Zondag 16 januari 2000. Plaatselijk.

Eerste verslag mountainbike, verschenen in de Kraak van februari 2000.

(Voetnoten 1-5 werden toegevoegd door Mario (Februari 2015))

 

K.W.B. Moutainbiketeam.

U wist het reeds of misschien nog niet, maar K.W.B. Kalken heeft sinds enkele maanden nu ook een moutainbiketeam.1

Er wordt elke zondag om 9 u. aan de kerk van Kalken gestart. Rudy Rogiers stippelt elke zondag een route uit die we dan volgen. Wij hebben reeds een uitrusting die ons werd geschonken door VERGEYLEN Rudy bvba, Dendermondsesteenweg 39 Kalken, Keuken-Bakdamer-Inbouwkasten, alle maatwerk, eigen fabricaat. Langs deze weg willen alle mountainbikers u bedanken, Rudy.

Na de rit drinken wij telkens een goeie pint in café VRIJGEWEIDE en bezorgen Nele zo iedere week de nodige kilo’s modder die ze dan waarschijnlijk in haar moestuin gooit. Volgend jaar zal ze de mooiste groenten oogsten van gans de streek.

Zo vertrokken we op 16 januari met 13 deelnemers. Er waren 2 nieuwe, jonge deelnemers bij, Pieter Van Eeckhout en Sammy Vergeylen. Sammy is zelfs zo een natuurtalent dat hij in de bossen van Overmere vond dat zijn fiets niet vlug genoeg ging en hij zijn eigen fiets voorbijstak, zodat hij gratis een modderbad kreeg. Pechvogel van de dag was Raphael Verstuyft, die door een defekte ketting de strijd moest staken. De rit ging via Kalken, Ovemere, Berlare, Uitbergen en terug Kalken en was 37,5 kilometer lang. Hiervoor hadden wij 1 uur, 54 minuten en 45 seconden nodig.

P.S.: Wie zin heeft om mee te rijden en K.W.B.-lid is of het wordt, want nieuwe leden zijn welkom, moet op zondag om 9 u. aan de kerk van Kalken paraat zijn. Franky De Cock.

 

1. Eerste rit was begin september 1999.

 

Zondag 30 januari 2000. Wij zijn vertrokken met 8 deelnemers voor een afstand van 33,5 km. De rit ging van Kalken, via Overmere, Zele, Berlare, Uitbergen, Overmere, terug naar Kalken. Er was 1 nieuwe deelnemer bij, Roels Tim. Deze jonge knaap is 13 en vastberaden om wielrenner te worden. En er moet gezegd worden dat Tim goed rijdt, want wij zijn er niet in geslaagd om hem los te rijden. Tim ging van begin tot het einde mee met de eersten. Waarschijnlijk hadden wij zaterdagavond te diep in het glas gekeken en te weinig aan onze fiets gedacht of de verkeerde doping genomen. Er zaten enkele nieuwe stukken in waarvoor je uw technische gaven met je fiets moest bovenhalen, zodat velen kennis gemaakt hebben met de grond. Rudy Rogiers staat dan zo heimelijk te grinniken en wij weten niet van welk land we zijn. Wie een tip heeft om hem eens te strikken zal beloond worden bij Nele met een stevige pint. Franky.

 

Zondag 6 februari 2000. Een record aan deelnemers, namelijk 16. De rit ging via Kalken, Lokeren, Zele, Berlare, Overmere, terug naar Kalken en was 43 km lang. Het was de dag van de valpartijen, waarschijnlijk omdat iedereen naar elkaar zat te kijken wie in de aanval ging en zo zijn voorganger uit het oog verloor en der prat tegenknalde met alle gevolgven vaniden. Rudy Rogiers was de pechvogel van de dag. Na 1 km knalde zijn voorwielvelg open, blokkeerde zijn voorwiel en ging hij overkop. Gelukkig had hij zich niet gekwetst en kon hij na herstelling van zijn fiets2 de rit verder zetten. Franky.

 

2. Hoe doe je dat met een velg die opgengeknald is?

 

Zondag 13 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers aan de kerk voor een rit van 55 km. De rit ging via Kalken, Beervelde, Lochristie, Lokeren-Oudenbos, Zele, Berlare, Uitbergen, terug naar Kalken. Het was voor iedereen een zeer zware rit. Modder en wind maken het moeilijk. Tim Roels zat zo kapot dat hij in de laatste 500 meter het brugje niet meer zag en in de beek belandde. Volgde hij misschien zijn schaduw? Raphael Verstuyft, Danny Fack en Rudy Rogiers waren vandaag beresterk, EPO genomen of samen in afzondering geweest of Valentijn gevierd? Er was vandaag ook een nieuwe deelnemer, Thierry Van Damme. Franky.

 

Zondag 20 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers aan de kerk voor een rit van 40 km. De rit ging via Kalken, Laarne, Heusden, Melle, Wetteren-ten-Ede, Laarne, terug naar Kalken. Modder en water was er genoeg, vraag maar aan Frank Hanselaer, Tim Roels en Mario Vaneechoutte. Ik denk dat Frank en Mario deze week geen valentijnsgeschenkje aan de vrouw hadden gegeven, want deze hebben vandaag extra hun best gedaan om de mooiste valpartij te hebben. Waarschijnlijk zagen zij in elke plas een foto van hun vrouw en doken er dan prat in om ze zo een zoen te geven. De pechvogel van de dag was Geert Bracke. Zijn versnelling draaide in zijn achterwiel en zo moest hij de strijd staken. Rudy heeft hem dan geduwd en samen zijn wij dan huiswaarts gereden, want samen uit, samen thuis, dat is onze leuze. Met thuis bedoelen wij wel café Vrijgeweide. Franky.

 

Zondag 27 februari 2000. Om 9 u. stonden 12 deelnemers klaar voor een rit van 37 km. De rit ging via Kalken, Overmere, Zele, Berlare, Uitbergen, terug naar Kalken. Iedereen ging vlot mee, zonder al te veel valpartijen, en bereikte vlot de aankomst. Waarschijnlijk was iedereen 100% gemotiveerd door gisteren naar de ‘Omloop van het Volk’ te kijken en zaten er 12 Johan Museeuws op de fiets. Toch wel een speciale vermelding voor Marc Roelandt, die voor de eerste keer3 de volledige rit heeft uitgereden, proficiat. Ik heb hem wel zaterdag opgemerkt in de kasseistrook de Vogelzang en heb gezien dat Museeuw hem iets heeft toegeroepen, of dat dit er nu iets mee te maken had? Franky.

 

3. Bij mijn weten ook de enige keer.

 

Zondag 5 maart 2000. Om 9 u. stonden 10 deelnemers klaar voor een rit van 41 km. De rit ging via Kalken, Beervelde, Destelbergen, naar Oostakker. Daar was een parcours rond een vijver met enkele pittige stukjes in. We hebben er 4 rondjes gedaan en zijn dan via Lochristi, Beervelde, Laarne, teruggekeerd naar Kalken. Ik denk dat Rudy Rogiers vroeger veel lieven heeft gehad, want waar die altijd de plekjes uithaalt …

Dirk Hanselaer was er voor de eerste keer bij en het is hem zo goed bevallen dat hij hem direkt een nieuwe fiets heeft besteld, welkom Dirk. Zijn broer Frank is ook een vaste deelnemer. We zullen ze dus in het oog moeten houden dat ze geen afspraken maken. Iedereen is zonder problemen tot in het Vrijgeweide gefietst. Marc Roels, de vader van Tim, heeft ons de ganse rit gevolgd en heeft enkele flitsen van ons kunnen opnemen met een videocamera, bedankt. Franky.

 

Zondag 12 maart 2000. Met 15 deelnemers zijn wij om 9 u. aan de kerk vertrokken voor een rit van 39 km. Wij zijn via Kalken naar Wetteren gereden, meerbepaald naar de Zandbergen. Daar heeft iedereen zijn hart kunnen ophalen. Maar lastig, iedereen heeft daar in het ‘rood’ gereden en is minstens 1 keer gevallen. Van daaruit zijn wij dan naar Schellebelle, Uitbergen, Berlare, Overmere, terug naar Kalken gefietst. In het Vrijgeweide hebben wij samen gerecupereerd van de inspanningen met een stevige pint. Franky.

 

Zondag 19 maart 2000. Met 11 deelnemers zijn wij om 9 u. vertrokken voor een rit van 40,5 km. De rit ging via Kalken, Wetteren (de Zandbergen), Serskamp, Oordegem, Smetlede, Serskamp, Schellebelle, Uitbergen, Overmere, terug naar Kalken. Johan De Wilde was er voor de eerste keer bij en was tevreden zodat hij van plan is elke week te komen, welkom Johan. Alles is normaal verlopen, buiten de lekke band van Franky De Cock (had dringend een rustpauze nodig), zodat wij om 11:45 onze eerste pint bij Nele konden drinken. Franky.

 

Zondag 26 maart 2000. Wij waren met 11 deelnemers en hebben een afstand afgelegd van 50 km. Eerst hebben wij de fietstocht gedaan voor Levenslijn. Deze was 25 km lang. Daarna zijn wij nog voor 25 km de velden van Kalken, Overmere, Berlare, Uitbergen en terug Kalken ingetrokken. Er was een nieuwe deelnemer, Stijn Hebben. Welkom Stijn en nog veel fietsgenot. Wanneer wij terug kwamen in het Parochiehuis, na onze Levenslijntocht, vernamen wij het droeve nieuws dat een van hun wielertoeristen, Marcel Cours, was omvergereden door een auto en aan zijn verwondingen was overleden. Langs deze weg willen wij onze innige deelneming betuigen aan de familie Cours. Franky.

 

Zondag 2 april 2000. Met 11 deelnemers hebben wij een afstand afgelegd van 38,5 km. De rit ging via Kalken, Lokeren, Zele, Berlare, Overmere, Uitbergen, terug naar Kalken. Iedereen is tegenwoordig goed getraind, want er zijn bijna geen valpartijen meer en de groep blijft goed samen. Buiten de lekke band van Geert Bracke is er niets noemenswaardig gebeurd. Misschien is dit volgende week anders. Franky.

 

Zondag 9 april 2000. Vandaag hebben wij met 13 deelnemers de blauwe en rode mountainbikeroute in Laarne en Kalken gevolgd. Deze zijn samen 45,3 km lang en hiervoor hadden wij 1 uur en 55 minuten nodig. Patrick Van Eeckhout was met een lekke band de pechvogel van de dag. Rudy Vergeylen, een vaste deelnemer, kan al enkele weken niet meedoen vanwege een hernia. Langs deze weg wensen wij hem een spoedig herstel en mag hij dan snel zijn plaats terug in onze groep innemen. Franky.

 

Zondag 16 april 2000. Een rustige rit van 42,6 km doorheen de Kalkense Meersen en de bossen van Berlare. Wij waren met 9 deelnemers die bijna allemaal minstens 1 keer gevallen zijn vanwege het drassige parcours. Franky.

 

Zaterdag 22 april 2000. Omdat het op 23 april Pasen is en wij op deze dag niet kunnen fietsen, want dan komen de Paasklokken met allerlei lekkernijen, hebben wij op 22 april een mountainbikeroute gevolgd in Gooik. In Gooik, het Pajottenland, is het heuvelachtig en dus knokken geblazen. De route is 43 km lang en de regen van de voorbije dagen maakte het loodzwaar. De modder bleef aan de fietsen kleven en het was zeer glibberig. Valpartijen, gelukkig zonder gevolgen, bleven dan ook niet lang uit. De mooiste was wel voor Tim Roels. Deze slaagde erin kopje onder te gaan in een beek die toch 1 meter lager lag dan de route. Tim was vlug op het droge, maar voor de fiets heeft het iets langer geduurd. Er was man en macht nodig om die uit de lager gelegen beek te halen. Daarna is Tim nog wel een viertal keer gevallen, om zeker zijn naam in de Kraak te lezen. Het was ook de dag van de lekke banden, Danny Fack (2), Johan De Wilde (1) en Bart Van Hecke (1). Na 2 uur 36 minuten was iederen aangekomen en vonden ze het een zeer mooie maar zware route. Iedereen zat onder de modder, maar geen probleem want er zijn daar gratis douches ter beschikking. De fietsen werden afgewassen en afgespoeld. Tim Roels had echter wel nog een probleem, want hij had zijn propere kleren thuis vergeten. Het is te hopen, als hij volgende zaterdag zijn eerste wielerwedstrijd rijdt, dat hij zijn fiets niet vergeet. Iedereen wenst hem veel succes langs deze weg. Na een lekkere spaghetti, daar ook te verkrijgen, zijn wij samen huiswaarts gekeerd en was de conclusie dat het zeker voor herhaling vatbaar was. Franky.

 

Zondag 30 april 2000. Met 5 deelnemers zijn wij nieuwe routes gaan zoeken in Serskamp en Smetlede. Er waren niet veel deelnemers vanwege het lange weekend en nogal wat families trekken er dan een weekendje op uit. Wij reden 2 uur 2 minuten en hadden een afstand afgelegd van 45 kilometer. Er waren 2 lekke banden, één voor Rudy Rogiers en één voor Raphael Verstuyft. Net nu wij maar met 5 waren is Rudy Rogiers als enige gevallen, niet te geloven hé. Elke week zit hij heimelijk te lachen als er iemand valt en nu hij eens valt zijn wij met zo weinig deelnemers. Tim Roels had zaterdag 29 april zijn eerste wielerwedstrijd gereden en was vijfde geëindigd op 48 deelnemers. Proficiat vanwege alle mountainbikers. Franky.

 

Zondag 7 mei 2000. Om 9 u. stonden 13 deelnemers klaar voor een rit van 47 kilometer. Het was ongeveer dezelfde rit van vorige week. Er waren 2 nieuwe deelnemers, Arsène Wulteputte en Joris Rogiers. Welkom en nog veel fietsgenot. Na 2 uur 22 minuten zaten wij gezellig een pint te drinken op het terras van het Vrijgeweide. Frank Hanselaer was zo fier dat Anderlecht kampioen is (hij is een trouwe supporter), dat hij een Anderlecht-bandana droeg. Hij reed dan bijna konstant op kop, tot in Serskamp. Daar is een veldwegel waarin het gras wel 50 centimeter hoog staat en er plots een haakse bocht is van 90° 4. Neem je rechtdoor, dan beland je 1 meter dieper in de beek. En wat denk je, wanneer hij die bocht moest nemen, dacht hij aan de lambada in plaats van zijn bandana, gevolg, over zijn stuur, Frank en zijn fiets de beek in. Gelukkig had hij zich niet bezeerd en kon hij de rit verder zetten. maar als eerste hebben wij hem niet meer geizen. Zat hij met een lambada-erek …? Er waren 4 lekke banden, 2 voor Bart Van Hecke en 2 voor Dirk Hanselaer. Ik denk dat Rudy Rogiers veel moet verdienen aan die binnenbanden want wekelijks heeft hij er enkele nodig. Hij is wel de man die de lekke banden steeds vervangt, terwijl de rest een beetje op adem komt. Franky.

 

4. Een haakse bocht van 45°, dat zou pas iets speciaals geweest zijn, zie!

 

Zondag 14 mei 2000. Met 11 deelnemers gestart en met 10 geëindigd. Patrick Van Eeckhout moest al vlug afhaken door een spierscheuring, opgelopen bij het voetbal en deze was nog niet volledig hersteld om vlot mee te fietsen. Nog een beetje rusten en dan verwachten wij u terug in onze groep. In 1 uur 56 minuten hebben wij 47,5 kilometer afgelegd en zonder platte banden. Wij hebben de route van Laarne gevolgd en in Heusden overgegaan in de route van Destelbergen. Mario Vaneechoutte en Raphael Verstuyft hadden snijbonen gegeten. Van Rudy zijn wij dat gewoon, met andere woorden, er zat tempo in. Bart Van Hecke zag in Heusden even de weg niet meer en ging onderuit. Rudy Vergeylen zag in Destelbergen een jonge ‘mokke’ in een wagen en ging er op kruissnelheid achteraan. Ik reed op dat moment ongeveer 33 kilometer per uur en het was alsof ik stil stond. Marc Roelandt lost dit wel gemakkelijker op hoor. Die kijkt alleen naar vrouwen die wij tegenkomen en roept dan: ‘Rechtsomkeer allemaal!’. Iedereen is goed thuis gekomen en had nog een halve dag over om moederdag te vieren. Franky.

 

Zondag 21 mei 2000. Strontweer, zoals ze dat in Kalken zeggen. De ganse voormiddag regen, maar dat kon 9 mannen niet tegen houden. In 2 uur 4 minuten 46,5 kilometer afgelegd, van Kalken tot Oostakker en zo terug. Al vroeg was er pech voor Johan De Wilde, maar deze kon dan met de reservefiets van Rudy Rogiers verder. Deze fiets lag hem beter, want er zat snee op Johan vandaag. Hij weet nu wat hij voor vaderdag als geschenk wil … In Oostakker dacht hij zelfs zoveel aan zijn Carina, dat hij een salto over zijn stuur maakte als een ballerina. In zijn val nam hij ook Frank Hanselaar mee. Dirk Hanselaer was jaloers op zijn broer en smakte ook tegen de stenen, met een kapotte broek als gevolg. Naaiwerk voor Christelle dus. Frank had ook nog een lekke band. Er was nog nieuws uit het Kalkens wielerleven. Tim Roels heeft zaterdag in Nederland zijn vierde wedstrijd gereden en zijn eerste overwinning behaald. Hij was de snelste van een kopgroep die uit 30 man bestond, zelfs de Nederlandse kampioen zat er tussen. Hij heeft die Hollanders eens een lesje geleerd. Een dikke proficiat en doe zo verder. Bij ons worden dus kampioenen gekweekt. Franky.

 

Zondag 28 mei 2000. Ondanks het stormweer stonden er 8 stoere mountainbikers aan de kerk voor een tocht van 41,2 km. Wij hebben een tocht gevolgd in Lokeren (Oudenbos). Er waren weinig deelnemers, want het was bar slecht weer. Tijdens onze rit hebben wij 2 bomen zien omwaaien. Figuurlijk zijn er ook enkele bomen omgewaaid. De laatste 10 km heeft Rudy Rogiers 1 man meegetrokken en 1 man meegeduwd (hij moet aan zijn conditie werken om ons te volgen). Daarna hebben wij moe, maar gelukkig, enkele trappisten gedronken bij Nele. Een tussendoortje: Tim Roels heeft het voorbije weekend 2 wedstrijden gereden in Nederland en allebei gewonnen, proficiat. Marc Roels mag binnenkort in Holland niet binnen met Tim (heb ik horen zeggen). Franky.

 

Zondag 4 juni 2000. Modder en nog eens modder na de hevige regenbuien van zaterdagavond. Hierdoor hadden wij 2 uur 2 minuten nodig met ons elfkoppig peloton om 38,6 km te ploeteren. Het lag er loodzwaar bij in Serskamp en omstreken, waardoor er enkele valpartijtjes en stuntwerken te zien waren. Er was vandaag wel een sterke prestatie van onze jongste deelnemer, Bart Van Hecke. Deze heeft de voorbije week goed getraind, denk ik, want van begin tot het einde reed hij in de spits. Er was wel nog een lekke band voor Marc Roelandt, maar voor de rest is iedereen moe en vuil, maar goed bij Nele aangekomen. Franky.

Zondag 11 juni 2000. Het parcours van vorige week was ons zo goed bevallen dat wij het nog eens hebben overgedaan. Het was wel iets langer, 47 km. Hiervoor had ons twaalfkoppig peloton 2 uur 15 minuten nodig. Er was terug een nieuw gezicht bij, Bjorn Vergauwen. Welkom en nog veel fietsgenot. Er waren 2 lekke banden, één voor Marc Roelandt en één voor Bert Van Hoywegen. Valpartijen waren er ook genoeg, maar zonder erg, de ondergrond is altijd zacht, hé. Franky.

 

Zondag 18 juni 2000. Prachtig weer, zodat de 11 deelnemers genoten hebben van de Bloso-route Laarne-Kalken, die 46,4 km lang is. Na 1 uur 59 minuten zaten wij bij Nele op het terras een lekker pint te drinken. Iedereen is er zonder kleerscheuren van af gekomen en ook zonder pech. Volgende zondag doen wij de tocht die het Parochiehuis organiseert en daarna gaan wij op verlof tot de eerste zondag van september. Een verslag van de rit die wij zondag doen zal er niet zijn, daar de Kraak ook op verlof gaat. Tot in september, dan volgt het volgende verslag.5 Voor iedereen een goed congé. Franky.

 

5. Maar dit was het allerlaatste verslagje van Franky.

 

Zondag 8 oktober 2000. Verkiezingsdag. Eerst met onze bergvélo’s naar het stemlokaal, want er waren er een paar die nog moesten stemmen. Een geluk dat Rudy Vergeylen niet opkwam of we zouden met onze gele ‘Rudy Vergeylen Badkamers en Keukens’ truitjes niet binnengemogen hebben. We reden naar Destelbergen en al meteen in de Meersen ging Bartje – die door een moeilijk herstelbaar mankement aan zijn fiets al een paar weken niet meer had kunnen meerijden – languit onderuit, zoals gewoonlijk zonder veel erg. En vuil zouden we toch allemaal worden, want het hield niet op met regenen. Vooral die voortdurende modder in de ogen steekt tegen. Toch maar één valpartij meer, van Pat Van Eeckhout, die in het scherpe afzinkje van de Scheldedijk in Heusden de beek indook. Ook al iemand die na een hele tijd afwezigheid zijn wederoptreden deed en goed kon voelen hoeveel sneller het nu gaat dan een jaar geleden. Gelukkig is er altijd Rudy Rogiers die als trekpaard dient en die altijd wel iemand op sleeptouw moet nemen. Ook Danny Fack mocht vandaag zijn deel van het werk doen. Wie indruk maakte was Alain, die voor de eerste keer met een mountainbike in het veld reed, al traint hij wel hard op de weg. Na ongeveer 50 km, met de lange Ascopstraat als afsluiter (goed dat een mens weet dat dat het laatste stuk afzien is), hielden we het voor bekeken. De regen niet. We waren zo zwart, nog zwarter dan de uitslag van de verkiezingen, nat, smerig en versleten, dat we zelfs niet naar het Weike gingen. En dan moet het toch al erg zijn. Mario Vaneechoutte.

 

Zondag 15 oktober 2000. ’t Is te zeggen, de dag na 14 oktober, toen AC/DC in het land was. Er waren een paar mountainbikers, zo van die die denken dat ze nog 25 zijn, ernaartoe getrokken. Rudy Vergeylen ook en die raakte niet uit zijn bed, maar de echte, Rudy Rogiers en Danny Fack, waren er wel en het eerste dat we deden was een AC/DC serenade aan het slaapkamervenster van Vergeylen ten beste geven, maar die zijn oren suisden nog zo van de dag ervoor dat hij ons waarschijnlijk nooit gehoord heeft. Een mistige dag, met zijn dertienen en we pikten in op de georganiseerde tocht van den Oudenbos. Een rit van ongeveer 50 km aan ongeveer 24 per uur zonder valprtijen. En hoe het komt dat we die drie vrouwtjes op hun mountainbike drie keer voorbijgestoken hebben, dat kan ik zelf niet uitleggen, en zelfs als ik het zou kunnen uitleggen, … Voor Bert liep het letterlijk af met een sisser: platte band in het voetbalwegeltje, op 500 meter van de finish, lees het Weike. De moeite niet meer om te herstellen zodat Bert de rest te voet mocht doen. De afwezigheid van Franky De Cock – een van de bezielers van in het begin – valt al een paar weken op. Nu blijkt dat Franky tot februari niet zal kunnen meerijden door problemen met een zenuw in de kuit. We hopen er meer van te weten te komen en Franky, we wensen je snel winst en hopen je vlug terug te zien, terug in volle form. Ja, als we er allemaal zouden zijn, hebben we al gauw een bende van 20 bemodderde zotten op twee wielen, beter gekend als ‘De Bende van Rogiers’. Mario.

 

Zondag 28 oktober 2000. Ik zal ze maar alle 14 bij naam noemen, want wie zo zot is om op zondagmorgen bij dergelijk weer – waaien en gieten – door de modder te gaan ploeteren, die doet dat om in de gazet te komen: Rudy Vergeylen, onze drie jongskes, Tim Roels – na een veelbelovend eerste wielerseizoen op de weg, Bart Van Hecke en Sammy Vergeylen (zijn eerste keer sinds heel lang), Rudy Rogiers, Eddy Troch, Danny Fack, Dirk Hanselaer, Jan Willems, Marc Roelandt, Alain Hullaert, Raf Verstuyft, onze ouderdomsdeken, al zoudt ge het niet zeggen als ge hem bezig ziet, den dezen, en Karel Verhoeven, die voor zijn eerste keer meereed en die dus helemaal goed zot moet zijn. Zoals gezegd, weer een parcours voor echte mannen, en we doken meteen de Meersen in aan de Blauwe Steen (die er allang niet meer ligt, dus begin niet te zoeken). Afzien van in den beginne en Rudy Vergeylen hield het na dat eerste stuk al voor bekeken - en er waren er een paar, waaronder mezelf, die eigenlijk ook al wilden weerkeren.

Zoon Sammy zou er een eind verder ook de brui aan geven, wat te verstaan is gezien het weer en de modder voor iemand die er niet echt op getraind is. Wat vader Vergeylen betreft: ge zult u ne keer goed moeten swanjeeren, hé manneke, want een klasbak van uw kaliber die zo rap opgeeft, dat zijn we niet van u gewend. In de korte klimop in Wetteren koersen we allemaal gelijk zot naar boven, er komt een tegenligger, er moet geremd worden en door onervarenheid gaat Karel onderuit: de muis van zijn hand ligt open. Gelukkig kan die verzorgd worden omdat we vlak bij de woonst van Jan zitten. Eens buiten de bewoonde wereld zou het anders geweest zijn. Karel, voor zijn eerste keer en daarenboven zwaargewond, zal de ganse rit uitrijden: chapeau! Al verkeert hij bij aankomst wel in verregaande staat van ontbinding. Zelfs wegkapitein Rudy vond het modderparcours naar Serskamp toch wel loodzwaar – voor ons, wel te verstaan, niet voor hemzelf. Blijkbaar ook niet voor Bartje en Timmeke en Hanselaerke, die er vandaag bovenuit staken voor wat de gewone stervelingen betreft, Danny en zeker Rudy niet meergerekend dus. De 41 km van vandaag waren de 60 van verleden week meer dan waard. Onvoorstelbaar dat we onderweg toch nog een half uur lang heldere zon en windstil weer hadden. Mijn vrouw zegt wel dat als ik volgende keer nog zo afgepeigerd en smerig thuiskom, ik niet meer zal mogen, … zegt ze. Mario.

 

Zondag 21 oktober 2000. Uw verslaggever was er eigenlijk niet bij (gelukkig maar: veel te ver). De bende was 9 man sterk aan de start van de georganiseerde rit in Lokeren. De opwarming, de rit van Kalken naar Lokeren, was volgens velen iets TE geweest, en ik kan me dat best voorstellen. Er werd al voorgesteld om voor de 25 km in te schrijven, maar natuurlijk werd het de 45 km. Het werd dus een monsterrit. Het begin was erg modderig, maar daarna ging het richting Waasmunster waar er vooral in bosrijke omgeving en op zanderige ondergrond werd gereden, een prachtig parcours. Mario, van horen zeggen.

 

Zondag 5 november 2000. Verslaggever afwezig wegens familiale verplichtingen in het buitenland (meer bepaald West-Vlaanderen). Daardoor heb ik de rit in Kalken, georganiseerd door de Calcine Wielertoeristenclub, gemist. Mario, zelfs niet van horen zeggen.

 

Zondag 12 november 2000. Verlsaggever afwezig wegens niet helemaal zot. Wie dat wel zijn, zijn Rudy Rogiers (maar ik word hier verondersteld nieuws te brengen), Marc Roelandt, Dirk Hanselaer, Karel Verhoeven en Jan Willems. Uitwerpselenweer, om het enigszins proper uit te drukken. Vooral de koude wind hield mij tegen. Als ik goed ben ingelicht betrof het een georganiseerde rit in St. Anna, langs de kanten van Zele op. Allen overleefden de rit. Mario, van … zeg zal ’t gaan, ja?

 

Zondag 19 november 2000. Verslaggever tot zijn oprechte spijt afwezig wegens benefiet mosselensouper dat blijkbaar misvallen is. Neen, het is niet van er veel te veel te eten, zoals mijn vrouw het wil hebben. Treffelijk weer dan nog (al begon het slecht), waardoor deze derde afwezigheid op rij nog meer zeer deed. Georganiseerde rit in Doorslaer. Het lag, het moet gezegd - we beleven immers de natste november sinds mensenheugenis, verschrikkelijk zwaar. Mario, die er eens niet bij was.

 

Zondag 26 november 2000. Het zag er tamelijk goed weer uit. Nochtans waren we maar met vijven aan de start. Rogiers moest een vrouw schaken, ofwel moest hij van zijn vrouw schaken (in het schooltornooi), ik wil er vanaf zijn. Franky De Cock, die drie weken volledig platte rust achter de rug heeft – hoera, hij komt eerder terug dan eerst gedacht – probeerde al eens om mee te rijden, maar na enkele kilometers besloot hij van eerst nog alleen wat te oefenen. Hij komt pas terug als hij er ons weer allemaal afrijdt, zegt hij. Maar als Rogiers er door Franky wordt afgereden, dan komt die niet meer, zegt hij. Ja, het is soms moeilijk met al die grote kinders. Hou je dus nog even in Franky, want wie gaat er ons anders duwen als we niet meekunnen. Na 5 minuten was het al koekenbak. Het KMI was voor één keer halfjuist, want ze hadden een waterzonnetje voorspeld. Bakken water, inderdaad, dat water was dus juist. Voeg daar striemende wind en hopen modder bij, en je vraagt je af wat je eigenlijk bezielt om daar je zondagmorgen mee te vullen. Nochtans hadden we het normaal meest bereidbare parcours (langs Heiende, Heikant, naar Berlare dijk) gekozen. Bartje zei dat het in de Kattenheye op Laarne bijvoorbeeld niet te doen was, want hij had het verleden week drie keer gedaan. Jamaar, Bart, is het dan te doen of is het niet te doen? Piet Van Poucke deed de tweede keer mee dit seizoen en reed er ons alle drie af. En Raf, van harte dank om me die laatste kilometers uit de wind te zetten, want het was mijn dagje niet - een maand stilliggen voel je algauw op mijn leeftijd. En al waren we tegen elven weer in Kalken (want op den duur wordt het toch te koud door al die nattigheid en wind), we hadden er toch 35 km tegen bijna 21 per uur opzitten. Na de 6° voorspoelbeurt was er voldoende modder uit mijn kleren, om tot moeders wasmachine toegelaten te worden. Mario.

 

Zondag 5 december 2000. Verslaggever weeral afwezig wegens familiale verplichtingen, dit keer in een buurland (West …). Wedden dat het schoon weer was. Wat is dat hier met een verslaggever die er meer niet dan wel is. Dit is dan ook een oproep voor een reserve ad interim verslaggever, tot Franky terugkeert. Mario.

 

TOT HIER DE VERSLAGSKES DIE HEROPGEVIST WERDEN UIT DE KRAAK (Lokaal maandblad van KWB Kalken)

 

KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

24 december 2000. Kraak 0104.

Met zijn zessen maar. Misschien kwam dat door de grijze kou of moesten de anderen moeder de vrouw helpen met de kerstmenu. Een natte herfst heeft ervoor gezorgd dat de sompige boerenwegels geweldig oneffen kunnen liggen (moeten ze daar dan ook met traktoren overrijden, zeg?) en nu heeft de vorst gemaakt dat de richels er hard en verraderlijk bij liggen. We doen de lokale parkoers (parkoersen?) van Kalken, Laarne, Heusden, Destelbergen. Het kraakt nogal als wij passeren, maar meestal houdt het ijs het wel. De gebroeders Hanselaer lijken het best in vorm. Tegen de middag zijn de richels nog hard, maar zakken we wel door het ijs waaronder er wel nog volop modder en water zit. We gaan alle zes wel ergens eens onderuit, maar ik schiet de hoofdvogel. Bijna waren we droog thuis, maar ik kies ergens in Destelbergen de verkeerde van de drie mogelijke plassen, val om, en eindig kletsnat en zo zwart als een onhandige mountainbiker maar zijn kan.

 

31 december 2000. Kraak 0104.

Met zevenen. Als het verleden week hard en lichtjes glad lag, dan hadden we nu de keuze tussen glad en spekglad. De wereld leek wel een grote ijspiste op deze laatste dag van de laatste week van de laatste maand van het laatste jaar van de laatste eeuw van het 2° millennium na de geboorte van Christus - een mens wordt er poëtisch van. En deze keer was het prachtig vriesweer: windstil en zon. Dolle winterpret voor zeven jongens op hun fietske. De toon wordt al meteen gezet door Bert. We draaien nog maar net de Vaart op en lap, hij ligt er al. Deze mens komt elke week uit Basel (even voorbij Genève, ge weet wel) om hier te komen afzien. En vandaag kan zot zijn wel zeer doen, want het is gevaarlijk rijden, zeg maar glijden. Even verder langs de Vaart Karel Verhoeven, dan is het alweer de beurt aan Marc Roelandt. Wie vanmorgen nog eventjes zijn banden hard had gepompt, is gezien. Rudy Rogiers mag na een val verder met een kletsnatte handschoen. Liever hij dan ik. En zo gaat dat maar door. Wie eerst door een gevaarlijk stuk komt, wacht de anderen op en kan eens goed lachen. Rudi Vergeylen is de enige die geen enkele keer valt, waarschijnlijk omdat hij al vanzelf zwalpt na weeral een nachtje uit (wanneer slaapt die mens?). Voor de brug van Wetteren houdt de Verhoeven ons weeral op door klak over een blinkende verkoperde vijs te rijden die zich dwars door zijn binnenband boort. Gelukkig is onze ambulante garagist Rudy Rogiers deze week van de partij. Smijten ze die schone vijs dan nog wel weg ook, zeker. De afdaling van de brug van Wetteren is om het hart vast te houden en ondertussen hopen dat we niet doorschuiven tot Wetteren station.

Wie het best met het ijs wegkan, is blijkbaar Raf Verstuyft. Ge moogt gene schrik hebben, zegt hij. Op een onverdacht stukje in Serskamp schuift zijn achterwiel echter toch weg, hij valt de andere kant uit en degene die achterkomt - uw verslaggever - kan niet anders dan eroverschuiven. Ik ga hier voor de zoveelste keer in mijn leven zwaar onderuit en kom na een vlucht van ongeveer 30 seconden behouden neer, op een verstuikte ringvinger en een buil op mijn bil na. En mijn versnellingsbak moet ook gerepareerd worden. Rudy, help.

Op den duur zijn we de gladdigheid zo gewend dat we op sommige stukken toch weer vol petrol geven en genieten van het geschuif van het achterwiel. Een memorabele rit die zo voorbijgleed en die we niet licht zullen vergeten (memorabel dus). Ook de rit met het traagterecord: 38 km aan 18 per uur, maar dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat het op vele plaatsen verderschuifelen aan 2 per uur was.

 

11 februari 2001. Kraak 0104.

Rudy Rogiers doet niet mee, want is gaan raften. De moment om eens een tandje bij te steken. We beginnen wel met zwaar wind op kop in de rit naar Serskamp. Een zeer zware rit, want alles ligt nog superdrassig. Het gemiddelde van 17.8 km/3600 seconden zegt genoeg. Megabangelijk is dat. Marc Roelandt rijdt nog op de Hoegaarden van gisteren en Rudy Vergeylen, die rijdt altijd op van alles. En plat rijdt hij ook, een paar km voor het einde. Danny Fack is de technieker van dienst. Als een echte beroeps begint hij eraan. Bij het oppompen van de band, steekt hij het ventieldopje tussen de tanden. En dan gebeurt het. Danny pompt zodanig hard dat het dopje in een keer wegschiet: slik en binnen. Danny's geproest en gehoest doet er weinig aan. Dat wordt de hele week roeren, Danny, om zeker te zijn dat je het weer kwijt bent.

 

18 februari 2001. Kraak 0104.

We laden de fietsen in de camionette van Rudy Rogiers en zijn weg naar Waasmunster. Een rit van 35 km, maar op het eind blijken het er maar 32 te zijn. Wij die de wagen van Rudy R. volgen, vinden dat we daar blijven rondrijden in die bossen vol chique villa's voor we aan het startpunt zijn. Is Rudy verloren gereden of klopt het wat Frank Hanselaer denkt: dat hij al de villa's die hij gevoegd heeft, aan het tonen is? De moeite van de verplaatsing waard. Een heuvelachtig, gevarieerd, bossig, droog en lichtrijdend parcours. We zijn niet eens vuil als we terugkomen. Iemand verliest zijn kilometriekje. Danny raapt het op. 'NIET tussen je tanden steken, Danny!', roept de eigenaar verschrikt. Als Danny de kop neemt, wordt gans het peloton in een lookwalm gehuld.

Ja, als je dat parcours in Waasmunster ziet, dan missen we hier toch wat heuveltjes. Buiten de Gratiebossen en Serskamp is het bij ons goed plat. More hebben we des te meer en modderbiken is eigenlijk een betere naam voor wat we meestal doen. Hans De Wilde deed nog eens mee. Even voor het einde moest hij een binnenweg nemen, pompaf. Volhouden, Hans, wij zijn ook zo begonnen. Rudy Vergeylen laat zich nog eens kennen: ik moet een gat laten vallen, duw me dood om weer bij te komen, zie dat Rudy in mijn wiel rijdt en vraag me af wanneer hij nu gaat overnemen. Als we toch nog op 10 meter terugkomen, demarreert Rudy lustig weg tot bij het groepje voor ons, die smerige ... (censuur KWB Nationaal), en ik mag verder alleen proberen! De verwensingen die ik hem achterna slinger, zijn evenmin voor publicatie vatbaar.

 

25 februari 2001. Kraak 0104.

Het heeft gesneeuwd, mama! Mag ik met mijn bergveloke gaan rijden? Ik mocht, vandaar dit verslag, maar ik moest wel mijn helmke - zeg maar pot, zegt Rudy R - opzetten. Waarschijnlijk ook omdat ik teveel de nadruk leg op de valpartijen (en omdat ik er meestal zelf bij betrokken ben?). Volgens schatting op het Vrank en Vroom turnfeest gisteravond zouden we deze morgen met zijn vijftienen zijn, iedereen ging meerijden, maar we zijn welgeteld met acht. Bartje doet weer mee, na 4 weken knieproblemen. Raf nog altijd niet, alhoewel de rugproblemen over waren. Pieter Baeten, die al zijn vierde keer meerijdt - die is verkocht, lijkt er geen moeite mee te hebben. Rudy V. zat gisteren uitzonderlijk om twaalf uur al in bed, en het is eraan te zien: hij heeft het lastig. Ook Marc R. heeft een wat mindere dag, terwijl Eddy T. en Dirk H. rijden alsof het geen inspanning kost. Ja, je betrapt je erop dat we mekaar als echte zitten af te loeren om te weten wie in vorm is en wie niet. We rijden het parcours waar we verleden jaar de eerste keer mee begonnen zijn: voetbalwegel (na omwegje langs het terrein van de Tissage de Kalken), Drabstraat, Scheestr., langs een boerewegel naar de Zauwerstraat en volgende boerenwegel naar de Bontinckstraat, alwaar we allemaal vaststellen dat we ons veel te warm gekleed hebben: de zachte sneeuw annex zompige modder maakt dat de inspanning loodzwaar weegt en we staan meteen 'in schuim en in zweet'. Na het kruisen van de autostrade, verder naar Heiende en de talrijke veldwegeltjes daar, uitkomend bij café Pelgrim, dan langs baantje langs autostrade richting Lokeren, terug over de autostrade naar Heikant, zo tot op de Dendermondse Stwg ter hoogte van Dynamec (nu Segers). Dit ganse stuk was dan weer zeer goed bereidbaar, euh berijdbaar. We duiken naast dat fabriek de Gratiebossen in en komen er pas in Berlare tegen de dijk weer uit: verschillende kilometers onverhard en lichtjes heuvelachtig. Een klein oponthoud met Rudy V. Dirk H. suggereert dat het zijn hartslagmeter is die vastgevroren is. In het bos zelf, aan de tweede versmalde doorgang, is het weer zover: ik rij voorop, vertraag niet om de anderen niet op te houden, maar knal tegen het linkerpaaltje van de doorgang aan. Met als gevolg, juist, meer dan vijf minuten oponthoud. Want de val is zwaar - met mijn bil boven op de zijkant van mijn stuur, en ik mag van geluk spreken dat ik verder kan rijden. Mannekes, zeer dat dat deed, en nog 3 dagen stijf. Rudy R. meet eens en mijn stuur was slechts 2 cm smaller dan de doorgang. Het was dus geen stuurfout, zo troost ik mij, maar een beoordelingsfout. Anders gezegd: het was niet van lompigheid, het was gewoon van dommigheid. Uit de bossen, langs de zandbergen in Berlare, naar de Scheldedijk, op de dijk richting Uitbergen. Op de dijk, roepen die die vooraan rijden af en toe: 'Pollekes!!!'. Het heeft een hele tijd geduurd voor ik verstond dat dat Kalkens was voor 'Paaltjes'. Voor het kasteel duiken we de steile dijk af als kamikazes met ware doodsverachting - geleerd van Rudy R., die ons ook wil leren hoe je als een echte terug op je fiets moet springen zonder ontmand te worden - maar er is geen enkele liefhebber voor die les. We pikken daar nog een bos mee en zo komen we uit bij de Nieuwdonk, en langs de achterstraatjes in Overmere passeren we langs het voetbalplein de Valentino's en verder langs een zeer hobbelig kronkelig paadje en over een betonnen veldbrugje komen we uit in de Vaartstraat. Boombos en eindpunt Nele. 38 km, waarvan zeker de helft onverhard, en weer maar 19 per uur. O ja, bijna lette er niemand op het prachtig weer (zon, windstil, lichte vrieskou) en het schitterende sneeuwlandschap. Ondanks alles wat we ermee uitgespookt hebben, kan Vlaanderen toch nog mooi zijn. Zonde voor al die mensen die niet meereden.

 

3 maart 2001. Kraak 0105.

Het sneeuwt. Mama, mag ik thuisblijven. Inderdaad, daar waar we verleden week een zonnig sneeuwlandschap hadden, staan we nu op in een asgrauwe zondag met iets tussen sneeuw en natte sneeuw dat uit de lucht valt. Maar ik wil me niet laten kennen en ga toch, ook omdat het niet echt koud is en tamelijk windstil. Tot eenieders verrassing staan we met zijn twaalven aan de kerk. Een nieuw parkoers, langs Kwatrecht, Melle, Gontrode, Gijzenzele, Moortsele, Oordegem, Wetteren en terug thuis na 46 km. Daar nog ergens tussenin bij de Fauconniermolen gepasseerd. Daar haalt de genaamde Marc R., volledig uitgeput, nog een banaan boven uit zijn rugachterzak. Zo slap als wat. Ze glipt dan ook uit zijn hand in de sneeuw en modder, maar hij heeft de kalorieën zo nodig dat hij de banaan toch nog opraapt en binnenspeelt. Er doorzitten, noemen ze dat. Dit parkoers werd uitgestippeld en aangeboden door Danny Fack, en wordt daarom voortaan de Grote Prijs Danny Fack geheten: zeker een van de zwaarste ritten die we al deden. Bijwijlen schitterende stukjes, maar de ploetergedeeltes dwars over velden en een paar keer over de spoorweg waren er mij toch teveel aan. Een echt schone rit, zeker tijdens de zomer, want wie ons nu zag passeren in de sneeuwregen, zal ons goed zot verklaard hebben. En wat horen we zingen, midden de niet aflatende sneeuwbui, nabij het plantenveredelingscentrum van Melle: een keure-lewèrke (korenleeuwerik). Jaren geleden dat ik er nog eens een gehoord heb, en het beest is blijkbaar volledig zijn kluts kwijt om putje winter te lawijten.

 

11 maart 2001. Kraak 0105.

Rudi Vergeylen is van korvee en we laden 6 fietsen in zijn kamionette. Toch een geluk dat er zoveel middenstanders annex kamionetten zijn bij de Katholieke Werklieden Beweging. Weg zijn we, om 8 uur al, naar een georganiseerde rit in Maarkedal. Rudy R., Eddy T. en Jan W. proberen vandaag Belgisch kampioen rafting te worden en doen niet mee (in het Belgisch kampioenschap rafting ook niet, maar dan figuurlijk). Weer verkeerd gekleed, want eens in Maarkedal valt er het eerste uur een pak koude regen, terwijl in Kalken de zon heel even scheen vanmorgenvroeg. Ze sturen ons meteen door een vettig weike, en meteen zitten ook mijn versnellingen vooraan weer vast. Steile klimmetjes, steile afdalingen - Karel Verhoeven neemt die erg snel, bruingele vettige klei, veel betegelde maar bemodderde fietswegeltjes, onverwachte stenen, wegeltjes met door het regenwater uitgeslepen diepe kronkelige geulen waar je probeert uit te blijven, veel schakelen en tempowisselingen, en elke keer weer verschrikkelijk afzien. Toch raar dat we daarvoor de zondag om 7 uur uit ons warme bed komen, merkt Frank Hanselaer terecht op. Gelukkig recupereer je op den duur wel goed en na een eindje gewone baan, ben je de zware inspanning alweer vergeten. Op naar het volgende stukje veld. Geert Bracke valt zo goed als omver, maar gelukkig net in een holle weg, zodat hij tegen de kant blijft staan en gewoon weer verder kan rijden. Ik zit toch dikwijls met schrik, en in een lange afdaling lig ik er weer eens. Een meiske met ferm uit de kluiten gewassen kuiten - zeer toepasselijke uitdrukking voor een montain biker - en toebehoren, slaagt erin een hele tijd in ons spoor te blijven - ook wel omdat wij af en toe op de ene of de andere wachten. Ze roept ons toe dat ze uit den Oudenbos komt, want ze heeft voorzeker aan onze truitjes gezien dat wij uit Kalken zijn. Mountainbiken is echt te smerig en te lastig om een sport voor vrouwen te zijn vind ik, maar zeker chapeau voor deze juffrouw. Danny Fack kan zich op het einde niet inhouden als er twee man proberen ons voor te steken, en weg is hij: eraf moeten ze. Na 35 km laden we de vuile fietsen in Rudi's kamionette en tegen twaalven staan we terug in het dorp. Spijtig dat het slechte weer de vérgezichten belemmerde.

 

18 maart 2001. Kraak 0105.

We doen de tocht van 3 weken geleden, maar in omgekeerde richting. Met zijn dertienen. In de Gratiebossen gekomen, blijf ik laatste rijden, om weer geen lappen zoals verleden keer mee te maken: dan kan ik rustig de doorgangetjes nemen in plaats van ertegenaan te smakken. Rudi V. rijdt voor me. En daar gaan we weer. Op aangeven van Rudy maak ik waarschijnlijk de tot nu toe de spectaculairste tuimelperte van onze MTB carrière van KWB Kalken. Rudy, die er wat doorzit, schuift in een put dwars over het boswegje. Ik wou hem net voorbij en rij tegen zijn achterwiel. Na een perfecte? salto kom ik mooi op mijn rug/schouder terecht. In alle geval ben ik hem toch voorbij. Dit is pas Rudy's tweede val in zijn hele carrière bij de KWB MTB (ik val al zoveel keer per rit). En als ik niet op hem was gereden, zou hij nog niet gevallen zijn ook, zegt hij. Ja, het zal nog mijn schuld zijn, ik zie het al. Had ik misschien toch beter vooraan gereden?

 

25 maart 2001. Kraak 0105.

Weeral met twaalf. Voor wat slechts een korte rit zal zijn, ingericht door WTC Calcine. 25 km, maar toch interessant omdat we veel van de wegeltjes doen die we anders ook passeren, maar toch ook wat nieuwe leren bijkennen. Er valt blijkbaar nog altijd een en ander te ontdekken in Laarne/Kalken wat betreft boere- en kerkwegels. Nog eens een lekke band, sinds lange tijd, voor Raf, die net op het zompigste en lastigste stuk van de hele rit, naast de Scheldedijk bij Wetteren, eerst iedereen voorbij was gereden met een band die loste, ge moet het maar doen. Rudy R. en Danny F., die achter waren gebleven om achter de achtergeblevenen te blijven, komen later door (als wij al op de dijk staan). Danny wil zich niet geven, maar het terrein is zo zwaar dat hij op een bepaald moment gewoon stilstaat en plat opzij de plassen invalt. Zeikenat. En berekoud is het. Mijn nieuwe waterdichte schoenen trekken dan ook veel aandacht van de sukkelaars die met verkleumde voeten moeten rondrijden. Vijfentwintig kilometer, maar ze vielen me toch zwaar, want het ging me vandaag niet echt af. Volgende zondag beter?

 

1 april 2001. Kraak 0105.

We spreken er al het hele jaar over, en nu is het eindelijk zover. We rijden met zevenen (Rudy, Danny, Karel, Pieter, Jan, Marc en ik) naar St. Lievens Houtem. De Grote Prijs Rudy Rogiers. 59 km in totaal, aan een gemiddelde van bijna 24 per uur, met een mountainbike. Dat we dit zouden kunnen, hadden ze zeker Marc en mij een jaar geleden niet moeten wijsmaken. Eerst rijden we een goeie 10 km op gewone weg naar Oordegem. Net over de Brusselse Stwg. en de gemetste spoorwegbrug slaan we links in op wat kan doorgaan voor een oude heirweg, een paar km lang en licht klimmend. We zijn vertrokken en volgen het parcours van St. Lievens Houtem, Letterhoutem, Vlierzele. "Sjieterende landsjappen", zou Branco Strupar zeggen. Er is veel vals plat bij, zegt Rudy. Ik vind het wel heel erg vals. Als we drie onbekende snuiters een heel eind voor ons uit zien rijden, heeft dat de uitwerking van een rode lap op zeven stieren. Die moeten we inhalen natuurlijk, en er wordt een paar km vollen bak gekoerst, tot we ze hebben. En wat zijn wij dan toch blij. Moe maar voldaan zoals dat heet. Naar onze maatstaven een vlot rijdend parcours, want wij zijn kniediepe ploetermodder gewend. In dit heuvelige landschap watert het water natuurlijk beter af (of hoe zeggen ze dat?). Ter hoogte van Bavegem stoppen we even bij een oeroude wilg, midden op een kruispunt, het type boom waarvan men zegt dat Napoleon er nog zijn paard aan vastgebonden heeft. Tijd voor Marc om zijn banaan op te eten. We hebben wel geen MacMannaman bij ons, maar onze MarcBananaman mag er ook zijn. Vandaar af rijden we tussen de 32 en 37 per uur naar huis. Zeker als Rudy en Danny zich op kop zetten gaat het goed vooruit. Marc rijdt niet mee tot bij Nele, maar slaat af ter hoogte van zijn woonst. Toch spijtig dat hij een zo lange inspanning voor dat laatste beetje niet afgerond krijgt! Nog meer bananen eten, Marc?

 

08 april 2001. Kraak 0105

 

Slechts 5 flandriens aan de start : Rudy, Danny, Jan, Frank en Marc. De ene al wat beter voorbereid dan de andere. Er zijn er die zich voorbereiden door in de week een paar keer te gaan fietsen, maar er zijn er ook die zich voorbereiden via andere sporten zoals vogelpiek …

Eigenaardige combinatie, maar wie hierover meer wil weten moet ten rade gaan bij de Rudy´s.

Vooraleer aan het verslag van deze rit te beginnen, zou ik nog even willen terugkomen op de vorige rit naar Sint Lievens Houtem. Een rit van maar liefst 56 km met meer dan genoeg hellingen (sommigen onder ons noemen dat een beetje “vals plat”, maar ja iedereen heeft zo zijn eigen normen). Op het einde van de rit, komende uit de richting van Wetteren, nam Marc Roelandt de beslissing (hoe pijnlijk ze ook was) om niet mee te rijden tot bij Nele. Totaal krimineel gefietst sloeg hij de gelijknamige straat in alwaar hij na een kwartiertje plat op de rug in de garage terug wist van welk land hij was.

Bij diegenen die doorgereden waren (voor sommigen was het zwalpen…) tot bij Nele was ook Mario. Die maakte de schampere opmerking “´t is toch spijtig dat Marc niet uitgereden heeft”. Toen Marc in de loop van de daaropvolgende week vernam dat Mario dit had gezegd was hij behoorlijk op zijn … (ik zal het maar niet op zijn Hollands zeggen) teen getrapt. Zoals het een echte flandrien past was de reactie van Marc hierop : “volgende week rij ik hem in de beek !” en zoals u verder in dit verslag zal lezen heeft Marc woord gehouden … of toch bijna.

Terug naar de rit van 8 april.

Na verschillende ritten in het buitenland (lees buiten de gemeente) besloten we om nog eens het Bloso parcours van Laarne-Kalken te rijden, een kwestie van niet te laat thuis te zijn zodat we nog iets konden opsteken van die gasten in de ronde van Vlaanderen. Nog geen kilometer gereden en reeds problemen met de mechaniek. Het versnellingsapparaat van Danny sputterde tegen. Na een vlugge inspectie van vogelpiekkampioen Rudy was het besluit dat herstelling niet onmiddellijk mogelijk was waardoor Danny op halve kracht de rit zou moeten rijden. De meesten onder ons hopen dat Danny zijn fiets niet meer te herstellen is zodat hij vanaf nu altijd op halve kracht zal moeten rijden, misschien kunnen we hem dan toch nog ooit eens losrijden …

Na zoals meestal een adembenemende (letterlijk) start ging het er vanaf kilometer 15 iets rustiger aan toe, wat minder concentratie en Danny ging een eerste keer onderuit zonder veel erg.

Erger was de valpartij rond kilometer 20. Frank, die iets heeft met water en duiken … reed op volle snelheid door een plas (althans hij dacht dat het een plas was), maar die bleek zo diep te zijn dat hij bijna over kop ging om nadien bijna tot aan zijn middel in het de plas te zakken (een beetje overdrijven mag en voor den enen moet de plas al niet zo diep zijn als voor den anderen om er tot aan je middel in te zakken…). Marc, die zoals meestal weer in het wiel hing en met zijn kop in de grond aan het “stoempen” was om bij te blijven, kon Frank niet meer ontwijken en op volle snelheid (voor Marc is dit natuurlijk relatief …) beukte hij in op de fiets van Frank. Gevolg : Marc ging over kop en belande in de zijkant, net niet in de beek. Wie had daar nu ook weer iets gezegd van “in de beek rijden”? Balans van de valpartij : een lekke band voor Marc, een natte broek voor Frank, en voor beiden ook nog een paar kneuzingen.

Na ongeveer 30 kilometer kwamen we aan de geduchte Katteneye (ik ben wel niet zeker van de spelling). Zo een onberijdbaar, oneffen, modderig, stinkend, kortom mensonterend stuk weg kunt ge alleen maar in Laarne vinden. Zelf de koeien komen naar ons kijken als we daar door rijden (wellicht denkende “wat voor ezels passeren er hier nu?). Aldaar gekomen achtte Jan zijn moment gekomen om Frank na te doen. Hij verkeek zich ook op een plas water en ging onderuit. Iets verderop ging Danny op zijn zomerzij in de modder liggen. Ik heb het hier al gehad over koeien en over ezels, maar als je daar zo iemand languit in de vieze modder ziet liggen denkt men meestal aan nog een ander diersoort …

Trouwens Danny is zo verslaafd aan het moutainbiken dat, zelfs als hij gevallen is weigert zijn voeten uit de klikpedalen te doen en zijn fiets van tussen zijn benen te nemen. Men zou op den duur nog gaan denken dat die met zijn fiets gaat slapen!

Na al die valpartijen zijn we in een rustig (?) tempo naar Nele gereden om aldaar alles nog eens door te praten. Niet tussen pot en pint maar wel tussen ice-tea en ice-tea, want alcohol is uit den boze voor echt flandriens !

Aandachtige lezers zullen het al weten, de enige die niet onderuit is gegaan is Rudy. Zou vogelpiek en mountainbike dan toch de ideale combinatie zijn?

Diegenen die er niet bij waren hadden ongelijk of misschien toch niet want de verslaggever van dienst weet over elkeen wel een straffe stoot te vertellen.

Wie het nog niet mocht door hebben na het lezen van dit verslag, mountainbike is en blijft een leuke en gezonde ontspanning (gelove wie geloven wil), zeker gezonder dan duivenmelken of … vogelpiek.

 

                                                                                                                      Marc,

                                                                                                                      Interim verslaggever

                                                                                                                      Interim val-specialist

                                                                                                                      Permanent wieltjeszuiger.

 

 

15 april 2001. Marc Roelandt verslag. Kraak 0105.

 

Paaszondag,

verlengd weekend,

paasvakantie voor de kinderen,

voetbaltornooi op Schellebelle met de nodige nabesprekingen op zaterdagnamiddag (avond)

regen en wind bij het wakker worden,

Kortom redenenen genoeg om niet te gaan moutainbiken.

Er zijn er echter die er anders over denken en kost wat kost de zondagmorgen om 9 uur absoluut op het kerkplein willen starten voor alweer een nieuwe rit.

Ik moet wel toegeven dat er slechts 3 van die “andersdenkenden” waren, Raf, Jan en Marc. Er wordt zelfs luidop gefluisterd dat er bij zijn die gaan moutainbiken om eens van thuis weg te kunnen zijn, alhoewel er andere activiteiten kunnen aangewend worden als smoes om er eens tussenuit te glippen zoal bijvoorbeeld … vogelpiek … of een voetbaltornooi van zoonlief.

Slechts met 3 aan de start, dat leek ons wat weinig. Nochtans voor uw verslaggever van dienst was dit het ideale moment … hij zag zijn kans schoon om eindelijk eens binnen de eerste 3 te eindigen. Niet dat we er elke week een competitie van maken, maar een beetje wedstrijd en (een beetje veel) mannelijke trots komt er toch altijd aan te pas.

Let wel, we doen niet aan discriminatie … vrouwelijke mountainbikers zullen altijd met open armen ontvangen worden in ons gezelschap. Had u misschien anders gedacht ?

Genoeg rond de pot gedraaid, laat ons maar beginnen aan het wedstrijdverslag (klinkt professioneel vind u niet).

Zoals reeds gezegd, slechts 3 man aan de start vonden we wat weinig en we besloten om er eens eentje op zijn woord te nemen.

Wat ik hiermee bedoel ? Wel, er zijn er op de gemeente (en zelfs daarbuiten) die regelmatig zeggen dat ze wel eens zullen meerijden met “de bende van Rogiers” (= vakjargon voor de moutainbikeclub KWB Kalken). De persoon in kwestie was Wim (Verschraegen). Het was ons namelijk ter ore gekomen (amaai wat een plechtige taal) dat hij zich een spiksplinternieuwe moutainbike had aangeschaft. Hij kon zich dus niet meer verschuilen achter “’k heb mar een kermisveloke, wacht mar tot ik een serieus machien heb”.

We zagen niet op een extra inspanning en gingen hem thuis afhalen. Er kwam wel wat overtuigingskracht aan te pas om hem mee te krijgen, maar als ge een beetje inspeelt op de mannelijke trots (weeral) (in de mannenbladen of zijn het vrouwenbladen noemen ze dat het machogevoel) kunt ge wel wat bereiken.

We gingen dus van start met 4. We besloten om een parcours te volgen dat na de overvloedige regenval van de laatste uren, dagen, weken, maanden,… toch noch iets of wat berijdbaar moest zijn en niet al te lang (want we moesten nog paaseieren kunnen gaan rapen nadien).

Ah ja, voor ik het vergeet nog het volgende. Voor de start op het kerkplein kregen we nog het bezoek van een paar van onze (mountainbike)vrienden. Weliswaar waren ze op hun paasbest gekleed en reden dus niet mee (‘k zal ze maar niet bij naam noemen). Waarom ze niet meereden … slecht weer, regen, wind, veel te veel modder. Wat denken die wel !!! Precies of dat die denken dat ze kunnen gaan moutainbiken met een bermuda aan, met een zonnebril op een met een pinacolada in hun drinkbushouder zeker! Mountainbike is en blijft een sport voor mannen met … karakter (dacht u misschien aan een ander woord?).

U hebt het wellicht al begrepen, over de rit op zich valt er weinig te vertellen, vandaar dat ik er vanalles bijsleur om toch maar iets te kunnen schrijven.

We reden een parcours van ongeveer 35 km langs Overmere, Lokeren, Berlare, Uitbergen.

In het vorige verslag werd geschreven dat er alleen in Laarne “mensonterende” stukken weg te vinden waren, maar we moeten onze mening herzien. We hebben een gelijkaardig stuk gevonden in Kalken, namelijk op Hussevelde (’t is wel al op het randje, maar toch nog altijd Kalkens grondgebied).

De rit is verlopen zoals Parijs-Roubaix. De Kalkenaren Raf, Wim en Marc waren goed, maar ze moesten toch hun meerdere herkennen in de Wetteraar Jan (maar ja, nog liever geklopt worden door een Wetteraar dan door een Hollander …).

Voor volgend weekend (wat toch weer een “normaal” weekend zou moeten zijn) verwachten we opnieuw een groter aantal deelnemers, dan zullen er door de Kalkense velden opnieuw de fameuze wielerkreten klinken zoals daar zijn

·        Geeft er nog een lap op

·        Sleurt er maar ne keer goed aan

·        Snokt er nog eens aan

·        Bijt u vast in zijn wiel

·        Niet lossen godver… (’t is Pasen dus ik moet een beetje op mijn woordgebruik letten)

·        ‘k ga u in de beeke rijden ..

Als besluit van dit verslag zou ik iedereen een zalig paasfeest willen wensen op de manier van alomgekende man uit Rome …

Zààààààààààààààààààààlig Paaaaaaaaaaaaasfest.

 

                                                                                                                      Marc,

                                                                                                                      Interim verslaggever

 

22 april 2001. Kraak 0105.

Na 2 weken afwezigheid van mijnentwege, hebt u opnieuw recht op een deftig verslag. De verslaggever van de vorige twee weken, de genaamde MarcBananaman, heeft dit weekend al teveel slechte punten verzameld bij vrouwlief denk ik, want hij is er niet bij. Er zijn inderdaad grenzen, niewaar, zijn schabouwelijk gedrag na de muziekquiz van vrijdag indachtig. We zijn nochtans met elf. Rudy V. doet terug mee na rugpijn en Hans D. doet nog eens een poging (die trouwens lukt, gezien het feit dat hij uitrijdt). Is het omdat het twee dagen nagenoeg niet geregend heeft dat we weer eens met velen zijn? Er valt geen regen, er zijn geen valpartijen, geen pannes, dan ook geen verslag? Zeer zeker wel, alleen al omdat ik vandaag in gloeiende vorm was. Er zijn zo van die dagen dat er geen einde aan een mens zijn krachten komt. Bij mij zijn dat er wel minder en minder, moet ik zeggen, maar dit was er een van (de twee per jaar). Ik reed bijna helemaal gelijk Dierckxsens in Parijs-Roubaix: keihard en oerdom. De tocht ging naar Oostakker. Langs die kanten zijn er toch ook veel mooie wegeltjes, en lichtrijdend. In Oostakker doen we 2 keer de toer van de put aldaar en de heuveltjes errond. Een steile afdaling wordt door Rudi gedemonstreerd, alleen Karel, Dirk en Danny durven het hem nadoen. Bijna 39 km aan bijna 24 per uur, het deed weer deugd.

 

29 april 2001. Marc. Kraak 0112

 

Eindelijk goed weer. Droog en zonnig, maar ietsje te veel wind (vooral tegenwind).

11 deelnemers aan de start, Bart, Raf, Karel, Rudy1, Rudy2, Jan, Frank, Dirk, Marc, Eddy en Geert.

Omdat de meesten onder ons de modder stilaan beu worden had Rudy Rogiers beslist om een parcours te volgen dat (relatief) droog licht. Toen men de afgelopen week vroeg aan Rudy naar waar we zouden rijden was zijn antwoord “naar ergens waar het water goed kan weglopen”. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig en kon dus al vermoeden dat we het hogerop zouden gaan zoeken. Een insider kon dus weten dat we de “hoogvlakte” van Sint Lievens Houtem gingen opzoeken. Een ritje van maar liefst 56 km op een lastig maar goed berijdbaar parcours.

Er waren erbij die het reeds moeten geweten hebben, want net zoals Rudy hadden ze hun zomerbanden opgelegd. Banden met minder profiel, om nog een paar km per uur sneller te kunnen rijden. Jawel ook in moutainbike is de juiste bandenkeuze van groot belang net zoals in de formule 1. Niet dat we dezelfde snelheid halen, maar veel zal het toch niet schelen …

Met 11 vertrokken we dus richting Sint Lievens Houtem. Eerst ongeveer 15 km zachtjes inrijden. Dat was althans de bedoeling, maar reeds in Oordegem waar het al een beetje vals plat is, begonnen er al een paar “zot” te doen. Gevolg …, nog voor we aan het eigenlijke parcours moesten beginnen, waren er al een paar (ik hoop dat ik niet de enigste was!) die al serieus op hun adem hadden getrapt.

Het parcours in Sint Lievens Houtem is echt de moeite waard, maar niet te onderschatten. Als ge goed getraind staat (en naar ik kan oordelen wordt er nogal wat afgetraind in de week) kunt ge u er eens goed laten gaan … Opgelet, mispak u niet want in totaal is het een afstand van 56 km met nijdige hellingen en spectaculaire afdalingen (waar ge volgens sommigen niet moogt remmen, maar ge moet u dan wel recht kunnen houden hé Rudy en Frank).

Zwaar dus, maar als ge de knepen van het vak kent is het doenbaar. De knepen van het vak … wat die zijn? Wel ik zal het u eens verklappen.

1)                Na ongeveer 20 km laat ge u een keer uitzakken, dan denken ze dat ge al moet lossen.

2)                Na ongeveer 25 km snuit ge uw neus niet meer, en als ze u zien rijden met al die snot en slinger aan neus en kin denken ze amaai die zit af te zien.

3)                Na ongeveer 30 km smeekt ge om eens te stoppen om een banaan te kunnen eten. Ge laat bewust de banaan vallen om ze nadien met slijk en/of ander viezigheden naar binnen te werken. Dan drinkt ge nog eens, maar zorg ervoor dat ge wat naast uw mond giet. Als ze u daar zo zien “sukkelen” dan krijgen ze medelijden met u en gegarandeerd van dan af duwen ze u tot in Kalken!

4)                Duwen, allemaal goed en wel, maar naar het einde toe moet ge u echt laten “lanceren”. Ge geeft een trapje minder en diegene die u duwt denkt dat ge niet meer beter kunt. Hij zal dan roepen : “ik zal u naar het wiel lanceren” en geeft u nog een forse stoot in de rug. Gevolg : in volle vaart naar het wiel van uw voorganger en meteen erop en erover! Pijnlijk hé Dirk en vooral als dat in volle finale voorvalt, maar ja topsport is keihard.

Bovenstaande tips zijn ten zeerste aan te raden voor beginnende mountainbikkers, wat zeg ik beginnende … ook ervaren mountainbikkers zouden dit wat meer moeten toepassen hé Eddy.

Eddy had namelijk een zware inzinking in het naar huis komen. Op “Den Dries” in Wetteren dachten we dat Eddy een imitatie deed van “Shaking Stevens” op de fiets, maar niets wat minder waar. Het licht was aan het uit gaan, en terwijl de voorwacht van de groep stond te wachten aan de verkeerlichten aan Wetteren brug (groen, oranje, rood, groen, oranje, rood, …) was het bij Eddy zwart, zwarter, zwartst voor de ogen. Geen nood, vlug een bakkerswinkel binnengereden en een rijsttaartje of twee hebben Eddy er weer bovenop geholpen.

Als verslaggever is het natuurlijk gemakkelijk om een ander zijn misère te beschrijven, maar de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik serieus heb afgezien en dat ik mijn trukendoos volledig heb moeten opentrekken om mij tot in Kalken te laten duwen.

Ik hoop maar één ding, en dat is dat na het lezen van dit verslag ik nog steeds kan rekenen op een duwtje in de rug (letterlijk) van de krachtpatsers.

 

                                                                                                                      Marc,

                                                                                                                      Interim verslaggever

                                                                                                                      Super plantrekker.

 

 

 

14 mei 2001. Moederkesdag.

Speciaal een extra-lange rit, zodat de moederkes minst last van ons hebben. Eerst met zijn elven elf km naar Doorslaardorp om er de rit, georganiseerd door de Rudybikers - dat belooft, van 50 km te doen. Na even zoeken het veld in. Twee grote, gespierde, knappe, jonge - ik ga maar ophouden voor ge verkeerde gedachten van mij krijgt - kerels gingen eventjes met ons meerijden. Heel echt eventjes dus. De rit: droog, zonnig, stoffig, bonkig en bossig. Het verslag kan als volgt worden samengevat: Bonke, bonke, aie, bonke, oeie, rije, duwe, steke, bonke, bonke, oeie, oeie, zande, nog veel meer steke, stoffe, bome, bome, zande, knotse, knotse en nog meer bonke, bonke. Tot in Stekene, met veel bos, zand en stof, en met sterk op en neer hobbelende wegels. De zon schijnt door de bomen in een stofwolk die wij als een bende bizons doen opwaaien (met oprechte excuses voor deze poëtische oprisping).

Het wil gelijk niet mee met mij vandaag. Sommigen willen persé hebben dat het door het te groot aantal zuipkaarten op het Duiveltjestornooi van HO was gisteren (elk steunt de jeugd op zijn manier naar bestvermogen, niewaar), maar volgens mij is het een combinatie van lichte zonneslag met zware achterwerkaandoening. Inderdaad, na 20 km zit ik er door, letterlijk dan, en het wordt met de km erger. Mijn perineum (ja, zoek het maar eens op, dan hebt ge nog eens iets om mee uit te pakken aan de toog) was rauw vlees. Zwaar aangedaan besluit ik halverwege de rit maar alleen naar huis te rijden, juist op het verste punt. De Bende van Rogiers raast verder zonder mij. Ik kom daar zwart bestoft uit de bossen van Stekene gereden en vraag de weg. "Richting Wetteren!? Maar neen zulle dat weten wij niet. Zo ver! Maar manneke, ge zijt gij hier heeltegans verkeerd gereden." Het is dus maar een half verslag, nogmaals excuses. (En ja, de interim-verslaggever die had kunnen overnemen was er natuurlijk weer niet als hij er moest zijn). Elke oneffenheid tussen Stekene en Kalken heb ik gevoeld. Gevraagd naar de belangrijkste uitvinding waarzonder mountainbiken onmogelijk zou zijn geweest, zullen sommigen het wiel, de binnenband, de buitenband, de pedalen, anderen dan weer het tandwiel, de remmen of de ketting noemen, maar ik hou het op de spons, zo van die dikke die ze in koersbroeken naaien, dikker dan het sponske in mijn broek dus. Naar ik vernam, waren er nog verschillende die goed zacht waren bij thuiskomst, ge moet niet vragen na 72 km. Zonder veel blabla de zetel in en 's avonds niks gene boem boem meer. Van een schone moederkesdag gesproken. Misschien volgend jaar op moederkesdag toch iets minder ver, beste Rudy?

 

20 mei 2001.

Het weekend van 20 mei was er één waarin er een keuze moest gemaakt worden. De keuze tussen ofwel de zaterdagavond naar de omi-sportfuif ofwel de zondagvoormiddag gaan mountainbiken. Het was het één of het ander. Het is slechts weinigen gegeven om beiden aan te kunnen én de zaterdagavond gaan fuiven én de zondagvoormiddag gaan mountainbiken … nee, trop is teveel en teveel is trop. Toch was er één “exemplaar” (jawel ik noem hem zo want ’t is toch een geval apart zulle!) die de combinatie aandurfde, u verneemt er meer over verder in dit verslag.

We waren met 7, Raf, Karel, Geert, Bart, Bjorn, X, en Marc. Eigenlijk waren we met 8 maar dat ene “exemplaar” besefte niet dat hij op zijn fiets zat, hij dacht dat hij nog aan het omni-sporten, rechtzetting omni-sportfuiven was.

U vraagt zich wellicht af wie Bjorn en X zijn. Wel ik weet het ook niet zo goed. Bjorn heeft al een paar keer met ons meegefietst en ik heb me laten vertellen dat hij nog bij de liefhebbers heeft gereden (niet te verwonderen dat ik zijn wiel niet kon houden!). Na een tijdje te zijn gestopt met wielrennen, besloot Bjorn om terug aan sport te gaan doen, ofwel terug wielrennen ofwel voetballen. Nadat hij zich een paar keer “gemeten” heeft met de besten (of misschien schrijf ik beter de beesten) van onze bende heeft hij besloten om dan toch maar te gaan voetballen en dan wel nog bij H.O. Kalken …

X (sorry maar ik ken zijn naam niet) is een vriend van Bjorn. Die gast ging goed mee tot aan km 35, maar dan kon hij zelfs mijn wiel niet meer houden … Toen we bij Nele aan het napraten waren heeft hij maar één ding gezegd : “Gaan jullie soms gaan trainen in de week?”…

Over de rit zelf valt weinig te vertellen. Het was een georganiseerde rit in Lokeren. Het parcours kennen we ondertussen bijna uit het hoofd en het feit dat het een georganiseerde rit was had tot gevolgd dat er zich verschillende deelnemers op het parcours bevonden. U kan het al raden, telkens we iemand voor ons uit zagen fietsen, ook al was het nog maar een stipje aan de horizon, daar vlogen we er naartoe als een bende bronstige stieren (en hij of zij moest daarom nog geen rood truitje aan hebben hé). En oh wéé als iemand het ook maar probeerde om ons voorbij te steken …

Resultaat van dit alles : om half elf stonden we reeds terug in Kalkendorp met 40 km in de benen.

Oh ja, ik zou het bijna vergeten maar voor we aan de rit begonnen zijn we nog eens langs geweest bij onze sponsor. Hoeveel lawaai we ook maakten, hij gaf niet thuis …

Misschien was hij ook nog aan het omni-sportfuiven, maar nee om 9 uur ’s morgens nog fuiven dat kan niet, dus veronderstellen we dat hij aan het “omi-sporten” was. Rudy toch, één goede raad : “sport” elke morgen zoveel ge maar wil, maar de zondagmorgen moet ge reserveren voor de “mountainbike-sport”.

Ik moet ook nog iets vertellen over het “exemplaar” waarover ik het had in het begin van het verslag. Ik heb het natuurlijk over die andere Rudy. Een nachtje fuiven, een paar uurtjes slapen, en dan zonder eten aan de start verschijnen … doe hem dat maar na.

Er zat duidelijk minder snee op bij Rudy, hij liet zich regelmatig ver uitzakken. Toen Raf mij vroeg om eens achterom te kijken om te zien hoe Rudy zat af te zien, kuiste hij juist zijn mond af. Had hij iets “naar binnen gewerkt”? We vermoeden eerder dat hij iets naar buiten had gewerkt !

Op vraag van een aantal onder ons moet ik hier ook nog wat uitleg geven over “schabouwelijk gedrag”. Dit is een term die in één van de vorige verslagen gebruikt werd en het was niet voor iedereen duidelijk wat hiermee bedoeld werd. Wel ik heb het opgezocht (en er zo een beetje mijn eigen interpretatie aan gegeven). Het betekent : sociaal voelend, graag onder de mensen, graag een praatje slaan tussen pot en pint, nu en dan eens een caféspelletje meedoen zoals vogelpiek of kaarten. Dit alles gebeurt wel in de late uurtjes men als gevolg dat je dag nadien het soms moet bekopen. Maar ja, als ge uzelf een beetje kent dan weet ge dat ge na een avondje “schabouwelijk gedrag” best niet gaat mountainbikken. Als ge dat toch doet dan kan het gebeuren dat ge al vlug moet lossen en bijvoorbeeld op uwen alleen vanuit Lokeren terug naar Kalken moet fietsen …

Marc,

                                                                                                                      interim verslaggever.

 

27 mei 2001.

Eerst wat minder nieuws. Geert Bracke zit in de plaaster. Het been stijf houden, Geert! Na het schabouwelijk verslag van verleden week, weer aan mij. Goe weer en we zijn met zeven man en een puber, de genaamde Bart Klim, die weer voor weinig mannen moest onderdoen. (Let wel, dat ik dus Marc R. bij de mannen gerekend heb). Naar de bossen van Serskamp. Voorbij de Speelbos staat Raf met een lekke band (een gat in zijn band dus). Ook zijn remmen blijken te slepen. Rudy is er wel 5 minuten mee bezig, maar eens in orde, vliegt Raf de volgende kilometers. Hij had blijkbaar tot dan toe gereden met de remmen dichtgeknepen, zoals dat heet. Marc R. valt twee keer, telkens vlak voor mijn wiel. Je hebt zo van die mensen die, zeker als ze het niet zelf mogen schrijven, van alles doen om in het verslag te komen. Ook Raf en Eddy vallen nog om - meer is het niet, o.a. in een dreefje met boomwortels die wel tot 20 cm uitsteken. Bij het binnenrijden van de bossen van Serskamp, weerklinkt geween en tandgeknars. In hun blote billen rijden ze door de tengels en de bramen, de andere 7 sukkels. "Hapert er iets mannen?", vraag ik zo onschuldig als wat, want ik heb mijn lange broek aan, omdat dat de enige met een goei spons is die ik heb, in een poging om zitvlakpijnen gelijk twee weken geleden te vermijden. 't Is goed tegen de reumaties, zegt Rudy (de tengels, niet de lange broek). Ik zie ons binnen 30 jaar al zitten in het ouwemannenhuis in Kalken. Hoe komt het dat die 10 rare daar in de hoek geen reumaties hebben? Oh, dat is de Bende van Rogiers. Maar die ene normale mens - met reumaties - was daar toch ook bij? Ja, maar die reed ook 's zomers met zijn lange broek.

Dikke spons of niet, ik heb weer problemen met mijn zitvlak, ik krijg zo te zeggen geen gaatje meer toe en de laatste 5 kilometers doe ik niet meer mee, alzo de Uitbergse bossen en het wegeltje langs de Valentino's en dus de ergste achterwerkpijnen vermijdend. Het is omdat de top van mijn zadel te veel naar omhoog staat, zegt Rudy. Kont (is dat nu met d of met t?) ge mij dat misschien verleden keer al niet uitgelegd hebben? Er gebeurt blijkbaar nog een en ander in die laatste kilometers. Ik moet van Marc rapporteren dat hij nog 2 remontes deed … twee keer zichzelf geremonteerd, veronderstel ik. En dat er een hond van onder een kamion kwam, bijna in zijn wiel. Domme hond: Juist mis! Maar misschien kan Marc zelf - tenslotte interim verslaggever zijnde - de laatste 5 kilometer kort samenvatten in de volgende drie bladzijden? Heel erg lastig vinden de meesten dit soort lastige rit toch niet meer, goed getraind als ze staan, want Marc heeft zelfs nog zijn banaan niet opgegeten als we bij Nele zitten. Marc moet natuurlijk nog eens lachen met mijn smadelijke afgang, nu al 2 keer op rij: "We hebben 't weer GAT", zegt hij. Beste Marc, weet gij waar gij uw banaan voor mijn part moogt steken? Mario

 

3 juni 2001. Sinksen. Ik heb er de hele week over getwijfeld of ik het wel zou doen, want het ligt toch nog altijd gevoelig, maar het moet me toch van het hart. Ik heb, persoonlijk en op heterdaad, de twee Rudy's samen betrapt. En dat voor twee die steeds beweren dat ze het niet doen, en dan nog samen. Laat er ons duidelijk over zijn: in deze tijd van sportieve mannen onder mekaar wordt er niet meer zwaar aan getild. Het komt veel voor en er is helemaal niets verkeerd aan: bijtrainen tijdens de week mag, maar waarom daar dan niet voor uitkomen? Waarom, Rudy en Rudy, jullie niet outen? Ge ziet, een of andere dag komt het dan toch uit.

Het verslag. Met twaalf, schoon weer met veel wind, en we doen de Heikant, Heiende, Berlare, Overmere rit, in omgekeerde richting en met enkele nieuwe stukjes in Berlare.

Danny en Bjorn maken er een lange sprint van door de kilometerslange Gratiebossen. Ik rij in 4° positie, al een eind achter, en bedenk dat als ik dat volhoud ik dan toch de eerste boven de 40 zal zijn. Zo zit een mens in mekaar: als je niet echt de eerste, sterkste of slimste kunt zijn, bedenk je zodanige categorieën waarin je dat wel bent. Maar je mag het niet te makkelijk maken ook, door bvb. categorieën te creëren waarin je de enige bent. Zo zou Rudy V. in de categorie wieltjeszuigers die dan plots demarreren, altijd eerste zijn. Of ik in de categorie sympatieke Westvlamingen. Dan merk ik plots dat er iemand in mijn wiel zit. Verdorie, 't is Raf, een peet van meer als 50. Daar gaat mijn categorie 'boven 40' als hij me voorbij steekt en bovendien nog een kwak modder van zijn achterwiel in mijn linkeroog lanceert, zodat het licht aan 1 kant uitgaat. Allez, als 5° ben ik dan toch nog eerste in de categorie lichtgestoorde alcoholiekers boven 40, onder 50.

Rogiers rijdt een heel eind zonder handen en niemand raakt hem voorbij. Zo reed hij een paar weken terug de steile brug over de E17 (tussen Heiende en Overmere) over. Wij sleuren en trekken aan ons stuur en ons velo, stampen op ons pedalen, zweten en puffen, geven al wat we hebben, maar we verachteren alleen maar. 't Is gewoonweg niet te doen. Die moest koereur geworden zijn, zie, die jongen.

Door het hoge tempo (net geen 24 per uur voor net geen 39 km) en de felle wind, wordt het toch nog een lastige rit. Karel is vandaag gewoon nergens, de eerste keer dat ik dat meemaak. Gisteren een bruiloft, is de uitleg. Jan en Dirk heb ik ook al beter geweten, maar Bartje is al een paar weken achtereen in vorm. Zijn volgende inzinking afwachten dan maar, haha. Achteraf gaan de meeste vertellingen over de slotfase als we door de Bontinck en Gaverstraat razen op weg naar Nele. Rudy R. vertrekt laatste en haalt de hele meute in (Oooh, wat vindt hij dat toch fijn!). Rudy V. zit de hele tijd in mijn wiel uit de wind en demarreert dan net voor de kerk. Train nog wat meer bij binst de week, ja! Mario

 

10 juni 2001.

Met twaalf. De tweede keer de grote prijs Danny Fack, richting Melle, Gontrode dus. Schitterend parcours, niet meer te herkennen van toen we er deze winter doorploeterden. Voor Bartje is het in Kwatrecht al afgelopen als met een oorverdovende knal zijn velg in stukken springt (ge remt teveel, zegt Rudy). Een GSM komt op zo een moment van pas. Er vliegen daar een heleboel zeldzaam geworden huiszwaluwen, ik had van de jaar nog alleen maar boerenzwaluwen gezien. Eerder het jaar zagen we al een ijsvogel. Er zit een schoon stukje verwilderd bosje in de rit, vol korte venijnige heuveltjes, geknipt voor mountainbike. Op het einde zit er een scherpe afdaling waar ik als laatste na 2 weigeringen toch nog afdurf. Volgende keer niet vergeten een pamper aan te doen, maar mijn mannelijke eer is toch weer gered. Danny gaat drie keer onderuit, hij weet nu nog altijd niet hoe je je voeten uit die klikpedalen krijgt. Hoe dat komt, volstaat met 1 woordje uitleg: hij is gendarm. Eenmaal valt hij van het ene karrespoor in het andere en ligt plat op zijn rug met zijn velo recht omhoog tussen zijn benen. Natuurlijk dat zijn banaan dan plat is, want bij hem hangt die op zijn rug! Er wordt tussen Massemen en het Vrijgeweide verschrikkelijk hard gereden (allemaal baan welteverstaan) met pieken tot 42 km per uur, zonder onder de 35 te komen. Dat komt goed uit, want dan is het verslag rap gedaan want ik moet mijn patatten nog aanaarden en mijn tomatten luizen en opbinden en dan gaat de KWB net niet failliet aan te hoge drukkosten voor de Kraak.

 

16 juni 2001, zaterdag.

100 km interregio tour in de Vlaamse Ardennen.

 

Rudy V. breekt het record opblijven. Tussen vrijdagmorgen en zaterdagmorgen 5 uur slaapt hij 1 uur, zuipt zich 2 keer lazarus en rijdt 100 km MTB.

 

17 juni 2001.

Er zijn nu nog zotten die niet genoeg hebben.

 

24 juni 2001.

De voorlaatste rit van ons tweede seizoen. 50 km ingericht door WTC Calcine. 130 frank inschrijving is toch relatief veel, als je weet dat we verleden week voor 200 frank 100 km met 6 bevoorradingen kregen voorgeschoteld. Een historische rit, want voor de eerste keer rijden er 2 broederkoppels mee: de gebroeders Hanselaer en de gebroeders Rogiers. Ja, Rudy had daar nog ergens een broer liggen ..., den Ivan. En dan nog een koppel schoonbroers, Rudy V. en Danny Fack, die soms under cover meedoet en dan de 'a's in zijn naam door 'u's vervangt. Het wordt hier een familiekwestie, want binnen een paar jaar beginnen de zoons misschien mee te rijden. 50 km aan 24.3 per uur. Mijn vrouw heeft al zitten uitrekenen dat we dan tegen 11 uur moeten thuis zijn (slim dat die toch is, zeker in rekenen). Ja, hoe moeten we dat uitleggen? Volgend jaar maak ik daar eens werk van. In alle geval weer een loeiend harde rit. Er ligt natuurlijk niets geen modder meer, maar het ligt toch ook aan Marc Roelandt die ook op de weg doorgeeft. Ofwel heeft hij eindelijk de goeie pil gevonden, ofwel is hij veranderd van merk banaan, ofwel ligt het toch aan zijn getrain. Uit welingelichte bron vernemen wij dat Marc wekelijks tussen de twee en drieduizend km traint, ik wil er 100 km van af zijn. In alle geval, dat hij nu de anderen aandoet wat hij zelf niet wil worden aangedaan het hele jaar lang, is misschien uit revanche, maar ik stel toch voor dat we hem van de KWB uit een gratis jaarabonnement op 'Wereldsolidariteit' schenken. Drooggetrainde bananenvreter! Man van de dag is voor mij toch den Ivan. 50 km aan dat tempo en dat voor de eerste keer dat hij meedoet, mij hadden ze mogen wegdragen. Het zal toch wat in de familie zitten, zeker?

 

31 juni 2001.

De allerlaatste rit. En we doen echt zot, het gedacht alleen al dat ik dat allemaal ging moeten meerijden, heeft me de hele week nachtmerrie's bezorgd. Eerst 47 km windop langs de Schelde tot in Oudenaarde, waar we na anderhalf uur staan. Onderweg pikken we elke wielerterrorist op die minder dan 31 per uur rijdt, en er zijn voorzeker geen andere, want er is ons toch geeneen voorbijgestoken. Die blijven dan allemaal achter ons hangen. Op een bepaald moment hangt er een grote tros van 20 wielertoeristen + 1 boer achter ons. En wij hangen allemaal achter Rudy, behalve Bartje - vanaf nu zeg ik Bart, die ook in de wind naast Rudy rijdt en er dan nog plezier in vindt om eventjes zonder handen te rijden elke keer dat we weer wat WT-ers inhalen. Het begint dan nog maar, want in Oudenaarde staat ons een steil, lastig, technisch moeilijk en gevaarlijk MTB parcours te wachten, inclusief beklimming van de Koppenberg. Marc zijn ketting breekt aan de voet. Ik moet afstappen omdat er een auto naar beneden komt gereden, en ik opzij niet weg kan. Er komt dan toch wel geen enkele meer voorbij zeker in het kwartier dat we boven staan te wachten. Want Rudy rijdt weer terug om Marc te depanneren. Bijna iedereen heeft vandaag een helmke op. Marc ook, maar die is ermee geboren. Rudy looft een traktatie uit voor wie een steil klimmetje bovengeraakt. Het lukt me in nog geen 1000 jaar, al beloven ze me een bak tripel, en wie me kent weet dat ik veel doe voor een bak tripel. Jan Willems lukt het wonder boven wonder wel. En dan doet Rudy dat klimmetje ook voor de tweede keer. Het is op dit parcours dat de twee Rudy's sinds enkele weken elke week komen trainen, Rudy V. doet dan nog niet mee als het erop aankomt. Doordat ik ze al van de eerste keer bij hun vertrek betrapte, zijn ze er dan maar voor uitgekomen. Onderzoeksjournalistiek van de bovenste plank! We keren terug in Rudy's camionette. Pas tegen 2 uur thuis en de rest van de dag van de plank - meer dan na de 100 km, al is dat misschien ook door de barbecue van de KWB-minivoetbal gisteren. Waarschuwing: Sportnevenactiviteiten kunnen uw gezondheid schade berokkenen!

 

5-7 juli 2001. Ardennenweekend in Wigny.

Loodzwaar, maar onvergetelijk.

Nog melden dat er zich deze zomer twee sleutelbeenbreuken (buiten competitie) voordeden: Peter Baeten en de als steeds onstuimige Karel Verhoeven waren de prijsbeesten. Zo zware kwetsuren hadden we nog niet gehad, eigenlijk nog geen.

 

2 september 2001.

Het derde seizoen is gestart. Wie gehoopt had dat we rustig weer zouden opbouwen had het goed mis. Meteen 57 km en dat aan de niet eerder genoteerde recordsnelheid van net geen 27 per uur. We beginnen met de grote prijs Rudy Rogiers, t.t.z. het parcours van St. Lievenshoutem. Aangezien alles mooi droog ligt, kan er dus goed doorgevlamd worden. Karel is er alweer bij en is de enige die lek rijdt, een knalband. We komen voorbij tal van mooie landschapjes en hoevetjes en het is ter hoogte van een oude mestpomp (had ik nog nooit gezien) dat Karel platrijdt. Weer wat bijgeleerd, zodat ook het educatief gedeelte van deze rit weer verzekerd was.

 

9 september 2001.

Gieten, gieten, gieten. Ik ben wel zot, maar niet helemaal zot. Zeven anderen wel, maar veel plezier kan er toch niet aan geweest zijn, zou ik denken.

 

16 september 2001.

Het begint goed, maar eer we aan het Valentino voetbalplein zijn: gieten, gieten, gieten. Toch twee opklaringetjes. Moor in mijn ogen, moor in mijn mond. En we zingen een liedje van Nonkel Bob: “Vui-uile, vui-uile vrie-ienden, vui-uile vrienden, da-at zijn wij!”. Ondanks de jaarmarkt toch met negen. 44 km aan bijna 24 per uur.

 

23 september 2001.

Toch eens mooi weer, terwijl het al heel september aan het gieten, gieten, gieten is, en toch maar met 8. Er zijn van die dagen dat een mens zou rijden en blijven rijden. Dit was er weer zo een (van de twee per jaar). Een geluk dat mijn vrouw mij nog net van mijn velo kon kloppen toen ik thuis kwam, of ik was nu nog aan het rijden. Het ging nog eens langs Laarne, Heusden, Destelbergen, met zoals verleden week de lange, vuile Ascopstraat als afsluiter. Voor de rest was de rit helemaal anders: een ander parcours met kleinere wegeltjes, geen regen en bijna een gans andere ploeg. We rapen er nog 2 op onderweg die rijden voor een andere sponsor (Krick). Onze sponsor had een valling en voorzeker ook teveel hoestsiroop gepakt en ja, dat kan soms misvallen. De 2 extra-companen kunnen de rit meerijden, elastiekend aan het staartje van de groep (al zal Rudy wel af en toe wat geduwd hebben), en ze zullen ’s avonds goe geslapen hebben. Ik hou van dit parcours, omdat je er op veel plaatsjes komt in onze onmiddellijke omgeving waar buiten wij vetetisten (Frans voor mountainbiker: Velo Tout Terrain (VTT)) en een zeldzame wandelaar niemand komt. Er is ook veel veld. Modder genoeg, maar toch nog berijdbaar. Wacht tot van de winter als de boeren eens geoogst hebben en er al veel velo’s zijn gepasseerd, dan zullen de paadjes diep zijn.

 

30 september 2001.

Aan de kerk ziet Rudy dat zijn broer Ivan weinig profiel heeft op zijn banden. Eens kijken of ge daarmee recht blijft in het Molsbroek, zegt hij. Wij langs het Heiende naar Lokeren. Bij het Molsbroek door een privé-terrein, maar vorige keer was dat nog geen privé, en daarbij Danny was mee en dan mag het. En ja, op een smalle lange weg, dwars over het water, een meesterlijke kwak tegen de grond van Ivan. Rudy zijn dag kan niet meer stuk. Langs de Durme een paar kilometer lang door tengels en distels. De drie man met korte broek hebben het geweten. Even verder misrijdt Danny zich weeral eens en komen we op een verlaten fabrieksterrein. Dit is privé, roept er iemand, maar die wijst ons daarna een uitweg over een betonnen bruggetje. Waar wij allemaal uitkomen op een zondagmorgen. In de Waasmunsterse villabossen probeer ik ik weet niet hoe lang voorbij Ivan te geraken. Als ik eindelijk een gat zie, heb ik de metersbrede plas niet bemerkt. Ik moet er dwars door maar Ivan, die er mooi naast reed, was nog natter dan ik. Neen, het was zijn dagje niet van die mens. Een eind verder ligt Danny weer eens onderste boven, het zand was er inderdaad erg vettig. Bovenstebeste gast, alleen spijtig dat hij niet lang kan recht blijven op een velo en dat hij de weg en het verschil tussen links en rechts niet kent. Schoon weer, lange nieuwe stukken. Prachtrit. Wel een lang eind vollen bak terug naar huis vanaf Waasmunster. 54 km aan 23 per uur, of was het omgekeerd?

 

7 oktober 2001.

Ik wil deze bijdrage beginnen met wat goeie raad voor alle mountainbikers en toekomstige mountainbikers: als het zo een maand lang gegoten heeft, rij dan niet naar de Serskampse bossen. Het is niet te doen. Wij dus weg naar de Serskampse bossen. Met zijn veertienen, al deed Marc Bananaman alras als Iron Man Luc Van Lierde de dag voordien: hij gaf op. Wachten tot de vorm van eind vorig seizoen weer terug is. Een trage start, een goeie 40 km – maar en net geen 20 gemiddeld. In Serskamp worden we in het veld voorbijgestoken door een bende motorcrossers. Net als er mij een voorbijsteekt rijdt hij door een modderplas, en voilà, ik ben al gedoopt voor wat nog moet beginnen. Op een bepaald moment was er zoveel modder dat ik mijn velo achterliet en tevoet verder wilde trekken. Toen ook mijn schoenen dreigden achter te blijven, keerde ik terug. Mijn velo stond nog recht. Weer een rit met 2 broederparen, de Rogiersen en de Hanselaers. En ook de 2 van de ploeg Krick reden weer mee. Nog 1 keer en ge moogt lid worden van de KWB, zulle! Dat zal hier zo niet gaan, hé mannen. We eindigen met een kilometerslange achtervolging op een losgeslagen, ontketende Rudy Rogiers – die zich dan weer inhoudt om ons uit te dagen, ingezet vanaan de Passerelle in Wetteren. Bart en Raf komen nog dichtst, ik krijg al die tijd een gaatje van 20 meter op Eddy niet toe, maar hou toch Ivan achter mij. “Zie dat ge Rogiers klopt”, hadden ze mij gezegd bij het begin van de wedstrijd. En voilà.

 

4 november 2001. Kraak 0112.

Rit ingericht in Kalken door WTC Calckine. 40 km aan 25 per uur. Geen plas, geen platte band, geen valpartij en dat met een nog nooit geziene bende van 20. Eigenlijk wat te veel. We rijden inderdaad tamelijk rap als je het vergelijkt met de meeste anderen. Misschien komt dat omdat wij altijd in groep rijden en de onderlinge mannelijke competitiedrang iedereen elke week tot een fikse inspanning verplicht. Er is altijd wel een paar man in vorm en de anderen moeten dan maar zien dat ze mee zijn. Rudy en Dany kunnen ook niet iedereen duwen. Met een groep zijn er ook veel tempo-wisselingen. Diep in het rood gaan is soms de boodschap. Wie alleen rijdt, rijdt meestal zijn eigen gezapige constante tempootje. Het verschil is na 2 jaar mountainbiken toch te zien. En dat zonder stoefen, hé.

 

11 november 2001. Kraak 0112.

Naar Hamme, met 14. Vijftien kilometer op, 30 voor de rit daar (sommige zotten (Vergeylen op kop, voor een keer dat hij in vorm is) zouden er de rit van 50 gedaan hebben) en 15 terug, zodat we pas om kwart voor 12 bij Nele zijn. Dorst dat ik had! Zo is het toch geen doen meer. 60 km in totaal, aan 25 per uur, en ik reed de eerste 50 km met koude voeten. Maar goed, voor een km of 60 draaien wij onze hand niet meer om. Aan de bevoorrading krijgen we een bleekgeel sopje en peperkoek. Ochtendpis, zeg ik. En pennepis, voegt Eddy Troch eraan toe. Geert had het de laatste 15 km wel erg moeilijk. Een paar weekjes volhouden en de vorm is er wel terug. Kijk maar naar Marc, die voor een paar weken nog, vlug terug naar huis moest, maar vandaag beresterk reed, zelfs nadat hij bij het afrijden van de berm van een brug een serieuze kwak gemaakt had. Zijn knie zag er proper uit. En toch reed hij vollen bak mee tot op het eind. Ik zag het voor mijn neus gebeuren, en al niet van de dappersten zijnde, besloot ik wijselijk om met de velo aan de hand naar beneden te trippelen. Verder valpartijen waren er niet. Zelfs niet van Danny. Sinds hij bij elke splitsing, waar er gekozen moet worden tussen links en rechts, zijn hoofd wat schuin houdt, zodat al zijn verstand aan 1 kant komt te liggen, rijden we al heel wat minder verkeerd, maar hij valt nu wel nog wat meer om. Anders bovenste beste gast, hoor. In Wigny stond het ontbijt al klaar eer wij opstonden, want Danny was al om koeken gereden naar de bakker. Na de rit ’s morgens haastte Danny zich om nog vlug eten klaar te maken voor 60 man, en de afwas nam hij ook alleen voor zijn rekening. En ’s avonds bij de laatsten om pinten te pakken (zodat hij de boel nog wat kon opkuisen). Danny, dees jaar ontbijt op bed, zou dat lukken, denk je? Kenny, onze jongste nu (ook omdat Bart niet meereed), houdt het ook al een paar weken vol. Hij zal zijn zadel wel hoger moeten zetten, dan zal het nog beter gaan, want nu zit hij ‘onder zijn macht’ te trappen, zeggen enkele kenners. Kenny was al gegroeid en hij wist het niet. Ook van alle mountainbikers van hanser garte proficiat aan Tim Roels, onze vroegere jongste, voor zijn mooie trofeeën. Ge ziet, bij ons worden kampioenen gemaakt. ‘En gijlle’, vroeg Tiesten Pulle in een vorige Kraak. Ten eersten, Tiesten, het is niet omdat Pulle met 2 ‘illen’ geschreven wordt, dat gijle er ook 2 heeft. En om op de vraag te antwoorden: “Wat ons, de mindergetalenteerden en oudgedienden, betreft: wij ploeteren voort, in het zweet ons aanschijns.”

 

18 november 2001

12 mountainbikers aan de start. Mario was daar niet bij, vandaar dat ik het verslag moet schrijven. Maar ook als Mario erbij was geweest zou ik waarschijnlijk nog het verslag moeten schrijven hebben, want ik denk dat we er hem af zouden gereden hebben …

We besloten om naar Wachtebeke te rijden om aldaar eens een nieuw parcours op te zoeken in het provinciaal domein.

Al vlug verloren we Geert, die nog niet helemaal gerecupereerd was van een inspuiting tegen de griep (of was hij nog niet gerecupereerd van de vorige rit waarin hij verschillend keren het licht zag uitgaan …).

Met elf hebben we er dan een “rustig” ritje van ongeveer 50 km van gemaakt (rustig betekent nog altijd wel een gemiddelde snelheid van ongeveer 25 km/uur). Er was zelfs weer even tijd voor een tussenstop waarop een mens nog eens rustig een banaantje kan naar binnen werken, dat was reeds lang geleden.

In het domein hebben we vooral veel hekken gezien. Sommige daarvan gingen open, maar de meeste waren op slot, zodat we meerdere keren mochten terugkeren van waar we gekomen waren.

Er was één valpartij van “zomerbandenspecialist” Ivan, maar zonder veel erg en weinig spectaculair. Maar ja, en goed kunnen fietsen en spectaculair kunnen vallen is niet voor iedereen weggelegd.

Onderweg liet Rudy ons nog eens zien welke sukkelaars we eigenlijk nog zijn. Fietsend met slechts één been kwam hij ons allen voorbijgereden. Hieromtrent een oproep : breng het nodige materiaal mee en voor de start vijzen we gewoon een pedaal van Rudy zijn fiets en hij kan dan gans het parcours afleggen met één been. En als dat nog niet genoeg is vijzen we er desnoods zijn zadel ook nog af. Hij zal niet blijven lachen …

Om dit verslag te besluiten zou ik nog willen mededelen dat er binnenkort door de KWB mountainbike ploeg een verzoekschrift zal ingediend worden op de gemeenteraad om een aanpassing te bekomen van het plaatselijk politie reglement.

Wij vragen om elke zondagvoormiddag tussen 11 hr en 12 hr op alle invalswegen van Kalken en ook en vooral in de dorpskern, de maximumsnelheid op te trekken van 50 km/uur naar 55 km/uur met een optie om na een proefperiode eventueel 60 km/uur als maximum snelheidsgrens in te voeren.

Dit zou ons moutainbikers toelaten om op het einde van onze rit nog een spurtje te doen zonder het risico te lopen om geflitst te worden …

                                                                                                                                     Marc,

                                                                                                                                     Interim verslaggever.

 

25 november 2001

Nergens in de omgeving was er op die datum een georganiseerde mountainbike tocht, dus hadden velen onder ons (en niet in het minst uw verslaggever van dienst) gehoopt op nog eens een rustig ritje rond de kerktorens van Kalken, Laarne, Heusden, … Dit was echter zonder de echte freaks gerekend. Met name Danny F. had er niets beter op gevonden om zaterdagnamiddag op de valreep (voor sommigen echter te laat) voor te stellen om deel te nemen aan een georganiseerde mountainbike tocht in het zonienwoud (misschien is de spelling wel verkeerd, maar iedereen weet wel dat ik het heb over dat bosje langs de kanten van Brussel).

Er werd dus nog heel wat afgebeld en SMS’jes verstuurd maar jammer genoeg kon niet iedereen meer bereikt worden, vandaar dat Piet, Luc en Bart het ritje rond de kerktoren(s) gereden hebben en Rudy R., Rudy V., Dirk H., Marc R., Danny F, Rudy T in het Brussels bosjes wat rondgereden hebben. Er was ook nog een vriend mee van Danny, ik ken echter zijn naam niet, met weinig of geen haar op het hoofd (wat op zich niets te betekenen heeft), maar met helemaal geen haar op de benen (wat in het wielermilieu echter wel wat te beteken heeft)!

We hadden afgesproken om 8 u bij onze sponsor Rudy V. We zullen er toch eens moeten over denken om hem eens een hele grote wekker te kopen, want hij was (weer) nog niet wakker! Waarom Rudy V. hem (weer) overslapen had laat ik in het midden, maar de meesten onder ons hebben wel en vermoeden …

Over de rit zelf kan ik niet zoveel vertellen (u zal later vernemen waarom), behalve dat het een prachtig parcours was met praktisch geen vlakke gedeelten en geen verharde wegen. Wel goed berijdbare (als ge goeie benen had) bospaden.

Er werd alweer een bijzonder snelle start genomen met als gevolg dat ik weer alle kleuren van de regenboog zag (soms zag ik ook eens Rudy V. voor mij rijden, nou ja rijden …).

Toen ik echter de goeie tred te pakken kreeg en ik reeds begon te denken aan het plaatsen van een aanval ben ik echter het slachtoffer geworden van een jammerlijke wegvergissing! Om een nog onverklaarbare reden ben ik op het parcours van de 40 km verzeild geraakt terwijl al de anderen het parcours van de 50 km hebben gevolgd. Vandaar dat ik weinig kan vertellen over de rit zelf, maar één feit moet ik toch vermelden, ze hebben mij niet meer voorbijgestoken …

Tijdens mijn eenzame rit heb ik echter “het licht” gezien ginder in dat Brussels bosje. De oplossing om nooit meer los gereden te worden. Rudy R. zal op de pedalen mogen stoempen zo hard hij maar kan hij zal er mij niet meer af krijgen. Ik zal zelfs nog redelijk proper zijn als we aankomen en meer nog ik zal hem kunnen bijhouden al gebruik ik maar 1 (of geen) been.

De oplossing, gezien tijdens de rit, een tandem in mountainbike uitvoering !

Er is maar 1 kleine voorwaarde, Rudy R. zit vooraan …

                                                                                                                                     Marc,

                                                                                                                                     Interim verslaggever.

2 December 2001

Ik weet niet meer precies met hoeveel we waren die zondag, maar het moeten er zeven zijn geweest. Waarom? Wel ge kent toch dat verhaal van die zeven Zottegemse zotten…

We hebben namelijk deel genomen aan een georganiseerde rit in Zottegem (met de nadruk op zot).

Het had de afgelopen dagen veel geregend en het parcours was herschapen tot een echte modderpoel, wetende dat de Zottegemse modder nog van een ander kaliber is dan de Kalkense modder. “Dat spel plakt zo wreed !” hoorde men meermaals in de omgeving van “de bende van Rogiers”. Daarbij nog het feit dat er maar één vlak stuk in het parcours lag namelijk de vloer van de sporthal waar we moesten inschrijven, maakte de rit één van de zwaarste, zoniet de zwaarste die ik ooit heb meegereden. Mario moet het geweten hebben want hij kwam niet opdagen, maar ja broekschij… zijn ook mensen.

Nog maar pas vertrokken en in een smalle wegel een mountainbiker met de fiets in de hand. Jan die op kop reed ontwijkt hem, en ik probeer er rakelings naast te rijden. Ik wou hem nog toeroepen “Rijden verdo…”, maar net op het moment dat ik wil roepen rij ik met mijn voorwiel in een diepe put gevuld met water en ga over mijn stuur. De brave man die daar geparkeerd stond kon mijn val nog breken, ik wist meteen waarom hij daar stond.

Bart had die dag de form te pakken. Hij reed zo hard dat hij maar 6 keer gevallen is.

Jan reed lek, en velen onder ons en vooral de verslaggever van dienst vonden dat niet spijtig. Niet dat we dat Jan toewensen, maar terwijl “Sneldepannage Rogiers” het probleem oplost kunnen wij toch even op adem komen.

Aan de splitsing van de 25km of 40km beslis ik om de 25km route te nemen, of beter gezegd zou ik dat willen beslissen. Het is vooral Rudy Vergeylen (weer hij) die mij overtuigd om toch maar de 40km te doen, met alle gevolgen vandien.

Tot aan die splitsing was het vooral Rudy Vergeylen, Ivan Rogiers en Marc Roelandt die “hun pere zagen” zoals ze dat in Kalken zeggen. Het waren echter Rudy Vergeylen en Ivan Rogiers die er nadien een beetje doorgekomen zijn. Zou het dan toch waar zijn dat de “oudjes” eerst wat kilometers nodig hebben vooraleer de motor opgewarmd is?

We hebben een stuk van de Berendries moeten oprijden, althans diegene die het nog konden. Ik heb dat stuk (en nadien nog vele andere stukken) te voet gedaan. Had ik het geweten, ik had mijn stapschoenen aangedaan in plaats van mijn mountainbike schoenen.

Op een gegeven moment zat ik zo af te zien op mijn fiets dat ik echt aan stoppen dacht. Niet alleen stoppen in deze rit, maar totaal kappen met dat mountainbike gedoe. Maar toen ik er aan dacht hoeveel plezier Mario daar zou aan beleven heb ik die gedachte maar rap verdrongen. Ik dacht bij mezelf …

Maar eens dan komt de dag,

Dan rij ik vooraan,

Wat zullen ze dan kijken,

Daar denk ik altijd aan.

(niets zeggen tegen Rob De Nijs hé).

En ik moet zeggen, er zijn er onder ons die in mij een groot kampioen in wording zien. Ik werd namelijk geduwd door Rudy R., Raf en Bart allemaal waarschijnlijk denkend dat wanneer ik ooit op TV verschijn, ze tegen hun kinderen kunnen zeggen : “Die heb ik ooit nog geduwd …”

Het was al vrij laat op de middag toen we terug in Kalken aankwamen, en de meesten onder ons hadden niet veel zin meer om nog iets te gaan drinken bij Nele.

Dan maar naar huis, vlug een douche nemen, wat eten in de microgolf (spruitjes om precies te zijn) en dan met het eten op schoot kijken naar de Superprestige veldrijden. (Mario moet daar ook eens naar kijken, hij kan daar nog veel van opsteken…).

Een echte sporter weet echter dat na een serieuze inspanning ook ontspanning moet komen, vandaar dat ik juist voor de aankomst van de Superprestige veldrit wakker geworden ben met ijskoude spruitjes op schoot ….

Aangezien mijn verslagen altijd waarheidsgetrouw zijn moet ik nog zeggen dat we niet met zeven waren, maar wel met acht namelijk RudyV, Rudy R, Raf, Bart, Eddy, Dirk, Jan en Marc

Marc,

                                                                                                                      interim verslaggever.

10 december 2001. Kraak 0201.

Bitter koud, dat zijn we niet gewoon. Onze sponsor zat al met koude voeten eer we vertrokken. En al is het windstil en zonnig, als ge 25.6 gemiddeld rijdt, krijg je toch een kouwe wind van zoveel per uur tegen. Door de kou op mijn ogen zag ik dan ook niet verder dan 50 meter, ook al omdat de zon de hele tijd zo laag zat en verblindde. Met zijn tienen naar de ingerichte tocht van café Hemelrijk op ’t Heiende (neen, die schone dochters waar ze al twee weken over bezig waren, heb ik niet gezien). Zeer mooie tocht. Om zo te zeggen in onze achtertuin die we na 3 jaar mountainbiken zo ongeveer als onze broekzak zouden moeten kennen, en toch wist ik de helft van de tijd niet waar we waren. Er valt dus nog veel gewegelte te ontdekken in de nabije omgeving, zeker als je weet dat we bijna de hele 42 km in het veld zaten en nagenoeg niet op de weg geweest zijn. Zeer vlot berijdbaar, alleen een paar keer dat het verraderlijk slecht lag, en omdat je daar niet op voorbereid bent als het de hele tijd zo vlot gaat … Zo ging Karel onderuit. We reden geen enkele keer verkeerd: door de zeer goede aanduidingen, doordat Danny niet teveel op kop reed en doordat, als hij dat wel deed, hij zeer goed oplette (kopje schuin, je weet wel). Omdat hij zo goed op de weg lette, was het natuurlijk moeilijk om te onthouden hoe je uit die klikpedalen moet geraken – het is het een of het ander met Danny - en op een gegeven moment, toen we eens heel eventjes halt hielden, kieperde Danny - vanin stilstand - gewoon omver. Twee prille dertigers kloegen over iets waar ik nog nooit last van gehad heb, en ik heb pertank al veel kou gehad in mijn leven, en neen, het is ook niet omdat ik er geen aan mijn lijf zou hebben: bevroren ballen. Vanavond niet schat, ik heb balpijn. Zie, ik wist zelfs niet dat het bestond, kouwe testes hebben. Hebt U daar al last van gehad, beste lezer? Ik ben nu 42 en ik had er zelfs nog nooit van gehoord. En nu van de eerste keer 2 gevallen (= 4 ballen). Ik ben er al de hele week op aan het denken, hoe dat nu kan en hoe het kan dat ik dat nog nooit had gehoord? Ik zou zowaar een enquête beginnen. In alle geval, ik wens mijn kompanen die ermee zaten snelle beterschap.

 

17 december 2001.

Weer vrieskou. De 2 (de genaamden Jan W. en Karel V.) die verleden week last hadden van kouwe genitaliën zijn er niet bij. Problemen met chronische krimppiet? Schrik van vriesklootjes? Met zijn tienen, waarvan - uitzonderlijk - 4 tieners, waaronder - sinds lang -nog eens Belgisch Kampioen Tim Roels. Na een tiental km stoten we mekaar aan. Welk vuil vies ventje rijdt daar met ons mee, als je dat rijden kan noemen, ten minste. Hangt vol snotslingers. Giet zijn drinken niet in zijn mond, maar over zijn hoofd, zodat de Isostar meteen aanvriest tussen de bevroren snotpegels. Laat nog zijn banaan vallen ook. Jongens, jongens, wat een sukkel. We rijden er met twee over. Over zijn banaan, welteverstaan. En wat doet hij nu? Hij keert terug. Hij raapt die banaan op. Hij gaat die nog opvreten ook! Wat een verschrikkelijk vies manneke! Maar, is dat onze interim-verslaggever (IVG) niet? Uit compassie zou je hem duwen, maar iedereen is er zo vies van, dat we dat maar laten. Hoe sneller hij achterblijft, hoe liever. (Hij blijft het hele eind toch wel meerijden, zeker.)

Ik kom er na 25 km stilletjesaan door. De koeiepootafdrukken, traktor- en fietssporen liggen keihard in het landschap ingevroren. Rudy R. mispakt er zich aan. Zo steek ik hem voor. Mag ik u vragen de volgende zin 5 x luidop voor te lezen, liefst in aanwezigheid van zoveel mogelijk familieleden, liever nog op een publieke plaats: “Mario steekt Rudy Rogiers voorbij” (5 x luidop lezen, dank U!). Tim Roels steekt hem ook voorbij. Dat pikt natuurlijk bij Rudy en 100 meter verder is hij er al weer en ja, ook die snotneus van een Tim Roels krijgt hij nog te pakken. Even verder, het eerste deel van de Kattenheye, valt Bart. Weer blijf ik recht en ben de enige die iet of wat in Rudy’s spoor kan blijven. Ik begin echt goed bezig te zijn, denk ik. Dat moet ik zeker in het verslag zetten. Dan komt het tweede deel van de Kattenheye, met de enige grote plas van het parcours, vol ijsschotsen. Rudy gaat links, Tim rijdt er rechtdoor. Ik, als derde, besluit Tim te volgen. En dan is het gedaan met de leute. Ik val met een harde klap op de vervroren ondergrond, in de diepe plas. Mijn hele linkerkant kliedernat, pijn aan schouder en knie. Ik druip het af, zwaar gehavend, alleen in de vrieskou naar huis. Noodgedwongen – EN FERM TEGEN MIJN GOESTING - moet ik de rest van het verslag overlaten aan Marc Snotpegel, de IVG.

 

17 December 2001 Rest verslag door Marc: reeds verschenen in Kraak 0201.

Blub, blub, blub, blub,…, blub,blub,blub,…, blub, blub, blub, blub,… was het geluid dat iedereen kon horen die in de buurt van Mario reed in de Laarnse Kattenheye.

Vanwaar dit geluid? Wel het is een combinatie van winderigheid en nattigheid.

Vanwaar die winderigheid bij Mario?

Wel ge hebt mensen die denken dat ze echt goed bezig zijn maar in werkelijkheid zitten ze zo boven hun fysieke mogelijkheden te rijden dat ze bijna in hun broek schij… Gelukkig had Mario die ochtend niet veel gegeten en bleef het beperkt tot winden.

Vanwaar die nattigheid bij Mario?

Wel, waarschijnlijk licht beneveld door bepaalde gassen (zie winderigheid hierboven beschreven) dacht Mario dat hij Tim Roels kon bijhouden en eventueel voorbijsteken. Toen hij ondervond dat dit al fietsend niet mogelijk was probeerde hij dit al zwemmend (stel u voor!).

Hij is dus niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk door het ijs gezakt !

Mario toch, en ik die dacht dat gij een man was die niet over één nacht ijs ging.

Toen Mario rechtklauterde uit de vieze modderbrij kon hij zijn herkomst niet meer loochenen, het zal dan toch waar zijn dat er in West-Vlaanderen meer tsjuuten zijn dan mensen.

Mario, een goed tip. In Wetteren is er een duikclub en die oefent elke vrijdagavond, ofwel moet ge eens om wat raad gaan bij Rudy Rogiers, die kent ook wat van zwemmen (vooral onder water!). Maar al dat zwem of duikgedoe is niet nodig als ge eerst leert fietsen en meer bepaald als ge eerst leert hoe ge op een fiets kunt blijven zitten!

Genoeg nu over Mario, er moet ook nog iets gezegd worden over de echte mountainbikers.

Ikzelf met name, was in zeer goeie doen en vond het spijtig voor Mario dat hij niet aan den lijve kon ondervinden hoe ik hem er zou afgereden hebben naar het einde van de rit toe.

Terug de ernstige toer op.

Het moet gezegd worden dat naar het einde van de rit toe vooral Tim Roels heel hard op de pedalen ging duwen. Rudy R. en Danny probeerden hem bij te houden, maar konden dit enkel door Tim af en toe eens een verkeerde (veld)weg in te sturen.

In volle finale, die betwist werd tussen Tim, Bart, Ivan en ikzelf (het moet wel gezegd worden dat Rudy R. en Danny op die moment achteraan het nodige duwwerk aan het verrichten waren voor diegene die het op dat moment niet meer zo zagen zitten hé Dirk) werd er op het laatste moment beslist om langs de opengebroken Steenbeekstraat naar Kalkendorp te rijden. Te laat voor Tim en Bart, die waren bijna de Kruisen ingedraaid toen wij aan de Steenbeekstraat kwamen. Ze zijn dus geschrapt uit de officiële rituitslag wegens het niet volgen van het parcours, en de overwinning ging naar Ivan … en ik was tweede (jaja Mario, ik was tweede…)

Om dit verslag te besluiten wil ik toch enkele bedenkingen formuleren om eventuele misverstanden te vermijden.

Wat ik in mijn verslagen schrijf is altijd (of meestal) waarheidsgetrouw. Waar Mario het altijd vandaan haalt weet ik niet maar blijkbaar is hij constant onder invloed door zijn winderigheid.

Niettegenstaande alles zijn Mario en ik (voorlopig nog) goeie vrienden !

Marc,

                                                                                                                      interim verslaggever.

 

23 december 2001

Bij het vertrek aan de kerk haalt Marc uit zijn achterzak een zwembroekje en een duikbrilletje uit voor mij. “Voor het geval je weer wil gaan zwemmen, Mario”, zegt hij. Ha ha ha. Wat is die toch altijd plezant, onze Marc! Haa haa haa. Voor de 3° week op rij vriesweer. Nu ligt het ook nog spiegelglad. Met 13 naar de ingerichte rit in Overmere. Nu zullen er veel vallen, zegt Luc K. Zeker al 1, zeg ik, want Danny rijdt mee. Aan de eerste bocht, na toch al goed 300 meter, einde Boombos, gaat er al 1 onderuit. Ik moet er geen tekeningetje bij maken, zeker? Vanaf dan rijdt Danny, onze gerenommeerde triatleet, de hele rit met een ei in de broek (gelukkig een hardgekookt, zo slim is hij wel). Bjorn rijdt de pannen van het dak. Mis Bjorn, Marc Krick sponsort een andere MTB-ploeg. Komt dat voetballertje uit de eerste ploeg van HO ons hier zeker wat belachelijk maken, na de 1-6 afgang tegen Laarne verleden week. Maar na 20 km gaat het licht uit, op 5 minuten tijd. Zwaai maar dag met het handje, Bjorn. Marc trapt het ook af, met zwembroekje en al. Lachen met de mensen, ja, maar eens een rit uitrijden, hola. Dirk H. rijdt in de bossen rond de Donk gewoon onder de dwarsbalken door, zonder afstappen. Na een balk of 3 heeft ook broer Frank de smaak en de truuk te pakken. Hoe zou het toch komen dat die 2 gebroeders daarin lukken en wij allemaal niet? Halfweg de rit zijn er nog maar 5 gevallen (Ivan wel 3 keer), een succes gezien de toestand van het parcours. Maar dan komt het. Ter hoogte van de Waterhoek in Berlare zegt Rudy R. “Hier ligt het echt glad”. Hij zegt dat wel drie keer. En dan moet het toch wel echt glad liggen, zeker. Na de derde keer hebben ze het eindelijk begrepen en gaat Frank H. onderuit. En in de waarde van 2 seconden gaan er 1, 2, 3, 4, 5, 6 man gelijk domino-steentjes tegen de vlakte. Ik kom niet meer bij van het lachen. Spijtig dat ze geen herhaling tonen. Blijf eens wat liggen, mannen, dat ik jullie goed kan tellen. ’t Is voor het verslag. “Dames en heren, deze evocatie van de teleurgang van de Waterhoek werd U treffend gebracht door 6 leden van de mountainbike ploeg KWB Kalken. Een applausje graag!” Ja, voor zij die het overleefd hebben, was het weer een schitterende rit vol spanning, humor en avontuur. Waar doen we het anders voor?

 

29 december 2001.

Bericht aan de bevolking. Wie niet buiten moet zijn, blijft best binnen. Pech dat we juist nu moeten gaan rijden. We vertrekken in een sneewbui die ter hoogte van het Heiende een sneeuwstorm wordt. Allez, het waaide toch zodanig hard dat de sneeuw horizontaal vloog en de grond niet raakte en mijn facie was ver vervroren. Na een klein uur betert het weer en we rijden de rit gewoon uit. En het is niet omdat ik geen inspiratie heb dat het geen goeie rit was.

 

6 januari 2002. Verslag Marc

 

13 januari 2002.

Met zijn vijftienen naar de ingerichte rit in Destlbergen, alwaar we nog eens 47 km bijwijlen vettige grond voor de wielen geschoven krijgen. Er zijn er weer heel wat die gemogen hebben vannacht, zoals ze dat zeggen, want er wordt er serieus ingevlogen, ondanks de afstand, 3 platte banden en een kettingbreuk. Dirk H. staat zelfs zodanig fel dat hij zich niet kan inhouden om proberen voorbij te steken daar waar dat helemaal niet gaat. Rudy V. rijdt hem dan maar in de sparren - terecht, en ik geef den Dirk met plezier een duw bij als ik passeer – en terecht. Bart, ondanks zijn ongehuwde staat, staat ook weer scherp en legt er samen met Danny, zeker de eerste helft, de pees op. Iedereen rijdt eigenlijk zeer goed vandaag, wat ik toch wel frustrerend vind, aangezien ik niet echt slecht zit, maar zeker de tweede helft en na een valpartijtje, is het fijnste er bij mij af, als ik vergelijk met de anderen. Patrick Vandenberghe rijdt mee, om te trainen voor binnen 2 weken als we naar Bierbeek/Zoniënwoud gaan, maar veel training heeft dien mens persies gelijk niet nodig. Minieme training volstaat voor Pat. Rudy V., van de gelijknamige keukens en badkamers, is ook al sinds 2 weken in vorm, de eerste keer dit seizoen, want het is nog gene vetpot geweest met onze sponsor. Ten slotte, moet ik spijtig genoeg weeral wat rechtzetten in verband met een verslag van Marc, de interimverslaggever. Karel heeft thuis een week lang beeld maar geen klank gekregen, omdat zijn vrouw zich afvroeg waarom hij niet vernoemd werd in het verslag van de rit in Zottegem, waarvan hij beweerde dat hij er aan meegedaan had. Marc was Karel doodleuk vergeten vernoemen. Dames, iedereen weet ondertussen toch al dat Marc zijn verslagen wel veel te lang zijn, maar allesbehalve grappig en waarheidsgetrouw. Neem het hem niet kwalijk en gelieve daar in de toekomst rekening mee te houden. Mario

 

20 januari 2002.

Kluisbergen. Verslag Marc

 

27 januari 2002.

Patrick Vandenberghe, trainer miniemen HO Kalken, richtte voor de 2° keer een uitstap naar Bierbeek in. Vrouwen en kinderen mogen mee om te wandelen in Heverlee Bos (onder deskundige leiding van Ronny, Bart’s pa). Er zijn van die dagen dat een mens een hond zou willen zijn, zoals vandaag wanneer het geen weer is om een hond door te jagen. Maar ik kan wel niet anders dan meegaan, anders trekt het verslag weer op niks. En uiteindelijk blijven we - tegen de verwachtingen in - de ganse dag van erge regen en wind gespaard. We zijn met 13. Nog Kalken niet uit of er werpt zich een zwarte kat voor de wielen van eerst Eddy’s auto en daarna de mijne, waarna ze door een derde wagen net niet opgeschept wordt. Een kat heeft zeven levens, maar deze is er in 3 seconden al 3 kwijt. Een eind verder valt Frank zijn bergvélo van zijn auto, gelukkig zonder veel erg, maar als dat op de autostrade was gebeurd… Het verslag dan. De eerste 100 km kan ik me makkelijk in 4° positie handhaven, maar eens we in Bierbeek op de fiets stappen, verandert dat snel. Bart pompt eerst 2 banden op tot ze springen, vooraleer we kunnen vertrekken. De gids valt een maat of 3 te licht uit voor ons. “Ik wist niet dat jullie zo een goeie groep waren”, verontschuldigt hij zich, wreed geambeteerd, omdat hij ons tempo helemaal niet aan kan. “Ik zal zeggen dat ze de gids niet moeten betalen”, voegt hij daar later aan toe. En wat doet Bart nu? Het is toch niet waar? Wij durven niet kijken. Bart gaat nu godbetert nog aan toe de gids duwen. Doe dat toch niet, Bart. Het is goedbedoeld, maar dat is nog affrontelijker voor die mens. De gids laat ons af en toe rondjes rijden, zo kan hij op adem komen. Hij legt de weg uit en dan mogen wij naar believen 1, 2 of meer keer hetzelfde rondje doen. Wel wat raar als je in zo een groot bos drie keer over hetzelfde paadje moet rijden. Nog raarder is dat je eerst denkt “Nee, die steile, lastige klim kan ik geen tweede keer naeen meer aan” en dat je dan ontdekt dat het de tweede keer eigenlijk veel beter gaat. Op een bepaald moment raken we zo onze gids kwijt. “Juffrouw, hebde gij soms onze gids niet gezien?”, vragen we aan een zeldzame wandelaarster. Rudy R, ook dubbel R genoemd (spreek uit: “Dubbel AaRRR”), gaf weer zodanig van jetje dat hij zijn stuur in tweeën trekt (en maar vertellen hoe hij Adrie Vanderpoel hier klopte). Hij kan nu alleen nog rechts afdraaien. Die rondjes van de gids komen dus goed uit. Danny F. zou zich met de besten van de gewone mensen – Bart, Patrick en Dirk Pieters, een casual - kunnen meten hebben, maar had iets teveel last van de versnellingsbak. Ook Rudy V. sukkelde met het materiaal. En van iedereen waren de fringblokskes tegen het eind van de dag opgebruikt. Nu Marc R. zich niet op het verslag moest concentreren, verbeterde hij na de middag, nadat we een gelagzaal onder de modder bedolven hadden. We waren in slijk van kop tot teen, alleen uw dienaar zag er nog wat menselijk uit, wegens enige met garde bou vooraan. Rond 4 uur vliegen we Bierbeek terug binnen: Rudy R., Rudy V., Patrick, Dirk P., Danny, Dirk H., Frank, Ivan, Luc, Eddy, Marc, Bart, en onderspitgedolvene, euh ondermoddergespotene. Maar wie zat er het eerst proper gewassen en gekamd bij de vrouwkes? De gids hebben we niet meer gezien. En ja, de blonde Leffe en de spaghetti smaakten vaneigens. Mario

 

3 februari 2002

De Bende van Rogiers is meer dan gehalveerd vandaag. Schuldige is Petra, de eega van Frank Hanselaer, die gisteravond een surprise party voor manlief (35 jaar) had ingericht. Proficiat, Frank. Maar daardoor is het wel duidelijk dat er maar 2 zijn die en kunnen drinken en kunnen rijden: Danny en ik. De genaamden Geert B., de gebroeders H., Rudy V., Eddy T., Karel V. en natuurlijk Marc R. (de drank was voor niets, dus was hij er bij) waren daar ook, maar niet aan de kerk om 9 uur de zondag. Voor hen is het dus of drinken of rijden, behalve voor Marc. Die kan geen van beiden. Ik had op een treffelijker uur willen thuis zijn, maar ze hadden mijn voertuig verstopt. Ja, ik was de enige die met de mountainbike naar het feestje in d’Oude Kapel in Overmere getrokken was, en de sm…lappen (waaronder zeker Roelandt en Fack) hadden er niet beter op gevonden mijn vélo aan dat ijzeren spel van de Boerenkrijg voor de deur van de kapel omhoog te hangen. Meer dan een uur heeft dat daar geduurd voor ik mijn vélo terug had. Als ge passeert ziet ge nog een van de koordjes hangen waarmee mijn fiets met ballonnetjes was vastgebonden. “Uw uitvluchten worden hoe langer hoe dwazer”, zegt mijn vrouw dan. Pittig detail: de ballonnetjes op het feest van Frank waren van Chiquita. Het bananengevreet van sommigen, levert dan toch nog iets op. De gebroeders R. waren daar natuurlijk ook, maar minder beschonken omdat ze eerst een kinderquiz gaan winnen waren. Proficiat, Ivan en Rudy.

Met zessen op naar Hamme/Zogge. En een nieuweling! Guy Roels, die met de auto tot ginder rijdt en daar de 25 km meedoet. Tenminste de eerste 15, dan is de pijp uit. Nog veel pap eten, Guy, en een kilometer of duizend trainen. Als Guy weg is, breekt de hel los. Ze – Danny, Bart, Jan en Rudy, moeten hun scha inhalen. Ik kan alleen maar volgen mits een paar duwen van Rudy, en telkens Ivan mij voorbij schiet weet ik dat hij ook gesteund is geweest.

Oh ja, ik had beloofd aan Ivan om te vermelden dat ik twee keer verkeerd gereden ben. Geen probleem, Ivan, uitzonderlijke dingen zijn altijd het vermelden waard.

En ’s achternoens werd een superversie van mezelf, wereldkampioen cyclo cross. SuperMarc zal weer met zijn kouwe spruiten op de schoot de aankomst gemist hebben, vrees ik. Als hij zichzelf kent, heeft hij niet eens de moeite genomen zijn spruiten op te warmen. Mario

 

10 februari 2002.

Met zijn 13-en naar Waasmunster. Dirk H. is de enige met korte broek – gezien van broer Frank op die zijn feestje?, maar hij ziet zich genoodzaakt alleen rond de kerk te fietsen, want hij moet te vroeg thuis zijn. Ze hadden hoerenweer beloofd, maar Rudy, Marc en ik zijn daar niet meer bang voor, nadat we vrijdagavond op de KWB kookavond Spaghetti a la putanesca klaar gemaakt en geproefd hebben. Toch wel raar dat Rudy R. meteen wist wat dat wilde betekenen!? Alsof Waasmunster nog niet ver genoeg is, stuurt hij ons eerst nog eens door de wegels in het Heiende. ’t Is MAAR een paar kilometer extra. Guy wacht ons op in Waasmunster en net voordien rijdt de man met de elegantste stijl van het peloton, Eddy Troch, lek. En ja, dames, sinds kort kunnen jullie Eddy ie-meelen op: Eddy.Varkensvoederbak@skynet.be, tenminste als het adres dat Rudy R. me gaf, klopt.

In Waasmunster wordt er goed doorgereden, we doen slechts een kleine 15 km van het parkoers. Op Guy na – die nog veel zal moeten - leren - afzien, zijn we allemaal mekaar waard, zeker ook Dirk Pieters de pompier en Krist, twee nieuwe die toch regelmatig meerijden nu. Al met al valt het weer weer verschrikkelijk goed mee en wonder boven wonder is alles redelijk bereidbaar (euh berijdbaar, ik was nog even met de kookles bezig), naar onze normen, ondanks het natte voorbije weer. De wind lijkt zelfs meestendeels in het voordeel te blazen, terwijl ik me toch herinner uit de rest van mijn leven dat wind bijna altijd in het nadeel blaast. Of is het gewoon dat we zo in form staan dat we modder noch wind meer gewaarworden? Op de terugweg staat de wind toch op kop, maar Rudy rijdt niet graag rechtdoor dus duiken we nog eens de bossen in tegen Zele en rijden langs veldwegels langs de Donk en achter Overmere tot aan de Vaarschootstraat. In een eindsprint hoort Raf, de ouwe vos, mij afkomen door het geplets van de plassen. En hij probeert mij toch wel te couperen, zeker! Volgende keer beter proberen, Raf! Al met al zijn wij toch nog wel op een treffelijk uur thuis, lees ‘in het weike’. Mario


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: pic10Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: pic10Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

17 februari 2002.

Met zijn tienen rond de kerktorens van Kalken, Laarne en Heusden. Het ligt zwaar, maar dankzij de lichte vorst niet echt loodzwaar. En mooi zonnig en windstil vriesweer. Er doen twee nieuwelingen mee, Hans en Guytje. Aangezien Rudy R. gaan raften is, is het duwwerk voor ons. Dat vaart, omdat onze vaart er niet wel bij vaart. Maar Hans en Guy rijden de 36 km uit. Ze hebben weer veel bijgekweekt deze morgen. De Wetteraars Krist en Jan zijn de besten vandaag. En de gebroeders Dirk en Frank missen ook niet rap een rit meer de laatste tijd. De Kattenheye ligt er weer echt smerig bij en doet haar reputatie alle eer aan. Deze keer ligt er een mooi paadje rond de plas (zeg maar vijver) waar ik vorige keer in terecht kwam. De beste muttens staan in de wei! roept Marc, als hij ons doodgemoedereerd voorbijsteekt: wij in de modder op het mountainbikepad, Marc in de naastliggende wei. Ik veronderstel dat dat een Kalkense uitdrukking is, maar het blijkt eigen maaksel. Ik moet zeggen dat ik de poëtische zeggingskracht van deze mens ferm heb onderschat. Zo leer ik ook van Ivan de stadia in het leven van een Kalkense koe: kalf, muiten, vaars (vanaf de puberteit, dus geslachtsrijp) en munte (na 1 worp). Op een bepaald moment duwt Marc Hans en ik duw Guy (zijt ge nog mee?). Marc stelt een sprintje voor. We steken nog een tandje bij, wat voor mij niet moeilijk is. Omdat we mekaar waard zijn, lanceren we op den duur onze poulains. En dan maar supporteren wie van hen die sprint wint. En ja, wie won de eindsprint in de langen end op weg naar Nele? Verdorie, toch wel weer een Rogiers zeker! Daar leert Guy me dan toch nog een Kalkens gezegde: Een kalf kan nog veranderen, maar wie een mutten is, blijft dat voor de rest van zijn leven.Voor mij is er dus nog hoop. Helaas, voor Marc Mario.

 

24 februari 2002.

Daar Mario startverbod gekregen had die dag, heb ik dus schrijfplicht. Met elf aan de start. Op voorstel van Rudy, besluiten we om naar Lochristie en omgeving te rijden. Kwestie van een parcours te kiezen waarin nogal veel verharde wegen voorkomen, want na al die regen van de laatste dagen is het in veld bijna niet meer te doen. Niet dat we schrik hebben van een beetje modder, maar trop is te veel en teveel is trop Dat die mountainbikers van de KWB echte sportmannen zijn bewijst ons weekend programma. De vrijdagavond gaan quizzen (winnen), daarna gaan vogelpieken de zaterdag turn(en)feest(en) en de zondag mountainbiken. Om zo een programma af te werken moet de conditie op punt staan. Trouwens de reden waarom Mario startverbod kreeg zal wel iets met dat overvolle programma te maken hebben gehad.

De rit kende een snelle start, voor nieuwkomer Guy betekent dit dat hij met evenveel op de pedalen te duwen als in andere ritten toch een hogere snelheid haalt. Hoe kan dat nu? Wel ge moet het maar eens aan Rudy Rogiers vragen, die kloeg na de rit over krampen in zijn armen wel te verstaan. Een combinatie van hoge snelheid, iemand die aan de kop zit te rijden en niet waarschuwt voor obstakels, en Ivan die zit te kletsen zorgde er voor dat Ivan de kletskous bijna tegen een paaltje opknalde.

In Lochristi aangekomen doen we een parcours rond een vijver (k heb horen vertellen dat er ook zijn die reeds in die vijver hebben gereden, hé Rudy). Op dit parcours ligt er een vrij steil bergje. Toen we dit bergje vorig jaar op moesten, waren er verschillende die moesten passen, maar nu reed iedereen gezwind(?) naar boven. Zou het dan toch waar zijn van die erosie, of zijn we er met zn allen sterker op geworden? Rudy Vergeylen had zelfs meer last met van het bergje af te rijden dan met erop te rijden, maar ja we weten al langer dat dat gene gewonen is.

Naar het einde van de rit toe verraste Rudy Rogiers iedereen met de spurt van heel ver in te zetten. Luc Krick, heel sterk rijdend de laatste tijd, probeerde hem nog te remonteren, maar te vergeefs en zoals de meeste van onze ritten eindigde ook deze weer met een overwinning van Rudy Rogiers.

Als afsluiter zou ik toch nog willen reageren op voorgaand verslag van Mario. Als Mario schrijft dat er nog hoop is voor hem, dan beschouwd hij zichzelf dus als een kalf, en inderdaad dan is er voor hem nog hoop dat hij een evolutie doormaakt naar het stadium van vaars. Dat betekent dat hij nog door de puberteit moet (maar volgens mij zal hij daar wel voor altijd blijven hangen) en meer nog, hij wordt misschien ooit nog geslachtsrijp            

Interim verslaggever, Marc

 

3 maart 2002. Raar maar waar, maar tijdens deze zeikenatte winter is het de zondagochtend bijna altijd schoon weer. Ons niet gelaten. We trekken naar Wachtebeke met 10. Frank en Ivan zijn ziekjes en doen niet mee. De laatste paar kilometers voor het domein pakt Danny de kop en trekt door aan 35 per uur. Het wordt een rit met een hoog gehalte aan Danny Fack factor (kortweg Danny Facktor): er wordt veel verkeerd gereden. Als we van Rudy Rogiers kunnen zeggen dat hij de Kalkenaars leerde vélo-rijden, dan zullen ze van Danny kunnen zeggen dat hij geprobeerd heeft ze verkeerd te leren rijden, al zat Rudy er dit keer zelf meer voor tussen, door zijn ‘onervarenheid’ met het Wachtebeeks terrein. Omdat je daar de ene kruising na de andere hebt, soms met 4 keuzemogelijkheden ging het eerst wat stroef, met veel gestop en getreuzel en terugrijden. Eens reed Danny rechtdoor, 3 reden er naar rechts en de rest reed naar links. Maar dan kwam er vaart in de rit en kregen we lange, vettige stukken voor de wielen geschoven, geschuif van de wielen in de modder, het achterwiel dat wegtrekt, het ene beekje na het andere met planken die voor brug moeten doorgaan en soms zelf onder het water liggen, gevolgd door beekjes zonder planken, met omgewaaide bomen en afgewaaide takken. Diepe putten en zeer hobbelig. Schoon, schoon. “Als je uit zo een modderput komt”, zegt Rudy “moet je gewoon je voorwiel opheffen. Dan kun je niet vallen.” Wij zijn al blij dat we nog op onze vélo zitten en ons stuur nog vast hebben, laat staan dat we ons voorwiel omhoog gaan smijten. Rudy, waarschijnlijk de enige mens die geboren werd met ingebouwde GPS, zegt dat de rit nu in zijn boordcomputer zit opgeslagen en dat we volgende keer het hele domein in 1 ruk door afwerken. We gaan zeker terug, want we hebben ons goed geamuseerd als we na goeie 50 km weer in Kalken komen. Explosieve Rudy V. klopt bijna Rudy R. in de spurt. Man in vorm is Luk Krick. Geert, Marc, Eddy, Dirk, Rudy V. en ik vormen de gedegen middenmoot.

Guy doet weer goed mee. Hij rijdt nu zeker al 100 meter alleen mee. En let op mijn woorden, binnenkort mogen die zijwielekes daar vanachter ook af. Nu nog proberen te anticiperen als degene die voor je rijdt wordt opgehouden, dan zul je niet vallen door domweg tegen mijn achterwiel te rijden. En steek het zeker niet op mij. En ja, ik doe ook nog eens een halvelingse knieval en ze hebben het natuurlijk allemaal gezien en ik mag het natuurlijk weer de rest van de rit horen. Jongens, luister goed, binnenkort wordt er een wet tegen ‘Pesten op de hobby’ gestemd en dan zal het rap gedaan zijn met dat gelach.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

10 maart 2002.

Rudy en Eddy zijn weeral gaan raften, in de Ardennen MET MTB en ZONDER vrouwen! Ge moet niet schoon zijn om sjans te hebben, zeggen ze dan. Zoals naar gewoonte: schitterend weer op zondagmorgen. We rijden naar St. Lievens Houtem. Marc heeft gisteren zijn verstand gebruikt, zegt hij. Wie hem kent, verwacht nu niet echt dat dat direct een wereld van verschil zal maken. Maar voorwaar, deze eeuwige belofte is in grote doen vandaag. Verder verkeren sponsor Rudy en Luc ook sinds enige weken in vorm, rijdt Geert ook elke week beter, en dan is er nog beresterke Danny natuurlijk. Dirk rijdt al rond in korte broek en mouwen, gevroren of niet. Toch zijn broer op die zijn fuif willen nadoen?

Schoon parkoers natuurlijk, zeker als je daar in de prille lente rondrijdt. De aanduidingen zijn echter slecht. Zo krijg ik, op kop rijdend, de keuze tussen links en rechts zonder enige aanduiding. Rechts is een bredere wegel met een mesthoop waarvan ik denk dat je er wel naast kunt, links is een klein wegje. Ik kies voor de mesthoop. Verkeerd natuurlijk. En weer mag ik horen dat er in W. Vlaanderen meer varkens dan mensen wonen. Maar wat heeft dat er nu in godsnaam mee te maken, jongens. Jezus, Maria.

Ivan en Frank rijden na hun ziekte wat bleekjes. Ivan krijgt een klodder modder in de mond. Tenminste, dat veronderstelt hij. Mag ik er echter op wijzen dat in deze tijd van het jaar de boeren ook volop mest uitrijden? Het kan ook, maar daar mag ik zelfs niet op denken, iets anders zijn. Zoals U weet uit vorige verslagen ben ik de enige die zijn neus in een zakdoek snuit. Ik heb dat zo geleerd van mijn Westvlaamse moeder, als onderdeel van beleefde manieren. Hier in Kalken is dat blijkbaar anders. Er vliegt in het peloton dan ook soms meer snot dan modder rond. Neen, Ivan, ik mag er niet aan denken. Beste mensen, zoals U weer maar eens uit dit verslag kan afleiden: bij het mountainbiken ligt niet alleen het sportief, maar ook het cultureel niveau erg hoog (zie bvb. ook verder: beschrijving van Marc die erdoor zit). Ivan komt zichzelf een paar keer tegen, een paar keer teveel. In de verraderlijkste afdaling van het parkoers, met slagen in de weg, die dan plots stoppen of helemaal scheef lopen, heeft hij er gelegen. De verslaggevers, Marc en ik, merken er niets van, want we zijn zodanig in vorm dat we nogal veel op kop rijden. Wist U dat Marc eigenlijk verslaggever is mogen worden omdat hij toch meestal vanachter reed en zo nog eens iets zag gebeuren. Neen, dat wist U niet zeker. Er was echter geen rekening mee gehouden dat hij meestal zodanig ver vanachter reed, dat hij eigenlijk minst van al zag. Luc Krick in een inhaalpoging op mij gaat ook nog eens onderuit, net naast mij, maar ik ben zelf net veel te druk bezig met niet vallen, zodat ik het spektakel slechts hoor en er niet ten volle van kan genieten.

Dat de ene mens de andere niet is, uit zich bvb. in de manier waarop iemand afziet. Veronderstel dat Marc er helemaal door zit (in het echt wel al lang geleden). Stel je de Hulk voor, weliswaar een veel slappere versie. Wrijf in met zweet en modder, overgiet het geheel met een emmer van gelijke delen snot, slijm en kwijl, besprenkel lichtjes met Isostar en lardeer de lichaamsopeningen met schuim. Dit alles zit dan nog zachtjes te huilen langs de kant van de weg naast zijn vélo, snikkend van ‘Ik zal het nooit kunnen.’ Ziedaar. Dat is trouwens ongeveer het beeld dat je zelfs van normale mensen krijgt, die er helemaal doorzitten. Niet zo echter bij Guy. Wij staan nog na te hijgen van echt diep te gaan in weer een of andere wegel als Guy, enkele minuten na ons, het veld komt uitgereden, wijd gesticulerend en breed lachend, schouderklopjes uitdelend. Danny, naast hem, ziet purper van het duwen. Als Guy er echt helemaal doorzit, begint hij bovendien lollen te vertellen en wijst de omstaanders, in dit geval een bende mountainbikers die nog aan het bijkomen is, op de schoonheid van Gods schepping. Neem van mij aan dat Guy er dan echt helemaal doorzit.

We malen de langenend tussen de passerelle en Nele erdoor aan 37-38 per uur. Het café wacht en de wind zit mee. Rudy V. kan weeral de sprint niet winnen. Nu is het Luc Krick die hem klopt. En dat het was omdat ge met uw voet uit uw pedal geschoten waart, Rudy, maak dat uw supportersclub wijs, maar ons niet.

Nog melden dat er spontaan iets moois is gegroeid. Nadat de zotten om 9 uur vertrokken zijn aan de kerk, kan men nu om halftien opnieuw mountainbikers zien staan. Dit is de lichting voor zij die nog niet zo vroeg uit hun bed kunnen, en die toch willen trainen om binnenkort vroeger op te staan. Volhouden, Hans, Pat, Yves en Johan. En dan proberen om maar even laat als wij bij Nele te arriveren en niet een uur vroeger, want zo zal het ook niet gaan, hé mannen.

 

17 maart 2002.

Weer met een man of 11. Rudy, Danny, Luc, Rudy, Dirk, Marc, Geert, Ivan, Guy, Jan, ennekik. Een specialleke, want we gaan naar Oosterzele alwaar een BLOSO parcours ligt, alhoewel meer dan de helft van de wegwijzers verdwenen is. Opnieuw een hoge Danny Facktor dus met veel verkeerd gerij, maar weer kan hij er niet echt aan doen. Dankzij zijn terreinkennis en die van Rudy kunnen we immers nog ongeveer het parcours volgen. Eer we in Wetteren zijn, rijdt Marc al plat. We verliezen zeker een kwartier, want eer de depanneurs van dienst doorhebben dat het niet aan het pompje ligt, maar aan de slechte reserveband van Marc, die maar niet hard wil worden, is er al veel gediscussieerd. Marc heeft die band van Eddy T. gekregen. Waarom moet iedereen die jongen toch altijd liggen hebben? Zie, daar kan ik niet bij, zo een brave gast, die Marc, van mij zul je daar nooit geen verkeerd woord over horen. We rijden langs Wetteren naar Zottegem en slaan enkele kms over de E3 twee keer rechts af en zitten meteen op het parcours. Dat eerste stuk ligt zodanig nat, dat we meteen gedoopt zijn. Daarna gaat het nog, of is het omdat we vuiler gewoon zijn. Er is veel vals plat, dat voor de ene al wat valser ligt dan voor de andere. Ook deze zondagmorgen is droog, ondanks de aanhoudende stormen en regens. Guy doet zijn tweede rit van 60 km op rij. Hij komt er echt door, want op een moment rijdt hij enkele kms op kop aan 40-42, met Rudy en Danny die aan zijn truitje hangen. Of is het duwen dat ze doen, ik wil er vanaf zijn. Oosterzele, Balegem, Munte en vandaar aan 60 per uur naar beneden naar Bottelare. De rit eindigt als een wegrit. Op de Scheldedijk tussen Kwatrecht en Wetteren demarreert Jan, omdat hij bijna thuis is. Ja, hij wil goeie punten halen. Immers, is deze jongen niet net getrouwd!? Daarmee smijt hij de knuppel in het hoenderhok, want vanaf dan wordt het een langgerekte spurt tot bij Nele, zodat we bijna allemaal apart aankomen. De eerste (die op een bepaald moment 50 rijdt, begin maar) hoef ik niet meer te vermelden. Danny eindigt als tweede voor Luc en voor sponsor Rudy, die de laatste tijd toch verdorie goed rijdt. Van die halve bak bruine Leffe per dag kan het niet zijn, want dat dronk hij vroeger ook al. Zou het homEPOpathie zijn? Tiens, en bij Nele: geen spoor van het B-team!? Mario.

 

24 maart 2002.

Met zijn tienen. Ik ga het nog een keer zeggen: weeral prachtig weer op zondagmorgen. Ja, waar zitten ze allemaal? Marc is ziek, Raf zien we al weken niet meer en zou met de schouder sukkelen. Karel komt ook al weken niet. Karel Karate Kid traint zodanig hard martiale kunsten dat er geen tijd meer is voor de MTB. Ja, Karel is zowat de sympathiekste van ons allemaal en is dan nog met een meiske van Bachten de Kupe getrouwd, beter kan niet. Waarom Marc dan altijd zo verschrikkelijk kwaad spreekt over deze mens, weet ik niet, maar ’t is niet te doen. Beste Karel, ik zou me dat toch niet over mijn kant laten gaan, zulle. Geert moet aan zijn chauffage werken en Ivan moet helpen bij de motocross. En was Jan verleden week toch niet op tijd thuis dat hij er nu niet bij is? Wie zijn er wel?: de gebroeders Dirk en Frank Hanselaer, de schoonbroers Rudy V. en Danny F., de oudste van de Rogiers, Dirk pompier Pieters, Guy Roels die niet afgeeft, Luc Krick - al weken in vorm, en Eddy Troch, na een paar weken afwezigheid. De 25 km van de rit ingericht door Calkine WTC zijn ons wat kort. Laarne, Heusden, de Schelde, Wetteren, Kalken. We doen wel aan de Verloren Hoek nog een kort stukje wegel dat ik nog niet kende. En ook in de Vennestraat tussen Overschelde en Laarne is er voor mij een nieuwe ontdekking. Na een goed uur hebben we er de 25 km al doorgemaald, ondanks de 2 platte banden van Danny. Na de tweede vragen we ons af of hij ook zijn reservebanden bij Eddy gehaald heeft? Ik wil naar de Wilbra rijden om mijn brevet van 25 km te gaan ophalen, maar we rijden verder. Verdorie, voor die ene keer dat ik dan eens een brevet ging krijgen! Tegen half elf staan we aan Marc zijn deur. Marc, nog wat ziekjes in zijn peignoir, zegt dat we geluk hebben dat hij niet kon meedoen, want hij staat scherp. Maar denkt ge dat er een aperitief af kon? Ga dan eens een zieke bezoeken. Vandaar langs de Meersen weer tot bijna tegen Wetteren, vandaar langs de Schelde naar den Aard voorbij Uitbergen door de Gratiebossen, en langs de Donk achter Overmere terug naar de Boombos, zodat we in totaal ons 48 km aan 24.5 per uur gedaan hebben. En voor sommigen had het nog rapper gemogen.

Frank verdient de prijs van de man van de dag. Hij slaagt erin sponsor Rudy, die anders nooit valt, recht in een paardendrol te laten tuimelen, door met zijn stuur onder Rudy’s arm te haken. Rudy stinkt uren in de wind. Dees keer weten we tenminste van wat. Danny rijdt aan de Donk voor de derde keer plat. Een deel heeft de stal geroken (of is het Rudy die ze rieken?) en rijdt door. Vijfhonderd meter verder rijdt Danny voor de vierde keer plat. Zoals ik al vanin het begin gezegd had (kenner zijnde …), het is zijn velglint dat versleten zit. U moet weten dat zo een lint algauw 1 Euro kost. En, U wist dat of U wist dat niet – maar dan weet ge het nu, Danny wordt thuis nogal kort gehouden. Daar zullen zonder twijfel wel goeie redenen voor zijn. Gezien de kostprijs van 5 binnenbanden zal die Euro er nu wel af kunnen. Door al dat oponthoud, komt de hele bende versnipperd aan. En tiens, als Rudy V. bij Nele binnenkomt, loopt het café meteen zo goed als leeg. Alleen geoefende West-Vlamingen kunnen de stank harden. Wij wijken dan ook niet! Mario.

 

31 Maart 2002.

Met 8 aan de start: Danny, Ivan, Eddy, Jan, Krist, gelegenheidsrijders Rudy De Clerq en Tim Raman en ikzelf (Marc). Een aantal van de habitueeswas niet van de partij. Dat had alles te maken met de K van KWB want het was Pasen die dag (en ik die dacht dat KWB stond voor Knettergekke Wieler Beesten). We besloten om nog eens de blauwe en een stuk van de rode route in de omgeving van Kalken te rijden. Het is een zeer snelle rit geworden. De redenen daarvoor liggen voor de hand, lange tijd droog gebleven, vlot lopend parcours, maar vooral Mario was er niet bij wat betekent dat we onze gemiddelde snelheid toch aanzienlijk de hoogte kunnen injagen. Tim Raman reed sterk die dag (ik heb vernomen dat hij zich aan het voorbereiden is voor een 100 km tocht) toch gaf hij er de brui aan toen we na het blauwe parcours nog een stuk van het rode parcours aansneden.

Rudy De Clerq ging een heel eind mee, die moet nogal met de fiets gereden hebben, maar op een gegeven moment zijn we hem toch kwijtgespeeld.

Na een paar weken op het verkeerde spoor (dat van Etienne Schoupe) gereden te hebben was Eddy terug van de partij, terug op het goede spoor. Vandaar de we regelmatig de volgende kreet hoorden : Aan de kant, aan de kant, want snellen Eddy is weer in het land.

Jan en Krist, het Wetterse duo, waren weer heel sterk, alhoewel toen we de laatste kilometers veld aan het rijden waren trok Jan stevig door, met Krist in het wiel. Toen Krist Jan moest laten gaan, riep ik komaan Krist pak da wiel . Krist perste er alles uit en we kwamen terug bij Jan. En dat Krist er echt alles uitgeperst had zagen we een paar honderd meter verder toen we hem een na een voorbijreden, geparkeerd noemen ze dat.

Eens het veld achter de rug hoopte iedereen dat we op het gemak naar het dorp zouden fietsen, maar er was daar nog ene Danny. Met de wind op kop dreef hij de snelheid op tot ongeveer 34 km/hr., zelfs voor mij was dat iets te snel En ja dan was er ook nog Ivan. Van gans de rit niet gezien, maar op het einde als de prijzen verdeeld worden, dan is hij er steeds bij.

Om dit verslag volledig te maken moet ik ook nog iets vertellen over wat er s avonds is gebeurd. Het was namelijk de laatste avond voor ons Nele. We waren dus verplicht om met een stevige delegatie van de Mountainbikers aanwezig te zijn in het Vrijgeweide waar we menig zondagvoormiddag en soms tot in de vrij late namiddag hebben nagekaart over de afgelopen rit. Dat we gingen helpen om het bier leeg te drinken dat had Nele wel verwacht, maar dat we ook zelfs de gordijnen naar beneden gingen halen was toch niet afgesproken, hé DannyInterim verslaggever, Marc

 

6 April 2002. Ronde van Vlaanderen

Vorige week de zondagavond (zie vorig verslag) waren er vele kandidaten om mee te doen aan de Ronde Van Vlaanderen voor moutainbike. In de week die daarop volgde was het de ene afzegging na de andere en uiteindelijk waren er maar 6 echte flandriens die besloten om de rit van 75 km met daarin de Muur van Geeraardsbergen en de bosberg te rijden. Rudy R., Rudy V., Danny, Jan, Luc en ikzelf (Marc). Daar we absoluut s namiddags om halftwee terug in Kalken moesten zijn, want dan werd er een belangrijke match gespeeld door de miniemen van H.0. Kaken, besloten we reeds om half acht te vertrekken (met de auto wel te verstaan). Hoe vroeger we konden starten, hoe lager het tempo moest zijn om op tijd terug te zijn. 15000 deelnemers (wielertoeristen inbegrepen) zorgen voor heel wat file en gedrum bij de inschrijving met als gevolg het reeds na negen was vooraleer we konden starten. Dat lage tempo konden we dus al op onze buik schrijven. Voor Danny geen probleem, die zette zich van bij het begin op kop en ging stevig door. Resultaat: 25 km afgelegd in het eerste uur (lekke band van Rudy V. inbegrepen) en al een paar man die het niet te goed meer zagen zitten voor de volgende 50 km.

Gelukkig is het tempo nadien iets gezakt, zodat we toch nog iet of wat konden recupereren voor de laatste 25 km die over het echte parcours van de Ronde gingen met daarin de twee boven vernoemde hellingen.

De Muurwas de eerste kuitenbijter die we te verwerken kregen. In de aanloop ernaartoe (die verdomd ook al heel lastig is) gingen Rudy en Danny fors door, ik probeerde nog te volgen maar moest toch lossen. Toch kwam niemand mij voorbijgefietst en ik dacht warempel dat ik straf bezig was tot daar opeens de echte muur begon. Ik had al mijn pijlen al verschoten in de aanloop met als gevolg afstappen en te voet verder. En ja hoor daar waren de achterblijvers. Rudy, Luc, Jan, een na een fietsten ze mij voorbij, maar ja het is ook niet gemakkelijk om met koersschoenen te voet de muur op te gaan

Min of meer hetzelfde scenario op de Bosberg. Nochtans had ik ondertussen professioneel advies gekregen van Rudy en Danny. Ik moest in het wiel blijven van Danny die mij mee naar boven zou nemen op een gezapig tempo. Zo gezegd zo gedaan, maar het was toch nog niet gezapig genoeg voor mij. Toen we op punt stonden om een groep wielertoeristen in te halen riep ik tegen Danny dat hij mocht doorrijden en dat ik wel in het wiel zou blijven van die wielertoeristen. Ik vond echter dat die mannen zo traag bergop reden en ik werd weer overmoedig. Ik reed ze voorbij, maar nog geen 100 meter verder reden ze mij terug voorbij en ik was toe aan mijn tweede wandeltocht van de dag. Ik weet wel dat Mario in zijn nopjes zal zijn als hij dit verslag leest, maar ik weet ook dat hij ook niet zou bovengereden zijn, althans niet zonder in zijn achterwiel te sch.

Trouwens, we waren niettegenstaande alles op tijd terug in Kalken en hebben genoten (?) van een prachtige rit!

De afwezigen hadden ongelijk, alhoewel

Interim verslaggever, Marc

 

7 april 2002

Weinigen is het gegeven in het centrum van de wereld te mogen wonen. Nog minder zijn zo gelukkig dat ze elke zondagmorgen vanuit dat centrum der wereld de omliggende dorpen en streken mogen onveilig maken op een morevélo. Deze zondag waren er zelfs maar 6 gelukkigen. De brothers Rogers, Guy, Eddy, ikzelf, en de jonge sportfanaat Tim Raman als toevalligaard. Een deel – Marc, Rudy V., Danny, Jan en Luc - was uitgeteld door gisteren 75 km in de Ronde van Vlaanderen voor mountainbikers te doen – ofwel vond de vrouw dat het welletjes geweest was. Nochtans was het volgens Rudy R. niet anders dan vals plat.

Zoals elke zondagmorgen - ik blijf het herhalen - schitterend weer, alhoewel veel en frisse NO-wind. En naar Wachtebeke, waar alles nu mooi droog en vlot berijdbaar lag. Zoals Rudy vorige keer had beloofd, een rit in het domein in één ruk door. In totaal toch wel een kleine 10 km zuiver en prachtig mountainbike parcours in 1 stuk. Op weg naar en terug van Wachtebeke was er ook nog veel mountainbike terrein te beleven. Ondanks de wind reden we 26.1 ter uur gemiddeld voor een totaal van 52 km. Marc was er niet bij (euh, of zei ik dat al?). Even werden we bijna opgehouden in de Nonnenbosstraat doordat ze aan de spoorweg aan het werken waren, maar - zoals steeds op alles voorzien - hadden we zelf onze machinist mee, dus Eddy ging die trein wel verzet hebben als hij in de weg gestaan had. Man van de dag was voor mij Guy, die nagenoeg zonder extra duw in de rug de hele rit uitreed. Nu mogen die zijwielekes er af, Guy. En dan nog die hulpmotor.

En piekt het dat Ivan Rogiers de sprint voor de tweede plaats van mij wint? Vanzeneigens dat dat piekt. Nu nog. Maar goed, ziehier een resem van troostgedachten die mij recht houden: derde eindigen als de eerste 2 Rogiers noemen, wie droomt daar niet van? Wel spijtig natuurlijk dat alleen ik en – godbetert – Guy nog meesprintten. Volgende troost: ik hos nog rond met een zwaar stalen ros, terwijl al die mannen op aluminium pluimpjes gezwind vooruitvliegen. Ten derde: had ik een grotere vitesse op mijn velo gehad, het zou geen waar geweest zijn, maar het ging zo rap dat ik in het ijle zat te trappen zonder dat ik nog groter kon schakelen. Bij de volgende vernieuwing van het raderwerk laat ik vanachter een kleiner tandwiel bijsteken, zijt gerust. Ten vierde, ik reed nog met een winterband op mijn achterwiel. Ten vijfde, als ik thuiskom, zie ik dat er een spaak uit mijn achterwiel loshangt (ikke blij, want nog een goeie reden bij). Ten zesde, ben ik – als Raf niet meerijdt – niet de oudste en meest versletene? Ja toch wel zeker. En dat het toch piekt. Mario

 

13 April 2002. Koppenberg.

Met 10 durfden we het avontuur aan: Danny, Eddy, Jan, Krist, Rudy R., Rudy V., Luc, Frank, Dirk en ikzelf (Marc). Diegenen die vorig week de Ronde Van Vlaanderen meegefietst hadden dachten dat en rit van maar 50 km op en rond de Koppenberg niet echt een probleem kon zijn. Dit was echter zonder de parcoursbouwers gerekend. Een heel selectief parcours met helemaal op het einde eigenlijk 2 maal de Koppenberg. Eenmaal langs het veld naar omhoog, een eenmaal langs de weg.

Frank, die al een paar weken niet meegefietst had wist al vrij vlug hoe laat het was : 5 voor 12 of was het 5 na 12? Na een twintigtal kilometer duwwerk van Rudy en Danny hield Frank het voor bekeken. Zijn broer Dirk heeft hem nog op sleeptouw proberen nemen, maar ook dat mocht niet baten, bij Frank was het vat volledig leeg. Naar ik heb horen vertellen heeft hij echter samen met Rudy V. dat vat onmiddellijk bijgevuld eens hij terug in Kalken was

Eerder waren we Krist al verloren met problemen met de mechanica, we waren dus nog met 8.

Na de bevoorrading heeft Rudy R. ons eens geleerd hoe we in waaiermoeten rijden als de wind schuin op kop staat. Heel simpel, elk om beurt kop doen en gewoon inpikken. Binnen de kortste keren zaten we boven de 40 per uur, maar dat inpikken is toch niet zo simpel In de afdaling van de hellingen haalden we gezwind snelheden van meer dan 60 per uur, als we maar niet geflitst zijn.

De meeste hebben de rit goed doorstaan tot daar helemaal op het einde de Koppenberg aankwam.

Een eerste keer naar boven langs het veld. Steil, maar waarschijnlijk doenbaar was het niet dat ik lek reed. En ja Mario, ik was nog aan het rijden toen mijn band leegliep

Een tweede keer moesten we de Koppenberg op langs de weg. En ja hoor iedereen is bovengeraakt. Zelfs voor mij was dat geen probleem meer. Als je de week daarvoor de Muur en de Bosberg naar boven bent gewandeld, mag de Koppenberg opwandelen geen enkel probleem meer zijn We zijn zelfs met 2 naar boven gewandeld: Dirk en ik, de anderen zijn allen naar boven gefietst

Al bij al zijn we met zn allen behouden thuis geraakt. Correctie : al bij al zijn we met zn allen behouden in Kalken geraakt. Voor sommigen was de thuiskomt iets minder behouden Interim verslaggever, Marc

 

14 april 2002

Buien beloofd, maar niet gezien. Wat had je gedacht? We zijn met negen, waarvan 5 die gisteren o.a. de Koppenberg deden. Geert is er na 4 weken weer bij. Maar waar zitten de Hanselaers? Als het al 3 weken niet regent, en je wil toch het echte morevélo-gevoel hebben, dan rijdt je naar de bossen van Serskamp, voorzeker de smerigste gemeente in de omstreken van Kalken. Waar er verleden week geen spatje water was in Wachtebeke, hebben we nu weer pakken modder en diepe plassen, afgewisseld met hard gedroogde traktorsporen en paardenpoten. Splasj, splasj, doenke, doenke. De 39 km worden aan 22 gemiddeld afgewerkt, met een paar lange pauzes door mijn schuld. Een platte band, gereden op een stukje hard hout, stel je voor. En een ketting die versleten is en voortdurend doorschiet en afvalt. Weeral kosten. Danny is toch een bovenste beste gast, altijd mooi wachten als ik weer in panne sta. Als we terug aanpikken, laat hij altijd wel een gat van een meter of 10, kwestie van te kunnen anticiperen als er voor hem iets gebeurt, zegt hij. “Als je met een beetje verstand rijdt, dan kun je niet vallen", zegt Danny. Ja, Danny, als je er niet veel hebt, moet je het met dat beetje doen, maar ik rijd toch liever met wat meer. Bartje, ondertussen al 16 en al ver de langste van de bende doet na 2 maand afwezigheid – wegens tendinitis en een breuk – zijn wederoptreden. Er valt niets van de inactiviteit te merken en hij legt zelfs Rudy het vuur aan de schenen (tevergeefs). Is dit de nieuwe Tom Boone (die zelf ondertussen veranderd is in de nieuwe Museeuw)? Guy rijdt nu al bijna vollen bak mee, alleen in het veld moet hij nog wat gaten laten vallen. Het mooiste bewijs dat niemand schrik moet hebben om met ons mee te rijden. Als je ziet van hoe diep Guy gekomen is: jarenlang gepaft, gelanterfant, niets anders dan bureauwerk gedaan, geen sport (wat karate ja, maar ik bedoel dus wel sport), gezopen als een Zwitser, en flauwe moppen verteld. Kortom, een meer verlept sujet liep er in Kalken niet rond. En na 8-9 weken rijdt hij mee alsof hij nooit anders gedaan heeft. Terug een mens geworden (dankzij de KWB). Geen reden meer voor al diegenen die zeggen dat ze wel mee zouden willen, maar niet durven. De korte sprint in de Boombos wordt gewonnen door ene Rogiers voor een andere Rogiers (onzen Ivan). Het wordt eentonig. Ook voor mij is het een historische aankomst. Voor de 10° keer op rij kom ik ook als eerste over de streep. In de kategorie ‘Stalen more-vélo’s’ welteverstaan (de rest rijdt rond op aluminium). Terecht steek ik aan de kerk dan ook eerst mijn linkerhand met gespreide vingers de lucht in: 5. Dan de rechterhand: nog 5. Dan samen: voor wie kan tellen, maakt dat 10. Doet Museeuw dat ’s namiddags - als hij in Roubaix over de meet rijdt - toch wel achter, zeker. Toch flauw van Museeuw, vind ik. Allez, ik vind dat toch, en bij hem was het nog niet eens 10 keer op rij. Ja, en over Marc, en Rudy V. weet ik nu eens niets te vertellen, zie. Saaie typen dat dat geworden zijn. Marc stelt wel voor dat we een extra-verzekering pakken voor de toeren die we met Danny tegenkomen (bij de sluiting van Nele hing hij in de gordijnen). Maar lees er maar eens al uw verzekeringen op na. Steeds staat in de kleine lettertjes: ‘Malheuren met Danny Fack worden door deze polis onder geen enkele omstandigheid gedekt’. Mario

 

21 April 2002

Met 9 aan de start : Rudy R., Rudy V., Danny, Krist, Jan, Dirk, Luc, Tim Raman, en ikzelf. Om 9 uur vertrokken. Om 11 uur terug aangekomen! 1 (versleten) band moeten vervangen. 50 km gefietst. Een gemiddelde van 28,6 Km/Hr., jawel 28,6 Km/Hr. !!!!!!!!!! Moet er nog zand zijn ……………….

