed uitgepijld
en met een uitstekende bevoorrading boven aan de Balein in St. Lievens Houtem.
Het gaat over Uitbergen, Wichelen, Wanzele, Impe, Vlekkem, Bambrugge, Aaigem,
Woubrechtegem, St. Antelinks, Steenhuize-Wijnhuize, rond St. Lievens-Esse, en
zo over Herzele, Ressegem, Borsbeke, de Balein, Letterhoutem, Bavegem,
Oosterzele, Gijzenzele, Gontrode, Melle, Laarne, terug naar de eindbestemming:
de Schorpioen. Het betreft 400 hoogtemeters in totaal.
Stefan, die al
meer dan eens Im – zijn eigen voet – schoot, had het gewatsapt*: zaterdag en
zondag is het weer de jaarlijkse rit van de Unkerzakbikers. Wie er niet staat
echter is Stefan. De jongen heeft griep. Dat manneke heeft toch dikwijls pech,
hé. Ook kapitein Rudy is er de komende weken niet bij, want hij voert VIPs
(Very Impotent People) rond tijdens de weken van de Belgische
voorjaarsklassiekers.
Het is nog geen
Pasen, maar ziedaar, de wonderbaarlijke wederopstanding van het jaar: Jo Roels
in eigen persoon. De hele rit uitrijden zit er nog niet in, maar hij start toch
al dapper mee. En onze nieuwe tenue zit hem goed. Boeverke had ook al beloofd van
weder op te staan, maar die wacht voorzeker tot het echt Pasen is.
We proberen een
groepsfoto te maken, maar telkens we in positie staan, komt er nog juist één
meer toe op den hof van de Woesten. Guy Roels en Patje Roels zijn helemaal te
laat, maar de volgende modderfokkers en moddermiekes staan er uiteindelijk wel
op, van links naar rechts: Nadine, Jeffrey, Annemie, Rudy DC, Sabine, Ivan,
Thomas, Johan VH, Mario, Pieter, Axel, Jo, Danny, Johan P, Luc, Jan, Els, en
Rudy V. En ja, van Els moest ik vanachter staan, omdat ik mijn ouwe koersbroek
aan had. Snif!
Een tip voor
Johan, onze fototrekker: kunt ge eens foto’s trekken met wat meer pixels op?
Als ik zo bijvoorbeeld inzoem op Ivan zijn wezen, dan trekt dat smikkel gewoon
op niks. Dat ligt volgens mij aan de lage kwaliteit van de foto’s: te weinig
pixels per éénheid van oppervlakte. Ik moet er nu wel bij zeggen: Het
eigenaardige is dat ik dat zo veel minder voorheb als ik op iemand anders zijn
wezen inzoem. Heeft dat dan toch niets met de pixel-kwaliteit te maken,
misschiens? Maar met wat dan wel??
Luc en Jeffrey
staan er met hun koersfiets, die hebben het zich gemakkelijk gemaakt. Luc had
het parkoers gisteren al eens gedaan, kwestie van twee keer te sponsoren. U
moet weten: een mountainbike geeft een derde meer weerstand dan een koersfiets.
Ik was dus ook beter met mijn koersvelo gekomen, maar nee hé, nog altijd niet
willen onderdoen voor de rest, en dan heel de bende ophouden. De koersfietsers
doen wel efkes kop, maar dan nog krijgt Jeffrey gene warm en hij trekt er
alleen van door. Als het wat heuvelachtiger wordt, is het afzien voor Axel en
mij, en zijn we heel dikwijls op achtervolgen aangewezen als de klim voorbij
is. Gelukkig kunnen we dan ons gewicht in de schaal werpen tijdens de afdaling.
Danny laat zich soms wat uitzakken, waarvoor dank. Hier en daar een duwke van
Pat, Rudy of Johan tijdens de klimmekes is ook altijd welkom. Met excuses als
er nog mensen zijn die mij een duwke gegeven hebben, maar ik heb ook geen ogen
op mijn gat, hé, gasten. Gelukkig maar. Ik zou dan wel beter zien – naar achteren
toe, maar het zou toch geen zicht zijn. En, om effect te hebben, zou ik ook nog
zonder koersbroek moeten rondrijden – waardoor het heeltegans geen zicht zou
zijn. En daarbij, mijn achterwerk-ogen zouden ondertussen, na al die jaren,
toch al lang uitgeduwd zijn.
Aan de
goedgetrainde getalenteerde jongskes: als je dan boven bent, zou het veel
gevraagd zijn om bijvoorbeeld eens 20 seconden ietske te temporiseren? Zou dat
misschien kunnen? Meer vragen wij niet. Nu mogen we iedere keer de ziel uit ons
lijf terten om enkele kilometers verder weer te kunnen aansluiten... waarna we
er weer meteen afliggen op de volgende klim die onmiddellijk volgt. Gelukkig is
er ook nog eens een piesstop, zodat wij die net komen aansluiten – en sterker
zijn qua prostaat, wat voorsprong kunnen pakken. De goeie kunnen dan een
achtervolgingske rijden en zich eens laten gaan. Maar dat was blijkbaar bij één
iemand in het verkeerde keelgat geschoten. Dat kan gebeuren.
Ik dus weer
afgezien gelijk de beesten, maar dan denk ik: niet plooien, jongen, Opgeven Is
Geen Optie, het is voor het goeie doel. Gelijk hoe, mannekes in de fleur van
jullie leven: Denk ook eens – heel efkes maar – aan de minderbedeelden die nog
naar omhoog aan het kruipen zijn, als jullie zelf zo vlotjes naar omhoog
gereden zijn. Het is bijkans Pasen voor iedereen, toch!
We nemen de
hele tijd een stuk of 8 ‘Vrienden van den Oudenbos’ op hun koersvelo’s op
sleeptouw en op het eind krijgen we ook nog een delegatie van de Unkerbakzikers
zelve te stekken, zodat er een bende van een tiental modderfokkers met in het
wiel een 15-tal wielerterroristen rondrijdt. Het ging dus goed vooruit: we
reden we de 75 km aan ... 28.5 per uur, op van die dikke banden, hé (behalve
Luc en Jeffrey, hé!). En het had gerust aan 30 per uur gekund, had het aan
sommigen gelegen.
Mario
*Het werkwoord
watsappen is zwak en wordt als volgt vervoegd: ik watsap, ik watsapte, ik heb
gewatsapt, ik zou wat minder moeten watsappen, maar ik watsap zo graag. Watsap je het me dan eens?
Zondag 3 april
2022. Waasmunster en Donkmeer.
Vrieskou en
lichtjes kouwe noordwesterwind, maar al veel warmer als gisteren. Mooi weer
voor de Ronde van Vlaanderen. Staan paraat: Kenneth, Koen, Jeffrey, Ivan, Rudy
DC, Mario, Johan VH, Axel, Pat. We gaan ons wat amuseren in de bossen van
Waasmunster om dan tegen 11 uur aan het Donkmeer te staan om de renners van de
Ronde te zien passeren.
Het eerste uur
heb ik weer eens last van slapende armen en nu ook nog van slappe benen. Niets
van macht. Het gaat echt voor geen meter. En ik vraag me af: Wat doe ik hier!?
Wat vond ik hier vroeger zo plezant aan? Wat is de zin van mijn bestaan? Ik ben
hier niet graag! Maar dan kom ik er meer en meer door en eer we in Waasmunster
zijn ben ik weer in form: ze moeten tenminste niet wachten op mij.
Waar ik ook
weer veel last van heb, is van ‘pesten op de hobby’. Het komt door Jeffrey. Dan
eens aan mijn zadel gaan hangen zodat ik nóg trager vooruitga. Dan weer in de
weg rijden. Of een paar keer tegen mijn achterwiel rijden. Gewoon: geen ouwe
mensen met rust kunnen laten, dat is het. Ik moet zeggen, ik heb dat soms ook
een beetje. Sorry, Ivan en Danny. Op school moest Jeffrey mij ook altijd
pesten. Ik zei dat dan soms tegen de meester: ‘Meester, meester, Jeffrey, die
pest mij altij-ijd’. Maar dat was niet veel avans, want Jeffrey was het lievelingskindje
van de meester. Dat was ook niet moeilijk. Elke keer het er op leek dat de
meester ging vergeten huiswerk te geven, was het Jeffrey die zijn wijsvingertje
in de lucht stak en dan knippen met zijn middenvingertje tegen zijn duim, om de
aandacht te trekken: ‘Meester, meester, wij hebben nog geen huiswerk gekre-egen
vandaa-aag!’. A zo één is dat. Een echte gatlekker!
Jeffrey heeft
ook allerlei snufjes aan zijn velo. Zo bijvoorbeeld heeft hij een zadel dat
verstelbaar is van hoogte. Hoe, zult ge zeggen, ik heb dat toch ook,
zo een zadel. Ja, maar bij hem: binst dat hij rijdt, hé! Op de laagste
stand is het alsof Jeffrey een gast is van 2 meter die op een kinderfietske
rondrijdt. Maar waarvoor dient die laagste stand dan, Jeffrey? zo vragen
wij. Ha, dat is voor als ik met Axel wil babbelen, antwoordt onze
snotneus.
Rudy Klerk
neemt de leiding naar en in de Waasmunsterse bossen. Meestal gaat dat goed,
maar een paar keer doen we dezelfde wegel. Dat is allemaal zo erg niet, hé,
uiteindelijk komen we toch altijd in de Beize uit, dus wat doet het ertoe.
Alhoewel, Rudy, zo 7 keer dezelfde wegel op 1 rit, dat is er toch wat over,
man. De meer noordelijke bossen liggen de Rudy beter qua parkoerskennis.
Op weg naar het
Donkmeer, ter hoogte van Heikant, pakt Kenneth nog eens over, maar het is
eerder een demarrage, aan de snelheid waarmee. Er valt subiet een gat van 10
meter dat we dan mogen proberen dicht rijden. In plaats van uit de wind gezet
te worden, moeten we de ziel uit ons lijf rijden, ook nadat het gat is
dichtgereden. Als ge met uw macht geen blijf weet, hé.
Jeffrey
probeert er de moed in te houden. Als we aan ‘t Amerikaantje in Zele passeren,
begint hij van ‘Tam, tam, tam, tamteramtetam, tamerikaantje, tamerikaantje’.
Euh, was dat een poging tot zingen?
Van Zele naar
het Donkmeer rijdt ons bendeke ongeregeld tussen de rijen supporters die al
klaar staan voor de echte koereurs. Een aparte ervaring. Ge rijdt subiet 5 ter
uur rapper. We posteren ons aan het Donkmeer. Nancy, Annemie en Jo zijn daar ook.
En kijk, wie passeert er ook nog, voor de renners uit in een VIP-buske? Jawel,
onze wegkapitein zit aan het stuur! Rudy Rogiers rijdt rond met andere VIPs. Zo
rap eens zwaaien kan er nog net van af, ja, maar eens efkes stoppen om deftig
goeiendag te zeggen, ho nee, zunne, dat is teveel gevraagd. Allemaal dezelfde,
eens ze onder elkaar zijn, die Very Impotent People. En? Zag ik daar niet het
orloosjke van Bartje Versluys blinken aan Rudy zijn pols?
Ik moet zeggen,
dat is wel rap gepasseerd, zo een peloton aan 45 per uur. De enige die ik
meende herkend te hebben was Museeuw, in zijn Mapei-truitje. Maar volgens
Kenneth doet die al 20 jaar niet meer mee. Allez, hoe kan dat dan?
Ik vertrek
vroeger richting beizewaarts, maar wordt in de Boombosstraat nog voorbij
gezoefd door Jeffrey, met Kenneth in het wiel. In de Beize zijn reeds aanwezig:
Rudy V., Guy, Johan P., Els en Sabine. En later spotten wij ook nog Danny en
Luc, die apart binnenkomen, zodat rond 12 uur de Beize vol zit met (19, als ik
goed geteld heb) Modderfokkers. Mario
Zondag 17 april
2022. Paaaasen. Pedaaaank foor die bloe-oeme. Moerbeke en Sidmar bossen.
Schitterend
Paasweer. En wijl we verzamelen op het kerkeplein geven de Paasklokken van
jetje. Van de mooiste momenten in een mens zijn leven. Staan we daar nog eens
met 15 man ook. Koen, Johan, Stefan,
ikke, Davy, Rudy DC, Luc, Dirk, Thomas, Jeffrey, Axel, Ivan, Danny, Jan, en
jawel hoor, Olivier Vandevijver, één van onze sponsors, van Vandevijver
Tuinbouwmachines*. Rudy Rogiers is er voor de laatste keer niet bij en verkiest
de kasseien van Roubaix.
Een paar
paasopstandingen: Stefan, Davy en Dirk. Bij Dirk was het dak van zijn tuinhuis
weggewaaid, zodat hij weer binnen moest slapen. Dat kon niet blijven duren,
zodat hij dus eerst en vooral zijn tuinhuis weer in orde moest brengen,
vooraleer hij met zijn vriendjes mocht gaan fietsen. Davy hadden we sinds
nieuwjaar niet meer gezien en dat was er dus aan te zien. Op het einde was het
vat af. Koen Oosterlinck staat er zwaar overkleed bij, met zijn pardessus en
plastron. Op zijn paasbest.
Aangezien ik
gisteren vernomen had van sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*, dat
hij eindelijk eens ging meerijden, had ik gevraagd dat Rudy
Clerk-met-de-klein-wielekes de ritverantwoordelijke ging zijn, bij afwezigheid
van Rudy Rogiers, en ook omdat we zo een brokkelrit gelijk verleden week nooit
meer willen meemaken!
Wat was me dat
zeg? verleden week. Minstens 80% offroad, veel nieuwe
wegelkes, singel trakskes, bruggetjes, kleine landschapselementen, mooi fris
weer, geen te strak tempo, kortom, alles er op en er aan, aan de kanten van
Westrem, Bavegem en Gijzenzele. Ja, hier en daar was er een
landbouwbedrijfsleider die nog niet goed weg kon met zijn nieuwe
monstertracteur en de wegel had meegeploegd, en ja, het had nog eens geregend
de week ervoor zodat het hier en daar eens wat drassig lag en ook de mollen
hadden zich niet onbetuigd gelaten om hoogtemeters toe te voegen aan de wegels.