Marc

 

28 april 2002

Vaststelling 1. Hoe rapper er gereden wordt, hoe korter de verslagen van Marc. Ik zou zeggen: “Jongens, VLAM nog een ietske harder!” Er staat nog niet eens in zijn verslag waar ze naartoe gereden zijn. Ik zal het maar zeggen: Het was naar Wachtebeke, zo weet ge het ook. Ik heb die snelheid wel gecontroleerd bij onverdachte bronnen. Het klopt, maar controle was wel nodig, want één van de (vele) afwijkingen van Marc is dat hij een “0” altijd als “8” leest, zodat het evengoed 20,6 per uur kon geweest zijn. Zo beweert hij steevast dat hij op al zijn vakken vroeger overal 8/10 had. Vaststelling 2. Bakken regen voorspeld. Die vielen ook ’s nachts en tot rond halfnegen ’s morgens, zodat er al een paar telefoontjes weg en weer gegaan waren (Gadegij? Zeker? Ja, dan ga ik mij niet mogen laten kennen, hé.). Met tegengoesting naar het kerkplein. Luc was omwille van het weer niet afgekomen, maar weeral … GEEN DRUPPEL (alleen in het begin wat). Onvoorstelbaar toch. Ivan had nochtans gevraagd dat het niet hard genoeg kon regenen, omdat hij niet mee kon rijden. Hij verkoos de communie-dankmis en vooral de gemeentereceptie achterna. Kwestie van zijn opcentiemen door overmatig gratis drankmisbruik te recupereren. Gezien de weersverwachtingen besluit Rudy dat we al de wegels in de omtrek aaneen rijgen tot één lastige rit, zo goed als volledig in het veld, met goeie kwakken modder. Mijn vélo is nog niet gewend dat er nu vanachter een tandwiel bijstaat (zo een heel kleintje! Wacht maar Ivan), en moet daar blijkbaar nog aan wennen. Zo zijn we nog maar in de Meersen of Rudy moet er al 5 minuten aan prutsen. En wie komt daar afgereden? Dirk. Die vond zijn fiets met een platte band toen hij wilde starten en was zo te laat op het kerkplein. Moedig als ie is, besloot hij maar alleen te rijden – ik zou thuisgebleven zijn. ZEER toevallig (want we vertrekken nooit langs de Meersen) dezelfde richting uit als wij. Dirk, ge moogt mijn vélo eens trakteren als ge hem nog eens tegenkomt. Het is Guy zijn dagje niet, niet qua vorm en niet qua ongelukken, want hij valt nogal serieus. Ja, Guy, MTB moet je leren met vallen en opstaan. Zo is Danny is nog altijd aan het oefenen in het onderdeel ‘vallen’. Danny is nergens de eerste paar kilometer – een te liederlijk weekendleven – maar na een tijdje rijdt hij weer zo beresterk dat Rudy er hem zelfs niet meer afkrijgt. De kriek op de taart is een doorsteek van Schriekstraat naar Zomerstraat, aangeboden door ondergetekende. We zijn nog maar die slag in gereden of Danny en Marc beginnen te foeteren van ’Maar waar zendt Mario ons nu? Een schoon nieuw wegeltje noemt hij dat. Is dat een weg? Enz.” Ze overdrijven zodanig dat ik moet stoppen om bij te komen van het lachen. Ja, op de baan kon ik Marc niet houden, maar in het veld was hij in geen velden te bespeuren. En Marc, als je zulke halve wegeltjes (een paar keer erdoor met de MTB en ze liggen er berijdbaar bij) niet kunt appreciëren, rijdt dan gewoon bij de wielerterroristen hé. Geert, goed in vorm, rijdt 3 platte banden. Als we naast de weg Berlare-Donk zijn 2° aan het stoppen zijn, rijden er op 5 minuten 3 snelheidsduivels voorbij. Onveiligheidsgevoel in Vlaanderen? Zeker, niet door de migranten maar door de vele zotten die hun mannelijkheid willen bewijzen door te tonen dat ze op een gaspedaal kunnen duwen. Ze zouden ze voor straf op een more-vélo moeten zetten en laten meerijden met ons. Het zou rap gedaan zijn. Bart(je) was ook weer in form, maar dan kreeg hij weer last van de knie. En we eindigden op het duiveltjestornooi van HO. Want onze Kalkense jeugd steunen …, zie, daar willen wij wel een efforke voor doen. Mario

 

5 mei 2002

Het kon niet blijven duren. Vandaag krijgen we de regen die we al het hele seizoen verdiend hebben. En toch met 11. De twee broederparen, nog twee schoonbroers, Eddy, Luc, Marc, casual Dirk VDV, ennekik. Naar Waasmunster, meer dan 60 km aan het verrassende gemiddelde van 27 per uur, ondanks wind en regen. Ik ga toch eens die kilometriekskes van die mannen controleren, of daar niet mee gefoefeld is. Gedurende enkele kms kruisen we voortdurend wandelaars. Het is pas door die wandelaars dat het ons opvalt hoe hard het waait en regent, anders zouden die mensen hun paraplu niet opzij houden, niet? Zie, wat ze daar nu aan vinden om met zo een hondenweer te gaan wandelen, daar kan ik nu eens niet bij!

Op de baan in Waasmunster. Een afzinkje met op het einde een verkeersdrempel. Het asfalt ligt kliedernat en spekglad. Ik zie Ivan zijn achterwiel gevaarlijk slingeren. Ik rem lichtjes en lap, zonder verwittiging lig ik er. Mijn linkerzij op 3 plaatsen geschaafd en knots, nog eens met mijn kop tegen de asfalt. Nog een put in het asfalt. Een geluk dat ik mijn gloednieuw helmpje niet ophad, anders was er nu een bluts in geweest. Ik ben nogal groggy, maar dan gebeurt er iets nog uitzonderlijkers dan een valpartij van mij: er steekt ons een bende mountainbikers voorbij. Dat hebben wij nog nooit gezien: een bende. Zo gelijk wij. Meestal komen we enkelingen of koppels tegen, maar nog nooit een bende. Eer ik helemaal bekomen ben zijn die mannen al een eind weg en we denken dat we ze niet meer zullen zien. Maar een eind verder krijgen we ze toch nog in het vizier. Dat is de start van wat een woeste achtervolging zal worden, want van zodra die mannen ons in de gaten krijgen, geven ze natuurlijk ook vol gas. Tevergeefs. Na een slopende achtervolging waar er geen einde aan lijkt te komen, komt er een einde aan doordat we ze bij hun nekvel hebben. Ja, die mannen hadden eigenlijk ook geen kans want wij hebben een Rudy Rogiers die overal fikse duwen uitdeelt om onze bende samen te houden en voort te jagen en ook een Danny Fack, die hierbij stevig helpt. Als we ze eindelijk te pakken hebben, komen Danny zijn gendarmenmanieren boven. Hij zet zich meteen op kop en jaagt het tempo nog wat de hoogte in. Moet die er toch altijd nog een schep bovenop doen, zeker!

In Zele splitsen onze wegen. Even reden er bijna 30 mountainbikers in groep rond. In alle geval, ons ego is weer eens gestreeld en de midlife-crisis is weer voor enkele dagen bezworen. Nog een lange natte winderige weg huiswaarts. Tussen Zele en Overmere wordt al dat opspattend sop van die die voor mij rijden en dat voortdurend piekt in mijn ogen, mij te veel. ‘Het is mij verleed’ zeg ik en ik pak resoluut de kop. Al wie mij wil volgen, zal heel rap moeten rijden. Iedereen volgt. Als we afslaan naar Kalken, steken er mij 7 van de 10 profiteurs voorbij. Zie, daar kan ik kwaad van worden. Ook de drie jonge beloften Marc, Ivan en Eddy, maar eer we in de Vromondstraat zijn heeft deze ouwe rakker die drie alweer te pakken, haha. Even later wint Rudy – of wat had je gedacht? - de eindsprint voor kompanen Rudy V., Danny en Luc. Mario

 

12 mei 2002. Moederkesdag.

Strontweer. Danny F., Rudy V. en Bartje zijn uitgeteld door de barbecue op HO Kalken gisteren. Rudy R. en Marc en ET zijn naar hun zoons (Stefaan, Mathias en Niels) hun laatste matchen bij de miniemen gaan kijken. Guy is nog altijd aan het recuperen van zijn val 2 weken geleden. De Hanselaers, Geert, Dirk, Luc, Ivan, ik, en Bjorn, speler van het jaar bij HO Kalken, moeten vandaag de klus alleen klaren.

Alhoewel. Ik geraak zelfs niet tot aan de kerk. Aan de hoek van het wegeltje tussen de Centrumwijk en bakker Vandenabeele heeft een slimmerik struikskes gezet. Als ik het wegeltje wil inrijden, blokkeert mijn velo helemaal: mijn derailleur is aan zo een struikske blijven hangen en in mijn wiel geslagen. Heeltegans dubbel, een nieuwe derailleur van juist 1 week oud. Ik laat mijn geblokkeerde vélo dan maar liggen en trek te voet verder om aan de kerk al afscheid te gaan nemen. Roept die boer die mij op zijn dooie gemakske op zijn vélo voorbijsteekt: “Ik peins dat ge iets vergeten zijt!”. Ja, lacht er nog wat mee ook. Zal ’t gaan, ja! Dankzij Ivan, die mijn vélo net genoeg oplapt zodat hij weer bolt, wordt ik tot bij Rudy Rogiers geduwd door Ivan en Luc. Aangezien Rudy niet meerijdt, kan ik zijn vélo gebruiken, ook dankzij Ivan. Jawadde, ik voel me plots de leerling tovenaar die op de meester zijn machien mag rondrijden. In de tweede slag lig ik er al af, maar dan begint het goed te draaien. Een modderig kronkelig parcours in Kalken, Laarne, Heusden. We zien er nog eens echt smerig uit. Halverwege, achter het Kasteel, laat Bjorn, speler van het jaar bij HOK, ons allemaal meters achter. Het tweede stuk van de Kattenheye laten we letterlijk links liggen en we doen een nieuw stukske, met name een oude kerkwegel die van op het driehoekig pleintje op de kruising van Lagen Heriweg en Bulstraat schuin over de akkers naar de Meersstraat loopt, even naar links en dan terug rechts naar de Reigerstraat, Brandemansstraat. Inclusief brugje en een fazant die vanonder mijn wiel wegvliegt. Tussen de Krimineelstraat en het dorp haal ik nog eens alles uit dat bakske van Rudy. We gaan niet onder de 40 per uur. In het dorp hangen alleen nog Luc en Ivan in mijn wiel. Tegen de eindjump van Ivan valt er niets te beginnen - of liet ik me verliezen uit dankbaarheid voor de eerdere hulp?? (Neen, zo ben ik niet) - zodat vandaag eens een Rogiers wint. Kwestie van een familietraditie in ere te houden. Op die laatste kleine anderhalve kilometer rijden we Bjorn, speler van het jaar bij HOK, op meer dan 2 minuten. Veel fond heeft de jeugd van heden toch niet meer, hé. In onzen tijd … En tiens, nadat ik daar in het naar huis gaan nog eens gepasseerd ben, staat dat struikje daar niet meer. Tiens, tiens. Mario

 

26 mei 2002

Naar Oudenaarde. Jaarlijkse rit ter voorbereiding van de 100 km Regio-Tour. Rudy V. en Danny F. waren gisteravond Rudy’s gloednieuwe camionette aan de sporthal in Oudenaarde gaan zetten. Met 11 aan de kerk om 8 uur (Geert, Krist, Frank, Danny, Rudy, Rudy V., Marc, Karel, Bart, Luc en – vanzeneigens- ik). Eerst 45 km windop langs de Schelde naar Oudenaarde. Verdorie, weinig wielerterroristen vandaag. Te slecht weer? Verleden keer hingen er op het einde 20 man in ons wielen, nu geeneen. We reden nochtans soms, ondanks de kopwind, aan 36 per uur. Karel, man van de dag, moet na 30 km de rol even lossen, maar geen wonder, als je 4 maand niet gereden hebt. We laten het tempo een beteke zakken. Ja Karel, je moet goed zot zijn om meteen een rit van 80 km, met de Koppenberg, Volkegemberg en het laatste stuk van de Varentberg te doen. Verder geen slecht woord over deze mens, eigenlijk vooral omdat hij net zijn zwarte gordel karate gehaald heeft. Maar wonder boven wonder, Karel zal zonder hulp uitrijden, en zal ook nog eenmaal spectaculair overkop gaan. Andere man van de dag is Frank, die al het hele jaar niet echt in vorm zit. Maar deze loodzware rit verteert hij helemaal zonder problemen. Zou dat powertrainen binst de week er toch wat beginnen aan doen? Dat brengt ons op de idee dat we eens met de hele bende zouden kunnen gaan spinnen, een nieuwe Amerikaanse rage: fietsen op rollen met veel weerstand en veel muziek, in zo een spannend aerobic pakje. De vrouwen mogen dan voor ons op de eerste rij rijden, stelt Danny voor. Zo hebben wij er ook wat aan.

De tocht: prachtig, prachtig. Maar die wordt wel wat verpest door 6 quads (motos op vier wielen) die ons geregeld ambeteren: stinken, lawaai en gevaarlijk. Maar ook is er weer 1/3 van ONS mountainbike-parkoers gevuld met wandelaars van zo een ingerichte wandeling waarvan sommigen dan nog denken dat de natuur alleen voor hen is (allez, de meesten zijn wel vriendelijk). Voetgangers, ruiters en fieters moeten gewoon mekaar wat respecteren, maar voor sommigen is dat nog niet duidelijk. En wat motos en quads op veldwegels en in de bossen en meersen betreft: die verbieden ze maar zo snel mogelijk helemaal in gans Vlaanderen (een advies U gratis aangeboden door de KWB).

Rudy R. steekt me voorbij op de Koppenberg, maar even verder staat hij geparkeerd en rij ik hem zo voorbij. Als ge dan niet in vorm zijt, weet ik het niet!* Alleen Luc en Bart zijn voor mij boven. Rudy vindt dat we sjans hebben met het weer: bijna heel de tijd overgebleven. Ik vind daarentegen dat we ferme onsjans hebben: de laatste 15 minuten worden we doorweekt door een wolkenbreuk. Kletsnat. Een attitude-verschil noemen ze dat: De ene ziet het meer van de zonnige kant, de andere zaagt al gemakkelijker eens. Maar dat ik toch gelijk heb. Nog melden dat Rudy sinds een week of 2 het ene na het andere stuk aan zijn vélo moet vervangen, volgens Marc allemaal sinds ik ermee gereden heb. Ja, als zo een véloke niet gewend is dat er eens een beetje macht wordt op gezet,

De terugtocht in Rudy’s camionette is voor de 8 vanachter een ware marteltocht geworden. Elf vuile vélo’s, zakken natte kleren en 8 bemodderde mannemensen op mekaar gepakt in een kot op wielen zonder vensters, met een zot achter het stuur. We hadden beter ons helmpje opgehouden want we vlogen soms 20 cm de lucht in. Hoe harder we roepen en protesteren, hoe meer de 3 vooraan (de drie ‘y’s) er leute in hebben en hoe rapper Rudy de volgende verkeersdrempel pakt. Varkens zouden ze zo niet mogen vervoeren van Michel. Maar we hebben Gaia niet gezien om ons te komen redden, wat mijn vermoeden versterkt dat wij toch geen varkens zijn. Alhoewel, ik moet zeggen, Marc zat ook bij ons. Mario

*: Voor de volledigheid nog even vermelden dat Rudy kettingbreuk leed op de Koppenberg.

 

1 juni 2002

Met 29 aan de kerk. Wat zegt U? hoor ik U zeggen. Jaja, met 29. Er zijn er die nu warempel al hun vrouw en kinderen meebrengen naar de mountainbike. Waar gaat dat naartoe? hoor ik U zeggen. Maar goed, het blijkt de bedoeling te zijn en Rudy had het zo gepland dat deze ochtend van KWB familie MTB voorafging aan de KWB BBQ, zodat de moeders niet moesten koken. Er waren er 4 die hun vélo aan hun madam hadden afgestaan en zelf thuisbleven (en zelf mochten koken?): Karel, Frank, Dirk en Geert. Een goed initiatief jongens, voor herhaling vatbaar. Neen, we zullen jullie niet missen, ge moet er niet mee inzitten, hoor. We rijden langs de Beekwegel naar de Bontinckstraat, bijna op het eind rechtsaf en linksaf een boerenwegel in om zo aan de brug over de autostrade tussen Overmere en Heiende te komen. Na de brug, rechts en dan links de kerkwegeltjes van het Heiende in tot aan de kerk van Heiende en weer weg in de wegels naar de Pelgrim. Vandaar langs de autostrade en erover rechtsweg een wegeltje in naar Heikant. Daar wil Sandy de kleinste van de bende, Wouterke De Wilde, voorsteken, maar die doet zijn naam eer aan en wijkt van zijn baan af. Sandy demonstreert een eerste gezegde letterlijk: ze gaat plat op haar buik. Schaafwonden, maar het is een harde zoals pa Vergeylen en ze verbijt het zeer. Recht op de kerk van Heikant rijden we tot aan Seghers op de Dendermondse Stwg en zo de Gratiebossen in. Ook Petra wil niet achterblijven in het demonstreren van gezegdes en ze bijt letterlijk in het stof. Een hele mond vol. Het zal haar leren van mensen hun vélo omhoog te hangen. We doen een ommetje langs de Zandbergen in Berlare alwaar we een klimmetje + steile afdaling doen. Als je er de eerste keer voorstaat, ziet het er ijzingwekkend uit. Zeker een meter of drie loodrecht naar beneden. Tot mijn grote verwondering zijn er ook een paar dames die er zich aan wagen. Petra, zonder aarzelen, en Christine, onzen Ivan zijn vrouw, ook een felle zelle. Nancy van Geert ook naar ’t schijnt, maar dat heb ik gemist. En de kleine mannen die laten zich ook niet kennen en zelfs ons Delphine, met haar schone nieuwe vélo. Ge zoudt ze toch, hé. Langs het Scheld terug tot in Uitbergen alwaar een steeds gedienstige Ivan de jonge gasten verkeerd stuurt, met de mededeling: geef maar eens goed door, mannekes. Bart koerst er 2 km lang achter en roept ‘Stop!’, iets wat Pieter nogal strikt opneemt, daardoor iets te hard remt, net in een put, en zo gezegde nummer drie demonstreert: hij gaat over kop. Deugd doen is anders.

Nog zeggen dat in dees tijd van het jaar Vlaanderen op zijn mooist is, zeker als het schitterend weer is zoals deze morgen en dat al degenen die geen goesting hadden, het zich dik mogen beklagen: iedereen (op Pieter na?) vond het een prachtige belevenis. Tot volgend jaar. Mario

 

8 juni 2002

Met een man of 16 naar Wachtebeke. Schoon weer, een km of 50 en 25 per uur gereden. We zijn nog maar aan de brug in Hussevelde of daar weerklinkt geroep, getier, geratel en geklater, bloed alom en rondvliegende ledematen. Wel, ik liet me wat gaan: die laatste 2 niet, er werd zelfs niet gevallen. Wat is er gebeurd? Frank, die graag nogal heel dicht tegen de anderen rijdt, kwestie van zo goed mogelijk uit de wind te zitten (wat had je gedacht, misschien??) – is met zijn voorwiel in de pedaal van Karel gehaakt. Twintig spaken uit zijn wiel, dat er nu meer uitziet als een bord spaghetti. Gelukkig zijn we niet zover van de thuisbasis van de meerijdende depannagedienst Rogiers en er kan een ander wiel worden gestoken. Op de terugweg, bijna in de Bontinckstraat steekt Frank nog iets straffers uit. Plots is zijn linkerpedaal uit de manivel gedraaid. Nu moet U goed weten dat uw pedaal losrijden wetenschappelijk gezien onmogelijk is. Ten eerste omdat de pedaal zelf ‘zot’draait en dus nooit macht kan zetten en ten tweede, zelfs al zou ze vast komen te zitten, ze met tegendraad in de manuvel zit en zich dus zou vastdraaien in plaats van los. Rare kwiestenbiebels dat er toch met ons mee rijden. Om ze terug vast te zetten haalt Raf daar zelfs een sleutel nummerke 15 uit zijn rugzak. Ik durf wedden dat als we op een dag een draaibank nodig hebben, dat er dan een zegt dat hij dat per toeval in zijn achterzakske zitten heeft.

Rudy klaagt de hele rit van een probleempje. Hij is voegende door een trapgat gevallen, maar kon zich nog tegenhouden met de ellebogen (hij werkt ook met zijn ellebogen). Hij heeft wel een kanjer van een bloeduitstorting in de bil. En maar klagen. Maar als de sprint eraan komt, wie wint hem? Wat wilt ge ook, tegen zo een bende krabbers. Mario

 

15 juni 2002. De 100 km Regio-Toer in de Vlaamse Ardennen.

Verleden jaar was het eigenlijk een makkie want alles lag droog. En al hadden we nu tijdens de rit geen regen, het had de week voordien geregend en de dag voordien gegoten. Dat maakte de inspanning gewoon dubbel zo zwaar als verleden jaar. Hoe vettiger, hoe prettiger, maar iets korter mocht voor mij ook (het was trouwens 105 km). Met 17 aan de start.

De eerste wegel in St. Lievenshoutem en na 100 meter: Ow, stop. Ja, daar begint het al. Zadelbreuk voor Ivan. Danny zegt dat dat eigenlijk nog lang is uitgebleven, gezien het achterwerk van Ivan, maar dat ik dat aan niemand moet voortvertellen, wat ik dan ook niet gedaan heb. Ivan en broer Rudy gaan een nieuw zadel kopen en we spreken af aan de eerste bevoorrading in Erpe-Mere. Het wordt een rit vol pech, zodat we zeker een uur stilstaan, wachtend op de depannages. Kettingbreuk Eddy, een paar platte banden, Ivan nog eens panne, maar de grootste pechvogel is Karel. Zijn panne kost ons een half uur en is dan zelfs nog niet te herstellen zodat het halfweg afgelopen is voor de Karel.

Maar als we rijden, dan vliegen we er een hele hoop voorbij. Sommige mensen stappen af om de grootste plassen te ontwijken, maar wij vlammen rechtdoor door de diepste modderpoelen. Ja, zo zijn wij nu eenmaal. Proper is anders. Ook op de nijdigste hellingen zie je de meesten te voet gaan, maar de meesten van onze bende (degenen die Marc heten uitgezonderd) rijden ze allemaal tot er boven op.

Helden van de dag? Er zijn er verschillende. Piet natuurlijk, die zonder training meedoet en voor wie het eigenlijk nog wat rapper mocht. Bart, volgens mij de enige van minder dan 20 - laat staan van 16 - die ik op het parcours gezien heb en veruit een van de besten. (Is dat wel normaal? Moet er niet eens naar dat manneke gekeken worden?). Snellen Eddy die tussen de muur en Zottegem de enige is die zonder moeite Piet bijhoudt. Danny en Rudy die zich opofferen door Krist, die het even voor de muur uitschreeuwt van de krampen, meer dan 30 km mee te duwen en die de ene na de andere moeten depanneren. Luc, die de hele rit met zijn krachten woekert. En dan is er nog Marc. De laatste 10 km, tussen Zottegem en St. Lievens Houtem neemt hij voor zijn rekening, aan 35 per uur. Wat een bovenmenselijke prestatie. Wat een atletisch vermogen! Wat een vertoning van kracht, moed, durf en doorzettingsvermogen. Waar hij voorbijrijdt vallen de vrouwen in bosjes met zwijm. Ik bedoel met zwijmpjes in het bos. Dat dit alles door 1 mens kan gedaan worden, dat hou je niet voor mogelijk. "Hoe doe je dat toch, Marc?", vraagt iedereen. We moeten het zeker minstens 1 keer vragen voor hij het maar 7 keer vertelt: ik smijt hem van voor op mijn buitenblad, vanachter leg ik hem op mijn kleinste, en stampen maar.

Den dezen mochten ze ’s avonds om zeven uren al in zijn beddeke steken.

Ikke flagada. Mario

 

28-30 juni 2002. Ardennenweekend in Wigny.

Voor de 2° maal. Perfect weer om te mountainbiken. Het lag droger dan verleden jaar. Na de vrijdagnacht hoorden we Marc niet op zaterdagmorgen. Na de zaterdagnacht zagen we hem zelfs niet meer op zondagmorgen.

 

15 augustus 2002. Poperinge.

Zie foto’s

 

1 september 2002. En we zijn vertrokken, voor ons vierde MTB-seizoen. Eigenlijk loopt het MTB-en het hele jaar door. We sloten zogezegd af met ons weekend in de Ardennen eind juni, maar er werd nog de hele zomer aan de kerk verzameld en op 15 augustus trokken we zelfs met onze families naar het Westvlaamse Heuvelland voor een prachtdag (prachtrit, prachtbarbecue, prachtweer). Met dank aan Nele en Karel en aan de families uit Poperinge die ons met open armen ontvingen. Volgend jaar wil niemand dit nog mankeren. Er is ook door sommigen – ik ga Marc, Bart en Karel daarom nu niet met naam noemen - heel wat afgetraind deze zomer.

Bon, 31 oogst. Met heel velen en met prachtig weer aan de kerk. Fluitjeszomer? Toch nooit om te gaan rijden. Dirk, Frank, Geert, Danny, Rudy R., Luc, Ivan, Guy, Karel, Raf, Bart, Jan, ik. Krist heeft gisteren willen meerijden met de liefhebbers en is op zijn perte getuimeld, Rudy V. is gaan vogelen op de parkietenbeurs, Eddy moest met de treintjes rijden (bij de NMBS noemt dat werken) en Marc moest uitrusten van het heffen. In de eerste kilometers wordt er luid geroepen van: ‘Put, stront, kat’!’. Die vooraan rijdt, roept zoiets en dan hoor je dat door het hele pelotonnetje gaan. We doen dat, niet alleen omdat er zoveel vulgaire typen met ons meerijden (en Marc deed dan nog niet mee), maar om te verwittigen, voor putten in het wegdek, en koeiendrek en dooie kat erop. De tocht gaat naar Lede, alwaar ze verleden week met zijn zessen naar een ingerichte rit waren getrokken. Nu de weg nog ongeveer vers in het geheugen ligt, stuurt Rudy ons weer die kanten uit. Ook Danny was toen mee, maar rijdt nu toch wel een keer of acht konte verkeerd. Maar goed, als KWB-er hebben we geduld met de mentaal zwakkeren in onze samenleving. Het is een zeer schoon parkoers en weer iets om aan ons repertoire toe te voegen dit seizoen. Het landschap moet ook wel de moeite zijn, maar het is zoals steeds te hard trappen en teveel opletten op degene die voor je rijdt en op de paar meters hobbelige weg die je een fractie van een seconde kunt inspecteren op putten en stenen vooraleer ze onder de wielen voorbijzoeft. Nu Marc niet meerijdt, is er zo geen pispaaltje om het verslag wat mee op te vrolijken. Marc, ik mis je! Gelukkig redt Rudy het verslag: hij valt. Zo snel als hij kan weer recht, maar pech, de grootste pestkop van al heeft het gezien. Telkens Rudy nu een bocht moet pakken, roept Danny: ‘Rudy, zijt toch voorzechtig, hé, jongen!’ (‘Voorzechtig’ is geen typfout, maar een letterlijke weergave: Danny is van Wetteren, van bennen en van buiten). Natuurlijk moeten we dat bekopen. Op de eerstvolgende helling vangen we allemaal een valling door de snelheid waarmee Rudy ons voorbijrijdt. Als de eersten boven komen, stroomt hen een gelig riviertje tegemoet. Een plaatselijke stortbui? Of hebben de Chinezen de Gele Rivier nog eens verlegd? Neen, het is Rudy die daar al doodgemoedereerd staat te wateren, zo van ‘Zeg mannen, waar blijfde gijlie?’

Tegen Wetteren beginnen ze al te sprinten. Ik geef wat ik kan, maar als Ivan en Rudy beginnen te sprinten, is er geen houden aan. Luc Krick van hetzelfde. Die komt van ver terug en die komt me midden in de sprint nog wat duwen. Affrontelijk dat dat is (maar het gaat wel vooruit). Na 52 km aan 25 per uur, eindigt de rit in de hangar van Dino, want daar moeten we nog de vaten helpen verder legen die met de KWB-mini-voetbal-paëlla-avond van gisteren niet waren opgeraakt. (Marc was immers tamelijk vroeg naar huis gegaan). Voor een vriendendienst zijn wij steeds te vinden en sporters moeten mekaar helpen, niewaar.

PS. Nog twee rechtzettingen. Er rijdt nog iemand anders buiten ik rond op staal: Bart(je). ’t Is er niet aan te zien. En ten tweede, zelfs als Raf (nu toch al ver tegen de 70, schat ik) niet meedoet, ben ik niet de oudste. Sponsor Rudy is nog een jaartje ouder dan mij. Ik had dat om eerlijk te zijn, zo op het uitzicht afgaande, me eigenlijk al dikwijls afgevraagd of dat die nu toch niet veel ouder was dan ik. Mario

 

8 September 2002

Een grensverleggende rit !!!! Inderdaad, zoals alle topsportersproberen ook wij steeds onze grenzen te verleggen, en deze keer zijn we erin geslaagd. We hebben een rit van ongeveer 55 km afgemaald tegen een gemiddelde van 27 km/hr.

Nochtans waren de omstandigheden niet ideaal. Het had geregend met als gevolg dat de bospaadjes in het domein Puyenbroeck (Wachtebeke) er glibberig en gevaarlijk bij lagen en er stond redelijk wat wind en toch breken we een record. Hoe is dat mogelijk zal u zich af vragen, wel ik heb het mij ook afgevraagd. Na lang denken kan ik maar een reden vinden waarom we er toch in geslaagd zijn zo een hoog gemiddelde te halen : Mario was er niet bij !

Hij was trouwens niet de enige die ontbrak. Frank was er ook niet, maar naar wat ik heb horen vertellen over de Sjatoo avondwandeling van vrijdag waar een veldfles met een krachtig kruidendrankjeal bijna leeg was voor de wandeling begon is daar misschien de reden te zoeken voor Franks afwezigheid. Ook Karel was er niet bij, en ook hij is gesignaleerd op diezelfde avondwandeling Ja Frank en Karel, in Kalken kent iedereen iedereen en (goed) nieuws gaat van mond tot mond in de kortste keren de gemeente rond (dat noem ik nu eens rijmen en dichten zonder mijn op te lichten).

Wie waren er wel bij: uw verslaggever, Rudy & Ivan R., Raf, Danny, Luc, Dirk, Eddy, Krist en Jan. Het was een tijdje geleden dat Krist noch eens meereed. Waarschijnlijk is hij tot het besluit gekomen dat als hij toch moet vallen, dat het beter is dat hij valt in de Kalkense velden tijdens een mountainbikeritje dan dat hij valt op de Wetterse straten tijdens een wielerwedstrijd

Volgens Eddy zijn we niet naar Wachtebeke gereden maar wel gekoerst. Vandaar dat de laatste kilometers er voor hem teveel aan waren en toen we op het einde voorbij zijn huis reden (?) gaf hij er de brui aan.

Eddy had gelijk, want toen we naar Wachtebeke reden, Rudy R. aan kop met in zijn wiel Luc, dacht ik van eens de stoere te moeten uithangen en eens de kop te pakken (vakjargon) ik moest daarvoor wel 45 km/hr rijden wat ik later wel heb moeten bekopen.

Raf was weer oerdegelijk, zoals meestal, en dat op die leeftijd

Ivan die zit gans de rit te doseren en op het einde geeft hij (bijna) iedereen het nakijken in de sprint.

Dirk kreeg het ongeveer halfweg knap moeilijk, en iets voor we een lastige veldwegel moesten inrijden zei hij tegen mij dat hij de betonweg ging nemen die parallel loopt met de veldweg. Dat moest hij nu juist tegen mij zeggen

Juist voor we de veldweg indraaiden riep ik: Iedereen die de betonweg neemt moet trakteren. Dirk kon dus niet anders dan de veldweg inslaan, maar halverwege heeft hij toch voor de betonweg gekozen en toch niet getrakteerd !!!

Op de terugtocht lag Danny aan de kop te sleuren (vakjargon) met Rudy R. in wiel. Ik liet een klein gaatje vallen (lees : ik kon niet volgen) en Jan kwam naast mij rijden en deed teken met zijn vinger dat hij tussen mijn en Rudy R. ging rijden. Hij deed dat teken tot 3 keer toe maar toch bleef hij naast mij rijden. Ik heb het gat dan maar dicht gereden (vakjargon). Jan, een gat dichtrijden dat doet ge niet met uw vinger, maar wel met uw benen

Toen op het einde, we waren wel nog in de Bontinckstraat , Rudy R. demarreerde en hij samen met Luc voorop geraakte, begon Jan weer met zijn vingers te werken. Deze keer zat hij met zijn wijsvinger steeds kringetjes te maken (net alsof hij balletjes in de soep aan het zoeken was). Ik wist wel dat hij bedoelde dat ik moest overnemen om zo Rudy R. en Luc terug te pakken, maar ik gebaarde mij van den dommen (niet echt moeilijk voor mij).

Nogmaals Jan, ge moet wat minder met uw vingers werken en wat meer met uw benen

Toen we naar het einde toe de Gaverstraat wilden oversteken, moesten Krist en ik een auto voor laten de vogels waren gaan vliegen

Ik kan dus niet zoveel vertellen over de eindspurt, maar den eersten heeft gewonnen en ik dacht dat het alweer een Rogiers was.

Interim verslaggever, Marc

 

15 september 2002.

Kermiszondag. Dus de dag na kermiszaterdag. Toch met een man of 12 aan de start. Marc, zichzelf kennende, is gisteren zelfs speciaal thuisgebleven van de kermis. Anderen dan weer hebben wegens slecht gedrag en zeden startverbod gekregen. Omdat Rudy niet te laat mag thuis zijn, doen we de toer van het Heiende en de Gratiebossen. Niet ver van de Berlaarse Zandbergen voltrekt zich echter een bloederig drama. We rijden met een man of vier lichtjes afgescheiden op kop, met Marc helemaal vooraan (toevallig de enige keer van de dag dat hij op kop reed, als ik me goed herinner). Op een kruispunt van wegels weet hij het niet goed meer en vertraagt, zodat we bijna volledig tot stilstand komen. De aanstormende achterhoede is op deze manoeuver niet voorzien. Ivan kan nog juist stoppen. Frank knalt er tegen op, met schaafwonden tot gevolg, maar Bart, jong en onbesuisd, vlamt tegen de velo van Jan aan. Hij gaat overkop en botst op het achterwerk van Jan. Voorzeker kwam zijn plastic klepje vooraan op zijn helm tegen de zadel van Jan terecht, want het breekt en snijdt zijn neus open. Bart bloedt als een rund. Marc bvb. bloedt altijd als een varken. Raar, hé! Met zo een tronie zal Bart geen kermislief vinden, vrees ik. Maar dat probleem stelt zich niet, want Bart blijkt kop- en nekpijn te hebben en zal in de kliniek eindigen. Zeg maar dag tegen de kermis. We vrezen voor een hersenschudding (iets waar we dus bij Marc ook nooit schrik voor zouden hebben. Raar, hé!) en we besluiten de rit hier te onderbreken en naar de Zomerstraat in Kalken te rijden. In plaats van dat wat op het gemak te doen en Bart wat te duwen, vlammen we tussen de 30 en 35 naar Kalken. Ge zult zeggen, jamaar een ambulance rijdt ook rap, en dat is waar, maar daar moet de gewonde wel niet zelf trappen! We wekken de pa en ma van Bart, die zich het uitslapen van een zware kermiszaterdag voorzekers anders hadden voorgesteld – nu staat daar een bende van 12 pipo’s in blauw broekje en gele tenu aan hun achterdeur. Het probleem van een kermislief zoeken stelt zich dit jaar dus niet voor Bart, want de kermis brengt hij door in observatie in het hospitaal in Wetteren. Hij komt ervan af met een geschonden wezen en een lichte hersenschudding.

Ja, het moest er eens van komen. Het blijft een sport niet zonder risico’s. Een geluk en een ongeluk van Bart’s helm. Zo’n helm, veel komt dat niet van pas, maar die keren dat ze wel van pas komt, komt ze toch wel van pas.

Nadat ik de laatste kms de kop heb getrokken, windop en tusssen de 30 en 35 (dat is wat anders dan Marc die eens een paar seconden aan 45 rijdt en dat dan in zijn verslag zet. Zo op mijn eigen stoefen, doe ik nu eens nooit, hé), zet Marc de sprint in van veel te ver. Hij wordt even verder natuurlijk weer gepakt. Ivan en Luc zetten aan, Jan erachteraan en dan zie ik hoe Rudy zich in het wiel van Jan zet en de goeie moment afwacht. Ivan en Luc zijn kansloos. Marc vond het achteraf spijtig dat hij zijn inspanning niet had kunnen volhouden. Met zijn drieën vragen we terzelfdertijd: ‘Welke inspanning dan wel?’ Ja, zo een voorzet laten we niet rap liggen. Die sjotten we binnen.

Rudy moet toch wel erg aangedaan geweest zijn van de gebeurde malheuren, want de maandag was hij voor het eerst sinds een paar jaar niet op de mini-voetbal. Of was er een andere reden??? Mario

PS. En dan nog een rechtzetting van het verslag van Marc. Karel was niet eens op de Sjatoo-voettocht. In Zottegem verleden jaar was hij er wel bij en dan vernoemt Marc hem niet. Karel, ik heb het al gezegd: doe eens iets met die zwarte gordel karate, jongen! Waarom heb je hem anders gehaald? Wij proberen hier week na week het niveau hoog te houden, een kwaliteitsblad als de Kraak waardig, maar zo gaat dat natuurlijk niet.

 

22 september 2002

Bij Heidi in Tirooool …, eindig je in ’t riool …

Slechts met 6 aan de kerk en daar is Dirk VDV die uit Zwijnaarde komt dan nog bij. Karel komt ook eens goeiedag zeggen, maar in burger, want Nele had hem niet vroeg genoeg wakker gemaakt. Nele toch! De verklaring voor de lage opkomst, komt weer uit dezelfde hoek gewaaid: nu is het niet Petra, maar haar zus Heidi, die met een fuif onze gelederen voor tweederde decimeert. Alleen Rudy (nee, niet onze sponsor, want die hebben we vandejaar zelfs nog niet gezien), Dirk H., Dirk VDV, Raf, Pat (die eigenlijk met de Beekes ging rijden) en ikzelf staan er. En dat juist als onze voorzitter Guido ons eens goeiedag komt zeggen.

Het verslag is kort, omdat - toen we nog maar in de Meersen waren, we tot de vaststelling kwamen dat het bovenste van mijn derailleur-wieltjes verdwenen was. We stonden er wat op te kijken, maar daarmee komt dat wieleke niet terug natuurlijk. Rijden ging met moeite, maar verder meerijden zou miserie zoeken geweest zijn, en er is er zo al genoeg op de wereld, dat we er niet nog meer moeten zoeken, niewaar. Aangezien de interim-verslaggever in diepe slaap met zware kop slaap verzonken lag, eindigt daarmee hier het verslag van een regenachtige rit met 5 naar Lede. Spijtig, vooral net nu Pat nog eens meereed. Mario

Nog een internet-tip: Voor wie van mountainbiken, natuur en Jack Russell hondjes houdt: http://www.utahmountainbiking.com/goodies/videos.htm

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

Zondag, 29 september 2002

Verschenen aan de start: Dirk H., Geert B., Rudy en Ivan R., Karel V., Jan W., Krist M., Raf V., Marc R., Luc K. en Mario V. Ook Guy R. stond er, maar die had op zijn werk moeten werken en had zich daardoor een rib gekneusd. Als wielertoerist gaat dat nog, maar het gehobbel van een MTB-parcours verdraag je dan wel niet. Hij reed dus op zijn eentje op de baan. Wij naar Waasmunster voor wat een monsterrit van 63 km zou worden aan 26.3 per uur. Schitterend weer. Er waren er met korte mouwen en lange broek, met lange mouwen en lange broek, met lange mouwen en korte broek en Ivan had alles kort (de stoerste). De vier met korte broek (Ivan, Dirk, Luc en Jan) zouden het zich beklagen. Voorbij het Molsbroek reden we op de dijk langs de Durme: 3 km lang door tengels en distels. Het was een genot om tussen Ivan en Luc te rijden en hun gekerm en gevloek te aanhoren. Dirk zei dat het hem eigenlijk niet deerde. De kleinste zijn de taaiste. Op het steeds prachtige parcours in Waasmunster staken we een felle een keer of vier voorbij. Dat komt omdat we op het eind van elk stuk veld wachten op de laatsten. Zo een uitslover kan ons dan weer inhalen en op de weg weer wat voorsprong nemen. Telkens weer hadden we hem in het veld of in de bossen bij zijn lurven. Na de vierde keer, toen we weer stonden te wachten en hij ons weer kon voorbijsteken, riep hij ons toe: ‘Maar wat zijn jullie toch een bende wacko’s!’, wat Karel op een nieuwe naam bracht voor onze bende: de Kawacko’s (Kalkense wacko’s). We hadden al ‘de bende van Rogiers’ en de ‘Dannyfackers’.

Meest opvallend de laatste weken rijden volgens mij Ivan en Luc. Ivan staat steeds scherper, straks schiet er niets meer van over. Weer een windvanger minder. Mario

 

Zondag 13 oktober 2002

Met 16 aan de start: Rudy R., in gloeiende vorm, Frank en Dirk H. (maar Dirk kan uiteindelijk niet mee, omdat hij te vroeg moet thuis zijn), Danny, Krist en Jan, de 3 Wetteraars (laat ons hopen dat het daarbij blijft: 3 van ginds kanten is meer dan genoeg), Bjorn, onze vedet van de eerste ploeg, Karel en Ivan, nog twee van het Hussevelde (laat ons hopen …), Geert – ook in goeden doen de laatste tijd, Luc, die maar in vorm blijft, snellen Eddy, die zijn naam weer eer aan zal doen vandaag, sinds lang nog eens koereur Alain, ekik en onze jongste en oudste met bijna 40 jaar verschil tussen, Bart en Raf. Guy en Marc zijn er niet, want het was gisteren feestje voor de 40-jarigen. Marc en Guy zijn de enige Kalkenaars die erin geslaagd zijn om 2 jaar na elkaar naar dat feestje te gaan. De andere Kalkenaars worden maar 1 keer 40. Dat komt ervan als je zo sympathiek bent, dan vragen ze je overal 2 keer. We moeten dus de steeds zeer geapprecieerde aanwezigheid en de altijd uiterst grappige en fijnzinnige verslagen van Marc weer maar eens missen.

We doen mee aan de ingerichte tocht van 45 km van den Oudenbos, Lochristi. Schitterend zomers oktoberweer, prachtig parcours, EN – joepie! - voor het eerst sinds maanden weer eens modder. Maar van de zon heb ik niet veel gezien, want ik moest de hele morgen tot op het bot geven omdat het weer zo verschrikkelijk rap ging (en ja, die voetbalmatch gisteravond deed er ook geen deugd aan). Echt een rit voor een klasbak als Marc, spijtig, net nu hij er niet is. We zijn nog maar in Zeveneken of Bart ligt al op zijnen smikkel. Andere mensen snijden een borduur loodrecht aan, Bart probeert dat schuin. Gegarandeerd dat je er dan ligt. Ook Rudy heeft, volgens mijn informanten, nog een slippertje gemaakt, net toen er eens een vrouw in de buurt was. Hadden we van Rudy niet gedacht. Aangezien er een paar mannen van een ander merk met ons meerijden, en dat nog uithouden ook, wordt het tempo natuurlijk de hoogte ingejaagd. Neen, we zijn dat niet gewoon dat ze ons bijhouden. Rudy moet natuurlijk al zijn kunnen tonen en zet zich daarenboven op de baan steevast op kop om er nog een patat bij op te geven, zodat die mannen purper uitslaan.

Ivan slaagt erin om weer eens zijn zadel te verliezen. “Met zo een achterwerk, wat wilt ge?”, zegt Danny. Ivan rijdt dan ook nog kilometers rond zonder te gaan zitten. “Zet U, Ivan”, proberen we nog in het voorbijrijden. Of na een paar kilometer: “Zeg Ivan, ik ga het U maar zeggen, maar gij rijdt hier zonder zadel rond, jongen, wist gij dat?” Of we vragen met piepstemmetjes: “Ivan, gaat het jongen?’ De situatie (een uitsteeksel en een gat, Ivan het zijne dan nog) inspireren tot tal van moppen die van zo bedenkelijk laag allooi zijn dat ze niet voor publicatie geschikt zijn, zeker niet in een kristelijk maandblad van het niveau van Kraak. Eventjes rijden we allemaal zonder zitten, uit solidariteit met Ivan, maar de enige die dat kilometers lang uithoudt, op kop dan nog, is natuurlijk zijn broer. Wist U trouwens dat Ivan de plezantste van de bende is? Dank zij zijn moppenkennis haalden de KWB mountainbikers de trofee van grappigste ploeg binnen op de KWB-quiz. Wat IQ-vragen betreft moesten we hen heel wat verder gaan zoeken in de rangschikking, wat niet verwonderlijk is als je weet dat de ploeg uit Ivan, Karel en Jan bestond. Nog een geluk dat Sammy, zoon van onze sponsor, meedeed. De slimste mountainbikers, Rudy en Marc, komen spijtig genoeg op voor Jeugd HO Kalken en wonnen de quiz. Volgens zoon Stefaan moesten daarna de deuropeningen ten huize Rogiers wijder gemaakt worden. Ivan rijdt zonder zadel tot aan de bevoorrading en dan voeren ze hem vandaar naar Oudenbos.

Na de ingerichte rit, zet ik op de terugweg nog een lange solo-ontsnapping windop op, vanaf Oudenbos, gewoon door een paar minuten voor de anderen te vertrekken – wie niet sterk is moet slim zijn. Maar ik word uiteindelijk gegrepen op de brug van Hussevelde door … Ivan, die – en danseuse, hij kan ook niet anders zo zonder zadel – me fluitend voorbijklimt. Mario

PS. Marc beweert altijd dat niets uit mijn verslagen klopt. En zie, deze keer moet ik hem gedeeltelijk gelijk geven. Want, behalve het feit dat hij voor de tweede keer naar het feestje van de 40-jarigen ging, klopt er niets van wat ik hier over Marc geschreven heb. Was dat nog niet opgevallen misschien?

PS. In het Vrijgeweide veroorzaakt Danny een heftige discussie over het juiste gewicht van Rudy, die thuis was afgeslagen. Volgens Danny weegt Rudy nog geen 80, volgens anderen weegt hij minstens 90. Alle onderdelen worden gewikt en ‘gewogen’, maar we komen er niet uit. Daarom richten we een tombola in. Vraag is: ‘Hoeveel zal Rudy Rogiers wegen op 31 december middernacht 2002?’ Inleg per gok, een luttele 2 Euro, te storten op mijn, euh op de rekening van de MTB-kas (001-1229213-71). Eerste prijs: 2.25 m2 gratis voegwerk, kleur naar keuze, geleverd door Rudy zelf. En we doen er nog een schep op. Prijzen 2 tot 10 zijn negen troostprijzen: 9 zadels van Ivan, met nog zweet aan van de grootmeester zelve. Rudy wordt op 31 december 2002 in Adamskostuum gewogen op het Kerkplein in aanwezigheid van gerechtsdeurwaarder Mister Van Backlé. Gevoelige vrouwen niet toegelaten.

 

Zondag 20 oktober 2002

Mannekes, mannekes. Als dat zo nog lang gaat duren, zal het hier rap gedaan zijn. Voor den dezen toch. 12 km naar Lokeren, daar een rit van 45, en 12 terug. Voor wie kan rekenen, zo goed als 70 km, waarvan 30 door modder, bos en kassei en waarvan de laatste 40 voor mij, Jan, Alain en Ivan pompen of verzuipen waren. De duwen in de rug van Rudy en Danny waren meer dan welkom, en dat was lang geleden, maar het is harde realiteit. Pas thuis om kwart na 12 zonder ommetje langs en nabespreking in ons stamcafé. Jongens, wat heb ik weer afgezien. Neen, dit kan niet meer zijn, dit is geen hobby meer. Voor de andere 6 waren er geen problemen. Een verrassend sterke Raf (meer dan 52 nu al) en een soepel rijdende Dirk, voor wie het bijna iedere week afzien is, maar deze week liep het vanzelf. Het kan verkeren. Voor Luc en Karel waren er ook geen problemen. Om jaloers van te zijn. Rudy had niet zo goeie benen, zei hij, maar ik wil nog wel eens een paar weken die van mij wisselen voor zijn slechte. Rijdt er dan nog een gast mee die nog zotter is dan wij. Die kwam van Merelbeke, en terug, en voorwaar, hij reed bijna even sterk als Rudy in het veld en even sterk als Danny op de baan. Die laatste heb ik wel vervloekt toen het op de baan zo rap ging dat ik de rol verschillende keren moest lossen. Zondagmorgen vroeg opstaan, in de kou vertrekken, 3 uur aan een stuk alles geven wat er in je lijf zit, versleten en pompaf thuiskomen, dan nog die velo moeten kuisen, smerige kleren wat proper maken voor de was, een bemodderd en bezweet lijf wassen, de rest van de dag maar half helder zien door vermoeidheid en door modder in de ogen. Ziedaar, mountainbiken met de Kawacko’s. Nee, het is echt een hobby die ik iedereen kan aanraden. Nog melden dat we te laat vertrokken doordat Ivan niet kon beslissen of hij nu met of zonder zadel zou rijden. Hij was het nu gewoon zonder, maar dat achteraf chirurgisch verwijderen van die fiets uit zijn achterwerk was er hem toch teveel aan, zodat hij toch maar met zadel aan de start verscheen. Mario


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 27 oktober 2002

De zwaarste storm sinds 10 jaar woedt over Europa. Er zijn er 5 aan de start: Rudy, Bart en Raf, Jan en Christ. Ik was er zeer graag bij geweest. Op hemelvaartsdag 2000 belandden we ook zo in een orkaan. Onvergetelijke belevenis. "Macho-gedrag" zegt mijn vrouw, maar neen, echt waar, het is opperste zuiverste natuurbeleving, het gevecht tegen de elementen en dat kan niet zonder een portie schrik. De veif zein vijlig terug thuis geraakt. Ze hadden de bomen gezwicht. De volgende storm ben ik er zeker bij! Mario

 

Zondag 3 november 2002

Eindelijk, terug van (5 weken) weggeweest! U hebt het waarschijnlijk al door, dit is nog eens een verslag van uw interim verslaggever. Ik zie het u al denken, eindelijk nog eens een verslag met daarin de waarheid en niets anders dan de waarheid! En gelijk hebt u.

Het was een georganiseerde rit in en rond Kalken met start en aankomst in het Wilbragebouw. Een puike organisatie van onze Kalkense wielertoeristenclub Calckine met om en bij de 700 deelnemers.

Ik ga niet al de namen noemen van alle KWB mountainbikers die meegedaan hebben, zo kan er mijn niet aangewreven worden dat ik weer eens iemand over het hoofd gezien heb. Wat ik wel kan zeggen is dat Mario er niet bij was. Gelukkig voor mij want mijn wederoptreden na 5 weken inactiviteit gaf weer aanleiding tot snot en slinger toestanden zoals in (lang) vervlogen tijden. Ik mag er niet aan denken wat Mario hierover weer zou geschreven hebben, maar ja hij was er niet bij

Ik was niet de enige die mijn wederoptreden vierde die dag, ook onze alomgeliefde sponsor Rudy V. was terug van de partij en dat na een afwezigheid van verschillende maanden. Een aantal onder ons dachten dat hij niet meer zou mee rijden, want geef toe het is niet evident dat een man op rijpere leeftijdna een drietal maanden van inactiviteit, terug zijn plaats inneemt in het peloton.

Over de prestaties van de zotten van de bende van Rogiers (zoals we door sommigen genoemd worden) kan ik niet veel schrijven. De reden hiervoor is dat ik bijna gans de rit achteraan reed (uit solidariteit met Rudy V. ) in het gezelschap van Rudy R. en Danny F. wiens armen op het einde van de rit minstens evenveel pijn zullen gedaan hebben als hun benen. Wie er ook nog in ons gezelschap achteraan vertoefde was Ivan R., precies alsof die ook al een aantal weken niet gereden had of was de oorzaak ergens anders te zoeken ?

Het moet gezegd worden, de wederoptredende konden het tempo van de anderen niet bijhouden. Dat tempo lag bijzonder hoog, en om zich een weg te kunnen banen tussen de vele deelnemers op het parcours moest men regelmatig het lied aanheffen met het alomgekende refrein rijen, rijen, rijen, stoempen, stoempen,stoempen, uit de weg loempen.

Dat parcourskennis van grote waarde kan zijn werd nog maar eens bewezen in deze rit. Toen we naar het einde van de rit toe ongeveer halfweg van de Kalkense Vaart linksaf moesten langs het wegeltje naar den Blauwen Steenwisten de kenners al wat er hen te wachten stond. Het anders al zo moeilijk berijdbaar paadje naast een (serieuze) sloot lag er na de regen van de laatste dagen, en na de passage van een paar honderd mountainbikers bijna onberijdbaar bij. Toch was daar nog een (onbekende) wijsneus die dacht dat hij wat meer kon dan een ander en koste wat kost wilde blijven rijden. Gevolg een prachtige duik (8,5 op tien), volledig kopken onder. Machtig om te zien gebeuren, goed voor de lachspieren.

 

Zoals hierboven reeds geschreven konden een aantal onder ons niet volgen. Die kwamen dan ook binnen met een respectabele achterstand samen met diegenen die hand en span diensten verleenden (waarvoor dank). Maar wat zagen wij tot onze grote verbijstering toen wij aankwamen? De straffe mannen die diep gegaan waren op de fiets waren nu ook diep aan het gaan aan een druppelkotin de omgeving van het Wilbragebouw. Hoe is het mogelijk !! Mannen toch, ge pleegt roofbouw op uw lichaam !! Zo diep gaan op de fiets en dan zo diep gaan in de druppels dat is van het goede teveel. Ge gaat van het ene wat meer moeten doen en van het andere wat minder. Ge moogt zelf kiezen van wat ge wat meer en van wat ge wat minder gaat doen …                                                                                                                                   

Interim verslaggever, Marc

 

Zondag 10 november 2002

Twee keer niet kunnen meedoen en er is veel regen beloofd, zodat ik er ferm tegen op zie. Een triestig leven dat ik heb! Velen zouden er in mijn plaats al de brui aan gegeven hebben. Ik moet zeggen dat ik het ook allang zou opgegeven hebben als ik er bovendien nog moest uitzien als Marc. Marc was de hele week ziek en ging niet meerijden, maar omdat Rudy gisteren gezegd had dat hij gewoon een oude zaag werd, verscheen hij toch aan de start. Zo is hij: liever doodvallen, dan een oude zaag zijn, de oude zaag. Ik vertrek dik ingepakt, vooral aan de voeten: met schoenovertrekken (zoals de 13 anderen) en dan nog eens met Duck-tape toegeplakt. Als ik thuiskom, stel ik vast dat mijn voeten toch doorweekt zijn. Ja, zo drie uur door weer en wind gaan rijden, bestaat er een mooiere bezigheid voor de zondagmorgen?

Maar met die regen valt het nog mee, al ligt alles er beslijkt bij. Er zijn veel mensen op de wereld, ook zo bijvoorbeeld veel bomen, er is veel armoede en miserie, maar er is nog meer modder. En ge moet er eens op letten: Vooral als het geregend heeft. We rijden naar de ingerichte rit van 30 km in St. Anna, die ons onder andere in omgekeerde richting op het MTB-parkoers van Waasmunster zal brengen. In totaal leggen we 55 km af aan ietske meer dan 23 per uur. Rudy en Ivan, Rudy V., Karel, Jan, Raf, Bart, Guy, Marc, Eddy, Dirk, Luc, Danny, ik. Met zoveel, ondanks het voorspelde weer. Neen, wij zijn geen doetjes.

Ik zweet me dood in mijn plastic regenvestje en in St. Anna doe ik het uit. Gelukkig komt er geen druppel regen meer. Danny heeft een vestje dat 'ademt', zegt hij. Als ik vraag waar hij dat gehaald heeft, zegt hij dat hij het voor zijn verjaardag van Nancy heeft gekregen. Je hebt toch gelukzakken: ze verjaren, ze krijgen cadeautjes die ademen, en ze zijn getrouwd met Nancy. Wist je trouwens dat Danny meedoet met het programma Witte Raven. Hij is nu van beroep gendarm en ze zullen proberen om er in een maand tijd een goeie gendarm van te maken. Tja, het programma mag wel eens mislukken ook zeker, om er de spanning in te houden.

In St. Anna, schrijven we ons in, we draaien de eerste bocht om, en psjjt, platte band voor Karel. Nele toch! Halfweg het parkoers een knal van jeewelste. Het is Bart, die samen met Raf het meest indruk maakte tijdens de eerste helft van de rit. Natuurlijk Bart. Zijn voorvelg gewoon uiteengeknald. Bart remt nogal graag en bruusk, misschien is het dat dat zijn velgen het rapst verslijten. Nog een geluk dat het net gebeurt als we traag een scherpe bocht moeten nemen. De GSM uitgehaald en naar pa Van Hecke gebeld, die op zondagmorgen nu eens voor de verandering naar Waasmunster mag rijden. Die mens heeft toch al afgezien met die jongen. Bijna elke week is er iets mee. Als het zijn hersens niet zijn die hij schudt, dan is het wel iets met zijn vélo.

De puikste prestatie van de dag komt van Jan Willems. Die neemt de kop van voor Overmere, blijkbaar aan voldoende hoog tempo, want niemand voelt zich geroepen om over te nemen, maar bovenal, hij wint dan nog de sprint ook. Sponsor Rudy, sinds verleden week heropgetreden, schiet tekort om te winnen, maar daar kunnen we nog inkomen, na 2 maand afwezigheid. Ivan probeert er nog over te komen, maar niets gekort. Dat valt ons tegen van onze rassprinter, maar ja, de verklaring is niet ver te zoeken: ik stond gisteren achter hem in de drankcentrale toen hij zijn drankrekening kwam betalen. Amai, en ik die dacht dat ik soms eens wat teveel dronk. Broer Rudy mengde zich zelfs niet in de sprint, zogezegd omdat hij nog wat moest duwen achteraan de groep. Een flauwe uitvlucht, Rudy! Is het einde van het Rogiers-imperium aangebroken? Het werd eens tijd zeker.

Als Jan nu nog met een garde bou op zijn achterwiel zou willen rijden, zou het helemaal goed zijn. Met zo een weer zonder garde bou en je hebt een gordijn van 10 meter modderwater achter je, recht in de ogen van je kompanen. Daarenboven Jan, je spat je eigen gat nat. (Dat is rijmen en dichten zonder dat van mij op te lichten, al had ik dit, omwille van het rijm, liever tegen Pat verteld). Dus, ik zou zeggen, doe het niet voor ons, Jan, doe het voor je eigen zelf zelf zelf en vooral voor je achterste.

Als we om 12 uur vuil en smerig aankomen in het Vrijgeweide, zitten daar, proper gewassen in koerstenu, gezellig achter hun ik-weet-niet-hoeveelste pot, Geert en Frank. Ja, dat zou ik met die van ons niet moeten proberen: haar wijsmaken dat ik ga rijden en op café gaan. Mannekes, mannekes. Mario.

Nagekomen bericht in verband met de sprint: er zou een vrouw in de weg gelopen hebben, zodat ze Jan niet konden kloppen. Jaja. Er was weer een vrouw in 't spel.

 

Zondag 17 November 2002

Rudy R, Rudy V, Danny, Luc, Guy, Bart, Ivan, Koen De Bosser en uw verslaggever van dienst zijn de dapperen die de eerste (relatief) koude zondagmorgen van dit najaar trotseren. Voor Rudy V. was het zelfs iets te kou en hij keerde vlug huiswaarts om één of ander soort hoofddeksel te gaan halen. Hij vond het te koud aan de knikker. Zou het dan toch waar zijn dat er zich een holle ruimte bevind onder zijn schedelpan waar de kou vrij spel heeft?

Ikzelf verschijn aan de start zonder achterremmen. Rudy R. had mij wel beloofd dat hij er ging meebrengen en ter plaatse monteren … op voorwaarde dat ik de zaterdagavond een bezoek bracht aan de KWB boekenbeurs waar hij achter den tap stond. Van chantage gesproken.

Nadat Rudy R. de achterremmen gemonteerd had konden we vertrekken richting Lede.

Nog maar in Uitbergen aangekomen en Rudy R. moest de 2 snelheidsmaniakken Bart en Danny reeds ter orde roepen. Ze vertrokken aan zo een hoog tempo dat er na een paar kilometer al een paar onder ons een kleurtje kregen dat er niet gezond uit zag. Maar te snel rijden eist zijn tol, vorige week ontplofte de velg van Bart (zijn fiets) en deze week was het de beurt aan Danny. Wanneer we Uitbergenbrug waren opgeklauterd als echte cyclocrossers met de fiets op de schouder was Danny zo gehaast (want hij was als laatse boven) dat hij nogal onzacht op de fiets en af den trottoir vloog met als gevolg een enorme pattat … de velg uit elkaar gereten … over en uit.

Ge zult het al gemerkt hebben bij het lezen van de namen in het begin van dit verslag dat er een nieuwe meereed. Nu het officiële wielerseizoen afgelopen is zijn er een paar van die echte coureurs die hun conditie op peil willen houden en die vinden er dan niet beter op om met ons mee te rijden. Koen De Bosser (ik hoop dat ik zijn naam juist schrijf) is zo iemand, en dat hij poer in de benen heeft, heeft hij al bewezen door het Kalkens kampioenschap op rollen te winnen. Gelukkig is Koen nogal nen wijzen mens en spaart hij ons, zeker op de weg, in het veld durft hij wel serieus doorduwen… maar ja zo zijn er nog.

Ook de deelname van Tim Roels was aangekondigd, maar het zal voor een andere keer zijn.

Als ik in zo een gezelschap kan fietsen wordt het misschien wel eens tijd dat ik startgeld ga vragen …

De rit is vrij rustig verlopen. Dat was maar best, want verschillende veldstroken lagen er enorm zwaar bij. Er was zelfs tijd om even te stoppen en een banaantje te nuttigen, Rudy V. merkte terecht op dat dit reeds lang geleden was.

Guy had naar het einde toe een beetje pijn in de rug. Ofwel was dit het gevolg van zijn modder valpartij in de velden van Lede, ofwel heeft Rudy R. hem te veel en te hard geduwd?

Dat de spurt op het einde steeds belangrijker wordt zagen we toen we huiswaarts keerden. In Oordegem, lichtjes bergop en lichtjes wind tegen zat Bart op kop met daarachter Guy die geduwd werd door Rudy R. Ineens besefte Bart dat hij zijn winstkansen in de spurt aan het verspelen was en zwenkte links weg zodat duwende Rudy en geduwde Guy pal in de wind kwamen te zitten. Dat kon ik niet aanzien, en met de weinige kracht die nog in mijn benen zat heb ik mij maar op kop gezet. Koen had het direct in de mot en kwam mij daar nogal snel aflossen en hield een goed tempo aan tot in Wetteren, waarvoor dank.

Op het einde van “de langen end” de tweede ontploffing van de dag. Niemand heeft iets gehoord of gezien, maar ik heb het gevoeld … het waren mijn benen! Door die “ontploffing” ben ik maar afgedraaid in de Krimineelstraat met als gevolg dat ik die heerlijk verfrissende Leffe(s) in het Vrijgeweide heb moeten missen.                                                                           

Interim verslaggever, Marc

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: BD14845_

Bijkomende opmerking. "Marc, uw benen zijn al ontploft." Ik zou zeggen: "Doe zo voort! Nu nog de rest."

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 1 december 2002

De eerste dag van de laatste maand van het jaar. Jaja ’t ga rap. Ondanks de dreigende wolken, en strakke wind, toch 9 moedigen op het kerkplein. Benjamin Bart, Senior Raf, Jan W., Geert B., Eddy T., Dirk H., Guy R., Rudy en Ivan R. Omdat er in de nabije omgeving geen ingerichte tochten zijn, vertrekken we richting Wachtebeke, voor wat een rustig herfstritje moet worden (sleurbeest Danny is er immers niet bij).

Als kleine variatie op onze aanlooproute, besluiten wij via Hussevelde te rijden, om daar, ter hoogte van de Steenbeek een nieuw stukje mountainbike-parcour aan ons roadbook toe te voegen. Eens deze klip genomen, vervolgen we gejaagd door de wind onze rit, het tempo mooi boven de 30 houdend. In Zeveneken herinnert Rudy, Bart nog eens fijntjes aan zijn techniek om “borduren” te nemen. In de laatste rechte lijn voor het domein wordt de snelheid nog een beetje opgedreven tot boven de 40, kwestie van te tonen dat zoiets zonder Danny ook kan. Wanneer we het domein binnenrijden, herinneren de vele tientallen ontwortelde en afgeknapte bomen ons aan de najaarsstorm van enkele weken geleden. Geert B. is hiervan zodanig onder de indruk dat hij in een vlaag van solidariteit met de uitgewaaide bomen eveneens tegen de vlakte gaat. Deze rijstijl, ook wel moreduiken genoemd, lijkt zeer confortabel, maar is echter niet zo efficient. Daarom besluit Geert dan ook maar de rest van de rit op zijn velo te voltooien. Valt het trouwens op dat de verslaggevers Mario en Marc er niet bij waren? Mario had familiale verplichtingen in ‘t buitenland (Poperinge), en Marc heeft ook nog een ganse week om iets te verzinnen. Om redenen welke straks duidelijk zullen worden, vond ik dat dit verslag echt niet kon ontbreken, en ben ik zelf maar in de pen gekropen. Enfin, het lag zwaar zoals dat heet, en na een van de vele slechtste stroken sluiten Dirk H. en ikzelf weer aan bij de groep. We proberen ons nog uit de slag te trekken door te zeggen “ We hebben Guy opgewacht, maar hij kwam maar niet af”, maar Guy had zich opgeofferd om een alternatieve route uit te stippelen, en stond ons even verderop fluitend op te wachten. Nadat we een volgend vettig stuk achter ons laten, en het zwart van voor mijn ogen begint weg te trekken, zie ik Eddy T. met een brede grijns naast mij rijden. Ik vraag hem wat hij zo plezant vind. Hij antwoord doodleuk “veel moore en wind op kop, zo heb ik het ‘t liefst.” Ik zit te moe om te reageren, maar denk er het mijne over.

De weg naar huis gaat tegen de wind, en sommigen proberen mij de kop op te dringen (brede ruggen vangen veel wind), maar Bart zet zich vooraan en klieft als het ware door de wind. Wat wil je met zijn profiel. Op de brug van de Bontinkstraat krijgen ik en nog een paar anderen het moeilijk, en vallen stil. En zowaar komt Rudy ook in de problemen. Wat wil je, met slechts 2 handen om te duwen, en 3 à 4 ruggen om geduwd te worden.

Eens terug op Kalkens grondgebied worden de posities voor de eindspurt ingenomen, maar net na het oversteken van de Gaverstraat probeert Jan W. het op een diefje. Iedereen kijkt naar iedereen, en meter na meter rijd Jan weg. Pokerface Rudy wacht rustig af, en één na één rijden de anderen ons voorbij, tot alleen Rudy, Bart en ik nog overblijven. Dan acht ik mijn tijd gekomen, en plaats een splijtende demarrage. Niemand blijkt te volgen, en de koplopers worden ter plaatse gelaten. Als ook Jan er moet aangeloven, kijk ik even om, probeer met mijn tong niet tussen mijn ketting te draaien, en zie dat de buit binnen is. Mijn gloriedag is aangebroken.

Mijn schrijfstijl mag dan niet zo vlot en gepolijst zijn dan die van Marc en Mario, maar een verlaggever die op het einde wèl kan afwerken is toch ook een iets anders.

Uw verslaggever Ad Interim Bis. Ivan.

 

Zondag 8 december 2002

Het is heel goed mogelijk, beste lezer, dat U bij de aanvang van dit verslag een sterk onwelriekende geur gewaarwordt. Probeer eens om hevig met het achterblad van de Kraak te wapperen. Helpt het niet? Probeer eens met de volledige Kraak te wapperen. Helpt het nog niet? Nee zeker. Ramen en deuren open! Geen avans? Geen nood, als U verderleest gaat het vanzelf wel over. Deze onaangename gewaarwording is vermoedelijk veroorzaakt door het lezen van de laatste zin in het voorgaande verslag. Het is algemeen geweten dat er niets zo stinkt als eigen stoef. Ja, het was nu eenmaal de afspraak dat Ivan het verslag mocht schrijven als hij de sprint won (let wel, Marc en ik reden dus niet mee). Anders wou hij niet met ons meerijden. Hebt U zich al afgevraagd waarom dit na al die tijd pas het eerste verslag van Ivan is? Kijk, tot nu toe heb ik altijd veel respect betoond voor Ivan en heb ik geprobeerd om de goeie kanten van deze jongen te belichten, een verwezenlijking die zwaar onderschat wordt, maar nu kan Ivan het op zijn buik schrijven. Daar is trouwens toch plaats genoeg en er komt er elke week nog bij. Maar goed, zegt het spreekwoord niet: "Klein gerief moet onder een afdakske hangen."

Dat dat dan juist moet gebeuren nu ik na een maand mijn wederoptreden doe. In 2 jaar zo slecht niet gereden als vandaag! Ik had zelfs Ivan in de sprint niet kunnen kloppen, zo slecht dat ik reed. En dan zijn we net nog met 17 aan de start, zodat ik afga voor het hele peloton. Iedereen + Koen De Bosschere was er, behalve Bart en Marc. Bart deed mee aan het Belgisch Kampioenschap MTB duathlon, categorie 17-21 jaar, en werd er – als jongste – derde. Dat is nog eens wat anders, hé, Ivan, dan een sprint winnen waar Marc en ik niet aan meedoen. Het was een ingerichte rit in Overmere. Van het parkoers herinner ik me hoegenaamd niets. Het was wel koud. Toen ik de klodders modder van mijn velo wilde afschudden, gebeurde er niets: vastgevroren. Op de drank in mijn drinkpulleke stond er ijs. Mannekes, mannekes, heroïsche toestanden. Meiskes, meiskes, waren mijn benen maar iets heerowiesser geweest. Ik ga alleen degenen noemen die mij geduwd hebben - met excuses als ik iemand vergeet, maar ik was in een toestand van bewustzijnsvernauwing: Rudy en Danny natuurlijk, maar Koen nog meest, en ook Geert, Karel, Raf, en Ivan. Ja, dezelfde. Maar dan wel zo met zijn arm rond mijn nek, meer om eens met mij te lachen, met zo een vettig lachje van 'En, gaat het niet, jongen?'. Rudy wijt mijn prestatie, of gebrek daaraan, aan de achter-quiz activiteiten van vrijdag, toen Rudy, Dirk De Mulder, Eddy Cocquyt en ik, op de KWB-quiz in Dendermonde de KWB Kalken kleuren verdedigden (9° op 43, niet slecht als je weet dat er 6 of 7 van die ploegen vol 'freaks' of 'nerds' meededen). Maar het ligt aan de lange inactiviteit en vooral aan een voetbalmatch gisteravond. Voetballen en more-vélo, het gaat niet meer samen. Ik ben dan ook geen 42 meer. Ik ben ook Luc Krick niet, de KWB-sporter bij uitstek: zaterdag veldvoetbal, zondag MTB en maandag mini-voetbal. Ik ben ook Ivan niet, gelukkig. De afgang is steil, want een maand geleden was ik nog in gloeiende vorm, zelfs Karel zei het. OK, stop al maar met dat wapperen met het achterblad van de Kraak. Dat zal volstaan! Als die afgang even steil doorgaat, kan ik volgende week terug op mijn driewielerke gaan rijden.

Ik denk dat Rudy de sprint won, gezien het lawaai dat hij maakte in het Vrijgeweide.

Mario

 

Zondag 15 december 2002

In plaats van 17 gelijk verleden week, zijn we maar met 8. Rudy en die zijn broer, maar die zijn naam ben ik eventjes vergeten. Als ik me goed herinner, heeft hij ooit nog eens een sprintje gewonnen, maar aangezien hij het verslag weeral niet schrijft ... Raf, Bart, ene Frank (ook een MTB duathleet), Krist, en Guy, die volhoudt, zelfs al is er weinig progressie te merken. Guy heeft nu al een put in zijn rug, waar de hand van Rudy perfect in past. 'Kan die dan niet van U blijven als ge rijdt?' vraagt Guy zijn vrouw. En Marc weeral niet. Jongen, wat gebeurt er? Ik mis je droge humor. Zeker als het regent. De lage opkomst is te wijten aan the Night of the Proms, waar een groot deel naartoe is geweest. En zeggen dat het volgende week Biggetjes van K3 is. Dan gaan we al die mannen weeral niet zien! Jan is er ook niet, omdat hij zelf een fuifje had voor zijn verjaardag, alwaar hij een spatbord kreeg voor achteraan op zijn vélo. Niet gelijk Danny, want die heeft een garde bou die ademt.

We doen een korte ingerichte rit. Slechts 25 km. Maar dan wel erg vettige kilometers en in Dendermonde, zodat we toch weer aan 65 km zitten en er weer geen tijd is voor achteraf beschouwingen. Spijtig voor Rudy, die tegen klasbakken als Bart en Frank de sprint wint met de vingers in de neus. Ik moet niet meer geduwd worden, maar er staat nog geen vet op de soep. Het is een rit rond voetbalvelden (Boonwijk, St. Gillis, Lutterzele) en over en onder allerhande bruggen. Bart valt alweer 3 keren. Als hij dat nog afleert, wordt hij volgend jaar Belgisch Kampioen MTB duathlon. Mario

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Moreduikers

 

Zondag 29 december 2002

Alweer de laatste rit van 't jaar. Verleden week waren er maar 5 dappere zotten aan de start omdat het rond 9 uur bakken goot. Nu zijn we met 17: Rudy R en Rudy V, Dirk H en Dirk VDV, Frank H, Geert B, Karel V, Jan W, Bart V, Marc R, Piet VP, Guy R, Danny F, Luc K, Eddy T en den deze. Maar het weer is niet veel beter. Doorweekt zijn we als we thuiskomen. De asfaltwegeltjes liggen er al even smerig bij, en daar heb je bovendien veel meer last van opspattend water, ook al omdat we dan dichter op mekaar rijden. Een nieuwe erbij, Tom. Een geoefend oog ziet meteen dat hij niet scherp staat. Overgewicht, een beetje gelijk Ivan toen die begon, maar bijlange zo erg niet natuurlijk. Ivan is er weeral niet bij, maar het is dan ook algemeen geweten dat gazettecoureurs niet graag nat worden. We vragen aan Rudy een parcours met zo min mogelijk more voorzover dat mogelijk is met zo een weer. Eens naar Lede, zegt hij, maar zover niet, juist efkes over de Schelde. Hij vergeet erbij te vertellen dat we dan wel langs Serskamp terugkeren en zoals u uit vorige verslagen weet, smeriger kunt ge niet vinden. Een parcours op maat van Dirk Hanselaer, die er verleden week ook al bij was. Een echte moreduivel dus. Ja, die vakbondsmannen van het ACV zijn niet rap van iets vies, blijkbaar. Halfweg houdt Tom het voor bezien, en daar kunnen we best inkomen. Zijn eerste rit is meteen een echte modderdoop. Hopelijk hebben we de lat niet zodanig hoog gelegd dat hij al meteen de moed opgeeft. Bart denkt dat we in de ronde van Pakistan rijden met al die zwarte, maar ik hou het op de ronde van Burkina-Fasso, daar zijn ze nog zwarter. Jan rijdt rond met zijn nieuwe garde bou, van zijn verjaardag. 't Is te zeggen, tot halfweg, daarna is het met een stompje. Heeft hij daar meteen al zijn schone cadeau om zeep geholpen, zeker. Is het nu wachten tot zijn volgende verjaardag voor een nieuwe? Piet Van Poucke doet ook nog eens mee. Eerst sakkeren over zijn slechte conditie en zijn kwetsuren, zoals we van Piet gewoon zijn, en dan meerijden met de besten vooraan, zoals we ook van Piet gewoon zijn. Danny heeft weer een plezant potsken op. Danny is van zichzelf al om te lachen, maar met zo een potsken op is hij helemaal 'pots'ierlijk. Ik moet zeggen, Guy rijdt niet slecht vandaag. Potten breken gaat hij nog niet doen, maar misschien begint er nu toch vooruitgang in te zitten. Wie ook in vorm is, is Marc, ondanks de hoge inactiviteit, in het fietsen dan toch. Wat drinken betreft, drinkt Marc er nu altijd 2 tegelijkertijd, een met de linker en een met de rechterhand. Dat komt omdat Dr. Stuer ons heeft wijsgemaakt op de Bewogen Vertellingen dat je je hersens kunt masseren en verbeteren door veel met de schouders op en neer te bewegen. Vandaar dat Rudy, die ganser dagen voegt, zoveel quizkennis heeft? De dokter had er wel moeten bijvertellen dat er eerst iets te masseren moet zijn, Marc. Na de brug in Wetteren blijkt dat Bart en ik een gat van 100 meter hebben geslagen. Bart is meteen akkoord om een lange ontsnapping op te zetten en ze eens achter ons te laten koersen, maar de sm...lappen rijden nog eens via de Scheldedijk naar Wetteren ten Ede. Wij remonteren en – ja, ik kan er ook niet aan doen – als ik in het veld weer alleen voorop zit, beginnen ze te roepen dat het niet rechtdoor maar linksaf was en meteen moeten ze daar al weer beginnen van domme Westvlaming al hier en domme Westvlaming al ginder. Maar dan komt Rudy en is het toch rechtdoor, haha. Ja, mij ga je niet horen zeggen dat Oostvlamingen dom zijn, maar veel slimme zitten er toch niet tussen bij de Kalkense moreduikers.

De sprint wordt in gang getrokken door Dirk H., die al kwaad was omdat we niet nog eens in de modder rond het kasteel van Laarne ploeterden. Hij krijgt er maar niet genoeg van. Maar deze keer reageert Rudy meteen en rijdt hij gewoon iedereen los. Ook nu weer geen café voor de meesten, want teveel schrik dat ze dan teveel afkoelen en weer koud op die vélo door de regen moeten. We zijn maar met vier dappere die nog meer schrik hebben om met dorst te moeten thuiskomen .... Mario

 

Zondag, 5 januari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

Een verslag met een beetje vertraging, maar ik wilde bewust de commentaren op mijn eerste schrijven afwachten. En terecht zo blijkt. Sorry Mario, het spijt me, ‘k zal’t echt nooit ne meer doen. Het is natuurlijk algemeen geweten, dat de waarheid soms hard aankomt, maar het was niet mijn bedoeling U te kwetsen. Ik wist echt niet dat de stoere mannen uit Poperinge zo licht geraakt waren. Serieus nu, het verslag.

Het is wreed gevroren, maar warm ingeduffeld verzamelen de moedigen opnieuw onder de kerktoren. Na het uitwisselen van de beste nieuwjaarswensen, vertrekken we richting Wetteren voor de ingerichte tocht van The Bridge. Er is ook een gastrenner bij. Op het nieuwjaarsfeest van de familie Roelandt heeft Marc in een vlaag van overmoed zijn kozijn, Martin, uitgedaagd om eens mee te rijden met ons bende. Marc zou het dan wel eens tonen, hoe goed zijn conditie wel is. Wie echter niet op het appél aanwezig is, ….. Inderdaad, hemzelve. Bezorgd als wij zijn, passeren wij even aan zijn deur, om na te gaan of hij nog onder de levenden is. Wanneer de deur opengaat, zien wij Marc’s grootvader staan. Alléé, dat denken wij toch, maar het blijkt Marc zelf te zijn. Dus wij maar verder zonder hem.

Eenmaal de tocht aangevat, blijkt dat door de vrieskou, sommigen problemen hebben met het materiaal. Bij een zoveelste panne besluiten Frank en ikzelf rustig verder te rijden, om niet volledig te verkleumen van de kou. De rest haalt ons later wel bij.

Een kapitale blunder, zal later blijken, want we hebben niemand van de groep nog teruggezien. Niemand???. Of toch wel. Een dik uur later zien we Karel V. aan de kant staan. Als we hem vragen hoever de anderen nog achter zijn, blijken zij al ver voorop te zitten. Karel zelf is achter gebleven na aanhoudende problemen met zijn vastgevroren “pioen”. Eerst hebben de mechaniekers van dienst geprobeerd de panne te herstellen, door achtereenvolgens op de pioen te blazen (warme lucht), en te plassen (warm water), maar niets mocht baten. Later probeert Karel nog met warme soep van de bevoorrading, maar het was soep zonder ballekes, en met vet-arme bouillonblokskes. Met z’n drieën beëindigen we de rit, en de anderen blijken inderdaad al bijna thuis. Tot op heden weet nog altijd niemand wanneer zij ons voorbij gereden zijn. Ik heb wel ne keer nen trok gevoeld, misschien waren zij dat wel.

P.S. Nog even dit. Mario, als je in uw verslag spreekwoorden of zegswijzen aanhaalt, gelieve deze dan juist te gebruiken. Het is niet “Klein gerief hangt onder een afdaksken” maar goed gerief. Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.

 

Zondag, 12 januari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

Vandaag rijden we naar de ingerichte tocht van Husdine in Destelbergen. Het vriest nu al een week aan een stuk en bijgevolg ligt het parcours hobbelig en keihard. Er is keuze tussen 25 – 35 en 45 km. Natuurlijk gaan wij voor de tour van 45 km, de rest is voor de kinderen en bejaarden. Aangezien het overal goe bolt, voel ik mij in mijn element, en op een mooi recht stuk veldweg pak ik de kop, en geef er een lap op. Niemand komt mij voorbij, het lijkt wel op ik vleugels heb. Maar het lijkt alleen maar zo. Op het einde van het rechte stuk ga ik tegen de grond met een smak van 7.3 op de schaal van Richter. De commentaren liegen er niet om. 8.8/10 voor techniek en moeilijkheidsgraad, en 9.3/10 voor uitvoering. Een totaalscore van 18.1, terwijl de limiet voor de Olympische Spelen op 18.5 staat. Dzju toch, net niet. Mijn ego en mijn ribben gekneusd, en een pijnlijke knie en heup zijn het resultaat.

Danny F. voelt zich ook in zijn sas. Wanneer hij aan de bevoorrading lachend binnenkomt, vertelt hij dat hij onze Wigny-kok Heidi van de baan gereden heeft. Wat hij er niet bij zegt, is dat hij ook tegen de vlakte gegaan is, maar een gat in zijn broek en een schaafwondje in zijn gezicht, verraden hem.

Als ik kort na de bevoorrading voor de tweede keer lek rijd, zakt mijn moraal volledig in mijn schoenen, en besluit ik aan de volgende splitsing de toer voor kinderen en bejaarden verder af te werken. Marc R., zoals altijd de goedheid zelve, offert zich op om mij op mijn kalvarietocht te begeleiden. Geert B., wegens een maand zijnen velo niet gezien, en Guy R. wegens te moe, volgen. Al de rest doet den toer voor grote mensen. Voor de statistieken: Frank H. valt nog twee keer plat, en Marc R. ook nog eens. Danny, die blijkbaar aan het trainen is voor een triatlon, gaat na de rit al lopend naar huis. Goed geprobeerd Danny, maar normaal begin je met zwemmen. Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.

 

Zondag 19 januari 2003. Kluisbergen.

Reeds om 8 uur vertrekken we met een man of 17 naar Kluisbergen. We rijden rond langs Wetteren om de 3 Wetteraars op te pikken. Dan zet de karavaan zich op weg. Rudy V. heeft nogal gas met zijn camionette, zodat het ook gas geven wordt om hem te volgen. Het is al de 3° keer dat ze in Kluisbergen meedoen, maar voor mij pas de eerste keer. Ik ben er de hele week zenuwachtig van geweest, omdat ik niet echt in vorm ben (de winterplagen) en ook al omdat ik nog maar zo weinig heb meegedaan dit jaar. Blijkbaar ben ik zo nerveus dat ik net voor ik vertrek mijn ontbijt - dat ik net zo mooi had opgegeten, weer helemaal naar buiten werk. Nog nooit meegemaakt. Zo een zware inspanning mag ik dus met een lege maag aanvangen. Daar word ik nog nerveuzer van. Meer dan 2000 man aan de start. We rijden al 2 km met de fiets bergop eer we aan de sporthal geraken waar de start is. 10 van ons doen de 45 km, 10 doen de 25. Die laatste 10 beklagen het zich wel, want zo een eind rijden voor zo een klein ritje, dat dan nog vooral over asfalt gaat. Alleen de Patersberg en de Kwaremont krijgen ze voor de wielen. Ondanks alles doe ik toch maar de 45 mee, en het lukt aardig, ook al omdat het dit jaar inderdaad veel asfalt is. Een mooie rit, maar toch wat teveel volk. En zo een bos ziet er natuurlijk proper uit als daar 2000 fietsers zijn gepasseerd. Karatekid Karel let op de baan efkes niet op en haakt eventjes aan een andere fietser. Hij rolt over het wegdek, recht de beek in, maar komt mooi op zijn achterpootjes terecht, in spreidstand over de beek. Zo maakten onze overgrootmoeders indertijd hun water. Mooi gevallen Karel – zo zie je dat karate ook in het mountainbiken van pas komt, maar het is wel geen zicht. Kom maar rap weer uit die beek. Na de rit wacht ons een koude douche, met name een koude douche. Niet verwonderlijk dat het warm water op is als er zo een 1000 man douchen. Het schijnt dat de nabespreking in het Weike lang is uitgelopen. Maar daar waren Rudy, Jan en ik niet bij, want wij waren om een nieuwe vélo in Geraardsbergen. Wacht maar, mannekes. Mario

 

Zondag 26 januari 2003. Grembergen.

Met 12 naar Grembergen, om aldaar een rit van 40 km te doen. De feestmaaltijd ter ondersteuning van Tim Roels heeft weer slachtoffers gemaakt, want bvb. Marc (die gisteren nog zijn vélo stond te kuisen en zichzelf dus blijkbaar nog altijd niet kent), Rudy V. en Eddy T. waren er niet. Karel wist van die rit in Grembergen, maar kan zelf niet mee. Als we na kleine 20 km in Grembergen komen, is daar geen mountainbiker te zien. De Karel heeft ons goed liggen, denken we, maar dan blijkt er toch iets ingericht, alleen is er weinig opkomst. Aan de eerste bevoorrading besluiten Guy en Dirk om de 25 te doen. Het is dan al kwart voor 11. Was ik maar mee geweest. Volgende keer ga ik mijn verstand gebruiken.

Raf, Luc, Jan, Bart en zijn vriend Frank, Rudy en die zijn broer Ivan, Danny en die zijn vélo, pompier Peter en ekik doen de 40. Schoon en vettig parcours, met lange, lastige stukken, daar niet van. En het blijft droog tot zo tegen de middag.

Als we op 3 km van de aankomst op de baan Lokeren- Dendermonde uitkomen, is mijn pijp uit en wil ik direct naar huis rijden. Maar nee, we moeten persé eerst nog naar Grembergen, omdat ze allemaal denken dat we allemaal prijs zullen hebben met de tombola omdat de opkomst zo laag was. Maar het wordt noppes, niente, niets, nada. Zes km voor niets bijgereden. De lange, natte terugweg is er voor mij teveel aan. Al zijn er een paar die ook wel eens de rol moeten lossen, ik ben er het ergst aan toe. Ik denk toch dat ik hier te oud voor aan het worden ben, zeker als ik zie hoe dergelijke inspanning voor de meeste anderen van onze bende niets voorstelt. Voortdurend in het opspattend sop, verdrink ik bijna. En mijn benen willen niet meer mee, zodat ze me regelmatig mogen bijduwen. Pas om halfeen thuis. Doorregend, doorweekt, doorzopen en door en door nat. Verkrampt, verzuurd en ver dood. Uitgeput, uitgehongerd, uitgeregend en de rest van de zondag uitgeteld. Het duurt 10 minuten voor ik uit mijn natte kleren en doorweekte, 'waterdichte' schoenen raak. Nog eens 10 minuten voor een douche, maar ik krijg geen warm. En dan direct mijn bed in waar ik nog een kwartier luidop lig te klappertanden, en een half uur lig te rillen. In plaats dat ik warmte uitstraal en zo de dekens warm maak, straal ik kou uit, die van de dekens weerkaatst. Pas na een uur komt er wat warmte in mijn lijf. Op mijn nieuw speelgoedje, een hartslagmeter, staat dat ik gedurende 3 uur en een kwartier een gemiddelde hartslag van 157 slagen per minuut gehaald heb. En eigenlijk zou ik maximaal maar tot 150 mogen gaan... Genoeg sport gedaan voor 3 maand ver? Mario

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Moreduikers

 

Zondag, 2 februari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

Eigenlijk moet ik dit verslag beginnen op zaterdag 1 februari. Zware sneeuwval, uren lang. Alles ondergesneeuwd, er wordt zelfs een sneeuwruimer ingezet op de provinciebaan. De mountainbike freaks zien hun zondagse rit verdwijnen als sneeuw voor de zon, of toch niet? Rudy V. belt Marc R., Rudy V. belt Rudy R., Marc R. ziet Luc K., Dirk H. ziet Marc R, … allemaal hebben ze dezelfde vraag: ga je rijden morgen? Den enen wil niet onderdoen voor den anderen; den enen zot maakt den anderen zot zot…

Gevolg van al dat heen en weer gebel… 11 zotten aan de start zondagmorgen om 9 uur. Bijna vergeten te vermelden, om 8 uur zondagmorgen belt Eddy T. naar Marc R., ge moogt eens raden waarom.

Met z’n elfjes (is dit geen spellingsfout?) dus : Rudy R., Karel V., Jan W., Raf V., Eddy T., Dirk H. Marc R., Rudy V., Luc K., Dirk VdV en een kennis van Bart (van wie ik de naam niet ken).

Wie er onder andere niet bij zijn :

·                  Bart: naar, of verloren gelopen in de Ardennen.

·                  Danny F.: bang voor te vallen (mietje!).

·                  Ivan R.: is hij dan toch een gazettencoureur zoals Mario schreef in een vorig verslag.

·                  Mario: nochtans verwacht met zijn nieuw machien. Ik heb horen vertellen dat hij zijn nieuwe fiets nog niet heeft omdat hij een paar zaken extra besteld heeft na de zware rit van vorige week

o                Steunwieltjes

o                Banden gevuld met meewind (tegenovergestelde van tegenwind)

o                Een elektrisch motortje op het achterwiel

o                Een handvat achteraan op het zadel (om rugpijnen te vermijden telkens hij moet geduwd worden)

o                Een verwarmd zadel (zodat hij (?) niet meer vervroren is al hij thuiskomt)

o                Een stuur in plastic (nee niet omdat dit lichter weegt, maar omdat dit niet roest wanneer hij erop zevert)

Ge ziet onze Mario heeft er weer heel wat geld tegenaan gegooid, als dat maar geen parels voor de zwijnen zijn. Ik kan toch niet laten om te reageren op het verslag van Mario van vorige week. Hij schrijft daarin dat het hem wel 10 minuten koste om zijn kleren uit te krijgen. Ik kan alleen maar hopen voor hem dat dat in zijnen jongen tijd wat vlugger ging …

De eerlijkheid gebied mij ook te zeggen dat op het moment dat Mario half dood zijn bed probeerde in te kruipen, ik hetzelfde meemaakte maar in de andere richting (er probeerde uit te kruipen bedoel ik). Vol houden Mario, kijk maar eens naar mij …

Nu nog een paar woordjes over de rit zelf.

Velen onder ons hadden gehoopt dat het wat freewheelen zou worden in de Kalkense Meersen, maar nee het werd een stevige rit van ongeveer 40 km. Het moet een prachtig zicht geweest zijn met al die sneeuw, maar we hebben er niet van kunnen genieten. Het was 100% geconcentreerd rijden, want in een wegeltje rijden met tussen de 5 en 10 cm sneeuw, rechts een prikkeldraad en links een beek dat vraagt uiterste concentratie en de nodige dosis stuurmanskunst. Vraag het maar aan Luc K.

We leggen een gekend parcours af, via Hussevelde naar het Heiende, zo naar Berlare, en via Uitbergen en de Kalkense Meersen naar ons eindbestemming Het Vrijgeweide.

Wanneer we voorbij Ivan zijn deur rijden zien we hem voor de venster staan, wedden dat het zal gepiekt hebben omdat hij er niet bij was…

Er zijn vele mogelijkheden om naar het Heiende te rijden, en Rudy R. besluit om langs de Vogelzang te rijden. Jawel u leest het goed, de 2 km lange anders al zo moeilijk berijdbare kasseistrook, nu nog eens volledig ondergesneeuwd daarbovenop. Dat Rudy R. in hogere sferen geraakt al hij over de kasseien mag dokkeren, dat weten we al langer. Maar als daar nog eens 5 cm sneeuw bovenop ligt, dat geraakt hij helemaal in extase. Vandaar dat hij halfweg de Vogelzang al niet meer te zien was…

Op weg naar de Berlaarse bossen was het heel voorzichtig te zijn om niet onderuit te gaan. Iedereen zat wat verkrampt op zijn fiets, genoeg afstand houden, niet te snel, kortom uiterst voorzichtig. Opeens vindt Rudy R. het nodig om mijzelf en Rudy V. om beurten een flinke duw in de rug te geven zodat we vooruit schieten op de spiegelgladde sneeuw. Ik moet zeggen dat zo’n flinke duw in de rug anders altijd zeer welkom is, maar deze keer was het echt niet nodig.

Dat er in zo omstandigheden maar 1 uitschuiver was (Raf V.) betekent toch dat de meeste onder ons toch wel iets kunnen met die fiets tussen hun benen.

Zo een besneeuwd parcours heeft als nadeel dat ge steeds moet stoempen op de pedalen, nooit licht lopend. Ge kunt niet in het wiel hangen, te gevaarlijk. Maar het heeft als voordeel dat er niet (kan) gespurt worden op het einde. Gelukkig maar want voor mij was de kleur van de sneeuw al overgegaan van spierwit naar donkerzwart.

Na de rit nog wat napraten tussen (soep)pot en (leffe)pint, en dan naar huis om van de triomftocht van de Belgen in het W.K. veldrijden te kunnen genieten. Marc

 

Zeg Marc, was dat dan met of zonder koude spruiten op uw knie?

 

Zondag, 9 februari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

St. Lievens-Houtem. Grijs, droog en relatief warm (10 graden). Krist staat zelfs al in korte broek aan de start. Rudy en ik rijden zonder handschoenen, maar Rudy kan zijn handen wel voortdurend warmen aan de ruggen die hij duwt. Verder nog Karel, Raf, Ivan, Guy, Eddy, Jan, Frank Aerssens, die regelmatig eens begint mee te rijden, Dirk H., Luc, en Danny.

Het wordt een rit van 60 km aan 24 per uur. Een straffe prestatie, als je weet door welke modderpartijen we nu weer allemaal geploeterd zijn, met nog klimwerk erbovenop. Nog nooit meegemaakt, maar op sommige plaatsen is die modder echt een diepe brei. Pap, zeg maar. Dat komt door de moto's die erdoor ploegen, zegt Rudy. Ja, het wordt een plaag. We gaan daar eens iets moeten aan doen, zeker. Duizenden MTB-ers en duizenden wandelaars, wiens rust wordt verstoord en wiens wegelkes kapot worden gereden door enkele egoïsten op stinkende, lawaaierige moto's, quads en zelfs al 4x4's, zouden hier toch moeten tegen protesteren.

Danny staat weer verschrikkelijk fel. Altijd maar weer naar die kop en sleuren, sleuren. Halverwege merkt Eddy iets aan zijn wiel. Rudy ziet dat zijn velg op springen staat en daarom besluit Eddy maar om rustig huiswaarts te keren, vergezeld door Guy, die al genoeg heeft afgezien. Ik geloof dat we dit jaar al meer miserie gehad hebben met velgen dan met banden. Er rijdt bijna niemand meer plat (alhoewel: als ik er bij ben, ik lees juist in de andere verslagen het omgekeerde). Terwijl we wachten – Ivan hangt bij te komen rond een elektriekpaal – slaat mijn hartslag plots op 221, en die van Karel ook op 221. Blijkt dat die hartslagmeters de beide hartslagen oppikken en optellen als ge te dicht bij mekaar komt. Onze hartjes van Karel en mij kloppen saampjes. Alhoewel, we kwamen nu toch ook weer ZO dicht niet, vind ik.

A propos, Ivan, ik ken mijn spreekwoorden ook wel: Het is inderdaad niet “Klein gerief hangt onder een afdaksken” maar goed gerief. Maar de trouwe lezer weet ondertussen dat ik soms de spreekwoorden aanpas aan de werkelijkheid.

Ook Raf heeft weer goed op zijn rollen getraind, want hij is veruit de beste, zeker in de eerste helft van de rit. Ivan en ik zitten om ter meest af te zien. Wat is dat toch, dat het maar niet meer wil lukken, en dat ik nu zelfs al maar op het niveau van Ivan meer zit? Zo laag gevallen. Telkens als Dirk me in het veld voorbijsprint, roept hij: "Komaan, Mario, pik aan." Eer hij dat gezegd heeft, is hij al weer 5 meter verder. En daarbij, Dirk, met uwen 'Pik aan, pik aan', ik ben geen kieken, hé. En als ze roepen van 'Pak mijn wiel', dan doe ik dat ook niet meer. Ze gaan me daar geen twee keer liggen hebben, zulle, want dat doet echt verschrikkelijk zeer aan uw hand.

De laatste inspanning van de dag is het stort nabij Balegem. Een asfaltklimmetje dat overgaat in een klimmende veldweg en op de top zoek je maar zelf in welke greppel modder je verder wilt sukkelen. Verleden keer dat we hier voorbij kwamen was ik nog eerste boven, nu kom ik 50 meter achterop aangesukkeld. Het kan verkeren, zei Brede Ro, of was het Dikke Vandale die dat zei? Hier is het ook altijd goed opletten dat we Ivan niet uit het oog verliezen, want eens ge hem kwijt zijt, vindt hem dan maar weer tussen de andere rommel.

Hoe slecht ik ook rij, op de weg tussen Oordegem en Wetteren, zie ik dat alles relatief is en dat ik eigenlijk nog niet mag klagen. Ik denk dat we tegen de 40 rijen als we een paar wielerterroristen inhalen. Op onze dikke vuile vélo's met zware banden, vliegen we die ragfijne proper opgekuiste fietskes op flinterdunne bandjes voorbij. Ze kunnen zelfs niet eens aanpikken, en daarom zijn het dus zeker ook geen kiekens.

Luc vertrekt van op kop alleen. Al vanin Wetteren omdat Danny expres het gat laat vallen. Tot in Kalken alleen op kop met een kloof van 100 meter maximum. Tot Rudy er komaf mee maakt. Mario

 

Zondag, 16 februari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

Met 14. Bart, Danny, Dirk, Dirk, Luc, Marc, Ivan, Rudy, Rudy, Jan, Karel, Eddy en ik. Schoon droog vriesweer. Naar Waasmunster. 58 km. Een parkoers als een autostrade, naar onze MTB-maatstaven dan toch. Het parkoers is mooi platgevroren met niet al te veel richels. Zelfs het zand in Waasmunster ligt hard. Ideaal om eens van de natuur te genieten zou je denken, maar veel natuurbeleving is er niet bij. Er wordt echt gevlamd. We vliegen. Volgens Bart 28.5 gemiddeld, wat een nieuw ritrekord betekent, maar volgens Rudy zet Bart zijn kilometriek te gunstig. Volgens Ivan rijdt Bart volgens zijn kilometriek zelfs al 10 per uur als hij stilstaat. 27.5 is het volgens Rudy. Vorige records werden zonder mij gevestigd, en volgens Marc zijn verslagen was dat net omdat ik er niet bij was. Waarmee vandaag het tegendeel bewezen is. En had het aan Danny gelegen, dan was het 30 gemiddeld geweest. Het was weer niet te doen met hem. Er wordt twee keer platgereden, eens door Rudy R., eens door Bart, toevallig de 2 die met latex binnenbanden rijden. Een nieuw gadget. Wat is het voordeel van latex binnenbanden, vraag ik en Rudy V. antwoordt dat je er een knoop kunt inleggen na lekrijden en dat je je binnenband dan nog voor iets anders kunt gebruiken. In volle sprint knalt sponsor Rudy dan nog tegen een autospiegeltje. Er is gelukkig niets aan het spiegeltje, maar dat wordt wel een dikke buil op zijn hand. Jongens, daar gaan nog eens serieuze accidenten van komen hé, met dat gedoe om in het verslag te komen. In het Vrijgeweide zijn we Dirk VDV even kwijt, maar hij blijkt naar het WC geweest te zijn. Rudy R. heeft een simpele uitleg: Dirk voelde dat hij zo goed als leeggereden was, en hij wou helemaal leeg zijn. Let wel, dit is een gekuiste versie van Rudy's bemerking. En dan thuiskomen en zelfs uw velo niet moeten kuisen. Dat het nog maar een paar weken vriest. Mario

 

Zondag, 23 februari 2003. (Kraak Maart 2003, n° 307).

Op het turnfeest van Vrank en Vroom gisteravond waren veruit 3/4 van de Moreduikers aanwezig, omdat de meesten (Luc, Eddy, Marc, Peter Baetens, Rudy R., Rudy V., Geert, Dirk H., Guy, Raf, ik) een dochter(tje) hebben dat turnt. Even sportief als hun papa's en even knap als hun mama's (hum hum – ik hoop dat ik hiermee scoor bij het vrouwvolk). Karel, Jan, Krist en Bart zijn op het strand van Oostduinkerke gaan fietsen. Onzen Bart zet een schitterende prestatie neer in de Coast Race (www.neverest.be) en eindigt als 9de bij de Junioren. Hij werd dan ook op het podium geroepen alwaar hij een zwemeendje en een strandschepje in ontvangst mocht nemen. En d'r zat nog veel meer in ... als Bart geen 10 keer gevallen was!!! Eddy is gaan raften. Danny moest werken. Geert en Frank zitten met andere bezigheden. We dachten dan ook dat we met niet teveel gingen zijn, maar er staan er toch 11 aan de kerk. Marc, Rudy V. en ik hebben gisteren dankzij ons drankmisbruik de turnclub nogal zwaar gesponsord, maar we staan toch fris aan de start. Verder nog Dirk H en Dirk V, Peter B., in een vorig verslag verkeerdelijk als Peter pompier bestempeld, maar dat was een persoonsverwisseling van mijnentwege, waarmee u ziet dat zelfs de allerbeste verslaggever (van de 3) zich kan vergissen. Verder nog Frank A., de brothers Rogers, Luc, en Guy. Dirk VDV staat er, na zijn mindere prestatie verleden week, met een nieuw fietske. Amaai, zegt Marc, als ik iedere keer dat ik slecht rij, een nieuw velo moest kopen, ik zou er wel mee zijn. Dat is waar ook, Marc, zo ieder jaar 52 velo's moeten kopen. Rudy zou kunnen stoppen met voegen. Voor de 2° week op rij, lekker zonnig, droog, lichtgevroren en weer naar Waasmunster.

Op de geasfalteerde dijk rond het Molsbroek steken we een man of 15 MTB-ers met rooie truitjes voorbij – onder aanvoering van Peter, die een indrukwekkende eerst rithelft rijdt. Ze klampen aan en een eind verder rijden we op de dijk langs de Durme, zonder asfalt. Eén van die rooie wil zich eens tonen en rijdt resoluut naar voren. Jongen, dat moet je niet doen als Rudy meerijdt en zeker niet met een rood truitje aan want dat werkt als een rooie lap op een Rudy Rogiers. Een zucht en hij is er voorbij.

Het wordt de rit met verscheidene aanslagen op uw dierbare verslaggever. De eerste aanslag komt van Dirk VDV die me van de baan probeert te rijden. Mislukt. Vijf minuten later koepeert Ivan me op een verschrikkelijk brutale manier, de egoïst. In de beruchte zandbocht, net na de eerste bospassage, moet bijna iedereen afstappen. Als ik net weer 2 meter aan het rijden ben, komt Ivan daar af – hij was dus achter natuurlijk - en hij denkt dat hij er al rijdende kan door geraken. Sinds hij de afdankertjes van Rudy mag dragen (die zijn ouwe Tulip truitjes), zoals dat dikwijls het geval is met de jongste (niet bij Dirk en Frank, want Frank was altijd groter!), denkt hij dat hij evenveel kan als zijn broer. Hij kiepert dan ook omver, mij boenk bots kloef meesleurende in zijn val. Ivana Bin Laden en ik liggen daar schoon te spartelen in de zandbak in het zonnetje. Eer we bekomen zijn van het lachen, zijn de anderen al ver weg. In Waasmunster begint Peter dan nog plotseling keihard te roepen van 'Allah, Allah!!'. Eerst is iedereen verrast, maar dan roept de helft van de bende lustig mee. Ik zet me al schrap om een derde aanslag door Osama Bin Ivan voor te zijn, maar het blijkt dat Peter daar ievers een tante van hem in haar deurgat heeft zien blinken, en dat die tante Anna noemt.

We bevinden ons om halfelf al op de terugweg, maar dat is zonder Rudy R. gerekend die nog een ommetje van voorzeker 15 km langs Grembergen, Schoonaarde, Uitbergen, de Schelde volgend, voor ons in petto heeft. Het wordt afzien door de wind en het hoge tempo dat eerst Rudy en daarna Luc opleggen. Luc is al heel het jaar in vorm en verbetert iedere week nog. Om zjaloes van te zijn. Het gaat zodanig rap dat er vanachter regelmatig enigte uitwaaien en omdat Rudy dat niet allemaal meer geduwd krijgt, moet Luc het tempo een beetje laten zakken. Hij begint dan maar zonder handen te rijden. Ivan lost zijn meter van geen wiel. Euh, zijn wiel van geen meter. Als ik eens naar Marc kijk, sla ik in paniek: Zijn hersens lopen uit! Maar het is snot. Het kon ook niet dat er zoveel hersens uitkwamen, want zoveel zitten er al niet in om te beginnen.

Bijna thuis sla ik – eventjes op kop - links af de Molenmeers in, kwestie van nog wat te mountainbiken ook. Maar al de rest rijdt rond langs de schilderes. Omdat ze te moe zijn voor nog wat modder? Omdat het geen echte zijn, gelijk ik? Omdat ze graag de sprint verliezen van Rudy? Osama Ivan Laden haalt nog een van zijn lepe truken uit om de sprint te winnen, maar tegen Rudy en Luc is dat onkruid niet opgewassen. We tikken af op 65 km en 27.4 per uur, en wij die gedacht hadden dat het zonder sleurbeesten zoals Danny en Bart eens een rustig ritje ging worden.

Mario.


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

 

Zondag 2 maart 2003. (Kraak Mei 2003, n° 309).

De doortocht van de Omloop het Volk heeft weer heel wat slachtoffers geëist, want we staan maar met 8 aan de start. Er zit niet teveel fut in vandaag heb ik het gedacht alhoewel we uiteindelijk de 55 km naar Wachtebeke toch nog aan 23.5 per uur afleggen, ondanks de modder en de vele regen in de 2° rithelft. 's Namiddags zullen er in Kuurne-Brussel-Kuurne maar 30 uitrijden, ge moet niet vragen wat voor hondenweer het was. Neen, Raf, anders in goeie doen, is er niet echt. Op snellen Eddy zit er niet teveel snee. Guy rijdt nog altijd maar zijn eerste jaar, maar komt toch één keer eerder het veld uit dan Ivan, die dus helemaal nergens is. 's Namiddags blijkt hij wel de hele tijd boven de pot gehangen te hebben, zowel met de voor- als de achterkant, maar welke kant het was, was soms moeilijk te zeggen, omdat het verschil bij Ivan niet altijd goed te maken valt. Luc K., zoals meerdere malen geschreven, al heel het seizoen op dreef, bakt er ook niets van nadat hij gisteravond met de KWB ploeg al 4-1 op zijn tomat gekregen had van de 10 van Lovenjoel. Alleen Danny rijdt op niveau, Karel is in goeie vorm, en ik trek mijn plan. We rijden dus naar Wachtebeke omdat Rudy en Bart daar aan het oefenen zijn om de Kalkense eer hoog te houden op de Supergem, een all round sportmeeting (survival run, kano, zwemmen, lopen, mountainbiken) die aldaar in mei plaatsvindt (Tiens, dat Ivan niet meedoet: all round). Misschien iets om met de hele KWB naar toe te gaan om te supporteren? We laten nog de precieze datum weten. Want Rudy is zich al weken aan het scherpzetten. Alleen nog water drinkt hij en dan alleen nog maar Spa Light. Hij is de oudste deelnemer, maar wil nog eens bewijzen dat die ouwe nog niet versleten is. Ze zullen het geweten hebben. Toch een beetje last van midlife crisis?? Als we ze uiteindelijk tegenkomen, zijn ze aan het oefenen aan zo een paal over een 7 meter brede beek met een touw erboven om je vast te houden – en, euh, in goed gezelschap. O.a. Danny en Karel wagen de overtocht en hoe Bart ook zwiert aan die koord, hij krijgt er hen niet af. Ja, bij de ene is het al wat duidelijker dan bij de andere dat we van apen afstammen. Als we bijna op weg zijn naar huis, denk ik van in het verslag te zullen moeten toegeven dat Danny ons geen enkele keer verkeerd gestuurd heeft, als we daar toch ongelooflijk verloren rijden zeker, en een paar keer in van die boerenwegels op onze stappen mogen terugkeren. Oef, het verslag is gered. In de terugtocht neemt Karel – zoals gezegd in vorm - de kop. Af en toe doet hij zo drie van die trage zwembewegingen met zijn linkerarm, gevolgd door drie rechts. Dat werkt nogal op de lachspieren, zodat er dat een paar synchroon met Karel beginnen mee te doen. Ge had ons moeten bezig zien: zwemmen op onze vélo. Naar 't schijnt – volgens Karel - vermindert daardoor uw hartslag elke keer met 5 slagen. Niet teveel doen dus, of ge valt dood op uwen vélo door hartstilstand. In het Vrijgeweide vertelt Danny dat hij ook eens een survival run meegedaan heeft en dat er een vrouw hem zo voorbijstak. Maar ja, zegt Danny, ze was dan ook Belgische kampioene van België. En zeg, Danny, wist je dat ze later nog Europees kampioene van Europa geworden is? Mario

 

Zondag 9 maart 2003. (Kraak Mei 2003, n° 309).

"Dit wordt mijn laatste rit", zegt Ivan, en hij voegt er aan toe: "Als ik al maar de helft zo ziek ben als verleden week, stop ik ermee." Peter, de 2 Rudy's, Guy, Marc, Karel, Dirk, Raf, Luc en uw verslaggever. Rudy heeft een volgens mij geheel nieuw tof parkoers uitgestippeld, maar hij zegt dat het de route van Lede is, al volgen we geen enkel plakkaatje. Zonder één keer te missen. Zijn ingebouwde GPS werkt nog altijd. In Ottergem, ja zoek het maar eens op de kaart, rijd ik lek, op de asfalt dan nog. In nog geen sekonde. Blijkt dat mijn buitenband kapot zit, juist tegen de velg. Alleen zoudt ge daar schoon staan blinken, in Ottergem begot. Geraakt maar thuis. Liften moet ge ook al niet doen, want geen mens die u in zijn auto wil meepakken, zwart als ge ziet (en belachelijk ook nog met zo een koersbroekpamper rond uw achterwerk en zo een geel truike van Keukens Vergeylen). En dan komt ge thuis om 3 uur in de namiddag en vraagt de vrouw: "Awel, van waar komde gij nu weer uit?". Hoort ge u al antwoorden: "Uit Ottergem, liefste vrouwke."? Neen, gelukkig zijn er twee ex-wielrenners mee. Rudy en Raf snijden mijn kapotte binnenband in triepkes en die gebruiken ze om voor het gat in de buitenband te steken. Snijden zeg ik, maar zonder mes, hoe doet ge dat? Geen nood, Raf, spant zijn remkabeltje wat op en na een paar heen en weerbewegingen is de binnenband doorgesneden. Er wordt maar anderhalve kilo druk gestoken in plaats van de normale 4, met als voordeel dat ik volgens Luc nu vering achteraan heb. Maar allez, ik kan de rit uitrijden.

In Oordegem ontdekken we nog een steil klimmetje nevens de spoorweg. Met vieren moeten ze dat natuurlijk uitproberen, maar alleen Luc rijdt boven (alleen de laatste 2 meter kantelt hij om). En Rudy, te weinig bier en te veel Spa Light? Teveel grind dat wegschuift? Oud worden? (we gaan eens wat stoken, zie). In Overschelde is er zoveel drukte dat er vier kunnen ontsnappen. Drie gingen nog wachten, maar Marc, die de kans schoon zag om eens vierde te eindigen, roept van 'Rijden, verdorie!'. Luc, Peter, Ivan en Marc zijn weg. De rest wordt dan nog eens door een auto geblokkeerd. Rudy zet alleen de achtervolging in, maar als we dan zelf ook beginnen rijden, zien we hem niet echt – zoals naar gewoonte – snel kleiner worden. En Luc en Peter – ook niet van de minsten - (van de wieltjeszuigers Ivan en Marc gaan we niet klappen) worden niet meer bijgehaald. Het gat was al te groot en de wind zat mee, zegt Rudy, met windop ging het geen waar geweest zijn. En toch, dat zijn we van onze kampioen niet gewend. Bij die 10 kilo die hij in een acute aanval van anorexie op 3 maand tijd is kwijt geraakt, zijn daar ook geen paar kilo spieren bij geweest? Mario

 

Zondag 16 maart 2003. (Kraak Mei 2003, n° 309).

Rit in Kalken ingericht door de Calkine. 50 km. Vertrek aan de Wilbra. Met 17 man, waaronder Geert die weken niet gereden heeft en Guy. Met zo een bende gaat het meestal iets rustiger, denk ik. Rudy V. rijdt met zijn broer de 25 km en dan zijn er nog enkele B-kes die ook de 25 doen. Voortdoen mannen. Een platte band voor Ivan na een paar kilometer. Even verder gebruikt Marc mij om zich te lanceren. Ik slinger een reeks verwijten naar zijn varkenskop. Zowel in het Westvlaams: 'Vull zwi' als in het Nederlands: 'Stukske modderfokker'. Als mijn stroom verwensingen ophoudt, draait Marc zich eens om en roept simpelweg: "Westvlaming!". Ja, ge zult hier als Kosovaar nog rapper integreren dan als Westvlaming, zo afgunstig dat sommigen zijn op onze vele goede kwaliteiten. Zo maakte Luc Decock (ook van ginder) het mee dat hij tegen de facteur zei: 'Ik ben van Kanegem'. Maar de facteur zei: 'Neen, IK ben Van Caneghem.' * Ik stel voor dat de West-Vlamingen in Kalken een zelfgulpgroep oprichten.

En dan is het gedaan met lachen. Want dit wordt de meest helse rit die ik totnogtoe meemaakte. Mannekes, mannekes, het hield maar niet op. OK ik reed met te dikke banden, OK ik rijd nog altijd op mijn blauw stalen ros (het wordt tijd dat ik eens een nieuwe vélo bestel bij Rudy) en OK mijn versnellingen wilden niet mee en iedere keer dat het een paar sekonden duurt vooraleer ze goed willen vallen, ben je al kostbare meters kwijt, maar ik had goeie benen, en dus vond ik van mezelf dat ik beter had moeten meekunnen. Na iedere bocht, en er zijn er honderden in zo een MTB parkoers, was het weer razendsnel optrekken om toch maar geen gat te laten vallen. Altijd maar aanklampen en aanklampen. En als het niet lukt, moogt ge vollen bak achtervolgen, en dat doet nog meer zeer, zeker met al die wind. Het komt door een vijftal freaks, en door de lente zeker. Danny, Bart, Krist, Jan en Luc konden zich niet inhouden en mieken er een lange koers van. Zonder echt te wachten als we uit het veld komen. Je moet weten dat, zelfs als iedereen even goed moest rijden, de laatste toch altijd 50 meter later uit het veld komt. Als je buiten adem op de weg komt en de eersten – die toch efkes op hun effen zijn gekomen - zijn al een eind weg, dan kun je blijven geven. Tot aan de bevoorrading, na 35 km aan de Renardeau – tiens, de eerste keer dat we geroosterde broodjes met gegrilde sausijsjes kregen op een bevoorrading – slaag ik erin om me meestal tussen derde en achtste positie te handhaven, want daar zit je dan nog best. Hoe verder je naar achteren zit, hoe slechter. Ook Marc, Ivan, Eddy en Dirk sloven zich uit om zo goed mogelijk mee te zitten. Karel moet achteraan meerijden door kettingproblemen. Als het na de bevoorrading meteen weer losbarst, hou ik het nog een kilometer of vijf uit, maar dan sta ik geparkeerd. Ik laat me uitzakken tot bij de laatste 4, waaronder Rudy die duwwerk verricht. Dan rijdt Rudy resoluut naar voren. 'Het is mij verleed', zegt hij en hij raapt de ene na de andere geloste op. Als hij bijna bij die kltzkkn (tiens, wat is dat hier? Die klnkrs marcheren hier nt mr op mijn cmputr!) vooraan komt, staan ze stil. Wachten ze dan toch eens op de rest? Neen, Bart is tegen Danny gereden die een rare maneuver deed, is uit evenwicht geraakt en Patrick Roels – Belgisch kampioen survival run van België, dus ook alweer geen gewone - die we aan de bevoorrading hadden ingehaald, is op Bart gereden, met een geschonden wezen als gevolg. Bart ziet er ook proper uit. Ja, dat komt ervan, zie je de ene en de andere denken. Maar ik ben vooral ontgoocheld in mezelf, dat ik moeten lossen heb. Er zijn er een paar die zeggen dat ze gaan stoppen omdat het niet meer te doen is. Ook Raf, maar die had wel de freaks kunnen volgen, dus waar klaagt hij over? Geert heeft in jaren niet zo afgezien, zegt hij. Maar het zal niet meer gebeuren, beloven onze freaks. Het was de lente en het was toch thuis. Mario

* Met dank aan Patrick Bogaert voor de waargebeurde anekdote.


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

Zondag 23 maart 2003: BIERbeek.

Ja ja, het was weer een sportief weekend. Vrijdagavond vogelpikavond op H.O. Kalken ter ondersteuning van de jeugd, en zondagmorgen vroeg vertrekken naar het (licht) golvend parcours in BIERbeek.

Eerst moet er vermeld worden dat dit weekend de cracks van “de bende van Rogiers” eens alle register gingen opentrekken in de Ardennen. Correctie: de cracks + Mario. Rudy R., Karel, Bart + Mario hebben ginder zo hard rondgereden dat zelfs de honden plat op hun buik gingen liggen toen ze voorbij raasden …

Ik heb rare verhalen horen vertellen over dat weekend in de Ardennen, maar ik was er niet bij dus mag er ook niets over schrijven. Misschien kan Mario er verslag over uitbrengen, maar ja naar het schijnt besefte die na een twintigtal km ook niet meer dat hij er bij was …

Nu over de rit in BIERbeek. Sommigen onder ons dachten dat ze door bijna een beek bier leeg te drinken op de vogelpikavond wel goed zouden presteren tijdens de rit in BIERbeek. Ik zal maar geen namen noemen, want het zijn altijd dezelfde… Gelukkig hadden ze (we) nog de zaterdag om op krachten te komen en op zondag om 8 uur verschenen fris en monter (?) Rudy V, Luc, Eddy, Danny, Geert, Frank, Dirk en ikzelf onder de kerktoren. De fietsen in de camionette van onze sponsor, en met een man of vijf in den auto van Danny op weg naar BIERbeek.

Goed weer, prachtig parcours, leuke rit. We kozen voor de 40 km, uitgezonderd Danny en Luc, die zijn naar het einde toe de weg ingeslagen van de 50 km. Ze probeerden mij nog te overhalen om mee te rijden, maar ik heb dat toch maar niet gedaan. Al zeg ik het zelf, ik had die dag goeie benen, zou die beek bier dan toch iets opgebracht hebben? Het enigste wat tegenviel in de rit was de slijtage aan mijn remblokjes, ik moest altijd maar remmen om de anderen te laten bijkomen. (eigenlijk is dat geen waar, maar ik moest iets kunnen zeggen over remblokjes, zie verder).

Ah ja, nu ik het over remblokjes heb … Mario heeft uiteindelijk zijn nieuwe fiets. Ik heb me laten vertellen dat hij zijn West-Vlaamse “spaarzaamheid” weer niet heeft kunnen onderdrukken. Hij heeft namelijk 1 remblokje links vooraan en 1 remblokje rechts achteraan laten monteren, hij zal dus steeds voor en achterrem tegelijk moeten gebruiken anders “trekt hij scheef”. Als dat maar goed komt … maar ja als ge daar altijd vanachter aan de rekker, hangt moet ge nog niet te veel remmen, hé Mario.

Over de rit in BIERbeek is er eigenlijk maar één voorval te onthouden. Ongeveer halfweg van de rit wordt er plots in de remmen gegaan. Danny heeft het wat laat opgemerkt, slaat de remmen dicht (vooral die vooraan) met als gevolg dat ik plots zijn achterwiel zie verschijnen ter hoogte van mijn voorhoofd. Geen ontwijken meer aan, valpartij tot gevolg. Mijn stuur zat zo goed in Danny zijn achterwiel gewrongen dat het toch wel 5 minuten geduurd heeft vooraleer ieder zijn eigen fiets terug had. De meeste onder ons hadden van dit oponthoud gebruik gemaakt om, zoals ze in Kalken zeggen, hun water eens te maken.

Opeens komt daar een pracht van een mountainbikester voorbijgereden, en is er toch wel één van ons (ik weet niet goed meer wie) die resoluut de achtervolging inzet zeker. De helft van de groep stond nog in het struikgewas zijn ding te doen… of te zoeken … Ik heb ze nog nooit zo rap op een fiets zien springen. Gelukkig zitten er geen ritsen in die koersbroeken…

Aangezien Danny en Luc de 50 km reden, moesten wij op hen wachten aan de aankomst. Wij van de nood een deugd gemaakt en op zoek naar een terrasje voor iets fris te drinken. Komen we daar voorbij een terrasje gewandeld waar de bazin de stoelen aan het afwassen is. We willen ons daar neervlijen, maar krijgen te horen dat het café nog niet open is … Die kent ons dus duidelijk niet, want met ons vijven zouden we heel haar zondag goed gemaakt hebben.

 

Nog één ding moet ik vermelden. Alhoewel het vlot ging voor mij heb ik toch krampen gehad, en wel in het naar huis rijden. Ik zat namelijk vooraan in de auto bij Danny en kreeg kramp in mijn been van mee te zitten remmen, en in mijn nek van opzij te kijken (ik durfde niet voor mij uit kijken). Ik wist dat het gene gewonen was om met de fiets te rijden, maar met den auto … ja man. Uw interim-verslaggever Marc

 

Zondag 30 maart 2003. Amaai da piekt, ‘k zou zelfs zeggen da’t neig piekt. Gisteravond naar ’t vampierenbal (souper van de bloedgevers ) geweest. Een uur minder geslapen wegens de overgang naar het zomeruur, en dan nog eens een uur vroeger opstaan wegens vervroegd vertrek voor een verre verplaatsing. Met andere woorden, mee moeite mijn bed gezien. Toch 11 moedigen aan de kerk voor een specialken, een MTB-rit in Overijse. Rudy V., Danny, Guy, Geert, Karel, Marc, Bart, Dirk VDV, Eddy, en Rudy en Ivan R.

Aan de inschrijving worden gratis stalen sportvitaminen uitgedeeld, hopelijk geen voorteken voor wat ons te wachten staat. Al onmiddellijk na de start, een nijdig klimmetje waar velen op moeten passen. Door de vele deelnemers is het aan moeilijke doorgangen als deze aangeraden uw beurt af te wachten om niet gehinderd te worden door anderen. Wanneer ik mij op gang trek, zie ik dat Rudy ook aanzet. De een wacht niet voor de ander, en bijna boven rijdt hij mij kloef in de kant. ’t Is van uw broer dat ge ’t moet hebben. Guy, een echte natuurliefhebber geniet met volle teugen van de prachtige omgeving, kijkt naar de vogeltjes, de bloemetjes, de beestjes,… , en vergeet zo nu en dan eens op de trappers te duwen. Als de anderen er net dan een serieuze lap op geven, moet er na de inspanning een hele tijd gewacht worden. Rudy V. krijgt er de krampen van, en vreest nog te moeten euh…… moeten. Groot probleem, want wie neemt er nu WC-papier mee om te gaan mountain-biken. Gelukkig blijkt het loos alarm, want anders liep er nu ergens een stinkend eekhoorntje rond in het Zoniënwoud. Naar het eind van de rit toe, vindt Marc het moment rijp om alle reserves nog eens aan te spreken. Hij neem resoluut de kop en slaat zowaar een kloofje. Spijtig genoeg waren de reserves kleiner dan verwacht, en al snel komt hij zichzelf een paar keer tegen. Normaal, rij je dan een tijdje rustig verder om wat te bekomen, maar nee. Als Marc zichzelf tegenkomt, stapt hij af, en houdt hij zichzelf wat gezelschap. Voor de rest, prachtig parcours, steile en lange beklimmingen, spectaculaire afdalingen en weinig of geen baan. Meer moet dat niet zijn.

Nog een kleine bemerking bij mezelf. Ik laat er mijn nachtrust al voor. Een rustige zondag-voormiddag, dat is ook al een tijdje geleden. Tijdens de rit zelf zitten afzien gelijk de beesten. En nadien, tijdens de après-bike, vaststellen dat ik er echt van genoten heb!!!!

Gelieve mij een seintje te geven als ik even zot ben als de rest van de bende.

Ivan.

 

Tuut!

 

Zaterdag, 5 april 2003. De Ronde van Vlaanderen, voor MTB, 75 km. Met de camionette van Rudy en met Danny's auto rijden we met 7 naar Ninove, langs de binnenwegels om de files te vermijden. Terreinkennis komt van pas, ook met de wagen. Uiteindelijk zullen er meer dan 15000 wielerfanaten, waarvan een kleine 2000 mountainbikers rondrijden. Rudy R., Karel, Danny, Dirk VDV, Bart en Luc. En ochgottekes, den dezen mag ook proberen meerijden. Marc ging ook meedoen, maar moest ziek te bed blijven. Vogelpest. Dat komt ervan als ge een kieken zijt.

De eerste 5 kilometer gaat het zodanig hard dat ik denk van aan de 25 af te slaan. Bart en Danny kunnen zich weer niet houden. Dan mildert het enigszins en kom ik er enigszins door. Wat Marc ook moge beweren, ik trek mijn plan met dit elite-groepje, zoals ik ook in de Ardennen (op zaterdag, na 75 km over berg en dal om 11 uur in ons beddeke om de zondag nog 70 km te doen, dus wat is dat van die verhalen?) niet echt tot last was – ook dankzij mijn nieuw velooke.

We steken niemand voorbij: we vliegen ze voorbij. Wat voor zotten zijn wij toch? Ik herinner me niets meer van de wegels of het landschap. Toch spijtig, niet? Na de 2° bevoorrading wordt Rudy gelijk gewaar dat zijn achterwiel kromtrekt. Na wat gefoefel en nog eens proberen, wordt het duidelijk. Aan het achterwiel is er niets maar zijn kader is – na 12 jaar - gebroken. Voorzichtigjes over gewone baan van Geraardsbergen naar Ninove is de opdracht. Onderweg pikt hij nog een nieuwe kader op en rijdt zo naar de camionette. De andere zes verteren zonder moeite de Muur en de Bosberg, wat van vele wielerterroristen niet kan gezegd worden: uitgeteld bij bosjes liggen ze her en der verspreid. Maar we moeten eerlijk blijven: met een more-vélo verteer je die kasseibeklimmingen beter door de bredere banden en de kleinere vitesse.

En dan is het weer zover. Een paar kilometer voorbij de Bosberg een slag in naar links. Ik zit links achter Karel zijn achterwiel en voor Dirk en Luc. In het midden van de wegel ligt er een hoge richel, zoals we er al duizenden zijn overgereden. Maar we rijden er schuin en aan hoge snelheid naartoe en ik moet hem schuin pakken – een beetje gelijk Bart borduren oprijdt. Ik zie het gebeuren, maar er is geen ontkomen aan. Een kwak op mijn rechterschouder en dan nog eens keihard met mijn koppeke tegen de grond. Wat een geluk van mijn helmpje of ik was binnen Oosten, euh ... buiten Westen, geweest. Maar ik weet meteen hoe laat het is. De volgende 5 minuten lig ik te kermen van het zeer aan mijn hele rechterkant. Nog nooit zoveel zeer gehad in mijn leven. Voor de vrouwen die altijd beweren dat mannen klein zeerkes zijn: het deed zoveel pijn als 5 bevallingen terzelfdertijd. Zo pijn dat het deed! Het deed zo zeer dat ik het zelfs Marc niet toewens. Pijner kan dus niet. De Ronde zit er op voor mij, en voor Karel die zich opoffert om bij me te blijven in afwachting dat Rudy ons komt oppikken met de camionette. Weten dat het gedaan is met de leute en dat er de komende uren en weken alleen miserie en pijn in het vooruitzicht liggen, plezierig is anders. En zoveel werk op het werk en thuis en niet meer kunnen sporten, wat heb ik toch weer pech. Enzovoort. Gelukkig soigneren mijn 6 companen me opperbest.

Maar wat klaag ik. Het grote slachtoffer van dit malheur is natuurlijk uzelf, beste lezer: lange tijden staan u te wachten met verslagjes van Marc of Ivan - de cholera of de pest, aan u de keus. Ik wens U veel sterkte. Mario

En zie: de miserie begint al vanaf de volgende bladzij.

 

Paaszondag, 20 april 2003. De aangekondigde precisie-bombardementen van vannacht, hebben voor een magere opkomst gezorgd. Slechts 7 dapperen durven de eier-droppingen trotseren. Geert B, Dirk H, Dirk VDV, Marc R, Frank A, Rudy DC, en ikzelf. Gelukkig stellen wij vast, dat er geen rondvliegende klokken meer te bespeuren zijn. Waarschijnlijk zijn ze vannacht al gepasseerd, zonder dat iemand ook maar iets gehoord of gezien heeft. Blijkbaar beschikken zij al jaren over stealth-tochnologie.

Zonder gids erbij, besluiten we het zekere voor het onzekere te nemen, en de bewegwijzerde rode en blauwe toer van Kalken, Laarne en omliggende te volgen.

Bij het indraaien van de veldweg naar de sporthal toe, wil Marc de benen een testen, en plaatst een versnelling. Terwijl iedereen stopt bij Frank, die met materiaalpech aan de kant staat, slaat Marc algauw een kloof van enkele minuten. Goed zo Marc.

Bij Frank blijkt een schakel van zijn ketting losgekomen, en nu fietsdokter Rudy er niet bij is, vreest hij de strijd te moeten staken. Maar een simpel rekensommetje leert ons dat ½ DC Rudy + ½ Rogiers I. ook voor een volledige mechanieker telt, en bijgevolg is de panne snel hersteld. Even verder, bij een hobbelig stuk in Prullenbos, gaat Marc met een (Paas)haas-sprong tegen de vlakte. We vragen of hij misschien een verloren gelegd Paasei had opgemerkt, of hij een (Paas)hazenslaapje wil maken, maar hij is achter nen draad blijven hangen. Geert B is ook sterk aan het rijden, en is bijna niet te houden. Maar wat wil je, hij is net terug van hoogtestage in Houfalise. Marc is, naar het schijnt, ook op hoogtestage geweest. Hij heeft gisteren zijn dakgoten uitgekuist. Misschien dat hij daardoor nog een beetje ijl in het hoofd is, en die draad van daarnet niet gezien had.

Dan rest ons nu, sorry Mario, enkel nog het spurtverslag. Hoewel ik er gisteravond nog een spurtje uitperste van meer dan 100 km/uur (op de spinner van Rudy R.) haalde ik nu met moeite de helft (53.1), maar dat bleek toch voldoende, aangezien de anderen zich netjes aan de snelheidsbeperking van 50km/u hielden.

Mario, ik begin u nu toch echt te missen, want nu jij er niet bij bent, moet ik altijd op Marc zijn kap zitten, en ik vind dat nochtans een goede gast. En ik krijg de indruk dat hij de laatste tijd al een beetje vies naar mij begint te kijken. Kom maar snel weer terug. Misschien wel tot zondag. Verslaggever Cholera (Ivan).

 

Zie foto: zijn naam is haas

 

 


Zondag 4 mei 2003. Ondanks helse pijnen verschijn ik terug aan de start. Een echte KWB-er zijnde, ben ik opofferingsgezind. Kwestie van de lezers van Kraak weer deftige verslagskes te bezorgen. Met 9 aan de start: Dirk, Bjorn, Rudy V., Luc, Rudy, Ivan, Danny de reisleider, Guy, en uw deels herstelde verslaggever, die op het einde van de rit gewoon slaggever zou worden. 65 km naar Holland op aan 26 per uur. Schoon weer, droge en niet stoffige veldwegen en zuivere lucht, dankzij de regentjes van verleden week. Een prachtrit, dankzij Danny, en ene Albert, ons onbekend maar volgens Danny een topatleet van 67 jaar oud. Albert reed niet mee, want hij moest zijn duiven melken, maar het was wel zijn parcours dat we reden, op aangeven van Danny. Danny, ik zou zeggen: sjapoo jongen. Een helemaal nieuwe rit (tot op de Hollandse grens in Overslag), verschrikkelijk ingewikkeld en maar 1 keer verkeerd gereden. Natuurlijk was er de GPS op zijn Danny's: de GSM die een paar keer bovengehaald werd om aan Albert de weg te vragen. 'Albert jongen, wij zitten hier tussen bomen links en bomen rechts, waar moeten wij naartoe? De derde boom, vierde tak rechts en het daar nog eens vragen? OK. Bedankt Albert, tot straks'. En we waren weer weg. Voorwaar, zeer schoon daar, tegen de Hollandse grens.

Op de terugweg, als we alweer Wachtebeke gepasseerd zijn, is Rudy de enige die een lang stuk veldweg pakt. De rest rijdt op een parallel betonbaantje. Geven wat we kunnen, windop, maar denk niet dat we Rudy voorbijsteken. Ja, die staat scherp. Supergem komt dichterbij. En als we weer samen zijn, verwijt hij ons nog eens allemaal voor mietjes ook. De blaas.

Het mag gezegd, de vier weken gedwongen rust hebben me deugd gedaan. Ik ben in gloeiende form, ik verschiet er zelf van. Als we tussen Oudenbos en keukens Cailliet, nota bene op het schoonste stuk fietspad van Kalken en omstreken, in gesloten formatie rijden, Danny en ik op kop, begint mijn achterwiel plots te rammelen. Het is Ivan die er wat door zit en daardoor niet goed oplet als Danny en ik op aanvraag wat trager gaan rijden en zo met zijn voorwiel in mijn achterwiel geraakt. Zo een kans laat ik niet liggen en ik geef er nog een kwak bij met mijn achterwiel, en ja hoor, daar gaat Ivan tegen de vlakte. Gelukkig is hij een van de 4 die een helm op heeft: zijn helm is op twee plaatsen gekraakt. Zonder helm zou het zijn koppeke geweest zijn, en dat ziet er zo al niet uit. Ge ziet maar, zelfs op de ogenschijnlijk meest veilige plaatsen kan het gebeuren. Ivan zit groggy met zijn achterwerk tegen een haag bij te komen. Voorbijgangers denken dat hij daar iets zit te doen wat ge normaal op een WC doet en met WC-papier in de buurt. Dezelfde voorbijgangers zijn voorzeker nog meer verbaasd dat we daar dan nog met 8 staan op te kijken ook. Ivan komt ervan af met wat kasseibrand en is gelukkig bijna bij het vrouwke. Leve de helm. De sprint wordt verknald door de rode lichten aan de Kruisen. Mario, de Ivanslaggever.

 

Zondag, 11 mei 2003. Jongens, jongens, jongens, dat is hier bijna nie meer te doen voor ne normalen mens. De rit gaat richting Waasmunster, en de eerste 20 kilometer worden afgevlamd aan een gemiddelde snelheid van 30.4 km/uur. Eigenlijk is dat voor mij 5 km/uur te rap, en bijgevolg heb ik al één keer in het rood gezeten. Namelijk van aan het begin tot nu. Geert B. zit ook te grollen, dat hij geen goede benen heeft, maar rijdt wel gewoon mee met de bende. Misschien kan hij het goed verbergen als hij afziet. De anderen, Danny F., Marc R., Bjorn V., Karel V. en Rudy R., hebben er duidelijk zin in, en vinden het nodig nog een tandje bij te steken als er al nen anderen zot aan kop zit te sleuren tegen 35 à 40 km/u. En omdat we maar met z’n zevenen zijn, is er niet zoveel plaats om u weg te steken. De vele Kommuniefeesten, en andere (Moederdag ) verplichtingen zijn waarschijnlijk de verklaring voor de lage opkomst. Mijn goede vriend Mario, kon er ook niet bij zijn, wegens verplichtingen in het buitenland. Neenee, niet in Poperinge dit keer. Hij was, volgens Rudy, in Georgië op zoek naar vier Russen (of waren het virussen). Ik had, zoals reeds gezegd, ook met ferme beesten af te rekenen, en waar ik anders Rudy kwistig duwtjes in de rug zie uitdelen aan noodlijdenden, laat hij mij op het gemak verder spartelen. Aan dooddoeners zoals “als g’er niet van sterft, wordt g’er sterker van” had ik op die momenten echter weinig boodschap. In een van de Waasmunsterse bossen, waarin wij ondertussen bijna blindelings onze weg vinden, gaat Karel ineens rechtsaf, waar wij anders rechtdoor gaan. Hij weet nog een spectaculair cross-pisteken liggen, welke de moeite waard is. En inderdaad, na enkele rondjes bergop en bergaf, met veel draaien en keren is iedereen bijna zot gedraaid. Vooral Danny, die vindt het nodig nog eens aan te tonen, dat wij, maar zeker hij, afstammen van de apen, en gaat nog wat in de bomen slingeren. Hij trekt zich met beide armen, met fiets en al omhoog aan een overhangende tak. Maar terwijl hij daar hangt te bengelen, klikken zijn schoenen los van zijn pedalen, waardoor eerst zijn fiets, en dan hijzelf uit de boom valt. Ja, ne mens kan zo nog als eens iets zien, de zondagvoormiddag. De eerste die zijn video-camera meepakt en een reportage maakt van de rit, valt gegarandeerd in de prijzen bij video-dingens, zekers als Danny er bij is. De rest van de rit verloopt zonder noemenswaardige feiten, ware het niet, dat in de beruchte “zandbak” zelfs Rudy even voet aan grond moet zetten. De anderen stappen ofwel op voorhand af, of gaan er bij liggen.

Voor een verslag van de eindspurt zat ik in ideale positie. Als laatste van de bende kon ik perfect zien wat er voor mij gebeurde. Bij het aansnijden van het laatste lastige stuk (aan de atletiekpiste in Overmere) zet Rudy zich recht, en wanneer ik de volgende keer mijn ogen nog eens opentrek, zie ik hem al een paar bochten verder stuiven. Bjorn is de enige die nog enkele meters kan aanklampen. Ik besluit wijselijk de laatste kilometers af te leggen op mijn eigen tempo (net niet stilstaan), en kom dan ook met een serieuze achterstand binnen. Ik geloof zelfs dat de drank van de anderen al op tafel stond, dus het moet een tijdje geduurd hebben. Ivan.

 

Zondag 25 mei 2003. Een miezerige motregen, en een te frisse wind voor de tijd van het jaar, maken het weinig aantrekkelijk om op de fiets te springen en een paar uurtjes alles te gaan geven. Maar aangezien ik vorige week al een snipperdagje nam, wilde ik nu niet passen, kwestie van de “forme” toch een beetje te onderhouden. En na vele weken van intense trainingen en sportdiëten heeft Rudy eindelijk zijnen “forme” kunnen bewijzen. Samen met de SUPERGEM-ploeg van Laarne-Kalken, waar ook Bart V.H. en Frank A. toe behoorden, behaalden zij een knappe 5e plaats op 16 deelnemende ploegen. Waarvoor mijn welgemeende felicitaties.

Slechts met z’n zevenen aan de start voor een internationale rit. De grote prijs Danny Fack, ook wel Wachtebeke-2 genoemd, brengt ons tot net over de Nederlandse grens. De 2 slimste van de bende, Eddy T. en Rudy D.C. zien een buitenlandse uitstap niet zitten, en besluiten een ander parcours te volgen, en een normaal tempo te rijden. Rest nog 5 man sterk, waaronder 2 compleet maffe, Rudy R. en Danny F., 1 halve maf, Luc K., Jan W., die het nog niet weet, en een sukkelaar, ikzelf. Waar 2 weken geleden de gemiddelde snelheid na de eerste 20 km nog 30.4/uur was, wordt deze nu vlotjes naar 32 getrokken. We zijn goe bezig, ook al zeggen ze van niet. Eenmaal in de Wachtebeekse bossen aangekomen zet Danny zich op kop, om de te volgen route aan te geven. Het is altijd spannend als Danny op kop rijdt. Je weet nooit wanneer hij links of rechts afslaat (hij zelf trouwens ook niet), en bijgevolg is het beter een gaatje te laten om tijdig te kunnen stoppen als hij weer eens vol in de remmen moet, omdat hij een afslag gemist heeft. Maar het moet gezegd worden, schoon parcours, weinig verkeerd gereden, en Albert niet moeten bellen. Toch verdenk ik Danny ervan wegelkes te gebruiken welke op de meest gedetailleerde stafkaarten ontbreken. Wanneer we na weer zo’n “wegelken”, overwoekerd door distels en brandnetels van meer dan een meter opnieuw de weg opkomen staat Rudy nog aan zijn benen te krabben. Jawadde, losdoor mijn lange broek getengeld, zegt hij. Gelukkig hadden Jan en ik daar geen last van. Echte venten rijden in korte broek. Waar echte venten wel last van hebben (ik toch) is, ook al rij je de eerste 60 km nog zo goed, de laatste 20 waren er te veel aan. Op een laatste vuile kasseistrook, met aan beide kanten een nog vuilere betonstrook, moet ik door krampen het gat laten vallen. Ik doe teken aan dienen anderen vent om over te nemen, maar zijn beste pijlen lijken ook al verschoten. Toch halen we moe maar voldaan het einde. Hetgeen ons naadloos overbrengt naar het verslag van…

 

Zondag 1 juni 2003. Wie vandaag het einde niet haalde was onze sterreporter, Mario. Het zag er nochtans veelbelovend uit. Prachtig weer, en met 18 man aan de start, dus, in tegenstelling met vorige week, veel ruggen om u achter weg te steken. We vertrekken naar de ingerichte tocht van de Ledespurters uit Lokeren in Oudenbos. Begrijpe wie kan. We rijden op ’t gemaksken naar de start, zodanig dat we de tijd hebben om eens te kijken wie er allemaal bij zit in die grote bende, maar aangezien het aantal bladzijden van de kraak beperkt is, ga ik ze niet allemaal opnoemen. Eens aan de toer begonnen gaat het iets sneller, en we leggen ons in de bochten. Guy neemt die zegswijze iets te letterlijk, een gaat in een van de eerste bochten al onderuit. Naar ’t schijnt moet eerst al het lomp vel van armen en benen, voordat ge goed met de vélo kunt rijden. Doe zo voort Guy, ge komt er wel. Als ik na een tijdje eens rond kijk waar iedereen zit, stel ik tot mijn verbazing vast dat mijn goede vriend Mario er niet meer bij is. Wanneer ik bij Rudy ga vragen waar hij zit, zegt die mij dat hij al na enkele kilometers had moeten lossen Het ging voor geen meter, pap in de benen, zo slap als een vod, enzovoort. Waarschijnlijk was zijn werkuitstap naar Geörgie van enkele weken geleden goed geslaagd, en had hij ginds enkele virussen gevonden. Of hadden de virussen hem gevonden? Nee, serieus nu. Eigenlijk was het Mario zijn eigen schuld. Deze morgen op de radio hoorde ik nog de waarschuwing dat door het warme weer de ozondrempel zou overschreden worden, en dat het raadzaam was voor zwakken en bejaarden, geen zware inspanningen te doen. En dan meevlammen met de bende van, dat is natuurlijk om moeilijkheden vragen. Verder verloopt de rit zonder noemenswaardige incidenten, ware het niet dat ondanks de honderden wegwijzertjes, Bart er toch nog in slaagt, een verkeerde weg in te slaan. Of zijn we dit nu al zodanig gewoon dat het ook niet meer het vermelden waard is. Uw verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.

 

Zondag, 1 juni 2003. Ingerichte rit van de Ledecrossers van Oudenbos. Met een man of 18. Na 10 km zijn mijn benen en de hitte zo zwaar, en mijn keel zo droog, dat ik al weet dat ik dit niet ga uitrijden. Als enige. Tamelijk affrontelijk als een zogezegde B (Rudy Declerck) wel makkelijk meerijdt. Guy heeft er ook geen problemen mee. Ook Geert rijdt uit, na lange afwezigheid, maar bekoopt het met uitputtingsverschijnselen die de rest van zijn zondag om zeep helpen. Raf treedt herop na knie-operatie en verbaast iedereen door zijn vorm. Niet te kraken, die ouwe.

Ik weet eigenlijk niet wat die allemaal zo plezant vinden aan mountainbiken. Ik vind er niets aan. Mario. En beste Ivan, beste vriend, zoudt ge eens willen ophouden met mij uw goede vriend te noemen, als het toch maar is om me daarna door het slijk te halen.


Zondag 8 juni 2003. Met 19 in het zonneke aan de kerk. Elke echte man mag, op vaderkesdag. Rijden met de bergvélo, bedoel ik dus. Alleen Karel is er niet bij. Alleen elke echte man, zei ik toch. Eddy, Rudy Declerck, Geert en Frank voelen zich vandaag Bee en rijden met ons niet mee. Eer we aan Wetteren brug zijn keren Dirk H. en Luc rechtsomkeert, want het ziet er intussen zo zwart uit en er komt zoveel wind op dat de resterende 13 (Rudy R., Ivan R., Rudy V., Dirk VDV, Bjorn V., Guy R., Danny F., Tim R., Bart V., Marc R. (na 4 weken), Raf V., Jan W. en ondergetekende) een gewisse douche tegemoet rijden. Guy rijdt tegen dan al eens plat. In Oordegem staat Bjorn plat, net als er daar een kwartier durende wolkbreuk losbreekt. Iedereen doorweekt, zeker omdat er maar 3 zijn die hun regenvestje meehebben. Danny kan zijn lol niet op wijl hij Bjorns band stopt in de gietende regen. We besluiten dan maar een wegrit te doen, uitgestippeld door Danny. Aaigem, Haaltert, Mere, Nieuwerkerke bij Aalst, Erembodegem, Ottergem, ik weet niet waar we allemaal gezeten hebben. Aaigem is prachtig! Op een natte rotonde hoor ik slippen en het volgend moment komt er een helmpje met kop in en lijf aan naar mijn pedalen toegegleden. Dat de betreffende persoon zich misschien zeer zal doen aan mijn pedalen kan me in die fractie van een seconde dat het allemaal gebeurt niet schelen. Maar als hij mijn pedalen raakt, ga ik ook onderuit en dat is het enige waar ik mee inzit. Het is weeral Guy, die de rit zal uitrijden, maar serieus last aan de heup ervan overhoudt. Gelukkig slipt hij niet ver genoeg en blijf ik recht.

Danny kent goed zijn weg, tot we plots midden een bietenveld geparkeerd staan. 'Oei, dat is hier niet just', besluit Danny. Ja, soms is hij toch rap van begrip, die jongen. We ploeteren allemaal verder. Onze velo's die proper gewassen waren, zijn meteen weer smerig. Als Danny en ik als eersten uit het veld komen en de rest zien komen afploeteren, stelt Danny vast: "Oei, er gaan er hier een paar vies zijn op mij." Niet aantrekken, jong, vies zijn ze toch al. Bjorn slaagt er dan nog in zijn tweede platte band van de dag in dat veld op te doen. Terwijl Rudy de band stopt, is Danny zo vriendelijk mijn voorwiel proper te plassen. Neen, Danny, mijn zadel moet ge niet doen. En in mijn drinkpulleke zit ook nog genoeg.

Nog zeggen dat Marc in vorm was. Marc heeft als voordeel dat hij evenveel spieren heeft als hersenen. Een nadeel is dan weer dat hij niet veel spieren heeft.

In het weike zitten we in de garage. Overal waar we zitten, vormen zich plassen. Als Ivan rechtstaat om naar huis te gaan, nijpt hij nog eens zijn billen tegeneen. Wat daar nog uitkomt van nattigheid! We hebben de pompiers moeten bellen om de kelder van het Weike uit te pompen. Daar moet ge wel Ivan zijn billen voor hebben natuurlijk. Mario

 

Zaterdag 14 juni 2003. Regio-Tour, 100 km Vlaamse Ardennen, maar het waren er 110. Rudy, Rudy, Bart, Eddy, Marc, Ivan, Mario, Jan, Bjorn, Patrick Roels, Dirk VDV + vriend, Karel: nieuwe remblokjes + handschoenen voor Nele (omdat ze altijd zijn velo kuist, en assortie met haar nieuwe koersbroek). Marc ziet weer een molshoop en stapt uit wanhoop af. Van miserie zet hij zich met zijn ellebogen op de baar van zijn vélo en steekt zijn nat achterwerk nogal ver uit. Bam, tegen een elektriekdraad. Er zat snok op. Ik heb daarna Marc nog nooit zo rap omhoog zien rijden. In snokskes. Marc is een typische all-round renner. Niet alleen letterlijk (dus qua figuur … of is dat dan toch figuurlijk?), maar ook als renner. Hij kan een beetje van alles, behalve bergop, vals plat, gewoon plat, bergaf en sprinten. En ook in het veld is ie een ietsie minder.

Dan vraagt Nele: "Karel, waar zat gij weeral zolang?" En dan antwoordt Karel: "Ik moest eerst de rest naar huis rijden, schatje, en nieuwe freinblokskes laten steken."

 

Zondag 15 juni 2003. Familiefietstocht. Met 9 maar: de vrouwkes van Dirk, Geert, Frank en Karel. Examens voor de kinderen, nogal nat parkoers en de meeste mannen zagen het na gisteren niet meer zitten. Nele heeft een nieuwe koersbroek speciaal voor de gelegenheid gekregen. Allez, van horen zeggen.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

 

Zondag 7 september 2003. Start van het vijfde KWB Kalken mountainbike seizoen in mineur, want we staan maar met 7 aan de kerk. Kamikaze Karel is nog steeds aan het bekomen van zijn holderdebolder avonturen met een konijnenpijp tijdens het MTB-weekend in Lanaken. We zullen zijn vleermuizenduiken nog even moeten missen, maar het komt allemaal goed. De eerste keer dat hij van Nele weer de baan op mocht, met haar fietske om boodschappen te doen, had hij warempel al een wielertoerist te stekken. Onverbeterlijk die jongen. Dolle Danny, iele Ivan, eikele Eddy, sponsor ranzige Rudy, maffe Marc en de huftige Hanselaer brothers hadden zich zo goed geamuseerd op Rimpelrock dat ze vandaag ook naar Werchter Classic getrokken waren, want Clouseau kwam. Bart, die maanden terug zijn vélo dubbel heeft gereden in een loodzware wedstrijd in de Ardennen (heeft die jongen eigenlijk al eens iets uitgereden??), waar Rudy Rogiers in de top 20 eindigde, heeft zijn nieuwe vélo van Decathlon nog altijd niet. Bart, had ge die nu eens bij Rudy besteld, gelijk ik, dan had ge die al lang gehad, jongen.

Met 7 dus, waarvan Geert Bracke en Rudy Declerck dan nog zeggen dat ze alleen gaan rijden, de lafaards. Want zie, deze ouwe flurk blijft over met Rudy (meer moet ik niet zeggen) en met drie goed getrainde, wel gesoigneerde, slecht gecoiffeerde, jonge atleten en freaks: Luc Krick, Jan Willems en Tim Raman. Het zijde gij die een dommerik zijt, zegt Geert, maar ja, wat wilt ge, ge kunt niet alles hebben. Daar gaan we dan naar St. Lievens Houtem. Rudy rijdt zodanig hard op kop dat de andere 4 een paar keer in groep moeten lossen. 58 km aan liefst 28.3 per uur, daar kan de rest die er niet bij was een punt aan zuigen voor de rest van het seizoen, want St. Lievens Houtem is ook nog eens ander kaliber dan Wachtebeke, hé mannekes. 't Is te zeggen: Rudy rijdt zo hard en wij steken ons zo goed weg als we kunnen en proberen, goed uit de wind, aan te klampen. In het terugkeren, tussen Oordegem en Wetteren, gaat hij niet onder de 36, wind of geen wind. Ja, het is natuurlijk gemakkelijk als ge als brommerke met ingebouwde GPS geboren zijt. Als ik even mijn kop uitsteek, awel om over Rudy zijn schouder eens vooruit te kijken hé - waarvoor anders?, vliegt hij er bijna af door een muur van tegenwind. 's Namiddags wordt Filip Meirhaeghe wereldkampioen MTB in Lugano. Ik zeg dat hij sjans had dat Rudy s' morgens in St. Lievens Houtem moest rijden met 3 freaks en een domme onnozelaar, of het ging geen waar geweest zijn. Dat ik het zeg. Dat het geen waar ging geweest zijn. Mario

Euh, is het u ook opgevallen hoe ik bij gebrek aan iele Ivan, maffe Marc en dolle Danny, dan maar mezelf begin uit te schelden?

 

Zondag 14 september 2003. Weeral schoon weer. Is het al anders geweest vandejaar? Met 10 aan de kerk, maar 3 broekschijters, de genaamden Marc Roelandt (slekkevet – hij zegt het zelf), Eddy Troch en Rudy Declerck – om ze eens bij naam te noemen zie, durven niet mee met de echte mountainbikers. Zo zal het wel niet gaan, want zonder bovengenoemde slappelingen geeft Rudy volle gas en is het weer gelijk verleden week: pompen of verzuipen. Ivan en ik zijn de enige normale stervelingen in het gezelschap van 7 dat naar Wachtebeke trekt, voorzover men Ivan als normaal kan beschouwen natuurlijk. Bart heeft zijn papa meegebracht, voor de eerste keer. We weten allemaal dat Ronny geen gewone is en dat hij niet gaat meedoen als hij niet goed getraind staat, maar zijn prestatie voor zijn eerste deelname is toch indrukwekkend. Luc en Jan zijn ook twee freaks en atleten, dus Ivan en ik waren in goed gezelschap om af te zien. In het domein van Wachtebeke gaat het zodanig rap dat er geen tijd is om de putten en wortels echt goed te ontwijken. Ik zie het aankomen en ja, daar ga ik, mijn velooke al wat vooruit glijdend en ik schuif mee over het korte natte gras. Een pracht van een meterslange sliding, zodat Luc vindt dat ik toch weer zou moeten gaan voetballen. Ook Ronny ligt nog eens te spartelen. Bart verliest de sprint aan 54.5 per uur, omdat er iemand is die 55 rijdt. En ik heb me weer eens halfdood gereden. Mario

 

Zondag 12 oktober 2003. ’t Is friskes. De buitenthermometer blijft steken op 2 graadjes, en dat is nie veel. Maar goedgemutst, en met de lange broek aan, vertrek ik richting Portugiezenstraat om Rudy op te halen. Hij staat ons al op te wachten, maar als ik hem vraag waarom hij zijn koerskostuum nog niet aan heeft, antwoordt hij iets in de zin van “ Hoest, kuch, reutel, rochel”. Vrij vertaalt betekent dit zoveel als, “ Ik rij vandaag nie mee, ‘k ben wa ziekskes “. Wees maar gerust dat hij zo ziek als nen hond was, anders mist hij voor geen geld van de wereld zijn zondags uitstapje. Op het kerkplein aangekomen, staan de tafels en stoelen al klaar. Dit blijkt echter niet voor ons te zijn, maar voor “den boerenmarkt“. Maar aangezien de toog nog niet geopend is, vertrekken we toch maar naar de ingerichtte tocht van De Ledespurters in Oudenbos. We zijn met 15 vandaag, dus gaat het rapper de afwezigen op te noemen. Rudy R. en Marc R. (ten gevolge van de aprês-KWB-Quiz, waar zij hun zoveelste overwinning – proficiat - iets te uitbundig vierden), Mario (wegens meevieren, zie vorige), Luc ( knie-), en Raf (rugproblemen). Voor de rest is iedereen op het appél, ook Rudy V. en de Don Quichoté van wijk Hussevelde, Karel V., die na lange afwezigheid rentree maakten. Karel na zijn tuimelperte in Lanaken, en nekoperatie nadien, en Rudy na vele weken rugpijn (je wordt ouder pappa, geef het maar toe). Maar het moet gezegd, ze trokken allebei goed hun plan, zeker Karel, die het zelfs af en toe niet kon laten de kop te nemen. Hij vond zelfs dat hij na zijn operatie beter rijdt dan voorheen, en raad zo’n operatie dan ook aan iedereen aan. Dank U. Ondertussen is de zon al van de partij, en is het schitterend fietsweer. Het parcours ligt er grotendeels droog en goed berijdbaar bij, maar op het eerste modderstuk gaat Dirk H. sierlijk onderuit. Zonder erg gelukkig, maar zijn truiken zal toch wel in den Bio-Tex mogen. Ter aanvulling van de Kalkense gezegden vooraan in dit blad, “Als een varken moore zie, gaat hij er in liggen rollen “, is misschien geen gezegde, maar het klinkt toch goe. Bij de bevoorrading merkt Rudy D.C. zijn broer Ronny op, en een derde MTB-broederpaar is een feit. Den hoop is vergroot, maar …. Naar het einde van de rit beginnen de twee Rudy’s het serieus kwaad te krijgen. De ene wegens lange inactiviteit, de andere wegens gisteren wat te geweldig geweest, volgens zijn broer. En dan , als mooi staaltje van broederliefde, zie ik dat Ronny DC de afziende Rudy DC in moeilijke tijden bijstaat, en hem een duwtje in de rug geeft. Het is intussen al goed opgewarmd, maar zoiets doet deugd vanbinnen. De eindspurt wordt makkelijk gewonnen door Bart, waarschijnlijk omdat niemand Bart’s pa durfde voorbij te rijden, want die zat nogal vies te kijken.

Voor de volledigheid van de quiz-uitslag. De KWB-Mountainbikers werden 6de ( Karel, Jan, Bjorn, en ikke ) en 13de ( Rudy V. Dirk Vdv , Guy en een gastspeler ).

 

Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

10 november: Wachtebeke.

Met 13 aan de start. Vertrouwde gezichten Rudy V., Ivan, Mario, Guy, Jan, Krist, Karel, Rudy R., Danny, Luc, Marc en gelegenheidsrijders Dirk Pieters en Alain Hullaert.

Met 13! Oei dat brengt ongeluk! Gelukkig was Mario erbij, dus eigenlijk waren we maar met 12,5!

Het moest een rit worden naar Hamme, maar aangezien de meeste van ons friet met stoverij gingen eten bij Tim Roels, werd besloten om naar Wachtebeke te rijden om op tijd terug thuis te zijn! Jammer voor de vrouwen die op ons wachtten in Hamme. Allé eigenlijk was het alleen Dirk zijn vrouw die ginder op hem wachtte. Dirk, ik hoop dat je nog eten gekregen hebt die dag, want ik had de indruk dat je “tamelijk” leeg gereden was.

Er werd ontzettend snel gestart. Op de brug van Hussevelde had ik het gevoel stil te staan. Eén voor één reden ze mij voorbij. Sommigen blaasden daar reeds de benen op met alle gevolgen vandien, terwijl ik wijselijk aan het doseren was (en als ge dat niet geloofd zal ik u wat anders wijsmaken).

Het deed me pijn toen Mario me voorbijreed op de brug, maar het deed me nog veel meer toen na ongeveer 10Km Mario en Guy het voor bekeken hielden. Ze namen een andere weg en een ander tempo dat ongeveer half zo snel was. Mario, ik heb je gemist onderweg (en als ge dat niet geloofd zal ik u wat anders wijsmaken).

Of het snel ging? We staken ergens een spoorweg over tegen ongeveer

45 km per uur. Gevolg, de bel begon te rinkelen en de slagbomen gingen toe! Gelukkig waren we er met zen allen nog net door.

Als de snelheid iets gezakt was en ik daardoor ook al eens naast mij kon kijken komt daar ineens Rudy R. voorbijgeflitst en hij zit zijn krant te lezen! Lachen met de mensen noemen ze dat! Gevolg, tempo weer de hoogte in! Dat je met Danny niet moet lachen weten we al. Hij vindt er niets beter op om van ons weg te rijden… al GSMend! Jongens doe dat toch niet meer. Het is gevaarlijk en vooral frustrerend voor zij die… geen GSM of krant bij zich hebben.

Op een lastig stuk trekt Karel stevig door. Ivan, Rudy V. en ikzelf kunnen de strijd goed volgen want we rijden op een goed berijdbare parallelweg.

Karel houdt lang vol, maar als Rudy R. hem voorbij steekt kraakt hij en de rest van de rit wordt voor hem nog lastig.

Naar het einde van de rit toe geeft Rudy R. aan dat we langs de vogelzang rijden. 2 kilometers kasseien op het einde, dat kan tellen.

Krist demarreert. Ik ken zijn familienaam niet, maar het zou wel eens Krist Veet kunnen zijn. Een beer van een vent met meer haar op zijn tanden dan op zijn benen.

Zijn vriend Jan gaat er achteraan, maar voor Jan wordt de Vogelzang een zwanenzang, want zelfs ik heb hem bijna terug te pakken op het einde.

Over de spurt kan ik niet veel schrijven, ik was er niet meer bij. Ik had een kortere weg genomen om op tijd friet met stoverij te gaan eten. Om ons te bedanken voor onze aanwezigheid gaat Tim eens met ons meerijden. Bedanken noemen ze dat dan…

Ah ja, ik heb nog niets geschreven van Ivan en Rudy V. Sorry mannen, maar als je in het verslag wil komen moet je af en toe ook eens voor mij rijden (of Mario heten).

Uw interim-verslaggever Marc

 

Zondag, 23 november

 

’t Was weer proper bij de samenkomst op het kerkplein. 8 Afgetrainde atleten, en ikzelf. Normaal stel ik mij bij aankomst strategisch op tussen mijn collega-verslaggevers Marc en Mario, zodanig dat mijn iets forsere lichaamsbouw minder opvalt tussen de West-Vlaamse elegantie van Mario, en de brede rug en onderrug van Marc. Beiden bleven echter afwezig op het appél. Alle begrip voor Marc’s situatie.

Hij was zaterdag naar het jaarlijks familiefeest van de Roeland’s geweest. Rudy had hem nog zijn kniekussens aangeboden, om indien nodig naar huis te kruipen, maar Marc had deze geweigerd, en fietsen met twee kapotte knieën valt echt niet mee. Veel erger vond ik de afwezigheid van Mario. Een week geleden verwijt hij mij een “gazettencoureur” te zijn, omdat ik bang ben van een beetje regen, en nu is hij er zelf niet, enkel omdat Frank Deboosere regen voorspeld heeft. Beetje flauw hoor Mario.

Onder de aanwezigen mogen wij ook weer eens Tim Roels begroeten, die in het tussenseizoen wat krachttraining komt doen bij de moorecrossers. Waren er ook bij:

Vader en zoon Van Hecke, Danny F. Jan W. Rudy R. Luc K. Karel V. en ikke.

Op voorstel van Danny wordt beslist om nog eens de internationale grote prijs Danny Fack te rijden. Ondanks de voorspelling van de weerman houden we het droog, maar de regen van vannacht heeft ervoor gezorgd dat de kasseibaantjes er nog nat en glibberig bijleggen, en na nog geen 10km moet Ronny VH dit al aan den lijve ondervinden. Hij neemt zijn bocht iets te snel, en gaat sierlijk onderuit. Gelukkig zonder veel erg, en zo krijgen we de kans om iets te eten en te drinken. We vervolgen onze weg door de Wachtebeekse bossen, doen een buitenlands uitstapje in Overslag, en keren zo, via Moerbeke huiswaarts. Op ieder stukje kassei, ook al in het maar één meter, manen wij Ronny aan tot voorzichtigheid, maar op een lang en zwaar stuk zitten de meest frisse een stuk voorop, de minst frisse kunnen niet veel meer zeggen, en het onvermijdelijke gebeurt. Ronny gaat voor de tweede keer onderuit. Wanneer hij terug rechtgekrabbelt is krijgt hij van zoonlief de uitleg waar het fout ging. Je ging veel te rap door de bocht, je mag niet remmen, je kiest het goede spoor niet, je …

Ge moet u daar nie mee moeien, antwoordt Ronny geprikkeld. En groot gelijk heeft hij, want het eerste jaar dat Bart meereed zat hij meer op de grond dan op zijnen velo, heb ik van horen zeggen. Op de brug van de Bontinckstraat, met het einde in zicht, krijg ik nen serieuzen patat van den hamer, en moet ik in volle beklimming zowaar de remmen dichtknijpen. Ha ja, om nie achteruit te bollen.

Voor de spurt was mijn strategie simpel maar geniaal. Ik pak het wiel van spurtbom Tim Roels en jump hem in de laatste meters voorbij (dromen mag). Maar nadat Luc ontsnapt in de Boombosstraat, en de anderen één voor één van ons wegrijden, vraagt Tim aan mij: “ Wordt er op het einde nog gespurt??? “. In de verte zie ik nog dat Luc Krick zodanig sterk doorgaat dat hij uit de greep van de aanstromende groep kan bijven. Als ge dat nog in de benen hebt na 71Km aan een gemiddelde van 25.5Km/u moet ge goede papieren hebben.

 

Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

(Verschenen in Kraak 317, februari 2004, gewijzigd door Hugo De Landstheer.)

21 december 2004. Sukkelaars, dutskes, serreplantjes, slappelingen, watjes, mietjes, losers, moederskindjes, krempers, sukkelaars……, of heb ik dat al gezegd? Een beetje regen en wind, en ze zien het al niet meer zitten. Zelfs Mario, de grootste liefhebber van modder en andere vuiligheid (het is tenslotte nen West-Vlaming) geeft forfait. Gisteren was hij nochtans heel enthousiast over de voorspelde sneeuw, en had beloofd er zeker bij te zijn. Maar de sneeuw kwam een dag later, en Mariootje kwam niet. En dat noemt mij dan een gazettenkoereur. Toegegeven, een beetje regen en wind is wat zacht uitgedrukt. Het goot water, en de ijzige wind deed het nog kouder aanvoelen dan het al was. Echt geen weer om een hond door te jagen, woef, en zodoende stonden enkel de echte mannen, Rudy en ikzelf, druipend te wachten op het kerkplein. We vertrekken richting Gratiebossen in Berlare voor ons gevecht tegen de elementen, en hopen daar een beetje beschutting tussen de bomen, en een redelijk berijdbaar parcours te vinden. Maar de rit in Overmere van vorige week heeft zijn sporen nagelaten, en bijgevolg ligt het toch zwaar. Net wanneer we denken dat wij de enigen zijn die dit weer trotseren komen we nog een groepje (st)rijders tegen. Reden genoeg voor Rudy om er ne keer nen snok aan te geven. De dapperste (domste?) van de andere groep denkt naar het wiel van Rudy te kunnen rijden, en steekt mij voorbij. Wat begint als een verdienstelijke poging, slaat al snel om in een serieuze afgang, en een beetje verder ga ik hem alweer voorbij. Motortje opgeblazen. Wij, KWB-Mountainbikers, weten wel beter. Als Rudy gaat, dan gaat hij. Om zichzelf en zijn makkers nog meer affronten te besparen, gaan zij aan de eerste splitsing, waar wij rechtsafslaan resoluut naar links. We vervolgen onze weg via de Scheldedijk, pikken in Uitbergen nog een stukje bosweg mee, en komen aan de zijkant van Nieuwdonk in Overmere terecht. Als we aan de atletiekpiste aan een laatste zwaar stuk beginnen, geeft Rudy zijnen velo nog eens de sporen, en is in geen tijd buiten zicht. Als ik aan het einde van de modder (en mijn latijn) de Vaartschootstraat nader, staat hij mij verkleumd op te wachten. Door het lange wachten zit de koude tot op zijn beenderen, en we besluiten dat het welletjes is geweest. Ondanks het slechte weer krijg ik toch een warm gevoel vanbinnen. Een overwinning op mezelf. De bende van Rogiers slaat weer toe.

Terwijl we na de rit onze fietsen afspuiten, komt ons moeder eens kijken of we niet helemaal verzopen zijn, en vraagt hoeveel zotten er vandaag meefietsten. Als ik haar antwoordt “Ze staan hier allemaal”, draait ze zich hoofdschuddend om en vraagt zich af “ Wa hebbe k’ik op de wereld gebracht?“. Het antwoord is simpel: Straffe gasten moeder, … straffe gasten. Verslaggever ad interim bis, Ivan

 

28 december 2004. Ja, noem Ivan één keer een gazettenkoereur en het piekt voor de rest van het jaar. Rudy viel er zelf bijna van achterover van zijn broer in zo een weer aan de start te zien. Ik denk ook dat het een familiale afwijking is. Arme moeder Rogiers. Maar … het kan ook de omgeving zijn, want zie, deze week ook weer strontweer in het kwadraat. Alleen Rudy en … Karel. Het kan dus ook zijn dat er in Hussevelde iets in het water zit zodat de mensen daar ietske veel minder normaal doen. Het kan geen toeval meer zijn. Mario

PS. Ivan, als ge nog eens met niet meer dan 2 man gaat rijden, kunt ge dan ook de lengte van het verslag wat navenant maken? Het geld groeit hier niet op de KWB zijn rug, hé.

 

4 januari 2004. Heeltegans geen goesting om te gaan. Zal het niet te koud zijn? Zal het niet te glad en te gevaarlijk zijn? Zullen ze niet te rap rijden? Zal ik wel in vorm zijn? En lig ik hier niet goed in mijn warme beddeke? Ja toch. En het is al laat, ik ga me weer moeten opjagen om nog op tijd te zijn. Enzovoort enzoverder. Bijna was ik niet gegaan, maar toch sta ik om 5 na 9 aan het Onze Lieve Heer beeld op de kerkplaats. Niemand te zien. Behalve Ons Lieve Heer. En in het dunne laagje sneeuw slechts het spoor van 1 mountainbiker die er moet geweest zijn. Ben ik nu te laat, of wat? Tegen 10 na 9 komen de anderen eindelijk toe. Het nieuwe jaar zet wat traagjes aan blijkbaar. Ivan, Jan, Dirk P., Rudy R., Rudy V., Luc, Karel en ik zetten aan naar Serskamp. Danny had naar sponsor Rudy gebeld om te zeggen dat hij het een ietsiepietsie te gevaarlijk vond om uit te pakken en besloten had om wijselijk thuis te blijven. Danny is niet voor niets al jaren gekend bij de Eenheidspolitie als ‘Watje Fack’.

Een rit vol afwisseling en wegeltjes allerhande. Mijn lievelingsrit. Die het niet weet, zou veel van die wegelingskes gewoon voorbijlopen. Aangezien het 2 dagen de stenen uit de grond gevroren heeft, liggen de modderpoelen van 3 dagen geleden er nu keihard en grillig vervroren bij. Grillig zeker, elke sleuf en elk spoor van een velowiel of traktorwiel staat nu gebeiteld in de grond. De sporen die schuin op de rijrichting lopen zijn het gevaarlijkst. De eerste kilometers is het wat onwennig, zeker op asfalt, maar in het veld is het onvoorstelbaar hoe we weer over al die hindernissen vliegen. Als ge alleen zoudt rijden, zou je aan 10 per uur voortsukkelen. Nu, in de bende, is het ‘verstand op nul’ en vliegen maar. Rudy doet bepaalde stukken aan 30 per uur. Bij de ene is het al makkelijker dan bij de andere om dat verstand op nul te zetten. Bij Marc bijvoorbeeld moet ge gewoon maar het getal één aftrekken van zijn IQ. Bij Ivan moet ge zelfs 10 bijtellen.

En voor de zoveelste keer: zonder platte banden en zonder valpartijen. Tot we het laatste stuk - van de blauwe steen naar de Vaart - aanvangen. Ik zak door een schots en schots en scheef kom ik op een halve meter van de diepe beek tot stilstand. Zoals ge zelf ziet, het spreekwoord, dat ge niet schoon moet zijn om sjans te hebben, klopt toch niet altijd. Dirk Pieters valt kort daarna op dezelfde plaats, maar Luc Krick schiet de hoofdvogel. Eerst vliegt hij het vele veld voorbij in een achtervolging op Rudy en even verder hangt hij in de pinnekensdraad. Zijn broek en dij opengereten op 10 plaatsen. Nu weten we waarom de boeren pinnekensdraad rond hun weiden zetten. Anders lagen hun weiden na een tijdje vol ezels.

Als we al 10 minuten in het Weike zitten, komt daar Dirk H. toch wel binnen zeker. Hij was degene wiens sporen ik had gezien en die stipt om 9 uur aan de kerk stond, maar omdat het te koud was om lang te wachten, was hij maar alleen aangezet. Ge moet goesting hebben. En eigenlijk was het niet koud, want net vanmorgen zette de Grote Dooi in.

We besluiten met een prangende vraag: ‘Est-ce que ça pique, monsieur Krick?’

Mario

 

11 januari 2004. Gisteren kerstboomverbranding op HO Kalken en er zijn nog andere dingen verbrand door de jenever en de gloeiwijn. Zelfs Rudy geeft forfait. Alleen Karel, Jan en Hans Schellaert (ik hoop dat ik niemand vergeet) zetten aan en krijgen bakken water over hun kop. Ze moeten het maar weten, zeg ik. Mario.

 


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

 

18 januari. Zoudt ge verdorie willen geloven dat ik het ook niet meer weet? Ik wete kik ook niet oe da dat zo gekomen is.

 

25 januari 2004. Nog eens de klassieke bende. Alleen Marc, Danny, Ronny en Geert ontbraken. Waren er wel: Rudy en Rudy, Ivan, Karel, Jan, Dirk, Luc, Bart en ondergetekende. Frank, Guy en Eddy vormden een B-ploeg. Schoon fris weer en we kiezen een droog parkoers, naar Oostakker. Zoals bijna altijd: geen platte banden en geen valpartijen. In Oostakker vlammen we wat rond in rondekes rond een, jaja, ronde visput, met veel reliëfverschil. De waaghalzen wagen hun hals op een steile afdaling. Broekschijters en pannenkoeken kijken toe.

Bart is zich aan het voorbereiden op zijn eerste wedstrijdseizoen als mountainbiker. Hij rijdt – eventjes slikken – 500 tot 600 km per week en heeft zich nog een tweede velo bijgekocht. De prijs durf ik hier niet zeggen, want dit is een boekske voor gewone arme dompels van werkmensen, weliswaar aangevuld met gewone rijke zelfstandigen. Maar bij de Sidmar zijn het dus blijkbaar ook geen gewone werkmensen niet meer gelijk vroeger. Er zijn nu al velo’s die automatisch hun vering aanpassen aan de gesteldheid van het terrein, volgens Bart. En hij heeft er zo ene. Pakt dat iemand gelijk Marc, Danny of pakweg Ivan op zo een velo rijdt, dan is diene velo gewoonweg slimmer dan degene die erop zit. Waar gaat dat naartoe? Mario

 

1 februari. Hamme Zogge. Naar ’t schijnt 85 km en modder en iedereen, zelfs Rudy, steendood (niet verwonderlijk). Was er toch wel niemand van ons drieën bij zeker, zodat deze prestatie niet in de annalen van de Kraak kan worden weergegeven. Uw slimme want afwezige verslaggevers Mario, Ivan en Marc.

 

 

8 februari. Rudy en Karel zijn weeral de enigen die het weer van weeral een verzopen zondag trotseren. Ja, dit jaar vallen de zondagen niet echt mee. Beste lezer, prijs U echter gelukkig, want ware het Ivan geweest die erbij was in plaats van Karel, dan had u hierover 2 bladzijden verslag gekregen. Mario

 

15 februari. Om 8 uren aan de kerk en we zijn weg met 10 man naar Lille in de Kempen. Rudy, Bart, Ronny, Jan, Ivan, Luc, Karel, Erik, Rudy en uw verslaggever (en als het waar is, mag het gezegd worden: in de vorm van mijn leven. Kon dit maar eens een paar maanden duren). Zeer druk en een zeer technisch maar vlotrijdend (nat zand) parkoers, met veel wipjes en bochtjes en veel te ontwijken bomen en veel voorliggers die we met bosjes voorbijsteken. Ja, zeer zeker de moeite waard om volgend jaar opnieuw te doen. Erik Vergassen, een goeie bekende van sponsor Rudy en voeger, gelijk onze wegkapitein, de andere Rudy, rijdt voor de eerste keer mee. Natuurlijk dat die mens afziet. À propos, voor wie sponsor Rudy makkelijk wil herkennen: hij is de enige die met een truitje rijdt waar zijn eigen naam opstaat. De anderen die u ziet rijden, noemen anders, dus ge kunt niet missen. Iedereen heeft daarenboven nog wel iets waaraan hij herkend kan worden. Die ouwe grijze ambetanterik die meerijdt, dat is uw verslaggever van dienst. Ivan herkent gemakkelijk aan zijn dik acht…, maar goed, ik veronderstel dat er niemand geïnteresseerd is om Ivan te herkennen, dus ik bespaar u de uitleg. Eén halve valpartij, van den dezen, volgens mij door Karel zijn schuld. Net in een zompig stuk steken we twee konijnen voorbij en meteen vertraagt Karel. Volgens mij uit gezonde interesse voor konijnen, volgens Karel omdat ze de weg versperren en hij zelf niet sneller kon. Hoe het juist gegaan is, zullen we nooit weten, maar ik kan maar net een modderbad ontwijken, en goed voor mijn imago bij de vrouwtjes is het niet.

Na 42 km aan 23 per uur staan we weer aan de auto’s. Ik stap samen met Erik en Ivan in het vliegmachien van sponsor Rudy, nadat we eerst de fietsen op het rek goed hebben aangespannen. Na een voorspoedige vlucht, met slechts 1 tussenlanding – we raken één keer de ring van Antwerpen – landen we te Kalken, alwaar dat fietsrek begint te schudderen op het slechte wegdek alhier. Ja, Rudy had de velo goed vastgezet, maar het rek niet. Wij winnen ons vieren de sprint, want we hadden de rapste auto. Mario

 

22 februari. Wachtebeke. In alfabetische volgorde: Bart, Dirk, Danny, Eddy, Erik, Geert, Ivan, Luc, Mario, Ronny, Rudy en Rudy. En dan nog eens de analfabeten in alfabetische volgorde: Danny en Ivan. Nog een geluk dat ze dit niet kunnen lezen, zeg. De stem van sponsor Rudy klinkt heel zwaar. Dat wijst op zware zaterdagnachtelijke inspanningen. Rudy, zo ziek als een hond, blijft echter overmoedig. Nog maar op de brug van Hussevelde of wie vliegt daar naar voren, luide roepende: ‘Doo, of nie getokt’? Juist, onze sponsor. Eer we halfweg de brug zijn, is er hem al 4 man voorbij. Ja, Rudy is dus getokt en doo, voor de rest van de rit. Ook Marc is er weer niet bij, maar dat is al maanden zo. Gisteren op het turnfeest voorspelde Marc al zijn afwezigheid, want er was een verjaardagsfeestje in de Peperstraat. Dirk weet te melden dat er een paddentunnel aangelegd wordt onder de Provinciebaan, zodat ook Marc vanaf nu ’s nachts zonder gevaar van de Peperstraat in de Krimineelstraat kan geraken.

De gemeentes Lochristi en Beervelde doen heel wat aan de veldwegels – in tegenstelling tot onze eigen gemeente waar het niet verder is gekomen dan er wat over palaveren – maar ze overdrijven aan de andere kant. Sinds we naar Wachtebeke rijden, zijn er al 3 mooie, lange MTB stukken gebetonneerd. Nu zijn het fietspaden om U tegen te zeggen, midden de velden, maar wij missen onze bonkige, zompige wegelkes van vroeger toch wel. Als ze zo voort doen, is er voor ons binnenkort ook geen leute meer aan.

Te Wachtebeke ligt het parcours er vettig prettig bij. Als we het domein uitkomen, liggen daar een 100 meter aaneengesloten aardehopen, waar echte mountainbikers niet van kunnen blijven. Ook Ivan wil meedoen met de echte, maar holderbolder, daar vliegt Ivan met poten en kloten en al de lucht in. Troost U, Ivan, zonder zou erger geweest zijn. Het leven van een verslaggever kan mooi zijn. 49 km aan 24.5 per uur, dus niet zo echt rap voor een Wachtebeekse rit, maar dan komt de sprint. Danny voert het tempo in de Bontinck op tot 38 per uur. Ik zit in zijn wiel, maar moet in de laatste bocht naar het Weike toe lossen. Even blijven er nog 4 man in mijn wiel zitten en dan zetten ze de achtervolging op Danny in. De sprint tussen Danny, Ronny, Luc, Bart en Rudy wordt gewonnen door … Bart. Een historisch moment, want Rudy Rogiers geklopt! Je moet er wel jong en getalenteerd voor zijn, met een superdeluxe velo rijden en 500 km per week trainen, maar ge ziet, op een dag lukt het toch om die ouwe te kloppen. Kan Rudy dit nog rechtzetten? Come and read next week. Mario.

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

 

29 februari 2004. Uit principe rijden we slechts 1 keer om de 4 jaar op 29 februari, en ook wel omdat er slechts één 29 februari om de 4 jaar is.

Op het kerkplein valt Ivan plots neer op zijn knieën met de armen in de lucht, in adoratie. Neen, het gaat hier niet om een onverhoopte bekering, want het is niet voor Onze Lieve Heer die daar ook met zijn armen ten hemel staat, want Ivan knielt er met zijn rug naar toe. Het is echter wel degelijk voor een mirakuleuze verschijning: Marc Roelandt hemzelve in lijfsteigen persoon!!! ‘Ongeloofloos!’, roept Ivan uit. Rudy ziet meteen hoe het komt dat Marc er is. Marc, anders toch een prontige mens, ziet er niet uit door een bloeduitstorting van jeewelste in zijn rechteroog. Opgedaan door een sneeuwballengevecht op vrijdag. Dus moest Marc gisteren thuisblijven, zegt Rudy, en kan hij nu gaan rijden. Ook Jan, Dirk en Dirk en Geert zijn van de partij, zodat we met zijn achten zijn.

Alleen de gebroeders Rogiers hebben last van een pion die niet wil grijpen door de kou. Ze zitten dan ook de helft van de rit in het ijle te trappen – bij Ivan valt dat niet eens op. Zouden hun vélo’s ook familie van mekaar zijn, misschien? Of is het toch ietske in de lucht op ‘t Hussevelde? Rudy hijgt er eens op, maar niets gekort. Piessen dan maar. In de formule 1 hebben ze pietstops, maar wij houden piesstops, zegt Rudy. Een eind verder moet Dirk VDV zijn warmedrukspuiterke bovenhalen om Rudy zijn fiets te dopen. Jongens, zegt Rudy, als ge nu nattigheid voelt als ge achter me rijdt, is het geen water, hé. Nu ik zo het verslag schrijf, vraag ik me af: “Heeft er eigenlijk iemand anders nog een goeie grap verteld, buiten Rudy??” Die mens moet hier ook alles doen: kop trekken, achterblijvers duwen, de weg weten, sprinten winnen en lollen vertellen om het verslag te stofferen.

Zij die er niet bij waren, hebben wat gemist. Voor mij de schoonste rit van ’t jaar, totnogtoe. Sneeuw, vriesweer, mistignatte koude die na anderhalf uur eindelijk overgaat in een winterzonnetje, ijsschotsen, vervroren en vastgevroren ijs- en sneeuwbrokken. Iedere 2 meter ligt het anders: hard, zacht, glad, steeg. De plassen en de sneeuw liggen slechts minnetjes vervroren, zodat we er juistekes doorzakken en zo de maagdelijk witte sneeuw vermengen met zwarte modder. En dat alles in de boskes en velden van Serskamp, zo al mijn lievelingsrit. Technisch en zwaar terzelfdertijd. Dat is nog eens mountainbiken, zie. Niet voor Dannietjes, euh niet voor doetjes, bedoel ik. Halverwege de rit verdwijnt Marc even mirakuleus als hij verschenen is.

Gevallen wordt er natuurlijk, maar eigenlijk alleen naar het einde van de rit en op het einde van de wegels, daar waar de sneeuw tot ijs is samengeduwd door gerij van auto’s. Ik maak een glijpartij - zonder vallen, van zeker 10 meter, waarbij ik eindig met mijn neus in de omgekeerde richting en zo nog kan staan zwaaien als Dirk H. en Ivan passeren. Vijftig meter verder heeft Ivan er weeral eens gelegen. Jongens, jongens, wat een pret, als ik hem weer voorbijsteek en nog eens 50 meter verder zelf op mijn verdoemenis lig. Jongens, jongens, …

Van een schone schrikkeldag gesproken. Mario.


Zondag 8 maart 2004. “Kijkt nog eens goed naar mijn voorkant, want morgen zult ge alleen mijn achterkant zien”, had Marc gisteren nog gezegd. Ik maar kijken en kijken, maar geen achterkant van de genaamde Marc te zien. Ook geen voorkant of zijkant. Nu zijn oog er weer wat beter uitziet, laat Marc Dutroelandt zich opnieuw fotograferen door de pers. Naar ’t schijnt zag hij er zo verschrikkelijk uit dat zijn eigen dochtertje in zwijm viel bij de aanblik van haar eigen papa. Meiske, we leven met u mee.

Eddy, Rudy, Rudy, Luc, Karel, Dirk, Dirk, Ivan ennekik. Met zijn negenen voor de 50 km van de rit van Calckine. Ik moet meer dan 4 Euro inschrijving betalen als niet lid van de wielerbond en dat – bedenk ik – om een rit te doen waar ik alle wegeltjes toch al ken. Maar dat is zonder de parkoersuitstippelaars van Calckine gerekend, want – zeker naar de kanten van Zele toe – hebben ze nog mooie onontgonnen veldwegelkes gevonden. De rit is goed uitgestippeld en afwisselend, zodat ik toch nog meer dan waar voor mijn geld krijg. Goed gedaan, mannen. Dirk VDV was met de fiets van Zwijnaarde gekomen, zat er na nog eens 50 km aan 22.4 per uur op een lastig parkoers zwaar door en mocht dan nog weer naar Zwijnaarde. Zijn vrouwke is hem mogen komen halen. Een geval van zware zelfoverschatting. Ivan daarentegen is gewoon een zwaar geval van zelfoverschatting. Rudy Vergeylen was nog een keer in vorm, zodat hij zelfs bijna mee kon. Karel was de man in vorm gevolgd door Luc.

Spijtig toch nog dat Ivan, Rudy V. en kleine Dirk vooral naar het einde van de rit mij zo moesten koeionneren – trekken, duwen, mij van de weg proberen rijden, mij verplichten te remmen, gewoon omdat ze er niet tegen kunnen dat ik eens een paar weken zoveel sneller rijdt dan zij. Wie dacht dat Marc een kinderachtige typ was, wel die heeft natuurlijk gelijk, maar ge moet dan eens met deze drie te maken hebben.

Uw toegenegen verslaggever, Mario.

 

Zondag, 14 maart. Een van de eerste zondagen van het jaar met behoorlijk goed weer, en toch maar 8 gegadigden op ’t appél. Als Marc hoort dat de rit naar Waasmunster gaat, zakt zijn courage al in zijn schoenen. “60 km,… da hebbe ‘k ik nog nie in de benen, ik doe hier wel een toerken op mijn eigen” zegt hij. Ik antwoord hem nog, “ 40 km in de benen en 20 in het hoofd lukt ook wel.“, maar ik vermoed dat hij meer kilometers in het hoofd had dan in de benen. Rudy DC laat zich bezweren door het kwade oog van Marc, en besluit hem gezelschap te houden. Blijven over: Rudy R, Danny F, Karel V, Luc K, Dirk VDV en ikzelf. We vetrekken met de wind in de rug, en in de Bontinckstraat wordt de kaap van de 40 al overschreden. Het mag dan wel goe bollen, als het zo rap gaat is het toch pompen of verzuipen. Karel, die de laatste weken straffe koffie drinkt bij zijn ontbijt, geeft er op het eerste off-road gedeelte meteen nen serieuzen snok aan, maar aan het einde slaat hij stomweg linksaf, terwijl iedereen weet dat we daar rechts moeten. Misschien is zijnen koffie wel wat te straf. De Waasmunsterse bossen liggen er goed berijdbaar bij, zelfs de fameuze “zandbak” geeft geen problemen, en bijgevolg zijn we niet af te stoppen. Ware het niet dat Dirk met een zuivere hattrick (3 platte banden) toch nog voor enkele rustpauzen zorgt. Op de terugweg staat de wind pal op kop, en is het knokken om het wiel te houden. Zelf aan kop rijden zit er niet in, maar in Kalkendorp aangekomen plaats ik nog een ultieme jump en kom als eerste aan ’t weiken. Enkel spijtig dat de anderen niet mee deden. Binnen zit Guy al te bekomen van zijn rit. Hij vertrekt een uurtje later, en komt een uurtje vroeger aan. Kwestie van zomer en wintertijd te combineren in 1 rit.

Als we net zitten, komen ook Marc en Rudy aan. Ze hebben heel diep moeten gaan, want toevallig zijn ze onderweg in het spoor van een wandel-druppeltocht terecht gekomen, en - sociaal als ze zijn, hebben ze verbroederd met de wandelaars. Zoals ik al vermoedde in het begin van dit verslag. Meer in het hoofd dan in de benen.

Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan.


 

Zondag 22 maart 2004. Wind, wind en nog eens wind. Maart heeft al van alles geleverd: sneeuw, ijs, zon, regen en nu dus: WIND. Moet er geen wind zijn? Ik was van plan achter Ivan te blijven, ook omdat Ivan zelf een windbuil is, maar vooral kwestie van zo weinig mogelijk wind te vangen. Maar hij reed niet rap genoeg naar mijn gedacht. Let eens op het vorig verslag: er staat weinig in om mij af te breken. Ivan volgt hiervoor een zeer slimme redenering, die ik niet direct van hem had verwacht: aangezien ik meer verslagen schrijf dan hem, rijdt hij beter niet teveel tegen mijn kar, want ik kan drie keer meer kwaad over hem schrijven. Dus houdt hij zich gedeisd. Volgens dezelfde redenering echter moet ik mij dus niet inhouden, want hij kan toch maar af en toe iets over mij terug schrijven. Dus eigenlijk toch niet zo slim gezien van Ivan. Ja, wat had je anders verwacht?

Tegen de wind, heb ik een karton van op een bak Duvel, met zo een mooie volle Duvel op gedrukt, onder mijn truike gestoken. Ik wil daarmee uitpakken, kwestie van ook eens de plezante uit te hangen, maar Ivan heeft nog veel straffer: die rijdt rond met een boekske vol madammen met weinig kleren en madammen met nog minder kleren onder zijn truike (zie bewijsfoto: http://allserv.ugent.be/~mvaneech/Ivan.jpg).

Wie reden er nog mee naar St. Lievenshoutem? Jan, Karel, Rudy, Rudy Declerck, Ronny, Luc en drie Dirken: Dirk Pompieters, Dirk Hansklaer en Dirk Indevyver. Marc liet zich alleen eens zien in burger op het kerkeplein.

De combinatie van vals plat, beuken tegen de wind op kop en de vettige wegels waar je wielen in vastzuigen, maakte dat we soms amper nog vooruit kwamen. Het was weer afzien, beestenwerk, beulenwerk. Maar waarom doen we het anders?

Weeral geen platte banden en geen valpartijen, behalve wat show van de kleinste en de fijnste: aan een wegversperring waar we nauwelijks langs kunnen, schiet Dirk H. van het betonbaantje, en aangezien de berm net daar 20 cm lager ligt, is het van holderdebolder pardaf pardoes. Hij krabbelt weer op zijn velo en wil het zodanig uitleggen tegen de lachers achter hem, dat hij achteruitkijkend 10 meter verder aan de andere kant van het baantje er holderdebolder pardaf pardoes weer af ligt. Rudy Declerck levert een prachtige prestatie, maar windachter naar Wetteren toe gaat het tempo naar 35 per uur (toe) en duwen Luc, ik en Rudy R. hem af en toe. Rudy D. krijgt daar verkeerde gedachten bij, want hij trekt gedurig zijn arm weg, zo van ‘Eikes, blijft eens van mij’. Geen schrik, Rudy, wij zijn rechtgeaarde hetero’s en we doen dat echt alleen maar om te helpen, want hoe hard trappen het ook is om mee te kunnen, we weten uit ervaring dat eens je uit de bende lost en alleen moet rijden je tempo plotsklaps met 15 per uur zakt. Daarom doen wij dat en zonder bijbedoelingen, Liefste Rudy. Maar al goed, wie niet bepoteld wil worden, moet maar voelen, zegt het spreekwoord, en we laten hem node achter.

Ivans’ achterwiel gaat in Wetteren nog om zeep, maar toch doet hij nog een deel kop zodat ik kan demarreren aan het Vaartplein. Aan 42 per uur is niet snedig genoeg, want er zijn er 4 die mijn wiel kunnen pakken, o.a. Rudy R. en dan moet ik er geen tekeningske bij maken wie de sprint wint. Ja, Luc, Karel en Ronny: in mijn wiel zitten kunt ge, maar een sprint winnen tegen Rudy, dat is wat anders hé.

We deden 56 km aan 23.5 per uur, ondanks de wind en de more, en hebben toch weer een scheet gelachen. En twee ook. Mario

 


Zondag 29 maart 2004. Uw vaste verslaggever is mee met de echte op MTB-weekend in de Ardennen. Verslaggever Ivan zit op de motocross en verslaggever Marc heeft zich een breuk gelachen, zodat er misschien wel door enkelen is gereden, maar door niemand verslag is gegeven. Mario.

 

Zaterdag 4 april 2004. Ronde van Vlaanderen. Met 9 man: Jan, Karel, Rudy, Rudy, Ronny, ik, Luc, Hans Schellaert, Dirk Vdv. 75 km aan 24.5 per uur. Een mooie rit die we tegen de middag hebben afgehaspeld, en ware het niet van de 2 platte banden van Luc geweest, we waren nog rapper terug geweest. Luc rijdt de muur op met een lossende achterband, maar ik kan hem maar net bijhouden. Als Rudy boven aan de kapelmuur de band van Luc stopt en de rest een eindje verder staat, duurt dat gelijk zo lang. We gaan eens kijken en ja hoor, ze hadden zich geposteerd voor het stoppen van de band aan de stand van Redbull met zeker 10 hostessekes. Vandaar dat het niet vooruitging. Voorbij de Bosberg rij ik even voor zodat ik op het gemakske het gevaarlijk punt van verleden jaar kan nemen: een richeltje van 2 keer nikske in het midden van de weg. Ja, niet meer dan dat, maar verleden jaar ging ik hier op mijn verdoemenis, met blijvend schouderletsel tot gevolg. Mijn schouder blijft nu scheef hangen voor de rest van mijn leven. Het is niet echt een mooi zicht, maar goed, mijn beste tijd had ik toch al lang gehad. Mijn nek doet nog altijd pijn ook, zoals die van Brusselmans, met dat verschil dat hij rijk en beroemd is.

Vanaf de Bosberg is het niet alleen grotendeels bergaf, het is ook wind in ’t gat, zoals Rudy had voorspeld. De nabespreking in het Weike loopt wat uit, maar dat mag wel eens vinden we, na zo een rit waar we allemaal kontent van zijn. Mario

 

Zondag 11 april 2004. Pasen. Net als de brave gelovigen de kerk uitkomen om een paasontbijt van de KWB te gaan nuttigen, vertrekken we met 9 man. Ivan, Tom VdB, Ronny en Bart, Danny, Geert, Karel, Dirk H. en ikzelve. Ronny en Bart komen alleen eventjes losrijden, want vannamiddag doet Bart weer een wedstrijd. Met 7 dan maar naar Waasmunster. Een mooie rit van 65 km aan 26.5 per uur. De sprint wordt gewonnen door Ivan tegen de 3 strijkijzers Danny, Karel en uw verslaggever. Ja, een kort verslag zult u zeggen. Maar zoudt ge geloven dat, als ge zo met 6 saaie pieten rond rijdt, er niet veel te vertellen valt. Mario

 

Zondag 18 april 2004. Danny, Dirk H en Dirk P, Luc, ondergetekende, Jan, Karel, en snelle Eddy, die het echter voor Wetteren al voor bekeken houdt. Teveel wind en te hoge snelheid in het begin. Het zal inderdaad een afvallingsritje worden vandaag. We doen nog eens de grote prijs Danny Fack 1. Het is meer dan een jaar geleden dat we nog naar Melle, Gontrode, Merelbeke en die kanten op reden. En wat is het al veranderd, het gewegelte aldaar.

Ivan, Rudy en Tom, die alledrie gezegd hadden dat ze gingen komen, zijn er niet. Ivan was gisteravond een beetje beDuveld geraakt. In de Kalverhage, een natuurgebiedje tussen 2 spoorwegen, hebben ze met een bulldozer een BMX parkoers aangelegd. Raar onderhoud van de natuurgebieden, daar in Melle. Ik stel voor het gebiedje ook nog droog te zuigen en vol te pompen met mest, zoals wij in Laarne doen met de Kalkense Meersen. We zien nog meer natuurleed. Ergens in een verloren boske staat een nagelnieuwe manshoge kraaienkooi, met daarin reeds 2 gevangen stakkers. Dat geval heb ik toch effekes omvergekieperd, zodat deze twee beestjes konden wegvliegen. Ik kan het niet aanzien dat ze intelligente beesten als kraaien en eksters laten kreveren.

Luc schiet de hoofdvogel van de dag. Ergens op grondgebied Melle komen de eerste 5 van onze bende uit een slag de weg op en slaan naar rechts af. Er kruist ons een wielertoerist uit de tegenovergestelde richting. Luc die wat achter komt – wat we niet van hem gewend zijn – hoort door de vele wind de waarschuwing ‘Tegenligger’ niet en voorzeker ziet hij ook de wielertoerist niet doordat we met 5 het zicht belemmeren. In plaats van bij het rechts afslaan ook rechts te houden, pakt hij bij het uitkomen van de slag een grote bocht tot op de overkant van de weg en komt zo plots oog in oog met de verschrikte wielertoerist. Het had veel erger kunnen zijn, maar het wordt een schouder tegen schoudercharge. Deugd doet dat niet. Die wielertoerist kwaad natuurlijk. Maar wat denkt die eigenlijk wel? Bij mijn weten hebben mountainbikers altijd en overal voorrang, of niet soms? En zeker als ze van de KWB en van Kalken zijn. Ja, wielerterroristen en mountainbikers, goed zal dat nooit boteren, maar om er nu bots bovenop te gaan rijden, Luc, ge moet ook niet overdrijven, hé.

Dirk H. ziet het in Westrem niet meer zitten en vervolgt deze tocht van 55 km op de weg. Jan W. blijft achter in Wetteren, bij het vrouwke, om eens (goede punten) te scoren. Dirk P. moet lossen op de Langen End, zodat we nog met vieren naar het Weike vlammen tegen 40-42 per uur met Danny op kop en de wind in ‘t gat. En zo eindigen we ook, want Danny wordt niet aangevallen, zo zijn best dat hij gedaan heeft om de weg niet kwijt te geraken en om de ganse tijd op kop te rijden.

In het Weike zitten Frank en Eddy in koerstenu. En, godbetert, daar zitten ook nog Marc, Guy en Ivan, in burger. Ivan mag maar 1 keer per weekend zat zijn. Daarom komt hij nog rap een paar Duvels drinken. Kwestie van niet te ontnuchteren voor zondagavond. Mario

O ja. Waar waren Bart, Ronny en Rudy R. zult ge vragen. Awel, ik ga het u antwoorden. Ronny en Rudy ondersteunden Bart logistiek tijdens het kampioenschap van België marathon MTB te Waregem. Werd Bart, bij zijn eerste deelname, toch wel al meteen tweede bij de beloften zeker. Van harte proficiat van de hele bende, Bart en doet zo voort!


 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers

 

Rechtzetting vorig verslag. Ivan reed ook mee in de Ronde van Vlaanderen-toertocht, maar ik heb hem niet vermeld. Ge moet niet vragen: als ge met een postuur als dat van Ivan niet eens opvalt, dan hebt ge wel zeer onopvallend gereden. Toch een DIKKE sorry, Ivan.

 

Zondag 25 april 2004. Bierbeek. Danny, Rudy R.*, Karel*, Dirk VDV*, Mario, Luc, Tom, Geert, Rudy V.* De personen aangeduid met een sterretje waren uitgerust met GPS. De felsten dus. Danny kreeg geen, want GPS of geen GPS, verkeerd rijden doet hij toch en dan zijn die mensen hun GPS nog kwijt ook. We hadden gedacht dat het 60 km diepe dalen en steile klimmen in het bos gingen worden, maar daar heb je slechte ontvangst met de GPS. Het worden dus vooral lange boerenwegels in open landschappen. Met zo een GPS rijden is toch niet alles en de eerste 10 km mogen we een keer of vijf op onze wielen terugkeren. Dankzij het verkeerd rijden, zien we wel, op klaarlichte dag en van dichtbij, drie prachtige reebokken. Een fantastisch gebied trouwens. De wegels die we daar gezien hebben, had ik nog nooit meegemaakt. Hoe ze daar met een traktor nog over rijden, weet ik niet, maar sommige slagen waren – zonder overdrijven – één meter diep! En drie vier naast mekaar, zigzag door mekaar. Ongeloofloos.

Sponsor Rudy* wil persé stoppen aan het enige café dat we tegenkomen – café Tollet! - en we verdriedubbelen meteen die mens zijn jaaromzet aan cola, want meer dan 1 mens per week kwam daar niet binnen. Een geluk dat Danny hielp uitschenken of we waren nog niet thuis. Vandaaraf, de laatste 20 km is het elk voor zich, want kapitein Rudy* wil er eens de beuk in zetten. Het wordt een wilde achtervolging. Karel* kan net nog even bij Rudy* en Danny komen maar dan steekt een stok in zijn wiel stokken in de wielen. Ja, voor wat lig ik hier anders te liggen, moet die stok gepeinsd hebben. Luc, de witten, die dit seizoen al een aardig palmares aan tuimelperten heeft verzameld – als hij een pinnekensdraad of wielertoerist ziet, hij rijdt er gewoon bots op - wou nu eens een echte auto uitproberen. Hij kon zich nog op het nippertje inhouden, maar dat weeral ten koste van een zware val. Luc rijdt echt dat de stukken eraf vliegen, dit seizoen. Gelieve ze bij vondst terug te brengen.

Na 5 seizoenen MTB denkt een mens dat hij het meeste al gezien heeft, maar dit jaar zijn we toch al verschillende keren aangenaam verrast geweest. Wat een prachtige rit alweer. Dit was eigenlijk een voorbereidende rit voor als we naar de Pyreneeën zouden gaan rijden, maar de meesten zien het toch niet zitten. Als dien mens van de organisatie vertelt over zadelpijn vanaf dag 3, ravijnen, 70 per uur en afdalingen op skipistes met stenen, is mijn goesting ook rap over. Danny ziet het wel zitten, want je hebt best een vestje aan dat ademt en Danny heeft toch wel zo eentje zeker. De dag dat Danny schielijk mocht te overlijden komen, pas dan heel goed op. Want als je denkt dat hij nog ademt, controleer toch eerst even of het zijn vestje niet is (hou er een spiegeltje boven). De hele dag leute voor 8 Euro allemaal, inclusief een driedubbele spaghetti achteraf. Mario

 

Zondag 2 mei 2004. Waasmunster. Ivan, Rudy V., Geert, Mario, Luc, Karel. 65 km aan 27 per uur. Schoon droog weer, zodat we ook zonder wegkapitein Rudy aan een mooi gemiddelde komen. Ivan rijdt zo breeduit, dat zowel Karel als ik ons erachter uit de wind kunnen wegsteken. Alleen Karel zijn nek steekt een beetje uit zegt Ivan. Ik weet niet wat hij daarmee wil zeggen, maar ik vind toch dat Karel Karate dat moet weten. Zodat iedereen vrienden kan blijven, nadat de nodige dingen – als het moet met een beetje geweld – zijn bijgelegd. Sponsor Rudy, die nooit valt, maakt in de laatste zandbak een mooie, maar natuurlijk zachte landing. Luc, die aan een knalseizoen bezig is qua valpartijen: in de pinnekensdraad hangen, wielertoeristen omverrijden, auto’s proberen van de baan te rijden, komt er vanaf met een knieval. Onze sponsor is echt in supervorm. Het is eraan te zien dat hij honderden kilometers doet met de koersvelo en met of zonder het vrouwke. Wat een supertoffe kerel is onze sponsor toch. En wat een atleet. En altijd vrijgevig. Wat hebben we toch geluk met zo een sponsor. En wie wint er de sprint? Onze sponsor natuurlijk! Mario

Euh, zeg Rudy, nog ietske. ’t Is om eens te vragen of we nog lang moeten wachten op die nieuwe truikes en broekskes. Dat is nu al vijf jaar dat ik reclame maak voor uw commerce in hetzelfde tenuke. En ge begint mijn onderbroek te zien door mijn koersbroek. Dan moogt ge nog van geluk spreken dat ik een van de weinigen ben die een onderbroek draag. Wat ge er bij Ivan allemaal door begint te zien, ga ik hier niet uitleggen, maar reclame voor uw zaak is het alleszins niet. Dus, ik zou zeggen, doe het voor uw eigen en voor uw omzet.

 

Zondag 9 mei 2004. Aaigem. Reeds om halfnegen te vertrekken, dus om kwart na 7 sta ik al bij de bakker. Ik twijfelde of die al open ging zijn, maar zie, het is me daar warempel een overrompeling van jewelste van allemaal venten. Ah ja: moederkensdag. Thuisgekomen laat ik mijn vrouwke weten wat voor geluk ze toch wel heeft met een man als ik die niet zomaar één keer per jaar voor moedertjesdag, maar wel elke zondag vroeg op is en naar de bakker gaat. “Ja, omdat ge moet gaan mountainbiken, anders zoudt ge niet uit uwen nest geraken”, is het antwoord. Doet dan eens iets! Zijt dan eens kontent van uzelf!

Dirk Hanselaer, Rudy, Rudy, Luc, Jan, Ivan, Mario, Geert, Carla, Gerda en Christelle. Euh, Carla? Gerda? Christelle? Zijn Karel, Geert en Krist transseksuelen geworden? Van Karel zoudt ge nu nog …, maar van Geert en Krist toch niet!? Neen, U misleest zich niet. Binnen de moederschoot van de KWB MTB club heeft zich op moederkensdag spontaan en helemaal vanzelf een nieuw initiatief ontplooid: de D-ploeg. Dat betekent niet de ploeg voor mensen met een D-cup, zoals Den Dirk ons wil doen geloven, maar de Dames ploeg. Indertijd was Franky een van de pioniers van ons MTB clubje, en nu is zijn zus, Carla De Kok – “met cee ooo cee kaa”, zegt ze daar nog bij, maar vraag me niet waarom, ook bij de eersten. Wij mannen hopen natuurlijk dat dit initiatief mag openbloeien en we zien dan ook met grote verwachting de komst van de Nelekes, Nadinekes, Kristienekes, Marlenekes, Heidikes en alle andere vrouwkes tegemoet. Ik hoop wel dat die van ons geen goesting krijgt, want ik zie me niet iedere week 2 velo’s kuisen, zulle.

De mannen doen 55, de vrouwen 25. Net mijn zomerbanden opgelegd en lap, voor het eerst sinds lang een ferm vettig parkoers. Veel korte keren en draaien, klimmekes en afdalingkses, dus ferm lastig voor de dooprit van de dames. Voorwaar een mooi parkoers, maar als de vorm aan het wegebben is - ik voel hoe het iedere week minder gaat, kun je er niet echt van genieten. Ivan, eventjes achter, mist een afslag, die een lus in het parkoers is. Als hij dus even verder terug op het parkoers komt heeft hij ons voorgestoken en is hij ook de bevoorrading voorbij. Ivan denkt dus dat hij ons aan het achtervolgen is, maar eigenlijk rijdt hij voor ons. Voor een keer dat hij voorop rijdt. Ook Dirk steekt van allerhande stoten uit, zodat hij al in de kantien zit als wij voor de derde keer de vrouwkes tegenkomen, nu in het gezelschap van Ivan. Dat komt omdat we ook ergens verkeerd rijden, zodat de vrouwkes ons voorbijsteken en als wij ons kar keren en terug op het parkoers komen zijn ze dus net voor ons. Ja, die pistes van 25 en 55 lopen de hele tijd door mekaar ook nog. Ja Christine, Ivan reed de hele tijd alleen met de vrouwen. En dan was hij nog Christelle aan het duwen, want die had kettingbreuk. Dus door supertoeval en doordat iedereen op verschillende momenten verkeerd rijdt, staan we allemaal klaar om Christelle te helpen, behalve …Dirk zelf, die al in de kantien zit, de propere. Rudy heeft er wel 20 minuten werk mee met de oude versleten ketting en alleen dankzij een stukje ketting dat Jan nog bij zich heeft, lukt het. Ik vraag nog of ze iets kunnen doen met de nagelnieuwe reserveketting die ik altijd bij me heb, en ze vinden dat allemaal een goeie mop. Haha. Ik heb mijn ketting dan maar weer naar huis meegnomen. Ge weet nooit dat we eens kettingbreuk lijden, hé. Dirk en Christelle, ik zou zeggen: “Eens naar een goeie velomaker gaan”, maar spijtig genoeg hebt ge zo geen in Kalken*. Aaigem, naaste jaar komen we weer, en we hopen met meer man en meer vrouw en ik met meer vorm. Mario

* Euh, dat was een graptje, hé.

 

Zondag 16 mei 2004. Serskamp. Ik heb een bierkaartje nodig gehad om alle deelnemers te noteren. De D-ploeg bestond uit de dames Gerda, Linda (moeder Vanhecke ook al, jaja) en Nadine, de eega van onze sponsor. De B-ploeg bestond uit de heren Dirk P., Dirk H., Rudy (Washington) DC, snellen Eddy en, godbetert, trage Marc, voor zijn definitieve heroptreden, laat ons hopen. De A-kes waren Ivan, Karel, Rudy V. en Rudy R., Jan W. uit W., de Witten, Bart en Ronny Vanhecke (was Svenneke dan alleen thuis, dat manneke?) en mijzelve en wij reden naar Serskamp en de Warande te Wetteren, een 40 km aan 26 per uur. Karel heeft last van wat MTB kwetsuren en verrekkingen opgelopen de laatste weken. Ja, als ge zo een jaar of 5 rijdt en ge zijt een beetje van een bricoleur dan begint het langs alle kanten te mankeren. Bij Ivan bvb. is er niets dat nog echt marcheert, maar dat was eigenlijk al van voor dat die mountainbike reed. Bij mij doet het ook overal zeer en trekt het overal tegen, hoe langer hoe meer. Rudy weet een nieuwe wegel en daar wil Bart wel eens zijn kunnen demonstreren door zonder af te stappen een boom die dwars over het paadje ligt te nemen, maar de boom neemt hem … zonder op te staan. Sponsor Rudy rijdt tegen een dikke hoekpaal. Hoe hij die niet kon gezien hebben? Doordat Ivan voor hem reed, probeert hij er zich uit te praten, maar dat is geen waar, want Ivan reed achter hem. Ge moet niet vragen hoe erg het met Ivan gesteld is, als ge nu ook al niets meer ziet als hij achter u rijdt.

Bijna thuis is er een paard dat een zijwaartse panieksprong maakt als wij eraan komen. Rudy R. kan zich daar verschrikkelijk kwaad in maken. “Dat komt dan met een paard op de straat en ze kunnen er niet eens weg mee”, foetert Rudy. Maar Rudy, ik rijd zo al vijf jaar mountainbike zonder dat ik goed weet hoe erop recht te blijven. Want zie maar. In Wetteren doen we de Warande waar er een erg technisch parkoerske is aangelegd. Iedereen is het erover eens dat het niet te doen is, gewoon overdreven. Ik heb het echter wel geweten, want op het scherpe afzinkske val ik en ik blijf vallen, met mijn velo tussen mijn benen en dan nog eens bal over kop met velo en al. Kul over kloten, zeggen ze bij ons. Beneden aangekomen, geef ik uit kolère mijn velo nog een stamp bij, maar het is op mijn eigen lompigheid dat ik meest kwaad ben. Een paar schrammen en blauwe plekken bij, maar hier kom ik goed weg.

Als de drie ploegen allemaal weer op het terras voor het Weike zitten – ook de vrouwen hebben 40 km gefietst, komt daar ook nog de C-ploeg af (C voor Café): Guy Roels die pas om kwart voor 10 kon vertrekken door omstandigheden (hij geraakte namelijk niet vroeger uit zijn bed). Mario

PS. Voor de liefhebbers die het wat rustiger aan willen doen: vanaf nu rijden we de hele zomer lang ook de dinsdagavond. Wie goesting heeft om eens te proberen: Verzamelen aan de kerk om 8 uur. Bedoeling is in de eerste plaats vooral de wegelkes in de streek te leren kennen en niet van te koersen.

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 23 mei 2004. Oudenbos. Ingerichte rit van de Ledecrossers. Guur weer voor de tijd van het jaar, maar zo heb ik het graag, ik zweet zo al genoeg. Ik – macho zijnde – had al gepeinsd dat we nu niet teveel vrouwvolk gingen zien. Was ik me daar eventjes ferm mis. Maar liefst 10, u leest goed, tien vrouwen aan de start: de fokkemodders Gerda, Linda, Christelle, Christine, Kristien, Carla, Nadine, Veerle, en Guy en Marc. Guy en Marc zijn geen vrouwen, zult u – opmerkzame lezer - opmerken, maar in de modderfokkerverslagen worden mietjes bij de vrouwen gerekend, om het simpel te houden. We verwachten nu wel een verslag van Marc, van zijn ervaringen met de vrouwen. Wat betreft mountainbiken welteverstaan, want anders zou het maar een kort verslag zijn.

Aangezien Ronny, Ivan en Rudy V. meerijden met de A-ploeg betekent dat dat er drie koppels aan de start staan. Luc, de witten, rijdt alleen zonder wachten als er eens iets mis gaat, omdat hij rapper moet thuis zijn. Ondanks het helse tempo dat we er op na houden, halen we hem niet meer in. De A-kes zijn ook met 8: Jan, Mario, Ivan, Rudy, Rudy, Geert, Bart en Ronny.

Er is een B-ploeg: Eddy, de gebroeders Hanselaer en Rudy Washington DC, die ons na één derde van de rit, in het domein van Wachtebeke wel eventjes inhalen, dus onderschat ze niet. In totaal dus: 8+2 +8 +1+4 = 23 mountainbaaikers en ksters. Rudy, dat zal toch wel een hele investering aan truikes worden, vrees ik. En die broekskes voor vrouwen, zijn die dan hetzelfde als voor ons? Zo vraag ik mij plots af.

Bracke steekt van alle soorten manoeuvers uit die niet te katholiek zijn. In Kalken zeggen ze dan: “Ge moet er niet op letten, ’t is weer een Brackske”, waarmee ze wel de helft van Kalken benoemen. Als we terug in Zeveneken komen staat er op mijn tellerke: 53 km en 27.66 km per uur. Ge moet niet vragen of er gevlamd is. Rudy wilde er vandaag eens de pees op leggen.

In de 5 jaar dat we het Vlaams gewegelte onveilig maken op ons velo, hebben we al wel eens kleine groepjes van twee, maximum drie mountainbaaiksters gezien, maar nog nooit 8 in één bende. Ik denk dat we hier met een wereldprimeur te maken hebben. Misschien wel met een epidemie. De Boerenkrijg is toch ook niet ver van hier begonnen niet waar? Mario

 

Zondag 30 mei 2004. Serskamp. Een rustig, kort ritje van 40 km aan 24 per uur. Naar Serskamp en rydt men om te genieten. Slechts met 6: Ivan, Mario, Dirk, Rudy, Luc, Jan. Eddy en Rudy Washington DC willen alleen rijden, en ze hebben natuurlijk ongelijk. Geen vrouwkes want die rijden morgen maandag een ingerichte rit in Zele. Ja, die madammekes zijn ocharme 3 weken bezig en gewoon rond de kerk rijden is al niet meer genoeg.

Nu de plassen verdwenen zijn, komen de tingels. En vanaf juni ook nog de vliegen en de beestjes. Mountainbiken is altijd afzien. “Ik heb geen tingels gezien”, zegt Rudy. “En mij zaagt ge niet van de tingels”, antwoordt Dirk, die altijd graag laatste rijdt. In de bossen in Serskamp komt hij mij plots toch voorbijgevlamd. “Awel, gaat het niet rap genoeg misschien”, roep ik. Dirk begint te zwingelen en te zwengelen om mij weer voor te laten, en doet zodanig onnozel dat hij een pracht van een tuimelperte inzet. Een put verkeerd ingeschat. Ik kan nog net zijn velo die sierlijk alleen door de lucht vliegt, ontwijken.

Sommige mensen vragen mij of het niet goed botert tussen Ivan en mij, gezien ik altijd op zijn kap zit. Maar nee, integendeel, Ivan is mijn dikste vriend. Daarbij, het is afgelopen met lachen met Ivan, want hij staat scherp. Hij staat zo scherp dat hij zichzelf al 2 keer aan zichzelf gesneden heeft vandaag, zegt hij zichzelf. En inderdaad, de spurt wordt mooi en van ver aangetrokken door broer Rudy, en al even mooi afgewerkt door Ivan. Maar Rudy, die duw mocht ge wel achterwege laten, want we zullen ons verplicht zien om Ivan de volgende keer te diskwalifalificeren.

Tenslotte nog het nieuws van de dag: de witten is nergens op gereden.

Mario

 

Zondag 6 juni 2004. Zottegem.

Rudy heeft er een jobken bij. Naast voegwerken en mechanieker van onze ploeg, is hij nu ook testrijder voor fietstoebehoren. Zo rijdt hij nu al enkele weken rond met grip-shift versnelling van shram, of zoiets, en hydraulische remmen. Hydrawat??? Eenvoudig gezegd, het freinkabelken is vervangen door een buisje met olie. Groot voordeel hiervan is dat uw kabelken niet meer moet gesmeerd worden, ha ja, er zit alleen maar olie in. Soit. Op ons gewone terrein heeft het systeem zijn deugdelijkheid al bewezen, dus wordt het hoogtijd om eens een zwaardere beproeving op te leggen. Zottegem dus.

Om 8 uur verzamelen aan de kerk, en wie denkt dat alleen de echte zotten zo vroeg naar Zottegem vertrekken, de D-ploeg is er ook. Gerda, Carla, Linda, Veerle, Christine, en Marc. Niet dat Marc volledig is overgestapt naar de damesploeg, maar rustige ritjes passen in zijn opbouw naar zijn vroeger niveau (haha). Neen serieus nu, ik vind het zeer nobel van Marc, dat hij zich spontaan aanbiedt als begeleider en, indien nodig, pechverhelper voor onze meiskes. Na Sergio, nu dus “Marc @ the ladys”.

Bij de mannekes met 9. De twee Rudy’s, Bart en Ronny VH, Geert B. Dirk VDV, Karel V, survival-kampioen Patrick en ikke. Neen, Mario was er niet bij, en zo krijg ik de kans hem eens goed terug te pakken na al de leugens die hij over mij al vertelde.

Maar zo zit ik niet in mekaar. Ik heb er geen nood aan anderen te blameren, om zo zelf beter uit de verf te komen. De rit zelf dan. Veel bergop, soms eens bergaf, het enige wat plat was waren mijn benen. Zelden zo afgezien. Gelukkig kon ik rekenen op het nodige duwwerk van mijn metgezellen, waarvoor dank. Als ik zo blijf verder dutsen is het binnenkort “Ivan @ the ladys”. Ergens halweg de rit probeert Rudy een stukje af te snijden door tussen enkele paaltjes te rijden. Op het laatste ogenblik ziet hij echter dat tussen de paaltjes een stalen draad gespannen hangt, en moet hij een noodstop maken. Gelukkig kan hij vertrouwen op zijn supersonisch, hydraulisch, fantastisch remsysteem, anders kon hij zijn nieuw air-bag systeem testen (of zit dat nog niet op zijn fiets gemonteerd?). Bij aankomst zien wij dat de vrouwenploeg nog niet binnen is van hun 35 km rit, en krijgen wij de tijd om te bekomen van onze 45 km. Als ik voel hoe neig da’k ik heb afgezien, vrees ik het ergste voor Marc en zijn companen (companettes, companinnen, of hoe schrijft ge dat?), en denk dat na deze zware rit sommigen het voor bekeken zullen houden. Wanneer 10 minuutjes later de dames lachend en taterend aankomen, blijkt echter dat ze het zeer leutig vonden en genoten hadden van de prachtige landschappen en vergezichten. Landschappen?? Vergezichten?? Daar heb ik niets van gemerkt. Misschien volgende keer toch maar wat trager rijden, en ook eens kijken van wat er naast de wegelkes nog te zien is. Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan

 

Zaterdag 12 juni 2004. Regio-tour. Maar het kwam velen niet goed uit dit jaar zodat alleen Rudy, Bart en Patrick Rogiers de 100 km doen (aan meer dan 30 per uur naar ’t schijnt) en Eddy en Dirk VDV de 70 km. De zondag stonden er 8 aan de kerk.

Toch even melden dat er op vrijdag nogal gemountainbiked wordt door mannen en vrouwen en kinderen samen, onder deskundige leiding van sponsor Rudy (straks rijdt iedereen in Kalken met een truitje van Vergeylen?) en Ivan. Wie zin heeft, is steeds welkom op vrijdagavond om halfacht aan de kerk. Bendes van 30 zijn niet ongewoon. De omzet van het Weike op vrijdagavond is daardoor ook verdubbeld. Op dinsdagavond om 8 uur wordt er ook gefietst, maar dat blijft beperkt. Ook daar blijven liefhebbers welkom. Mario

 

Zondag 20 juni 2004. Toertocht Kalken. De dag voor de zomerzonnewende, dus de op 1 na langste dag van ’t jaar. Vanaf nu is het alweer korten naar de winter toe, zei de pessimist. De B-kes, Eddy, Guy, Rudy DC, Luc en Dirk en Frank H. zijn om halfnegen vertrokken voor de 60 km. De vrouwen zijn weeral met 8: Gerda, Carla, Adinda, Adel, Kristien, Christelle, Marc en Hilde en vertrekken voor de 40 km iets later en om kwart na 9 vertrekken vanuit de Wilbra de 9 A-kes Rudy, Danny, Dirk P., Hans S., Geert, Ivan, Jan en Karel en Mario. De rit naait alle wegels in de Meersen aan mekaar zodat we van het plein van SK Kalken vertrekkend naar Wetteren op rijden en zo uiteindelijk in Uitbergen uitkomen. Daar pakken we de Uitbergse boskes mee (ze hebben er wel een stuk van gekapt, het is niet te herkennen). Aan bevoorrading aan de Scheldeboord tussen Uitbergen en Berlare hebben we de vrouwkes te pakken. Gelukkig hebben ze nog iets over gelaten voor ons. Marc is gelijk een haan met zijn poelden, zegt Rudy.

Na de bevoorrading rijden we verder over de Berlaarse Zandbergen naar de Gratiebossen en naar Zele, waarna de rit terug richting Kalken gaat. Geert slipt en komt ten val. Ja, ook ’s zomers ligt het ‘glad’ doordat de kiezeltjes losliggen en dan subiet meeschuiven en je wiel meenemen. Danny staat niet scherp en rijdt zeer onopvallend, wat we niet van hem gewoon zijn. Ja, zelfs de beste atleten gaan er op achteruit als ze niet genoeg met ons meerijden. We hebben er een kleine 50 km op zitten als we aan het Weike passeren en Ivan en ik het voor bekeken houden. Kwestie van op het gemak nog een aperitiefke te kunnen nuttigen en vooral op tijd op de barbecue van de KWB te zijn. Mario

 

Tot slot: voor al diegenen die al op dinsdag, vrijdag of zondag meereden met de mountainbikers: op 25 juli gaan we naar Poperinge voor een niet te missen zomeruitstap naar de Westvlaamse heuvels met barbecue en bezoek aan de abdij van West –Vleteren. Wie goesting heeft neemt kontakt op met een van de mountainbikers, ten laatste tegen half juli.

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 12 augustus 2004. Van uw vriendjes moet ge het hebben. Ik sta schoon om 9 uur op het kerkplein als daar afkomen: Bart, Rudy R., Patrick Roels, Luc K. en Dirk VDV. Geen gewone mensen te zien. Waar zijn die? Awel, die zijn al om halfnegen mee met de vrouwen vertrokken naar de toertocht in Wetteren. En mij laten ze nietske weten en ze laten me dus aan mijn lot over bij deze cracks. De gemiddelde leeftijd van de cracks: 10 jaar jonger dan van den dezen, die tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan begint te komen, of zo voel ik me toch. Gewicht van de cracks: geen grammetje vet, afgetraind. Den dezen: minstens 5 kilo te veel. Trainen: Bartje 500 km de week als het eens wat minder gaat, Rudy: heel zijn leven niet anders gedaan. Den dezen: training in de week: Chips + Duvel. In het weekend: Duvel + Chips. Karakter van de cracks: IceTea, Spa Light en een Spa om eens af te wisselen. Den dezen: Duvel, Blonde Leffe en Ciney van ’t vat erbovenop. De uitrusting van de cracks: verende voorvorken, schijfremmen, olieremmen, een velo die meer kost dan dat onzen auto nog waard is. De dezen: remmen? Ja, soms. Talent: de cracks: Rudy ex winnaar Parijs Roubaix, nu ja, tweede achter Kelly, maar die heeft volgens Willy Voet meer doping gepakt dan Museeuw en Meirhaeghe samen in het kwadraat, dus die moogt ge uit alle tabellen schrappen. Patrick: Belgisch kampioen survival. Bart, 19, en nu al bij de top 5 op MTB marathon in België. Luc K.: all round KWB-atleet. Den dezen: mijn beste prestatie ooit was 7° (op 8) op het Westvlaams provinciaal kampioenschap 100 meter platliggen met vliegende start. De 8° had een hartattakske gekregen en werd nog gediskwalificeerd ook. Mijn medaille hangt nog altijd boven mijn bed. Ik dus met 5 maniakken op weg naar een toer van 50 km in het Wetterse, terwijl Ivan, Frank & Dirk H., Marc R., Rudy V. en Geert B. lustig met de lustige vrouwtjes op het gemakske de 35 km deden. Aan 20 per uur. Inderdaad een mooie prestratie van ons vrouwvolk. Wij aan 25 per uur de 50 km. En der was er daar ene bij die heeft toch afgezien! Wat de rit betreft: een voltreffer. Al meteen een van de mooiste ritten van het jaar, want massa’s wegeltjes die daar aan de andere kant van ’t Scheld op ons liggen te wachten en waar we geen weet van hadden. Ik hoop dat Rudy ze in zijn aangeboren GPS heeft opgeslagen zodat we ze nog eens met onze bende kunnen doen. Mag het dan ietske trager misschien? Dan zie ik er misschien iets van. Dankewel. Mario

 

Zondag 29 augustus 2004. De laatste rit van het vijfde seizoen. Aan de kerk staan de genaamden Dirk H., Dirk P., Ivan R., Luc K., de dames Carla en Ariane, en ondergetekende. De freaks Karel, Jan, Rudy R. en Bartje VH. zijn naar Houffalize. Sinds er de vrijdag wordt gereden met mannekes en meiskes tesamen zijn er enkele op vrijersvoeten geraakt, en die hebben andere dingen aan hun hoofd dan velo rijden. Zo ziet men maar: men is nooit te oud voor een tweede puberteit. Ik rijd nog altijd op mijn zelfde, oud gerief. Jaja, geen nieuwe velo gekocht dees jaar.

Met ons vijf rijden we naar Wachtebeke, 50 km aan 26.1 per uur. Carla en Ariane doen 36 km en die twee lachen nogal wat af. Ik moet zeggen dat ik toch blij ben dat mijn vrouwtje geen zin heeft om te fietsen, want als ik de zondagmiddag licht beschonken thuiskom, dan heb ik graag direct mijn eten warm. In Wachtebeke moet ik op een strook van 500 meter 3 keer stoppen. Eerst omdat er een wesp in mijn helm vliegt en er niet meer uitraakt, dan omdat ik een tak lelijk in mijn oog krijg en als ik net weer verder rij, sleur ik een tingel af die dan mooi recht tussen mijn benen in mijn velo blijft steken zodat ik bij elke rondtrap links en rechts getingeld wordt. Een mens kan afzien.

O ja, voor ik het vergeet. Bij deze wens ik het KWB-bestuur uitdrukkelijk te danken voor de 2 tot 3 flessen rode wijn en de plateau heerlijke hapjes die ik gisterenavond mocht nuttigen in het feeërieke kader van de pastorietuin ter gelegenheid van de 60° verjaardag van onze vereniging. Ik kan dit initiatief alleen maar toejuichen en hoop ten zeerste dat het nu weer geen 60 jaar zal duren, en dat men hiervan integendeel een maandelijkse gebeurtenis maakt. Ge zult het ledenaantal nogal de hoogte in zien schieten, zelfs bij verdubbeling van het lidgeld. Een gratis tip u aangeboden door uw verslaggever.

Ivan reed als allereerste rond in het nieuwe truitje van sponsor Rudy Vergeylen, keukens en badkamers, waar Rudy nu al 6 maanden over bezig is. Gedaan met het clowneske geel en blauw en nu het meer stijlvolle zwart en grijs. Kortom, de nieuwe truitjes zijn niet zo “flashy”, maar veel “cooler”. Rudy had speciaal het eerste truitje aan Ivan gegeven om zeker te zijn dat bij de testrit de tekst schoon opgespannen stond en de reclame aldus goed leesbaar was. Maar de eerste rit met het nieuwe truitje bevalt Ivan niet: hoofdpijn, zwakjes, overgeefachtig, glazige oogjes. En hij was nochtans niet op de receptie van de KWB geweest. Ivan, voor alle zekerheid, uw begraving zou ik liefst op een zaterdag hebben, want in de week is het moeilijk voor mij om te komen, zelfs als er de gratis bierbonnetjes zijn die je beloofd hebt. (Wie zou er anders komen, hé) Mario

PS. Rudy derde!, Jan W uit W 11°, Karel Verhoeven 36° en Dirk VDV 41° op 700 starters van de 60 km in Houffalize. Amai, amai. Bartje eindigt 4° op de 120 km. Amai, amai, amai. En met die mannen rijden wij mee de zondag. Allez, we doen toch ons best.

 

Zondag 5 september 2004. Sommigen besloten naar Gooik te gaan voor de start van het 6° seizoen, maar de meesten hadden besloten van de dag voordien naar het Bal van de Burgemeester te gaan en om 8 uur aan de kerk was te vroeg. Rudy R., Patrick en Guy Roels, Karel en Nele, en ik waren de enigen. Wij weg naar de Parel van het Pajottenland, Gooik. Karel en Nele nemen in Aalst de autostrade terwijl het rechtendoor via Ninove korter is, zodat onze wegen splitsen. Als we toch allemaal samen aan de kerk in Gooik staan, zegt Rudy: “Hij zal weer teveel naar die Hollandse teve geluisterd hebben, zeker.” Het volgend ogenblik ligt Rudy op de grond, gevloerd door een karateslag van Nele, van Karel geleerd. ‘Durft dat nog ne keer te zeggen, stukske koereur’ sist Nele, terwijl ze haar naaldhak in Rudy’s keel duwt. ‘Maar het was maar voor om te lachen’ piept Rudy. ‘Ha, het was maar voor om te lachen’ herhaalt Nele en we zien hoe de naaldhak van haar vrouwenkoersschoentje met nog een centimeter verkort terwijl ze in Rudy’s adamsappel verdwijnt. ‘’t was de GPS’, rochelt Rudy nog. Natuurlijk bedoelde Rudy niet Nele, natuurlijk niet, want Nele is geen Hollandse, maar de GPS in de auto van Karel, de GPS die Karel via de autostrade naar Gooik had gestuurd. Zo een GPS heeft meestal een Hollands vrouwenstemmetje. Ge kunt ook kiezen voor bvb. de stem van Rudy Vergeylen op zondagmorgen, maar begrijpelijk dat geen mens dat doet. Nadat dit misverstand en Rudy terug zijn rechtgezet, begeven we ons in de menigte, want het is juist Gordel, maar verder op de prachtige MTB-route hebben we nog van weinig volk last. Het is niet echt een lastige route, met veel pittoreske plaatskes en één serieuze klim tussen boomwortels. Ook doen we het smalste kasseibaantje (slecht 4 kasseien breed) waar ik ooit op reed, midden in de velden. Het ligt er zo slecht bij, dat zelfs survivalspecialist Patrick R. er niet op zijn gemak over rijdt. Ja, Vlaanderen op zijn Breugels, en dat op slechts een dik half uur rijden van Kalken. Er valt elk seizoen nog veel schoons te ontdekken. Hopen maar dat we volgende week weer met een grote bende zijn. Mario

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 19 september 2004. Kermiszondag. Met achten toch om negenen aan de kerk. Rudy en Ivan R., Dirk H., Luc de witten Krick, Geert (een Brackske), Jan W uit W, en twee halve gasten: Karel en ikzelf (of waren we nog volle gasten?).

Ivan, de orkaan raast aan 270 per uur over Amerika. Voor onzen Ivaan, mijnen vulkaan - zoals Christine hem in de meer intieme momenten (dus een keer of 2 per jaar) pleegt te noemen, moogt ge daar 250 per uur afdoen. En wie kruisen we daar als we vertrekken? Een BMW met Marc aan het stuur en een niet onbevallig vrouwspersoon naast zich (naast Marc, hé, niet naast de BMW). En met een air op gelijk of dat hij naar Parijs vertrekt. Marc hé, niet de BMW.

Op naar Wachtebeke voor wat normaal als een rustig ritje wordt beschouwd (52 km aan bijna 26 per uur). Behalve voor enkelen vandaag … Voor Karel en mijzelf is de kermiszaterdag blijkbaar slecht bevallen. Karel is nergens in de eerste helft (of toch wel: altijd ergens ver achter is hij), maar komt er na de helft door. Ik kan in het begin nog wat mee, maar dan is het ermee gedaan. Ofwel ben ik verleden week te diep gegaan, ofwel heb ik er gisteravond te diep in gekeken. Jongens, wat rijden die toch rap. Rijd ik daar anders mee mee, mémé? Karel die als laatste in de bossen van domein Puyenbroeck voorbij een toevallige voetganger rijdt, roept rap: ‘Ja, ik heb ze bijna gedubbeld, zunne’. Goeie truuk om uw gezicht te redden, niet? Als ik een minuut na de anderen uit het veld kom, probeer ik ook eens van ‘Ja, en nog een platte band mogen vervangen ondertussen, ook nog.’, maar dat pakt niet. Op de brug van het Heyende slaag ik er nog in om met een laatste krachtinspanning iedereen voorbij te fietsen. Puur op karakter, zelfopoffering, heldenmoed, doodsverachting, vaderlandsliefde en zelfs patriottisme. Maar dan is mijn pijp uit. Ze is vandaag nooit echt aan geweest.

En Rudy klopt zijn kleine broer Ivaan, de baviaan – zoals we hem plegen te noemen, in de sprint. In de Beize krijg ik tot overmaat van ramp nog het verschot in mijn kaak door te gulzig naar mijnen Duvel te happen. Rap vergeten, deze zondag. Mario

 

Zondag 26 september 2004. Slechts met zes. Het seizoen wil niet echt op gang komen. Bendes van 15 man zullen we wel niet meer samen zien dit jaar, vrees ik. Een geluk dat Carla en Ariane weer op post zijn en hun eigen tocht doen. Wij, dat zijn Jan W uit SchelleBelle, Dirk H., Dirk P., de witten, double R, en uw dienaar. Naar Waasmunster. We doen 60 km aan 27.6 per uur. Dergelijke prestatie is mogelijk doordat er weinig wind is, het parkoers bijna voor 2/3° uit asfalt bestaat en vooral omdat het gedeelte op asfalt eigenlijk een rit achter Derny-motor is, ’t is te zeggen, een rit achter de rug van Rudy Rogiers.

Evenement waar in het Weike nog veel wordt nagepraat, zijn de tingelen op de dijk langs de Durme. Ik ben de enige met lange broek – en Rudy heeft zo een blauwe pyama-broek tot net onder de knie, maar Dirk P., Luc K. en Jan W., als koprijder, zijn gezien. Aan 10 tot 12 per uur onze weg zoeken door een veld tingels, 5 minuten lang. Tingel, tingel, tingel. Een mountainbiker kan afzien. Dirk H. heeft beslist om deze beproeving niet aan te gaan en langs de baan te rijden. Voor Dirk is het ook extra gevaarlijk, want als je hem kwijtraakt in dit tingelenbos, vind hem dan nog maar terug.

Een geluk dat we zo rap gereden hadden, want als we in het Weike aankomen, liggen daar languit in de zetel, Marc de cafébaas, met Carla en Ariane. Wie weet wat er nog allemaal gebeurd was, als we niet op tijd terug waren geweest. Ik mag er niet aan denken. Dat ik er niet mag aan denken! Mario

 

Zondag 3 oktober 2004. Naar Serskamp met ook maar weer een paar man. Zouden we niet eens naar Serskamp rijden, vraagt Rudy langs zijn neus weg? Wel ja, Rudy, we zouden wij eens naar Serskamp kunnen rijden, waarom niet? Blijkt dat Rudy halfweg eens aan een van zijn voegwerken moet stoppen om te zien welk staal hij nu gezet had. Vandaar. Er zou verder niet veel te melden zijn, maar gelukkig rijdt Ivan mee. Eerst een platte band, die Rudy en Bart proberen te stoppen met schuim, maar volgens mij spuiten ze daarmee sommige hersenholtes bij Ivan mee vol, want het is niet veel gekort. Ivan draait dan maar de opgeschuimde binnenband gelijk een echte Flandrien rond zijn schouders. Een eind verder, weer een vloekende Ivan. Zijn zadel eraf. Voor de derde keer in zijn carrière en als enige in al die tijd. Je moet dan nog weten dat Ivan, die van beroep fijnmechanieker is – zijn bedrijf werkt voor de ruimtevaart: alle raketten die de laatste 10 jaar neerstortten werden mede door Ivan gemaakt, dat zadel speciaal heeft verstevigd. Er zullen er niet veel zijn, zegt Ivan, die met hun bilspieren een bout van 10 kunnen kraken. Juist, Ivan, maar als ge daar fel op zijt, jongen, mij niet gelaten hoor, maar ik heb liever mijn spieren ergens elders. Aangekomen in het Weike, missen we Ivan. Met zijn binnenband blijven hangen aan een tak in de Speelbos in Wetteren. We halen hem volgende week wel eens op. Mario

 

Zondag, 10 oktober 2004. Aangezien we vandaag naar de ingerichte toer van de Ledecrossers in Oudenbos rijden, en ik zoals gewoonlijk geen trap teveel wil geven, besluit ik niet naar het kerkplein te gaan, maar in te pikken als de bende aan mijn deur passeert. Wat een goed gedacht leek, blijkt algauw een vergissing. Wanneer de anderen goed opgewarmd, sommigen zelfs al een beetje oververhit, en ik met koude motor, de brug over de E17 naar boven vlammen, en we en passant nog een groep wielertoeristen voorbijflitsen, voel ik al een lichte verrekking in mijn bil. Dat belooft. De anderen, dat zijn: Rudy R., Karel V., Vader Ronny en Zoon Bart, Geert B. en Dirk VDV. Zoals gewoonlijk gaat het weer rap. Zo rap zelfs dat Ronny mij weet te zeggen dat zijn hartslag nog niet onder de 170 geweest is. Bij mij was er geen sprake meer van hartslag, het was eerder hartgeroffel. Net voor we in Oudenbos aankomen, krijgen we Mario met zoon Dries, en Guy met zoon Sam nog te pakken. Mario begint zich weer kinds te voelen, en heeft gekozen voor de Kids-tour. Van Guy zijn we dat allang gewoon, maar van Mario was ik toch serieus verschoten. Ik was nog veel neiger verschoten toen we Mario naar het einde van de rit opnieuw tegenkwamen. Toen ik naast hem ging rijden dacht ik eerst een goede imitatie van Kabouter Plop te zien, maar die rode neus bleek echter een serieuze bloedklonter te zijn. Gevolg van nen fermen stuik, een paar minuten geleden. Met zijn voet achter een prikkeldraad, die in de grond vastzat, blijven hangen en zodoende tegen de vlakte. In een laatste reflex kan hij zijn val nog met zijn neus opvangen, maar nu is deze wel beschadigd. Als we even later bij de Rode-Kruispost navragen hoe het is, lijken de verzorgers serieus in paniek. Ze vrezen voor een hersenlestel, ter hoogte van het spraakcentrum. Gelukkig kunnen we hen geruststellen als we zeggen dat Mario altijd zo spreekt, want hij is van Poperinge – West-Vlaanderen. Als we dan ook nog het mysterie van zijn afgebroken voorste tand ophelderen (dat spleetje zit er al jaren), blijft er enkel nog de wonde onder zijn neus die zal moeten gehecht worden. Bezorgd om mijn goede vriend, en in de wetenschap dat “Wie zijn neus schendt, ook zijn aangezicht schendt”, bel ik onmiddellijk naar Dokter Jeff Hoeyberghs, gekend van het TV-programma “De wellnesskliniek”. Die ziet echter het onmogelijke van zijn taak in, maar geeft wel de goede raad zijn collega, Dokter Koen, van dat andere medisch programma, “Dierendokters” te contacteren. Als ik in de late namiddag nog een spoedbezoekje breng, blijkt dat hij toch maar naar het UZ is geweest, omdat hij daar een abonnement heeft. Zes hechtingen, schaafwonden, en een barst in zijn helm, die weer maar eens zijn nut bewezen heeft. Rest ons enkel nog een woord van dank aan Mevr. Ann Valcke, die zo goed was zich als nood-ambulancier aan te bieden, en een woord van troost aan Mario, die met een beetje geluk er na zijn genezing beter zal uitzien dan voorheen. Ivan.

Ivan, ik go né ki je kop tussche je twi owren zetten, wi. Mario

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 31 oktober 2004. Gooik. Om kwart voor 8 thuis vertrokken . Samen met Jan, Luc, Ivan, Rudy R., Rudy V., Simone en Nadine naar Gooik en om 2 uur ’s namiddags al terug thuis, na een ritje van 23 km. Ja, U leest goed. Het zat zo. Ivan en mezelf waren mee vertrokken met de echte mannen, Rudy R., Jan en Luc voor de 45 km. Maar na 10 km zagen we het al niet meer zitten. Het ging niet vooruit. Veel te veel volk. Afstappen. Uitglijden. Glibberig, vettig, gevaarlijk. Afdalingen met boomwortels. Ivan was niet te vet in form en ik was nog psychisch aangeslagen door de domste valpartij aller tijden. Rudy kwam efkes kijken of ik mijn zadel nog niet had platgenepen van de schrik. Een steile motocrossafdaling deed ik te voet. Wel wat affrontelijk en met zo een velopamper tussen uw benen zelfs wat bekakt, maar mensen, als ge hebt meegemaakt wat ik nog maar pas ben tegengekomen en ge zijt van nature uit al niet van de dappersten, dan moet ge dat verstaan, hé. Nee, het was mijn dagske niet. Dus besluiten Ivan en ik bij een splitsing de 35 km verder te volgen. Zodat we na 23 km terug aan de start waren. Bleek dat er in het eerste deel van de 35 een lus van 10 km zat die wij, omdat we eerst de 45 gevolgd hadden, hadden gemist. Rudy V. die gestart was met zijn vrouwke en met Simone was dan toch maar alleen aan de 45 begonnen en de 2 dames hadden echt de 35 gedaan. Als ook de rest er eindelijk is, blijft Jan buiten wachten bij zijn fietske van rond het half miljoen. Ze zouden hem kunnen pakken, newaar. ’s Avonds bij Jan in Schellebelle, in bed, horen we Jan: “Zeg, schatteke, kunde gij nog wat verder opschuiven? ’t Is dat mijn velooke tussen ons met zijn achterwieleke wat bloot ligt en zijn derailleurke zou misschien wel een vallingske kunnen opdoen.” Mario.

 

Zondag 7 november 2004. Hamme. Weeral om 8 uur vertrekken aan de kerk. Nele begint al te klagen dat Karel zo niet meer achter pistoleekes kan gaan. Dat verwend nest. De gebroeders Hanselaer zijn er want het ligt vettig, Rudy & Ivan R, Ronny en Bart VH, Karel, ik, Luc, Jan, en waarempel, met zijn kabouterpotseken op, Danny fakkerdeFack, van een blij weerzien met een verloren zoon gesproken.

77.7 km à 27.0 km/h, waarvan een kleine 40 toch op wegelkes (off road, zoals de freaks zeggen). Weer eens een dag in de vorm van mijn leven. Voor dit seizoen hebben we die dag dus weeral gehad. Alleen Karel maakt een slippertje in Waasmunster. Hij was juist een pistolet aan het opeten die hij bij de bakker gehaald had.

Tot slot. Heuglijk nieuws. Marc is terug gesignaleerd op een mountainbike. Het is te zeggen: Sommigen meenden onder het buikvet toch een dergelijk voertuig te kunnen ontwaren. Wat meer is: Marc heeft besloten om op eigen kracht te rijden. Niemand mag hem nog duwen. Daarom heeft hij een Westvlaams product aangeschaft (zie Figuur 1). Goe sjanse, Marc!


Figuur 1. Westvlaams product.

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Blufaminol

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

Zondag 21 november 2004. De eerste winterse rit van het najaar. Lichtjes gevroren, maar droog en nagenoeg windstil. Zo hebben we ze graag. En toch maar met 8 aan de start, waaronder de harde kern, Rudy Rogiers, Jan Willems, Karel Verhoeven, Dirk Vandevijver, Luc Krick, al iets minder hard: Marc Roelandt, een interprovinciale gastrijder, Hans uit Brugge (een collega van Karel ), en ikzelf.

Omdat er de vorige dagen nogal wat regen gevallen is, neemt Rudy ons op sleeptouw naar de bossen van Waasmunster, omdat het er daar altijd iets beter bij ligt dan in de rest van ‘t land. Wanneer we tegen een deftig tempo over wegen en wegels stuiven, wil ik onze gelegenheids-renner de goede raad geven, “zie je van Brughe, zet joen vanahteren”, maar als ik zie dat hij vlot meedraait aan kop van de bende, hou ik maar wijselijk mijn mond. Dan maar een volgend slachtoffer zoeken om op zijn kap te kunnen zitten. Mario is er jammer genoeg niet bij, die zit ziekskes thuis (het is algemeen geweten dat atleten die naar hun topvorm toegroeien, zeer vatbaar zijn voor allerlei kwaaltjes). Of zit hij met de vogelgriep, vorige week opgelopen tijdens een etentje met een paar Chinese collega’s. Gelukkig is Marc er nog, een gast waarop je altijd kan rekenen. Tot we na 15 km een eerste lang en zwaar stuk Durmedijk oprijden.

Net wanneer ik omkijk en wil zeggen: “Ik doe dit stuk op mijn eigen tempo”, keert hij zich om en roept mij toe: “Ik rij terug op mijn eigen tempo”. Exit Marc. Dan maar op mijn eigen kap zitten. Eenmaal in Waasmunster aangekomen, ligt het toch niet zo goed als verwacht. Daar waar we anders op en neer over het golvend parcours glijden, moeten we nu slalommen rond de diepe plassen, en zodanig extra kilometers maken. Laat het nu net die kilometers zijn, die er bij mij teveel aan waren. De terugweg naar Kalken gaat weer in gestrekte draf, en telkens ik aan de verkeerslichten hoop op een korte pauze, verspringt het net weer op groen. Tot eindelijk in Zele we (ik) wel geluk hebben. De slagbomen aan de overweg zijn net gesloten. Zo krijg ik eindelijk nog eens de tijd om te drinken. Beleefd als ik ben, bied ik een jongedame, die ook voor de spoorweg staat te wachten, mijn drinkbus aan met de vraag: “Wilt ge ook ne keer drinken, madam?”, maar blijkbaar had ze genen dorst. Gelukkig konden we snel weer verder, want waren haar ogen revolvers geweest, was ik gegarandeerd met meerdere schotwonden geveld. De laatste 10 km nemen Karel en zijn collega Hans voor hun rekening. Om beurt aan kop houden zij het tempo mooi rond de 35/uur. Bij het indraaien van de Gaverstraat zet Rudy zich op kop om de spurt aan te trekken, en steekt nog een tandje bij. Zij die dachten (Jan, Luc en zowaar Hans) Rudy nog te kunnen bedreigen, kwamen echter bedrogen uit wanneer hij aan het begin van de Vromondstraat nog maar eens versnelt, en zo van iedereen wegrijdt. Uitslag: eerste wordt Rudy, dan een hele tijd niets, dan Luc en Jan, gevolgd door de rest van de bende. Verslaggever Ad Interim Bis, Ivan Rogiers

 

Zondag 5 december 2004. Drie zondagen niet kunnen rijden. Vanochtend zo ziek als een hond opgestaan. Wat zeg ik, zo ziek als twee honden. Dat zou dus 4 zondagen op rij zijn dat ik niet kan rijden. Na lang twijfelen bel ik toch maar Rudy om te zeggen dat het niet gaat gaan. Ik leg de hoorn neer en begin mijn koersgerief aan te trekken. Ik ga toch. Er is veel volk, waaronder nog zieken en zatten, om om halfnegen naar Heyende te vertrekken voor de rit van café ’t Hemelrijck. “Adieu, o mijn vader en mijn moeder, Mijn vriendekens alle ghelijc; Adieu mijne suster en broeder! Ic vaere naer themelrijc.(Laatste verzen uit ‘Het waren twee conincskinderen’, anoniem, 14° Eeuw). Ja, in plaats van altijd over Marcen, Ivannen en Danny’s te schrijven mag het ook eens wat cultureel niveau hebben hé, deze verslagjes.

Maar de vriendjes waren mee en ’t waren er heel wat: Luc, Dirk VDV, Rudy R., Rudy Vergeylen, Patrick Roels, Karel V., Ronny Van Hecke, Jan W. en Danny FackerdeFack. Ook ons vriendinnetjes Carla De Cock en Ariane Coppenholle stonden aan de kerk. In ’t Hemelrijck zien we nog Ivan R., Piet Van Poucke waarachtig (die reed aldaere rond sijne deure), en de moretortelduifjes Christelle Deletter en Dirk Hanselaer. Karel en ik zetten ons vanin Kalken op kop en naar ’t schijnt sleuren we nogal door. Karel voelde zich gelijk Danny, maar ik voelde mij gelijk da nie. Ik was er me niet eens van bewust dat we soms 35 reden, want mijn kilometriek marcheerde niet en ik had echt niet het gedacht dat het zo snel ging. Voor iemand die eerst afgebeld heeft, maakt dat een rare indruk natuurlijk. Aan Heyende brug is onze pijp echter uit.

Er wordt weer gevlamd gelijk de zotten. Vooral Jan, Patrick en Danny kunnen zich weer niet houden. Nog een geluk dat Bartje niet mee was. We steken weer honderden mensen voorbij. Toch wel echt gevaarlijk hoor wat die mensen doen: zo traag rijden. Als ge botst is het gelijk op een stilstaand object. Zouden ze dat niet kunnen verbieden, zo traag rijden? Zo ook steekt Karel, met al zijn geweld, een mens voor, koepeert die, blokkeert in de more, valt op zijn verdoemenis en sleurt die mens mee, zodat die ook helemaal onder de more komt te zitten. ‘Euh, sorry, ’t was mijn schuld’, zegt Karel, maar daar is die mens vet mee natuurlijk. We doen de 40 km soms vettig terrein aan 25 per uur. Eigenaardig genoeg, ondanks het feit dat Ivan en ik ziekjes zijn, en ondanks het feit dat onze sponsor pas om 5 uur ladder in zijn bed zat (en 5 maand niet meegereden heeft), rijdt iedereen toch goed mee. Een zeer mooie rit, want er zijn veel privé-terreinen opengesteld en er zijn speciaal brugjes over beken gemaakt, zodat we door weiden en akkers en bossages kunnen rijden die anders niet toegankelijk zijn. Dirk VDV is pechvogel van de dag, want hij breekt zijn achteras, voorwaar een zeer eigenaardig voorval. Gelukkig kan Piet hem later terugvoeren naar Kalken, alwaar Rudy R. eerder de sprint won.

Even later komen ook Carla en Ariane in het Weiken aan, maar dat is geen probleem want ze houden voor één keer hun manieren. Ivan daarentegen kotst heel het WC onder. Het is altijd hetzelfde met Ivan. Ge kunt nergens komen met die gast. Overal valt ge ermee in affronten. Mario Vaneechoutte

 

Zondag 12 december 2004. Voor deze rit werden we door Rudy Rogiers met volgende iemeel verwittigd: “Dag lieve modderkruipertjes. Naar goede jaarlijkse gewoonte zal zondag 12/12 de vierde Grote Prijs Danny Fack doorgaan. Deze excursie zal ons naar een vreemd land van kaas, kijkbuiskinderen en vellen wapperend wc-papier aan volle waslijnen brengen. Nog vele groetjes, een aaike over jullie bolletjes en een kusje voor het slapengaan. Rudy”

Heu, beste mensen, iedereen heeft het natuurlijk wel eens moeilijk in deze donkere harde tijden, maar dat het zo erg gesteld was met onze kapitein, dat wisten we eigenlijk niet. We vragen dan ook met aandrang dat iedereen Rudy, ooit een man van staal, in de komende donkere weken met de nodige omzichtigheid zou benaderen. We overwegen gesprekstherapie. Gooi het maar in de groep, Rudy.

Wij weg, met een vel wapperend WC papier uit onze broek, om daar in Holland niet teveel op te vallen tussen die waslijnen. Nele weeral kwaad omdat Karel weeral niet om pistolets kan, wegens het vroege uur. Het schijnt zelfs dat ze zijn vélo niet meer wil kuisen, dat verwend nest! Stel je voor. Ondanks het vroege uur en het grijze koude killige donkere weer met veel aan de kerk: Ronny en zoon Bart Van Hecke, Rudy V., een nieuwe jongeling, Wim, Danny Fack himself, Luc de witte Krick en Patrick Roels. Geeneen van het Hussevelde. Maar op weg naar daar, komt Karel Verhoeven ons tegengereden. Ivan Rogiers draait al rondjes rond de KWB kerststal aldaar – kwestie van zijn familie achteraan in de stal ook eens te bezoeken - en op zijn broer Rudy moesten we effe wachten, vanwege 15 druppels steun gisteravond aan het dreupelkot van de KWB op de Kerstmarkt.

Aan de Oudenbos trekken Danny en Rudy op tot 40 en Wim houdt het al voor bekeken. Iedereen doet mee met de KWB, maar de ene al wat langer dan de andere. Sorry Wim, dat was een misverstand, het ging zo rap dat we het geroep van ‘trager’ door onze sponsor en door Ronny niet gehoord hebben. Vergeef ons, Wim, wij zijn niet waard dat Gij met ons rijdt.

In Wachtebeke staat nog een nieuwe te wachten, Pascal. Oh, wat heeft die mens afgezien. Maar met volhouden komt ge er wel, Pascal. Hoe Danny en Rudy het doen om hier hun weg te weten, ik weet het niet. Verleden keer haalde Danny midden in het bos doodgemoedereerd zijn GSM boven om de weg te vragen aan een duivenmelker die thuis op zijn duiven zat te wachten. Leg het maar uit waar ge zit en versta het antwoord maar. Ik beschouw het nog steeds als de hoogste geestelijke prestatie die ik al meemaakte. Dit wordt nog opmerkelijker als we de geestelijke vermogens van Danny in ogenschouw nemen: als hij een gordijn ziet, hij hangt erin. Op het verste punt van de rit, 30 km van huis, begeeft de ‘body’ van mijn fietske. Dat betekent dat ge gewoon zotdraait en geen meter meer vooruitkomt. Dat betekent ook dat mijn companen mij mogen duwen. Bart sleurt me door een kilometerslange kapotgereden boerenwegel. Een titanenprestatie. Ik, dood gewicht, Rudy, Bart en Karel die me duwen, bal wind op kop. Wij met ons vieren gaan nogal een gang, want we rijden de rest los. Ge moet niet vragen hoe in vorm ik was, zo de rest losrijden zonder een trap te geven! Eerst probeer ik de moed erin te houden door flauwe moppen te vertellen, want dat kan ik juist goed. Na een tijdje krijg ik zo door en door koud en worden mijn makkers zo oververhit dat het stillekens wordt. Bij Karel gaat het licht ook uit. Dom natuurlijk van overdag met licht te rijden. Karel toch. Na 15 km komen we aan de auto van Pascal die aan Wachtebeke zwembad staat en word ik als een nauwelijks levende ijsklomp afgeleverd. Hadden ze me nog moeten duwen tot in Kalken, ik had het niet overleefd. Weer een memorabele grote prijs Danny Fack! Mario

 

Zondag 19 december 2004. Onze zondagse voorganger, Rudy Rogiers, nodigde ons uit voor de ingerichte rit van Calckine WTC in Kalken, met achteraf aperitief in een loods van een patattenboer tvv de Kalkense raftingploeg*, met de volgende bewoordingen: “Beminde mountainbikegelovigen, Hierbij wil ik u allen uitnodigen tot deelname aan de kruisweg, welke doorgaat zondag 19/12 te Kalken. Samenkomst om 8u30 aan het huis van de Heer, waarna we ons allen processiegewijs zullen begeven richting Colmanstraat waar de kruisweg zijn aanvang zal nemen. Na onze calvarie zal u gevraagd worden ten offer te gaan in de gebouwen van de heer Van Poecke (patattenboer). E.H. Jan Willems zal u ter plaatse graag de nodige inlichtingen verstrekken. Mag ik ook nog even vermelden dat we zoals altijd terug kunnen rekenen op de welwillende medewerking van de broeders van de abdij van Leffe, waarvoor onze dank. Amen”

De parochianen Danny Fack, Jan W., Rudy Vergeylen, Ivan Rogiers, Patrick Roels, Dirk Hanselaer, Dirk Vandevijver en Karel Verhoeven (zelf E.H. in zijn vrije tijd) gaven devoot aan deze oproep gehoor. Ze werden smerig, vuil en moe maar voldaan. Ze stonden ook lang stil bij de slechte mare dat hun kompaan en belofte Bart Van Hecke geen koersvergunning zou kunnen krijgen omwille van hartritmestoornissen. Dan hebben we eens één iemand in onze bende die echt goed kan mountainbiken, en dan dat. Triest toch! Mario Vaneechoutte

* Dat zijn mensen die van de mening zijn dat als ge kunt mountainbiken in een platte gemeente als Kalken, dat ge er dan ook kunt raften. Maar dat weet ik toch zo nog niet, zulle.

 

Zondag 26 december 2004. Toertocht Overmere.

“Mannen, voor zondag 26/12 heeft de legerleiding besloten tot een raid op het naburige Overmere. Verzamelen aan de kerk te Kalken om 08.30 uur in volle gevechtsuitrusting, met een gevulde veldfles en voldoende proviand. Herbevoorrading kan gebeuren in de veldkeuken van de plaatselijke guerilla. Na de briefing zullen we ons in slagorde naar het strijdperk begeven, waar we onmiddellijk de vijandelijkheden zullen openen. Ondanks de talrijke vijanden en de vele valstrikken die we op onze weg het hoofd zullen moeten bieden geloof ik, nee weet ik, dat we deze missie, dankzij onze reeds beruchte fysieke en mentale weerbaarheid, tot een goed einde zullen brengen. Debriefing volgt later op een geheime locatie: codenaam "Vrijgeweide". Uw toegewijde peletonsleider, Rudy R.”

En zo begon, de dag na Kerstdag 2004, wat later in de geschiedenisboeken bekend zou raken als de Tweede Boerenkrijg. De soldaten derde klas waren Dirk H., Patrick R., Karel, Danny (vierde klas eigenlijk, maar niemand die daarover valt tenzij hij in de weg ligt), Ivan, Rudy V (logistieke ondersteuning) en uw verbindingsofficier. Een schone rit voorwaar, want in het Berlaarse krijgen we heel wat nieuws voor de wielen geschoven. Al is schuiven het woord niet, gelijk dat het soms plakte. Toch de 57 km aan 22 per uur afgemaald. En zie, daar komen we weer eens een ander moretortelduivenkoppeltje tegen midden in de velden: Frank en Petra Hanselaer.

We melden graag het goede nieuws dat Bart zijn Hart kan gerepareerd worden door een paar zenuwen door te knippen of bij te leggen, ik wil er vanaf zijn. Dit zou hem zelfs een winst van 30% kunnen opleveren. Dan staat er zeker geen maat meer op Bart. Het wordt echt tijd dat we een supportersclub oprichten. Dirk Hanselaer overweegt om deze operatie 3 x te ondergaan, zodat hij een winst van 90% kan bereiken. Ja, die mannen van de vakbond en wiskunde. Ook Danny heeft geïnformeerd of hij zijn IQ niet zou kunnen laten verdubbelen. Maar de chirurgen zagen dat niet zitten, omdat ze in zijn schedel echt geen plaats vonden voor 3 extra hersencellen. Bart, binst dat ze toch bezig zijn, ik zou ook nog eens naar mijn testikels laten kijken. Niet dat ik daar iets mee bedoel, maar zie maar eens wat dat voor Lance Armstrong heeft opgeleverd. Eentje bijzetten geeft bvb. al 50% winst.

Onze pelotonoverste voelde zich bij aanvang, ondanks zijn stoere woorden, wat ziekjes en is niet in vorm, … zegt hij. Als hij dat nu nog één keer durft zeggen en daarna zo vlammen, ga ik eens zorgen dat hij echt ziekjes is en dat voor HEEL lang. Wat dioxine in zijn drinkpul, het zal rap gedaan zijn. Als hij dan nog eens op TV komt, zullen er veel TVs verkocht worden. Ik verkoop de mijne dan direct. Mario.

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Beste modderfokkers
Ik wens je een mountainbikejaar vol zonneschijn
met vrede en vreugde en zonder zadelpijn
Maar vooraleer jullie nog meer van t'zelfde te wensen
moeten we eerst iets doen aan onze, door de feesten, fel gezwollen pensen
Daarom stel ik voor op de eerste zondag van t'jaar
een ritje niet al te zwaar
Starten om 9 uur voor een tochtje "rond de kerk"
U ziet, niet meteen het lastige werk
Hopelijk worden al jullie wensen waar
en daarom van harte
 Gelukkig Nieuwjaar
 Uw grote kapoen
 Rudy, Kalken 2 januari 2005

En ook wij, Rudy’s leerlingen, wensen jullie een vredevol 2005 vol verdraagzaamheid. We zitten met veel te veel en met steeds meer op deze wereldbol, dus het is voor iedereen dringen om een plaatsje als dat van ons te krijgen. Af en toe eens beseffen hoe goed we het eigenlijk wel hebben, hoe verwend we eigenlijk wel zijn, hoe dit nog steeds het veiligste en rijkste landje ter wereld is dat er ooit geweest is.

 

Zondag 23 januari 2005. Sinaai. Stonden - weeral om halfnegen - aan de kerk: Patrick Roels, kapitein Rudy en broer Ivan Rogiers, Luc Krick, sponsor Rudy Vergeylen, Danny Fack, Jan Frans Willems en uw dienaar. Karel mocht niet mee, want het was te vroeg en dan kan hij niet om pistoolees. Dirk VDV uit Zwijnaarde en Erik Vergastel vervoegen ons in Sinaai. Erik is een vriend van sponsor Rudy en een collega - of concurrent? - voeger van kapitein Rudy. Ja, de strijd om de te voegen vierkante meters in de bouw is bikkelhard. De witten blinkt van kop tot teen. Zijn overtrekschoentjes en zijn vélo vooral. Het doet zeer aan de ogen met de zon er zo op. Ge zoudt zweren dat hij heeltegans gesiliconiseerd is. Zelfs zijn borsten zijn niet echt. Hij is dan nog in supergloeiende form ook.

Aan pizzeria 'Den Heerd' (tja), willen we de baan Lochristi-Lokeren verlaten om de Gentdam naar Sinaai op te draaien. Pats, daar gaat Danny net voor mij onderuit op het spiegelgladde asfalt. Hij scheurt zijn broek. Het is niet de eerste keer dat Danny zijn broek scheurt. Zo scheurde hij zijn broek al eens serieus aan een Westvlaams spraakmakend technologiebedrijfje, dat echter, gelijk Danny ook al zo dikwijls deed, over kop ging. Trouwens, Tom, een van de zomermountainbikers - zo een die zich niet graag vuilmaakt, en ook van de kanten van Ieper komt, is dat geen familie van L&Hauspie? Is dat daarom dat die er zo warmpjes in zit, misschien? Maar kom, laat ons bij de Hoofdzaak blijven. Achter mij valt er een groot gat. Inderdaad, Ivan valt ook. Die heeft wel enkele minuten nodig om van de pijn in zijn heup te bekomen. Ik zeg het zo dikwijls: "Jongens: past toch op, het blijft een gevaarlijke sport, zeker voor degenen die niet goed recht kunnen blijven op een velo!" Het viel wel op dat beiden nagenoeg zonder profiel op hun banden reden. Om beter mee te kunnen, want dat bolt beter, maar dan zoekt ge het natuurlijk. We schuifelen de Gentdam af tot op grondgebied Sinaai, alwaar de gladdigheid plots ophoudt en we meteen optrekken tot 35 induur. 21 km tot Sinaai, aldaar de toer van 42 km en 21 km terug. Voor wie goed kan tellen, inderdaad 637 km in totaal, aan een gemiddelde van toch nog 25.

Sponsor Rudy V. rijdt de pannen van het dak - allez in het begin toch, alleen maar om zijn vriend Erik op zijn neus te laten kijken, omdat die hem altijd klopt als ze samen op de weg rijden. Er ontspannen zich dan ook hooglopende discussies tussen de twee vrienden. Erik bleef in het begin ook achter omdat volgens Rudy R. zijn zadel gezakt was. Maar net als kapitein Rudy dat uitlegt, horen we Erik V. in discussie met sponsor Rudy roepen: "Ja, mijn kl...'. Wat er nu bij Erik juist gezakt was, laat ik hier even in het midden, maar als je zadel zakt, dan zakken natuurlijk ook ... maar goed, laat ons bij de Hoofdzaak blijven. Schitterend weertje ondanks de bittere kou en glattigheid ‘s morgens vroeg. Zeker als je weet dat er dezelfde avond nog veel vuile natte kouwe sneeuw valt. Een schitterend parcours ook. De helft van de rit heb je het idee dat je evengoed in de Ardennen zou aan het rijden kunnen zijn, zo bosrijk is het daar aan de kanten van "Sno-o" en Stekene. Volgend jaar zeker weer, want ik heb me weer verskrikkelijk geamuseerd. Mario

 


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 5 februari 2005. Hamme Zogge. De rit van verleden week, naar Grembergen, Dendermonde, heb ik gemist, maar naar het schijnt heeft Erik nogal afgezien in de modder. Op een bepaald moment ging hij gewoon van zijn stokje van de danige inspanning. Zo zien we het graag, zie. Zo opgebrand heb ik ook dikwijls gezeten, maar die tijd is - gelukkig - lang voorbij.

Dees week staan we voor de verandering om halfnegen aan het kerkeplein om de rit in Hamme-Zogge te gaan doen: Ivan en Rudy Rogiers, Luc Krick, Danny Fack – met een spiksplinternieuw veloke waarvan ik de prijs weeral niet durf vernoemen, Erik Vergastel, sponsor Rudy Vergeylen ennekik. Voor het eerst rijden alle deelnemers uniform met de nieuwe grijswitzwarte truikes van Rudy. Dat geeft echt een groepsgevoel, zeg. Vijftien kilometer naar ginder, 44 ter plaatse en 15 terug. Dat is weeral 74 km, weeral aan 27.4 induur. Veel Zoggelingen hebben we daarom niet gezien. Het parkoers lag dan ook naar modderfokkernormen als een autostrade: droogjes en een beetje hard door de lichte vorst. Kapitein Rudy lacht met mijn abominabele bochtenwerk. Inderdaad, na elke bocht mag ik weer een gat van 5 tot 10 meter toerijden, zo een stijve hark ben ik. Bochten zijn uw tik niet, hé Mario, zegt sponsor Rudy. Om eerlijk te zijn: velo-rijden is mijn tik niet. Maar een mens moet iets doen om zijn tijd te passeren. En het vrouwke is ook kontent dat ze al tenminste de zondagmorgen van mij verlost is. Maar laat ze maar lachen. Op een bepaald moment, ploeterdeploeter, dan een dijk van een meter of 6 omhoog, ploeterdeploeter op de dijk, de dijk af, pompedepompe, en zie, als ik achter me kijk, zie ik een gat van zeker 50 meter. Ivan ziet dat ook altijd als hij achter zich kijkt, maar dan moet ge wel die ‘meter’ door ‘kilo’ vervangen. Ik heb me dan een paar kilometer verder maar laten inlopen door de bende, kwestie van die mannen niet teveel te affronteren. En als ge dat laatste niet gelooft, maak ik u iets anders wijs.

Met Erik erbij (48) gaat onze gemiddelde leeftijd weer een flink stuk de hoogte in. Maar eigenaardig genoeg: wij staken voor, maar werden door niemand voorgestoken. Wat is dat met die jonge gasten de dag van vandaag dat een bende ouwe zakken gelijk wij ze zo voorbij vlamt? In feite doen wij onszelf iedere week zo afzien om indruk te maken op het vrouwvolk. Eigenlijk is dat een overbodige opmerking, want waarom anders doen mannen iets, denkt ge? Sommige spelen het echter slim en rijden meteen in gezelschap van de vrouwkes. De gebroeders Hanselaer komen we immers tegen in de Waasmunsterse bossen in het gezelschap van een hele meute vrouwvolk. Zegt het spreekwoord niet: “Wie niet dom is, die moet wel slim zijn”? De sprint eindigt chaotisch doordat de eucharistieviering ook net is afgelopen, zodat Luc Krick de eerste aan het Weike staat. Mario Vaneechoutte

 

Zondag 20 februari 2005. We rijden eens in de streek zelf en doen de eerste rit die we ooit deden: Hussevelde, Heiende, Heikant, Gratiebossen, Uitbergen, Meersen, Weike. Februari is de koudste, natste en vuilste maand van deze winter. Gelukkig duurt februari niet lang. Eer ik aan de kerk sta, beklaag ik mijn overmoed al. Mijn dikke handschoenen die goed tegen de regen kunnen, zijn al doorweekt door de natte sneeuw. Mijn billen – Danny zegt ‘mijn bellen’ – zijn door en door koud en die van Marc Roelandt (!!! jaja, Marc Roelandt hemzelve !!! en zijn billen) ook. Onvoorstelbaar, maar hoe slechter weer, hoe meer volk. De broers Rogiers ontbreken ook nu weer niet. Daar zijn ook de vrienden Rudy V. en Erik. Gelijk die mekaar uitsch...elden. Dat zijn pas echte vrienden. Hetzelfde met mijn vrouwke: als ge die tegen mij bezig hoort, dan weet ge meteen wat voor een goe koppel wij zijn. Het moet me van het hart, maar sinds Rudy V. gestopt is met smoren, is hij nog een grotere ambetanterik geworden dan hij vroeger al was. Kuitenbijten tot en met, niet tegen zijn verlies kunnen, er niet tegen kunnen als ge hem voorsteekt. Niemand iets gunnen, en zeker mij niet. En dan hou ik me nog in, want ik wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat we onze sponsor kwijtgeraken, gelijk dat die kan zagen en rap op zijn tenen getrapt is. Erik zegt het ook en die kan het weten. Verder nog: Patrick Roels die nog net weer een wedstrijd survival gewonnen heeft en die met handschoenen aanrijdt, dus het was toch wel koud. Dirk Hanselaer en Eddy Troch, die voor de verandering eens met de mannen meerijden. Karel Verhoeven, die sukkelt met de pees van Achilles, kan daarom niet op niveau presteren – op de MTB wel te verstaan. En last maar niet liest: Bartje Van Hecke. Ze hebben die jongen geopereerd om dan te moeten vaststellen dat er toch niets aan zijn hart haperde en hij dus toch zijn vergunning krijgt. Toch een dikke oef en we duimen voor Bart zijn nieuw seizoen dat internationale allures krijgt.

Luc, de witte, Krick verdient vandaag de titel van strandjanet: gekleed en al beslist hij om toch maar thuis te blijven, want er was juist dat sneeuwbuike waar ik wel doorgereden was. Oeioei, zie dat de witten wit wordt, seg. En eigenlijk: behalve dat het de smerigste rit van ’t jaar is, valt het weer nog goed mee wat mij betreft. Zolang mijn vijf extremiteiten geen kou hebben (Onze Here, bewaar ons van een vriespiet en vergeef ons onze schulden) en ik niet teveel more in mijn ogen krijg, maak ik nergens een probleem van. Zelfs Ivan mag dan meerijden voor mijn part. Voor we de Gratiebossen induiken, slaat Marc af, richting warm bad. En wie komen we daar tegen in de Gratiebossen? Toch wel vier zeer dappere vrouwkes zeker: Gerda, Rita, Nadine en Christelle. Dapper toch, zo een knappe schoonheden die voor hun plezier op zondagmorgen door hopen modder gaan ploeteren. Als ze in het Weike toekomen, zijn ze wel met geen tang vast te pakken. Ondertussen is Marc al tot een oud vrouwke verrimpeld in zijn warm bad. Van Gerda mag ik over haar ventje echter geen kwaad woord zeggen of schrijven. Hoe komt ze erbij? Dat zou ik nu eens nooit doen, zie.

Er wordt niet gesprint. Of toch helemaal op het einde doet Rudy V. nog een djumpje. Ge moet af en toe de sponsor ook eens laten winnen, hé, anders nog meer gezaag. Mario

PS. En ja, we maakten het Weike nog eens extra smerig. Voor de laatste keer dat Roos, Marc, Davy en Gregory ons van dienst waren. We zullen jullie oprecht missen en danken jullie voor jullie goeie service, humor en opgewektheid. En lang leve Ggggreggggory!

 

Zondag 27 februari 2005. Serskamp. Dirk & Frank Hanselaer, Geert Bracke, Danny Fack, Rudy Vergeylen, Ivan en Rudy Rogiers, Bart Van Hecke, ikke, Dirk VDV, Karel ziekjes, Luc Krick en onverslijtbare Patrick Roels. Normaal mijn favoriete rit, maar het was mijn dagje niet. KWB quiz te Wetteren op vrijdag, gisteren doortocht Omloop het Volk en sluiting van het Weike. Wat teveel van het goede voor een mens op leeftijd. Daarenboven ligt alles hardgevroren, zodat het nogal technisch is, dus niet mijn tik, zoals niets in het mountainbiken echt mijn tik is. Zo een traktorspoor kan ik 10 meter in rijden, daarna bots ik tegen de kant en als die vervroren ligt ... Mijn basisprobleem in het fietsen is dat ik niet recht kan rijden, of toch niet lang genoeg. Zo simpel is dat. Ik ga dat hier dus kort houden. Dat ik dat hier ga kort houden, gelijk de rit. Mario.

 

Zondag 6 maart 2005. Kalmthout. (Ice ice baby). De thermometer is vanochtend op –4.5° blijven steken. Frrrrissjes dus, maar door de dooi van gisteren is de sneeuw zo goed als verdwenen. We verzamelen om 8 uur aan de kerk, voor een tochtje naar Kalmthout. Een beetje ver met de fiets, dus vertrekken we met de wagen. Ik mag mee met mijn broer, Rudy Rogiers. Rudy Vergeylen en Jan Willems krijgen een lift van Bart Van Hecke, en in de wagen van Dirk Van De Vijver is nog plaats voor Luc Krick en Patrick Roels. Na een beetje wachten op Patrick, die nog rap een stress-kaksken moet doen, en op Bart, die nog wat moeite heeft om zijn nieuwe camionette te parkeren, kunnen we de fiets op. Al van de eerste kilometers worden we het veld in gestuurd, en stellen we vast dat er hier merkelijk meer sneeuw ligt dan bij ons. Als ik voorzichtig een bocht indraai, roept Rudy V.: “Ge moet zo schou nie zijn, het is maar zand.“, maar enkele seconden, een paar slippers, en veel evenwichtskunsten later stelt hij vast dat het toch sneeuw is. ’t Zal op te letten zijn.

Ondanks de vele spiegelgladde stukken, rijden we toch serieus door, en slagen we er als bij wonder in rechtop te blijven. Na een tijdje worden sommigen overmoedig, en een beetje verder gaat Rudy V. de ondergrond van dichtbij bekijken. Nog wat later is het de beurt aan Patrick, en beiden stellen vast dat het wel degelijk ijs is (geen zand dus). “Spijtig dat Mario er niet bij is”, zegt Rudy R. “hij zou zijn billen nogal dichtknijpen.“ Ook spijtig dat Danny er niet bij is, die zou volgens Mario zijn “bellen” dichtknijpen. Op een gegeven moment heb ik ze ook serieus geknepen, als ineens mijne velo zijn eigen goesting begint te doen. Voorwiel naar links, achterwiel naar rechts, en ik rechtdoor. Rakelings naast een boompje, van het wegeltje af, enkele meters over een (gelukkig) dichtgevroren meertje. Holiday on ice voor mountainbikers. Ge moe nie schoon zijn voor chanche te hebben. Luc Krick, een beetje mooier, maar met wat minder chance, gaat even verder wel onderuit. Niet op een gladde plek, maar op een perfect berijdbaar stuk. Waarschijnlijk durft hij niet vallen in de sneeuw, want vindt da maar, zo wit op wit. Tussen de gladde stukken krijgen we een schitterend parcours voorgeschoteld. Door de bossen, tussen de bomen, over de heide, kortom, zoals mountainbike zou moeten zijn. De afwezigen hadden weer eens ongelijk.

Toch nog een smet op deze anders zo mooie organisatie. Onder de deelnemers wordt een spiksplinternieuwe mountainbike verloot. Is het toch wel nen Hollander die hem wint, zeker.

Zoveel chance!!! Dat zal wel nen serieuzen lelijkaard geweest zijn. Ivan

 

Zondag 13 maart 2005. Ingerichte rit Calckine. We vertrekken om halfnegen aan de kerk. ’t Is te zeggen: de Rogiersen zijn weeral niet op tijd. Weeral door Ivan, vorige keer – naar Serskamp - omdat Rudy nog op ’t laatst Ivans’ remblokskes moest vervangen, nu omdat Ivan niet wist dat het zo vroeg was en zo stond hij met zijn mond vol (tandpasta) en in zijn Miekie Mous pyama toen zijn broer Rudy kwam kijken waar hij bleef. Rudy stuurt nochtans elke week de plannning voor de komende zondag met iemeel. Ivan heeft wel iemeel, maar leest die slechts elke tweede van de maand, als het nog geen volle maan geweest is en de selder nog niet in bloei staat, anders niet. Je vraagt je af waarom sommige mensen e-mail hebben. Eerst waren Rudy’s meels lang, dichterlijk, humoristich en origineel, maar sinds ik ze gebruikte om zelf minder aan de verslagjes te moeten schrijven houdt hij het kort. Mij wordt ook nooit iets gejeund. Ook Gerda zegt dat ze niets meer tegen mij zegt, omdat ik het anders in het verslag zet. Dus zet ik dan maar in het verslag dat ze gezegd heeft dat ze niets meer tegen mij zegt, aangezien ik toch al wat ze zegt in het verslag zet, zegt ze zelf.

Bon, aan de kerk staan Ivan en ik samen te wippen. Wip, wip, wipperdewip, wip, wip, wip. Ik vind dat ik beter wip als Ivan, maar dat kan een persoonlijk gedacht zijn. Als we daar zo een hele tijd samen staan wippen hebben, valt het eindelijk iemand op: Zeg, Ivan en Mario, jullie hebben alletwee vering op de voorvork!! Dezelfde dan nog. Een Pilot, van onze vertrouwde leverancier uit de Portugiezenstraat in het Hussevelde.

Veel volk en veel vrouwvolk: Eddy & Adinda, Geert, Rudy & Nadine, Rudy & Ivan (heu, dat zijn dus broers, hé), Dirk VDV, Erik & Rita, Simonne, Gerda, Linda, Patrick, Luc, Guy, Danny, en ondergemodderde. Ik hoop dat ik niemand vergeten ben. En weg zijn we, de mannekes voor 50 km, de meiskes voor 30 km. De meiskes kloppen de mannekes doordat ze een paar minuutjes eerder aan het Weike staan. Nochtans reden we sommige stukken veld aan 33 per uur en ging het op de weg geregeld 35. Toch een tegenvallend gemiddelde van 24.5 per uur, ik had het rapper verwacht, want het was weer pompen.

Aan de bevoorrading zijn we gelijk de witte Krick kwijt. Is hij nu weer doorgereden? Hij zei iets van om 11 uur thuis zijn. Blijkt dat de sukkel al aan de blauwe steen met platte band was achtergebleven, maar niemand die er op gelet had, want de rit verliep nogal chaotisch.

Erik doet nog eens een schone tuimelperte aan het Heisbroek – recht voor mijn neus - en plaatst een schone kontafdruk in de modder. Nu nog fossiliseren en het kan doorgaan voor de pootafdruk van een uitgestorven dier: de Kontosaurus Calcinus. Sinds Erik meerijdt is niet alleen de gemiddelde leeftijd nog eens gestegen, maar ben ik nu ook niet meer alleen die mijn neus snuit met zakdoek. Ook Erik doet dat. Nu zijn er tenminste twee gentlemen in onze bende. In het Zeelse komen we een bende tegen (met truitjes van Deprouw Zele). Ook felle mannen, maar een km of 5 verder zijn de meesten dan toch in de verdommenis gereden. Een lepe truuk van Danny zorgt ervoor dat de laatste die nog aanklampt het ook voor bekeken houdt. Op het windige stuk weg dat van Nieuwdonk naar Zele-baan leidt, laat Danny het gat vallen zodat er twee waaiers ontstaan. Even later maakt hij duidelijk aan de man van Deprouw dat hij mag overnemen en het gat moet dichten, waarna de Zelenaar ons wijselijk laat rijden. Zijn bobijn was toch op.

Er is geen sprint en zo lijk ik op het gemakje alleen naar het Weike te gaan rijden en voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid als eerste aan te komen. Dat mag toch niet zijn dat Mario als eerste aankomt, zegt Rudy R. en zo beginnen hij en Rudy V. en Patrick te sprinten. Patrick, zoals gewoonlijk met de ogen dicht en verstand op nul, kan nog net door luid geroep van de twee Rudy’s van een botsing met een auto gered worden. Die auto zou er anders lief uitgezien hebben. In het Weike, verandering van gezichten: Vera en Dimitri zullen vanaf nu onze modder opkuisen. Mario


Paasmaandag 28 maart 2005. Rudy en Ivan Rogiers, Wim Poelman (ex motocrosser, valkenier, atleet, ook alweer geen gewone dus), Erik Vergastel, Rudy Vergeylen, Karel Verhoeven, Luc verKrick, Danny verFack en ondergetekende. Er zijn ook nog Snelle Eddy en de snelle wijven Adel, Linda, Nadine, Simone en Rita. We rijden naar de toertocht in Zele aan 35 per uur. En ja hoor: al dat vrouwvolk hangt daar nog aan als we in Zele aankomen. Gewone madammen zijn het dus ook al niet, maar dat wisten we al.

Meestal zeggen mijn kompanen alleen maar dat ik stink gelijk de beesten, deze keer gaven ze toch toe dat ik reed gelijk de beesten. Maar pas op, zegt Ivan met het slecht karakter, dat neemt niet weg dat ge toch nog altijd stinkt gelijk de beesten ook.

Er wordt ongelooflijk hard gevlamd en iedereen is om ter best in vorm. Zodat we op den duur mekaar kapot beginnen rijden en het nog plezant vinden ook. Aan de Paardenwei tegen ’t Scheld is er een afzinkske met een paadje waar ge ook naast kunt rijden op het gras. Karel en de witte pakken de afzink wat verder en zo koepeert Karel mij. Laat U niet doen, jut Rudy V. me op die achter me rijdt. Op het gras steek ik Karel en Erik voorbij. Een serieuze inspanning, want op dat gras rijdt dat niet makkelijk en die mannen staan natuurlijk niet stil. Dan kan Rudy V. zich niet houden en steekt ons op zijn beurt voorbij. Karel neemt weerwraak en steekt ook de witte voorbij. Dat kan de witten dan weer niet hebben en die steekt Karel en Danny voorbij zodat op het eind van die 300 meter iedereen iedereen voorbij gestoken heeft en iedereen buiten adem op zijn tandvlees zit. We proesten en kuchen van de inspanning en van de leute omwille van ons eigen zottigheid. Een moment van opperst geluk en diepste vriendsjap. Kapitein Rudy die het gedoe vanuit de achtergrond heeft gadegeslagen schudt het hoofd: hoe ouwer hoe zotter, zegt hij. Ja, maar van wie hebben we het geleerd? Mario Vereechoutte

 

Verslag van de algemene ledenvergadering van De Modderfokkers op Zondag 10 april 2005.

De vergadering wordt geopend om 8.30 uur op het kerkplein van Kalken.

Agendapunten: - Bespreking en goedkeuring van vorige ritten.

 - Afhandeling van de rit van heden, Internationale Grote prijs Danny Fack.

Aanwezig: De Heren Fack Daniel hemzelve, semi-profs Van Hecke Bart en Roels Patrick, de plaatselijke vedetten Vergeylen Rudy, Krick Luc en Verhoeven Karel, internationele deelnemers Willems Jan (Schellebelle), Van De Vijver Dirk (Zwijnaarde) en Van Gastel Eric (Wetteren), neo-lid Poelman Wim, en ikzelf.

Verontschuldigd: De Schone Heren Rogiers Rudy, Vaneechoutte Mario en Roelandt Marc, wegens het iets te uitbundig vieren van de kampioenstitel van de scholierenploeg van

H.O. Kalken (die trouwens met een klinkende 6-0 overwinning hun titel van een gouden randje voorzagen).

Op algemeen verzoek rijden we toch nog eens bij Rudy langs om hem te vragen alsnog de groep te vervoegen, maar zelfs wanneer we de deur bijna uit haar hengsels lichtten, blijft het stil aan de andere kant. Flauw excuus om niet mee te rijden, zo’n feestje. Sommigen hebben elke week wel iets te vieren, en ontbreken zelden op de afspraak.

We vertrekken dan maar met Danny als gids. Onverantwoord, maar ja, het is zijn grote prijs.

En nog geen 2 km. verder heeft hij al prijs. In een bocht van een fietsbaantje ligt één klompje modder, en daarop gaat hij sierlijk onderuit. Na nu toch al enkele weken, zijn eerste val met zijn nieuwe velo. Gelukkig zonder veel erg: zijn fiets is niet geschonden. Met Karel is het slechter gesteld. Daar waar hij normaal aan kop zit te sleuren, hangt hij nu achteraan af te zien dat het niet schoon meer is. Hij is gisteravond naar AA Gent gaan kijken en is een beetje te lang blijven napraten. Na een tiental kilometer houd hij het voor bekeken, en keert terug huiswaarts. Spijtig, maar hij heeft, in tegenstelling met die drie fuifbeesten, toch geprobeerd.

Met zijn tienen raken we na enkele misstappen toch in het bos, waar net een viertal collega-bikers aan het rondtoeren zijn. Zij lijken hun weg hier goed te kennen dus volgen wij ze maar. Als we ze na een tijdje toch kwijt raken, ziet het even naar uit dat wij niet voor donker uit het bos zullen raken, maar met een gelukje lukt het na een tijdje toch. We vervolgen onze tocht, en overschrijden zoals gepland de Belgisch-Nederlandse grens. Op vijandig grondgebied is het altijd opletten, en even later is’t al van dat. Bij het inslaan van een veldwegel gaat Eric zwaar onderuit. Zijn eerste buitenlandse tuimerperte. Gelukkig is da ook nogal nen straffen, en na een beetje te zijn bekomen kan hij terug op de fiets. Bart heeft ondertussen zijne pedal kapot gekregen, (zelfs professioneel materiaal is niet opgewassen tegen zijn brute kracht) dus besluiten we de kortste weg naar huis te nemen. Dat is echter buiten Danny gerekend, die ons doet afslaan waar we normaal rechtdoor gaan. Als ik hem hierop wijs, zegt hij 100 procent zeker te zijn van zijn gelijk. We leggen ons lot dan maar in zijn handen, het is tenslotte zijn Grote Prijs. Enkele kilometers later zie ik hem bedenkelijk rondkijken, en merk dat zijn zekerheidspercentage gezakt is onder 0. Na nog wat omwegen raken we toch weer op het juiste pad en komen tegen de middag terug in Kalken. De spurt wordt ingezet, ik heb mij rechtgezet, en zie ontzet hoe Partick op zijn groot verzet tussen het aankomend verkeer de winst pakt. Commentaar van de geklopten: Ik kon eigenlijk niet verliezen, maar ik heb mij ingehouden voor de aankomende autos. En zo ken ik er ook nog een paar. Ivan Rogiers.

 

Zondag 17 april 2005. Waasmunster. Door het str…, excuseer, het slechte weer van de vorige dagen slechts met 7 aan de start, voor wat een rustig ritje naar Waasmunster moet worden. Bart Van Hecke, Dirk Van De Vijver, Jan Willems, Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Wim Poelman, en ikzelf. Wim, die de de smaak van het mountainbiken nu ook goed te pakken heeft, is Valkenier, en liefhebber van roofvogels in het algemeen. Van opleiding eigenlijk motorcrosser, maar door de schandalig hoge brandstofprijzen, genoodzaakt om een vervoermiddel te zoeken met een goedkoper verbruik. (En zeggen dat er bij ons rondrijden met een gemiddeld verbruik van 3 Leffe’s per 50 Km.)

De rit zelf verloopt voorspoedig, hoewel het er zelfs in de Waasmunsterse bossen behoorlijk modderig aan toe gaat. Bart rijdt zoals gewoonlijk een paar keer verkeerd, en ik rij zoals gewoonlijk eens plat. Dat begint hier echt een dure hobby te worden. Kortom, een ritje om te klasseren onder 13 in een dozijn. Ware het niet dat op de weg van Hamme naar Zele, plots een auto de fietsbaan oprijdt. Bart, die net serieus op kop zit te sleuren, kan hem niet meer ontwijken, en knalt er tegenaan. Ik kan er nog net langs, en zie Bart’s fiets naast mij door lucht vliegen. Als ik mij omkeer zie ik Bart gelukkig al rechtkrabbelen, klaar om in de bestuurder van de wagen zijne nek te springen. We kunnen hem nog net tegenhouden, en als de gemoederen wat bedaard zijn, blijkt de chauffeur van de wagen nog het meest geschrokken te zijn. De schade blijkt al bij al nog mee te vallen. Een paar krassen op de wagen en de fiets, en wat schaafwonden in het gezicht van Bart. (Lap, weeral geen lief van ’t weekend). Na het uitwisselen van gegevens, en afhandeling van de formaliteiten kunnen we verder huiswaarts.

We komen aan in Kalken zonder verdere incidenten, en kunnen na deze bewogen rit genieten van nog een rustige zondagmiddag. Ivan.

 

Zondag 24 april 2005. Wacht een beke. Ik kwam een kwartier vroeger aan in Wachtebeke voor de toertocht aldaar dan de genaamden Rudy en Ivan Rogiers, Wim Poelman, Luc Krick, Rudy Vergeylen en Danny Fack. De reden kan wel zijn dat ik met de kamionette van sponsor Rudy reed om de fietsen van de dames Simone de felle, Gerda Vanhulle, Christine Deschoenmaeker, Christine Bruggeman en Ariane Coppenholle mee te voeren. Waren ook per wagen naar Wabeke afgezakt, Wim (ega van Christine B.), Marc Roelandt en Dirk Hanselaer. En ter plaatse was daar ook al Linda, de ma van Bart, die verleden week weeral een serieuze tuimelperte gemaakt heeft, hoor ik. Dirk, Wim en ik vertrekken al voor de 50 km voordat de meute met de zotten per fiets arriveert. De dames en de heer Roelandt doen de 25. Na een km of 10, wat is dat daar? Een bende koeien? Ha neen, het zijn Simone, Gerda, Ariane en de Christines maar. ’t Is te zeggen, onze weledele dames moeten wachten op een boer die zijn koeien de veldweg laat oversteken. Zo vormt er zich een plas van wel 40 mountainbikers, die wachten op de koeien. Pas aan de bevoorrading, na 20 km, halen de echte zotten ons in, nadat ze op het parkoers 27.5 km gereden hebben. Voor mij is het mijn wederoptreden na 4 weken en het is weer afzien als ik het tweede deel met de zotten meerijdt, maar deugd, dat doet het achteraf toch altijd. Eigenlijk zijn alleen Ivan en ik overgebleven van de gewone mensen die in het begin meereden. En het wil al wat zeggen als we Ivan bij de gewone mensen moeten rekenen. Dirk en Wim zijn slechts een goeie 5 minuten achter ons aan de finish, dus traag kunnen die ook niet gereden hebben, ze zouden beter van de eerste keer meerijden met de bende, dat zou voor iedereen een verademing zijn terwijl we nog altijd rapst van allemaal zouden rondvlammen. Om 12 uur staan we al weer op het kerkeplein. En het KMI, ja, die zaten er compleet naast. In plaats van bewolkt, regenachtig weer, was het een prachtig schitterend zonnig weertje. Mario.


Zondag 1 mei 2005. Vurst, Gavere. Karel Verhoeven, Rony Van Hecke – de pa van Bart, die zelf aan het Garda-meer zit, al zal er van zitten niet veel gekomen zijn, want Bart moest daar gaan koersen (en eindigde volgens zijn doelstelling: binnen de eerste honderd), Rudy Rogiers, Hans Van Maele (zie verder), Dirk Van de Vijver (die rijdt hier in zijn achtertuin), Ivan Rogiers (die zijn achtertuin rijdt ook altijd mee), Luc Krick, ondergetekende en Patrick Roels, die we mogen verwelkomen als nieuw KWB-lid. Met Patrick als 4-voudig Belgisch Kampioen Survival Run in onze rangen moeten we niet meer vrezen dat de KWB Kalken zal uitsterven. Ge moogt diene mens een half uur ondersteboven in een boom hangen, zeven keer onderdompelen in ijskoud water, uithongeren, bij min 20 buiten laten slapen: niets deert er hem. Onuitroeibaar, gelijk de rest van de Roelsen. Langer dan 3 minuten in kokend water mag wel niet, want dan zijn de eitjes hardgekookt, wat dan weer de creatie van nieuwe Roelskes zou beletten. Dat valt bij nader inzien misschien in Kalken toch nog te overwegen. Patrick legt zich meteen al in de eerste vettige plas die we tegenkomen, zo blij is ie bij de KWB te zijn. En er zullen er nog veel volgen. Vettige plassen, en kadees die zich leggen. De volgende is Luc, die geveld wordt door een boomwortel. Zelfs kapitein Rudy moet eens serieus voet aan de grond zetten, in een diepe modderkuil. En Ronny, als die kasseien ziet, moet hij zich ook altijd eens leggen. Dit keer duikt hij plots – zonder dat ge snapt waarom – vanop het midden van de kassei bats overkop de graskant in. Wie er zich tot 3 keer toe in de modder wentelt – en het nog plezant vindt ook, is gastrijder Hans Van Maele, ons Westvlaams varken, aangetrokken door Karel. Getrouwd zijn met een Westvlaamse is voor Karel nog niet genoeg, hij gaat nu ook in Brugge werken en trekt dan nog van dat gespuis zoals Hans aan. Het gaat van kwaad naar erger met Karel. Dat wordt voor zijn naaste omgeving elk jaar meer en meer duidelijk, alleen Karel wil het niet gehad hebben. Hans dus is qua kaliber goed te vergelijken met Danny Fack – die samen met sponsor Rudy Vergeylen en met Erik Vergastel in de Vlaamse Ardennen op de weg aan het trainen is ter voorbereiding van hun beklimming van de Mont Ventoux volgende week. Net als bij Danny moet je bij Hans naar spieren niet ver zoeken, naar verstand en goede manieren daarentegen ... Qua fietsvastheid is Hans dus ook te vergelijken met Danny: nul de botten. Eens Westvlaams varken, altijd Westvlaams varken, ik kan het weten. Ja, jullie zullen er mee moeten leren leven met al die immigranten: Turken, Marokkanen en West-Vlamingen.

Ik ben gisteren zo overmoedig geweest om de 17 km van de Steentjesjogging te doen, samen met een andere KWB-er, Frank De Mulder, en vandaag moet ik natuurlijk mijn ‘loopbenen’ bekopen. Al is het gemiddelde ‘slechts’ 22 induur, ik ben o zo blij als we na 47 km eindelijk terug in de kantien van voetbalclub Vurst 92 aankomen. Ivan ook, ook al omdat zijn achtertuin zeer doet van al de ambetante hobbels. Ondanks de 26 graden (veel te warm), zien we er vreselijk vettig uit. En natuurlijk: de beestjes en de tengels zijn ook alweer van de partij. Soms mag je mij efkes de winter geven. Mario Vaneechoutte.

 

Zondag 8 mei 2005 – Moederkensdag. A(ma)aigem. Ronny en Bart Van Hecke, nog nen Bart, een collega van onzen Bart, Luc Krick, Karel Verhoeven, Rudy Rogiers, en ikke. Slechts met 7, waarschijnlijk omdat het moederkensdag is. Geen excuus natuurlijk. Ofwel zoekt ge u een vrouw die werkt op zondag, ofwel eentje die mee gaat fietsen. Er zijn naar het schijnt zelfs dames die, als ze al eens een zondag niet moeten werken, mee gaan fietsen, maar die lopen er zeer dun, en vindt da dan maar. Met 7 dus naar Amaai-gem, eigenlijk is het Aaigem, maar door de vele en hevige plensbuien van de voorgaande dagen ligt het parcours er heel zwaar bij. Vijfenvijftig kilometer, en we kunnen kiezen tussen moeilijk-, en niet berijdbaar. Wanneer we een onberijdbaar stuk afdalen, zie ik Karel eerst links tegen een afsluiting gaan, 20 meter verder rechts tegen de struiken, en uiteindelijk centraal onderuit. Zonder veel erg, want in de modder is het zacht landen.

Pineut van de dag is Ronny. Op hetzelfde stuk als Karel, gaat hij ook een paar keer horizontaal, de hele rit sukkelt hij met zijn versnelling en ketting, en naar het einde toe rijdt hij nog eens verloren ook. Nog een geluk dat de pijltjes goed zichtbaar waren, anders reed hij daar nog ergens rond.

Het moet wel zeer lastig geweest zijn, als zelfs Rudy mij na een tijdje weet te zeggen dat er maar weinig tijd is om te recupereren. Voor hem is dat eigenlijk niet nodig, maar voor ons (mij) des te meer. Recupereren: Dat is, wanneer je moe bent, niet nog moeder worden, maar een beetje minder moe. Het probleem is dat ik steeds maar moeder en moeder werd. Gelukkig was het moederkensdag, anders kwam dat daar nooit nie goed. Wie ook weer weinig moest recupereren was onzen Bart. Hij heeft de goede forme nu toch al een tijdje te pakken, en werd onlangs nog 99ste in een zwaar bezette wedstrijd in Italië. En dan komt hij mij op zondag fluitend voorbijrijden, terwijl ik net serieus zit af te zien. Hij moet daar toch mee opletten, want als het mij ne keer zal ontschieten, zal hij heel wat moeilijker fluiten, zo zonder voorste tanden. Vraag maar aan Mario, die kan daar ook van meeklappen. Ivan Rogiers.

 

Zondag 15 mei 2005. Serskamp. Want Rudy Rogiers moest vroeg thuis zijn voor de finale van de scholieren in de beker van het Volk. Onze jongens zullen spijtig genoeg nipt (met de pinnanties) verliezen, tegen Zeveren dan nog, is dat niet om van te Kwijlen? Maar ze waren al kampioen en nu nog finalist in de beker: proficiat, proficiat en nog ne keer proficiat! Serskamp dan maar. Het blijft toch een van de meest gevarieerde ritten in de omtrek. Nog relatief droog totdat Rudy besluit van een of ander boske in te trekken en we weer lekker vettig vuil worden. Wie er weer niet bij zijn, zijn Danny, sponsor Rudy en Erik. Nochtans, jongens, de KWB is er voor iedereen, ook voor de mentaal minder begaafden, dus we verwachten jullie zeker terug. Dirk Vandevyver, die met Jan Willems 4 dagen naeen 100 km gaan rijden is in de Ardennen en daarbij zijn nieuwe velo in de verdoemenis heeft gereden, zoals Jan zijn knieën, valt wel 4 keer met zijn ouwe velo. Ja, als ge zo rijdt, geen wonder dat ge kosten maakt. Patrick Roels is ook weer mee. Hij en de witten zijn de enige van ons 6 die niet vallen. Waarom Patrick een helm draagt, weten we eigenlijk niet. Misschien als nekbeschermer? In alle geval die helm hangt bijkans op zijn gat, en allesbehalve op zijn kop. Bij Ivan zouden we dat nog verstaan, omdat ge bij hem het verschil tussen de twee moeilijk ziet. Rudy rijdt zodanig geweldig dat hij zijn stuur zo hoog de lucht in trekt om over een tak te springen, dat hij achterstevoren over kop slaat. Terwijl we de schade opmeten, beginnen hij en de witten dan nog te zeveren en te kwijlen hoe vuil mijn velo weeral ziet in vergelijking met die van hen. “Ja”, zeg ik tegen Rudy, “maar ik heb de mijne ook nog niet afgeschud, gelijk gij zojuist.” En zo wordt het plots toch veel stiller aan de andere kant. In de Warande in Wetteren ligt er een diepe put waar ge in en weer uit moet rijden (de anderen doen dat toch, dus ik veronderstel dat dat dan van mij ook verwacht wordt, al snap ik er de leute niet van). Mij is het nog nooit gelukt, door mijn technische beperktheid – zoals u weet: mountainbiken ligt mij eigenlijk niet echt, om er rijdend weer uit te geraken. “Kijk, Mario”, roept Ivan, “als ik dat kan, moet gij dat ook kunnen” en hij rijdt de put binnen. Kling, klang, klong, en daar zien we Ivans’ beentjes boven de putrand wiebelen. En ja, hoor, ik probeer nog eens en het lukt me voor de eerste keer, nipt, nipt. Als Ivan dat niet kan, moet ik dat zeker kunnen.

Het wordt een sprint tussen Rogiers en Rogiers. Grote broer Rudy gunt zijn kleine broer Ivan ook nooit eens iets hé, die loebas. Troost U, Ivan, het is niet altijd de beste die wint. Maar vandaag wel, haha. En, Ivan, nog dit. ’t Is raar of ’t is niet raar, maar zo van die schuine opmerkingen over mijn spleetje tussen mijn tanden, die krijg ik meestal van mensen met niet teveel haar op hun plets. Zie maar dat ge u van de zomer inwrijft met zonnefaktor 10 zodat uw bol weer niet rood ziet, zoals na de eersten mei (niet omdat de sossen dan feestvieren, maar wel omdat dat de eerste zonnige dag was). Ge had Ivan moeten zien. Van kilometers ver zaagt ge hem. Iemand liet me weten dat hij er nog in kon komen dat Ivan en Karel tegen windmolens zijn op t‘Husseveld, maar vroeg zich wel af waarom Ivan dan persé een vuurtoren in zijn gazon zet. Dat is nu toch helemaal niet nuttig. Gelukkig kon ik die mens uitleggen dat het Ivan zelf was die hij gezien had. En wat zeggen we dan, Ivan? Juist: Dank u wel, Mario.

Zondag 22 mei 2005. Nu missen we Karel. tingels: met 2 naast mekaar. Klein duimpje Vergastel spelen we kwijt in de Speelbos. Rudy voelt zich weer Mr. Parijs Roubaix. Nog een geluk dat hij niet ziek was of geen last had van fluimpjes, want dan vlamt hij nog harder.

 

Zondag 5 juni 2005. Zeveneken. Ik schrijf dit verslag enigszins gehavend en ingepakt. Patrick Roels, Danny Fack, Luc Krick, Karel Verhoeven, Ivan Rogiers, Dirk Hanselaer, sponsor Rudy Vergeylen (gisteren 185 km wielerterrorist gespeeld, samen met Erik Vergastel, maar die ligt nu nog in zijn beddeke: flagada), Bjorn Vergauwen warempel, en ikke aan de kerk. We rijden naar Hussevelde. Ivan meent even zijn broer Rudy te zien, maar nee, zegt hij, het is een ander lijk op een velo. Gisteren was het KWB kook wa beter familiefeest en we verwachten Rudy dus al niet meer, als hij toch plots in tenu in zijn camionet met velo op de weg verschijnt. Wij op weg naar de Toertocht te Zeveneken. Er is weer geen houden aan Danny Fack en als hij uit het veld komt en aan 42 doortrekt, wil ik het voor bekeken houden. Kapitein Rudy brengt het tempo terug tot 35 en als ik even op adem gekomen ben, mag Danny het horen: “Vorte gendarm!” Ik bedenk ter plaatse daarenboven de ergste belediging die men een mens kan toeroepen: ‘Ge zijt jandorie nog erger dan de 2 Rogiersen samen!” Het extra-voordeel van deze toch wel verschrikkelijk zware belediging is dat meteen de 2 Rogiersen meebeledigd worden. Ivan, die net voor mij rijdt, steekt dan ook achter zijn rug zijn middelvingertje naar me op. Even verder rijden we in waaiers tegen de verraderlijke veranderlijke wind in. Het is opletten geblazen want er wordt voortdurend geslingerd om zo goed mogelijk uit de wind te zitten. En met een kamikaze gelijk P. Roels in het midden van de waaier is het dubbel opletten. Plots komt de witte Krick vanachter mij en roept tegen de wind in: “Jongens, zo kwakken met die velo’s, straks zal er nog ...”. Ik hoor hem niet goed – door de wind - en kijk achter mij naar wat hij te zeggen heeft. Daardoor komt mijn voorwiel tegen het achterwiel van Karel te plakken. Sleep, sleep, blijf ik toch nog recht, neen natuurlijk niet, ik val, en schuuuuuuuuuuuurrrrrrrrrrrrrr 10 meter ver op de beton. Weeral miserie. Ik zou beter gaan kaarten. Trek het u niet aan zegt Rudy, eens ge helegans verveld zijt, moogt ge u koereur noemen en je bent goed op weg de laatste jaren. O ja, de witten kwam zeggen: “straks zal er nog gevallen worden als ge zo voortrijdt.” Duizend keer merci, Luc, om mij waar te schuwen. Ik rijd nog vollen bak mee tot aan de bevoorrading van 30 km, maar als ik efkes stil sta voel ik hoe alles stijf wordt en dat het best is om van het zwembad van Puyenbroeck op mijn eentje op het gemak aan 24 per uur naar huis te rijden. Naar het schijnt heeft kapitein Rudy daarna nog eens de registers opengetrokken zodat Ivan met een dikke knie zat – juist nu hij van zijn dik gat verlost is - en zelfs op eigen kracht het Weike niet meer kon verlaten (er geraken gaat altijd wel, raar hé). Bjorn, verschrikkelijk in form, blijkt de laatste kilometerkes er ook vanonder gemuisd te zijn. Licht uit.

O ja, niet vergeten van mijn toetsenbord onderste boven te draaien, na het typen van dit verslag, zodat het bloed er weer kan uitlopen. Mario

 

Hoe meer ik op Ivan zijn gezicht kijk, hoe contenter ik ben van mijn achterwerk.

 

Zaterdag 11 juni 2005. 130 km Regio Tour. St. Lievens Houtem, Ninove, Geraardsbergen, Lierde, Zottegem, St. Lievens Houtem

Bjorn, Rudy, Rudy, Erik Van Gasse, ik, Luc Krick, Karel Verhoeven, Patrick Roels

Danny Fack vroeger

 

Zondag 7 augustus 2005. Ingerichte rit te Oosterzele. Rudy, Karel, Wim Poelman en mijzelf en ter plaatse is er ook nog Dirk VDV uit Zwijnaarde. 15 km ernaartoe, 45 ter plaatse en 15 weer, aan een gemiddelde van 26.3 induur. Een prestratrie om U tegen te zeggen. Ik hoor niets!? U. Aha, toch nog. Ik moet zeggen gelijk het is: de anderen reden ook niet slecht, want ze konden me allemaal bijhouden.

Een regenbui van jewelste. Iedereen trekt een regenjasje aan, behalve ik. Niet alleen omdat ik stoerder ben dan de rest, maar vooral omdat ik geen meeheb. Ik verlies geen tijd, dus rijd ik voorop. Als ik even later achter me kijk waar ze blijven, zie ik daar warempel enen in het knaloranje rondrijden. ‘Potverdorie, waar gaat dat hier naartoe’ roep ik, ‘als er nu al Hollanders met ons meerijden!?’. Drie sekonden later, een harde klop op mijn kop. Een geluk dat ik mijn helmpje aanhad. Ik kijk verschrikt opzij en potverdorie, het is toch wel die Hollander zekers die op mijn kop klopt! Toch niet, het is Rudy, met zijn oranje regenjasje.

Karel heeft besloten om geen druppel alcool meer te drinken. Hij houdt dat al 10 dagen vol. Ik kan me niet voorstellen hoe een mens daarin slaagt, nog een prestratrie. ‘Want alcohol’ zegt Karel, ‘alcohol heeft al veel kapot gemaakt.’ Hij kan het weten, want Karel is aangesteld als ervaringsdeskundige. In alle geval, er staat geen maat meer op Karel. En maten heeft hij al nooit echt gehad.

De laatste tijd probeer ik af en toe eens Frans te spreken tegen Rudy, kwestie van het niveau wat op te krikken. Vroeger heb ik nog geprobeerd om Rudys te spreken tegen Frans, maar geen mens die dat verstond. Als we een doodlopend wegeltje inrijden, zeg ik: “Eaulala, ca court mort, ici.” Waarop Rudy antwoordt: “Merde, ca tombe contre.”. Waarop ik dan weer: “Mais qu’est-ce que ca va être ici tout le monde aujourd’hui?”. Voor de mensen die nog niet zo goed verfijnd Frans spreken, vertaal ik even : Olala, dat loopt hier dood. Verdorie, dat valt tegen. Maar wat gaat dat hier allemaal zijn vandaag?

Zoals gezegd voel ik me nog wreed in vorm als we de toertocht in Oosterzele beëindingen en de terugtocht naar Kalken aanvatten, maar tegen dat we in Wetteren zijn (contre nous sommes dans Wetteren) ben ik al gaga, door het moordend tempo dat Rudy in de regen tegen de wind oplegt. Tegen dat we in Kalken zijn ben ik flagada en ook dadapipi, euh piepedada. Ik moet eerst bij Patrick binnen om een goed pak friet, vooraleer ik me aan de Leffe kan wagen. Mario

 

Zondag 5 september 2005. Berlare. Ons zesde seizoen begon met een belediging van kapitein Rudy Rogiers. Hij stuurt elke week per iemeel de coördinaten van de volgende rit door. Deze keer stond er: ‘Scheve villa’. Ik antwoordde meteen: ‘Scheve villa, scheve villa, hebt ge uzelf al eens goed bekeken, ja?”, want de tijd is voorbij dat ik me ga laten doen van snotneuzen, hé. Ik schrok niet echt van die kuren van Rudy, want de week voordien was hij nog maar net op zijn hoofd gevallen tijdens een wedstrijd in Houffalize toen zijn stuur doormidden brak. Weeral geluk van de helm, want anders was hij nog veel getikter geweest. Dat is al zijn tweede stuur en een kader reed hij ook al om zeep. Dat komt ervan als er teveel macht samen in één mens zit. Maar zo kon Rudy, de master of the masters, weeral zijn kansen niet verdedigen. Jan Willems reed zomaar tegen de 21 per uur over de 60 km, Karel deed de 90 km die hij beëindigde met de woorden: ‘Nooit meer’ en Bart Van Hecke eindigde in de eerste 10 op de zomaar eventjes 120 km.

Maar terug naar die iemeel van Rudy: Dat van die scheve villa bleek de plaatsaanduiding van de start van een toertocht te zijn: een toertocht, ingericht door de Chirojongens van Berlare, startend aan de scheve villa te Berlare. En inderdaad: de scheve villa staat echt helemaal scheef. Als je binnengaat word je er zelfs een beetje duizelig van, zeker als je de avond ervoor wat bent doorgezakt. Blijkt dat de ene kant op klei staat en de andere op turf zodat de hele plateau, met de intacte villa erop, is scheefgezakt. Het achtste wereldwonder bevindt zich te Berlare. We rijden 63 km aan 28.22 per uur, en dat zal wel een van de snelste ritten zijn die we al lieten optekenen, waarmee de toon van het nieuwe seizoen weeral gezet is. Vooral een sterke prestatie van Hans Schellaert, die een tijdlang niet meer gereden had. Een schoon parkoers, met uitbundig veel wegwijzertjes uitgepijld en met vooral na de tweede bevoorrading tal van nieuwe wegels. Waar blijven ze ze uithalen? We passeren voorbij de cafés ‘Bij de Westvlaming’ zodat ik me weer wat thuisvoel en de ‘Papadoc’.

Toevallig is de arrivé van zowel de mannen, als de vrouwen (+ Ivan Rogiers + Frank Hanselaer), als van Dirk Hanselaer, die na breuk alleen moest rijden, allemaal binnen de minuut. Zeer straf. De mannen rijden van de scheve villa naar de Woesten, zonder onder de 35 te gaan en wie blijft daar in ons wiel hangen? Rita, eega van Erik Van Gassen. Weeral een vrouw die beter rijdt dan haar man. Sponsor Rudy Vergeylen rijdt niet mee, want hij is weer met zijn parkieten bezig en van de opbrengst daarvan koopt hij elk jaar drie nieuwe velo’s en een nieuwe villa. Ook niet-sponsor Geert Electro Verhoeven rijdt niet mee, maar dat is normaal want die rijdt nooit mee.
PS1. Beste Geert, dat is dan, zoals deze zomer afgesproken, 10 Euro, voor elke keer dat uw zaak, Electro Verhoeven, in een verslag te pas en te onpas vermeld wordt.

PS2. Andere zelfstandigen die graag willen dat hun zaak eens vermeld worden, gelieve met ondergetekende kontakt op te nemen, voor het bespreken van de condities.

PS3. Let wel, de prijs die onder PS1 vermeld werd is wel een éénmalige vriendenprijs.

PS4. En als ge binnenkomt bij Electro Verhoeven, uw voeten vegen aan de mat, of ge krijgt met Isabel te doen, en dat wilt ge niet meemaken.

Mario

 

Zondag 11 september 2005. Wetteren.

Na enkele maanden verplichte rust wegens pijnlijke knieën, probeer ik vandaag mijn wederoptreden te maken. De ingerichte tocht van 2-many bikers uit Wetteren lijkt mij hiervoor het gepaste moment. Als we het kerkplein een vijftal minuutjes te laat oprijden, (Rudy kon maar 1 kous vinden) zijn de beekes al vertrokken. De aakes die er wel nog stonden waren Rudy Vergeylen, Luc Krick, Dirk Vandevijver, Bjorn Vergauwen, en een nieuwkomer. Wanneer we vertrekken, ga ik naast hem rijden om kennis te maken, en vraag “wiens manneken zijde gij?“. Hij antwoordt dat hij Geoffrey Maes is en in Overmere woont.

Nu hebben we bij de Modderfokkers al heel wat meegemaakt, een ex-profrenner (Rudy), een Belgisch kampioen Survival-run (Patrick), aanstormend jeugdig wielertalent (Tim en Bart), maar dit slaat werkelijk alles. Geoffrey is namelijk regerend wereldkampioen mountainbike bij de +32 jarigen. Hij heeft al horen spreken van da bendeken van Kalken en rijdt vandaag een keertje op ’t gemaksken mee om de benen eens los te gooien. Aan de Warande aangekomen schrijven wij ons in, en vervoegen de vroege vertrekkers Dirk en Frank Hanselaer, Rudy en Ronny De Clerq, Guy Roels en Marc Roelandt. We vertrekken met de ganse bende, en het gaat al vanaf ’t begin goe vooruit. Zo goe zelfs dat na een tiental kilometers bij mij het vet al van de soep is. Ik ben dan ook zeer blij als Rudy DC mij voorbijrijdt om zijn broer te gaan zeggen dat hij niet met de B-kes maar met de A-kes aan het meerijden is, en de rest al een stuk achterop is. We laten de grote mensen wegrijden, en laten ons na een tijdje inhalen door de normale mensen. Op de eerste splitsing houdt Guy het voor bekeken en kiest voor de 35 km. Wij gaan voor de 50. Als we op de bevoorrading aankomen, zie ik tussen de vele sportievelingen ineens een zombie met een truitje dat ik herken, het blijkt Bjorn te zijn. Hij is zo lang mogelijk bij de eersten blijven aanklampen, en moet dit nu zwaar bekopen. Hij reutelt nog iets in de zin van “alles ligt er al weer uit”, en “ik rij van hieruit recht naar huis”, en kruipt hoofdschuddend weer de fiets op. Dat wordt een namiddagje op de sofa. Ook ik moet mijn overmoed bekopen, en krijg na een tijdje weer last aan de knieën. Ik besluit dan maar aan de volgende splitsing te kiezen voor de kortste afstand. El Sympatico, Marc, houdt mij gezelschap (of was het beste er ook al af ). Op de terugweg naar huis gaat de pees er nog eens goed op. Als de snelheid zo rond de 40 km/u ligt vraagt Geoffrey waarvoor dit nog goed is. Ik antwoord dat wij er op het einde altijd nog een spurtje uitpersen, waarop hij zegt dat dat niet gezond gezond is. Dat weet ik al lang. In de verte zien we hoe de Rudy’s het onder elkaar uitvechten, en Rogiers het haalt. Bij de nabeschouwing van de rit (mijn favoriete onderdeel), vertelt Rudy R. dat hij het een leutig ritje vond. Vooral toen hij op een gegeven moment eens goed doortrok en na een tijdje gepiep hoorde. Hij maakte Geoffrey erop attent dat zijn GSM belde, maar die moest bekennen dat het zijn hartslagmeter was die meldde dat hij in het rood ging. Tot slot nog de vaststelling dat mijn wederoptreden nog enkele weken moet worden uitgesteld wegens nog niet goed genoeg. Maar, wat zit ik te klagen over een paar pijnlijke knieën, jullie, beste lezers, moeten het nog een tijdje stellen met de verslagskes van Mario. Dat is pas erg. Verslaggever Ad Interim Bis Ivan, terug in de lappenmand.

PS. Ivan, hebt ge er al eens op gelet dat uw computer soms hapert hapert? Is dat wel gezond gezond?

 

Zondag 25 september. Lokeren

Patrick Roels, Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Erik Van Gassen, Luc Krick, Hans Schellaert, Jan Willems en ikke. Na 15 km en 25 minuten zijn we in Lokeren. Als we ons ingeschreven hebben en willen starten, moeten we echter wachten op Patrick. Als naar gewoonte zit Patrick op de plee. Patrick, mogen we vragen om vanaf nu ook eens tijdens de week te gaan en niet altijd alles op te sparen tot net voor we moeten vertrekken? Er zijn hier er een paar die daar het sch... van krijgen, zulle. Halfweg koers lijdt Patrick dan nog kettingbreuk. Zijn ketting kapot geka ... euh, gekrakt. Gelukkig is er Rudy om te depanneren en voor mindere goden gelijk mij is het een welkome rustpauze. Patrick verdwijnt ondertussen eens achter een boom. (Graptje!)

Ook Ivan Rogiers, Frank Hanselaer en Rudy Declerck rijden hier ergens rond. Als ik iedereen samenreken, denk ik wel dat er een man of 30 van Kalken is. Man is het woord niet, want er is voorzeker meer vrouwvolk dan venten. Een straffe mountainbike-gemeente toch, Kalken. Als de finale losbarst schiet mijn ketting twee keer na mekaar over en dat gat van 30 meter op Erik heb ik nooit meer toegekregen en Erik dat gat niet op die die voor hem reed en die die voor hem reed dat gat niet op die ... Roept er dan nog een rare ‘Ja, het zijn weer die zotten van Kalken, zeker’. Ik ken die gast gelijk van ergens, maar pas aan de meet wordt het me duidelijk dat het Geert Electro Verhoeven was. En zijn schoonzus, Nele, ge weet wel die van die pistolets, die had ik niet eens gezien, ge moet niet vragen hoe diep ik gegaan was dat ik zelfs Nele, de schoonzus van Geert Electro Verhoeven, niet gezien had. Allez, ik ben toch weer al aan 30 Euro reclame-inkomsten. Pas op, ik stort daar wel een Euro of 3 van in de KWB clubkas, hé, zo ben ik dan wel. Als we van Lokeren naar huis rijden, steekt ons luid toeterend de kamionette van onze sponsor voorbij. Maar tiens, ik dacht dat daar op stond: ‘Badkamers en meubelen’, maar nu lees ik ‘Vervoer van velos en vrouwvolk’. Thuisgekomen staat er 70 km op de teller, en een gemiddelde van 27.2. Een maximum van 46.1, maar waar ik dat gehaald heb, weet ik niet meer. Mario

PS. En als ge buitengaat bij Electro Verhoeven, de deur achter uw gat dichttrekken, of Isabel gaat eens achter u zitten, en dat ...

maakt dan 4 x 10 Euro is 40 Euro.

 

Zondag 16 oktober 2005, Massemen.

Wij naar Massemen, Serskamp, Oordegem, Vlierzele en die kanten. Voor een toertocht op de boerenbuiten. Ik had meer bos verwacht, maar aan die kanten kan het niet misgaan met het landschap. Een prachtige streek ligt daar, aan de overkant van ’t Scheld. Volk, volk en nog eens volk. Bij de modderfokkers is het heel wat minder: Luc, Rudy en ikzelf en Luc heeft nog een veertienjarig nieuweling koereurke meegebracht uit Berlare, den Ian. Gelukkig zijn er ook nog de zogezegde B-kes – Guy R., Dirk & Frank H, Rudy Washington DC en snellen Eddy T., vader tewege, die ik hierbij plechtig herdoop tot de A-kes en de huidige A-ploeg wordt dan de A pluskes. Kwestie van mijn nakende overstap voor te bereiden, zodat ik toch bij de A-kes blijf rijden. Wie niet mooi is, moet slim zijn.

Ik denk dat ze zich dees jaar serieus vergist hebben hierboven: ze hebben augustus en oktober met mekaar verwisseld, denk ik.Zo komt het dat het er weer poerdroog bijligt, en zo doen we de in totaal 60 km aan 26 induur, voortdurend vollek voorbijstekend. Er staat weer geen maat op Rudy. En Ian blijft achteraan jojo-en, maar met af en toe een klein beetje wachten van ons drieën houdt deze knaap toch goed vol. Ik zie het Stefaan Rogiers nog niet doen. Een beetje tegen een bal stampen, dat wel ja, maar presteren op een vélo, gelijk zijn pa, hola! Trouwens, ik wed dat geeneen van die scholierenkampioentjes meekan op een MTB met ons ouwe zakken (voilà, de handschoen ligt in de ring, snotneuzen).

Zijn we daar net vlotjes 35 aan het halen op een licht afzinkende stofwegel, als er zich in de verte een opstopping aftekent. Is dat hier de Welriekende Dreef misschien? Het blijken 2 paardenkoetsen en een stuk of 10 mountainbikers te zijn die daar stille staan. Geen stalleke te zien en het kinneke Jezus nog minder. Zijn die op mekaar gebotst miskiens? Neen, er blijkt een zwart mormel van een kalf los te lopen. Moeder koe in de belendende weide staat luid te loeien, zoals moederkoeien doorgaans plegen te doen. In plaats van daar te staan lummelen, pakken Rudy en ik de stier bij de horens. Juist, het is maar een kalfje van een meter hoog, maar toch heet zoiets ‘de stier bij de horens pakken’. In geen tijd zit het kalf weer bij moeder koe. Het probeert toch wel weer te onstnappen, zeker, dat klein vortzakske. “Geen wonder,” zegt Rudy: “met zo een zottin van een ma”. Dat kalf heeft daarna wel een uur in de hoek van de wei moeten staan, hoor. Luc en Ian, die niet zo boerachtig zijn van afkomst gelijk Rudy en ik, houden zich wijselijk verre van deze cowboy-toestanden. Mario

 

Zondag 23 oktober 2005, nieuwe MTB route Wetteren

Kapitein Rudy Rogiers, sponsor Rudy Vergeylen, Luc de witte Krick, Patrick de survivor Roels, Danny Fackerdefack, Jan Willems, van het gelijknamige fonds genoemd naar zijn nonkel Jan Frans, ondergemodderde, en weeral den Ian. Neen: vandaag geen vrouwen! Blijkbaar hadden ze goed de e-mail van Jan gelezen waarin hij opriep dat alle kiekens zouden binnenblijven gezien de dreigende vogelgriep. Luisterden ze maar altijd zo braaf.

We zijn nog maar net weg om de nieuwe route te Wetteren, de Boskantroute – pas sinds gisteren ingehuldigd, te verkennen, als ik al plat rijdt. “Ik ga hier eens iets nieuws proberen,” zegt Rudy en hij spuit een buske schuim leeg in mijn band. Klei, denk ik, want daarna gaat het echt niet meer vooruit. “Het loopt hier van een kleien dakje”, betekent dan ook: ik plak aan de grond, ik draai vierkant, ik sta geparkeerd, ik geraak niet vooruit. Ik wou bijna zeggen: “Ik rij nog trager dan Marc R. uit de Krimineelstraat te K”, maar ik wil nu ook niet overdrijven. In alle geval, zo duurt het bandstoppen maar twee minuten.

Eigenlijk is die route grotendeels dezelfde tour als verleden week, al zitten er – net zoals verleden week – weer veel nieuwe wegelkes in. Rudy zegt wel dat we die allemaal al eens gedaan hebben, maar den dezen dan toch niet, ofwel toch niet bij bewustzijn, wat niet echt verwonderlijk is. Maar van enige gelijkenis met het parkoers van verleden week is er toch geen sprake. Waar het verleden week poerdroog lag, is het parkoers nu herschapen in een modderpoel. Nou, dat is nu net het leuke van bergfietsen (zou een Hollander zeggen): steeds weer anders en afwisselend.

Eindelijk, eindelijk mijn favoriete weer. Hier voelt een varken zich echt in thuis. Alleen, vandaag is het mijn dagje niet. “Alles is relatief,” zei Einstein, en misschien zit Einstein er wel voor meer tussen dan dat, want gisteravond ben ik op de Einstein-avond in Laarne wat te lang blijven hangen. Ook sponsor Rudy en Ian bevinden zich op een bepaald moment in mijn gezelschap, ver achter de anderen die in koers geraakt zijn met een of andere wedstrijdrenner die zich ook op het parkoers bevond. Ze wachten even later wel, maar waren ondertussen verkeerd gereden. Tja Danny reed nogal veel op kop, zie je. En er was verwarring met de plakkaatjes van de route van St. Lievenshoutem. Zo komt het dat we mekaar pas weerzien in de après-sport. Enigste pinten en een halfuurtje later, ga ik moede naar huis, want ik moet mijn vrienden weer voor een week missen. En het was juist weer zo plezant. Maar ja, alles heeft een eind, behalve een worstje. Dat heeft er twee. Mario

 

Zondag 30 oktober 2005. Boskantroute Wetteren. De super-Akes zijn naar Zottegem, de A-kes (u weet wel, de vroegere B-kes die nu tot A-kes zijn gepromoveerd nu ik meerij, kwestie dat ik niet van categorie zak) doen de nieuwe route van Wetteren. Aangezien ik verleden week met de vroeger A-kes (dus voor alle duidelijkheid: nu de super-Akes, of ook wel de Eekes, zoals Ivan suggereert, van ‘Extremekes’) die route deed en aangezien de toertocht van Massemen de week daarvoor ook al voor een groot deel over die route liep, is het nu al mijn derde keer op rij dat ik dezelfde route doe. Het wordt hoog tijd dat ze eens een nieuwe route maken, zulle.

Wij, dat zijn, Ivan Rogiers, Rudy Declerck en Dirk Hanselaer. Marc R., de perverte priapist uit de Krimineelstraat te K., had gisteren gezegd dat hij twijfelde of hij mee ging doen. “Als hij dat zegt, dan twijfelen wij al lang niet meer”, zegt Ivan, “dan weten we al zeker dat we hem niet gaan zien. Het is pas als hij zegt dat hij zeker mee gaat doen, dat wij eraan beginnen twijfelen of hij misschien eens komt opdagen.”

Dirk H. rijdt zonder helmpke. ‘Hebben ze het misschien afgepakt toen ge piket moest staan gisteren’ wil ik weten, doelend op de groote betooging tegen de eindeloopbaanregeling. “Neen,” zegt Dirk droogweg: “ik heb niet gestaakt.” Ik val rijzekes van mijn velo! Komt dat tegen, dat is bijna zo goed als vakbondsvoorzitter van het ACV, maar meestaken, hola, Dirk niet gezien. Ja, zegt Dirk, ik moest zorgen dat de werklozen tijdig werden uitbetaald, anders zouden die ook beginnen staken zijn. Zoals u ziet, beste Kraaklezer: sommige mensen zijn echt onmisbaar in onze samenleving.

Ik ben niet echt in vorm en Rudy Washington DC volgen is er soms niet bij. Die blijkt dan ook nogal maniakaal bezig te zijn (elke week zowel zaterdag als zondag) de laatste tijd en hoort eigenlijk bij de Eekes thuis, als je ’t mij vraagt. Ivan, die sinds lang nog eens een serieuze rit doet, wegens knieproblemen, heeft het moeilijkst van al. Ja, het wordt een lange weg terug naar de top, Ivan.

En wie komen we daar tegen, midden in de bossen van Serskamp? Jean Marie Broeckaert godbetert. De beter ingelichte verslagschrijver, zoals uw dienaar, beseft meteen dat JMB de opkuis komt doen van de Halloweenwandeling van de Gezinsbond gisteravond. Maar hadden we JMB, die nu een proper manneke is, een paar jaar eerder in deze kontreien tegengekomen, toen nog met zijn ruige rastakapsel, dan hadden wij in deze donkere tijden eerder gedacht aan een boosaardige bostrol die giftige paddenstoelen aan het plukken was. Jean-Marie Bostrol.

Allez, na 53 km aan goeie 23 induur zijn we terug in Kalken. Dus niet echt trager dan verleden week, met de afvallers van de super Akes, al lag het toen nog ietske vettiger.

Net als ik – enkele uren later ... - wil vertrekken uit het Weike, komen de E-kes terug binnen uit Erwetegem, met nog heel wat schoon volk mee – ik ben toch altijd te vroeg weg, hé. Ik vang nog even een glimp op van o.a. Nadine, Rita en Els, die dus zomaar de ophokplicht voor kiekens naast zich neer hebben gelegd! Als er vogelgriep komt, ge weet vanwaar. Mario

 

Zondag 27 november 2005. De super-Akes zijn naar Hulst, en de A-kes zijn nergens te bekennen. Ik was nog van plan te schrijven: ‘Ik had het op de radio nog gehoord: alle sportmanisfestaties in Oost-Vlaanderen afgelast vanwege de sneeuw, behalve het KWB mountainbiken te Kalken.’ Maar blijkbaar was ik de enige lokale amateursporter met goesting.

Kapitein Rudy Rogiers had nog gezegd dat hij hier om halfnegen ging staan. Is het omdat hij zwaar beginnen lezen is, misschien? Is hij zwaar beginnen lezen omdat hij dit jaar de quiz niet heeft kunnen winnen? Op de boekenbeurs zagen we hem immers vertrekken met wel 10 boeken. Weliswaar, tien keer hetzelfde, namelijk het laatste van Goedele Liekens.*

Gelukkig is er nog Eddy Troch die om 9 uur het marktplein komt opgereden. We vetrekken naar de Berlaarse bossen en rijden langs sponsor Rudy Vergeylen zijn deur. Die is erin geslaagd om een heel nieuw fietspad aan zijn voordeur te laten leggen, kwestie dat het ietske teveel hobbelde als hij met zijn MTB thuiskwam. Daardoor is het al 2 maand lang moeilijk kruisen aan de Kruisen. Voor sommigen doen ze toch alles, hé. Ander gevolg is dat Bakker WILLEMS** en Schoenen VERSCHRAEGEN** bijna failliet zijn. Maar dat zal Rudy worst wezen, als hij maar zijn fietspad heeft. Uit goede bron weet ik dat de gevolgen van deze werken zelfs vibreren tot aan Electro VERHOEVEN**, dus ook bakker VANDENABEELE** en Frituur PATRICK** zullen wel niet kontent zijn. Laat staan garage VERHEYDEN** en garage NECRA**. Maar dit volledig terzijde.

Eddy en ik weg alleen. Een echte schande dat we maar met twee zijn, want dit is echt superweer voor modderfokkers: door de sneeuw, die gisteren eerst wat gesmolten was en dan weer door de nachtvorst is opgesteven, en die in de loop van de voornoen opnieuw begint te smelten, liggen de wegels echt op hun smerigst en gevaarlijkst. Harde richels, overal brokken, glattigheid alom. En het landschap ligt op zijn schoonst. Het weer is koud, maar windstil met af en toe wat zon. Dit wil je niet missen als mountainbaaiker. Als we tussen metersbrede plassen laveren, gegarneerd met gebroken stukjes ijsschots, bedenk ik: val daarin en het is mountainbiker on the rocks. Eén keer is het prijs, juist op een stukje baan waar je denkt, hier is het toch wel veilig. Mijn elleboog open, maar vooral erg dat mijn truitje met lange mouwen van onze sponsor gescheurd is aan de elleboog. Eigenlijk toch niet zo erg, want het was al gescheurd, van de vorige valpartij, een jaar geleden. Jaja, zolang al. Je had het verkeerde spoor zegt Eddy, die veel handiger is met die velo. Dat is nu juist het probleem met mij, Eddy: ik heb al mijn hele leven het verkeerde spoor. Leg eens uit, machinist zijnde, hoe ik daar van af geraak? Mario

 

* Dirk Demulder weet me te vertellen dat Rudy begonnen is met een cursus liplezen. Vandaar.

** Beste zelfstandigen, gelieve niet meer op te bieden om te pas en te onpas in dit verslag vernoemd te worden: vol is vol. Vanaf volgend jaar is er weer plaats vanaf 25 Euro per vermelding (bodemprijs waarop het bieden zal starten. Ik weet het, we zijn serieus opgeslaan, maar dat is zo als de vraag het aanbod overstijgt). Met dank voor uw begrip.

 

Zondag 4 december 2005, Hemelrijk, Heiende. We zijn vertrokken in Kalken met een serieuze groep, waaronder enkele dames: Nadine, Rita en Carla. Van de mannen van de A-ploeg (de vroegere b-kes) waren aanwezig: Rudy DC, Dirk H. en ikzelf. En weg waren we met gans de groep, waaronder dan ook nog de A+ kes waarvan er ook veel aanwezig waren. Nog maar pas vertrokken en we komen Dirk Pieters al tegen en die kon al direct aanpikken, na een kilometer roept Dirk P ineens: “Is Ariane er ook bij?” en wij: “Ma nee, nog nie gezien.”, waarop hij repliceerde: “ja ma alst zo is“, en hop hij keerde terug. Aangekomen op ’t Heiende, ons laten inschrijven, en daar kwamen dan Eddy De Clercq en nog een jonge gast bij waarvan ik de naam niet weet, ons ook nog vervoegen en als klap op de vuurpijl: Dirk Pieters was er ook terug, hij had zijn Ariane gevonden sé. Dan toch aangezet, het zou al vlug duidelijk worden dat het een lastige rit zou worden, we werden onderandere getrakteerd op een ronde rond een veld met plantgoed (jonge bomen) waarvan de aarde nog maar pas was omgewoeld, daarna hebben we nog een slalom gedaan tussen een partij fruitbomen en dan naar het einde toe nog een groot stuk over een veld waar mais had gestaan en waarvan de grond ook eens flink was losgetrokken. Het was er dan ook niet mogelijk om op de fiets te blijven zitten en dus maar te voet het traject afgelegd. Bij het bijtanken aan de bevoorrading is Karel Verhoeven ons ons ook nog komen vervoegen. Zo zijn we uiteindelijk met ons zeven toegekomen. En na nog iets te nuttigen in de taverne aldaar, namelijk een “stoverijbierken“ zoals Rudy dat zo mooi zegt, zijn we dan huiswaarts gekeerd waar ons een welverdiend warm bad stond op te wachten. Eddy Troch

Zondag 11 december 2005. Lokeren. Zie ik goed als ik naar boven kijk? Jaja, een nieuwe verslaggever! Snellen Eddy himself. Een die er tenminste iets van kent, deze keer hoop ik, want die vorige twee apostelen - Marcus en Ivanisovitsj - waren niet veel soeps.

Ariane & Dirk Pieters, Nadine en Rudy Vergeylen en Rita en Erik Vergastel staan al aan de kerk. Drie koppels. Straffe madammen toch, die zo ’s morgens vroeg in vriesweer klaar staan om door de velden te gaan ploeteren met een velo. Ook nog een broederpaar, Patrick & Willem Roels. Rudy Rogiers en Dirk Hanselaer staan er zonder hun broeries Ivan en Frank. En in Lokeren komen we nog twee straffe madammen tegen: Simone uit het Hussevelde en in het knalgeel met Marleen uit de Zomerstraat en in het knalgeel. Onze jongste, Ian, blijft ook trouw meerijden. Ik mis wel Ivan en daarom luidt ons kerstlied dit jaar: ‘Ivan, kommt bald wieder, Du lieber Freund!”. Toch spijtig dat Ivan zich zodanig geforceerd heeft dat hij met de knie beginnen sukkelen is. Op zich zou dat niet zo erg geweest zijn, maar met zijn prostaatproblemen erbij, en daarbovenop zijn impotentie en zijn incontentie, was het echt niet meer te doen voor Ivan. En toch blijven we hopen.

Karel, die me gisteren nog gebeld had om te komen, zodat ik dus vanmorgen tegen mijn goesting toch uit mijn bed gekropen was, juist omdat ik Karel beloofd had mee te rijden, stuurt toch wel zijn kat zeker. Had hij nog Nele gestuurd, maar nee. Mochten wij dat beestje terug gaan afzetten in het Hussevelde. En maar miauwen. Kapitein Rudy heeft er een zwaar weekend opzitten en dompelde zich onder in de Strong Red op de Ierse avond van HO Kalken en in de dreupels in de KWB-stand op de kerstmarkt gisteravond, maar er is niets van te merken. Ook de witte Krick en de Roelse Guy gaan mee naar Lokeren. Het is zodanig koud dat ik nog overwoog om mijn kalassong* onder mijn koersbroek aan te trekken. Volgens mijn vrouwke sta ik daar zelfs heel sexy mee, zeker als ik mijn buik intrek en mijn borstkas opblaas en vooral als ik het licht uit doe.