Maar nee hoor, dat nooit meer! Dan kwam Axel nog ongelukkig ten val ook.
Gekneusde ribben. Pas vandaag kon hij weer asemen en staat dus aan de start.
Volgend advies, Axel, voor gekneusde ribben (van een ervaringsdeskundige): niet
niezen, niet hoesten, niet lachen, niet hikken en best niet eten en niet
drinken, zodat ge u niet kunt verslikken. En dan is er nog iets dat ge best
niet doet, maar dat ga ik hier niet uitleggen. En ik ga er geen tekeninkske bij
maken ook niet. En a ja, het is dan nog te hopen dat ge dan juist geen last
hebt van obstipatie! Haha, dat wens je echt niemand toe. Het was dus een ritje
dat aan de ribben was blijven plakken, bij de ene al wat meer dan bij de
andere.
Clerkske liet
weten dat hij nog in de Schorpioen zat, maar dat het in orde ging komen. Moet
was ook blij. Maar wat moet Moet hier bij komen doen? zo vragen de
mensen, die regelmatig eens de Schorpioen frequenteren, zich af. Awel, Moet was
blij dat ze eens een uurtje vroeger in haar bedje bij de Woesten kon kruipen,
aangezien Rudy nu op zaterdagnacht om 2 uur ipv om 3 uur huiswaarts keerde.
Marie-Jeanne had nog wel efkes willen blijven, maar ja, de plicht roepte.
En dan zijn we
weg, richting Moerbeke en Sidmarbossen (of Kloosterbos), beter gekend als de
Rudy De Clercq bossen. Kom Axel, zo zeggen wij, we zijn Ribbe Debie.
Op Heiende brug
gaat het gelijk voor geen meter. Maar het is toch geen waar, hé. Het is weer
die dekselse Jeffrey – van wie het grootste deel van zijn familie vaste klant
is bij – Debrouwer, die aan mijn zadel hangt. Maar dan laat hij los en geeft
nog een klein duwke bij – ter compensatie van zijn kwaadaardigheid – en ik
schiet vooruit. Boven op de brug kom ik als eerste toe. Het eerste wapenfeit
van de dag is, euh, een wapenfeit.
Opa, zo vragen mijn kleinkinderen binnen luttele jaren, vertel nog eens
van uw strafste prestatie in uw leven. Wel, kinnekes, vertel ik dan, ik
herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was Pasen 2022. Ik was nog
jong, pas 62. Het was schitterend weer en we waren met 15 man bezig aan de
lange beklimming van Heiende brug. Maar het ging gelijk voor geen meter.
Zweten, afzien. Tot ik ontdekte dat Jeffrey, jullie weten wel - die snoodaard
waar ik al zoveel over verteld heb, weer eens van mij aan het profiteren was
door aan mijn zadel te gaan hangen. Ik schoot daar in een westvlaamse koleire
en ontwikkelde zóveel wattage dat Jeffrey niet anders kon dan lossen en pardoes
terug viel naar de voet van de beklimming. Zelf schoot ik weg gelijk een raket,
en niemand, maar dan ook niemand, zelfs Rudy Rogiers niet, en zelfs die zijn
broer niet!, kon me nog inhalen. Het heeft zelfs in een verslag op het internet
gestaan! Heb ik ze daar allemaal eens een poepje laten ruiken, zeg!**
Deze inspanning
is er bij Koen al teveel aan, overkleed als hij is, en nog voor het Heiende
ontploft hij van de hitte, en koersen we voort zonder hem. Die Oosterlingen de
dag van vandaag, erg explosief.
Rudy leidt ons
gezwind laverend door de bossen en de bomen. Toch een valpartij. (Wat is dan
het verschil met verleden week!?) Het was weer eens Stefan, zoals steeds zijn
geweldige zelf, die Im – den decor – Schoot.
Voor sponsor
Olivier, die wedstrijden rijdt, is een ritje als dit klein bier, maar als het
vertraagt om op de ene of de andere te wachten, roep ik dan altijd: ‘Wachten,
mannen! Olivjee is weer niet mee!’ Hahaha. Wat ben ik soms toch grappig! Haha.
En het rijmt nog schoon ook. Ja, de jongeren onder ons, Olivier, Jeffrey,
Thomas, (Davy een beteke) leggen er soms eens de pees op. Ze halen natuurlijk
nooit het niveau van bvb. Luc, Rudy DC, Ivan, Johan, Danny, en mezelf, of pakt
nu Rudy Rogiers, toen we nog zo pril jong waren als zij, maar ach, ze doen zij
hun best en meer kunnen wij niet vragen.
Na een vlotte
vlakke rit van 70 km aan 24.8 induur over stoffige wegels, nog gewonnen door
Luc, na een helse achtervolging, besluit ik, op het terras van de Beize, eens
een dubbele inleg in de pot te leggen. Het is Pasen voor iedereen en het
zonneke schijnt, er is mijn historische overwinning op Heiende brug, en na al
die jaren voel ik me eindelijk een beetje geïntegreerd, wat niet makkelijk is
geweest, als westvlaming in Kalken. Maar zie, Stefan is blijkbaar op Tram 5
gesprongen en trakteert. Proficiat, Stefan, al zijn het vooral uw pa en ma die
daar verdienste aan hebben, zeker in uw geval. Wat die mensen allemaal niet
hebben meegemaakt, zeg. Ook onze sponsor trakteert bovendien. Dat andere
sponsors, vooral zij die het spul verkopen, dáár eens een voorbeeld aan nemen,
zou ik zeggen. Dat moet daarom niet elke week zijn. Om de over andere week is
ook al goed.
Dus ja, dan
geeft het niet op dat die mensen trakteren als ik dubbel ingelegd heb, hé. Ik
neem dus de helft van mijn inleg terug, uit principe. Dan heb ik nog altijd
meer ingelegd dan dat ik zelf ga consumeren. Mannekes, mannekes! Dat had ik
niet moeten doen. Dat had ge moeten horen. Als ge westvlaming zijt, is dat echt
het laatste dat ge hier moet doen. Heb ik het daar mogen horen zeg, van gierige
westvlaming hier en gierige westvlaming daar. En ik die zo-even nog dacht dat
ik geïntegreerd was. Dat mag ik op mijn buik schrijven, waar er trouwens steeds
meer en meer plaats is. Mijn reactie: Ik trakteer dan ook maar eens de hele
meute. Zomaar. Zo deden wij dat vroeger in de Westvlaanders elke week. Ik
vergeet dan nog de rest van mijn inleg terug te pakken zeker, als ik naar huis
vertrek! Kalf dat ge zijt!, zou Lampie zeggen. Mag ik er nog even aan
herinneren dat ik 12 jaar geleden de laatste was die groot feest gaf voor mijn
50°, met BBQ en drank gratis voor 60 man, met twee hoogstaande optredens, en
dat alles in de plaatstelijke cultuurtempel, CC de Beize. Geen feesten meer
gezien sindsdien, al zijn er heel wat die ook 50 geworden zijn in de
tussentijd.*** De éérste die ik nu nog hoor over gierige westvlamingen, hé!,
euh, awel ja, dat vind ik dan echt niet geestig hoor.
Gelukkig
sluiten we de rit af met een massale groepsfoto, met twee sponsors in
uitrusting erbovenop. Twee sponsors, inderdaad, want ook Rudy Vergeylen, van
badkamers en keukens RV*, is erbij, naast sponsor Olivier Vandevijver,
Tuinbouwmachines*.
Uw aller
toegenegen verslaggever, Mario, met speciale dank aan sponsor Olivier
Vandevijver, Tuinbouwmachines* (dat is dan vier keer, Olivjee, als ik goed kan
tellen).
*Olivier, per
vermelding in het verslag van een firma reken ik normaal 20 euro, maar voor een
sponsor is het maar 19 euro. Niet nodig over te schrijven. Ik breng dat dan
zelf wel in mindering bij mijn volgende onderhoud of herstelling. Graag gedaan!
Rudy, bij jou
kan ik dat niet in mindering brengen, dus misschien dan toch ...?
**Heu, gasten,
sorry, dat laatste was echt niet mijn bedoeling, maar op mijn leeftijd hebt ge
dat niet altijd onder controle, zeker niet bij zo een inspanning. Het was me
ontsnapt voor ik het wist. En trouwens, ik dacht toch dat Jeffrey direct achter
mij reed, dus ja, dat was mooi meegenomen. Het is trouwens de belangrijkste
reden waarom het aangeraden is om niet achter Danny te rijden. En zeker niet
als hij bonen gegeten heeft.
*** Voor de
eerlijkheid en volledigheid: Danke, Guy Roels en Annemie en Rudy V., voor
jullie feestjes voor ulle 60°! Beste 50+ Modderfokkers: kansen te over dus om
dat op jullie 60° alsnog recht te zetten. Haha, die hadden jullie niet zien
aankomen, hé. Dat zal jullie leren van mij gierig te noemen. Da.
En, euh ja, wij
vieren ook graag veertigers en zelfs dertigers. Het één sluit het ander niet
uit, hé.
Hieronder de
groepsfoto. Die met het nieuwe modderfokkertruitje juist voor Ivan, jaja, dat
is Jan, die trouwens ook een feestje gaf, voor zijn 40°. Een trendsetter, zo
mogen we hopen!
Zondag 24 april
2022.
Johan, Luc,
Rudy DC, Axel en ikzelf.
Wat een
verschil met verleden week toen we hier met 15 man stonden. Nu kunnen we eens
een tandje bijsteken. Ik kan dat altijd trouwens.
Maar nee hoor.
We maken er een rustig ritje van richting Dendermonde. Nadat we onder leiding
van Axel de Meersen eerst kriskras in alle richtingen doorkruist hebben, gaat
het uiteindelijk toch de goeie richting van Dendermonde uit. Op de dijk van de
Costa Zela zet Rudy DC zijn cruise control aan: hij doet dat ritje elke dag,
met zijn gewone velo. Nog een jaar of twee volhouden, Rudy! Rudy haalt een
wielertoerist terug in die ons eerder aan 34 per uur was voorbijgestoken. Is
dat even schrikken voor die mens. Zodanig schrikken dat hij plots onverwachts
wil afslaan. Ik kan hem niet ontwijken en maak aan hoge snelheid fietscontact.
Bijna deed ik een Lampie, maar ik kan nog juist het ergste vermijden. Dat komt
natuurlijk door mijn, euh, grote technische bagage, maar vooral door eel veel
sjans. Daar lag ik bijna weer voor een paar weken in de lappenmand, vol
kasseibrand. Die wielerterroristen, hé.
We doen de
klassieke Dendermonde toer, toch altijd leutig. Tot Axel beslist van een andere
route te pakken, in plaats van via de Oudegem spoorwegbrug nabij het
papierfabriek de Dender over te steken. Schoon wegelkes, en we komen op
grondgebied Denderbelle. Ik begin dus te bellen, zodat ik bellend door
Denderbelle kan denderen. Weet je eigenlijk nog waar we zijn? vraag ik
Axel. Neen, zegt hij, maar straks komen we hier aan het water uit en
dan wijst het zijn eigen wel uit. Niet dus. We staan daar ergens plompverloren
aan de Dender en op het punt om rechtsomkeert te maken en toch maar Oudegem
brug te zoeken. Ja, het is te lang geleden dat ik hier nog geweest ben,
zegt Axel, het is met die Corona. Als je maar een steek-waarop hebt, hé.
Johan zat er
wat te warmpjes in en maakt van de gelegenheid gebruik om zijn
incontinentiepamper te verversen*. Alsdusdanig en aldusdoende ziet hij daar een
wegeltje tussen de beginnende tingels liggen, dat de juiste richting uitgaat.
Axel is al weg, wij gaan dan maar volgen zeker. Dat wegelke blijft maar duren,
zeker een kilometer rechtdoor, langs de Dender, door de tingelen die ons
regelmatig te pakken hebben aan onze enkels. En dat voor de eerste keer dat
ik met korte broek rij vandejaar, foetert Rudy. We zien al Oudegem brug
liggen. Tot we plots voor een sluis staan, afgesloten met metershoge draad.
Hier komt de Beitebroekbeek uit in de Dender, voor wie het wil weten. Geen
doorkomen aan. We horen daar wel de eerste koekoek van het jaar. Koekoek,
koekoek, roept de koekoek: Keren jullie maar lekkertjes een kilometer
door de tingelen terug, simpelaars. Veel beitebroek gewenst. Ondertussen
komen die tingels al hoger natuurlijk, want ze zijn intussentijd alweer wat
bijgegroeid! Wat ben ik blij dat ik die rit niet uitgestippeld heb en vooral
dat Ivan er niet bij is! Ik ging het weer mogen horen hebben.
In Schoonaarde
wordt het nog brikoleren want de wegel langs de Schelde naar de brug ligt ook
helemaal opengebroken en we moeten naar beneden klauteren. Johan neemt er weer
een selfie.
Gelukkiglijk
was het heerlijk toeven** op het Beize terras in het zonneke, zeker als ook de
beekes toekomen: Rudy en Nadine, Els, Sabine en Nancy. Nancy was zo pompaf dat
we haar met stoel en al moesten oppakken om aan tafel te schuiven! Johan P. was
gaan wandelen in zijn nieuw tenuke en zat er ook! En Jo stond er zonder tenuke.
Zo kunnen wij het ook, zunne.
Nog meegeven:
Er zijn nekwarmers besteld voor iedereen die lid is en regelmatig meerijdt. En
ook voor alle leden die regelmatig eens meerijden. Want Danny verwacht
blijkbaar een koude zomer. Voor Jeffrey hebben we maar meteen de grootste maat
gepakt. Spijtig genoeg was er niet groter dan 6XL, dus Jeffrey, het gaat toch
nog een beteke spannen rond uw nek, jongen. Tja, de ene mens heeft nu eenmaal
een wat dikkere nek dan de andere, daar is niets aan te doen. Maar bij Jeffrey
vraag je je toch telkens weer af hoe ze het gedaan gekregen hebben om zóveel
pretentie samen te persen in één mens!?