Het is koud en slechts hier en daar glad, wat juist het gevaarlijkste is, want er staan natuurlijk geen plakkaatjes met ‘Effe oppassen, jongens en meisjes, want hier is het wel glad.’ En ja hoor, we zijn nog maar net weg op het parkoers of pardaf. Aan de klap en het geschreeuw te horen, is het serieus. Erik ligt languit dwars over de wegel te kajieten. Heeft er dan nog één van ons, die achterkwam, met zijn velo op Erik zijn koppeke gereden, en zijn helm is rats gescheurd. Als Erik uiteindelijk rechtstaat, krijgt hij walgneigingen. Wij vinden dat niets speciaals, want dat komt veel voor de zondagmorgen aan de kerk, alhoewel dat toch fel verminderd is sinds Marc niet meer meerijdt. Maar volgens Willem en Dirk P. wijst dat op een hersenschudding. Niemand zit daar echt mee in, want echt zwaar kan dat bij Erik niet zijn. Zijn vrouwke Rita die enkele minuten later passeert – ge moet toch maar sjans hebben, hé – vraagt, om te testen of Erik een schudding heeft: ‘En hoe noem ik, Erikske?’. Waarop Erik bloedserieus en kwaad antwoordt: ‘Ja, het is nog niet erg genoeg dat ge er nog mee moet lachen ook, Brigitte”. Het duurt wel een kwartier voor Erik en zijn fiets weer opgelapt zijn. Met die fiets komt het in alle geval nog wel goed. Daarna zijn we helemaal afgekoeld en de boel raakt nog versnipperd ook. Tenslotte belist Erik om de 30 (in plaats van de 45 km) te doen en sponsor Rudy rijdt met hem mee, ter ondersteuning voor als Erik nog meer malheuren moest uithalen.

Dirk Hanselaer weigert weeral om mee te rijden met de A-pluskes omdat hij zogezegd niet meekan. Als we samen toekomen (ja dus) aan de sporthal in Lokeren, is het gemiddelde van de A-pluskes 24.7 en dat van Dirk H. 24.6. Op zijn gemakske. Moet ik er nog een tekeninkske bij maken? Maar neen, hé, niet willen. Hoe kleiner, hoe koppiger, kijk maar naar Napoleon en Mittérand.

We hebben weer gereden gelijk de beesten en achteraf ben ik natuurlijk blij dat ik geweest ben. Mario

* Kallasong: lange onderbroek. O ja, voor de liefhebbers: toevallig zijn de electrisch verwarmde kalassongs in de aanbieding bij Electro Verhoeven. Batterijtjes niet inbegrepen!


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 8 januari 2006. Destelbergen. We beginnen het jaar 2006 met het verslag van een uitzonderlijke gebeurtenis eind 2005, een gebeurtenis waar wielerminnend Vlaanderen nog jaren zal over spreken: Marc Roelandt, uit de Krimineelstraat te K., wint (samen met Tom Troch) de koers op rollen ingericht door de HO Kalken Vrienden Supportersclub in zaal the Royal Harmony te Kalken, op 28 december 2005!!! Daar staan wij nu toch wel echt pfaff van, zie. Pas op, Marc wint niet zomaar tegen een bende krabbers, maar tegen gerenommeerde, drooggetrainde koereurs zoals Koen De Bosschere, Steven De Landtsheer en Tim Roels. Nu zijn niet langer alleen de vrouwtjes fel van Marc, maar ook wij modderfokkers herinneren graag aan betere tijden toen Marc nog samen met ons reed, toen we nog allemaal samen reden en genoeg vielen en platte banden hadden en op tijd eens stopten om een banaan binnen te slaan, zodat er tijd was voor een scheve hier en een nog schevere daar. We waren toen ook buiten asem en buiten westen, maar er werd toch ietske meer gelachen (al hoort ge ons nu niet klagen over gebrek aan humor heden ten dage in modderfokkerkringen). “Ge moet maar eens foelen aan mijn billen”, zegt Marc. Ik doe dat dan nog wel ook zeker, en dan nog met al dat volk erbij op de sportavond. Ik dacht nochtans dat ik toen nog nuchter was. Maar amai, zo een billen. Daar kan ik een punt aan zuigen. Zeg, ik ben dat niet echt van plan, hé, simpelaars, dat is het verste van mijn gedachten. Er zou trouwens geen beginnen aan zijn. Neen, dat is een zegswijze waarmee ik wil zeggen dat mijn billen belange niet zo dik zijn als die van Marc, da’s al. Een ander lichaamsaanhangsel daarentegen, daar kan Marc dan weer een punt... Zeg, bij wijze van spreken hé, simpelaars!

De eerste rit van ’t jaar grijpt plaats te Destelbergen. Drie koppels aan de start: Els en Danny, Rita en Erik, en Nadine en Rudy. Ook nog de witte Krick, Janneke Willems (da’s lang geleden) en ik. En dan blijkt halfweg de rit dat er nog 2 mensen met ons meerijden, ene Wim en ene jonge gast. Het is eraan te zien dat ik 2 maand zo goed als niet gereden heb, want alhoewel we de kleine 60 km toch aan 24.3 induur doen, had het voor Danny, Jan en Luc zeker rapper gemogen, maar ze moesten teveel wachten op mij en Wim, die voor zijn eerste keer wel fantastisch goed reed. We worden nog ingehaald door een peet van 62, maar geen gewone, want in zijn jonge tijd liep hij de 5000 meter in 14 minuten. Danny kent die peet trouwens. Dat is niet verwonderlijk want Danny kent volgens mij de helft van de wereldbevolking. Die peet is een vriend van Albert, ge weet wel die mens die - als we weer eens verdwaald zijn in een of ander bos, bvb. aan de Ourthe - door Danny wordt opgebeld om te vragen langswaar we moeten rijden. “Ziet ge voor u die boom met een afgekraakte tak, derde links vanonderen?” vraagt Albert dan, vanuit zijn duivenkot bij hem thuis. “Awel, 17 bomen verder zult ge een tweesprong zien en die moet ge naar links pakken. Dan komt ge, na twee klimmetjes en een kapelletje op uw rechtse kant (van de heilige Rochus) weer op het parkoers.” Dankewel Albert, zeggen wij dan en vragen ons af waarom ze al die moeite doen met die GPS-toestanden, als ge gewoon Albert op zijn duivenkot kunt bellen.

Rudy Rogiers, die gisteren met een zeer keleke op de kerstboomverbranding nog van plan was te komen, hebben we niet gezien. Trouwens, ik moet hier nog iets verduidelijken. We hebben het hier niet over Rudy Maurits Rogiers, maar wel over diens kozijn, Rudy Oscar Rogiers, in een vorig leven beroepsrenner en ook – geheel op het einde van dat vorig leven even kort diepzeeduiker en zwembadbodemkuiser. De schoolgaande jeugd had er indertijd niets beters op gevonden om de twee kozijns uit mekaar te houden door ze bij hun tweede naam, die van hun peetje, te noemen, maar Rudy Oscar kon daar niet mee lachen. Het schijnt trouwens dat er in die tijd niet teveel was waar Rudy Oscar mee kon lachen. Marc Roelandt, uit de Krimineelstraat te K., wiens grootste prestatie in zijn leven totnogtoe het winnen van een koers op rollen is, had op een dag een keer teveel van ‘Oscar’ gestoken zodat Rudy Oscar hem bij zijn nekvel pakte en hem met zijn wezen tegen de muur kwakte. In die tijd mocht ge nog vechten op de speelkoer, maar het moest wel rijmen. Wie dicht genoeg bij Marc komt – dit geheel en al op eigen risico – kan nog het litteken boven zijn linkeroog waarnemen. Dat is trouwens het enige bewijs dat Marc naar school is geweest. En ook het enige resultaat.

Ik vind “Rudy Oscar” eigenlijk wel iets hebben. Karel Verhoeven bijvoorbeeld, die heeft een broer en die noemt “Geert Electro”, dat is toch al heel wat minder, niet? Ik hoor het Marleen al roepen als Rudy weer eens op het kleinste kamertje zit: ‘Rudy Oscaa-aar, waar zit je daar?” of nog “Rudy Oscaa-aar, wat doe je daar?” ofwel “Weeral Rudy Oscar? ’t Is toch nie waar. En weer met de gazet, miljaar!”. Mario Gilbert Karel Cornelius (die laatste was een heilige tegen de stuipen, en ja hoor, het heeft geholpen!)

PS. Voor de rest zult ge hier geen verslagskes vinden, want nu vertrekken ze al om 8 uur aan de kerk.

 

Zondag 9 april 2006. Ik sta – zoals bijna altijd – als eerste aan het standbeeld van ons Heer op het kerkeplein, want ik ben een stipte West-Vlaming en raak niet gewend aan het Kalkens uur, zoals het systematisch te laat komen van de Kalkenaren door de Kalkenaren zelf wordt genoemd. De hele winter is een kwakkelseizoen geweest op sportief vlak, voornamelijk door familiale omstandigheden en eens je een paar weken moet afhaken is het moeilijk om nog weer op niveau mee te draaien en dan wordt het nog moeilijker om jezelf te motiveren, zodat je nog meer achterop raakt, zodat het nog moeilijker .... Vandaar dat er ook op verslaggebied weinig te beleven viel, aangezien de enig andere overgebleven verslaggever, den Ivan, het ook de hele winter voor bekeken hield. Maar hij heeft beloofd dat als het boven de 25°C is, als het niet waait, als we niet te rap rijden, als zijn elleboog niet jeukt, als de poolkappen terug beginnen aangroeien, als zijn tante wieltjes krijgt (dan wordt ze een bus. Als ze iets anders krijgt, dan wordt ze zijn nonkel), en als er ook nog iemand zijn banden wil oppompen, hij zeker! terug mee gaat doen.

Sinds begin februari is het koud en nu half april is het nog maar een klein beetje beter. Maar allez, naast de koude wind is ook de zon van de partij. En er staat dus heel wat volk. Er staat ook een Michelinmannetje tussen, die zodanig staat te zwanzen dat de zever uit zijn mondhoeken loopt, terwijl er langs alle kanten bananen uit zijn truitje steken. Ik heb die mens vroeger nog ergens gezien, peins ik, maar vraag me niet van waar.

De mannen vertrekken allen samen, maar als we afslaan in de Portugiezenstraat om Rudy R. op te pikken, rijden Frank Hanselaer, Geert Bracke, Marc Michelin Roelandt, Wim Verschraegen, Rudy Declerck en Eddy Troch rechtendoor en doen een rit van 50 km naar Eksaarde, meestal op de weg. Ja, we moeten Rudy R. uit zijn nest gaan halen, want gisteren was er de trouw van de dochter van HO Kalken bestuurslid Jean-Pierre Cours met sterspeler van HO Kalken Koen Vermeulen. Een heus media-event dus, ietske voor de Rode Loper. De meeste BKs (Bekende Kalkenaren) waren daar, dus mochten Rudy en Marleen niet ontbreken.

Ik ga nog op de deur van den Karel, die ook in de Portugiezen woont, bonken, maar geen beweging. Tja, zo zit ik meteen opgescheept met 4 straffe super-A’kes: Rudy R., maar slechts 2 uur geslapen, Luc Krick, maar het KWB-voetbal van gisteren zit nog in zijn benen, Rudy Vergeylen, drooggetraind, maar de lange wegrit van gisteren zit nog in de benen en Patrick Roels, survival-specialist en kampioen, die vindt dat hij nog niet echt scherp staat. Wij naar de Berlaarse bossen. Wie komen we daar tegen in het gewegelte van het Heyende: de vrouwkes Nadine, Rita, Kristien en Gerda. Ook de dames splitsen later op, want de door- en doorgetrainde meiskes Nadine en Rita zijn geen maat voor Gerda en Kristien, die het deze winter bij spinnen (= indoor fietsen op vaste fiets) hielden.

Sponsor Rudy V. geraakt in een greppel, lost 1 hand van het stuur en geraakt, alsof hij rodeo aan het rijden is – olé – met 1 hand hoog in de lucht in de zijkant. Gelukkig zonder erg. Eer Rudy V. valt, moet er veel gebeuren. Van vallen gesproken: we passeren in Zele het Tuimelaarskappelleke, dat volgens Rudy R. speciaal is opgericht voor Danny Fack en Erik Van Gasse. Voor mij ook een beetje toch, want als ik al de blessures samentel die ik overhoud aan 6 jaar MTB, dan is er niet veel meer aan mijn lijf dat nog echt helemaal op zijn plaats zit. Vannacht nog wakkergeschoten van de pijn in mijn schouder die ik overhoud aan een valpartij van net twee jaar geleden. We steken een bougieke aan voor die mannen.

En wie kruisen we in de Meersen? Karel, die meerijdt met de F-ploeg: de F van Familie. Gelukkig reed vrouwke Nele niet te snel en was zoon Arne mee zodat die af en toe vader Karel kon duwen. Ik zie nog met moeite uit mijn ogen van de inspanning, terwijl mijnheer Verhoeven op het gemakje met vrouw en kind rondkuiert. Dat mag, maar toch niet op zondagmorgen: die is er om je af te peigeren, Karel!

Ik was wreed straf kontent van mijn eigen dat ik toch nog goed meekon met die vier. Dat mag ook wel eens, kontent zijn van uw eigen, zeker na die lange vuile koude donkere winter. Laat ons hopen dat we weer vertrokken zijn. En voor Ivan, Marc en Karel hoop ik hetzelfde. Mario Vaneechoutte

 

Zondag 16 april 2006. Kalken. Gestart met een bewolkte hemel en nog wat gedruppel, maar gelukkig werd het wat later droog. We waren met z’n zessen om de rit aan te vangen, nl. Rudy Vergeylen, Rudy De Clerck, Dirk Hanselaer, Marc Roelandt, Wim Verscshraegen en ikzelf. Mijn fiets was bij Rudy binnen geweest om nieuwe versnellingen (nu ne keer van die soort die vooruitgaan) te plaatsen. Ik had al schrik om m’n fiets niet op tijd terug te hebben, zaterdagavond nog niets van Rudy gehoord, maar allé god zij dank, zondagmorgen kwam dan toch het verlossende telefoontje.

Ja Rudy had de zaterdag de koers op Hussevelde moeten leiden, en het was al wat laat geworden door al het nagekoers, en dan met een troebel hoofd naar huis, dus zeker geen moment meer om nog aan te herstellen fietsen te denken. Dus ik ben zondagmorgen nog vlug mijn fiets gaan halen en dan met heel veel verwachtingen op de fiets gesprongen, maar helaas, ik was nog maar net van den hof of krak, mijn ketting door. Veel gemiljaar, maar allé ik heb het nog rap kunnen herstellen. Ik had nog vlug naar Rudy DC gebeld om een beetje te wachten. “Moeten we langs daar over komen?“, vroeg Rudy, “alléz als ik mijn vestje hier toekrijg” voegde hij ernog aan toe. Ik ben dan als de bliksem naar ’t dorp gereden.

“Langs waar gaan we rijden“, vroeg Rudy DC. Hij had al voorgesteld om eens de blauwe en rode route in Kalken te doen , maar zijn vraag was met veel gemor beantwoord. Dan stelde hij maar voor de Leebeekroute te doen (langs het domein Puyenbroeck). IUk had vlug in de gaten dat het een snelle rit zou worden en jawel, met de twee Rudy’s op kop ging het vooruit. Het was dan ook uitsluitend op de baan te fietsen. Eigenlijk voor de b-kes reden we te snel, er was niemand die iets zei onderweg, maar er waren er wel bij die het dachten. Onderweg, ergens in Wachtebeke heeft er zich nog iemand bij ons gevoegd, die gans de tijd in ons wiel heeft gehangen. Rudy DC liet zich van de kop toch eventjes afzakken tot vanachter en ging efkes naast deze gast rijden en vroeg hem “als het te traag gaat, ge moet u nie inhouden, hé!“ maar die gast antwoordde puffend: “Neenee, ik ben al blij dat ik mee kan. Jullie rijden nog sneller in het veld als op de baan jong“, zuchte hij, want we hadden juist een verhard stuk aardeweg met veel putten gevuld met water achter de rug.

Naar het einde van de rit kwamen we uit het Holeinde op de Dendermondse steenweg, we zijn schuin overgestoken om via de Belinde kapel naar den Après Sport te rijden, maar Marc heeft ons juist daar verlaten en heeft de steenweg gevolgd. Spijtig, normaal samen uit, samen thuis. Alléz, we hadden toch een 56 km achter de rug , niet slecht voor ons b-kes. Eddy Troch.

 

Paasmaandag 17 april 2006. Zele toertocht. In totaal 75 km, heel veel wegel, heel veel wind en heel veel modder. In de Uitbergse bossen rijden we gewoon door putten vol modderpap. Toch een ongelooflijk zware sport, zeg, dat mountainbiken. Rudy V., Luc, Danny, Patrick, Bjorn, Erik en Mario.

 

Zondag 23 april 2006. Overslag. Rudy R. had via mail laten weten dat we om 8.30 verzamelden voor een ‘lokale’ rit. Dat bleek naar Wachtebeke te zijn, wat ik al niet meer lokaal vind, maar kom. Ik ben nogal in vorm en verschiet wat kruit, want Wachtebeke is nu ook niet zo ver. In Wachtebeke, na 25 km, wijken we plots af van de baan die ik verwacht. Blijkt dat we naar Overslag tegen de Hollandse grens rijden! Ik wist weer van niets. In totaal zullen dat 77 km worden aan meer dan 26 per uur. Alleen Dirk Vandevyver heeft het lastig, de rest vlamt hevig hobbelend over de eindeloze wegels door de uitgestrekte velden, polders en vooral bossen. Prachtig, prachtig, zoals het weer. Een prestatie neergezet door Rudy, Rudy, Danny, Dirk, Bjorn, Luc, Erik en ikzelf. Rudy R.s hersencellen deden voor de derde week op rij pijn. Nu was het weer doordat de scholieren net kampioen zijn. Wat is het leven van een vader van een zoon van een kampioenenploeg toch hard. Andere KWB-vaders, Marc, Eddy, Pat bvb., kunnen daarover meespreken. Wat tegenvalt is dat ik toegezegd heb om ’s namiddags mee te wandelen in de Meersen. Mijn beentjes en mijn lijf denken: ZETEL!, maar ik bevind me wel te voet in de Meersen. Daar wandelen ook de weledele co-voorzitters van onze vereniging Guido en André en hun edelwelle echtgenotes. Als we stoppen aan de Aard, blijken nog meer KWB-leden op pad: Pad, euh, Pat en Hans, ook met hun weledele wederhelften. En zo word ik gered: na een paar deugddoende tripels, voert Pat me naar huis. Het laatste stuk van de wandeling was toch maar langs de Vaart. Pat overrijdt nog bijna Guido, die wel nog meewandelt, maar die liep ook ferm in de weg, zulle. Leve de KWB! Mario

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 30 april 2006. Waasmunster. Guur decemberweer. 2 cm sneeuw in de Ardennen. Mijn vingers vervroren. Rudy V. zijn thermometertje duidt 4°C aan. Nee, het is niet zo dat Rudy deze morgen koorts had en vergeten was de thermometer uit zijn achterste te halen (die hij er verkeerd had ingestoken, anders was de temperatuur 37°C), maar Rudy heeft altijd de nieuwste speelgoedjes mee op zijn vélo. Nu zit er in zijn kilometriekske, naast een groenten en fruitweegschaal ook een thermometer. Daarnaast ook nog een fax. We vertrekken om halfnegen met zeven super-A’kes: Luc de witte Krick, Bjorn oversok Vergauwen, Rudy sponsor Vergeylen, Erik geef gazze Van Gasse (ik ga proberen die mens zijn naam eens juist te schrijven, nu hij daar eindelijk ook zelf in slaagt), Patrick Rambo Roels, Hans Schelfaut, en ikzelf (of hoe denkt ge anders dat het komt dat er hier tekst staat!?). De mannen met de duurste vélo’s, Rudy en Erik, hebben het meest miserie met hun materiaal, en Erik daarenboven nog met zichzelf. Platte band, slappe ketting, drinkbuske, er is altijd van alles wat. Dan weer moeten we stoppen omdat Rudy nieuw papier in zijn fax moet steken. We komen heel veel lopers en loopsters tegen. Die laatste zijn dus loops, maar ja, het is de tijd van het jaar, al zou je het aan de temperatuur niet zeggen. Volgens Rudy is het zo erg dat ze bij Erik elk jaar anti-gel in de schedel moeten inbrengen, tegen het vervriezen van de inhoud. Buiten de oponthouden door Rudy en Erik, malen we verder vlotjes de 58 km af aan 25.7 induur. Kwestie van tegen kwart na elf op café te zitten. In de Après Sport zitten reeds de A-kes Geert Bracke, Dirk en Frank Hanselaer, Eddy Troch en Wim Verschraegen. In het aangenaam gezelschap van Rita, Christelle en Carla (ja, op café zijn de vrouwen altijd veel aangenamer en gezelliger dan thuis, ge mispakt u daar lelijk aan). Schoon leven, die mannen, ze moeten maar om 9 uur vertrekken, ze moeten zo ver en zo zot niet rijden en dan zitten ze nog het eerst bij de vrouwkes ook. Ge moet niet schoon zijn om slim te zijn, zegt het spreekwoord immers. Wie ze ook nog binnensmijten: Ivan Duvel Rogiers. Kwestie van zijn Après Sport capaciteiten te oefenen in afwachting dat er ook nog sport zal bij zijn. En dan nog een broer van hem: den Rudy. Met zo een beetje gelige oogjes. Gisteravond immers uitbundig gevierd dat de scholieren van HO Kalken weeral kampioen zijn. En Rudy heeft teveel van die gele limonade gedronken en dat ziet ge dan aan uw ogen, hé. Ik hou het voorlopig bij Tripel, het is mij gelijk van welke paters. Mario

 

Zondag 7 mei 2006. St. Lievens Houtem (SLH). Staan om halfnegen aan de kerk : Bart Van Hecke, momenteel Belgische tweede beste belofte MTB, Geoffrey Maes, tweevoudig wereldkampioen masters MTB, Rudy Rogiers, ex-veelvoudig wereldkampioen MTB, tenminste veel kans dat hij dat zou geweest zijn als er toendertijd al gemountainbiked werd, Patrick Rambo Roels, veelvoudig Belgisch kampioen survival run, Danny Fack, all round triatleet, Luc Krick, super KWB sporter, Rudy Vergeylen en Erik Van Gasse, supergetrainde fietsfanaten. Wie staat daar nog? Mario Vaneechoutte. Wie zegt ge? Euh ja, ik heb van die mens nog gehoord, maar ik snap ook niet goed wat die daarbij staat te doen. Dat is zo een plaatselijke mens die ook een fietske heeft. Maar wat staat die mens daar toch te doen? Sla me dood, ik weet het echt niet. Maar daar zijn toch kosten aan aan die mens? Ja, het is al jaren geweten dat daar meer dan 1 vijs los aan zit, maar het zijn juist die mensen die ge dat het moeilijkst kunt wijsmaken, hé. En straks, na deze rit, gaan er alleszins kosten aan zijn.

Na het optrekken van de mist wordt mooi weer beloofd, en als het begint te druppelen denken we eerst nog dat de mist begint uit te vallen, maar het is het begin van een miezerige regenochtend waarbij de nattigheid niet aflaat. Gelukkig niet koud en eigenlijk wel mijn weertje, ware het niet dat er een lange wegrit te wachten staat, van en naar St. Lievenshoutem (2 x 19 km) alwaar we al om kwart na 9 aankomen, zeikenat. Op de weg demonstreert eerst Geoffrey, maar rond Bavegem is zijn goesting om kop te trekken plots op en neemt Bartje over. Die ging er een rustig ritje van maken. Vandaar dat het tempo meteen met 2 km meer opgetrokken wordt tot 34 induur – lichte tegenwind en licht klimmend en Bart houdt dat gewoon vol tot in SLH. Ik heb al minstens drie duwen van Rudy R. nodig. Daar zijn net ook de super-Akes onder de vrouwkes gearriveerd (met de auto): Nadine, Rita en Carla. We doen er de rit van 35 km. Erik, met kettingproblemen, rijdt mee met de vrouwen. Dat is niet zo erg, een nieuwe ketting en volgende week is dat opgelost. De zware psychische problemen van Erik echter, daar zal een nieuwe ketting, zelfs een heel nieuwe fiets niet aan verhelpen, tenminste als we zijn maat Rudy mogen geloven.

Prachtrit in SLH, vettig soms, het regentje in het veld doet deugd. Op de weg echter piekt die opspattende regen in de ogen. En dat heb ik geweten als we weer naar huis toe rijden. Bartje neemt meteen de kop, we gaan niet onder de 35 tussen SLH en Wetteren. Ik ben door- en doorweekt. En nu heb ik wel 20 duwen nodig.

Eens Wetteren voorbij, rijden Bart en Geoffrey van me weg. Rudy V. en Luc K. volgen. Rudy R. echter blijft me duwen. Danny zet ons uit de wind. Vooruit Danny, roept Rudy, rijdt dat gat toe. Maar het gat wordt groter. Rudy kan het niet meer aanzien en vertrekt ten langen leste toch, maar de vogels zijn gaan vliegen. Danny en ik blijven achter. “Rijdt dat gat toe, rijdt dat gat toe”, fulmineert Danny. Die gasten trainen hele dagen, het enige dat ze doen is op die velo zitten (Danny zwemt, loopt en vecht ook nog), zij zijn de wereldtop en jong, ik ben 45. Rijdt dat gat toe, roepen ze dan. Ze zijn niet goed zeker, rijdt dat gat toe. En daarenboven, de ene weegt 40 kg en de andere met moeite 45 en ik weeg 90 kg spieren en botten, droog aan de haak, zegt Danny. En dan heb ik er nog mijn 30 gram hersenen en mijn 2 kg nog niet uitgeworpen uitwerpselen bijgerekend, zegt Danny. Alhoewel, ik twijfel nu of hij die laatste zin ook gezegd heeft, maar dat komt misschien omdat ik doorweekt en groggy was. Nee maar, Danny, is serieus over zijn toeren. Slaat ook hier de midlife crisis onverbiddelijk toe? Heeft de penopauze haar intrede gedaan? Kom en lees volgende week in uw lievelingsblad de Kraak: Danny en de penopauze. Come and see next week: Danny and the penopauze. Mario.

PS. Had ik al gezegd dat ik zeikenat en uitgeteld was!?

 

Zaterdag 11 juni 2006. Regio-Tour. St. Lievenshoutem, Erpe-Mere, Ninove, Geraardsbergen, Lierde, Zottegem en die kanten.

Danny was al om 6 uur vertrokken, want die moest om 9 uren weer thuis zijn om patatten te schellen, de was op te hangen en het gras af te rijden. Trouwens, als het later wordt dan 10 uur ’s morgens krijgt Danny last van de penopauze. De A-kes – o.a. Geert Bracke, Eddy Troch en Dirk en/of Frank Hanselaer - waren om 7 uur vertrokken (wij jaloers) en de super-Akes stonden om 8 uur aan de kerk. Behalve Rudy Rogiers natuurlijk, die kwam wat later, maar die is van ’t Husseveld en daar moet ge nog een kwartier boven op het Kalkens uur rekenen (dat zelf al een kwartier achterloopt bij de rest van de wereld). Allez, goed negen uur waren wij toch al ingeschreven en op weg voor 70 km (de 4 dames Nadine, Rita, Carla en Ariane), 100 km (de meeste van de mannemensen: Luc Krick, Erik Van Gasse, Bjorn Vergauwen, Wim Poelman en ondergetekende) of 130 km (Rudy R. en Rudy Vergeylen). Dirk Pieters bleef bij zijn vrouwke en koos – ook wegens ongetraindheid – voor de 70.

De Vlaamse Ardennen per mountainbike: het blijft toch een van de schoonste belevenissen die een mens kan meemaken. Toch tenminste de eerste 15 km, als ge zo nog wat klaar uit uw ogen ziet. Zelfs die eerste kilometers was het voor mij al harken, zoals de Hollanders zeggen, en op een MTB is dat zeker niet gemakkelijk, evenmin als spitten of uw ajuinen wieden of uw patatten aanaarden. Ge moet het maar eens proberen als ge het niet gelooft. Vandaar dat ik na de eerste bevoorrading besluit om al ietske vroeger weer te vertrekken. Ik dacht dat de anderen een paar seconden later ook wel zouden volgen. Blijkbaar scheelde het toch wel een paar minuten vooraleer de rest vertrok, want het duurde bijna tot aan de volgende bevoorrading eer ze me te pakken hadden. En wees gerust dat ze hard reden, want zo zijn ze dan hé: er is er één voor dus beginnen ze nog harder te vlammen om die zo rap mogelijk in te halen. In plaats van het gewone tempo aan te houden, want dan haal je die voorop rijdende sukkelaar toch nog wel in, zulle. Wie wordt van dat gekoers het slachtoffer: Erik. Die was na mij, de tweede sukkel in de rij. Erik is terecht kwaad, maar wel op de verkeerde. Ik deed voor goed, zodat ik de bende niet tot last zou zijn. En als die bende daarop reageert door nog woester tekeer te gaan, dan moet je op de bende kwaad zijn, niet op mij. Maar het is zoals in het leven: het is makkelijker een eenzame sukkelaar de schuld te geven dan een bende woestelingen. Zwijg, nog een jaar of 10, en die hormonen gaan wel uitgewerkt zijn bij de meesten. Gelukkig is Erik zelf een koleirigaard waarbij het rap koelt. We staan maar een paar minuutjes op mekaar te meppen, waarna we alweer beste vriendjes zijn. Erik ziet er daarna wel niet meer uit, maar dat was voordien toch ook al niet echt de moeite. Aan de splitsing van de 70 besluit hij af te slaan. Dat betekent wel dat hij 2 uur langer pinten kan pakken dan wij die verder in het stof bijten.

Wijl ik voorop reed, komt plots Wim Verschraegen naast mij gereden. “Vanwaar komt gij uit?”, vraag ik hem, want ondanks alles, maak ik toch serieus tempo en tot dan toe was niemand me voorbijgestoken. “Ge hebt ons juist voorbijgestoken”, zegt Wim. Als de anderen ons weer bijhalen, besluiten Wim en zijn kompagnon onze bende te vervoegen. Aangezien ik Wim al eens voorbijstak, denk ik niet meer de zwakste van de bend te zullen zijn, maar nee hoor, ik blijf achteraan bengelen en Wim en compagnon rijden vlotjes mee.

Mijn regio-tour wordt wel verpest door technische problemen aan de kledij. Misschien heb ik een verkeerde onderbroek aan, maar na 15 km ligt mijn perineum open (ja, zoek dat zelf maar eens op, want dat is hier een proper boekske en we gaan proberen dat zo te houden). “Rijdt gij met een onderbroek aan!!??” vraagt kapitein Rudy ongelovig. “Wel ja, want ik kan die spons niet verdragen tegen mijn bloot perineum”, zeg ik. Rudy schudt het hoofd, die West-Vlamingen zijn allemaal even zot, ziet ge hem denken. En ik denk: “Die rijden zonder onderbroeke rond!” Ik zou hier een zinnetje kunnen maken dat mooi rijmt op het vorige en dat duidelijk maakt waarom ik dat niet hygiënisch vind, maar ik ga dat niet doen, want nogmaals, dat is hier een proper boekske (tenzij Marc en Ivan verslagskes schrijven natuurlijk). Maar lees het volgende zinnetje tien maal luidop, snel na mekaar en ge zult rap verstaan waar ik naar toe wil: “Die mannen rijden zonder onderbroeke in Diest rond.”

Een tweede technisch probleem zijn mijn schoenen. Ik heb die zes jaar geleden te klein gekocht, en sindsdien nog geen tijd gehad om nieuwe te kopen. En als ik tijd had, hadden we geen geld, want mijn vrouw had iedere keer juist nieuwe schoenen gekocht. Door de hitte zwellen mijn voeten, en doordat ik nog dikke sokken aan heb ook, begint dat serieus te spannen en te nijpen en de leute is er nu wel helemaal af. Tegen de muur van Geraardsbergen schiet de pijn plots door mijn tenen. Ik denk dat mijn vel gesprongen is en het voelt alsof mijn schoenen vol bloed staan. Ik besluit te stoppen en mijn sokken uit te doen. ‘En kijk zo niet gasten! Nog nooit een mountainbiker op blote voeten in het gras gezien misschien, nee? Kijkt beter waar ge rijdt, straks valt ge nog op jullie verdoemenis.’. Ja, ik heb natuurlijk nogal bekijks bij al degenen die passeren. Het helpt even, zo zonder sokken, maar het blijft de laatste 45 km afzien. Dit was de laatste keer dat ik met die schoenen en met die onderbroek gereden heb!

In Zottegem ga ik in de sporthal op zoek naar water om mijn voeten te koelen. Ik vind er niet beter op dan ze in een lavabo te steken (let wel: eerst de ene 5 minuten en dan de andere 5 minuten. Ik ga daar niet boven in die lavabo gaan staan, hé, dat ziet ge van hier!). De anderen zijn allang weg als ik wil vertrekken, maar zie, nog een bekende uit Kalken: Peter Baeten, die met afgebroken derailleur – gelukkig gebeurd net toen hij de bevoorradingspost wou verlaten - zijn 130 km na 100 km moet staken. Hij wordt naar Erpe Mere gevoerd, waar hij gestart was. Mij rest nog de laatste 10 km naar St. Lievens Houtem. En daar zijn er nog bekenden: Simone en An van de Calckine mountainbikers, met 2 compagnons.

Gelukkig hebben we nog een lange achterafbespreking, eer de 130 km rijders eraan komen. Luc Krick heeft ze ook gedaan, al was hij de hele tijd bezig dat het zeker te zwaar zou zijn. Blijkt dat beide Rudy’s in de kramp zijn gegaan en Luc nog de fitste was.

Tijdens de lange après-sport, eet Carla een half gesmolten chocolade-koekske op. “Riekt eens”, zegt ze en houdt het koekske onder mijn neus. Ik doe dat toch wel zeker en dan duwt ze het koekske helemaal tegen mijn neus (pas op: daarna heeft ze dat koekske nog opgegeten ook, hé! Hebt ge al eens mijn neus gezien? Bwaakes.). Mijn neus vol gesmolten soklaa. Laarnse humor, gaan we maar zeggen, zeker, want het is in dat gehucht dat Carla woont. Wat is het toch plezant om altijd met de zwaksten uit de maatschappij, de naïevelingen en de Westvlamingen, te lachen. En goedkoop. En gemakkelijk. Er zijn mensen die echt niets beters te doen hebben in hun leven.

Een heuglijke dag vol afzien. Zo moet het zijn. Want dan smaakt een blonde pas echt.

Mario Vaneechoutte


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

Zondag 25 juni 2006. Kalken toertocht ingericht door de Calckine.

Over den wonderbaarlijken wederopstanding van den Duvel

Eerst even de acteurs en de actrices voorstellen: Rudy Ossekaar Rogiers, Patrick Rambo Roels, Dany fakker de Fack, Jan Frans Willems, Bjorn veel te Vergauwen, Rudy badkamers en keukens Vergeylen en ondergetekende, prutser eerste klas tot uw dienst en, jawel, de hoofdrolspeler hemzelve: Ivan Duvel Rogiers.

De actrices: Kristieneke Bruggeman, Nadineke fakker de Fack, Carlaatje De Cock (met C of met D of met E, ik zou het eens moeten precies opmeten), super Ritaake van Erik Van Gasse (zelf weer nergens te bespeuren) en Arianeke Van Compenholle (of is het van Klompenbolle, ik wil er vanaf zijn, met al dat vrouwvolk ook iedere keer verdorie, en ik ben daar juist niet goed in, in vrouwvolk, ik geraak daar iedere keer mijn kluts van kwijt. Zijn die vrouwen eigenlijk al lid van de KWB? Neen? Anders is het de laatste keer dat ze in de Kraak staan, verdorie!)

Bon, de rit zelf. Het eerste wonderbaarlijke is dat Ivan aan de kerk staat. Hoe lang is dat geleden? Iedereen had die jongen al lang opgegeven omwille van zijn knie en zware mentale problemen. En iedereen denkt een beetje meewarig (schoon woord, hé!): “Ach ja, Ivan gaat het nog eens proberen. Dapper toch van Ivan.” En wij meesmuilen (schoon woord, hé!) wat. Wij op weg naar de Skala alwaar de inschrijving is en het een drukte van jewelste is. Aangezien er één iemand nog niet is (de broer van Ivan: Ossekaar), en aangezien we dat ondertussen zowat gewend zijn dat die één iemand er nog niet is, besluiten Ivan en ik om al van wal te steken, want de rest is weer van een kaliber om U tegen te zeggen. Dat is wel ambetant: ge komt daar toe, ge gaat rond en ge gaat tegen al die mannen eens beleefd ‘U’ zeggen, en dan staan ze u nog raar te bekijken ook.

Ivan en ik zijn nog niet goed weg, of daar heeft de bende ons al te pakken. We waren nog niet eens bijgepraat. Voor mij wordt het afzien, maar wie rijdt er dapper mee: Ivan. Weliswaar stillekes, weliswaar op de tanden bijtend, puur op adrenaline, maar hij doet het toch. Het piekt als ik moet lossen en Ivan meekan. Daarom vertrek ik maar wat rapper na de bevoorrading. Ik ben in de wegel van de blauwe steen als ik de bende langs de Vaart zie naderen. Eens op mijn kilometriek gekeken: 27 per uur, in een wegel. Toch niet slecht hé. Ik hoop het einde van de lange wegel te halen aan dat tempo voor ze me te pakken hebben. Maar nog niet eens halfweg vliegen ze me voorbij. De enige die me niet meer inhaalt is Ivan. Oef, van dat affront ben ik toch gespaard gebleven. Deze wederopstanding van Ivan is simpelweg mirakuleus en we verwachten dan ook niet minder dan de prompte zaligverklaring van Ivan. Als we onze catechismus goed kennen is daarvoor nog een mirakel nodig. Bvb. dat Ivan zou stoppen met Duvel drinken, maar zo gelovig zijn we nu ook weer niet dat we geloven dat dat ooit zal gebeuren. Een nog groter wonder zou zijn dat Marc Roelandt (zie Kraak afleveringen jaargangen 1913 tot 1915) of Karel (zie geen enkele jaargang), de broer van Geert Electro Verhoeven, nog weer met ons zouden meerijden. Dat zou meteen de heiligverklaring voor Ivan betekenen.

Aan de Skala staan Simone en Ann, MTBers van de Calckine achter de toog lustig te tappen om zaad in het bakje van de club te krijgen. Ze zijn om 7 uur vertrokken om de 60 km te doen om toch nog in de toog te kunnen staan. Simone en Ann, waarom niet gedaan zoals wij? Zoek een club met een goeie sponsor, zoals wij. Dan moet je dat allemaal niet doen. Niet alleen betaalt sponsor Rudy onze kledij, ook mogen wij maandelijks onze velo binnensteken bij RR gratis en voor niets, worden onze kilometers vergoed indien we een verplaatsing met de auto doen (zelfs al rijden we mee met de auto van sponsor Rudy zelf, ge gelooft het niet). Na de sport: wie trakteert de hele tijd? Onze sponsor. En hebben we eens een nieuwe keuken of badkamer nodig: geen probleem, Rudy komt ons model naar keuze gratis en voor niets installeren. Rudy, zeggen wij dan, het is alweer twee jaar geleden dat onze badkamer nog eens vernieuwd werd. De week daarop staat Rudy al op te meten. Ja, kwestie dat een mens goeie keuzes leert maken, hé. Dat is nog eens een sponsor, zie! Tijdens de week op café gaan: zet die Duvel maar op de rekening van onze sponsor, zeg ik altijd. En geeft de toog ook nog één, wat zeg ik, geef ze er elk twee. Allez, ik doe dat toch zo. En iedereen kontent. Zelfs bij Electro Verhoeven krijgen we extra korting als we zeggen dat we bij de club van Rudy rijden. Rudy past dat dan wel bij. Trouwens, terzijde, omdat we in ons boekske zoveel reclame maken, heb ik van Geert en Isabel kunnen bekomen dat alle KWB-leden van Kalken vanaf nu, op vertoon van lidkaart, onmiddellijk 50% korting krijgen bij deze electro-zaak. Bij badkamers Vergeylen was dat natuurlijk al langer zo. Kom bij de KWB, het is goed voor uw portemonnee! Mario

 

Zondag 24 juli 2006. Boskantroute Wetteren. Tom Van Den Berghe, Dimi van ‘t Weike, Wim Verschraegen, Dirk Hanselaer, Rudy Vergeylen, Luk Krick, ikke, Erik Van Gasse, Jan Willems. Schoon ritje met veel te lange après sport in het Vrijgeweide, maar ja, de leute bleef maar duren. Het wordt helemaal goed als de cafébaas begint mee te rijden en zelf nog trakteert. Rudy Rogiers, Guy Roels en Marc Roelandt waren blijkbaar ook op pad (de laatste echter per BMW) en bleven ook op het terras plakken. Mario

 

Zondag 13 augustus 2006. Waasmunster en alle wegels daarrond. 69.5 km aan het recordtempo van 29.4 per uur. Waar gaat dat nog eindigen? Zo vraagt een mens zich af. En dan deden sponsor Rudy Vergeylen en Patrick Rambo Roels nog niet mee, want die waren met Nadine en Rita naar Borsbeke gaan rijden, alwaar er volgens Nadine wegels met steentjes liggen. Willem, de broer van Patrick, reed wel met ons mee. Ik heb toch twee keer moeten kijken. Zijn dat broers? Willem ziet er immers toch een redelijk normale mens uit. Trouwens, dat is met Ivan en Rudy Rogiers ook dat ge niet zoudt zeggen dat het er twee uit dezelfde nest zijn. Die lijken alleen op mekaar doordat er geen een van de twee normaal is. Danny Fack had zijn rood rennersbroekje aan, maar ook zijn plastieken botten. Waar dat laatste goed voor was weten wij niet, maar feit is dat alle schapen die Danny opmerkten, zo ver liepen als ze land zagen. Begrijpe wie kan. Op kapitein Rudy staat er helemaal geen maat meer. Op het einde van de rit pakt hij een paar keer uit en dan kan de rest alleen maar deemoedig achterpeddelen, al gevende wat er nog van energie is overgebleven in ons vege lijf. Het uitzonderlijke tempo hebben we te danken aan het perfecte weer (niet te warm en droog), het tamelijk droge parkoers, het grote deel (meer dan de helft) weg, het gesleur van Danny en Jan Willems aan 32-34 per uur telkens we op de baan komen en dan nog de lange eindsleur van Rudy, die het tempo van voor Zele optrekt tot 36-40. En natuurlijk aan de rest, mezelf inclusief toch wel ja hoor, die het dan toch maar doet om aan dat tempo mee te rijden, al worden we op de baan uit de wind gezet. Gelukkig staan de rooie lichten in Overmere op rood. “Waar zijn wij nu?”, vraag ik in een toestand van halve bewusteloosheid. Bjorn Vergauwen probeert nog een eindjump, de enige keer dat we hem gezien hebben die dag, maar hij schrikt van de wind tegen die je pas goed voelt als je uit het pelotonnetje komt. Bij de laatste verkeersdrempel (hoogteverschil 15 cm over een afstand van 50 cm, toch een serieus klimpercentage!), valt hij halfweg de beklimming stil. De poging van Luc Krick om de sprint te winnen mislukt ook op een supersterke Rogiers. Na de voorbije kwakkelmaanden, een echte opsteker voor mijn moraal, deze prestatie op mijn bijna pensioengerechtigde leeftijd. Een goede voorbereiding voor overmorgen? Mario

 

15 augustus 2006. De koninginnerit van het jaar: Poperinge en de Westvlaamse Bergen. Rita Van Gasse, Nadine Fack, Jan Willems, Hans Schellaert, Rudy Vergeylen, Bjorn Vergauwen, Patrick Roels, Erik Van Gasse en den dezen. Erik zegt: ‘Ik ben hier just maar om mijn vrouwke Rita te plezieren, maar dit is de laatste keer in de modder, daar moogt ge zeker van zijn.’ Deze elegante verschijning op de weg, klopt dicht als hij een kluit modder ziet. Raar toch, hé. Bij mij is dat net omgekeerd: op de weg zie ik er uit als een kluit modder en in het veld, in het veld ziet ge me niet eens rijden, tussen al die kluiten modder. Een paar hebben afgehaakt omwille van de bakken water die de dag voordien uit de lucht zijn gevallen. Hebben ze gelijk of hebben ze geen gelijk? Ik vrees een plakboel, maar het valt mee. ’t Is te zeggen: wel berijdbaar, maar door de modder een loodzware rit, de zwaarste die ik me herinner, maar dat komt ook omdat ik al de jus, al mijn goeie form, twee dagen eerder (zie verslag hier net boven), uit mijn benen heb gereden. Het is meter per meter vooruitgang boeken soms, soms aan 6 per uur als het bergop gaat op zo een lastige wegel, en een paar keer te voet. Nooit meer, denk ik, wijl ik bezig ben aan die eindeloze 75 km, maar twee dagen later verlang ik al weer naar het gebeul. Die die afhaakten hebben dus geen gelijk. Wie daar ook was met zijn ploeg: Bart(je) Van Hecke verdorie. Hij is nu al wel bijna 2 meter lang, maar we herinneren er graag aan dat hij als jonge snaak nog met ons meereed. Als hij binnenkort een grote kampioen is, dan ga ik tegen mijn nakomelingschap kunnen zeggen: ‘Kijk zie, van die gast heb ik nog het zwart tsjoepke van de soepap van zijn achterwiel efkes mogen vasthouden. Dat had ge van uw vader niet gepeinsd, hé, kinders!’ Bart doet in Poperinge op zijn gemakske de 120 km, bij wijze van training. Wie de toch wel puike prestaties van belofte Bart wil volgen, kan terecht op de website van zijn ploeg: http://www.lingierversluysteam.be/. Sommigen beginnen al uit te kijken naar Peking 2008...

Wie alle MTB verslagjes nog eens wil nalezen en wat foto’s wil zien van de mountainbikers, kan ook kijken op: http://users.ugent.be/~mvaneech/MTB.html. Doet allen de groeten aan de vrouw van mij, en zie ik daar al het achteruiteinde van de Kraak niet? Ja toch wel zeker. Mario Vaneechoutte

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

20 augustus 2006. Toertocht te Zele Huivelde. 14 km ernaartoe, 50 km aldaar + 4 extra (zie verder), 14 km terug = 82 km. Eddy Troch, Dimitri De Gucht (ja, die van het Weike), Rudy Declerck, Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen – dat is hier een Rudy-invasie geloof ik!, Patrick Rambo Roels, Hans Schellaert, Jan Willems, Geoffrey Maes, Danny Fack, Rita De Winter, Nadine Fack, en uw verslaggever.

Geleerd door scha en schande, tegenslagen en frustraties, ontgoocheling en ontbering, dwazigheid, lompigheid en dommigheid, door afzien en bewusteloosheid, en vooral door het opdoen van steeds weer de verkeerde vrienden en door een levenslang voortdurend en schrijnend gebrek aan vriendinnen, gaan ze mij niet meer liggen hebben deze keer. Ik beslis om met de andere 3 aa-kes te vertrekken en de super-aakes te laten voor wat ze zijn. Dimitri, Eddy, Rudy DC en ikzelf vertrekken samen, maar na 5 km is er al de splitsing van het 30 en 50 km parkoers. Eddy en Rudy doen de 30, Dimi en ik beslissen om de 50 te doen. Nog 5 km verder zijn de super-akes daar al, maar ik laat ze rijden. Nee, deze keer gebruik ik mijn verstand. Aan de bevoorrading gaan ze net vertrekken als wij eraan komen – zo traag hebben we nu ook niet gereden en Dimi is voor mij de man van de dag, want ik kan hem in de eerste helft van de rit met moeite bijhouden. Blijkt daar een file te staan, want na de bevoorrading moet ge de veerboot pakken. De super-akes beslissen om rond te rijden langs de Mira-brug, het is maar 4 km bij. Ja, dan kunnen Dimi en ik niet anders of meerijden, hé. En zo zie je maar: hoe goedbedoeld en weloverwogen mijn voornemens ook zijn, met mij loopt het toch steeds verkeerd af. Of om een kersvers KWB-lid te citeren: “Mijn leven is een puinhoop.”

Wij oude mannen krijgen altijd kriebels als we over de Mira-brug rijden. Danny niet, maar dat ligt aan zijn geaardheid. Bij Danny is nu trouwens blauwtong vastgesteld. Deze aandoening kwam tot nog toe alleen bij schapen voor. Het blijft een raadsel hoe Danny dit heeft opgedaan, al stellen sommigen dat het iets met de plastieken botjes te maken heeft die hij op aanraden van Ivan Rogiers beginnen dragen is, maar ik zou niet weten hoe. Danny is het eerste geval van blauwtong bij de mens. Men zou denken dat Danny hierdoor verdrietig is, maar nee hoor, het tegendeel is waar: Danny is dol(ly)gelukkig, want het is de eerste keer dat hij ergens de eerste in is.

Iet of wat geprikkeld door de aanwezigheid van mister Maes, laat kapitein Rudy zich weer van zijn felste kant zien. Ja, da sitzt heute überhaupt viel Schnee auf der Rudy. Da sitzt ja immer viel Schnee auf der Rudy, sowieso al. Das geht voraus wann der Rudy Kopf zieht. Mit den Wind auf Kopf oder mit den Wind in das Hintenwerk (mit andere Worten, in das Gatt), da zieht der Rudy sich allemahl nichts von an. Er pedaliert immer voraus mit seine kurze beintchens auf seinem BergFahrrad. Nein, der Rudy wurfelt nicht.

Nog melden dat sponsor Rudy is betrapt op het gebruik van parabole negroïden. Achteraf bleek dat de test een vals resultaat negereerde omdat er te weinig bloed in Rudy’s alcohol zat. Oef, als het dat maar is. Mario

PS. Wij hebben ons altijd afgevraagd waarom Karel zo plots en onverwachts gestopt is met meerijden met ons? Zelf zegt hij dat het is omdat we een bende overjaarse macho’s in de midlife crisis zijn die het nog eens willen bewijzen, waar ik hem volledig gelijk in geef, maar dat is nog geen reden om thuis te blijven. Anderen dachten dat het was omwille van reclamaties van de vuilkar omdat de vuilbakken telkens weer omver lagen als Karel met zijn fietske gepasseerd was. Maar zie, ik heb de echte reden ontdekt, in de Libelle nog welle. Karel is immers een carrière begonnen als soap personage in Libelle. In deze reeks is hij advocaat (dan weet ge meteen dat het volledig verzonnen is, hé! Waar halen ze het toch?) en wordt hij geconfontreerd met Esther, een kind uit een buitenechtelijke relatie (waar halen ze het toch!). Speciaal voor jullie uit Libelle gekopieerd: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Karel Verhoeven

 

Zondag 3 september 2006. Scheve villa te Berlare toertocht van de Chirojongens aldaar. Er is nu al een website van: http://schevevilla.be/. Van om het even wat is er een website de dag van vandaag. Neem nu www.goeiemoppenvanDannyFack.nl. Zelfs daarvan is er een website, al is er alleen een foto van een kleddernatte gast met een blauwe tong te zien en verder niets. Zijn van de partij: Hans Schellaert, Danny Fack, Rudy Rogiers, Patrick Roels, Willem Roels, Jan Willems, ikke, Luc Krick, Dirk Van de Vyver, Erik Van Gasse. En nog wat vrouwvolk, allez. Van Kalken tot Berlare giet het. We zijn al nat eer we aan de 65 km beginnen, maar dan houdt het op. Het hele parkoers ligt er vettig bij, na een gans natte augustusmaand.

Twee Roelsen van dat kaliber, dat is me een beetje teveel Roels voor onze bende. Met andere woorden, ik vind het Roelsgehalte nogal aan de hoge kant. Gelukkig dat het Rogiers-gehalte al gehalveerd is, want Ivan Duvel Rogiers hebben we na zijn stunt van deze zomer niet meer terug gezien. Ivan heeft het me uitgelegd: ik ben in een luie, vadsige, vettige, decadente periode die maar niet over gaat, en ik voel me daar goed bij, zegt Ivan. Doe zo verder, jongen.

Bjorn Vergauwen is er ook niet meer bij, want die is terug beginnen voetballen nu hij zich weer in form voelt dank zij het mountainbiken. Zo draagt de KWB bij tot de ondergang van Hoger Op Kalken. Ook Rudy V is er niet. Iets met peerrussen of zo*

Erik ging nooit meer aanzetten in de modder, maar na Houffalize is een beetje modder maar klein bier, zegt hij. In de vettige wegel van de Blauwe Steen valt hij echter stil, zodat ik die achter hem rij omval, gewoon omdat het te traag gaat, zonder erg. Even verder kantelt Erik zelf voluit in de tengelen. ‘Maar hoe komt dat nu toch dat gijle wel kunt rechtblijven en ik niet?”. Erik is de wanhoop nabij. Danny stelt voor om met Erik zijn velo te rijden om eens te proberen of het daar niet aan ligt. Ja, ik moet zeggen, sinds Danny zijn lidmaatschap bij Bloed, Bodem, Eer en Trouw heeft opgezegd, is hij een veel aangenamer mens geworden. En wat doet Danny!? Even verder rijdt hij met de fiets van Erik bal over kop de metersbrede beek in. Helemaal onder! Het ligt dus wel degelijk aan de fiets. Erik die het daarnet nog even niet zag zitten, komt niet meer bij van het lachen. Danny ook niet. En gelijk met alle Facks: hoe natter ze zijn, hoe beter ze glijden. Danny rijdt nu nog rapper en nog maar 100 meter verder op de Vaart is hij met zijn natte kulten alweer een bejaard koppel op hun proper koersfietske met hun proper koerskleren aan, aan het ambeteren. Altijd zeveren tegen de mensen, die zou in de gemeentepolitiek moeten gaan, die Danny. In de Zandbergen in Berlare is de leute echter over voor Danny. Net na het steile bult-afje. Daar slaat zijn derailleur in zijn wiel. Dat betekent in het mountainbiken zoveel als: “Ge moogt naar huis gaan, het is gedaan, ge moogt naar huis gaan, ga maar naar huis.” Danny belt zijn pa en zal met zijn natte kostuum en modderpak de voorzetel van die mens zijn auto gegarandeerd naar de knoppen hebben geholpen.

Wat doet mijn velo nu? Begint die ook al partijpolitieke bijbedoelingen te hebben. Dat gaat immers de hele tijd van klik, klik, klik. Ik kijk, en het is potverdorie een s.pa-ke die afgekraakt is en tegen mijn kader slaat. Gelukkig heb ik mijn CD&Vke bij mij om er eens een ferme NVA op te geven want ge zoudt nogal een VLD meemaken mocht ge dat S.pake laten Klik-ken.

Op de kasseikes tussen Herberg De Groenen Dijk en de Nieuwdonk rij ik 38 en nog moet ik lossen, want Rogiers heeft kasseien geroken. Het is maar groven asfalt zegt hij. Toch gevaarlijk met die nattigheid bovenop een bultige rug van kasseien rijden, zeker als ge af en toe uw achterwiel of uw voorwiel voelt schuiven.

In de Berlaarse polders, na 2 platte banden van mij, met 500 meter tussen, ziet Krick het niet meer zitten, ook al omdat het niet gaat. Dat gebeurt niet dikwijls met Luc die het hele jaar door de beste vorm te pakken heeft. Benen kapot door het nieuwe KWB voetbalseizoen dat van start is gegaan? Hans rijdt met hem mee, die moet nog naar Lokeren. Allez, het seizoen is in alle stijl begonnen: met modder, miserie en malheuren. Mario

* Kalkense dialektkundigen laten me weten dat dat “parkieten” betekent.

 

Zondag 17 september 2006. Kalken kermis. Serskamp. Vier aa-kes, Rudy De Clerck, afgekort Rudy Washington DC, Dirk Heeltegans Hanselaer (en dan zijn ze verwonderd dat een West-Vlaming hun naam niet kan uitspreken), Eddy Tuut Tuut Treintje Troch en den dezen, en drie super-aa-kes, Luc Krick, Rudy Rogiers en Hans Schellaert. Het is te zien dat het kermis is.

Wij weg met ons vieren naar Serskamp, kwestie van op tijd terug te zijn om nog een kermiscafé in het dorp te kunnen doen. We rijden langs de Meers achter het zoutfabriek naar de Aard en zijn nog maar aan de ‘witte villa’ (of toch: waar die vroeger placht te staan) wanneer zich het volgende voordoet. Dirk en ik rijden voorop, gezellig keuvelend, en Dirk let even niet goed op (of hij doet erom) en rijdt door een koeiestr... Ik mag de rest van het woord niet schrijven want het is hier een proper boekske, maar ik kan wel een tip geven: het eindigt op ‘ont’. Het achterwiel van Dirk doet de koeiendinges, die zich vermomd had als kermisvlaai, hoog opspatten, recht in het wezen van degene die net achter hem rijdt, Rudy Washington DC. Rudy stinkt nu nog erger dan de trotters bij de Woesten. Het zou een Kalkens gezegde kunnen zijn: “Ge stinkt erger dan de trotters bij de Woesten” Gefoeter bij Rudy, maar de andere drie zijn mensen die nog kunnen lachen met een ... allez, nu kan ik weer mijn zin niet afmaken. Vanaf dan rijdt er niemand nog achter Dirk en durft Dirk niet meer achter Rudy rijden, weerwraak vrezend wanneer zich op de weg weer gelijkaardige voorwerpen mochten bevinden (en er liggen er veel, zijt gerust). De super-aa-kes zijn ook naar Serskamp gereden, maar we zijn ze niet tegengekomen. Gelukkig maar, het is ook kermis voor mij. We zien ze pas terug in de Beize. Gelukkig ook blijft Rudy DC niet te lang bij ons zitten. We zijn veel gewend qua geurhinder, maar er zijn grenzen. ‘Rudy’, zeggen we, als hij vertrekt, ‘er plakt daar nog iets in uw linkerooghoek.’, behulpzaam als we zijn. Dat er ook nog van alles in zijn andere ooghoek en in zijn neus plakt, zal hij thuis wel te weten gekomen zijn. Mario Vaneechoutte

 

Wetteren 24 september 2006. Toertocht Too Many Bikers.

Aan de kerk staat er een hele bende: Luc K., Ivan en Rudy R., Rudy V., Mario V., Dimitri De G, Eddy T., Rudy DC, Dirk H., Hans S., Dirk P., Danny F., en een (nog) oudere mens, nog nooit gezien en sindsdien ook niet meer. 13 man. Ook nog Ariane VC, Els HW, Nadine F., Machteld Turneer, de eega van Rambo Roels., en Christine DSM: 5 vrouwmensen en dus eigenlijk 5 koppels.

Aan de Colmanstraat, ’t is geen waar, de twee Roelsen, Willem en Patrick. Aan het Boeferke in Overschelde, ’t is nog minder waar toch? Erik VG en Rita DW (nog een koppeltje), en Carla DC. En in Wetteren zelf aan de sporthal, Jan Frans Willems zelve. Dat maakt 24 baaikers waarvan 17 mannen, waarvan 2 broederparen en 1 cafébaas en 7 vrouwen en 6 koppels.

Een zeer gevarieerd parcours, maar stampvol “zondagsrijders” en kinderen. Jan W. gaat ervandoor in een sneltreinvaart. Nu hij een thuismatch rijdt, moet hij zijn kunnen eens tonen (wat hij anders ook doet, zijt gerust). Maar dat tempo is voor een bende van een stuk of 13 man niet vol te houden als het parcours zo bochtig is en zo vol obstakels, lees vol andere baaikers. Ik hang dan ook ver vanachter te bungelen en laat het ene gat na het andere vallen. Anderen hebben al eerder beslist dat dat tempo op dit parcoers niet vol te houden is. Als ik na een kilometer of 10 plots lek rijd in het biestjebijtebos (zoals dat volgens Ivan daar noemt omdat er zoveel bijtende insecten zouden zitten), zonder dat er een reden voor te vinden is, sla ik Danny’s goeie diensten af en zeg dat ik zelf wel mijn band ga stoppen en op eigen tempo verder ga rijden. Ivan en Erik die achter kwamen, helpen me toch een handje. Ook Eddy, Rudy DC en Dirk H., de aa-kes passeren. Erik, Ivan en ik rijden verder het parkoers samen. En na 20 kilometer: Mijn tweede platte band, weer zonder reden. Ivan vindt waarom: mijn buitenband is versleten tegen de velg. En Erik weet waarom dat zo is: mijn remmen staan te hoog en doen mijn buitenband verslijten. Zie, dat bevestigt toch maar weer mijn grootste levensles die ik ooit leerde: een mens moet zelf niet slim zijn, hij moet alleen slimme vriendjes hebben. Ja, akkoord, ge zoudt dat Ivan en Erik niet meegeven als ge zo ziet, maar toch: onderschat ze niet! Erik – last hebbende van zijn dubbele hernia – en ik, alhoewel het gat in de buitenband vakkundig door Ivan en Erik werd afgestopt met een stuk van de binnenband die ik net had platgereden, die het zekerste neem en de kortste weg naar de aankomst kies, maken er een lange nabespreking van – met veel blonde en bruine Enames, buiten aan de sporthal van Wetteren in de ambiance en het schoon weer, en in het gezelschap van meiskes met T-shirts waarop staat ‘Too many babes’. De ketting moet niet altijd gespannen staan. Nadine en Rita, die met kettingbreuk hadden af te rekenen en werden geholpen na teruggevoerd te zijn naar de start – vertrekken nog weer. Maar dat zijn echte maniakken, onderschat ze niet! Mario

 

Zondag 8 oktober 2006. Verkiezingen. Danny en Els zijn naar Moerzeke, Erik en Rita rijden ook apart. Ivan is er weer bij en rijdt met Frank Hanselaer en Eddy Troch naar Wachtebeke. Rudy R is zoals gewoonlijk te laat, deze keer wegens de file aan de stemlokalen. Patrick en Willem Roels, Dimitri, Luc K., ikke en de jonge wielrenner, den Ian uit Uitbergen. Wij ook naar Wachtebeke alwaar we de aa-kes te stekken hebben. Een stuurfoutje van Dimi en hij belandt in de decor. Meteen een gat van 50 meter dat hij niet meer toekrijgt. Ik ga het verder kort houden: ik was in gloeiende form en wat er verder ook nog gebeurde die dag: daardoor alleen al kon mijn dag niet meer stuk. Dan mag de immer explosieve Rudy badkamers en keukens Vergeylen wel de sprint eens winnen, zeker. Als ik in het Weike vraag hoe ge die peerrus moet uitzetten – want dat beestje maakt verschrikkelijk lawaai en ik zit er net onder – toont Eddy tuut tuut treintje Troch hoe het moet: hij maakt een nekomwring beweging. Die beestenwreedaard. Mario Vaneechoutte
Zondag 22 oktober 2006. Toertocht Lokeren.
Dimi, Rudy R., Luc, Hans Schellaert, Tom Van den Berghe, Mario, Rudy DC, Willem Roels, Jan Willems, Danny Fack, Ian uit Uitbergen, Dirk VDV en een vriend (Stefan) en Dirk Hanselaer. Dirk, Dimi, Rudy DC, Tom vormen de B-ploeg. Onderweg pikken we er nog 2 op. O.a. ene Pascal. Die mens heeft me nog indertijd halfvervroren van Wachtebeke zwemkom met de auto naar huis gevoerd, toen mijn velo het had laten afweten en Bart Vanhecke, Danny F. en Rudy R. me kilometerslang in de vrieswind hadden moeten vooruitduwen, maar ik herkende Pascal niet meer. Omdat indertijd mijn ogen toegevroren waren en ook al omdat hij nu lustig meereed met ons bendeke en vorige keer een absolute beginneling was.

Er zijn platte banden. Voor Luc Krick, juist waar Luc vorig jaar bijna in de decor verdween. Straf hoe een mens bepaalde hoekjes herkent. Of is het de fiets?

En voor Rudy R. Terwijl Rudy zijn band aan het vervangen is in de bossen van Waasmunster, staan wij aan een parkinkske aan de brug over de autostrade te wachten. Zo een carpoolpunt. Nu is het zondag en de parking is bijna leeg op een auto na die af en toe komt aangereden en soms subiet weer wegrijdt. Steeds met 1 of 2 venten in. Nogal een raar gedoe? “Kent gij dat dan niet, Mario?” vraagt Danny. “Dat is hier een rendez-vous punt voor homo’s”. zegt Danny. “Heu neen, Danny”, zeg ik, “hoe zou ik dat moeten kennen, misschien?” “Trouwens Danny, hoe komt het dat gij dat hier wel kent? Is het niet al erg genoeg dat ge nog maar juist van uw blauwtong genezen zijt?” Daar komt geen antwoord meer op. Net voor we in het Weike toekomen, kruisen we nog onze sponsor, Rudy V., in koerstenu. Hij was juist vertrokken om een toerke te doen. Die keert dus zijn kar na een ritje van een kleine kilometer, om plezieriger dingen te doen: bij de vrienden zwans verkopen. Mario

 

Zondag 5 november 2006. Toertocht te Erwetegem. Danny Fack en maat Jo Cocker, zogenoemd omdat hij even schoon kan zingen als Joe Cocker, Dirk VDV en maat Stefan, zo genoemd omdat zijn pa en ma hem zo genoemd hebben, Rudy Rogiers, ikke, Luc Krick, Erik Van Gasse, en Dimitri De Gucht. Els Hoogewijs en Rita De Winter zijn ook mee. Patrick Roels ontbreekt omdat hij op de Dendermondse Steenweg/Heirweg ter hoogte van de stelplaatsen van De Groote op weg naar het werk met zijn fiets, bots boven op een auto is gereden die niet beter had gevonden dan om over het fietspad te komen draaien. Gelukkig blijft het bij spierblessures en kneuzingen. Die auto was wel perd total. Ge moet maar niet proberen om Rambo omver te rijden, hé.

Van Erwetegem gaat het naar Bananegem, zo verder over Patattegem, Schorseneregem, Witte Bonen in Tomatesausegem, Heddegem, Of Heddegem Nie, en tenslotte Wortelgem. De Wortelgemnaars, soms kortweg de Wortelaars genoemd, hebben allemaal een deftig huis, één of twee auto’s, een goei job, televisie, internet, kabel, video, GSM voor elk lid van het gezin, verwarming, elektriek, goed eten, zelfs een KWB-afdeling, noem het of ze hebben het, maar wortelen dat ze daar kunnen. Wortelen!!! Alle grootste zageventen, bleitmuilen en broekschijters wonen daar samen, in Wortelgem. Bij elke verkiezing haalt het Vlaams Belok daar 100% van de stemmen. Als dat zo moest zijn in Vlaanderen, zouden we deze regio moeten omdopen tot ‘Wortelen’. Nog een paar jaar geduld dus. Een schone rit, een zeer schone rit. We gaan daar niet over wortelen. Mario

 

Zondag 26 november 2006. Eksaarde Kruiskapel. Rudy DC, Eddy Tuut Tuut Troch, Geert Bracke, Wim Verschraegen, Christophe Roos, een dichte gebuur van mij, Guy Roels, een verre (gelukkiglijk) gebuur van mij, en ik. De aa-kes zijn om 8 uur met de auto naar de toertocht in Hulst, Holland vertrokken. Nog maar in de Beekwegel of we horen ‘Tak, tak, tak, tak’. Wat hapert er vraag ik Wim die achter mij rijdt? “Ik ben het niet, het is Guy” zegt Wim. “Tenminste, het is Guy zijn vélo, dat hoop ik toch”. Anders zijn er nog meer kosten aan Guy dan ge op het eerste zicht al zou denken. Blijkt dat Guy er al in geslaagd is om op een nagel te rijden die recht in zijn band is blijven steken en iedere keer tegen zijn remkabels tikt. Guy toch, wij rijden daar allemaal langs, langs die nagel en gij moet er weer baf oprijden. ’t Is toch altijd hetzelfde met u. Trekt hij die nagel dan nog uit ook, zeker. Psssjjjjt, en zijn band is subiet plat, vanzeneigens. Rudy DC vervangt de band en ik pomp de nieuwe zo goed als mogelijk op, maar Rudy stelt voor om bij hem nog binnen te springen en Guy zijn band verder op te blazen met zijn compresseur. Mij niet gelaten, zo zien we ook eens Rudy zijn doening op het Hussevelde. We rijden langs de Kruiskapel in Eksaarde. Schoon wegelkes en allemaal nieuw voor mij. Danke, Rudy! Daar kunt ge mij plezier mee doen zie, met me nieuwe wegelkes te leren kennen. Iedereen zijn afwijking, hé. Christophe, een atletisch gebouwde gast, beseft vanaf kilometer 20 dat moutainbiken een stiel apart is, als hij telkens weer de bende moet laten gaan van het ogenblik dat het wat slijkerig wordt. Ja, dat zijn zogezegd ‘maar’ de B-kes, maar onderschat ze niet. Chirstophe, het is gewoon kwestie van nog veel af te zien. Rudy DC heeft ook al veel afgezien. Gisteren nog zat hij een ganse namiddag voor de venster naar buiten te kijken. Amai, dan heb ik nogal wat “afgezien” zulle, zegt hij. We lassen nog een pils-stop in, als we bij Eddy op zijnen hof stoppen en allemaal een pilske nuttigen. We zijn dan al in de Bontinckstraat en het zou te ver geweest zijn om in één ruk door te rijden naar de après sport in de Koffiestraat.

In de après sport komt het gesprek op de buikjes, een typisch onderwerp voor mannen van middelbare leeftijd, zelfs al sporten ze. Bij Eddy is dat volgens mij gewoon van teveel sex, denk ik. En per abuus in verwachting geraakt. Mario Vaneechoutte


 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 10 december 2006. Lokeren. Volk, amai. Ik denk dat dit ze allemaal zijn (met excuses voor degene die ik zou vergeten zijn, maar de harde schijf tussen mijn twee oren heeft maar een beperkte opslagcapaciteit): de A-kes: Geert Schepens (die pas zijn tweede keer meerijdt, maar hoe), Geert Bracke, de gebroeders Hanselaer, Rudy De Clerck, ene Kurt, Ivan Rogiers en Wim Verschraegen (= 8 man) en de super-Akes: Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Patrick Roels, Danny Fack, Hans Schellaert, Jo (bijgenaamd Cocker), Jan Willems, Erik Van Gasse (= 9 man) en een tussengeval, mossel nog vis, uw verslaggever. Vergeten wij vooral ook Rita en Nadine niet.

Raar, maar iedere keer we daar aan de voet van Onze Heer staan op het kerkeplein, zijn er een paar die opmerken hoe treffend de beeltenis van de heer toch lijkt op onze eigenste Karel Verhoeven. Wetende dat Onze Heer de mens naar zijn gelijkenis schiep, valt het toch dik tegen te moeten ontdekken dat Adam er ongeveer uit zag gelijk Karel. Maar als Eva er ook maar een klein beetje uit zag als Nele, dan kunnen we begrijpen hoe alles toch nog goed is kunnen komen met de mensheid.

Ahum, terug naar het verslag. Twintig baaikers in totaal dus, ondanks de regen de hele week lang en het vochtig kille weer, wat toch wel doorweegt op de goesting om op zondag om halfnegen aan de kerk te gaan staan voor een paar uur afzien in de more. Weeral een rit in Lokeren, maar deze keer brengt het parkoers ons langs Moerbeke, Wachtebeke, Zaffelare en die kanten. Schoon, schoon. We komen zelfs weer voorbij Eksaarde Kruiskapel, een gewegelte dat ik pas een paar weken geleden leerde kennen toen Rudy DC het parkoers uitstippelde. De wegels liggen er heel erg glibberig bij en waarschijnlijk is het parkoers daarom zwaar voor de meesten, maar hoe meer snelheid je kan ontwikkelen, hoe beter je over die modder vliegt. Met onze vorm vinden wij het parkoers niet echt zwaar meer. Hoe beter je iets kunt, hoe makkelijker het wordt, dat is toch zo hé. Voor sommigen, die niet al teveel getraind hebben het laatste jaar, was het toch wel zwaar. Zo dient Ivan af te haken ter hoogte van zijn woonst omdat hij eerst dient berecht te worden, maar hij kikkert zodanig op van de Laatste Sacramenten dat hij daarna toch nog opduikt in café de Achtersport, voor wat geDuvelte. Mario

 

Zondag 17 december 2006. Kalken. Calckine WTC toertocht. Weer massa’s volk, alhoewel ik van onze eigen modderfokkers en fokkemodders alleen de super-Akes te zien kreeg: Danny, Rudy, Rudy, Luc, Erik, Jan, Patrick (tiens, waar zit die zijn broer, de Willem, we zien die niet meer), Jo, en Mario – die we voor het gemak ook maar bij de super-aakes gaan rekenen. Een loodzwaar parkoers door de vele regen de voorbije week en zelfs gladdigheid door ijzel, de eerste van het jaar en totaal onverwacht. Zo onverwacht dat als ik mijn achterwiel voel schuiven, ik eerst denk dat het door een platte band komt. Later hoor ik dat er een 15-tal slipgevallen van auto’s op de weg zijn geweest. Dus ja, het lag toch glad het eerste halfuur. De wegel van de blauwe steen – gelegen tussen de straat rechtop de Meander en de Vaart - doet weer zijn reputatie eer aan: één lange gladde glijbaan vol modder. Honderd meter voor het eind moet ik gewoon afstappen, doordat alles vastzit door de more tussen mijn remmen en ketting. Anderen blijken daar dan weer geen last van te hebben. Spectaculairst is wel de prestatie van Rudy R. en Patrick R. De laatste lijdt kettingbreuk bij het begin van de wegel. Hij en Rudy herstellen dat rap even en tegen het eind van de wegel hebben ze bijna iedereen van de bende weer te pakken! Straf, ee-eel straf, dat is het minste dat men daar kan van zeggen. En dan zeggen we dat ook.

Aangekomen in de Skala, alwaar wij wat Ename’s nuttigen om de kas van de Calckine wielertoeristen verder te spijzen, zegt Erik tegen sponsor Rudy, zijn beste maat: ‘Amai, jong, zo zagen in die wegel? Wat zal dat worden als gij nog ouder wordt?’. Rudy had blijkbaar zitten foeteren omdat Erik hem een beetje ophield, of gewoon omdat hij graag eens foetert en omdat hij weet dat Erik daar zo slecht tegen kan. Waarop Jan antwoordt: ‘Dan zal Rudy even hard kunnen zagen, gelijk gij, zeker, Erik.” Erik is nu onze ouderdomsdeken en wordt volgend jaar een halve eeuw jong. Trouwens, nog iemand iets gehoord van onze vroegere ouderdomsdeken, Rafke Verstuyft?

Nog melden dat ik besloten had mijn nieuwe GSM mee te pakken. Ik heb me dat eindelijk aangeschaft, zo een apparaatje. Kwestie van mijn vrouwke te kunnen bellen als het de zondagmiddag ietske uitloopt, zodat ik niet iedere keer mijn zondags eten uit de vuilbak moet gaan opvissen. Ik kom thuis – schoon op tijd, al zeg ik het zelf, haal al de rommel uit de achterzakken van mijn moddervette truitje en begin mijn truitje tegen de muur wat uit te kloppen, zodat het meeste vuil er toch al af is. Alles voor de vrede en de properte in huis! Trouwens, dan klop ik Vergeylen – die op dat truitje staat - ook tegen de muur en dat kan nooit geen kwaad voor het humeur. Oei, een klein detail vergeten: mijn GSM zat nog in de achterzak van dat truitje. Ik ging jullie mijn nummer geven, kwestie dat er mij misschien soms eens iemand zou opbellen of is-im-issen, maar het is niet meer vandoen...

En dan nog een klein woordje over Geert Bracke. Ik was er niet bij, maar op het ogenblik dat het gebeurde kon Ivan niet meer verder van het lachen en verder is er de hele week zoveel met die mens gelachen door zij die erbij waren (de aa-kes) dat het toch niet in het verslagske mag ontbreken: ergens in Overmere tegen een boske, besluit Geert Bracke – of was het zijn fiets – om zich te leggen in de graskant, ook tevens evenzo de beekkant. Dan schuift hij langzaam maar zeker, maar zeker langzaam met zijn koppeke voorop de beek in. Toen hij 5 minuten later weer bovenkwam was hij toch klaar wakker. En zo hebben we een nieuwe bijnaam voor Geert: Bracke de bekenkuiser.

Ik verneem nog wat velo-nieuws: in de Zomerstraat is er een nieuwe velo-maker, Ronny Van Hecke, de pa van Bart. Misschien eindelijk eens een goeie velomaker in Kalken.*

Mario Vaneechoutte

* Oei, deze grap zal me duur te staan komen, maar ik kon het niet laten, Rudy.


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 17 december 2006. Kalken toertocht. Nagekomen aanvullend verslag (van Ivan. Ja, van de rapste is hij nooit geweest).

Vorige week afgezien gelijk de beesten, maar voor de plaatselijke Unkerzakkenrit in Kalken toch weer paraat bij de B-kes. Rudy en Eddy De Clercq, Dirk en Frank Hanselaer, Schepens en Bracke Geert, en ikzelf. De vorige dagen veel geregend, maar voor vandaag frisjes en geen regen voorspeld. We vertrekken aan de Skala, en rijden richting Wetteren, waar het zachtjes begint te???, juist, regenen. Van Wetteren terug naar Kalken langs, hoe kan het anders, den blauwen steen, die er zoals gewoonlijk vettig bijligt. De eerste 2 meter gaan nog net, maar een beetje verder is het echt niet meer te doen. Wie niet valt, stapt af, met uitzondering van enkele pluimgewichten die toch op de fiets kunnen blijven. De modder blijft zodanig plakken, dat al snel de wielen niet meer draaien, maar door de vette brij schuiven. Aan het eind van het slechtste stuk staan Nadine en Rita de moore van tussen de wielen te trekken. Ineens krijg ik een kledder modder, recht op mijn ga-, eh ko--, eh poep.

Nadine, een echte modderFacker, scoort een driepunter vanop minstens 15 meter. Sommigen spoelen zelfs hun fiets in de Vaart om deze weer min of meer proper te krijgen. Via de Scheldedijk rijden we richting Uitbergen, waar ons nog een glijpartij te wachten staat. We rijden (glijden) netjes achter elkaar, als plots de fiets van Geert B. een ander traject kiest dan Geert zelf. Terwijl ik probeer zijn fiets te ontwijken, zie ik Geert het beekje links van ons inschuiven. Nen frissen duik, kopken onder. Moeilijkheidgraad 8/10, stijl en uitvoering 9/10, hilariteitsfactor 10/10. Zijnen velo nog vuil, maar zijn bril blinkt gelijk nen spiegel. Wanneer we allen een beetje bekomen zijn, Geert van ‘t verschieten, wij van ’t lachen, vervolgen wij onze weg. Aan een volgende splitsing neemt Geert de kortste weg naar huis, “een bbbbeetje fffrissjes” zegt hij. Ik ben solidair (en ook al een beetje moe) en vergezel hem tot in Kalken, waar ik nog een beleefdheidsbezoekje breng aan de A-kes, die al een uurken aan opwarmen zijn (met ekele Enamekes) in Zaal Skala. Verslaggever Ad Interim, Ivan.

Bedankt, Ivan. We kennen nu dus de definitie van een driepunter: een klodder modder op Ivan zijn achterwerk mikken. Mario

 

Zondag 7 januari 2007. Nieuwe mountainbike-route van Overmere. Eerste rit van het nieuwe jaar. Gisteren zaterdag reeds 50 km door de moor en in de regen gaan ploeteren met E.H. Karel Verhoeven en H.O. Kalken sterspeler Bjorn Vergauwen – rood geschorst wegens het omverkloppen van een tegenstander die hem twee keer bij zijn ... gepakt had (één keer, daar kan Bjorn nog tegen, maar twee keer is ook voor deze jongen teveel). Vandaar dat de meeste jus uit mijn benen was en ik beslis om 9 uur te starten met de aakes – in plaats van om halfnegen met de super-aakes, in de hoop dat ik toch nog met de aakes meekan. Ivan Duvel Rogiers, Dirk pompier Pieters, Geert Kook Wa Beter Schepens, Gunther Verbraecken, in de volksmond beter gekend als Roste Senna. En ook Bracke, neenee, niet Petrus de schouwveger, maar Geert de bekenkuiser.

Geert Kook Wa Beter Schepens heeft tegen het Heisbroek al een platte band. Ik ben toch nog in vorm en leg er de pees op, kwestie van dees gasten wat fors en karakter bij te brengen, vooral dat laatste is van doen bij Ivan.

Aan de Schapenweide, luizen we roste Senna erin zodat hij als enige de zompige wei in duikt en wij vrolijk en op het gemakske boven op de dijk naast die stumperd daar beneden rijden en onze tijd nemen om dienen ezel om ter best te bespotten. En ja, als apotheose van de show gaat Gunther onderuit, trouwens net op hetzelfde plaatske waar Bjorn gisteren een tuimelperte maaktege. We kruisen de super-aakes in het Berlaarse. In de vlucht herken ik de 2 Rudy’s, Patrick, Jan Willems en naar ’t schijnt was Luc Krick er ook bij. We doen de 45 km van de route aan 23 per uur en eigenlijk kennen we al die wegels al. Alleen diep in het Berlaarse zit er wat bij dat ik nog nooit gedaan heb. Dus toch weer de moeite.

In de Berlaarse Bossen lopen er langs de wegel wel zeker 30 jagers met hun honden. Roept zo een domme, heu neen, roept zo een jager op zijn domme hond aan de andere kant van de wegel en die hond steekt pas over als ik er bij ben. Ik sla alles toe en zo ook achter mij de roste Senna, die volledig op het voorwiel komt te staan met zijn achterste hoog in de lucht. Net geen valpartij.

Even verder halen we de vrouwen bij die ook om halfnegen waren gestart. Ik herken alleen Hackel en Jackel (Rita en Nadine) en Carla. Van de hele dag maak ik 1 stuurfout, toch wel net bij de vrouwen, zeker. Superslecht voor mijn imago, denonde. Ge rijdt al even slecht als dat ge bowlt, roept Jackel. Euh, ja, vrijdag met de zomermountainbikers en spinners een nieuwjaarsetentje + bowling gaan doen, en de slechtste van de hele bende was de deze. Tot ik snapte dat ge u een bal moest zoeken waarin uw dikke vingers pasten. Dan ging het toch al ietske beter.

Net voor het landbouwsas in Kalken sturen ze ons in Overmere nog door een boerenwegel vol koeienstront. Is het daarom dat ze in Overmere de smouterkes genoemd worden? Aangekomen in de Beize, alwaar de super-aakes en de fokkemodders reeds aanwezig zijn, zegt Carla tegen Geert S., haar echtgenoot: “Amai, gij stinkt.” Raar toch, zolang getrouwd en pas nu valt haar dat op. Carla en Ariane willen in de Beize geen drie nieuwjaarskussen van mij. Maar ja, met mijn muile vol str... is dat inderdaad niet echt appetijtelijk.

Aangezien ik de uitputting nabij ben, bestel ik een soep, zeer tegen mijn gewoontes en principes en tegen mijn goeie voornemens. En het is geen aanrader: die soep in de Beize smaakt toch ook maar naar koeie-dinges, zulle. De Duvel erachter smaakt gelukkig wel naar Duvel.

Wie naar het BK cyclo-cross in Hamme-Zogge keek ’s namiddags, heeft een idee van de parkoersen waar wij al een paar weken doorrijden, en dat in januari, dankzij de opwarming van de Aarde, dankzij de mens zelve. Dank U, mens zelve. Als U denkt dat die cyclo-crossers zot zijn, wat dan gedacht van ons: wij doen dat elke zondag gewoon voor onze liefhebberij. En wat dan gedacht van onze fokkemodders: als vrouw elke zondag door de moor gaan ploeteren. Zotter kan niet. Mario.

 

Zondag, 14 januari 2007. Gentbrugge. Aakes, Beekes en Madammekes verzamelen om 8.30 u aan de kerk voor een ingerichte tocht in Gentbrugge. Nadine F en Rita DW, Rudy R, Rudy V, Danny F, Luc K, Eric VG en Patrick R, Dirk en Frank H, Geert B, Rudy DC en Dimitri De Gucht. De bedoeling is gezamenlijk te vertrekken en ginds ter plaatse, elk volgens bestvermogen de toer te rijden, maar Rudy R. zit al een tijdje aan zijn velo te sleutelen, en dus vertrekken de dames al op kop. Het klein tandwieleken in Rudy zijnen dailja…, diejalr…, dyarjeu.., zijn versnellingsapparaat zit geblokkeerd, en met de nodige smering probeert hij het opnieuw los te krijgen, want anders trekt da serieus tegen. Ik stel nog voor om bij alle A-kes zo een wieleken te monteren, kwestie van de snelheid toch wat te drukken, maar hij heeft er zo maar eentje bij. Dan maar in gesterkte draf, af en toe nog een bijsmerend, naar Gentbrugge. Eens ter plaatse blokkeert het spel volledig. Rudy besluit rap efkes thuis een nieuw wieleken te gaan steken, en ons later terug te vervoegen. Wij beginnen aan de rit op zijn ABBA’s. Nee, niet al zingend van Waterloo, maar A-kes en B-kes, B en A allemaal toop tegare. Pure nostalgie, zo tussen de grote mensen, en ge maakt nog eens wat mee. Al na goed 1 kilometer slipt Eric op een stukje kassei, en smakt tegen de kinderkopjes. Toemme toch, ik ben toch ne loemperik, foetert hij, en ik besluit hem niet tegen te spreken. Na een tiental kilometer gaat het voor de ene wat te traag en voor de andere wat te rap, en we splitsen toch maar op. Gent-brugge, ik had mij al dikwijls afgevraagd vanwaar die naam komt, maar nu weet ik het. Bij Gent, en ‘k weetnie hoeveel bruggen. Heusdenbrug, Mellebrug, een paar bruggen over de R4 en E40, en dan kom ik nog een kennis tegen, Dirk Verbruggen, ’t kon niet op. Onderweg komen we elkaar nog een paar keer tegen, ook de dames, die op de heenreis al een keer verkeerd waren gereden, en naar het einde van de rit, ter hoogte van Heusden staat Rudy ons dampend op te wachten. Hij ziet er al goed opgewarmd uit, en aangezien we toch bijna rond zijn, besluiten wij vanaf hier rechtsreeks naar Kalken te rijden. Met de wind in de rug gaat het goed vooruit, maar als Rudy DC op kop gaat, en het tempo optrekt tot boven de 35 km/u ben ik toch blij als wij onze rit afronden. Met een goeie 60 km in de benen, en enkele Leffe’s in ’t buiksken, weeral eens content. Ivan.

En hoe is het gesteld met uw dura, diré, deri, euh, derailleur, Ivan?


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 4 februari 2007. Hamme/Zogge. Om halfnegen vertrekken Rudy R., Rudy V, Luc K, Jan W, Danny F, Erik V en ik. Ja, U leest goed, Danny Fackerdefack reed ook mee. Ik ga daar kort over zijn. Er zijn in onze Vlaamse cultuur immers speciaal spreekwoorden uitgevonden voor mensen gelijk Danny, zoals ‘Er moeten er van soorten zijn, hé’ of ‘Onze Heer moest zijn getal hebben, zeker.’ Voorbij Overmere steken we Rita en Nadine (de zus van Danny, ongelooflijk maar waar) voorbij, terwijl ze dapper naar Zogge peddelen. Ter hoogte van Zele wacht Hans Schellaert ons op. Acht man. We starten nog eerder dan de aakes (o.a. Geert Schepens, Frank Hanselaer, Dimitri De Gucht, Ivan Rogiers en Bracke, neenee, niet Pier de schouwveger, maar Geert de bekenkuiser) die in auto gekomen waren en ons al tussen Overmere en Zele voorbijstaken, terwijl wij nog Zele, St. Anna en Zogge per fiets door moesten. Blijkbaar was het parkeren niet makkelijk verlopen. Ge ziet: met uw velo zijt ge er rapper de dag van vandaag. Maar het is ietske lastiger, das waar. Tegen kwart na 9 zijn we ingeschreven en zetten we aan.

Een natte, grauwe, killige mist. Eindelijk nog eens een winterdag die naam waard, maar eens ge in de velden aan het vlammen zijt, merkt ge daar niets meer van.

Erik en ik houden het na 30 km met de super-aakes voor bekeken en rijden de laatste 15 km met ons tweetjes het parkoers van 45 km terwijl de supers de 55 km doen. In een strak tempo, rapen we de ene dooie mus na de andere op en bewijzen zo onszelf dat we eigenlijk ook nog steengoed rijden. Om halftwaalf zijn we terug in Zogge. Dan moet er nog 15 km huiswaarts gefietst worden. Ik besluit de terugrit alleen aan te vatten, want geen tijd om op de anderen te wachten. Anders is de zondag zo voorbij. Na 85 km aan 25.3 induur ben ik thuis en te moe om te weten of ik moe, maar voldaan ben. In alle geval, ik was “zochte”, en ik heb gehoord dat er nog waren. Mario

PS. En wie kom ik midden in de week tegen bij mijn garagist Ronny Verheyden (neenee, niet bij mijn electro-zaak Geert Verhoeven): Bracke toch wel zeker. Neenee, niet Geert de bekenkuiser, maar Pier de schouwveger. Geert ondertekent nu zijn e-mails met ‘Specialist in wateronderzoek’. En ook met het volgend gedichtje: “Komt dat tegen ... Pier is daar om uw schouw te vegen. En hoor ik daar het riet niet ruisen ... of is Geert weer beken aan het kuisen?”

 

Zondag, 18 februari 2007. China. Eigenlijk had ik er niet op gerekend verslaggever van dienst te zijn, aangezien Mario er ook was. Bijgevolg had ik mijn road-data-recorder niet geactiveerd. Maar mits wat diepgravende research in de donkere krochten van mijn aftakelend geheugen, kon ik mij toch nog het volgende herinneren.

Als ik mij niet vergis, verzamelden we aan Kalkenkerk voor een uitstap naar China. Of was het Sinaai? Met de wagen: De gebroers Hanselaer, Geert Bracke, Rudy De Clercq, Dimitri De Gucht, Geert Schepens, Wim Verschraegen, a man called Joe (blijkbaar een maat van Danny F, al wist ik niet dat die ook maten had), en ikzelf. Het schoon gezelschap: Christelle De Letter, Carla De Cock, Arianne Coppenholle en Els Hoogewijs. Per velo: Jan Willems, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Luc Krick, Patje Roels, Mario Vaneechoutte, Dirk Vandevijver en Rudy Rogiers, al moest die worden opgepikt in de Portugiezenstraat wegens een beetje overslapen. In afwachting van de (te) laatkomers wordt er nog wat gebabbeld over koetjes en kalfjes, tot ik achter mij Geert S. iets hoor zeggen van vorte koe, en afslaan. Ik besluit onmiddellijk in te grijpen, en maak Geert erop attent dat hij zijn schattig vrouwtje Carlaatje met wat meer respect mag behandelen. Als de gemoederen bedaard zijn blijkt de vergissing volledig bij mij te liggen. Geert was aan het uitleggen aan Rudy DC dat we op de Antwerpsesteenweg aan de Vorte-koestraat moesten afslaan. Bij deze wil ik nogmaals mijn excuses aanbieden aan Geert. Wanneer wij net ingeschreven zijn, en startensklaar staan, komen de lustige fietsers er ook al aan, sommigen zelfs al met het schuim op de mond. Terwijl zij de nodige formaliteiten afhandelen, bouwen wij een mooie voorsprong uit, en het duurt tot bij de bevoorrading voor zij ons te pakken krijgen. Even verder merk ik op dat bij het begin van elk glibberig stuk, Rudy DC, resoluut het wiel van Geert B kiest. Ik vraag hem of dat een bepaalde reden heeft, en hij antwoordt dat hij ook graag eens iemand een palingduik zou zien nemen. Volgende keer misschien beter het wiel van Geert S. nemen, want die was er vandaag een paar keer dicht bij. De hoofdvogel voor vandaag wordt afgeschoten door Rudy V. In de verte herkent hij een van onze dames, hij rijdt er naartoe, en in het voorbijrijden tikt hij haar op het welgevormde achterste. Als hij nog even achteromkijkt, stelt hij echter vast dat het niet een van de onzen was, maar een wildvreemde dame, met een gelijkaardige outfit en fiets, die er niet echt kon mee lachen. Da mag dan een keer zonder zijn Nadine gaan fietsen, en da wordt al handtastelijk. Zonder verdere misverstanden wordt er nog wat nagekaart bij een natje en een droogje, en kijken wij al uit naar de uitstap van volgende week. Ivan Rogiers.

 

Zondag 25 februari 2007, St. Lievens Houtem. Om halfnegen staan aan de kerk: Rudy Rogiers, Danny Fack, Dimitri De Gucht, Ivan Rogiers en ondergetekende, om nog eens de route van St. Lievens-Houtem te gaan doen. Dat zal ons net geen 60 km fietsen opleveren aan exact 25.01 km induur, op een winderig en toch lastig parkoers. Ja, een wat raar groepje voor de zogenaamde super-aakes, nietwaar. Alleen Rudy en Danny passen daar echt in. We leiden uit e-mailverkeer dat gisteren nog plaatsvond af dat de andere super a freaks, zoals Rudy Vergeylen, Jan Willems en Patrick Roels naar een rit in Mol zijn. Gelukkig maar voor Dimi, Ivan en ikzelf.

Om 9 uur vertrekken de aakes Dirk Hanselaer, Wim Verschraegen, Gunter Blanckaert en Eddy Troch voor de nieuwe route van Overmere. Met vier is ook genen vetten, hé, mannen!

Ivan staat zo superscherp dat ik zijn profiel een paar keer met dat van zijn groote broerie verwissel. We herinneren ons de tijd dat Ivan meer achterwerk dan mens was. Achter hem vond steeds de ene na de andere valpartij plaats, omdat de mensen gewoon niets meer zagen. Ik hoor het Marc Roelandt nog zeggen: “Amai, wat is dat hier, een zonsverduistering bij volle maan en dat op klaarlichte dag!?’, maar Marc reed gewoon achter Ivan. Hoe doet Ivan dat om zo af te vallen? Kijk, dat vraag ik mij nu eens af, zie. Van op zijn werk zal het niet zijn. Van te weinig Duvel te zuipen, ook al niet. Christine moet die nogal afbeulen, zeg. Ivan, die NOOIT meer zo zot ging zijn om met de super-aakes mee te rijden, NOOIT meer, verschiet eerst zwaar van het tempo dat Rudy en Danny erop nahouden. Nochtans is dat tempo erg gedrukt omdat deze keer de meeste van de freaks er niet zijn en omdat het ook geen ingerichte rit is, waarbij ze voortdurend opgehitst rijden om weer nieuwe mensen voorbij te vlammen.

Rudy klaagt over een parkeerboete van 50 Euro die hij een paar weken geleden opliep bij het gaan MTBen in Stekene. Dat Steekt, zo een boete. Dan neemt ge voor één keer de auto om ernaar toe te rijden, en lap. Sorry Rudy, zegt Danny Fackerdefack, maar mijn wedde moet ook betaald worden. Waarvoor hartelijk dank. Vanaf nu noemen we hem Danny Fackerdeflik.

Danny met zijn dunne bandjes rijdt een keer plat, dan nog wel vlak bij de vroegere woning van Bjorn V – wat is de wereld toch klein, maar gelukkig zijn de twee vaste bandenvervangers, Rudy, en Danny zelf, mee. Daarom rijd ik toch liever bij de super-aakes, want bij de aa-kes moet ge zelf uw band vervangen en oppompen als ie plat is.

Ergens te velde rijden er twee ruiters naast mekaar een paar 100 meter voor ons. Rudy begint te fluiten en ik begin te bellen – ik ben de enige met een bel en Rudy is de enige .., nee toch niet. Met de bedoeling dat ze achter mekaar gaan rijden en we ze voorbij kunnen. Aangezien het wind op is horen de ruiters ons pas als we al dicht genaderd zijn. Hoorden ze mijn gebel dan wel Rudy’s gefluit? Ik geef toe dat het na een fluit van Rudy is dat ze voor het eerst reageren. “Ziet ge nu wel”, zegt Rudy “dat mijn fluit beter is dan uw bel.” Ik ga daar niet over discussiëren Rudy, zolang ge dergelijke uitspraken maar doet over mijn bel en niet over mijn fluit. Ik moet zeggen, de Duvels van gisteravond na de schitterende voorstelling ‘Geen paniek’ van de Cauci-tens, over detective Baantjer, voor de gelegenheid “De Bock” genoemd, met B O C K, zijn me toch een beetje misvallen, maar ge kent mij: ik doe altijd mijn uiterste best om dergelijke initiatieven financieel te steunen. We zagen daar ook Carla en Geert, neenee, niet Bracke de bekenkuiser maar Schepens de broekaftrekker. Die mochten toch wel op de eerste rij zitten zeker. Eerst dacht ik dat het was omwille van Carla haar achternaam (De Cock, met C O C K), maar het was omdat hun dochtertje meedeed.

De terugtocht is wind achter en dan gaat het tempo tot tegen de 40 per uur. Ivan is er goed doorgekomen en rijdt net achter Danny. Achteraan moet Dimi even lossen en Ivan wil Danny even doen vertragen, maar meer dan ‘Di, di, dimi, di, di, di’ komt er niet uit, want Ivan zit toch op zijn tandvlees te rijden. En er kwam een Rudytje met een ... fluit en het verhaaltje is weer uit. Mario Vaneechoutte

O ja, van Marc R. uit de Krimineelstraat te K. geklapt, ik vind hier nog een foto van in de tijd dat hij soms eens meeging, met de nadruk op ging, zoals ge kunt zien. Het is wel van achteren getrokken, maar ge kunt niet missen: Marc is de enige die zo rondloopt.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 25 maart 2007. Belsele. Een speciale dag voor mij, want mijn dochter wordt 18. Vannacht overgeschakeld naar zomeruur, wat betekent dat we vannacht 1 uur langer konden uitgaan volgens Dimitri De Gucht. Oe, zult ge zeggen, 1 uur langer uitgaan? Jaja, zegt Dimi, en dan 2 uur minder slapen. Maar er moet toch iets misgelopen zijn met zijn schema, want ik heb Dimi niet gezien, alhoewel hij ons ging komen ophalen met zijn kamionette en eerst nog achter pistolets ging rijden. Niets van. Ook met Danny’s schema is er misschien iets mis, want hij ging er zijn en was er niet. Misschien moest Danny weer op geheime missie? Zoals U reeds allen weet, is Danny Fackerdeflik geheim hulpagent derde klas. Het is heel goed mogelijk dat u niet wist dat dat bestond, geheim hulpagent derde klas, maar dat is niet verwonderlijk, want die derde klas hebben ze speciaal voor Danny moeten bijmaken. Als ze weer eens op geheime missie vertrekken, plakken Danny zijn collega’s hem een rood zwaailicht op zijn kop, met doorzichtige Duck tape, zetten hem boven op de combi en Danny moet dan de hele tijd ‘wiewoe, wiewoe’ roepen. De eerste de beste scherpe draai nemen ze kort en rap, zodat Danny met zijn rood zwaailicht op zijn kop over de straat rolt recht de dichtstbijzijnde greppel in, luidkeels van ‘wiewoe, wiewoe’ roepend. Kwestie dat hij niet in de weg loopt, als het serieuze werk begint. Hij doet dat ook soms bij het mountainbiken – zowel in de greppel rollen als in de weg rijden. Als zijn collega’s dan terugkomen van weer eens een geslaagde arrestatie, pikken ze Danny weer op uit de greppel. Het is speciaal om hem gemakkelijk terug te kunnen vinden dat ze dat zwaailicht op zijn kop plakken. ‘Goed gewerkt, Danny’, maken ze hem dan wijs: “dat was weer een geslaagd afleidingsmanoeuvre”, en ja, ge moogt stoppen met ‘wiewoe, wiewoe’ te roepen. Ze hebben ook al dikwijls gezegd dat hij misschien beter die snor zou afdoen, kwestie dat het terug aftrekken van die Duck tape minder zeer zou doen. Ook Eddy tuut tuut treintje Troch is er niet. Die is net verhuisd naar Overmere, dik tegen zijn zin, omdat hij liever in Kalken was blijven wonen. Troost U, Eddy, dichter bij Kalken kunt ge niet wonen. Overmere is bij manier van spreken een deelgemeente van Kalken, zo een beetje gelijk Laarne een deelgemeente van Kalken is. Kalken is dan zelf weer een deelgemeente van Hussevelde natuurlijk, het centrum van de wereld. Wim Verschraegen, Rudy Declerck, Ivan Rogiers en Dirk Hanselaer zijn er wel en besluiten met de auto naar Belsele te rijden. Rudy Vergeylen, Erik Van Gasse, Jan Willems, Rudy Rogiers, Dirk VDV en Luc Krick gaan met de velo. Ondergetekende ook, want ja, ik heb altijd al een groot gedacht gehad van mezelf en ik denk dat ik dit wel aankan: 21 km naar Belsele, aldaar 50 MTB en 21 terug. Luc slaat af ter hoogte van Waasmunster want hij moest om halfelf thuis zijn. Wel raar dat hij ons verlaat juist in de buurt waar de kaberdoesjkes zijn. Allez, ik vind dat toch raar.

In de bossen van Waasmunster, net voor de bevoorrading, halen we twee bevallige vrouwkes in, Nadine en Rita. Even verenigd met hun echtgenoten Rudy en Erik op deze mooie lentevoormiddag.

Even verder moet Jan weer eens wippen, om te tonen hoe goed zijn ‘full suspension’ (= vering voor EN achter) wel werkt. Ge ziet dat zo aan Jan, het is een jongen die graag wipt. En als hij gewipt heeft, dan is hij ook van de grond gegaan. Hij gaat zeker 30 cm van de grond. Wie van de grond gaat, moet ook terug neerkomen. Geen probleem, maar 50 meter verder, blijkt plots zijn ‘body’ niet meer te pakken. Vraag mij niet wat dat is een body, maar als ie niet meer pakt, draait ge zot en ge moogt afstappen en te voet naar huis gaan. Ge moogt naar huis gaan, het is gedaan. Net als Rudy en Jan het gaan opgeven met proberen, pakt die body plots weer wel en is Jan weer weg. Wel wat minder wippend nu. Er zijn aan alles grenzen.

Na 52 km (ipv 50) komen we aan, we babbelen even 3 minuutjes vooraleer we de terugtocht van 21 km aanvatten. En wie komt daar aangereden? Den Danny toch wel zeker. Hij had zich overslapen. Maar waarom staat dat zwaailicht op zijn kop!? De terugtocht met wind achter gaat niet onder de 35. Om 20 voor 9 vertrokken, om klokslag 1 uur terug thuis, na 95 km aan 25.04 induur. De laatste kms zijn er voor mij plots teveel aan, vooral door de honger. Ge kunt dat wel verstaan zeker, dit was er toch wel weer zwaar over. Mario.

 

Zondag 1 april 2007. Sint-Niklaas. Als ik mijn ogen open, en op de wekker kijk, zie ik dat ik mij al een beetje overslapen heb. Ik spring snel uit mijn bed, en in mijn kleren. Spoel mijn boterhammeken door met een kop koffie, kruip op mijn fiets en hoop dat Rudy nog niet vertrokken is. Als ik al een beetje buiten adem bij hem aankom zie ik dat hij gelukkig nog niet weg is. Wat zeg ik? Zelfs nog niet klaar is. Ik heb mij overslapen, zegt hij met de vaakbeestjes nog in de ogen. Terwijl hij zich in zeven haasten klaarmaakt laad ik de fietsen in zijn camionnette, en met een vertraging van een tiental minuutjes kunnen we toch vertrekken. Op het kerkplein worden we al opgewacht door, Patje Roels en zijn eega, Machteld. Als tweede koppel Geert Schepens en zijn Carlaatje, Rudy Vergeylen (voor een keer zonder zijn madam), Gunter Blanckaert, Tom Vandenberghe, en Steven ???, een kennis van Tom.

Danny Fack is er nog niet. Hij heeft zich wat overslapen, en moet thuis opgehaald worden. Zijn fiets gaat achterin de wagen, en Danny zelf kan er vooraan nog net bij. De 3 overslapers netjes op een rij. Rudy heeft geen tijd gehad voor een ontbijt, en krijgt een stukje krachtvoer gedeeld dat Danny aan het binnenwerken is. Ik krijg ook een stukje aangeboden, maar bedank vriendelijk. Het zag er uit alsof het al een keer gegeten was, zoiets dat er bij het ingaan al uitziet zoals het er gaat uitkomen. Als in Sint-Niklaas Hanske Schellaert aansluit, zijn we compleet, en kunnen we vertrekken. Ondanks de stevige kopwind gaat het goe vooruit, en als ik na een vijftal kilometer een rond mij kijk, zie ik dat mijn mede-B-kes al afgehaakt zijn. Ik besluit mijn verstand te gebruiken, en laat mij uitzakken tot bij de normale mensen. Het tempo wordt ook bij ons vrij strak gehouden, en aan de bevoorrading komen wij de super-a-kes opnieuw tegen. Even verder rijdt Tom VDB vooraan lek. Gelukkig heb ik een reserveband bij, zegt hij, maar spijtig genoeg ligt hij nog in mijn auto. Tijdens het wisselen merk ik een versgedraaide hondestr… op, en waarschuw de anderen voor het gevaar. Als we weer willen vertrekken zie ik dat ondertussen ook mijn voorband plat staat. Na het aanroepen van enkele Heiligen, besluit ik niet te wisselen maar wat bij te pompen. Als we opnieuw startklaar zijn zie ik dat die drol al goed opengedesterd is. Lachend vraag ik wie de gelukkige is, maar merk snel dat ik prijs heb. Alle andere Heiligen worden er nu ook bijgehaald, en na het nodige poetswerk kunnen we eindelijk verder. Zeker weten dat de eerste hond die ik tegenkom een schop in zijn gat krijgt, dat hij 3 dagen moeilijk zal kunnen sch… Eigenlijk is het al ver gekomen. Als Mario er niet bij is de verslagskes schrijven, is een punt, maar dat ik nu ook al moet lopen stinken in zijn plaats, dat is er toch wat over. Ivan

 

In verband met vorig verslagje van Ivan wil ik toch even iets meedelen. Beste Ivan, misschien heb je je al dikwijls afgevraagd hoe het komt dat je zo weinig, om niet te zeggen geen, vrienden hebt. Het is niet omdat ge zo een verschrikkelijke ambetanterik zijt. Dat ook, maar vooral omdat ge nog erger stinkt dan de trotters bij de Woesten. Beirken Vuilemuile heeft er niet aan. Heel Hussevelde vraagt zich af hoe Christine dat al die jaren al met jou uithoudt. Het kind. Die moet u toch ferm geiren zien, zulle. Zoals het spreekwoord zegt: ‘Ge moet niet goed rieken om sjans te hebben’. Mario, vanuit dachtertuin

 

Paaszondag 8 april 2007. Overmere-Wetteren. De KWB kookploeg zit in Dardennen, er zit er een in Dalpen, en er zijn er die Paaseikes moeten gaan rapen. Het zal dus gene vetten zijn vandaag. Gelukkig kan ik op mijn scheef-rechtovergebuur rekenen, en als ik het kerkplein oprij, staat Rudy De Clerq mij op zijn Paasbest op te wachten. Hij heeft er zelfs zijnen plastron voor aangedaan. ’t Is nie omdat we in ’t veld gaan rijden, dat we niet deftig mogen gekleed zijn hé, zegt hij, en gelijk heeft hij. We wachten nog een tiental minuutjes op versterking, maar tevergeefs. Met ons twee dan maar. Op Paasmaandag is er een ingerichte tocht in Zele, en gisteren zag ik al een bordje hangen in Overmere, dus besluiten wij die rit al eens te proberen. We vertrekken langs de Boombos-straat om in Overmere in te pikken, maar zien bij het indraaien ook al pijltjes hangen richting Wetteren. 50 meter gereden, en al rechtsomkeer moeten maken. Een nieuw record. De rit verloopt voorspoedig, maar ik maak mij toch wat zorgen om mijn krakende ketting, en in Berlare is het zover. Mijn ketting breekt in twee. Waarschijnlijk teveel macht in de benen. Dat mijn velootje al een beetje versleten is zal er ook wel mee te maken hebben. Ik begin mij al voor te bereiden op een wandelingske naar huis, maar Rudy haalt uit zijn achterzak een verroest kettingponsken tevoorschijn. Als het niet vastgeroest zit, kunnen we proberen da kettingsken te maken, zegt hij. Vijf minuutjes later is mijn panne hersteld, en zijn ponsken opnieuw gerodeerd. Zonder verdere problemen komen we aan in de Beize, waar we op het terras en in het zonnetje mogen genieten van ons Paas-aperitiefje. Ivan.

 

Zondag 15 April. Serskamp (B) en Koewacht (A). De A-kes zijn al vertrokken om 8.30u voor de 8e editie van Grooten Prijsch Daniel Fack. Wij B-kes verzamelen om 9 uur voor een rustig ritje Serskamp, voormalige grote prijs D. F. Eddy Troch, na lange afwezigheid er ook nog eens bij, Rudy De Clerq, Wim Verschragen, Dirk Hanselaer en ikke. We houden het kort, want Rudy moet vroeg thuis zijn vandaag. Hij wil met zijnen daklozen naar het oldtimertreffen van de St-Pietersfeesten, moet daar ten laatste om 12 uur inschrijven, en gaat om 12 uur beenhesp eten ten voordele van WTC Calcine. Voor de eerste keer van ’t jaar in korte mouwkes, want het weer is schitterend. Zomer in April. Alle wegeltjes en paden liggen er perfect berijdbaar bij, en zodoende gaat het goed vooruit. Zo goed zelfs dat, ondanks enkele extra rondjes in het Prullenbos en de Warande in Wetteren we om goed 11 uur al neerstrijken in Kalken. Enkele minuten later komen de dames ook aangestormd. Nadine en Rita rustig taterend, Christel woordeloos. Na een poosje probeert ze PAP te zeggen, maar komt niet verder dan Pa… Of bedoelde ze hiermee haar man, Dirk? Nog een uurtje later komen ook de A-kes letterlijk aangestoven. Zij hebben er blijkbaan een goeie lap op gegeven, want mijnwerkers lijken er propere jongen naast. Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Luc Krick, Jan Willems, Patje Roels en Eric Van Gasse. Deze laatste is niet alleen woordeloos, maar ook sprakeloos, ademloos, en bijna hopeloos. Hij kan nog net gebaren, glijdt met zijn vinger over zijn keel, dat hij stikkapot zit. Toch nen dikke chapeau voor Eric, ik weet hoe het voelt als de anderen 5 km per uur te snel rijden, maar hij doet het toch maar. Dat is nogal wat anders dan Mario, die rijdt al een paar weken niet meer mee, omdat hij naar eigen zeggen ‘k weetnie hoe neig moet werken. En als we dat niet geloven, maakt hij ons wel een andere blaas wijs. Mario, en werken, ik weet zelfs niet of die twee woorden in één zin mogen gebruikt worden. Ah ja, toch wel. Mario kan goed op de zenuwen werken. Ivan Rogiers

 

Vrijdag 20 april en zondag 22 april. Hoeraah hoeraah, er is er één jarig. Erik Van Gasse is 50 geworden. Een jubilee. En dat moet gevierd worden en Erik geeft een groot feest. Erik is dan nog de sympathiekste van de mountainbikers. Wat zeg ik, eigenlijk is Erik de enige sympathieke modderfokker die ik ken. We wensen innige deelneming aan zijn vrouwtje Rita nu ze met zo een ouwe zak zit. Rita is een al even sympathieke en eeuwig jonge fokkemodder. Zoals alle fokkemodders trouwens! We jagen verder Erik op kosten door de hele bar leeg te drinken. Meer kregen we echt niet op, Erik. Erik had zeker gespeeld en de tafel ‘Familie’ tussen de tafel ‘Modderfokkers’ en de tafel ‘Wielerterroristen’ geposteerd, kwestie dat er geen malheuren gebeurdegen. De zondag rijden we met 9 jongens* op ons fietske naar St. Lievens Houtem. 62 km aan 26 induur, niet mis. De super akes zijn naar Waregem en het super super ake, Rudy R., rijdt VIPs rond in de Amstel Gold Race. Kunt ge U voorstellen: met zo een stel prontige popkes in uw auto van de ene receptie naar de andere, de flauwe plezante uithangen (dat kan Rudy juist heel goed) en er nog voor betaald worden ook. Het zijn ook altijd dezelfde die sjans hebben.

Maar je hoort ons niet klagen: Wij, dat zijn: Geert Schepens, Ivan Rogiers, Dirk Hanselaer, Eddy Troch, Luc Krick, Erik Van Gasse, Mario Vaneechoutte, Hans Schellaert, Dirk Pieters.

Schitterend helder weer, schitterend heuvelend fris groen landschap, en ja goed ik ga het toch maar toegeven: schitterende kompagnie. Ivan deed wel mee, maar kom. Hans probeert onder een hekken door te rijden, maar is vergeten dat zoiets alleen Dirk kan. Hans rijdt zich vast en zit dus vast op zijn fiets onder die baar. Er zit nog maar 1 middel op om daar weer uit te raken en dat is hem domweg opzij laten vallen. Ivan komt niet meer bij van het lachen.

Erik zijn fiets kraakt, of is het Erik zelf? Dat zou ons niets verwonderen, want die mens wordt al een dagje ouder natuurlijk. Als Erik beweert dat het pijltje van de route naar rechts wijst en het is eigenlijk naar links, is er daarom niemand kwaad op Erik hoor. Maar neen. Wij verstaan dat. Zo een oudere mens ziet niet zo goed meer, hé. In de Beize aangekomen offreren wij Erik een fris groen blaadje uit de bloempot op het terras. Hier, Erik, zeggen wij, naar ’t schijnt lust een ouwe bok dat nog eens graag.

 

 

En hier is ie, zie. Proficiat, Erik!

Mario Vaneechoutte

* ’t Is te zeggen 8 jongens en 1 ouwe, want Erik reed ook mee natuurlijk.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 29 april 2007, Masenzele. Afgesproken om acht uur aan de kerk, de dag na een gezellige bijeenkomst in de schorpioen bij de woesten voor een hapje en een drankje en voor sommigen een dansje. Zeven voertuigen en 15 ongelukken, ik bedoel 15 mensen.

Toch vroeg voor sommige feestvarkens die dan eerst wat restjesvoer naar buiten moeten werken en hun roes moeten uitslapen. Gelukkig is het een half uurtje rijden en zo moet het slapen niet op de fiets gebeuren, hé Rudy. Op weg naar het slagveld nog eventjes stoppen om een in het echt verbonden vader mee te nemen die luistert naar de naam Hans. Eens aangekomen beginnen de problemen: Hoeveel km gaan we doen? “80, voor minder kom ik niet naar hier”, luidt het daar vanop de achtergrond. Nee, nee ik stond vooraan! Het was de Jan die de kilometers in de benen wou. Eerst nog een plasje vóór de start. Bij Danny kan dat niet anders of op zijn handen .Te klein? Onhandig? Wie zal het zeggen? Maar gelukkig komt er iemand met een handdoek aan. Of is dat toch een truitje? Van Carla dan nog.

OK, gestart met twee voor de 50 km en de rest vast besloten om op een uur of drie 80 km af te leggen. Dat valt tegen! Na de tweede bevoorading op zo’n 40 km met een gemiddelde van 21,5 in duur was het reeds kwart na elf. Wie dus een beetje kan rekenen: 40 km op twee uurtjes => dat is dan nog eens twee uurtjes. En omdat sommigen iets vroeger naar huis moesten, zijn er drie musketiers (Tim, Danny en ik zelve) samen met de drie 50-ers, (nee geen leeftijd, wel kilometers want Eric was daar niet bij) om de rest van het parcours, de 50 km dus, te volgen.

Ik heb hier mijn tenen moeten uitkuisen om mee te kunnen, zo goed ben ik echt nog niet.

Het was dus een nogal heuvelachtige rit met steile afdalingen, zag ik daar iets duwen in de broek van Danny bij de afdaling? Een beetje voorzichtiger dan anders? Een trauma van iets? De leeftijd? De drank van gisteren? Wie zal het zeggen?

Op de terugrit met de camionette, vol met fietsen, ja, ik heb voor transport gezorgd, (ik had nog wat goed te maken) moest er ter hoogte van Zele een gescheurde kader met toebehoren gedeponeerd worden. Ja, de Kader van Joe, niet van Holsbeek maar van Zele is terug gescheurd, ongetwijfeld door te hoge innerlijke krachten van Joe. Zo, dat was mijn versie van de rit in Masenzele.

Tot de volgend rit. Dimitri De Gucht.

 

Zaterdag 12 mei 2007, Merelbeke. Hiermee wil ik U enkele flandriens meedelen die zich de laatste 2 weken hebben bewezen. Op zaterdag 12 mei zijn Wim Verschraegen, Dirk Hanselaer en ikzelf afgezakt naar Merelbeke om vlug de 90 km eens te rijden. Er was nen slimmen bij die meende dat het eigenlijk niet zoveel had geregend en dat alles wel zou meevallen. Na enkele km heb ik mijn woorden teruggenomen, we waren met modder besmeurd van kop tot teen. Maar ja, daar doen we het toch voor hé. Doe daar nog een paar fikse buien, redelijk wat wind, een paar valpartijen, een paar pittige hellingen en 3 km extra bij en 't spel is compleet. Gelukkig ligt Merelbeke in een put en was het op het einde bergaf. Moe maar voldaan zijn we 't ginder dan afgebold. Rudy Declerck

 

Zondag 13 mei 2007, Moederkensdag. We vertrekken om 8.00 uur naar Erpe-Mere. A-kes en B-kes, allemaal toop tegare met de fiets. Enkel Dimitri De Gucht en Tim Raman rijden met de wagen, omdat ze vroeger moeten thuis zijn.

Wel met de velo: Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Jan Willems, Patrick Roels, Bart Van Hecke, Eric Van Gasse, Geert Schepens, Dirk Pieters, en ikzelf. We beginnen “rustig” aan een 28 – 30 km/u, maar nog voor Uitbergen worden we voorbijgereden door een groep fietsers op dunne bandekes. Natuurlijk pikken we aan, waardoor ons snelheid optrekt naar 33 – 34. Als na een 2-tal kilometer de koplopers van de dunne bandekes al een beetje blauw beginnen uitslaan, moet er “toevallig” ene zijne neus snuiten, of zo, waarvoor ze allen aan de kant gaan en ons voorbij laten. Wie dacht dat het dan bij ons ook wat rustiger gaat, zit er serieus naast. We stuiven dapper verder, en in geen tijd zijn ons collega’s niet meer te bespeuren, maar ja, wat wil je, met Rudy en Bart op kop. Maar, misschien moeten we toch voor Bart eens een speciale voorvork bestellen. Zo eentje die een halve meter naar voor uitsteekt, zo een Amerikaans chopper-model. Bart heeft namelijk de onhebbelijke gewoonte, als hij naast iemand op kop rijdt, wil hij altijd een half wieletje voorsprong. Met die speciale fourge is hij altijd content, en kunnen wij iets rustiger rijden.

Bij de start in Erpe-Mere kiezen de A-kes voor 55. Na de splitsing blijven Geert, Dirk, Eric en ik over voor de 42, want na de 18 km heen, willen we ook nog de 18 terug. We doen elk ons deel van het kopwerk, en hebben zowaar nog tijd om een babbeltje te slaan. Geert voelt zich kiplekker, maar als plots eens nest kiekens over de weg loopt, heeft hij er ene te pakken. Hij rijdt er kluit over, en de pluimen vliegen langs alle kanten. Als hij even verder van de emoties bekomen is, zegt hij lachend, “Ik vrees dat da kieken niet veel eieren meer zal leggen”. Ik denk zelfs dat hij gelijk heeft, want het was een haan. Geert blijkt iets te hebben met kippetjes. Uit goede Kookwabeter-bron heb ik vernomen dat kip zijn lievelingsgerecht is, en zou het toeval zijn dat zijn vrouwtje, Carla De Coq noemt. Genoeg gekakeld, over naar de rest van de rit, die voor mij in mineur eindigt.

Een tiental kilometer voor het einde krijg ik pijn in de knieën. De reus Achiles kreeg het aan zijn enkels, maar ik ben geen reus, en mijn knieën komen ter hoogte van zijn knoesels. Waarschijnlijk daardoor… De terugtocht zit er voor mij niet meer in, en ik regel een lift in de wagen van Dimitri, waarvoor “Danke Dimi“. We zitten al terug in Schoonaarde wanneer we de fietsende bende voorbijrijden, en na het horen van onze aanmoedigingen steken ze nog een paar tandjes bij. Zoveel tandjes zelfs, dat ze al aankomen in Kalken terwijl wij onze fietsen nog aan het uitladen zijn. Geert, zo fier als een haantje vertelt dat het de eerste keer is dat hij een rit van 78 km verteert. Chapeau, Geert, je bent altijd al een haantje de voorste geweest. Ivan Rogiers.

 

Zaterdag 19 mei 2007. Steenhuize. Op zaterdag 19 mei zijn Dirk Hanselaer, Dirk Pieters, Geert Schepens en ikzelf het parkoer in Steenhuize gaan verkennen. Het weer was beter dan verleden week, doch de beklimmingen waren al even slecht. Iedereen heeft toch "de muur" getrotseerd. Er viel één valpartij te betreuren van Geert, hopelijk is de schouder vlug hersteld, maar Geert had toch een abonnement bij de kinesist. Dirk Pieters zorgde ook nog voor een extra stop door eens plat te rijden. Na 75 km haden we toch nog de moed om nog een pilsken te drinken. (dus we waren nog niet steendood in Steenhuize). Rudy Declerck.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 3 juni 2007. Lokeren. De meesten zijn naar Grotenberge Zottegem, maar Wim Verschraegen, Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Luc Krick, Karel Verhoeven, HO Kalken gouden schoen Bjorn Vergauwen en uw verslaggever doen de toertocht in Lokeren.

‘Morgen niet te rap hé, Mario’ had Karel gisteren nog aan de telefoon gevraagd, ‘want ik heb 3 maanden niet meer gereden’. ‘Ik ga kalmkes beginnen’ had Bjorn gemaild ‘want ik heb nog niet gereden vanwege het voetbalseizoen. Ik hoop dat ik mee kan zondag’. En welke twee hormonenbommekes kunnen zich niet inhouden? Juist: Bjorn en Karel. Na de bevoorrading komt er een zandstrook aan. Die kan heel slecht liggen, zeg ik, als het droog is, maar het is nogal aan de natte kant geweest, dus het zou kunnen meevallen.’. Waarop Karel antwoordt : ‘Ja, verleden week viel die zandbak heel goed mee. ‘ EN DAT ZEGT IEMAND DIE DRIE MAANDEN NIET GEREDEN HEEFT! Waar heeft die jongen toch zo leren liegen? Tegen zijn beste maten dan nog. Toch niet van zijn gelijknamige nonkel pastoor, hoop ik.

Rudy Washington DC imponeert zoals hij in het doorgaan kop trekt windop. In Lokeren blijken er twee toertochten door mekaar te lopen. We stoppen aan de bevoorrading van de andere toer en moeten dus zonder bevoorrading verder rijden en dan nog lang wachten op die van ons. We raken mekaar een paar keer kwijt, maar steeds vinden wij KWBers modderfokkers elkander weder! Mario Vaneechoutte

 

Zondag 24 juni 2007. Unkerzakkenrit in Kalken.

We spraken af om 8.30u op het kerkplein, maar door omstandigheden (Christine was ook meegereden) waren we 5 minuutjes later, en waren de vogels al gaan vliegen. Dan maar met zijn tweeën naar de Scala, waar de rest ons stond op te wachten. Amaai, was mij dat verschieten, want wie stond daar, in vol ornaat, te blinken gelijk nen spiegel, afgetraind, messcherp gelijk nen atleet?

Niemand minder (maar ook niemand meer) dan MARC ROELANDT. Jaja, wrijft nog maar ne keer in uw oogskes, ge leest het goed, Marc Roelandt. Normaal rekenen we voor een “standaard” verrijzenis 3 dagen, en ook al heeft Marc er bijna 3 jaar over gedaan, hij stond daar toch maar.

Stonden er bij en keken er naar: Geert Bracke, Geert Schepens, Dirk Hanselaer, Danny Fack, Dirk Pieters, Rudy De Clercq, Eddy Troch, Eric Van Gasse, en nieuwkomer Tom Neus. Ook nog een hele bende meiskes: Nadine, Rita, Gerda, Christelle, Carla, Veerle, Christine B, Christine DS. Carine, Nele, Ariane, en ander schoon volk, waarvan de namen mij ontglippen. En al van bij het begin gaat Marc nog aan kop rijden ook (tot de anderen ook op de fiets zitten). Na een tiental kilometer, we zitten net in de Zomerstraat, wordt er een versnelling ingelast, en Danny trekt eens stevig door. Iets te stevig blijkbaar, want we zien hem pas 20 km later terug. Ik vraag hem of hij rustig is gaan ontbijten , maar hij heeft een afslag gemist. In plaats van de Portugiezenstraat in te slaan, is hij verder gevlamd, en pas over de E-17 brug in Cootveld gemerkt dat er geen pijltjes meer hingen. Ter hoogte van Berlare begint Marc de tol van zijn sabbat-jaren te betalen, en hij is maar wat blij, dat even verder Eddy lek rijdt. ‘Merci Eddy’, zegt hij nog, en ‘ik rij op mijn eigen tempo verder’. Gelukkig was er enkele honderden meter verder een tweede bevoorrading, of we hadden hem nog gedubbeld. Als ook wij na de depannage aan de bevoorrading aankomen, zien we hem nog net zijn infuus uittrekken. Hij besluit opnieuw alleen verder te gaan. Niet echt slim, want als we hem terug zien in de Scala, blijkt hij nog verkeerd te zijn gereden. Niet echt moeilijk, als je weet dat van vermoeidheid, zijn voorhoofd voor zijn ogen hing. Naar het einde van de rit krijgen we bijna nog spektakel. Het smalle wegeltje aan de blauwe steen ligt er verraderlijk bij, en Tom moet zijn gebrek aan stuurmanskunst bekopen met een tuimelperte. Spijtig genoeg naar de verkeerde kant, anders was hij bij zijn eerste rit al meteen gedoopt. Toch nen dikken chapeau voor de neofiet, maar zeker ook voor Marc, de come-back van het jaar, die er bij de nabespreking al opnieuw een stuk beter uitzag dan tijdens de rit. Hopelijk tot volgende week??? Ivan Rogiers

 

Zondag 1 juli 2007. Eksaarde. Door heel wat feesten en bbq’s telden we slechts 8 man, om half negen, bij de start, A’s en B’s samen. Ikzelf heb ook het gevoel gisteren te veel bbq gegeten te hebben. Rudy R, Jan W, Luc K, Rudy V, Yvan R, Dirk H, Geert B en Rudy DC zijn de mannen. Rita, Nadine en Ariane, de 3 vrouwelijke kandidates verkozen per auto naar Eksaarde te bollen.

De rit naar ginder verliep vrij vlot, ’t was meewind, maar Luc K moest vroeg thuis zijn en ik denk dat Rudy R en Rudy V dachten dat het maar tot 9 uur in te schrijven was. Zodoende verscheen er toch af en toe eens een 4 vooraan op mijn kilometrieksken.

We starten de rit tezamen, nu laat Jan eens zien dat ze vorige week de beste waren op “Den Aard”. Tot aan de eerste splitsing, dan gaan de dappere B-kens hun eigen weg (de rit van 25 km). We moeten kunnen toegeven dat we de A’s niet zouden kunnen volgen hebben.

Kort voor de bevoorrading halen we Ariane in, die profiteert van ons gezelschap om vlug nen platten band te hebben. Dirk H. was eigenlijk content dat we eens konden rusten, ja feestelijkheden eisen hun tol hé, Dirk.

Bij de bevoorrading arriveren ook Nadine en Rita (deden ook de 50 km). Ivan gaat aan de vrouwen vragen om de A’s te vertellen dat we in Eksaarde niet zullen blijven hangen. Maar een paar ogenblikken later kan hij het eigenlijk zelf zeggen. De A’s hebben 4 km meer gedaan maar zijn er ook al. Wij verschonen ons met het feit van de lekke band.

In Wachtebeke moeten we kiezen bij een hindernis links of rechts te rijden. Ivan wacht eigenlijk wat lang om te beslissen, staat dan bijna stil, krijgt zijn voet niet uit de klikpedaal en gaat er wat bij liggen. Hij ligt nog wat te vechten tegen zijnen velo en zakt nog wat dichter bij de gracht en ….., nee dat plezier gunt hij Geert niet.

Als we al ongeveer 30 km hebben gereden slaan we af richting Kalken (tegen wind). Bij aankomst in de Beize hebben we toch een kleine 70 km met meer dan 25 gemiddeld.

Hier proberen we onze dorst te verlaan en na 2 consumpties komen de 3 anderen ook toe (Luc zat dan al in de kerk). Nog wat nababbelen en de ontspanningsvoormiddag zit erop. Rudy De Clerck.

 

Tenslotte willen wij modderfokkers nog eens iedereen uitnodigen die goesting heeft om op zondagmorgen mee te rijden. Meestal vertrekken we rond halfnegen of negen aan de kerk. Er zijn rappe, hele rappe en gewone mensen (ja, toch een paar) zodat er voor iedereen wel een aangepaste snelheid is. En er zijn zelfs vrouwenploegen aktief in modder, weer en wind. Denk niet dat je uit de toon zult vallen: als je weet dat er mensen zoals Danny Fack, Ivan Rogiers of Marc Roelandt meerijden, dan moet het al erg met je gesteld zijn. De laatste is na zijn mirakuleus wederoptreden (zie verslag Ivan) gelukkiglijk weer achtergebleven, we hebben hem niet meer gezien sindsdien.

Mede dankzij de mountainbikers gaat het goed met KWB Kalken, want wat lazen we in de laatste Kraak voor het verlof: de KWB Kalken telt 200 leden, en het 200° lid was daarenboven een kersverse mountainbiker: Gunther Blanquaert, alias de roste Senna. ‘Wat smijten ze nu weer binnen?’, dachten wij de eerste keer dat hij meedeed, en zoals hierboven uitgelegd, met Danny, Ivan en Marc waren we toch al heel wat gewend. Maar Senna heeft al beloofd dat hij alle andere leden eens gaat trakteren. Reden te meer dus om onze rangen zo snel mogelijk te vervoegen.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 2 september 2007. Berlare. En we zijn weer vertrokken. Na een veel te korte, en nog veelteveel-tere koude zomervakantie, pakken we de draad terug op. Niet dat we 2 maand op ons lui gat gezeten hebben. Vakantie of niet, we fietsten gewoon verder. Met uitzondering van Mario, die zit al een gans jaar op zijn lui gat. We vertrekken in groep met de fiets naar De Scheve Villa in Berlare. Rudy R, Patrick R, Rudy DC, Eric VG, Jan W, Geert S, Dirk VDV, en ikke. De Dames waren ook mee. Nadine, Rita, Carla, Ariane en Machteld. Aan de inschrijving kies ik voor de 55 km (+ 2 x 10 van de heen en terugrit = 75), meer dan genoeg voor mij. De A-kes gaan voor de 75 (+ 20 = 95). Wij (ik) B-kes proberen zo lang mogelijk bij de A-kes te blijven, om toch een beetje uit de wind te kunnen zitten. Als we aan de splitsing komen, kies ik als enige voor de 55. Na wat getreuzel en getwijfel, laat ik mij door Geert overhalen om toch maar met de rest mee te rijden. Hoe het komt weet ik niet. Misschien zit mijn helm een beetje te strak, en krijgen mijn hersenen te weinig zuurstof. Feit is, als ik met de Modderfokkers op weg ben, heb ik meer courage dan verstand. En als we aan de bevoorrading aankomen, heb ik mijn overmoed al zwaar moeten bekopen. Steendood, kapot, mottig, en een beetje moe ook. Kwaad op heel de wereld, maar vooral op mijzelf. Ik zeg tegen de rest dat ik wel op mijn eigen tempo verderrij. Rudy DC, Geert en Dirk vinden het ook welletjes en houden mij gezelschap. Een tiental kilometer verder, komen we in de Gratiebossen. Ik zeg tegen mijn gezellen, dat we een stuk parcours kunnen afsnijden, maar ook dat mag niet baten. Ze volgen verder de pijltjes. En ik, ik rij weer mee. Begin zelf te zingen. “Let’s go all the way,…”. Ik zal toch eens naar mijn helmken moeten kijken. Op een tiental kilometer van het einde, raken we dan ook nog Dirk kwijt. We wachten een tijdje, keren een stukje terug, vragen aan andere fietsers of ze iemand tegengekomen zijn met materiaalpech, maar helaas, geen Dirk. We rijden dan maar verder naar de aankomst maar vinden hem daar ook niet meer terug.

Beste KWBers. Bent u een dezer dagen in de buurt van Berlare, en ziet u een brave jongen al wenend op de fiets, neem hem dan mee naar een van bovenvermelde personen. Wij brengen hem wel terug naar Zwijnaarde. Ivan Rogiers.

 

Zondag 9 september 2007. Grembergen. Nu weet ik het zeker. Ik laat mijn kop niet meer zot maken om mee te rijden met die bende freaks. Veel te neig afgezien vorige week. En als ze dan ook nog om 8 uur met de fiets vertrekken naar Grembergen, is de rekening rap gemaakt. Er is ook een ingerichte rit in Lochristi, dus spreek ik af met de B-kes om daar eens een kijkje te gaan nemen. Als ik aankom op het kerkplein staat Geert Schepens al klaar. Rudy R, Rudy V, Danny F, Patje R, Eric VG en Joe zijn al met de fiets vertrokken. Ook supermadammen Nadine en Rita zijn er. Terwijl zij hun fietsen inladen, vraagt Geert waarheen de rit gaat, en of we misschien ook niet met de wagen naar Grembergen rijden? Hij heeft van horen zeggen dat de rit in Lochristi niet veel soeps is. Veel baan, en veel stukken waar wij bijna wekelijks rijden. Natuurlijk had ik mijn helmken weer op, en laat mij bijgevolg overhalen om mee te gaan. Terwijl ook wij de fietsen laden, komen Luk K en Dirk P en Ariane ook nog aansluiten. Na een beetje zoeken vinden we de startplaats. Kijk ne keer hier, zegt Geert, we kunnen hier al parkeren in dat spoor, net naast de inschrijving. Als ik hem zeg dat hij toch beter zijn 4x4 inschakelt, want dat het spoor een grachtje is van een half meterke diep, gaat hij zijn wagen toch maar wat verder parkeren. Eenmaal de fiets op, komen we na een paar kilometer, op krek hetzelfde parcours van vorige week terecht. Zij het dan in omgekeerde richting. Maar het grootste verschil tussen nu en vorige week is de forme. Daar waar ik vorige week voor geen meter vooruit kwam, kan ik nu mee aan kop draaien, en al eens een tandje bijsteken. Een heerlijk gevoel, zeker als dat al zo lang geleden is. Als we na een lekke band van Luk weer vertrekken, komt er iemand bij ons aansluiten. Zo een gast met een flashy oranje vestje en dito schoenovertrekjes. Hij blijft een paar kilometer in de wielen, en komt dan, een beetje overmoedig op kop. Na 50 meter kijkt hij even om of wij nog volgen, na 100 en 200 m nog eens, maar wij geven geen krimp. We laten hem nog een beetje verder spartelen, en als Luk net nog niet moet beginnen remmen, neemt hij de kop over. We trekken de snelheid een beetje op, en na een paar kilometer houdt onze vriend het voor bekeken. Als ik hem later, na de rit opnieuw tegenkom, vraag ik hem wat hij ervan vond. Schoon tempo-ken, antwoordt hij hijgend. Ik vraag aan Geert, langs de neus weg, of de A-kes al terug weg zijn. Voor alle duidelijkheid leg ik uit dat er ook nog een A-team rondrijdt met dezelfde truitjes als die van ons, maar dat die mannen voor ons te snel rijden, en dat wij het op ’t gemaksken doen. Hij wordt een beetje bleekjes rond de neus, laat het hoofd wat zakken, en gaat aan de toog zijn gratis Grimbergen halen. Iets zegt mij dat het niet zijn laatste zal zijn. Als wij aankomen in de Beize, zitten de mannen van het lichte vliegwezen al aan de nabespreking. Wij zijn tevreden met een gemiddelde van 27 km/h, maar moeten toch passen voor hun 29.6 op de rit en meer dan 30 per uur met de heen- en terugrit inbegrepen. Ivan Rogiers.

 

Zondag 16 september 2007. 2 many bikers toertocht Wetteren. Staan met hun plastronske zoals afgesproken, want wij rijden met plastron als het kermis is, of zonder plastronske, zoals niet afgesproken, want er zijn er altijd die zich niet aan de afspraken kunnen houden, aan de rups: Luc Krick, Hans Schellaert, Gunther Blanckaert, Rudy Vergeylen, Rudy Rogiers, Eddy Troch, Ivan Rogiers, en de vrouwkes Christine en Ariane. De afspraak was wel aan de botsauto’s zodat ik eerst 5 minuten heb mogen zoeken op die immens grote kermis van Kalken voor ik de bende vond. Als we justekes vertrekken, komen daar in 7 haasten nog afgereden: Danny Fack en Els. In Wetteren sluiten nog aan: Carla, Rita, Jan Willems, Geert Schepens en Erik Van Gasse. Na 5 km rijdt Erik al plat. Voor een keer dat hij niet valt. Tiens Eddy, die zijn heroptreden doet na lange tijd, is er al niet meer bij en ik heb hem dan verder niet meer gezien ook. Blijkt dat hij al meteen plat gereden was en dat zijn reserveband ook niet deugde. Meteen gedaan met zijn wederoptreden. We beslissen met 6 (Luc, Hans, Geert, Gunther, Ivan en ekik zelf) verder te rijden en de super-aakes (Ivan noemt die de aakes) te laten achterkomen. Maar 100 meter verder heeft Luc ook al een slappe. Band wel te verstaan, zo noemen ze dat hier blijkbaar. Blijkt dat Rudy V., na een plaske bij zijn fiets terugkerend terwijl hij wacht op het vervangen van Erik zijn slappe, ook met een slappe staat. Niet alleen een band, wel te verstaan. Wat een slappe bende toch! Dus 3 platte ofte slappe banden op 100 meter. Wij aakes zijn dus toch rapper weg (want 1 slappe minder dan de super-aakes) en pas een heel end verder haalt de woeste bende ons in, waarbij Rudy R. onmiddellijk terug plat rijdt. Ik heb hem toch efkes gezien dus. Hij zit door zijn bandenreserve heen en ik depanneer hem, weliswaar met een band die al 3 keer gestopt is, want bij mij gaan ze pas de vuilbak in als er geen plaats meer over is om nieuw rustienen bij te plakken. Ik weet, sommigen zullen er als de kippen bij zijn om dat westvlaamse gierigheid te noemen, maar ik noem dat spaarzaamheid en milieubewustzijnheid. Ik hoop dat de band het houdt. Als hij niet houdt, krijg ik serieus onder mijn voeten, maar als hij wel houdt, krijg ik misschien een nieuw in de plaats ..!? Ik vervoeg weer de aakes wijl de superaakes weer achter blijven om Rudy’s ‘slappe’ te vervangen. Aangezien we deze laatsten niet meer gezien hebben, vrees ik het ergste wat betreft de band die ik zo bereidwillig heb aangeboden ...

Aan een bosrand, op een éénfietswegeltje raak ik vast achter een paar meiskes wijl mijn vriendjes lustig verder peddelen. Er zit niets anders op dan van de ‘onmiddellijke’ omgeving te genieten, aangezien ik toch niet rapper kan rijden. Veel mensen die zo niet veel meer in de natuur komen, zijn dat vergeten, maar aan zo een bosrand valt toch soms veel moois te beleven! We moeten daar meer leren van te genieten, vind ik. Laat mijn vriendjes maar peddelen.

De aakes zijn aldus een schoon bendeke dat het tempo strak hield en mekaar goed afbeulde. Ik ben heel tevreden van mijn prestatie, want het is toch meer dan anderhalve maand geleden dat ik nog eens mee kon rijden. Meest indruk naar het einde toe maken Ivan en Gunther, alias Roste Senna, ons 200° KWB-lid. Ivan laat altijd al een zware indruk achter, dat weten we. En dat de Roste al een tijd van die grote blauwe pillen pakt, dat weet ook iedereen. De naam ervan ontsnapt me nu, maar het eindigt op ‘gra’ en begint met ‘via’. We gaan hier niet dieper in op de reden waarom de roste die pillen pakt. De Kraak staat immers wereldwijd bekend als een integer, hoogstaand maandblad en we willen dat zo houden. Maar dat die pillen ook de fietsprestaties zo zouden verhogen, neen, dat wisten we niet. Misschien moeten we dat ook eens proberen, ge weet nooit waar het goed voor is. Danny pakt die ook, zegt hij, volgens hem omdat ze ook het IQ zouden verhogen. Maar volgens mij zijn dat vodden, als ik Danny zo bekijk. Volgens iemand anders verkleurt uw haar daar wel van, zo naar het rosse toe, maar ik ga die mens hier niet noemen want ik wil het niet gehad hebben dat de roste niet meer wilt klappen tegen Ivan. Dat we ‘maar’ 24 per uur gereden hebben, valt gezien het strakke tempo wat tegen. Nu nog bang afwachten of ik een nief band krijg van kapitein Rudy dan wel onder mijn voeten. Tenslotte wensen wij modderfokkers iedereen een goei kermis en jaarmarkt! En niet te zat thuis. Mario Vaneechoutte

 

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De Modderfokkers en de fokkemodders

Zondag 23 september 2007. Wachtebeke. Geert, Dirk, Frank, Eddy, Dimitri en uw verslaggever staan aan de kerk. Rudy Declerck ging er ook zijn, maar is gisteavond in zijn clublokaal bij de Woesten blijven hangen. We halen hem op bij hem thuis. Zijn botherhammen nog opetend, komt hij naar buiten gefietst. Ik versta hem niet met al dat boterham in zijn bakkes, maar anders ook al niet. De ganse morgen stort hij het pelotonnetje in een walm van bierlucht. Als we in Wachtebeke zijn, heb ik wat doorgetrokken en alleen een Hanselaer is gevolgd. ‘Wacht e beke, Mario’, zegt hij. Ja, dat weet ik ook wel, zeg ik dat we in Wachtebeke zijn, voor wie houdt gij mij wel?

De hele morgen vertellen die mannen hoeveel Duvels ze de voorbije week achterover gekapt hebben, maar als we in de Beize aankomen, zijn de enigen die Duvels drinken de westvlamingen, tis te zeggen de cafébaas zelf (Koen Cools, broer van Miel, Julien en André) en ondergetekende. Onze eerste pot is gratis en voor niets, want Filip Verhoeven trakteert ons. Kijk zie, dat is nu nog eens een Verhoeven naar mijn hart. Maar toch wel raar dat de nummerplaat van Filip, een CD&V verkozene van onze gemeente, begint met de letters ‘HEL’! Zo er nog mensen zijn die ons willen trakteren, delen wij bij deze mede dat wij rond de zondagmiddag meestal in café De Beize te vinden zijn. Ge herkent ons meteen aan onze knotsgekke kostuumkes en aan de pamper in ons broek en aan de pakken modder die we verspreiden. Rudy Vergeylen kunt ge makkelijkst herkennen, want hoewel er op al ons kostuumkes ‘Rudy Vergeylen’ staat, is hij de enige die echt zo noemt. Ge haalt er hem dus gemakkelijk uit. Trouwens, er is nu al een half jaar sprake van nieuwe truikes met een heleboel sponsors op (niet alleen RV (keukens), maar onder andere ook Tommeke bommeke Vandenberghe (bieruitzetter, wat niet wil zeggen dat het van het bier is dat hij zo uitgezet is), Hans Schellaert (wat doet die mens voor de kost?) en Erik Van Gasse (de beste voeger in Wetteren en omstreken, Hussevelde niet meegerekend natuurlijk). Maar wat zie ik niet: nieuwe truikes. En ik zit door mijn ouwe, mijn ellebogen steken erdoor. Mannen, in plaats van erover te palaveren, maak daar eens werk van hé, geld op tafel! In plaats van ze altijd in uw zakken te steken, laat het eens rollen. Wij willen nieuwe truikes! Wij willen nieuwe truikes!! Wij willen nieuwe truikes!!! ’t Is niet voor mij, ’t is voor mijn vriendjes.

Er moet mij nog iets van het hart: wisten jullie dat die Rudy Declerck zo een blaas was? Amai. De hele dag rijdt hij uit de wind, stinkend tegen de wind in, en op Hussevelde brug komt hij dan deze jongen, die de hele dag kopwerk gedaan heeft (ook al om uit de stank te zijn, ik geef eerlijk toe) efkes voorbijsteken. Tot daar aan toe, maar dan vindt hij het nog nodig om zich efkes te rechten, zijn truike goed te trekken en zonder handen als eerste de brug over te rijden. Blaas! Dikke blaas! Stank voor dank, letterlijk dan nog ook. Er is maar één van wie ik zoiet kan verdragen, maar van gewone mensen niet. Ze mogen dan ook van het Hussevelde zijn. Mario

PS. Tommeke bommeke Vandenberghe, onze bieruitzetter, is met een nieuw initiatief gekomen, dat wij ten zeerste toejuichen. Zie foto. Ik denk dat dat de sponsor wordt waar we het meest zullen aan hebben.

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Tommeke bommeke

 

 

Zondag 30 september 2007. De superaakes zijn om 8 uur met de auto naar St. Pauwels. Dirk Hanselaer mag niet fietsen van zijn vrouw. Gans de week ziek (griep, niet van den drank, dat zegt hij toch zelf), “en dan de zondag gaan afzien zeker”, zegt ze, “blijft gij maar thuis, manneke”. Uw verslaggever zelf schrijft dit verslag vanuit zijn bed. Zegt die van mij: “Gans de week al zot doen en dan de zondag nog eens zeker. Blijft gij maar thuis manneke”. Maar serieus: Waarom staan er geen verslagskes van de superaakes meer in uw teerbeminde Kraak, uw bron van vertier en informatie. Laat ik het uitleggen: Er is ten eerste geen enkele van uw verslaggevers die bereid is 1) zo vroeg op te staan (Ivan al zeker niet), 2) zovér te rijden, 3) laat staan dat er één is die nog mee kan met de freaks. We kunnen ook niet alles hé, de ziel uit ons lijf rijden, onderwijl uitkijkend voor putten, rechtblijven op ons vélo en daarbovenop nog eens notities zitten nemen ook. En de super-aakes zijn wel sterk, maar niet snugger genoeg om zelf verslagskes te schrijven. Vandaar dus: voorlopig geen verslagskes van de superaakes meer. We vernemen nog van Geert Schepens (ge weet wel, die pipo van de kook wa beter bende) dat de mannen in verspreide slagorde zijn toegekomen, niemand wist nog waar de anderen waren, of ze nu voor of achter (of onder of boven) zaten, en dus reed iedereen op den duur alleen rond. Het wordt steeds gezelliger! Mario

PS. Wij vernamen verleden maand in dit eigenste maandblad dat niet alleen Gunter Blanquaert (200° lid van de KWB, waarmee nog maar eens wordt bewezen dat werkelijk iedereen lid kan worden van onze hoogstaande vereniging), maar ook Ivan Rogiers nu de vrijdag gaat koken. Nu prijs ik me dubbel gelukkig dat ik me van de wachtlijst heb laten schrappen!

 

Zondag 7 oktober 2007. De B-kes doen de route van Overmere: Eddy T, Geert B., Dirk H., Rudy blaas Declercq en ondergetekende. Geen valpartijen, geen platte banden, een schoon zonneke, een parkoers dat er proper bijligt, en heel wat gezwans. Maar ik heb te lang gewacht met dit verslag te schrijven en moet u enkele goeie moppen schuldig blijven. Om 9 uur vertrokken en om 11 uur al de hele route afgehaspeld. 25 per uur mag gezien worden. Waar ik verleden week nog goed kon sleuren en gaten trekken, moet ik deze week een paar keer op de tanden bijten. Omdat de Beize gesloten is, rijden we naar de Woesten. In de Steenbeekstraat trek ik op de kasseien eens door tot tegen de 40, maar ik wordt toch wel weer geklopt door een Rogiers zeker. Degene die die heeft uitgevonden, heb ik ook al dikwijls vervloekt. We verwennen onszelf en gaan op het terras van de Woesten zitten. Passeert mijn vrouw toch wel twee keer zeker. Voor die ene keer dat ik ... Zo in het zonneke gezellig zitten zeveren, wat kan dat toch deugd doen. En met vier zwanzers gelijk Eddy, Geert, Ivan en Rudy is zeveren geen probleem. Mario

 

Zondag 14 oktober 2007. Massa’s mannen en vrouwen aan de start om naar de rit in Zeveneken te vertrekken. Rudy Rogiers was te laat, maar het is wel de bedoeling om hier soms eens iets nieuws te vertellen. Blijkt dat hij zich overslapen had, maar het is wel de bedoeling ...

Jan Willems trekt in een lange wegel, net na de bevoorrading in Wachtebeke, kop. Is dat nu een zogezegd super-ake? Jongens toch, dat gaat nu eens niet vooruit hé. Man, man, man. Ik pak over en sleur de rest van de wegel aan de bende. Voor het eind van de wegel is er geeneen die overpakt, dat wil toch al wat zeggen hé, maar als we dan 90° links de kasseien opdraaien, een baantje dat me anders erg goed ligt, ben ik tegen het einde daarvan al in laatste positie. Zo ben ik: altijd alles geven in het leven. Doseren staat niet in mijn woordenboek. Diep gaan, daar gaat het hem om, wat daarna komt, de nog diepere put, dat trekken wij ons niet aan. Een man uit 1 stuk. Ahum, na 30 km laat ik dus de eerste bende rijden, want op is op. Oeps daar is de tweede bende al: Geert, Tom, Dirk en Pascal, die me indertijd, toen ik halfvervroren was - doordat ze mij hadden moeten duwen wegens zware vélo-panne - met zijn auto nog naar huis gevoerd heeft. Die zijn dus niet ver achter. Even verder hang ik daar ook al aan het staartje. Maar ik ben toch kontent van mijn rit, slechts mijn derde sinds begin augustus, en met een zwaar KWB quiz-weekend achter de rug. En ik ben toch in beeld geweest hé, Fred. Man van de dag is Ivan, die de besten niet moet lossen en zelfs beter wordt naar het einde toe. Tegen 12 uur zitten er 25 mountainbikers, mannen en vrouwen, op het terras van de Beize, weeral in het zonneke. De zomer is eindelijk begonnen! Mario Vaneechoutte

 

Euh, nog iets. Laatst, op mijn werk, het UZ, ben ik op weg naar een vergadering - een mens kan niet altijd werken, als er plots een auto stopt en ik herken Machteld. Er zit naast haar nog iemand, ik denk dus misschien Patrick Rambo Roels en kijk wat dieper de auto in. Bwaakes, is dat schrikken, een monster! Ah nee, het is toch Patrick, maar zijn rechtergezichtshelft is wel 2 keer zo dik als anders. Wat is er nu weer gebeurd? Patrick is nog niet zo lang geleden, met de fiets op weg naar het werk, op de Dendermondse Steenweg meegepakt door een auto die het fietspad vanachter een kamion opreed. ‘Ja’, broebelt Patrick, door de gezwollen lippen, ‘ze hebben me weer opgeschept, nu in Destelbergen’. Zou Osama Bin Roelandt hier achter zitten? Mensen, ik heb het al gezegd, met een gewoon autootje gaat dat niet lukken om Patrick om zeep te helpen. Die jongen is meervoudig Belgisch kampioen survival, dat spreekt toch voor zich? Probeer volgende keer met iets zwaarder materiaal. Een halfzwaar bulldozerke lukt misschien wel. Misschien ook niet, want ik hoop dat Patrick voortaan zijn helmpje opzet als hij over de verharde wegen raast met zijn fietske, zoals ik hem al na zijn eerste malheur had aangeraden. Nee, veel fietsgeluk is er het voorbije jaar ten huize Roels-Turneer niet bijgeweest, Patrick twee keer opgeschept en daarenboven allebei hun spiksplinternieuwe fiets gestolen, de eerste dag van hun verlof in Hongarije. Hopelijk volgend jaar beter.


 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

De modderfokkers en de fokkemodders

 

Zondag 21 oktober 2007. Lokeren. Fris tot zeer fris, maar al bij al ben ik goed gekleed en heb ik er geen last van. En ja, weer heeft niemand heeft het gezien. Ik sta daar te blinken aan de kerk met mijn nieuw pedalen, maar niemand hé. ‘En, moet er weer niemand iets zeggen van mijn nieuw pedalen misschien?’, vraag ik dan zelf maar. Nu ja, Jan W uit W staat daar met zijn spiksplinternieuwe carbon-fiets, wie maalt dan nog om pedalen, alhoewel je met pedalen goed kunt malen, zeker met nieuwe. Alsof het nog niet erg genoeg is, begint Carla dan nog te lachen met mijn oud truike, het oubollige gele, terwijl de nieuwe al een paar jaar van die coole grijs-zwarte zijn.

Er staat een nieuwe, de schoonzoon van Dirk De Wilde. De nieuwe is zelf reeds een paar jaar fervent mountainbiker en ook reeds een jaar lid van de KWB, regelmatig lezer van de Kraak en de modderfokkerverslagjes, maar niet zeker of hij wel mocht mee doen. En wij die laatst nog een oproep gelanceerd hebben dat iedereen welkom is! Nog eens: iedereen is welkom en het is gratis. Afzien is gratis bij de KWB. Achteraf moet ge 5 Euro op tafel leggen om mee te drinken en kost het 1 Euro per keer dat ge in het verslagske vernoemd wordt, maar verder zijn er geen kosten, nietwaar Ivan, Ivan, Ivan, Ivan, Ivan. Nog maar net Kalken uit of Tommeke bommeke Vandenberghe draait zot. Vertel wat nieuws, zult u zeggen, hij moet daarvoor Kalken niet uit zijn hoor, maar ik bedoel het letterlijk: zijn body doorgetrapt. Danny Fackerdefack piest er eens op, nadat Tom helpen zoeken had naar Danny zijn gerief, want het was koud en bij Danny moet ge zelfs bij warm weer al zoeken, maar niets gebaat. (Het schaap in de wei ernaast zei het ook: niets geblaat). Geert zegt nog: Danny, Tom zijn stuurversnellingen zitten ook wat vast. Maar daar gaat Danny niet op in, want zo hoog kan Danny ook niet aan. Danny en Rudy Ossekaar Rogiers offeren zich op om Tom terug naar huis te duwen en een nieuw achterwiel te steken en hem dan opnieuw naar Lokeren op sleeptouw te nemen. Ze zijn ochgottekes maar 5 minuten na ons in Lokeren, al hebben Luc Krick en Jan W uit W toch aardig kopgetrokken voor de rest: Geert Schepens, Rudy Declercq, Ivan Ivan Ivan Ivan Rogiers, de nieuwe, Dirk Hanselaer en ikzelf. Hans Schellaert wacht ons op in Lokeren. Onze nieuwe gaat nogal fel tekeer. Kijk, zegt Ivan, Ivan, Ivan - sorry Ivan, die typmachien blijft hier hangen - daar rijdt er ene die we straks gaan mogen oprapen.

Danny op de weg en Rudy in het veld gaan inderdaad verschrikkelijk te keer. Kwestie van de nieuwe eens te testen. Maar die blijft er toch wel lang aanhangen. Het is geen kwestie van te kijken hoe goed hij rijdt, maar van te testen wanneer hij gaat kraken. Plots in de Waasmunsterse bossen:

KRAAK!!! Wat is dat? Zit ons maandblad er zo warmpjes bij dat ze midden in de bossen van Waasmunster een geluidswagen kunnen zetten om reklaam te maken? Dan vraag ik hierbij stante peedee een vervierdubbeling van mijn pree als verslaggever. Even rekenen, vanaf nu wil ik 4 x 0 Euro in plaats van 0 Euro, dat valt dan weer goed mee voor de KWBee. Hans en ik zijn even achterop geraakt en kijk, daar rijdt de reden van de kraak, de nieuwe is achterop geraakt, wij fietsen hem ook voorbij en sluiten weer aan bij de bende. Rudy glundert, maar besluit dat we die gast toch niet kunnen achterlaten, alhoewel de beekes hem straks wel zullen oprapen. Wij denken dat het er nu toch ver mee gedaan gaat zijn, maar tot onze grote verbazing blijft de nieuwe toch goed meerijden. Dankzij hem, door zijn kettingproblemen na een km of 20, kan ik alleen verderrijden, want ik hing toch al aan het staartje en wou me zoals verleden week laten uitzakken tot bij de beekes, maar Rudy liet zich telkens uitzakken om me uit de wind te zetten en zo weer bij de bende te brengen. Door voorop te rijden, kom ik even op adem denk ik en hebben ze geen last van mij dat ze op me moeten wachten. Aan de bevoorrading na 33 km, heb ik al mijn banaan, appelsien, koek, cake en drankje op als de anderen aankomen. Ik rijd maar weer verder zeg ik even later, zo hebben jullie geen last van mij en moeten jullie niet steeds op mij wachten. Het is maar 12 km meer. Ik hou er een lustig tempootje op na, vlieg door de zandbak waar andere mensen ter plaatse staan te trappelen en krijg er zin in. Nog 5 km, nog steeds geen bende. Als ik nu eens echt goed begon door te geven? Achter mij moet nu de finale losbarsten. Ik hoor het die mannen al denken: we gaan dat toch niet laten gebeuren dat Mario ons voorblijft, hoe doet die dat? Nog 500 meter, nog steeds geen superaakes. Op 200 meter voor de aankomst is er nog een bergske, 30 meter steil klimmen, 30 meter steil naar beneden. Er zit een man of 8 op dat bergske te sukkelen als ik er aan kom. Twee moeten afstappen, vier rijden veel te traag. In de graskant steek ik ze links voorbij. De voorsten slaan links af, dus ik moet mee, maar tiens dat is anders toch rechtdoor? Tiens, die afdaling is niet zo steil als ik dacht. Tiens de laatste 100 meter lijken er niet op. Nonde, dat loopt hier dood! Die mannen waren misreden en ik kon niet anders dan meerijden. Zo verlies ik 2 minuten en natuurlijk, eer ik de arrivee bereik staan de anderen daar al, zekers. De nieuwe nog niet. Hij moet een minuutje of twee prijsgeven en blijkt daardoor toch ontgoocheld, zich waarschijnlijk niet bewust van welk een prestatie hij geleverd heeft: van de eerste keer mee met de groten. Als ik op mijn eentje rijdt, word ik nooit voorbijgestoken, zegt Jurgen Heyndrickx, zo noemt de nieuwe, maar jullie moeten toch wel de rapste bende van de hele toertocht zijn, zegt hij. Dat ge het maar weet. Allez bon, als je al op dat niveau van in het begin meerijdt (67 km aan 26.2 induur), gaat ge rap nog wat bijkweken, zeg ik dan maar en Ivan zou dat ook zeggen, mocht Ivan al zijn aangekomen. Mannen van de dag: Jurgen uit Laarne, alias de nieuwe, en den dezen, die een paar minuutjes voorsprong had gekregen en die tegen een briesende bende 25 km op zijn eentje heeft vastgehouden. Ik zie het Ivan mij nog niet na doen, Ivan ook niet, Ivan nog minder en Ivan al helemaal niet. Mario

(Ivan: ge moogt ook in Duvel betalen als ge wilt hoor, beste Ivan).

 

Zondag 11 november 2007. Het Tonneke Wetteren. We verzamelden aan het standbeeld ter nagedachtenis van de gesneuvelde soldaten. Allen samen rijden we naar Wetteren, onderweg worden er nog verschillende opgepikt, zodat we ondanks het minder goede weer toch met een omvangrijke groep zijn. Eens aan de rit begonnen worden mens en machine flink op de proef gesteld. Alle ingrediënten zijn aanwezig: slijk (moore), wind, water en een lastig parkoer.

De B’s proberen wat aan te klampen bij de A’s, maar al vlug valt alles uit elkaar. Op de Scheldedijk moet ik al een flink gat toe rijden. In Schellebelle kan ik nog juist zeggen: “ter zijn er nog een paar achter”. We hergroeperen dan ook voor de eerste keer. Mario blijkt al te zijn uitgevallen met pech. Dirk Hanselaer, van tegenwoordig materiaalwagen, hulpverlener en verstrekker van de laatste sacramenten aan de stervende, bleef nog bij hem om te helpen maar Mario besloot terug te keren. De korste weg was natuurlijk de Schelde over te steken. Dirk dacht nog het liedje gehoord te hebben: “Schipper, mag ik overvaren ja of nee”.

Af en toe wordt er wel eens flink doorgereden. Als Tom VandenBerghe in al zijn enthousiasme door de plassen vliegt tijdens het voorbijsteken van wat zondagrijders, is er daar één die van zijnen neus maakt omdat er wat water op hem en zijn veloken spat.

Bij een volgende stop, treffen we Jan Willems aan met pech, de pech kan nog hersteld worden door Eric Van Gasse. En dan komt Dirk met de melding dat ook Yvan Rogiers is uitgevallen met pech. Eric ontfermt zich over Yvan om hem terug in Kalken te krijgen. Door al die pannes heeft Dirk al meer moeten achtervolgen dan meerijden, ook bij Dimitri De Gucht gaat het niet zo goed vandaag. Geert Schepens, Eddy De Clercq (ja dienen ouwen die ook meereed) rijden goed mee. Net zoals Tom, maar die moet uiteindelijk de strijd staken door pijn in de knie. En wie heeft hem laatst bijgestaan, ja inderdaad, Dirk. Ik denk dat Dirk de PR van het ACV moet hooghouden tegen de verkiezingen van volgend jaar. Na de bevoorrading blijven we nog met 5 over, af en toe wat velo’s die wat haperen, maar het gaat wel. Tot op een moment ik geen remmen meer heb. Rudy Rogiers zou zeggen: “Ge moet nie freinen maar terten”. Op het einde van een afdalingsken houd niets mij tegen mij in de afsluiting te parkeren. Geert had liever gezien dat we naast een water waren uitgekomen in plaats van een afsluiting. Zonder kleerscheuren of breuk aan de velo besluit ik toch maar langs de baan terug te keren. Eddy wil mij niet in de steek laten en rijdt mee. We zien nog net Dimitri arriveren, maar die ziet er niet al te fris meer uit (op Halloween waren er die der beter uitzagen). Hoe Dimitri heeft gereden is een raadsel, niet met ons en ook niet met Geert en Dirk. Uit goede bron heb ik vernomen dat hij wel de laatste thuis was. Als ook Dirk kort voor het einde van de rit huiswaarts keert, is Geert de enige die het slachtveld heeft overleeft. Rudy De Clercq.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 18 november 2007. Burcht. De A-kes spreken om 8.00 uur af voor een verplaatsing met de wagen naar Burcht. De B-kes laten het massaal afweten. Den ene gaat bij den andere gaan eten, er is er een van wacht, en de rest heeft geen goesting. Gelukkig kan ik nog rekenen op Mario. Die stelt een plaatselijk ritje voor naar Erpe-Mere, vertrek om 8.30u. Aangezien Mario de laatste tijd alle steun kan gebruiken, en een extra halfuurtje nachtrust mooi meegenomen is, laat ik hem weten dat hij mij mag verwachten. Zondagochtend ben ik nog maar net wakker als Mario belt. Hij is wa ziekskes, heeft zijn in- en uitgangen niet onder controle, “buikgriep”, zegt hij nog net, als hij weer naar de WC spurt. Nu moet ge weten, dat het zo al geen mooi zicht is, Mario op zijne velo. Maar als hij dan ook nog begint uit te lopen langs alle kanten, is het beter dat hij thuis blijft. Verandering van plannen dus. Ik krijg nog net Rudy te pakken, en vraag hem of hij me nog kan oppikken, als hij met de rest hier passeert. Een kwartiertje later komt hij terug, zonder de rest. Nul A-kes op het kerkplein. En ik die dacht dat de B-kes het lieten afweten. Als we even laten op de snelweg zitten, stelt hij voor om naar Kalmthout te rijden. Kwestie van de thuisblijvers eens goed jaloers te maken. Awel mannekes, zijt maar wreed zjaloers, want het was een prachtige rit. Door de bossen, over de heide, weinig of geen baan, en door stukken die voor de gelegenheid EENMALIG opengesteld waren. Als ik toch één minpuntje moet aanhalen, de bevoorrading trok op geen kl… Als ik sta aan te schuiven, hoor ik iemand voor mij zeggen (lees met zwaar hollands accent) “Ha, lekkerj, beschuijtjes. En er isj noch heerlejke soep ook, leuk.”

Er was ook nog Oxo, maar die was gelukkig al op. En dat was alles. Uit stil protest, laat ik het eetfestijn aan de hollanders, en hou het bij een slok uit mijn eigen pulle. Naar het eind toe, krijg ik telefoon van Rudy, hij is al aangekomen, en vraagt waar ik zit. Ik schat op een 5-tal Km, maar aangezien ik een keer verkeerd gereden ben, vraag ik aan een gast hoeveel hij er al op de teller heeft. (hollands) “ Nou, net geen feertig, nog effe op de tanden bijten, en we sjijn er. Het ligt er swaar bij, vin je niet??, vraagt hij nog. Ik zeg hem dat het, integendeel, zeer goed ligt, en dat het vorige weken heel wat erger was, met kilos modder in Zwalm, en beken water in Wetteren. Als het zo zwaar is rijdt hij niet, zegt hij nog. Maar ja, wat wil je, op beschuitjes,…. Op de terugweg in de auto, nagenietend van de prachtige rit, draagt Rudy mij op om toch een verslagsken te schrijven.

Kwestie van nog wat exta zout in de wonden te gooien. Bij deze…. Ivan Reziers.

 

Naschrift. Nou, nou, Ivan en Rudy, toch effe late wete dat wij modderfokkers jullie tweetjes altijd heejle toffe en sjiempatieke broers hebbe gefonde. Tot nu.

 

Zondag 25 november 2007. Sint Amands. Om 8 uur aan de kerk. Normaal veel te vroeg voor mij, maar door de overgang naar het winteruur toch een uurtje extra nachtrust gehad. Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Geert Schepens, en Nadine Fack staan ons (ikke en mijn vrouwtje Christine De Schoemaecker) al op te wachten. Jan Willems zit al wat aan zijn ketting te prutsen. Er zat een haperingske in een van de schakels, dus moet die er van tussen. Omdat het maar niet wil lukken, steekt Rudy een handje toe. “Ik zal het nog een keer tonen”, zegt hij, maar net als Jan eens omkijkt, is het al gebeurd. Bescherming van het beroepsgeheim, noemen we dat. Ondertussen komen Rita De Winter, Tom Vandenberghe en Ariane Vancoppenholle de groep vervolledigen, en kunnen we vertrekken. Na het vervullen van de nodige formaliteiten aan de inschrijving beginnen we onze rit, maar niet voordat de Rudy’s de schommel in de plaatselijke speeltuin eens uittesten. Ik wijs hen erop dat ik hetzelfde truitje als hen aanheb, en dat daardoor de aanwezigen ook naar mij scheef staan te kijken. Het is een troost, dat degene die ons nu staan uit te lachen, straks het lachen zullen verleren, wanneer ze voorbijgeflitst worden. Het gaat van in het begin goed vooruit, en ik heb al een paar keer goed afgezien, als ineens de ketting van Jan het begeeft. Dat gaat zo met die materiaalfreaks. Het kan niet licht genoeg zijn, maar dat gaat natuurlijk ten koste van de sterkte. Terwijl het depannageteam nog een schakeltje verwijdert (weeral een paar grammetjes minder), rijden Tom, Geert en ik al verder. Het is een schitterend parcours. We slalommen op en af de spoorwegberm van de plaatselijke stoomtrein, glijden door de Scheldelandschappen, die we kennen vanuit de TV serie, Stille Waters, kronkelen door de bossen, gehuld in een rood-bruine herfstgloed. Je zou er zowaar poëtisch van worden. Ware het niet dat er weer serieus doorgereden wordt. Na de tweede bevoorrading wil Tom nog een derde rustpauze inlassen, en rijdt lek. Na het vervangen van de binnenband, wordt gekozen om i.p.v. te pompen, een bommeken (persluchtpatroon) te gebruiken. Een bommeken voor Tommeken. Maar het soupappeken van Tommeken is te kort, alléz het ventieltje van zijnen band. Over da ander soupappeken ga ik mij niet uitspreken. Zonder verdere problemen halen we den arrivéé, en vernemen daar dat ook Rita pech had. Problemen met haar body. Niet dat er lijfelijk iets mis is mee ons Rita, integendeel, maar met de body van haar achterkamwiel. Alléé, om niet al te technisch te worden, versnellingsproblemen. Voor de rest, prachtige rit, goede organisatie (tot zelfs rode strikken om afgezaagde boomstronken te markeren) en veel leute. Zeker voor herhaling vatbaar. Ivan “Reziers”

 

Zondag 2 december 2007. Heiende Hemelrijk. Ne rit in Lokeren t' Hemelrijk 50 km. De naam zegt al genoeg. Met zes zijn we, namelijk Rudy R, Danny F, Patje R, Ivan R, Rudy V, en nog een plaatselijk coureurken (Steven De Landtsheer). De rest ligt nog in bed, mietses, te slecht weer!!!