Mario
* Of was dat nu
gewoon een plasje?
** Toeven is
een zwak werkwoord en wordt als volgt vervoegd: ik toef, ik toefde, ik heb
getoefd. Pastmaarop of een toef op uw ...
En nog wat
foto’s van deze week.
De jongskes
waren in Dardennen. Jan Willems en Frank Van De Steen ook.
De ouwkes aan Schoonaarde brug. Let op de vele pixels van deze foto en
hoeveel beter de deelnemers aan deze foto er uit zien dan de deelnemers aan de
vorige foto.
Danny aan het genieten, toevend bij zijn lievelingswegelke te Lede
Zondag 29 mei
2022. Mendonk en de Rudy Declercq bossen.
Met 11 alweer:
Luc, Jo, Rudy DC, Rudy R, ikke, Stefan, Thomas, Pieter, Johan, Axel, Davy. Ook de
beekes waren weer zo goed als voltallig en zelfs Rudy V en eega waren al terug
uit de Vooogeeeeezen.
Er is er maar
ene die zijn nieuw truike niet aan heeft, en die verkiest te verschijnen in een
truike met opschrift ‘BeMC’. Voor één keer zien we dat dan door de vingers,
Thomas. Want ja, als je de Belgian Mountainbike Challenge van rond de 300 km en
8000 hoogtemeters in de bossen, op 4 dagen tijd, aankunt, dan moogt ge al eens
stoefen met het truike dat je er aan overhield. Onder andere Jan Willems en
Rudy Vergeylen deden het hem al voor.
Jo Roels is
eindelijk klaar om weer met de aakes mee te koersen. Hij zit wel de hele rit
serieus af te zien (en wat dan nog!? Ik ook toch, elke week) en op het eind is
het helemaal op. Maar sjapoo, Jo, als je vergelijkt met waar ge enkele maanden
geleden stond: volledig op nul. Terten en zwijgen, zeggen we dan, en het komt
nog helemaal goe.
Stefan - wiens
naam me eerst even niet te – Imschoot (1), rijdt met een windstopper, en trui
met lange mouwen. Schrik van de kou en de regen deze morgen, maar het blijft
bij twee vlaagjes: een klein vlaagje en een heel klein vlaagje.
Nog maar in de
Drabstraat, en we moeten wat wachten, want Davy moet wisselen van fiets.
Gelukkig is zijn woonst om de hoek en pakt hij rap één van zijn 7 andere
fietsen. Axel rijdt ondertussen al verder, en het duurt tot in Desteldonk
vooraleer we hem weer oppikken. Die moet rap gereden hebben, zeg!
Zelf rijdt de
bende 75 km aan 26 per uur. Das rap, das eel rap, zeker gezien het vele
oponthoud, vooral door Davy en door een hond (zie verder), en toch wat
kronkelpassages door bossen. Vraag het maar aan mijn beentjes. Maar het was dan
ook plat, met veel asfalt en veel gravel. Gravel: Dat wil zeggen dat ze veel
van de schone boerenwegelkes verkl(2) hebben: effengetrokken en gebetonneerd of
met grint overgoten. Kwestie dat sommigste middenstanders/aannemers ook een
frank mogen verdienen. Eentonig, saai en steriel, maar wel veilig en proper,
hoor!
Even verder
moeten we stoppen, want Davy zijn banden staan te hard. Even wat lucht aflaten.
Ons gemiddelde
van 26 is niet te onderschatten omdat we zoals gezegd toch ook een hele tijd
rondkronkelen in de Rudy Declercq bossen maar dan wel volgens de inzichten van
Rudy Rogiers die heel wat improviseert en wat nieuwe wegelkes detecteert, met
zijn aangeboren GPS.
Ik vergat nog
te vermelden dat we eerder in Destelbergen even hadden moeten halt houden. Want
Davy zijn banden stonden te slap. Even wat lucht bijpompen.
Schoon bossen,
alleen spijtig dat daar de hele tijd zo een geur hangt van (3)nt. Maar dat ligt
niet aan het bos, maar komt door een voorval dat voorviel en dat in de 22 jaar
dat ik door de bossen en velden rij nog niet was voorgevallen. Was me daar de
grote roerhanger zelve, de genaamde RR, in een hondenst(4) gereden. Toch wel
van het ambetantste dat ge kunt tegenkomen. Al die wandelaars met hun honden
ook. Steeds meer. We stoppen midden in het bos, maar daar staat geen gras om
het euvel te verwijderen, alleen br(5) en denneb(6). Of was dat nu toch nog iet
anders dan (3)nt? Immers, bij navraag blijkt dat Johan zijn
incontintentiepamper weer eens vergeten aandoen is!? Nee toch! In alle geval,
mijn WC-papier dat ik al jaren bij me heb, komt eens goed van pas, al gat ik
altijd een andere toepassing in gedachten gegat.
Ik maak van de
gelegenheid gebruik om een energie-reep te verorberen. Iemand goesting in
een sok-klaa-koekske? zo vraag ik in mijn beste Kalkens. Maar kijk, ook
raar, er zijn gelijk geen liefhebbers.
En ja, we
gingen gelijk hoe moeten stoppen hebben, want Davy had een snottebel en moest
zijn neus eens snuiten.
Elke keer als
Thomas en Rudy R gas geven, moeten de meesten de rol lossen. Alleen Stefan en
Pieter kunnen soms eens mee. Maar ja, gelijk hoe, dan moeten ze verder toch
weer wachten op de rest van de meute, hé. En op Davy, want er zat een vlieg op
zijn neus, en hij moest efkes stoppen om ze weg te jagen.
Luc Krick heeft
gelijk veel praats vandaag. Vandaag is hij niet op zijn mondje gevallen. Ivan,
die ons met zijn gekneusde ribben van 2 weken geleden opwacht in de Beize, wel:
Zo te zien, zelfs een keer of 5 na mekaar, en dan nog efkes blijven doorbotsen.
Ivan, zie mijn advies dat reeds van pas kwam toen Axel op zijn ribben viel, in
een vorig verslag. Voor uw wezen kan ik geen raadgevingen verstrekken, want
daar valt er verder weinig aan te doen, helaas.
Thomas wint de
sprint (denk ik, want zelf was ik aan het uitbollen, om mijn ouwe moteur op
ralenti te laten komen). Thomas wint, ondanks dat de sprint halverwege
stilgelegd moest worden. Want Davy had wat last van krampjes.
Ivan en Rudy DC
verjaren, en Rudy zit nu zelfs op Tram 6. De 60-plussers komen zo stillekesaan
in de meerderheid. Dus trakteren beiden. En toch leg ik daar nog eens 5 euro in
de pot bovenop! En gijle nu!?
Nog een
raadgeving voor in de Beize: roep de cafébaas altijd met zijn voornaam (Koen),
maar gebruik nooit ofte nimmer het verkleinwoord! In het Westvlaams betekent
dat immers iets anders (7). Niet dat het veel verschil maakt wat je roept op de
cafébaas, want het is (gelukkiglijk) toch Nadine die komt opnemen.
Mario
Eén. Ja, ik
weet het, mijn woordspelingen op ‘Imsch(2)’ geraken op. Maar er sch(2) mij
Immers niks anders te binnen.
Twee. oot
Drie.
hondenstro
Vier. ront
Vijf. amen
Zes. omen
Zeven.
Achterwerkje
Zondag 18
september 2022. Kalken kermisrit. Hyfte, Sidmarbossen.
Ik nog zitten
zoeken naar mijn plastron, maar niet gevonden. Ja, want vroeger was de afspraak
dat we op Kalken kermis rondreden met onze plastron. Slechts 5 man aan de
start: naast mijzelve, ook nog de gebroeders Rogiers, Johan Van Hulle en Axel
Troch. Een rit van 73 km aan 26 per uur, richting Hyfte en zo naar de bossen
van Rudy DC. Ja, zo zonder krabbers - ik noem er nu maar een paar voor het
vuistje: Jan, Rudy DC, Thomas, Stefan, Patje, Dirkske, Pieterke, of pakt nu
Jeffreytje - kunnen we er eens de pees opleggen natuurlijk. Laat je maar
eens gaan, Rudy, zeggen we tegen Rudy. We zeggen dat tegen Rudy omdat
het zot zou zijn om dat tegen bijvoorbeeld Johan of Ivan of Axel te zeggen. Dan
zouden we zeggen: Laat je maar eens gaan, Ivan, mochten we dat
bijvoorbeeld tegen Ivan willen zeggen. En dan zou het ook veel minder rap gaan
vanzeneigens.
En dat moet ge
maar één keer zeggen tegen Rudy. Ge moet dat zelfs nooit zeggen. Rudy rijdt de
hele rit op kop en we vinden in de bossen van Zelzate toch nog wat nieuwe
wegelkes, we moeten klauteren over omgevallen bomen (anders zou ons gemiddelde
nog veel ...) en ontdekken ook dat de F4 fiets-autostrade ter hoogte van
Oudenbos onder de spoorweg zal tunnelen. Straf.
Ik mag zeggen
dat ik vandaag goed meekon, niet gelijk 2 weken geleden op de rit van de Chiro
van Berlare. Na die rit dacht ik echt dat mijn tijd om te gaan gekomen was.
Goed in form zijn en toch helemaal niet mee kunnen. Daar is een mens toch een
hele week dépri van.
Alleen Axel
moet een paar keer lossen en dat zijn we de laatste maanden niet meer van hem
gewend. Zijn die pillekes dan toch uitgewerkt geraakt? Of gewoon op en niet
meer te krijgen? Volgens Axel werken zijn pillekes nog goed, maar is het omdat
hij tiembilding gehad heeft op het werk. En ja, dan moeten we er geen
tekeninkske bij maken, hé: Beste werkgever, wilt gij dat uw tiem de volgende
week de hele week geen klop waard is en er dus ook geen uitsteekt, organiseer
dan vandaag nog een tiembilding.
Maar kijk, om
op een eerdere paragraaf uit dit verslag terug te komen, het is lang geleden
dat we het nog eens over Stefan Imschoot* gehad hebben, ook omdat er niet veel
verslagskes waren en vooral omdat dat sujet niet veel meer meerijdt. Keren we
even terug naar het mega-event van 13 augustus ten huize Stefan/Mady. Dit
superfeestje werd ingericht om de onwaarschijnlijke prestatie van Mady te
vieren: het 26 jaar uithouden met een tiest gelijk Stefan Imschoot. Wat een
moeder allemaal niet doet voor haar kinderen, het grenst soms aan het
ongelooflijke. Wat de laatste decennia betreft, was dit feest zonder enige
twijfel de belangrijkste gebeurtenis in Kalken en omstreken, zélfs als we het
Hussevelde mee rekenen. Mady en Stefan hebben nu de standaard gezet voor de
talrijke modderfokkerfeestjes die er nog zitten aan te komen in de volgende
jaren!, al is dit natuurlijk nooit meer te evenaren.
Maar waarom
Stefan in zijn spietsj de Modderfokkers een mix tussen Okra en de G-spot
noemde, ontsnapte me wel helemaal. Wij rijden wij toch niet rond in hele
gesjes? En ook niet met een electro hulpmotortje? En we rijden ook nog ietske
rapper, tenzij natuurlijk als Jeffrey kop trekt. Maar wij zijn al blij dat er
nog zo jonge gastjes met ons willen meerijden, dus we laten wij die jongen
altijd efkes doen. En wat we met de G-spot te maken hebben, snap ik nog minder.
Danny wist me verleden week nog te vertellen dat hij dacht van hem gevonden te
hebben. Maar dat dacht hij de maand daarvoor ook al. En de maand daarvoor ook.
Blijven zoeken, Danny, ver kan die niet zijn.
Nu blijkt dat ik
het wat verkeerd had verstaan. Stefan vergeleek ons met een mengeling tussen
Okra en G-spoRt (en dat staat dan voor gehandicaptensport). Het is geweten dat
Stefan zijn artiekullaasie niet altijd zo goed is. Maar goed, dan verstaan we
zijn uitspraak al ietske meer, want in zijn eigen spietsj mag hij het al wel
eens over zichzelf hebben natuurlijk. We nemen wij dat die jongen niet eens
kwalijk.
Ook bij de
B-kes waren er maar twee vrouw (Els en Sabine) en één man (een mens uit
Sleidinge begot. De modderfokkers zijn echt internationaal!). Els had vandaag
al 88 km in de benen. Daar kunnen wij een puntje aan zuigen, maar vraag me niet
hoe je dat dan precies moet doen. Wat een dwaze uitdrukking, zeg!
Deze keer was
Sabine rechtgebleven, naar het schijnt. Niet gelijk twee weken geleden op de
rit van de Scheve Villa. Net voor het enige klimmetje van de dag, GROOT
oponthoud. Lag Sabine daar in het zand te spartelen. Zegt Johan: Maar
Sabientje, schatteke, wat ligde gij hier te spartelen? Antwoordt
Sabine: Ik lag te wachten om jou nog eens te zien, schattebol. Maar
meiske toch, zo lief, dat had je echt niet moeten doen, Johan weer.
Waarop Sabine: Ja, je weet toch hoe graag ik je zie, Johantje. En
dat ging zo maar door. Ik heb niets tegen ontboezemingen, ook niet in het open
veld, maar lig dan tenaastekeer niet in de weg van 30 man, net voor een klim,
zodat iedereen voet aan de grond moet zetten, hé. Astemblief, zeg!
In de tent
buiten de Beize komt Koen opdienen in zijn nieuw T-shirt, met als opschrift: Nee,
ik heb geen ochtendhumeur! Ik ben gewoon zo een zeikerd.
Mario
*Stefan
Imschieten is een sterk werkwoord en wordt als volgt vervoegd: Stefan Imschiet,
Stefan Imschoot, Stefan Imgeschoten. Het speciale aan dit werkwoord is dat het
alleen in de verleden tijd enige betekenis heeft. En dan ook nog niet
overdreven veel natuurlijk.
Zondag 16
oktober 2022. Dikkelvenne, Meilegem, Beerlegem, Dikkele. En ja, in Baaigem ook nog eens de Dikvijverwegel. Wat is me dat daar
allemaal aan die kanten met die obesitas?
Ik sta er al,
wanneer de pechvogel van de dag, Koen O., aankomt. Dat weten we dan nog niet
natuurlijk, maar we lopen even vooruit in het verslag en de tijd.
Luc Krick is er
niet, want gisteren is er hem een mossel misvallen op de mosselsouper. Welke
mossel het juist was, kon nog niet worden uitgemaakt.
Deel 1 van het
Hussevelde komt nu ook toe: Ivan en Rudy DC. Die laatste combineert actieve
deelname aan de Fortune-feesten op zaterdag met mountainbiken op zondag. Er
zullen het hem niet veel 80-plussers nadoen, dat ik het zeg. En ik kan
Marie-Jeanne ook zeer goed verstaan als ze zegt: Als ge de zaterdagavond
een stuk in uw k ...* kunt zuipen, kunt ge zien dat ge de zondag uit uw nest
zijt en op uw velo kruipt. Voor die ene keer per week dat ik een halve dag op
mijn gemak ben. Groot gelijk, Marie-Jeanne. Zitten wij er dan wel mee
elke zondag natuurlijk.
Daar komt de
jeugd aangestoven: Jeffrey en Gert. De laatste staat zodanig hevig dat de stoom
uit zijn oren komt. De hele dag zal hij 20 meter voorop rijden, en dus ook een
paar keer verkeerd. Jeffrey staat ook zodanig fel dat zijn achterwiel soms
opwipt en uitslaat. Overschot hebben die gastjes. Wat is het toch leutig als
ge jong zijt, mijmert Ivan. En dan nog talent er bovenop,
denk ik bij mijzelf.
In Meilegem, na
het klimmetje naar de kerk, is er een scheur in het peloton en Axel en Koen
komen er gelijk niet door. Daar is Koen, niet alleen een scheur in het peloton,
maar ook in zijn nieuwe lange broek en in zijn schoon nieuw truike. Gans kapot.
Gevallen en met zijn kl...** in de pinnekensdraad blijven hangen. En er zat nog
snok op ook. Op de pinnekensdraad. Zo proberen de boeren de ezels uit hun
weiden te houden, en ge ziet, het helpt.
Axel is echter
nergens meer te bespeuren. En na 5 minuten wachten en nog eens gaan piepen,
trekken we dan maar verder. Axel was achter geraakt op de klim en daarna
verloren gereden. Die generische middelen zijn toch niet hetzelfde als het
echte spul, hé, Axel. En de oriëntatieproblemen als neveneffect zijn ook niet
van de soep. We zien hem pas terug aan de passerelle in Wetteren.
Danny had
ondertussen al wat voorsprong gepakt. Een mijnheer laat ons weten dat onze maat
al voorop rijdt. Maat, maat, zegt Jeffrey, we zullen wij
zelf wel beslissen wie er onze maat is. Goed gezegd, Jeffrey maat.
Jeffrey is een
hele week op hoogestage geweest met Meester Jan, maar dan nog moet hij aan mijn
zadel hangen op het eerste klimmeke. In welk klimaat moeten die jongeren
opgroeien zeg, met zo een mentaliteit. Allez, ik moet zeggen, dat was maar één
keer. De andere keren zoeven hij, Gert en Rudy R omhoog, achtervolgd door Rudy
DC, wijl de verstandigere mensen onder ons voorzichtig omhoog kruipen om geen
lumbago op te doen en surtout omdat we niet rapper kunnen.
Rudy R slaat
een ook voor hem nieuwe wegel in, vol eikelnootjes. Danny zit met een liedje in
zijn hoofd dat hij de hele tijd ‘zingt’: Het is een nootgeval***. Maar niemand
van ons kent het, wat toch bewijst dat het cultureel niveau van de rest van de
Modderfokkers nog meevalt. Zo rijden we voor de eerste keer in ons leven door
het Spiegeldriesbos, tussen Dikkele en Balegem. Daar zijn we Koen nogmaals
kwijt. Na 5 minuten vergeefs wachten, rijden Rudy DC en Gert terug en nog 10
minuten later zijn ze er daar mee: fietsen lukt niet meer, want Koen is zijn
derailleurwieleke kwijt (allez, Koen zijn fiets). Een gevolg van de eerdere
valpartij? Een geluk dat we een superstielman mee hebben, maar het kost Rudy R
toch meer dan een kwartier om het euvel met veel inventiviteit en vakmanschap
op te lossen.
Koen zit er mee
in dat hij ons ambeteert door ons een half uur op te houden. Maar Koen,
zeg ik, trek u dat niet aan. Iedereen raakt al eens een
derailleurwieleke kwijt. En veel verschil gaat het niet maken, jongen, want wij
vonden wij jou zo toch al een dikke ambetanterik. Nog niet zo erg als
Stefan natuurlijk, bij wie dit zonet Im – het verkeerde keelgat – schoot.
Van in Wetteren
tot in Kalken pak ik de kop (met wat steun van Ivan) aan 33 tot 35 induur,
zodat we deze rit van 65 km aan 24,5 gemiddeld kunnen afronden, ondanks al het
oponthoud. Het is kwestie dat ik mijn alcoholquotum van deze week nog niet
bereikt heb en dat door de miserie met Axel en Koen er wat haast moet gemaakt
worden willen we dat alsnog rechtzetten tegen de noen.
Bijna in
Kalken, kruisen we een luid toeterende auto. Tot overmaat van ramp is het
Stefan. Ook dat nog. Vandaag wordt ons echt niets bespaard. Van het verschieten
van mij op kop te zien sleuren was het dat Stefan Im – de verkeerde vitesse –
schoot.
Mario
*: Kraag. Of
wat dacht ge misschien?
**: Kleren. Of
wat dacht ge misschien?
***: Goldband:
Noodgeval. https://www.youtube.com/watch?v=Nm64Eag373Y
PS. Koen, ik
moest nog zeggen van Ivan dat we volgende week uitzonderlijk pas om 9 uur
vertrekken.
Zaterdag 31
december 2022, jaarlijkse eindejaarsrit. Van der Donckt doorgang, Gent.
De twee oudjes
van de club (Johan en ondergemodderde, ondertussen samen goed voor 126 jaar
levenservaring) komen samen toe en als eerste. Even ziet het ernaar uit dat we
voor de laatste rit van het jaar met ons tweetjes gaan moeten rijen. Sjeem on
de rest!, maar dan komt Axel natuurlijk ook toe, die gaat niet rap een rit
missen. Ook Stefan daagt op, jawel, degene die Im - zijn voetbalcarrière geen
enkele paal tussen de ballen - schoot.
Axel komt toe
in korte broek, en daar komt ook Pieter toe, in korte broek én met korte
mouwen. Hij is de enige die niet overkleed is, want het is 289 graden warm
(Kelvin welteverstaan natuurlijk! Ofwel 16 °C, als ge dat beter verstaat), een
nieuw warmterecord voor oudejaar, sinds het uitsterven van de dinosauriërs, 66
miljoen jaar geleden. Dat we dat in onze kort leventje allemaal mogen meemaken,
fantastisch toch! Of niet!?
Kenneth had
gezegd van eens mee te rijden – was dat nu voor het plezier om met ons mee te
rijden of omwille van de eindbestemming? Ik denk er het mijne over. En ja,
inderdaad, hij houdt woord en zo zijn we toch nog met 6 man. Dapperen of
idioten, het is gelijk hoe dat ge het bekijkt. Enkelen van ons hadden hun
verstand op nul moeten zetten om te beslissen van te rijden, want overal ligt
er slijk en er is regen voorspeld. Bij mij vraagt dat natuurlijk een
bovenmenselijke inspanning om mijn verstand op nul te zetten, terwijl voor
Stefan dat eigenlijk niet eens zóveel moeite vraagt. Onlangs nog had hij de
eerste diepere gedachte in zijn leven. Een geluk dat Mady thuis was en tijdig
de MUG kon bellen. De re-animatie ging eerst moeizaam, maar dankzij mijn suggestie
lukte het alsnog. Kap eens 3 Duvels in zijn baxter, zei ik, en zie, 5 minuten
later was hij weer helemaal de oude.
Johan leeft
zich weer uit in het documenteren van de rit door middel van groeps-selfies. Nu
versta ik eindelijk waarom Johan altijd vooraan op die foto’s staat, met zijn
bakkes veel groter dan de bakkes van de rest en dan mijn aangezicht.
We vertrekken
langs Laarne, de paardenmelkerij, kwestie van niets van vettigheid te missen.
Daarna pijlrecht door Heusden via kleine kaarsrechte pestwegeltjes en zo duiken
we de Gentbrugse Meersen in. Axel had dat afgeraden want hij had slijkerige
toestanden voorspeld, maar dat valt eerst allemaal best mee. Tot we de bergjes
doen, die gevolgd worden door een moeras. Eerst doet Stefan een Pidcocksken en
gaat overkop in de afdaling (foto). Het wordt een slachtveld en de laatste komt
pas 2 minuten later uit een zone van nog geen 100 meter. We veranderen onze
naam: de Wentelteefjes. Ja, ik mag toch wel zeggen dat ik goed ben in de
modder. Volgens kwatongen is dat wegens mijn afkomst en het opgroeien tussen de
varkens aldaar, maar het is gewoon één van de weinige talenten waar ik over
beschik. Ge wordt daarmee geboren of niet. Gun mij ook eens iets, ja!?
Jaloersigaards!
Ik beslis van
het laatste stuk van de Gentbrugse Meersen over te slaan, want nu hebben we
genoeg vettigheid gehad, maar Axel en Stefan beslissen om integendeel een nog
smeriger stuk te pakken, soms kniediep in het water. Ploeterdeploeter, maar het
is wel korter, en zo raken we eindelijk in Gent.
In de Van der
Donckt doorgang, het jaarlijkse einddoel van de eindejaarsrit, is het nogal
donker, want er is maar één winkel open. Even zijn we Kenneth kwijt, want hij
was wat blijven hangen om de koopwaar in die ene winkel in meer detail te
observeren, maar het waren nog geen solden. Dat Danny zelfs dit wil missen,
wijst er toch op dat het niet zo goed gaat met die jongen. Hij heeft ook
dringend nood aan re-(d)animatie. Echt koen is hij niet voor de moment,
misschien maar best. Onze gedachten gaan bij deze uit naar Koen, die we sterkte
wensen.
Pieter kent de
weg terug langs de nieuwe fietsbrug in Gent en verder langs de Franse vaart
terug naar de brug in Gentbrugge. Als Pieter, Stefan of Kenneth eens
doortrekken is het afzien voor de andere drie, maar we plooien niet.
Vuil maar
voldaan, maar zeker vuil, houden we het na een goeie 50 km voor bekeken en
modderen Rita haar café onder. Luc K komt ook toe, maar die heeft het proper
gehouden en is op zijn eentje op de baan gaan rijden, en Danny had thuis zijn
gerief en komt ons gewoon verblijden met zijn gezelschap.
En niet
vergeten: 14 januari nieuwjaarsreceptie in de Beize. Nadine zal er zijn. Koen
moet ge er dan maar bij nemen, hé.
Uw toegenegen
ondergemodderde
Foto. Stefan,
die Im -den decor- schoot. Een Pidcockske doen, noemt dat sinds 1 januari.
Johan en
vrienden (en ook ikzelf) op het kerkeplein. De kleine rechtsonder is Axelke. Kenneth was nog achter pistolees
Johan en vrienden op een bergje in de Gentbrugse Meersen. De kleine
rechtsonder is Pieterke.
Johan en vrienden voor de Van der Donckt doorgang. De kleine achter Axel is Kennetheke.
Zondag 5 februari 2023. Mendonk en Kloosterbossen.
Tot 35 na 8
ziet het er veelbelovend uit. Alleen maar redelijke en redelijk verstandige
mensen. Johan en ikzelf, Luc Krick en Rudy De Clerck (nou ja). En allez ja, we
gaan Ivan daar ook bijrekenen. Maar dan begint het jong geweld te vallen:
Jeffrey, Pieter, Stefan en Jan (allez, we gaan die laatste twee daar ook bij
rekenen, relatief gezien zijn ze nog snotneuzen hé). Als ook Rudy Rogiers
arriveert, missen we nog Axel, maar die was al wat kruit gaan verschieten en
komt als allerlaatste aan. We zijn nog eens met 11 man. Danny is blijkbaar toe
aan vervanging van een knie en rijdt al weken niet meer. Eer ze bij Danny alles
gaan vervangen hebben wat al lang eens had mogen vervangen worden, gaat het nog
een tijdje duren voor we hem terugzien, vrees ik.
Ijzige, grauwe,
felle Noordenwind. Gelijk Noordenwind moet zijn. En ze komt dan nog uit het
Noorden ook, dus het klopt helemaal. Wij dus ook op weg naar het Noorden.
Zolang de wind op kop zit, breken Rudy en Pieter onafgebroken, de weerstand, en
is het nog comfortabel rijden, maar eens we naar het Oosten beginnen rijden
wordt het veel ambetanter voor de minderen onder ons.
Rudy Rogiers
heeft weer last van midlaaifcrisis en legt er de pees op. Het zijn vandaag weer
meer de modderopgefokten dan de modderfokkers. Maar van water heeft Rudy gelijk
wat schrik. Hij rondt een plas, waardoor het tempo toch even zakt. Axel en ik
willen onze snelheid niet verliezen, want we zitten al op ons tandvlees en we
kiezen voor passage door de plas, zodat we enkele meters en wat energie winnen.