Vertrek was voorzien stipt 8u30 maar ik had mijne wekker nie hoort. Door omstandigheden lag ik maar om 4 uur in mijn bed, da denk ik toch! Na een telefoontje zijn ze me dan thuis maar komen ophalen met veel lawaai en leute, want blijkt dat ‘t bier nog in mijn ogen stond hahaha. ‘k Had nie veel goesting maar allez ‘t is toch te slecht weer om in bed te blijven liggen!! goe zot ja!!!

De vlucht naar ‘t Hemelrijk was zoals gewoonlijk in orde, vollen bak en nie omkijken!! ‘k Zat al op mijn tandvlees en ‘t was amper 8 km rijden. Maar ik weet zeker dat ik nie alleen was, hé Ivan. Na de inschrijving bleek dat Ivan met platteband stond,en eerlijk gezegd, ik denk dat hij er niet kwaad om was, want we moesten nie wachten, zei hij, ik rij wel alleen!!!

‘t Parcour ging richting Overmere. Zelf kan ik nie veel vertellen over de eerste kilometers, want ‘k heb alleen maar moore en het achterwiel van Rudy gezien, als er geen moore in mijn ogen zat teminste. “ ‘t Is hier gene wandeltocht zulle, Fakky”, riep Rudy op een slecht stuk ter hoogte van Vogelzang. Wij konden wel blijven rijden, maar ja als je Danny en zijne techniek kent!! moe ‘k nie meer zeggen zeker. Maar een paar kilometers verder op nen slechten akker aan Lammeke, moesten ook wij als ervaren ratten van onze fiets, om tot aan ons knoesels door de moore te stappen.

Na 25 km moet Patje Rambo ook afhaken en neemt de splitsing van de 40 km, maar ja dien is nog in revalidatie en we rijden te hard, te zwaar parcour, te veel regenen, te veel wind of is 't oud worden? Een tijke later valt er nog een slachtoffer. ‘t Is Fakky, maar hij moe weer zeuren en snijdt de weg af over de spoorweg nog voor de Oudenbos terwijl Rudy, Steven en ik voor de slagboom van de spoorweg staan om Eddy T. te laten passeren met zijne trein. “ ‘t Isniemogelijk!! Domme Fack”, roep ik, wetende dant nog wa rapper zal gaan want Fakky Akkiem mag zeker nie als eerste toekomen. Al vliegend naar Danny zegt Rudy tegen mij: “’t Kaf moet van ’t koren.” Ja, maar mijn pijp is ook uit, zulle.

Na nog geen 5 minuten hebben we Fakky Akkiem te pieren, zu dood als ne pier! Hij was vergeten dat erna meewind ook tegenwind komt. “ ’t Isniewaar!”, hoorde ik hem nog roepen toen we voorbij vlamden zonder kompasse en zeker nie omkeken, hij moe maar nie zeuren, eigen schuld dikke bult.

Naar het einde toe waren er nog twee die dachten dat ze goe bezig waren, tot dat Rudy R. en

Steven ze op hun plaatse zetten, na nog geen km moesten ze al passen, de amateurs.

Fakky en ik zijn ook nog naar de twee amateurs toe gereden, er lag er al één van te spertelen. Ik dacht eerst nog dant Van Gasse E. was, maar da kon nie want hij lag nog in zijn bed en zou met zo'n parcours toch maar de 25 km rijden!!!!!!

Iets later moet Steven, onze coureur ook passen. Ik denk dat Rudy nog 2 of 3 tandjes overhad.

50 km in regen en met veel wind, allez ‘t is te zeggen da laatste heeft alleen Rudy R. ondervonden, want de rest zat in ‘t wiel en toch was ‘t weer eens leuk (om te zitten sterven).

Onze velo nog rap wa afspuiten, maar Rudy dacht dat ik wel een wasbeurt kon gebruiken, en Danny ne douche van mij en Rudy van Danny enz... natter kon toch al niemeer.

Vollebak windop naar huis (De Beize), niet beseffend dat we er nog twee mankeerden, namelijk Ivan en Pat, die de 40 km hadden gereden. Danny reed bij zijn Els, was te moe of te vuil, en ne coureur mag nie op café dus Steven ook naar huis. De twee echte, de Rudy's, gingen nog iets drinken, twee koffie's!! Nee ben nie ziek ‘k heb wel kou. Iets later komen er nog 2 verzopen ratten aan: Ivan en Patje. De laatste rijdt naar huis want de pijp is ook uit. Ivan kom wel nog binnen en besteld nog ne goen Duvel. “Van waar komde gij?”, vraagt Rudy: “zo nat en vuil!!”, waarop Ivan zegt: “We hebben zitten wachten op jullie in ‘t Hemelrijk. ....Ja, wachten zeker !!!!!!!

Einde verslag, nu nog den apres. Rudy Vergeylen.

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 6 januari 2008, Driekoningen, Gentbrugge. Ondanks de overvloedige regen van de voorbije dagen, en het modderbad van vorige week in Sinaai, schraap ik toch alle moed bijeen om met de fiets de verplaatsing naar Gentbrugge te maken. We verzamelen om 8.30 u aan de kerk. Geen driekoningen, maar wel 3 Rudy’s: Rogiers, Vergeylen en De Clercq. Geert-en Schepens en Bracke, Dirk-en Hanselaer en Pieters, Luc Krick, Danny Fack, Patrick Roels, Jan Willems, Eric Van Gasse, en ikzelf. De meiskes, Carla De Cock, Nadine Fack, Rita De Winter, Ariane Coppenholle en Machteld Turneer, Patje zijn madam, zijn al met de wagen vertrokken. Dan is er ook nog Frank Hanselaer, die kiest voor een familiale uitstap met vrouwtje Petra Verbruggen, zoon Zeno, en nichtje Ninke. Mocht je trouwens de Hanselaerkes tegenkomen, kan je Frank heel makkelijk herkennen. Hij is diene gast tussen al die grote mensen. Met al bijna 20 km op de teller komen we aan in Gentbrugge. Geert B. is ondertussen al eens lek gereden in Laarne. We vertrekken in groep, en wij, B-kes, proberen zo lang mogelijk de A-kes te volgen. Als ik na een tiental kilometer eens rondom mij kijk, merk ik dat ik mij weer heb laten vangen, en als enig B-ken mee ben met de freaks. Gelukkig heeft Eric even later pech (gevallen of zo???), en worden we weer bijgehaald door de rest. Om mij zeker geen tweede keer te laten ‘verassen’, ga ik voor het vervolg van de rit, resoluut in laatste positie zitten. Een goede positie voor een verslaggever, blijkt even later. De A-kes zijn ondertussen alweer de piste in, en op een glibberig stuk moeten we alle moeite doen om overeind te blijven. Dirk Hanselaer doet echter iets te weinig moeite, en gaat sierlijk onderuit. Beter zou ik het zelf niet kunnen passen, want hij schuift rustig verder, en komt op zijn rug in de diepste plas van gans de rit terecht. Schoon met zijn 4 pootjes omhoog. De tuimeltrofee, die al geruime tijd in het bezit was van Geert Bracke, wordt verdiend overgenomen door Dirk. Dat we staan lachen hebben, is misschien veel gezegd, maar ik kan mij voorstellen, dat het zeemvel in sommige koersbroeken, goed zal moeten absorberen hebben. De rest van de rit is nu ook den tweeden Hanselaer makkelijk herkenbaar. Aan zijn bemodderde rug. Moe maar voldaan, komen we terug naar Gentbrugge, en vandaar, in groep naar Kalken. Hopelijk morgen geen stijve (buik)spieren, van het lachen. Ivan Reziers.

 

Zondag 20 januari 2008. Kalmthout. Na een drassige week is er gekozen om te rijden in het (droge) Kalmthout. Met droog bedoel ik dan dat de zandgrond is omgetoverd in modder, maar in vergelijking met de modderpoel bij ons is het aangenaam rijden. We vertrekken al vroeg, het is toch een eindje bollen met de auto. We komen met Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Hans Schellaert, Eric Van Gasse, Yvan Rogiers, Geert Bracke, Geert Schepens, Gunter Blancquaert (reeds enkele weken out door gemis van nen velo) en ikzelf aan de start. We vertrekken allen samen. Al vlug wordt er vooraan flink doorgefietst. Bij Geert S en Gunter B gaat het soms wat moeilijk. Geert B die gewoon is om de zondag voornoen om 10 u al nen druppel te drinken, fietst goe mee. Ook Yvan heeft goei benen. Ik heb ook zowat de gewoonte om achteraan te rijden en als er gaten vallen op te schuiven naar voor (= onnodig wat krachten verspelen). Na 10 à 15 km doe ik dat nog ne keer en zonder het eigenlijk goe te beseffen deserteer ik bij de B’s en rij met de A’s mee. Aan de bevoorrading zien we elkaar allemaal terug, maar de A’s vertrekken iets vroeger. Yvan geeft Eric de raad mee: “Als ge afzakt bij de A’s, zullen we U wel oprapen met de B’s”. Eric antwoordt dan ook overmoedig: ”Het moet toch iets zijn, hé”.

Er wordt vooraan wel stevig doorgefietst, wat ik eigenlijk ook verwacht had. Wat doe nu nen B bij de A’s, we zullen er hem ne keer afrijden is wel de drijfveer. Doch eerst sneuvelen Eric en Hans, en blijven we met 4 over. Er komt eens wat opschudding als Patrick het achterwiel van Rudy R raakt en dat bij 40 km/uur, maar alles loopt goed af. Bij de achtervolgers echter komt Eric ten val en wordt, zoals voorspeld door Ivan, opgeraapt door de B’s, letterlijk dan. Het was blijkbaar nen serieuzen stuik, maar Eric is wel wat gewoon hoor (ook op gebied van vallen).

Op het einde moet ik ook het onderspit delven, ook Rudy V heeft het moeilijk maar hij kan nog terugkeren. Ik daarentegen rij mij vast in de modder (van moeite zeker) en kan het dan helemaal vergeten. Rudy R, Patrick R en Rudy V zijn weg. De B’s met Eric en Hans komen wat later toe. Hoeveel is wat later, 2 consumpties en als ge weet dat we geen rappe drinkers zijn.

Eric ziet er na afloop eigenlijk een stuk ouder uit dan hij is en er wordt zelfs gevraagd of zijn kleinkind ook heeft meegereden. Die Kalmthoutenaren durven toch nogal wat zeggen hé.

Eens in Kalken aangekomen, blijft er voor de meesten geen tijd meer over om nog een pilsken te drinken. Rudy De Clerck.

 

Naschrift. Er bestaat nu ook een heuse mountainebike morevélo club in Kalken, genaamd “de Modderfokkers”, of wat had je gedacht? Voorzitter en levend stichter is Rudy Rogiers – hij leerde zijn volk modder en kasseien vreten, ondervoorzitster Gerda Van Hulle – zij leerde Marc R. uit de Krimineelstraat te K. kennen, secretaris en webmaster Rudy Vergeylen (totdaarnogaantoe) en (maar here sta ons bij) penningmeester Danny Fack. Sponsors zijn Hans Schellaert (boekhouder: wij moeten nooit meer belasting betalen, Hans doet daar wel een ferm schel af), Rudy Vergeylen (keukens en badkamers: elk jaar voor elk lid overhands naar keus een keuken of een badkamer in ons huis), Tom Vandenberghe (drankenhandel: mijn eerste favorietste sponsor), Els Hoogewijs (zelfstandige verpleegster: om de maand onze gratis spuit EPO, we gaan ze kunnen gebruiken), Erik Van Gasse (voegwerken: euh Erik, ik vind dat wreed sympathiek van u van te sponsoren, maar ons huis is al gevoegd, onzen achterbouw ook al. Ik vond u zo al sympathiek, dat ware echt niet nodig geweest), de Beize (dorpsherberg, mijn tweede even favorietste sponsor), en last but not liest, Dimitri De Gucht, van de heiligen triek, voor als uw lamp niet meer brandt. We hebben nog Electro Verhoeven gevraagd, maar Geert en Isabel zeiden dat ze het niet nodig gevonden, omdat ze toch al gratis reclame krijgen, dankzij onze verslagjes.

Er is ook al een website natuurlijk: http://77.75.126.135/~modderfokk/wb/.

 

Elk nieuw lid krijgt een bak Duvel van Tom, een half bierbonneke in de Beize, een gratis spuit van Els – door Els zelf! - en een ticket voor gratis bezoek aan de toonzaal van keukens RV.

Allen daarheen. Mario

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 27 januari 2008. Destelbergen. Met de fiets naar Destelbergen. We verzamelen om 8.30u op het kerkplein. Rudy Rogiers, Rudy De Clerck, Rudy Vergeylen, Danny Fack, Hans Schellaert, Patje Roels, Gunter Blanckaert, Dimitri De Gucht, Pascal ??, en ikzelf. Machteld Turneer en Christine De Schoemaecker waren al voorop met de fiets, zonder hun zondagsplicht te vervullen. Dirk Hanselaer was al op stap met dochter Ninke, en de andere jeugdige Hanselaers, Zeno en Svevo, konden niet wachten tot zondag, en hadden zaterdag de rit van 47 km al verkend. Bij de start aan de sporthal Kristalbad laat Dimi zich verleiden mee te gaan met de A-kes, en laat Rudy DC, Pascal, Rosten S, en mij achter. Na nog geen 2 km worden we opgehouden voor een controle van de wielerbond. Gelukkig geen alcohol-, of dopingcontrole, maar controle op de inschrijvingen. We krijgen een kaartje, en moeten ons na afloop nog eens laten inschrijven. Gelukkig zijn wij brave gasten, en doen we dat dan ook, maar ze moeten er toch geen gewoonte van maken. Tegen alle verwachtingen, ligt het parcours er vrij goed bij, een aangename afwisseling na de overvloedige modder van de voorbije weken. Als we aankomen bij de bevoorrading, staan de A-kes alweer startensklaar. Enkel Dimi heeft een beetje meer recuperatie nodig, zo’n dag of twee. De rest van de rit, mag hij in ons gezelschap vertoeven, en bij momenten nog serieus afzien ook. Dat komt ervan hé, boven uwen stand leven. Even later, bij het uitrijden van een van de wegeltjes in Heusden, waarschuw ik mijn companen voor een obstakel, en roep “Poalleken” (paaltje). We zijn nog maar net gepasseerd, als we het achter ons serieus horen kraken. We keren snel terug, en zien de ongelukkige gelukkig al weer rechtkrabbelen. Zijn fiets ligt nog ondersteboven een eindje verderop. Hij komt er vanaf met wat blutsen en builen. Ofwel had hij ons niet goed verstaan, een keek hij net op dat moment naar zijn pollekes, of zat hij al een beetje kapot. We worden bedankt voor onze bezorgdheid, en kunnen onze weg vervolgen. Terug aan de sporthal, staat de rest ons al op te wachten, en vertrekken in groep, met Machteld en Christine huiswaarts. Om het tempo te volgen, krijgen de dames, af en toe een duwtje in de rug, en nadat Patje en Machteld de Comanstraat zijn afgeslagen, wordt de eindrush ingezet. Het duwwerk wordt overgenomen door de professionals, en Danny en Rudy willen een zien hoe rap da nief veloken wel kan. 38 per uur heb ik gezien, zegt Christine. Bij nazicht op haar fietscomputerken blijkt het 41/u te zijn geweest, maar dan durfde ze waarschijnlijk niet meer kijken. Goe geduwd, maar volgende keer toch liever ietske zachter, want ik heb zeker drie dagen werk gehad om diene put uit mijn vrouwke hare rug te wrijven. Ivan Reziers.

 

Zondag 3 februari 2008. Hamme-Zogge. Met acht zijn we op Kalken Dorp aanwezig voor ne rit te Hamme -Zochte. Rudy R., Rudy DC, Yvan R., Rosten Senna, Geert S. en zijn vrouwke Carla De C. met CK en Frank VD nee nie Broeck !!!! maar Steen en ikzelf. Met de fiets maar Hamme- Zogge is omgeveer 17 km,en Carla als enige vrouw dat wordt terten. Mee jullie mee!!! bel nu de MUG maar al zei ze want,dat overleef ik nie. In Hamme stond ook Hans Schellaert allias watermanneken klaar voor de start samen met nog enkele meiskes nl. de 2 Christinen, Annemie, Ariane en Nancy.

Wij fokkers kozen voor de 55 km en de mothers 35 km, Carla en Ariane de 25 km, want Carla moest nog met de fiets terug naar Kalken.

Op het eerste stuk moesten we kiezen, rechts of links van nen grote plas water, eigenlijk moede niet kiezen gewoon Rudy R. volgen, maar dat wist Geert Schepens blijkbaar niet! Wij allemaal links van de plas en Geert rechts, resultaat!!! overkop!!!!! maar met goede afloop.

Aan de eerste splitsing namen de Beekens genoegen met 35 km, maar Gunter had het niet in de mot

en was mee met de Aakens voor de 55 km.

Algauw moest ook Gunter de pijp aan Maarten geven, maar Frank was daar niet kwaad om hij was niet inform,!!!!ik heb maar 100 km kunnen trainen !!! deze week zei hij!!. Waarop Rudy en ik antwoorden dat zijn er 100km meer als ons!!!!

Samen kozen ze dan maar voor de 40 km aan de volgende splitsing, ik dacht meteen nu zijn Hans en ik de volgende slachtoffers. De volgende zandstrook licht bergop of liever gezegd valsplat gaf Rudy er ne goe snok aan. Ik kon nog net volgen en riep !! get gij honger zeker !!! Hans kreeg het ook moeilijk.

Maar dan kwam eindelijk de bevoorrading, het leek wel een feestmaal!!! er was van alles en

nogwa te veel om op tenoemen. Op de baan over de E17 richting Sint Niklaas versnelde Rudy R. terug, ik was nog wakker en zag het aankomen, vork vaststellen nen tand of 2 bij en rijn tegen 50 km per uur austenblieft en da op mijn ou dagen k'moe er geen tekeningsken bijmaken zeker !!!!.

En dat was nog niet alles, voor ons reden ne man of vijf op het fietspad en juist als Rudy R. naast

hen is tegen 50 per uur, steekt er toch wel enen over zeker.

Nog awel dat Rudy ne goe coureur is want anders kwam dat nie goed, maar mee wat lawaai langs beide kanten van !!!keunde gij nie kijken kieken !!!en keunde gij nie roepen zot!!! komen we er zonder kleer scheuren vanaf. Oeeef!!

Een kilometer of zeven voor het einde hadden we de Gunter en Frank tepieren, juist voor de dijk te

Waasmunster. Normaal is dat een hel, dienen dijk,maar nu ligt er hij als bij wonder er heel goed bij,

toch maak Hans een stuurfout en valt en ik kan nie weg en val ook over zijne fiets. Weerom zonder kleerscheuren!! das kunnen vallen hé Eric. Eric is er niet bij,hij is ook net zoals Jan aan het revalideren van ne valing met veel snot !!! Het parcour was echt nen droom !!nie gene natten droom, weinig of geen moore, wie had dat durven dromen en dat in Hamme Zochte zoals Rudy R. dat zegt. Zochte is (voor de ene is dat volledig leeg zijn en voor de andere is dat moore)

Aan de aankomst staan de Beekes versteld, ze zien Gunter samen met ons toekomen, jawade

edde gij 55 km met die manen meegereden????

De Rosten zo fier als ne gieter jaja !!! (lacht). Het was toch weer ne schoone voormiddag......

Rudy Vergeylen

 

Intermezzo: de nieuwe modderfokkersite: http://www.modderfokkers.net/index.php

En voor één keer laten we ook de vrouwen aan het woord. Eén keer, heb ik gezegd, hé! Want voor ge het weet, pakken die hier dat boekske over.

 

Zondag 10 februari 2008. Lille. Om 9 uur vertrokken we om nogmaals het bekende toertje te maken in Berlare Broek. Altijd mooi, zeker bij zo’n mooi open vriesweer. Gerda was tevreden dat ze er bij was. Op het kerkplein proefden we nog de sfeer van de grote groep, die 1 uur voor ons, wel de moed had om tijdig uit het bed te wippen en naar de Kempen te rijden. We reden de testrit, in versneld tempo en met een bijkomend lusje, voor de ‘fietsnamiddag voor ongeoefenden’ die doorgaat op zondag 16 maart. (Vrienden, kennissen, tantes, nonkels… allemaal welkom)

Terug in ‘t dorp, sleurde Gerda ons mee naar de Beize voor een aperitiefje (of meer dan 1?!)

Iets later kwam de vrolijke bende uit de Kempen, moe maar voldaan, de Beize onveilig maken.

Hopelijk kiest Rudy voor volgende week een toertje dichter bij huis, zodat wij er ook bij kunnen zijn. Christine Oosterlinck

 

Zondag 17 februari 2007. Sinaai. Annemie, Christine, Linda en Nancy.

Uitzitten op zaterdag en toch fietsen zondagochtend. Hoe voelt het?

Berenkoud!! (–6°) Veel te vroeg voor een zondag. Met veel moeite een kijkgaatje in de vensters van de auto gekrabd. (een probleem dat er niet is als je helemaal met de fiets naar Sinaai gaat, zoals de sportieve mannen). Het is altijd mooi fietsen in de bossen rond Sinaai, zeker met dit mooie weer: zon in een bevroren landschap. De paden lagen er hard bij, paardenhoeven, tractorsporen en grote vastgevroren modderpartijen waar je met een slalom omheen moest. De bevoorrading lag al heel vroeg in de rit, zodat we het valse gevoel kregen dat we al halfweg of verder waren.

Na een 20-tal km toch maar eventjes gestopt om de mannen de kans te geven ons in te halen. Danny F. stopte even om heel bezorgd te vragen hoe we ons voelden. De Rudys en Co vlogen ons voorbij.

De jarige Rudy zat misschien met dezelfde vraag als ik in zijn hoofd: was er iets mis met de kwaliteit of de kwantiteit van de wijn? Aan het eind van de rit waren we toch wel ons Nancy kwijt zeker!! Gewacht, gegist, teruggereden, gebeld en lap… we vonden ons nieuwste terug bij de bike-wash! Ze had een beetje weg afgesneden!!

Dan maar naar de Beize: een jarige voorzitter, en weer te laat uit bed om foto’s te maken van de start op het kerkplein, en groten dorst, en curieus naar wat de andere madammen gefietst hadden, en… allé, reden genoeg om niet direct naar huis te gaan.

Op die verjaardagstaart wachten we nog altijd! (mag ook iets anders zijn)

Christine Oosterlinck

Sfeerbeelden op: http://picasaweb.google.com/modderfotos

 

Zondag 24 februari 2008. Mol-Wezel. Zondag 8u00 waren van de partij: Nadine, Machteld, Rita, Carla en…. Geert… ja, inderdaad ocharme…. Tussen haakskens: er waren ook wat ‘zotten’ reeds om 7u00 vertrokken, Rudy V, Rudy R, Eric, Roste Senna, Hans, Jan, Tom, Patrick.

Was ginder in een feeeeestteeeent te doen (ja, die spraaaken daaaaar zoooo eeeeen beeeetje traaaag), zag er dik in orde uit, tot dat we (de vrouwkes) nog ne keer wilden een plasken doen voor de rit… wc was defect, we moesten ‘k weet niet hoever stappen om ook maar énen wc te vinden, begon meer om een tri-athlon te lijken….. En Geert maar wachten bij ons vélokes….

Oef... eindelijk de vélo op, maar alvorens op het parcour te geraken moesten we ons inschrijving afgeven, wa peisde de die van Kalken hadden natuurlijk ulderen naam niet ingevuld, en dat moest want dat was voor de verzekering… Gelijk 5 achterlijke daar staan sukkelen om toch maar dat papierken in te vullen…. Allez, ’t was al allemaal vlot verlopen (hmm…), we konden starten…

Rita, Geert en Nadine tegare, die gingen voor de 45 km, Machteld samen met mij, voor de 35km… en we waren vertrokken…

Prachtig biken!! Zijn bijna niet uit de bosjes geweest… Ik kan het u verzekeren, je had geen mogelijkheid om ne keer van uw pulle te drinken, want het was constant draaien en keren, omhoog en natuurlijk….. ja, inderdaad naar beneden… Was wel druk, met regelmaat werd ge daar ne keer de pas afgesneden.... Aan de stop zagen we Geert, die had de vrouwen achtergelaten.

Na de stop hadden we nog 18 ‘zeer schone’ kilometers te doen, en op 2 km voor het einde was er nog een extra stop om een "Tongerloo" te drinken, Daar zagen we nog met een flits de A-kes. Ik heb daar een sportdrankje gedronken, ge kent mij hé. Machteld, die heeft daar dienen Tongerloo binnen gekapt, awel, mijn ogen vielen bijna uit mijn oogkassen!!!!!!

Hup weer de vélo op, nog twee km en we waren der!

Daar kreeg je nog lekkere frietjes met een curryworst van mmmmmmmmora (na +-/ 45min schuiven… pfff…). Maar allez, ze waren echt lekker!

Het was dus weeral ne keer nen gezelligen zondag!!! De afwezigen hadden ongelijk!!

Carla Decock

 


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 24 februari 2004. Laarne-Kalken. Terwijl een grote groep modderfokkers naar Mol zijn afgezakt, blijven er toch een paar over om hier ter plaatse eens rond te fietsen. Mario ging volgens de e-mail van do of vr zeker rijden, doch zaterdag is hij op andere gedachten gekomen. Eddy ging ook nog eens proberen te starten. Even had ik gedacht: “Hij is er, maar het bleek een oudere man te zijn met een klakke en damesfiets die zich voorbij het kerkplein sleepte.” Uiteindelijk waren we toch met 4 om te starten (nee, niet met kaarten). Zo verschenen Geert Bracke, Dirk Hanselaar, Luc Krick en ikzelf aan de start.

We besloten de rode en blauwe BLOSO-route te rijden. Luc is herstellende van een voetblessure en dacht eigenlijk alleen wat rond te rijden, maar voor nen keer mag hij ook wel eens nen B zijn.

Dirk Hanselaar had nog een serieuze valling vast. Onderweg vertelde hij dat alles aan het loskomen was, behalve zijn benen. Het was toch wel afzien voor hem en zeggen dat men alles kan afzien van door de venster. Het parkoer lag er goed bij, hier en daar was er toch nog wel een plas te zien, maar daar moet ge niet in vallen, moet Geert gedacht hebben, toen hij achter Kattenheide een duik pakte, in het zand wel te verstaan. Zonder veel erg kon hij weer verder fietsen.

Ook vorige week ging Geert onderuit, nieuwe klikpedalen is de uitleg. Ik gaf hem achteraf nog een tip dat het mogelijk is uw voornaam te laten veranderen, bv. in Eric?

Als we de Dendermondse Steenweg kruisen, besluit Dirk om reeds richting Kalken te fietsen om aldaar een douchken te pakken en naar de Beize af te zakken. Dus met drie verder.

We komen dan dichter bij huis, en als ik mijn stal geriek wordt het tempo toch gevoelig verhoogd.

Aan ’t krieksken, begint Luc zijnen velo raar te doen, maar we krijgen hem er voorbij.

Dan nog wat tegenwind verwerken en we komen aan in De Beize, nog net voor Dirk.

Ariane komt even later ook toe. Zij heeft ook hier een plaatselijke rit gereden samen met man Dirk, maar deze wilde nog wat km meer doen. Dat belooft als hij weer start, volledig getraind.

Tegen dat we moeten naar huis gaan, komt Gunter Blanchaar ook toe, rechtstreeks van Mol. De A’s achter zich gelaten of zijn er toch minder km gereden?

En we kunnen weer met een gerust hart genieten van een zonnige namiddag.

Rudy Declerck.

 

Zondag 2 Maart 2008. Sint Gillis Waas. De passage van de Omloop Het Volk aan de Druppel- en biertent bij Firma Vergeylen heeft blijkbaar inspirerend gewerkt. Iedereen die beloofde te fietsen, is present om 8.30 u. Iedereen, behalve Mario. Die blonk weer uit door zijn afwezigheid. Hij had nochtans gezworen op zijn Eerste Communie-zielken, 100% zeker, zonder mankeren, erbij te zijn. Maar onvoorziene omstandigheden speelden hem parten. Hij liet zondagochtend nog weten aan Rudy R.: “Mijn fietskleren liggen klaar, mijne velo staat te popelen van ongeduld, mijn vrouw wil mij buiten, maar ‘k voel mij nie goe. Ik zweet mij een malheur, en sta te bibberen van de kou.” “Kelderkorses” was de diagnose van Rudy. Met Mario erbij was den hoop nog groten geweest, maar daarom niet schoner. Toch veel volk. 7 meiskes en 14 mannekes. Het was dan ook een serieuze colonne richting Waasland, en niet makkelijk parkeerplaats te vinden. Danny F. had meteen de oplossing gevonden. Hij verrolde een paar afvalcontainers, om zo een plaatsje te bemachtigen, maar iemand van de organisatie had zijn maneuvers opgemerkt. Die dacht dat Danny een nieuwe caravan op het oog had, en gebood hem de containers onmiddellijk terug te plaatsen. Het was lang wachten tot iedereen ingeschreven was, en omdat het routine-kaksken van Patrick maar bleef duren, vertrokken we al zonder hem. “Hij zal ons sebiet wel inhalen” zeiden ze. Na nog geen 2 kilometer, ligt de pees er al goed op, en bij het indraaien van een veldwegel merkt Luc K. pas op het laatste moment dat er een draad tussen enkele paaltjes gespannen was. De remmen van zijn fiets pakken goed, die van hem iets minder. Bijgevolg, een speciale manier van afstappen, overstuur. Even later, het kaf is ondertussen van het koren gescheiden, stapt Geert S. ook speciaal af. Bij het opwippen van een trapje op een brug, heft hij zijn voorwiel net niet hoog genoeg, en gaat onderuit. Gelukkig zonder erg, want op den beton valt het minder zacht dan in de moore, volgens Geert. Het parcours is zo vlak als een biljart, maar de stevige kopwind, en de drassige dijken waarover we rijden, maken het toch vrij zwaar. Gelukkig hebben wij Rudy DC, die het kopwerk voor zijn rekening neemt. Op weg naar de tweede bevoorrading, we hebben ondertussen de wind in de rug, geeft diezelfde Rudy er ne serieuze snok aan (of krijgt hij een snokske), en trekt hij de snelheid op tot net geen 60km/u. 59 om precies te zijn. Niet slecht voor een B-ken. Andere B-kes aan de start, en nog niet vermeld, waren: Geert B, Tom VDB, Pascal dinges en ik. A-kes: Rudy V, Frank VDS, Eric VG. Gunter B hing er ergens tussen. Dames A: Rita en Nadine. Dames B: Annemie, Machteld, Linda, en Christine B&O.

Nog maar eens verslaggever, Ivan. (Mario, waar blijft ge???, en Marc???)

 

Zondag 9 maart 2008. Kalken. Zeg, beste Ivan, wij waren er alletwee, Marc en ik, waar zate gij? Oh ja, het druppelde een pletske, juist. Toertocht te Kalken zelve. De WTC Calckine slaagt er altijd maar in om weer mooie ritten in onze eigen streek te verzorgen, vertrekkende van de Sjatoo. Sjapoooo. Vooral rond het Wetteren-ten-Eedse waren er stukskes die ik nog nooit gezien had, wat niet wil zeggen dat ik er nog nooit gereden had, maar de halfbewusteloze toestand waarin de meesten onder ons op zondagmorgen proberen aan te klampen, verklaart veel.

Nee, Ivan, dit is prachtig weer, dat een mens nog eens het echte Flandrien gevoel geeft: wind, wind, wind en een beetje nattigheid, en af en toe wat veddige modder maar toch meestal goed berijdbaar. Tommeke bommeke VDB komt plots van een heel verkeerde wegel. “Vanwaar komde gij?”, roep ik. “Ik was verkeerd gereden”, antwoordt hij. Hij vliegt me voorbij. ’t Is eraan te zien dat ik 3 maanden geen veld meer gezien heb, denk ik. Even verder, bij een planteur, is er de keuze tussen effen beton (verborgen onder een laagje watermore) en ploeterdiepe modder. Ik zie hoe Tom het tweede gekozen heeft, en daar ik het eerste kies (OK, ik ben dan ook iets langer naar school geweest), vlieg ik hem nu voorbij, luid ‘Gij dommerik toch!’ roepend. Hij zal me niet meer terugzien. We veranderen zijn naam in Tommeke dommeke. De A-kes, Frank Van der Steen, Rudy Rogiers, Jan Willems, Bart Van Hecke, Patrick Roels, Rudy Vergeylen en Erik Van Gasse, die ik maar een km of 10 had kunnen bijhouden, staan nog niet zo lang aan de bevoorrading als ik aankom en ik vertrek zere were. Kwestie dat als ze me straks oprapen, ik misschien kan bijblijven. Ze rapen me op, maar laten me ook bijna meteen ter plaatse. Of ik nog ooit dat niveau haal, valt ten zeerste te betwijfelen. Sommigen twijfelen er zelfs aan of ik ooit dat niveau gehaald heb. Het wordt een rit op mijn eentje, want ik blijf de B-kes voor. Toch niet slecht na 3 maand afwezigheid. Geert S. is vlot met de A-kes tot aan de bevoorrading meegereden, maar na de bevoorrading vervoegt hij de B-kes, met name Roste Senna, Hans Schellaert en Tom VDB. Die van het spinnen met zijn oranje regenvestje, Marc, probeerde eerst bij de A-kes aan te klampen, maar moet dan alrap ervaren dat morevélo nog iet anders is dan zo een spinfietske in het droge. Hij ligt er al af, verkneukelt Rudy R. zich. Ja, het is een harde mannenwereld! Zoals gezegd, er is nog een Marc, met name Marc R., uit de Krimineelstraat te K., en toevallig is onze ondervoorzitster Gerda er ook.

Vanwaar mijn lange afwezigheid? Stress, overwerkt, slaapproblemen, vooral op het werk, depressie, ziekte, kelderkorse, kolderkerse, teveel gedronken, geen goesting, te weinig gedronken, noem het op of ik heb het gehad. En als ge dan zeker zijt dat ge mee gaat gaan, is het een rit waarvoor ge eerst 100 km met de auto moet rijden, om 7 uur uit uwen nest moet opstaan en pas laat in de middag terug thuiskomt, en waarvoor ik dus pas. Niets is mij gespaard gebleven deze winter. Gelukkiglijk heb ik nog geen last van impotentie, gelijk Marc en Ivan. Is dat niet wat jong, zult ge vragen. Mensen van hun leeftijd en al niet meer kunnen kunnen? Ik moet zeggen, ik verschoot er ook van toen ik het hoorde, alhoewel, van Marc veel minder. Ja, wat kunt ge eraan doen, hé? Peinst ge dat zij dat plezant vinden? Zit er maar mee, hé. En niets aan te doen. Nog een geluk dat het nog niet teveel mensen weten in Kalken.

Bij het binnenkomen in de Skala zit er naast ons een tafel vol mottige vrouwmensen, helemaal bemodderd en dat voor een zondagmorgen. Waar gaat dat naartoe met de wereld? Een ervan loopt dan nog de hele tijd rond met een kodak. Ha, nu herken ik ze, het is Christine Oosterlinck, beter gekend als Christine O, nog beter gekend van haar hoofdrol in Histoire d’O, en als medebezielster van de modderfokkers wepsaait. De anderen zijn Machteld, Annemie, Kristien en Nancy. Later komen nog Rita en Nadine binnen die gelijk de mannen de 50 km hebben gedaan. En nog later ook Carla, idem dito 50 km! Wat een geluk toch dat mijn vrouwke de zondagmorgen proper thuisblijft en voor mijn warm eten zorgt.

Ook de familie Frank Hanselaer heeft het winderige regenweer getrotseerd en komt bemodderd binnen, terwijl de bruine en blonde Enames vlot binnenlopen. Zou Danny nog zoek zijn? Gisterennacht is hij vermist geraakt. Mario Vaneechoutte, al halvelings terug.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 30 maart 2008. Kalken. Overijse. Ivan Reziers gaat proberen. Tom VDB gaat zeker. Dat hebben ze toch gezegd op de KWB Trappistenavond. De Akes gaan zeker, want hoe verder, hoe liever voor die mannen. Het is een prachtige rit. Om kort te gaan: ik ga me niet laten kennen en om 8 uur sta ik aan de kerk met mijn auto en fiets achterop geladen om naar Overijse te rijden. Pas op: het is juist zomeruur, hé, dat wil zeggen 1 uur minder slapekes. Dat is toch wel karakter hebben, niet? De enigen die er echter staan zijn Patrick en eega Machteld, Frank De Steen, en Pascal Dinges van Overmere, Lippens geheten naar het schijnt. Die laatste staat daar al van 20 voor 8 want hij komt graag op tijd die mens. Die is duidelijk niet van ‘t Hussevelde afkomstig. Pascal en ik besluiten om dan maar niet mee te gaan en te wachten op de plaatselijke rijders om halfnegen. Dat zijn Jan Willems en Erik Van Gasse. Wijl Pascal en ik in ons auto zitten, krijgen die twee daar een plensbui over hun koppeke. Dat belooft, want ze hadden de hele morgen regen beloofd. Daarom dat Ivan toch niet uitpakt? Mis poes, want de rest van de morgen blijft het lekker droog, alhoewel we de hele tijd in de spets van ons velo’s op de natte baan rijden. We bellen naar Rudy R. Hij is op komst. Om 20 voor 9 is hij daar al! Slechts 10 minuutjes te laat. Dat noem ik pas een stipte mens, zie. Pascal is ondertussen al een uur aan het wachten. We bellen naar de andere Rudy van het Hussevelde, de genaamd Declercq. Die ging om 9 uur met de beekes vertrekken maar omdat er geen respons was, rijdt hij maar met ons mee. Hij zal tegenkomen. Wij laten ons auto staan en vertrekken langs de Beekwegel en de Drabstraat richting Hussevelde. Als we bijna in het Hussevelde zijn, gaat de gsm van Rudy R af. Het is Rudy D die op het kerkplein staat. Hij heeft ons gemist want is langs de Schriek gereden. We gaan u tegenrijden zegt onze wegkapitein. Kom af langs de Beekwegel en de Drabstraat, hé. Als wij al halfweg de Drabstraat zijn, nog geen RDC. We wachten hier halverwege, zegt RR, dan zien we hem ploeteren. In de Scheestraat zie ik een gezette mountainbiker afkomen. Dat kan toch RDC niet zijn, want we hadden gezegd van langs de Drabstraat te komen. Hij slaat de Drabstraat in en rijdt ons tegemoet. Ja, sjans, zegt RDC dat ik jullie zag staan of we waren mekaar weer gekruist. Hebt ge al een groter kieken geweten? Wij kennen nochtans mensen zoals Danny Fack, Karel Verhoeven, Bjorn Vergauwen, Ivan Rogiers, Marc Roelandt, en Roste Senna, noem maar op, Kalken loopt er vol van, Hussevelde zeker, maar zoo een kieken, neen. Op tijd zijn kennen ze niet in het Hussevelde en luisteren ook al niet. Wat zijn dat toch dweerse mensen!

Vijftig kilometer terten gelijk zot en de hele tijd 50 meter achterhangen en diene clerck rijdt met zijn vingers in zijn neus de hele tijd op kop, nog dwaze praat bij verkopend ook. Voor dat laatste moet hij ook al geen moeite doen, dat komt er bij hem uit gelijk eiers bij een kieken in volle leg. ‘t Is om een depressie van te krijgen, en ik was er juist weer boven. Erik Van Gasse valt al een hele tijd niet meer. Mensen die dit lezen worden verzocht om vlug (en lang en stevig) hout vast te houden. Ik probeer hem omver te rijden, maar niet gelukt.

In Heikant, word ik weer gelost hoe ik ook tert. Ik hou ermee op. Ik rijd de laatste 7 kilometer wel op mijn eigen tempo naar huis (voor de goede verstaander: de Beize). Maar Rudy R laat zich uitzakken en wil me weer op sleeptouw nemen. Rudy jong, laat maar, het is mij verleed. Ik laat me toch weer overhalen en Rudy brengt me terug in het kleine groepje. Als ik mee in het wiel van RR naar de kop rij, roep ik naar clerck :’En gij vanachter gaan rijden en dat ik u niet meer zie vandaag’. Die doet dat toch wel zeker. Soms maak ik toch nog indruk, soms heb ik wat gezag, meestal echter nog meer gezaag. Ja, ik zag al dat Mario weer dweers ging doen, zegt Rudy R en ik heb hem toch meegepakt. In volle sprint mislukt mijn tweede poging om Erik ten val te brengen.

In de Beize drink ik uitsluitend Orval. Geleerd op de KWB trappistenavond: meest suikerarme bier ter wereld. En bitter, want drooggehopt (jutezak met hop wordt 3 weken in de gistingsketel gelegd), voor echte bierdrinkers dus. Wat ik ook onthouden heb van de KWB-trappistenavond (awel die mens kon dat goed uitleggen, zie, de afwezigen hebben weeral iets gemist), is dat trappist drinken een daad van goede werken is, want de winst die de trappisten maken gaat naar het goede doel (wist u trouwens dat een deel van ons eigenste Parochiezaal met Westmalle Trappist is betaald). Wie daarentegen Duvel drinkt, de naam zegt het zelf, steunt Ivan Rogiers, wiens 4 Duvel aandelen elk jaar stijgen. Hij heeft ze ingekaderd en in zijn living gehangen (echt waar!). Elk jaar moet hij ze wat hoger hangen.

En doe mij nu een plezier: ik wil de eerste drie weken geen rudy declercken meer zien. Het is mij verleed! Mario Vaneechoutte

Als ik lustig thuis kom gefietst, vraagt mijn vrouwke: awel, gij waart toch vertrokken met den auto?

Miljaar, die staat nog op het kerkplein. Rats vergeten! Hoe zou dat komen? Orval?

 

Zondag 6 april 2008. Ter plaatse. Na een maand afwezigheid door omstandigheden, ben ik er nog eens bij. Het weer belooft nochtans niet veel goeds, en het is frisjes voor de tijd van ’t jaar. Toch veel volk op het appèl. Eric VG, Geert S, Geert B, Rudy V, Pascal L, Frank VDS, Gunter B, Rudy DC, Tom VDB, Bart VH, Patrick R, Marc R, en ikzelf. Bij de dames: Carla, Annemie, Ariane, Christine B & Christine O, Linda, Nadine en Rita. 21 in totaal, voor een plaatselijk ritje Berlare-Gratiebossen. Aangezien opper-A er niet bij is (Rudy R is VIP-begeleider voor Topsport Vlaanderen in de Ronde van Vlaanderen), rijden A en B samen. Bart neemt de kop, en legt een deftig tempo op, af en toe eens doortrekkend naar iets minder deftig. Gelukkig rijdt hij af en toe eens verkeerd, zodoende kan iedereen weer aanpikken. Na een goed half uurtje fietsen, we zitten ondertussen aan de Scheldedijk in Uitbergen, roept Geert S achter mij. “Blijven rijden, er zit een paard achter ons”. Ik antwoord dat het voor mij al rap genoeg gaat. “Jamaar ’t is nie voor mee te lachen zulle, ik meen het” zegt hij nog. “Ik ook”, zeg ik al lachend, maar als ik even opzij kijk, zie ik het paard ons voorbij galopperen. Grote paniek in de groep. Bart rijdt los de kant in, in zijn spoor Patje meemaaiend. Den Rosten S rijdt gelijk nen echten kamikaze recht den dijk op, en de rest gaat vol in de remmen. Ik, als gezonde boerenzoon, hou het hoofd koel en neem het paard mee op sleeptouw. Als ik even verderop enkele andere paarden in een weide zie lopen, zet ik mij rustig aan kant en stop. Het paard stop eveneens, en staat wat verdwaasd rond te kijken. Net als ik zeg “nu weet ge uwen weg ook nie meer hé”, merkt het de andere paarden op, en gaat ze vergezellen. “Voila sé, zo moedde da doen, gewoon uw gezond verstand gebruiken” zeg ik, als de rest, die op veilige afstand alles stond te bekijken, terug komen. Toch maakt er iemand, ik weet niet wie, de opmerking “’T was mij al opgevallen dat ge een paardemuile had”.

Als ik hem antwoord, dat een paardemuile zeker opvalt naast een ezelsmuile gelijk de zijne, verstomt zijn gebalk. We vervolgen onze weg, en komen zo terecht bij de zandbergen in Berlare, waar we ons nog eens kunnen laten gaan. Eerst een klimmetje, dan de steile afdaling, gevolgd door een beetje slalom. Tommeke, die met de reservefiets van Rudy V op weg is (die van hem ligt in panne ), is zo ‘n hevig veloken nie gewoon. Hij verliest de controle, en wordt afgeworpen. Hopelijk gaat het mee zijne nieuwen beter. Even verder, richting Lokeren, komen we aan “De Pelgrim”. Iedereen weet al jaren dat we linksaf gaan, maar hoe hard we ook roepen “LIIIINKS”, gaat Bartje gewoon naar rechts. Ik bekom bijna nie meer van ’t lachen. Hoewel, als we even later beginnen aan de kasseistrook van Vogelzang lach ik al heel wa minder. En nog minder als we aan het einde rechts afslaan, voor nog een luske bij. Aan het einde van de rit zijn de beste pijlen verschoten, maar gelukkig kan ik rekenen op een duwtje in de rug van mijne gebuur Rudy DC. Voor mijn part, de man van de rit. In volle finale, de spurt is ondertussen als lang ingezet, geeft hij hier en daar nog een duwtje, en gaat er dan zelf vandoor om bijna nog eerste te worden. Bij de nabespreking in De Beize vraagt men zich af wie vorige week gereden heeft. Alle deelnemers worden genoemd, behalve een. “Ik weet het, maar ik kan nie op zijne naam komen” zegt Pascal, “den diene die altijd voor de rit zijn kakske moe doen”. Iedereen weet onmiddellijk wie hij bedoelt, maar weet U, beste lezer, het ook? De oplossing van onze eerste prijsvraag kan u doormailen naar Ivan.Rogiers@telenet.be. Uit de juiste inzendingen zal een onschuldige kinderhand (Mario) een gelukkige trekken. Die wint een initiatie MTB-Moderfokkersrit in Kalken en omliggende. Succes. Ivan

 

Zondag 13 april 2008. St. Niklaas. Roste Senna, Rudy Rogiers, Jan Willems, Geert Schepens, Tom Vandenberghe, Ivan Rogiers, Pascal Lippens, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Patrick Roels en ondergetekende. We vertrekken allemaal samen, maar gelukkig rijdt RV een platte band. Wat een bovenste beste gast toch, die Rudy. Ik rij lustig door zonder wachten en nog wat B-kes rijden mee. We blijven voor tot aan de bevoorrading, waarna we weer allen samen vertrekken. Eerst rij ik nog goed mee, maar op het eind ben ik de slapste. Is het de ouderdom, een slepende ziekte of slepende remmen? Neen, achteraf zal blijken dat ik meerijd met een gescheurde spier, waar ik al 2 weken mee rondloop. En toch nog meerijden, hé. Als er nog zijn die denken te moeten beweren dat ik een mietje ben, of een watje of wat dan ook, dan zullen ze eens met mijn gespierde scheur, euh, mijn gescheurde spier in onzachte aanraking komen! Die gescheurde spier gaat wel weer over met rusten en kinesist, maar Ivan is er erger aan toe. Die loopt al zijn hele leven met een gespierde scheur rond. Vandaar dat hij al 3 zadels heeft afgebroken met zijn achterwerk. Ik was juist aan mijn kombak aan het werken, maar ik ga nog wat moeten rusten zeker. Mario Vaneechoutte

 

Zondag 20 april 2008. Aflevering 437 van de Actie-serie “De Modderfokkers”. Met in de hoofdrol Eric Van Gasse. Bijrollen werden vertolkt door: Geert Bracke, Geert Schepens, Rudy Rogiers, Tom Vandenberghe, Pascal Lippens, Frank Vandersteen, Patrick Roels, Luc Krick en Ivan Rogiers. Marc Roelandt stond ook op het kerkplein, maar omdat er voor hem geen rol van betekenis voorzien was, is hij met de dames vetrokken, om daarna op zijn eentje 55 km te fietsen.

We verzamelen onder een dun lentezonnetje. Omdat er in de nabije omgeving geen tochten ingericht zijn, stelt Rudy voor om de buurt van Serskamp nog eens onveilig te maken. Wij waren vorige vrijdag, met onze dames ook al daarheen gereden, en ik zeg dat het er daar toen vrij vettig bij lag. “Of ga je liever naar Sint Lievens Houtem”, vraagt hij. Serskamp dus!

Omdat de groep niet te groot is, blijven A en B samen, en ik ben aangenaam verrast over de conditie. Het gaat vrij goed, en kan als eens vooraan meedraaien. Dat is Eric ook al opgevallen, en hij zegt dat het ook niet naar mijn gewone doen is om voor hem te rijden. Nog geen 100 meter verder hoor ik achter mij een hevig gerammel. We kijken om, en zien dat er iemand gevallen is. “Het zal serieus zijn, want hij blijft liggen” zegt iemand. “Dan zal’t Eric zijn”, zeg ik, en ik krijg gelijk. Die was dus wel in zijn gewone doen. Nu kon hij er dit keer weinig aan doen, zijn stuur was in twee gebroken, en blijkbaar werkt dat de baanvastheid niet in de hand. Na een noodherstelling kan Eric weer op de fiets, maar verder mee met de bende zit er niet in. Exit Eric. We vragen aan Rudy hoe het kan dat een stuur zomaar doormidden breekt. Het kan altijd dat een klein scheurtje vergroot, en dan ineens,…. Krak, zegt hij. En misschien is hij al ne keer gevallen met diene velo. Even later rijden we door een van de zware stukken. Omgevallen bomen, modder, diepe plassen. Echt geen doorkomen aan op de fiets, maar Tommeke denkt er anders over. Waar iedereen van de fiets moet, probeert hij door te rijden. Resultaat, ne schone salto. Tom zit nog maar net terug op zijne velo, als we aangevallen worden door een zot met een jachtgeweer. Alléz, dat denken we toch, maar het is Rudy zijne band die ontploft. Nog een depannage. Als we later Wetterenbrug overrijden, ik begin mijne stal al te gerieken, stelt Rudy voor om nog een lusken bij te doen, om toch minstens 50 km te halen. We rijden de Scheldedijk op richting Melle, voor een beetje bijtrainen achter den derny. De snelheid gaat van 30, naar 35,.. 38,.. tot 43 km/u met wind op kop. Wielertoeristen, met gladgeschoren benen, en een superdeluxe koersmachine worden voorbijgeflitst alsof het niets is. Waarschijnlijk zijn er deze namiddag weer koopjes te doen, want volgens mij zetten die gasten hun fiets meteen te koop na zoveel affronte. Die vernedering wordt mij bespaard, want ik kan nog net aanklampen tot aan de Beize, waar Marc en de lady’s ons op het terras zitten op te wachten. Ik kan nog net in zijn oor fluisteren dat hij de slimste was van ons 2. Ivan

 

Zondag 27 April 2008. Opwijk. Rudy is redelijk vroeg, en ik een beetje later, dus perfect getimed, en kunnen we samen naar Kalkendorp. Hij moet wel eerst nog een fietske gaan leveren. Vandaar dat hij zo vroeg is. Ondanks het goede weer hebben velen afgezegd. Communie- en andere feestjes, maar Tom VDB zal er zeker zijn, zegt Rudy, want hij zal zijne nieuwe fiets willen showen. En ja hoor. Als we het kerkplein oprijden, zie ik hem al staan blinken. Niet diene velo hoor, maar Tommeke zelf. Zoals verwacht, weinig volk. Rudy Rogiers, Jan Willems, Rosten Senna, Tom Vandenberghe, en ik. Gelukkig zijn er ook nog 2 superfreaks die al per fiets naar ginder zijn, Patrick Roels en Frank Vandersteen. Die vonden de 80 km daar ter plekke een beetje weinig. We beginnen onze tocht dus met 7, maar al van bij het begin wordt er serieus doorgevlamd, en aangezien Tom, den Rosten en ik kiezen voor de 52 km, zijn de snelle vogels rap gaan vliegen. We krijgen een heel mooi, vrij zwaar, en plaatselijk technisch parcours voorgeschoteld, met pittige klimmetjes, snelle afdalingen, en smalle slalompaadjes tussen de bosjes. Zo smal zelfs, dat ik op een bepaald moment zeg, dat hier ergens nog een wegeltje moet liggen, maar ik niet weet waar. Na een 20-tal kilometer heeft Tom al ondervonden dat zijn nief machien goe bolt en goe zit. Even verder misrekent hij zich in een steil klimmetje, en mag meteen ook ondervinden, dat hij zalig ligt ook. Met 21 km op de teller al onderuit, waarschijnlijk een nieuw record. Nadat hij vorige week ook al in het zand (modder) beet, wordt hij een serieuze concurrent van Eric VG. De rest van de rit verloopt zonder problemen, en waar ik het in ’t begin redelijk kwaad had, gaat het naar het einde beter, en is het Tom die het lastig krijgt. Den Rosten is al de ganse rit vrij goed bezig, maar die heeft wa minder kilo’s mee te nemen, en wa meer kilometers in de benen. Als wij na de rit wat zitten na te genieten in het lentezonnetje, komt er ineens nen zombie naast ons staan. Na een tijdje herkennen wij Frank. Als nog wat later hij zichzelf ook weer kent, vertelt hij dat het weer nie gewoon was, “vliegen gelijk zotten”, en dat hij na de tweede bevoorrading moest afhaken, en de rit inkorten. Maar dan ging hij wel straks nog, samen met Patje, met de fiets naar huis. Ook gene gewone zulle. Ivan

PS. Gelukkig heb ik Ivan nog net kunnen tegenhouden of hij schreef al rap ook al de verslagskes van de komende weken. Mario

 

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 11 mei 2008: Erpe-Mere. 8 uur stipt. Het zonnetje schijnt en doet deugd. Toch zijn we maar met zijn vieren. Rudy Vergeylen, Eric Van Gasse, Geert Schepens en uw reporter, Ivan Rogiers. We wachten nog even, en 5 na 8 belt Rudy Rogiers dat hij een beetje later zal zijn wegens overslapen, en dat hij ons ginder wel zal zien. Net als we willen vertrekken komt Luc Krick het kerkplein opgereden, en zijn we compleet. Maar Luc zelf is nog nie compleet. Hij heeft zijne helm vergeten, en gaat die vlug nog even halen. Verstandige mensen beschermen hun verstand. Met wat vertraging kunnen we eindelijk vertrekken. Met de regiotoer van 6 juni in het vooruitzicht, is iedereen al goe aan het bijtrainen, en worden de afstanden serieus opgedreven. Vandaag rijden de A-kes met de fiets naar Erpe-Mere, doen daar een toerken van een kilometer of 55, en keren dan met de fiets terug. Wij rijden mee, en gaan ginder een korter ritje afwerken. Gunter Blanckaert wil zich een beetje sparen voor een lastige rit morgen, en neemt de wagen tot ginder. Als eindelijk iedereen ter plaatse, en ingeschreven is, kunnen we aan onze tocht beginnen. Ware het niet dat Rudy V. na 84 meter en 37 cm al lek rijdt. Nu kan ik best leven met een verpozing zo nu en dan, maar dit is er toch een beetje over. Het parcours ligt er poerdroog bij, en omdat ons groepke niet zo groot is, laten wij ons overhalen om ook de 55 te rijden. Hoewel de A-kes zeggen dat ze op het gemaksken rijden, beginnen de kilometers en het heuvelachtig parcours toch door te wegen, Maar met hier en daar een duwtje van Rudy, haal ik toch het einde. Tevreden over mij prestatie, doe ik er zelfs nog een schepje bovenop, en laat het aanbod van Gunter, om met de wagen terug naar Kalken te rijden, voor wat het is. De terugtocht hebben we de wind in de rug, maar het wordt toch nog serieus afzien. Met 95 km op de teller komen we aan in Kalken, en kan men mij beginnen reanimeren op het terras van De Beize. Na een half uurke stilte, en twee Ice-tea’s, begin ik er weer wa door te komen, en kunnen die Ice-Tea’s met iets smaakvollers doorgespoeld worden. Ivan Rogiers

 

Zondag 18 mei 2008. Asse. Deze verplaatsing doen de normale mensen, Rudy Rogiers, Eric Van Gasse, Rudy Vergeylen, Jan Willems, Pascal Lippens, Luc Krick met de wagen. Dit is echter buiten Patrick Roels en Frank Van De Steene gerekend. Die rijden toch met de fiets. Er is ook nog een nieuweling bij, Sven Van Hecke, broer van Bart. Die wordt door moeder Linda aan onze voogdij toevertrouwd. Verder waren er ook nog Danny Fack en Tom Vandenberghe, maar die zijn al een tijdje redelijk asociaal bezig en waren een uurtje vroeger vertrokken, en de dames, maar die hebben hun eigen verslag. De meesten gaan voor de 80 km, maar ik verkies de 55, en wanneer het van in ’t begin er al weer serieus op zit, besluit ik niet langer aan te klampen, en mijn eigen tempo (5 km/u trager ) te rijden. De regen van de voorbije dagen heeft de droge parcours, die wij al een paar weken gewoon waren, omgeschapen in bruine zeep, en als wij een eerste zwaar en spekglad stuk voor de wielen krijgen, smelt alles weer samen. Wanneer we terug op de berijdbare weg komen weet ik niet meer wie, waar zit, en vervolg mijn tocht alleen. Even later komt Eric aansluiten, maar hij ziet er niet echt gelukkig uit. “Nie te doen”, zegt hij, “ ’t is weer gelijk in mijn begindagen, al meer gevallen dan op mijne velo gezeten, echt niets voor mij”, besluit hij. En ik kan hem hierin wel bijtreden. Smalle wegeltjes met een laagje supergladde modder met hier en daar een greppel en aan beide kanten prikkeldraad, vers geploegde mais- en patattenvelden die voor geen meter bollen, gevaarlijke afdalingen en lastige klimpartijen. Eerlijk gezegd, ook niet echt mijn ding. Als we aan de bevoorrading aankomen, springen de A-kes net weer op de fiets. Sven, die het eerste stuk met hen mee was (blijkbaar ook gene gewone), besluit zijn krachten toch maar wat te doseren, en blijft bij ons. Na 30 km komen we aan de splitsing, en heeft Eric er genoeg van. De rit van gisteren nog in de benen, en geen goesting om hem de kop in te vallen, zegt hij. Toen waren we nog met 2. Naar het einde van de rit toe, met nog een 10-tal km te gaan, merk ik plots dat Sven een heel stuk achterop zit. Ik wacht hem op, en als hij terug aansluit vraag ik hem of ’t vat af is. Nee, zegt hij, ik heb gewoon een beetje gegeten. Even later is het weer van dat. Als ik hem vraag of hij weeral aan het eten was, antwoord hij dat ’t vat wel degelijk af is. De rest van de rit doen we het rustig aan, en op 6 km van het einde krijgen we nog een tweede bevoorrading. Net als we willen vertrekken komt Pascal ook nog aangebold. Die had blijkbaar ook moeite met zijn evenwichtsoefening. ”Als ik geen 10 keer gevallen ben, dan ben ik geen ene keer gevallen”, zegt hij, dus den tuimelprijs voor deze week is voor hem. Als we aankomen, blijkt dat de meerderheid dan toch voor de 55 gekozen heeft, en degene van de 80 zich misreden hebben, en op 67 km gestrand zijn. Volgende keer misschien toch beter samenblijven? Ivan.

 

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 25 mei 2008. Hamme. Nee, Rudy heeft zich deze keer niet overslapen. Maar,… hij zal toch wat later zijn, want hij is zijn helm vergeten. Waren wel op tijd: Luc Krick, Tom Vandenberghe, Geert Schepens, Rudy Vergeylen, Dimitri De Gucht, en ik. We vertrekken met de fiets naar Hamme, en kiezen ter plaatse voor de rit van 55 km. Ondanks de regen van de voorbije nacht, ligt het parcours er overal goed berijdbaar bij. Behalve ter hoogte van Waasmunster. Daar heeft de plaatselijke Schepen van openbare werken waarschijnlijk een goede deal afgesloten met een of andere grindgroeve. Ieder wegeltje is bedekt met een dikke laag fijne steentjes. Als die steentjes een beetje vastgereden worden, zal het vast en zeker goed rijden zijn, maar nu bolt het voor geen meter. En het is nog heel voos sturen ook, precies los zand. Gelukkig is Eric er niet bij, en blijven we allemaal overeind. We houden er een deftig tempo op na, en tot mijn verbazing gaat het vrij vlot. Als Geert mij aan de bevoorrading zegt, dat hij al serieus op zijn tanden heeft moeten bijten, en Tom en Luc vinden dat de Rudy’s weer in vorm zitten, krijg ik nog wat extra courrage. We haspelen de 55 km af aan een gemiddelde snelheid van 25.6 km/u. Als we aankomen aan de plaatselijke kantine, stelt Rudy voor om maar meteen naar Kalken door te rijden. Tom wil echter eerst nog iets drinken, want vreest op de terugweg zonder nafte te vallen. Zoals altijd zijn we solidair, en drinken we iets mee. 6 Ice-Tea’s en 1 Cola, ik zweer het, echt waar. En waar zit die Christine nu mee haar Kodakske. Als er ne keer nen Duvel of ne Leffe op tafel staat, is het ’s anderendaags al te zien op ‘t internet, en nu dat we ne keer goe bezig zijn, noppes. Enfin, nadat we nog een beetje reclame gemaakt hebben voor onze Midsummer-ride, vatten we onze terugtocht aan. We bollen op ’t gemakske tegen 35/u richting Kalken en komen er aan met 95 km op de teller. Tijdens de nabespreking in De Beize weet Geert nog te vertellen dat Eric en Rita, die op reis vetrokken naar Griekenland, moederziel alleen op den vlieger zaten. De medepassagiers hadden gehoord dat Eric gewoon is om minstens een paar keer per week te vallen, en zagen het daarom niet zitten om met hem op dezelfde vlucht te zitten. Diene Geert, da is toch ook een klein


Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 6 juli 2008. Halle en Gentbrugge. We verzamelen om 8.00u voor de verplaatsing naar Halle met de wagen. Het belooft een mooie, maar zware rit te worden, dus heb ik nog mijn twijfels. Misschien wacht ik wel tot 8u30 om dan met de rest, Geert Bracke, Tom Vanden Berghe, Rudy De Clercq en Mario Vaneechoutte naar Gentbrugge te rijden.

Ik kies toch maar voor de verre uitstap, samen met Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Jan Willens, Gunter Blancquaert, Sven Van Hecke, Eric Van Gasse, Dimitri De Gucht, nieuwkomer Filip Buysse-Snacks, en als enige dame, Rita De Winter. Ter plaatse kunnen we kiezen voor de 35 – 55 en 80Km. De Rudy’s, Jan en Sven kiezen resoluut voor de 80, Eric twijfelt nog en den Rosten, Dimi en ik gaan voor de 55. Filip en Rita eveneens de 55, maar aan een ietsje gematigder tempo. We zijn nog maar een 5-tal kilometer verder als we als splitsen. Niet zo simpel, zou je denken, ze zijn er hier in Brussel-Halle-Vilvoorde al maanden tevergeefs mee bezig, maar voor ons, geen enkel probleem. Problemen waren er wel voor Eric, die zijn valling maar niet kwijt raakt, en voor Rudy V, die zijn versnelling niet op de kleine plateau krijgt, toch wel nodig bij sommige steile klimmetjes. Na de eerste bevoorrading besluiten zij dan ook om toch maar voor de 55 te kiezen, en bij ons te blijven. Spijtig voor mij, want ondanks hun mankementen wordt het tempo toch wat opgedreven. Een gaatje laten in de beklimmingen, en dan, in de afdaling terug aansluiten. Tot ik Eric op een afdaling op superslechte kasseien bijna zie onderuit gaan. Typisch Eric, denk ik, maar enkele tellen later, op exact dezelfde plaats, maak ik exact dezelfde slipper. De volgende afdalingen doe ik het toch wat voorzichtiger, met in het achterhoofd de gedachte, nog 1 weekske werken, en dan gezond in congé. Na nog veel bergafkes, en zeer veel bergopkes, we waanden ons bij momenten in de Ardennen, rondden we de rit af met precies 55 km op de teller. Bij de supermoderne fierscomputerkes kunt ge niet alleen de afstand e.d. aflezen, maar ook de hoogtemeters. Dit is het totaal van alle hoogteverschillen bij elkaar opgeteld. Dat bleken er bij ons zo’n 750 m te zijn. Als je dan rekent dat een huis ongeveer 7.5 m hoog is, wil dit zeggen dat je 100 keer over je huis rijdt. Op zichzelf is dit nog te doen, maar die dakgoten zijn er teveel aan. Waarschijnlijk is het een van die dakgoten die Rita parten speelde. Ergens ten velde heeft zij een betonnen paaltje op een kopstoot getrakteerd. Zelf hield ze er een bebloed oor en truitje aan over, maar ik heb van horen zeggen dat het paaltje er veel slechter voorkwam. Straffe madam. Voor ne keer dat Eric rechtop blijft, neemt zijn vrouw de fakkel over. Na lang wachten komen ook Jan en Sven aan. Rudy heeft materiaalpech gehad, en moest gedepanneerd worden. Een snee van 3 cm in zijn band.

Later horen we ook nog zeggen dat Geert Bracke in Gentbrugge ook problemen had met een paaltje. Resultaat: 1 week vroeger in congé. Zo kunt ge het dus ook oplossen. Ivan Rogiers.

 


Zondag 31 augustus 2008: Wachtebeke-Sidmarbossen. (grote prijs Rudy De Clercq )

Wegens tijdsgebrek (vakantie) is het al een poosje geleden dat er nog een ritverslag verschenen is, maar op algemeen verzoek, nu weer op post. En het zal meteen de moeite zijn. Met enkel de namen van de 21 deelnemers vul je bijna een boekje. Bij de meiskes: Carla, Rita, Machteld en Christine DS. Bij de mannekes: Rudy R, Rudy DC, Dirk H, Geert S, Tom VDB, Luc K, Jan W, Eric VG, Pascal L, Sven VH, Dimitri DG, Eddy T, Patrick R, Frank VDS en ikzelf. Dany Poelman fietst ook al enkele weken mee, en er was ook nog een debutant, Thomas Bisschop, die herstellend is van een voetbalblessure, en revalideert op de fiets. Rudy DC stelt voor om de B-kes op sleeptouw te nemen naar zijn prive-bos in Wachtebeke. Bij gebrek aan inspiratie mogen de A-kes mee. We vertrekken rustig langs de Steenbeekwegel en komen via het Drabstraatje in de Scheestraat terecht. Als we ter hoogte van Hussevelde tegen 32 km/u de brug aanvatten, verwittig ik onze nieuweling dat we straks bovenop de brug waarschijnlijk boven de 35 zullen gaan, en dat de A-kes dan wel op kop zullen zitten. Niet dus. Hebben ze geen goesting, slechte benen, een slecht karakter? Of gaat het gewoon rap genoeg. Hoe dan ook, ze blijven koppig vanachter zitten. Rudy DC laat het niet aan zijn hart komen, en doet op zijn gemaksken het kopwerk zonder onder de 30/u te komen. Als even later Patje lek rijdt, krijgen we tijd voor een hapje en een drankje. We vragen aan Thomas hoe het gaat, en hij vindt het redelijk meevallen. Na de depannage zet Rudy zich opnieuw op kop, en brengt ons zo naar zijne bos. Daar begint hij te draaien en te keren, slalommen tussen de bomen, bergje op, bergje af, enfin, schoon toerken. Ware het niet dat juist nu, die A-kes voor de wielen komen rijden. Typisch, gans den tijd zitten wielekeszuigen, en als ’t leutig wordt, dan zijn ze daar. Als we het bos uitkomen vraag ik of hij, ofwel zich misreden heeft, of dat hij al een paar keer komen proefdraaien is. Zijn lachje verraad, dat hij grondig voorbereid was. Als ik mij even laat uitzakken, zie ik een rood aangelopen Thomas. Ik vraag of het nog meevalt, antwoord hij dat hij al ne keer dood is gegaan. Courage, zeg ik, nog twee keer en we zijn thuis. Hij bijt zich vast in de wielen, en met hier en daar een duwtje lukt het wel. Voor de finale hebben we een snood plannetje. We zullen afzakken via de Boombos, en daar in de smalle straten, met enkele brede ruggen de doorgang blokkeren. Dat is zonder Patje gerekend, want da is zo ne gladde paling, dat hij er toch nog tussenglipt. Sven VH gaat er achteraan, en ik heb ook nog 1 cartouche. Ik plaats mijn versnelling, maar stel rap vast dat mijn cartouche maar een poerken is, en word al snel weer ingehaald. Van ’t verschieten zelfs niet meer gezien wie de spurt gewonnen heeft. Onze nieuweling haalt het tot aan De Beize, ziet ondertussen niet meer rood, maar eerder wa bleekskes. In plaats van revalidatie werd het bijna reanimatie. Als reporter ter plekke, ga ik bij de nabespreking op zoek naar weetjes voor het verslag. Iemand weet mij te vertellen, met glinsterende oogjes van de binnenpret, dat Rudy R. onderuit gegaan is, en dat niemand, enkel hij het gemerkt had. Ik vraag hem of dit wel de moeite is om dit te melden. T’zalwelzijn, zegt hij, dit is het nieuws van de dag. Dus, speciaal voor Jan, geen koptitel maar een voetnoot.

RUDY ROGIERS MAAKT KNIEVAL TE WACHTEBEKE.

Ivan Rogiers

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWBKalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 21 september 2008: Kalkenkermis, dus plaatselijk. Het kermiskraam van De Modderfokkers heeft zoals verwacht slachtoffers gemaakt. Het waren vooral Rudy V en Rudy DC die zich lieten ver(r)assen door de Vedett. Maar ja, dat zijn nu ook wel twee vedetten. Toch nog met zijn twaalven voor een plaatselijk ritje richting Serskamp. Rudy R, Dirk H, Jan W, Eric VG, Pascal L, Geert S, Mario VE, Dimi DG, Luc K, Dirk De Boever, Chris Laureys en ik. Ook nu weer nieuwe gezichten. Dirk is een buur van Geert en Carla, en wilde wel eens weten hoe het kwam dat deze elke zondagmiddag zo bemodderd thuis kwamen. Ondertussen weet hij het al, en heeft hij de smaak te pakken. Chris woont al een jaar of 15 op Kalken, maar kende tot nu toe nog bijna niemand. Wel begrijpelijk, als je weet dat hij woont in de Hogendries, en de buurman is van Guy Roels. Zeg nu eerlijk, als Guy de eerste Kalkenaar is die je leert kennen, zou jij dan nog verdere pogingen ondernemen? Maar nu dus al voor de 2e keer op post. Zijn vertrouwen in de mede-Kalkenaren lijkt hersteld. We vertrekken aan een deftig tempo, maar al van bij het begin heb ik het vrij lastig. Rudy was zo goed om vorige week mijn remblokjes te vervangen. Deze waren echter een ietsiepietsie dikker dan de vorige, en slepen bijgevolg voortdurend tegen de remschijven. Goede training, maar verdomd lastig. Ik ben er dan ook niet echt rouwig om dat ik na 15 km lek rij. Bij de herstelling merken we dat niet alleen in de binnenband, maar ook in de buitenband een serieus gat zit. Normaal wil dit zeggen, te voet naar huis, maar een Modderfokker is niet voor één gat te vangen, zelf voor geen twee. Een stuk van de kapotte binnenband wordt voor het gat in de buitenband gestoken, en met aangepaste bandenspanning kan ik terug de fiets op. Niet meer mee met de bende, maar kortste weg naar huis. Daar een nieuwe band gelegd, en dan nog een klein toertje, met als eindbestemming, De Beize. Daar zit de rest mij al op te wachten.

Het eerste dat Jan W mij te vertellen heeft (weer hij dus), is dat Rudy R, bij een afdaling op het MTB parcours aan de Warande in Wetteren spectaculair over kop gegaan is. Hij zal toch niet de vallende ziekte hebben, zeker? Het bleek wel om een zeer technisch stuk te gaan, en dat er slechts 3 geprobeerd hebben. Twee rijdend, Jan W en zowaar Eric VG, en 1 rollend. De meesten wilden zich sparen om deze namiddag fris aan de kermis te kunnen beginnen, en vonden een ritje van 52 km voldoende. Ikzelf haalde er nog 45. Maar rekening houdend met de compensatiecoëfficient van 1.23 voor mijn slepende remmen, en 1.09 voor de half opgepompte achterband op de terugweg, kom ik uit op een respectabele 60.33 km. Als je dan weet dat hun eerste drankje nog niet leeg was, hoewel sommige gasten rap kunnen drinken, waren ze nog niet lang binnen, en heb eigenlijk ik de spurt gewonnen. Goed hé. Ivan Reziers.

 

Eind oktober 2008. Sint Amands. We waren met, laat eens zien één, twee …. veel om naar Sint Amands af te zakken. Frank VDS, was van gedacht dat we om 8u30 gingen vertrekken i.p.v. de 8u15 die was gesteld, gelukkig was hij keurig op tijd voor dit startuur en konden we stipt vertrekken. Na het inschrijven kunnen we ginder ook direct vertrekken, alé de B-kens toch, want de A’s moeten wachten op Patrick (patjen in de volksmond). Hij had wat last met moeder natuur.

Dus we vertrekken met Kris, Ivan, Pascal, 2 X Geert, Tom, Jo, Thomas en ikzelf. We zijn terug zoals opgejaagd wild, want de anderen zullen ons inhalen. Na 5 km zijn we al 2 man kwijt. Er wordt eventjes afgehouden en wie zijn daar reeds; Jan, 2X Rudy, Luc, Frank, Danny en Eric. Blijkbaar is er toch nie te lang op Patjen gewacht. Als alles samen is, wordt er terug stevig doorgefietst en al vlug ligt het ganse pak uit elkaar. Pascal en Jo hebben goe tandvlees en rijden met de koplopers mee. Bij de B’s zijn Geert B en Thomas al vlug een eindje achter en rijden hun eigen tempo. Ivan moet ook af en toe een gaatje laten. Ik zit ook nie in form om zoals anders gaten toe te rijden met de anderen op sleeptouw.

De zaterdag ben ik namelijk ook gaan rijden met Danny Poelman (zo Danny uwen wens van eens in het verslag te staan, is uitgekomen) en nog 2 andere charels op de weg. Zij met de koersfiets op tubebanden en ik met de mountainbike met crossbanden. Danny ging zo te keer dat ik mijn uiterste best moest doen om mee te kunnen. Dit ter zijde en terug naar het verslag.

Bij de bevoorrading kunnen we ons terug hergroeperen. Enkel Jo blijft volharden om met de snelle mannen mee te fietsen. Pascal laat ze stillekens vertrekken en moet dan maar met ons meerijden, ook Patjen en Patjen junior rijden mee, en junior doet het helemaal niet slecht tot hij en zijn pa achterblijven bij een lekke band. Ook Kris zet een goede prestatie neer, hij kan soms al eens van het parkoer genieten, zo genieten dat hij zelfs de grond wil kussen tot 2 keer en bijna 3 keer toe gaat hij tegen de vlakte (zonder erg, ge zijt modderfokker of niet). Thomas begint alle kleuren van de regenboog te krijgen, maar hijzelf ziet waarschijnlijk maar één kleur, zwart. Na enkele pogingen om wat te duwen geef ik het op om de groep samen te houden. Tom, Geert en Pascal zullen nu al andere remblokken moeten steken. Toch hebben we kunnen genieten van deze mooie rit in bosrijk en minder bekend gebied voor ons. Ook, Carla, Ariane, Machteld, Rita en Nadine hebben van dit schoons genoten. In de Beize werd er luidruchtig nagepraat over alle prestaties, maar wat zoudt ge willen met zo’n bende eer dat elk eens iets heeft gezegd. Rudy Declerck

 

Zondag 2 november 2008. Toertocht te Belsele. Na de massale opkomst van de vorige weken, is het nu eerder kalmkes. Twee meiskes, Rita De Winter en Nadine Fack, en 8 mannekes, Eric Van Gasse, Rudy Vergeylen, Geert Schepens, Luc Krick, Mario Vaneechoutte, Jo Roels, Jan Willems en ikzelf. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want in tegenstelling tot het miezerige Allerheiligenweer van gisteren, is het nu zelfs vrij mooi. De dames met de wagen, en wij per velo naar Belsele. Aan de inschrijving is het al meteen zeer druk. Veel deelnemers dus, en dat zullen we geweten hebben. Als we kort na de start een bosje worden ingestuurd zitten we al meteen in de file. In plaats van zigzaggend tussen de bomen te flitsen, is het nu surplacend aanschuiven. Ook niet gemakkelijk, ondervindt Luc Krick, want bij het kruisen van een greppeltje gaat hij half overkop. Hoe kan je nu half overkop gaan, vraagt u zich waarschijnlijk af. Wel, het voorwiel van de fiets blokkeert, het achterwiel komt omhoog tot in de nek, en dan stap je over je stuur af. En als deze uitleg niet geheel duidelijk is, vraag je maar eens aan Luc om een demonstratie. De hoofdrol in dit verslag is echter weggelegd voor Mario. Die zit serieus zijn kas op te fretten omdat het niet vooruit gaat, en vraagt om een beetje door te rijden, omdat hij voor donker wil thuis zijn. Als hij even verder, aan een volgend greppeltje enkele bevallige jonge deernen opmerkt, gaat ook hij voor de bijl. Zoals hij een goeie 20 jaar geleden viel voor zijn vrouwtje Chris, valt hij nu weer voor al die charme. Letterlijk deze keer. Gelukkig zonder veel erg. Geen kwetsuren, enkel zijn ego een beetje geschonden. Proficiat Mario, een nieuw record. Een valpartij na nog geen kilometer. Eat your heart out, Eric. De rest van de rit blijft het zeer druk, en als we na een kleine 30 km op het parcours aan de bevoorrading komen, besluiten we de resterende 17 km niet meer af te werken. We nemen van daaruit de kortste weg terug naar Kalken. Kwestie van toch nog voor den noen een Ice-Tea-ken of iets anders te kunnen nuttigen. Twintig km heen, 30 ter plaatse, en nog eens 20 terug volstaan voor een zondagmiddag. Jan Willems neemt het meeste kopwerk op zich, en trekt bij momenten ferm door. Er zijn er zelfs bij die het moeilijk krijgen, ik vooral. Na al dat kopwerk slaagt hij er zelfs nog in de spurt te winnen. Allee, dat heb ik toch horen zeggen. Proficiat Jan, al telt dit maar voor half, want Rudy was er niet bij. Ivan.

 

Zaterdag 15 november 2008. Steenhuize. Voor zaterdag 15/11, hebben Geert Schepens en ikzelf afgesproken om een ingerichte rit te rijden in Steenhuize. Op de rondgestuurde mail is er maar één modderfokker op afgekomen, nl. Pascal. Met ons drie zakken we af richting muur van Geraardsbergen, ja want die zit er ook bij alsook de Bosberg. We kunnen er kiezen tussen 25, 40, 45 of 50 km. Als echte modderfokkers kiezen we voor de 50 km. Het is zacht weer en het regent niet, wat moet nen mens meer hebben. Al vlug worden we geconfronteerd met het slijk en de pittige hellingen, het ziet er lastig uit. En dat was het ook. Buiten de gekende hellingen zitten er tal van kuitenbijters tussen en meestal op een ondergrond bedekt met een sausje van modder. De muur van Geraardsbergen doen we infeite 1.5 keer, we rijden bergop langs een kant waar we nog niet geweest waren. Een eindje voor de top, keren we terug afwaarts om dat via de gewone kasseiweg tot aan de kapel te rijden. Op één van de nijdige klimmetjes, kan Pascal het niet verdragen dat wij zouden boven rijden en hij niet, dus legt hij zich maar neer voor onze vélo. Maar op de Bosberg moeten we hem toch als eerste laten bovenkomen. We hebben van onze rit genoten zonder elkaar dood te rijden, maar 50 km was genoeg. Na afloop mogen we nog rijstpap eten, zonder gouden lepeltjes, da’s voor later, en een soepken drinken met den overschot van den dag voordien erin, denk ik. Alé die soep was nie voor iedereen zulle. Voor we terug in de auto stapten, hebben we onze vuile kleren uitgetrokken en moeder Marie heeft toch wel een paar keer haar oogskens moeten toeknijpen. Maar vanals we opgetreden hebben als K13 zijn we niet meer zo beschaamd. De afwezigen hadden ongelijk, maar zullen nie zo moe geweest zijn. Rudy DC

 

Zondag 23 november 2008. Kalken. Plaatselijk ritje. Je mag het niet onderschatten, ritverslagskes schrijven. Vroeger was dat veel makkelijker. Marc zat een beetje op de kap van Mario, die op zijn beurt mij een beetje zat zwart te maken, waarop ik dan gewoon vertelde wat die twee echt uitstaken. Dat was meestal al erg genoeg. Maar nu M&M er steeds vaker de brui aan geven, is het vaak een gevecht tegen het blanke blad. We hebben nog geprobeerd met talent van buiten Kalken erbij te halen, namelijk Eric Van Gasse. Die stond in zijn beginperiode garant voor minstens enkele tuimelperten per rit, maar nu die de laatste tijd al zonder steunwielekes kan rijden is de pret er af. Daarom deze oproep: “Vrijwilligers gevraagd”. Zie jij het zitten om 1 keer per week, pispaal van dienst te zijn, het mag eventueel in beurtrol, laat dan snel iets weten. Alvast bedankt op voorhand.

Voor vandaag belooft het toch een specialleke te worden. Het heeft vannacht een beetje gewinterd, en de wegen liggen er plaatselijk spekglad bij, dus spektakel verzekerd. Rudy De Clercq, Jan Willems, Geert Schepens, Frank Vandesteen, Rudy Rogiers, Karel Verhoeven, Hans Schellaert, en ikke verzamelen op het kerkplein. Rudy DC merkt daar pas dat hij zonder helm op weg is, maar omdat een slippertje vandaag niet uitgesloten is, besluit hij die toch maar op te halen. We vertrekken via de Steenbeekwegel en het Drabstraatje, en komen zo in de Scheestraat. Daar heeft Rudy R. een nieuw naambordje, De “Zauwwegel” opgemerkt, en besluit deze even te gaan verkennen terwijl wij Rudy DC gaan oppikken op ’t Hussevelde. Als we even later terug samen zijn, hebben we er een wegeltje bij. De rit zelf verloopt vrij rustig. Voorzichtig schaeverdijen* op de weg, en waar het kan eens goed doorgeven. Als we na een 30-tal Km aan komen aan de Zandbergen in Berlare, horen we in de verte iemand roepen. Het blijkt Rudy Vergeylen te zijn. Hij was niet tijdig uit zijn bed geraakt, maar kon het toch niet laten zijn veloken eens uit te laten. Ondanks de gladde wegen en verraderlijke ijsplekken slagen we erin toch overeind te blijven. Is dit nu doorgedreven stuurmanskunst, of willen ze het mij weer moeilijk maken een sappig verslag te schrijven? Even verder, ter hoogte van de Sluis in Uitbergen rijdt Hans lek. Zijn tubeless** band was plots nen airless. Terwijl de depannageploeg aan het werk is, gaat Karel enkele rondjes rijden bovenop de dijk. Hij merkt het enige overgebleven ijsplekske niet op, en gaat onderuit. Het ging zodanig rap dat bijna niemand het zag. Ik gelukkig wel. Merci Karel, Ik wist dat ik op u kon rekenen. Als de band hersteld is, en we allemaal verkleumd van de kou zijn, besluiten we dat het welletjes geweest is, en keren we huiswaarts. Voor de eindspurt wordt Rudy V gelanceerd door Rudy R, en haalt hij het nipt voor Jan W. Jan probeert nog van, “ Jamaar, waar ligt die meet nu, is het voor, of voorbij die vluchtheuvel”. Sorry Jan, het is wel degelijk net voor. Ivan Rogiers.

* Voor degene die het algemeen beschaafd Kalkensch niet meester zijn, Schaeverdijen = schaatsen.

*** Ivan had ook nog 2 sterretjes bij ‘tubeless’ gezet, maar is vergeten dat uit te leggen. Misschien een beetje brainless van Ivan, maar wie is daar nog over verwonderd? Euh, er is ook sprake van een zekere Marc, maar die ken ik niet hoor. Mario

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 30 november 2008. Haasdonk. Het weer zit ons niet mee de laatste tijd. Het blijft al weken na elkaar miezerig herfstweer. De voorspelling voor vandaag: Bewolkt, overwegend droog, met kans op een buitje. De thermometer blijft steken op 0,0 graden en het is nog droog als ik opsta, maar nog voor ik op het kerkplein ben, is het al aan het druppelen. Toch 9 dappere krijgers: Geert Schepens en buurman Dirk De Boever, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Pascal Lippens, Patrick en Jo Roels (geen broers) en Rudy en Ivan Rogiers (wel broers). Als Rudy R. (als laatste) aankomt, wens ik hem proficiat met de knappe prestatie van de Modderfokkers-quizploeg van gisterenavond. Ons team, vertegenwoordigd door Rudy en Ivan R, Marc Roelandt en Eddy Cocquyt, behaalde er de 3e plaats op 49 deelnemende ploegen. OK, Eddy is geen Modderfokker, maar er moest iemand meedoen die kon schrijven ook. Eén voorbeeldje uit de kwis wil ik jullie niet onthouden. We kregen een puzzel. Vijf woorden waarvan de letters door elkaar. Zoek de vreemde eend in de bijt. Ik zie onmiddellijk het woord “STEENEZEL”, de juiste oplossing. Niet moeilijk, Marc zat recht tegenover mij. Zo makkelijk kunnen kwisjes zijn.

We vertrekken met de wagen en hopen op beterschap, maar ginds aangekomen, is het al aan het regenen. Of is het natte sneeuw, of sneeuwnat? In ieder geval, nat en koud. Hans Schellaert was al ter plaatse en vervolledigt de groep voor een ritje Haasdonk. Waarschijnlijk is het parcours onder normale omstandigheden zeer mooi. Leuke bospartijen, technische stukjes in de kleiputten van Steendorp, op en langs de Scheldeboorden in Temse. Klinkt veelbelovend, maar nu is het een en al ploeteren door de modder, en de koude verbijten. We dragen onze clubnaam “De Modderfokkers” wel fier op onze rug, maar dat betekent niet dat dit ons lievelingsparcours is. Even voorbij halfweg, ons truikes zijn al niet meer herkenbaar, krijgen we de keuze: Linksaf voor asfalt, rechtdoor voor modder. Ge moogt 3 keer raden, … En ja, het moest er van komen, op een spekgladde afdaling gaat mijn voorwiel de verkeerde kant uit. Twee bomen komen veel te snel naderbij, en net voordat ik er tegenaan knal, val ik “gelukkig” tussen de struiken. Gelukkig zonder veel erg, enkel het ego een beetje gekneusd. Even later heb ik weer prijs. In een flauw bochtje blokkeert mijn achterrem en ga ik bijna een tweede keer onderuit. De rest van de rit rij ik met een slepende rem, en het was al zo lastig. Gelukkig kan ik rekenen op hier en daar een duwtje van Rudy, en halen we samen de finish. De kou en vermoeidheid werken zodanig op mijn gemoed, dat ik zelfs pas voor de nabespreking. Dankzij een warm badje en wat eten, kom ik er terug bovenop, en kan alsnog mijn zondag in schoonheid afsluiten met een bezoekje aan de nog altijd bemodderde collega’s in De Beize.

Mijn oproep naar vrijwilligers van vorige week is in dovemansoren gevallen, maar ge moet niet denken dat ik elke week sukkelaar van dienst wil zijn. Volgende keer andere en betere.

Ivan Rogiers

 

Zondag 14 december 2000. Grote Prijs Tom Vandenberghe.

Massale opkomst voor de éérste GP-TVDB. Ter gelegenheid van Tom’s verjaardag, had die gevraagd aan Rudy R. om met zijn ingebouwde GPS (een Tom-Tom?) een plaatselijk ritje uit te stippelen. Met mogelijkheid om een tussentijdse bevoorrading in te lassen. Zo gezegd, zo gedaan.

Niet minder dan 27 deelnemers verzamelen tussen de nasmeulende vuurkorven van de Kerstmarkt van gisterenavond. Teveel om op te noemen. Laat ons zeggen dat alle vaste klanten aanwezig zijn, plus een paar nieuwe, en een langverwachte come-back, Marc Roelandt. De enige die schittert door zijn afwezigheid is Rudy V. Ik zou liegen: ook Rita en Nadine zaten met de kelderkorsens, want niet gezien. Waarschijnlijk de plaatselijke verenigingen op de Kerstmarkt een beetje te hevig gesteund. Maar uitslapen is Rudy niet gegund, en terwijl wij nog wachten op Marc, die zijn rentree nog wat wil uitstellen – hij moest nog een nieuw wiel steken, geschooid bij Geert Bracke, gaat Danny F. zijn schoonbroer uit bed sleuren. Als we uiteindelijk, met een half uurken vertraging kunnen starten, komen Danny en Rudy ons in de Steenbeekwegel tegemoet, al zal Rudy pas een uurtje later beseffen dat hij op de fiets zit. We gaan voor de eerste keer via de Zauwwegel, die van de Scheestraat naar de Zauwerstaat loopt. Het is altijd een beetje opletten als je nieuwe paden verkent, en aan het nieuw gelegde betonnen brugje gaat Tommeke bommeke hemzelf al bijna overkop. Efkes verderop, als Geert Schepens een beetje te enthousiast van spoor verandert, gaat hij sierlijk onderuit. Recht in de grootste plas van gans de rit. Daarmee is de Zauwwegel officieel gedoopt, en Geert ook. We vervolgen onze weg en komen zonder verdere accidenten op ons rendez-vous in de Zandbergen in Berlare. Daar worden we opgewacht door Gunter, die ons voorziet van een natje en een droogje. Als we willen vertrekken, merkt Marc dat hij plat staat. De kapotte band wordt vervangen, maar die platte benen zal hij moeten houden tot thuis. Na een tweede tussenstop op de Scheldedijk ter hoogte van Uitbergen, wordt besloten om stillekesaan af te ronden en ons terug richting Kalken te begeven. Daar worden we verwacht voor een hapje en een drankje in de magazijnen van Drankenhandel Vandenberghe. Je moet maar durven, zo’n bende Modderfokkers uitnodigen tussen stapels bier en andere dranken. Maar ja, de kans dat we droog vallen is dan ook zeer klein. Toch nog een tegenvaller om de dag af te sluiten. Het duurt een vol jaar tot Tommeke nog ne keer verjaart. Tommetoch.

Ivan

Zeg, Ivan, en moest ge weer niets zeggen over uw broer zijn nieuwe velo misschien? O ja, en met zijn nieuwe velo won hij al zijn eerste sprint ook. Kgaketik maar zeggen. Mario

 

 

Zondag 21 december 2008. Overmere. Er verzamelt terug een grote groep aan de kerk, om de toertocht in Overmere te doen. Het is gevaarlijk om iedereen op te noemen, want als er enen niet op staat. Dus ik ga mij er niet aan wagen. Wat ik wel vaststel, is dat er toch enkele van de nieuwe gezichten terug bijzijn. Ook de dames zijn met een stuk of vijf.

We vertrekken stilletjes naar Overmere, alé dat stilletjes is maar tot aan de Beize zulle. Daarna moet Rudy Rogiers zijn nieuwe fietskader eens testen, en halen we met momenten snelheden tot boven de 40 per uur. Gelukkig weet iedereen de sporthal zijn waar er gestart wordt.

Van bij de start wordt terug een hoog tempo gehanteerd. Kris denkt al van aan de eerste kapel (op 100 meter), dit wordt niets voor mij en na korte tijd is Kris in crisis en niet meer te zien.

Het wordt terug een soort afvallingskoers. Als hekkensluiter zie ik enkelen één voor één afvallen. Het is wel mooi om zien, ware het niet dat er telkenmale een gat valt dat terug moet toe gereden worden. Ja, men rijdt beter bij de eersten in plaats van achteraan, maar ik kan mij toch meesleuren met de coureurs tot aan de eerste bevoorrading. Het veld achter ons is verbrokkeld.

Als iedereen terug is verzameld, besluiten de B’s het wat kalmer aan te doen en apart te rijden. Maar de A’s trachten ons mee te krijgen en rijden aanvankelijk ook wat trager, of zijn er daar ook die moe worden? Maar enige tijd later is de afvallingskoers weer gestart. Nu zijn we al wat geleerd en laten ons toch afzakken. Enkel Jo Roels blijft meerijden. Hij moet wel want hij heeft nog een verrassing in petto. Er wordt namelijk bij hem thuis nog een derde stopplaats (voor nen druppel) ingelast, hij heeft natuurlijk pech dat de rit zo laat aan zijn deur passeert.

Daarna vertrekken we terug allen samen voor de laatste kilometers. Door wat getreuzel vallen we op de Scheldedijk met een groepje achterop. Rudy Vergeylen is de eerste die het in de mot heeft en probeert alleen het gat toe te rijden, maar met tegenwind is dat rapper gezegd dan gedaan. Na een tijdje gaan ook wij in de achtervolging. We laten hiervoor Hans Schellaert en Jo Roels achter. Sorry mannen. Wij, dat zijn Geert Schepens en uw verslaggever (als tweede beroep is hij coureur). Jan Willems laat hem uit de eerste groep wat uitzakken om Rudy V. terug bij te brengen. Wij moeten het zonder hulp zien te klaren, maar langzaam maar zeker slagen we in onze opzet.

We zijn content dat we het gehaald hebben, nen mountainbiker heeft nie veel nodig om gelukkig te zijn, ziedewel.

We rijden de tocht uit tot in Overmere en hier wacht ons nog een hot-dogsken. Een jonge dame wenst nog een portret te trekken van de modderfokkers voor in de Gazet Van Antwerpen.

Rudy Declerck.

PS. Voor wie die de score wil bijhouden van de valpartijen: Pascal is tegen de vlakte gegaan op het korte hellingetje juist voor de Waterhoek.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 28 december 2008. Sinaai.

Voor de laatste zondagrit van ’t jaar, eindelijk nog eens een droge winterrit. Het is nog wat schemerdonker als ik aankom op het kerkplein, maar het zijn dan ook de kortste dagen van het jaar, en ik ben vrij vroeg. Enkel Jo Roels en Geert Schepens staan mij al op te wachten. De anderen komen een na een toe. Dirk De Boever, Eric Van Gasse, Luc Krick, Jan Willems, Patje Roels, Danny Fack, Rudy De Clercq, Bart Van Hecke en Rudy Rogiers. Allemaal goed ingepakt, want het is frisjes, -4.5. Mario is er niet bij, want als de thermometer onder 0 gaat, kleedt hij zich altijd alsof hij op poolreis gaat met Dixie Dansecour. Flanellen onderlijfje, velouren vest, caoutchouën bottekes, en naar ik heb horen zeggen, zelfs een pelsen onderbroek. Jaja, Mario rijdt met een onderbroek. Hij weet nog altijd niet dat je onder een koersbroek hetzelfde draagt als onder een Schotse kilt. Enfin, dit geheel ter zijde, het was nu net die onderbroek die hij niet vond. We vertrekken met de fiets naar Sinaai. Toch een goede 20 km, en voor we ter plaatse aankomen, hebben alle uitsteeksels, (vingers, tenen, enz.) al eens goe getinteld. Hans Schellaert vervolledigt de bende, en met z’n dertienen kunnen we van start. Niet voor lang, want Jo krijgt problemen met de versnelling, en moet de strijd staken. Toen waren ze nog met 12. Het parcours ligt overal hard bevroren, en bijgevolg is het nogal technisch, maar bolt het vrij goed. Het gaat dan ook behoorlijk hard, maar aangezien er geen zware ploeterstroken tussen zitten, rij ik mee met de grote mensen. Rudy DC, rijdt zoals gewoonlijk achteraan, maar waar hij normaal als sterkhouder af en toe een duwtje uitdeelt aan wie het moeilijk heeft, zit hij nu zelf met een serieuze beeste. Aan de bevoorrading in Lokeren houdt hij het voor bekeken, en rijdt rustig naar huis. De forme is er niet, en zijn stuurvaardigheid laat volgens hem te wensen over. Ook Danny, die vroeg moet thuis zijn, verlaat ons. Toen waren er nog 10. Hans is de volgende die aan de rekker hangt, maar hij rijdt zo goed als in eigen streek, en als hij op een 10-tal km van het einde een binnenwegje naar huis neemt, (nog 9) vrees ik de volgende te zijn. Gelukkig rijdt even later Patje lek. Terwijl de technische dienst de klus klaart, rijden Geert, die blijkbaar ook bijna aan het eind van zijn latijn zit, en ik de laatste 5 km voorop. Ook Luc volgt ons voorbeeld, en zo komen we zonder malheuren terug aan de feesttent. De terugtocht wordt afgehaspeld aan een goede 32, 33 per uur en zowel Geert als ik bollen goe mee, maar met 85 km op de teller is het vet van de soep, en de laatste 5 zijn er teveel aan. Ik geraak nog met moeite (en met hier en daar een duwtje in de rug ) de brug van Hussevelde over, en aan huisnummer 43 hou ik het voor bekeken. Ik heb zelfs de courrage nie meer om te rijden tot De Beize. Ge kunt u dus wel voorstellen hoe kapot ik zat.

Ivan Rogiers

 

Zondag 4 januari 2009. Gentbrugge.

Terwijl Rudy Vergeylen en Jo Roels naar Gits waren, verzamelen we voor een rit in Gentbrugge. Het is wel wat wachten op Rudy Rogiers. Hij kan wel rap met de vélo rijden, maar opstaan is niet zijn beste vak. Bij het naar ginder rijden, met Danny Fack op kop, wordt de verloren tijd al grotendeels ingehaald. We gaan ginder van start met Rudy R, Dany F, Eric Van Gasse, Dirk (van Laarne), Geert Schepens, Pat Roels, en ikzelf. Dirk Hanselaer, heeft al gezien dat er weer koers in de lucht hangt en besluit afzonderlijk te rijden.

Kort voor de bevoorrading rijden de B’s (dat zijn Geert en ikzelf) eens voorop en was het nu te rap of te traag, dat weet ik niet, maar wat Geert wel heeft gezien is dat Rudy R gevallen is. Niet zijn gewoonte, of was er toch drank in het spel?

Bij de bevoorrading komt ook Dirk H al toe, dus zijn beentjes waren eigenlijk goe genoeg om mee te rijden.

Vanaf daar rijdt ook Geert Braeckman van WTC de Calcine mee, zeker geen van de minsten. Hij moet later wel ondervinden dat de modderfokkers geen clubken is om ne keer mee te lachen, en ja hij wordt eraf gereden. Op den dijk is er wel ne keer goe door gereden, zelfs Rudy R krijgt het moeilijk. Niet verkeerd verstaan hij moet wel af en toe Geert S wat duwen.

Uiteindelijk komen we na ongeveer 75 km aan in de Beize. Geert S komt zelfs als eerste over de meet, hij werd opeens wat gewaar in zijnen rug en van dan ging het rap. Dat “wat” was de hand van Rudy R.

Rudy de Clercq

Oei, wisten jullie dat Rudy dC van adel was? Het is blijkbaar ‘de Clercq’, met een kleine ‘d’. Nu rijdt er al adel mee met ons ook. Eerlijk gezegd, Rudy was nu echt de laatste waar ik adellijk bloed in verwacht had. Mario

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike. Modderfokkers

 

Zondag 18 januari 2009. Plaatselijk.

Gelukkig ben ik van nature nogal rustig van aard, anders zoudt ge der nog stress van krijgen. Waar ik vroeger enkel moest vechten tegen het blanco blad, word ik nu ook nog onder tijdsdruk gezet door de redactie van de nieuwe blog van De Modderfokkers. Daar staat sinds maandag een kader met de tekst “ HIER KOMT WELDRA HET VERSLAG VAN DE RIT DOOR IVAN” Voorheen kon ik nog kiezen. Schrijf ik nu niet, of schrijf ik wel, maar nu heb ik het op voorhand aan mijn vel.

We reden zondag nog eens de kapellekensbaan. Neen, niet die van Louis-Paul Boon, maar een ritje, uitgestippeld door Rudy DC. Normaal een ritje voor de B-kes, maar bij gebrek aan inspiratie van de A’s, een gezamelijke tocht. We vertrekken met de wind in de rug, en op algemeen verzoek (uitgezonderd Geert S), gaan we voor de 2e keer via de Zauwwegel. De brede voeg in het midden van het brugje is ondertussen vakkundig dichtgevoegd door voegwerken Rudy Rogiers, en iedereen blijft overeind (ook Geert S. dus). De heenreis verloop vlot, maar eens we de Kruiskapel voorbij zijn, krijgen we de wind op kop. Het is ondertussen ook beginnen regenen, en het lastigste deel moet nog komen. Bij het oprijden van de Moervaartdijk zit ik nog redelijk vooraan, maar het is zwaar en blijft maar duren. De ene na de andere rijdt me voorbij, en als ik helemaal achteraan zit, laat Rudy R zich uitzakken om mij een beetje uit de wind te zetten. Beetje bij beetje, en met af en toe een duwtje in de rug, komen we terug bij de rest. Als ik met een laatste krachtsinspanning nog net voorbij Mario geraak, zakt bij hem de moed in de schoenen. Zo diep zelfs, dat wanneer we terug op de berijdbare weg komen, hij afhaakt en alleen terug naar huis fietst. Stel je voor, als ik dat doe, kan ik elke week alleen terug. Net als ik denk dat we het kwaadste wel gehad hebben, krijgen we als uitsmijter de kasseistrook van de Vogelzang voor de wielen. Nog ne keer sterven dus. Eens dit achter de rug besluiten we wegens sluitdag van De Beize, af te zakken naar De Schorpioen. Zodra Jo dit te horen krijgt, is hij niet meer te houden, en gaat er alleen vandoor. Niet voor lang echter, want de eerste brug, die van D’Hanselaerstraat, is een brug te ver. Als op het einde van de Zomerstraat de eindspurt ingezet word, en de duwers ons in de steek laten, merk ik dat ik toch niet de enige was met flanellen benen. In de verte zie ik nog dat Rudy R het vlot haalt van de rest. Nadat ik wat bekomen ben bij een Ice-tea-ken ( dat hebben ze daar ook in De Schorpioen ), maak ik mijn lijstje van de aanwezigen op. We vertrokken met 15. De Hanselaerkes, Dirk, Frank en Svevo, die na enkele kilometers alleen verder gingen. Rudy Vergeylen, Rogiers en De Clercq, Geert Schepens, Jojo Roels, Mari-jojo Vaneechoutte, Geert Schepens, Bart Van Hecke, Dirk De Boever, Tim Raman, Frank Vandesteene en Patje Roels, maar diene vijftiende schiet mij maar niet te binnen. Ik overloop met de aanwezigen het lijstje, en vraag of zij nog weten wie ontbreekt. Awel gij toch, kieken, antwoorden ze in koor. Ikke dus. Als even later de superlady’s Rita en Nadine arriveren, is den hoop copleet, en kunnen we aftellen tot volgende week. Ivan Rogiers

 

Zondag 8 februari 2009. Plaatselijk + Lille

We verzamelen om 8.30 u voor een plaatselijk ritje. De mannen van de vliegende brigade zijn al een uurtje geleden vertrokken om Lille en omliggende onveilig te maken. Ze waren met 6: Rudy Rogiers, Rudy Vergeylen, Jan Willems, Patrick Roels, Jo Roels en Pascal Lippens. Wij waren met 10. Rudy en Eddy De Clercq, Geert Bracke, Luc Krick, Danny Fack, Tom Vandenberghe, Peter van Kerckhove, Danny Poelman, Dirk De Boever en ikzelf. Zoals je ziet, ook enkele A-kes. Zij kozen vandaag voor het goede gezelschap, in plaats van de verre verplaatsing. Tom stelt voor de pijltjes van de rit in Gentbrugge van zaterdag te volgen, Maar de Clercq-skes hebben gisteren de tocht al gereden, en konden vertellen dat het een grote modderbedoening was. Niet dus. We kiezen uiteindelijk voor de klassieker “Wachtebeke-domein Puyenbroeck”, een rit die er al van bij het begin tussen zit, maar nu toch al een tijdje geleden gereden is. Bij gebrek aan de vaste routeplanners neem ik de taak van navigator op mij, en stel tevreden vast, dat het geheugen nog goe marcheert. Geen ene keer verkeerd gereden. In het domein zelf, ligt het redelijk vettig, en moeten we af en toe stoppen om afgewaaide takken opzij te leggen, maar het blijft berijdbaar. Voor de meesten toch, want als op een van de zwaardere stukken Danny P. de achtervolging inzet op een ontsnapte Luc, gaat hij sierlijk onderuit. Hij krabbelt rap overeind, maar niet rap genoeg om te ontkomen aan een tuimelvermelding in ’t verslag. Peter is ondertussen al een paar keer diep geweest, en als ik hem vraag hoe het gaat, antwoord hij “afzien, jong: vijf maand geleden d’ak nog op de fiets gezeten heb”. Ik zeg hem dat hij nog veel “Frietamientjes” zal moeten eten, voor hij weer op niveau zal zitten. Op de terugtocht naar Kalken merken we dat wij niet als enige MTB-ers op weg zijn. Ter hoogte van ’t Heiende in Lokeren, zien we nog net de Moddermiekes, Carla, Ariane en Christine Oosterlinck ons pad kruisen. De laatste brug begint bij de heroptredende Geert en Tom serieus door te wegen, maar toch word ik door een lachende Tom voorbij gereden. Zij het dan wel dat hij geduwd wordt door Rudy, die op zijn beurt geduwd wordt door Danny F. Ik stel voor ook wat mee te duwen, maar hang mij “onopvallend” aan het truiken van Tom. Zo geraken we samen boven. De aankomst in De Beize gaat met tussenpozen. Eerst wij, de B&A-kes, dan de Lille-gangers, de miekes, en zelfs nog ne verloren gelopen Rosten Senna. Korte samenvatting van de rit in Lille: Rudy V duikt in een gracht en steek nog net met zijn benen boven het gras. Rudy R is cameraman van dienst, en filmt al rijdend met de camera in de hand (gaat wel bijna onderuit op de hardgevroren moddersporen), en Jo Roels is zaterdag een beetje doorgezakt en heeft zijn bed niet gezien. (Ik ook niet, want als ik in mijn bed kruip is het donker, en doe ik mijn ogen toe).

Wie ik echter niet meer gezien heb, is Nadine. Die was er blijkbaar op haar eentje op uit en was wat verloren gereden. Hopelijk is ze toch nog op tijd in De Beize geraakt, want de Scampi’s waarop Koen ons trakteerde waren hééééééél lekkerrrrrrrrrrrrrr. Ivan

 

Zondag 15 februari 2009. Waasmunster

Omdat je niet elke week een verre verplaatsing kan doen, vandaag een plaatselijk ritje. Lang geleden dat we nog ne keer naar Waasmunster gereden zijn, dus is ’t nu het moment. Bij afwezigheid van Rudy DC, die in de sneeuw gaan spelen is, rijden we allemaal samen. Rudy R, Jan W, Danny F, Geert S, Patje R, Jo R, Dirk H, Dirk DB, Pascal L, Rudy V, Eric VG en ik. We zijn nog maar net vertrokken als Jo, ter hoogte van de Bontinckstraat in panne staat. Versnelling in zijn wiel gedraaid. Soms kan je dit voorkomen: als het hapert, niet verder trappen, maar even terugdraaien. Maar Jo rijdt, zoals hij zijn auto parkeert. Als het begint te kraken, … nog ne meter. Met als gevolg, versnelling en enkele rayons kapot en game over. Ware het niet dat Jo nog ne velo heeft, en een zorgzame vriendin, die hem komt ophalen, en zal afleveren, even verder op het parcours. We rijden via Lokeren, over de dijken van de Durme, en het gaat weer goe vooruit. Even voorbij het Molsbroek, komen we op de Ten Rijendreef, een weg die parallel loopt met de E-17. Rudy V en Eric VG zitten mekaar weer een beetje op te stoken, en drijven de snelheid op tot net geen 40/uur. Als den andere Rudy er dan ook nog ne snok aan geeft, gaan we tot bijna 45. Schoon tempoken voor die mannen, maar veel te rap voor de normale gasten (eerste keer kapot). Als even verder Jo terug inpikt, verlaten Rudy en Eric ons. Ze hebben nog andere verplichtingen. Propere gasten hé, ons eerst laten afzien, en dan hun schup afkuisen. Eenmaal in Waasmunster aangekomen, is het weer genieten. Mooie, droge baantjes, door de bossen, over de bultjes, geen wonder dat er hier nog veel volk rond rijdt. Als we na een tijdje een tussenstop maken voor een natje en een droogje, gaat Jo een babbeltje slaan met iemand van de plaatselijke bevolking. Toevallig een kenner, die weet te vertellen dat het belangrijk is, niet alleen de beenspieren, maar ook de rug- en de buikspieren goed te trainen. “Mijn buikspieren zullen wel goe getraind zijn” zegt Jo, “want ik drink elke dag nen bak bier”. “Serieus, ik meen dat wel hé” zegt die kerel. Waarop Jo bloedserieus antwoordt: “Jamaar, ik ook zulle”. (Tweede keer kapot, nu van ‘t lachen ). Als iedereen bekomen is, wij van ’t lachen, en die gast van verschieten, kunnen we terug de baan op. We verlaten de bossen, en gaan richting Schelde, waar we naast het standbeeld van Filip De Pillecijn nog een mooi stukje MTB-parcous vinden. Even verder, net over de Mira-brug pikken we nog een BMX-piste mee, en kunnen dan voldaan terug huiswaarts. De kilometers en het tempo beginnen serieus door te wegen, maar ik ben niet alleen. Geert, die na enkele weken afwezigheid wegens ziekte hoopte op een rustig wederoptreden, zit er al een tijdje door. Gelukkig kan hij rekenen op manuele bijstand van Rudy en Jan. Als aan het einde van de Gaver de eindspurt wordt ingezet, (ik dacht dat die al was ingezet bij het verlaten van het kerkplein), komt Geert, die nochtans niet meer kon, mij toch wel voorbijgestoken zeker. Het moet wel gezegd worden dat Jan en nog achter zat, en ne ferme put in Geert zijne rug aan het duwen was. (Derde keer kapot). In de Beize worden we opgewacht door de dames Carla, Ariane en Gerda. Marc en Gunter hebben ook hun toerken al afgewerkt. Als even later Annemie, Linda en Christine O. nog binnenkomen, zijn we compleet, en kunnen de jarigen van de week, Rudy en Marc, gefeliciteerd worden met weer een jaartje erbij. Ivan

 

Zondag 1 maart 2009. Een beetje overal.

De Modderfokkers zenden hun zonen uit. Tom VDB en Patje zijn de enige die de verre verplaatsing naar Mol zien zitten.Zij vertrekken om 7 uur. Normaal toch rap anderhalf uur met de wagen, maar voor Tommeke een klein uurken. Rudy R, Pascal, Dirk DB en Chris kiezen voor de iets dichtere uitstap naar Nieuwkerken-Waas. Zij starten om 8u. Wij verzamelen om 8.30 u voor een plaatselijk ritje. Rudy DC, Rudy V, Eric, Hans, Dirk H, Dany P en ikzelf besluiten de Bloso-route van Wetteren nog eens te rijden. Net voor we willen vertrekken komt Mario er nog bij. Hij had een ritje naar St. Lievens Houtem in gedachten. Toch vreemd hoe die gasten van West-Vlaanderen hun goesting weten op te dringen. Het wordt dus SLH. Op weg naar ginder, valt het op dat sommigen moeite hebben om het rechte pad te houden. Waarschijnlijk de naweeën van de doortocht van de Omloop Het Nieuwsblad. Die konden we ook dit jaar niet zomaar laten voorbijgaan, en een gezellig samenzijn was het resultaat. Het was daar dat Rudy DC mij kwam te vertellen dat we de laatste tijd chance hebben op gebied van materiaalpech. Dat is erom vragen natuurlijk, en ter hoogte van Massemen hebben we al prijs. Platte band voor Rudy V. Bijgestaan door zijn goede vriend Eric is het euvel rap verholpen, en kunnen we beginnen aan het plaatselijk parcours. Redelijk lastig, maar al bij al goed berijdbaar. Ongeveer halfweg de rit wordt er getwijfeld of we rechtdoor of linksaf moeten. Dirk heeft het te laat opgemerkt, kan niet meer ontwijken, en duikelt de ze zijberm in. Serieus verschoten, maar gelukkig zonder veel erg. De volgende duik is er een voor, wie anders dan… Eric. Terwijl hij Hans een duwtje in de rug geeft, raakt hij het achterwiel van Dirk, daarna dat van Hans, en gaat onderuit. Als ook hij van de schrik is bekomen, spreekt hij de wijze woorden: “Het is met vallen en opstaan, dat ge groot wordt”. Als deze stelling zou kloppen, zou Eric ondertussen 2,38 m groot zijn, en zou het de eerste keer zijn dat Dirk gevallen is, dus da spel klopt hier nie. Als even voor aanvang van de terugtocht Dany Poelman ook nog lek rijdt, hebben we ons deel van de tegenslagen wel gehad. Op weg naar Kalken nemen Rudy V en ik het kopwerk voor ons rekening. Op den langen end steekt Rudy DC nog een tandje bij, en mag Eric er 2 bijsteken. Een voor hem en een voor Hans. Moe maar voldaan komen we aan in De Beize waar even later ook de dames zich aanmelden. Het valt mij op dat de laatste tijd de deelnemers uit de Warande in Laarne redelijk diep gaan. Twee weken geleden zat Geert S serieus op zijn tandvlees. Vorige week was het de beurt aan Dirk De Boever, compleet choco. En nu zag bij aankomst ons Karla De Kok er niet te best uit. Grote verschil met haar gebuur is, dat zij een beetje teveel, en haar gebuur geen kleur meer had. Ivan

 

Zondag 15 maart 2009. Belsele.

Er verzamelde een vrij grote groep op het kerkplein. Rudy vertrekt met nen man of acht met de fiets naar Belsele. Ik durf geen namen op te noemen want ‘k zou der soms wat vergeten, maar in ieder geval nen groep straffe gasten waaronder toch twee die lef hebben om mee te rijden. Mario en Tom zien het zitten om een groepstijdrit te rijden, proficiat mannen.

De vrouwelijke modderfokkers en de B’s verkiezen toch maar met den auto naar ginder af te reizen. Rudy Vergeylen stelt zijn camionette ook ter beschikking, waarvoor onze dank, en zo is het transportprobleem van de baan. Tim Raman komt eigenlijk iets te laat toe en de mannen per fiets zijn al vertrokken. Hij kan kiezen of de anderen snel inhalen of ook de fiets in de camionette steken. Zijn keuze is rap gemaakt.

Ivan is chauffeur van dienst, dat baart ons eerst wat zorgen maar na een paar kilometer is het vertrouwen volledig terug.

Ginder gaan we van start met Geert S terug na enkele weken ziekte, Pascal L, Gunter B terug na operatie, Dirk H, en nog enkelen goed voorzien van buikspek, nl. Marc R terug na lange tijd, Ivan R en ikzelf. Marc merkt op dat de koerspakjes vlug krimpen in de was.

Tim blijft wachten op de anderen. Hier laat ik je los, Tim, van hieraf moet je gaan (werd ooit gezongen door Wim De Craene).

In het begin pruttelt het versnellingsapparaat van Gunter wat tegen, maar eens de power wat onder controle is, komt dat ook goed. Het is een mooi parkoer, waarbij we veel in het veld vertoeven. Misschien wel iets te veel voor Marc, want na zo’n lange afwezigheid wegen de veldstroken wel zwaar door. Normaal zou Marc het verslag geschreven hebben, maar dan mag het niet altijd zwart voor de ogen zijn. Bij een splitsing 40 of 49 km kiest hij voor de 40 km, zijn ontploffingsmotor is ontploft. Bij de bevoorrading krijgen we het gezelschap van Tom VDB en Tim R, die ook de splitsing hebben genomen. Naar het einde toe wordt het nog lastig voor enkele, maar hier en daar en duwtje en de groep blijft samen.

Jaja, toch een valpartij. Dirk had problemen aan een poort aan nen wegel in Waasmunster. Pascal stond bijna stil en Dirk heeft alles gedaan, maar niet in de goede volgorde en klikte zijn voet(en) pas los uit de pedalen als hij al op de grond lag. Stel dat ge de volgorde niet respecteert als ge gaat plassen …

Eens aangekomen zit Marc al te genieten van zijn Leffe in het zonnetje. We volgen dan ook zijn goede voorbeeld. Nen Leffe later komen ook Rudy en zijn gezelschap toe. Mario zegt (kan eigenlijk niet) niet veel, maar zijn gezicht spreekt boekdelen. Dat was afzien. Maar toch weet hij niet van opgeven en rijdt ook terug per velo. Ook Tim wil nog wat meer kilometers en gaat ook per fiets.

Het is er op de terugweg ook snel aan toegegaan, want we zijn nog maar net in de Beize of ze arriveren al. Al is het dan zonder Mario, die reed rechtstreeks naar huis of zou hij eens langs geweest zijn bij Dooghe-Demey om te zien of er nog plaats was als zijn zetel hem niet kon reanimeren.

Uiteindelijk leek iedereen toch content, een beetje moe maar voldaan. Rudy DC

 

Zondag 22 maart 2009. Zele-Heikant. Het is nog maar 7 uur en ik ben al klaarwakker. Mijn veloken staat al te wachten, dus sta ik maar op. Zo heb ik alle tijd om mij op mijn gemakske klaar te maken, een booken te eten, tandjes te poetsen, zodat ik fris en monter naar het kerkplein kan vertrekken. Om 8u20 ben ik al halfweg ’t Hussevelde, maar ik voel dat er iets niet klopt. Mijne helm vergeten. Rap terug want verstandige Modderfokkers dragen zorg voor dat beetje hersens die ze hebben. Even later, aan ’t begin van de Schriekstaat zie ik dat mijn drinkbus ontbreekt. Nog maar eens terug. Als ik terug op de fiets zit, merk ik dat het zal spannen om tegen halfnegen aan de kerk te raken, dus vertrek ik via de Scheestraat een stukske af te snijden, in de hoop dat ik de rest nog tegenkom. Mijn berekening klopt, want halfweg de Vromondstraat zie ik ze al komen. Wel verstrooid maar niet dom dus. Een serieuze bende, met meer dan 20. Om het verslag met enkele bladzijden in te korten, zal ik niet iedereen bij naam noemen, maar voor de deelnemers verwijzen naar de groepsfoto op de blog: http://www.bloggen.be/modderfokkers/ . Ter plekke worden we opgewacht door de meiskes en nog een paar enkelingen die rechtstreeks naar ginder gereden waren. Alles samen zo’n 30 fokkers. Van modder is vandaag geen sprake, dus wordt het serieus doorvlammen. Het eerste deel van de rit proberen we zo goed en zo kwaad als kan, samen te blijven, maar na de bevoorrading besluiten we toch maar op te splitsen. Zo blijft het voor iedereen leutig. Het tweede deel van de rit verloopt dan ook iets rustiger, al rijden we ondanks de vrij strakke wind goed door. Na aankomst kunnen we nog genieten van een drankje, inbegrepen in de inschrijvingskosten. Blijkbaar was de cola al uitgeput, want A-kes zaten ons al op te wachten achter hun Leffe’s. Als ook ons vochtgehalte op peil is gebracht, vatten we onze terugtocht aan, maar niet voordat we geposeerd hebben voor de groepsfoto aan de voordeur van de kerk. Het rijden in zo’n grote groep is niet altijd gemakkelijk, en zo duurt het een tijdje voordat men vooraan hoort dat er een auto achter ons zit. Tot Luk Krick een arbitersfluitje uit zijn zak tevoorschijn tovert, en zo de koplopers verwittigt. Danny Fack is nu echt niet meer te houden. Hij neemt het fluitje over en gaat, druk fluitend, voor de groep uitrijden en aan elk kruispunt het verkeer regelen. Gelukkig is er weinig verkeer, maar het moet gezegd, het gaat hem nog goed af. Als Danny ooit een echte job wil, heeft hij hier misschien nog mogelijkheden. Dankzij de goede begeleiding van Danny, en het kopwerk van Rudy Rogiers halen we Kalken met een ferm gemiddelde. 28.5 km/u voor de A-kes, en slechts eentje minder voor de B-kes. Ivan.

 

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: KWB Kalken

Verslagen Mountainbike (More-vélo)

 

Zondag 5 april 2009. Kalken Ondanks het voorspelde lenteweer toch maar 6 deelnemers. Akkoord, het was nog frisjes, en er hing behoorlijk wat mist, maar dat schrikt nen echten Modderfokker niet af. Die echte waren: Patje Roels, Eric Van Gasse, Pascal Lippens, Luc Krick en ikzelf. Er zijn geen ritten in de buurt, en aangezien de vaste routeplanners er niet bij zijn, stel ik voor nog eens de tour van Wetteren te rijden. Zo kunnen we ineens de sfeer van de Ronde van Vlaanderen gaan opsnuiven. We staan startensklaar als een 20-tal wielertoeristen voorbij rijden. Het sein om ook te vertrekken en er achteraan te gaan. We hebben ze rap te pakken, en merken na een paar honderd meter dat hun tempo ons niet goed ligt. We knikken even naar elkaar, en gaan ze met een deftige vaart voorbij. Halfweg den Langen end komt er nog eentje proberen. Hij steekt ons zelfs nog voorbij, maar moet 2 seconden later al passen, en laat zich dan wijselijk uitzakken bij zijn makkers, die ondertussen al niet meer te zien zijn. Vanaf de Brug in Wetteren volgen we een stukje van het parcours van De Ronde. Ik zit zodanig de sfeer op te snuiven, dat ik op het klimmetje naar het marktplein toe zelfs bijna in ademnood kom. Misschien ook omdat er serieus doorgetrokken wordt. Vanaf de Warande, volgen we de uitgestippelde MTB-tour, die er na de voorbije droge dagen toch nog vrij vettig bijligt. Onder een heerlijk lentezonnetje werken we onze rit af, met op het einde, het technisch gedeelte in de Warande zelf. Eric laat zich weer van zijn beste kant zien, en als een volleerd acrobaat, neemt hij een hindernis waar de meesten voor passen. Onze bewondering stijgt. Maar zakt al even rap, als hij op een steil klimmetje tot 2 maal toe onderuit gaat. Als de kindjes gedaan hebben met spelen, vertrekken we richting Kalken, maar niet zonder eerst nog eens het talrijk opgekomen publiek te gaan groeten. Het klimmetje waar ik het deze morgen nog lastig had, vlieg ik nu naar boven, luid aangemoedigd door de wielerliefhebbers. ‘K voelde mij precies nen echten Flandriën. Ivan.

PS. Nagekomen notitie van Mario: voor wie denkt dat Ivan niet meer kan tellen (en ook voor wie die denkt dat Ivan nooit kunnen tellen heeft): ook Mario was er bij. Ik zal voorzeker onopvallend gereden hebben …

 

Vrijdag 1 mei 2009. Gent Blaarmeersen. Vrijdagmorgen, goe weer en congé, wat moet nen mens nog meer hebben. Samen met Rudy V starten we naar Gent. We moeten wel nog langs bij Eric V, waar ook Geert S en Jan W staan te wachten. Langs de vaart in Gent kunnen we nog wat profiteren van twee wielrenners (wel al gepensioneerd). We blijven ze maar volgen, gelukkig zijn er nog die wakker zijn om in Zwijnaarde te zien dat we verkeerd zijn. Maar het komt vandaag toch op geen kilometertje aan. Ginds ter plaatse komt ook Danny P met nog iemand aan, hij ziet er in ieder geval goed uit na de kroegentocht van gisteren. Ivan R en Thomas zijn meegekomen met de meisjes met de auto. De meisjes zijn Rita, Nadine, Christine, Ariane en Carla.

We vertrekken voor de 65 km, de dames gaan voor 45 of 50 km. Na 500 meter is het scheenbeen van Rudy V al wat geschonden, een brugje liep over. Danny en zijn kamaraad, besluiten na korte tijd om afzonderlijk te rijden. Er wordt met momenten stevig doorgereden op het droge parkoer. Het wordt zwaar voor Thomas, later ook voor Geert en nog wat later ook voor Ivan.

Bij de eerste bevoorrading maakt Geert een opmerking over onze benen. Onze benen zouden kunnen dienen voor weidestaken, met dat verschil dat die van hem ergens in het midden zouden staan en deze van mij op nen hoek. Maar niet te vergeten dat die beentjes van mij wel 0.1 ton moeten meesleuren, velo inbegrepen wel te verstaan.

Ondanks dat moet ik wat later, op de stroken met putten en stenen, ook het drietal Jan, Rudy en Eric lossen. Eric die trouwens in goeden doen is. Op een gegeven moment is er terug een afscheiding van de drie koplopers, met wat hulp van een vreemde mountainbiker kunnen we het gat verkleinen. Hiervoor moeten we wel rond de 40 per uur rijden op nen verharde weg. Als we dan de voorsten hun achterlicht zien, hebben ze de plezante opmerking: “we zijn verkeerd gereden”. Ook Ivan en Geert hebben het pijltje gemist, alleen Thomas heeft het wel gezien, alé dienen voor hem sloeg af en hij is gevolgd. Maar zo heeft hij toch ook op kop gereden.

We komen ook de vrouwen eens tegen al is het dan met panne. Een behulpzame jonge man heeft net een andere band gestoken in de fiets van Christine. Bij aankomst kunnen we genieten van vloeibare bevoorrading, tot iedereen arriveert. Carla heeft ook wel wat diep geweest en voelt zich niet zo goed. Dus er wordt gewikt en gewogen hoe er zal worden terug gereden. Jan vertrekt alleen om toch wat op tijd thuis te zijn. Danny moet vandaar naar Zomergem. Thomas neemt het stuur van de auto van Nadine over en zo kunnen Nadine en Rita met de fiets mee. Uiteindelijk bollen we met de twee dames en Rudy, Eric, Ivan en ikzelf terug huiswaarts. In “klein Ledeberg” is de laatste bevoorrading. Het is wel gezellig in het zonnetje, jammer dat het bier dan zo snel verdampt hé. Rudy DC.

 

Zondag 3 mei 2009. Sint-Lievens Houtem.

Rudy zijne kompjoeter lag in panne, dus werden er geen mailkes gestuurd, maar via-via, kwam het bericht toch op den blog. Om 8 u vertrekken met de velo, of om 8.30 mee den auto. De 3 tenoren (Rudyrudyrudy), Gunter, Thomas (Bisschop), Tom, Jo, Patje, Jan, Dirk DB, Danny F, Pascal, Eric, en ikke. Nadine ziet het ook zitten om goe opgewarmd aan de start te komen, en rijdt met de mannekes mee. Aan het einde van den langenend staat die andere straffe madam, Rita, samen met Eric ons op te wachten om de 20 km naar SLH op een schoon tempoken af te werken. Als we na lang aanschuiven toch ingeschreven raken, kunnen we beginnen aan de Serge Baguet Classic. Al na enkele km worden we een bosje ingestuurd voor een technisch stukje, en nog geen 2 bochten verder ligt Pascal al op zijn zij. Altijd goe voor ’t verslag, denk ik bij mezelf. Het staat nu 100% vast. Eric heeft zijn titel van tuimelkampioen afgestaan aan Pascal. Lang kan ik echter niet genieten van het binnenpretje, want even verder slipt op een steil klimmetje mijn achterwiel door, en lig ik zelf tussen de struiken. Dirk DB is de volgende. Als we stoppen voor een lekke band van Rudy V. vergeet hij zijn voet los te klikken, met het bekende gevolg. Op zijn …. Terwijl de pechdienst aan het werk gaat, stel ik voor dat de mindere goden een beetje voorsprong nemen op een normaal tempo. We zijn al een tijdje verder als Eric en Jo ook nog komen aansluiten. Eric zegt dat hij serieus heeft moeten doorvlammen om tot bij ons te raken. Toen hij Rudy DC zag vertrekken, heeft hij nog even getwijfeld om het goede voorbeeld te volgen. Ik zeg hem dat als Rudy vertrekt, hij niet moet twijfelen, maar moe rijden. Nog voor de rest terug bij ons komt, noteren we de 4e duik. Deze keer is het Thomas. In een veldwegel heeft hij te veel oog voor voorbijwandelend vrouwelijk schoon, en moet dit met een tuimelperte bekopen. Waarschijnlijk zat hij al een beetje “zochte” ook, want als we even later terug samen zijn, en het tempo de hoogte ingaat, haakt hij af en rijdt op zijn eigen tempo verder. De kilometers van de heenreis, en het golvend parcours beginnen ook bij anderen door te wegen, en als we ter hoogte van Oosterzele de grote baan kruisen, stelt Rudy DC voor om vanaf hier rechtstreeks naar huis te rijden. Het vooruitzicht van nog 15 lastige km op het parcours, en de terugreis van 17 aan 35 per uur schrikt ook mij en Gunter af, en met z’n drieën gaan we richting Kalken. Onderweg rapen we ook nog Thomas op. Zelden iemand zo gelukkig geweten om ons te zien. We komen aan in De Beize met 85 km op de teller. Even later gevolgd door Rita en Nadine die op hun gemakske de 45 km (+ 2 x 17 = 79 ) reden. Als later de rest van de bende, met in totaal zo’n ± 100km in de benen toekomen, is de bende kompleet. Ivan.

 

Zondag 17 mei 2009. Plaatselijk-Waasmunster. Als ik rond 5 u even opsta voor een sanitaire pauze, zie ik dat het goed aan het regenen is. Toemme toch. Maar aangezien ik vorige week ook al forfait moest geven wegens ziekte, wil ik vandaag zeker rijden. Kwestie van de conditie, voor zover die er al is, toch een beetje op peil te houden. Mijn schietgebedje wordt verhoord, want als ik opsta, is het op hier en daar een plasje na, droog. Wijle, ik en ’t vrouwke, weg dus. Op het kerkplein worden we opgewacht door Tim en Tom, de 3 Rudy’s, Dirk H, Bart VH, Geert S, Jan W en Luc Krick, die vorige week nog jarig was. Aangezien Danny F er niet bij is, besluiten wij het kussen over te laten aan de dames: Nadine, Els (de vriendin van Jo), Linda, Carla, Annemie en Christine’s O en DS. Na het vervullen van de formaliteiten, kunnen we vertrekken. We maken nog een tussenlanding in de Portugiezenstraat om nieuwe remblokjes op Tom zijne velo te steken, en gaan dan in gestrekte draf richting Waasmunster. Over de brug van Hussevelde, stuurt Rudy ons naar rechts voor een eerste verassing. We rijden via de dienstweg van de Carrestel naar de Bontinckstraat, en gaan dan de spiertjes losdokkeren op de Vogelzang. Joepie!!!! Vanaf Lokeren volgen we de Durmedijk, die we even verlaten om onder de E17 te duiken. Het vervolg van de dijk, dat bij de mountainbikers bekend staat als “den tingeldijk“, is onverhard, maar al bij al goed berijdbaar. Behalve voor Tim. Die gaat iets te hevig door een bocht, en bijgevolg op zijn… euh… zij. Als we het onverharde gedeelte verlaten, komen we terug samen, en stellen we vast dat de nieuwe truikes van de modderfokkers niet goed tegen ’t vuil kunnen. Het scheelt niet veel, of we krijgen nog meer vuile truikes. Op een stuk met mos en moddervlekken proberen Geert, Luk en ikzelf een stukje simultaan-slippen, en gaan bijna gelijktijdig onderuit. Met de nadruk niet op, bijna gelijk, maar, bijna onderuit. Eens in Waasmunster kunnen we opnieuw genieten van de mooie wegeltjes en bosstroken. Behalve Tim, die is nog onder de indruk van zijn duik, en besluit alleen terug te keren. Op onze terugweg kunnen we het BMX-parcourtje aan de Mira-brug niet laten liggen, en keren dan, via Hamme en Zele terug richting Kalken. Ik was al een tijdje aan het pompen, maar op het einde wordt het toch nog bijna verzuipen. Een tempoken van 32 a 34 per uur is voor Bart niet genoeg, en op ’t gemaksken gaan we naar 37-38 per uur. Als ik hem erop wijs dat dit toch te rap is, zegt hij dat hij geen kilometriekske op heeft. Ik antwoord dat ik er wel een heb, en dat hij het wel zal horen aan mijn gevloek als het weer te rap gaat. Een eindspurtje zie ik al zeker niet meer zitten, maar terwijl de podiumplaatsen besproken worden, glip ik toch als eerste De Beize binnen. Laat ze maar zeggen dat het aan de meet is dat de prijzen gedeeld worden, ik weet wel beter. Ivan.

Hemelvaartsdag maandag 21 mei 2009. Kruiskapel. Het is eigenlijk zondag op nen donderdag, maar wij denken de zondag gaan we fietsen dus nu ook. Die wij dat zijn: Ivan R, Patrick R, Tom VDB, Eric VG, Dirk DB, Danny F, en 3 maal Rudy. Voor we vertrekken krijgen we van Rudy R nog een technisch intermezzo, van hoe een fietspomp werkt, maar bij de meeste blijft hangen, als er lucht uitkomt is het OK.

Na het open houden van enkele Kalkense wegels, rijden we richting Wachtebeke, waar ik graag enkele parkoersveranderingen in den bos aan Sidmar wil tonen. Bij het naar ginder rijden, blijft het tempo zowat op B-niveau, Dirk blijft naast mij de tegenwind wat tegenhouden voor de anderen. Alhoewel het nie gemakkelijk is U achter hem weg te steken.

Tot na het domein, dan komt Patjen eens van voor rijden en we rijden direct 5 km/u rapper. Voor den bos komen Rudy V en Eric mij wat gezelschap houden vooraan, om het tempo levendig te houden. In den bos moeten ze wel achter mij blijven. K’moet zelf goe uitkijken of het nu achter den derden boom links is of was het achter den zevende rechts.

Na 5-6 km bosbewoner te zijn geweest gaat het terug richting domein. Ivan merkt op dat we 2 wegels niet hebben gehad. Rudy R heeft hem tot nu wat moeten inhouden, en af en toe trekt hij eens goed door. Aan de Moervaart gekomen zijn we Patjen kwijt, volgens Danny was zijn ketting afgelopen. Maar na een tijdje wachten, is hij nog niet te zien. Rudy R en Danny keren terug. Er was wel iets meer aan de hand en hij kan niet meer fietsen. Tot aan de zwemkom wordt hij geduwd, en daar wordt hij opgehaald door zijn persoonlijke depannagedienst.

Rudy R stelt voor om nog een stukje van de kapelletjesroete bij te nemen, om wat meer kilometers te hebben. Op weg naar Eksaarde wordt er terug goed doorgefietst onder commando van de Rudy’s. Voor Dirk wordt het bij momenten wat zwaar, gisteren te veel gefietst of was den tegenwind in het begin toch niet zo onschuldig?

Aan de Kruiskapel houden we even halt, we kijken even naar de hemel en dan terug vaart erin.

In Overmere gekomen is de band van Dirk aan het lossen, na een poging om hem wat op te pompen (de theorie zit nog in het achterhoofd) moet er wat verder toch een andere band worden gestoken. Er zijn nogal wat drinkpullen leeg en we stoppen even bij mij thuis voor enen te drinken. Vandaar gaat het richting Schorpioen waar Christine, Nadine en Els ons zitten op te wachten.

Zelfs Marie-Jeanne voelt zich een beetje modderfokker en komt ook met de fiets tot daar. Voor wie nie weet wie Marie-Jeanne is: het is de schoondochter van mijn broer zijn vader. Ook Christel komt de bende nog vervoegen. De dag nadien voel ik mij wel een jaar ouder, maar Danny, Dirk en Ivan hadden dat gevoel al voor we vertrokken. Rudy DC

 

Maandag 1 juni 2009. Zele. We wisten niet dat er afgesproken was, maar zoals goedergewoonte staan we op de 2de zondag om half 9 aan Kalken kerk. Mannen: Ivan, Rudy V, Luc Krick, Davy P, Eric en mezelf. Samen met de 5 miekes op weg naar Zele maar eerst achter flyers bij Danny F. Die had blijkbaar last van de warmte, want hij overhandigde de flyers in zen adamskostuum. Rit van Zele +/-50 km: richting Waasmunster. Op den dijk komt het al snel, door toedoen van Eric en Rudy, naar de gebruikelijke dijksnelheid (heel goe doorterten dus). Tot wanneer Ivan dit niet meer ziet zitten en de leiders tot de orde roept. Onderweg een heel vroege bevoorrading, je zou denken dat er 2 stoppen waren, maar dat was het niet. Afwisselend hebben Davy en Ivan het wel eens lastig. Ivan dankt dan Davy ook hartelijk wanneer em plat rijdt. Net voor we toekomen in Zele, komen we nog net de moddermiekes tegen die de 35 km deden. We genieten daar dan van onze gratis Leffe en wachten nog op 2 miekes. Allen samen naar huis, maar ditmaal is dit de Schorpioen want de Beize was gesloten. Rudy De Clerck.

 

Zondag 5 juli 2009. Zele. Goe weer, dus veel volk op het kerkplein. 10 Meiskes: Linda, Annemie, Ann, Rita, Nadine, Els, Nancy, Carla, en Christine B en DS. Het scheelt niet veel meer, maar de mannekes zijn nog net in de meerderheid met 13. De 3 Rudy’s Geert S, Pascal, Eric, Luc, Patrick, Jan, Sven, en ikke, en niet te vergeten, 2 opmerkelijke come-backers. Na maanden afwezigheid waren Marc Roelandt en Guy Roels ook nog eens van de partij. Waarschijnlijk waren de inrichters van de rit in Zele op de hoogte gebracht, want de inschrijving was, geloof het of niet, op de binnenkoer van het mortuarium. De inschrijving was niet goedkoop. 5 Euro voor een karige bevoorrading, een Leffe bij aankomst, en een noodnummer in geval van pech. Waarschijnlijk zat daar de meerprijs, want den corbiar stond klaar in de garage, en je hebt niet vaak een pechdienst met ligplaats. We vertrekken rustig in de binnenstraten van Zele, maar zodra we het centrum verlaten krijgen er een paar het zot in hunne kop, en wordt er serieus doorgevlamd. Als ik na een tijdje de rol moet lossen, zie ik dat ik niet de enige ben, en verzamelen de B-kes voor een iets normaler tempo. Iets normaler wil niet zeggen dat het echt traag gaat, want na een 15-tal Km. zien Eric met nen platten band aan de kant staan. Rudy V, die nog aan het terugkeren is tot bij Eric, zegt ons te wachten, want het is weer ne serieuzen afvallingskoers. Sorry Rudy, we waren al een tijdje gesplitst. 50m verder vraagt Luc of hij met ons mee mag. Sorry Luc, je had al gekozen om met de A-kes mee te rijden. Met Rudy DC als gangmaker rijden we tot aan de bevoorrading, en moeten nog een hele tijd wachten tot de rest er aankomt. Blijkbaar was Eric nog een 2e keer lek gereden. ( alléé, dat zeiden ze toch ). De 2e helft van de rit krijgen we ook ons deel van pech. Niet ver van de Ridderstraat in Berlare, ter hoogte van de door Mtb-ers gekende zandput, rijdt Rudy DC ook in een nagel van zeker 5cm. Hij zat er wel maar 2,5cm door, maar het resultaat was hetzelfde, plat. Gelukkig blijft het bij ons bij één malheur. De A-kes hadden blijkbaar nog een 3e platten, en op de terugweg naar Kalken heeft Linda het ook nog zitten. Wel getrouwd mee ne velomaker, maar laat zich toch depanneren door een paar amateurs. Wegens jaarlijks verlof van De Beize, houden we den après in De Schorpioen, ook wel gekend als bij Den Woesten. Het was dus weer niet gemakkelijk om den pot op te krijgen, maar we hebben toch ons best gedaan. Voor de statistieken: gemiddelde snelheid van de A-kes – 31.7, de B-kes – 29.2, de meiskes – 23.2, en de supermeiskes – 24.5. Ivan Rogiers.

 

Zondag 24 juli 2009. Waasmunster

Ondanks het verlof voor velen verzamelen toch Bart Van Hecke, Franck Van De Steen, Jan Willems, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Danny Fack, Danny Poelman, Geert Schepens, Yvan Rogiers, Pascal Lippens, Dirk Hanselaer en ikzelf aan de kerk. Ook Christine, Carla, Els , Christel en dochter.

Deze laatsten en ook Dirk gaan met de auto naar Waasmunster. De rest met de fiets, meewind en goe weer. In Overmere moeten we even halt houden voor de lekke band van Yvan. Nu zijn fiets niet meer kraakt, valt hij plat. Na de montage van het wiel, lijkt dit toch niet echt goed te draaien. Maar toch wordt er verder gereden met snelheden achteraan in de dertig en af en toe wel eens 40 km/u. In Waasmunster stelt Yvan zijnen frein nog eens af en alles loopt dan perfect.

We vertrekken allen samen, en zoals gewoonlijk is het een bende zotten, die enkel voor zich uitkijken, die vertrekken. Na een tijdje worden de eerder vertrokken vrouwen in de groep opgenomen. Voor ons (de B-kens), is dit zeer goed, we blijven (kunnen nie anders) op de smalle wegeltjes achter de vrouwen en de A’s zijn weg.

Met ons vijven rijden we nen goeien tert aan, maar we kunnen nog wat genieten van het parkoer en de natuur.

Op en bepaald ogenblik zien we net voor ons iemand onderuit gaan in een bocht, we merken vlug dat het nogal ernstig is en bieden onze hulp aan. Even verder is er een splitsing. Door het tijdsverlies van de valpartij en de vermoeide benen van Yvan (ja als ge met den handfrein oprijdt) en eerlijk gezegd de Bourgondische levensstijl van het verlof bezorgde mij ook geen supperdag, beslissen we om de 40 km te rijden ipv. de 50, behalve Dirk die met de auto naar ginder is gereden, doet de 50 km.

Het meeste kopwerk wordt door Geert geleverd, maar na de bevoorrading komen we op een splitsing en Geert is niet meer te zien. ‘kzeg tegen Yvan, we zullen hem eens inhalen, maar na een tijdje stel ik mij de vraag of Geert héél goede benen heeft of dat hij is verkeerd gereden (het laatste is waar). Naar het einde toe worden we voorbij gestoken door de A’s, die de 50 km deden, met in hun zog nog enkele anderen. We trachten een stuk mee te rijden, maar mede door de vreemden raken we al vlug terug achter.

De terugrit naar Kalken gebeurt dan terug gezamenlijk. Het grootste gedeelte onder aanvoeren van Bart, zoals ook de heenrit en blijkbaar ook de rit zelf.

En ja, ge kunt wel peizen, het gaat langs geen kanten vooruit. Luc en ik rijden gans achteraan en Luc heeft nog tijd om zijn mouwen en broekspijpen op te sloven (om wat te bruinen).

Op het moment dat we denken, alé wanneer gaan ze nu beginnen rijden, gebeurt het op den dijk in Molsbroek. Twee normale toeristen in tegengestelde richting en de eersten kunnen ontwijken, wat remmen en 4 gaan met een snelheid van 36 km/u tegen de vlakte, enkel de netels en distels breken de val. De ongelukkigen zijn Rudy V, Yvan, Geert en Pascal. Al bij al valt het nogal mee, wat schaafwonden, kapotte kledij en wat geschonden fietsen. Pascal kon in eerste instantie nog ontwijken maar werd dan achteraan aangereden en hij belandde aan de andere kant van de weg.

Raad van de B’s: Het koersen levert risico’s en valpartijen op en uiteindelijk vallen het plezier en ook de minder goeden weg (maar wij zijn natuurlijk ook maar B’s).

In Overmere gaan Frank en Jan richting Uitbergen uit. De rest kan zich opmaken voor de sprint. In de Gaverstraat, wordt er op de rijweg gereden, maar de B’s besluiten niet mee te sprinten en gaan op het fietspad rijden. Toch rij ik nog een tijdje even rap en met evenveel wind als aanvoerder Bart. Om toch te tonen dat wij ook wat met den velo kunnen rijden.

De sprint wordt uiteindelijk door de meest gehavende van de valpartij, Rudy V, gewonnen.

Rudy De Clerck.

 

Zondag 16 augustus 2009. Kalken lokaal

Na de drukte van de congéperiode, komen we stilaan terug in de alledaagse routine. Eindelijk tijd om nog eens een verslagske te schrijven. Mooi weer, dus veel volk op t kerkplein. De 3 Rudys, Luc K, Ronny en Sven VH, Dany P, Eric Van Gasse, Dirk De Boever, Jan W, Patrick Roels, en ikzelf, om het dozijn vol te maken. De meiskes waren met 7. Linda, Christine DS, Els, Nadine, Annemie en Ariane worden door Carla op sleeptouw genomen voor een knooppuntenroute. (Tekst en uitleg te bekomen bij ons Carla). Wij hebben onze eigen knooppuntenplanner, Rudy R, en die stelt voor om nog eens naar Serskamp te rijden. Een ritje dat we ondertussen al allemaal goed beginnen te kennen. Denken we, want we weten nog niet dat onze Rudy gisteren op verkenning is geweest. Tot aan restaurant The Boondocks in Wichelen geen verassingen, maar daar gaat hij ineens links, waar we normaal altijd rechts gaan. Van dan af aan, is het een opvolging van paadjes en wegeltjes, nog nooit door Modderfokkers be(t)reden, slechts af en toe verbonden door een gekend stukje. Spijtig dat het weer zo rap ging, anders had ik het traject misschien kunnen onthouden (of had ik zo neig nie afgezien). Gelukkig was ik niet de enige die een rustpauze kon gebruiken, want als Dany P aan kant moet mee nen platten band, zijn er nog een paar die serieus staan te dampen. De technische onderbreking duurt iets langer dan voorzien, want de nieuw geplaatste band is al even lek als de vorige. Den Dany wist nog niet dat gaten in nen binnenband niet vanzelf toegroeien, en had dus zijn vorige lekke band teruggestoken. We vervolgen onze weg en komen via Lede, Erpe-Mere, Impe, St.Lievens Houtem, terug huiswaarts. Het golvende parcours valt me redelijk zwaar, en ik zie me genoodzaakt een tweede pauze in te lassen, dus rij ik ook maar ne keer plat. We rijden verder via Oordegem en Massemen, waar de gekende passage aan de Fouconnier-molen mij de nodige courage geeft, de laatste kilometers naar Wetteren en Kalken af te werken. Op den langen end word het tempo zoals gewoonlijk ferm opgetrokken, en bij aankomst in Kalkendorp zie ik op mijn kilometriekske zelf 48 km staan. Hoog tijd dus om ons te laten uitbollen tot aan De Beize. Een mooi nieuw ritje, dat voortaan opgeslagen zit in het geheugen van de Rudy s. Bij Rudy R in zijn koppeke, en bij Rudy V, wegens plaatsgeberk in t koppeke, op de memorycard van zijn GPS. Ivan Rogiers

 

Zondag 23 augustus 2009. Idegem-Geraardsbergen. Hoe ik het gedaan heb weet ik niet, maar na lang twijfelen, veel wikken en wegen, toch alle beetjes moed bij elkaar geschraapt om mee te gaan voor de lastige rit in Idegem. Lastig en nog vroeg ook. 7u30 aan de kerk, dus 7u20 thuis vertrekken. En het begint al goed. Als ik mijn fiets neem om hem in de cammionette van Rudy te zetten, zie ik dat mijn voorband plat staat. Rap de band vervangen, met de hulp van Rudy, die ondertussen ook aangekomen is, de fietskes in de wagen, om toch te laat op het kerkplein aan te komen. We worden er al opgewacht door Jo R, Rudy V, Rudy DC, Dany P, Pascal L en Geert S. Ik pleit meteen Rudy vrij voor ons laattijdig verschijnen, en neem alle verantwoordelijkheid om mij en mijne velo. Na het inladen van de fietsen kunnen we vertrekken. Ter hoogte van Wetterenbrug pikken we ook Eric VG nog op en zijn we voltallig. Na de inschrijving merkt Eric dat er redelijk wat speling op zijn voorwiel zit. Rudy wordt er bijgeroepen voor technische bijstand, maar kan enkel vaststellen dat de lagers versleten zijn. Terwijl hij probeert om toch een beetje bij te regelen, kijk ik mijn machien ook nog eens na, en zie dat er een serieuze blaas op mijn voorband staat. De binnenband komt door de buitenband. Dit lossen we op door op de binnenkant van de buitenband enkele rustienekes te plakken zodat de binnenband binnen de buitenband blijft. ( Iedereen nog mee ? ) . Uiteindelijk kunnen we dan toch vertrekken, maar al na een 5-tal Km moet Eric toch forfait geven wegens teveel speling op het wiel. Dan maar met zn achten verder. Ik moet eerlijk toegeven, het is mooi rijden in en rond Idegem, en met af en toe een duwtje op de lastigste stukken valt het vrij goed mee. Behalve op een lang, lastig klimmetje, waar ik mee moeite nog vooruit kom. Ik moet bijna remmen om niet achteruit te bollen. Als ik uiteindelijk toch bovenkom zie ik waarom ik niet vooruit geraak. Platte band, nu achteraan. Ik ga toch eens overwegen om met volle banden te rijden, want da begint hier serieus mijn euh voeten uit te hangen. De organisatie had blijkbaar het beste voor t laatst gehouden, want we mogen ook nog over de zijflanken van de Bosberg, en op het einde wacht nog een toerke op en rond de Muur van Geraardsbergen. Gelukkig zie ik op een tiental Km van het einde enkele bordjes hangen met heen en terug, en besluit dat het laatste luske er voor mij niet meer bijhoeft. Ook Rudy DC, die nog wat last had van de naweeën van een bbqtje enkele dagen geleden, laat deze kelk aan hem voorbijgaan. We rijden rustig richting aankomst, maar worden nog opgehouden door een opgehaalde brug voor de passage van enkele plezierbootjes. Het goede weer, en het uniform van de vrouwelijke bemanningsleden, maken het wachten meer dan aangenaam. Na het ophalen van de brug kunnen we nog net de 6 achtervolgers voorblijven en halen een totaal van 67Km en 70 voor de anderen. Bij aankomst in de Beize zitten de meiskes: Nadine, Rita en Els ons al op te wachten. Eric is met zijne slechte velo nog net t huis geraakt, en is er ook al. EN DAN PAS HOOR IK ZEGGEN DAT ER OOK GASTEN WAREN DIE OM 8U30 NAAR ZELE VERTROKKEN VOOR EEN NORMAAL RITJE. Zo normaal blijkbaar ook niet, want ik heb van horen zeggen dat Mario op kop reed, en minstens 5x verkeerd gereden is, en zo samen met Luc en Marc ook 70Km op de teller hadden. Ivan Rogiers.

Zondag 27 september 2009. Sinaai. Om 8.00 u vertrekken met de fiets, of om 8.30 met den tutu, om het met de woorden van Rudy V. te zeggen. Die stuurde dit keer het mailken, wegens computerproblemen bij Rudy R. 20 km heen, 50 ter plaatse en nog eens 20 terug, lijkt mij ruimschoots voldoende, dus besluit ik in te pikken als de bende bij mij thuis passeert. Het is frisjes om lang te wachten, maar na een 5-tal minuutjes zie ik The dirty dozen uit de mist opdoemen. Rudy Rogiers – Vergeylen – en De Clerck, Dirk De Boever en Hanselaer, Eric Van Gasse, Jo en Patje Roels, Frank Vandesteen, Pascal Lippens, Geert Schepens en Sven Van Hecke. Twaalf stuks dus, en met mij erbij 13. Op ’t gemakske tegen 33-34 /u naar ginder, waar Nancy de dames (Nadine, Rita, Els, Annemie en Christine DS + enkele nieuwelingen), die met de wagen komen, al staat op te wachten. De inschrijving is vrij duur: 5 Eurokes om op ne zondagvoormiddag de ziel uit uw lijf te komen rijden, maar het is voor een goed doel, Kom op tegen kanker, dus schenken wij mild. Het is vrij druk aan ’t begin, en we zitten al meteen in de file, maar na enkele kilometers inhaalrace zijn we vertrokken. De omloop ligt er overal kurkdroog bij, met als nadeel dat het op bepaalde plaatsen serieus bonken is om de hobbelige stukken. Niet echt gunstig voor ’t nageslacht. Aan de eerste bevoorrading toont Dirk H. de barst in zijn voorvelg. Niet echt ideaal om zo verder te rijden. Dus voor hem zit het er op. Voor ons nog niet, en we vervolgen onze weg. Het gaat zoals gewoonlijk weer goe vooruit, en op de slechte stukken is het serieus op de tanden bijten. Gelukkig kan ik af en toe rekenen op de steun van mijn gezellen. De 2e bevoorrading komt net op tijd om een beetje te bekomen bij een hapje en een drankje. Het is ondertussen al goed opgewarmd, dus de trui met lange mouwen mag uit. De rit verloopt rimpelloos, dus weer niet gemakkelijk om het verslag te schrijven. Op een 7-tal km van het einde moeten we linskaf, maar Rudy R. stelt voor om van hieruit rechtstreeks richting Kalken te rijden om zodoende toch op een deftig uur terug te zijn. Voor mij zeker niet gelaten, en ik ben zeker dat er nog een paar content zullen geweest zijn. Onze 2 zwaarste jongens, Dirk DB en Frank nemen de kop, en Geert en ik krijgen de eer om in hun wiel te gaan zitten. Veel voordeel kunnen we hier echter niet uit halen, als je weet dat ik ongeveer even breed ben als die 2 samen. Ik stel voor om de volgende keer een groot karton in hun truitje te steken. Geert zegt dat hij nog geluk heeft. Hij zit in het wiel van Frank. Die is wel smal, maar hij heeft flaporen. Ik zou zoiets niet durven zeggen, maar Geert met zijne grote mond wel. Zo is’t met iedereen wel iets. De eindspurt wordt afgehandeld onder de Rudy’s. R haalt het van V nadat DC het gat op de ontsnapten dicht reed. Een totaal van 80 km aan een gemiddelde van 27.8/u. Op het terras van De Beize worden we opgewacht door Geert B, Frank H, Eddy en Axel Troch. Die laatste heeft in een van zijn tenten ook ne velo gevonden, en wil deze nu eens komen uitproberen. Zij reden samen met Marc R een plaatselijk ritje. Als even later ook de dames hun opwachting maken, kunnen we genieten van zalig terrasweer op de laatste zondag van september. Ivan Rogiers.

 

Zondag 11 oktober 2009. Zeveneken. Veel volk op het kerkplein om naar Zeveneken te rijden. Els, Dirk DB, Thomas B, Eric VG, Frank VDS, Pascal L, Jo R, Geert S, Danny P, Danny F, Dirk H, Luc K, en drie Rudy’s. Deze keer zijn er geen camionetten die tegen de mountainbikers hun auto kunnen rijden. De mannen van de gemeente zijn trouwens (druk) bezig om alles klaar te zetten voor de boerenmarkt.

Nadine pikt in aan de Dendermondsesteenweg, zodat er toch 2 vrouwen in het gezelschap meerijden. Zij moeten trouwens niet onderdoen voor de mannen, die er geen rekening mee houden dat er vrouwen meerijden. Wel opvallend dat op de brug er direct enkele bereidwilligen zijn om Els een duwtje te geven. Als er nen ouweren vent niet goed omhoog rijdt, zijn ze zo rap niet om te duwen. Ivan die niet van gisteren is, heeft zich overslapen en pikt in op Hussevelde.

Thomas Bisschop kan het nog tot paus brengen, want nog voor we de startplaats bereiken, kust hij de grond. Hij moet dit ritueel wel nog wat oefenen want hij doet het nogal bruut. Pascal kan de vallende Thomas niet meer ontwijken en gaat over de kop. Gelukkig draagt hij een helm die het contact met de grond wat breekt. Nadine kijkt om en uit vrouwelijke nieuwsgierigheid of uit sympathie gaat ook zij tegen de grond. Al bij al vallen de verwondingen best mee, maar hoeveel min zijn we nu vroeger gearriveerd?

Bij de start van de rit vervallen we al direct in de oude gewoonte, we rijden allen samen en als er bij zijn die niet meer meekunnen, zullen we wel splitsen (Ik ken dat). Tot aan de bevoorrading blijft de groep min of meer wat samen. Luc K rijdt al vlug apart een eigen toerken want hij moet vroeg thuis zijn, Jo zijnen buik is niet in orde van dienen vierde kilo mosselen, Eric zijnen rug doet zeer van de lastige rit zaterdag in Merelbeke en Pascal heeft zijnen val geestelijk nog niet verwerkt. Na de bevoorrading komt er toch een splitsing en wij gaan verder, dan wel iets langzamer, met Thomas, Geert, Ivan, Eric, Dirk en ikzelf.

Dirk H, die niet in goede doen is, verkiest na een tijdje, om de rest van het parkoer alleen verder te rijden.

Het parkoer ligt er toch wat modderiger bij dan dat we gewoon zijn de laatste maanden. Dat moet ook Geert gedacht hebben toen hij bij een inhaalmanoeuvre ten val kwam. Er is nog wel wat discussie of de val in aanmerking komt voor het klassement of niet. In Zeveneken wordt er gewacht tot we compleet zijn en we rijden samen terug. Zonder regen komen we aan in de Beize, waar we voor den eerste keer sinds lang, het interieur wat kunnen bemodderen. Daar wat koud bier drinken en terug naar Hussevelde. Het leven van nen mountainbiker is toch schoon hé. Rudy De Clerck.

 

Zondag 18 oktober 2009. Lokeren. Ondanks de eerste nachtvorst van ’t jaar, toch massale opkomst voor een tourtocht in Lokeren. Voor de A-kes: Rudy V en R, Danny F en Dany P, Dirk DB, Jan W, Frank W, Thomas B en Eric VG. De B-kes: Mario V, Pascal L, Rudy en Eddy DC, Dirk H, Tom VDB, Geert S, Ivan R, en gastrijders Tim Raman en Stefaan Imschoot. Ons meiskes, Els, Ann, Annemie, en Christine B en DS, reden met de wagen, de rest allemaal samen met de fiets. Ook Nadine en Rita reden met de velo, maar vertrokken net voor de bende. Er waren ook nog de langslapers die om 9 uur vertokken, nl. Frank, Zeno en Svevo H, Eddy en Axel T, John, Geert B en Tom H. Een totaal van 34 Modderfokkers. Karel Verhoeven, met lumbago, reed dan nog op zijn eentje, dat maakt 35. Genoeg bladvulling, nu nog iets over de rit zelf. Rudy R heeft zich overslapen, en vraagt om langs ’t Hussevelde te passeren zodat hij daar kan inpikken. Mijn goe gedacht van verleden week krijgt navolging. Geert S heeft de koude onderschat, en is een van de weinigen die zonder handschoenen rijdt. Na een paar km krijgen zijn vingers het serieus koud, en stopt hij zijn hand onder zijn zitvlak. Ik geef hem de tip, dat het een paar centimeter dieper nog veel warmer is, maar hij slaat mijn goede raad in de wind. De hoofdrollen zijn echter weggelegd voor Tim en Tom. Tim slaagt erin om al na enkele honderd meters plat te vallen. Niemand heeft veel goesting om zijn handschoenen al uit te spelen, maar als we Tim een tijdje laten dutsen, zien we dat we moeten bijspringen omdat we anders niet voor donkeren thuis raken. Banden vervangen zit duidelijk niet in de basisopleiding van de politie. Ergens in Eksaarde doet hij het nog eens dunnekes over door nu vooraan lek te rijden. Bij zijn volgende stunt scheelt het geen haar, of hij knalt tegen een bestelwagen die net voorbij een bocht komt aangereden. Gelukkig waren zijn reacties beter dan zijn technische vaardigheden. De rest van de rit mag hij zich rustig houden en neemt zijn nonkel, Tom, het over. Die waagt het om na enkele maanden afwezigheid, zonder voorbereiding aan de start te komen. Hij rijdt dan wel “maar” met de B-kes, maar hij zal het geweten hebben. Tot halfweg valt het nog mee, maar dan komt het verval. En als het komt, komt het rap. Gelukkig kan hij rekenen op de morele, maar vooral fysieke steun van Rudy DC. Bij aankomst terug in Lokeren ligt de groep serieus uiteen, en vallen de duiven één na één binnen. Als ook Tom binnenkomt vragen wij waar zijn engel-bewaarder (Rudy) zit. Die had enkele km geleden een sanitaire stop gemaak, en zou ons wel terug inhalen. Niet dus. Het wachten duurt wel heel lang, maar ja, het was dan ook koud hé, en als alles een beetje krimpt, dan moet je soms een beetje zoeken. Later zal blijken dat hij ook nog lek reed, en problemen had met de herstelling. Op de terugweg naar Kalken houden we een deftig tempo aan, zodanig dat niemand meer in de problemen komt, maar op de laatste brug wordt nog eens alles gegeven en dat is er teveel aan voor Tom. Volgens Geert raakte hij zelf met moeite naar beneden. Ivan Rogiers

 

Zondag 25 oktober 2009. Herzele. Rudy heeft zich laten verrassen door het winteruur. Nee, hij heeft zich niet overslapen en stond ook geen uur te vroeg op het kerkplein, maar hij blaast verzamelen om half negen, eigenlijk dus half tien zomertijd. Had hij hier tijdig aan gedacht, konden we zeker een half uurke vroeger uit ons bed. Nu komt iedereen goed uitgeslapen op t appél. En het zijn er weer veel, ook al kunnen we een pittig ritje verwachten. Met zn 15 per auto, een stuk of 5 al met de fiets vertrokken en dan nog een stuk of wat die ter plaatse rijden. Eigenlijk teveel om op te noemen, en aangezien ik er al enkele vergeten ben, begin ik er niet aan. Eens iedereen is ingeschreven, vertrekken we allemaal samen, maar bij een eerste snok van enkele heethoofden, ligt het hele veld al uit elkaar. Als we even later terug beginnen samenklitten, zijn de A-kes al gaan vliegen, en kunnen wij op een iets deftiger tempo onze rit vervolgen. De regen van gisteren en vannacht, in combinatie met de vettige grond, zorgen er voor dat er plaatselijk serieus kan geschaatst worden. Misschien met meer geluk dan kunde slagen we er toch in om overeind te blijven. Al na 12 km krijgen we een eerste bevoorrading, en na enkele minuten komt ook Ronny Van Hecke aangereden. Die had blijkbaar noch kunde, noch geluk, en was al 3 keer tegen de grond gegaan. Ik vraag hem of ik nu al den 100 moet bellen, of dat hij eerst nog een paar keer gaat vallen? Hij kiest voor het laatste (en houdt woord). Tommeke, die nog niet bekomen is van vorige week, is er niet bij, maar laat zich vervangen door den Rosten S. Die is ook enkele weken uit roulatie geweest, en zit de tweede helft van de rit serieus op zijn tandvlees. Hij kan rekenen op mijn morele steun, en op de fysieke steun van Eric VG en Rudy DC. Op een 5-tal km van het einde, midden van een bosje, komen we ons meiskes ook nog eens tegen. Carlaatje verwacht blijkbaar een koude winter, want ze is volop hout aan t sprokkelen. Ze steekt letterlijk stokken in de wielen. Alleen rijdt dat niet zo goed, en die stokken er terug uithalen lukt ook al niet. Maar als de nood het hoogst is, ben ik toevallig nabij. De A-kes hebben we ook nog gezien. Zij zaten al een tijdje te wachten in de sporthal. Sorry voor degene die eens een verslagske willen lezen van de A-kes. Die moeten zelf maar ne keer proberen meerijden met die zotten. PS. Vorige week vroeg ik aan Mario of hij ook van de partij kon zijn. Hij antwoordde: Karel heeft me juist gebeld. Of ik niet met hem wil gaan rijden in St. Amands. Herzele zal niet gaan met zijn lumbago. Dus ga ik maar met Karel gaan rijden. Gehandicaptenzorg is een werk van barmhartigheid! Ik mailde terug: Wa heeft da er nu mee te maken. Als het gaat mee nen TREK, nen GIACOMELLI, SPECIALIZED, SCOTT of ne COLNAGO, zalt mee nen LUMBAGO ook wel gaan zeker???Ivan Rogiers

Alle lumbagos op een Canyon (want dat is het waar Karel sinds kort mee rondrijdt): veel last van zijn lumbago had Karel niet. Gehandicaptenzorg, ja mijn grootmoeder, ik mocht serieus mijn tenen uitkuisen om mee te kunnen met Kareltje. St. Amands was een mooie rit, veel technischer dan we hadden verwacht, en wat doet het toch nog steeds deugd om met twee modderfokkers iedereen gewoon voorbij te vlammen. Aanklampen was er zelfs bij geen enen bij. Maar als ik dan met de rest van de modderfokkers rijdt, kan ik niet mee. Mario

 

Zondag 1 november, Allerheiligen 2009. Baardegem. Vijftien moedigen laten zich niet afschrikken door het voorspelde herfstweer. Ann, Els en Nadine, Jan W, Dirk DB, Fank VDS, Rudy V, Rudy R, Patje R, Geert S, Eric VG, Gunter B en ikke. Stefaan Imschoot heeft de smaak blijkbaar goed te pakken, en was er ook weer bij. Nieuweling op de afspraak was Axel Troch. Hij rijdt al enkele weken plaatselijk, en omdat hij toch al wakker was, wil hij het ook eens proberen bij de B-kes. De velos worden ingeladen, en we vertrekken met de voiture naar Baardegem. Al van bij het begin van de rit besluiten we op te splitsen, zodat de 6 rappe niet te veel moeten wachten op de 6 minder rappe, en de minder rappe niet te rap hun moteurke opblazen en de rest van de rit op het tandvlees zitten. Opeens valt het op dat bij ons groepje van 6 er 5 KWB-Kook-wa-beter leden zitten, nl. Geert, Gunter, ikzelf, fietsnieuweling Axel, en kooknieuweling Eric. Eric, eigenlijk nen A, maar met het gezond verstand van nen B, bepaalt het tempo, en het gaat eerlijk gezegd goe vooruit. Axel had blijkbaar de B-kes een beetje onderschat, want zijn potje kookt algauw over. Nadat we hem een paar keer opwachtten, besluit hij de resterende 40 km toch maar op zijn eigen tempo af te werken. Het is een mooi ritje, en doordat de voorspelde regen voorlopig uitblijft, ligt het parcours er overal goed berijdbaar bij. Toch slaagt Stefaan erin nen schonen duik te zetten. Als we uit een veldwegel de baan oprijden, gaat hij onderuit. Waarschijnlijk geslipt op een bananenschil of zo. De schade blijft beperkt tot wat schaafwonden, en een deuk in het zelfvertrouwen. De rest van de rit werken we af zonder verdere problemen, al krijgt Stefaan het op het einde nog serieus lastig. Waren het de naweeën van zijn val, of zat hij door zijn beste krachten? Volgende keer aan de bevoorrading misschien een extra koeksken eten, of een stukske banaan? Er waren ook nog een paar plaatselijke rijders, maar ik herinner mij enkel Geert Bracke, die een rondje gaf op zijn verjaardag. Dus, een kleine tip voor de plaatselijke rijders die het verslag willen halen. Ne keer trakteren mag altijd. Ivan Rogiers

 

Zondag 15 november. Sidmar. Op deze regenachtige en winderige ochtend zijn er toch 14 mannen die zich niet laten afschrikken om een plaatselijk ritje te maken. (ook enkele moedige dames hebben het weer getrotseerd). Thomas, Stefaan, Eric, Karel, Dirk, Ivan, Jan, Luc, Frank, Tom, Tim en 3 Rudy’s maken wel wat lawaai bij de samenkomst, maar dat stoort een in zijn auto slapende jonge man niet. Tim zijn ketting ligt er al af nog voor we moeten vertrekken. Vuile tongen beweren, ik citeer: “Ja, maar om Tom te volgen hebt ge dat niet nodig”. Na wat aarzelen besluiten we nog eens naar den bos te rijden aan Sidmar. Aangezien we niet door het domein gereden zijn, is het natuurlijk een gans stuk op de weg. In Zeveneken rijden de eersten voorbij de wegel waar we al 100 keer zijn doorgereden. Terwijl zij moeten omkeren, neemt Ivan de kop en na een tijdje kijkt hij tevreden achterom “keb ze er ne keer afgereden”. In de achtervolging is Stefaan ook nog eens ten val gekomen. Achteraf na de rit heeft Eric hem zijn steunwieltjes beloofd, want Stefaan legt hem nogal graag ne keer.

Er staat een flinke meewind en we zien Ivan geregeld op de kop verschijnen.

In het bos volgen we het traject zoals het in mijn kopken zit, maar af en toe komen we een uitgepijlde rit van Zelzate tegen. Opletten dus, maar dat hadden we beter tegen die anderen gezegd, want aan het spoorwegbruggetje knalt er één op een paaltje, op het eerste zicht viel het al bij al nog mee (gelukkig). Voor alle duidelijkheid, de modderfokkers hebben niets te maken met deze val. Ook Tim kan het niet laten hem in het bos eens te leggen.