Axel doet dat nogal geweldig waardoor het water nogal hoog opspat en
zodusdoende ook wat op Rudy zijn voeten spettert. Dan blijkt dat Rudy eigenlijk
een soort Gremlin is. Sommige Gremlins zijn zeer zachtaardige wezentjes, maar
ge moogt ze geen eten geven na middernacht, want dan worden ze boosaardig. Rudy
is ook meestal zachtaardig, maar hem moogt ge niet nat maken. Gremlins krijgen
dan nieuwe Gremlinnekes, maar Rudy wordt dan heel BOOSaardig (en vergeet die
‘aardig’ dan maar). Het was dus daarom dat Rudy (en niet Stefan) Im – een
koleire – schoot en zijn duivels ontbond. De volgende 5 minuten hebben we het vlaggen
en er wordt gevlamd om de minkukels (dezelfde twee als die voor de plas kozen)
er af te rijden. En dat lukt ruimschoots. We zullen er tenaastekeer twee keer
over denken om Rudy zijn voetjes nat te maken! Solly Ludy!
Een half uur
later, op de lange dijk van Mendonk naar de Kloosterbossen, naar het Oosten
dus, word ik er nog eens uitgewaaid. Dat is niet te doen met die gasten, zeg. De
Moeren, is dat ver van Poperinge, Mario, vraagt Rudy. Neen hoor,
antwoord ik, naïef als ik ben. Wel, ge hadt daar beter wat kunnen gaan
trainen om beter tegen de wind te kunnen rijden. Lap, die mogen we ook weer
incasseren. Nog bovenop wat lachen met de mensen hun miserie ook.
In de
Kloosterbossen valt het voorval voor waardoor ik alsnog besloot van rap een
verslagske samen te zeveren. Een voorval dat niet alle dagen voorvalt: Rudy
tegen de grond. Een knieval volgens hem, maar volgens mij, eerder een soort
pauselijke knieval, waarbij toch ook bijna de grond gekust werd. Rudy,
denk ik, de Kloosterbossen, zijn die ver van Kalken? Neen, hé, awel, ge
waart hier al beter wat meer komen trainen, dan waart ge misschien nu niet op
uw smikkel gedonderd. Hahahaha! Maar dat ook zeggen, dat durf ik niet,
anders gaat het weer nog rapper, en die andere Rudy die in de bossen de leiding
heeft genomen rijdt nu al rond gelijk een zot. Ik weet niet wat Marie-Jeanne in
die zijn eten draait. Of is het omdat hij ook Rudy noemt? Bij de beekes rijdt
er ook al zo een zot van een Rudy.
Mama, waarom
hebt gij mij geen Rudy genoemd, zo vraag ik
me soms af. Ivan vroeg dat ook eens aan zijn mama en papa, toen hij een jaar of
4 was. Maar Ivan, jongen, dat ge niet van de rapsten waart, begonnen we
gelijk al door te krijgen, maar je snapt toch dat dat niet kan: we hebben al
een kindje dat we Rudy genoemd hebben, jouw grote broer. Rudy dus. Pech voor
jou, Ivan, en stop nu maar rap met zagen en ga voort de koestal uitmesten.
Ja, in onze jonge tijd lachten ze er niet mee.
Dus ja, ook
bij de modderfokkers zijn er soms kleine meningsverschillen,
zoals in elk goed huishouden wel eens voorkomt. Onlangs nog zat het er weer bovenarms op tussen Stefan, Ivan en
Danny. Ik moet zeggen, het is wel altijd met dezelfde dat
het miserie is. Pakt nu Jo of Koen (niet de cafébaas hé, natuurlijk die niet),
daar hebt ge nooit geen omkijken naar. Maar Jo houdt het gelijk voor
bezien - Jo, komtrug! - en door
omstandigheden is Koen ook even belet, maar dat komt wel weer goed.
De discussie
ging over muzieksmaak. Zo bijvoorbeeld luistert Ivan
liefst naar Dmitri Sjostakovitsj, en dan vooral naar diens latere werk, uit
zijn zogenaamde Blauwe Periode*. Stefan is dan weer
meer een
liefhebber van het oeuvre van Nikolaj Rimski-Korsakoff, en dan vooral de
sonates, maar iets minder de études.
Terwijl Danny het dan weer meer houdt op
Sergej Rachmaninov en Samantha, en dan vooral Eviva Espanja.
Maar, het is zoals Danny zegt, als hij een pint teveel opheeft: De gustibus
et coloribus non est disputandum.** Ik heb het hem al dikwijls horen zeggen, gelijk.
Luc Krick is
specialist in het vermijden van moeilijke passages en als er een hoek kan
afgesneden worden, is hij er ook de eerste bij. Jan stelt voor dat wie nog een
Krickske doet, de bende mag trakteren. In de Kloosterbossen is Jan echter de
eerste om een Krickske te doen, maar denk niet dat we een traktatie gezien
hebben, zunne. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen: ik was zelf zodanig pompaf
dat ik ook een paar keer een Krickske gedaan heb, zeg maar een paar serieuze
Kricken.
Aan de
Moervaartbrug zien we nog de beekes rijden, dat valt ook maar een paar keer per
jaar voor dat we mekaar kruisen. Amai, die staan ook niet stil, zeg.
Na 68 km aan 25
gemiddeld komen we kapot maar kapot aan bij onze eindbestemming. Nog meegeven
dat er op Jeffrey zijn achterwerk stond: “100%”. Volgens Jan betekent dat: 100%
babyvet. Maar Jeffrey wint wel de sprint voor Luc (als het rechtdoor is kan hij
geen hoeken afsteken) en kapitein Rudy.
In de Beize is
er nog veel discussie over wie nu soep met of zonder een kwakje ofwel met of
zonder balletjes van Koen wou, euh, wou van Koen. Johan combineert zelfs soep
met ijstaart (nog over van de receptie) en Export. Zie dus Danny zijn uitspraak
hieronder.
Ook de beekes
vallen binnen, deze week nog redelijk op tijd: Nog zo een straffe Rudy, ook nog
Luc
Oost (een Sleidingeling),
Patrick, Nancy, Annemie, en Nadine. (En Els? Maar ja, die reed natuurlijk ook
mee, dat ziet ge van hier, maar moest rap thuis zijn.)
Mario.
*Het is algemeen gekend dat Ivan
een wat aparte smaak heeft, zeg maar eigenlijk helemaal geen smaak, maar
Sjostakovitsj begot. Ivan, jongen toch! Wat Christine
daar vanzelevens in gezien heeft, Joost mag het weten. Maar die weet het ook
niet, ik heb het hem nog zelf gevraagd. Zie dus nog eens Danny zijn uitspraak
hieronder.
**Wat Danny de laatste tijd
allemaal uit zijn botten slaat, ge houdt het niet voor mogelijk. Om
deze te kunnen begrijpen, moest ik er toch Hoehel Transleet bij halen. Maar je
hebt gelijk, Danny: Over smaken en kleuren
valt er niet te redetwisten.
Zondag 19
februari 2023. Melle, Zwijnaarde, Gavere, Dikkelvenne, Gijzenzele.
Er vormt zich
een mooi rustig groepje met redelijke en redelijk verstandige mensen: Axel,
Ivan, Rudy De Clercq (nou ja),
Johan, Luc, en ik. Dan zal
kapitein Rudy zich wel een beetje aanpassen aan ons als de jongskes en de
geweldenaars er niet zijn. Want Stefan, Pieter, Davy, Jan en Jeffrey zijn naar
een ingerichte rit in Lichtaart: gezellig een paar uur in de auto en dan overal
gezellige aanschuiven, aan de inschrijving, de bevoorrading en in de single
tracks, haha. Niet meer voor ons.
Danny, de
sukkel, zit thuis te KNIEzen. Als tijdverdrijf dacht hij nog van Els eens over
zijn KNIE te leggen, maar ze deed nog teveel zeer.
Het belooft dus
een rustig ritje te worden. Maar neen, zeg dat het niet waar is! Sturen ze nu
toch wel Patje Roels op ons dak, zeker!? Vóór zijn transitie beter gekend als
Ratje Poels. Zo al nooit geen gewone geweest – vraag het maar aan Machteld, en
sinds zijn bionische heupen is hij helemaal niet meer te doen. Het is dus met
knikkende KNIEën dat we vertrekken. Zal het weeral afzien worden? Ik mag wel
zeggen dat ik vandaag in vorm ben. Heb je wat bijgetraind misschien,
vraagt Patje? Ja, zeg, ik, Ik had eens wat tijd vandeweek en ben 80
km gaan bijtrainen. Ha, zegt Patje, Ik had niet veel tijd
vandeweek en i heb máár 80 km kunnen trainen. Hoe moeten mensen als Danny
en ik ooit de evenKNIE worden van Patje!!?? Zeker nu Danny met een oneven KNIE
zit.
Westenwind, dus
we vertrekken Gentwaarts. In Wetteren hebben ze het bos aan de Schelde (de Ham,
niet ver van de Hamma) dat we nog maar een paar jaar geleden dankzij Axel
ontdekten, platgesmeten. Iedereen, behalve Luc, die een Kricksken deed en op de
dijk bleef, rijdt zich vast op een nieuwgegraven 2 meter diepe beek, maar
gelukkig niet te breed en vooral gelukkig dat Axel mee is. We pakken Axel op
met een man of vier, dat gaat nog net. En we leggen hem dwars over de beek. Zo
kan iedereen met droge voetjes, fiets aan de hand, proper de beek oversteken.
Soms zelfs met twee naastéén. Wel wreed ambetant is dat we dan zo lang moeten
wachten op Axel. Eer die weer uit die beek gekrabbeld is, zijn fiets gaan halen
aan de overkant, en dan die beek weer oversukkelen met zijn velo. Tja, dat
duurt ons toch allemaal wel wat lang hoor, Axel. Niet zo leuk voor je
medematen, dat snap je toch zelf wel. Schiet eens wat meer op in het vervolg
misschien? Of anders gezegd: Krijg dat eens wat beter onder de KNIE.
Vanaf Melle is
het tot in Zwijnaarde fantastisch rijden. Eindeloos lang mountainbikeplezier.
Bijna gelijk of dat ge in de Ardennen zit, op die schuine zijkant van het
kanaal of van de Schelde (weet ik veel, met al dat water daar). Van in
Zwijnaarde gaat het dan helemaal tot in Gavere nagenoeg ook volledig off road (af de baan), weliswaar met
veel gravel, maar ook, ik denk ter hoogte van Melsen, een passage die vorige
keer een moeras was en waar sommigen KNIEdiep in zakten.
En dan is er
nog ouderdomsdeken Johan. Maar als ge hem ziet, zoudt ge het niet zeggen dat
hij een deken is, hoor. Euh, dat hij de oudste is, bedoel ik. Johan heeft al
een tijdje last van de KNIE. Maar, ondanks de pijn, die plooit niet. En wil dát
nu juist het probleem zijn met een KNIE.
Terwijl wij ter
hoogte van Baaigem mooi op een bonkig wegeltje tussen de paaltjes blijven,
heeft Luc het weer gevonden en rijdt los over de met gras ingezaaide akker.
Veel rapper en makkelijker. Een echt Kricksken. De boer staat er kwaad op te
kijken, maar een geluc voor Luk: die boer kan zo rap geen velo rijden, en al
zeker niet over een akker. En ja, boer, het is maar een beetje gras, hé.
Aan de
Kalverhage (juist deze kant van Gontrode) voel ik rare nattigheid. Gaan we nu
nog regen krijgen? Maar dan zie ik het: het is Patje de Spuiter: zijn
achterband spuit specie, de lijm die in een tubeless band zit. En allemaal op
mijn schone velo die ik nog maar 3 weken geleden zo proper gekuist had. Patje
zijn concept van tubeless gaat wel erg ver: de idee is dat je zonder binnenband
rijdt, maar bij Patje is zelfs de buitenband zo goed als weggesleten. Ik zou
zeggen: traint nog wat meer bij, jong!
Ja, ik mag
zeggen dat ik vandaag in vorm ben. Het is gelijk Marie-Jeanne altijd zegt: Ze
klappen zij veel slecht en kwaad van doping, maar ze mogen zij zeggen dat ze
zij willen, mijne Rudy rijdt daar nogal van. Lees maar eens de verslagskes van
de modderfokkers. En nooit geen zeer aan zijn KNIEën. Maar als ge vraagt, wie
er doping pakt, antwoorden ze allemaal hetzelfde, de schijnheiligaards: IKNIE!
Na 68 km aan 23.7 gemiddeld, komen we in de Beize wel langzaam weer bij, ze (met dank aan
Stefan voor deze woordspeling van verleden week die me net nog
Im-gedachten-schoot). Maar er waren er toch een paar die bijna door de KNIEën
gegaan waren en nog net niet op de KNIEën zaten.
Ja, verzucht Ivan met een diepe zucht, Als ge zo deze tijd van het jaar
door de stront van de mestkarren op de weg moet rijden: leutig is dat niet.
Maar het geeft toch op, want het wil zeggen dat den uitkom in aantocht is.
Heu? Was dat nu een citaat van Aristoteles? Of filosofie van Socrates? Of zou
het iets van Sjostakovitch zijn? Of gewoon Hussevelds boerenverstand? De mensen
vragen mij soms hoe ik het kan opbrengen om al bijna 24 jaar lang zomer winter
om kwart na 7 uit mijn nest en op mijn velo te kruipen. Wel, dat is toch niet
moeilijk. Ik wil dit soort diepzinnige levensbeschouwelijke inzichten voor geen
geld ter wereld missen, en ik deel ze graag met U. En zeg, Ivan, er hangt daar
gelijk nog iets onder uw neus, rara, wat zou dat zijn?
Kapitein Rudy,
broer van voorgenoemde hierboven, maar ietske slimmer - wat nu niet direct een
echt groot compliment is, stelt voor dat Koen eens volgend recept probeert voor
zijn soep: Potage aux fruits de mère.
En als ik al
bijna vertrekkensklaar huiswaarts sta, komen – als in een Waas – Nancy, Els,
Nadine, Rudy, en
tenslotte ook nog Luc O., onze vriend uit
Sleidinge aan.
Mario
PS. Met excuses
voor de talrijke flauwe toespelingen op KNIE, maar Danny heeft net een nieuwe
.... – wat dacht je? – KNIE! Le nouveau Danny
est presque arrivé!
Zondag 26 februari. Rudy’s Woods.
Bitterkoude
Noordenwind, dus noortwaards naar de Heidebossen en de Sidmarbossen (nu de
Arcelor Mittal bossen, of beter nog, het Kloosterbos). Dit geboste staat bij
ons beter gekend als Rudy’s Woods, want Rudy DC kent die gelijk zijn broekzak.
Marie-Jeanne heeft zelfs speciaal broekzakken op zijn koersbroek genaaid. En
neen, niet binst dat Rudy er in zat, in zijn koersbroeke.
De
Modderfokkers zijn ‘t allenkante uitgevlogen vandaag. Jan, Jeffrey (en Pieter?)
rijden een toertocht in de duinen en op het strand van Koksijde, Johan doet de
145 km van de Omloop en kapitein Rudy R verdient een franksken bij achter het
stuur van een warme auto waarmee hij VIPs (Very Impotent Peoples) rondvoert in
Kuurne Brussel Kuurne.
Met 6 dan maar:
Luc, Ivan, Axel, ik, Rudy DC en Stefan. We hopen op een rustig ritje, nu het
meeste geweld er niet is, maar Rudy legt er meteen de pees op. Echt warm
krijgen we het eerste half uur toch niet en er wordt niet teveel gezegd: te
koud en te rap moeten terten. Het zal uiteindelijk weeral een snelle, lange rit
worden van 71 km aan 24.1 induur. Zonder modder. Droog met harde ondergrond.
Dan laat Rudy
het tempo wat zakken en ik vertel hem dat dat goed zit, want nu kan ik al wat
klappen tegen de mensen. Axel ook. Even verder gaat het wel weer rapper. Want
Rudy vindt dat er teveel gezeverd wordt.
De
uitzonderlijke vorm van Rudy DC, een prille zestiger en aanstormend
wielertalent, ook wel Rudy De Lie of Arnaud De Clercq genoemd, is nochtans niet
aan doping te wijten. In een plaatselijk blaadje (de Kraak), van de KWB (de
Kalkense WielerBond), waren aantijgingen verschenen als zou de echtgenote van
Rudy, de genaamde Marie-Jeanne, niet-toegelaten substanties in zijn eten
draaien. Maar bij huiszoekingen werd niets gevonden. Ja, OK, een beetje
cocaïne, maar ochgot, wie klapt daarvan de dag van vandaag. De beschuldiging
bleek een geval te zijn van achterbakse kwaadklapperij, afkomstig van een
afgunstige westvlaming, een inwijkeling in de streek.
Ivan klaagt dat
de verslagskes soms te moeilijk zijn. Met te lange zinnen en teveel komma’s. Als
er meer dan 7 komma’s in staan, is een zin te ingewikkeld, zegt Ivan.
Kommaan, Ivan ik heb nog nooit 7 ,,,,,,, in 1 zin gebruikt. Trouwens, jouw
broer Rudy verstaat de verslagkses wel. Wat wil dat dan zeggen,,,,,,, denk je?
Het is algemeen gekend op het Hussevelde dat er bij de twee broers Rogiers een
rappe is en een slimme. En dan heb je nog Ivan ook.
Aan de
Moervaart gaan we de ornithologische toer op. Het zit er vol meeuwen. Die
meeuwen die blijven hier hangen, die gaan niet meer naar de kust, zegt
Stefan. Ja, zegt Ivan, het is gelijk de westvlamingen. Dat blijft
hier ook allemaal hangen in plaats van weer te keren naar waar ze thuis horen.
Daarop antwoord ik: Het is misschien omdat er hier altijd maar meer
vuiligheid is dat die meeuwen – en die westvlamingen – zich hier nu ook thuis
voelen. Even verder wijs ik mijn kompanen op een mooie fuut op het water. Ha,
gelukkig geen westf(l)uut, roept Stefan. En dat gaat zo maar door, hé. Hoe
moet ik hier ooit geintehreerd geraken?
In de bossen
trekt Ivan plots de hasgendel open. Hij heeft rap een groot gat. Maar dat
wisten we al, dat Ivan een groot gat heeft. Hij heeft altijd al een groot gat
gegat. Stefan zegt dat het eigenaardig is dat, hoe meer je een gat toerijdt, en
dus hoe dichter je komt, hoe kleiner het gat wordt. Maar bij Ivan is het
helemaal niet eigenaardig: hoe meer je het gat toerijdt, hoe groter zijn gat
wordt. Ja, soms is Ivan wat geweldig. Christine zegt het dikwijls genoeg: Ik
vind jou gewéldig, Ivan.
Even verder is
de leute over. Ivan rijdt net voor mij. Een beetje een technisch stukske. Zand,
klimmetjes, kort draaien tussen de bomen. Plots houdt Ivan de boom links van
hem vast. Ik denk dat het een truuk is om zijn bocht rond die boom korter te
pakken, maar dan valt hij stil en valt hij langzaam maar zeker en zeker
langzaam,, in,, slow,, motion, naar links in het mulle zand. Krick en ik lachen
ons een Krick. Ivan ligt daar mooi in het zonnetje en geniet nog even na.
Volgens Ivan is de prille voorjaarszon van LED lampjes gemaakt: veel licht,
maar weinig warmte.
Bij het
uitkomen van het Kloosterbos komt er een wielertoerist van links. Die mens
rijdt een mooi tempo aan 35 per uur. Axel rijdt tot op zijn wiel. Waarna Rudy,
net zoals Stefan, Im – een geweldige versnelling – schoot en ze allebei diene
mens aan 40 per uur voorbijzoeven, op hun dikke banden. Als hij thuis komt,
vraagt zijn vrouwke: Hoe was het op de hobby, schat? Slecht,
antwoordt de wielertoerist: ik ben weer gepest geweest door de Modderfokkers.
Mijn advies: Trek het u niet aan, man, dat pesten op de hobby. Ik maak het elke
week mee. Gelukkig kan ik me soms eens wat afreageren in mijn verslagskes.
Rudy besluit
weer te keren langs Doorslaardorp en binnen te springen in Het Kapelleken,
waarvan de uitbaters jaar na jaar verkozen worden tot allerbeste cafébaas en
cafébazin van Lokeren en omstreken. Kalken was niet meegerekend geworden
geweest, naar ‘t schijnt. Spijtig genoeg laten ze over een maand de zaak over.
Vandaar dat we een afscheid brengen.
Daar treffen
we, toeval of niet, een sympathiek koppel uit het Hussevelde. Jawel, beste
kijker, euh, beste luisteraar, U leest het goed: én sympathiek én uit het
Hussevelde. Zeer onwaarschijnlijk, inderdaad. Ik heb er ook drie keer over
nagedacht of ik dat wel ging opschrijven, want dat heeft de indruk bij de
mensen dat de helft van wat ik schrijf niet waar is. Maar dat is helemaal niet
waar. Want de helft van wat ik schrijf is wél waar. Ik mag zelfs zeggen dat het
supersympathieke mensen waren, want ze trakteren ons ook nog. Het leven kan
soms onverwacht schoon zijn!
Mario
Zondag 23 april
2023. Dendermonde.
Veel wind, en
gene warme. Nog steeds geen lente. Richting Dendermonde. We beginnen met 9 maar
aldra nog maar met 6: Rudy R en diens broer, Ivan R. En dan nog Stefan I, Bjorn
V, Johan VH, ennekik.
Rudy DC ligt in
de lappenmand met polsverzwikking door een geval van zelfoverschatting en
slechte inschatting een paar weken geleden, en Danny en Luc K komen net weer
uit de lappenmand en besluiten met de bees te rijden, zodat daar zowaar 5
mannen (Rudy V, Luc K, Luc uit Sleidinge, Danny F en Johan P) en 5 vrouwen
(Els, Annemie, Nadine, Sabine, inclusief wat jong geweld: Amber) rondtoeren. En
ze zijn ruim op tijd terug ook. Had ik dat maar geweten. Axel vertrekt met de
aas, houdt het voor bekeken, maar kruist ons pad nog eens bij het gevang van
Dendermonde, en eindigt met de bees. Ge moet het maar doen.
Is er al eens
iemand polshoogte gaan nemen hoe het zit met Rudy Clercq? Dat hoeft niet lang
te duren, gewoon effe polsen. Het doet er me aan denken dat Rudy zijn
bestelling in de Beize altijd op dezelfde manier plaatst: “Voor mij ne gewoon
polske, euh pilske, graag.”
Er is trouwens
nog een nagekomen bericht betreffende de huiszoekingen naar doping ten huize De
Clercq. Het blijkt dat er nu tóch prestatiebevorderende middelen gevonden zijn.
Maar er is verder geen gevolg aan gegeven. Marie-Jeanne had nog geprobeerd om ze
weg te moffelen in het schof van haar nachtkastje, maar ze waren duidelijk
bedoeld voor Rudy. De onderzoeksrechter-substituut-procureur
generaal-magistraat-gerechtsdeurwaarder stelde echter vast dat deze duidelijk
niet bedoeld waren om de rijprestaties op de fiets te verhogen. En hij heeft
dan maar beslist om die pillen, gelijk ze zeggen, blauwblauw te laten.
Er zit gelijk
wat tegenspraak tussen sommige Vlaamse gezegden. Een paar weken geleden regende
het zodanig dat iedereen zijn kat stuurde. Daardoor was er die zondagmorgen aan
de kerk geen kat te zien. Euh?
Pieter VDV zag
ik nog toen hij, Stefan, Johan en ik meededen aan de kasseienrit in Roubaix,
maar sindsdien niet meer. Pieter is de tweede van drie broers: Piet, Pieter en
Pietst. Pieter is echt blij dat hij niet de derde was.
Het was bij het
padèllen vandeweek dat er iets Im - Stefan zijn knie - schoot. Het was zijn
meniscus. Raar, want die zat daar eigenlijk al heel zijn leven. Daar was in de
rit van vandaag spijtig genoeg weer niets van te merken, en hij en Rudy R
rijden weer om ter zotst. Wist je dat Stefan lid is van de AA? Dat is nogal
verschieten, hé. Maar het klopt wel: ze gebruiken hem als slecht voorbeeld.
Stefan verkleedt zich op carnaval altijd als biervat. Dan kan hij zich gewoon
laten vollopen.
Ha ja, nog even
meegeven dat ik verleden week Johan zag in de Colruyt. Normaal is Johan de
vriendelijkheid en de sympatiekigheid zelve, een joviale gast. De enige
eigenlijk bij de modderfokkers, buiten mezelf dan. Hij was zijn karretje aan
het volladen met allemaal hetzelfde productje. Allee, ik er naar toe om
goeiendag te zeggen. Dat moet nu ook treffen dat we mekaar hier treffen hé
Johan, zeg ik. Ik vond dat een goeie woordspeling van mezelf toch
eigentlijk, maar Johan kon er gelijk totaal niet mee lachen. Contrarie, hij was
wreed geambeteerd dat hij mij zag. Daar verschoot ik toch van: raar hoe sommige
mensen binst de week juist het tegenovergestelde zijn van de zondag. Maar goed,
ik ben dan niet iemand die gaat aandringen of mezelf opdringen, zo ben ik niet.
Allee, tot zondag dan maar, zei ik, en ik heb hem gelaten waar hij was.
Op de afdeling Incontinentiebenodigdheden.
En dan nog een
gedichtje om af te sluiten:
Wij
Modderfokkers, sommige van de KWBee
delen elke
zondag wel en wee
Neen, het is
niet altijd peis en vree,
maar dat valt
best wel mee
We volgen de
Rudies mak en gedwee
De ene kan al
wat beter dan de andere mee
Awel zie nu,
vooruit, allee
Daar is onze
jongste, den Jeffree
Ja, de beide
Rogiers doen ook mee
De broers Rudy
en Ivan van ‘t Hussevelde, hé
Niet vader en
zoon Etienne en Manuel van den aaveevee
We stoven
mekaar dikwijls eens een pee
En soms ook
drie of twee
De vrouwkes
Els, Nancy, Nadine, Sabine en Annemee
Rijden gezwind
mee met de Bee
Is Ismee haar
meemee mee?
In de Beize
drinken we ofwel warme soep ofwel ijstee*
Dat is dan weer
goed voor Koen zijn portemonnee
Want Koen is
van Menen en die bijt een frang in twee
Moet ge in de
Beize naar ‘t WC
Dan is het
buiten, op de plee
Ik ben thuis
vóór half1, de rest vanaf half2.
Toch echt zot
wat er allemaal rijmt op ie, aa, uu, oo of ee.
En, ahahah,
ohohoh, neeneenee!
Zijt gerust.
Dit gedichtje doet niet mee
Voor de grote
prijs van Melopee
Mario
*Awel ik voor
één keer dan ook, want ik vond niets dat rijmde op Duvel.
Zondag 13
augustus 2023. Kalken, Melle, Moortsele, Munte, Baaigem, Meilegem, Dikkelvenne,
Balegem, St. Lievens Houtem, Bavegem, Westrem, Massemen, Wetteren, Kalken.
Zo ongeveer.
Ivan rijdt mee.
Het is zijn wederoptreden nu zijn ribben weer wat op hun plaats blijven zitten.
Dus we rijden NIET naar Aaigem. Aaigem ligt Ivan niet. Of beter gezegd: Ivan
ligt nogal veel in Aaigem. Tegen de grond. Zeker als het smalle beton ton ton
baantjes zijn. De laatste keer was het weer prijs. Drie ribben gebroken en
zevenentwintig gekneusd. Volgens Ivan dan toch. Zoveel zeer dat het deed.
En al zijn haar
kwijt ook. Aai ja. Dat was al, sorry. Een schone kletsekop is ook niet mis,
zeggen de mensen dan, en ik zal de laatste zijn om dat tegen te spreken. Wie
ben ik om dat tegen te spreken? Maar, in het geval van Ivan, en zeker dat van
Stefan, lijkt het mij ten zeerste geraadzaam om mij in deze van verdere
commentaar te onthouden. Toen Stefan – wiens voornaam gewoon de Nederlandse
vertaling is van die van zijn pa, Etienne* – Imschoot zijn kinderen geboren
werden, waren er mensen die zeiden: O, die lijken goed op hun papa. Och
ja, antwoordde Mady: als ze maar gezond zijn, dat is het voornaamste.