Op de terugweg wijzen de toppen van de bomen in onze richting en nu is Ivan niet meer te zien op de kop (tis misschien wel de slimsten). Aangezien het toch een beetje mijnen rit is probeer ik toch samen met Dirk, Jan en Frank de wind wat op te vangen. Als Thomas lek rijdt, is het voor velen een welgekomen rustmoment. In de Bontinkstraat staat de wind terug bal op de kop. Op de brug wordt ik ertoe aangezet door Rudy R om naar voor te gaan, en dan zit ge daar terug van voor hé. Maar de straat is lang en de pijlkast geraakt stilaan leeg. Meedoen aan de sprint zit er niet echt meer in, en Rudy V die in mijn wiel zit komt bedrogen uit. Het is uiteindelijk Ivan die het hoogste schavotje mag betreden. Alhoewel we allemaal even veel trappen betreden om de beize binnen te gaan. Rudy Declerck.

 

Zondag 20 december 2009. Overmere. Het belooft een specialleke te worden. Er ligt al een paar dagen sneeuw, en vannacht is er nog een ferm pak bijgevallen. Het is zelfs nog aan het sneeuwen, en er staat een strakke wind. Toch staat mijn besluit vast: Vandaag ga ik rijden. Goed ingepakt vertrek ik richting Kalkendorp, maar stel al na enkele meters vast dat de wegen nauwelijks berijdbaar zijn. Toch maar ne keer langs broer Rudy passeren om te zien of hij het wel ziet zitten. Ik zie geen beweging in de Portugiezenstraat, maar merk wel een MTB-spoor in de verse sneeuw. Zou hij voor een keer vroeg vertrokken zijn? Ik keer voorzichtig mijn kar en rij verder naar t dorp. Halfweg begin ik toch te twijfelen of een ritje vandaag wel doenbaar is, en nadat ik al een paar keer bijna val, keer ik zelfs terug. Op weg naar huis, vraag ik mij af wie in zon weer een toerken mee zijne velo gaat rijden, en puur uit nieuwsgierigheid, besluit ik om toch ne keer te gaan kijken wie zo zot is. Op het kerkplein zie ik echter niemand staan, dus kan ik met een gerust geweten naar huis. Ik ben bijna vertokken als Geert S komt aangereden. Hij is met de wagen van Laarne naar hier gekomen, en volgens hem ligt het zelfs vrij goed. Waarschijnlijk rijdt da goed in de sneeuw, zo een 16. (Voor de niet auto-experts onder ons, een 16 is hetzelfde als een 4 x 4). Hij heeft onderweg Roste S opgeladen, en weet te vertellen dat er toch gereden wordt, en dat we vertrekken van bij Rudy V. Daar staan Eric VG en Patje R ook al klaar, om toch een poging te wagen. Ik laat mij overhalen, en we vetrekken met zn zessen naar Overmere, waar Jan W en Karel V ons al opwachten. Het spoor in de Portugiezenstaat was dus niet van Rudy, maar van Karel. Het klopt dus wat men zegt. Den dag dat Rudy R niet meerijdt, zal t sneeuwen. De rit blijkt afgelast, maar we besluiten toch de pijltjes te volgen en een stuk van de rit te rijden. Slechte en heel slechte stukken wisselen elkaar af, maar toch slagen we erin rechtop te blijven. Tot Erik de ban doorbreekt, en een eerste keer onderuit gaat. Gelukkig is het zacht vallen in de sneeuw. Even verder heeft hij het een tweede en een derde keer aan zijne rekker, maar hij is niet de enige die op zijn bek gaat. Patje en ik 1 keer, Geert 2x en Jan zelfs 3x, al heeft die wel het excuus dat hij meestal vooraan rijdt door het maagdelijk witte tapijt. Maar er kan er maar een de beste zijn, Erik dus. Hoeveel duiken ga ik hier niet verklappen, maar je mag altijd een pronostiekje wagen bij ondergetekende. We komen toe aan De Beize met slechts 35 km op de teller, maar wel een ervaring rijker welke je maar eens om de zoveel jaar kan beleven. De afwezigen hadden weer maar eens ongelijk. Ivan Rogiers

 

Zondag 27 december 2009. Vlierzele. Met een omvangrijke groep naar Vlierzele. Bij de inschrijving weet één van de inrichters te vertellen dat er 1 km na de start een strook is met ijs. Het is wel duidelijk dat deze man zeker de pijltjes niet heeft moeten controleren, want er volgen nog talrijke van die ijsplekken. De rit wordt eigenlijk een afvallingskoers. Ivan geeft op nog voor we vertrokken zijn, en rijdt vanaf de startplaats een eigen toerken (lees: recht naar de Beize). Dirk H. besluit na een tijdje om op eigen tempo verder te rijden. We zien hem nog eens bij de bevoorrading, maar wat later verlaat hij het parkoer. Gunter B. heeft last van zijn knie en/of been, en ook hij verlaat ons. Pascal L. is blijkbaar ook niet goed vertrouwd met de ijzige ondergrond, maar hij is een doorzetter en hoe verder de rit verloopt, hoe beter hij voor de dag komt. Steven DL. en een collega wielrenner stappen ook uit de strijd, zij rijden liever op de weg. Jan W. valt weg door pech aan het versnellingsapparaat. Frank VDS is solidair en blijft bij Jan, maar hij moet wel eerst een achtervolging inzetten om dit te komen vertellen. Dus nog 2 man minder. Er waren ook enkele valpartijen. Zelfs Rudy R. maakt een schuiver, maar hij is acrobaat genoeg om niet ten val te komen. Bij de meesten onder ons zou er wel contact met de ondergrond zijn geweest. Uiteindelijk rijden we met de rest, zijnde Rudy R, Danny F, Luc K, Thomas B, Pascal L, Dirk DB en ikzelf, ook de toer niet volledig uit en rijden we via Houtem naar de Beize. Al bij al was het een lastige rit en niet zonder risico’s.

Op de terugweg wordt er flink doorgefietst. In Kalken worden ik en Thomas uit het wiel gereden. De activiteiten van de zaterdag zullen bij mij toch wel wat te uitbundig geweest zijn.

Danny F blijft nog bij ons, om te helpen of aan te moedigen, maar ook bij hem zijn de beste pijlen verschoten. Kortom, iedereen had zowat zijn eigen reden waarom hij afhaakte. Maar na nen km of 70 verenigen we terug in de Beize, waar in een mum van tijd alles wordt herschapen in een smerig boeltje. Enkel Jan en Frank hebben we niet meer terug gezien (zit de verjaardag van Jan hier voor iets tussen?). Rudy DC

 

Zondag 3 januari 2010. Gentbrugge – Sneeuwpret deel II. Sabine Haegedoorn zat er weer boenk op. Het heeft vannacht opnieuw gesneeuwd. Niet zo’n pak zoals 2 weken geleden, maar toch voldoende voor een wit laagje en gladde wegen. Als ik voorzichtig den hof afrij, zie ik Rudy DC al komen afgegleden, dus kunnen we samen naar het kerkplein. Het valt niet mee op de baan, en onderweg besluiten we een plaatselijk ritje voor te stellen voor de liefhebbers. Als we op het einde van de Schriekstraat moeten stoppen voor het rode licht weigeren de remmen van Rudy, maar met beide voeten op de grond komt hij toch tijdig tot stilstand. Blijkbaar heeft hij bij het kuisen, zijn fiets niet goed gedroogd, waardoor de remmen en kabeltjes nu vastgevroren zitten. Ik stel hem gerust dat we vandaag onze remmen toch niet veel zullen nodig hebben, maar na een beetje prutsen krijgt hij ze toch weer aan de praat en kunnen we verder. Even later begint hij opnieuw te dutsen. Nu is het zijn “body” die doordraait. Omdat we al wat tijd verloren zijn, besluit ik al verder te rijden om de rest te verwittigen om nog even te wachten. Net wanneer ik wil terugkeren om een handje toe te steken, komt hij er al aangereden. Probleem opgelost. We zijn in totaal met 14, maar Pascal ziet het toch niet zitten om mee te rijden. Is het de schrik om te vallen, of omdat zo’n bruine streep in de sneeuw teveel zou opvallen? Dus, om het noodlot nog wat extra te tarten, starten met 13. De 3 Rudy’s, Eric, Geert, Jan, Tom, Frank, Dirk DB en Dirk H, Stefaan, Thomas, en ikzelf. Ons voorstel voor een plaatselijk ritje wordt weggestemd, en we laten ons overhalen om mee te slieren naar Gentbrugge. We vertrekken voorzichtig, maar nadat Rudy R ne keer getest heeft, rijden we toch deftig door. We passeren nog via de Warande in Laarne, waar Dirk nog vlug zijn spatbordje monteert, en worden bij het vertrek uitgewuifd door de rest van de familie De Boever. Al meteen bij aanvang van het uitgepijlde parcours, krijgen we een leuk stukje voor de wielen. Slingerend tussen de bomen, op en neer over aangelegde bultjes. Wanneer we enkele wel héél voorzichtige dames passeren, geeft Jan hen de tip dat ze zich moeten ‘leggen in de bochten’. Rudy DC, die goede raad nooit in de wind slaat, legt zich in de volgende bocht meteen héél diep, volledig plat zefs. Al kan die ijsplek er ook wel voor iets tussen gezeten hebben. Een 5-tal km verder is het alweer de body van DC die niet meewil, maar door hard op te blazen, komt die door de warme adem opnieuw in orde (of zouden het toch de alcoholische dampen zijn die hiervoor zorgden). De rest van de rit verloopt zonder verdere problemen, en als we ter hoogte van Recticel even stoppen om alles terug te laten samenkomen, zegt Geert dat hij van hieruit rechtstreeks naar De Beize rijdt omdat het al halftwaalf is. Iedereen stemt toe, en ikke content, tot we merken dat het pas 10u45 is. Geert heeft ne nieuwe velo, en zijn kilometriekske stond nog op Hollands uur. Dus wij terug verder, maar bij mij is eerlijk gezegd de veer een beetje gebroken. Als we na een 5-tal km terug de Scheldedijk oprijden, slaat Dirk H linksaf richting Wetteren i.p.v. rechts, naar Gentbrugge. Ik volg meteen zijn voorbeeld, en voor Stefaan is het ook genoeg geweest. Op weg naar Kalken zit de wind op kop, en in de aangevroren sneeuw bolt het voor geen meter, dus is het nog even op de tanden bijten. Het is dan ook een blijde intrede als we om 11u30 in de Beize aankomen, 5 min later gevolgd door Thomas, die het blijkbaar ook niet echt meer zag zitten, en nog even later de rest van de bende. Na het uitwisselen van de nieuwjaarswensen met de meiskes (die niet fietsten, maar toch om hun beezen kwamen) kunnen we nog genieten van een zonnige winterdag. Ivan Rogiers.

 

Zondag 10 januari 2010: Kalken-Overmere Donk. Sneeuw en –ijspret deel III. Vandaag mogen we het niet te lang trekken, want we worden om 11 uur in De Beize verwacht voor onze jaarlijkse nieuwjaarsreceptie, dus staat er een plaatselijk ritje op het programma. Rudy is vrijdag al eens gaan verkennen dus mogen we ons weer aan iets verwachten. De hoofdwegen zijn goed berijdbaar, maar op de binnenbaantjes ligt nog altijd sneeuw en is het opletten geblazen. We vertrekken langs de Beekwegel, en als we de Scheestraat kruisen om de Zauwwegel in te draaien weet Mario al hoe laat het is. Hij gaat als eerste op zijn bek, (als we de 2 schuivers van Pascal in het naar hier komen niet meerekenen) en velen zullen zijn voorbeeld volgen. Dirk DB, Tom, Rudy DC, Roste S, Geert S, Thomas, Patje, Dany P, Eric, Pascal en Mario gaan gezamelijk 20 keer onderuit. Dirk H, Karel, Jan, Rudy R en ikzelf zorgen ervoor dat het saldo niet verder oploopt door schoon rechtop te blijven. Aan het einde van het wegeltje van de Zauwer naar de Bontinckstraat, is het lang wachten op Pascal. Als hij in de verte komt aangereden, zegt Rudy R dat hij zodanig traag rijdt, dat het wel lijkt alsof hij van ons wegrijdt. Wanneer hij uiteindelijk toch bij ons komt, hebben we ondertussen al een erehaag gevormd om hulde te brengen bij zijn passage. Blijkbaar heeft hij een derde duik gezet, en besluit dat het genoeg geweest is. Eric is de volgende die er de brui aangeeft. Hij had zichzelf voorgenomen niet meer dan één keer te vallen, en even voor de Gratiebossen is het zover, en zijn we hem kwijt. Langs enkele paadjes, die we nog kennen van de toertocht van de Scheve Villa gidst Rudy ons naar de boorden van Overmere-Donk. We passeren over een brugje, en net wanneer de meesten denken dat we langs de eendekooi gaan, rijdt hij doodgewoon het ijs op. Marco Borsato zingt “lopen op het water”, maar wij rijden op het (bevroren) water. In het midden van “Den Donk” houden we halt voor een fotoshoot, waarvan de beelden terug te vinden zijn op den blog van De Modderfokkers. Als we het ijs afrijden zien we nog ne Modderfokker zitten. Het is Witte Krick die zijn schaatsen aanbindt. Hij gaat zijn kilometers glijdend afmalen. De terugreis naar Kalken verloopt, een uitschuiver van Tom na, zonder verdere incidenten.

N.B. Eventuele uitschuivers na de nieuwjaarsreceptie zijn niet meegerekend in de 20 valpartijen hierboven vermeld. Ivan Rogiers

 

Zondag 7 februari 2010. Hamme –Zogge. Als ik wakker word, ben ik stijf en stram. Het langlaufen van gisteren eist zijn tol. Maar toch ga ik fietsen.

Op weg naar het dorp rij ik op een klein steeksken om wat los te komen. In de Schriek komt buurman Ivan bij mij gereden, en heeft hij al nen pijl verschoten, zo vroeg op den dag. We rijden allen samen naar Hamme, onderons ook Nadine en Rita. ‘kmoet zeggen de modderfokkers kunnen ook hoffelijk zijn, er wordt naar ginder gereden op een min of meer rustig tempo. Zo heeft iedereen eens de tijd om een klapken te doen. De andere dames rijden per auto.

Ginder ter plaatse spreken we af dat de B’s maar 45 km zouden rijden i.p.v. 55. doch Ivan blijft nog een tijdje aanklampen en verplicht ons zo om ook te volgen. Hij verspeelt hiermee terug enkele goede pijlen. Bij het indraaien van een wegel, wijst, een waarschijnlijk onfortuinlijke collega, ons erop dat er een verraderlijke boord is aan de betonplaat van de weg. We hebben van ons heer oren gekregen om te horen maar je moet ook nog willen luisteren. Karel V heeft dit zo niet begrepen en ja hij valt over dat betonboordje.

Het is wel de aanzet om ons wat te laten afzakken. Enkel Luc K moet nog naar voor gestuurd worden, maar met die nieuwe crossfiets is dat geen probleem.

Karel V, Geert S, Mario V, Pascal L, Ivan R en ikzelf rijden aan een iet wat rustiger tempo verder. Alles ziet er goed uit, tot onze vrouwelijke modderfokkers roet in het eten gooien. Linda is namelijk lek gereden, en Rudy R en zijn companen; Rudy V, Dirk DB, Patrick R en luc K zijn gestopt om te helpen. Er zat een vijs in de band en Linda had die niet zien liggen! Misschien een idee voor man Ronny om een metaaldetector op de fiets uit te vinden (gat in de markt of in de band?). Wij stoppen ook, maar als we zien dat alles in goede handen is van Rudy R, rijden we verder. En dan begint het natuurlijk, we voelen ons de prooi van de jagers achter ons en zonder met elkaar af te spreken wordt er goed doorgereden. Ivan verschiet nog wat pijlen, en krijgt het bij momenten lastig. Ik heb ook niet de form mee en na éénmaal te duwen snap ik al dat ik beter mijn krachten doseer en voor mij reserveer (egoïstisch hé). Even voor de bevoorrading komt alles terug samen, en rijden we samen verder.

Enkel Luc is ergens weg gereden omdat hij tijdig thuis moest zijn. Nog wat verder komt de splitsing 45-55, maar het gaat tegen want de A’s gaan ook voor de 45, om tijdig bij Koen te kunnen zijn. We laten ons niet direct kennen en Ivan verschiet nu ook zijn slechte pijlen. Gelukkig kan hij rekenen op fysieke steun van broere en Patrick. Op een gegeven ogenblik schudt Rudy met zijn rechter hand, ‘k vraag of zijn horloge stilligt, maar het was wat krampe van…..

De rit terug naar huis verloopt met manieren, maar voor Ivan is het een lijdensweg, hij verbrandt zelfs zijn pijlkast. Sorry Ivan ‘k had niet de bedoeling U zoveel te vernoemen, maar ja, toch graag gedaan.

Na nen Duvel (of twee drie) gaat het al wat beter. Ook de C’s zijn goed vertegenwoordigd in de Beize, zij hebben een plaatselijke rit gereden. Frank H heeft pech dat den hoop zo groot is als hij trakteert voor zijn verjaardag. Maar santé. Rudy DC

PS. Zeg, Rudy, volgens mij reed Ivan ook mee, maar ge hebt die gelijk vergeten noemen. Mario

 

Zondag 14 februari 2010. Plaatselijk. Het is alweer een tijdje geleden dat we nog eens in de sneeuw konden rijden, toch al zeker 2 weken, maar vandaag is het weer zover. Alle liefhebbers van het genre zijn present, met uitzondering van onze 2 verslaggevers van vorige week. Die hebben zich zodanig geforceerd bij het bekladden van mijn goede naam, dat ze een week later nog niet in staat zijn om een toerken met de fiets de rijden. Rudy R, Patrick R, Luc K, Dirk DB, Jan W, Thomas B, Geert S en ikzelf waren er wel. Els was als enig meiske naar Kalken afgezakt. Er was zelfs een nieuwkomer die de gladde wegen kwam bedwingen. Steven De Mey, afkomstig van Overschelde. Twee weken geleden had hij ook al eens geprobeerd, maar moest dan na een 10-tal Km de rol lossen. Wegens geen ritten in de buurt, en omdat de meesten op een deftig uur willen thuis zijn (Valentijn??), kiezen we voor een plaatselijk ritje. Rudy stelt voor om de komende Modderfokkerstocht nog eens te verkennen, kwestie van het parcours bij iedereen in ‘t koppeke te krijgen. We vertrekken langs de Kalkense Meersen, waar we al meteen een pittig stukje ijsballet voor de wielen krijgen. Goed doortrekken waar het kan, iets voorzichtiger waar het moet. Nieuweling Steven heeft waarschijnlijk bijgetraind, want hij blijft goed overeind tussen het geweld van de geroutineerde rijders. Figuurlijk dan toch, want letterlijk lukt het minder goed. Even voor De Boondocks maakt hij een slipper, en gaat onderuit. In zijn val sleurt hij den witte Krick mee, die nochtans zijne velo met dunne bandekes thuis gelaten had. Even verder gaat Thomas in de fout. Ook hij slipt, en valt tegen een muurtje. Volgens hem telt dit niet als echt vallen, voor ons wel. Dirk DB heeft geen excuus. Hij neemt een bocht iets te enthousiast, en gaat sierlijk onderuit, met als resultaat, een deuk in zijn ego. Via een stukje door de Serskampse bossen, met hier en daar een nieuw wegeltje komen we aan in Wetteren, waar we voor de verandering ne keer over den Passarel gaan. In de aanloop naar den Blauwen Steen, spelen we Steven nog kwijt. Hij had blijkbaar zijne stal geroken, en vond het niet nodig om de kelk tot op de bodem te ledigen. Het laatste stukje langs het water richting Vaart was wel nog behoorlijk tricky, maar we houden het allemaal droog. Luc wacht de eindsprint niet af, want op het Vaartplein snijdt hij een stukske af, en vertrekt zo op een diefje. Dirk probeert er nog achteraan te gaan, maar schiet te kort en krijgt het gat niet meer dicht. Luc is wel als eerste aan De Beize, maar wordt wel gediskwalificeerd wegens het verlaten van het uitgestippeld parcours. Dirk en Frank H, Geert B, Guy R en Stefaan I zaten ons al op te wachten. Het parcours voor de Modderfokkerstour is gekeurd en goed bevonden, maar om de rit uit te pijlen zou het toch niet slecht zijn dat Rudy meerijdt. Ivan

 

Zondag 21 februari 2010. Sinaai. “8 Uur aan de kerk, voor een uitstap met de fiets naar Sinaai”, stond in de mail van Rudy, maar als ik om 2 voor 8 het kerkplein oprij, staat er nog niemand. Het belooft dus een matige opkomst te worden. Maar dan vallen de duiven één voor één. Eerst Dirk DB, dan Danny F, Pascal L, Jan W, Rudy V, Luc K, Patje R en Rudy R. Allemaal A-kes, of het scheelt nie veel, en ja, ik stond daar ook nog tussen, met de moed al in mijn schoenen. Al van bij het vertrek gaat het goe vooruit, het tempo niet onder de 30/u, en bij het oprijden van de brug van ’t Hussevelde oplopend naar 32 – 33. Normale mensen gaan bij het bergop rijden een beetje vertragen, Modderfokkers niet. Richting Lokeren gaat het zelfs niet meer onder de 35, en ik begin al serieus te zweten. Gelukkig zit ook Rudy V niet zo fris wegens een feestje gisterenavond, en een te korte nachtrust, en wordt op algemeen verzoek het tempo een beetje gedrukt. Als we in Sinaai aankomen heb ik al 22.5 km op de teller. In de wetenschap dat de terugtocht even lang zal zijn, besluit ik aan de eerste splitsing voor de 39 i.p.v. de 50 km te gaan, kwestie van een beetje reserve te hebben voor de retour. Mijn verbazing is dan ook groot als aan de eerste splitsing iedereen voor de 39 kiest. Na een tijdje begint het mij toch een beetje te lastig te worden, en besluit ik de zware mannen te laten rijden en voor plan C te kiezen, de 29. Ik rij verder op mijn eentje en hou volgens eigen mening een redelijk deftig tempo aan. Ik wordt uiteindelijk maar door 3 gasten ingehaald, waarvan ik er eentje na enkele km terug te stekken krijg. Dat geeft toch wa courrage. Als na een tijdje wachten de mannen van de grote toer het veld komen uitgereden, zie ik dat Rudy V zijn uitstap van gisteren heeft moeten bekopen. Hij heeft volgens eigen zeggen serieus zijne peere gezien, en als ik hem zo bekijk, geloof ik hem op zijn woord. De terugreis naar Kalken gaat wind op kop, en het zijn Rudy R en Patje die het kopwerk voor hun rekening nemen. Ze doen dit zodanig goed, dat Rudy V zo nu en dan de rol moet lossen. Ik blijf naast Rudy rijden om hem de nodige morele steun te verlenen, maar vooral om te genieten van het feit dat er ne keer iemand anders zit af te zien. Op de brug van de Bontinckstraat is het gedaan met genieten, want mijne naftenbak is ook bijna leeg. Een eindspurtje zit er dan voor mij ook niet meer in. Patje haalt het voor Dirk en de rest van de bende. Naar vaste gewoonte worden we opgewacht door de plaatselijke rijders. Dirk en Frank H, Geert B, Eddy T, Peter Fritamientje en een nieuwkomer die mij nog altijd eens een visitekaartje moet bezorgen, werden door Rudy DC op sleeptouw genomen voor een toerken Kruiskapel. Had ik da geweten,…. Ivan

 

Zondag 28 maart 2010. St. Niklaas. Ivan vroeg me om nog eens in de pen te kruipen. Zo gevraagd, zo gekropen. Veel volk en veel vrouwvolk (fokkemodders, moddermiekes, modderfoksters, ik weet niet hoe we ze best noemen) aan de kerk. Rudy R. niet, want die moet VIPs rondrijden tijdens Gent-Wevelgem voor Mercator Vlaanderen. Staan er wel: Pascale Lippens, Ann van Jan (Jan kwam achter), Els van Jo (Jo zelf zat ergens vastgeplakt, naar horen zeggen in het kleinste kamertje), Rita van Erik (Erik zelf ook al niet), Nadine van Rudy V. (Rudy Vee zelf was wel mee) en dan nog een sportief meiske. Dirk De Boever, Witte Krick met zijn cross-velo, en Ivan waren er ook nog en Patje was al met de velo naar St. Niklaas, kwestie van nog 35 km te kunnen bijtrainen. Bijna was ik nog Karel Verhoeven vergeten, mijn privé-chauffeur. Om kwart na 9 kunnen we al vertrekken op voetbalplein SK Gerda te St. Niklaas. Meteen een paar km kronkelig bos. Wij wisten niet eens dat ze daar bos hadden. En dan volgt er één aaneenschakeling van wegels, dijken, steile klimmetjes en afzinkskes, kronkels en draaien, lange, bonkige einden, pittoreske dorpkes. Steendorpe aan de Schelde en omgeving moet ge zeker eens bezoeken om te gaan wandelen of fietsen, echt een ontdekking. Tegen alle verwachtingen in een toffe, prachtige rit met driekwart off-road (dat wil zeggen van de baan, voor wie niet goed Frans kan). Iets minder is dat er in een groot deel van die wegels van die superfijne kiezel is gesmeten en dat rijdt voor geen meter. En, wind, wind, wind. Niet moeilijk dat dat hier zo waait, zegt Ivan: met al die windmolens hier. En het wordt nog erger als we een knap meiske zien wandelen. Wat heeft dat nu met de wind te maken, hoor ik u al denken. Wacht, wacht, laat me uitspreken. Ze had verdorie toch wel haar windhond bij, zeker! Ivan en ik besluiten het iets rustiger te doen en blijven achter, zodat we als eerste bij de bevoorrading zijn. De rest had zich efkes misreden. Na de ravitaillering vertrekken we weer ietske later en zien de bende voor ons op de dijk rijden. Ik kijk even achterom om te kijken of Ivan nog mee kan (haha), en als ik weer voor me kijk, ligt er één in de kant en een andere ligt languit op de rug op de asfalt. Het waaier rijden, wind op, op de dijk, heeft weer zijn slachtoffers geëist. Rudy V. wijkt even uit, Jan W. in zijn wiel moet nog verder uitwijken, en Pascal L. raakt het achterwiel van Jan en kan niet rechtblijven. Luc K., altijd in laatste positie, rijdt gewoon bal over Pascal en komt plat op zijn buik op het asfalt. Zijn vingertoppen weg. Ja, bij Luc staan die blijkbaar op zijn buik. Weeral een hele week geen pianospelen voor de witte, zegt Ivan. En ik bedenk plots: er zit daar nog zo een uitsteeksel aan de buikkant, hoe zou dat met die top zijn? Maar het is gelijk niet de juiste moment om dat te vragen. Pascal is helemaal van de kaart en de rug van zijn regenovertrekske helemaal geschonden. Ook een bloedende vinger. Hij heeft wel geluk, want straks in de Beize is het toch uitreiking van het nief koersgerief. Ja, ge kunt er achteraf eens mee lachen, maar het is toch maar megabangelijk als ge ze daar alletwee groggy ziet liggen. Het is nog goed afgelopen, zeg maar.

Even verder is er de splitsing 30 en 50 km. Pascal en Luc besluiten wijselijk de kortste weg SK Gerda-waarts te pakken, en de rest maakt er nog een vlammende laatste 20 km van. Ivan heeft zich herpakt en moet niet veel meer onderdoen. Ik verschiet nog een laatste kartoesj, en als de super-aakes Patrick, Jan, Karel en Dirk me weer te pakken hebben, als we op de weg komen, trekt Patrick nog wat door tot het volgende kruispunt. Een auto komt keihard remmend tot stilstand, op 30 cm van Patrick die midden voor de auto ook stilstaat. Bijna zijn derde keer onder een auto. Ja, wij hadden voorrang van rechts, dat wel. Het is me het ritje wel.

Het eindigt weer met kilometers gekronkel door de bossen en we moeten Karel - in een superdag, Jan, Pat en Dirk laten rijden. Rudy V., van wie we beter gewend zijn, was er gelijk niet vandaag, maar dat kwam door technische problemen: hij kon geen macht zetten. En wie staat er eerst aan den arrivee: Ivan, Rudy en ik. De super-aakes waren zich toch wel weer misreden zeker. Ge ziet dat ze daar Danny Fack niet voor nodig hebben, hé. Blijkt dat Patje nog knal op een boom is gereden. Kwestie van zijn koleire op die auto nog even uit te werken. Aan de boom was er gelukkig niets.

Op SK Gerda zien we nog Tommeke Vandenberge en Chris, de buur van Guy Roels.

De Beize wordt overrompeld door ancien modderfokkers en door nieuwelingen, die hun pakketje koersgerief aan een spotprijs komen ophalen. Gerda en SK Marc zijn er ook. En nog een nest lokaal rijdende modderfokkers, maar ik was gelijk ook wat van de kaart (combinatie van de inspanning en de Duvel en den ouderdom), zodat mijn geheugen me in de steek laat. Wat een dag! Deugd dat dat toch altijd doet, u zo te pletter rijden. En wat is er toch nog veel moois en veel nieuws te ontdekken in de buurt. Mario

 

Zondag 4 april 2010. Pasen. Wichelen. Was iedereen nog Paaseikes aan t rapen, of hadden ze gewoon geen zin? Enkel Rudy De Clercq en ikzelf staan om 8.30 u op het kerkplein. Gelukkig is t Hussevelde goed vertegenwoordigd. We besluiten een klein toerken langs de Schelde te maken en om 9 u terug te keren om te kijken of er dan nog liefhebbers komen. Het is even wachten, maar uiteindelijk krijgen we het gezelschap van Frank Hanselaer en Eddy Troch. A, B en Cs, allemaal samen met zn vieren. Op voorstel van Frank rijden we de groene route van Wichelen. Een klein toerken met een klein groepken, dus veel bladruimte ga ik niet verspillen, anders krijg ik weer onder mijn voeten van Mario. (Ooit schreef ik een verslag van een bladvol van enkel Rudy R en ik, en dat heb ik mogen horen). Dat brengt ons naadloos naar de rit van Paasmaandag. Ivan

 

Maandag 5 april 2010. Zele. Naar jaarlijkse gewoonte trekken we op 2e Pasen naar t Zonhoekje, een uitstap die blijkbaar zeer geliefd begint te worden, want in tegenstelling tot gisteren zijn we nu met een stuk of 25. We vertrekken allemaal samen, de meiskes incluis met de fiets. De inrichters zagen ons graag komen, want met zo een bende waren ze al bijna uit de kosten. Er was keuze uit 30, 40 en 60 km, maar de 40 waren er eigenlijk 48 en de 60, 55. We kiezen voor de 55, en het gaat zoals gewoonlijk goed vooruit, en ondanks een verstopte neus en wat stijfheid in de benen van gisteren kan ik vrij goed vooraan stand houden. Eindelijk nog eens goede benen, maar het zijn net die goede benen die mij later nog parten zullen spelen. Via Berlare en Overmere komen we in Kalken het thuispubliek groeten, en rijden zo verder richting Overschelde. Daar aangekomen, nog altijd bij de kopgroep, stel ik voor om alles terug te laten samenkomen. Danny F en ik laten ons even laten uitzakken om te kijken waar de rest blijft, maar er komt niemand meer terug uit de achtergrond. De rappe mannen konden niet langer wachten, en zijn ondertussen ook al niet meer te zien. Daar sta ik dan met mijn goede benen. Er was ooit een tijd dat er gewacht werd als de groep niet volledig was, maar als Wegkapitein Rudy R er niet bij is, grijpen de muiters hun kans. Gelukkig neemt Danny mij op sleeptouw en rijden we langs De Blauwe steen naar de Vaart, en via de Scheldedijk gaat het richting Schellebelle. Het duurt echter tot de bevoorrading in Uitbergen voor we terug samen komen. Daar worden we opgewacht door de groep die eigenlijk nog achter ons zat. Zij hadden blijkbaar een stuksken afgesneden, en zo een mooie voorsprong genomen op die met goede benen. Voor het vervolg van de rit verwijs ik u graag door naar Mario, die had nog betere benen, en reed de 55 km met de A-kes, waar ik moegestreden afhaakte en koos voor de 48. Ivan.

 

Zondag 18 april 2010. Waasmunster. Rudy had verzamelen geblazen om 8.30 u voor de verplaatsing naar Waasmunster met de wagen. Zelf kon hij er niet bij zijn wegens buitenlandse verplichtingen: meerijden in de Amstel Gold Race, met de wagen wel te verstaan. Deftig uur voor een schoon ritje zult ge denken, tot er ne plezanten mailkes begint te sturen om met de fiets om 8 u te vertrekken. De een na de ander antwoordt : ik ook, ik ook. Ik ook dus. We zijn met 11: Rudy V, Rudy DC, Patje R, Dirk DB, Geert S, Bart VH, Luc K, Jan W, Dany P, de wederoptredende Eric VG, en ikzelf. De meiskes rijden met de wagen: Linda, Nancy, Carine, Els, Ann, Annemie, Ariane, Danny F, Dany P, Thomas B, Pascal L, Ronny VH en Filip B. Het is droog en overal goed berijdbaar, dus wordt het weer vlammen. Probleem is, dat als het snel gaat, er al eens een foutje gemaakt wordt met een duik tot gevolg. Tuimeltrofee van de dag is voor Thomas Bisschop, die er in slaagt 3 keer onderuit te gaan. Danny F, Dany P, Geert S en Luk K houden het bij 1 keer, al was den schoonsten duik eentje van Luk, die spectaculair overkop ging. Aan de bevoorrading staat mijn kilometriekske op 30 km. De 20 km van de heenreis niet meegerekend, kwestie van de courrage niet te verliezen telkens ik naar mijn tellertje kijk. In totaal al 50 dus, en Rudy DC stelt voor om een kortere afstand te volgen om toch nog voor de middag terug in Kalken te zijn en op ’t gemak nog een terraske te kunnen doen. Voor mij niet gelaten, dus laten we de rest verder rijden. Voor de terugweg stelt Rudy zijne cruise-controle in en rijden we op een schoon tempo richting Kalken. Ik probeer zoveel mogelijk naast mijne compagnon te rijden, maar moet toch af en toe zijn achterste ne keer gaan bekijken (= een beetje uit de wind gaan zitten ). We komen aan in De Beize met in totaal 80 km in de benen, en het is nog een tijdje wachten voor Patje de spurt wint met 93 km achter de tanden. Jo was er ook nog, maar was vroeger gestart wegens verplichtingen voor de noen in De Schorpioen. Ivan

 

Zondag 25 april 2010. Plaatselijk. Er zit een groep in Dardennen, en er zijn al enkelen vertrokken naar Opwijk, maar wij rijden ter plaatse. Nog maar eens de Modderfokker-ride gaan verkennen. Tot vervelens toe als het moet, maar hij moet in t koppeke. We zijn met 11: De 3 Rudys, Pascal, Luc en ikke, nieuwkomers Tim Van Durme, Geert Noë uit Lochristi en Steven De Mey van Overschelde, gastrijder Geoffrey Maes, en last but not least, de wederoptredende Hans Schellaert. Thomas Bisschop kwam ook nog langs, maar vertrekt liever naar Opwijk, waar niemand hem herkent. Ja, diene jongen heeft het nie schoon de laatsten tijd met zon familienaam. Het is mooi weer, de vogeltjes fluiten, en ik zie er enkele staan die ik waarschijnlijk wel aan kan. Het leven kan soms schoon zijn. Spijtig genoeg kan het rap omslaan ook, want net voorbij de brug van Uitbergen, komt Rudy DC vooraan melden dat Hans, Tim en Steven zonet afhaakten, en kiezen voor een rustig ritje. Misérie, misérie, gelukkig is Geert nog van de partij, en zit Luc nie al te fris na een zwaar avondje uit. De parcourskennis dan. Geoffrey, die toch ook al enkele ritjes verkend heeft, weet op een gegeven moment in de veste verte niet meer waar we ons bevinden. Rudy V heeft zich al een paar keer vergist, maar heeft naar eigen zeggen maar een geheugenkaartje van 1 Giga, en blijkbaar is dat redelijk rap vol. Luc heeft een geldig excuus, en Pascal was al na enkele km het noorden kwijt. Bij mij valt het eerlijk gezegd nogal mee. Tot zeker halfweg zit het al goed ingeprent, maar als dan Rudy R begint aan zijn wirwar van wegeltjes moet ik ook af en toe eens passen. Waar ik niet moet passen is bij het fietsen zelf. Ik rij vrij makkelijk mee met de grote mensen, en kan zelfs af en toe een gaatje slaan op een paar achtervolgers. Al moet gezegd worden dat Rudy DC zijn handen vol had aan de rug van Geert. Op de Passarel in Wetteren toont Geoffrey dat je om wereldkampioen te worden toch over de nodige techniek moet beschikken, en rijdt op zijn gemakske van de trappen naar beneden. Het ziet er simpel uit, maar de rest besluit toch maar om de trappen te voet te nemen. Op het terras van De Beize, genieten we onder een stralende lentezon van een welverdiende verfrissing als ook Carla en Rita aankomen van hun plaatselijk ritje. Het leven kan toch schoon zijn hé. Ivan Rogiers

 

Zondag 16 mei 2010. Puivelde. Om te vertrekken met de fiets naar Puivelde, verschenen om 8 u volgende gasten: Rudy R, Geert S, Patrick R, Jan W, Luc K, Pascal L en ikzelf.

Afwezige van het moment was Ivan R. Hij was er daags voordien, op het feest van zijn tante, zeker van dat hij ook met de fiets zou starten om 8 u. Maar waarschijnlijk weerklonk het liedje “ja, Tante Julia, haal die borsten van mijn schouder…….” nog door.

Patrick en Rudy loodsen ons naar ginder. Aldaar staat Hans S, vol goede moed ons op te wachten.

Patrick R moet naar goede gewoonte eerst het plaatselijk toilet nog eens bezoeken, en om zeker te zijn dat er niet vertrokken wordt zonder hem (wat dat is ook al gebeurd) heeft hij een slot aan de fiets van Jan en Hans vastgemaakt.

Hans, die de laatste tijd niet al te veel heeft gefietst, moet al vlug naar zijn tweede adem zoeken. Als ook die hem in de steek laat, bezorg ik hem zijn derde en Rudy zijn vierde.

Op een bepaald moment rijdt Jan, evenals zijn voorganger door een paardestr…., en het goedje vliegt op zijn nieuw rugzaksken. Geert heeft het met zijn eigen ogen gezien. Maar modderfokkers hebben wat over voor elkaar en ik kuis het goedje keurig af.

Hans haakt naar het einde toe nog af. Wij bereiken uiteindelijk de finish 10 km te vroeg. Pijltjes verkeerd of gedraaid of ergens gemist? We waren blijkbaar niet de enige, want ook Dirk DB, die voor de gelegenheid eens alleen reed, overkwam hetzelfde.

Rudy en Patrick voeren ons dan ook, ondanks de tegenwind, terug naar Kalken.

Als Rudy, die ook naar het feest van Tante Julia is geweest, eens achterom kijkt, heb ik het gevoel dat het begint te regenen. De wittekens van de laatste dagen moeten er terug uit.

Patrick lanceert vanuit koppositie de spurt en wint die dan ook nog. Petje af.

In de Beize, zitten Dirk DB (wanneer die dan eigenlijk gereden heeft zonder ons te zien, weet ik niet) en Eddy T, die de route in Wichelen eens verkende (eigenlijk bij gebrek aan C’s).

Dirk DB en Luc K geven er een schop in ter gelegenheid van hun verjaardag. Voor Rudy wordt dat misschien morgen weer zweten, tenzij de hoeveelheid niet in verhouding was met de vorig dagen.

Jo R arriveert ook, maar zonder fietstenue, want hij moet nog wat bekomen van zijn sterkste man- avontuur in Laarne.

Een tweede gezelschap van Puivelde, zijnde Christine B, nadine F, Carine DN, Annemie VDV, Veerle I, Jurgen Vion en Ronny VH, komt aan. Zij waren met de auto afgezakt naar ginder. Rudy Declerck

 

Zondag 6 juni 2010. Bornem. Dé vraag van vandaag: houden we het droog? Er is regen voorspeld, komend vanuit het westen, maar als ik het rolluik optrek is de zon nog volop van de partij. Bij het volgende rolluik, eentje aan de westkant, ziet het er al heel wat minder uit. Maar ik blijf positief en maak me klaar voor een ritje met de auto naar Bornem. Ik ben niet de enige positieveling, want we zijn in totaal met 22. Rudy R, V en DC, Geert S en N, Erik VG, Jurgen V, Jan W, Jo R, Luc K, Hans S, Pascal L en ikke. Bij de dames-foksters: Rita, Annemie, Ann, Karine, Els, Nadine en Kristine met een K. Voor alle duidelijkheid, Als’t met CH is, is’t die van Torfs, met K is die van De Post. Het is een serieus convooi dat vertrekt, 8 wagens in totaal. Eigenlijk een beetje veel voor 22 personen, maar er zijn nu eenmaal mensen die graag met den auto rijden. Het wordt vandaag wel de rit der platte banden. Nog voor we ingeschreven zijn heeft Nadine als prijs. Ze wordt snel gedepanneerd door haar ventje, maar die maakt er zich iets te gemakkelijk vanaf. Hij probeert het lek te dichten door schuim in de band te spuiten, maar het gat is veel te groot. Rudy R wordt er bijgehaald voor een degelijke reparatie met nieuwe binnenband, en een lapje aan de binnenkant van de buitenband. Nog geen 500 m na de start, is Geert S de volgende die prijs heeft. Probleem is dat in zo’n grote groep de communicatie niet vlot loopt, waardoor wij het nieuws pas vernemen als we al 5 km verder zijn. Er wordt besloten niet terug te keren omdat er toch een halve afspraak was om in 2 groepen te rijden. En ik, ik heb het weer aan mijne rekker en zit in de verkeerde groep. Gelukkig heb ik nog het gezelschap van Hans en Jo, die ook een maatje lichter zijn de de rest. Als na een 15 km Rudy V plat rijdt, besluiten we met z’n drieën op een iets deftiger tempo verder te rijden, kwestie van een beetje reserve op te bouwen tot de rest weer bijkomt. Ondertussen kunnen we ook een beetje genieten van de rit en het moet gezegd worden dat de parcoursbouwers hun best gedaan hadden. Slalommend over de Scheldedijken, gevolgd door mooie bospartijen en technische passages. Het is volop genieten, en ik hoor Rudy R zelfs zeggen, “ Dat is nu ne keer mountainbike sé”. Jo jojo is ietske minder aan ’t genieten, want na elk bochtig stuk zit hij een eind achter, en moet moeite doen om de gaten te blijven dichtrijden. Een 20-tal km voor het einde houdt hij het voor bekeken, en kiest voor een kortere weg. Als even later Jan W zijn duivels wil ontbinden, moeten Hans en ik ook passen. Gelukkig acht Luc zijn moment gekomen om ook ne keer plat te vallen, en kunnen wij opnieuw erop en erover. Naar het einde van de rit begint het lichtjes te druppelen, maar het is pas als iedereen binnen is dat de hemelsluizen helemaal opengaan. 74 km genoten en ferm diep moeten gaan, maar toch content dat ik het gehaald heb. Heel mooie rit, 3 verzorgde bevoorradingen, en chance met het weer, wat moet ne mens meer hebben. En in De Beize geeft Rudy De Clerq er nog ene op zijne verjaardag, ’t leven kan toch schoon zijn. Ivan

Ondertussen waren er nog 2 bendekes van elk 4 man lokaal aan het rijden geweest: Bjorn V, ex-voetbalstér, Jelle, een vriendje van Bjorn, Karel, en Mario naar St. Lievens-Houtem, en Eddy T, Dirk H, Geert B en Guy R, die de modderfokkerrit nog eens deden, met als enige gids, Dirk H, die dus ook over ingebouwde GPS bezit. Mario

 

Zondagen 20 en 27 Juni, 4 Juli: Trippelverslag. Neen, geen verslag over het blonde gerstenat, maar wegens tijdsgebrek een verslag van de drie vorige ritten. Trouwens, wie mij kent weet dat ik eerder liefhebber ben van die blonde van Moortgat, den Duvel. Zoals verwacht was de opkomst voor de rit van de Calcine eerder povertjes. Het modderfokkers-souper van vorige avond had voor de nodige slachtoffers gezorgd. Zij die zaterdag nog luid verkondigden zéker aanwezig te zijn, blonken uit door hun afwezigheid. En bij Jo mag je dat “ luid verkondigen “ letterlijk nemen. We waren met 9: Rudy R, Dany P, Thomas B, Axel T, Luc K, Rudy DC, Patje R, Jan W, en ikzelf. Als parcours krijgen we de gewone toer van vorige jaren voorgeschoteld, al zaten er in het eerste deel enkele nieuwe stukjes. Als we passeren in de Warande in Laarne, kunnen we het niet laten om Dirk De Boever uit zijn bed te halen. Hij ontbrak ook op het appél, maar dat kwam volgens hem doordat hij bijna de ganse nacht op ’t Wc gezeten had. Ochottekes den Dirk, want da was al zo ne smallen.

Over de rit van Sint-Lievens-Houtem kunnen we kort zijn. Warm en lastig. De zware jongens vertrokken om 8uur met de fiets, de B-kes en de dames om 8.30u met de wagen. Doordat we redelijk laat kunnen vertrekken ( Ons Christine merkt aan de Kruisen dat ze haar bril vergeten was, waardoor ik nog eens terug kon ), zijn de A-kes al lang gestart als wij ons inschrijven. Misschien maar best, want had ik met hen proberen meerijden, waren er misschien doden gevallen, ikzelf.

Op Zondag 4 Juli, staat een uitstap naar Gooik op het programma. Vertrek om 8u met de wagen. Na spoedberaad met mijne gebuur Rudy DC op Zaterdagochtend, Besluiten wij een half uurken later te vertrekken met de B-kes. Kwestie van voor donker terug te zijn. Er waren er nog van ’t zelfde gedacht. 13 in totaal: Geert S, Geert B, Guy R, Rudy Dc, Pascal L, Davy P, Mario V, Steven DM, Tim VD,Axel T, Bjorn V, Luc K en ikke. Mario laat even om zich wachten, want hij komt met zijne nieuwe velo, en hij weet nog niet goed hoe dat moteurke nu juist marcheerd. We besluiten om de nieuwe Bloso-rit van Lede te gaan verkennen, enkel Guy gaat voor de rit in Zele. We vertrekken richting Uitbergen, om even voorbij ‘ De Boonocks ‘ op het parcour in te pikken. Mario legt er van bij het begin goe de pees op, blijkbaar heeft hij het goede knopke gevonden. Tot voor kort was deze streek bij de meesten van ons onbekend, maar daar bracht onze Modderfokker-ride verandering in. Toch ben ik aangenaam verrast door de vele nieuwe stukken tijdens de rit. Schoon toerke, al konden de pijltjes iets beter geplaatst worden. Als we na een 40-tal Km moeten stoppen voor een gesloten overweg, merk ik dat we 2 man kwijt zijn. Luk moest om 11u al terug thuis zijn en was vroegen afgeslagen. Bij Mario was het heel wat minder. Die had zich in het begin een beetje overzet, en moest daar later de gevolgen van dragen. Volledig gedesillusioneerd was ook hij eerder afgeslagen. We proberen de terugreis naar Kalken via de werken aan de Scheldedijk, en na een beetje klauterwerk tussen de brandnetels en distels belanden we toch terug op “den dijk”. Als we aan het veer in Schellebelle passeren besluiten we als extra den blauwen steen ook nog mee te pakken. Dit is echter teveel van het goede voor Axel, die aan het pompstation langs de Vaart de kortste weg kiest. Hij kreeg op het einde een beetje pijn aan de rug. Allemaal de schuld van Rudy DC, want als die begint te duwen, is’t nie gewoon. Hij zal ‘t er nog wel ne keer ene van zijne velo duwen. Wanneer we aankomen in De Beize, worden we nog net vooraf gegaan door de dames die vandaag ook van de partij waren. Linda, Carla en Nancy, waren net geland. Christel en dochter Ninke waren er ook bij vandaag, maar moesten nog patatjes gaan schillen. Ivan.

Nawoord Mario. Hoe verschillend de interpretatie van mensen kan zijn, hé. Ik er goe de pees opgelegd? Nee, daarvoor was ik teveel uit form. Een paar keer efkes doorgetrapt ja, zoals ge van mij gewend zijt, doortrapt als ik ben. Maar ‘de pees er op leggen’ gaat rapper en duurt veel langer. Gedesillusioneerd? Leutig is anders, maar gedesillusioneerd was ik helemaal niet. Als ge 4 weken niet gereden hebt, waarvan 2 ziekjes, dan weet ge dat er geen fond genoeg meer in uw lijf zit en dat het na 35 km op kan zijn. En na 30 km was daarenboven mijn drinken ook op, wegens warm weer en wegens ik een dorstig mens zijnde, en rijden met dorst, dat doe ik niet. Ik heb niet veel principes, maar dat is er één van.

 

Zondag 11 juli 2010. Grote prijs Rudy De Clercq. Moerbeke. De avond voordien Bulgaarse wijnproefavond geweest bij Axel Troch, in zijn nieuwe wijnzaak in de Gaverstraat (kwestie van wat reclame te maken! Echt superwijnen voor een prijske, man, man, man, ge gelooft het niet), waar er toch een deel modderfokkers gaan proeven waren. Op het eind van de avond konden ze al een aardig woordje Bulgaars. Ik was niet geweest, want mijn Bulgaars is altijd al even goed geweest als mijn Tsjechisch en mijn Tjetjeens. Maar ondanks de wijn, toch een massa volk: Alletwee de Dirken (De Boever en Hanselaer), alledrie de Rudies (Rogiers, Vergeylen en De Clerck), alledrie de Roelsen (Guy, Jo en Pat) – al zou het zonder Roelsen ook best kunnen hoor, alletwee de Rogiersen, want Ivan was er ook, Geert B (nog steeds in grote doen: zeg nooit zomaar een B-ke tegen een B-ke, en al begint zijn naam met een B-ke, het is en blijft een Bracke), Luk Krick, Ronny Van Hecke (sorry Ronny maar deze keer heb ik mijn nieuwe velo bij de concurrentie gekocht. Het is niet makkelijk met 2 mountainbike-verdelers aan je achterdeur die dan nog alletwee meerijden ook), Danny what the Fack!, Axel Troch himself, Jan Willems, die ik pas na 20 km rijden voor de eerste keer zie, ge moet niet vragen hoe scherp die weer staat, en als nieuwkomers (weeral nieuwkomers): Jo Van Hulle, broer van Gerda en verder zijn we nog niets te weten gekomen, en Gert Vergult (spijtig genoeg niet Verhulst, anders was onze club nu nog rijker dan ze al is), een inwijkeling (!) uit Schellebelle die in de Bieststraat woont. Ge ziet, ge moogt ons niets vertellen of het staat in de gazet of op het net.

Een plaatselijk ritje, mailde Rudy. Dat betekent dan dat we tot tegen de hollandse grens rijen. Ik zie zelfs een wegwijzer naar Axel. Even verder gebeurt wat ik vreesde: Axel niet meer te zien. Die had genoeg afgezien en wou een kortere weg naar huis. Als hij dan plots een wegwijzer met zijn naam op ziet, denkt hij: ha, dat is vriendelijk, en gemakkelijk ook nog. Guy R had zich gelijk ook wat overdaan en was mee met Axel naar Axel. In alle geval, we hebben ze sindsdien nog niet gezien. Rudy DC kent die bossen daar op zijn duim. Rudy, als ge daar toch elke dag gaat rijden, zoudt ge de volgende keer eerst de bramen wat kunnen bijknippen? Op den duur rijdt er een bebloede bende rond. Maar liever wat doornen in mijn armen en benen dan in mijn band. Weeral geen platte banden en geen valpartijen. Terug in Wachtebeke is mijn pijp uit en ik rij naar huis, gelukkig de anderen ook. Nee, ik heb mijn nieuw fietske nog niet veel eer aan gedaan, maar wacht maar tot ik weer de benen heb van 6 weken geleden … Bij Jo VH is het ook op. Gelukkig is er een tussenstop voorzien: na de laatste hindernis, Hussevelde brug, mogen we al stoppen en op adem komen en eens bijtanken: Rudy DC heeft op zijn terras zijn eigen toog gemetst en daar staat fris bier in. Wat kan dat smaken. Alle ritten zouden langs het Hussevelde moeten terugkeren, zeker in de zomer! Of langs de Gaverstraat misschien ook al. Of langs het dorp bij onze brouwer-lid, lang geleden dat we die nog gezien hebben.

Als we van bij Rudy DC bij de Woesten arriveren, want de Beize is gesloten, zit daar al veel schoon volk op het terras: Nancy (een sportief meiske), Nadine, Christine, Christelle, Annemie en Linda (ook allemaal sportieve meiskes zulle). Jurgen Vion en Karin komen ook nog toe.

En zo waren wij weer moe, maar voldaan. En het ging toch al wat beter of verleden week. Mario

 

Zondag 25 juli 2010. Waasmunster.

Om 8 uur vertrekken met den velo. We waren met ……..veel. We reden naar ginder met een gemiddelde snelheid van ……..veel.

Na ons te hebben ingeschreven, beslissen we toch om met 5 afzonderlijk te rijden, want we verwachten dat het terug koersen zal worden.

Die vijf zijn Geert S, Eric VG, Davy P, Pascal L, en ikzelf.

We rijden een tijd op zichtafstand van de kopgroep, hadden we gewild we reden er zo naartoe, maar dan gingen we het ons eigen weer moeilijk maken.

We komen op een bepaald ogenblik Yvan R en Jurgen V tegen, die per auto naar Waasmunster waren afgezakt, niet dat ze zo rap reden zulle,maar wij hadden een pijltje verkeerd geïnterpreteerd en waren te vroeg afgeslagen en kwamen terug op het begin van het parkoer terecht. Even later kruisten we ook de vrouwelijke modderfokkers.

We rijden met ons groepje eigenlijk goed door, Davy heeft precies wat stage gevolgd bij zijn broerken Danny die bij de elite groep zit.

Pascal laat hem af en toe wat uitzakken. (doen alsof ge nie goe mee kunt om nie op kop te moeten rijen). Het kopwerk wordt anders goed verdeeld en als het dan eens echt rap moet gaan op de weg komt Eric wel vooraan, ondanks dat zijnen velo begint te kraken boven de 40.

Toch zijn er drie mannen die ons voorbij rijden, ze kijken wel raar op als Geert de laatste voorbijsteekt en zegt het gaat hier toch niet stilvallen hé. Die kijkt niet groen, hij kijkt zelfs helemaal niet.

Af en toe is het best dat we goede remmen hebben om valpartijen te vermijden en de juiste afslagen te nemen. Eerlijk gezegd de pijltjes konden beter geplaatst geweest zijn. Buiten een paar kleine omval scènes (onder andere van Geert) uit bijna stilstand verliep alles goed, tot dat er een sukkelaar voor mij viel in een zandstrook en ik hem niet meer kon ontwijken. Hij kwam van links en rechts was er nen gracht. Ik ga volop in de remmen en ga over kop, maak eerst dienen mens zijn spatbord kapot en beland dan toch in de gracht. Normaal zou dit niet in het verslag komen maar Pascal stond erop omdat hij er al zo veel heeft ingestaan met valpartijen.

Eens aangekomen in Waasmunster zijn de A’s al gaan vliegen. Eric trakteert ons nog met een pilsken en we rijden terug richting Beize. Zelfs Pascal neemt in Zele een stuk de kop. Bij mij zijn de beste pijlen verschoten, maar de anderen zijn ook wel content aan den arrivé. Uiteindelijk tegen dat ik thuis kom staat er 100 km op mijn kilometrieksken, en ja ik ben recht naar huis gereden.

Rudy De Clercq

 

Zondag 1 augustus 2010, Oosterzele. Als ik passeer aan de Portugiezenstraat, zie ik grote broer Rudy ook al afkomen. Ben ik nu zo laat, of hij net wat vroeger. De waarheid zal er ergens tussenin zitten. Ik heb dus gezelschap om naar ’t dorp te rijden, maar een babbelke slaan zit er voor mij niet in, want hij geeft meteen een deftig tempo aan. We zijn niet het enige broederpaar op de afspraak, de Poelmanbrothers Dany en Davy zijn ook van de partij. Jo en Patje zijn er ook, maar hoewel ze beiden Roels noemen, beweren zij geen broers te zijn. En dan waren er nog de enkelingen. Danny Fack, Luc Krick, Pascal Lippens, Geert Schepens en Gert Vergult, die precies ook de smaak bij de Modderfokkers te pakken heeft. We vertrekken met de velo naar Oosterzele, en bij aankomst ter plekke zijn we al goed opgewarmd. In een vlaag van overmoed besluit ik maar mee te rijden met de A-kes, maar moet al vrij vroeg vaststellen dat het weer pompen of verzuipen zal worden. Na een tiental kilometer pompen ben ik al half verzopen, en besluit niet langer aan te klampen en te kiezen voor de 35 km, waar er voor de rest 50 voorzien zijn. Ik hou de bende nog een tijdje in het gezichtsveld, maar na een 15-tal km komen we op een stuk langsheen de Leie met wind op kop, en zijn ze de piste in. Ware het niet de we even later een eerste bevoorrading krijgen, en ik opnieuw aansluit. Ik vertrek zelfs als eerste, en mis zo het akkefietje dat Pascal had met een gastje die dacht dat de weg voor hem alleen was, en opzettelijk tegen hem aanreed. Hoewel die gast een kopke groter was, hadden de anderen de nodige moeite om het brandje te blussen. Geert wist mij achteraf te zeggen dat hij ervan geschrokken was dat de anders zo rustige Pascal, nog redelijk colleriek uit de hoek kan komen. Wat ik ook nog miste, was een speciaal duikske van Danny F. Naar ik heb, van horen zeggen, is hij erin geslaagd om in een gracht te sukkelen, ook al zat hij niet op zijn fiets. Op het einde krijgen we nog af te rekenen met materiaalpech. Patrick rijdt lek, en nog maar net opnieuw vertrokken breekt bij Gert een spaak en deze boort zich door zijn band. Even later krijgt Patje ook nog versnellingsproblemen, maar na wat trek en plooiwerk van Rudy kan hij toch opnieuw verder. Voor de terugweg naar Kalken kiest Rudy voor een alternatieve weg via Melle en dan langs de Scheldedijk richting Wetteren. Met de wind in de rug gaat het tempo niet meer onder de 33 km/u, en hebben Danny en Rudy de handen vol om Jo bij te duwen. Aan het begin van den langen end (Kalkense Steenweg ) zet Danny zich op kop en neemt hij de rest op sleeptouw aan net geen 40 per uur. De ideaal aangetrokken eindspurt wordt mooi afgewerkt door Rudy, die als topsnelheid afklokte op meer dan 56 km/u. Hopelijk krijgt dit geen staartje, want je mag daar maar 50 rijden. In de Beize worden we opgewacht door de meiskes die hun toerken net hadden afgewerkt. Zij waren met 3: Els van Jo, Christine van Ivan, en Rita van haar eigen, want Eric was er vandaag niet bij. Ivan.

 

Zondag 8 augustus 2010, Puivelde. In een vlaag van overmoed, besluit ik om nog maar eens met de fiets mee te rijden op verplaatsing. Er zijn er slechts enkelen die mijn voorbeeld volgen. Luc Krick, Rudy de Clercq en Stefaan Imschoot staan mij al op te wachten. Als even later Rudy Rogiers ook nog aankomt, kunnen we vertrekken, maar niet voordat hij uitvoerig verslag doet van zijn uitstap van eergisteren. Naast de vaste afspraak op zondagvoormiddag, durft hij zo nu en dan een avond of nachtrit meepikken. Zo was er vrijdag eentje in Vlezenbeek bij Brussel, waar hij samen met enkele mede Night-riders de donker trotseerde, en waar ze als specialleke, dwars door een café reden. Bij aankomst raakte hij in gesprek met een van de organisatoren, en vraagt waar zij dit originele idee haalden. “Ergens in de Vlaanders is er ook een rit waar ze dat doen“, kreeg hij als antwoord, waarop Rudy zo fier als een gieter zijn vingerke omhoog stak, en vertelde dat dit bij ons was. “Van welke club ben jij dan”, vraagt hij, waarop Rudy zich omdraait, zodat die man luidop de naam op zijn rug leest. “Ha, De Modderfokkers, dat is de wijsste clubnaam die ik ken, volgend jaar komen we zeker eens langs”, waarna Rudy zo fier als 2 gieters terug naar huis kon, en wij eindelijk kunnen vertrekken naar Puivelde. We rijden via de markt van Lokeren om de sfeer van de feesten aldaar op te snuiven, met als gevolg dat ik in een stukje glas rij, met een platte band als resultaat. Nadat we ons hebben ingeschreven, willen we net vertrekken als Pascal Lippens, Dirk, Frank en Svevo Hanselaer komen aangereden. We stellen nog voor om even te wachten, maar ze wuiven ons voorstel vriendelijk weg. De eerste 10 km neemt Stefaan voor zijn rekening, en het moet gezegd worden dat hij serieus doorrijdt. Daarna neemt Rudy R over, en die doet er nog een stukske bij. Stefaan moet zijn furieuze start bekopen, want even verder in de bossen van Waasmunster, maakt hij een stuurfout (waarschijnlijk van vermoeidheid) en gaat spectaculair overkop. Een klein blutske in zijne velo, en een grote deuk in zijn ego. Nadat hij even bekomen is van den stuik, kunnen we terug verder, maar het zal niet meer met dezelfde Stefaan zijn als de eerste 10 km. We werken de rit af aan een gemiddelde snelheid van 26.4Km/u, en bij aankomst aan de tent is mijn tankske dan ook al goe leeg. En dan moeten we nog naar Kalken. 25 km aan een gemiddelde van 32 per uur. De eerste 10 minuten op het terras van de Beize heb ik dan ook niet veel gezegd. Als even later de zwarte plekken voor mijn ogen beginnen weg te trekken, zie ik dat er nog Modderfokers (sters) aanwezig zijn. Nancy, Christelle, Christine, Linda en Carla, maar deze laatste had ik al gehoord met haar groot lawijt. Zij deden een knooppuntenroute richting Gent. Mario en Bjorn reden richting St. Lievenshoutem en Johan VH ging naar Brakel. Jurgen en Karine reden eigenlijk niet, maar kwamen toch maar afgezakt voor een zondagmiddag-aperief. Zo zou ik het ook wel eens kunnen proberen. Ivan.

 

Zondag 15 augustus 2010 Hemelvaart. Wat normaal een zomerse Hoogdag moet zijn, lijkt eerder een herftsdag. Fris voor de tijd van het jaar, en dreigende wolken. Daarom toch maar eens gekeken op de buienradar en gezien dat het kantje boord zal zijn. We zitten net op de scheiding tussen nat en droog, maar we zien wel. We verzamelen om 8u op het kerkplein voor een uitstap naar Gavere. Een beetje ver met de fiets dus vertrekken we allemaal samen in konvooi met de wagen. Bij de inschrijving kunnen we kiezen tussen 20-30-40 en 70 km. De dames, Karine, Nancy, Ann, Linda, Els en Christine gaan voor de 40. Wij, Rudy R, Rudy DC, Geert S, Pascal L, Jo R, Jan W, Stefaan I, Dirk DB, Patje R en ikzelf gaan voor de 70. Jurgen V, Ronny VH, Johan NH, Chris L en Steven DM ook, maar aan een iets rustiger tempo. Na een 20-tal Km besluit Rudy DC een rustpauze in te lassen, en rijdt lek. Na het wisselen van binnenband, blijkt bij het oppompen dat de reserveband nog lekker is dan de vorige, en kunnen ze opnieuw beginnen. Wanneer we bijna klaar zijn met de depannage, komen de anderen ons lachend voorbijgereden. Niet voor lang echter, want enkele Km verder heeft Ronny VH het aan zijn been, en zijn wij weer de piste in. De regen van de voorbije dagen heeft ervoor gezorgd dat sommige wegeltjes er gevaarlijk glad bijliggen. Dirk DB maakt een slippertje, en gaat onderuit. Hij is niet de enige die het moeilijk heeft. Op een lang smal stuk raakt een voorligger in de problemen, en moet voet aan grond zetten. Als hij ons ziet komen, gaat hij vriendelijk opzij staan, om ons vrije doorgang te geven. Jo had blijkbaar nog niet voldoende plaats, begint te slippen, en in zijn val duwt hij die sympathieke gast in een patattenveld. Als ik omkijk zie ik hem zelfs niet liggen. Jo, die zijn manieren kent, zegt nog even “ pardon”, en rijdt rustig verder. Gelukkig is Rudy er nog om die gast een helpende hand toe te steken, anders lag hij daar misschien nog. Pascal heeft het ook niet makkelijk. Elke keer als hij moet optrekken, slaat zijn ketting door, waardoor hij telkens even achterop raakt. Tel daarbij op dat hij door zijn gebrek aan techniek na elke bocht ook nog een paar meter verliest, dan weet je dat hij zijne pere gezien heeft. Grootste pechvogel van vandaag is toch Ronny, die na zijn lekke band ook nog nen serieuze duik zet. Enkele schaafwonden en een kapot stuurt zijn het gevolg. Misschien kan hij er nu eens een opzetten dat wel marcheert. Ivan.

 

Zondag 29 augustus 2010, Zottegem. Om 8 uur met de fiets, en 8.30 met de wagen. Zo stond het op den blog, maar zo’n vroege en verre verplaatsing naar het lastige Zottegem zie ik niet echt zitten. Rudy DC, die ik zaterdag nog zag op een etentje bij vrienden, deelde mijn mening. Ook Geert S liet weten liever om 8.30 te verzamelen, en dan te kiezen tussen de wagen of een plaatselijk ritje. Mijn verbazing ik dan ook groot als ik bij het oprijden van het kerkplein de ganse bende nog zie staan. Voor ik goed en wel bekomen ben van ’t verschieten, zit mijne velo al in de camionette, en zijn we op weg. Vluchten kan niet meer. Het belooft een pittig ritje te worden. 70Km, met meer dan 600 hoogtemeters, passages over de Berendries, de paddestraat, en meer van dat moois. Gelukkig hebben we het verstand om meteen op te splitsen. Rudy R, Rudy V, Luc K, Dirk DB en Danny F kiezen meteen het hazepad. Ikzelf krijg het gezelschap van Geert S, Rudy DC, Pascal L, Ronny VH en Jurgen V. Johan VH besluit het op zijn eigen tempo te doen. De dames, Nadine en Carine kiezen voor de 45. Al van bij het begin is het serieus lastig, en na een tiental Km wordt Jurgens’ strijd tegen de zwaartekracht in zijn nadeel beslecht. Hij zegt ons niet meer te moeten wachten, en dat hij het iets rustiger aan gaat doen. Ik zie de bui al hangen, en denk dat ik de volgende zal zijn, maar tot mijn grote verbazing ben ik het niet die in de problemen kom. Pascal raakt achterop door zijn gebruikelijke tuimelperte, en Rudy DC heeft een off-day zoals zelden meegemaakt. Ik zou hem zelf af en toe een duwtje willen geven, zoals hij mij al zo vaak heeft bijgestaan in moeilijke tijden, maar zoveel heb ik nu ook niet over. Geert heeft zoals de laatste tijd wel vaker weer een goede dag, en komt op alle klimmetjes vlotjes als eerste boven. Misschien moet hij toch maar een solliciteren bij de A-kes. Van de A-kes gesproken. Als we aan de eerste bevoorrading aankomen, zegt een van de andere deelnemers, dat wij hen daarjuist toch al voorbij gereden waren. We vertellen hem dat het onze clubgenoten waren die een beetje rapper rijden. “Wat”, zegt hij, “een beetje rapper rijden, dat was vliegen dat die gasten deden. ’t Was gelijk nen straaljager die ons voorbij vloog”. Ja, zeggen we, dat zullen die van ons geweest zijn. Het beloofde een lastige rit te worden, en de verwachtingen worden volledig ingelost. Steile klimmetjes op spekgladde keien, een stevige wind en gevaarlijke afdalingen. Als het dan al eens bergaf gaat, moet je nog zitten remmen ook. Ik ben er dan ook niet rouwig om als we een tiental minuutjes na de A-kes aan de sporthal arriveren. Daar had ik eigenlijk ook Johan al verwacht, van wie ik vermoedde dat hij de 45 zou rijden, maar blijkbaar had hij zich ergens misreden, en was op het parcours van de 90Km gesukkeld. Ik heb hem niet meer gezien, maar naar het schijnt is hij toch nog voor donker in Kalken gearriveerd. Annemie en Linda reden ter plaatse, en waren al goe aan den aperitief als wij, rond 13u15 in de Beize aankwamen. Ivan.

 

Zondag 19 september 2010, Kalkenkermis - Wachtebeke. We verzamelen om 8.30 tussen de kermismolens, voor een plaatselijk kermisritje. Blijkbaar hebben de meeste andere plannen want de opkomst is mager. Luc Krick, Dirk De Boever, Eric Van Gasse en echtgenote Rita, Pascal Lippens, Geert Schepens en ikzelf zijn present. Er was ook nog een nieuwkomer, maar die waren we zo rap kwijt, dat ik niet eens zijn naam kon vragen. Bij afwezigheid van vaste gids Rudy, besluiten we toch maar naar Wachtebeke te rijden, om ginder de pijlkes te volgen, maar nog voor we aan de Kruisen zijn, komt hij ons al tegen. Hij had zich blijkbaar een heel klein beetje overslapen. We rijden op ’t gemakske, met de wind in de rug richting Puyenbroek, maar onze nieuweling zit al serieus te puffen. Als ik even naast hem ga rijden om de schade op te nemen, vraagt hij me of we altijd zo rap rijden. Ik antwoord dat hij nog chance heeft dat er een madam bij is, want dat we anders veel sneller rijden. Aan het domein aangekomen, besluit hij dat het welletjes geweest is, en keert terug naar Kalken. Rita gaat in haar eentje voor de 29 km en wij besluiten een lusje bij te nemen. De eerste 10 km blijven volledig binnen het domein, en ondanks de gladde paadjes gaat het goed vooruit. Als we even op de weg komen vindt Rudy dat het niet rap genoeg gaat, en zet zich op kop. Voor mij ging het nochtans wel rap genoeg, en vond het niet nodig dat er vooraan een 4 op mijn kilometriekse stond. Ik vind het dan ook helemaal niet erg als even later Luc lek rijdt. De achterband wordt snel vervangen, maar als we willen vertrekken merkt hij dat hij ook vooraan plat staat. Dat komt ervan als je mee jeanettebandekes rijdt. Bijkomend probleem is dat Luc maar 1 reserveband bij heeft, en dat onze binnenbanden niet passen op een cross-fiets. Gelukkig heb ik nog klevertjes bij waarmee we de band kunnen herstellen, en kunnen we na veel tijdsverlies terug vertrekken. En we zijn nog maar net weer vertrokken als we aan de bevoorrading komen. Volgende keer mag hij wachten om daar plat te vallen. De zeer uitgebreide bevoorrading was bemand door dames die hun mannetje konden staan, want als Geert zegt dat we zullen moeten opletten dat we de schijterij niet krijgen, merkt een van de dames op dat het niet aan het eten, maar aan de pintjes achteraf zal liggen. (Excuseer mij voor het taalgebruik, maar het waren letterlijk de woorden van Geert, waarvan wij al langer wisten dat hij nogal grof gebekt is). Tussenstand: 1-0 voor de meisjes van Wachtebeke. Een tiental kilometer van het einde blijkt er een pijltje weggenomen te zijn, waardoor iedereen verkeerd rijdt. Gelukkig kunnen wij rekenen op de terreinkennis van Rudy, die ons na een tijdje toch weer op het parcours krijgt. Bij aankomst, staan we al een tijdje te wachten op Rita, als we merken dat Luc ook nog niet binnen is. Blijkbaar was hij nog eens lek gereden, en had bij gebrek aan banden en klevertjes zijn vrouwtje opgebeld om hem te komen depanneren. De terugweg naar Kalken gaat wind op kop, en de meeste onder ons zijn dan ook blij als we in De Beize aankomen en ons kermis kunnen inzetten. Ivan.

 

Zondag 26 september 2010. Na een regenachtige nacht en ochtend, zijn er toch een paar stoere binken die het water niet schuwen. Op het kerkplein verzamelen; Els, Nadine, Jurgen, Johan, Stefaan, en de drie Rudy’s. Alhoewel het wat wachten is op Rudy R, die had wat meer tijd nodig of anders (en hij is anders al op ‘tlaatst) om de opgelopen verwondingen van afgelopen donderdag wat op te lappen. Bij een avond of beter gezegd een nachtrit in Halle had Rudy een afdaling genomen zoals bij klaarlichte dag, en de modderplek op het einde niet gezien. En ook hij kan vallen. De verwondingen vielen al bij al nog mee (wij worden het natuurlijk nie gewaar). Na de rit in Halle was er spaghetti te eten en Rudy vroeg of er vlees in de saus zat, want hij miste er wat.

De vrouwen besluiten om ook Carine op te halen om mee te rijden en weg zijn ze. Wij besluiten een ritje met niet al te veel modder te kiezen. Zo gaan we al over ‘t Heiende en industriepark Lokeren naar de Gratiebossen en via Uitbergen terug. De verwondingen aan Rudy’s been letten hem niet. Johan en Jurgen, die de zaterdag in Steenhuize hadden gevochten tegen de modder, hadden het wat moeilijker. Met tijden hadden ze pijn in de onderrug (van het duwen). Verder een rustig ritje, enkel raakte ik ressekes (juist in ABN) met mijn stuur de arm van een loper, die dan roept “zot”. Direct geantwoord door Rudy “tis meneer de zot”. In de Beize komen Jo, Yvan en Luc in zondags kostuum ook binnen. Ook Eddy T, André DC en Frank H, die een tocht op de baan (aan de kleren te zien toch) hadden afgelegd. Een beetje water/modder schrikt een modderfokker niet af. Rudy Declercq

 

Zondag 3 oktober 2010. Waasmunster. Blijkbaar wil iedereen nog eens genieten van een zonnige najaarsrit, want we verzamelen met meer dan 30 op het kerkplein. Annemie maakt van de gelegenheid gebruik om enkele foto’s te nemen, kwestie van die lelijke portretten van den blog eens te vervangen. Hopelijk zijn ze een beetje geslaagd, anders zal er weer veel fotoshop aan te pas komen. De grootste bende gaat met de fiets, de rest met de wagen. Blijkbaar hebben de koprijders er een erezaak van gemaakt om voor de auto’s in Waasmunster aan te komen, want het gaat meteen goe vooruit, de snelheid niet onder de 35 km/u. Als een van de nieuwelingen ook eens zijn kunstjes wil tonen, gaat het zelfs over de 40. Teveel van het goede, en Rudy roept de troepen terug tot de orde, zich afvragend waarvoor dit nodig is. Groot gelijk, broere. Als ik de onruststoker voorbij rij, zeg ik hem dat hij er rekening moet mee houden dat sommigen nog maar net uit hun bed zijn. Rudy DC voegt er aan toe, dat hij het ne keer mag komen uitleggen op den bureau. Enfin, we zijn inderdaad al ingeschreven als dames en heren met de wagen aankomen. Terwijl nog even gewacht word om te verzamelen voor het vertrek, en Patje zijn traditionele kakske afwerkt, stel ik voor om met de B-kes al te vertrekken. Zelden zoveel B-kes aan de start gezien. Mijn plan om een beetje voorsprong uit te bouwen valt als snel in het water, want in de eerste bocht na de start voel ik mijn achterwiel wegglijden door te weinig druk in de band. Blijkbaar ben ik op een leeglopende achterband naar ginder gereden. Geen wonder dat ik op het laatste serieus op mijn tanden moest bijten. Om zo weinig mogelijk tijd te verliezen, besluit ik bij te pompen, en te zien hoever ik hiermee raak. Niet ver genoeg dus, want nog geen 10 km verder stak ik opnieuw aan kant. Ik besluit nog eens te pompen en van band te wisselen op de bevoorrading. Waarschijnlijk was mijn afwezigheid nog niet opgevallen, want pas nu krijg ik telefoon van Geert om te vragen waar ik zit. Ik leg de situatie uit, en zeg dat ik mijn plan wel zal trekken, maar wanneer ik net weer vertrokken ben, zie ik hen toch staan. Blijkbaar hebben ze zich misreden, door een slecht geplaatst pijltje, waardoor ik terug bij de bende kan aansluiten. Ondertussen had ik wel al een plaatsje gereserveerd in een van de wagens, want nog eens met de fiets terug naar Kalken zag ik na zoveel miserie niet meer zitten. Het parcours van Waasmunster, dat normaal gezien meestal goed berijdbaar is, ligt er na de regen van de voorbije dagen zeer modderig bij. Aan een glibberig stuk gaat Stefaan Imschoot mooi onderuit, en valt tussen de brandnetels. Hij ligt als een schildpad met armen en benen te spartelen om toch maar rechtop te raken. Als we hem terug op zijn buik gerold hebben, kunnen we opnieuw verder. Niet veel later is Pascal Lippens de volgende die prijs heeft. Hij zit met zijn been geklemd tussen zijn stuur dat vastzit onder zijn kader. Als een voorbijganger hem vraagt of het lukt, antwoord ik dat hij ervaring heeft als valler. Mijn leute is van korte duur, want even verder lig ik ook in de modder. Zo nat en vuil, zie ik het niet zitten om in iemands auto te kruipen, dus besluit ik om de rit in te korten, en toch maar met de fiets naar huis te rijden. Rudy DC, die zichzelf beloofd had niet te laat terug te zijn, kwestie van tijd te hebben voor een aperitiefke, volgt mijn voorbeeld. Ook Patje rijdt mee. Niet voor een aperitiefke, maar wegens ziekte. Hij had na zijn traditioneel kakse, ook al een paar noodkaskes afgewerkt, en ziet er echt niet goed uit. Gelukkig had hij wat modderspatten in zijn gezicht, zo had hij toch nog een beetje kleur. Pascal volgt ook, uit sympathie. Op de terugweg moet ik nog een paar keer pompen, en Patje nog een keer drukken, maar we raken toch op een deftig uur aan De Beize. Een tijdje later gevolgd door de rest van de bende en nog enkele plaatselijke rijders. Ivan Rogiers.

 

Zondag 17 oktober 2010. Denderleeuw. Om 8 u vertrekken met de auto. We zijn met veel volk, zowel mannen als vrouwen. Zoveel dat het teveel is om allemaal op te noemen (kwestie van niemand te vergeten). Vanaf de start zijn we toch zo slim om afzonderlijk te rijden. Wie zijn we? Geert S, Ivan R, Pascal L, Tom VDB, Cederic L, en ikzelf.

Doch na enige tijd laat Tom zich uitzakken. Er is trouwens nog een derde ploegsken achter.

Ook Cederic blijft achter, doch bij de bevoorrading blijkt dat hij wat sukkelde met de shifters van zijn versnelling en hij vervoegt terug de groep. Thomas B heeft zich laten uitzakken uit de snelste groep en blijft ook bij ons. Thomas en Geert zijn in goeden doen en bepalen voor ’t grootste deel het tempo. Ivan moet het laten afweten op zo’n 15 km van het einde, het ging wat bergop en dat is niet Ivans sterkste kant. Mijn rechterarm is ook niet in die hoedanigheid dat hij Ivan kan duwen. Hier en daar is het ook nogal glibberig, maar het bleef bij letter (= ‘weinig’ in ABN) valpartijen en bij ons ging enkel Thomas onderuit. Een beetje te geweldig in de more (= ‘modder’ in ABN).

Op het einde heeft Thomas het nog aan de stok met een vrouwmens per auto, die hem weinig of geen plaats geeft. Klein detail: het was eigenlijk zelfs niet meer op het parkoer, want Thomas was een afslag voorbij gereden.

Uiteindelijk komt het ganse pakket in stukken en brokken over de eindmeet. Van een goede ploeggeest gesproken.

In de Beize ontmoeten we ook nog enkelen die een plaatselijke rit hebben gedaan.

We mogen ook nog bier proeven, ergens van een mountainbikeclub, het bier noemde velo…..

De rest weet ik niet meer, bier stijgt mij nogal rap naar het hoofd, moet je weten.

 

Rudy De Clerck (= Rudy in ABN)

Naschrift Mario: Het bier noemt Orvelo (gouden velo), is iets speciaals, tussen Orval en Duvel, en wordt gebrouwen door een man of 3 van de mountainbikeclub van Destelbergen, De Vuile Braquet genaamd. Echt lekker, als je het mij vraagt. Bij mij gaat bier niet zo rap naar mijn hoofd.

 

Zondag 21 November 2010. Kruiskapel. We worden door Rudy uitgenodigd om te gaan crossen in de bossen in Kalmthout. De locatie zie ik wel zitten, maar de lange verplaatsing en het vroege vertrek ietske minder. Het voorstel voor een plaatselijk ritje met vertrek om half negen lijkt mij beter haalbaar. Bij aankomst op het kerkplein staan de dames al klaar. Carla, Machteld, Karine en Nancy, even later vervolledigd door Annemie. Ze twijfelen nog om naar de toertocht van Gent te gaan, maar houden het uiteindelijk ook plaatselijk. Mijn gezelschap laat op zich wachten, en ik begin te vrezen dat ik er alleen voorsta. Net als ik begin te denken dat ik misschien toch beter met die bende slapelozen was meegegaan, komt Luc K aangereden, kort gevolgd door Frank en Dirk H. Als even later Rudy DC en zijn naamgenoot Eddy aankomen zijn we compleet, en vertrekken we voor een ritje richting Kruiskapel. Rudy houdt een mooi tempoken aan, en ondanks de zondvloed van vorige week zijn de wegeltjes goed berijdbaar. Het is wel frisjes, en er hangt plaatselijk redelijk wat mist. Het is dan ook soms opletten voor de vele tegenliggers, met of zonder hond. Aangekomen aan de kapel, roept Eddy om te stoppen. Als we vragen of hij panne heeft, of een lekke band, antwoord hij dat het enkel is om Rudy enkele weesgegroetjes te laten lezen voor zijn zielenheil. Na een korte pauze vertrekken we terug, en zegt Rudy dat we nu ne keer gaan doorrijden, om het daarna wat kalmer aan te doen. Blijkbaar meent hij het nog ook, want hij geeft er ne goeie snok aan. Even later krijgen we dan toch de nodige modder, als we over de Durme-dijk richting Daknam rijden. Het best berijdbare stuk is natuurlijk dat net naast het water, dus is het kiezen, ploeteren, of met de nodige zin voor risico op het boordje. Eddy’s vertrouwen in eigen stuurkunst is niet zo groot, en hij gunt ons de pret niet mocht hij in het water sukkelen, dus is het een tijdje wachten tot hij het einde van de dijk bereikt. In de buurt van het industriepark in Lokeren rijdt Frank zich nog bijna vast in een diepe geul in het parcours rond het vijvertje, waarna we op ’t gemakske afronden richting Kalken. Ivan.

 

Zondag 12 december 2010. Kalken. De vuurkorven van de kerstmarkt hebben nog warm, als er al verzameld wordt voor de MTB-tocht van de Calcine. Grote afwezigen zijn Rudy V en Nadine F. Rudy zou op de kerstmarkt nog gezegd hebben: “Vionsken morgen nie fietsen is geen bierken in de Beize”, maar voor zover we weten heeft Rudy geen van beide gedaan.

Bij het naar de Scala rijden, gaat Jo al voluit, hij rijdt op puren ankool. Ook Rudy R, die eigenlijk iets te laat was, vliegt ons voorbij, op dezelfde brandstof.

De rit zelf is voor het grootste stuk hetzelfde als de voorbije jaren.

Het zijn vooral Patrick R en Dirk DB die het tempo bepalen. Geert S en Gert … volgen mooi in ’t zog. Het is eraan te zien dat Gert iedere dag met zijn MTB naar zijn werk in Sidmar fietst. Regelmatig kom ik hem ’s avonds tegen als ik met mijnen nonkel Jef velo naar huis rij na een zware werkdag.

De bevoorrading komt vrij vroeg, sommigen hebben hem zelfs niet gezien omdat er ook een stand was van Aquarius. Luc K rijdt direct door en daarna is ook Dirk H niet meer te zien, doorgereden of blijven hangen, wie zal het zeggen. Eigenlijk laten Yvan R, Jurgen V, Cedric L en ikzelf ons wat verachteren om afzonderlijk te rijden. Maar op den dijk in Uitbergen loopt het parkoer beneden door de modder en wij blijven liever boven op het droge rijden. Ook Rudy R blijft boven om de troepen te inspecteren, of zijn er toch zinderingen van de kerstmarkt? Dirk DB zet bij het oprijden van den dijk nen stuik, gelukkig est e nie geschaluind. Zodoende komen de minder goei vooraan te rijden. Zelfs Jurgen neemt de kop. ‘k Pak dan over en de drang om eens stevig door te rijden is groot. Aan den arduinkapper wordt alles terug rustig maar er mankeren der toch een paar. In Berlare zijn de meesten teruggekeerd, behalve Yvan en Jurgen. Dan sta ik natuurlijk voor de keuze, wachten of verder meerijden. ‘k Blijf dan ook maar vanachter hangen. Na de eerste passage Gratiebossen en wat vreemde coureurs ertussen raak ik samen met Cederic, wat achterop. Als echte modderfokkers zetten we de achtervolging in. Ik voel mij een beetje den Bart Wellens in de cyclocross, die moet ook altijd achtervolgen. We passeren ook Jan W en zijnen kameraad, die zich uit de kopgroep hebben laten uitzakken. Ook Jo blijft niet volgen (misreden zegt hij).

Op den Donk passeren we ook de moedige vrouwen Rita, Carla, Els en Carine. Vooraan houden ze dan toch eens wat in en op het Nieuwdonk komen we terug aansluiten. Daar steken dan 3 of 4 gasten met zwarte uitrusting met fluogroene reclame ons voorbij. Wat dacht je, zoiets kan Rudy R niet laten gebeuren. Hen eerst wat laten uitlopen en ze dan terug inhalen en blijven rijden. Aan het voetbalplein in Overmere worden we vermengd met wat oedelairs en ja, ik kan weer achtervolgen. In Kalken breng ik dan die fluogasten weer mee. De eersten worden wat opgehouden door een auto en alles komt weer samen. Eens het gat vrij gaat Dirk DB er stevig tegen aan met nen man of 10 op een rij achter hem. Als ze uitwijken naar de velobaone, kom ik als laatste in de wind en denk dan als ik toch in de wind moet rijden, kan ook beter vooraan rijden. Ik steek dan ook iedereen voorbij, als B-ken. Maar aan ‘s Gravenbriel is mijn pijp uit. Gelukkig is er ook een wandeltocht en loopt het daar vol wandelaars en valt het zo nie op.

Na afloop vertelt Jurgen nog dat hij in een plas was gereden en tot aan zijn knieën in het water zat. Last van kertsmarkthallucinaties? Volgens mij is dat nen gracht.

Op de stoelbeschermers in de Beize zitten ook Guy R, Andre DC en Luc K al enen te nuttigen.

PS: hier en daar zijn wat Kalkense woorden gebruikt, de schrijfwijze is eigen inspiratie.

Rudy De Clerck.

 

Zondag 19 december 2010. Sneeuwpret in Overmere. Blijkbaar schrikt de sneeuw veel Modderfokkers af, want wanneer ik op het kerkplein aankom, staat alleen Jan mij op te wachten. Rudy R had wel al laten weten een beetje later te komen wegens sanitaire verplichtingen, en hij moest zich nog aankleden ook. Stefaan is de volgende die aankomt, gevolgd door Steven en Geert. Rudy DC was naar zijn doen zeer laat, want hij had dezelfde verplichting als zijn naamgenoot, maar had de volgorde niet goed gerespecteerd. Hij had eerst al zijn kleren aangedaan, en voelde dan pas de drang opkomen. Met zn zessen naar Overmere, waar we het gezelschap krijgen van Frank, Dirk H en Pascal. We wachten nog even op Rudy, die in zijn kielzog Luc meebrengt. Uiteindelijk toch nog met 11, zij het niet voor lang. Na een 5-tal km, zit Pascal er al 4 achterop. Ondanks zijn vroeg afscheid, verdient hij toch de prijs voor moed en zelfopoffering. Sneeuw en gladde wegen zijn helemaal niet zijn ding, maar hij deed toch een verdienstelijke poging. Ik had vandaag een rustig ritje verwacht, zon beetje spelen in de sneeuw, maar er waren er een paar bij die er anders over dachten. Het moest weer goed vooruit gaan, en ik zag dan ook serieus mijne pere. Het duurt lang voor er iemand onderuit gaat, maar na een tiental km breekt Stefaan de ban, even later gevolgd door Rudy DC. Beetje bij beetje raak ik achterop, maar aan de 1e bevoorrading kan ik toch opnieuw aansluiten. De hereniging is van korte duur, want als we even later op een lastig stuk dijk terecht komen, rijden ze weer van mij weg. Ik rij op eigen tempo verder en besluit een beetje te zeuren en een stukje van 4 km af te snijden. Aan de 2e bevoorrading wacht ik nog even op de rest, maar vertrek toch maar alleen. Een 5-tal km voor het einde hoor ik mijn naam roepen. Het zijn de dames die voor een keer de fiets op stal lieten, en kozen voor een winterwandeling. Als ik even stop om mijn supporters te bedanken voor de vurige aanmoedigingen, komen de rappe mannen er ook net aan. De rust is van korte duur, want voor ik het goed en wel besef, zijn ze weer ribbedebie. Dat laatste stuk zal ik dan ook maar alleen afwerken, het beste is er dan ook al een tijdje af. Als ik in de sporthal van Overmere aankom, zie ik welgeteld nul Modderfokkers zitten. Blijkbaar vonder ze het niet meer nodig hun rit uit te rijden, en zijn ze vanaf de Boombos rechtstreeks naar De Beize gereden, en ik, kieken, sta hier nu alleen. Als ik terug wil vertrekken richting Kalken, komt Dirk ook nog aangereden. Eigenlijk is hij dus de enige die de volledige tour gedaan heeft, en word ik met 4 luttele kilometerkes minder, eervol 2e. Alle anderen worden gediskwil.., gekwali.., gekwakk.., uitgesloten wegens het te vroeg verlaten van het officiële traject. Wel besteekt sé. Ivan Rogiers.

 

Zondag 26 december 2010. Sneeuwpret deel 2, Plaatselijk. Wie durft? Zo sluit Rudy zijn uitnodiging voor een plaatselijk ritje af. En de uitdagende toon mist zijn effect niet. Dirk H en Dirk DB, Steven VD, Stefaan I, Rudy R, Jan W, en zijn beschermeling Jasper Temmerman, Geert S, Jo R, Eric VG, Mario V en ikzelf. Zelfs meervoudig wereldkampioen Geoffrey Maes komt slipcursus volgen bij De Modderfokkers. Els is als enige dame komen opdagen, waardoor we in totaal met 14 zijn. We vertrekken behoedzaam richting Bontinckstraat voor een standaard-ritje Gratiebossen. Veel standaard is er nochtans niet bij, want op de weg vinden we maar net genoeg grip om toch maar overeind te blijven, maar het lukt nog net. Een heel ander verhaal wanneer we het wegeltje richting Heiende indraaien. Rudy is vrijdagavond nog gaan verkennen, en geeft me nog net de tip mee: “van hieraf is het ploegen“. Door de opgewaaide sneeuw moeten we plaatselijk door bergen van tientallen centimeters hoog, met de nodige tuimelpertes tot gevolg. Allemaal zonder erg, want het is zacht vallen in zo’n dik pak. Volgend ‘leutig’ stuk, is de parallelweg aan de E17, even voorbij “De Pelgrim“. Daar gaat het bijna over de ganse lengte tussen dikke pakken, over een smal strookje aangereden sneeuw. Bijna onmogelijk om hierop recht te blijven, zeker als je iemand wil voorbij steken, ondervindt Eric. Ik hoor hem achter mij nog net roepen: “allez, amateurke, een beetje rapper “, maar het volgende dat ik hoor is hoe hij foeterend overeind krabbelt. Ik val bijna van mijne velo van ’t lachen. We vervolgen richting Gratiebossen, waar ik mij door omstandigheden (een beetje vermoeidheid ) in slechte positie laat manoeuvreren, waardoor ik na ieder poortje aan een inhaalrace kan beginnen. Als we aan het pompstation de boswegeltjes verlaten, zit ik dan ook een stuk achterop. Gelukkig staat Dirk H mij op te wachten, en doet teken dat de rest richting Berlare gereden is. Het valt mij echter op dat zijn voorwiel de andere kant uitwijst, en ik besluit het samen met hem iets rustiger aan te doen. We rijden samen via Schellebelle-Aard, en doen er op de Scheldedijk richting Wetteren een stukske bij, waardoor we gelijktijdig met de anderen aan De Beize aankomen. Voor de statistieken: 7 van de 13 slaagden erin om overeind te blijven, een corrigerend voetje aan de grond niet meegerekend. Tuimeltrofee van de dag gaat naar Stefaan met een mooi totaal van 7 duiken, waarbij die na het verlaten van De Beize niet zijn meegerekend. Ivan Rogiers.

 

Zondag 2 januari 2011. Plaatselijk. Om de nieuwjaarskater uit het lijf te rijden, stelt Rudy een plaatselijk ritje voor, start om 9.00u aan de kerk. Het iets latere vertrekuur valt blijkbaar in de smaak, want er komen 18 kandidaten op af. Carla en Annemie vertegenwoordigen de dames, en kiezen voor een modderloos ritje op de weg. Guy R en Andre DC bieden zich spontaan aan om hen te begeleiden en uit de wind te zetten. Achteraf hoor ik van ons Carlaatje dat het net andersom was, maar dat zij en A’mie toch niet teveel hebben moeten wachten. Wij starten met 14 voor een ritje naar de “verre kapel” in Eksaarde. De 3 Rudy’s, Jan W, Frank VDS, Geert S, Dirk H, Dirk DB, Davy P, Danny F, Luc K, Steven DM, (die ik vorige keer verkeerdelijk VD noemde, waarvoor mijn excuses), Tim VD (met wie ik DM verwarde) en ikzelf. De sneeuw van de voorbije weken is zogoed als weg. “Zogoed als”, want hier en daar ligt nog een verraderlijk stuk op ons te wachten, en dat mag Frank ondervinden. Bij het indraaien van een straatje gaat hij op een ijsplek onderuit. Gelukkig zonder veel erg, want zo’n lichtgewicht valt niet, maar dwarrelt naar beneden. Ons ander lichtgewichtje, Dirk DB blijft zelfs zweven (op uitzondering van een voetje aan de grond). We vervolgen onze weg, en krijgen even voorbij Doorselaar, na het kruisen van de Persijzerstraat, het bij de meeste Modderfokkers gekende keuzemoment. De “echte” rijden links van de beek door een lang stuk boerenslag, de rest blijft rechts op 2 paadjes in beton. Het was stil aan de overkant, want niemand zag het zitten om dit ploeterstuk te trotseren. Aangekomen aan de Kruiskapel houden we een korte rustpauze voor een hapje en een drankje, en voor degene die het nodig achtten, een schietgebedje te plaatsen voor een pechvrij jaar. Mijn schietgebedje had blijkbaar wat vertraging, want we zijn nog maar net vertrokken als mijn ketting doorbreekt. Ja, dat komt ervan als je teveel macht hebt, hé. Tijdens de herstelling weet Rudy mij te vertellen dat er al redelijk wa sleet op mijn ketting zat, en dat dit wel de reden van de breuk zou kunnen zijn. Weeral een illusie armer. En dan krijgen we nog een bui van ijsregen over onze kop ook. Nog geen 2 km verder mag Frank aan de kant met een platte band. Zoveel pech op zo’n korte tijd, dat belooft niet veel goeds. Misschien volgende keer toch maar een Euroken in den offerblok steken. We hervatten onze rit, maar besluiten het lastig stuk Durmedijk links te laten liggen, en kiezen voor de oude spoorwegbedding richting Lokeren. Net voor we over de Durme rijden, kruisen we een andere groep MTB-ers, die wel stoer willen doen, en van de zijflank naar beneden rijden. Normaal geen probleem, maar nu ligt er wel erg veel ijs daar beneden, en de ene na de andere gaat dan ook onderuit. En passant, waarschuw ik hen nog dat het ginds beneden wel eens glad zou kunnen liggen, maar de meeste zijn ondertussen al terug rechtgekrabbeld. Verder richting Heiende begin ik mijne stal te rieken, en krijg zowaar courage, maar die wordt als snel getemperd als men besluit via de Vogelenzang naar huis te dokkeren. Nog even afzien dus, en aan het einde van de kasseistrook zeg ik dat het nog een chance is, dat we nu geen brug over moeten. RIJDEN ZE TOCH WEL NAAR LINKS ZEKER!!! Gelukkig is de brug van de Bontinckstraat de laatste hindernis, en wordt deze al bij al nog goed verteerd. De laatste kilometers richting Kalken zet Danny zich op kop, en jaagt het tempo op tot zo’n 33 – 34 per uur. Als Rudy V zijn eindrush inzet met alle rappe mannen in het wiel gaat het vanzelf richting 40. Ik kan nog net mijn wagonnetje aanpikken en zie dat hij zijn koppositie behoud, en als eerste aan De Beize aankomt. Het moet gezegd worden, Rudy V is toch ne rappe gast, zeker als’t is om zo rap mogelijk op café te zitten.

Ivan Rogiers

 

Zondag 6 februari 2011. Plaatselijk. Hamme-Zogge. Ik kreeg al meerdere keren de opmerking dat het de laatste tijd gene vetten is op gebied van de ritverslagskes. Het zit zo. Ik vind het niet nodig een verslag te schrijven over 3 man en een paardekop die een plaatselijk toerke doen, terwijl een andere groep op verplaatsing is naar Lille, Kalmthout, Jamaica of andere exotische oorden. Maar niet getreurd, beste lezer, speciaal voor u ga ik mee voor de verre en vroege verplaatsing naar Hamme-Zogge. EN MET DE FIETS DAN NOG WEL!!! Er zijn er die gemakkelijker hun boterham verdienen. We verzamelen om 8 uur. De 3 Rudy’s, Gert V, Danny F, Dirk DB, Steven DM, Frank VDS, Luk K, Patrick R, Jan W, en Ronny VH houden mij gezelschap. Even voorbij Overmere pikt Pascal L ook nog in. De strakke Westenwind waait ons vlotjes naar het Oosten, maar we beseffen maar al te goed dat de terugreis heel wat moeizamer zal verlopen. We hopen nog dat tegen de middag de wind zal vallen, of beter nog, zal draaien, maar dat wordt afwachten. Bij de inschrijving staat Jo R ons ook nog op te wachten, en kunnen we voltallig de rit aanvatten. Wij, de iets minder hevigen, hebben wel al besloten om op te splitsen als het vooraan te rap gaat. En het gaat al van bij het begin goe vooruit, 45 km/u zie ik op mijn kilometriekske, maar toch blijven de traagste van de rappe, en de rapste van de tragere in elkaars buurt rondtoeren. Aan de ‘Mira-brug’, krijgen we het technisch BMX-parcourtje voorgeschoteld, altijd leuk, maar het lag er deze keer behoorlijk vettig bij. Bij het laatste stuk moet ik, bijna vanuit stilstand een pittig klimmetje omhoog, waarbij ik net als enkele weken geleden, mijn ketting doormidden trap. Zou ik dan toch teveel macht krijgen, of is het een gebrek aan techniek en enkel domme kracht? Met de technische bijstand van Danny en Patje is het euvel snel verholpen, en kunnen we terug verder, waar de rest van de bende ons staat op te wachten. Even voorbij de bevoorrading, zijn we nog altijd samen, maar aan een splitsing van 45/50 en 55/60 km besluiten Frank, Pascal, Rudy DC en ikzelf ons lijden niet nodeloos te rekken en kiezen we voor de iets kortere afstand. Wanneer we even later aan een tweede bevoorrading aankomen, hebben we al een dikke 55 km op de teller en nog een tiental op het parcours te gaan. Rudy merkt echter op dat we richting Zele rijden, en denkt dan het niet onmogelijk zou zijn dat we straks een pijltje missen en zo een beetje vroeger richting Kalken kunnen. En zo geschiedde. Voor mij niet gelaten, zelf het bonnetje voor een pannekoek bij aankomst kan mij niet overhalen. (Was het nu nog nen Duvel geweest). Frank was zelfs al wat vroeger afgeslagen. Zijn lange verblijf in het verre China hing nog een beetje in zijn benen. Hij begint zich ginder al goed aan te passen, en ziet zelfs al een beetje geel. Al kan dat ook komen doordat hij er serieus door zat. Zoals gevreesd was de wind niet gevallen noch gedraaid, waardoor we richting huiswaarts de wind vol op kop kregen. Gelukkig had ik 2 brede ruggen om mij achter te verstoppen, maar het was bijten om in het wiel te blijven. Bij aankomst in De Beize worden we opgewacht door de plaatselijke rijders. Vader Frank en zonen Zeno en Svevo, Geert B, die ook nog eens buiten mocht, Eddy T en Andre DC. Mario was er ook nog bij, maar moest op tijd thuis zijn om patatjes te schillen, en er was blijkbaar nog ene Patricia bij, maar die mag zich eerst eens komen voorstellen voor ze met naam en toenaam in het verslag mag. Even later worden Els, Nancy en Ann afgeleverd door Filip B. Zij deden de verplaatsing met de wagen. Ivan.

Zondag 20 februari 2011, Sinaai. Voorwoord: Om de gevoelige zielen onder ons niet tegen de borst te stoten, zal ik in volgend verslag het woord shit niet gebruiken. Omdat ik het woord stront ook liever niet in de mond neem, vervang ik beiden door kaka, dat klinkt misschien een beetje bekakt, maar is volgens mij het beste alternatief. We worden uitgenodigd om 8 uur met de fiets, en om 8.30 met de wagen. Het heeft bijna de ganse nacht geregend, echt kaka-weer, dus veel goesting om te starten heb ik niet, maar als het tijd is om op te staan, is het over. Dus toch maar het koerstenueke aan. Bij aankomst op het kerkplein staan Nadine en Cedric al klaar met de wagen, Rudy DC is gekomen met de fiets. Er is echter maar 1 plaatske over in de auto, dus met een beetje geluk kunnen we niet allemaal mee, en kunnen we kiezen voor een plaatselijk ritje. Maar dat is buiten Tom VDB gerekend, die even later aankomt met zijn fiets, maar dan wel achterin zijn wagen (kaka). We vertrekken richting Sinaai, en Nadine neemt gezwind de leiding. Tom zal zijne GPS niet moeten gebruiken. Als ik hem vraag hoeveel dat kost, zo’n gepersonaliseerde GPS, antwoord Tom doodserieus dat TomTom gewoon de merknaam is. Als we aankomen in Sinaai, is het opnieuw beginnen regenen, en het is nog koud ook. Ik besluit dan maar mijn regenvestje over te trekken, maar na een beetje gepruts, trek ik mijn kaka-tirette kapot. Het zit mij nie mee vandaag. Ook Cedric deelt in de miserie, want we zijn nog maar net vertrokken als hij op een modderstukse onderuit gaat. Na zijn 2 duiken van vorige week, heeft hij blijkbaar de smaak te pakken. Ik weet van vorige keren dat de rit van vandaag mij niet goed ligt, en na een 10-tal km op het kaka-parcours, met de nodige kaka-modder (soms letterlijk) en vele stroken kaka-kassei, zakt de moed mij in de schoenen. Als ik voor de zoveelste keer het gat dichtrij, zeg ik tegen mijn gezellen dat ze niet meer op mij moeten wachten en kies voor een kortere afstand. Misschien rij ik nog wel met de fiets naar huis. Na een laatste loodzwaar stuk (bolt voor geen meter, en wind op kop) zit de rit erop, kan ik mijn kaka-veloke afspuiten. Het is nog een tijdje wachten voor we weer voltallig zijn voor de terugreis, en als we aan de auto’s aankomen, merken we dat we in de drukte Nadine en Tom zijn kwijtgespeeld. Na een 10-tal minuten te verkleumen van de kou, gaat Rudy toch eens kijken waar zij zo lang blijven, en het duurt nog een tijdje voor hij ze gevonden heeft. Blijkt dat ze de verkeerde kant uitgereden waren, en bijna alle straatjes ingereden waren, op zoek naar de wagens. Jaja, zonder zijne TomTom is onze Tom een beetje DomDom. (Sorry Tom, dit kon ik niet laten liggen). Wie er nog allemaal gereden heeft? Ik zou het begot niet weten, want door het late terugkomen, en omdat ik aan het vrouwke beloofd had om half-een thuis te zijn, ben ik niet meer in De Beize geraakt. Daar waar een mens een ganse week naar uitkijkt, een babbel met de vrienden bij een Duvelke na de rit, zelfs dat was mij niet gegund. Daar heb ik maar een woord voor, KAK. Ivan.

 

Zondag 13 maart 2011, Belsele. De zware jongens zijn in volle voorbereiding voor De Ronde van Vlaanderen, en hebben extra kilometers nodig. Ze vertrekken om 8 u en zijn met 7: Rudy R, Rudy V, Pascal L, Jan W, Stefaan I, Danny F en Luc K. Wij vertrekken om 8.30 u met de wagen en zijn met 11: Tom, Gunter , Jurgen, Geert, Johan en ikzelf, Els, Nadine, Carine, Annemie en Carlo (neen, dit is geen typ-fout, het was niet ons Carlaatje, maar wel degelijk Carlo, onze huisfotograaf, die zich blijkbaar goed voelt in vrouwelijk gezelschap). Aan de inschrijving staat Nancy ons ook al op te wachten, en als Axel ook nog ergens vanachter een hoek komt gekropen (hij was net te laat aan de kerk), zijn we voltallig voor een ritje door de Wase wegels en bossen. Ter afwisseling met de vorige weken krijgen we nog eens een droog en mooi berijdbaar parcours voor de wielen, en dat is aan het tempo te merken, want het gaat goed vooruit. Zo goed zelfs, dat we door niemand worden ingehaald, hiervoor moeten ze van verder komen (van Kalken bijvoorbeeld, met de fiets ). Even voor de bevoorrading heb ik Geert en Gunter laten rijden, en komt Tom enkele tientallen meter na mij. Op dat moment komen uit tegengestelde richting de dames aangereden en voegen we samen. Nadine nestelt zich in mijn wiel, en bolt op haar gemakske mee tot aan de bevoorrading. Ook geen gewone zulle, diene kleine Fack, rijdt beter dan sommige mannen. Misschien kan ze later nog de overstap maken naar de mannen, de ballen heeft ze al. Na de stop restten ons nog 17 km, en gaat de gas volledig open. Met de moed der wanhoop kan ik het wiel van mijn gezellen houden, en kom moe maar voldaan aan de sporthal aan. Bij aankomst in De Beize worden we opgewacht door het A-team, die ook al terug zijn, en de plaatselijke rijders, Rudy DC, Eddy, Frank en Guy. Zij reden een toerken richting Wetteren. Petra en Schoonzus Christelle waren er ook, en Ariane en Dirk H reden solo. Uit welingelichte bronnen heb ik vernomen dat de A-kes naar goede gewoonte niet hebben gereden maar gevlogen. Dat Stefaan al na enkele km op het parcours in de enige modderplas duikelt. Dat Danny de boel ophoudt met een lekke band, en dat een zegezekere Luc in de spurt geklopt wordt door Rudy V, die zijne turbo nog eens opendraaide, en naar eigen zeggen topte op 53 km/u. En zeggen dat ge in Kalkendorp maar 50 moogt. Als daar maar geen boete van komt. Ivan.

 

Zondag 20 maart 2011. Bazel. Bij het lezen van Rudy’s mail: “Vertrek om 8.30 met de wagen naar Bazel”, vind ik dat hij toch begint te overdrijven met zijn verre verplaatsingen. Het blijkt echter niet te gaan over het Zwitserse Bazel maar dat bij Kruibeke, een goe half uurke bollen, dus toch maar mee. En ik ben niet alleen, de 3 Rudy’s, Pascal, Luc, Patje, Jo, Axel, Ronny, Jurgen en Tom zijn er ook. Bij de dames waren Nadine, Els, Carine, Linda en Nancy op het appèl. Een schoon bendeke modderfokkers, en bij het vertrek na inschrijving, merk ik dan ook niet dat niet iedereen mee is. Gelukkig is Rudy R wel bij de pinken, en zegt mij om een beetje te wachten op de rest. Net als iedereen bij is en we beginnen versnellen, komen een paar pipo’s voorbijgereden. Er is er zelfs eentje bij die het nodig vindt om Rudy uit te dagen door te proberen sneller te versnellen van hem, met het te verwachten resultaat: Rudy een paar honderd meter voorop, en één pipo die door ons terug wordt ingehaald. In het voorbijrijden zeg ik nog tegen diene gast, “Awel, slimmen, bedankt hé, nu zitten wij wel ne ganse rit mee op ons kap”. Gelukkig hervindt Rudy zijn kalmte en rijden we op een “normaal” tempo verder. Omdat er geen duidelijke afspraken zijn om op te splitsen, besluit ik maar met de A-kes mee te rijden en te zien waar het schip strandt. Na 17 km krijgen we een eerste bevoorrading. Een beetje vroeg voor sommigen, maar voor mij zjust gepast. Na een snelle hap en een drankje, besluit ik om al voor de bende te vertrekken, kwestie van een beetje reserve op te bouwen. Het lukt mij toch een 5-tal km voorop te blijven, en het valt mij wel op dat terwijl ik iets rustiger rij in afwachting van de aanstormende bende, toch de ene na de andere voorbij ga. Dat geeft toch wa courage. Als ik terug ben ingehaald door de rest, gaat het gas helemaal open, en op een verbindingsstuk op de baan gaat de snelheid bij momenten tot 40 km/u. Enkele jonge gasten pikken aan en rijden een tijdje mee, maar houden het even later toch voor bekeken. Als we even later een superlastig stuk voor de wielen krijgen is het voor mij ook over, en ik vrees dat ik de rest van de rit op mijn eentje zal mogen afwerken. Gelukkig voor mij, rijdt Rudy V net op dat moment lek, en kom ik toch nog terug. Bij deze nogmaals, van harte bedankt Rudy. Terwijl Patje en Rudy R assisteren bij de herstelling, besluit ik opnieuw een beetje voorsprong te nemen, en krijg hierbij het gezelschap van Luc, Rudy DC en Pascal. Na een tweede bevoorrading krijgen we een groot stuk bos voor de wielen, en we zijn nog maar net begonnen als ik opeens een luid gebrul hoor, precies een bronstig hert of zo. De organisatie had nochtans niet gewaarschuwd voor loslopend wild. Maar even later klaart het mysterie op. Het blijkt Jo te zijn, die op een of andere manier weer voorop was geraakt en zijn clubgenoten begroet. In een van de vele lussen zie ik Patrick en de Rudy’s ook al komen aangestormd, en aan het einde van het bos heeft den eersten ons al te stekken, een tijdje later gevolgd door de rest. Bij mij is het beste er af, het paard is al een paar keer gereanimeerd, maar is nu weer aan het sterven, en een volgend lastig stuk betekent mijn zwanenzang. Ik zeg dat ze niet meer moeten wachten, en zie de rappe mannen voor mij steeds kleiner worden. Ik zie nog net dat Patrick een derde keer onderuit gaat voor ze uit mijn zicht verdwijnen. Patje is niet de enige met evenwichtsstoornissen. Pascal gaat ook eens onderuit, en Jo ging naar eigen zeggen volledig overkop. De vooropgestelde 55 km worden er uiteindelijk 58, en het waren nu net die laatste 3 die er teveel aan waren. Ivan Rogiers.

 

Zondag 27 maart 2011. Sint Niklaas. Eigenlijk kan het verslag heel kort. Namelijk ongeveer dezelfde rit als vorige week maar in omgekeerde richting, met hier en daar wat andere mensen.

Wie zijn dat dan? Rudy V, Thomas B, Dirk DB, Cederic L, Ivan R, Pascal L, Johan, Ronny VH, Frank VDS, Luc K, en ikzelf. De meisjes waren vertegenwoordigd door Els, Nadine, Karine en Ann. Er wordt met de wagen naar St. Niklaas gereden. Hierbij ook een woordje van dank voor degenen die hun wagen ter beschikking stellen.

Na de vliegende start, blijft Johan al rap achter. De jonge gasten Dirk, Thomas en Cederic zitten in goeien form. Rudy V neemt de taak over van de afwezige Rudy R en houdt den boel onder controle. Op de lange dijken voor de bevoorrading is het eigenlijk elk voor zijn eigen en elk kan afzien op zijn manier. Aan de bevoorrading wordt er opnieuw verzameld, en tijdens het wachten wordt er wat aan de velo’s geprutst.

Zo gaat Frank een beetje wind bijsteken, maar bij het verwijderen van de pomp trekt hij gans de suppape mee en jaja, gans plat. Er is dan nog een probleem om de suppape volledig uit de geante te krijgen, maar er is nen velomoaker bij die dat toch opgelost krijgt.

Ook Luc K vindt dat zijn achterband wat slapjes is en steekt met de plaatselijke voetpomp behoorlijk wat wind bij. Bij het wachten achter Frank, opeens een geschuifel, jaja, den band van Luc moet er ook aan geloven. Mee nen nieven onderband (den ouwen was moar kadukelijk) en een inlegkruisje kan hij weer verder. Bij Frank ist nog nie gedaan, er is nog een probleem met de remblokken. Dan maar zonder achterrem de kortste weg naar den arrivé.

Nog nen goeien road van nonkel Jef: blijf ter af van die velo’s.

Ondertussen is Johan allang weg na zijn bevoorrading en het duurt zelfs geruime tijd voor we hem terug te zien krijgen. Als we hem dan zien, hangt hij kromgebogen over zijn stuur (er is daar zo een liedje van) om geen wind te pakken. Juist voor de aansluiting, op nen wegel bedekt met boomschors, vertraagt opeens Ivan ewat in een bocht en moet Ronny remmen en tegelijk schakelen (alé dat is toch zijn uitleg). Gevolg zijn voorwiel gaat weg en jaja hij sukkelt in de gracht. Op ’t eerste zicht een klein grachtje dat wat toe gegroeid is, maar wel lang genoeg om de grootste van het gezelschap te laten onder gaan. Voordeel: Ronny moest achteraf niet direct naar huis, hij was al gewassen.

Bij Pascal vlotte het vandaag nie zo goed en dit zo kort voor “de ronde”

Laat in de Beize toegekomen, zitten, Christine, Linda en Annemie op hun gemak wat champagne te drinken, tegen den dust zeker. Zo heeft elk zijn pleziertje hé. Rudy De Clerkc, alias Nonkel Jef

 

Zondag 17 april 2011. Waasmunster. We vertrekken om 8 u met de fiets naar Waasmunster met het volle dozijn. Rudy V, Luc K, Patrick R, Jo R, Stefaan I, Steven DM, Danny F, Thomas B, Dirk DB, Dany P, de wederoptredende Mario V, en ikzelf. Het belooft een rap ritje te worden, want alle wegels zijn goed berijdbaar, en er zijn er een paar bij die hevig staan. De heenreis op de weg gaan we niet onder de 30 per uur, bij het oprijden van een brug zelfs richting 35. Ik weet het, het klinkt niet logisch, maar bergop een brug op, rijden wij altijd een beetje rapper. ’k Versta het zelf ook niet. Eenmaal op het parcours gaat het al niet veel trager, maar de benen voelen goed en ik draai vlot vooraan mee. Eindelijk nog eens een gezegende dag. Ook Mario verschiet van zijn eigen, en doet het na enkele maanden afwezigheid verbazend goed. Jo heeft het iets moeilijker na enkele weken afwezigheid met een gebroken pols en kiest aan de eerste splitsing voor de korte pijn. Het is altijd mooi rijden in de Waasmunsterse bossen, met hier en daar een nieuw stukske voor de afwisseling. Op een van die onbekende stukken trekt Dirk serieus door met de rest in het wiel, als Thomas ineens nen serieuzen duik zet. Was het ne voetballer geweest, dan lag hij daar nog, maar Modderfokkers zijn straffe gasten. Nadat hij enkele minuten is bekomen van de schok, spuwt hij nog wat zand uit en springt terug de fiets op. De rest van de rit wel iets rustiger dan in ‘t begin. Even voor de bevoorrading komt Mario mij zeggen dat hij ondanks zijn goede benen toch maar voor de 45 km gaat i.p.v. 55. Met de 35 van de heen en terug toch ook al zo’n 80. Ik besluit zijn wijze voorbeeld te volgen, en ook Luc is dezelfde mening toegedaan. We hebben ons onze keuze niet beklaagd, want net na de splitsing heeft Mario nog een specialleke in petto. Op een van de lastige zandstroken, met aan beide kanten een smal boordje dat iets of wat berijdbaar is, sukkelt hij naast het boordje. Hij probeert er opnieuw bovenop te raken, maar zijn wielen schuiven onder hem uit en hij valt in de gracht ernaast. Eigenlijk was het niet vallen, maar over zijn rug rollen met zijn fiets nog tussen de benen. Ik kom niet meer bij van het lachen. Een andere fietser was ook getuige van het schouwspel en stopt uit sympathie. Gelukkig stond er geen water in de gracht, zegt hij. Waarop ik antwoord: ‘Juist spijtig dat er geen water in stond!’. Geprikkeld (getengeld) stapt Mario weer op de fiets, en even later roep ik hem toe even te wachten omdat ik met krampen zit, lachkrampen. Enfin, het leven kan mooi zijn. De rest van de rit verloopt zonder noemenswaardige voorvallen, en het spurtje naar De Schorpioen wordt door Rudy gewonnen. Inderdaad, naar De Schorpioen wegens sluiting van De Beize. Amaai, ik beklaag die gasten die tot de laatste moesten blijven om de pot uit te drinken, want bij de Woesten valt dat niet mee. Ivan Rogiers.

Zeg Ivan, het leven kan toch soms raar zijn hé: Ik val in de beek, maar gij staat met een natte broek!? Mario

PS. Het is trouwens de eerste keer van mijn leven dat ik achter mijn oren getengeld ben. Een mens is nooit te oud voor nieuwe ervaringen!

 

Zondag 1 mei 2011. Plaatselijk. Een deel van de mannen is gaan koersen in de Ardennen en een deel van de dames is ook ‘de pist’ in. De achterblijvers worden via den blog uitgenodigd voor een ritje in Dendermonde. Ondanks de vele afwezigen verzamelen we toch met 17 op het kerkplein waarvan slechts 2 met de wagen, dus stelt zich een logistiek probleem. Voor wie niet mee kan met den auto naar Dendermonde stellen we een plaatselijk ritje voor richting Wachtebeke en de befaamde Sidmarbossen van Rudy DC. Maar de solidariteit bij De Modderfokkers is zodanig groot dat iedereen besluit om plaatselijk te rijden. De plaatselijke dames zijn met 3: Christine DS en schoonzussen Christelle en Petra. Wij vertrekken met z’n veertienen noordwaarts, maar na een eerste lusje in domein Puyenbroek besluiten Guy R, Geert B, Frank en Svevo H af te haken en een korter ritje af te werken. Zo blijven we nog met 10 over: Rudy DC, Pascal L, Luc K, Axel T, Zeno H, Mario V, Dirk H, Davy P, Thomas B en ikzelf. In afwezigheid van de vaste kopmannen neemt Rudy het meeste kopwerk op zich,en het moet gezegd worden dat hij dit verdienstelijk doet. Eenmaal in de Sidmarbos aangekomen voelt hij zich weer helemaal in zijn element en kunnen we een half uurke genieten van de vele wegeltjes en kronkeltjes tussen de dennenbomen. We hebben ondertussen ook nog een gastrijder op sleeptouw genomen en als we even wachten om de boel te laten samenkomen, komt hij zich voorstellen. Net als ik hem wil vragen waar hij tussen al het zand dat we al te verteren kregen nog aan al die modderspatten op zijn benen komt, zie ik dat het eigenlijk tatoeages zijn dus hou ik maar wijselijk mijne bek. Bij het verlaten van de bossen zeg ik hem dat we nu huiswaarts rijden, naar een cafeetje waar je nog een pintje kan drinken voor maar 80 cent. Het water komt hem in de mond, maar hij besluit toch maar de andere kant op de gaan. Richting Kalken houden we er een deftig tempo op na, en hoewel Axel al een tijdje op zijn tandvlees zit, blijft hij toch moedig stand houden. Hij verdient dan ook de prijs voor doorzetting en volharding. Al mag hij die gerust delen met Zeno H, die pas op de brug van Hussevelde zijne patat krijgt en nog maar met moeite boven raakt. Ondertussen hebben we ook de 4 afvalligen terug te pakken. Die waren onderweg nog een kapelleken tegengekomen, ’t Kapelleken bij Marc Fiers in Doorslaardorp, en hadden daar een kleine pitstop gemaakt. We rijden langs de Zomerstraat naar De Schorpioen en op het laatste stuk zijn er nog een paar die het nodig vinden om ne keer rap te rijden alvorens moe maar voldaan van een welverdiend aperitiefke te kunnen genieten.

Ivan.

 

Zondag 8 mei 2011. Erpe-Mere. De meevallende prestaties van de voorbije weken geven mij net genoeg courrage om een tandje bij te steken en samen met de grote mannen met de fiets naar Erpe-Mere te rijden. Bij aankomst op het kerkplein, een minuutje voor acht uur is het echter nog zeer kalm, enkel Jan en Rudy V zijn al op het appèl. Weinig ruggen om mij achter weg te steken dus, gelukkig beginnen even na achten de duiven toch te vallen: Davy, Patje, Luc, Mario, Dirk DB, en als laatsten Rudy R en Rudy DC. Deze laatste is normaal een van de vroege vogels, maar had blijkbaar gisterenavond nog andere verplichtingen. Bij het vertrek zegt hij dat hij zich wel achteraan zal zetten, kwestie dat we niet teveel last hebben van alcoholische en andere dampen. De 2 andere Rudy’s zetten zich vooraan, en ondanks de wind op kop halen we vlotjes 32, 33km per uur. Mario en ik volgen in het wiel, maar na een tiental km worden we aangespoord om zelf een stukske kopwerk te doen. We houden het tempo op een tactische 18 per uur en worden als snel voorbijgereden door Patje en Jan. We hebben ondertussen ook nog het gezelschap gekregen van Frank VDS, die even voorbij Uitbergenbrug was ingepikt. Rudy V zit van achteruit richtlijnen te geven, en zegt dat we even verder rechtsaf moeten. Bij het eerste gaatje dat Jan ziet slaat hij af, waarop Rudy zegt dat het de volgende afslag maar is. Blijkbaar had Patrick dat niet gehoord, en net als Jan terugkomt slaat hij rechtsaf en missen ze elkaar op een haar na. De laatste km richting inschrijving begint het al licht glooiend te worden, en op de klimmetjes beginnen de kemphaantjes al een beetje gas bij te geven, met als gevolg dat ik voor we aan de rit beginnen al een cartouche kwijt ben. Onmiddellijk na de start gaat het zoals gewoonlijk vollen bak, en het lukt maar met moeite om mijn wagonnetje aan te pikken, maar er zijn er nog die het lastig hebben. Een kleine pauze zou welkom zijn, en na een 5-tal km worden we op onze wenken bediend. De achterband van Rudy V lag waarschijnlijk niet goed gemonteerd en vliegt van de velg, gelukkig op een recht stuk en dus zonder erg. Terwijl de band opnieuw gemonteerd word, besluiten Mario, Luc, Frank en ikzelf op een iets gematigder tempo verder te rijden. Het blijkt echter niet het dagje van Mario te zijn, want na problemen met zijn kilometriekske en later met de voorrem, verlaat hij ontmoedigd het parcours. Waarschijnlijk zullen de benen en het koppeke ook niet super geweest zijn. Ondertussen zijn door het oponthoud de anderen ook terug bijgekomen en ben ik de volgende die eraan moet geloven. Tussen de stofwolken zie ik de rest voor mij steeds kleiner worden, en het duurt tot aan de bevoorrading voor ik ze weer op normaal formaat zie. Wanneer ze weer aanstalten maken om de tocht te vervolgen, zeg ik dat het voor mij welletjes geweest is, en dat ik kies voor de 42 i.p.v. de 55 Km. Rudy DC en Davy volgen mijn voorbeeld. Als we aan het einde van de rit het laatste stukje zandweg afwerken ( ik heb er ondertussen al een half kilootje van binnen ) komen we Frank ook nog tegen. Hij koos ook voor de 42. Terwijl we staan te wachten op de rest, zien we in de verte nog een Modderfokker afkomen. Het blijkt Dirk H te zijn die ook met de fiets vanuit Kalken gekomen was maar vroeger was vertrokken om ook de 55 te rijden. Na een kwartierke wachten beginnen we toch serieuzen dorst te krijgen, waarschijnlijk van als dat stof, en aangezien Frank toch niet mee gaat naar De Beize, offert hij zich op om te wachten op de rest, zodat wij huiswaarts kunnen vertrekken om onze groten dorst te lessen. Op de terugweg hebben we de wind in de rug, waardoor het ons zonder de vaste kopmannen toch lukt om het tempo tussen de 35 en 40 per uur te houden. Bij een oponthoud aan verkeerslichten merkt Davy op dat we aan deze snelheid waarschijnlijk niet meer zullen bijgehaald worden omdat zij dan wel 45 zouden moeten rijden. Bij de nabespreking vernemen wij dat zij bij momenten de 50 haalden. Op het terras worden we algauw vergezeld door de mannen en vrouwen die de verplaatsing maakten met de wagen. Zij waren met 4: Jurgen en Johan, en de dames Karine en Nadine.

Ivan.

Repliek Mario: Maar allez jongen! Ik zat met een lossende achterband. Dat is waarom ik naar huis moest. Niet voor het koppeke, of piepende rem of kilometriekske.
Herbeginnen met dat verslag, nonde!

 

Zondag 28 mei 2011. Zottegem. Er is een rit in Zottegem. Echte modderfokkers rijden per velo naar ginder. Anderen kiezen om een half uurtje later met de auto te vertrekken.

Ivan haalt voor de eerste maal zijnen nieuwen fiets van stal, een schoon machien met alles erop en aan. Hij wenst niet direct de grote beproeving te doen, want mogelijks moet er hier of daar nog wat bijgeregeld worden. Als goede buurman, heb ik Ivan ook beloofd om samen een plaatselijke rit te doen. Ook Axel T is van dat gedacht. Met drie Olympia fietsen gaan we van start. We weten enkel nog niet goe naar waar we zouden rijden. We kiezen dan toch maar voor den bos in Wachtebeke. De nieuwe fiets van Yvan laat zich goed bollen en hijzelf heeft er zin in, daarbij nog wat voordeel van de wind en het gaat goed vooruit. Ook Axel doet het bijlange niet slecht. Bij het terugkeren langs de Moervaart komt Axel ook naast ons rijden (de baan is breed genoeg). Ik vraag hem dan ook of hij nog wat form overheeft om nog een omweg te maken. Zodoende rijden we nog door naar de Kruiskapel in Eksaarde. De nieuwe fiets is dan direct op verschillende terreinen getest, behalve op modder (ver te zoeken door de droogte) en op tegenwind. Het laatste stuk (van Eksaarde naar huis) is tegenwind, maar dan blijf ikzelf voorop rijden. Zo komen we toch aan een goei 70 km.

In de Beize gaat ons geluk verder. Verjaardagtraktaties van Ivan, mezelf en Pascal L., gebakken spek van Jo R, al lopend gebracht van Uitbergen (hij zweet meer dan velen die gefietst hebben). Hij heeft dan ook nog eens een blok aan zijn elleboog (tmoet nie altijd aan het been zijn). Wat kan nen veurnoene toch schuune zijn hé. Rudy De Clerck.

 

Zondag 5 juni 2011. Bornem. We verzamelen om 8 u voor een ritje in Bornem. Bij aankomst op het kerkplein begint het lichtjes te druppelen, maar geen nood, we rijden toch met de wagen. Even voorbij Lokeren begint het serieus door te regenen, bijwijlen zelfs te gieten. Na de droogte van de voorbije weken is een beetje regen meer dan welkom, maar ik had het toch liever na de middag gezien. De goesting om te fietsen van deze morgen, slaat om in twijfel om toch te starten, en niet bij mij alleen. We hebben nog maar net de E17 verlaten richting Temse, als Jan W en Ann rechtsomkeer maken richting Kalken. Mietjes!!! Bij aankomst in Bornem is het nog een beetje aan het miezeren, en besluiten Geert S en Davy P om ook niet uit te pakken. Watjes!!! Jurgen ziet het ook niet echt zitten, maar Karine laat zien wie thuis de broek draagt, dus starten zij wel. Ikzelf zit ook met de nodige twijfels, maar laat mij toch overhalen. Ik start zelfs met de A-kes: Rudy R, Rudy V, Dirk DB, Stefaan I, Gert V en Frank VDS, maar besluit om aan de splitsing te kiezen voor de 56 i.p.v. de 72 km. Ronny V, Johan V en Jurgen V houden de dames Nadine en Karine gezelschap. Kort na de start krijgen we al een eerste technisch stukje. Op zich stelt dit niet veel voor, maar doordat het zo kort na de start ligt, troept alles een beetje samen, en kan er niet deftig doorgereden worden, waardoor bijwijlen toch enkele gelegenheidsrijders in de problemen komen. Eens deze hindernis voorbij kunnen we terug verder, en ik draai tot mijn grote voldoening goed mee met de bende. Mijn geluk is echter van korte duur, want na nog geen 8 km krijgen we al de splitsing 56-72. Mijn besluit staat echter vast, dus verlaat mijn gezellen en vervolg de rit in mijn eentje op eigen tempo. Een iets rustiger tempo, zodat ik ten volle van het prachtige parcours kan genieten. Een heel leuk stukje was het 2e technisch gedeelte. Een bosje met smalle, kronkelende wegeltjes, slingerend tussen bomen en struiken. De regen van het voorbije uur maakte de paadjes bijwijlen onberijdbaar, maar wel echt genieten. We krijgen ook nog het Lippelobos, het domein Kasteel d’Ursel en het Nonnenbos voorgeschoteld, het een nog mooier dan het ander. Kortom, de afwezigen hadden weer maar eens ongelijk. Nu ook nog dit verslagske tot een goed einde gebracht is iedereen content, al heb ik bijwijlen het woordje bijwijlen misschien een keertje teveel gebruikt. Ivan bijwijlen Rogiers.

 

Zondag 17 juli 2011. Aalter-Brug. Vorige week waren we met meer dan 30 voor een plaatselijk ritje richting Waasmunster, maar vandaag is de opkomst een stuk minder. Ligt het aan de overvloedige regen van de voorbije dagen, of zit het vroege vertrekuur er voor iets tussen? We zijn slechts met z’n tienen: Nadine en Els, Danny F, Dirk DB, Jo R, Geert S, Rudy R, Rudy V, Cederick L en ikzelf. De fietsen worden ingeladen, en we vertrekken richting Aalter. Ter hoogte van knooppunt Gent-Zwijnaarde komt een blauwe bestelwagen tussen ons inwringen. Mijn reisgezel Danny wil meteen ingrijpen wegens het verstoren van de colonne, maar ik kan hem nog net bedaren door te zeggen dat het Axel T is die in extremis de bende vervoegt. Zo raken we toch nog aan een elftal. Bij aankomst aan de inschrijving geeft Axel tekst en uitleg bij zijn laattijdige aankomst. Hij stond al gepakt en gezakt klaar, toen hij de aandrang voelde om zijn darmen te ledigen. Als excuus kan dit tellen, want dat is een van de weinige zaken waar het woordje MOETEN van toepassing is. Voor Axel in detail gaat treden, en in geuren en kleuren zijn wedervaren begint te vertellen, vertrekken we snel voor onze rit. Al meteen na de start krijgen we een mooi stuk single-track langs de oever van de ringvaart. De pees wordt er meteen goed opgelegd, maar gelukkig moeten we even verder inhouden voor voorliggend verkeer. Niet voor lang echter, want wanneer het even breder wordt, gaat diene gast gewoon aan kant staan en geeft ons de vrije doorgang, den loebas. Meteen het teken om de beentjes nog eens te testen. Voor Axel valt de test negatief uit, en hij besluit alleen verder te rijden. Na een 30-tal km testen, begint het bij mij ook serieus door te wegen, maar als ik merk dat er bij Jo, Cedric en Geert ook niet veel overschot op zit, besluit ik toch maar door te bijten. We worden getrakteerd op een zeer mooie omloop met een afwisseling van grind en bospaadjes en slechts hier en daar een strookje modder. Op een van deze modderstrookjes rijdt Cedric zich vast en doet dat waar hij goed in is, ne keer vallen. Het was nochtans een tijdje geleden dat hij gevallen is, ongeveer even lang als het geleden is dat hij nog eens meefietste. Als we even verder Axel, die op een korter parcours zat opnieuw inhalen, draagt ook hij zijn steentje bij voor het vullen van het verslag. Ook hij gaat onderuit, maar valt op een of andere manier op Geert. Nooit geweten dat Axel op mannen valt??? Naar het einde van de rit, met al 70 km op de teller, zijn mijn beste pijlen al verschoten. Toch vinden Dirk en de Rudy’s het nodig om nog ne keer goe door te trekken, en in plaats van bergop op een brug een beetje in te houden, jagen ze het tempo richting 40 per uur. Wat mij het meest verwondert, is dat ik er nog al bij al nog in slaag om aan het staartje aan te pikken. Zouden de benen eindelijk aan het beteren zijn, of zou mijn nief machien dan toch het verschil maken. Bij aankomst in de kantine worden we al opgewacht door ons meiskes. Ook zij waren zeer content van het mooie parcours, al vond Nadine het toch nog nodig om een extra stuksken maisveld om te ploegen. Ivan Rogiers.

 

Zondag 31 juli 2011. Oosterzele. Dju toch, misérie, misérie. Het is ondertussen al vrijdagavond, en nog altijd geen verslag geschreven van vorige zondag. De inspiratie is in geen velden te bespeuren, serieus writers-block. En het zal nochtans moeten, want anders krijg ik zeker en vast het commentaar dat ik alleen maar met de stommiteiten van een ander kan lachen, en mijn stoten verzwijg, maar hierover later. Voorlopig kom ik niet verder dan de namen van de deelnemers. Stefaan I, Jan W, Luc K, Rudy V, Gert V, Danny F, Davy R, Rudy R, Steven DM en ikzelf vertrekken om 8 uur met de fiets, Geert S pikt in aan Wetteren-brug. Dirk H is ook met de fiets vertrokken, maar nog een beetje vroeger, op zijn eigen tempo en op zijn eentje. Axel T, Rudy DC en Pascel L vertrokken op 8u30 met den auto, en Eddy T, Geert B, Frank H, Peter F(rietamientje), en de dames, Annemie, Christine en Carla reden ter plaatse. Oef, toch al kwart van een paginaatje gevuld, dat geeft courrage, dus zijn we vertrokken. De opwarming richting Oosterzele mag er zoals gewoonlijk weer zijn, mijn kilometriekske geraakt weer niet onder de 30 per uur. Geert, die even het deelnemersveld heeft bekeken, hoopt dat er iemand bij is met “nen slechten dag”, want dat we anders serieus onzen peeren zullen zien. Net na de inschrijving weet ik hem te vertellen dat zijn gebeden verhoord zijn, en dat er wel degelijk iemand bij is met “nen slechten dag”, ikke. Bij gebrek aan B-rijders, vertrekken we allemaal samen, we zien wel waar het schip strandt. Aan een eerste steil klimmetje is het al van dat. Geert, die net voor mij rijdt, moet even inhouden voor zijn voorligger, waardoor ik voet aan grond moet zetten. En dan begint het liedje van Clouseau, daaaaar gaaan ze. Het kost mij heel wat moeite en een beetje hulp van grote broer om terug aan te sluiten. De eerste bevoorrading komt vrij vroeg, maar voor mij net op tijd om even op adem te kunnen komen. Ik krijg maar net de tijd om een slok en een beet binnen te werken, en ze zijn alweer vertrokken. Even later krijgen we een bordje met de waarschuwing, “gevaarlijke afdaling”. Niet voor niets, want Stefaan raakt een uitstekende steen met zijn pedaal, maar kan nog net overeind blijven. Een paar honderd meter verder gaat Rudy R. Stefaan nogmaals waarschuwen voor die afdaling, want dat we daar nu wel rap zullen aan beginnen. De volgende verpozing wordt mij vriendelijk aangeboden door Geert, waarvoor dank. Die zit met een leeglopende band, maar omdat hij tubeless rijdt, met specie in de banden, blijft het bij een beetje bijpompen. (of zou hij zelf ook al een beetje zochte gezeten hebben). Even verder begint mijn hoofdstuk. Bij het insturen van een smal wegeltje met fijne steentjes, maak ik een stuurfoutje en schuif onderuit. “Van moeite”, zegt Rudy. “Dan zou ik er al veel moeten gelegen hebben”, antwoord ik. Een 10-tal km later krijgen we een smal en hol liggend wegeltje voorgeschoteld. Links een gracht, en rechts een maisveld. Een volgend stuurfoutje, en ik kies voor de mais, die toch dieper staat dan gedacht. Als ik na enige moeite terug rechtkrabbel, begin ik te vermoeden dat de kilometers toch beginnen door te wegen. Maar als je het moeilijk hebt, kan je altijd rekenen op je vrienden. Danny F offert zich op om nog ne keer lekt te rijden. Na deze welgekomen pauze, haal ik vlotjes het einde. Het is zelfs Steven die nog een speciaal maneuverke doet. Naar ik heb van horen zeggen, ging hij net niet overkop, maar kon nog net over zijn stuur van zijne velo springen. Probeer u dat eens voor te stellen, met een beetje fantasie moet dat lukken. Op de terugweg naar Kalken, mogen alle remmen los en gaat de snelheid richting 40/u. Nu rij ik vlotjes mee, maar ik zie wel andere koppekes schudden. Aan de voetgangerstunnel aan Wetteren-statie, neemt Luc een sluipweg, en slaat zo een bres met de rest. Als wij dan nog moeten stoppen voor t’rood, rijdt hij al de Scheldebrug over. Hierdoor is er van een eindspurt geen sprake meer. Luc komt wel als eerste in De Beize aan, maar wordt gediskwalificeerd wegens het verlaten van het officiële parcours. Nog een troost voor mij. Blijkbaar ben ik niet de enige die op den duts was vandaag. Axel ging ook 2 keer onderuit. Na een eerste duik, sprong hij zo rap mogelijk weer op de fiets, klikte zijn schoenen in de pedalen, maar had niet gezien dat zijn ketting eraf lag. Met als gevolg, 2 valpartijen op 1 meter. Die was dus nog veel moeder dan ik. Ivan Rogiers

 

Zondag 14 augustus 2011. Elversele. Geen journalist te bespeuren op het kerkplein zondagmorgen. Ook geen leidende figuren. Zes (6) echte Modderfokkers om te vertrekken naar Elversele. De rest haakt af wegens te veel regen de voorbije nacht en morgen. De mietjes. Hard rijden wel zé, maar als er wat modder ligt en er valt wat regen, hó maar.

Genoeg gelachen. Jo en Els, Filip Buysse, Pascal en ikzelf staan vertrekkensklaar op het kerkplein als Stefan nog komt aangezoefd en zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken kan steken dat hij mee moet rijden met de auto… of alleen naar Elversele rijden. Dan toch maar liever met de auto.

Daar aangekomen nog wat twijfels betreffende de kledij, regenvest of niet? Ikzelf kies ervoor om zonder te rijden, hoera!, geen druppel regen meer gezien na de start.

De eerste twee kilometer een smal weggetje (‘t schijnt dat ze dat een single track noemen), links prikkeldraad en rechts een gracht van 1,5m diep, fietssporen van soms wel 15 cm diep die je niet kon vermijden wegens te smalle doortocht. Els kiest ervoor om het grootste gedeelte al lopend te doen.

Voor de rest overal modderachtig, waarbij ikzelf in het begin zo half overkop ga. Ik ging dit hier niet neerschrijven, maar er was 1 getuige en die ombrengen voor een valpartijtje zou wat overdreven zijn. Filip moet even verder halt houden om meewind in zijn band te pompen, maar kan toch de rit uitrijden zonder een nieuwe band te moeten steken. De snelle jongens, Jo (man wat was die in goede doen), Stefan en Pascal wachtten ons op, maar Els en Filip besluiten om samen te blijven en niet meer te volgen. Ik wil wel volgen, heb ik ook gedaan, al leek het veel meer op een jojo. Aan de bevoorrading zeggen Els en Filip dat ze de 40km gaan doen, wij kiezen voor de 50km. Door de mindere bepijling, rij ik ook nog eens verkeerd. Stefan dacht er al aan om mij als vermist op te geven als hij mij toch ziet opduiken. Het weer wordt almaar beter en Jo is niet te houden, hij wil er mij compleet afrijden. Toch bedankt mannen om af en toe eens te wachten op mij! In een bekende streek, we zijn al veel in het Waasland geweest dit jaar, toch veel nieuwe weggetjes gezien. Normaal een zandbak, nu veel modder, maar meestal toch wel goed berijdbaar. Hier en daar een beetje slipgevaar kon je doen belanden in een vijver, maar daar had Filip geen last van. Els vermoedde dat hij met tracktorbanden oplag. Leuke voormiddag gehad, vuil maar voldaan.

Aangekomen in de Beize zien we Annemie, Carlo, Linda, Ronny en Nancy. Carla, Machteld, Luc K zijn er blijkbaar al weg. Zij reden een knooppunten route, normaal Modderfokker onwaardig, maar naar omstandigheden beter gefietst dan niet gefietst. Tot de volgende. Axel Troch.

 

Zondag 7 augustus 2011. Smetlede – Impe – Erondegem – Oordegem. Een gedeelte van de vergrijsde bevolking verzamelt om 8 u 30 aan de kerk. Wie zijn die grijze mannen?: Yvan R, Mario V en ikzelf. Brakel of Bornem leek ons te ver of te vroeg. Mario stelt voor zijn GPS nog eens te volgen, richting Oordegem. In het begin kan ik de nieuwe wegels nog een tijdje herkennen, aangezien Mario en ik deze rit enkele weken geleden ook al eens hadden geprobeerd. Maar het geheugen van mijn GPS is eerder beperkt t.o.v. dat baksken van Mario. ‘k Kon vroeger pertank goe leren, maar kostend niet onthouden. Met als gevolg dat Mario steeds van voor moet rijden (mee of tegenwind). Maar hij doet dat voortreffelijk.

We passeren tal van wegels die weinig of niet gebruikt worden, eventueel inspiratie voor de rit van de modderfokkers. We gaan tot Erondegem als verste punt. De rit verloopt rustig op B’s tempo, zonder veel verkeerd te rijden en zonder valpartijen, wel ambetant voor een verslagsken te maken. En Yvan steekt ook niets abnormaals uit. Het laatste stukje (van Wettershoeksken tot de Beize) neem ik mijn twee gezellen op sleeptouw, om het stof wat uit de carburateurs te blazen. Zo komen de drie Olympia fietsen toch met wat swoeng Kalken binnen. Kwestie van de eer van de A’s niet te beschamen. In de Beize blijven we geruime tijd met ons drieën zitten, enkel Nadine en dochter Sandy komen de modderfokkers versterken. Van de verre reizigers is bij etenstijd nog niemand te zien. Rudy DC.

PS. Vanaf Wetterhoeksken tot de Beize rijdt Rudy (let wel: Rudy DC, niet Rudy R of Rudy V, hé!) 40 per uur, met pieken tot 44, en niet echt wind in’t gat. Van stof uit carburateurs blazen geklapt. Help, wanneer nog eens een normale modderfokker? Mario

 

Maandag 15 augustus 2011. Maria Hemelvaart. Poperinge. Om 8u00 pik ik Steven en Davy op, en tuffen we samen naar Poperinge. Om 9u15 treffen we ginder 2 “locals”, namelijk de gebroeders Mario en Karel, die al sedert zaterdag ter plaatse zijn. Precies wat minder volk dan de voorgaande jaren, dus waren we redelijk rap ingeschreven en konden we vlot vertrekken voor de 85 km die er eigenlijk 89 waren zoals ze aan de start al duidelijk maakten.

We troffen verrassend genoeg een droog parcour aan, sompig maar geen water noch modder.

Na een 15-tal km hielden de gebroeders het voor bekeken en lieten ons drieën goe doorterten.

Op weg naar de 1° bevoorrading, kregen we enkele hellingen op de Boeschepeberg en de Catsberg onder de wielen. Dat was er direct goe op, stijl bergop, stenen zoveel ge maar wilt, dus technisch maar leuk. Ook hadden we op de Catsberg de keuze tussen “Easy” rechtdoor of “Techical” rechtsaf. Technical gekozen natuurlijk, en onderweg 6 keren op mijnen asem getorten.

Na 23 km hadden we de eerste, van alles voorziene bevoorrading, en hadden dan al 360 hoogtemeters verwerkt. Mario en Karel arriveerden ook een tijdje later, en kozen daar voor de 65 km, dus die hebben we niet meer weer gezien. Mario zag het al positief en zei dat hij vanaf nu al 20 km voorsprong had op ons drieën. Tot ieders verbazing waren we nog altijd droog en proper. Behalve Steven zijnen helm maar dat was nog Achouffe-more van de dag er voor.

Te vroeg geroepen natuurlijk, want direct na de splitsing van de 65-85 kregen we een strook aangelegde bultjes voorgeschoteld die vol water stonden. De properteit op onze persoon was er daar redelijk rap af. Met dank aan die bulten weet ik weer dat er nen punt aan een fietszadel staat en dat ik een rechter-teelbal heb. Het één en het ander werd naar boven gekatapulteerd, wat me verplichtte het komende uur enkele keren goed te slikken zodat alles weer op zijn daarvoor voorziene plaats zakte. Tot aan de tweede bevoorrading was het vrij plat en weinig aantrekkelijk, vergeleken met het eerste deel van de rit.

Na de tweede bevoorrading kregen we een tweede maal de Catsberg, de Zwarteberg en de Baneberg er als cadeau bovenop. Ergens tussen die bergen kregen we een prachtige en technische singletrack in het Bois de la Garonne. Niet extreem steil maar wel vrij lang.

Meteen hadden we in totaal 960 hoogtemeters op ons schermken staan. De fut was er dus voor een héél groot stuk uit.

Tijdens een snelle afdaling op weg naar de derde bevoorrading kon Steven het niet laten een wesp voorbij te steken, en die kon het op haar beurt niet laten om hem te steken, zuust onder zijn oog. Amai den dienen heeft afgezien, en het heeft een tijdje geduurd eer we weer konden verder rijden.

Onderweg naar de derde bevoorrading hadden we nog eens de keuze tussen “easy” en “technical”. Steven koos voor “easy” omwille van zijn dik wezen, ik omwille van mijn dikke benen en omwille van Davy zijnen dikke nek koos hij toch nog voor “technical”.

Hij bleef verdacht lang weg wat ons al iets deed vermoeden: op zijnen bek natuurlijk. Dat was nog de grootste teleurstelling van de dag, we hadden zijn tuimeling niet gezien.

We waren dan redelijk rap aan de laatste bevoorrading, waar ze Steven echter niet konden verzorgen. Van daar was het nog 11 km naar de meet, wat wij hebben afgesneden tot 7 km om zo rap mogelijk bij het Rode Kruis te geraken. Daar hebben ze Steven zijn wezen verzorgd en naar het schijnt is nu al alles weer OK.

Al bij al ne zeer mooie, maar ook zeer zware rit, 85 km, 960 hoogtemeters: we hebben nog ne keer kunnen mountainbiken ipv in het veld crossen. Geert Schepens.

 

Vlnr: Mario, Karel, Davy, Steven, Geert 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: 2011-08-15

 

Zondag 4 september 2011. Scheve Villa, Berlare. Nu iedereen zich geroepen voelt om verslag te geven, wat we alleen maar kunnen toejuichen, wordt het tijd dat de ouwe verslaggever eens een verslag terug geeft, euh, terug verslag geeft, zeker nu er zich tijdens de rit van de Scheve Villa een historische gebeurtenis heeft voorgedaan.

De hele nacht weeral gegoten, dus dat belooft, maar Modderfokkers laten dat niet aan hun hartje komen, want Ivan R. telt 29 man en vrouw aan de Scheve Villa, startplaats voor de rit van de Chiro van Berlare. Voor ik het weet, ben ik mee met de aakes en moet na een km of 8 de rol lossen. Even later krijg ik zelfs een klop van de hamer en moet ik stoppen om iets te eten en het is maar dankzij een banaan van Karel dat ik me kan redden. We kunnen nog net aanpikken als even later de beekes passeren. Gelukkig. Anders zie ik ze al denken: pfoeh, dat rijdt nog eens mee en dat denkt al meteen dat hij met de aakes meekan en kijk zie, al subiet een klop van de hamer. Die Mario kan zichzelf nogal eens overschatten, de blaas. Ja, de mensen kunnen wreed zijn. Maar allez, ze denken dat toch niet te lang omdat Karel en ik even later ons op kop zetten om onze maten uit de wind te zetten. De eerste helft van de rit kan als volgt beschreven worden: hoe rijg ik zoveel mogelijk wegeltjes op een zakdoek grootte aan mekaar zonder dat ze mekaar kruisen. Ik denk dat we een keer of 4, om de 10 minuten, door Uitbergen passeren. En plassen, plassen, plassen. (Ik bedoel het zelfstandig naamwoord, niet het werkwoord!). Even later rijden we de aakes in verspreide slagorde voorbij. Eer de eerste aakes gesnapt hadden dat de laatste een platte band had, waren ze al een paar km verder. Zo rijden de beekes voorop. Het staat trouwens voorspeld in de Bijbel: ‘De beekes zullen de aakes zijn.’*

Van regen blijven we grotendeels gespaard, maar de kasseien van de Koningsstraat tussen Overmere en Uitbergen liggen er natuurlijk gevaarlijk glad bij. Ik heb van Rudy R. geleerd dat ge daar zo rap mogelijk moet overrijden. Drie voordelen: ge foelt ze minder, ge valt minder rap, en vooral: ze zijn rapst achter de rug. Groot nadeel: als ge dan toch wel valt, dan doet het meer zeer, want zo een kassei, dat geeft nu eens geen beetje mee, hé. Net als ik, op kop, de registers heeltegans wil opentrekken voor de laatste honderd meters kassei (volgens welingelichte bronnen reden we toen 37), geroep en getier. Een valpartij. Dirk H. is onderuit gegaan, en Rudy DC moet daardoor in de remmen, maar valt dan natuurlijk ook. Dirk mag direct naar huis: velo en vent met serieus blessures. Gelukkig is het niet ver. Rudy DC, zelf toch ook een blok beton, denkt nog te kunnen rijden, maar even verder wordt het duidelijk dat de ribben niet meer meewillen.

Ondertussen zijn door ons oponthoud de aakes weer komen aansluiten, maar even verder zitten Karel en ik met een paar straffe mannen voorop in de meersen: Bart Van Hecke en Geoffrey Maes. Ter info: Bart zijn mama en papa reden ook mee – maar dan wat meer naar achteren. Vraag me niet hoe wij daar zo plots voorop zaten. Waren de anderen blijven hangen bij Rudy DC, in een plotse opwelling van solidaritititeit? Als we, uit de meersen komende, rechts afslaan naar achter de zoutfabriek, is de rest nog steeds niet te zien. Als we in de Uitbergse straat komen, zien we echter de hele bende modderfokkers (a’s en b’s samen) voor ons uitrijden, richting Kalken. Zij hebben dat onnozel omwegje achter de zoutfabriek niet gedaan. Groot gelijk eigenlijk, want dat spel is veel te smal en met mijn beperkte rijkunsten ben ik dan ook efkes in de haag blijven hangen.

Zo rijdt de hele bende weer samen tot aan de 2° bevoorrading. Het laatste stuk voor de bevoorrading is via de blauwe steen naar de scheldedijk aan de Aard. Door de voorbije regen en door de werken aldaar, ligt het behoorlijk smerig. Als we smerigheid graderen op een schaal van 0 (heel proper) tot 5 (super-smerig), dan gaat een score van 7 en een half er niet ver naast zijn. En daar gebeurt het dan, aan de bevoorrading: het historische feit waarvan hierboven sprake, nog nooit gebeurd in de 12-jarige carrière van de modderfokkers. Het begint bij Jan W die Dirk DB opstookt om aan Rudy V voor te stellen dat we ermee ophouden. Rudy V valt eerst uit de lucht, maar dan, ja, dan zegt hij: ‘Eigenlijk zijn we onze boel aan het kapot rijden.’ En dan zegt ook Rudy R, yes himself, dat hij het ook zowat gehad heeft. En dan gebeurt het. Ge gelooft het niet. Wat ga ik nog allemaal in mijn jonge leven moeten meemaken!? Collectieve opgave van de Modderfokkers. Reden: te veel modder!

Karel en ik zien dat anders, voor die ene keer dat we dan meerijden zeg, voor die ene keer dat ik uit mijn bed geraakt ben, en er staat nog maar 42 km op de teller, en het is nog niet eens 11 uren, en vuiler kunnen we toch al niet meer worden, en de beentjes zijn goed – wonder boven wonder na de vroege appelflauwte. We besluiten nog tenminste een half uurtje verder te rijden, maar rijden uiteindelijk toch de rit helemaal uit. Slechts nog efkes wat modder en dan komen de schoonste stukjes nog, over het gras van de Paardenweiden, op en af de dijken aldaar, over een houten spel, door de Zandbergen, op en af het privé-stukje dat elk jaar alleen voor deze rit open gaat en waar ik voor de eerste keer in mijn carrière bovenraak. Alles nog wat technischer door de glattigheid.

Na 1 Duvel aan de Scheve Villa – het achtste wereldwonder, ge moet daar echt eens binnen gaan - komen daar ook nog Pascal L en Axel T aan. Die waren wat achtergebleven om Rudy DC te ondersteunen en hadden zo de zeer ernstige feiten die zich een uur eerder op de dag hadden voorgedaan, gemist. Ook zij geloven hun oren niet. Mario

(ja, ondertussen toch al een beetje bekomen van de shock, het lukt wel, weest maar niet ongerust over mij).

* De laatsten zullen de eersten zijn.

 

Zondag 11 september 2011. Grembergen. Ja, het is gelukt. Uit mijn bed raken om 7 uur op zondagmorgen. Als ik mijn tubeless, die al een paar weken lost, bijpomp, begint die plots helemaal te lossen. Ai, ai. Ik ga met mijn ouwe velo moeten rijden. Als ik op de kasseikes van de Steenbeekstraat controleer of mijn drinkbus goed vast zit, zie ik geen drinkbus. Ze zit nog in mijn nieuwe velo. Terug naar af. Wat gaat dat hier worden vandaag? Aan de kerk zijn we slechts met 8 man. Vier rijden naar St. Martens Bodegem met de auto: Geert Schepens, Thomas Bisschop, Roste Senna en één van de Poolman Brothers, maar niemand weet ooit of het Davy of Danny is. De andere 4 zijn Ivan Rogiers, Patrick Roels, Frank Van De Steen en den dezen. E o ja, Rudy Rogiers komt ook nog. Als ge maar lang genoeg wacht. In Overmere pikken we Pascal Lippens op, zodat we met zijn zessen de 16 km of 18 km (naargelang de bron) naar Grembergen afwerken. Zonder veel problemen, een goeie opwarmer.

De toer zelf. Ze kennen bij de inschrijving Rudy nog, van ietske dat hij is tegengekomen aldaar, 2 jaar geleden. Eerst nog veel asfalt, maar in de wegels gaat het meteen vooruit. Door de snelheid en het drummen word ik gedwongen door een plas te vlammen, waarop Frank roept: ‘Zeg, vetzakske, het is niet omdat gij met een oud krot rijdt dat ge mijn duur machien ook moet vuil maken hé.’ Er ontspant zich een hoogstaande conversatie, en door het geroep om boven het lawaai van wind en fietsen uit te komen, en doordat ik achter me kijk om mijn hooggeachte collega Van der Steen van wederwoord te dienen, zie en hoor ik niet dat het plots naar links is. Vlam, tegen Ivan R. zijn achterwiel en daar schuif ik enkele meters door modder en steentjes. De Olympia blijft recht, de Giacomelli ligt tegen de vlakte. Gelukkig van mijn helm. Knie en elleboog vol bloed, en pieken dat dat doet. Ik had het van in het begin kunnen peinzen dat het mijn dagje niet ging worden! We besluiten bij meerderheid van stemmen dat ik toch maar verder moet rijden. Eigenlijk zit er nog veel origineels in het parkoers dat gebaseerd is op de MTB routes van Waasmunster en Hamme.

Op een bepaald ogenblik zie ik een eind voor mij er eentje omverklikken, in een groooote plas. Het is een modderfokker potverdorie, en ja het is Ivan, die aan het zwemmen is. Een nieuwe discipline? Nee, hij probeert gewoon de rand van de plas te bereiken om weer bij zijn velo te geraken. Aan de bevoorrading, vertrek ik rap rap, want als ge zo stil staat, voelt ge goed dat ge gevallen zijt en beginnen knie en elleboog te verstijven. Als de andere 5 me na 5 minuten weer te stekken hebben, is het net een technisch stukje. Bij mij gaat dat dan als volgt: ‘Oeioei, hoe ga ik hier rechtblijven? Amai, die eerste meters ben ik al rechtgebleven. Ja, ik ben nog altijd recht. Joepie! Helemaal rechtgebleven.’ Maar achter mij hoor ik een Husseveldse vloek en een duidelijke Rogiers-stem? Rudy? Daar hoop je toch altijd op als je verslag schrijft. Nee, het is Ivan maar. Maar allez, twee valpartijen van Ivan in één verslag, daar kikvorst een mens toch ook van op.

Dan is het ver gedaan met de leute. Ik raak wat achter, en op een bepaald moment is het parkoers slecht aangeduid en ben ik het kwijt. Ik rij dan maar alleen terug, van tegen Moerzeke: 25 km windop. Lang geleden dat ik er zo zwaar door heb gezeten. Wat is mountainbike toch een toffe zondagmorgensport, geknipt voor 50-plussers.

Ivan is blij om achteraf nog een belangrijk nieuwsfeit te melden. Ik heb het dan wel gemist, maar het is dan toch gebeurd en het zal in het verslag staan! Want zelfs Rudy deed nog een knieval. Toen hij te voet naar beneden stapte op een pallet die over een gracht lag, gleed hij uit en lag bijna op zijn gat.

Mario, met assistentie van Ivan voor het belangrijkste feit van de dag.

 

Zondag 18 september 2011. Kermisritje. Bij aankomst voor de jaarlijkse afspraak aan de autoscooters waan ik mij een beetje Rrrrohny King, je weet wel, een van de vele typetjes van Chris Van Den Durpel, want, ALLEEEEEEN, IK STOND DAAR ZO ALLEEN. Gelukkig krijg ik even later het gezelschap van Frank Van de Steen en Dirk Hanselaer. Het is ondertussen zo’n 5 na 9, en ik zeg dat we niet te veel volk meer hoeven te verwachten, misschien enkel nog Rudy Rogiers, want het is nu zo ongeveer zijn uur. Mijn woorden zijn nog niet koud als hij het kerkplein oprijdt. Slechts met z’n vieren voor een traditioneel kermisritje, al zijn er wel nog een paar afvalligen op verplaatsing. En dan zegt Dirk nog dat hij het niet ziet zitten om met de zware mannen mee te rijden (tiens, hoor ik daar ook al bij ?). Rudy wil graag eens gaan kijken hoe de werken voor het plaatsen van de windmolens vorderen, en stelt voor om ons beginritje richting Heiende, Lokeren, Heikant, Berlare, Uitbergen en Schellebelle, kortom DEN OERTOER nog eens te rijden. Tradities zijn er tenslotte om in ere te houden. Als we aan de funderingswerken passeren, besluiten we een nader kijkje te nemen, en rijden we tot aan de voeten van de molens. Een serieuze massa beton moet er voor zorgen dat alles rechtop blijft staan, mijne wijnkelder is er maar klein bier bij.

De gratiebossen liggen er al bij al nog vrij goed bij, en door het feit dat Rudy en Frank een rustig ritje in gedachten hebben, lukt het bij mij ook vrij goed. Wanneer we het veld uitkomen en de weg opdraaien richting Schellebelle-Aard, merkt Rudy op, dat er in het begin van onze MTB-toerkes, er hier al een paar stikkapot zaten, ook al lag het gemiddelde dan op zo’n 18 per uur. We ronden ons ritje af, en genieten van een kermis-aperitiefke in De Beize. Even later krijgen we nog het gezelschap van Eddy Troch, die op zijn eentje ging toeren, nog wat later gevolgd door Danny Fack die ook ging rijden met al zijn vrienden!!!!!. Ivan.

 

Zondag 25 september 2011. Wieze

wieze wieze wies bom bom

 

Met een hele bende mannen & vrouwen naar ginder. Ik weet niet wie allemaal maar dat zal je in Yvans verslag wel lezen veronderstel ik. De ritbeschrijving beloofde ons 900 hm op de 65 km.
Na de splitsing 50-65 schoten we nog met zeven 65 km-rijders over. Jan, Frank VDS, Rudy, Dany F, Davy, Rony en ik.
Het was ne schonen lastige rit maar ik ga mij hier speciaal richten aan Dany Fack.
Besten Dany,
Als ge ne keer op den achterkant van uw koerstruitjes kijkt, dan staat er daar op : mountainbikeclub. (maantenbaikklup)
Wat zegt het woordenboek daar over;
Mountain (telbaar zelfstandig naamwoord) berg /heuvel /hoop

bike [baik] (telbaar zelfstandig naamwoord) (informeel) Fiets / club (verzamelnaam) sociëteit, vereniging
Dus samengevat ben je lid EN bestuurslid van een vereniging die met de fiets in de bergen en heuvels rijdt.
Concreet wil dit zeggen dat ge bij nen steilen bergop niet uwen eersten boven rijdt, dan onderweg stopt, Davy doet afstappen en mij laat vallen zodat niemand meer boven geraakt.
Ge zegt zeker niet dat het te voet rapper gaan dan mee den vélo, dat is ons bedoeling niet Dany, wij rijden liever dan te wandelen.
Nog wat verklarende taal;
Bocht : de bocht, de bochten
buiging in een verkeersader, buis e.d. Als je dus een buiging in een verkeersader tegen komt Dany, dan neem je die buiging van buiten naar binnen gelijk iedereen het zou doen. Niet van buiten naar buiten zoals gij het doet, grote mensen zoals Rudy en liefhebbers van de sport zoals ik, hinderen zodat die ook moeten afstappen.
Nog een laatste stukje verklarende taal.
Gracht : Bij nader inzien onnodig te verklaren want dat heb je onder de baan zelf leren kennen dank zij een verzamelde toepassing van al uw MTB-vaardigheden, zie foto
s hier onder.
Geert Schepens

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/1364586-48cf8ed75613a538b983997b85ec75cd.jpg

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/1364586-5187f9e44e42fb1522c73f0ea1a54836.jpg

 

Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: Description: http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/1364586-afa740156ba845d5ae9ef378360d9b83.jpg

 

Veel hoef ik aan het verslag van Geert niet toe te voegen wegens het feit dat ik aan de bevoorrading kies voor de 50 i.p.v. de 65 km, en dat ik kort na de splitsing een pijltje niet gezien heb en hoe hard Mario, Karel en Jurgen ook zaten te roepen, ik gewoon rechtdoor reed. Maar het kan nog straffer! Na de rit krijgen we de gelegenheid een tijdritje van zon anderhalve Km te rijden. Voor de 1e en 2e plaats is er een reiskoffer te winnen. Ondanks de aanmoedigingen van onze dames, zijn er geen Modderfokkers die zich geroepen voelen. Ik besluit dan zelf maar het goede voorbeeld te geven, en zet tot mijn eigen verbazing, een volgens de inrichters knappe 5e tijd neer. Als ik al in de buurt van de toptijden kom, moet het voor de straffe mannen klein bier zijn om het podium volledig in te palmen. Davy is de volgende die het probeert, met een 3e tijd als resultaat, net buiten de prijzen. Vervolgens is het de beurt aan Geert. Hij neemt een blits-start, maar aan het keerpunt rijdt hij gewoon rechtdoor i.p.v. terug te keren voor een bijna zekere eerste plaats. Verkeerd rijden op een single-track van 1.5Km, dat is nog wat anders dan mijn vergissing. De inrichters zijn zo danig onder de indruk van zoveel domheid, dat ze Geert nog een tweede kans geven, maar die kans draait Geert vakkundig de nek om door in de laatste bocht te vallen. Hoe hard we ook aandringen, de rest houdt het voor bekeken, dus gaan de koffers niet mee richting Kalken. Toch een beetje schrik om af te gaan???????? Ivan Rogiers

 

Nawoord Mario. Beste Geert: Keerpunt: punt om om te keren!

 

 

Zondag 23 oktober 2011. Plaatselijk revalidatietoerken. Hoog tijd da’k nog ne keer een verslagske schrijf, want diene blog van De Modderfokkers begint zo stillekesaan op De Grote Frank Vandesteene-show te lijken. Pas op, geene slechte gast op zijn eigen hé, maar een beetje afwisseling kan toch geen kwaad. Rudy nodigt uit voor een ritje in Beveren, vertrek met de wagen om 8 uur. Den andere Rudy wil na zijne duik tijdens de rit van De Scheve Villa in Berlare de ribben eens testen met een eerste off-road ritje, en stelt voor ne keer te gaan kijken of hij zijnen bos aan de Sidmar nog kan vinden, vertrek om 8u30. Een half uurke langer langer slapen, dus mijn keuze is snel gemaakt. Terwijl ik mij op mijn gemakske sta klaar te maken, zie ik Rudy DC al passeren. Hij heeft er duidelijk zin in, en wil zoals gewoonlijk als eerste aan de kerk arriveren. Als eerste aankomen hoeft niet echt voor mij, maar de rest laten wachten doe ik ook niet graag, dus schakel ik toch maar een versnellingske hoger en vertrek een tiental minuutjes later. Halfweg de Schriekstraat zie ik Rudy al terug huiswaarts rijden. Als ik hem vraag waar de rest is, zegt hij dat hij nog rap nen nieuwe band gaat steken, want dat hij aan’t plat vallen is, en dat Jo R nog op ’t kerkplein staat. Als ik, 3 minuutjes na half negen aankom, zijn ook Jan W en Dirk H al aanwezig. Even later komt ook Luc K nog aangereden. Volgens hem net op tijd, zij het dan wel op Kalkens uur. Zoals zo vaak zijn het diegene die van dichtst komen, die langst op zich laten wachten. We vertrekken richting Hussevelde om onze pechvogel van de dag te gaan oppikken, en als we aankomen aan huize De Clercq, is Rudy nog altijd druk bezig met de herstelling van zijn band. Hij had ondertussen ook nog het gezelschap gekregen van buur en naamgenoot Eddy DC, en was bij het verlaten van zijn erf een tweede keer lek gereden. Na het herstellen van zijn 2e lekke band kunnen we eindelijk vertrekken. We vertrekken dus richting Wachtebeke, maar zijn nog maar ter hoogte van Zaffelare, als Rudy er in slaagt een 3e keer plat te rijden. Al zijn reservebanden zijn opgebruikt, maar ik kan hem nog depanneren met een zelfklevend rustieneken, zo eentje dat zonder sallusse ook op den band kleeft. Zelfs in het banden stoppen staat de vooruitgang niet stil. Ondanks alle pech, raken we toch nog in den bos, en gelukkig er ook weer uit. Halfweg de Bontickstraat is het Jan W die op een leeglopende achterband zit. Een beetje lucht bijsteken is voldoende om het tot aan De Beize uit te houden, waardoor we het totaal op 3 en een halve platte band kunnen houden (De platte benen van Dirk niet meegeteld). Ivan Rogiers.

Beste Ivan, mag ik er u op wijzen dat ge op 3 zinnen van het einde van uw verslag nog altijd niet vertrokken waart. Misschien in het vervolg proberen uw verslag wat evenwichtiger in te delen? Bijvoorbeeld, meer bos en minder platte banden. Mario

Zondag 13 november 2011. Sombeke. Vorige vrijdag waren we nog met meer dan 30 voor het 11 november-ritje van het ‘Tonneke in Wetteren. Vandaag ‘slechts’ 11 liefhebbers voor een ritje met den velo naar Sombeke. Rudy R, Rudy V, Frank Vds, Luk K, Stefaan I, Geert S, Jan W, Cedric L, Bart VH, Dirk DB en ikzelf. De heenreis van toch zo’n 20 km verloopt vrij rustig waardoor we onbezweet ter bestemming aankomen, al kan de kille ochtendnevel hier ook voor iets tussenzitten. Als iedereen ingeschreven is kunnen we aan onze tocht van 48 km beginnen, zij het nu aan een iets intensiever tempo. Na een 10-tal minuutjes rijden, krijgen we de keuze: Moeilijk-gevaarlijk stuk of makkelijk, je mag 3 keer raden. Een smal wegeltje met links piekdraad, en rechts een smal beekje van zo’n halve meter breed, maar wel zéker 2 meter diep. Wie daar insukkelt, heeft best een ladderke bij. Spijtig (gelukkig) worden we opgehouden door een voorligger die de passage wél moeilijk vind, en komen we heelhuids terug de weg op. Het zou nochtans nen schone foto geweest zijn als Danny erbij was geweest. We blijven zo lang mogelijk samen, maar na een tijdje begint de bende toch te verbrokkelen. Een groepje voor, een ander groepje achter, en een paar enkelingen er tussenin. Even later, Luk heeft er ondertussen al een duikske opzitten, troepen we weer samen door een lekke band van Stefaan. Volgens mij, het beste wat ons op dit moment kon overkomen. Rudy V heeft echter last van pijnlijke knieën, en zegt dat hij al verder rijdt, kwestie van in beweging te blijven. Altijd al geweten dat je iemand in nood niet alleen mag laten, dus offeren Geert en ik ons op om hem bij te staan. De laatste 15 km van de rit, de rappe mannen zijn ons ondertussen al opnieuw voorbijgevlogen, en Rudy is wegens aanhoudende pijn op terugweg naar huis, is bij mij het vat ook serieus af. Ik denk eraan om via Hamme, de kortste weg naar huis te nemen, maar Geert, den loebas, overhaalt mij om toch door te zetten, het is tenslotte niet zover meer. Maar als ge kapot zit, is nie ver toch nog veel te ver, en ik zit dan ook ferm op mijn tandvlees als we de aankomst bereiken. Na een vijftal minuutjes op adem komen, zeg ik aan de anderen dat ze mij nu op ’t gemakske naar huis mogen duwen. Gelukkig vind ik mijnen derden asem, en bol ik vrij vlot mee met de bende, ook al zakt de snelheid niet onder de 35 km/u. Zo ongeveer halfweg, ter hoogte van Zele kan ik ondertussen al weer een beetje praten, en vraag ik aan Bart en Frank die op kop rijden, of ik ne keer nie moe overpakken? En lap, in één keer, 3-4 km/u erbij. Ik moet toch ne keer beginnen nadenken als ik iets zeg. Ik blijf mij echter vastbijten in het wiel voor mij, en haal moe maar voldaan??? de aankomst. Ik bedank iedereen die mij een duwtje in de rug gaf om zover te raken, waarop Frank zegt, er heeft u toch niemand geduwd? (Zouden ze nu de hint begrepen hebben?). In De Beize worden we opgewacht door Dirk H, Pascal L, en Guy R, die een plaatselijk toerke reden, en even later vergezeld door Annemie, Nadine, Ann, Tom en Ronny die met de wagen naar Sombeke gereden waren. Ivan Rogiers.

Zondag 25 december 2011. Plaatselijk Kerstritje.

Wie denkt dat er nu werkelijk niemand op het appél was voor het Kerstritje, zat er toch een beetje naast. Akkoord, de echte Modderfokkers zoals ons Frankske waren er niet bij, er was nochtans moore genoeg, maar toch 4 kandidaten: Axel T, Mario VE, Rudy R, en ikke. Zoals je ziet, een echt Olympia-ritje. Ondanks de vele regen van de afgelopen dagen kiezen we toch voor een ritje richting Serskamp, Papegem en dergelijke. Rudy wil de nieuwe wegeltjes van Mario ook wel eens gaan verkennen. We vertrekken richting Boombos, en aan het gewezen zoutfabriek probeer ik nog rechtdoor richting landbouwsas te gaan, maar word algauw teruggefloten om toch rechtsaf de Kalkense Meersen in te rijden. Tot groot jolijt van allen, kunnen we al meteen beginnen ploeteren, al valt het al bij al nog redelijk mee. Slechts één plasje, al was het er wel eentje van een paar honderd meter lang. Tot in Schellebelle rijden we nog over bekende wegen, maar daarna zitten er toch enkele wegeltjes bij die we nog nooit gezien hebben. Als is wegeltjes een groot woord, want als hier ooit een vélo gepasseerd is, zal het er wel een geweest zijn met houten zanten. Het ligt er hoe dan ook behoorlijk zwaar bij, en telkens als ik naar Axel kijk moet ik aan K-3 denken, want hij ziet echt alle kleuren van de regenboog . Maar Axel is een bijterke en blijft dus moedig aanklampen. Ergens halfweg de rit, beginnen we aan een zware modderstrook, en na een tijdje zegt Mario dat we hem straks wel zullen verwensen, want het slechtste stuk moet nog komen. En inderdaad, even verder kunnen we kiezen tussen modder tot aan de enkels en plassen tot net onder de knieën. Vraag me niet hoe het komt, maar op een of andere manier kan ik toch het spoor van Rudy volgen en al ploeterend op de fiets blijven tot het ergste gepasseerd is. Als we terug samen komen en vertrekken voor het laatste stukske miserie, steek ik mijn pompke ondersteboven in mijn mond, en zeg dat we van hieraf verder snorkelen. Als we uiteindelijk weer vaste grond onder de voeten krijgen, stelt Rudy voor om stillekesaan af te ronden, omdat hij tijdig terug thuis moet zijn wegens een Kerstetentje met de familie. Omdat ik zelf ook nog achter het fornuis mag, heb ik geen problemen met Rudys beslissing. Axel moet niet meer koken want is nu al zochte, en Mario moet maar zien dat hij mee wil. Wegens het iets latere vertrekuur, het zware parcours, en andere verplichtingen, zat een aperitiefke in De Beize er niet meer in, maar het was ons ten slotte toch om het fietstochtje te doen. Aan alle Modderfokkers die er niet bijwaren, een Zaaaaalig Kerstfeest. En aan u ook hé Frankske.

Ivan Rogiers.

 

Zondag 7 januari 2012. Plaatselijke rit, ook wegens onze jaarlijkse receptie achteraf.

We verzamelen met 10 aan de kerk. Jan W, Geert S, Stefaan I, Luc K, Kenneth die ook nog 3 nieuwe gezichten, voor mij althans, heeft meegebracht, o.a ene Timmy.

Eén van de weinige keren dat Rudy R forfait geeft, en ik mag kiezen waar naartoe te rijden. Als ik mag kiezen en met al de modder die er nu te vinden is, ja je raadt het al, den bos aan Sidmar.

Bij de start proberen we toch het Drapstraatje, niet zo evident met de werkzaamheden van de nieuwe industrie of KMO zone. Om terug op het vertrouwde wegeltje te komen moeten we over een diepe zeppe. Ik probeer voorzichtig met mijn voorwiel, maar dat zakt er direct voor den helft in, ook mijn linker voet raakt vast in het drijfzand. En tan, ge kunt ne meer veur of achteruit. Met wat hulp van de anderen kom ik er toch terug uit. Nog een geluk of kstonne doir nog. En dan langs de vertrouwde wegels en slagen naar Wachtebeke, het domein is afgesloten, misschien wel best want het zou daar niet zo goed geweest zijn. Tes precies of we zijme schou van de more. We proberen de ganse groep wat vertier op maat te geven, maar voor de twee nieuwe waarvan ik zelfs de naam niet ken, gaat het allemaal wat te rap en zij haken af. Sorry mannen, maar met een beetje oefenen komt het wel goed.

Als het tegenwind is (bijna de ganse heenrit) hoor ik eigenlijk geen protest dak voorop rij.

Op het stuk voor de Moervaart rijdt Dirk naast mij, dan gaat het altijd wat rapper en het wordt heel stil in het busje. Dirk zijn hartslagmeter geeft dan ook 176 aan. Net over de oude treinroute houden we even halt om de regenvestjes uit te doen, of peisde dant niet geregend hé?

In de beruchte bos valt het goed mee wat de modder betreft. Juist enkele omgewaaide bomen. Toch laten we een stukje dat nogal vlug onder water staat opzij liggen.

Kort na den bos passeren we een tent waar een buurtreceptie plaats vindt. Het is Geert die reageert op de uitnodiging van de plaatselijke vedetten om enen te drinken. We nuttigen er twee jeneverkens aan democratische prijzen. Toch wil ik de sponsors Geert en Jan bedanken, die de braspartij betaalden.

De jenever werkt en Jan, Dirk, Stefaan en Geert gaan wild te keer in het kleine bosje. De druppels werken ook op het geheugen: waar we misschien al 10 keer rechts afsloegen, gaat Geert links (het kan ook een manier zijn om van de kop af te komen).

Naar de zwemkom toe rijden Dirk en Jan op kop. Aja, ‘t is meewind, zegt Dirk. Na enkele km (doortrekken) zijn de druppels dan toch uitgewerkt, en laten ze zich zakken. Wat dacht ge: tegenwind, en wie komt er op kop….het duurt niet lang of we kunnen ook profiteren van de wind in de rug. Vergezeld door Luc rijden we nen goeie tert aan. Na enige tijd moeten we de cruisecontrole wat lager instellen want onze twee baanspecialisten Kenneth en Timmy hebben te veel kracht verspeeld in het bos.

Aan de brug aan de autostrade valt de meute uit elkaar. Dirk en Geert gaan richting Brugstraat, ik ben thuis en Kennth en Timmy blijven achter. Kenneth bezorgt zijn vriend nog de laatste sacramenten, want bij Timmy is het bobijntje volledig op en de rit is afgelopen.

Vlug een douchken en de nieuwjaarsreceptie bij Axel kan beginnen. Er is geen gebrek aan volk, hapjes en drank zelfs nen serieuzen speech van de voorzitter.

Het nieuwe fietsjaar kan beginnen. Rudy Declerck.

 

Zondag 5 februari 2012. Plaatselijk.

Eindelijk nog eens een echt winterritje, al valt de temperatuur nog redelijk mee. Slechts -6.5 °C, toch zon kleine 10 graden warmer (minder koud) dan gisteren, want dan klokte mijn thermometerke af op 15.7 °C. Het laagje sneeuw van vrijdagavond is dan ook nog niet verdwenen, dus kunnen we op slipstage. Ik sta net klaar om te vertrekken naar het kerkplein als ik een SMS-ken krijg van grote broer dat wegens weersomstandigheden, de geplande rit naar Hamme Zochte, vervangen wordt door een plaatselijk ritje, vertrek om 9 u. Een half uur te vroeg klaar dus. Ik besluit toch maar ineens te vertrekken, misschien zijn er nog een paar die het berichtje aan beetje laat ontvangen hebben, en het duurt toch een klein half uurke om alles terug uit, en dan opnieuw aan te spelen. Blijkbaar was de rest wel goed geïnformeerd, want er staat nog niemand te wachten in de maagdelijke sneeuw. Dan maar terug naar huis om toch maar mijn spatbordje te monteren, en weer naar Kalkendorp. Nu wel in gezelschap van Steven DM, Jan W en Tom VDB. Even later komen Frank VDS, Dirk H, Rudy V, Cedric L en Rudy R aangegleden, en kunnen we met zn negenen van start. We rijden een licht aangepaste versie van onze rit Heiende-Gratiebossen. Rudy heeft blijkbaar een soort van sneeuw-detector, want daar waar het kan, loodst hij ons langs niet-bestrooide wegen, kwestie van zijn spijkerbanden eens goed te kunnen testen. Den andere Rudy heeft er ook zo een paar (boys and their toys), en wij, sukkelaars, moeten het met gewone bandekes stellen, zelfs geen sneeuwkettingen. Toch houden wij ons goed rechtop, zelfs wanneer we ergens in de Gratiebossen in Berlare er een alternatief stukske bijnemen over een dichtgevroren vijver. Net als we beginnen geloven dat ondanks de gladde wegen niemand zal vallen, valt JanW plat. Eens de band hersteld, rijden we verder via de Scheve Villa richting Overmere-donk. Er zijn blijkbaar nog mannen met plannen. Na een volgend oponthoud door een lekke band van Steven, rijden we over het brugje richting Eendenkooi. Na een licht aarzeling gaan we toch een voor een het ijs op, de een al wat geruster dan de andere. Ergens halfweg onze ijsrit komen we Luk K tegen. Weliswaar zonder velo, maar met een paar schaatsen onder de voeten. Ook een manier om niet plat te vallen. Bij het verlaten van het ijs ter hoogte van de festivalhall, botsen we toevallig op een druppelkot waar we getrakteerd worden op een aperitiefke. We verzamelen nog even op den Donk voor de verplichtte groepsfoto, waar Jan erin slaagt alsnog te vallen (niet plat deze keer, maar op zijn ). Mocht het zijn dat Rudy V en Tom VDB niet op de foto staan, komt dit doordat ze na een licht krakje van het ijs al richting oever gespurt waren. Ivan Rogiers

 

Zondag 12 februari 2012. Plaatselijk Donkritje.

Na het eerste winterritje van vorige week, krijgen degene die er niet bijwaren een tweede kans. De thermometer is de ganse week niet boven het vriespunt gekomen, en blijft als ik opsta steken op 12 graden onder nul. Berekoud dus, maar voor wie bang is van een beetje kou is er een goed trucje. Zet de aflezing op Fahrenheit i.p.v. Celcius, en je komt op een goeie 10° boven nul. Veel beter. Zonder povers komen toch 14 deelnemers opdagen voor een plaatselijk ijsritje: Rudy R, Rudy V, Dirk DB, Frank VDS, Jo R, Thomas B, Davy P, Geert S, Cedric L, Steven DM, zelfs Luc K heeft de schaatsen ingeruild voor de fiets, en Hans S is er na lange tijd ook nog eens bij. Ikzelf sluit het rijtje Modderfokkers af, en er is ook nog een gastrijder, Filip. Rudy is al een paar keer gaan verkennen, dus we mogen ons aan t een en t ander verwachten. Richting Drabstraatje worden we gewaarschuwd voor een rotsachtig parcours op de hardgevroren modder. Om de grootste bonken te ontwijken, rijdt Rudy plots gewoon de beek op. Even schrikken, maar het bolt precies stukken beter, dus volgt iedereen zijn voorbeeld, de een al wat geruster dan de ander. We rijden-glijden verder via de Zauwwegel richting Bontinckstraat, waar we slalommen tussen de windmolens richting industriepark in Lokeren. Daar ligt nog ergens een grote plas die pas dichtgevroren is na de sneeuwval, en die er dus als een spiegel bijligt. Daar aangekomen rijden de 2 mannen met de spijkerbanden vlotjes het ijs op. Frank doet het iets behoedzamer, en ik volg voorzichtig in zijn spoor, gevolgd door Geert en Cedric. Rudy is ondertussen al eens omgekeerd om de rest aan te moedigen het ijs te betreden, maar zonder resultaat. Wanneer hij ons opnieuw voorbijspurt, zegt hij ons dat we naar links moeten. Een minimaal draaitje aan het stuur is echter al teveel, en ik voel mijn wielen onder mij uitglijden. Frank begint een fractie later te slippen, maar doordat ik van een beetje hoger val, komen we simultaan neer. Met alle moeite van de wereld krabbel ik terug overeind, maar op de fiets raken lukt mij niet meer, dus schuifel ik behoedzaam naar de oever, waar de rest mij staat op te wachten. Cedric is blijkbaar ook onderuit gegaan, en Geert is zonder vallen terug aan wal geraakt. Frank sukkelt wel nog op de fiets, en is de enige met normale banden die de overkant haalt, al gaat hij wel nog een tweede keer onderuit. We vervolgen richting Gratiebossen, en nemen hier en daar nog een paar vijverkes mee. Voor de finale gaan we naar Overmere-Donk, waar we ons hartje eens kunnen ophalen voor een ritje van enkele kilometers op het ijs. Onze aanwezigheid gaat niet onopgemerkt voorbij, want links en rechts horen we mensen zeggen Kijk hier, de Modderfokkers. En het is nu niet dat wij ijdel zijn, maar het doet toch iets als je een kleine jongen aan zijn papa hoort vragen, Als ik groot ben, mag ik dan ook Modderfokker worden? Waarschijnlijk had da gastje dan Dirk nog niet zien passeren, want die zat met een ferm ei op. Volgens Geert was zijn zadel zelfs een paar centimeter versmald van zodanig met zijn billen te nijpen. En als het dan een beetje glad was, waggelde hij als een pinguïn over het ijs. Toch is het Frank die nog een derde keer onderuit gaat. Den laatsten duik voor den dag is er eentje van Rudy V die met zijn spijkerbanden in een diepe zeppe sukkelt en onderuit gaat. Cedric kan hem niet meer ontwijken, en Geert gaat er bovenop. We komen aan in De Beize met zon 45 km op de teller na wat voor mij een van de mooiste, en zeker een van de leutigste ritjes van van de voorbije jaren was. Ivan Rogiers

 

Zondag 4 maart 2012. Waasmunster of Oosterzele. 9 uur aan de kerk. Rudy V, Axel T, Tom N, Guy R, Ronny VH, Jo R en Francois DeLaPierre, ook gekend als Frank Vansteen rijden met de vrouwen – een deel zelfs met hun eigen vrouw (en als ge nu peinst dat ik die ook nog eens allemaal ga opnoemen, dan zijt ge goed mis) - naar Oosterzele. De 85 km die ze gaan doen, brengt ze terug in de Beize, om 20 na 12! Ja, moeder.

Rudy R rijdt in de Westvlaanders rond met een buske vol VIPs (Very Impotent People). Elk zijn goesting, zeg ik maar.

Twee jonge snaken, Cedric Laureyns en Davy Poelman, rijden mee met twee iets rijpere mannen, Dirk De Boever en Stefaan Imschoot, die zelf meerijden met een nest oudgedienden, Ivan Rogiers, Luc Krick, Dirk Hanselaer en Rudy De Clerck, en met een heel heel oude gediende, ondergetekende, richting Waasmunster.

Luc en Rudy DC doen de hele tijd kop. Historisch, want dat zijn we van Luc echt niet gewend. Rudy V had er moeten bij zijn om het te filmen, tiens.

Nog maar in het Hussevelde staat daar een proper, pront wijveke te wuiven uit haar vensterke, op zondagmorgen naar mij. Zo zouden alle zondagmorgenden mogen zijn. Alhoewel, het is ook misschien wel omdat Ivan zijn drinkbus vergeten was en Christine ze hem door de voorvenster aanreikte, ik wil er van af zijn.

De eerste 15 km zijn op de weg aan een gezapige 28 per uur. Dan de zandbak binnen en een lastig vals plat. Bovengekomen weet Stefan te melden dat het wat mistig is in zijn hoofd. Bedoelt hij nu dat zijn bril is aangeslagen of dat hij een beetje suf is van de inspanning? Even verder wordt het al gauw duidelijk, als we de dichtste brug over de E17 nemen. Suffe Stefaan probeert als enige op het voetpad naast de reling te jumpen. Een straf geval van zelfoverschatting, want zijn achterwiel knalt op de borduur en een snakebite is het gevolg. Blijkt zijn reserveband dan ook nog lek te zijn. Stefan dacht dat we na de brug rechtsaf gingen afslaan langs de E17 en wou al een hoek afsteken. Als we hem vertellen dat het gewoon rechtdoor is, roept hij luid: ‘Maar waarom doe ik dat dan?’ Ja, Stefan, dat vroegen wij ons al de hele tijd af waarom gij dat doet, en had ge daar nu zelf efkes vroeger op gepeinsd, dan stonden we hier geen 20 minuten tijd te verliezen. En nog maar 500 meter off road gereden ook, en het is al bijna 10 uur.

Nog een vals plat, aan het oud vliegveld in Waasmunster, bij die grote doening van De Clerck (neenee, niet die van Rudy. Een groote doening, zeg ik juist). Ik ben gelijk goe bezig en ik weet dat het een lastig stuk is. Deze keer zet ik me op kop en begin te terten gelijk zot. Dat ze me er deze keer niet gaan afrijden. Als ik 100 meter verder op de rug kijk van 3 man, die steeds kleiner worden, natuurlijk Dirk DB en Cedric erbij, is dat een serieuze knak in mijn ego.

Cedric is nogal een peet van een vent, en er zit serieus kaliber op ook, want als hij vol windop de kop pakt, is het gas geven om in zijn wiel te blijven, al zit ge goed uit de wind en al houdt hij zich dan nog in. Ik kan mis zijn, maar ik had het gevoel of Rudy R de kop pakte.

Bijna op terugweg naar huis, krakt Dirk H zijn garde bou af. Hij steekt die dan boven op zijn rug onder zijn truike, zodat die links 30 cm op zij van zijn kop uitsteekt. Geen zicht.

Even verder, het mag gezegd, ik reed op kop, ook al vanwege de perikelen met Dirk zijn garde bou, KRAK. In 1 keer mijn zadel af. Ivan heeft dat, in de tijd toen hij nog meer dan 100 kg woog, 3 keer voorgehad. Waarna hij eindelijk gemotiveerd was om te diëten. Nu moet ge soms kijken om het verschil te zien met Dirk DB. Ook hoog tijd voor mij dus om te beginnen diëten. Vanaf nu, nooit meer meer dan 3 Orvals na de rit, dat is beloofd!

Dat van dat zadel lijkt misschien leutig, maar met nog 18 km voor de boeg, zie ik zo al elk deel van die afstand in elk detail voor me. Zonder te kunnen zitten! Gelukkig kan ik af en toe mijn los zadel onder mijn gat schuiven en toch nog iets zitten. Dankzij hier en daar wat duwwerk – merci mannen, gaan we toch niet onder de 25 en halen we soms meer dan 30. Natuurlijk dat een uitsteeksel in de nabijheid van een achterwerk aanleiding heeft tot moppen van mijn homofobe modderfokkervriendjes, moppen die niet voor publicatie geschikt zijn. Doen ze u dan nog de hele tijd lachen, gelijk alsof het zo al niet lastig genoeg is zonder zadel. Ha, Mario, daar zit uw ego. Zo laag gezakt, man. Stefan stemt wel toe om straks mijn zadel rap op te vangen, als ik me rechtzet voor de sprint.

In Zele staan we voor de gesloten overweg. Als de trein passeert, haal ik mijn zadel van tussen mijn billen om eens mee te zwaaien en de machinist toetert gezellig terug. Misschien was het Eddy Troch wel, zonder enige twijfel de beste treinbestuurder van alle modderfokkers ooit. Met Dirk met zijn zijlings uitstekende garde bou erbij, staan we daar - nog meer dan anders – als een zootje ongeregeld. Om nog niet te spreken van de eenvoudige aanwezigheid van Ivan en Stefan.

In de Beize is het waarempel een warme hap, maar niemand kan thuisbrengen wat het is. Gevulde Veerle, denkt Stefaan. Neenee, gewoon gevuld kieken, zegt Ivan, met de nadruk op ‘gewoon’. Het blijkt gevuld speenvarken te zijn. Ha, maar dan is het gevulde Koen, weet Ivan. Goed gevuld, maar zadelloos, dan maar weer naar huis. ’t Heeft weer deugd gedaan, maar niet aan mijn achterwerk. Mario.

 

Zondag 11 maart 2012. Sint-Niklaas. We verzamelen om 8uur op het kerkplein voor de verplaatsing met de auto naar Sint-Niklaas. Goe weer, dus veel volk: De 3 Rudy’s, Jo R, Dirk DB, Guy R, Jan W, Danny F, Steven DM, Geert S, Frank VDS, Hans S en ikzelf. Gert V wil blijkbaar een beetje bijtrainen en is al om 7.30 u met de fiets vertrokken. De meiskes zijn met 3: Els, Annemie en Machteld. Nadat we ons hebben ingeschreven vertrekken de dames een beetje voor ons, terwijl wij nog even wachten op Gert, die ondertussen ook al ter plekke is. Kort na de start krijgen we al een eerste technisch stukje, waar we net op tijd onze voorliggers inhalen, om Annemie na nog geen kilometer, een sierlijke duik in een gracht te zijn maken. Al is duik een groot woord, “neervlijen” is hier beter op zijn plaats. Frank is blijkbaar toch een beetje aangedaan van zoveel gratie, want even verder hoor ik iemand roepen “ Frank down”, al zegt hij even later zelf dat het maar een voetje aan de grond was. Zoals gewoonlijk wordt er weer nen goeien tert doorgereden, en als het jonge en ietskes oudere geweld vooraan koersken gaan spelen, is het op de lastige stroken serieus afzien. Gelukkig ontfermen Danny en Frank zich over de minder fortuinlijke rijders, en brengen ons terug bij de groep. Een van die lastige stroken is een stuk hobbelige dijk van een 5-tal km, dat voor mij minstens 6 km te lang duurt. Gelukkig even later gevolgd door de bevoorrading, waar alles opnieuw samenloopt. Terwijl er wat word bijgebabbeld bij een hapje en een drankje is het opnieuw Frank die de aandacht naar zich toetrekt. Hij toont zijn kunstje, waarbij hij zonder aan de grond te komen, op en onder een zitbank klautert. We wisten al dat hij het postuur had van een slingeraap, maar nu blijkt hij ook over de lenigheid te beschikken. Voor het 2e deel van de rit gaat het gas helemaal open, en op een 10-tal km van het einde is het voor mij welletjes geweest, en ontsla ik mijn engelbewaarders van hun taak, zodat ze kunnen gaan meespelen met de rest van de rappe mannen. Even later zie ik in een stukje bos een paar van ons rappe gasten rijden, en kan door een lusje af te snijden middenin de groep aansluiten. Wanneer we even later nog een stukje afsteken, komen we zelf als eerste van de grote toer aan. Het duurt zelfs nog even vooraleer de rest aankomt. Frank op kop, zo wit als een fris gewassen onderlijveken, ondersteund door een paar man met de fiets aan de hand. In zijn zucht naar sensatie vond hij het nog nodig om op zo’n 50 m van de finish zwaar onderuit te gaan. Als na een tijdje het wit-zwart beeld terug een beetje kleur begint te krijgen, brengt Geert hem toch naar de spoedafdeling van St-Niklaas voor een kleine check-up. Balans: 1 gebroken sleutelbeen en 2 ribben kapot. Al kunnen die gebroken ribben volgens Jan ook het resultaat zijn van de reanimatiepoging van Dirk. Met het licht vermoeden dat Frank zijn kunstje van bankklauteren de eerste weken wel zal achterwege laten, wens ik hem een spoedig herstel. Ivan.

 

Pasen 8 april 2012. Paasrit naar Bruinbeke, Wanzele, Smetlede, Impe, Erondegem, Oordegem.

Het kerkplein stond vol, alé met auto’s voor de paasmesse.

Maar daartussen toch tefrente modderfokkers, die op deze kalekken morgen verkozen om te fietsen in plaats van paaseirs te rapen. Het zijn Carla en Machteld, Geert S, Thomas B, Cederic L, Pascal L, Stefaan I, Mario V, Yvan R, Danny F, Dirk DB en ikzelf.

We rijden de grote prijs Mario (ja, ten es genen kleinen). Just in de meers gaat er telefon, Rudy V belt dat hij en Nadine nog achter zijn. Nadine lag op Rudy zijn sleppe en daarmee woaren ze te late. De dames rijden een eigen tour.

Mario moet wel steeds op kop rijden, want hij is de enige die al die wegeltjes kent, het een met al wat meer putten dan ’t ander. Dirk en ikzelf blijven meestal vanachter rijden, dan kunnen we wat kaaten. Af en toe moeten we wel ons teens uitkuisen om terug aan te sluiten na teen of tander opstakel.

‘k zitte nog wat te stoefen op mijn nieve banden, als ik een beetje vudere plat valle. Kmoent al rap huren dak beter die witte banden ou laten zitten.

Moar ken benne nie alliene, want Danny en Rudy vallen doarachter uuk nog slap.

Stefaan verlaat de groep vroegtijdig, die moest wel paaseieren gaan rapen. Hij zegt er dan nog bij en ze gaan toch wat trager rijden. Maar daar heb ik niet veel van gemerkt in tegendeel.

Naar ‘teinde toe, als Mario al wat zochte es, komt ter ander geweld van veuren rijen. Maar Mario is nen taaien en vooral genen uil. Hij laat de koploper(s) soms rijden en roept dan “links of rechts af”, zo zijn de posities direct herschikt. Dat is natuurlijk het voordeel van toergids te zijn hé.

Op ‘t einde wordt er nog flink doorgefietst tot boven de 40 per uur, ze goan feitelijk allemaal geirne op café maar geven dat zo niet toe.

In de Beize worden we nog verwend met nen chocoladen paashaas.

Luc K en zijn Anneken komen ook nog binnen, die hebben ergens spek en eieren gebakken.

Nadat Mario is vertrokken zien we dat hij een wante hé vergeten, of dant van moeite of van de duvels was dat weet ‘k nie.

Yvan merkte op dat er eigenlijk maar weinig echte kalkenaren in het gezelschap zijn, daarom dak er wat kalkens heb bijgelapt. Vertalingen zijn te vinden op www.tzalnieveurnouzijn.be.

Groeten, Rudy De Clerck

 

Zondag 29 april 2012. Opwijk. De opkomst is maar magerkes. Komt dit door het vroege vertrekuur of zit de voorspelde regen er voor iets tussen. Slechts 9 kandidaten voor de verplaatsing met de wagen naar Opwijk: Rudy R, Thomas B, Stefan I, Jo en Els, Johan VH en Sabine, een vriendin van Johan, Carlo en ikzelf. Jan W, Patrick R en Frank VDS rijden ook, maar zij zijn al met de fiets vertrokken. Er waren er nog een paar die beloofd hadden te zullen rijden, maar hun uitstapje met Jo was hen blijkbaar was hen blijkbaar niet goed bevallen, waardoor het enkel Jo is die uitgaan kan combineren met fietsen. Aan de inschrijving is er ruime keuze uit verschillende afstanden, 15-25-35-45-60-80 of 100 km. Ik vrees al voor het ergste, maar Rudy besluit voor de 45 te kiezen. Een combinatie van een modderig parcours en golvend terrein plus het feit dat hij al 4 weken niet op de fiets zat brengen hem tot deze wijze beslissing. Met een dikke knipoog zeg ik dat hij niet bang hoeft te zijn, en dat ik hem indien nodig wel een beetje zal duwen. Al van bij het begin word onze stuurmanskunst serieus op de proef gesteld. De overvloedige regen van de voorbije dagen heeft de wegeltjes omgeschapen en een schaatspiste, en het is Jo die hier het meeste moeite mee heeft. Al kan het zijn dat zijn avondje uit van gisteren hem hier ook parten speelt. De vettige paadjes worden afgewisseld met soms stevige klimmetjes, en het is af en toe serieus op de tanden te bijten om het tempo van de rest te volgen, veel duwen zal ik dus niet moeten doen. Het materiaal wordt ook ferm op de proef gesteld, want de modder blijft met kilo’s aan de fiets plakken, en schakelen gaat soms moeilijk. Aan een van de splitsingen besluit Thomas toch voor de 60 km te kiezen, waardoor we nog met z’n vieren overblijven. Met 28 km op de teller komen we aan de bevoorrading en kunnen de reserves een beetje worden aangevuld. Ik merk ook dat de vooropgestelde 45 km er 48 geworden zijn, en krijg een eerste mentale tik. De klimmetjes lijken mij ook alsmaar zwaarder te worden, en met nog een goeie 10Km te gaan besluit ik om op eigen tempo alleen verder te gaan, en laat Rudy, Stefaan en Jo rijden. Tot overmaat van ramp krijg ik nu ook nog wind op kop, en denk bij momenten dat ik niet meer vooruit raak. Tweede mentale tik. Ik denk er zelfs aan om zodra ik een wegwijzer richting Opwijk zie, via de baan terug te rijden. Als ik merk dat ik ondanks mijn vermeend traag tempo, toch de ene na de andere rijder inhaal, krijg ik toch de nodige courage om mijn rit af te werken. We krijgen nog de keuze tussen “normaal” en “super technisch”, daarna tussen “modder” en “heel veel modder”, waar ik telkens mijn gezond verstand gebruik. Als ik aankom aan de wagens, zijn de fietsen net ingeladen. Die van mij zit er nog maar net bij, als Patrick, Jan en Frank ook aankomen. Zij waren later vertrokken en hadden mij net niet kunnen inhalen. We zijn net klaar om terug richting Kalken te vertrekken, als het begint te regenen. Gelukkig werden we hiervan tijdens de rit bespaard. In De Beize vinden we nog 3 plaatselijke rijders, Rudy DC, Danny F en Kenneth. Zij reden een toerken op de weg en zullen deze namiddag heel wat minder kuiswerk hebben, die baanjeanetten. Ivan Rogiers

 

Zondag 27 mei 2012. Zele. Ondanks het goede weer, toch maar een magere opkomst voor een ritje naar Zele. Of zou de uitstap naar de brouwerij Huyghe in Melle van gisteren er voor iets tussen gezeten hebben? Rudy V, Rudy DC, Luk K, Stefaan I, Pascal L en ikzelf zijn er wel. Carlo besluit de dames Carla, Annemie, Els, Christine en Christelle te volgen. Ook zij rijden met de fiets naar Zele, maar kiezen daar voor de rit van 35 km in plaats van de 55 die wij rijden. Dirk H was ook afgezakt naar ginder, maar was al vroeger vertrokken. Naar t schijnt snurkt zijn vrouwke nogal hard, waardoor Dirk altijd vroeg wakker is en rap kan vertrekken. Aangekomen aan de start besluit Christelle toch maar een ritje op de weg te maken omdat ze toch nog wa schrik heeft van haar rug met al die putten en stampen in het veld. We vertrekken voor wat, ik denk, een rustig ritje, maar ik moet algauw mijn mening herzien, want mijn gezellen hebben er blijkbaar zin in. Gelukkig is Pascal nog in volle opbouw na zijn maandenlange afwezigheid wegens rugproblemen, en kan ik af en toe eens vragen om het tempo wat te milderen voor Pascal. Veel haalt dat echter niet uit, want we worden een beetje in de weg gereden door een ander groepje. Op de kasseien van de Vogelzang in Lokeren wil Rudy V ne keer kijken hoe zwaar die mannen wegen: het tempo gaat richting 35 per uur, en hier en daar beginnen gaten te vallen. Probleem is dat er al zoveel gaten in de weg zitten, waardoor ik de Rudys, Stefaan en Luc ook moet laten gaan. Als extraatje na al dat gedokker, krijgen we ook nog de brug van de Bontinckstraat te verteren, maar als we beneden aan de brug richting windmolens indraaien, komen we terug samen. Het teken voor diene andere Rudy om er nog ne keer ne snok aan te geven, zodat we van al dat gefriemel vanaf zijn. We hebben die gasten niet meer gezien tot aan de bevoorrading, waarna ze blijkbaar toch geen goesting meer hadden om aan te pikken. We vervolgen richting Gratiebossen, en de pees wordt er weer serieus opgelegd. We maken een zijsprongske naar de Zandberg waar Stefaan zich even legt in het mulle zand. Normaal het vermelden niet waard, maar ik moet toch iets kunnen schrijven hé. Terug richting Zele weet Pascal te vertellen dat hij er begint door te komen. Ik daarentegen begin er een beetje door te zitten. Gelukkig last Stefaan een korte rustpauze in wegens een platte band. Net weer vertrokken, met nog een 5-tal km voor de boeg, krijg ik een SMS-ken van Els, die meldt dat de meiskes al terug vertrokken zijn naar De Beize. Voor ons het sein om ook richting Kalken te vertrekken. Op de terugweg gaat het gas helemaal open, en de snelheid zakt niet meer onder de 35 km/u. Bij het indraaien van de Gaverstraat wordt de landingsprocedure ingezet. Rudy DC schakelt een tandje hoger en gaat op t gemakske richting 45 per uur. Blijkbaar nog niet rap genoeg voor Rudy V, want die perst er in de Vromondstraat nog een spurtsen uit van dik boven de 50. In t zonneke op het terras mogen we er eentje drinken op Clerqske zijne verjaardag, terwijl hij net niet verdrinkt in zijne liter. Ivan Rogiers

 

Zondag 3 juni 2012 valt de rit letterlijk en figuurlijk in het water. Van horen zeggen was Jo de enige op het kerkplein, en besloot wijselijk toch ook maar huiswaarts te keren. Ivan Rogiers

           

Zondag 10 juni 2012. Modderfokker midsummerride voorsmaak.

Tes vouderdag

Het voorspelde slecht weer blijft uit. Gevolg: een redelijk aantal modderfokkers melden zich om 8u30 aan de kerk. De echte modderfokkers hebben gisteren de Regiotour gereden en de nog meer echte zijn er vandaag terug bij, zoals Steven DM en Rudy R.

Iedereen in zomeruitrusting, behalve Danny F die vreest dat de winter opnieuw gaat beginnen. Voor we vertrekken besluit hij dan toch om zijn lijveken nog uit te doen. We wachten tot 20 voor negen op onze voorzitter, maar die is nog niet te zien.

We vertrekken dan maar om onze midsummerride te verkennen. 22 juni komt er immers snel aan.

Zo vertrekken Luc K, Dirk H, Stefaan I, Ronny VH, Mario V, Steven DM, Danny F, Axel T, Patrick R, Yvan R En ikzelf, langs den Boombos. Op nen slag en nen keer is ook Rudy R in ons gezelschap. Vanwaar die gekomen is weet ik niet, want als laatste heb ik hem niet zien passeren.

Voor zoveel te regenen in de afgelopen week, valt de modder eigenlijk nog best mee. Axel T heeft precies een slibcursus gevolgd want enkele malen maakt hij oirdige maneuvers. Zijn veloken zet hem int zwisge, maar toch blijft hij rijden. Behalve die ene keer dat hij de modder van dichtbij gaat inspecteren. Moir keb bekan nie gelachen. Mario is nog altijd wat geblesseerd en zijn ene been hangt nog met wat plakkers aan elkaar, en hij kan dan ook niet voluit gaan.

Er zijn ook wat aanpassingen aan de tour in vergelijking met de vorige editie. Hier en daar is het wel eens zoeken. Soms ook eens terug keren, hoewel voor Danny moet het parcours daarvoor niet veranderen. Op een bepaalde plaats keren we terug in een slag waar we in theorie hadden moeten uitkomen. Danny, de enige met lange broek, moet op verkenning tussen struiken en bramen. Had het Dirk H geweest, we zagen hem niet meer. Danny kan het ook niet laten om met nen teengel (brandnetel) enkelen wat op te koteren om terug te vertrekken. Uiteindelijk zijn de touraanpassingen min of meer gekend. Alé, dat zien we wel als we moeten uitpijlen.

Af en toe moet Axel wat lossen, maar hij wou en zou zonder hulp (van een zagende collega) zijn rit afmaken. Dat is pas karakter hebben om uw grenzen te verleggen.

In Wetteren haakt Steven af, want de thuishaven is dichtbij.

In de Kalkense meersen kiest Mario voor de korste weg naar de Beize, Ronny vergezelt hem daarbij, en de rest gaat nog langs den blaun steen. Het anders al lastige stuk wordt nog wat moeilijker door het hoge gras, maar niemand sukkelt in de beek, ook Axel niet.

Eens we daar zeker van zijn, gaat het een versnelling hoger, we hebben onze stal geroken.

Op de Vaart raak ik even achterop door mij in te houden voor een geparkeerde auto.

Als ik terug aansluit, steek ik maar iedereen voorbij, freinblokskes zijn ook diere. Er wordt een treintje gevormd en ik trek de sprint aan voor Rudy R die nog gemakkelijk voorbij gaat.

We gaan ook ressekes over de maximum snelheid op de Vaart. Kunnen we eigenlijk geflitst worden met den velo, zonder plak en allemaal dezelfsten trui?

Aan de Beize kunnen we buiten zitten in t zonneken, wat toch het gevoel van zomer geeft.

Yvan laat nog de sporen van de teengels zien, dit is behoorlijk gezwollen.

Het was een ritje niet op het scherp van de snee, maar iedereen ziet er toch content uit.

Nog niets gelezen over de vrouwelijke modderfokkers, ja ja die hebben ook gereden maar tes vouderkensdag hé than meugen we toch ook ne kier in het middelpunt staan. Rudy DC

 

Zondag 8 juli. Landskouter. Enkele modderfokkers geven het beste van zichzelf in Houffalize. Rudy R zit in de ronde van Frankrijk.

En regenachtig weer geeft normaal weinig deelnemers. Het is nu niet anders, we zijn welgeteld met drie. Kenneth, Danny F en ikzelf.

Danny heeft nog getwijfeld of hij zou fietsen of zwemmen. Eigenlijk heeft hij het alle twee gehad.

We zijn met droog weer vertrokken en zonder regen gestopt, maar daar tussen hebben we zowat alle varianten van regen gehad.

Kenneth heeft een gloednieuwe fiets, een Giant met alles erop en eraan.

Als Danny dat ziet en hoort dat we een ritje op de weg gaan rijden, besluit hij om eerst zijnen anderen mtb te gaan halen. Ja, Danny heeft er van soorten:

Hij heeft er om te crossen,

Hij heeft er om op de weg te rijden,

Hij heeft er voor in de week te rijden,

Hij heeft er voor de zondag,

Hij heeft er die niet gekuist worden, enz.

We kiezen voor een bergrit, kwestie van in de ban van de ronde te blijven. Wel niet gemakkelijk om dat in Kalken en omstreken te realiseren. Maar ik ken toch een toertje met heel wat bruggen en gaande tot het heuvelende landschap in de omgeving van Landskouter. Zo moeten we toch een beetje bergop rijden (achteraf ook bergaf hé).

Het ligt ons eigenlijk alle drie wel.

Kenneth, onlangs nog op training in Oostenrijk of Zwitserland, brengt zijn 29er gemakkelijk naar boven.

Het vehikel bolt naar zijn zeggen uitstekend. Hij zit ook wat hoger waardoor hij wat kan neerkijken op zijn gezellen.

Maar die twee ouwe knarren laten zich niet doen, en ze laten zijn kilometrieksken af en toe eens met een 4 beginnen. Op het einde zelfs met een 6, maar dan is het wel het totaal aantal km van de rit wel te verstaan.

Nadat we van buiten goed nat waren, hebben we het lichamelijk evenwicht hersteld door het van binnen ook nat te maken.

In de Beize nog een vierde mtb’er bij, die heeft wel wat modder gezocht (toch niet te veel zulle). Als de anderen in het veld rijden, fietst hij op de weg. Maar nu het omgekeerde. Dat kunnen we alleen van Gunter B verwachten.

Luc K komt ook nog goede dag zeggen, maar die heeft (verstandelijk) zijn fiets thuis gelaten.

Nat maar voldaan keren de modderfokkers terug naar huis. Rudy DC

 

Zondag 15 juli 2012. Lede. Wekker gezet om 7u45. Eens uit bed gerold, passeert een hersenspinsel met daarin het beeld van een lekker zomers ritje met een lekker zonnetje, weinig modder en daarna een groepsmomentje op het zonovergoten terras van de Beize.

Als ik wat later het gordijn opendoe om naar de thermometer op de parking Van MAHE te kijken, blijkt dat hersenspinsel al voor een groot deel af te brokkelen.. 14 graden grijze lucht en een natte straat. Maar kom, niet getreurd, beneden staat immers een bijna volledig nieuw machine te wachten op een testrit want nieuwe wieltjes gekocht en een nieuwe kader gekregen (andere vertoonde scheurtjes en was nog in garantie).

Om half negen staan we zeven man sterk op het kerkplein. Rudy DC en Rudy V, Ivan R, Axel T, Dirk DB, Mario, en ikzelf. Heel even ontstaat er een klein discussiemomentje waarin een droog ritje langs de baan wordt afgewogen met de essentie van het modderfokkersschap, nl. veld en modder.

Het is uiteindelijk Mario die de knoop doorhakt en iedereen overtuigt door simpelweg te zeggen dat wie op de baan gaat rijden eigenlijk een moddermietje is. Het machogehalte van de meeste stijgt nogal redelijk snel en aldus is er na een eerste passage door de meersen, even opgeschrikt door een Els die het nodig vond een Halloweenochtendloopje te gaan doen, van de propere fietskes niets meer te bespeuren.

Vanaf dit moment zijn er 3 constantes in het verdere verloop van de rit.

 1) de modder

 2) de hartslag van Axel

 3) de wegelkes van Mario

Via Uitbergen en Wichelen gaat de rit over grote wegen rustig (voor de meeste toch, Axel: 170 bpm) verder tot Mario in Lede de troepen toespreekt en ons geruststelt: Mannekes, naar het eerste wegelken moet ik een beetje zoeken, maar daarna ken ik de weg perfect zelle. (Axel zakt tot 160 bpm) Als andere mensen s avonds de tv opzetten en naar Komen eten kijken, zoekt Mario volgens mij wegelkes in en rond Lede. Hij loodst ons, op een foutje of tien na, feilloos door Lede en omstreken. Iemand merkt op niet te weten dat er zoveel wijken zijn in Lede die dan ook nog eens door onbekende wegelkes aan elkaar te breien zijn. Van een moment waarop Axels hartslag het toelaat iets te zeggen, maakt hij gebruik en zegt: Dat valt nog goed mee van de modder hé maar op datzelfde moment in alweer een onbekend wegelken ligt plots een plas zo groot en breed dat we even twijfelden of we niet aan Overmere Donk waren uitgekomen. Axel zwijgt dan maar weer en jaagt zijn hartslag naar 190 bpm.

Via een klein stukje van de midsummerride gaat de tocht rustig (197 bpm) verder. Tot in Uitbergen Mario en Dirk het welletjes vinden en resoluut voor de kortste weg richting Kalken kiezen. Ze jagen het tempo de hoogte in waardoor een scheurtje in de groep ontstaat, even wordt er gewacht maar dan komt van in de ploegwagen het signaal om door te rijden. We kijken even of er geen nagels in den Boombos gestrooid zijn en besluiten dan maar door te vlammen tot de Schorpioen. Dirk, Mario en ikzelf jagen het tellerken op de laatste stroken nog eens boven de 40 om dan optimistisch plaats te nemen op het terras. We krijgen hier ook nog het kraaknette bezoek van Jojo en Els, Luc K, Annemie en Nadine maar dat zonovergoten en dergelijke meer is ver te zoeken en op het moment dat we besluiten toch maar naar binnen te gaan komen ook jarige Jurgen en Karin langs.

Axels hartslag zakt gestaag, de modderfokkers hebben modder achter de oren en de wegelkes zitten in onze GPS voor de toekomst, alleen dat hersenspinsel van een zonovergoten terras is ver te zoeken.

Stefan Imschoot

Postscriptum Mario. Er rijden 3 verslaggevers mee en dan is het nog een vierde die het verslag schrijft. Bedankt, Stefan, maar je tellen kan nog heel wat beter, want ik herinner me slechts in totaal 2 twijfelingen van mijnentwege wat de weg betreft.

 

Zondag 26 augustus 2012. Stekene-plaatselijk. De mannen van de lange adem, Jan W, Rudy V en Thomas B zijn al met de fiets vertrokken naar Stekene. Jo, Els en Nadine volgen hun voorbeeld, maar maken de verplaatsing met de wagen. 30 km heen, een ritje van zo’n 40 km en dan nog eens 30 terug, maakt het sommetje van 100 km. Mijn rekening was snel gemaakt, dus koos ik voor het plaatselijke ritje met vertrek om half negen. Ik sta net klaar om mijn tuig te bestijgen, als het serieus begint te gieten. Toch eerst een beetje schuilen tot de bui over is, en ondertussen Rudy DC eens even bellen of hij al onderweg is. Hij heeft zijn eerste natte kazakke al te pakken en staat al op het kerkplein. Als ik even later aan de kerk aankom, heeft hij het gezelschap gekregen van Dirk DB en Kenneth Vanderzypen. En ons Anneke Praet, die arme sloore, staat daar moederziel alleen, als enigst meiske. Ondertussen krijgen wij een tweede douche over onze kop, en proberen zo goed en zo kwaad als mogelijk te schuilen tegen de kerk. E.H. Francios stelt zelf voor om het voorportaal van de kerk los te maken zodat we daar kunnen schuilen, maar aangezien we toch al goe nat zijn, besluiten we dat beetje extra water toch maar te verbijten. Het is al bijna 10 voor 9 als de regen wat verzacht en we eindelijk kunnen vertrekken voor ons plaatselijk ritje richting Puyenbroek. Echt veel modder ligt er niet, maar sommige wegeltjes liggen er toch verraderlijk bij door de vele plassen en natte boomwortels, zeker als je nog met zomerbandekes rondfietst. Kenneth vraagt mij welk verschil het maakt, die zomerbanden. Een beetje rapper op de weg, en in de bochten een beetje rapper tegen de grond, zeg ik. Even later, richting Kruiskapel, voeg ik bijna de daad bij het woord. Ik ga iets te onstuimig door de bocht, en kan maar net overeind blijven. De rest van de rit hou ik mij wijselijk op mijn gemakske. Dat is echter buiten Rudy gerekend, want op de terugweg gaat de snelheid niet meer onder de 32 km/u. Je hebt natuurlijk altijd de mogelijkheid om een beetje in het wiel te kruipen, maar als op dat moment de hemelsluizen voor de zoveelste keer opengaan, kan je toch maar beter een beetje opzij gaan of een gewisse verdrinkingsdood behoort tot de mogelijkheden. Om de rit in schoonheid af te sluiten, krijgen we nog de brug van de Bontinckstraat voorgeschoteld. We beginnen aan een gezapige 33 per uur, maar tegen we boven zijn flirten we met de 40. Niet slecht voor een paar verzopen ratten. Bij aankomst in De Beize, staat Rudy V ons al fris gewassen en geschoren op te wachten. Na een lekke band, een ferme bui tijdens de reparatie en een defecte spooroverweg in den Oudenbos waardoor ze rechtsomkeer moesten maken, besloten ze de rit in Stekene te laten voor wat het was, en kozen ze ook voor een plaatselijk ritje. Hiervoor trommelden ze ook nog Rudy R op, die eigenlijk al zou vertrekken om 8.30 u, maar van de regenpauze gebruik maakte om rap nog even een wieleke te vlechten.

Den aperitief in De Beize is er vooral eentje van de goesting in plaats van den dorst. Het verschil met de bloedhete rit van vorige week is groot. Van 38° naar 18°, zo’n 20 graden kouder op een week tijd, al had 20 graden warmer ook nie zjust geweest. Ivan Rogiers

 

Zondag 23 augustus 2012. Herzele. Om 8 u wordt er verzameld op het kerkplein. Patrick R, Bart VH, Yvan R, Dirk DB Gert V, en de twee andere Rudy’s. Ronny VH was als eerste paraat maar hij gaat met de auto, ook Jo en Els en Carlo G. Jan W pikt in, in Wetteren.

In groep naar Herzele, op een klein akkefietje in de voetgangerstunnel onder de spoorweg na, verloopt alles rustig. Alhoewel rustig ook niet echt het juiste woord is. Rudy R en Gert nemen het meeste kopwerk voor hun rekening en op een drei koart van een ure zijme al gariveerd.

Er is keuze tussen 25-40-50 en 65 km.

Bij de start vertrekken we met drie, Jo, Yvan en ikzelf, een paar min voor de rest. Kwestie van uw meerderen te erkennen. We zijn van plan niet de langste afstand te kiezen en dan eventueel onderweg nog af te slaan naar huis (lees De Beize). De anderen beslissen om ook (maar) de 50 km te rijden.

Na enige tijd worden we ingehaald, en doen we toch een poging om mee te rijden.

Ook Ronny die als eerste was vertrokken wordt ingehaald. Kort na de hergroepering rij ik lek.

Ronny besluit om op eigen tempo verder te rijden en de rest wacht.

Na het herstellen van de bandbreuk, kunnen we maar moeilijk de betere laten rijden en apart onze rit verder zetten. Af en toe moeten we wat plooien, maar sportief wordt systematisch gewacht en zo blijven we samen. Het prachtige heuvelachtig parkoer (waar Yvan niet veel van gezien heeft) is toch een stuk lastiger dan het vlakke in Kalken. Jo moet daar bovenop nog vier zware kermisdagen verwerken.

Veel mogelijkheden om het parkoer vroeger te verlaten zijn er niet, we twijfelen nog ressekes bij een bord “Herzele 4 km”, maar tis Jo die zegt we zijmer bijkanst en we rijden verder.

Vanaf dan is er een lichte afscheiding en ook Ronny is uitgezakt tot bij ons.

Het is ook hij die een pijltje links af ziet en hem op een ortgat van een boerderij schiet, de rest volgt maar nie veur lange, het is eigenlijk niet naar de zin van den hond des huizes die zet zelfs zijn tanden in de schoen van Ronny. We hebben dan ook geen trekkers vandoen om het erf te verlaten. Aan den arrivé staat de rest ons op te wachten, alhoewel lang hoeven ze niet te wachten. Enkel Jo is nog wat verachterd, die é nog een pijlken geschapeerd maar dat is eigenlijk ook normaal.

Vanaf Herzele gaan we terug samen terug, ook Jo keert terug met de fiets.

Samen met Patrick rijd ik op kop, zolang het bergaf of vlak is geen probleem maar op de helling tussen Herzele en Houtem krijg ik last van nen hond en tis nie den dienen van de boerderij maar kramp in de benen.

Ben eigenlijk niet alleen, ook Dirk en Rudy V hebben er last van, waarschijnlijk nog anderen ook maar die kunnen dat beter wegsteken.

Maar het gaat dan ook behoorlijk rap met Patrick en Bart op kop. Enkele toeristen rijden mee, alé hangen er vanachter aan. Modderfokkers zoude voorbij steken en de kop pakken, maar voor mij ging het rap genoeg zulle.

Op het einde had ik zo’n 100 km van thuis, meer dan genoeg zou ik zeggen. Ook voor Jo en Yvan was dit meer dan genoeg, Jan kan dit bevestigen want hij heeft zijn “overschot” van krachten met hen gedeeld. Om 8 u vertrokken en om 12 u terug is nog nie zo slecht op een WK.

In de Beize veel volk waaronder ook nog verschillende modderfokkers die plaatselijk hebben gereden. (als ik niemand noem kan ik er ook geen vergeten).

De lege plaatsen aan het tafeltje van de kaarters lachen ons toe. Rudy De Clerck

 

Zondag 11 November 2012. Wetteren. Wapenstilstand. En het is eraan te zien ook. Slechts 5 (vijf) kandidaten voor een ritje naar Wetteren. Het is nochtans een klassieker, die rit van de mannen van het Tonneken. Axel staat mij al op te wachten, en Guy komt er een beetje later ook aan. Tom komt op zijn gemakske afgewandeld, en als we hem erop wijzen dat het de bedoeling is om met de fiets te rijden, zegt hij dat hij nog niet zeker is wie zijne velo hij gaat afpakken. Gelukkig komt even later Rudy R aangereden, en heeft hij ‘toevallig’ de fiets van Tom bij, die binnen gedaan was voor klein onderhoud. Slechts met z’n vijven dus, en bij gebrek aan liefhebbers ‘mag’ ik samen met Rudy de kop nemen. We zijn nog maar net vertrokken als Luk K ons tegemoet komt, even later gevolgd door Patje. Net voor den langen end komt Frank ook nog aansluiten en zijn we toch al met 8. Aan het einde van diezelfde langen end haakt Dirk DB zijn wagonnetje aan, en even verder krijgen we Jo en Els in ’t vizier. Terwijl we even moeten wachten voor een rood licht meldt ook Mario puffend present, en bij aankomst aan het Tonneken, heeft Rudy V net den hoop vervolledigd. Als we er dan ook nog Cedric, Pascal, Karine en Sabine, die rechtstreeks naar ginder gekomen waren, bijtellen, komen we alsnog op een totaal van 17 deelnemers. Een ferme bende, maar de raarste start die ik ooit meemaakte. Als we dan ook nog ingeschreven raken, kunnen we op ’t gemakske van start. Terwijl Rudy nog een beetje aan zijne velo sleutelt, vertrekken de B-kes alvast, om niet teveel in de weg van de rest te rijden. Toch kunnen een paar rappere mannen het niet nalaten om mee te glippen, en al ne keer te testen hoe goed de benen zijn. Wij laten ze dan ook maar rustig voorop rijden, maar anderen zien dit als een oorlogsverklaring en gaan het gevecht aan. Van Wapenstilstand is geen sprake meer als Rudy ons komt voorbij gestoven, met nog een paar modderduivels die er hangen aan te wapperen. Als het kanongebulder wegsterft en de rook begint weg te trekken, ligt de bende serieus uit elkaar geranseld. Ik bevind mij in het gezelschap van wapenbroeder Mario, en we besluiten ons eigen tempo aan te houden. Even later dreigt een hergroepering als door een lekke band van Jo een kort “staakt het vuren” wordt ingelast. In het besef dat straks het geweld weer in alle hevigheid zal losbarsten, besluiten wij, samen met Luc, het strijdtoneel voorop te blijven. Het parcours ligt er ferm vettig bij, maar zelfs het ploeterboske in Serskamp blijft nog net berijdbaar. Ik voel me bij momenten zelfs de betere schaatser van de drie. Zoveel hoogmoed kom vroeg of laat voor de val, en op een dalend stuk “bruine zeepe” ter hoogte van de E40 in Erpe-Mere is het van dadde. Mijn voorwiel schuift naar rechts, mijn achterwiel naar links, en ikzelf daar ergens tussen. Deze stijloefening resulteert in een stevige duik in de grascant, waar mijn val gelukkig gebroken wordt door enkele boompjes. Wanneer ik weer op de fiets krabbel, en mijn kompanen bijbeen, vragen ze me of het een beetje meevalt. Als ik antwoord dat ik morgen niet zal moeten gaan werken, verschieten ze toch een beetje. Zo neig zeer gedaan, vragen ze. Nee, antwoord ik, maar ik heb morgen mijnen inhaaldag van 11 november nog tegoed. Genoeg gezeverd, verder rijden.

Het duurt wel heel lang voor we terug bijgehaald worden door de rest van de groep. We staan zelfs al een tijdje aan de bevoorrading voordat Rudy, en daarna druppelsgewijs de rest van de bende aankomt. Rudy vraagt nog even droogjes wanneer we eindelijk die vettige stukken, waarvoor men ons bij de start gewaarschuwd had, gaan krijgen. Voordat iemand hierop kan antwoorden, zijn we alweer vertrokken voor de resterende 15 km van de rit. Het is de bedoeling om bij de rest van de bende te blijven, maar een tweede tuimelperte, dit keer in een gracht, beslist er anders over. Bij aankomst in het Tonneke zit daar ook nog ene Gunther B, die ons weet te vertellen dat Danny F, Filip B en Carlo ook nog ergens rondreden. Al bij al een bendeken van zo’n 21 Modderfokkers. Niet slecht voor een Wapenstilstand. Ivan.

 

Zondag 9 december 2012. Kalken - Calcine. Het is even voor half negen als ik als eerste het verlaten kerkplein oprij. Na een enkele minuutjes krijg ik het gezelschap van Jo Roels en Els Van de Putte, even later gevolgd door Axel Troch, Kenneth Vanderzypen en een van zijn kennissen. We wachten nog even tevergeefs op de rest van de bende, en besluiten dan maar naar “den Skala” te vertrekken. We zijn maar met z’n zessen, ook al is het een thuismatch. Waarschijnlijk zal de koude en de motregen er wel voor iets tussen zitten. Onderweg sluit Stefaan Imschoot ook nog aan, en aan de inschrijving staan Patje Roels en Frank Vandesteen ons op te wachten. In totaal met negen dus, en wie denkt dat Els op haar eentje moet gaan fietsen, heeft het mis. Els rijdt van tegenwoordig gewoon met de mannen mee. Straf bezig. Wie hoopte om op zo’n ingerichte tocht een paar nieuwe wegelkes te ontdekken, is eraan voor de moeite, want we krijgen krek hetzelfde parcours van de vorige editie’s voor de wielen. Toch slagen we erin om na enkele kilometers, ergens in de velden richting Wetteren, een verkeerde afslag te nemen. Het pijltje was dan ook heel dubbelzinnig geplaatst. Gelukkig zien we snel onze vergissing in en maken rechtsomkeer. Behalve Jo, die gaat vastberaden door waardoor we hem een tijdje kwijt zijn. Als we aankomen aan de Schelde, maken we de keuze om toch maar op, in plaats van naast de dijk te rijden, kwestie van het materiaal een beetje te sparen. Toch zien we enkele die-hards lustig door de modder ploeteren, goe zot, maar er moeten er van soorten zijn. Wanneer we even voorbij “Den Aard” in Schellebelle linksaf een veldwegel indraaien, is er geen ontkomen aan de modder. Patje plaatst een versnelling, en neemt enkele lengte’s. Niet voor lang, want even verder gaat hij volledig in de breedte, en sierlijk onderuit in het slijk. We vervolgen richting Berlare waar we een lusje maken tussen de zandbergen, waarna we via Zele, terug naar de Gratiebossen in Berlare rijden. Het materiaal krijgt het zwaar te verduren. Patje zit al een tijdje door zijn achterrem, en op een vettig stuk begint het bij mij ook serieus te kraken. Als ik afstap om te kijken wat het probleem is, begint een achterligger te foeteren dat ik in de weg sta. Ik roep hem na dat ik niet kan kiezen waar ik in panne val, en gooi er nog een paar lieve woordjes achteraan. Na een beetje trekken en duwen krijg ik toch weer wat beweging in het achterwiel en kan mijn weg vervolgen. De rest van de vogels zijn intussen gaan vliegen, maar niet voor lang. Even verder staat Jo aan de kant met een lekke band. Er wordt gekozen om een beetje bij te pompen, en te zien hoelang het houdt. Niet ver dus, want na een paar kilometer kunnen we opnieuw aan kant, dit keer om een nieuwe binnenband te steken. De rest van den toer werken we af zonder verdere problemen, en als we Kalendorp binnenrijden, besluiten we toch maar rechtstreeks naar De Beize te rijden. Voor we binnen gaan, schudden we de meeste modder een beetje van ons af, en Stefaan, den properen jongen, doet dit wel heel grondig. De modder vliegt tot bovenaan de venster, en wie De Beize kent, weet dat dit redelijk hoog is. Koen zal bijgevolg zijn ladder mogen bovenhalen om zijn vensters te kuisen (Waarvoor Stefaan oprecht en uitvoerig zijn excuses aanbiedt). Hopelijk kunnen we het vogende week ietske properder houden. Ivan.

 

Zondag 6 januari 2013. Plaatselijk. Als ik den hof afrijd, zie ik nog net in de verte 2 fietsers den hoek omdraaien. Mijn eerste achtervolging kan al beginnen. Even verder sluit ik puffend aan bij mijn buren Rudy en Eddy De Clerq, en tegen het einde van de Schriekstraat heeft Rudy Rogiers ons ook al te pakken en zijn we al met 4. T’Hussevelde is weer goed vertegenwoordigd vandaag. De rest van het gezelschap komt uit alle windstreken aangewaaid. Geert Schepens, Dirk De Boever, Luc Krick, Stefaan Imschoot, Mario Vaneechoutte, Thomas Bisschop, Frank Vandesteene, Jan Willems en zoals het op 3 koningen hoort, komen er ook een paar uit het Oosten. Al zijn ze maar met zijn tweeën, en zijn het volgens mij ook niet echt wijzen: Danny Fack en Axel Troch. Een behoorlijke opkomst van 14 deelnemers. De nieuwjaarsspeech van voorzitter Rudy heeft blijkbaar inspirerend gewerkt. Aangezien we deze middag onze nieuwjaar moeten gaan wensen in De Beize, kiezen we voor een rustig ritje op de weg. Hoewel rustig? We vertrekken langs de Kalkense Meersen richting Uitbergen en Schellebelle om zo richting Sint Lievens Houtem te rijden en daar in ’t ronde de nodige molshopen aan te doen. En telkens we zo een molshoop achter de rug hebben, moet ik tot mijn grote spijt vaststellen dat de conditie verre van schitterend is. Gelukkig is er nog iemand bij wiens forme nog verder te zoeken is dan die van mij, en krijg ik na ieder klimmetje net genoeg tijd om een beetje op asem te komen. Zodoende lukt het me om mij als een pitbull in het wiel van grote broer vast te bijten. Mijn tactiek blijft niet onopgemerkt, en ik krijg van Jan en Frank de opmerking dat er van een verslagske niet veel in huis zal komen, want dat ik niet veel meer dan het achterwiel van Rudy zal gezien hebben. Ik toon hen welgemeend mijn langste vinger, en merk op dat ik toch al evenveel kopwerk gedaan heb als hun: ook geen. Het verslag wordt toch nog een beetje gekleurd door Danny, die halfweg de rit voorstelt om misschien op te splitsen in 2 groepjes. Rudy begeleidt het eerste, en hij zal zich over de tweede groep ontfermen. Als iedereen afscheid genomen heeft van Danny, besluit hij dat alleen maar alleen is, en rijdt toch verder met ons mee. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om een testritje te maken met Luc zijnen nieuwen 29’er. Eens de heuvelzone achter de rug rijden we langs Melle, waar we van de zijkant van Mellebrug afrijden tot op de Scheldedijk. We vervolgen richting Wetteren, waar we net voorbij den Passarel nen pipo op nen koersvelo voorbij steken. Diene gast kon blijkbaar nie goed verdragen, dat hij op zijn koersmachien voorbijgestoken wordt, door een bende op dikke banden en begint te versnellen zodat hij ons weer voorbij steekt. Dat had hij dus niet moeten doen, hé. Rudy zet zich op kop, Axel voor zich uit duwen, en jaagt de snelheid tot over de 40 km per uur. Even verder neemt Stefaan knap over, en op geen tijd zijn we aan Kalkenvaart, waar we linksaf rijden. Ik hoop dat we nu rustig verder naar Kalkendorp kunnen rijden, maar de strijd is in alle hevigheid losgebarsten, en het valt helaas niet meer stil. Mijn beste pijlen zijn ondertussen al verschoten, en ik zie mij genoodzaakt mijn rookwaren aan Maarten te overhandigen, en de spurtende bende te laten rijden. Hierdoor mis ik wel de finale stoot van Danny, die bij het oprijden van het Vaartplein een hoekske wil afsnijden rechts van het schuilhok, en daar onderuit schuift op de bemoste ondergrond. Als hij even later alleen aankomt aan De Beize, zegt hij dat het niet erg is dat er niemand op hem gewacht heeft, en dat we toch nog allemaal zijn vrienden zijn. Toch ne toffe gast hé, onzen Danny. Ivan Rogiers.

 

Zondag 13 januari 2013. Destelbergen. Ons vorstenhuis krijgt het zwaar te verduren nu de miljoenenfraude van Fabiola aan het licht gekomen is, maar toch was de milde vorst van vorige nacht wel gekomen. Die zorgde er namelijk voor dat de ondergrond lichtjes opgesteven was, en we eindelijk nog eens in het veld konden rijden zonder tot aan ons knoesels in de modder te zakken. Net als vorige week 14 deelnemers op ’t appèl. Els, Rudy R, Rudy DC, Cedric, Thomas, Geert S, Boeverke, Bart, Mario, Patrick, Axel, Karel, ikzelf, en sinds lang geleden was er ook nog ne keer nen tweeden Troch bij. Neen, niet den Eddy maar zijne zoon Niels. Het voelt toch een beetje vreemd aan als de zonen van de vaders beginnen mee te rijden, en zo ga je toch eens nadenken over uw eigen houdbaarheidsdatum. Toch een beetje nieuwsgierig wat dat jong geweld zal geven. Hij heeft wel al wat kilometers in de benen van een paar toerkes met wat speelkameraden, maar nu den eerste keer met de Modderfokkers zal toch nog iets anders zijn. Na de inschrijving in de sporthal Kristalbad spreken de B-kes af om van bij ’t begin op te splitsen, en ons niet laten meelokken door de rappe mannen. Dat is echter buiten Rudy gerekend die tussen ons komt staan en zegt dat hij het vandaag ook op zijn gemakske gaat doen. Dus vertrekken we toch maar samen en zien wel waar het schip strandt. En het moet gezegd, de eerste 20 km blijft het vrij rustig en wordt er gewacht als iemand achterop raakt. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en beetje bij beetje gaat het tempo de hoogte in en is de tijd rijp om de splitsing door te voeren. Als we even later aan de bevoorrading aankomen zien we de A-kes nog net vertrekken. Wij laten ons niet meer verleiden om aan te pikken, en nemen op ’t gemakske een slok en een beet, waarna we onze rit vervolgen, en genieten van het al bij al goed berijdbaar parcours. Tot we even verder een stuk voor de wielen krijgen waar de plassen te breed en te diep waren om toe te vriezen, en we alsnog een ploeterstukske te verwerken krijgen. Thomas weet mij zelfs te zeggen dat ik in ’t verslag mag schrijven dat het op dat stuk ferm vettig lag. Ter hoogte van Laarne-Kasteel neemt Geert afscheid, want hij moet nog gaan nieuwjaren bij zijn meter, en dan kan je maar beter op tijd zijn. Als we een 8-tal km voor het einde het Malterpark gepasseerd zijn, vraagt Rudy DC wat we gaan doen, onze rit uitrijden, of van hieruit naar De Beize? Els, die niet echt in forme zit vandaag, is al vertrokken, en Niels, die zich tot nu kloek gehouden heeft, kiest ook voor deze optie. We kunnen deze jonge mensen toch niet moederziel alleen naar huis sturen, en Rudy, Cedric en ikzelf offeren ons op om hen te vergezellen, enkel Thomas vervolledigt zijn rit. Later in De Beize weet Els ons nog te vertellen dat zij nog wat last ondervond van een zware astma-aanval van vorige vrijdag. Ze zegt er nog bij dat ze al jaren longproblemen heeft, en dat ze eigenlijk maar over 70% van haar longcapaciteit beschikt. Wij kijken elkaar ne keer aan en vragen ons af wat dat zou zijn als ze over 100% beschikte, dan reed ze er ons allemaal af. Zo’n 10 minuutjes later komt Rudy R ook moederziel alleen aan. De rest is een voor een afgeslagen omdat ze vroeg thuis moesten zijn (of een beetje moe waren). De rest van het verslag heb ik niet uit eerste hand maar ik weet dat mijn bronnen betrouwbaar zijn. De A-groep krijgt gezelschap van een jonge gast die nog maar een paar maanden aan het fietsen is, maar van zichzelf vindt dat hij goed bezig is, en dat ze hem er niet zullen afrijden. Dat had hij dus niet moeten zeggen hé. Voor de rest denkt Mario dat hij met een platte band zit, maar volgens Rudy zijn het zijn benen, en wanneer hij even achterop raakt had hij een spatje modder in zijn oog. Dirk raakte ook eens achterop, maar enkel doordat zijn ketting niet op zijne grote plateau raakte. Rudy V zou zeker rijden, tenzij het -5° zou zijn, maar zag waarschijnlijk het komma’tje niet tussen de 0 en de 5, ofwel bewaarde hij zijn themometer in de diepvries . Ivan

Ja, toen ze het kaf van het koren scheidden, ter hoogte van de putten van Meganck Callewaarwaartegij, waren ze één kafje vergeten, den dezen. Maar dat ge dan zo moet lachen met een mens op leeftijd (de oudste modderfokker die meereed), die door levenslang paffen maar over 10% van zijn longcapaciteit meer beschikt, die eigenlijk zou moeten brillen omdat hij maar over 50% van zijn gezichtsvermogen meer beschikt, die van kleinsaf over 0% fietstechniek heeft beschikt en die over 0% verstandsvermogens beschikt om toch te proberen meerijden met de freaks en de getalenteerden en de getalenteerde freaks, dàt vind ik er een beetje zwaar over, Ivan. Pure nijd en jaloezie en afgunstigheid, zeg ik, en iets tegen westvlamingen hebben ook nog. En jaloezie ook. En pure nijd. Ik ga deze week niet tegen u klappen, voilà. Gelijk andere weken trouwens, want gelukkig zien we mekaar alleen maar de zondag. En dan nog maar tot halverwege de rit, want dan rijd ik nog efkes met de elite mee, haha. In alle geval, tegen dat het BK veldrijden 3 uur later begon, had ik toch al weer warm. En er won toch wel een westvlaming zeker. Mario

PS. Nog zeggen dat Gert Vergult aan de bevoorrading aansloot bij de elite, want hij was zich eerst misreden.

 

Zondag 20 januari 2013. Donk

Op een winterse zondag te Uitbergen, meer bepaald in de Strijpwegel, doet zich volgende conversatie voor: ‘Jo, zou het veel bijgesneeuwd hebben deze nacht?’. ‘Maar Els toch, hoe kan ik dat nu weten? Al die sneeuw heeft dezelfde kleur, zunne!’.

Op nog 8 andere plaatsen in Kalken en omgeving worden er mensen wakker met het vaste voornemen de koude wind, de striemende sneeuwvlagen, de vriestemperaturen, de gladdigheid, kortom het winterse gevaar en de winterse pijnen, te trotseren. De gebroeders Rogiers in het Hussevelde, de jongste van de Poelmans, den Danny, Axel Troch tussen de whiskyflessen, Geert Schepens in Laarne, Jan Willems in Schellebelle, Stefan Imschoot wie weet waar nu weer, en ondergesneeuwde, euh –getekende, in de Zomerstraat begot. Ik heb wel 20 minuten nodig voor het aankleden. Twee lagen truikes bovenop mijn onderlijveke met daartussen mijn overlevingsdoek (zilverpapier, zeg maar) en daarboven mijn regenvestje dan toch maar, mijn fietsonderbroek (want in het verleden zijn er al geweest wiens edele delen vastgevroren raakten aan hun zadel; ik zal geen namen noemen, maar sindsdien is Danny Fack toch nooit meer helemaal dezelfde geweest), mijn lange broek met daaronder mijn beenovertrekken, mijn winterkousen (dubbele met plastiek tussen), schoenen en schoenovertrekken, mijn mouwovertrekken, mijn nekverwarming die ik ook over mijn kop kan trekken en mijn hoofdband en helm. Banden goed zacht gezet en hupsakee. Ha ja, mijn dikke winterhandschoenen nog, natuurlijk. Eer ik aan de Woesten ben, is mijn gezicht al vervroren. Nochtans ingewreven met Nivea kinderpoepekescrème, wat volgens mij toch nog iets deftiger is dan uierzalf, zoals door Els gebruikt wordt. Ik peins bij mijzelf, wijl ik al aan het afzien ben van de kou op mijn bakkes: ik ga gewoon eens kijken wie daar aan de kerk staat. Dan heb ik al bewezen dat ik er was, en dan gaan we toch allemaal naar huis gaan, dat peins ik, want de weinige die er gaan zijn, die gaan ook wel zien dat het veel te koud is. En dan weer rap achter de stoof kruipen, dat hoop ik.

Maar ja, er staat aan de kerk 10 man, waarvan zelfs 1 vrouw, en van naar huis gaan is er geen sprake. Er zijn er de eerste kilometers die wat met kouw vingers rijden, en vooral Rudy R heeft er verder last van, omdat het tempo volgens hem te laag ligt, en de helft van de tijd zwaait hij met zijn armen gelijk molenwieken. Met zijn spijkerbanden rijdt hij alsof er nergens ijs ligt, de ene keer zonder handen, dan van achter naar voren tussen de dubbele rij en hard ‘Boe’ roepen om de mensen te doen verschieten in de hoop dat ze omvallen zodat er (uit)gelachen kan worden. Ah, ware het niet dat we goed overweg kunnen met kinderen, anders zouden we daar toch niet mee kunnen lachen, want het is zo al niet makkelijk om recht te blijven, en als er dan nog een zot op spijkerbanden voorbij schiet, is het nog extra moeilijk. Langs een kant een geluk van de poedersneeuw die bijna ononderbroken valt en alzo de ijspistes bedekt en berijdbaar maakt. Anderzijds moet ge met een bril rijden en die slaat soms aan of er komt ijs op en dus zien we maar de helft van de leute, ook al omdat het de hele tijd oppassen is.

Er zijn 8 valpartijen te melden, ons aangeboden door slechts 3 mensen. Ivan maakt de schoonste slipper. Ja, nee, ja, nee, en eindelijk dan toch joepie: JA! Spijtig dat mijn fietscameraatje net deze opname mist. Het is dan ook op een zeer verraderlijk stuk: het ziet er effen en besneeuwd uit, maar het is één ijspegel onder een dun laagje poeder. Els schiet met 4 grondbezoeken de hoofdvogel af. De eerste keer staat wel op film, de tweede is in een diepe put, waardoor haar naam vanaf nu niet meer Els Vandeputte, maar Els Indeputte is. Stefan is gelijk jaloers en probeert nog een gelijkspel met Els uit de brand te slepen, want naar het einde van de rit maakt hij nog 3 tuimelpertes, waarvan één in de pinnekensdraad aan de Valentinos.

De Konijnenberg in Berlare bezoeken we 2 keer want de eerste keer was zo plezant dat we hem nog eens doen. Het is veel leutiger nu het zand hardgevroren ligt. De klimmekes zijn beter te doen en de afdalingskes vereisen wat extra-glijwerk om recht te blijven. De tweede keer wordt er echter een alternatief parkoers gepakt en ik beland in een afdalingske in de decor. Els doet me na, maar eindigt wel op de grond. Tuimelperte 3 was dat, geloof ik.

Over het Donkmeer rijden zit er nog niet in, want het ijs ligt nog niet dik genoeg. In de Gratiebossen is er een pauze. Geert S moet even plassen, maar het lukt gelijk niet goed. Ja, wie al niet groot geschapen is, heeft het bij vriesweer nog moeilijker om hem te vinden. Els wil ook een foto nemen (euh, van de groep welteverstaan), maar ze weet nog niet goed waar haar inzoom-knopje staat, zegt ze. Dus wat doet ze? Ze zet een paar stappen achteruit! Kijk, ik probeer het al 40 jaar, en ik zal blijven proberen hoor, maar vrouwelijke logica begrijpen, nee, het zal er in dit leven toch niet meer inzitten, vrees ik. Geert heeft ondertussen zijn plasser toch gevonden en ook een klisplant (maar niet op dezelfde plaats van zijn plasser, voor de mensen die al ongerust begonnen te worden), zo een met van die kleverige bollen (de klisplant dus). Rudy R is slachtoffer en plakt weldra vol klisbollen. Dom van Geert, want dan weet ge zo dat Rudy tien keer meer wraak gaat nemen (Kinderen, hé). In plaats van ook een paar klisbollekens af te trekken, trekt Rudy meteen de hele plant uit. Geert en ik beginnen al rap weg te fietsen, maar ja, in de sneeuw lukt dat niet meteen, en wie moeten ze weer eerst hebben? De enige Westvlaming in het gezelschap natuurlijk. Maar Geert krijgt er van een lopende Rudy met klisplant ook serieus van.

Dees pakken ze ons toch weeral niet meer af. Wat een kick toch, zo een sneeuwritje. Voor de moddermietjes, die niet willen onderdoen voor dappere Els, is er gelukkiglijk nog een herkansing, want de hele week wordt er nog vorst voorspeld, dus over de Donk rijden zit er toch nog in. Afspraak om 27 januari 2013 rond 9 uur aan de kerk, veronderstel ik.

De Beize is gesloten, dus we eindigen met zessen in het Parochiehuis. Het is nog altijd min 5. We plukken al onze kliskes van onze kleren en maken een mooi stapeltje op tafel. En dan zegt Rudy dat hij zijn spijkerbanden weer gaat afsmijten. Want eigenlijk is er zo geen leut aan, hé. Al peins ik dat hij ze volgende week toch nog wel gaat laten opstaan om nog eens uit te pakken op ‘Lake Donk’. Mario

 

Zaterdag 2 februari 2013. Wetteren ten Ede. Jan Willems gaf een feesje voor zijn 40 jaar. Het verstand komt met de jaren zeggen ze, maar in Jan zijn geval wordt dat blijkbaar nog wat wachten. Want: Wie legt er nu zijn feesje net op de moment dat het wereldkampioenschap cyclocross wordt uitgezonden op den TV!!?? Vandaar dat de modderfokkers maar tegen 10 uur toestekken op Jan zijn feesje, als de koers gedaan is. Op Jan zijn feestje is er ook een schepen van Kalken (niet moeilijk, want alle schepenen van Laarne zijn nu van Kalken, haha!), maar er is een mens die dat niet gelooft. Daarom vraagt die schepen mij om te bevestigen dat hij wel degelijk schepen is. Wat kan ik anders doen? Maar ik voeg er aan toe: “Ja, meneer, inderdaad, die is schepen, maar vraag mij ook niet hoe zoiet mogelijk is. Mensen doen zotte dingen in het stemkotje!”

Zondag 3 februari 2013. Ritje op de weg naar Oosterzele (een km of 50). Ivan houdt nu een stand bij van wie er de zondag komt rijden. Natuurlijk omdat hij zelf nog geen enkele rit gemist heeft en aldus op kop staat, voor de eerste keer in zijn leven dat hij ergens op kop staat. Broer Rudy en whiskykenner Axel T staan mee op kop. Ik sta 1 rit achter, want verleden week was het echt te zot weer. Met 7 zijn ze toch gaan rijden, ’t is te zeggen 35 kilometerkes en ze waren doorweekt tot op het bot. Ik vind dat die rit niet zou mogen meetellen, wegens te kort, maar ik ga niet flauw doen, want Ivan mag ook eens een klassement winnen. Ik denk van vandaag toch op 1 van die 3 mannen een streepje in te halen, maar nee hoor, ze zijn er alle 3. Hebben die echt niet anders te doen?

Karel had gezegd dat hij op de weg ging rijden, want te smerig voor het veld. Nee, Karel, zeg ik, op mijn pensioen kan ik nog zoveel op de baan rijden als ik wil, maar ik ga mee met de bende en in het veld rijden. Op het kerkplein zet ik mijn banden wat zachter om in het veld wat meer grip te hebben. En dan, ja dan, dan beslissen ze om op de weg te gaan rijden! En geeneen die iet zegt als ik mijn banden slapper zet.

Het is koud, er is veel wind, en het tempo ligt bijwijlen zeer hoog. Dus merk ik op (bij wijze van grap, jaja): ‘Hoe leuk toch, geen windje, lekker warm, gezapig tempootje en goei companie’. Waarop Ivan antwoordt: ‘Mario, dat de companie voor jou best meevalt, daar kan ik inkomen, maar ge moet dat ook eens van onze kant bekijken, hé.’

Danny F trekt het hele eind naar Oosterzele, bergop en windop, kop. Als we omkeer maken, komt Rudy R op kop. Ja, zo is het niet moeilijk, zegt Danny. Rudy heeft echter Els wat assistentie moeten verlenen, onder andere om het eindeloze vals plat met klimmekes van de Geraardsbergse Steenweg te overleven. Bij de passage in Oosterzele moeten we nogal veel wind gemaakt hebben, want 2 dagen later lagen er daar een paar daken tegen de grond.

Verder in het weerkeren, vlamt Stefan Imschoot de pannen van het dak. Naar het schijnt doet hij elke dag 72 km (36 heen en 36 terug) naar zijn werk. Daarvoor krijgt hij een maandelijkse fietsvergoeding van 1600 Euro (ik wil er een nul van af zijn), zonder te klappen van de naft die hij uitspaart en daarenboven is hij met al de files nog 5 minuten rapper thuis dan met de auto, en volledig ontspannen. En vaneigens dat ge de zondag dan kunt uitpakken met uw form. Ik ga veranderen van werk, peins ik. En toen gebeurde het onvermijdelijke: Stefan Im-schoot uit zijn klikpedal. ’t Is eigenlijk gene waar, maar ik vond het een goeie woordspeling, die ik de lezer niet wilde onthouden, maar waar ik echter verder eigenlijk ook geen weg mee weet.

En o ja, proficiat aan onze voorzitter en zijn eega. Al de tweede grootvader onder ons, de tweede Rudy. Kleinzoon Sebe was nog maar 2 dagen ter wereld of hij stond ook al in de gazet, een aartje naar zijn grootvaartje. Nee, verjongen gaan we er niet op doen … Mario

 

Zondag 10 februari 2013. Lokaal

Over “smijrige leppen met veloers” en broers met meer en minder “wasure.”
tip: wie nog ergens een Dikke Van Dale heeft van een iets oudere druk, neem die gerust bij de hand, ik weet ook niet de betekenis of herkomst van alles wat ik ga schrijven, “tes van uren zèggen” of geschreven heb maar gemakshalve zet ik alles voor u tussen haakjes.

9 uur : Kerkplein Kalken. 10 man en 1 vrouw (Els), (staat niet in dikke Van Daele en is ook niet het soort haakjes dat ik bedoel) aanwezig in modderfokkertenue en 2 mannen met een ander pakje.
Die twee zonder pakje zijn Bart VH en Steven DM. De andere zijn Rudy R en Rudy DC, Dirk DB, Jan W, Frank VDS, Ivan R, Luc K, Davy P, Filip D, Danny F en Stefan I. Ivan ziet in zijn rush naar de trofee van meest aanwezige al weer een concurrent sneuvelen. Maar ongeveer ter hoogte van de Colmanstraat neemt Axel zijn positie vooraan in de groep in waardoor de stand op plek 1 nog steeds door drie man bezet wordt.
Enfin, door het “veurte” (op dit soort haakjes heb ik het) weer van de voorbije dagen opteren de meeste voor een rit op de baan. Danny neemt het initiatief en in de hoop op nog “nen” “ tettenrit” volgen ikzelf en Jan zijn voorbeeld. Uiteraard volgt de rest ook anders vallen we in herhaling en zou het maar een kort verslag zijn. Wat verder komt het voorstel van “even” naar de muur van Geraardsbergen te rijden. Zoek “even” maar al op want ik denk niet dat “even” voor iedereen “even” duidelijk is. Op de “langen End” merken de trekkers dat de hartslag tussen de 160 en 170 ligt en besluiten daaruit dat er toch wel wat tegenwind moet zijn. Even voorbij Wetteren nemen Jan en Frank de kop over en rijden om het tempo goed te regelen een hele lange tijd op hartslag 140. Allez: dat zien zij dan toch op “ulder” scherm. Hier en daar zit er bij de anderen al eens iemand tussen met “wa mier of wa meinder wasure as een ander” (meer info bij moeder Rogiers want dat staat ook niet in Van Dale).
We rijden langsheen provinciaal domein de Gavers om rond 10u30 de muur langs de achterkant op te rijden. Veel muur is dat niet meer op die manier en sommigen hebben de afdaling langs trapjes of kasseitjes nodig om overtuigd te geraken dat ze wel degelijk op die legendarische heuvel zitten. “Nu zo snel mogelijk terug” wordt er gezegd al wordt dat niet overal op gejuich onthaalt. We besluiten dan maar te genieten van het Vlaamse landschap, van dorpjes als “Smeerebbe-Vloerzegem” (vrij vertaald naar de titel), Steenhuyze-Wijnhuize, Trippen, enz.
Voor de rest gebeurt er eigenlijk niet veel; alleen: als ze bij een splitsing achteraan “RECHTS” roepen en ne mens is aan het genieten van het landschap en kijkt niet naar de wijzertjes dan lachen ze u uit als ge als enige ook rechts afslaat, Danny die vooral de kop doet en hierbij regelmatig wordt teruggefloten wegens te snel omdat ze achteraan het aantal “nuudigvannekiergedaugtteworden” steeds zien groeien, Els die geen nieuwe fiets meer wil maar nen nieuwen Bart (ze rijdt daar minstens even goed door zegt ze zelf), Danny die “noarzijnpuuten” krijgt omdat hij zonder snelheid te verliezen een baantje zonder kasseitjes neemt, Boeverken en Rudy R die onderweg de snelle benen eens testen en afklokken op 56 km/u, verplichte voedingssuplementen voor de behoeftigen enz.

12u15: cafe de Beize: “ten elven te vroeg en ten twaolven te loate”
Na net geen 80 km en 650 hoogtemeters worden de resterende 6 man en Els opgewacht door Annemie, die solo heeft gereden. We berekenen snel, allez dat computerke doet dat voor ons, dat we 2560 calorieën hebben verbrand en dat we omdat weer aan te vullen minstens 8 duvels mogen drinken. Ik weet dat niet alles in mijn schrijfsel klopt maar als ik zie hoe er in vorige verslagskes met cijfergegevens werd omgesprongen dan hoef ik me niet te schamen. Ik ga die 8 spreiden over de hele week en denk dat de meeste van ons na zo een rit in die omstandigheden en zo vroeg op t seizoen, da dubbel en dik hebben verdiend. En nu volhouden.

O ja: vertalingen naar het West Vlaamse zijn helaas niet te bekomen, maar toch Mario: de moed niet laten zakken he man.
Stefan

 

Zondag 24 februari 2013. Sneeuwritje Sidmar-bossen

Volledig ingeduffeld en Koning Winter vervloekend vertrek ik richting Kalken dorp. In den Boombos merk ik een vers MTB-spoor, dit blijkt later van Jan te zijn.
Op het kerkplein aangekomen staan er reeds een handvol Modderfokkers paraat. Den ene snakkend naar de eerste zon, den andere al wat enthousiaster over wat hopelijk de laatste sneeuw zal zijn.
Het oorspronkelijke plan om een gedeelte van de Omloop het Nieuwsblad te rijden wordt afgevoerd en ingeruild om nog eens in de sneeuw te gaan spelen.

En trouwens na al die weken de baanjanet te hebben uitgehangen wordt het hogen tijd om nog eens het veld in te duiken.

Ivan stelt voor om de beroemde 'Rudy-De-Clercq-Sidmar-bos-rit' te rijden. Iedereen is direct akkoord en weg zijn we. Rudy DC en Ivan pakken de kop gevolgd door Patrick, Jan, Axel, Steven, Bart, Stefaaaan (naar 't schijnt wordt zijne naam altijd verkeerd geschreven, te weinig a's of zoiets...) ne nieuwe, Maarten Jespers (heeft al een paar keer meegereden) en ikke. We starten vrij rustig via de Schriekstraat richting Zeveneken. Ergens tussen Zeveneken en domein Puyenbroeck (vraag me ni juist waar, want aardrijkskunde is nu ni bepaald mijn sterkste vak) is de eerste en enige valpartij een feit. Maarten slipt en schuift onderuit. Hijzelf heeft weinig schade, maar die arme fiets is een stuk van z'n rempomp kwijt (of zo heb ik het toch onthouden, want mechanica was ook al niet mijn sterkste vak). Na het rechten van Maarten zijn stuur vervolgen we onze rit richting Wachtebeke. Af en toe laat Axel een gat vallen, naar eigen zeggen omdat hij ni zeker op zijne fiets zit. Nochtans als eigenaar van een wijnhandel en lid van een whiskyclub zijn er mogelijkheden ZAT om uzelf wa vertrouwen te geven.

Via domein Puyenbroeck, de Moervaart en enkele wegels komen we uiteindelijk in het Kloosterbos terecht. Zeer leuke kronkeltjes en klimmetjes wisselen zich af en af en toe wordt het tempo wat opgedreven. Ergens halverwege houden we halt voor een kleine fotosessie met Bart als fotograaf van dienst. Wanneer we uiteindelijk het 'speel'bos willen verlaten, komen we tot de conclusie dat we een tot aan de rand gevulde gracht moeten oversteken. Stefaaaan ziet niet echt het probleem en rijdt er gewoon door. Hij haalt juist gepast den overkant en kan nog net z'n voeten droog houden. De rest kijkt bedenkelijk en vreest voor het nat worden en bevriezen van den body. We besluiten dan maar om een beetje verder de gracht over te steken via nen hoop takken die als brug moeten dienen.

Op de terugweg is de sneeuw al goed aan 't smelten en spetst het water hatelijk in m'n gezicht (zal me leren om altijd in het wieleke te hangen).

Wanneer we de brug in de Bontinckstraat over rijden, gaat het tempo opnieuw naar omhoog. "Ze rieken hunnen stal". Naar goede gewoonte wordt er in de Gaverstraat nog een sprintje ingezet, dat gewonnen werd door den eerste ('k heb het van horen zeggen, want kon ni volgen).

Uiteindelijk belanden we met zessen in de Beize. De overige 4 (Jan, Patrick, Steven en Bart) moesten naar 't schijnt nog wa gaan bijtrainen, anders kunnen ze volgende week ni mee.
Maarten is zo sympathiek om het eerste rondje te geven als zijnde zijne welkom, wat wij wel konden appreciëren. Koen maakt het helemaal af met lekkere bitterballen.

Onder de belofte "what happens in de Beize stays in de Beize" kan ik helaas niet verder uitweiden over de reden waarom ik het verslag schrijf, maar kan u verzekeren, er zit een reukske aan.

Els

 

Zondag 3 maart 2013. Waasmunster. Met dank aan Ivan die me volgende namen doorgaf (in totaal 28!!!). Ik geef ze in volgorde zoals ik ze doorkreeg. Reden naar Waasmunster: Mario, Karel, Axel, Geert, Rudy R, Luc, Dirk, Patrick, Peter (schoonzoon van Eddy De Clerck, met Hollandse tongval en rose drinkbus), Danny, Rudy DC, Davy, Stefan, Els, en Ivan zelf natuurlijk. Dankewel Ivan om de belangrijkste mensen eerst te vernoemen, en te eindigen met de minst …. Carla reed alleen met al haar vrienden. Machteld reed ook alleen met al haar vrienden. Hans, Thomas en Guy, Phillipe en Jonathan waren de genieters. En bij de dames reden: Renske, Linda, Annemie, Nancy, Sabine. En Johan, de grootste genieter van allemaal dus. (Met dank aan Annemie voor de nodige aanvullingen bij de telling van Ivan, die, als hij het niet meer op zijn vingertjes en teentjes geteld krijgt, de kluts kwijtraakt.)

Ik ben net te laat op het kerkeplein om de conversatie door te hebben, maar ik hoor nog net hoe Geert de 2 vrouwen aanwezig (Els en zijn eigen Carla) als fruitmanden bestempelt. Volgens Carla voldoende voor een scheiding. Liefste Carla, bij deze hebt ge het op papier voor als ge eens definitief van die scheve banaan van een Geert af wilt.

Op de Durmedijk ligt het kapotgereden door de machines en ze vallen als, ja als? als strontvliegen op een paardevijg: Axel, Danny (natuurlijk) en Ivan liggen er allemaal. En ook Stefan Im-schoot van zijn velo. (Ja, het is weer eens gelukt. En straks nog twee keer, lees maar verder). Wegsteken dat ge een tuimelperte gemaakt hebt, gaat niet met één kant van uwen tenu in het slijk. Misschien een idee voor Ivan om een nieuw klassement te beginnen en meteen mee op kop te staan? Maar de rest van de dag ligt alles proper en de zandstroken in de waasmunsterse cuestas (ja, goegel het maar eens op) liggen er zelfs perfect berijdbaar bij. Straf, hoe rap het is opgedroogd na een kletsnatte winter. Leutig, leutig.

Karel zit met slappe beentjes. Zo slim geweest om gisteren 10 km te gaan lopen. Dan zijn uw spierkes slappe pap natuurlijk. Op een klimmetje waar ik het altijd lastig heb, steek ik hem waarempel voorbij. Even verder verlaat Karel ons. Ja, zegt Danny, als er mij zo een ouwe grijze zou voorbij steken, ik zou het ook voor bekeken houden.

Danny vindt zijn weg daar goed in die bossen en, ja hoor, we komen uit op de carpoolparking van Waasmunster, een rendez-vous plaats voor mannen die van mannen houden. Een geluk dat onze nieuwkomer Peter, met zijn rose drinkbusje, met óns meerijdt, of dat zou daar wel eens kunnen verkeerd geïnterpreteerd geworden zijn. Die gast moet anders zeker niet onderdoen en rijdt gezwind mee.

Als er ene vooraan te rap naar rechts afslaat, roept Rudy R van achteren uit: ‘Links! Links!’ Els die net voor me rijdt neemt dat letterlijk op (als: ‘Links, links!’, let op de nuance) en slaat, midden in het peloton, en recht voor mijn neus, pardoes nog een tweede keer links af. Dat moet natuurlijk passen dat er daar nu juist nog een wegeltje naar links ligt te liggen. Ik sla alles toe en vermijdt verdere accidenten. Het was niet tegen u hoor, Els, verontschuldigt Rudy zich. Moesten wij het geweest zijn die zo een maneuver uithaalden, we kregen er nog onze zaligheid bovenop van Rudy. ‘Zeg, Els’, merk ik op: ‘Dat wist je toch dat dat niet tegen jou was, anders had Rudy wel: ‘Links! Links! Fruitmand!’ geroepen, hé’.

Els is vandaag in supervorm en moet niet geduwd worden. Dat valt ons allemaal natuurlijk wel wat tegen. Wanneer anders in het leven van een man doet het zich voor dat men – zonder een muilpeer tot gevolg – het achterwerk van een dame uitgebreid mag euh, aanraken. Nooit toch. Is het daarmee dat de bende alsmaar groter wordt dit jaar? Ja, ook ik, die als ik een andere sukkelaar zie afzien, peins van: ‘Sorry gast, maar ik zit me hier zelf al te pletter te terten, lost het zelf op’, zal, als het van pas komt - maar dan ook alleen dan!, Els steeds een ondersteunend duwtje geven. Maar als ze nog een keer peinst van mij in de sprint te proberen komen kloppen, zal het de volgende keer een serieuze duw zijn, richting decor.

De gesprekken in de Beize zijn weer niet voor publicatie vatbaar, en dat ligt vooral aan de fruitmanden. Ik heb geprobeerd het proper op te schrijven, maar mijn capaciteiten zijn in deze toch te beperkt. Goed dat ze in de Beize niet verkopen wat Els daar allemaal wil bestellen, of het was de laatste keer geweest dat ik daar binnen was geweest.

En, om het af te leren. De jongste modderfokkerster, Renske Im-schoot zich op een stoel neffens haar papa. En Renske Im-schoot gedurig in de lach met de moppen van haar papa. Ze was ook de enigste. Mario

 

Zondag 17 maart 2013. Plaatselijk. Kloven worden geslagen en uitgediept. Na 11 ritten in 2013 zijn er nog maar 2 rijders met een ongeschonden palmares. De rest moest al minstens 1 keer verstek laten. Toch valt het op dat de grootste groep deze is met 0 deelnames. Hopelijk krijgen we rap een beetje lenteweer, zodat de povers en krempers ook de weg naar hun fiets terugvinden, en zo die beschamende nul kunnen wegwerken. Een paar vaste klanten zijn op weekend naar D’ardennen, en andere buitenlandse oorden, waardoor we vandaag maar met z’n 7 zijn. Ik rij als eerste een verlaten kerkplein op, even later gevolgd door Dirk De Boever, Axel Troch, Rudy Rogiers, Kenneth De Paepe, Peter Rottier (Den Hollandse schoonzoon van Eddy De Clerq) en Luc Krick. Rudy vraagt of er iemand een voorkeur heeft voor de rit van vandaag, waarop ik antwoord dat het ritje van enkele weken geleden richting Waasmunster wel leutig was. Rekening houdend met de vrij strakke Zuid-Oostenwind zoekt Rudy toch liever een alternatief, want de terugweg met wind op kop is geen leuk vooruitzicht. Dan zegt Peter met zwaar Nederlands accent, “Missjchien kunne we richting ’t beloofte land rij’je, effe naar Neejterlant”. Ja, veel zegt hij anders niet, en als hij dan al eens wat zegt, komt er nog zoiets uit. Als we hem dan vragen waar volgens hem Nederland ligt, duidend op de wind die vanuit de Kalkense meersen waait, wijst hij zo ongeveer richting Wetteren. We vroegen ons al af hoe deze jongen uit Terneuzen in Kalken verzeild was. Nu blijkt gewoon dat hij hier verloren gereden is, en nooit meer terug is geraakt. Anders wel ne toffe gast, diene Peter, en hij kan nog goed uit de voeten ook, met zijn, eh, … voeten,… en benen ook natuurlijk. Het wordt uiteindelijk een aangepaste Midsummerride, richting Wichelen, Schellebelle, Lede, Serskamp, enz, waarbij we de superslechte modderpoelen bewust links laten liggen. Of rechts, of gewoon rechtdoor als het van Rudy afhangt, want op een gegeven moment geeft hij aan om links af te slaan. Ik kijk naar rechts om te zien of er geen aankomend verkeer te zien is, en begin al af te draaien maar zie niet dat Rudy even twijfelt en gewoon rechtdoor rijdt, waardoor ik tegen zijn achterwiel rij, en onderuit ga. ’t Is van uw broer dat ge ’t moet hebben hé. Na het likken van de wonden, vervolgen we richting Erpe, Erondegem, Sint-Lievens-Houtem, Bavegem, om zo via Massemen en Wetteren terug richting Kalken af te sluiten. Bij het opdraaien van het Vaartplein gaat Luc er op een diefje vandoor, maar door het feit dat niemand reageert op zijn uitval, verliest zijn solo toch een beetje van zijn glans. Even later komen ook de 2 fietsende dames aan in De Beize: Carla De Cock en Annemie Van De Voorde. Bij ons drankje worden we getrakteerd op gehaktballetjes. Op mijn vraag of het balletjes met paardenvlees zijn, moet Koen het antwoord schuldig blijven. Geen probleem hoor, wij zijn al blij dat er hoe dan ook iets van vlees inzit. Ivan.

Zondag 24 maart 2013. Schellebelle. Hoe omschrijf je mensen die met dit weer toch op de velo kruipen? Volgende termen schieten me te binnen: Onverschrokken, onbuigbaar, keihard, met een enorm doorzettingsvermogen en een bijna bovenmenselijke wilskracht, echte Flandriens dus. Echter, de opinies betreffende deze materie verschillen grondig. Mijn vrouw bvb. heeft er één woord voor: Stekezot. Er staan dan ook maar 3 zotten op het kerkeplein: Stefaan Imschoot, Jan Willems en ondergetekende. Omdat Ivan zeker ging rijden, rijden we eerst naar het Hussevelde. Het zijn vooral de ijzige wind en de drets die het zwaar maken, maar in de terugweg met wind achter, en na vastgesteld te hebben dat er geen teken van wakkerzijnde mensen ten huize Rogiers waren, gaat het al veel beter. Om 9 uur staan we terug aan de kerk, maar nog geen extra gegadigden. Jan is aan het foeteren van jewelste en wil terug naar huis.

Stefaan en ik rijden dan maar mee naar Schellebelle, langs de meersen, het rusthuis, de warande, de speelbos en nadat we Jan hebben achtergelaten bij An, keren we langs Schellebelle station terug naar de Schelde. Bij Stefaan Im-schoot zijn achterwiel weg in een pak stuifsneeuw en hij rolt zachtjes de overvolle ijsgracht in. Allez, het scheelt ocharme 10 cm. Dat ging echt niet om te lachen geweest zijn.

In Schellebelle zelf, op de ‘promenade’ raak ik weer wat achter. Als Stefaan achter zich kijkt, ligt hij er een tweede maal. Het is me daar plots een spiegelgladde vlakte. Hoe komt dat daar zo? Is de Schelde overgewaaid en vastgevroren? Neen, even verder staat er een pompier – gelijk niet van de slimste; vandaar dat Stefaan hem denkt te kennen? - en die vertelt doodleuk dat ze daar wat staan oefenen hebben met water spuiten!

Gezien de extreme omstandigheden, de lage opkomst, de hoge graad van sympatiekigheid van minstens 2/3° van het deelnemersveld (Jan en Stefaan), en daarbovenop de afwezigheid van de twee modderfokkers die er prat op gingen dat ze nog nooit verstek lieten gaan dit jaar (Ivan en Axel), stel ik voor dat voor deze rit dubbele punten worden toegekend. Kwestie van de kloven niet teveel uit te diepen.

En wanneer houden we de valpartijen bij? Stefaan heeft er weeral twee bij op zijn palmares. Mario

Zondag 31 maart 2013: Plaatselijk. Bij afwezigheid van de menselijke GPS, Rudy Rogiers, en geen ingerichte tochten in de buurt, stel ik een ritje richting Kruiskapel voor. Om onze uitstap een didactisch tintje te geven, zullen we afkomen via Zele-Heikant, waar we de bouwterreinen van de nieuwe windmolens kunnen bezichtigen. Iedereen gaat akkoord, maar als Mario als laatste aankomt, zegt hij dat hij toch liever richting Lede zou fietsen, om daar tal van nieuwe, mooie wegeltjes te gaan verkennen Als ik zie dat zijn pruillipje lichtjes begint te trillen, laat ik mijn oorspronkelijke voorstel varen.* Die molens zullen er tenslotte nog wel een paar jaar zijn. Waren ook aanwezig op het kerkplein: Rudy V, Jo, Danny F, Dirk DB, Patje, Axel en ikzelf. Axel is van plan een hoofdrol te spelen in het verslag van vandaag, en begint al met een lekke band nog voor we vertrokken zijn. Na de nodige herstellingswerken kunnen we vertrekken richting Kalkense meersen. Danny en Patje nemen de leiding, en houden er een pittig tempo op na. Zelfs een beetje te pittig voor Axel, die af en toe een gaatje moet laten vallen. Ook in zijn banden vallen gaten, want we zijn nog maar net op de Scheldedijk als hij voor een 2e keer lek rijdt. Voor de tweede depannage krijgt hij een binnenband van Dirk, en gebruikt hij het pompke van Rudy, dat hij vakkundig de nek omwringt. Na veel 5555555555 en 66666666 kunnen we eindelijk verder richting wegeltjes van Mario. Op een van deze “schoone” wegeltjes zorgt Axel voor een volgende verassing. Bij gebrek aan reservebanden, gaat hij dit keer gewoon op zijn zij liggen. Alles om toch maar in ’t verslag te komen hé. Het valt niet altijd mee om het parcours zonder fouten te volgen, want als Mario van achteraan (met een vod in zijn mond) “LINKS” roept , en Jo dat vertaalt als “RECHTS”, rijden we een paar keer verkeerd. Het is ondertussen lichtjes beginnen dooien, en de schoone wegeltjes beginnen een vettig bovenlaagje te krijgen. Bij indraaien van zo’n wegeltje is het even zoeken naar het best berijdbare spoor, waar ik blijkbaar het snelste traject vind. Iets te snel blijkbaar, want in flauwe bocht schuiven mijn wielen onderuit en ga ik tegen de vlakte. Ne ferme stuik met als gevolg een pijnlijke schouder en heup (en een ferme deuk in het imago). Terwijl ik nog even zit te bekomen, komt Mario ‘bezorgd’ vragen waar het zeer doet. “Sebiet op uw kin”, antwoord ik een beetje geprikkeld. Later zal blijken dat mijn val, en die van Tom Boonen in De Ronde Van Vlaanderen bijna simultaan gebeurden. Ik begin zelfs een beetje gelijkenis te zien met Tom. Hij viel ook al een paar keer, ik 2 weken geleden ook al. Groot verschil is dat ik, in tegenstelling met Tommeke wel verder rij. Ik moest wel, want mijn volgwagen was in geen kilometers te bekennen. De rest van de rit verloopt zonder noemenswaardige problemen, een occasioneel sneeuwbuitje buiten beschouwing gelaten, dat zijn we tenslotte al gewoon. In De Beize moeten we snel van de gelegenheid gebruikmaken om een woordje te placeren voor de madammen aankomen, want dan is het met de rust gedaan. Die madammen waren Annemie, Els, Karine, Linda, Nancy, Nadine en Ronny, die ook uitpakten voor een plaatselijk ritje. Ivan.

* Maar vooral omdat Ivan plots beseft dat Rudy DC niet op het kerkplein staat en Ivan dan eigenlijk niet zo goed zijn weg meer weet. Mario

 

Zondag 14 april 2013. Waasmunster. Vorige week vroor het nog stevig tot -3°, maar voor vandaag wordt een zonnige dag voorspeld met temperaturen tot boven de 20 graden. Dat is waarschijnlijk de reden voor de massale opkomst. 14 deelnemers rijden met de fiets naar Waasmunster: Danny F, Stefan I, Luc K, Rudy DC, Jo R, Axel T, Patrick R, Rudy V, Geert S, Dirk DB, Bart VH, Jan W, Els VDP en ikzelf. Johan VH maakt de verplaatsing met de wagen. Vriendin Sabine wacht op de rest van de dames, Carla, Nadine, Machteld, Nancy en Annemie, die in extremis besloten een half uurke later te vertrekken voor een plaatselijk ritje. Els komt hare nieuwe velo showen, zo ene met grote wielen. De fiets mag dan wel in mat zwart zijn, zijzelf staat te blinken gelijk ne spiegel. We vertrekken met wind in de rug, en het tempo gaat gezwind naar de 35 km per uur. Dit is echter geen probleem voor Els die nog asem over heeft om te tateren zoals het een meiske betaamt. Als ik haar er op wijs dat dit toch niet echt motiverend werkt voor andere personen die al naar lucht zitten te happen, antwoordt Geert dat het waarschijnlijk opvalt dat hij zelf niet veel te zeggen heeft. Ik was echter in de veronderstelling dat Geert’s zwijgzaamheid eerder uit gewoonte was van als hij samen met zijn vrouwke Carla op zwier is. Na inschrijving besluiten wij, de B-kes, om het groot geweld meteen vrij baan te geven, en misschien zelfs voor de 45 in plaats van de 53 km te kiezen. Nadat de eerste schifting doorgevoerd is, blijken we toch Axel en Danny kwijt te zijn. Als na een tijdje wachten, niemand terugkomt, besluiten we toch maar verder te rijden. Hoewel vele stukken van het parcours bekend terrein zijn, blijft het altijd leutig rijden in de Wase bossen. Iets minder leutig zal het voor de pechvogel geweest zijn, die bij de afdaling van de talud van een brug ten val kwam, en volgens omstaanders een open scheenbeenbreuk opliep. “Hij zag er nochtans vrij rustig uit, en zat nog te lachen”, merkt iemand op, al kan daar die “baxter” die hij toegediend kreeg wel voor iets tussen zitten. Even voor halfweg krijgen we in de verte nen Modderfokker in het vizier, nog net te ver om te zien wie het is, maar wij menen het postuur van Axel te herkennen. Als we even later aansluiting krijgen, wordt ons vermoeden bevestigd. Hiermee toont hij het voordeel aan van de vele lusjes. Je kan er makkelijk eentje afsnijden, en zo weer bij de bende geraken. Niet veel later krijgen we ook weer het gezelschap van de vliegende brigade. Blijkbaar hebben wij (zonder het te weten) ook al zo’n luske afgesneden, met als resultaat dat we aan de bevoorrading weer allemaal samentroepen. Na een vlugge sna(c)k en een beete vervolgen wij onze rit, en als na een paar kilometer de posities opnieuw zijn ingenomen, rijden we tot onze grote verbazing het koerke op waar we twee uurkes geleden vertrokken zijn. Blijkbaar hebben we ergens een pijlke gemist, en komen zo een uurken en 20 km vroeger dan gepland terug binnen. Kwart voor elf en nog een 15 km te gaan, terug naar Kalken. Eerlijk gezegd hoor ik weinig geklaag, en ik persoonlijk zou het erger gevonden hebben als we 20 km teveel hadden gereden. De terugtocht is er eentje met wind schuin op kop, maar gelukkig hebben we Danny en Patrick als windbrekers. Bij het indraaien van de Gaverstraat kan ik mij niet langer uit de wind zetten, en besluit dan maar ineens over te nemen om de spurt aan te trekken. Als even verder Rudy DC Luc naar voor brengt zit het spel op de wagen, en zal de fotofinish moeten beslissen of het Patje of Luc was die met de zege aan de haal ging. Als we uiteindelijk aankomen aan De Bieze hebben we toch zo’n 65 km op de teller. Het terras staat uitgesteld, en onder een deugddoend lentezonnetje kunnen we genieten van een welverdiend aperitiefke. Stefan geeft er ne schup in voor zijne verjaardag, en Krista (madam Boele, die ook jarig is) zorgt voor de hapjes. Ja, ’t leven kan schoon zijn hé. Ivan.

Ha, Ivan, weeral een nieuw café in Kalken! De Bieze!

 

Zondag 28 april 2013. Opwijk. Het was alweer een tijdje geleden dat we ons klimbenen nog eens uit de kast mochten halen, maar vandaag komen de liefhebbers van het genre ruimschoots aan hun trekken. We vertrekken om 8 u met den otto naar Opwijk. De opkomst is ondanks het goede weer maar magerkes. Rudy DC, Axel, Patrick, Danny F, Carlo, Rudy R, Jo, Els en ikzelf. Danny is er niet gerust in, want zijn schoonbroer Rudy had hem nochtans beloofd zeker van de partij te zijn. Een onbeantwoord telefoontje later, zegt hij dat we toch niet langer moeten wachten, want dat Rudy waarschijnlijk nog in zijn bed zal liggen, den sukkelaar. Bij aankomst in Opwijk worden we echter opgewacht door “diene sukkelaar”, die samen met Dirk DB efkes met de fiets naar ginder gereden was bij wijze van opwarming. Bij de inschrijving hebben we een overvloedige keuze van te volgen afstanden. De A-kes gaan voor de 65 km, ikzelf kies voor de 55 en Patje maakt er op zijn eentje 95 van. Tot aan de eerste splitsing proberen we zo goed en zo kwaad als we kunnen samen te blijven, maar de pittige klimmetjes zorgen keer op keer voor verbrokkeling. Gelukkig krijgen we de verhoopte splitsing al na een 15-tal km, waar Axel, Els en RudyDC ook besluiten voor de iets kortere pijn. Els is hare nieuwe velo al goed gewoon, en rijdt op haar gemakske mee. Af en toe wel eens een kreet of schreeuw als we een technische passage krijgen, maar ze rijdt zij toch maar overal op en af. Een keer loopt het bijna verkeerd af, als een of andere Pipo een biet???? verliest die we maar op het nippertje kunnen vermijden. Wij vragen ons af wat die gast met een biet tijdens een MTB-toer doet. Waarschijnlijk was het zijn bedoeling om onderweg de beestjes te voederen, maar hij had ze beter zelf opgegeten, da kalf. Het parcours ligt er, op een paar modderpoelen, gelukkig droog bij. Nadeel hiervan is dat bepaalde stukken keihard liggen, en vree neig stampen, wat niet meevalt als je met een pijnlijke rib zit. De laatste stukken beginnen dan ook serieus door te wegen, en een 5-tal km van het einde krijg ik een serieuze upperkut ( vraag maar aan Els). Na aankomst kunnen we genieten van een verfrissend drankje, en als even later de fanfare begint te spelen, zit de sfeer er goed in. De organisatoren hadden goed hun best gedaan. Goed uitgepijlde toer, en cadeautjes voor en na de rit. Gratis busjes deo, voor wie zich stinkend in het zweet gereden heeft, en bij inschrijving kreeg iedereen een scarf (een soort sjaal, muts, bandana). Hierop stond de leuze van de club: “Straf in bergaf, en nen bleken achteraf”. Al heb ik er wel een paar opgemerkt die de spreuk omkeerden: “Straf achteraf, en bleek in den bergaf”. Nadeel van zo’n rit op verplaatsing is het late uur van terugkomst, waardoor bij aankomst in De Beize de plaatselijke rijders één voor één naar huis beginnen gaan. Of zou den deo niet straf genoeg zijn. Via een plaatselijke informant krijg ik wel de namen van de thuisrijders doorgespeeld en brengen zij het totaal op 23 sportievelingen. Ivan.

 

Zondag 19 mei 2013. Plaatselijk. Terwijl de echte mannen en vrouw naar Herzele zijn, rijden de plaatselijke rijders, zeg maar de B-kes, een ritje naar Eksaarde-Sinaai.

Het groepje bestaat uit Yvan R, Dirk H, Luc K, Geert S, ikzelf en Kenneth V. Niet zotten Kenneth want die heeft nog wat last van een schouderblessure die hij op onfortuinlijke manier heeft opgelopen bij het MTBiken (of toch kort erna), als een boompje de Gaver overstak.

Om niet altijd hetzelfde traject te moeten rijden, worden nog enkele wegels uit de oude doos bereden in de omgeving van ’t Lammeken.

Op B’s tempo gaan we naar de verre kapelle waar we naar goede gewoonte even halt houden. Wat we bij mijn weten nog niet hebben meegemaakt is dat de kapel open stond. Een plaatselijke vedette met een grote moustache loopt er ook rond en gaat een babbel aan tegen ons. Hij komt pas goed op dreef als Geert hem vraagt of hij den deken of pastoor van de kapel is. Blijkbaar ging er een (fake) trouwpartij door en om het met zijn woorden te zeggen “om den dikken nek uit te hangen”. Hij vindt genieten van de natuur hetzij te voet of met de fiets een schone hobby. Zijn hobby is manken. Hier kan Yvan hem direct in volgen, hij mankt namelijk ook, maar op de velo ziet ge dat niet hé.

Ik kan natuurlijk niet vertellen wat Yvan heeft voor gehad, das privé. Het gaat trouwens niemand wat aan dat hij met de voorhamer op zijnen groten teen heeft geklopt, tijdens het hout klieven.

Van de kapelle gaat het verder naar Sinaai. ‘K moe mee tijen goe kijken, langs waar we moeten rijden om tenslotte aan de kerk van Snoi uit te komen.

Daar krijgt Geert telefoon van zijn Carla, zij heeft nen platten band. Geert geeft een beknopte uitleg hoe ze dienen band terug kan opblazen. Maar korte tijd nadien gaat zijnen telefon opnieuw. Die enen platte band zijn er al twee geworden, Carla haar metgezel Christine heeft ook een lekke band. Ze staan aan dienen wegel in Eksaarde is de eerste omschrijving.

Uiteindelijk komen we te weten dat het in de omgeving van restaurant ’t Scheepken moet zijn.

We veranderen van modderfokkers naar VABers en snellen ter hulp.

Gelukkig ist meewind en binnen de twee uur (zoals VAB het voorschrijft) zijn we ter plekke. De twee banden worden hersteld en we besluiten om samen terug te keren naar … de Beize of dacht ge dat we weer naar die kapelle zouden rijden? Onze rit is onderbroken maar deze kunnen we op een andere keer opnieuw doen. Toch hebben we ongeveer 55 km en iedereen heeft ervan genoten zonder dat er iemand op zijnen asem heeft getorten.

Na korte tijd komen ook de Herzele-rijders aan, zijnde Els VP , Stefaan I, Jo R, Dirk DB en Axel T. Ook zij hebben een mooie rit achter de rug. Enkel Axel heeft hem ne keer gewinteld in de broambezen, zonder al te veel erg.

Yvan, Luc en Dirk DB geven er nen schub in voor ulderen verjoardag.

Nog wat nagenieten in ‘t zonneken en den veurnoene es compleet. Rudy DC

PS. Waar dacht ge anders dat G. Schepens zijn Carla ging staan dan aan ‘’t Scheepken’? Mario

 

Zondag 16 juni 2013. Lokaal Lede. Een zonnige morgen, maar een onverwacht magere opkomst. De 40 jaar verjaardagsfuif van Gunther & Annick in de Sjatoo gisteren is de grote boosdoener. Daarbovenop zijn er die deze namiddag gaan meerijden met de voetballers van Hoger Op. Wij besluiten de toertocht van Zele Heikant te laten voor wat hij is en we doen nog eens de bricoleerwegeltjes à la Mario, in en rond Lede. Een patattenrit noemt Ivan dat. Merci jong, we gaan dat onthouden. Vanaf nu is het gedaan met lief zijn voor jou in de verslagjes.

Een totaal van 45 km op het gemakske, want mannen (Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Carlo Goossens, Dirk Hanselaer, Jurgen Vion en ondergetekende) en vrouwen (Karine Der Neve (maar ook soms Der Op) en Nancy Van Waes (maar eigenlijk van Eksaarde)) rijden samen. Het moet gezegd, die 2 dames hebben goed gereden, en altijd maar terten zonder morren of klagen, wat dikwijls van de mannelijke mountainbikers niet kan gezegd worden. En geen enkele 29-incher die meedoet, dat is ook nog eens iet anders: iedereen op gelijke hoogte.

Dan gebeurt er plots het ene na het andere. Kijk, roept Ivan, daar loopt er een broerke van Nancy. Maar het is een eekhoorntje. Meteen daarna rijdt Jurgen een platte band, midden een beschermd landschap (ge moet maar durven), en wijl we die aan het stoppen zijn (de band, niet het landschap), komt er een gast aangereden op van die dikke tracteurbanden. Die ging ons zowaar op één been voorbijsteken, want ja, het is die gast die al jaren met één been mountainbiket. Hij blijft bij ons tot de band gestopt is en het wordt een gezellige keuvel, waaruit we leren dat hij ook nog de Mont Ventoux gaat beklimmen binnen 2 weken. Als hij weer weg is, en we over zijn ene been beginnen en over hoeveel courage die mens toch heeft, valt Karine uit de lucht: ze had dat niet eens gezien.

We houden nog een tussenstop in Afspanning Den Engel in Wanzele, om er de lokale jeugd aan het werk te zien, en alwaar Ivan en Cesar een Rudy drinken. Of was het nu omgekeerd? Rudy zegt dat hij een liefhebber is van Kelly Verbier (lees met klemtoon op eerste lettergreep (Kè llie-ver bier)). We stoppen telkens ook nog even aan de 3 watermolens die op de route liggen (de Cottem-molen tegen Erpe-Mere, een tweede molen, dicht bij Wanzele, waarvoor we eventjes een extra-wegel moeten pakken, en de enige die nog werkt, en de vergane watermolen aan de Boondocks. Ha, het is een thema-fietstocht, zegt Carlo.

Er wordt unienam besloten dat Axel geen punt krijgt voor deze rit. Hij rijdt wel vannamiddag de rit van de Ronde van Vlaanderen van Stefaan Rogiers en de Hogeroppers mee, maar alleen de zondagmorgen in het veld telt. Straatjeannetteritten tellen niet mee in ons klassement. En zo staat Ivan op kop in zijn eigen klassement! Ge moet het maar doen. En er is een mooie prijs aan verbonden: Degene met de meeste ritten op het eind van het jaar, trakteert alle modderfokkers op de nieuwjaarsreceptie, naar ik van horen zeggen heb.

In de Beize arriveren ook nog Nadine en Rudy (na een rit van liefst 14 km, pas op: elk hé!) en Luc Krick, enkele minuten eerder aangenaam vooraangekondigd door eega en dochter. Mario

PS. Ivan, krijgen we nu dubbele punten voor deze rit, om unienam te helpen stemmen tegen Axel, zoals je gevraagd had??

 

Zondag 30 juni 2013. Eksaarde. Terwijl er een deel modderfokkers op week-end zijn, verzamelen wij voor een rit in Eksaarde.

Carla neemt de taak van Els over en fietst als enig meisje mee met de jongens. Ze wordt beschermd door Yvan R., Danny F., Geert S., Ronny VH., Axel T. en Rudy DC.

Danny voert ons naar Eksaarde langs de mooiste baan om te rijden, zoals hij zelf zegt. ‘t Is wel niet de kortste, maar dat stoort niet.

We laten ons inschrijven voor de 50 km. En wie dacht: “Axel is erbij, ’t zal niet te rap gaan”, komt bedrogen uit… Axel heeft een paar geheimen waardoor hij beschikt over goede benen. Hij heeft namelijk een wijn gevonden waarvan ge heel goe kunt rijden ’s anderendaags. Dus zij die goed willen presteren: één adres.

Yvan, die eigenlijk al zijn moed moest verzamelen om te starten, ziet zijn kook-wa-beter-vriend meermaals van hem wegrijden. Ook Ronny heeft het af en toe lastig. Danny rijdt met lijden in A-stijl, terwijl hij met de B’s op de baan is.

Een kettingbreuk van mijnentwege zorgt voor een beetje rust. Even later verklapt Axel nog een geheim: een modderbad, maar dat moet ge tijdens de rit nemen, én het werkt nog ook, want Axel verzwakt niet. Ronny en Yvan des te meer. Ver naar het einde toe gooit Yvan de handdoek in de ring en verlaat het parcour om huiswaarts te rijden. Ronny wordt nog wat gestimuleerd door Danny en zet toch door. Aangezien ik vroeg thuis moet zijn, keer ik juist voor Eksaarde ook samen met Axel en Ronny richting Doorslaar, zodat alleen Geert en Danny, Carla (die een kortere rit had gekozen) opzoeken. Geert moest wel terugkeren, want hij moet bij Carla slapen hé.

“De laatste loodjes wegen het zwaarst”, moet Ronny wel gedacht hebben, als al zijn pijlen - zelfs de slechtste - verschoten zijn. Hij is thuis geraakt, maar moest een aangeboden aperitief afslaan. Es dat niet vreet. Rudy DC

 

Zondag 14 juli 2013. Plaatselijk-St. Lievens Houtem. Eerste week in congé, zo’n 28 graden. Ik lig in ’t zetelke onder mijn lindeboom, die net nu in volle bloei staat en een heerlijk aroma verspreidt, plus een prachtig uitzicht over de husseveldse weilanden. Je zou er zowaar lyrisch van worden. Voor mij geen overvolle stranden met bleitende bengels, puffen in de file of wachten op de luchthaven voor een uitgebreide douanecontrole na een vlucht met een uurke vertraging. Ieder zijn meug natuurlijk, maar geef mij maar rustig relaxen in eigen tuin en op zondag een ritje in de buurt zoals eergisteren. We verzamelen om 8.30 u voor een uitstapje richting Sint-Lievens Houtem om daar de plaatselijke MTB route te volgen o.l.v. Danny F. De andere aanwezigen waren: Thomas B, Axel T, Geert S, Rudy DC, Rudy V, Jan W, Patrick R, Luc K, Stefan I, Carlo G, Els VDP, en ikzelf. De mist van vanochtend is ondertussen opgetrokken, en het belooft een zomerse zondag te worden. Danny loodst ons feilloos tot voorbij zijn geboorteplaats Wetteren, maar een beetje verder raakt hij het goede spoor toch bijster. Gelukkig is Jan er om zijn rol als gids over te nemen. Hetgeen hij trouwens met gemak doet. Niet moeilijk in een streek die hij zo een beetje als zijn speeltuin mag beschouwen, en waar hij bijna elk wegeltje weet liggen. Hoewel, veel wegeltjes blijven er niet meer over, want veel van de gekende paadjes en boerewegels zijn ondertussen gebetonneerd, en lijken meer op autostrades dan op een mountainbikeparcours. Gelukkig biedt de tweede helft van de rit meer afwisseling, en kunnen we ons hart ophalen in enkele bosjes met een paar technische passages. De steile afdaling, niet voor mietjes, wordt maar door een paar waaghalzen op de fiets genomen. Els, een van de voorzichtigen van de bende, doet de afdaling te voet, kwestie van haar verlof zonder breuken te kunnen inzetten, en Danny keert zelfs gewoon terug op zijn stappen. Voor de terugtocht richting Kalken krijgen we wind op kop, en dan vindt Rudy DC het maar normaal dat hij een stukske op kop gaat rijden. Samen met Patje houdt hij het tempo netjes tussen de 30 en 35 km/u. Toch niet slecht voor een bende mannen op leeftijd (en vrouw, nog niet op leeftijd) met velo’s met dikke banden. Dat zal die gast met zijn koersmachien ook wel gedacht hebben, toen we hem voorbij stoven aan zo,n kleine 40 per uur (ha ja, als ge iemand voorbij gaat, moet er altijd een schepke bij hé). Volgens mijn informanten haalde Luc het in de spurt naar De Beize (hij weet zijn momenten wel goe te kiezen, laatst op ’t kerkplein en eerst aan de café ), waar we werden opgewacht door Nadine F en Guy R, en even later vergezeld door Annemie VDV en Christine DS die ook uitpakten voor een plaatselijk ritje. Nu Koen terug is van verlof, en volgens de tekst op zijn T-shirt er weer voor de volle 30% (al is dit een zeer optimistische schatting) zal voor gaan, kan onze zomer alvast niet meer kapot. Ivan.

 

Zondag 5 augustus 2013. Oosterzele. We verzamelen om 8u30 aan de kerk voor een ritje met de fiets naar Oosterzele.  Er is ook nog een tweede delegatie die met de wagen naar Bornem gaat om daar de fiets-dodentocht te rijden.  Onder hen herken ik Nancy, Carlo, en de familie Neus met Tom, Veerle en zoon Warre.  Wanneer een nieuw gezicht zich achter ons posteert, leg ik hem de twee mogelijkheden uit, maar hij had via den blog al gelezen van den uitstap naar Oosterzele en zijn keuze was al gemaakt.  Bij nader toezien blijkt het dan nog ne gebuur te zijn ook, Geert Van Nieuwenhuyse uit de Scheestraat.  Reden nog mee naar Oosterzele:  Els, Rudy R, Rudy DC, Luc K, Patje R, Stefan I, Peter R, Danny F, Philippe D, en ikzelf.  Volgens Rudy is de rit naar ginder een goeie 16 km lang, maar een onderbroken brug oven de E40 verplicht ons tot een omleidingske, waardoor ik al met een dikke 21 km op de teller (van thuis) aan de inschrijving aankom.  We vertrekken allemaal samen, met in het achterhoofd de bedoeling om indien nodig bij een van de splitsingen voor een kortere afstand te kiezen.  Het gaat zoals gewoonlijk goed vooruit, en de warmte plus het heuvelachtig parcours met enkele nijdige klimmetjes, maken het behoorlijk lastig.  Toch geeft onze nieuwkomer geen krimp.  Als ik hem aan de eerste bevoorrading vraag of ik zijn papieren eens mag zien, vraagt hij mij verwonderd wat ik bedoel.  Als ik hem zeg dat hij toch wel over goede papieren moet beschikken om zomaar van den eerste keer met De Modderfokkers mee te rijden, zie ik zijn oogskes blinken van contentement.  Na het laven van de dorstigen en spijzen van de hongerigen, vervolgen wij onze tocht.  Rudy, die nog altijd in bloedvorm verkeert na zijn 3-weekse trainingsstage doorheen Frankrijk, stelt voor om vanaf nu een beetje door te fietsen, en zo geschiedde.  Met als gevolg dat er hier en daar al eentje (waaronder ik) naar asem moet happen.  Blijkbaar krijgt onze neofiet het ook al een beetje lastig, want even later hoor ik achter mij ineens wat gerammel.  Geert heeft zich verslikt in een bocht, en bijt in het zand.  Of zou het toch de vermoeidheid zijn die begint parten te spelen.  Aan de tweede bevoorrading komt hij me vragen of dit het normale tempo is dat wij anders ook rijden.  Ik antwoord dat het voor mij eigenlijk ruim rap genoeg is, maar dat dit voor de rest dagelijkse kost is.  Zijn oogskens worden ineens een stukske doffer.  Wanneer we terug op weg gaan voor het laatste deel van onze rit, komt Rudy DC met het lumineuze voorstel om eventueel een stukske van de rit af te snijden.  Als je de keuze krijgt om na de rit op het terras van De Beize, eentje op een rappeke, of twee op ’t gemak te drinken, is de beslissing rap genomen.  Blijkbaar waren er nog van ’t zelfde gedacht, want als we ter hoogte van de grote baan richting Wetteren komen, zegt Geert iets dat klinkt als “hemoetopmijniemeewachteeeeeh, ga alliieernaarhuissj”.  Hij zou toch beter een beetje dictielessen volgen bij zijn vrouwke Els, die logopediste is, want zijn uitspraak laat serieus te wensen over. Gelukkig begrijpen Clerqsken en ik zijn bedoeling, en vergezellen hem op de terugweg.  Op de Scheldedijk tussen Wetteren en het pompstation aan de Vaart stelt Geert zelfs nog voor om ook nog een stuksken op kop te rijden. Zijn benen zijn blijkbaar wa beter, en zijn praten begint ook weer te lukken.  Zo hebben we ze graag zie, tot op het been gaan, en dan toch nog een tandje proberen bijsteken.  Aangekomen in De Beize, feliciteer ik hem nogmaals met zijn knappe prestatie.  Van den eerste keer 80 zware kilometers, dat zullen er hem weinig nadoen.  Een half uurke later komen Danny en Els er ook aan.  Zij waren al verder gereden terwijl de lekke band van Stefan hersteld werd (ook een manier om een pauze in te lassen). Els ziet er een beetje verslunst uit en zegt dat we neig bedankt zijn om zomaar zonder iets te zeggen te vertrekken, en haar aan haar lot over te laten.  Als we haar erop attent maken dat we het nochtans gezegd hadden, antwoordt ze bitsig dat we het dan nog een keer moeten zeggen, want dat ze niet luistert als ze moe is.  Daar is natuurlijk weinig tegen in te brengen. Ivan.

 

Zondag 1 september 2013. Plaatselijk. Begin van een nieuw schooljaar, dus de zomer loopt op zijn laatste poten.  Het begint al een beetje frisser te worden, maar we houden het droog.  Veel volk op ’t kerkplein voor een plaatselijk ritje.  Geert kan al meteen aan de slag als mechanieker, want het achterwiel van Els draait voor geen meter.   Blijkbaar heeft zij vorige vrijdag een tuimelperte gezet waardoor haar remschijf gebogen is, maar na wat plooi- en trekwerk is dit euvel rap verholpen.  Na kort overleg, besluiten we het toerken van onze midsummerride nog eens te rijden, kwestie van het geheugen van de rapvergeters een beetje op te frissen.  We besluiten ook via Wetteren af te komen om daar een beetje morele steun te betuigen aan Steven De Mey die er om 11u15 een kermiskoers rijdt tegen de plaatselijke vedetten.  Wij zijn  met 9:  Rudy R, Rudy DC, Axel, Danny F, Els, Luc, Geert, Jo en ikzelf.  Rudy V neemt de rest op sleeptouw:  Nadine, Jurgen en Karine, Guy, Carlo en Johan P.  Ook zij zakken na hun rit af naar Wetteren.  We vertrekken aan een gezapig tempo, en nemen hier en daar een extra lusken bij om toch een beetje kilometers in de benen te hebben.  Hierdoor ontstaat wel een beetje verwarring over het te volgen parcours, waardoor we er in slagen om voor Uitbergenbrug al een paar keer verkeerd te rijden. Toch maar beter dat Rudy een beetje vooraan komt rijden, zodat hij ons feilloos door de wegeltjes en paadjes van Lede, Serskamp, Impe en omliggende kan loodsen.  De wegeltjes zelf liggen er poerdrooge bij, en zelfs de vermaarde modderpoelen in de bossen zijn nagenoeg opgedroogd. Het nadeel hiervan is wel dat het behoorlijk ‘stampen en dagen’ is, maar da groepken is hier dan ook van de streek.  Het lijkt wel een ritje te worden om goed uit de doppen te kijken, want overal waar er iets in de weg kan lopen of staan, is dit meestal het geval.  Het is dan ook serieus verschieten, als we na een blinde bocht oog in oog komen te staan met een ruiter met paard.  Even verder doet Els waar ze de laatste tijd zeer goed in is, ne keer vallen.  Gelukkig in ne malsen gracht en midden in de bossen, waar niemand buiten ons haar gekrijs kon horen.  Stel u voor dat iemand dit toch gehoord had, en daarna 8 mannen en 1 vrouw den bos ziet uitkomen.  Ze zouden er nog slechte gedachten van kunnen krijgen.  We vervolgen via Schellebelle richting Wetteren, waar Danny ons een rondleiding geeft door de straten waar hij opgroeide.  Rudy wordt er zowaar stil van, en besluit dat Danny al bij al nog goed terecht gekomen is, als je bekijkt van waar hij komt.  Na een kort intermezzo aan CC Nova, waar de aankomststreep van de koers lag, keren we terug naar Kalken.  Bij aankomst op het terras van De Beize worden we opgewacht door Annemie en Machteld, die met den fiets bij den bakker waren gereden, maar hiervoor toch in volle koerstenue waren gesprongen.  Later komen ook nog Johan VH en vriendin Sabine aan, die op verplaatsing gingen fietsen.  En terwijl Koen zijn pinten tapte, tapte Guy moppen, waarvan ik jullie er eentje niet wil onthouden: 

Waarom geeft men na de geboorte het kindje een klets op de billen??? 

Bij de domme kindjes valt het piemeltje er dan af. Ivan.

 

Zondag 17 november 2013. Sidmarbossen. Dertien man verzamelen op het kerkplein, den enen al wat rapper dan den anderen, bedoele wel de ure van aankomst hé.

Bij de vraag waar rijden we naar toe, wordt er naar mij gekeken en bij mij est rap beslist; naar mijnen bos (weeral). Maar tes vele op de boane en den bos ligt goe, kheb zaterdag al ne keer weesten kijken. We bollen goe deure naar ginder zonder te overdrijven.

Na x-aantal keren naar ginder te hebben gereden zijn er nog altijd die ulderen weg niet weten, laat staan in den bos. Ne keer daar gekomen gaat Jo als eersten, het kort draaien en korte klimmekes gaat hem eigenlijk nog goed af, té al anders geweest. Kmoe hem wel zeggen langs waar hij moet rijden en tes tan nog ne keer mis. Dan komen de echte mannen naar voor, zijnde Jan, Steven en Stefan, ook Rudy R, Gert en Dirk schuiven op, maar tzijn de eerste drie die verkeerd afslaan ook al roepek rechts. Een beetjen verder zeggek tegen Gert rechts volgen, doch de pijlkes van een rit uit Zelzate wijzen naar den anderen kant en ja, mee drei man verkeerd, Gert, Luc en Danny (tes misschien wel niet volledig just maar kwille toch iedereen ne keer vernoemen). We zien ze rijen op een verkeerd pad en stoppen om weer te hergroeperen. Op dat moment komt er iemand toe en die valt. Kweet nie hoe dant komt maar peize direct dant Mario es, maar twas nen kerel die den tocht van Zelzate volgde en die was ook al mis. Uitgeleefd in den bos keren we weere naar Kalken.

Axel, ja die was er ook bij (den top van het klassement verandert nie want Yvan es ook mee), krijgent soms wat moeilijk en Rudy geeft hem een duwtje in de rug. Hij voelt ook dat er nog een banane in zijnen zak zit, en die wordt tot mousse vervormd. In de Beize, als Axel just weg es wordt er gezei dat hé den volgende keer ook nen betterfoodkoek en nen appelsien moe meebrengen om fruitpapken te maken. En hij nodigt ons dan nog uit om ‘s namiddags wijn te gaan proeven.

Langs de moervaart est veneir van tselfste Stefaan op kop, Mario, Axel en Jo vergeten af te slaan naar het domein, om te pesten wordt nu wel wat rapper gereden en tuurt tot aan de zwemkomme veur dan ze der weer bei zijn.

Via Doorselaar, zonder te stoppen bij Marc Fiers, bollen we goed deure. Op de brug in de Bontinckstraat zijn er nog een paar dient lastig krijgen. Luc die we nog nie veel gezien hen rijdt  op de Gavere op zijn koussevoeten weg om op die manier de snelsten te verrassen, maar dat es buiten Rudy gerekend. Die maakt een inhaalbeweging en nen spurt terzelvertijd en rijdt iedereen voorbij of uit het wiel. Ook Luc, die nen uitleg zoekt bij nen auto aan de Pennemansboine. Hoe dan ze hier genen seingever zetten?

Achteraf kijkt Rudy op zijnen GPS en zegt: ‘Ter staat 54 km (per uur) op’. Mario reageert direct: “Bij mij 58 km (rit)”. Zo hé, iedereen weer gelijk.

Arriveren nog in de Beize; Guy, Annemie en Johan P. Rudy DC

PS. Of anders samengevat: ’s morgens met Axel richting Axel en ’s namiddags wijn gaan proeven bij Axel. Mario

 

Zondag 15 december 2013. Sombeke-Waasmunster. Veel volk op de afspraak voor een ritje Waasmunster. 15 man sterk: Luc, Mario, Stefan, Axel, Gert, Geert, Jo, Jan, Dirk, Bart, Peter, Ivan en de 3 Rudy’s. Al was er eentje van de 3 die het kerkplein niet haalde, je mag ne keer raden wie. Mario, die op een deftig uur terug thuis moet zijn, vraagt of er liefhebbers zijn om een plaatselijk toerke te rijden, maar het vooruitzicht van de Waasmunsterse bossen laat hem alleen met zijn plan. Hij besluit dan toch maar mee te rijden met de rest van de bende. Zo hebben we ze graag sie. Zelfs tegen zijn gedacht meerijden om toch maar zijn makkers niet in de steek te laten. We vertrekken aan een gezapig tempo richting Zele, maar we zijn nog maar net voorbij Overmere-Donk als Stefaan lek rijdt. Na een beetje gefoefel en gepruts blijkt uiteindelijk dat zijn sjoepappe ook nie veel meer waard is, alléé, die van zijne band toch. Hij besluit dan maar zijn ware aard te tonen, en terug te keren voor een plaatselijk ritje met de dames. Bij aankomst in Sombeke zijn we al goed opgewarmd met een dikke 20 km op de teller. Daar worden we opgewacht door Frank Vandesteen en vriendin, een prettig weerzien na al die maanden van afwezigheid. Wie, zoals gewoonlijk goed berijdbare zandwegeltjes en de Waasmunsterse bossen verwacht, komt serieus bedrogen uit, want al meteen na de start krijgen we een ferm ploeterstuk voor de wielen. Axel, die met een beetje voorsprong vertrokken was, wacht net lang genoeg tot we hem terug in het vizier hebben, om een sierlijke buiteling in de modder te maken, en ons zo te laten meegenieten van zijn dolle capriolen. Een paar kilometer verder, op een volgende modderstrook herhaalt hij zijn stunt, met dit verschil dat hij nu op zijn andere zij gaat liggen. Even verder worden we opnieuw een slijkwegel ingestuurd, maar een van ons ervaren gidsen weet dat dit een lus is van een 2 tal km die er zeer slecht bij ligt. Hij stelt voor om deze beproeving aan ons te laten voorbijgaan omdat we zonder dit stuk ook wel aan ons kilometers zullen geraken. Iedereen is akkoord behalve Axel, die naar eigen zeggen toch al vuil is en op zijn eentje verdergaat. Waarschijnlijk wilde hij zijn verdere duiken in intiemere sfeer beleven. Bij momenten is het zeer druk op het parcours, en zo nu en dan staan we echt in de file als enkele minder technisch begaafde voorgangers er een wandelingske van maken. De nodige rustpauzen spelen wel in mijn kaart, waardoor ik vlot meedraai in de voorste gelederen van de bende. Opeens horen we van achteruit geroep en gefluit, het sein om even te wachten. Als ik vraag op wie, krijg ik het antwoord, “Ha, op Ivan, zeker? ” Hawel, da vind ik nu wel straf sé. Meestal moet ik zeggen dat het een beetje te rap gaat, en dat ik mij laat uitzakken, maar nu moet ik al beginnen zeggen dat ik mee vooraan zit. Bij aankomst aan de bevoorrading staat ons kilometriekske al op 50 km en het uurwerk op kwart voor elf. Mario besluit van hieruit de kortste baan naar huis te kiezen om toch nog voor de noen in Kalken te zijn. De meesten onder ons durven de wijsheid van een professor niet in vraag te stellen, en delen zijn besluit. Enkel een paar die-hards besluiten de toer uit te rijden. Voor de terugtocht krijgen we wind op kop, en van de goede benen in ’t begin van de rit is niet veel meer te voelen. Als ik zeg tegen Geert dat het schaop verre de prt af is, antwoordt hij dat er nog wel een paar schapen in de kudde zitten. Gelukkig kan ik rekenen op de compassie van mijne gebuur Clercksken, die met een leegloper zit, zijn achterband dus. Hierdoor krijgen we toch noch 2 kleine rustpauzen om even bij te pompen (Rudy zijn band, en wij, schapen, ons krachten). Een eindspurtje zat er niet meer in, maar we waren toch al geklopt door de dames die ons al zaten op te wachten in De Beize voor de vaste zondagmiddagaperitief. Ivan.

 

Zondag 2 februari 2014: Moerbeke en Sidmar bossen. Op algemeen verzoek, nog ne keer een verslagske, want het is niet omdat er niet geschreven wordt, dat De Modderfokkers ook niet rijden.  Al is er van modder de laatste tijd niet veel sprake, want door de natte kwakkelwinter, kiezen we de laatste weken nogal vaak voor een ritje op de weg.  De aangekondigde rit naar Hamme-Zogge ( of Hamme-Zochte zoals Rudy het noemt ) valt door de overvloedige regen van vorige nacht ook in het water.  Danny had gisterenavond nochtans veel reclame gemaakt, en ten stelligste beloofd aan Jonathan Driessen dat hij zeker zou rijden.  Niet dus. Wie er wel waren: Jonathan dus, Rudy Rogiers, Vergeylen en De Clerck, Jo en Patrick Roels, Dirk De Boever, Luc Krick, Gert Vergult en ikzelf.  In plaats van een zoveelste ritje op de weg stelt Clerksken een toerke  voor dat hij vorige week is gaan verkennen.  De kanten van Moerbeke heeft hij een stukske bos gevonden waar het al bij al nog redelijk deftig ligt. Op een lang en lastig stuk kassei tussen Eksaarde en Moerbeke worden de beentjes voor de eerste keer getest, en ik stel met plezier vast dat ik al bij al vlot mee ga met de bende, al begint het op het einde toch serieus te pieken.  Gelukkig krijgen we na deze beproeving een rustiger stukje ingelast, kwestie van iedereen een beetje op adem te laten komen. Als we al een tijdje in de Moerbeekse bossen aan het rondcrossen zijn, beginnen we toch te beseffen de ene zijn “deftig” voor een ander eerder ne vettigen boel is.  Terwijl we na zo’n deftig ( vettig ) stukske bos even halt houden voor een hergroepering, merkt Rudy R op dat het tussen de plassen toch vrij droog is, en dat er inderdaad bijna geen modder ligt, enkel aarde gemengd met water.  Na een verbindingsstukske over de weg pikken we als vervolg nog de vaste toer in de Sidmarbossen mee, waar we ons hartje nog eens kunnen ophalen, en waar het wel nog deftig ligt.  Toch slagen zowel Jo als Jonathan erin om een tuimelperte te zetten.  Ik weet nu niet wie eerst onderuit ging, was het nu JonaJonathanofJonathannaJo?  Speelt geen rol, als het al zo moeilijk is om te lezen, dan is het zeker niet makkelijk om te onthouden.  De reden van hun duik? Bij Jo kunnen we het excuus inroepen dat hij zijn nief vliegmachien nog niet volledig onder controle heeft, en bij Jonathan zal de vermoeidheid er wel voor wat tussen zitten.  De terugweg naar Kalken wordt voor hem zelfs een ware beproeving, want zomaar meerijden met de grote mensen zonder voorbereiding laat zich op het einde wel voelen.  Maar met hier en daar een duwtje in de rug haalt hij toch de aankomst, al hangt hij op het laatste eerder onder dan tussen zijne kader.  Toch ne dikke chapeau voor Jonathan om na vele maanden zonder fiets, en ondertussen een paar kindjes opvoeden een geslaagd wederoptreden te maken.  Daar kan zijn uitdager Danny nog een lesje van leren. Ivan.

 

Zondag 16 maart 2014. Waasmunster. Ik ben nog maar halfweg de Schriekstraat als er al nen gast ik mijn wiel komt hangen.  Bij nader inzien heeft hij hetzelfde truiken aan als ik en blijkt het buurman Rudy De Clerck te zijn, die van een paar honderd meter verder kwam dan ik, en al meteen een gat mocht dichtrijden.  We rijden op ’t gemakske richting Kalkendorp waar we op een verlaten kerkplein toekomen.  Maar ja, wie komt er nu op tijd op de afspraak, of zelfs een paar minuten te vroeg.  Toch komen er nog een paar voor de klokslag van half negen aangereden:  Peter Rottier, ook van ’t Hussevelde, maar een beetje later vertrokken dan ons, Karel Verhoeven, Bijna van ’t Hussevelde,  Dirk De Boever kwam van Laarne maar had meewind, Jo Roels maar die woont in ’t dorp, Axel Troch, ook van nie ver, en Patje Roels ( ook meewind ).  De rest kwam naar goede gewoonte op Kalkens uur: Danny Fack 8.31u, Luc Krick en Stefan Imschoot 8.32u, en Rudy Rogiers 8.33u.  Zelfs vroeger dan normaal, maar dat komt door zijne nieuwen velo.  3 minuten rapper op 3km, dat belooft voor straks.  Met z’n twaalven in totaal voor een plaatselijk ritje richting Waasmunster.  Eigenlijk zouden we met 13 geweest zijn, want Mario had aan Karel beloofd ook zeker van de partij te zullen zijn.  Niet dus, waardoor er eentje niet gelukkig was om zonder zijn boezemvriend op pad te moeten.  Ik tracht Karel nog een beetje te troosten, en zeg hem dat hij nog wel een paar nieuwe vriendjes kan bijmaken, maar ontgoocheld als hij is gaat hij bij momenten van pure colleire keihard op kop rijden.  Tot zover de nieuwe vriendjes.  We zijn nog maar net aan de windmolens van de Bontickstraat als Dirk te kennen geeft dat zijn voorband een beetje te plat staat en een beetje moet bijgepompt worden.  Danny, pomper van dienst, klaart de klus in een wip en we kunnen verder vlammen. De Durme-dijk van Lokeren naar Waasmunster is ook zo’n stukje waar naar goede gewoonte deftig wordt doorgevlamd met snelheden tussen de 35 en 40km/u. Het stuk onverharde dijk dat daarop volgt ligt er ook vrij goed bij, waardoor ook hier de teller tussen de 30 en 35/u blijft schommelen. Gelukkig krijgen we na dit lastig stuk een korte pauze voor een technische interventie.  De band van Dirk blijft het blijkbaar toch niet houden en moet hersteld worden, waarna Danny opnieuw zijn pomptechniek kan laten bewonderen.  Eens aangekomen in de Waasmunsterse bossen is het weer genieten van de mooie wegeltjes waarvoor deze rit garant staat.  In groot contrast met de massa’s water en modder van de vorige weken, krijgen we hier en daar zelfs al een paar zandstroken voor de wielen.  Het ooit zo plezante golvend stukje langsheen de E17, ligt er door boomvellingswerken niet zo goed bij, met hier en daar een paar uitstekende stenen.  Jo probeert deze stenen terug in de grond te stampen, maar rijdt hierdoor wel zijn achterband lek.  Tijd voor een volgende depannage, en voor Danny wordt het nu bijna pompen of verzuipen.  Eigenlijk verdient die gast toch wel een dikke proficiat voor zijn barmhartigheid, want vorige week hielp hij ook al een 80 jarige wielertoerist uit de nood.  Ook die had problemen met zijn achterband, en Danny deed wat hij zo goed kan, pompen.  En ook al is dat dan het enige wat hij zo goed kan, toch een welgemeende chapeau. Via de Mira-brug rijden we eerst nog een lusje naar het Pilleceinbos, waarna bij het terugkeren de liefhebbers het gewijzigde BMX parcourtje kunnen verkennen.  Patrick laat zich toch verrassen door een van de aanpassingen en maakt een kleine uitschuiver.  Niet erg, maar wel in ‘t verslag.  De terugweg naar Kalken gaat via Hamme met wind op kop, dus is het kwestie van u zo goed mogelijk weg te steken achter de tempobeulen op kop.  Maar plotseling, ergens ter hoogte van Zele is Axel het beu, en houdt hij de pedalen stil.  Teveel last in zijne rug.  Nie moeilijk, met al dat geduw.  Het tempo gaat 5 per uur naar omlaag, en zo kunnen we zowaar een babbelke slaan met de gast naast ons.  In mijn geval met Peter.  Als ik hem vraag of hij weet dat de oorspronkelijk naam van Cafe De Beize, Den Hollander was, valt hij bijna van zijn velo van ’t verschieten.  “En waren dat dan ook echt Nederlanders die de zaak uitbaatten?” vraagt hij. Nee, antwoord ik, dat waren naar het schijnt sympathieke mensen.  Bij aankomst in De Beize is het zoeken voor een plaatsje want onze vaste stek blijkt ingenomen door een paar sympathieke lopers. Hierdoor moesten de damesfietsers en begeleiders op de plaats van de kaarters gaan zitten, en wij aan de hoge tafelkes van de zondagmiddag-aperitievers.

Bijgevolg de volledige planning en tafelschikking overhoop. Volgende week toch misschien een beetje vroeger afzakken, of vragen aan Koen dat hij reservaties aanvaardt? Ivan Rogiers

 

Zondag 13 april 2014: Lede. Niet meer dan zes liefhebbers voor een plaatselijk toerke, maar daar zullen de ritten van gisteren wel voor iets tussen zitten.  Een deel van de dames en heren reden een liefdadigheidsrit voorheen gekend als de rit van de gouverneur en een zestal macho’s (eigenlijk masochisten) gingen hun benen en zitvlees testen in de Parijs-Roubaix voor amateurs.  Wij, Danny Fack, Patrick Roels, Axel Troch, Niels Troch en ikzelf reden onder bekwame begeleiding van Mario Vaneechoutte een van zijn trage wegel-ritjes.  Bij de start krijg ik het verzoek om nog eens een verslagske uit de mouw te schudden.  Ik beloof mijn best te doen, maar enkel en alleen als er iets de moeite waard is om te vermelden.  We vertrekken langs den Boombos en duiken aan het gewezen zoutfabriek al meteen de Kalkense Meersen in en rijden zo via Schellebelle, Uitbergen, Wichelen richting Lede en Erpe Mere.  De terreinkennis van Mario wordt danig op de proef gesteld, want de smalle, soms onbestaande wegeltjes liggen goed verscholen tussen overhangend struikgewas en smalle doorgangen.  Graafwerken voor een nieuwe verkaveling langsheen de spoorweg ergens tussen Lede en Erpe-Mere laten de GPS en hersenen van Mario op tilt slaan en even weten we begot niemeer waar we zijn.  Gelukkig komen we na even zoeken toch weer op bekende wegen terecht.  Net op tijd om aan te sluiten op een nieuw stuk wegeltjes dat hij nog ergens tussen de soep en de patatten gevonden had.  Dit nieuw stukske brengt ons tot in de buitenwijken van Aalst, en het moet gezegd worden dat er een paar schoontjes tussen zaten.  Als we weer inpikken op het gekende parcours beginnen we aan mijn favoriete deel van deze rit: “de watermolentoer”.  De eerste watermolen die we aandoen is de Cottem-molen. Hier houden we een korte drinkpauze met onze ervaren gids, die niet alleen bioloog, maar ook amateur ornitoloog en liefhebber vogelaar is.  Hij vertelt ons dat dit een van de weinige plaatsen is waar de zeldzame gele kwikstaart kan gespot worden. En opeens ontwaart mijn arendsoog de gele kwikstaart, terwijl die andere kiekens er op staan te kijken gelijk nen uil op nen kluit.  Ziehier beste lezers de reden van dit verslag.  Ik slaag er zomaar in op in één zin vier vogelsoorten op te noemen.  Al is het spotten van zo’n zeldzaam vogeltje toch ook speciaal.  Na de rest van Mario’s uitleg over verdwenen soorten zoals de grijze roodborst en purperkop-flierefluiter vervolgen we richting  Rabbautsmolen (Kloosterstraat, Lede), waar we verder geen opmerkelijke waarnemingen meer doen.  Op de terugweg naar huis doet onze West-Vlaamse vriend er nog een schepke bovenop.  Om zeker in het verslag te komen, fake’t hij tot twee keer toe een val.  Een eerste keer leutig, want bij zijn tuimeling horen we iets kraken in zijn achterzak.  Gelukkig was het iets dat kraakte onder zijn rug en niet zijn onderrug zelf.  De tweede keer nog leutiger, want terwijl hij ligt te rollen in het gras, neem ik vlug zijne velo en ga er mee aan de haal.  Spijtig was het wegeltje net te smal om met 2 fietsen naast elkaar te rijden, waardoor hij mij snel terug kan inhalen, anders had hij wel een paar kilometer mogen stappen.  De derde molen, die aan de Boondocks in Wichelen gunnen we geen stop meer waardig wegens niet in werking.  De laatste kilometers richting Kalken doet Patje ook zijn duit in het zakje.  Aangezien zijn kennis van vogels niet veel verder gaat dan de huismus, beperkt hij zich tot een beetje te gaan vliegen, en jaagt het tempo boven de 40 km/u.  Goe bezig.  Wegens de paasvakantie van De Beize wijken we uit naar Den Schorpioen, waar we dit gevleugeld ritje afsluiten tussen de kippen en hanen op het terras.  Als laatste vermeld ik ook de aansluiting van nieuw Modderfokker-lid Niels Troch, die zich goed uit te slag wist te trekken tussen gasten van 2 keer zijn leeftijd. Ivan Rogiers

 

Zondag 11 mei 2014. PLAATSELIJK (versie 1)

Na een paar weken afwezigheid door omstandigheden, heb ik mijnen hoed in de valieze gestopt. Klokslag half negen arriveer ik op het kerkplein. Yvan, Thomas, Jo en Stefaan zijn al paraat. Danny komt iets later toe en Rudy is, als laatste, naar zijn gewoonte ook nog vroeg.

Ik moet, met de nadruk op moeten, vroeg thuis zijn alsook Thomas. Moederkensdag zit hier wel voor iets tussen denk ik. Er wordt dan ook niet naar Puivelde gereden en kiezen we allen voor een plaatselijk ritje. Danny neemt de leiding, hoewel dak peis dat hij eigenlek nie goe weet waor dat é naor toe rijdt. Rudy  wordt al rap onze nieuwe gids.

Eens aan de brug van Uitbergen gekomen, wil Jo eens tonen wat hij in de dardennen heeft geoefend. nl. bergop rijden. Wat hij niet weet is dat we boven op de brug naar beneden rijden richting dijk. Enkelen moeten terug keren, de gebroeders Rogiers rijden in het gootje naast de trap naar beneden. Ikzelf en Jo kiezen het zekere voor het onzekere en rijden langs de weg naar beneden. Stefaan stopt bovenaan de trap en gaat uiteindelijk te voet naar beneden, alsook Danny denk ik (mocht het anders zijn mijn excuses). Rudy en Jo nemen een groot stuk van de tegenwind voor hun rekening.

Onderweg rijdt Jo plat, de sause komt langst alle kanten uit zijnen tubles maar na een paar pogingen om de band op te pompen, steekt Danny een andere onderband. In Nederland zou men zeggen “Tis een echte fakman”. Na het herstellen van de band rij ik ook ne keer op kop maar tis al rap verkeerd. Maar tegen dat we in Houtem zijn heb ik toch ook mijn deel kopwerk tegen wind gedaan. Aldaar nemen we een steil hellingsken mee, maar daar verspert een boomstronk de weg, en die is er precies zo niet gevallen. Na het opruimen van het opstakel door onze voorzitter kunnen we nog een babbeltje slaan met enkele ruiters die van de andere kant komen. Danny is zelfs wat jaloers op de man want die is met drie jonge vrouwen op de baan. Hij daarentegen….

Na een helling komt er steeds een afdaling en dat is dan weer niet Jo zijn specialiteit. Hij begint wat te slippen en hij wil zo rap mogelijk stoppen. Dat lukt hem ook, hij neemt zijnen veurfrein en in minder dan nen meter komt hij tot stilstand.

We wachten beneden tot hij weer is rechte geklauterd. Ter wordt natuurlijk mee gelachen en bij het terug vertrekken  toont Yvan nog ne keer wat er gebeurd was met Jo maar dan uit stilstand. Maor k peize nie dat er Yvan om gedoan é zelle.

Uiteindelijk bollen we via Landskouter en Melle terug met de wind grotendeel in de rug.

Op de Scheldedijk steekt er nen wielertoerist voorbij tewijl Rudy zijnen alaambak nog aan samenrapen is. Hij blijft en stuk voor ons uit rijden en achter nen tijd begint het te kriebelen en kunnen we ons niemeer inhouden om hem terug in te halen. Tegen de passerelle est zu verre. Wat verder wordt er gewacht, maar Thomas is afgeslagen richting huis. Wij keren terug via den vaart. Op het einde van den dijk est vol meewind, gelukkig staat er een bord met max 50 km/u, want volgens mijn kilometrieksken bollen we 48,8 km/u.

De Beize is geen optie voor mij deze zondag. Wat nen voorbeeldige man zeg (maor veur hoelange). Rudy De Clercq.

 
Zondag 11 mei 2014. PLAATSELIJK (versie 2)

Het is een heel winderige ochtend en er wordt nattigheid voorspeld. Toch staan er om half 9 al  5 modderfokkers op het kerkplein. Als we uiteindelijk aanzetten zijn we met 7. Rudy Rogiers en Danny Fack zetten zich op kop om Jo Roels, Thomas Bisschop, Rudy De Clercq, Yvan Rogiers en Stefan Imschoot op sleeptouw te nemen voor een plaatselijk ritje. Zo staat dat dan toch op “den blog”: “8u30 PLAATSELIJK ritje”. Wie echter denkt dat we dan toerkes rond de kerktoren draaien om zo het uur van aankomst zo dicht mogelijk bij het openingsuur van de Beize te houden komt bedrogen uit.
We vertrekken vanuit KALKEN (uiteraard) en gaan (of rijden)  door de meersen tot bijna in SCHELLEBELLE om in UITBERGEN de Schelde over te steken (nog steeds met de fiets en wie zijn best doet kan KALKEN kerk nog steeds zien). Als er al een paar man over de brug is roept Rudy de troepen terug voor een afdaling langsheen de trapjes (waar op dat moment alleen de gebroeders Rogiers wakker genoeg voor zijn, of net niet) om zo over de houten vlonder de Sigma werken op te volgen.
Vervolgens houden we het PLAATSELIJK en rijden via SERSKAMP en OORDEGEM richting VLIERZELE alwaar we een groepje zogeheten baanjeanetten voor de derde keer tegenkomen. In een lang oplopend stuk zien we ze voor ons uit rijden tot plots Rudy zijn troepen rechtsaf stuurt, bij sommige niet geheel tegen de goesting. Het is op een PLAATSELIJK PLAATSJE dat Jo zijn moederkesdag krijgt in de vorm van een lekke(re) band. Pompier van dienst, Fackie, steekt wat lucht bij, in de hoop dat het tubeless gedoe werkt,  zodat we snel verder kunnen. Jo verliest heel wat specie, zijn band ook, maar het gaatje raakt niet dicht dus moeten we even voor LETTERHOUTEM opnieuw aan de kant om een andere band te steken. Omdat Rudy heel graag tegen de wind in blijft beuken rijden we nog wat verder om SINT-LIEVENSHOUTEM langs de andere kant binnen te komen. In Cotthembos ligt een mooi klimmetje maar achter de eerste bocht heeft iemand met boomstammen het pad geblokkeerd zodat we te voet moeten toekijken hoe de bomen vakkundig met de blote hand verwijderd worden. Net als we willen aanzetten komen er 1 ruiter en 3 amazones vanonder het gebladerte uit tegenovergestelde richting. Even een praatje maken met de drie amazones, denkt Fackie, ‘t is tenslotte ook Moederdag. Uit het gesprek blijkt dat ook zij aan een PLAATSELIJK ritje bezig zijn en ze vragen zich af in welk PLAATSJE we onze auto’s hebben geparkeerd. In het PLAATSELIJK dialect leggen we hen uit dat we eveneens onder onze kerktoren vertrokken zijn. Hiervan geheel onder de indruk maakt Jo wat verder een salto met fiets en al. Nog niet bekomen van het lachen gaat wat verder ook Yvan onderuit.  Rudy weet echter nog wat wegelkes liggen die ons via OOSTERZELE en SCHELDEWINDEKE tot in MOORTSELE brengen. Het is daar dat we vaststellen dat, om terug ter PLAATSE te zijn tegen het afgesproken uur, er een tandje of 4 (pakt op een half gebit allez toe)  moet worden bijgestoken.
Geholpen door eindelijk een beetje rugwind gaat het flirtend met de 40 km/h vlot via LANDSKOUTER en GONTRODE richting MELLE. Over MELLEbrug nemen we het steile wegeltje rechtsaf richting Scheldedijk.
Hierbij verliest Rudy wat attributen, waar hij een tijdje moet naar zoeken, en kan de rest rustig verder rollend wat op adem komen. Als ik hem uiteindelijk zie aankomen waarschuw ik de rest dat er een manneke met een triatlonstuur achter hem aan komt en dat ze maar al snelheid moeten beginnen maken om mee te zijn. We laten die gast passeren maar ….. euh  …. tja … dat doet toch zeer en we besluiten de achtervolging in te zetten, ’t is ten slotte een PLAATSELIJK ritje en dus ons domein. Da manneken heeft da door en voert ook zijn snelheid op. In KWATRECHT zie ik Jo schudden gelijk Blanche zijn huisdier en hangen er een paar tussen de kader. Rudy R, Danny, Rudy DC en ikzelf maken er een ploegentijdrit van en halen ‘t manneken bij aan net geen 50 km/h. Vlak daarna draait hij een parking op in WETTEREN en keert terug op zijn stappen. Via de Vaart die toch bijna in SCHELLEBELLE ligt, komen we dan toch terug onder de kerktoren terecht.  Zo PLAATSELIJK kan een PLAATSELIJK ritje dus zijn. Stefan Imschoot, verslaggever ter PLAATSE

 

Zondag 18 mei 2014. Berlare.

Staan aan de kerk: Ivan (weeral als eerste, en wat blinkend van de zonnecrème of van het kettingvet), Karel het standbeeld (die stond daar eigenlijk al veel eerder), daarna ik, Jo, Patje, de witte Krick, Rudy Vergeylen, Karel (de echte), en als laatste (of wat had je gedacht), de voorzitter hemzelve. Met 8. Helaas, helaas, Danny Fack is er niet, de helaasheid der dingen.

Zegt Ivan: Mario, de mensen vragen naar nog eens een deftig verslagske, maar ik heb geen tijd. Wil jij het doen? Ba ja, denk ik, als zelfs Stefan Imschoot zich al geroepen voelt om verslagskes bijeen te pennen, waarom ik niet nog eens? We rijden naar de toertocht van Berlare. Ik heb mijn GPS mee in de hoop dat er wat nieuwe wegels tussen zitten die ik dan kan oppakken, en we worden niet ontgoocheld. Veel nieuws (voor mij toch), hallelujah. De voorzitter moet om 10 uur thuis zijn, want hij moet naar de 20 km van Brussel om VIPs (Very Impotent People) rond te voeren, dus op de dijk naar Berlare gaan we rond de 38 induur vooruit. Als we willen vertrekken in Berlare is het even wachten op Patje. De ingewijden weten waarom.

Het tempo is voor de echte Akes gezapig, maar voor Ivan en mezelf is het tamelijk moordend. Maar we zijn taaie en bijten ons erdoor. Gewoon een voorbeeld: Zegt Rudy V: “Ja, mijn banden staan wat hardgepompt, ik ben gisteren nog efkes op de baan gaan rijden. Honderdvijftig kilometer.” En dan verwachten ze van mensen gelijk Ivan en mij dat wij meekunnen! Een eind verder worden we voorbijgestoken door 2 man. Niet van onze gewoonte dat dat gebeurt, maar kijk: het zijn gedomme modderfokkers. Echter, ik heb die nog nooit gezien en alleen Rudy V kent de betrokkenen in kwestie, waaronder ene Marius, één brok spier. Even verder hebben ze het moeilijk om bij te blijven en ik denk, dat zijn er weeral 2 die hun lesje geleerd hebben: steek nooit de Akes voorbij, zelfs niet als ge zelf een tenuke van de fokkers hebt kunnen kopen, en zelfs niet als de Akes wat trager rijden dankzij een pipo gelijk ik. Maar kijk, ze slagen erin om de hele rit bij ons te blijven, al moet de Marius nog een beetje leren in groep rijden. Zo is het aan een scherp afzinkske, even wachten. Als het mijn toer is om neder te dalen, steekt de Marius mij gewoon voorbij. Aanstaande moeders, noem uw zoon Marie, of in hoogste nood zelfs Guy, maar nooit ofte nimmer Marius of Mario, want dat geeft niets als ellende voor de rest van uw verdere leven. Juridisch gezien heb ik nu het recht om die gast een eind verder in den decor te rijden, al zal ik heel wat gewicht in de schaal moeten leggen. Maar zoals het spreekwoord zegt: Een verbitterd man, is het gewicht van 2 waard. Maar aangezien ik al wat van jaren ben en wat minder door hormonen wordt geplaagd, en die gast zijn naam tenslotte ook tegen heeft, hou ik mij maar verstandig.

Trouwens, weeral niet gevallen. Dat komt ervan als je voor de VZW VIGO rijdt: Vallen is Geen Optie.

Op weg naar huis euh De Beize rijden we nog de dames voorbij en ik herken Guy (euh!?), Carla, Nancy en Annemie. Het tempo gaat de hoogte in, want we willen op tijd arriveren voor de après VTT. Guy en een kleine pikken aan, moeten nog eens lossen, maar omdat het nog efkes stilvalt, komen ze weer bij. Eerst Jo, en dan Karel, ontbinden hun duivels. We vliegen door en over het landbouwsas van de Uitbergse straat. Raar, maar daar voel ik me altijd in mijn sas! De eindsprint wordt door Rudy V gewonnen, maar wat de gasten niet weten is dat de officiële eindmeet aan het laatste zebrapad voor de Beize ligt. Wijl de denkbeeldige winnaars uitbollen – de sprint véél te vroeg ingezet hé mannen, kan ik me nog net voorbij smijten en zo win ik mijn eerste rit in 15 jaar! En die kleine zit nog in mijn wiel ook. Maar potverdorie nog eens aan toe, zeg, die kleine, dat is Nadine Fack. Sjapoo, sjapoo.

Op het terras van de Beize komt het gesprek, via de Carolus die Nadine aan het nuttigen is, op het drank-ge/mis-bruik van sommige Modderfokkers. Maar zie naar Jo, zegt Nadine, wat die al allemaal achterover gekapt heeft, zo erg kan de drank niet zijn, gelijk die nog rijdt. Jamaar, zegt Rudy, Jo is een kat: hij heeft 7 levens. Waarop Guy repliceert (in plaats van gewoon eens iets te antwoorden of iets te zeggen, moet die gast altijd van die moeilijke woorden gebruiken): Neenee, Jo heeft 7 levers.

En dan vraagt Nadine aan Rudy: Mag ik nog eentje drinken, Rudy? Ik val bijkanst achterover. Bij ons thuis gaat dat just omgekeerd. Zo welopgevoede vrouwen, die dan nog zo kunnen fietsen, komt ge echt niet alle dagen tegen. En dat alles nog eens ondanks haar broer, helaas.