Ivan is een
beetje zoals die Indiaan die plat op de grond ligt tussen de cactussen, met
zijn oor op de grond. En? Vraagt de cowboy die passeert. Zegt Ivan de
Indiaan: Postkoets met 6 paarden, drie zwarte, twee bruine en één wit. Waaw,
zegt de cowboy: Kun jij dat allemaal horen? Neen, zegt Ivan de
Indiaan, die zijn juist over mij gereden.
Niet naar
Aaigem dus, maar we passeren wel in B-aaigem en Balegem. En om het rijtje af te
sluiten, kunnen we dan Bavegem niet links laten liggen, natuurlijk. De rit gaat
tot in Meilegem. De laatste keer dat we daar waren, waren we Axel kwijt en kwam
Koen maar niet opdagen, tot hij dan toch kwam aangereden met een gescheurde
broek en truitje en zijn derailleur paraplu. Van de baan geraakt en in een
pinnekensdraad. Niemand van ons had toen kunnen denken dat dat Koen zijn
laatste rit bij de Modderfokkers was. Hoe raar het kan gaan in een mens zijn
leven. Bedankt voor alle ritten die je met ons meereed, Koen, en voor je altijd
positieve ingesteldheid. Wat kunnen we meer zeggen, jong?
Vandaag kan ik
gelijk aardig mee. Dat komt omdat ik de eerste keer in mijn leven binst de week
ook eens wat bijtrain, Hussevelde brug op en af, gelijk een zot. Dus gelijk
Rudy Rogiers in zijn jonge tijd. Ik doe dat niet graag, want om zo op je eentje
te trainen, moet je je verstand op nul kunnen zetten. Danny en ik kunnen als
enigen bij de modderfokkers ons verstand niet op nul zetten. Ik niet omdat er
bij mij teveel IQ moet over’brug’d worden. Ja, ik kan daar ook niet aan doen,
hé. En Danny kan zijn verstand ook niet op nul zetten. Want het staat al op
nul. Overlaatst ging Danny bij Rudy Rogiers: Ik zou 2 pedalen willen voor
mijn velo, zei Danny. OK, antwoordde Rudy, dat lijkt me een
eerlijke ruil.
Het wordt een
pittig ritje, want kapitein Rudy is na zijn lange verblijf in Frankrijk weer
van de partij en die heeft bovenop zijn natuurlijke aanleg dan ook nog eens
serieus bijgetraind. We hebben het geweten. Het worden in totaal 75 km aan 25,5
km per uur en 300 hoogtemeters, gelijk dat heet. Kunnen het wiel van Rudy
meestal houden: Jan, Stefan, Pieter en Rudy DC. Komen wat achter: ikzelf,
Danny, Johan en Axel. Ivan hield het na een kilometer of 25 voor bekeken en
kwam op zijn terugtocht nog Sabine tegen, waarna zij gezellig samen nog een
kilometer of 20 deden, zorgvuldig beton ton ton baantjes vermijdend.
In de Beize is
het heerlijk toeven op het terras en komen ook nog Rudy V, Els, Nadine en
Annemie aanzetten. En nog Luc O uit Sleidinge, en Luc K uit Kalken, die op de
weg was gaan rijden.
Mario
*Wistjedatje.
De inwoners van de Franse stad St. Etienne worden les Stéfanois genoemd.
Zondag 27
augustus 2023. Baaigem.
Mannekes, mannekes, wa es da
hier van tegenwoordig mee die Modderfokkers. Den ene achter den anderen ligt in
de lappenmand. Vroeger werd er ook al ne keer gevallen, maar in het slechtste
geval waren er wa stukken uit den beton, lagen de kasseien een paar centimeter
dieper of was nen akker half omgeploegd. Nu is't alle keren serieus prijs. Het
begint enkele maanden geleden mee Clercksken. Ergens in Waasmunster geraakt hij
een bergske nie goe boven, zet een beetje ongelukkig zijn hand verkeerd op de
grond met als gevolg 6 weken plaaster en twee en een halve maand buiten strijd.
Net als hij zijn rentree maakt, zet ik nen stommen duik. Resultaat, 4 gebroken
ribben en 2 maand aan de kant. Nu ook ik weer stillekes aan opnieuw begin mee
te fietsen met de grote jongens vind Mario zijn tijd gekomen. Om het met zijn
eigen woorden te zeggen: 'K reeghje door ne droohe plas??? en mij voorwiel
gletste weh. Voor de niet West-Vlamingen onder ons, (ik reed er achter en zag
het gebeuren). Er lag wel degelijk water in die plas en dat wou Mario ontwijken
waardoor hij uitgleed op de modderige zijkant en onderuit ging. Na enkele
minuutjes bekomen terug de fiets op en op 't gemakske richting Kalken.
Aangekomen in De Beize raden we Mario aan zeker geen ijs te vragen om op de
pijnlijke pols te leggen. We weten nog maar al te goed welke rare toeren Rudy
uithaalde toen hij dat een paar maanden geleden wel deed.
O ja, de rit zelf dan. We waren
maar met z'n vieren, Mario dus, Rudy DC, Axel en ik. We vertrokken door de
Kalkense Meersen en reden via Wetteren, Heusden, Melle richting Baaigem om
vervolgens via Merelbeke terug te keren richting Kalken. Johan VH en Jan W
waren samen met Pieter naar Kruisem. Sabine en Els namen Luk ... op sleeptouw,
en Rudy V, Nadine, Danny en dochter Amber Fack hadden de ochtendploeg en waren
al om 8u vertrokken. Luc K deed een ritje op zijn eentje.
Als ik enkele dagen later eens
pols bij Mario hoe het gesteld is met de pols, ligt hij toch ook wel in het
gips zeker!!! Blijkbaar ergens een barst en bijgevolg ook hij enkele weken
buiten strijd. En hij was nog wel zo goe bezig. Al weken zwaar aan het trainen
op de bruggen van Hussevelde en Zomerstraat op en af, tot het zijn,... euh,
voeten uit hing. Alles in voorbereiding naar zijn buitenlandse stage die nu
jammer genoeg in het water valt. (en niet in een droge plas).
Ivan
Zondag 17
november 2024. Vurste.
Het is nog eens Raak. Een
verslagske van de Modderfokkers. Ja hoor, wij zijn nog elke zondag op weg, soms
maar met een man of 5, maar de laatste weken weer makkelijk met zijn tienen of
zelfs meer. En zelfs met wat verjonging en verjeugdiging, al waren we al
kinderachtig van onszelf. En het is niet zomaar een beetje verjonging. Met
Mathias de Kraanman (28 jaar) en Pieter (prille dertiger) was de leeftijd al
serieus naar beneden, vergeleken met al de 50- en 60-plussers, en zelfs twee
65-plussers. Maar nu rijdt ook Warre uit de Bieststraat mee, voor de tweede
keer al. En, beste luisteraar, lees het volgende luidop, en maak dan mee wat
het is om uw eigen oren niet te geloven: Warre is dertien jaar oud! En dat
gastje rijdt al voor de tweede keer mee met de grote mensen gelijk het niet is.
Ritten van over de 60 km, over vettige straten en nog vettiger wegels, aan 25
gemiddeld. Gewoon niet te geloven. En dan zoudt ge zijn wheelies moeten zien.
Daarenboven kan dat manneke wel tegen een stootje: ten eerste zo een zware rit
uitrijden zonder enig probleem, en ten tweede in zijn korte broek en zonder handschoenen,
daar waar wij allemaal goed ingepakt aan de start verschijnen. Allez, om juist
te zijn, zoals de rest van dit verslag trouwens: Axel rijdt ook heel het jaar
in korte broek, maar dat is dan ook een kloeke.
Dat er geen verslagskes meer
zijn, heeft zo zijn reden: er wordt zodanig rap gereden dat ik nog meer tussen
mijn kader hang als vroeger, zodanig rap dat er ook geen tijd meer is voor hier
of daar een scheve opmerking, en als er dan toch scheve opmerkingen zijn,
onthou ik ze niet meer tot thuis! Het is den ouderdom, mensen. Tja, alles heeft
een eind. Behalve een worstje (1).
We staan met 10 aan de kerk:
Axel, Pieter, Warre, Johan, Rudy DC, Rudy R, Ivan, Luc, Stefan, en
ondergetekende. Luc rijdt al een paar weken met zijn gravelbaaik, en kan dan
ongelooflijk hard uithalen met die grintveeloo, een halve koersvelo, als er een
strook grint of gravel ligt. Kwestie dat er niet teveel putten mogen zijn voor
meneer.
Pieter heeft een ritje
uitgestippeld richting Vurste en we doen veel schoon wegelkes waar ik niet
eerder reed, of waarvan ik het me niet meer herinner, dus dat komt op hetzelfde
neer. Sommige wegels liggen mooi droog, andere supervet, en dan ontwijkt Pieter
nog een paar verzopen moeraskes, zoals in Melsen en Schelderode. En het is raar
dat het overal nog zo modderig ligt, zelfs op straat, want zo erg heeft dat de
laatste maanden nu ook weer niet geregend. Komt dat misschien door de
landbouwbedrijfsleiders die met hun kleine trakteurkes met mini-karretjes
erachter de maïs, patatten en bieten binnen halen?
Het eerste deel van de rit is
tamelijk technisch, het middendeel bevat veel korte klimmekes en het derde deel
is de terugweg aan tamelijk stevig tempo.
Ik raak achter in de technische
stukskes in de omgeving van Melle, in de bosjes rond de Ringvaart. Een groot
stuk van die kronkelende op-en-af parkoerskes heb ik nog nooit gedaan. Pieter
en Warre, die veel jonger, veel technischer, veel onbesuisder zijn (2), en dat
daar blijken te kennen ook nog, rijden ervandoor. Ik hou de anderen achter mij
op, want het is een single track en niemand kan me voorbij. Als we terug op
bredere baan komen, mag ik het horen. Ja, zegt kapitein Rudy R, we
hadden willen volgen, maar er zat er één tussen die teveel zijn billen toe-neep
en daardoor de rest ophield. Ik ga zijn naam niet zeggen, maar ze begint met
een M.
Er is een tweede goeie reden om
nog eens in de pen te kruipen, naast het nieuws dat we een nieuw veelbelovend
talent in ons midden hebben. Er is nog eens een valpartij, dat gebeurt ook niet
veel meer. Op een vettige diepte juist voor mij zie ik een grote zwiep van een
grote velo, gevolgd door een grote vloek. En juist, slimmekes: Die vloek zie ik
niet, maar ik hoor die. Ik zal geen naam noemen, maar zowel zijn voor als zijn
achternaam beginnen met een R. Te weinig profiel op zijn banden, zegt
zijn broer Ivan, kijk eens naar mij, ik heb dikke noppen. Wij
veronderstellen dat Ivan het over zijn banden heeft. Tja, Rogiers noemen en dan
een Russische voornaam hebben die begint met ‘I’, daar komt weinig goeds van.
Op de terugweg, even voorbij
Moortsele merkt Stefan plots op: Hoe, wij zitten wij hier in de
West-Vlaanders zekers!? Eerst denk ik dat Stefan denkt dat we in Moorsele
of Moorslede zijn in plaats van in Moortsele (4), maar dan riek ik het ook. Neen,
Stefan, leg ik uit, het is gewoon een varkensstal dat we passeren. Tja,
het was een slecht geurtje dat Stefan zijn-neus-Imschoot, en dan wordt hij
lichtjes racistisch. Stefan, jongen, voor ons West-Vlamingen, zoals mijzelf en
zoals Koen van uw favoriete herberg, begint Oost-Europa net ten Oosten van de
lijn Maldegem-Aalter-Deinze. Wij kunnen wij daar ook niet aan doen, hé, maar
wij houden dat meestal voor onszelf.
En uitspraken gelijk Ivan doen
wij ook niet, of toch niet dikwijls. Want, nadat we door een nogal goed bemeste
modderzone zijn gereden, maakt Ivan volgende diepzinnige filosofische
bedenking: “Als ik naar str.. had willen stinken, dan had ik zelf wel in mijn
broek ge…”. We schrijven ze alleen maar op.
Nog verder op de terugweg,
tussen Gontrode en Kwatrecht trek ik kop aan 30 per uur. Kwestie dat het wat
vooruitgaat, dat we nog wat tijd hebben om al de modder en mest door, euh, weg
te spoelen, met een beteke alkool (in mijn geval dan toch). Mario krijgt de
Duvel in zijn kop, zegt RR. Vanaf Kwatrecht over Wetteren tot in Kalken
neemt Pieter over, aan 34 per uur. Warre moet met zijn klein vitesseke heel
snel de beentjes ronddraaien aan dat tempo. Als Rudy DC, ofwel koptrekker ofwel
duwer achteraan het peloton, hem een extra duwke wil geven, is Warre duidelijk:
Nee, nee! Hij wil absoluut niet geduwd worden.
In de Beize zit Johan
broederlijk naast Warre. Johan is 65, dus víjf keer zo oud! Oftewel: Een
verschil van 52 jaar. Een dubbel wonder: ten eerste, dat iemand zoooo oud en
afgeleefd als Johan, die er zo afgepeigerd uitziet en die beter bij de Okra zou
fietsen, nog altijd meerijdt met deze bende zotten en ten tweede dat een
manneke van amper 13 ook al meerijdt. We zitten met een serieus probleem,
zegt kapitein Rudy: Warre wordt elk jaar ouder, maar wij ook.
PS. Als er nog jonge gastjes
zijn die zoals Warre de zondag willen meerijden, ik zou zeggen: mannekes, weest
welkom en contacteer gelijk welke Modderfokker, BEHALVE Danny! Niet doen!
Mario
Voetnoten
1. Dat heeft er twee.
2. Hier zouden Danny of Ivan
toevoegen: “én VEEL sympathieker”, maar je moet nooit iets geloven van Danny of
Ivan.
3. En in het midden staat er
‘ogier’, maar zoals gezegd, ik noem geen namen.
4. Naast Moortsele (in
Oosterzele), Moorsele en Moorslede (beiden bij Wevelgem in West-Vlaanderen), is
er ook nog Moorsel, bij Aalst en Moorsel, bij Tervuren. En vergeten we ook
Mortsel bij Antwerpen niet. Wat je allemaal niet te weten komt in de Kraak.
Zondag 26
januari 2025. Naar ergens, maar ik weet niet waar. Want ik reed niet mee tot op
het einde.
Het is gelukt. Ik ben nog eens
uit mijnen nest geraakt. De voorbije weken heeltegans geen goesting, geen fut.
Dit jaar nog niet gelukt. De laatste keren van verleden jaar teveel afgezien,
omdat ik niet meer meekan met het tempo. En dan was het de eerste weken van
2025 nog verschrikkelijk beu weer. En dan iedere keer kwaad zijn op mezelf als
ik lees hoeveel man wel de koeraasj hadden om in dat triestig weer te gaan
afzien. Het is gelijk de Brusseleers zeggen: “Der is nen tet van komme en der
is nen tet van goan” en ik vrees dat mijn tet van gaan ver gekommen is. Twierd
eens tijd, zeker.
Maar kijk, ik sta zelfs als
eerste om stipt 8 uur 29 minuten en 30 seconden aan de kerk. Een halve minuut
later slaat de kerketorenklok één keer. Nog een halve minuut later arriveert
Johan, uit Destelbergen. Ge zijt te laat, zeg ik. Om te lachen
natuurlijk, want Johan is altijd zijn eerste, al komt hij van verst. Dan vallen
de duiven één voor één binnen. Ook Warre komt binnengewarreld. Het is wachten
tot 8 uur 43 alstublieft vooraleer ook de kapitein arriveert. Vorige keer stond
hij met een platte band, de keer daarvoor had hij zich miskeken op de klok,
deze keer werd hij geconfronteerd met plotse trans(h)itproblematiek. Even
vreesde ik dat er een keizersnee aan te pas ging komen, lacht Rudy.
Chia-zaadjes, Rudy, chia-zaadjes! En een andere suggestie: Gewoon een kwartier
vroeger opstaan.
Uiteindelijk staan aan de start:
Axel, Warre, Johan, ik, Pieter, Rudy R, Rudy DC, Ivan en Luc.
Stefaan is er niet. Zou hij gaan
padellen zijn? Of zit hij met een tenniselleboog van het padellen? Is dat
dan een padellellellelleboog? vraag ik mij af. Volgens Ivan is dat gewoon
een padelleboog.
Het is twee graden, maar het
voelt toch veel beter aan dan de voorbije zondagen, vind ik. Toch is het kouder
dan gedacht, en Axel staat er zelfs met lange broek. De kou is niet zijn weer,
zegt hij, maar hij rijdt wel bijkanst de hele winter met korte broek. Verstaat
u daaraan. Maar er is niets geen rijm, geen gladde plekken, geen gladdigheid.
Alles veilig! We groeten zelfs het zonneke, al geeft ze geen spetter warmte.
Het eerste halfuur is het afzien
van de kouwe vingers, zie ik ook bij de anderen als ze hun handen proberen warm
te kloppen. En ik voel dat ik het tempo niet te lang ga volhouden. Tot overmaat
van ramp gebeurt er een ramp. Tussen Wichelen en Schellebelle slaan we af naar
Bruinbeke en moeten we de spoorweg kruisen. Ik hoor Rudy R, op kop, nog roepen:
‘Pas!’, en, Boenke!, weeral eens keihard op mijn muile. Rudy zijn ‘op’ heb ik
niet eens meer gehoord, zo snel was mijn voorwiel onderuitgeschoven. Keihard op
mijn linkerzijkant. Kop, schouder, pols, bil, alles doet zeer. Voor een keer
dat ik een bril op heb, tegen de lage zon, schendt die mijn voorhoofd. Warre
blijft als bij wonder recht, maar daar verschieten wij niet meer van. En dat
Luc nooit valt, dat weten we ook, zo een athleet. Met zijn gravelbaaikske,
pfff.
Een geluk van mijn helm of er
stond hier geen verslagske. En als er wel een verslagske had gestaan, zou het
als volgt geklonken hebben: Fwanny Fwack fwas ew weel fnie wij, fwat fwapelt
el foch fwet fwem? En Fwaffias en Fwennef waren er oof nie. Of er zou
totaal absurde zwans gestaan hebben, zoals bvb. Fwanny Fwack if een eel
fwympfafwieke mens. Ik ben serieus groggy. Rudy Clercq die te voet mijn
velo van de sporen haalt, valt ook bijna, zo glad is het. Hij is nog maar net
van de sporen, of de overweg begint te sluiten.
Alle spoorwegovergangen zijn nu
uitgerust met een soort zwart plastiek met boebelkes (let er eens op als je nog
een spoorweg kruist!). Materiaal dat dus, zelfs als het niet echt zwaar
gevroren heeft, spekglad wordt en blijft. Daar gaan nog echt zware accidenten
mee gebeuren, dat ik het zeg.
Mag ik de NMBS hierbij verzoeken
al hun duizenden spoorwegovergangen te vervangen? Dat is gewoon
levensgevaarlijk. Mocht ik alleen geweest zijn, zonder helm, even buiten
westen, dan was ik nu ook plat geweest, of in duizend stukskes. En nog een
nieuwe velo mogen kopen op de koop toe!
Ik besluit dan toch maar om
verder mee te rijden na 10 minuten pijn verbijten. Nog een geluk dat we op
tijd vertrokken zijn, zeg ik. Ik hou het nog uit tot voorbij de sporthal
van Erpe Mere, al moet ik zeggen dat dat alleen maar mogelijk was dankzij de
ondersteuning door Rudy DC en Pieter, bij de klimmekes. Elk watje telt,
zegt Pieter. Ja, als het dat is wat ge van mij peist, gast, denk ik, dan
heb ik toch liever dat ge mij niet meer duwt, zunne. Maar Pieter bedoelt: Elk
Wattje, zoals in Voltje, Ampèreke of Oompje.
Als we even moeten stoppen om
Warre bij te pompen (euh, Warre zijn voorband), zegt Johan, Amai, dat is
hier weeral serieus tempo op die klimmekes. Bwah, zeg ik, ik vind
dat dat nogal meevalt vandaag. Hahaha!
En mijn drinkbus zit nu niet
meer in mijn voorste drinkbushouder, maar in mijn achterste (drinkbushouder,
voor alle duidelijkheid). Ge moet niet vragen wat een klop dat daarjuist
geweest moet zijn, zeg ik. Ha, maar, zegt Rudy DC, uw drinkbus
was uitgevallen op de spoorweg en ik heb die daarin gestoken. Diene loopt
daar dan nog in, ook, in mijn gezever! Hahaha!
Wat is fietsen met de
Modderfokkers toch altijd grappig en ontspannend!
Als ik anderhalf uur later
alleen in de Beize aankom, zie ik er verschikkelijk uit blijkbaar. Anders ook
natuurlijk, maar deze keer is het nóg erger. Koen verschiet zodanig, dat hij
erop aandringt om mijn hoofdwonde te ontsmetten. Amaikes nog nie, wie had dat
ooit gepeinsd. Nadine, probeer ik, mijn linkerbil is er eigenlijk
veel erger aan toe, maar Nadine gebaart van pijkens.
Johan ziet er ook
verschrikkelijk uit als hij toekomt. Anders ook natuurlijk, maar deze keer is
het nóg erger. Op de terugweg in Massemen is hij stoemelings ten val gekomen,
met helmbreuk en schade, ook aan linkerzij en -schouder, tot gevolg.
Dat is toch geen sport meer voor
65-plussers, hé, Johan, zeker niet binst de winter. Alhoewel, ook nog Luc O en
Rudy V deden een rit, en ook Annemie en Els (deze laatste weliswaar belange nog
geen 65+). Straffe madammen, zunne. Annemie en Els, bedoel ik, hé.
Voor wie het nog niet wist, de
Modderfokkers zijn ook een club van eminente vooraanstaande ‘letter’kundigen.
Tijdens de nabespreking van de rit, wijst Rudy R ons op het bestaan van het
woordje ‘letter’, in de betekenis van ‘minder’ of ‘kleiner’. Niet veel mensen
kennen dat nog. Misschien is ‘letter’ verwant aan het Engelse ‘little’, voeg
ik, zelf een intellectellectueel zijnde, nog toe. In plaats van ‘Klein,
kleiner, kleinst’, is het dan ‘Let, letter, letst’. Dat doet dan weer denken
aan: klets, kletser, kletst. En dat is dan weer synoniem aan Ivan, Ivaner,
Stefaanst.
Mario
Zondag 13 april
2025. Merelbeke, Munte, Gijzenzele, Kwatrecht.
Kapitein Rudy Rogiers is VIPs
(Very Impotent Peoples) aan het rondrijden in Parijs-Roubaix en daarom neemt
Pieter het op zich om de rit uit te stippelen. Hij rijgt enkele van de mooiste
stukjes Merelbeke, Bottelare, Munte, Gijzenzele en Kwatrecht aan elkaar,
inclusief het Gentbos. We rijden op een droog en snel maar toch soms technisch
parcours van 60 km, dat toch 60% off road is, aan een gemiddelde van 23 induur.
Ja, we kunnen het nog. En mijn beentjes waren goed, want ik rij er op een lang
ambetant stuk vals plat met windop zelfs eens Warre af, wat me in de maanden
dat dat manneke nu al meerijdt nog nooit gelukt was.
We zijn met een hele bende.
Naast Pieter en Warre, ook nog Ivan, ouderdomsdeken Johan, Matthias (beter
gekend van het album van Suske en Wiske: De Kranige Kraanman), Axel, Stefaan,
Danny en Rudy DC. O ja, ook nog Kenneth, kampioen van net (niet) op tijd komen,
die nog komt aansluiten als we al op weg zijn. In supervorm zoals altijd. Axel
rijdt de ganse rit uit, alhoewel hij nog maar enkele weken geleden onder het
mes moest.
Het eerste halfuur is Danny weer
zonder ophouden aan het tetteren. Hij heeft weer wat last van zijn ADHD (1). En
wij ook.
Warre is als jonge snaak van net
14 niet op zijn mondje gevallen. Aan een smalle doorgang wachten de eerste vier
even verder op de rest, maar die komt er maar niet door. Volgens Warre komt dat
omdat Danny te dik staat en is blijven hangen in de te smalle doorgang waardoor
de achterkomers ook niet meer door konden. Dat ik het niet ben die dat gezegd
heeft!
Aan Hoek ter Hulst tussen
Moortsele en Oosterzele, ter hoogte van de stoeterij Ter Hulst, zijn we Danny
kwijt. Stefaan belt hem: ‘Danny, we staan aan die stoeterij’. Maar Stefaan,
jongen, zeggen wij, geen zo moeilijke woorden gebruiken voor Danny. ‘Danny’,
zegt Stefaan, ‘we staan aan die manège’. Maar Stefaan, jongen, zeggen wij,
Danny zijn Frans is ook niet zo goed. ‘Danny’, zegt Stefaan, ‘we staan aan dat
paardenstal’. En zie, daar is Danny al.
Ook Pieter probeert zijn
steentje bij te dragen aan de opvoeding van Warre. Bij het kruisen van wat
ruiters te paard, waarschuwt Pieter: ‘Warre, je moet in het leven van twee
dingen oppassen: van het achterste van een paard en van het voorste van een …’,
euh, door de wind kon ik niet goed horen wat dat juist was. Maar je moet van
nog iets oppassen, Warre, zeggen wij: van achter Danny te rijden, want dan
verdriedubbelt je kans op vallen.
En even later gebeurt het dan.
We dalen de Betsberg af, off road aan de westkant, voorbij enkele bunkers, een
single track, de St. Annawegel. Ik zie het jong geweld, Pieter, Stefan (nou ja)
en Warre, naar beneden zoeven, terwijl ik achter Ivan het rustiger aan doe,
genietend van de vérgezichten en van het genot van een fantastisch mooie en
beetje technische afdaling. Plots springt Ivan, midden in de afdaling, van zijn
velo. Wat krijgt die nu? Dan zie ik het: Warre ligt languit op zijn rug in de
diepe greppel naast de smalle wegel. Bij het ontwijken van een stroombonk, euh,
van een boomstronk, is hij eventjes in het gladde gras geraakt en het is een
feit: Warre De Ruyck zet zijn eerste stuik. En hij reed niet eens achter Danny.
Het eerste wat Warre vraagt: ‘Is er niets aan mijn fiets?’. Ten eerste, Warre,
zo rap kunnen wij dat niet zien, en vooral: dat is nu het minste van onze
zorgen. Dat er niets hapert met onze mascotte, de jongste, meest getalenteerde
en de op één na (2) sympathiekste Modderfokker, dat is voor ons het
allerbelangrijkste. Het lijkt nog mee te vallen. Zijn stuur is in zijn
liesstreek geknotst en het wordt pijn verbijten gedurende de rest van de rit,
maar Warre is nen taaie en geeft geen krimp. Alleen zijn ego kreeg een deuk,
wat eigenlijk nooit kwaad kan. Bij ons Modderfokkers komt de val voor de
hoogmoed.
Rudy DC legt in de Beize dan nog
eens het verschil uit tussen ‘gratis’ en ‘voor nieten’. Hij doet dat door de
opvoeding van mijzelf te vergelijken met die van Danny: ‘Mario is gratis naar
school geweest’, zegt Rudy, ‘en Danny voor nieten’.
Els en Sabine zijn de enige
dames vandaag, en Luc K komt in zondags tenu ook nog eens gedag zeggen.
Stefke is er 53 jaar en 9 maand
geleden Imgeschoten en verjaart dus vandaag. Voor mij weeral een Duvel voor
nieten, uch, voor gratis.
Mario
1. ADHD is de afkorting van:
Allez Danny, Hola Danny
2. Als ik meerij dan toch.