Nog even melden dat het Ivan zijn laatste dag als veertiger was. Welkom op tram 5, Ivan! Nu begint het leven pas … echt rap achteruit te gaan. Mario

 

IMG_0581.JPG

 

 

Zondag 25 mei 2014. Stekene. Geert S, Luc K, Rudy DC , Yvan R, Mario, Thomas B, Danny F, Niels T en Stefan I staan om 8u30 op het kerkplein.  Na wat flauwe lollen over afwezigen en hun echtgenotes worden er twee mogelijkheden geopperd. Mario stelt een ritje naar Sint-Lievens-Houtem voor, Rudy DC beweert ergens richting Stekene een nieuw bos te hebben gevonden. Een nieuw bos in Stekene ? Rudy DC speelt als extra troefkaart uit dat hij dat ritje reeds heeft verkend en er nog wel wat nieuws in zit voor de meeste.
Niet langer twijfelen dus en via “’t geboerte” gaat  het richting Lokeren waar ook Mario komt aansluiten. Het duurde even voor hij had begrepen dat het of met al zijn vrienden richting Sint-Lievens-Houtem was of richting Stekene mee met al de rest.

Het gaat aan een gezapig tempo langs Heiende en enkele Doorslaarse grintwegels richting Moerbeke. Na een opwarming op een kort kasseistrookje gaat het gas op een wat langere kasseistrook helemaal open. Dit tempo wordt langs de dijk richting Moerbeke aangehouden waardoor de achterste aan het lint plots begint te huilen. Nee niet Mario, maar Niels die een pilleken vergat te nemen tegen de hooikoorts. Het had dus niet te maken met de snelheid maar met de opstuivende graspollen. Hij kiest een beetje verder het hazepad en gaat thuis zijn pilleken zoeken.
Enfin wat later komen we aan in het beloofde land: het nieuwe bos. Het draait en kronkelt langsheen toffe wegeltjes en baantjes doorheen het bos en Rudy voelt zich in zijn sas. Na het kruisen van een groepje van 8 mountainbikers,  daarna nog eentje van een  5-tal, vervolgens nog eens diezelfde 8, besluit Yvan dat dit geen nieuw bos kan zijn maar dat het hier vermoedelijk al een tijdje lag. Rudy duikt prompt nog een wegelken in voor nog een ander lusje doorheen het bos.  Terwijl Danny zich verder bekwaamt in het aansnijden van bochten zonder daarbij een deel van het decor te verwijderen, drukt  Geert  de wens uit dat dat voor hem nog makkelijk een uur mag duren.
Helaas, in de overgang van bos naar veld zien we het bewijs ivm dat bos. Rudy had ons zelfs zeer goed liggen; het was geen “Nieuwbos” maar “Heidebos” en dat ligt er al lang. Meer zelfs: het maakt samen met het kloosterbos en nog enkele deel uit van de zandrug Maldegem Stekene. Voor de liefhebbers : check
http://www.natuurpunt.be/natuurgebied-heidebos_87.aspx

We keren terug via domein Puyenbroeck en de snelheid gaat omhoog. Mario heeft genoeg gedraaid en gekeerd en als we de baan verlaten voor nog een portie grint en draaien en keren gaat hij rechtdoor. Even voor Zevenekendorp zien we hem echter voor ons uit rijden. Waar hij nog net door het groen kan, wordt het voor de rest rood. Dat werkt als een rode lap op een stier tot we hem in de nieuwe Stationsstraat te pakken hebben.

Die mens heeft het nu al genoeg te verduren gehad en we blijven de rest van de mooie rit (bedankt Rudy) samen. Op het terras van de Beize krijgen we opnieuw gezelschap van Niels, die er ondanks het pilleken nog niet veel beter uitziet, maar ook van Dirk H, Ronny VH, Guy P, Johan P, Axel en Carla S. Als Annemie ook nog toekomt en met Carla een gesprek aangaat, laat ze hare Geert even gerust en kan de rest verstaan dat Rudy er ook nog ene geeft voor zijn verjaardag (nog es bedankt Rudy). Stefan.

 

Zondag 22 juni 2014. Plaatselijk. Tijd of geen tijd, goesting of geen goesting, inspiratie of geen inspiratie.  Sommige verslagskes moeten gewoon geschreven worden, en dit is er zo eentje.  Voor wie de Modderfokkerride van vorige vrijdag niet kon rijden, is er vandaag een herkansing.  De bedoeling is dat we allemaal toope, tegaar de rit nog eens op ’t gemakske overdoen.  De opkomst is echter zodanig groot dat we toch maar besluiten om op te splitsen in “de rappe” en de “iets minder rappe”.  Aangezien ik meestal nogal rap moe ben, kies ik tegen beter weten in voor de eerste groep.  We beginnen vrij rustig, maar bij de passage langs “den blauwen steen” wil Dirk DB toch de beentjes eens testen.  Het teken voor Guy om zich toch maar te laten uitzakken naar de 2e groep.  We blijven met 7 over voor een mooi ritje met toch weer een paar nieuwe passages, zoals het in aanleg zijnde stuk Scheldedijk van Wetteren tot bijna in Schellebelle.  Het parcours ligt er poeder droog bij, en in plaats van Modderfokkers zouden we beter onze naam aanpassen naar Zandstuivers.  Op een paar haperingskes na, ( den GPS van Dirk reageert nogal traag ) vinden we vlot onze weg, zelfs zonder gids Rudy R.  In een smal wegelken worden we even opgehouden door overstekend vee.  Een paar muttens voelen zich blijkbaar goed in hun sas bij die koeien, en het duurt dan ook even voor iedereen weer samen is. Na een lang en zwaar dokkerstuk houden we een korte plaspauze voor de mannen met de kleine blaas.  Ikzelf profiteer ervan om even op adem te komen en een zeup te drinken.  Wanneer we terug aanstalten maken om onze tocht verder te zetten, worden we door een wervelwind voorbijgeraasd.  Als de stofwolk wegtrekt, heeft er toch iemand opgemerkt dat het voorzitter Rudy R was die ons voorbij kwam geraasd.  Dirk DB krijgt het lichtjes benauwd en vraagt zich af of Rudy misschien een beetje nijdig is omdat wij te vroeg vertrokken zijn op het kerkplein, namelijk 5’ na het afgesproken uur in plaats van de gebruikelijke 7 minuten.  Gelukkig worden we na de eerst volgende bocht opgewacht door Rudy, die toch een kleine 200m nodig had om tot stilstand te komen.

En dan volgt het verhaal van de dag.  Rudy was effectief een beetje later, en kwam aan op een verlaten kerkplein.  Hij begint aan een inhaalrace, en ter hoogte van de Kalkense Vaart, krijgt hij groep 2 al in het vizier.  Hij ziet nog net dat Machteld in het wegeltje van den blauwen steen een beetje begint te sukkelen, en voet aan grond moet zetten.  Nadine, die er net achter zit, verliest op haar beurt het evenwicht en raakt niet meer tijdig uit de pedalen  Ze valt net niet in de beek, maar schuift op het gemakske toch in het water en gaat helemaal kopke onder.  Toch heb ik zo’n vermoeden dat zijn niet de enige is die het niet droog hield, want waarschijnlijk hebben er zich toch een paar bepist van ’t lachen.  Toch een sportief madammeke hé, ons Natte Nadine.  Niet alleen een getalenteerde fietster, maar nu ook al zwemster.  Als ze nu ook nog een stukske gaat lopen, wordt ze straks nog professioneel triatlete.  Nieuwe namen voor Nadine zijn welkom op de redactie, maar ik heb er al een paar.  Nadine Van Lierde, de waternimf, Nadine Ama (japanse parelduikster), Kabouter Blub, …  Tijdens de nabespreking in De Beize zijn de grappen dan ook niet mals.  Nadine, heb jij groen mechen in je haar?  Ha nee, het is nog wa puirekke.  Nadine, pas op, er zit nog nen puit in uwen achterzak.  Nadine, je krijgt een SMS’ke op uwen GSM,  Blub, blub, blub.  Gelukkig was het goe weer, en doet ze hopelijk gene fleuris op. Ivan.

 

17 augustus, Beize, Kalken. Drie van de verslaggevers, vlnr, Mario, Rudy DC, Ivan

http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/2564154-0553b36db6d9587049ca37ff694f0ac5.jpg

 

2 van de verslaggevers. vlnr, Ivan en Axel

 

2 van de verslaggevers (vlnr, Axel en Stefan), en Danny en Johan

http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/2564154-8a5e9f88d87e04915875ef06d0d2f88d.jpg

 

Zondag 24 augustus 2014. ALS

Fietsen voor het goede doel  - ‘t is eens iets anders dan een emmer ijskoud water over je hoofd kieperen. Op vraag van ALS werken we mee aan een MTB-tocht voor het inzamelen van fondsen voor het broodnodige onderzoek naar ALS, een zenuwziekte waarvan men nog niet weet wat de oorzaak is, maar wie deze diagnose krijgt wacht een zekere dood binnen de 3 à 5 jaar. De moeite dus om een inspanning te leveren.

Deze inspanning begint op vrijdagavond (op vraag van Ivan, heb ik me laten wijsmaken) om 18.00u voor het uitpijlen van de ritten van 30 en 50km. Patrick, Stefan, Mario, Rudy DC, Rudy R, Jo, Danny F en mezelf (geen Ivan te zien)beginnen onder een dreigende hemel pijltjes te hangen. Na ongeveer 300m en zeven pijlen verder gaan we een halfuurtje schuilen voor een wolkbreukje in een bushokje. Eerst de fietsen in het bushok en dan wijzelf blijkt geen goed idee, enkelen onder ons moeten in de regen blijven staan, dus passen we dit aan. Na een halfuurtje iets minder regen en we besluiten om verder te schuilen bij een Sportvriend. Na nog een halfuur hebben enkelen al geen zin meer om te starten, maar de rede wint het van de begeerte en we vertrekken alsnog. Ter hoogte van Schellebelle-station ontmoeten we Rudy V en Nadine, zij gaan ook helpen en vertrekken samen om verder op het parcours pijlen te hangen. Bij de splitsing van 30 en 50km splitsen we ons ook en ik rij verder met Rudy R, Stefan, Patrick en Jo de 50km. Zo tegen half negen heb ik al enkele keren gezegd dat we beter zouden stoppen wegens in de verte terug dreigende onweerswolken met donder en bliksem. Het duurt nog tot bijna negen uur voor we het werkelijk voor bekeken houden en rijden (allee, rijden eerder vliegen) dan als halve of hele gekken huiswaarts. Max. snelheid is 43,5km/uur.

Sommigen rijden rechtstreeks naar huis om te douchen om daarna nog enkele streekbiertjes bij de Chiro te gaan proeven. Uitpijlen is dus niet gedaan, maar Rudy R en Danny F losten dit zaterdag op samen met …(ik weet het niet want was er niet bij).

Zondagmorgen afspraak om 8.30u aan de Skala om in groep te vertrekken. Ivan en Christine staan al te wachten maar besluiten om alleen te rijden wegens geen dames aan de start om Christine te vergezellen. (Dames, waar zitten jullie??). Efkes inschrijven en iedereen krijgt een papier in de hand met algemene richtlijnen. Wat lezen we op dat papiertje? Danny F is verantwoordelijke voor het parcours. Wie de weg kwijt is moet naar Danny bellen, als dat maar goed komt…

Wegens geen B’s hang ik me terug aan de rekker bij de A’s. Om sommige momenten gaat het terug heel snel tot Rudy R een platte band heeft en Danny F vraagt of er iets inzit en de rest van de conversatie gaan we jullie besparen. Aan de splitsing 30 en 50km blijken enkele onverlaten (‘t kan ook maar ene geweest zijn) het bord tegen de grond gewerkt te hebben. Rudy wil het bord terug aan het paaltje vijzen en Patrick en ik halen om ter eerst ons toeltje boven. Patrick wint, maar Rudy kan niet veel met Patrick zijn toeltje doen wegens te klein, ik heb het mijne dan maar terug uitgehaald. Hiermee lukt het wel en we kunnen verder.

 Het blijkt Rudy zijn dag niet te zijn want, het gebeurt niet veel maar nu wel, hij gaat onderuit. Zonder veel erg, enkel een geschonden ego, want het was in het malse gras. Gelukkig reed Dirk voor hem, verder geven we geen uitleg.

 Na de bevoorrading ga ik er alleen vandoor. De snelle mannen hebben dat graag, kunnen ze zich eens uitleven als ik voor haas fungeer. Na enkele kilometer halen ze mij in maar wel in verspreide slagorde. Rudy R, Jan, Patrick en Dirk. Iets later Stefan en Rudy DC, Danny F niet meer te zien. Blijkbaar kreeg hij enkele telefoontjes zodat volgen niet meer kon.

Aan de brug van Uitbergen bekent Rudy DC dat hij vrijdagavond ook een mooie route uitgestippeld had. Dit werd niet op prijs gesteld door onze parcoursverantwoordelijke en deze pijltjes moeten dus weggehaald worden. Ik besluit om Rudy hiervoor bij te staan, zo kunnen de snelle mannen zich volledig uitleven. Rudy R geeft het sein dat de speeltijd over is en alle remmen gaan blijkbaar los. Bij aankomst aan de Skala is er van Stefan geen spoor meer. Ik had geen idee, maar Stefan blijkt een voetballiefhebber te zijn en hij is achtergebleven in Overmere om naar het voetbal te kijken.

Rudy DC en ik komen als eerste aan de Skala, iets later Ivan en Christine die zeggen dat de rit van 30km er in feite 41km is. Als de rest van de Modderfokkers aankomen van de 50km hebben deze ongeveer 58km gereden. Voor de mensen die deze tocht kwamen rijden, was er dus meer waar voor hetzelfde geld. Gelukkig was het goed weer.

In de Skala nog enkele drankjes genuttigd om het goede doel te sponsoren. Het ijskoude water over mijn hoofd gieten liet ik aan mij voorbijgaan. Je kan ook hier een verslag vinden over de rit en de reden waarom mensen dit doen: http://nieuws.vtm.be/binnenland/105703-de-strijd-tegen-als-zonder-de-ice-bucket

Volgende afspraak voor het goede doel is Motoren voor Oigo. Ikzelf doe de rit met de fiets, sommige modderfokkers hebben al gezegd mee te fietsen, anderen twijfelen nog. Niet twijfelen, gewoon meerijden! De rit is 160km en gaat via kleine wegen naar Henegouwen en terug. Afspraak om 7.30u in de tent aan het kasteel van Laarne voor een lekker ontbijt en daarna de fiets op. Inschrijven op de website van Oigo doe je hier:  http://www.oigo.be . Het zou leuk zij als we weten wie er mee fietst, dus graag een mailtje naar Annemie. Wie niet wil ontbijten mag natuurlijk ook mee. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Axel

 PS. dames waar zitten jullie ? Rudy V nam zijn eigen vrouw en Karine mee op 'sleeptouw' voor de 58 kilometerkes - De andere dames ( Nancy, Veerle, Kristien B, Annemie en Patrick) namen de begeleiding van de kidstoer voor hun rekening. Weliswaar maar 1 kid maar wat voor een !!

Axel Troch

 

Zondag 12 oktober 2014. Zeveneken. Ge kunt ze op ou ien and tellen, de modderfokkers die tuup kommen om halver neegne.

Rudy R, Yvan R, Axel T, Jo R en ikzelve gaan voor de rit in zeveneken. Na de regen van gisteren is het toch hier en daar wat glibberig, maar ja met de reclame op onze trui mag dat niet storen. Al hoewel Axel toch al rap ne keer voelt of dant wel nat is op de grond. Wat zeggen ze een verwittigd man is er twee waard? Juist voor de bevoorrading in het domein van Wachtebeke is er terug een slechter stukje. Ik zie een zeppe en ‘kpeize daor maggek nie inrijen en er is plaats genoeg links en rechts ervan.

Hoe meer dak ernoar kijke hoe dichter das ze komt, maar niet gevallen. Rudy zegt kzallent ou ne keer veuren doen en ja kmoe mijn meerdere erkennen.

Doch kort na de bevoorrading toont Rudy nog ne keer hoe het moet maar door toedoen van een andere (?) slipt hij weg en jaja, maar ik heb niet gelachen zulle.

Wat verder moeten we over de kassei, ook altijd gevaarlijk. Rudy die nen krak es veur over de kassei te vliegen trekt goed deure, just Jo kan nog een tijdje volgen.

Yvan is voorzichtiger en bolt als laatste, doch in één van de laatste bochten gaat hij onderuit.

Axel keert terug met het EHBO kistje en ziet alrap dat hij nog bougeert. Maar kasseien zijn hard voor de ribben, ik spreke van ondervindinge.

Al bij al valt het nog wel mee, en Yvan rijdt de rit uit. The day after valt het eigenlijk ook nog mee heb ik uit rechtstreekse bron.

We rijden ook door Moerbeke bos, het is een korte versie van de rit die we daar af en toe eens rijden. In de buurt van ’t Persijzer komt ons verwittigd man terug in actie.

 Hij ziet maïs staan en begint deze te Axelen, maar hiervoor hebben ze machines uitgevonden zulle.

Rudy rijdt niet meer mee tot aan de Beize, hij moet zoon Stefan afhalen die is vlug eventjes naar een trouwfeest geweest ……in Spanje.

In de Beize aangekomen treffen we er Johan P, Luc K, Stefan I en dochter Renske, de dochter van Koen van de Beize, Tom VDB en ja hoe noemt dienen anderen jongene.

Zij hebben ook in Zeveneken gefietst maar zijn om 9 u vertrokken. Waar hebben wij dan onze tijd gepasseerd?

Rudy DC

 

Zo 19 oktober 2014

Wist je dat er de laatste tijd regelmatig fratsen en stoten gebeuren bij de modderfokkers
die vragen om een verslagsken maar dat het er bij niemand echt van komt.
Wist-je-datjes is dan een ideale manier om teen en tander aan mekaar te breien.

Want:

Wist je dat vorige zondag ook Rudy DC beloofde zich nog eens aan een verslagske te wagen, we zijn benieuwd.
Wist je dat de modderfokkers stilaan evolueren naar de modefokkers.
Wist je dat men niet langer spreekt over baggy trousers, maar dat sommige deze ook echt dragen.
Wist je dat tegenwoordig gestopt wordt tijdens een rit om naar korte vrouwebroekjes te kijken
Wist je dat er wordt gediscussieerd over welke kleuren nu wel of niet passen bij de nieuwste MTB modellen.
Wist je dat er af en toe een serieuze verjonging  is bij de vrouwelijke modderfokkers
Wist je dat Luna Cools en Renske Imschoot er zelfs “moddermieachtig” uitzagen na de rit in Zeveneken.
Wist je dat die vrouwebroekjes van een paar lijnen hoger niets met moddermiekes te maken hebben
Wist je dat Frank VDS, alias de chinees en ex modderfokker, het pure mountainbiken heeft ingeruild voor een combinatie met lopen om zo de veelbesproken vrouwebroekjes van nog dichter te kunnen adoreren
Wist je ook dat dit voor zijn sportieve prestaties een serieuze meerwaarde is want hij eindigde 2de in zijn categorie.
Wist je dat profesoren  rare mannen zijn.
Wist je dat ondertussen ritten in Grembergen, Zeveneken, Hamme, Herzele en enkele plaatselijke ritjes de revue zijn gepasseerd.
Wist je dat er ondertussen op techniek werd getraind door in de modder te gaan rijden met kale banden.
Wist je dat, pas op van horen zeggen he, de gebroeders Rogiers van tegenwoordig elkaar omverrijden om zo het spektakelgehalte nog wat op te drijven.
Wist je dat Jo na een ferme val zo snel mogelijk verder wil om toch maar geen minuut later in de Beize te zijn
Wist je dat Rudy DC zijn verslagsken ondertussen op den blog staat.
Wist je dat er ergens een of andere professor is die poneerde dat er van de broers Rogiers maar enen echten A niet meer is en dat er ook maar enen echte Rudy niet meer is.
Wist je dat vrouwekoersbroekjes krimpen bij schoon weer en dat het volgens kwatongen niet warm genoeg kan zijn.
Wist je dat er op 19/10 in totaal 25 modderfokkers op de fiets hebben gezeten
Wist je dat dit beloofd voor de komende periode.
Stefan Imschoot


Zondag 19 oktober 2014. A-kes Herzele. C-kes Erondegem. Een verslag op verzoek van Karine. Ha, denk ik, dat is omdat het zo een mooi ritje was met mij als rijslijder. Maar nee hoor, het is omdat Karin wil vereeuwigd worden in een verslag waarin het volgende staat: “Rudy Rogiers en Karine De Neve mountainbaaikten samen”. Tja, een mens moet zijn plaats kennen in de wereld, hé.

Ik zie u al kijken: RR bij de C-kes! Hoe kon het zover komen met deze o zo talentrijke wielrijder, ooit de hoop van Kalken en omstreken? Een reeks van samenlopen, gaan we maar zeggen. Gisteravond had RR zijn knie, zijn meniscus, weer zeer gedaan, want te wild paardje gereden met zijn kleinzoon. Deze morgen, hij stond al in tenu, moest RR nog de kom met patattenschillen buitendragen en daarna nog de 7 volle kuipen met lege chocopotten legen. En van zich zo te moeten opjagen, krijgt RR altijd het sch… Zodat hij dus ook nog eens naar 2C moest. Vandaar dat RR deze morgen niet de gebruikelijke 5 minuten te laat was, maar wel liefst dikke 6 minuten! De A-kes, of wat er van over schiet, ’t is te zeggen Stefan I, Ivan R, Rudy DC, Dirkske DB, Gert V, Jo R, Luc K, Danny F, en Axelaar T (vergeef me als ik er een paar vergeet, maar ik had al 1 Duvel op toen ze arriveerden in De Beize, en Stefan I wil me het lijstje met deelnemers niet doorsturen, de sm…), waren ferm op hun ongemakken, omdat ze eerst 23 km naar Herzele moesten om aldaar nog 37 km te baaiken en daarna nog 23 km terug, en zodoende hadden ze niet langer gewacht op hun kapitein-voorzitter. RR had nog de achtervolging ingezet, maar omdat hij geen idee had dat hij hen eigenlijk al op de hielen zat en omdat zijn knietje zeer deed, was hij onverrichterzake terug naar Kalken dorp gereden. Op zo een momenten zou een mens willen dat ze zoiets hadden uitgevonden als een telefoon die ge overal kunt meenemen. Dan kunt ge uw vrienden op hun velo opbellen (want die hebben dan ook zo een telefoon) om te vragen waar ze zitten. Als ge dan naar Danny F belt, antwoordt die verbaasd: ‘Maar hoe wete gij dat ik hier ben?” Hollanders zouden daar subiet een stom Hollands woord voor uitvinden. Een mobieltje, zouden ze dat dan noemen. Wedden? Dat zou nu nog eens een nuttige uitvinding zijn, zie, dan had RR kunnen bellen naar de A-kes.

Dat RR de A-kes op de hielen zat, weten we omdat Jurgen en Karine (per automobieltje) eerst het zootje A-kes hadden gekruist en even daarachter RR. Wij weten wij veel, zunne! Rudy, laat die meniscus eruit halen, jong. Mijn rechtse ben ik al 25 jaar kwijt, en ik heb daar geen beetje last van, behalve wat incontinentie, maar dat heeft er volgens de huisdokter eigenlijk niets mee te maken. Daarenboven heb ik daar ook weinig last van, want uw koersbroek moet toch na elke rit in de was.

Er was me ook, door niet nadergenoemden, gevraagd, of het verslag opnieuw in het algemeen geschaafd Nederlands kon, want een groot deel had van het vorige verslagje van Rudy DC geen bal verstaan. Ja, Hussevelds mag dan wel een wereldtaal zijn, Chinees is dat ook en dat is ook Chinees voor mij. Rudy DC heeft wel een nieuw werkwoord toegevoegd aan de nederlandse taal: “maïs axelen”, en dat hadden ze wel allemaal verstaan.

Bij de C-kes waren we dus met 10, dankzij het plotse verschijnen van onze voorzitter, RUDY ROGIERS. Dan ook nog KARINE DE NEVE (en Jurgen), Nadine en Rudy, Johan Poelman, Nancy, Carla, diene mens uit Schellebelle, en den dezen.

Met RR hing het niet goed. Hij ging de hele tijd aan het staartje van de C-kes. Een geluk dat Carla wat bij hem bleef, om hem af en toe wat te duwen, of een woordje van troost (allez, Rudy, ge kunt het nog, jongen) toe te werpen. De prestatie van Carla is des te lovenswaardiger (dat is nog eens wat anders dan Hussevelds, hé), gezien het feit dat ze pas haar wederoptreden deed nadat ze in augustus een voetbreuk had opgelopen. Ze had op een rit op de weg gerekend, maar dat was dan zonder mij gerekend, haha. Hahaha. Het ene mottige wegeltje na het andere, aan de kanten van Smetlede, Papegem, Impe, Erondegem, en zo over Oordegem, via de heerlijke kassei-afzink aan de kerk, terug naar beschaafder Oorden. Oorde gem? Hier en daar stond er nog wat maïs, maar ja, Axelaar Troch kan ook niet overal zijn.

Bij het binnenrijden van Kalkendorp, rijden RR en ik nog door de riolen, als echte RioolRatten. Anderhalve meter doorsnee, schat ik, en ze liggen boven op straat, dan kunt ge dat toch niet laten hé. Spijtig genoeg liggen ze op 30 cm van elkaar zodat ik van de ene in de andere moest wippen, waardoor mijn voetbreuk (jaja, ik ook, Carla) van verleden maand ook serieus zeer deed en ik de tweede reeks riolen links van het straat miste. Johan Poelman ging ook rioolrijden, maar niet gezien. Hij heeft er pertank (= nochtans) de naam voor.

Er was dus maar 1 Rudy – den DC – als echte A, net degene die nooit met de A-kes wil meerijden omdat hij zogezegd niet mee zou kunnen, en er was dus maar 1 Rogiers – den Ivan – als echte A.

(En ja, Stefan I had deze al gepikt van mij, in zijn wistjedatjes, de sm..).

Zaten al op het terras van de Beize, toen we rond halftwaalf arriveerden: Senna en Kenneth. Kwamen ook opdagen na ritje apart: Annemie, Machteld en Linda. Reden in Oostende: Jan W, Steven DM en Geert S. Patrick R moet nog ergens op zijn eentje rondgetoerd hebben ook, want Machteld had geen gedacht waar die uithong (was nog wat gaan bijtrainen na Herzele, vermoed ik). En Carlo G werd gespot in Herzele. Carla, Rudy V en Machteld trakteren allemaal nog voor hun verjaardag. Op ulle gezondheid. Ik heb dan maar mijn 5 Euro weergepakt, zunne, want ik ben van dezelfde provincie als de cafébaas.

Half oktober en zomerweer. Het Beize-terras zit vol modderfokkers. Allemaal de schuld van de opwarming van de Aarde. Laat ze maar doen, voor de tijd dat het nog duurt. Mario

PS1. Ik merk, uit het ‘Wist je datjes’, van ene S. In-schoot, dat die mens nog geobsedeerder is dan de ergste van de andere modderfokkers, die allemaal stuk voor stuk al zo erg zijn. Ge moet niet vragen hoe straf geobsedeerd diene moet zijn. Wat is dat allemaal van die koersbroekskes?

PS2. En o ja. Karine De Neve en Rudy Rogiers, die hebben ooit nog samen gemountainbaaikt, wist je datje?

 

Zondag 2 november 2014. Een ritje naar God weet waar. 
Ik  had de mail met  de oproep van Axel om met de wagen naar de toertocht te  Zwalm te trekken, niet gezien. Ik wist ook  niet wat er dan wel op het programma stond toen ik zaterdagavond laat free wifi losliet op mijn smartphone. Als die dan toch zo smart is waarom heeft die dan nog free wifi nodig. Iedereen  kent free wifi ondertussen wel, dat grote wit zwarte beest dat ze zowel in free wifi 1 als free wifi 2 loslaten, maar we dwalen af. 
Enfin, met enige verbazing las ik het volgende : zondag 2 november ritje naar God weet waar, start om 8u30 aan het huis van de man in kwestie. 

Ik kom als eerste toe, dat gebeurt ook niet veel, ik weet het , gevolgd door Rudy DC, voor de gelegenheid zonder dwergoutfit, en Jo Roes euh Roels. Wat later komt ook Rudy R aangewaaid, die kan da zelfs zonder dat er wind staat. Net binnen de grens van het academisch kwartiertje wat in modderfokkertermen 8u36 is, komen ook Luc Krick en Mario  ons vervoegen. 

Er wordt wat gelachen met afwezige Yvan zijn ribben, nog wat nagekaart over de nachtrit van vorige vrijdag en dan nog wat met Yvan zijn ribben tot de obligate frase: “Bon, wat gaan we doen jongens ?” (vrij vertaald naar  “Bon wa gaumermeedoenjong”) op de proppen komt. Rudy R stelt voor tegenwind te vertrekken, het parcours te Sint- Lievens-Houtem eens te doen en dan meewind terug te keren om zo op tijd bij Axel te zijn voor het aperitief.  Mario begint plots ook wat pijn aan zijn ribben te krijgen, da zal de leeftijd zijn zeker, aarzelt even om te wachten tot 9 uur maar zet dan toch mee aan. 
 
Jo en Rudy fungeren als windbrekers,  tot parcoursbouwer Rudy vindt dat de anderen ook eens iets mogen breken en ons van de passerelle wil doen rijden. Alleen Luc K vind ergens  ver weg nog moed genoeg om dat te doen en met succes. Al de rest blijft liever heel en stapt saai en triest naar beneden, wacht maar als we groot zijn. Rudy is blijkbaar in een sentimentele bui want hij slaat een lang vergeten wegelken in, ‘t zou het laatste niet zijn, naast cafe de flurk van vroeger. Jo kent zijne weg daar nog en krijgt in de scherpe bocht ook een sentimentele bui met een licht neerwaarts karakter.  Enfin via het station en de vroegere zoete citroen, dat van die sentimentele bui was dus echt hé, rijden we langs een lang stuk vals plat, pffffffffff,  richting Sint-Lievens-Houtem. 
Daar aangekomen denken enkele anderen ook eens op kop te kunnen rijden, het is immers maar wat bloso pijltjes volgen naar euh… naar ja, God weet waar hé. Maar dat is buiten Rudy gerekend die plots bestormd wordt door herinneringen en ons keer op keer andere richtingen uitstuurt dan die aangegeven door de bloso pijltjes. En toegegeven: het loont de moeite, schone klimmekes tussen mooie landschappen wisselen af met pittige en leuke afdalingen. Mario krijgt er maar niet genoeg van en stopt af en toe om wat na te genieten van euh… ja van wat eigenlijk?  God zal het wel weten.  
 
Op een bepaald moment komt een kranige grijsaard ons op een aftandse damesfiets voorbij. Weliswaar terwijl we op Mario staan te wachten , maar dat maakt zijn prestatie er niet minder om, van die kranige grijsaard wel te verstaan. Was hij dan misschien ook op weg naar God weet waar of was hij misschien…… , neen we dwalen alweer af.  

We besluiten stilaan terug naar Kalken te keren  en Rudy weet onderweg nog wel enkele single tracks liggen. De afstand (in totaal 72 km) en de hoogtemeters (een 400-tal) beginnen echter door te wegen. Vooral voor mensen met last van incontinentie veroorzaakt door ontstoken menisci aan knieën edm. 
En zo geschiedde dat ook na zo een ritje naar God weet waar, iedereen terug mee naar huis wordt genomen. En als ze dat niet willen dan worden ze naar huis  getrokken of gestampt,  geduwd door enen of meerdere. Regelmatig zie ik de getrokkene naar de schouder tasten. Zitten daar dan ook menisci  of wordt er te hard geduwd? Aan Luc Fifi, over sentimenteel gesproken,  laat Mario ons eindelijk gaan en zegt dat hij van daar nog wel de weg gaat vinden. Maar als hij na enkele minuten nog niet bij Axel is, beginnen we ons toch wat zorgen te maken, want zijn zuurverdiende Duvel staat gewoonweg te verdampen. Blijkt dat hij in de smatch een paar bananen was gaan halen om zo de incontinentie tegen te gaan. In de Beize geeft dat niet, daar krijgt ge zo een beige lapken voor op de stoel maar op Axel zijn mooie stoelen is dat iets anders, toch wel galante types die academici. 
Maar wie dacht dat de lijdensweg van Mario ten eind was, komt bedrogen uit, na zere ribben, incontinentie, ontsteking van de menisci van de knie, ontsteking van de menisci van de schouder verliest hij ook nog eens een deel van zijn oogbol, van ne pechdag gesproken. 

Axel: bedankt voor het gelegenheidscafé. 
Rudy, bedankt voor de leuke rit. 
De anderen, bedankt voor ‘t gezelschap 
Mario: oprecht beterschap gewenst. 

Stefan Imschoot, de sm…  

 

Zondag15 februari 2015. 84.5 km, 27.8 per uur, 400-tal hoogtemeters. Meulenberg en Berendries.

 

Zondag 1 maart 2015. Sint Denijs Boekel. Er is geen enkele mtb rit in de buurt. Er viel alweer heel wat nattigheid de voorbije dagen en bovendien staat er een stevige wind. In principe betekent dat dan dat Rudy R de troepen op sleeptouw neemt voor een ritje op de baan. Niet iedereen is daar onverdeeld gelukkig mee. Mario bvb wil z’n nieuwe materiaal al weken een stevige vuurdoop geven. Hij vertrekt om 9 uur met oude bekende Karel Verhoeven, Johan P, Kenneth, Tom VDB en  Bart voor een ploeterritje richting Waasland. Dat wil zeggen tegenwind bij het weerkeren. De Beize was bijna leeg toen zij toekwamen en Mario moest door al die modder zijn nieuwe materiaal direct gaan kuisen zodat hij zelfs niet in de Beize is geraakt. Toch wel “een zeurge ze” die Mario.

Om half negen volgen Luc K, Yvan, Axel, Rudy DC, Gert, Jan W,  Patrick R en ikzelf het spoor van Rudy  R richting Vlaamse Ardennen.  Rudy besluit via Laarne langs Ten Ede naar Melle te rijden om zo toch een beetje de wind te vermijden. Het blijft echter knap lastig waardoor het aan de kop veel wisselt en 25 à 26 km/u de aangewezen snelheid lijkt. Alleen  bij de aflosbeurt van Gert en Rudy komt Yvan vragen of zij die wind niet voelen. Even later merkt Gert fijntjes op dat er achteraan inderdaad minder van te voelen is. Het is het openingsweekend van de voorjaarsklassiekers en er is vandaag de omloop van het Nieuwsblad voor wielertoeristen. Behoorlijk veel volk op de weg dus. Rudy kent die streek echter op zijn duimpje en slechts af en toe zitten we op de drukke wegen tussen de “coureurs”. Op het rond punt in Nederzwalm volgen we eveneens de lokroep van de heuvelzone om even later de Molenberg op te vlammen. Na wat draaien en keren, waarbij het niet echt stil valt en Axel zijn specialiteit; dalen, nog eens demonstreert, volgt de Paddestraat. Rudy legt er hier serieus de pees op waaraan er enkele mannekes met dunne banden “een vallingske” overhouden en er eentje wel 10 cm hoog springt van t verschieten als we hem passeren.

In het terugkeren valt het niet meer stil en vanaf Balegem wordt er stevig doorgereden. Op de Schelde dijk gaat de snelheid steeds hoger en hoger zodat 36 km/u op “de langenend” uitrusten lijkt.

Heel sympathiek van Yvan om Rudy DC die wat vroeger moest terug zijn,  te vergezellen  en zo ons tafeltje in de Beize te bewaken.

Een deugddoend zonnetje maakt veel van de wind goed en het tochtje van net geen 80 km was weer dik in orde. Dus: LUTOSA, schatjes van patatjes: bedankt Rudy.

Stefan Imschoot

 

Zondag 1 maart 2015. Waasmunster. Als Stefan in de pen klimt, dan ik ook. Inderdaad, ik wou het veldgevoel nog eens ervaren. Tenslotte ben ik lid van de Modderfokkers en niet van de Calckine! Na weken op de weg te hebben gereden en te hebben afgezien in kou en natte en op de klimmekes, aan voor mij veel te hoge snelheden, nog eens tijd om het veld in te duiken. Ook al omdat ik Karel had kunnen overtuigen om nog eens te rijen, maar dan mocht het niet vroeger dan 9 uur zijn. Met 6 op weg naar Waasmunster, maar Johan P en Kenneth VDZ haken al vlug af, ter hoogte van de Vogelzang. Ja, het ligt een beetje vettig hier en daar, maar daar doen we het tenslotte voor hé en met het mooie weer valt dat allemaal best mee, zulle, beste baanjeanetten. Zie, we gaan eindelijk mijn nieuwe velo, een 29-er, uittesten, in het veld - waar hij voor bedoeld is. Man, wat een machientje. In de Waasmunsterse bossen wissel ik eens met de toch fantastische Canyon lichtgewicht 26-er van Karel, maar man: wat een vierkante bak is dat nu in vergelijking met mijn twentyniner. Niet te geloven. Karel is het er meteen mee eens. Karel kent daar wel goed zijn weg, zeg, in de homoboskes van Waasmunster. Hoe verklaar je dat? We hadden onze nieuweling, Bart Clinckspoor, op het hart gedrukt dat hij dicht bij ons moest blijven. Ik blijf in het gat van Bart rijden, zodat hij van achter toch al zeker gedekt is. Bart kan wel technisch goed overweg met zijn veloke, maar qua macht moet hij nog veel kweken. Anderzijds, nog maar enkele weken geleden gleed hij onderuit en hij brak zijn elleboog en ontwrichtte zijn schouder. En nu al weer op de fiets. Een keiharde, uit het goede hout gesneden om modderfokker te worden.

Zie, er is veel in de wereld dat mijn klein verstand te boven gaat, maar de historie van die mountainbike-wielen, dat versta ik nu eens echt niet hé. Hoe lang maken ze al mountainbikes? Een jaar of 25? Ik heb die nooit anders geweten of met van die kleine wielen (26 inch diameter). Mij nooit afgevraagd waarom die wielen kleiner moesten zijn dan die van een koersfiets (29 inch), en niemand anders ook niet. Dat was gewoon zo. En dat zal dan wel zijn reden hebben, zeker?, zo dachten wij. En zie, sinds een paar jaar: een nieuwe rage! Een nieuw inzicht! Een fantastische uitvinding!!! Twentyniners: Grote wielen, ’t is te zeggen, gewone grootte van wielen, gelijk van een gewone fiets. En zie! Dat bolt goddomme veel beter. Maarre: Welke pipo is er dan indertijd op het gedacht gekomen dat MTB-fietsen kleinere wielen moesten hebben? En waarom hebben al die andere pipo’s, den deze inbegrepen, dan jaren rondgereden op velo’s met van die kleine wielen zonder zich daar vragen bij te stellen? Waarom reed ik 15 jaar rond op een velo met veel te kleine wielekes? Wie het mij kan uitleggen, heeft een bak Duvel te goed (van Ivan).

Kwart voor 11 en we zijn al op de terugweg als we nog het Molsbroek erbij nemen. We kruisen een juffrouw die helemaal ingepakt is, behalve haar ogen. Tom denkt meteen aan een Syriëstrijder en dat brengt mij op een mooi rijmpje:

“Onker, onker, onker. O wat is het donker!

Dom, dom, dom. Ik heb mijn boerka andersom!”

We zullen nog een mooie aprés sport hebben, denk ik al, want binnen een half uurtje zijn we in de Beize. Tommeke bommeke VDB rijdt echter plat. Ja, er lagen daar mosselschelpen, zegt hij, dat zal het zijn. Hij rijdt nog 500 meter verder op platte tube achteraan tot aan het café ‘Het Breimachien’, zodat we ene kunnen drinken wijl we zijn band stoppen. Ik duw hem. Ho, maar het zal wel gaan hoor, zegt hij. Dat weet ik wel, zeg ik, maar ik heb wel dorst zunne en zo gaat het toch rapper. Ik vertel hem dat ik, sinds ik met tubeless rij, zo goed als nooit nog platgereden ben. Ho, zegt Tom, maar mijn slappe banden kunt ge ook op 1 hand tellen. Tom trakteert, dankewel Tom. Band vervangen. Tommeke gebruikt een bommeke om zijn band op te blazen, al heeft hij er wel schrik van (ik ook) -  en weer op weg. Dat had je gedacht! Vooraan staat hij nu ook zo plat als iet. Andere band. Rest van bommeke. Eindelijk, na zeker 20 minuten, toch nog op weg. Eén kilometer verder: voorband weer plat. Bijpompen. Eén kilometer verder: geen avans. Uiteindelijk band 3 opgeofferd en gezien dat er, jawel, nog een stukske mosselschelp in de voorband zat. Daarmee zijn Tom zijn handjes meteen volgeteld met slappe.

En dat is dan ook de reden dat ik niet meer in de Beize geraakt ben, TOT MIJN ZEER GROTE SPIJT. Het was ondertussen al 12 uur en dan staat het lekker eten van mijn vrouwke ver klaar. Een mens moet zijn prioriteiten stellen in het leven, hé. Mario

 

Zondag 8 maart 2015. Gavere. Ik had Annemie beloofd: ik zal eens een verslagske schrijven.  En ja, belofte maakt schuld, zegt men. Al komt niet iedereen zijn gemaakte beloftes na, maar hierover gaan we geen preek meer houden.  Om 9 uur aangekomen op het dorpsplein, allé het was eigenlijk 2 na negen.  Een 3-tal, Tom VDB, Mario en Karel hadden geen geduld* en waren al vertrokken richting Gullegem**.  Tja, ze hebben gelijk, ik was te laat. Johan Poelman en Jo Roels bleven mij opwachten om een ritje langs de weg te doen. Johan met zijn nieuwe vélo en dunne bandekes en Jo Roels in zomeroutfit, ook met zijn zo goed of nieuwe vélo. Ik denk dat Jo wat last heeft van wintertenen, want hij heeft zijn winterschoenen nog aan. En de rit begint richting Gavere. Van minuut 1 was het duidelijk, het zou een ritje wielkeszuigen worden. Eén en ander wordt voor mij duidelijk nadat we de Scheldedijk halfweg tussen Wetteren en Melle op een 300 meter voor ons het andere 3-tal zien rijden. Johan en Jo vonden het van bij de start nodig om al een krachtinspanning te leveren en het gat toe te rijden. Jammer, een grooooote groep wielertoeristen van Laarne besloten lek te rijden en met hun massa in de weg te blijven staan, jammer toch … Al die inspanning voor niets. Eens in Melle rijden we langs de zijkant Mellebrug op. Vanaf dan alleen maar haantjesgedrag. En van dat haantjesgedrag word ik moe. Elk groepje, al waren het MTB’ers of coureurs, ze moesten voorbij gereden worden. Pfff … ik had mijzelf een rustig zondagritje beloofd. Maar goed, in Bottelare valt het allemaal een beetje stil, Johan moest al eens stoppen voor wat extra suikers en er waren geen andere fietsers in de buurt om naartoe te rijden. Tijd om even op adem te komen dus. Het Heuvelland van Moortsele komt in de buurt en ik zeg tegen Jo, spaar u maar een beetje want straks gaat het omhoog. Jo antwoordt: “klimmen da kanne kik goe, der ister maar ene die mij deraf krijgt”. Jo mispakt hem een beetje aan het klimmetje en van de gelegenheid van zijn niet gereden ritten de voorbije weken en al zijn aan het genezen zijnde ontstekingen, maak ik gretig gebruik. Ik mocht toch ook eens schitteren hé. Het volgende klimmetje ging Jo nog eens gaan, maar de wagons bleven aan den trein hangen. Dju, dat had hij niet graag. En zo gaan we verder. Daarom pakte hij nog eens uit in Gavere voor de kuitenbijter en was hij numero uno. Eenmaal aan de brug  in Gavere draaien we rechts het industriegebied in en dan den dijk op. Ik zei: “Johan er komt een mooi groepje achter ons om ons in te hangen”. “Neen” zei Johan, “wij gaan het tempo zelf bepalen”. Slaafs, en af en toe met de tong op de kader, probeerde ik te volgen. Gezien ik toch al deels tussen mijn kader hing, kon ik goed aflezen dat de snelheid varieert tussen 34 en 36 km/u. Eens roepen helpt hoor, maar ligt dat aan de leeftijd of heeft het een andere reden dat het zo snel vergeten werd: het duurde welgeteld 1 minuut en dan ging de snelheid terug de hoogte in. In Zwijnaarde over de brug en direct rechts terug langs het water richting Melle. Dijk, dijk, achterbanden en mijn fietskader, dit is wat ik deze ochtend heb gezien. Verder heb ik voor de eerste keer dit jaar kennis gemaakt met dorst, honger, zweetbuien, hoge harstslag, verzuring en andere limieten. Toch mag ik besluiten dat we aankwamen in de Beize met een mooi gemiddelde van 27.7 km/u en dat ik ondanks alles niet naar de koers op tv heb geslapen J  Kenneth Van der Zypen.

 

PS.

* Heu, eigenlijk niet. Maar wij reden in het veld, dus moesten we niet wachten op 3 die op de baan gingen rijden.

** Naar waar zegde? Het ging dezelfde richting uit: Gijzenzele, Gontrode, Moortsele, Bottelare, maar dan in het veld. Gullegem is ons ietske te ver.

Mario

 

Zondag 22 maart. Belsele. Gisterenavond naar een feestje geweest dus niet teveel geslapen, maar toch de courage gevonden om een toerken te gaan fietsen. En geloof het of niet, bij de eerste pedaalslagen voel ik het al, de benen zijn goed. Misschien begin ik de vruchten te plukken van mijn dagelijks fietsritje naar het werk. Ook al is het maar een goeie 6.5 km enkel, dat zijn er toch een goeie 65 per week. Ik word echter snel met de voetjes terug op de grond gezet, want als even vooruit kijk zie ik grote broer Rudy ook net aanzetten. Ik mag meteen alles uit de kast halen om in zijn wiel te raken. Wonder boven wonder lukt dit nog ook, maar toch al een cartouche verschoten. Ik vraag me wel af of ik zo laat vertrokken ben, of dat Rudy zo vroeg is. Bij aankomst op het kerkplein wordt alles duidelijk. Ik zie dat ik een tweetal minuutjes vroeger als anders aankom, dus was ik wel degelijk ietske later vertrokken. ( klinkt niet logisch, maar als je Rudy zijn tempo kent begrijp je het wel ). Stonden ons al op te wachten: Jan Willems, Gert Vergult, Axel Troch en Rudy De Clerck en Geert Schepens. Kwamen er nog bij: Jo Roels, en Luc Krick. We vertrekken met de fiets naar de toertocht in Belsele, waar we ter plaatse wel zullen zien hoeveel kilometerkes we er nog bij doen. Normaal kies je dan voor de kortste weg naar ginder, maar je kan evengoed al een opwarmerke meepikken, zoals de kasseien van de Vogelzang. Meteen gaat alles op het lint, en vallen er hier en daar al wa gaten. Ook in de wegelkes richting heiende blijft het goed vooruit gaan, en als we het kerkhof passeren besluit Axel op eigen tempo verder te rijden. We pikken hier en daar nog een stukske veldwegel mee, passeren ondertussen de bevoorrading van de rit, en komen van een 25-tal km op de teller aan de inschrijving aan. Eens aan de “echte rit” begonnen, gaat het tempo nog een snokske omhoog, en van de goede benen van deze morgen is al niet veel sprake meer. Meer zelfs, het is pompen of verzuipen, en enkel met af en toe ne goeien duw van Rudy slaag ik er mee moeite in om in het wiel van de rest te blijven. De anders zo leutige wegeltjes door de Waasmunsterse bossen worden nu een echte kalvarietocht. Alsof dat nog niet genoeg is, begint het materiaal ook nog tegen te pruttelen. De versnelling schakelt niet goed, en mijn voorfrein is al een tijdje aan het piepen. Tijd om te stoppen is er niet, en het is pas aan de bevoorrading dat ik eens aan mijn voorwiel kan voelen, en effectief, het draait voor geen meter. Nie moeilijk dat ik zo zit te sterven. Na een spoedinterventie van onze club-mechanicien en stukske banaan mee ne koek kunnen we weer de fiets op. We hebben dan al een goeie 65 km in de benen, en tot mijn grote vreugde wordt er besloten om van hieruit richting Kalken te fietsen. Het veloken bolt al heel wa beter, en het lukt nu vlot om de rest te volgen. Freewheelend naar huis, denk ik bij mijzelf, maar dat is zonder Rudy gerekend. Hij trakteert ons nog op een stuk Durme-dijk van Waasmunster tot in Zele, een dikke 6Km afzien. Eens die verteerd zijn, lukt het om af en toe een babbelke te slaan, en vertrouwt Gert mij toe dat ook hij de vermoeidheid begint te voelen. Ik stel voor hem een beetje te duwen, omdat ik toch al een tijdje in het lichtroze rij in plaats van het donkerrood, maar dat zou toch een beetje de omgekeerde wereld zijn. Aan het begin van de Gaverstraat zet Jan zich op kop om de eindspurt aan te trekken, en brengt het tempo vlotjes boven de 40 per uur. Alsof dat nog niet genoeg is, neemt Rudy op zijn “gemakske” over tot enkel Luc het wiel kan houden. Echt gespurt heb ik niet, zegt hij , enkel wa rapper gereden. Bij nazicht op zijn GPSken blijkt “wa rapper” toch meer dan 53Km/u te zijn. Zelf zag ik ook een 5-ken vooraan mijn kilometriekske verschijnen, net genoeg voor een deugddoende 3e plaats. Zou ik dan toch mijn spurtersbenen terugvinden? Ivan

 

Zondag 27 september 2015: OzeWIEZEwoze. Een tweetal minuutjes voor half negen rij ik een verlaten kerkplein op.  De kermis van vorige week is al opgekraamd, en er is nog gene ene modderfokker op ’t appèl.  Een minuutje later krijg ik het gezelschap van Dirk De Boever, de enige die nog op tijd is.  En dan beginnen de duiven één voor één te vallen: Jan Willems, Mario Vaneechoutte, Rudy Rogiers, Jo Roels, en dan ineens, twee tegelijk op ene velo.  Allez, dat denk ik toch, maar het blijkt Danny Fack te zijn die net terug is van een weekske vakantie en bijgevolg niet al te scherp staat.  Hij probeert nog dat zijn spannend truiken komt door een wasbeurt op 60 graden, maar er zijn wel degelijk wa kilookes bij.  Zijn aansluitend tenueke maakt zijn rondingen duidelijk zichtbaar. Ik schat zo nen 85-B, al is ne kleine C ook best mogelijk.  Als uiteindelijk Luc Krick er ook nog bij komt, zijn we compleet voor een paar uurkes leute (afzien) op zondag voormiddag.  We zijn nog maar halfweg Den Boombos als er iemand omkijkt en roept dat we nog niet compleet zijn en er nog twee achtergebleven zijn.  Bij nader inzicht zien we dat ze achter Danny zijne rug verstopt zaten.  Rudy en Jo nemen het kopwerk richting Wieze voor hun rekening.  Rudy op souplesse, en Jo… euh… ook. Eens de inschrijving achter de rug, en een stukske Callebaut chocolade achter de kiezen kunnen we beginnen aan het ritje.  Een schoon toerke met hier en daar toch een paar glibberige stukskes.  De straffe mannen vlammen daar gewoon door, maar ik neem liever niet teveel risico’s, waardoor ik na elke technische passage een stukske moet inhalen.  Ik besluit wijselijk op eigen tempo om de tocht van 30 km te rijden, zodat de anderen zich ne keer kunnen uitleven.  Dat eigen tempo blijk toch nogal mee te vallen, want geruime tijd zie ik de rappe mannen toch nog voor mij uitrijden.  Net als ik denk dat ze voorgoed uit zicht zijn, zie ik Mario aan de kant een beetje schaapachtig naar zijne velo staan kijken.  Ik vraag “Staat ge in panne?” “Neenjk” zegt hij.  Ik weer: “Rijdt gij dan ook de 30?”. Hij dan “ha ba jaajk dan zekerst”. En wijle weg. De volgende die we oprapen is Jo.  Die had wel risico’s genomen en zijn stuurmanskunst toch een beetje overschat. In een poging om mee te gaan met de straffe mannen, moest hij zijn overmoed bekopen met nen fermen duik.  Ondertussen ook nog een beetje piekdraad gevlochten, met als gevolg een gescheurde broek.  Even later, aan de bevoorrading komen we de rest ook weer tegen. Net als wij terug willen vertrekken voor het tweede deel van ons rustig ritje, en een al even rustige terugweg naar Kalken, zeggen Rudy en Co dat ze toch ook maar voor de korte toer kiezen om toch niet te laat terug te zijn.  Jan voegt er nog aan toe dat we dan evengoed voor die kortere rit een beetje kunnen doorrijden.  Ik antwoord hierop “JAN WILLEMS, GIJ ZIJT NE #@§*..£”, of zoiets.  Het vervolg van de rit valt al bij al nogal mee en het lukt vrij vlot de rest te volgen. Het is Jo die de weerbots van zijn tuimelperte moeilijk verteerd krijgt, en hier echt zijn parcours niet vindt. Op een gegeven moment spelen we hem zelfs kwijt, en het duurt een tijdje voor hij de eindmeet bereikt. Voor de terugweg naar Kalken zet Rudy zich op kop en trekt alles op een lint.  Iedereen zoekt een rug om zich uit de wind te zetten, achter die van Danny kunnen er zelfs twee.  Op de Scheldedijk in Uitbergen krijgen we een voorligger op zijn koersvelo in ’t vizier en daar moeten we natuurlijk naartoe. De snelheid gaat naar de 40 km/u en het begint hier en daar te kraken. Het moment om toch maar een beetje te vertragen zodat de gelosten terug kunnen bijkomen.  Mario, sociaal als hij is, waagt toch nog de sprong tot in het wiel van die gast, en rijdt zo van ons weg.  Toffe gasten hé, die West-Vlamingen. Hij blijft zelfs voorop tot in den Boombos, en net als hij zich begint op te maken voor zijn triomftocht, de eerste keer in al die jaren bij De Modderfokkers, als eerste te arriveren, vindt Rudy het welletjes. Hij schakelt een tandje bij, plaatst een versnelling, en rijdt in ene trok naar Mario. Er op en erover, ik denk zelfs dat Mario er een vallingske zal aan overhouden. Bij aankomst aan De Beize kleurt het terras al blauw. Niet alleen door VLD-er Andy De Cock, maar ook door een hele bende Modderfokkers die hun tochtje al volbracht hadden. Ik probeer niemand te vergeten. Vijf dames: Nadine, Annemie, Karine, Sabine en Nancy, en ook nog Johan VH, Guy R, Johan P, Rudy V en Jurgen V. Ivan.

Heu, ik wil ook nog een woordje placeren, meer bepaald over Danny. Mario.

Danny rijdt voor me. “Zeg, Danny man, zo zie ik wel niets van het parkoers, hé”, zeg ik. “Sorry, Mario”, antwoordt Danny, “maar het heeft ook voordelen hé, als ik voor je rijd”. “Ah, hoezo dan wel?”, vraag ik. “Wel” zegt Danny: “dan is het parkoers mooi effen gerold”. Danny zal een groep apart oprichten, zegt hij, omdat we teveel met hem lachen. Met zijn volume is die groep met hem alleen dan al rap gevuld. Met hem en AL zijn vrienden evengoed, maar dan is hij nog altijd alleen in zijn groep. Even verder rijden er een paar voor ons en die zijn bezig over een van hun maten: geen domme, maar een hele lompe. Ha ja, antwoordt Danny op die mannen, wij hebben ook zo een, ene Mario en een West-Vlaming bovenop. Van achter Danny riposteer (!) ik: en we hebben zelfs nog een ergere: den dikke, domme Danny, noemen we hem.

Even verder valt plots de ene na de andere windmolen stil om dan te herpakken. Wat gebeurt er? Ha ja, Danny passeert en vangt al de wind weg. Nog even verder roept Danny: ho, er zijn er 2 achtergebleven, maar meteen daarna is het opgelost: Ha nee, zegt Danny, ik kon ze niet zien door mijn eigen dikkigheid. Aan de bevoorrading ziet Danny een mens die hem al lang niet meer gezien heeft en ja, warempel, het eerste dat die mens zegt: ‘Amai, Danny, hij zijt ook nogal verdikt, zeg’.

“Maar jij ziet me toch nog graag hé, Mario?”, vraagt Danny, met van die zielige lodderoogjes “Ja hoor, Danny”, antwoord ik: “je weet toch wel dat ik het altijd al voor dikke gehad heb.” Het slechte nieuws is dat we je lidgeld gaan moeten verhogen, Danny. Het enige modderfokker-reglement stelt immers duidelijk: Leden zwaarder dan 130 kilogram betalen dubbel lidgeld.

En zo blijven we allemaal DIKKE vrienden! Wieze wieze wies bom bom.

 

18 December 2016: Plaatselijk – Dendermonde.

Eu…. Wa es da nou, hoor ik iedereen denken. Joat, toch wel, eindelijk nog ne keer een verslagske van De Modderfokkers.  Kalken ontwaakt onder een sluier van dichte mist.  Voila, genoeg poëzie voor de rest van het jaar, of wat er nog van over blijft. Het is dus ferm gesmoord, en ik besluit mij toch maar te voorzien van voor- en achterlichtjes, kwestie van mij te laten zien voor ik gezien ben.  Net wanneer ik de baan wil oprijden, zie ik een grijze schim opdoemen.  Niet zozeer door de mist, maar het is buurman Rudy DC, die al een beetje grijs is van zijn eigen. Samen rijden we richting kerkplein, waar we tussen de stalletjes van de Kerstmarkt vergezeld worden door de rest van de bende. Jo R, Rudy R, Stefan I, Dirk DB, Axel T en Luk K.  Het valt wel op dat enkel de mannen uit het noorden, ik en de 2 Rudy’s, voorzien zijn van nodige verlichting, zij het bij Rudy R wel enkel achteraan.  Hij stelt dan ook voor dat hij wel achteraan zal rijden, waarop ik hem meteen mijn voorlichtje geef. Hij stelt ook voor om eens richting Dendermonde te rijden waar rond de Scheldebrug enkele leuke stukskes te vinden zijn.  We zijn nog maar enkele kilometers ver als Luk besluit om op zijn eigen een toerke te rijden.  Hij had een ritje richting Temse in gedachten, en als het bij Luk in zijn koppeke zit, zit het niet in zijn gat.  Via de Gratiebossen en Berlare komen we langs de dijken ter bestemming en kunnen we ons hartje ophalen op de slingerende paadjes.  Bij momenten wordt het vrij technisch, en de natte bladeren en boomwortels maken het er niet makkelijker op.  Bij het oprijden van een van de vele dijkjes raakt Jo zijne velo nog net boven, maar hijzelf pas enkele tellen later.  Het is af en toe een keertje zoeken, zelfs enkele keren omkeren maar zo komen we wel op enkele plaatsen waar we nog nooit eerder fiets aan grond zetten.  TO BOLDLY GO WHERE NO MODDERFOKKER HAS GONE BEFORE. Op de terugweg richting Kalken pakken we een stukske van de Modderfokkerride mee langs de vernieuwde dijken ter hoogte van Uitbergen.  Een stukske nog niet zo goed gekend door Dirk DB, want bij het afrijden van een helling, verslikt hij zich in een tweede knikske, waardoor hij onzacht met zijn kroonjuwelen op het zadel belandt.  Gelukkig zonder erg, want na enkele minuten begint hij weer normaal te spreken en lijkt alles weer op zijn normale plaats ingedaald.  Op het vettig stukske dat volgt, draait Rudy R het gas eens open.   Ik probeer nog te volgen, maar na een slipper naar links en een schuiver naar rechts ben ik al blij dat ik overeind blijf.  Stefan heeft minder chance en komt met een bemodderde zijflank weer aansluiten.  In De Beize mogen we nog genieten van een verjaardagsdrink op de gezondheid van Els en Annemie. Ivan.

 

31 December 2016: Plaatselijk – Tettenrit???

De thermometer blijft steken net onder nul en buiten miezert het een beetje.  Dat wordt opletten geblazen.  Op de kasseitjes van mijn oprit voel ik de wielen al een beetje heen en weer zoeken.  Ik ben gewaarschuwd.  Als ik passeer aan de Portugiezenstraat komt Rudy voorzichtig uitgedraaid.  Ook hij heeft al begrepen dat het niet simpel zal zijn om al zijn Pk’s op het asfalt over te brengen.  Op ’t gemakske rijden we richting Kalkendorp, af en toe eens testend hoe glad het er bij ligt. Dat testen doe je door eens kort te remmen, en te voelen hoe snel het wiel blokkeert. Dat doe je bij voorkeur met de achterrem, zo niet lig je gegarandeerd voor een close-up tegen het asfalt.  Al bij al valt het nogal mee tot we het kerkplein opdraaien.  Daar liggen de kasseien te blinken gelijk ne spiegel, en verder rijden is onmogelijk.  Wie er ook staat te blinken is Jan W.  Het is al minstens enkele maanden geleden dat hij er nog eens bij was, maar nu er op den blog opgeroepen is voor nen tettenrit, tekent hij present.  Ook Karel V is er nog eens bij, net als Dirk DB en Geert S.  Even later komt ook Mario aangestrompeld, fiets naast zich aan de hand.  Hij heeft blijkbaar al een duikske gezet.  Misschien met de voorrem getest? Als Danny F, Stefaan I en Luc K ook nog komen aangereden, aangegleden, zijn we compleet. Klaar voor de traditionele eindejaarsrit via de scheldedijk richting binnenstad Gent.  De meningen zijn echter verdeeld wegens te gevaarlijk op de gladde wegen.  We houden spoedoverleg in cafe Groene Meersen in de Uitbergsestraat, en besluiten na enkele koffietjes,( enkelen hebben zich al wat moed toegediend door middel van een druppelke ) toch maar niet naar Gent te rijden maar een plaatselijk ritje uit te stippelen, voornamelijk in het veld waar het minder glad ligt. Geert S en Dirk DB laten zich nog overhalen en fietsen toch mee.  Mario zegt al voldaan te zijn met 1 keer te vallen en haakt af, net als Karel, die er al eerder de brui aan gegeven had.  We duiken meteen de Kalkense Meersen in, en de theorie lijkt te kloppen.  De veldwegels liggen er goed berijdbaar bij, en de tussenstukken op de weg worden behoedzaam be(t)reden.  De testresultaten van de wegentesten worden mondeling medegedeeld.  Hier is’t goe, hier ook en hier ook, tot plots Jan in volle paniek “ HIER NIE, HIER NIE,…”. Maar te laat, hij schuift al over de ijsplek.  Rudy kan nog net zijn landingsgestel uitklappen, glijd verder tot net tegen Jan, maar blijft overeind. De schade wordt opgemeten en valt goed mee, enkel zijn stuur staat een beetje scheef.  En wij die dachten Jan de technische specialist stuurmanskunstenaar was, blijkt het zijn valtechniek te zijn die op punt staat.  We vervolgen onze rit en Rudy neemt ons nog een mee naar zijn nieuwe speeltuin richting Dendermonde.  En het mag gezegd worden, da ritje begint stilaan op punt te staan want deze keer moeten we geen een keer omkeren.  De nieuwe stukskes sluiten perfect aan en brengen ons naadloos terug richting Kalken, waar we zonder verdere accidenten, kou maar tevreden ons ritje afronden.  Een apres bike in de Beize kunnen we op onze buik schrijven, wegens niet open op zaterdagmiddag.  Gelukkig had Rudy een uitnodiging ontvangen van Drankenhandel Vandenberghe, waar Tom en Christel ons trakteerden op een natje en een droogje ( lees Trappist en Hot-Dogs ).   Aan iedereen, een gezond en sportief 2017. Ivan.

 

 

Zondag 15 januari 2017. Plaatselijk. Vies winter weer, maar even voor half 9 sta ik al – alleen – aan de kerrek. Daar draait ook de jonge Verhoeven het kerkplein op, voorzichtigjes, want de gladde dagen houden maar niet op. We wachten tot ook de Grote Leider opdaagt: dat is het geval om 8:38. Dat is net op tijd volgens het Hussevelds’ uur, dat iets achterloopt op het Kalkens’ uur dat op zijn beurt  weer iets achterloopt op (de rest van) de beschaafde wereld. Dus zijn we al met 3. We babbelen en babbelen en tegen negenen draait er een dikke mercedes het plein op, met een modderfokker in. Het was Kevin, ook wel Kenneth genoemd, die eens van bij hem thuis (100 meter verder) per auto kwam kijken of er waren die zo zot waren om met zo een weer te rijden. Ja, zegt Rudy, wie is er hier nu de zot? Nu mag hij eerst nog terug naar huis om zijn velo, in plaats van van de eerste keer met zijn velo te komen. Er passeert nog een fokker en die zwaait. Het blijkt Jo R. te zijn die blijkbaar liever alleen rijdt. Wie we daar ook hebben, is Hans K, die met de beekes ging rijden maar even schrikt als hij al dat talent samen ziet staan. Dan komt ook de metser aangereden, met name Koen O., ZONDER handschoenen. Op wie we dan natuurlijk moeten wachten is Kenneth, die uiteindelijk per fiets en met een zakske boterkoeken af komt gereden. Zo vertrekken we rond kwart na 9, drie kwartier nadat ik was aan gekomen. Maar het stilstaan viel nog goed mee wat de kou betreft. Dat verandert de eerste kilometers van het fietsen. Het is gedurig oppassen zodat ge niet echt warm kunt rijden en de wind voel je nu ook. Koen vertrekt inderdaad zonder handschoenen met zo een vriesweer. Als we op de dijk tegen de Aard zijn, klaagt hij toch van de kou. Hij had de kou toch wat onderschat, zegt hij. Gelukkig ben ik voorzien van een extra paar handschoenen. Ik had die nog niet aangeboden omdat ik dacht dat die mens dat zo gewoon was, maar hij is toch blij als hij mijn handschoenen kan aandoen. Weeral mijn goede daad voor vandaag.

Als bij wonder is er maar één valpartij. Het is Koen, die wegschuift op het asfalt nabij het Riekend Rustpunt. De interpretatie van ‘rustpunt’ kan nogal verschillen, blijkbaar. Hij komt er van af met de schrik en wat schrammen op de heup. We teisteren nog de Konijnenberg en vooral Gert V. amuseert zich met het op- en afcrossen van het zandbergske. Rudy vindt overal nog berijdbare niet te gladde wegelingskes en rijgt een apart parkoers aan mekaar. Natuurlijk dat het soms eens vettig ligt met al de regen en de sneeuw van de voorbije weken, maar daar zijn we toch modderfokkers voor, hé. Nietwaar Ivan, Stefan, Dirk, Rudy DC, Luc, Danny, ….? 

Naar de Beize toe krijgen we nog een vlaag sneeuwregen over ons, maar de redding is nabij. Ook vader Poelman blijkt in zijn eentje te hebben gereden en komt ons vervoegen in de Beize.  Er zijn dus zeven zotten (volgens de enen) ofte dapperen (volgens onszelf), die stuk voor stuk blij waren dat ze weer eens dit weer getrotseerd hadden. Mario

 

Zondag 15 januari 2017. Even buiten kijken en vaststellen dat het lichtjes gesneeuwd heeft.  Zoals elke zondagochtend voor de rit, ga ik naar de bakker.  Vrijdag de dertiende is nog niet lang voorbij en er is vrees voor het onvermijdelijke.  Ik schuif op de ijslaag van mijn achterdeur tot aan de voordeur van de auto, zonder veel erg, ik blijf recht.  Mijn besluit staat vast, dat fietstenueke gaat na het bakkersbezoek terug uit en het zal een rustige zondagochtend worden.  Op weg naar de bakker kruis ik Jo Roels die alleen een calvarietocht aan het rijden is.  Op terugweg van de bakker zie ik toch nog wat beweging op het dorpsplein en ik ga kijken welke zotten het ook zullen wagen.  Het is Rudy R., Gert en Mario.  Wanneer ik mijn bedoeling van het bezoek op het dorpsplein vertel, nl. komen kijken welke zotten er gaan fietsen, krijg ik steevast het antwoord van Rudy: “och het is geen vergelijk met de tettenrit”.  Allé, de goede voornemens van Nieuwjaar in acht genomen, beslis ik dan toch maar om mij op glad ijs te begeven en mijn tenueke aan te houden.  Met het zakje van mijn ontbijtkoeken tussen de tanden, rij ik schoorvoetend tot op het dorpsplein.  Ik krijg de kans om mijn koekskes nog snel op te eten en de 3 heren te vergezellen samen met Hans K. en een wijkgenoot, Koen Oosterlinck. Ik zie Hans zijn moed al wat diep in zijn schoenen zitten, maar met wat peptalk, sluit hij toch aan.  Ik heb hem beloofd dat we samen zullen sterven en terugkomen.  Enigszins voorzichtig en bijna in stilstand door de bochten malen we toch een beetje kilometers, tot plots de Koen horizontaal door de bochten probeert te gaan. Even de stand van zaken gecontroleerd en er bleek een ijslaag over de ganse weg te liggen.  Dan besluiten we maar om de dijk te verlaten en wat veldwegels op te zoeken.  Onderweg een vraag van Mario: “vanwaar komt het dat Gert dikke witte strepen op de weg trekt en de rest wat dunnere”?  Niemand een pasklaar antwoord, maar het vermoeden is dat hij gewoon met platte banden rijdt of gewoon meer PK’s op het asfalt door het ijs duwt.  Van al dat voorzichtig gedraai en gekeer, beginnen we wat op onze honger te zitten en kiezen ervoor om een beetje te gaan spelen op de konijnenberg in Berlare.  Vlot de enigszins steile helling naar beneden waar Rudy de pesters verfoeit die overal takken in de weg leggen op de single tracks.  En dan maar ploeteren in het zand, alwaar Hans af en toe de handdoek in de ring gooit en toekijkt hoe wij afzien en Koen advies geven om alsnog boven te geraken.  Een beetje spielerei, maar wel een leuk intermezzo.  Na enkele diepe longtesten en temperatuursverhogingen van sommigen, vervolgen we onze weg richting Berlare waar we nog wat spelen in de kuilen aan de sporthal, de gratiebossen en verder naar Zele, alwaar de wegen splitsen.  Ikzelf moest naar een nieuwjaarsbrunch en wou absoluut om 11 uur thuis zijn en Hans was blij omtrent onze gemaakte afspraak van bij het begin.  Wij dus samen naar Kalken.  En het is nog gelukt ook, Nele blij, ikke blij en 1+1 = 3. Mario, Rudy, Gert en Koen gingen nog over het Heiende en zo terug naar Kalken.  Wij hadden een uur en een half gefietst en bij deze gladde, koude dagen was dit bevredigend.  Zowel Hans als ik zijn blij dat we gereden hebben.  Wat de andere heren betreft, heb ik geen indicatie omtrent hun kilometers, tijd en plaats van aankomst en vreugde omtrent het gereden hebben, maar ik veronderstel dat zij hebben afgesloten in de Beize.  Waar al de rest van de modderfokkers hebben gezeten, heb ik geen enkel idee, maar ik kan alleen maar zeggen: “de afwezigen hadden weeral eens ongelijk ;) “. Kenneth 

 

Zondag 5 november 2017. Ja, beste mensen, even schrikken zeker? Met oprechte excuses. Inderdaad, zeer verrassend nog eens een verslag van de Modderfokkers voor ogen te krijgen. Tja, het kriebelde bij Ivan en ik om weer wat te schrijven, maar ik moest wel beginnen, zei Ivan.

“Die Modderfokkers, rijden die nog rond?”, hoor ik u denken. Jazeker, sinds 1999 al, en nog steeds is er een bende ouwe taaie, van toch tussen de 15 en 20 man (en vrouw), die elke zondagmorgen de wegelkes en het weer trotseren, al valt dat laatste tot nog toe heel erg mee: droog en warm voor de tijd van het jaar. Lang leve de opwarming van de Aarde! Er wordt opgedeeld in twee bendes: A-kes en B-kes. De oudste van allen verjaarde deze week: Johan Poelman, 64 jaar jong. De tweede oudste is kapitein van de B-kes, Rudy Vergeylen, die ondanks een paar serieuze malheuren het voorbije jaar gewoon voortdoet.

Aangekomen op het marktplein staan de vertrouwde gezichten van de kleine overgebleven kern van de A-kes al te wachten: Ivan Rogiers, Rudy Declerck en Axel Troch. Rudy Rogiers, Koen Oosterlinck en Stefan Imschoot sluiten aan. Een andere (half)vaste waarde is Danny Fack, maar die is maar halfvast omdat ie soms op zondag dienst moet doen (niet te verwarren met ‘werken’) of op andere keren niet uit zijnen nest geraakt. Wie ook heeft afgehaakt is Luc Krick, witten Kriek genoemd, die met de B-kes rijdt tot hij een nieuwe velo heeft. Hij blijkt gisteren ook overkop te zijn gegaan met zijn afgebroken zadel in zijn … Is zijn zadel afgebroken en ergens ingeschoten zodat hij overkop is gegaan? Is hij overkop gegaan zodat zijn zadel is afgekraakt en ergens is ingeschoten? Heeft hij zijn zadel afgeknepen met zijn achterwerk zodat het er in is geschoten en is hij daardoor overkop gegaan? Ik heb het niet zo goed kunnen verstaan, maar gelijk welke de volgorde van de feiten is, het lijkt me niet echt benijdenswaardig, vooral dat deel dat over ergens inschieten gaat. Maar Luc, geen probleem: dat kan chirurgisch verwijderd worden, hé. Ze doen dat bij sommigen zelfs zonder verdoving. Ivan is het in zijn carrière al 3 keer overkomen (allez, het afbreken van het zadel. Daar bleef het – spijtig genoeg – wel bij). Ik ben altijd blij als ik advies kan geven om mensen te helpen. Ik ben ook altijd blij voor Ivan als ik zie dat Stefan ook meerijdt, zoals vandaag. Dan is Ivan die keer toch al niet de grootste zeveraar.

Er wordt meestal rekening gehouden met de windrichting om te bepalen welke richting we vertrekken, zodat we in het weerkeren de wind in het gat hebben. Met overwegend NO-wind wordt er besloten door RR, op aangeven van Axel T, om naar Dendermonde te rijden. Schoon ritje, met een aantal technische stukjes in. Ik moet Stefan eens tot de orde roepen, want mijnheer trekt kop aan 36 per uur, windop, op weg naar Dendermonde, en ik moet alles geven wat ik kan om gewoon in het wiel te kunnen blijven. Ik wil nog wat over hebben als het echte morerijden begint en tegen dan niet al al mijn kartoesjen verschoten hebben. We blijken grotendeels tussen de vlagen door te rijden, want alhoewel het overal vers nat en vettig ligt, krijgen we maar één bui van 5 minuten over ons. Ivan, Axel en ik trekken onze ‘basje’ aan, zoals Rudy ze noemt, maar beklagen het ons aldra, want als het niet regent is zo een regenfrak meteen te warm en te klam. Wie enkele kilometers voor den arrivee moet afhaken, nog nooit meegemaakt!, is Rudy DC, tot nog toe de meest onverwoestbare aller modderfokkers. Marie-Jeanne, doe er iets an! Gelukkig slaagt hij er in om op eigen houtje de Beize te vinden en te halen. Als dat ook al niet moest lukken, dan dient langdurige ziekenhuisopname zeker te worden overwogen.

De Beize is al weer in doordeweekse outfit, nadat ex-modderfokker Gunter Blanquaert en vrouwtje Annick het café magnifiek prachtig hadden versierd voor Halloween. Twaalf modderfokkers reden een avondritje op 31 oktober, met meer dan aangename verrassing ter hoogte van de Konijnenberg in Berlare alwaar Annemie, Nadine, Nancy en Els, verkleed als heksen (of waren die nu toch niet verkleed??), ons opwachtten met een dots en een klare. Vandaag worden we getrakteerd door de jarigen Johan P. en Guy Roels en nemen voor een paar weken afscheid van Rudy R, die naar Australië trekt, om er rijke wielertoeristen op de fiets te gaan begeleiden. Ja, ge ziet hé dat sommige spreekwoorden toch veel waarheid bevatten: Ge moet niet schoon zijn om sjans te hebben. Mario

 

Zaterdag 11 november 2017. Tonneke. Nu we terug begonnen zijn met verslagen schrijven, kunnen we zowel verder doen.

Vrijdagavond steekt Jan Willems – ja, die leeft nog – het vuur aan de lont op de facebookpagina van de Modderfokkers. Stefan reageert, ik ook, Gert V volgt en ook Philippe D’homme. Ik stuur ook nog enkele berichtjes naar enkele van mijn zondagse teamgenoten, maar die geven niet thuis.

Zaterdagmorgen staan we met zeven op het kerkplein: Jan Willems, Stefan Imschoot, Gert en Luc Verhoeven, Philippe D’homme, Jo Roels – na een lange revalidatie door een polsbreuk – en ikzelf.

Op een rustig tempo naar Wetteren onder begeleiding van een zacht regenbuitje.

Daar vertrekken we ietske sneller, iedereen doet goed mee tot aan de eerste modderstrook. Een ganse nacht regen heeft mijn planning om nog op zomerbanden te rijden in de war gestuurd. Met schrik om te vallen laat ik de anderen los en besluit om alleen verder te rijden. Een paar kilometer verder zie ik dat Philippe zich laten uitzakken heeft. Blijkbaar ging het voor hem toch te snel en we rijden samen verder, waarbij ik bij elke modderstrook terrein moet prijsgeven. Een beetje later zien we Jo voor ons uit rijden en die doet verwoede pogingen om ons voor te blijven. Wij vinden dat leuk en spelen een beetje JoJo (snapt ge’t?). We besluiten dan toch om hem uit zijn lijden te verlossen en gaan hem gezelschap houden. Verderop, na alweer een zeer glibberige modderstrook stop ik om nog eens extra lucht uit mijn banden te laten om toch een beetje meer grip te hebben. Jo gaat op’t gemak verder rijden, zegt hij. Kilometers verder halen we hem terug in, want hij is gestopt omdat hij niets meer zag door een afzakkende muts. Aan de bevoorrading besluit Jo om alleen zijn weg verder te zetten en die zien we niet meer terug. Philippe en ik amuseren ons en geven er een tamelijke lap op. Terug op het wetterse grondgebied is de ondergrond beter berijdbaar en ’t gaat goed vooruit met in ons wiel een mtb-rijder geholpen door een batterij! De brave man met zijn BMC-truitje neemt niet over en laat ons het zware werk doen. Aangekomen in ’t Tonneke onze gratis Tongerlo genuttigd en nog eentje extra en dan terug naar Kalken. ’T Was leuk! Fiets kuisen iets minder en ook maar direct een bandenwissel doorgevoerd. Kwestie van de affaire mee den ezel en de steen te vermijden. Axel

 

Zondag 12 november 2017. Plaatselijk ritje. Afspraak om 8.30u met Stefan op het kerkplein zondagmorgen, zoals gewoonlijk. Weinig gewoon aan, want niemand aanwezig, ook de andere vriendjes niet en ik heb zo’n vermoeden dat de regen hiervoor verantwoordelijk is. Ik besef dat mijn regenvestje te licht is en keer terug naar huis om een betere regenjas te halen. Terug naar het kerkplein om 9u voor een ritje met de B’s dan maar. Daar aangekomen is er enkel Els Cattoir. Nadine F en Rudy V gingen ook nog komen, zegt ze. Enkele minuten laten komt Nadine aangestormd, Rudy heeft een vallingske en we besluiten dan maar met ons drie een plaatselijk tochtje te doen onder gezapige regenval. Els heeft zo haar eigen mening over de Modderfokkers (regen is géén reden om…). Tegenwind vertrekken is altijd een goed idee. Op den dijk richting Wetteren en Melle kunnen we makkelijk naast elkaar rijden. Geen tegenliggers en we kunnen een klapke doen. Eens in Melle is het moeilijker om met drie naast elkaar te blijven en ik positioneer mij dan maar achter de dames. Lekker uit de wind, schoon zicht (is dit nu grensoverschrijdend? – ik wil jullie niet kwetsen, hé dames). Mijn beentjes voelen nogal zwaar aan door de rit gisteren en elke keer er hoogtemeters te rapen zijn, vliegt Nadine vooruit met Els in het wiel. ’T Zal niet waar zijn zeker dat ze mij der gaan afrijden. Ik bijt wat harder op mijn tanden en ga bij elke bergop tussen mijn kader hangen. Geeft meer comfort. Ondertussen kunnen we ons regenvest uitdoen en komt zowaar de zon piepen. De afwezigen hebben weeral ongelijk. Nadine weet van geen ophouden meer en na een bezoekje aan de jaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem, die we rechts laten liggen, legt ze er de pees op richting Kalken. Aan het Vaartplein komt Kenneth ons nog vervoegen, die was blijkbaar enkele seconden te laat om bij ons aan te sluiten om 9u en heeft alleen een ritje gereden. We hebben hem dan maar de spurt laten winnen. In de Beize komen Johan P, Rudy V en Danny F ook nog aansluiten. Rudy had dat beter niet gedaan want Koen ging ons bitterballetjes geven, maar omdat Rudy geen vlees meer eet, krijgen we allemaal niets. Allemaal uit compassie en medeleven met Rudy. Ik wist zelfs niet dat er vlees zat in die bitterballetjes bij Koen. Axel

 

Zondag 19 november 2017: Plaatselijk. “Wablief, weeral een verslagske”, hoor ik u denken. Joat, maar ’t is van moeten.  Enkele weken geleden heb ik Mario zo zot gekregen om toch maar weer een paar verslagskes te schrijven.  Da zot maken van Mario, da ging vrij vlot, enige voorwaarde was dat ik ook terug in de pen zou kruipen.  Terwijl Rudy aan het “afzien” is tussen de kangoeroes en de koala’s bij winterse temperaturen van zo’n graad of 25 moeten wij het met een dikke 20° minder stellen.  Geen probleem voor echte venten, dus verzamelen wij met de volle 4 man op het kerkplein.  Rudy De Clercq, Axel Troch, Jo Roels en ikzelf.  We kiezen voor een plaatselijk ritje en vertrekken langs de Vaart richting Scheldedijk.  De afslag richting Blauwe steen rij ik bewust voorbij en Axel begint al op te spelen.  Ik kalmeer hem een beetje door te zeggen dat we die in het afkomen gaan meepakken.  Wanneer we het pompstation naderen vraag ik of we links of rechts afslaan, maar er volgt geen reactie.  “Als ’t zo zit, rij ik gewoon rechtdoor” dreig ik, maar dat blijkt geen probleem te zijn voor mijn gezellen.  Dan toch maar linksaf richting Schellebelle. We vervolgen richting Schoonaarde en gaan net over de brug linksaf waar we een nieuw wegeltje verkennen.   Aansluitend willen we het houten vlonderpad volgen dat uitkomt aan het kerkhof van Uitbergen, maar als ik de trappen afrij zie ik de plankskes serieus liggen glinsteren.  Voorzichtig tot stilstand komen en op ‘t gemakske rechtsomkeer maken is de boodschap.  Jo was toch al niet zinnens te volgen want hij begint het nu net een beetje gewoon te worden zo zonder plaaster.  We besluiten dan maar richting Gratiebossen te fietsen, maar niet zonder eerst een bezoekske te brengen aan de Konijnenberg in Berlare.  Hier duiken we zoals gewoonlijk de steile afdaling naar beneden en spelen daarna nog een beetje tussen de zandheuvels.  Als afsluiter neem ik mijn gezellen terug mee in omgekeerde richting om dezelfde steile helling naar boven te rijden.  Met een goeie aanloop en het gepaste verzet kom ik netjes boven tot stilstand.  De startsnelheid van Jo was net een beetje te laag, en een metertje van de top moet hij voet aan grond zetten waardoor Rudy, die te kort op het wiel zat, zijn voorbeeld moet volgen.  Als Axel aankomt, merk ik dat ook hij niet rap genoeg gaat en voorspel, dat lukt nooit, dat het nooit zal lukken.  Hij probeert zich nog naar boven te wroeten, en een beetje koppig zoals we Axel kennen, weigert hij voet aan grond te zetten met als gevolg den tuimeltrofee van de dag.  Merci Axel voor de nodige inspiratie voor dit verslag.  Zonder verdere problemen rijden we huiswaarts via Zele, Heikant over Lokeren.  Na een kort maar deugddoend ritje komen we weliswaar redelijk vroeg aan in De Beize.  Vroeg genoeg om op ’t gemakske een bitterballetje te nuttigen zonder vleesloze Rudy (Vergeylen) in verleiding te moeten brengen. Ivan.

 

Zondag 26 november 2017. Gent. Met 7 op het kerkplein, een succes. De drie vaste waarden, Ivan, Rudy DC en Axel T, en dan nog Stefan IS, Gert Verhoeven, Danny F en onderstaande. De Grote Roerganger, Rudy R (niet van Roerganger, maar van Rogiers), moet nog bekomen van zijn jetlag opgelopen bij zijn terugkeer vanaf de onderkant van planeet Aarde, dus moeten we zelf uitzoeken naar waar we gaan. Het weer valt veel beter mee dan voorspeld (zoals eigenlijk al het hele jaar het geval is) en Danny stelt de rit naar Gent voor. Ja, goed idee, dan kunnen we al even onze beruchte eindejaarsrit oefenen, heel origineel en helemaal rond en door Gent. Het is wel even zoeken hoe we om te beginnen in Heusden raken, want, hadden we Danny gevolgd, dan stonden we na een halfuur alweer aan de kerrek van Kalken.

Maar eens we, voorbij Heusden, over de brug rechts, de Gentbrugse Meersen inrijden, is iedereen verrukt. Prachtige wegels, in een zonovergoten herfstse vlakte. ‘Zomerse’ en ‘winterse’, dat gaat goed, bedenk ik net, maar niemand zegt ooit “lentese’ of ‘herfstse’. Toch wel raar, hé!? “Geniet van dit stuk natuur!”, zegt Danny. “En sluit af met hekje”, voegt Ivan daar aan toe, omdat we meteen aan zo een klaphekje staan, om de koeien tegen te houden en de wandelaars door te laten. En ja, Danny, die net voor Ivan rijdt, doet dat dan ook, zodat het hekje luid tegen Ivan zijn voorgevel terugklapt. Wie Ivan zijn voorgevel kent, weet dat dat eigenlijk niet zoveel kwaad kan.

Even verder, een wandelaar met zijn hond. De border collie ligt, buik plat tegen de grond, in de aanslag en, als hij Danny ziet komen, stormt hij luid blaffend naar hem toe. Nog een jong beestje blijkbaar, dat nog het verschil niet kent tussen een schaap en een ezel. Gelukkig komt de hond er zonder veel kleerscheuren van af, ook al omdat de meeste honden normaal gezien nooit veel … Ja, laat maar.

Het is even wachten op Axel. Die heeft het lumineuze idee om zijn banden wat zachter te zetten, omdat we, ochgottekes, eventjes op een heuvel, midden in de Gentbrugse Meersen, de vettige wegelkes verkennen en wat bricoleren. Maar we hebben nog minstens 2 uur rijden voor de boeg. Mocht je nu nog even makkelijk weer lucht kunnen bijsteken in je banden, dan zou ik er nog begrip voor kunnen opbrengen, maar nu moet hij nog 2 uur op slappe banden verder. Zo zit het Heelal niet in mekaar, Axel! Och ja, we zijn eigenlijk al lang gewend dat er allerhande rare kwasten meerijden met de Modderfokkers. Uiteindelijk mogen we niet vergeten dat dat de reden is waarom de KWB indertijd (in 1999!) aan Rudy R gevraagd heeft de Modderfokkers op te richten: er was in Kalken dringend nood aan een zelfhulpgroep voor hopeloze gevallen. Ik ga geen namen noemen, maar als je weet dat zelfs Marc Roelandt nog een paar jaar heeft meegereden, dan moet ik er geen tekeninkske bij maken, zeker. Rudy is dan zelfs zijn broer Ivan beginnen meenemen, maar veel heeft dat na al die jaren nog niet opgebacht, het was al te ver gezet met Ivan.

We komen echt overal in en rond Gent en overal liggen er leuke wegeltjes en hindernissen. Een korte ritbeschrijving: Gentbrugse Meersen, daarna fietsweg langs Schelde tot bijna aan de Franse Vaart, lange wegel naast Visserij tot aan andere kant van Gent, Voorhoutkaai met St. Baafsabdij en Spaans Kasteel, Dampoort, St. Amandsberg met Groot Begijnhof en Campo Santo, spoorwegen en vuilnishopen aan Decathlon, Meulestede Brug, AZ St. Lucas, dwars door St. Antoniushof en door centrum van Gent, Verlorenkost, Blandijnberg, Citadelpark, Nieuw Gent (hier wonen 100 nationaliteiten, weet Danny. Ja, soms weet Danny ook iets), St. Jozef Instituut aan Zwijnaardebrug, achterkant Coca-Cola fabriek, 3 hoog op de parking van het UZ Gent, via IJsbaan Kristallijn naar de Ringvaart en zo terug naar Melle langs nog meer wegelkes. Gertje Verhoeven is enthousiast over zo een rare rit.

We komen, ter hoogte van de Voorhoutkaai, aan een grasveld met hoge, vierkant gesnoeide bomen, naast het Spaans Kasteel, waar het Spaans garnizoen van Keizer Karel in de jaren 1500 gekazerneerd was. Dat is de plaats waar Gent ontstond. De bomen stellen de pilaren voor van de oorspronkelijke St. Baafskerk, in de jaren 600 gesticht door den heiligen Bavo (die toen nog niet heilig was, welteverstaan). Nadat ik even halt gehouden heb en mijn kompanen met deze kennis cultuur-historisch verrijkt heb (parels voor de zwijnen, zegt men dan), laat ik het verder uitstippelen van de rit weer eventjes over aan Danny. Het cultureel-intellectuele deel is immers voorbij. Danny laat zich echter niet kennen en we rijden meteen daarna naar het Groot Begijnhof en het Campo Santo. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik in het Groot Begijnhof kom. Op andere ritten naar Gent doen we het Klein Begijnhof (in de Lange Violettenstraat). Beide begijnhoven lijken eigenlijk wel goed op mekaar, maar een kenner ziet meteen het verschil: in het Groot Begijnhof zijn de begijnen ietske groter.

Op de langen end neemt Gert over van Ivan die net een lange beurt achter de rug heeft. ‘Beurt’ in de betekenis van koptrekken, wel te verstaan. Ook mooi aan 32 per uur, al kan deze jongen veel rapper, zodat we toch goed vooruitgaan en niet de ziel uit ons lijf moeten rijden. Wat een verstandige gast toch, die net 23 is geworden. Eindelijk ben ik niet meer de enige normale in deze bende. Daar komt echter van achteren een ouwe zot, de genaamde Rudy DC, aangestormd. Snok. Meteen 37 in ‘t uur, en dat tempo zakt niet meer tot in Kalken, waar Gert wel de sprint wint.

Bij Koen* en Nadine in de Beize, vinden we ook Kenneth, Els, Johan, vader Verhoeven, en witte Luc Kriek. Ik denk dat Els ondertussen de prijs voor de meest fervente Modderfokker mag krijgen, want veel ritten heeft ze nog niet gemist. Johan en Luc zijn aan het uitkijken naar hun nieuwe Olympia**.

In totaal deden we 63 km. En deed het weer deugd? Ge moogt gerust zijn.

Mario

*: Tegen Kerstmis aan, spreekt men gewoonlijk van KalKoen van de Beize.

** Grote Roerganger, hoeveel korting krijg ik nu op mijn volgende herstelling, voor het maken van deze reclame voor uw veeloos? Koen en Nadine van de BEIZE, ook naar jullie toe een gelijkaardige vraagstelling, aangaande mijn volgende consummaties in jullie etablissement, voor het meermaals belangeloos vermelden van de BEIZE in mijn verslagskes. Veel moet dat niet zijn, hoor, een klein gebaar af en toe volstaat.

 

Zondag 26 november 2017. Gent (Verslag 2, eigenlijk door Stefan geschreven). Sinds een paar weken wordt er opnieuw in de pen gekropen. Hier kunnen verschillende redenen achter zitten. Het zou kunnen zijn om schriftelijk uiting te geven aan de inhoud en de schoonheid van de avontuurlijke ritten op zondagochtend. Het zou ook kunnen zijn uit pure verveling. Het kan zijn om de verbale jongensachtige pesterijen van tijdens de rit ook op de blog verder te zetten; opgelet voor het overschrijden van “de grens” is de boodschap. Maar het zou kunnen zijn om aan te geven dat de modderfokkers nog steeds actief zijn. Want dat is wel degelijk het geval èn met jonge gasten in de rangen. Zo was er zondag 26/11 eentje om 8u30 op het kerkplein die 21 was geworden en dus werd er bij wijze van ontgroenings euuuh euih verjaardagscadeau besloten richting Gent te rijden. En het moet gezegd, die modderfokkers van de oudere generatie weten hun weg. Maar ook al rijden ze al een tijdje aan je zijde en denk je ze te kennen, toch blijven ze verbazen. Neem nu zondag jongstleden. Al denkt iedereen dat Mario de natuurkundige en de cultuursmurf is, toch was het Dannie die ons op sleeptouw nam via Laarne en Heusden door de Gentbrugse meersen (een echter aanrader) en nieuwe singletracks aansneed. Toch was het Dannie die ons wat Gentse geschiedenis bijbracht en onbekende pareltjes van steegjes opzocht. Toch was het Dannie die ons de plek toonde waar Gent is ontstaan. En dat terwijl iedereen het over het onverantwoorde gedrag van Dannie heeft en of hij nu al dan niet aan de bende gelinkt wordt, is het Mario die de mond vol heeft over begijntjes en onheuse praktijken in de Begijnhoven te Gent en zich vast reed op Campo Santo. Toch is het Mario die ons meeneemt langs sloppenwijkachtige gebieden tussen de sporen aan de Decathlon en vuile moppen over oranje jassen en kaka aan schoenen ten berde brengt. Sjonge jonge. Hij neemt ons ook mee door het citadelpark, de meest beschreven en verfilmde misdaadscene van Vlaanderen, zogezegd voor de paadjes en de klimmetjes. Hij brengt ons ook langs de achterkant het UZ binnen om te gaan kijken naar zijn werkplek maar dan wel vanop het dak van de bovengrondse parking. Gelukkig zijn er nog normaal begaafde mensen zoals Ivan en Rudy DC, die het overnemen voor het helemaal uit de hand loopt en ons via de Ghelamco-arena terug naar de Schelde brengen. Zij mennen daarna ook de troepen om ons aan een zeer rustig en voor iedereen haalbaar tempo, alles boven de 32 is goed, terug naar ons stamcafé te loodsen. Schrijver wenst onbekend te blijven want is nog niet zo lang actief en kan hier en daar wat zaken gemixt hebben.

 

Zondag 24 december 2017. De Warmste Week, in Wachtebeke. Met 9 aan de kerk. Heel veel man dus. Verleden week lag Axel al na 10 meter tegen de kasseien van het kerkplein, wegens de gladheid. Van de kasseien, niet van Axel. Ze zijn nog al schuivend tot in de Scala geraakt, voor de rit van de Calckine. Niet de kasseien, maar de Modderfokkers. En na heel wat consummaties aldaar, zijn ze tegen halfelf, nog steeds schuivend, in de Beize teruggeraakt. Ja, glad is glad, en verleden jaar deze tijd was het niet anders. Vandaag is het echter grijs, warm en droog. De donkerste decembermaand sinds 50 jaar. Al een maand lang geen zon meer gezien. Jo, Stefan IS (van ‘ImSchoot’, niet van ‘Islamic State’, maar als hij zijn baard wat zou laten groeien, zoudt ge serieus kunnen twijfelen), Axel, Rudy R, Danny, Gert en Luc Verhoeven, witte (zelfs al grijze) Krick en uw verslaggever. Eigenaardig, twee van de drie vaste waarden, Rudy DC en Ivan R, zijn er niet. De Modderfokkers, een echt allegaartje, met vandaag twee halvegaartjes minder.

We zijn nog maar in Hussevelde of ter hoogte van Ivan zijn woonst (met neergelaten rolluiken) steekt er ons een brommertje voorbij en Axel schiet er hem achter. Zo is Axel al meteen een kartoesj kwijt, en dan kan hij nog niet eens het wiel van dat brommertje pakken. Raar, hoe sommige mannen op toch reeds gevorderde leeftijd enthousiast blijven gelijk een jong veulen en hun eigen grenzen nooit leren kennen. Axel, een goede raad: als ge, gelijk gij en mij, maar 3 kartoesjen hebt en meerijdt met minstens 5 goedgetrainde klasbakken, spaar ze dan, uw kartoesjen. En Rudy R dan de hele tijd maar klagen dat hij al 3 weken niet meer op een velo gezeten heeft en wat uit vorm is. Ocharme toch, die jongen, anders had hij nog meer op de rest moeten wachten. En o ja, hij had nog wat last van slijmpjes ook, het sukkeltje.

We rijden naar de Warmste Week in Wachtebeke, domein Puyenbroeck, maar de hekkens houden ons tegen om tot bij Linde en Eva te geraken. Van al de praat die er daarna verkocht wordt, is er spijtig genoeg niets geschikt om in een deftig tijdschrift of op een deftige blog op te nemen. Ja, inderdaad, er kan veel gezegd worden over mijn verslagjes, maar ik probeer toch altijd een zeker niveau aan te houden, hoe moeilijk dat ook is als je verslag moet geven over een nest vuilaards op alle gebied. Ik hou dus mijn verslagjes altijd op niveau, in tegenstelling tot het vorige verslag, geschreven door iemand die zichzelf omschrijft als een jongeling van 21 jaar die nog niet zo lang meerijdt, maar anoniem wenst te blijven. Rara, wie zou dat nu toch kunnen zijn, als iedereen, maar dan ook iedereen, behalve Gertje Verhoeven, minstens 40 jaar oud is en al minstens 10 jaar meerijdt? Er worden mij in dat nepverslag daarenboven vieze woorden in de mond gelegd, woorden die ik nooit in de mond zou nemen, en die ik zelfs nog nooit in een verslag gebruikt heb. Er zijn grenzen, Gert, ook aan mijn schijnbaar eindeloos geduld! Een verwittigde onanieme jongeling is er twee waard.

‘Gasten’, vraag ik, ‘vertel eens iets dat deftig genoeg is om te kunnen gebruiken voor het verslag’, maar nee, niets gekort. Gelukkig, op het smalle, glibberige wegeltje naast de ZuidLede, gaat Danny volledig onderuit, en hij schuift langzaam maar zeker, maar zeker langzaam, hoofd vooruit, de schuine kant af, Ledewaarts. Danny houdt het voor bezien. Nu weet ik vanwaar de Kalkense uitdrukking: “Het is mij verLeed’ komt. Hij gaat er helemaal in schuiven! Jawel! Jawel! Nee? Toch wel! Jawel, hoor! Oei, toch niet? Gelukkig komt Gert eraan. Gert, jongen, gewoon een eel klein stampke, en hij ligt er helemaal in. Maar nee toch! Wat doe je nu, Gert? Ben je nu helemaal zot geworden? Je houdt hem tegen! Je trekt er hem uit! Dat rijdt nog maar efkes mee met de Modderfokkers en is nu al helemaal de kluts kwijt. Dat was al aan je verslagje van vorige keer te zien, natuurlijk. Ja, ik ken veel Verhoevens in Kalken en het zijn allemaal simpelaars gelijk, of ze nu zelfstandige zijn of niet. Uiteindelijk, ik moet het toegeven, was het nog zo dom niet van Gert om Danny van de verzuipingsdood te redden. Danny is immers de enige die weet hoeveel de Modderfokkers in kas hebben. Ooit is de onvoorstelbaar idiote beslissing genomen dat Danny de penningmeester van deze vereniging ging zijn. Dat zegt natuurlijk heel veel over deze vereniging en de capaciteiten van het bestuur. Naar het schijnt zit er ondertussen een bedrag met 5 nullen in kas. ‘Zeg maar 6 nullen’, zegt Danny: ‘maar spijtig genoeg zijn dat ook de enige cijfers die er in zitten’.

De laatste 10 kilometers van Lokeren over de vlakke akkers ten Noorden van Overmere, van de in totaal 63 km aan 24 per uur, zijn superlastig, door de enorme wind die er staat. Met al die windmolens ook. Hoeveel gaan ze er zo nog bijzetten, zeg? Is er nog geen wind genoeg ondertussen? Gelukkig overleef ik die kilometers altijd met de gedachte: nog even doorbijten, Mario, nog even, en nu nog even meer, want er staat een Duvel te wachten! Twee zelfs. Moe maar voldaan, keer ik na het BeizeBezoek* huiswaarts op mijn OlympiaFiets**, met dezelfde gedachte als altijd: ‘Wat zou het leven toch nog veel mooier zijn, mocht ik al maar de helft zo goed kunnen velorijden als mijn vriendjes.’ Mario

* Ik kan maar blijven proberen, hé, om wat korting te krijgen.

** Ik kan maar blijven proberen, hé, om wat korting te krijgen

 

3 januari 2018. Correctie bij mijn vorig verslag. Het blijkt immers dat het nepverslag van de zogezegde anonieme jongeling niet van de hand is van Gert Verhoeven, maar van ene Stefan, die zich valselijk heeft voorgedaan als Gert. Je houdt het niet voor mogelijk dat zo een mensen bestaan. Ik had het kunnen weten natuurlijk: ZOO slecht geschreven. Dat kon alleen van Stefan zijn. En Gert is zo een toffe kadee, dat hij onmogelijk dergelijke fluttekst zou schrijven. Trouwens, alle Verhoevens die ik ken in Kalken, en dat zijn er veel, zijn stuk voor stuk mannen naar mijn hart. Zelfs als ze zelfstandige zijn. Mario

 

Zondag 31 december 2017. Gent met Vanderdonckt-doorgang (zie Figuur 1).  

Deze zelfde rit beschreef ik al uitvoerig enkele weken geleden: de rit naar Gent. Toen hebben we echter een korte passage overgeslaan, die er in de laatste rit van het jaar wel in zit en waar deze eindejaarsrit zijn dubieuze naam aan dankt. Ik zal me daarom beperken tot dit specifieke stukje van de rit, ook al omdat Danny de rest aardig had ingekort omdat we nog bij onze sponsor-brouwer, Tom Vandenberghe, werden verwacht voor een eindejaarsreceptie. 

Eigenlijk was het Ivan zijn toer om een verslag te schrijven, maar hij durfde niet, vanwege het riskante onderwerp. Heeft er trouwens al eens iemand op gelet dat ze op de blog van de Modderfokkers Ivan net boven Robbe Neus en Renske Imschoot gezet hebben? Die andere twee kinderen zijn ondertussen zo goed als volwassen, wat van Ivan niet gezegd kan worden. 

Wij houden de naam van deze eindejaarsrit al jaren stil omdat we denken dat Rudy R anders niet mee gaat mogen van Marleen, of Ivan niet van Christine, of Rudy DC niet van Marie-Jeanne, of Luc K niet van An, maar kijk, Stefan moet het natuurlijk op de blog zetten: ‘Tettenrit’. Maar goed, Rudy R en Ivan R mogen blijkbaar toch mee, waarschijnlijk omdat hun eega de blog niet gelezen heeft. De enigen die ontbreken zijn Rudy DC en Luc K. Van de laatste wist An op de spaghetti-avond te vertellen: “Ik heb hem uitgekozen in het halfdonker en toen het weer licht wierd, durfde ik hem niet meer weergeven.” 

Integendeel, in plaats van dat we met minder gaan zijn, staan er nu ook twee die anders zelden of nooit meerijden, met name Karel V en Patrick R. Rara! Waarom zou dat zijn?? 

Waar gaat het over? Niet ongerust zijn, (meeste) dames. Het betreft slechts een korte passage door de beruchte Vanderdonckt-doorgang in Gent, ook gekend als “Het Glazen Straatje”. Jaarlijks gaan wij er immers de laatste bikini-mode bekijken. 

Normaal duurt het maar dertig seconden eer we er zijn door gepasseerd, al rijden we er altijd wel heel traagjes. Waarom wij zo traagjes rijden aldaar? Awel, om geen voetgangers omver te rijden, tiens. En om de laatste badmode grondig in ons op te nemen, ook wel, ja. Maar dit jaar is het even wachten op Danny. Zijn 10-beurtenkaart was juist vol en hij vraagt ons om even te wachten voor zijn gratis elfde beurt. In plaats van 30 seconden, duurt onze passage daarom nu 1 volle minuut. Maar zie, we moeten dit jaar nog veel langer wachten, want Stefan is plots nergens meer te bespeuren. Pas 10 minuten later verschijnt hij terug, breed grijnzend.* Joost mag weten waar die uitgehangen heeft, maar gezien Joost niet meerijdt, zullen we het nooit weten. 

De Delirium Tremens(en) bij sponsor Tom smaakten alleszins goed. Bedankt, sponsor Tom! 

Mario 

* Stefan, nu ziet ge wat er van komt als je leugens schrijft. Dan doe ik dat ook maar eens** 

** Dat van Danny was namelijk geen waar, zie. 

Mario 



http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3047155-1cb92b80d2ff66401f9e29641255c4ae.jpg
Figuur 1. De Vanderdonckt-doorgang, Gent

 

Zondag 7 januari 2018. Waasmunster. De eerste rit van 2018, en we beginnen het jaar zoals we het oude afsloten, met z’n twaalven.  Al is de bezetting een beetje gewijzigd want Danny is er niet bij.  Geen tetten, geen Danny, of is het omgekeerd, geen Danny, geen tetten?  Wel op de afspraak: Luc en Gert Verhoeven, Jo En Patrick Roels, Rudy en Ivan (ikke) Rogiers en de enkelingen Rudy De Clerck, Luc Krick, Dirk De Boever, Stefan Imschoot, Axel Troch en om het dozijn vol te maken, Mario Vaneechoutte. Al is er dat meer zo ene van dertien in een dozijn.  Na het waterballet van vorige week besluiten we iets drogere oorden op te zoeken. Aangezien er een strakke Noord Oostenwind staat en we bij voorkeur met rugwind huiswaarts keren, kiezen we voor een ritje Waasmunster.  Het parcours van de rit zit bij de meesten al redelijk goed in het geheugen, maar toch slagen sommigen er in om af en toe een afslagske te missen.  Ergens halfweg de rit wordt de weg versperd door een euh, ….. wegversperring. Er blijkt een “mushing” wedstrijd plaats te vinden, en de deelnemers kunnen er elk moment aankomen.  Een wadde-wedstrijd hoor ik u nadenken.  Mushing is een wedstrijd voor sledehonden, maar bij gebrek aan sneeuw gebeurt dit hier met karretjes op 3 wielen.  Gelukkig ziet de seingever dat wij rappe mannen zijn, en aangezien er nog een tiental minuutjes voor de start zijn, mogen wij nog snel voorbij.  Als we even verderop de honden in de verte horen blaffen, besluiten we eventjes te wachten op de eerste deelnemers te zien passeren.  Het blijkt redelijk spectaculair en van hun bochtenwerk kunnen menig Modderfokker nog iets opsteken.  Na een kleine route-herberekening vervolgen wij onze rit.  Blijkbaar zat er toch ergens een foutje in de berekening, want even verder maakt Rudy zonder aanwijsbare reden een slippertje en bijgevolg en kleine knieval.  Eigenlijk het vernoemen niet waard, maar voor een keer dat Rudy een stuurfoutje maakt mag dat zeker niet in het verslag mankeren.  Stefan vind ook zijn moment gekomen om een plaatsje in het verslag op te eisen.  In het “Pilecijnbos” zijn serieuze grondwerken gedaan, en de afsluiting met houten paaltjes wordt op zijn stevigheid getest.  De paaltjes blijken stevig genoeg en het is Stefan die gaat liggen.  Nog maar net bekomen van de emotie ( en van ’t lachen ), al een volgend oponthoud.  Bij het beklimmen van de Scheldedijk zet Rudy een beetje teveel vermogen op de pedalen en trapt zijn ketting in 2.  Gelukkig is er een goede velomaker aanwezig, en met dank aan het kettingponsje van Patrick en het slotje van Rudy DC is het euvel in geen tijd verholpen.  Tijd om richting Kalken te fietsen.  Luc V.  wil ook nog een vermelding.  Een wegel van zo’n 2 meter breed langsheen de Durme is voor Luc toch nog een beetje te smal, en het scheelt geen haar of hij gaat van de weg.  Gelukkig voor hem, niet langs de kant van de Durme.  Gejaagd door de wind zeilen we huiswaarts aan zo’n 30 à 35km/u en op de Gaverstraat gaat de snelheid nog een beetje de hoogte in.  Rudy R haalt het in de eindspurt en klokt af boven de 50km per uur.  Rudy DC merkt op dat het toch zijn kettingslotje was dat als eerste aan De Beize aankwam.  Binnen worden we opgewacht door Jurgen en Karine, die er ene geeft op haar verjaardag.  En ja, als ze horen dat het voor niet is, komt er nog een bende binnen gewaaid.  De fietsdames onder begeleiding van de resterende mannen.  Karine mag diep in de beugel tasten, en kan gelukkig een betalingsplan met Koen afspreken. Ivan.

 

Zondag 14 januari 2018. Met zijn elven aan de kerk, weeral. Dat heb je met die goeie voornemens net na nieuwjaar. En pas op, het is dan nog net na de meer-dan-geslaagde receptie gisteravond in de Beize, waarbij alleen Danny niet uit zijnen nest is geraakt. Staan er wel: Jo, Dirk DB, Stefan IS, Gert V, Ivan R, Rudy DC, Rudy R, Patje R, Axel T, zelfs Karel V, en ondergetekende.

Pechvogel Jo Roels mag al subiet weer naar huis, want zij body is kapot. Nee, niet dat hij weer een arm gebroken heeft of dat hij zou lijden aan andere ernstige lichamelijke of geestelijke gebreken of eigenaardigheden, belange niet, maar het betreft de body van zijn velo. Wat is dat juist? Ik heb het eens opgezocht: “Een "body" bevat het mechanisme dat je in staat stelt om te freewheelen. Zonder die body zou je de pedalen niet stil kunnen houden en dus moeten blijven doortrappen zoals bij een pistefiets het geval is.” Sommigen zullen zeggen dat Jo geen body nodig heeft, omdat hij van zichzelf al meer dan genoeg doortrapt, maar met een kapotte body trap je dus echt zot, niet in de betekenis van ‘niet goed snik’, maar in de betekenis van ‘in het ijle’. Jo gaat zich thuis wat gaan afreageren door op zijn rollen te gaan trainen, om dan toch tegen de middag in de Beize te kunnen verschijnen voor het aperitief.

‘Waarheen gaat de rit, Rudy?’, zo vragen wij met zijn allen aan de grote roerganger. ‘We gaan ons voorwiel achtervolgen’, zegt Rudy. Zodoende beginnen we met ons tienen ons voorwiel te achtervolgen naar Wetteren en zo verder langs de Schelde naar Melle. Aldaar lijdt Axel Troch kettingbreuk, een zeldzame gebeurtenis, maar nu al de tweede in twee weken. Wachtend op de brug van Melle, nemen we een eigenaardig natuurfenomeen waar: een grote, ronde, gelige bol staat net boven de einder. Wat zou dat toch kunnen zijn? Volgens Ivan, die veel op Wikipedia zit, bestaat er zelfs een naam voor: de zon. We gaan hem maar geloven. Na herstelling, achtervolgen we verder ons voorwiel tot tegen Merelbeke, dan tussen Gontrode en Lemberge door naar Moortsele waar we de spoorlijn Gent-Geeraardsbergen kruisen, met het eerste klimmeke van de dag net erna, zo richting Oosterzele naar Scheldewindeke (spreek uit: Scheldewiendeeke), voorbij Balegem waarbij we ter hoogte van het station Balegem-Zuid de spoorlijn opnieuw oversteken. Niet verschieten, maar net zoals bvb. Gent en Brussel heeft de wereldstad Balegem ook 2 stations: Balegem-dorp en Balegem-Zuid. Ge houdt het niet voor mogelijk, maar we trekken ons dat niet aan en zetten verder de achtervolging in naar Elene en Velzeke, alwaar we de kasseien van de Lippenhove onder de wielen geschoven krijgen. Verder de klim naar Roborst dorp (niet te verwarren met Roborst-Zuid), nog klimmen en dalen naar Rozebeke en zo via Mont Rekel (ook wel de Rekelberg genoemd) naar Michelbeke (ook wel Decroo-land genoemd), waarna de Berendries wordt overwonnen, door de ene al wat rapper dan door de andere. Vanaf daar zetten we de terugweg in, nog steeds in achtervolging van ons voorwiel, over Mario-Audenhove (of was dat nu Maria-Oudenhove?) en St. Goriks-Oudenhove naar en door Zottegem. We passeren niet in St. Antelinks, en St. Anterechts laten we ook links liggen. Van Zottegem gaat het eerst nog lichtjes klimmend naar Leeuwergem, en ten Westen van Oombergen (en Tantedalen) blijvend, achtervolgen we verder ons voorwiel tot in St. Lievens-Houtem. Vandaar begint de lange afdaling met slechts af en toe een wipje omhoog, tot in Wetteren, over Bavegem, Westrem en Massemen, waarbij we niet onder de 33 per uur gaan. Ondertussen maken we een paar wielertoeristen, die dachten dat ze straf bezig waren, een illusie armer. Zo zijn we. Geen kompassie, niet met onszelf en nog minder met een ander, zeker niet als ze op van die dunne bandekes rondrijden. Tussen Wetteren en Kalken halen we er nog zo een in, met een BMC outfit. Die was eel goe bezig, want Stefan kreeg de laatste meters van het gat niet toe, zodat ik nog te hulp moest komen. Die jongen weet niet wat er gebeurt als daarna de sprint lost barst en er 4 modderfokkers vollen bak voorbij komen gestoven. Voor de eerlijkheid: ik was niet bij die 4. Ik weet niet of Rudy Gert heeft verslaan of omgekeerd.

En weet ge wat het strafste van al is? Wel, als we weer in de Beize toekomen, hebben we ons voorwiel nog altijd niet ingehaald. Mooi zo, want zo kunnen we volgende week nog eens proberen. Mario

 

Zondag 21 januari 2018. Berlaarse bossen. Nieuwjaarsreceptie op het Hussevelde, waar ze altijd een (klein) beetje achterkomen, zodat Rudy DC en de gebroeders Rogiers niet kunnen komen meedoen met ons. ‘Mij niet gelaten’, zegt Dirk De Boever: ‘weer drie dikke ambetanteriken minder’. Of was het nu iemand anders, die dat dacht? Ik wil ervan af zijn. Ondanks de kou en de verraderlijke gladheid van de wegen en de afwezigheid van drie vaste waarden, staan we met tien. Jo Roels, Patrick Roels, Luc Krick, Axel Troch, Stefan Imschoot, Danny Fack, Dirk,  vader en zoon Luc en Gert Verhoeven en ekik. Het houdt niet op van de jaar.

Gezien de gladheid, zegt Axel: ‘Vandaag op het gemakske, het wordt een vetverbrandingsritje, om het wintervet te verbranden en dat van de feesten’. We zijn nog maar net voorbij de schilderes de meersen ingereden of ze blijven al met vier achter. Wat is me dat? Blijkt dat Luc K, Jo en Patrick niet meer verder willen. Te gevaarlijk! Danny was er efkes bij gebleven, “want zo jongetjes die in paniek zijn”, zegt Danny, “kunnen de aanwezigheid van een man met wat materniteit goed gebruiken.”

“Zoek me eens alle synoniemen van broekschijters”, vraag ik mijn zes overgebleven companen, “want ik ga die allemaal nodig hebben voor in mijn verslagske.” Maar ik sta er weer alleen voor als het er op aan komt mensen uit te lachen. Hier gaan we dan: Na de eerste wolf in honderd jaar in Vlaanderen, zijn nu ook voor het eerst drie bevers in de Kalkense meersen opgemerkt. Maar die waren na 5 minuten alweer naar huis, van het danige beven. Een beetje van de kou, maar vooral van de schrik. Het betreft de genaamden Jo die sinds zijn armbreuk niet meer van de dappersten is, Patje die zich de laatste weken wat minnetjes voelt en Luc K, voor het eerst met zijn nieuwe fiets die hij al wekenlang niet heeft willen uithalen, want het was te vuil. En nu is het weer te glad. Van deze laatste wist An op de spaghetti-avond te vertellen: ‘Ik heb hem indertijd gekozen voor dat klein stukske, maar ik moet er nu wel de rest van mijn leven gans het varken bij pakken.’ De aandachtige lezer (niemand dus) heeft trouwens opgemerkt dat er in deze zin vol levenswijsheid naast Luc ook nog drie andere diersoorten voorkomen.

Voor de rest van de rit is de enige valpartij voor mij, zodat ik ook eens in het verslag kom. Het is in het veld nog wel. Kort knikje naar beneden en blijkbaar is ook de modder gevaarlijk glad door de ijzel, want plots is mijn voorwiel weg en komt er een hoekige weidehoekpaal sneller naar me toe dan wenselijk is voor het behoud van de integriteit van mijn lichaam. Door me rap te laten vallen, ontsnap ik aan een close encounter of the first kind. Daaraan zie je de materniteit van een ervaren rijder.

Na bricoleren op de Konijnenberg, rijden we naar de Berlaarse bossen. Een klodder modder schiet uit een put recht omhoog als mijn voorwiel onzacht in die put terecht komt. In één klap is de helft van mijn wezen met modder bedekt, gelukkig juist niet in mijn oog. Mocht Ivan het verslagske schrijven (en het was eigenlijk zijn toer om te schrijven), dan zou hij schrijven: ‘Toch al tenminste de helft van Mario zijn wezen dat het bekijken waard is’, maar aangezien Ivan het verslagske dat hij moest schrijven niet schrijft, schrijf ik het dan maar. Dat is nogal eens veel schrijven achtereen geschreven, hé.

Verder door de Zeelse wegelkes, en zo komen we langs Heikant en Heiende weer, en als afsluiter vliegen we over de Vogelzang, mooi op de middenrug van de kasseien, niet alleen omdat dat de beste plaats is om over kasseistroken te vliegen maar ook omdat het water uit de beken aan weerskanten net niet tot op de rug komt. Ik word dan ook de eerste drievierde van de lange en vettige Vogelzang niet voorbij gestoken, want ze kunnen gewoon niet voorbij door het water. Het mooie van in het veld fietsen: Het begon als een voorzichtige schuifelrit over gladde asfalt en het eindigt als een ferm zompige, vettige, modderige bedoening.

In de Beize komen na de B-kes en de vrouwen (die apart reden), samen ook een stuk of 10, ook nog Rudy V en Nadine F in burger binnen. Nadine doet eens teken dat wij allemaal nogal onfris rieken. Ja, andere zondagen zit ze zelf mee te stinken en dan valt dat niet zo op, hé.

Als ik thuiskom, zegt mijn vrouw: ‘Amai, gij stinkt.’. Ik verschiet nogal. Dat is al de tweede keer van de morgen dat ik dat moet horen. Ook een prettige zondagmorgen gewenst, iedereen! ‘Vrouw’, zeg ik: ‘dat weet je nu ondertussen toch al 40 jaar. Ten tweede hadden we afgesproken dat je er mee ging leren leven en ten derde ook dat je het niet meer ging vernoemen.’

‘Jamaar, het is anders dan anders’, zegt ze. ‘Ha, hoe stink ik nu dan wel misschien?’, zo vraag ik, benieuwd als ik altijd al geweest ben. ‘Wel’, zegt ze: ‘het is gelijk meer naar verbrand vet’.

Dat we goed bezig zijn. Mario

 

Zondag 28 januari 2018. Overmere. Het was te verwachten, ge zijt er ne keer niet bij, en ge wordt er meteen ne keer goe doorgesleurd.  “Drie dikke ambetanterikken van ’t Hussevelde, waar ze altijd een beetje achterkomen, zijn er niet bij.” Dit waren de woorden van mijn goede vriend Mario in het verslagske van vorige week.  Gelukkig beschikken wij op ’t Hussevelde over de nodige maturiteit om  met dergelijke laster en kwaadspraak om te gaan.  “Maturiteit”, Mario, is een moeilijk woord voor volwassenheid.  Heel begrijpelijk dat jij dit woordje niet zo goed kent, aangezien jij nog altijd heel kinderlijk kan voor de dag komen. Vandaar dat jij dit verkeerdelijk verving door “materniteit”, de plaats waar de meesten onder ons geboren werden.  Het is dan ook met het nodige leedvermaak dat ik als simpele boerenzoon spelenderwijs woordjes mag leren aan een hoogopgeleide professor uit het verre Poperinge.

O ja, er werd nog gefietst ook.  Naar goede gewoonte weer met z’n tienen. De drie dikke ambetanterikken Rudy R, Rudy DC en ikzelf, Dirk DB, Jo R, Patje R, Axel T, Gert V, Danny F, en ja, Mario was er ook bij.  Er is een ingerichte tocht in bij de buren in Overmere dus wij daar naartoe.  Aan de inschrijving is het serieus aanschuiven en na een minuutje of 5 besluiten we om toch maar al te vertrekken en in te schrijven bij aankomst.  De rit noemt “VTT en Cylco om en rond het Donkmeer” en veel juister kan die naam niet gekozen worden.  Ik denk niet dat we er ooit meer dan 10 km van verwijderd zijn geweest.  De overvloedige regen van de voorbije weken heeft zijn sporen nagelaten, maar al bij al valt het parcours nogal mee, en worden we bespaard van al te drassige ploeterpartijen.  Na een 20 tal kilometer rijdt Danny lek.  Hij leent een binnenband bij Rudy, en zegt ons verder te rijden en hem op te wachten aan de bevoorrading.  Het tempo ligt vrij hoog, en Axel, die geen al te goede dag heeft, besluit om verder te rijden op zijn eigen tempo. Toen waren we nog met 8. Aan de bevoorrading bij een hapje en een drankje is het lang wachten op Danny.  Axel is ondertussen ook al aangekomen en terug vertrokken in gezelschap van Mario.  Een telefoontje later blijkt dat Danny nog een stuk vertraging heeft wegens problemen met de reserveband en vertrekken wij dan maar zonder hem. Toen waren we nog met 7.  Volgend slachtoffer is buurman Rudy.  Wanneer we na het nemen van een hindernis terug op de fiets springen, slipt hij met zijn voet van zijn pedaal en sukkelt van zijne velo, waarbij het met zijn stuur zijn ribben eens telt.  Hetgeen blijkbaar geen deugd deed.  Patrick wil ook nog eens in het verslag komen.  Bij het afdalen van den dijk richting Aard in Schellebelle ligt de overgang naar een brugje nogal glad en gaat hij onderuit.  Zonder veel erg gelukkig, enkel een deukje in zijn ego. In volle finale worden we nog getrakteerd op een doortocht langs de Blauwe Steen.  Deze ligt echter zo vettig dat iedereen aangemaand word om af te stappen.  Deze uitdaging laten de meesten aan zich voorbij gaan, enkel Rudy R  Gert V besluiten het er toch maar op te wagen.  Terwijl zij aan het schaatsen zijn, zien wij in de verte nog een blauw trio rijden.  Als we bij hen aansluiten, blijken het Danny, Axel en Mario te zijn.  We zijn ondertussen al op De Vaart aangekomen.  In Kalkendorp besluiten er al een paar af te slaan naar De Beize.  Wij besluiten plichtsbewust toch door te rijden naar Overmere om alsnog ons inschrijvingsgeld te gaan betalen.  Na een drankje en een pannenkoek, besluiten we de afvalligen te gaan vervoegen in De Beize waar de meiskes Annemie, Nancy, Sabine en Linda ons ook al zitten op te wachtten.  Even later krijgen we ook nog het gezelschap van Karel V, die er ene komt trakteren op zijn 50e verjaardag. Hij reed vandaag alleen, want hij wilde een toerke doen van 2 km voor elk van zijn levensjaren.  Koen O kwam ook nog trakteren voor zijn 40e verjaardag, maar ik denk niet dat hij 80 km gefietst had. Ivan.

 

Zondag 11 februari 2018. Zwalm

Tes fris bij 5°, maor ter wordt van de veurnoene giene regene gegeven.

We zijme mee negene; Rudy R, Patrick R, Jo R, Mario, Dirk, Axel, Luc K, Danny, en ikzelf.

Yvan es geveld deur een grote vallinge, dus pak ik zijn werk over veur een verslagsken in de moedertaole Kalkens. Tzal moeilijk te lezen zijn veur degene die nie van hiere zijn.

We volgeme ons veurwiel zegt he Rudy en kiezen eerst veur tegenwind dus richtinge Melle. Rudy rijdt geel den tijd veurop, grotendeels gesteund deur Jo, dient in zijnen aparte stijl toch maor doe. Ik blijve wijselijk in het pak zitten. We bollen me uiteindelijk richtinge Oudenaarde en in Hoorebeke krijgen we de “meulenberg” veurgeschoteld.

Mario he uitgepakt mee smalle bandekes, tes geen zicht op nen MTB maor tbolt wel veel beter, gelukkig veur hem dat we de ganse rit op de baone blijven, just kassei valt nie altijd mee. Mario blijft uuk goe in twiel van Rudy dat heet e gelierd van Yvan die kan hem daor uuk goe wegsteken. Soms moeme een beetjen wachten op Axel, maor de meeste zijn der nie kwaod veuren, we kummen tan uuk wat rusten. Want tmoe gezei worden Rudy es nen krak, die rijdt zu goe als geel de rit op kop en es tan wat bergop, tan komt he uuk nog den eersten boven en de reste zit maor af te zien. In de streke van MunckZwalm geraokt Axel zijn ketinge tussen zijn kanwielen, tuurt een tijdsen eer dat dat hersteld es en we zijn al mee een paor veurop. We wachten aan een splitsinge, maor Luc es nie echt content mee de maniere van rijen en rijdt alleene naor Kalken. Spijtig.

Deur dak mij wat heb weggestoken, kannek toch af en toe ne kier een daugsken in de rugge geven, tes uuk al een tijdjen gelegen dak dat nog koste. Maor as Rudy nen keer komt dagen, est wel mee meer kracht. O dienen mens vroeger gekoerst daor zoonze mee afgezien hen peizek. Achter een 75 km kommen we aon de Beize, en wie peisde dat er den sprint  he gewonnen …. Rudy DC

 

Zondag 25 februari 2018: Plaatselijk. Zelzate

De goede voornemens voor het nieuwe jaar beginnen zo stillekes aan te verwateren. Daar waar we de vorige weken meestal met zo’n man of 10 waren, zijn we nu maar met 3. Axel, Mario, en ikzelf. Het moet wel gezegd worden, het is beirrekoet. -5° en een snijdende Noordoostenwind, gezellig is anders. Bij afwezigheid van de grote (b)roerganger, die “aan het werk” was in Kuurne-Brussel-Kuurne hadden we al een ritje gepland naar de Zelzaatse bossen, maar de vaste gids voor deze rit, dienen andere Rudy van ’t Hussevelde had dus ook zijn kat gestuurd. Dan maar vertrouwen op ons eigen parcourskennis. We besluiten het ons extra moeilijk te maken en de rit in omgekeerde richting te rijden, kwestie van voor de meeste tegenwind beschutting te zoeken in de beboste stroken. De eerste bosstrook is die van domein Puyenbroeck. Voor modder hoeven we niet te vrezen, want alles ligt keihard bevroren, dat bolt wel goed, maar de stampen moeten we erbij nemen. Voorbij het zwembad sluiten we aan met het gravel wegeltje langsheen het golfterrein, waar we een tiental meter voor ons een buizerd zien opvliegen. Enkele ogenblikken later scheert er een tweede over mijn hoofd. Volgens Axel op enkele centimeters maar ik hou het op een half meterke. Toch indrukwekkend, zo’n beest met een spanwijdte van zeker een meter. De volgende beschutte strook is Rudy zijne Sidmarbos, en deze in omgekeerde richting te rijden zal het nodige puzzelwerk vragen, maar toevallig passeert er net een groep “locals” die ons uitnodigen om te volgen voor hun ingestudeerd toerke. Zo gezegd, zo gedaan, en het was best wel een leutig en technisch ritje, maar dat van onze gids is toch schoner. Als we terug de weg op komen besluiten we dat het stilaan welletjes is en dat het tijd wordt om ons een beetje te gaan warmen in De Beize. Het is lang wachten op de rest van de Macadamfokkers**, zo lang zelf dat we niemand meer zien. Achteraf horen vertellen dat het zo rond 1uur was als ze aangekomen zijn, en rond deze tijd zit ik al graag aan tafel voor mijne zondagse diner.

 

**Macadamfokkers zijn Modderfokkers die in voorbereiding van een fietsstage binnen enkele weken nu al de baan verkiezen boven het veld. In dit geval zijn ze vertrokken om 8u om een stuk van de Omloop Het Nieuwsblad te verkennen. Ivan

 

Zondag 4 maart 2018. Bottelare

Een weekje later, zondag 4 maart, is het al een stuk minder koud maar de opkomst blijft mager. De zelfde 3 als vorige week aangevuld met Dirk De Boever. Vandaag mag Mario een ritje uitstippelen en hij leidt/lijdt ons via Wetteren, De Bommels in Heusden, over Melle, Gontrode richting Bottelaere, Oosterzele en omstreken. Een typisch Mario ritje met af en toe enkele typische Mario wegeltjes, die er zo slecht bij liggen dat ze eigenlijk de naam wegeltjes niet waardig zijn. Dus noemen we ze gewoon Mariookes. Eigenlijk wel heel toepasselijk want het zijn ook allemaal ambetanterikken. Alle Mariookes buiten beschouwing gelaten was het toch een heel schoon ritje, zelfs den Blauwe Steen op het einde van de rit lag er al bij al nog vrij goed bij. Aangekomen in De Beize krijgen we deze keer wel het gezelschap van de dames Annemie, Nancy, Sabine, Els en Nadine met hun begeleiders Johan en Davy P en Guy R. Kenneth was er ook bij, maar die was al eerder afgehaakt. Rudy DC vertegenwoordigt de groep der overslapers en reed op zijn eentje. De Macadamfokkers krijg ik opnieuw niet te zien wegens te vroeg vertrokken en te laat terug.

P.S. Sorry Mario dat ik mij een beetje heb laten gaan, maar het was sterker dan mijzelf. Volgende keer moogde gij opnieuw op mijn kap zitten. Ivan

 

 

Zondag 11 maart 2018

 

Reeds wakker om 6.00u en wat hoor ik? Pletsregen, ‘t zal toch niet waar zijn hé. De weerman die het weer juist voorspeld heeft. Om 8.00u nog steeds watergieten, met zo’n weer toch maar efkes afwachten. Buienradar er bijgehaald en iets voor 9.00u zou het stoppen met regenen en daarna niets van regen meer tot zeker na de middag. Efkes een berichtje gestuurd naar een medemodderfokker om eventueel om 9.00u te vertrekken. Maar er zijn blijkbaar modderfokkers die maar 1 keer in de week hun modderfokkertenueke mogen aandoen, want ik krijg bericht terug dat het tenueke al terug uit is en dat het voor volgende week zal zijn. 

Om negen uur dan maar naar het kerkplein om me bij de meisjes te voegen, maar wat blijkt? Ze zijn er ook niet! Dan maar alleen op pad. Overal veel water op de baan, maar voor de rest aangename temperatuur en geen regen meer. Waar rijdt ge zo naartoe als ge alleen op pad zijt? Via de Vaart naar Den Aard en dan naar Wetteren, Melle en zo naar reeds bereden wegen naar ik weet niet waar overal, want ik heb meestal geen tijd om te kijken waar we rijden omdat ik meestal tussen mijne kader hang. Ik maak er een goed vetverbrandingsritje van, ’t schijn dat ge dat nadien in de Beize ook nog kon ruiken. Op de terugweg neem ik er den Balei nog bij en dan via Vlierzele, waar ik mij toch in enkele veldwegels waag, maar die laatste had ik beter er niet bijgenomen. Via Oordegem naar Massemen en Wetteren en omdat ik te vroeg in de Beize zal zijn draai ik aan de Schelde rechtsaf naar Schellebelle om zo via Wichelen door de meersen terug naar Kalkendorp te komen. Ondertussen is de zon beginnen schijnen en is het zo’n 13 graden. Meer moet dat niet zijn. Afgeklokt op 62km.

In de Beize zitten er toch enkele dames: Annemie, Nancy, Els en Johan P, maar dat is geen dame zeker? Zij zijn om 9.30u vertrokken, al snappen ze zelf niet direct waarom zo laat, want om 9.00u al geen druppel regen meer.

De afwezigen hadden ferm ongelijk, want het was prachtig weer om te fietsen. Er waren ook afwezigen die er niet konden zijn omdat ze onderweg waren naar Spanje. Volgens de foto’s die ik al gezien heb, zijn ze daar niet zo gelukkig. Naar eigen zeggen wegens heimwee. En die zijn daar nog tot volgende week hé.

Hopelijk volgende week wat meer volk. Regen is geen reden om niet te fietsen, zegt Els altijd. En gelijk heeft ze!

Ps; In het verslag van vorige week heb ik ook opgemerkt dat er modderfokkers zijn die van enkele centimeters een halve meter maken. Zijn er nog altijd mensen die daar in trappen?

Axel

 

Roubaix 7 april 2018. Bij Phil Anderson

http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3066709-fde96767e490564a4d6fae5406070ffd.jpg

 

 

Rudy V. stuurde me onlangs een jeugdfoto van zijn schoonbroer, Danny (Foto 1). Van toen Danny nog bij het leger was, zo te zien. 

Foto 1. Danny vroeger 

 

http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3079029-b0ebc924d47c1d2c7e23d17a838a860d.jpg

 

 


Voor wie Danny nu kent als de strak afgetrainde atleet die hij nu is (Foto 2), is dat bijna niet te geloven, hé. Als hij nu nog leert luisteren als ik de weg uitstippel, komt het nog helemaal goed met Danny. 

Foto 2. Danny nu 




http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3079029-574fe40887abd66ce2b1561244cedae8.jpg

 

 

Zondag 29 april. Baaigem. Ik ben wat nieuwe wegels gaan bestuderen in het land van Rode, tistezeggen langs de kanten van Munte, Makegem en Baaigem. We vertrekken met zessen, in alfabetische volgorde: Stefan, Danny, Ivan, Kenneth, Axel en ikzelf, voor een uitgestippelde rit van 60 km in miezerig weer, zoals het de ganse dag gaat blijven. ‘En, wat is de eindbestemming vandaag?’ vraagt Stefan, die pas op het laatste gat is komen aansluiten. ‘De Beize, zoals altijd’, antwoord ik. Alhoewel, de Woesten heeft een nieuw terras gelegd, dus ook de moeite om eens te gaan bezoeken. Naar ik heb horen zeggen, zou het terras zelfs volledig legaal zijn aangelegd! Kenneth rijdt eens mee met ons omdat de meesten van de b-ploeg allemaal op fietsweekend zijn. 

We vertrekken langs Laarne, Melle, Lemberge en Bottelare, en alles gaat goed, behalve Danny die meteen zijn eigen wegels begint op te dringen, in plaats van gewoon mee te volgen, de ongehoorzame pipo. Ik ga het zelf zeggen: het is daar machtig schoon, licht heuvelend, vol nog nooit of zelden door ons gereden wegels, en af en toe een beetje technisch, waar vooral Danny en Kenneth soms moeite mee hebben. We zijn al bijna op de terugweg als de miserie begint. Midden het mooiste afdalingske, lost de gps van mijn stuur en rolt de zijkant in. Ja, mijn gps-houder is versleten, ik ga een nieuwe moeten kopen. Ik moet mijn gps nu verder in mijn hand houden, wat niet makkelijk is om te rijden en het spoor te volgen op mijn gps, en daarenboven duw ik ongewild op knopkes die het schermuitzicht van de gps veranderen, zodat ik ook mijn kluts kwijtraak. Ja, mijn klutshouder is versleten. Als we ergens niet opletten en een stuk verkeerd rijden – het was wel een schoon stukske en de moeite om verkeerd te rijden, verliezen we weer tijd door stil te staan, te discussiëren en rond te rijden. Dan vinden we het spoor terug, maar even verder zijn de batterijtjes van mijn gps dan weer plat, juist nadat we het vuilste stuk van de dag achter de kiezen hebben. Geen nood, ik heb altijd reserve-batterijtjes mee. Wel oppassen bij het vervangen, want ik ben zo al eens mijn chip (die achter de batterijtjes zit) kwijtgespeeld. Ik haal de ouwe batterijtjes er uit, en zie, mijn chip is er al uitgevallen! Niet meer te vinden! Danny zoekt nog in mijn achterzakken van mijn truitje, maar ook daar is ie niet. Natuurlijk niet, anders zou die chip vanuit mijn gps in mijn achterzak moeten springen hebben. Dan maar de kortste weg naar huis gepakt, wat toch nog op 63 km uitkomt.  

We komen serieus zwart en bemodderd in de Beize aan en daar laat Stefan zijn gps vallen: kapot! Ik zoek naar mijn overtrekmouwtjes en vind er maar eentje. Ik haal alles uit mijn achterzakken van mijn truitje, ook mijn twee handschoenen, en als ik ze weer wil wegsteken, vind ik maar één handschoen meer. IS DAT HIER BETOVERD VANDAAG OF WAT IS DAT? Hoeveel pech kan een mens hebben. Zijt gerust, nog veel meer, dus wees blij dat het maar een chip, een overtrekmouw en een handschoen is, die ik vandaag al kwijt ben. Ik haal ook nog een powerbar uit mijn achterzak, maar kijk nu, er is maar de helft van over. En ik weet zeker dat ik er zelf niet in gebeten heb. Alhoewel, op den duur durft een mens niets meer voor zeker aannemen. WAT GAAT DAT HIER NOG ALLEMAAL ZIJN VANDAAG? 

Dan geven Stefan en Axel mijn vermiste handschoen terug die ze eventjes verstopt hadden. Haha, grappig toch altijd, die twee. Altijd gieren, lachen, brullen met die twee. Dan bedankt Danny mij voor mijn lekkere powerbar, waarvan hij de helft had opgepeuzeld toen hij onderweg mijn achterzak doorzocht. En thuisgekomen zie ik dat ik mijn vermiste overtrekmouwtje nog rond mijn arm hangen heb. En met een nieuwe chip in de gps te steken, is die 5 minuten later ook weer hersteld.  

En zo kwam alles toch nog goed. Volgende keer, met schoon weer, en met een goed vastzittende gps, gaan we dat toerke nog eens doen. Zeker weten dat het één van de mooiste ritten op ons palmares wordt. Mario 

PS 1. Nog een raadseltje: Hoe ga ik gratis een week fietsen in Spanje? 

Antwoord: Ga mee met de modderfokkers naar Mojacar en betaal daarvoor 800 Euro. Krijg daarna 2 keer (zowel in heen als terugvlucht) meer dan 3 uur vertraging door technisch mankement van het vliegtuig en wordt daarvoor 2 keer 400 Euro schadevergoeding terugbetaald. Hoeveel hebben we dus betaald voor ons weekje fietsen in Spanje: 0 euro. OK, je moet natuurlijk wel 500 euro drank de man bijrekenen. 

 

Zondag 20 mei 2018. China. Met elven aan de kerk. “Waarheen gaat de rit vandaag?”, zo vragen wij. “Naar China”, is het antwoord. Gewoon vijf weken aan één stuk goed doorterten en ge zijt er. Probleem is wel dat we tegen vanmiddag terug in de Beize moeten staan, want zowel Danny als Ivan trakteren voor hun verjaardag, en alles wat gratis is, dat willen wij als West-Vlaming niet missen. Gelukkig blijkt ‘China’ gewoon de Kalkense uitspraak voor “Sinaai” te zijn, dat toch ook zomaar eventjes 21 km uit de weg ligt.

 

Zo gezegd, zo gefietst. We zijn weg met zijn tienen, aangezien de elfde gewoon blijft staan, want dat blijkt de nieuwe electrische auto-oplaadpaal te zijn. Ik had al willen zien dat die daar gelijk zonder velo stond. Volgens Ivan wordt Kalken daarmee de eerste deelgemeente van Hussevelde die over zo een paal beschikt. De Grote Roerganger en Jo Roels nemen het voortouw en witte Krick als naar gewoonte het achtertouw. En eer we in Sinaai aankomen, hangt de helft al in de touwen.

 

Inschrijven, even wachten op Patje, die naar goeie gewoonte zijn grote boodschap nog moet doen, en ondertussen zijn Krick  en Axel Troch al 4 minuten vertrokken. Toen waren we nog met 8. Rudy, Jo, Stefan, en ikzelf ook, mag ik toch wel zeggen, leggen er stevig de pees op. Ik doe dat louter uit vriendschap voor Ivan, zodat we zeker op tijd terug zouden zijn voor zijn traktatie.

 

Als Jo en Stefan eens 30 meter voor liggen, pakken ze links, terwijl er een grooote pijl toont dat het naar rechts is. Onbegrijpelijk gewoon. Ze zijn te ver weg om nog te roepen. En zelf  ook verkeerd rijden om hen bij te halen, dat ziet Rudy niet zitten en ik ook niet zulle. We zullen ze pas aan de aankomst terug zien, want ze missen ook nog de bevoorrading en Stefan komt nog serieus ten val. Jo, die sukkel, zit nu de hele morgen met Stefan opgescheept. Wat ik nu ga schrijven, beste lezer, zal voor mensen die Stefan van uitzicht kennen, als onvoorstelbaar, ongeloofwaardig en onmogelijk overkomen, en toch is het zo: die gast is dus NOG dwazer dan hij er al uit ziet. In familiekring wordt hij soms het Uitschot der Imschoten genoemd, maar hou dat voor uzelf, want ik heb het ook nog tegen niemand durven vertellen. 

 

Toen waren we nog met 6, maar na 10 minuten tevergeefs wachten op Jo en Stefan, aan de bevoorrading, komen Luc en Axel weer aansluiten. Zij hadden nog 7 km meer gedaan dan wij. We razen weer verder over stoffige wegels. Wie ook geen krimp geven, ondanks het moordende tempo, zijn Nils, de heroptredende snotneus, en Johan, de ouderdomsdeken - met slechts enkele maanden ouder dan uw verslaggever. Johan heeft eindelijk de knop omgedraaid en durft sinds kort met de A-kes meerijden.

 

Het blijkt dat we vermoedelijk de langste en snelste rit ooit gereden hebben, want terug in de Beize, het is dan al 10 na 12, telt Ivan op zijn meterke: 88 km aan 28 per uur. Eigenlijk had het nog rapper gekund, want over het hele parkoers kruisen we honderden wandelaars en zij kruisen honderden mountainbikers. Slechte timing van zowel de organisaties van de wandelaars als van de fietsers. Je zou denken dat mensen die gaan wandelen daar rustig en vrolijk van worden, maar we zien niet te veel opgewekte wandelaars. Tja, de hele tijd in het opwaaiend stof moeten wandelen en moeten oppassen voor de voorbijrazende fietsers, ik kan me voorstellen dat ze hun rustige, ontspannende, zonnige wandeling anders hadden voorgesteld. Maar anderzijds, op die hele tocht rijden wij met ons tienen, hoop en al, ochgottekes slechts zes wandelaars overhoop en slechts een stuk of vijftig moeten op het laatste moment wegspringen in de berm of in de beek duiken. En de beken staan toch overal droog. Dus ja, gevaar, gevaar, ge moet het ook niet overdrijven, hé! Een ervaren wandelaar zou toch al moeten weten dat hij altijd zijn stofmasker en stofbril moet mee hebben en dat hij fit en alert aan elke wandeling moet beginnen. En steeds het goed humeur behouden, beste wandelaars!

 

Ivan is na de rit zodanig van zijn melk, dat hij zichzelf begint te interviewen.

‘En?’, vraagt Ivan aan zichzelf: “Ivan man, zo elke zondagmorgen gaan fietsen, gij doet dat toch graag, zeker?”

“Maar neen gij! Zijde gij zot?”, antwoordt Ivan.

“Je doet het toch als hobby, Ivan?”

“Belange niet”, antwoordt Ivan,

“Maar dan wel om gezond te blijven?”, zo vraagt Ivan verder luidop aan zichzelf.

“Gezond? Bijna 90 km vlammen gelijk zotten, noem je dat gezond?”.

“Dan toch om bij de vrienden te zijn, Ivan?”

“Vrienden!? Vrienden?? Hoe bedoel je, vrienden?? Welke vrienden? Waar vrienden?”, raaskalt Ivan.

 

Ik red Ivan uit zijn ge-ijl. “Ivan, we zitten al 10 minuten op het terras van de Beize, in het zonnetje”, zeg ik, “en je hebt het weer maar eens overleefd. Volgende week weer van dat. En vooral, vergeet zeker niet van te trakteren, want het was je verjaardag, weet je nog? Je hebt geluk trouwens, want we zijn maar met 20, want al de B-kes zitten hier ook al met grote dorst.”

 

Tenslotte doet Danny, die met de B-kes reed, een warme oproep om opnieuw allemaal te helpen met de Modderfokker avondrit op vrijdag 22 juni. Na zijn laatste reis naar Thailand en na de hoogdringende herstellingen aan zijn jacuzzi, en ook door de zeer hoge vergoedingen die Danny als penningmeester meer dan terecht – zo vindt hij zelf ook – mag opstrijken, staat de kas van de Modderfokkers weer eens in het negatief en wordt het hoog tijd dat we weer allen gezamenlijk de handen uit de mouwen steken! Mario

 

Zondag 27 mei 2018. Zelzate. Of toch een toertocht aldaar. Met 8: Danny, Ivan, Rudy DC, Jo Roels, Johan, Axel, en Luc, naast natuurlijk mijzelf.

Jo Roels zit weer van de eerste meter tot de laatste kilometer te sleuren. Geven, geven en blijven geven. Er komt geen eind aan die mens zijn krachten. De mensen vragen zich soms af hoe het komt dat Marc Krick zoveel geld verdient. Dat is simpel. Dat komt door Jo Roels. Die rijdt de laatste weken de pannen van het dak. Volgens mij krijgt hij premies van dakwerken Marc Krick. Wat is Jo zijn geheim? Ook heel simpel: Elke avond vijf pinten bier. In plaats van gelijk vroeger: elke avond 10 pinten bier. Wat een beetje ree-zjiemen met een mens kan doen, hé.

Johan zijn ketting valt voortdurend af. Daardoor stuikt hij bij de passage door een droge beek van zijne velo. Gelukkig zonder veel erg, voor de beek. “Wat te weinig olie op de ketting?” zo merken wij schamper op. Maar neen, zegt Johan, ik heb hem deze morgen nog gewaxt. En inderdaad, bij nadere inspectie blijkt dat hij niet liegt: geen enkel haartje op die ketting!

Op de terugweg pakt Ivan de kop in het golfterrein van Puyenbroeck. Daar waar de vorige keer een buizerd op een haar na Ivan zijn kop miste. Gezien Ivan zijn kruin ook al gewaxt is, was een haar nog veel gezegd. Naar het schijnt zijn er bij Danny ook sommige onderdelen gewaxt, maar meer wilt ge echt niet weten. Gelukkig is dat bij Danny, gezien de beperkte omvang van die onderdelen, niet zoveel werk.

We worden nog bijgehaald door Patje Roels, die in het gezelschap van Geoffrey Maes rond rijdt, juist toen ik wat de rol had moeten lossen. Zo word ik zonder enige inspanning mooi terug in het wiel gebracht, net op tijd voor de stop in ’t Kapelleken in Doorslaerdorp alwaar Rudy DC trakteert met Augustijn van het vat, voor zijn 56° verjaardag, bij één van de beste cafébazen ter wereld. Daarna neemt Luc nog eens over en geeft er nog een laatste lap op, al wil Jo zich niet laten kennen en die doet er toch nog een schepje bovenop. Danny wist nog een kortere weg, en daarom rijdt hij er dus op zijn eentje nog 5 km extra bij. Wij klokken af op 75 km aan 26.5 per uur, wat er ook weer mag zijn.

Nog wat heuglijk nieuws: de volgende weken zit Axel in Martinique. Daar moet ie voor zijn werk een cinemazaal gaan bekleden. In Martinique, begot. Naar het schijnt bevordert dat de stoelgang, euh, de akoestiek. Dat hij daar maar eens een beetje van zijne cinnema maakt, dat gaat hem deugd doen. En ondertussen hebben wij er geen last van. Mario.

* Nog een naschrift bij het vorig verslag voor mensen die mijn soort humor niet goed snappen: in de twintig jaar dat we rondcrossen hebben we nog nooit één voetganger omvergereden, al zullen er wel al een paar wat verschoten zijn. Wij zijn ook al een paar keer verschoten. We letten steeds goed op voor wandelaars, ruiters, andere fietsers (zelfs voor baanjanetten), en dieren, inbegrepen honden, katten, en slakken. Die laatste eerder omdat ze zo ambetant aan uw banden kunnen plakken. Door al dat opletten en voorzichtig zijn, moeten we dat dan afreageren door mekaar te koejonneren. Vandaar ook de verslagjes.

 

Zondag 3 juni 2018. De bossen van Rudy De Clercq

“Amai, is er iet te doen vandemorgen, misschien?” zo vraag ik als ik al een hele bende zie staan op het kerkplein. ‘Lap’, zegt Danny, ‘nu gaat de gemiddelde leeftijd weer verschrikkelijk naar omhoog en de schoonheidsgraad weer de dieperik in. Zou je wel meerijden, Mario?’

‘Danny’, zeg ik, ‘ik vraag toch ook niet aan jou om niet mee te rijden zodat het gemiddelde IQ weer met een ruk naar omhoog zou gaan.’ Zo zijn we weer vertrokken voor een ritje mekaar uitschelden. Johan neemt nog afscheid van het vrouwke, dat straks met de Bs meerijdt. Met twaalf. Ja, in plaats van alleen maar 50 plussers, staan er vandaag plots vier jonge snaken. Nils Troch, Gert Verhoeven, Davy Poelman, en ene Geoffrey, die nog geen 20 is.

Dat de ouderdom toch begint toe te slaan, is te zien aan Luc Krick. Die rijdt met steunkousen. Dat doet er me op denken dat ik deze week nog zijn vrouwke tegen kwam in de Aveve bij Etienne Rogiers & zoon. “Ja”, zei ze, “Luc zit weer zonder incontinentiepampers, het is weer wreed de laatste tijd. Gelukkig pakt hij nog die pillen waarvan hij ’s nachts niet uit zijn bed rolt en ’s morgens niet op zijn pantoffels plast, anders zou ik er niet veel meer aan hebben.”

Wat die daar allemaal verkopen in de Aveve, daar verschiet ge toch soms van.

Niet ver van de Kruiskapel komt Gert me voorbij gestoken en dat begint daar nu ineens toch verschrikkelijk te stinken, zeker. Het pakt op een mens zijn asem. Toch spijtig van Gert. Op zich geen lelijke jongen, maar zó! stinken, niet te doen. Bijna even erg als Danny, dan weet ge het wel. Maar dan valt mijn frank dat we juist bij de nertsenkwekerij aldaar passeren. En dan reed Danny ook nog eens in de buurt.

Rudy DC heeft weer alle boswegels in Moerbeke en omstreken aan mekaar genaaid. Hoe die daar overal zijn weg kent, niet te doen. Eén foutje slechts, als we in een maïsveld verzeild geraken. Waar is Axel als je hem nodig hebt? Hij kon wat maïs ge-axeld hebben. ‘Wat? Rijden we naar Axel?’, vraagt Davy ‘zo ver?’ Op het eind van het veld moeten we dan nog door tingels op een talud. Ik vraag dat de dikke eerst zouden gaan zodat die tengels al goed plat liggen voordat de rest er door moet. En ja, Danny vertrekt als één van de eerste. Toch een bovenste beste gast eigenlijk, als ge hem nodig hebt. Nog een geluk dat ik de route niet had uitgestippeld, of ik had het weer mogen horen.

We rijden op de terugweg weeral over de kronkelweg langs het golfterrein van Puyenbroeck. Daar waar enkele weken geleden een buizerd zich een aap verschoot toen hij bijna tegen de gewaxte kop vloog van de grootste uil die hij ooit gezien had, op een velo dan nog. Daar zit zo een schrikkelijk ambetante bocht in die wegel: iedere keer mis ik hem en moet ik vol in de remmen. Staat er daar toch weer een wandelaarster van jetje te geven, zo van: “Dat is hier alleen voor wandelaars, hé!” Ik zie dat Jo zich nog juist kan inhouden om haar niet overhoop te rijden. Wat mij betreft kon het anders wel, want we hadden vandaag toch nog geen enkele wandelaar omver gereden. Als ik goed kan tellen. Maar het blijkt dat het als grap bedoeld was. Het is Davy’s ma die daar aan het wandelen is. Terwijl echtgenoot en een zoon gaan fietsen, gaat madam gaan wandelen, om hen te ambeteren. Die Poelmannen toch! Vroeger, toen Davy en zijn broer nog kleintjes waren, noemde men hen de Poeltjesmannen. Of was het de Poelmannekes?

Ik heb het gedacht dat Geoffrey op het einde toe een beetje begint te kraken. Maar zie, wie komt ons daar allemaal voorbij gevlogen op Bontinck brug? Het is toch wel den Geoffrey zeker.

Aan de Beize wint Gert de sprint en Rudy R wint de sprint van de 50-plussers. Hij had een rustdagje gepakt. We hadden vandaag toch weeral 70 km aan 26.5 gemiddeld.

Mario

Hoe, ik heb Ivan, die ook meereed, niet vermeld? Jawel hoor, lees nog maar eens goed.

 

Zondag 15 juli 2018. Baaigem. Het blijft mooi weer. Dat is ook te zien aan de opkomst: Ivan Rogiers, Rudy Declerck (met blote schouders), Luc Krick, Stefan Imschoot, Danny Fack, Davy Poelman, Axel Troch, Geoffrey dinges, en ikzelf. We doen nog eens mijn tocht naar Bottelare, Munte, Baaigem, die vorige keer deels in het water viel door GPS problemen. Deze keer doen we hem nagenoeg vlekkeloos, op één misrijdingske van een paar honderd meter na.

 

Het valt nog mee van het stof. Op één van de vorige ritten was er weer zo een wandelaarster die moest opmerken: ‘Jullie maken nogal stof, zeg.’ Waarop Ivan antwoordde: “Nee hoor, madam, dat stof lag hier al.” En ik had goesting om te zeggen: “En als ge daar niet kunt over zagen, gaat ge wel iet anders vinden zeker, madam?” 

 

Alhoewel ik geen klachten hoor over het parkoers - integendeel, ik mag voor het eerst in mijn carrière bij de modderfokkers complimenten in ontvangst nemen, waar gaan we dat schrijven?* - zijn er toch klachten over de hardheid van ‘mijn’ wegelkes. “Maar gasten”, zeg ik, “dat zijn niet ‘mijn’ wegelkes. Die lagen hier al.”. Maar ja, na 5 weken woestijndroogte, ligt het overal beenhard.

 

Danny klaagt nog het meest over de wegels. Vanmorgen was hij nog vol goeie moed vertrokken met 20 000 zaadcelletjes en “Nu heb ik er maar twee vruchtbare meer over”, zegt Danny met een piepstemmetje. Dat komt door het voortdurend geknots van zijn zadel tegen zijn edele delen. “Toch al één goed doel bereikt van de morgen”, zegt Ivan: ”Danny kan zich al niet meer voortplanten.” Voor het eerst in zijn leven telt Danny dus meer hersencellen (3) dan zaadcellen (2). Danny, mag ik ook nog het volgende opmerken: men zegt ‘teelballen’, en niét ‘teeltballen’.

 

Axel versukkelt zich in een zandophoping in een droge, droge wegel. Terwijl ik hem vrolijk voorbijpeddel op de hardere middenberm, vang ik nog net zijn commentaar over zijn eigen slakkegangetje op: “En vader ging zijn patatten water geven.” 

 

Stefan, Davy en Geoffrey kunnen zich niet houden en rijden de hele tijd voorop, zodat ik mijn aanwijzingen moet roepen, of moet wijzen als Stefan achterom kijkt als hij het niet meer weet. De zes 50-plussers komen een eindje achter getert. Ik blijf bij de 50-plussers, om die sukkels niet alleen te laten. A ja, en ook omdat ik zelf een 50-plusser ben, natuurlijk. 

 

Aan Mellebrug heb ik nog een verrassingske. Na het steile afdalingske aan de zijkant van de brug, waarbij je op de dijk uitkomt, gaan we, in plaats van links naar Wetteren, naar rechts onder de brug door. Juist na de brug weer naar rechts en daar ligt er een schoon boswegeltje, waarvan ik durf wedden dat er niet veel waren die wisten dat daar lag … te wachten tot de modderfokkers het ontdekten.

 

En, na 64 km, waarvan zeker 40 in het veld, dan nog schoon op tijd terug in de Beize, om op het terras in het zonnetje te zitten. Wat wilt ge meer? Daar vinden we Annemie (die we ’s morgens al gekruist hadden) en Els, de enige twee B-kes, want de rest is uitgewaaierd over het land en daarbuiten. Het valt meteen op dat Koen van de Beize er veel intelligenter en knapper uitziet dan anders. Maar men weet mij te vertellen dat het iemand anders is die vandaag de herberg openhoudt. Volgens mij is het een Engelsman, aan zijn naam te horen: Andy The Cock. 

 

Rudy Clerck moet vroeger weg. En als die vroeger weg moet, moogt ge er zeker van zijn: het is weer voor één of andere receptie te lande. Voor sommige mensen houdt de leute nooit op.

 

Mario

 

*Awel, hier hé.

 

Zondag 5 augustus 2018. De bossen van Rudy De Clercq. 

Met negen. Rudy R, Rudy DC, Stefan, Ivan, ik, Danny, Johan, Axel, en zelfs Karel. 

“Ha, Danny”, zeg ik: “Wat hoor ik van uw dokter? Dat ge niet meer moogt drinken!”  

“Hoezo?”, vraagt Danny, die al serieus begint te panikeren. Niet meer mogen drinken, wat heeft zijn leven dan nog voor zin? “Awel ja”, zeg ik: “Niets met uw lever of zo, maar nadat hij uw IQ gezien had, heeft hij u ten stelligste afgeraden van nog te drinken, want … Drinken doe je met verstand.”  

“Ja”, antwoordt Danny: “maar dan moogt gij ook niet meer drinken, want … Drinken doe je met maten, en die heb jij ook niet.” Dju, ik ging die laatste juist zelf gebruiken om ook Ivan nog eens belachelijk te maken, maar Danny heeft hem nu al tegen mij gebruikt. Ja, Danny is soms nog zo achterlijk niet als hij er uit ziet. Maar eigenlijk is dat ook niet zo moeilijk, als je er zó achterlijk uit ziet. 

Vier platte banden vandaag, voorhistorisch. Axel mispakt zich aan een borduur, maar die borduur mispakt zich niet aan zijn achterband. De lijm in de (tubeless) band moet er eerst uit vooraleer de binnenband er iet of wat deftig in kan, maar dat brengt wat gemors met zich mee zodat er nu ook lijm aan de buitenkand van zijn buitenbant, euh, aan de buitenkant van zijn buitenband, plakt. Zegt Johan: “Axel, ge gaat aan de grond plakken.” Waarop Rudy R de voorzet binnenkopt met de opmerking: “Hoe, plakt Axel anders al niet aan de grond?”  

Danny heeft dan juist weer eens een moeilijk momentje, maar gelukkig staat daar een verlaten, half overgroeid buskotje, zodat Rudy R, Stefan en ikzelf (zie foto, van rechts naar links) hem wat kunnen troosten. 

Ook Rudy DC krijgt zo wat rare kuren. Volgens Marie-Jeanne heeft hij die al heel zijn leven, maar het begint nu toch serieus op te vallen. Rudy, misschien op tijd toch eens een goeie psychiater zoeken? Niet dat het al zo erg is, maar soms zijt ge er beter bij van bij het begin, want als ge te lang wacht, is er dikwijls niets meer aan te doen. Kijk maar wat er gebeurd is met Danny, Axel, Karel, Rudy R, Johan, Ivan en Stefan, om er maar een paar te noemen. Een goeie raad van een goeie kameraad. 

Ivan verwondert er zich over dat de boeren vandejaar zoveel prei gezet hebben en dat die zo groot staat. Ivan, jongen, dat is maïs! Maar zijn vergissing is begrijpelijk, want wat de boeren bezielt vandejaar, weet ik ook niet: Ze hebben allemaal dwergmaïs geplant, van die gele dan nog. Boeren en vrouwen, meestal moeilijk te begrijpen. West-Vlamingen en Jo Roels, altijd moeilijk te verstaan. 

Eén val(leke), van mij, maar ik kan nog net mijn voet uit mijn pedaal trekken en alleen mijn velo gaat helemaal plat. Technisch gezien komt het dus niet in aanmerking als val, want het is geen volledige zijwaartse val, gezien ik nog half rechtsta. Juist is juist, hé. Het komt omdat ze allemaal voor mij, plots bij het binnenrijden van een bosje, zo goed als tot stilstand komen. Ja, zeg ik, als er zo verschrikkelijk voor mij geklungeld wordt, dan kan ik bijna niet anders dan vallen. “Als er geklungeld wordt, dan is het meestal de grootste klungel die eerst tegen de grond gaat”, antwoordt Rudy R. Weet ge wat, mensen? Ik begin vandaag zo wat mijn buik vol te hebben van die gevatte antwoorden. 

Het is de helft van de tijd ploeteren door zandige mullige wegels door de dennenbossen. Dezelfde wegels die binst de winter plakken van de more. Karel en ik zijn vandaag de beste zandklievers, kort gevolgd door Stefan. De rest rijden we op een kluitje. Van Rudy Roubaix Rogiers zien we niet teveel de eerste helft van de rit en in het zand, en hij ontbindt pas zijn duivels op de eindeloos lange kasseistrook van Moerbeke en in de wegel naar Doorslaardorp. En de sprint wint hij ook. Het moet niet altijd nieuws zijn, wat ik hier vertel. Mario. 

 


http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3107412-e071e9b99cf5f03570e0f3855f28f1c5.jpg

 

Zondag 23 september 2018. Lede, met … The Real Modderfokkers 
Er zijn modderfokkers en er zijn échte modderfokkers. De laatste zijn genaamd: Thomas, Stefan, Axel en Mario. Al de hele week worden voor het hele weekend stortregens en rukwinden van 100 per uur voorspeld. Dat houdt natuurlijk de mietjes onder de modderfokkers – en er zijn er steeds meer – tegen. Niet zo , the real modderfokkers. Wij trekken ons dat allemaal niet aan. En zie, we krijgen de hele ochtend een gezapig motregentje, en vooral: GEEN SPATJE WIND! Gewoon niet te geloven. Er zitten er nu thuis een heleboel de hele ochtend hun kas op te fretten en die zitten te hopen op gietende regen en winderige stormen. Niet dus, mietjes! 
Veel zuurstof in de lucht: Gezond voor ons longskes! Wat regen op onze huid: Gezond voor ons velleke! Geen zeveraars die meerijden: Eindelijk, en gezond voor ons kopke! Goed berijdbare, lichtjes vettige wegen, met wat plaskes: Plezant, en gezond voor ons spierkes! Als modderfokker wil je dit echt niet missen – ja, we gaan het er nog wat dieper inwrijven, haha. Thomas is helemaal optimist, want die voorspelt de hele tijd dat de zon er nog gaat doorkomen, maar daar is het nog even op wachten … 
De rit naar en rond Lede, tot in Erpe, lang geLeden. Ik ga toch nog eens tegen de grond als ik de planken van een brugje wil oprijden en die liggen er ongemeen glad bij. Voor ik het weet schuiven velo en mario over de natte planken en lig ik voor de zoveelste keer in mijn carrière op mijn trochanter. Ja, goegel het maar eens, dan leert ge nog wat bij. Niet gezond voor mijn trochanter, maar we bijten het zeer af, want ja, we zijn echte hé.  
In Lede rijden we naar het hoogste punt van Lede – het hoogtepunt van de rit dus. Een leuk klimmetje, volgens mijn gps 70 meter boven de zeespiegel. Nu nog wel, maar binnen een jaar of 5 is dat nog slechts 69 meter. Dan moeten we iets minder lang klimmen. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Omdat het een gezellig klimmetje met mooi uitzicht is, is het één van mijn lievelingswegeltjes. Voor Stefan en Axel is het ook hun lievelingsweggetje, maar om een geheel andere reden, die me niet echt duidelijk is. Maar ze wouden er persé een foto van.  In het weerkeren besluiten we de vaart langs de andere kant te pakken. Ze zijn daar weer bezig in de Meersen, niet te geloven. Er komt een dijk tot in Kalkendorp, naar het schijnt. Wat er nog overschoot van oorspronkelijk landschap is nu ook naar de … euh, vaantjes. Ander en beter landschappen dan maar, en liefst geen asfalt boven op de dijk, gelijk ze gedaan hebben tussen de Aard en Uitbergen, want dat haalt er de ziel helemaal uit.  
In alle geval, we slagen er in om van aan de Schelde rechts (= ten Oosten) van het pompstation de Vaart aan de rechtse kant langs te rijden tot we bij coiffeur Fifi in het dorp aankomen. Het bos aan de Oude Schelde is nu volledig gerooid en we kruisen de Oude Schelde gewoon dwars. 
Er duiken in de Beize nog drie dappere, echte modderfokkers op: Johan P, Els en Nancy. Er zijn dus gelukkiglijk nog zeven echte over. Het is ver gekomen. Nancy haar bril staat wel vol Waes (zie foto). Hoe die daardoor nog iets ziet, Joost mag het weten. 
Om naar huis te rijden is het al veel minder met het weer, maar ’s namiddags komt de zon er toch nog minstens een uur lang door. Thomas voor weerman! 
Mario



http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3116589-067583ab512ed52ea08d35ddbe07af88.jpghttp://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3116589-d8e89864f65dbb31e1d2ff9cae0925f4.jpghttp://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3116589-f9d205c6ecbad8bc963d7e32660120a3.jpg


http://blogimages.bloggen.be/modderfokkers/3116589-84d44542590eab9a77eeaa3661f69b63.jpg

 

 

Zondag 11 november 2018: Het Tonneke - Wetteren. OK, er was regen voorspeld voor vandaag, en het had gisteren en vannacht ook al geregend. En we kennen de rit van ‘Tonneke’ als nen vettigen. Toch was iedereen verwonderd dat “de echte Modderfokker” Mario het vandaag liet afweten.  Dan toch bang van een beetje regen en modder?  Neen, ik weet wel beter. Mario moest met zijn mede-oudstrijders naar de herdenkingsceremonie ter gelegenheid van 100 jaar wapenstilstand van wereldoorlog 1.  Weinig mensen weten dat Mario oudstrijder is, meer zelfs, hij was zelfs mede-verantwoordelijk aan de inval van “Den Duitsch”.  Toen de eerste lading soldaten aankwam in Poperinge was het Mario zijn taak hen aan te manen het Belgisch grondgebied te verlaten. Dit ging als volgt. “Awel hastjes, wa komde hulder gier doen, he zijt gier niet welhekomen, en al zeker voor heen 4 jaar. Ha maar rap weer de hrens over, teruh van waar he hekomen zijt”.  Begrijpelijk dat die Duitsters, die nochtans perfect Vlaams spraken, hem met zijn West-Vlaamse tongval niet begrepen en een dom misverstand aan de basis lag van Mario’s afwezigheid vandaag. 

Bij het verzamelen op het kerkplein keurt Jan Willems het materiaal, en heeft al voorpret als hij merkt dat zowel Danny als ik met ons standaard zomerbandjes rijden. “Gewoon kwestie van onze techniek een beetje bij te schaven” merkt Danny op.  Niet iedereen heeft de keuze uit een aantal fietsen om op elk parcours met het ideale materiaal aan de start te komen.

Terwijl wij aanschuiven aan de inschrijvingstafel, besluit Luc Krick al op zijn eentje te vertrekken.  Zijn vervroegde start werkt aanstekelijk, en nog een paar anderen volgen zijn voorbeeld, waardoor we nog voor we vertrokken zijn al helemaal uit elkaar liggen. Het is pas na een 5-tal km, als Axel lek rijdt, dat we opnieuw samentroepen. Niet voor lang echter, want tijdens de herstelling muizen er opnieuw een paar vanonder. Als we opnieuw kunnen vertrekken staan er al een paar zo hevig dat er geen houden meer aan is, en meteen zijn de rappe mannen opnieuw op zoek naar de vroegvertrekkers. Als er geen wegkapitein aan boord is, grijpen de muiters hun kans. 

Wij besluiten een ietsje deftiger tempo aan te houden, en te wachten wanneer nodig. Zoals verwacht ligt het bij momenten serieus glibberig, maar ondanks ons zomerbandekes en dankzij onze techniek blijven we overeind. Al is het bij momenten alle hens aan dek, en rij ik met mijn voorwiel in de linker- en mijn achterwiel in de rechtergreppel. Het duurt nog tot aan de bevoorrading eer we de vroegvertrekkers bijbenen, waarna we in gehalveerde groep naar de finish rijden. Een 5-tal km voor het einde worden we nog getrakteerd op een extra oponthoud. Een nagel van zo’n 5cm steekt door mijn band en we kunnen opnieuw velo-makerke spelen. Gelukkig worden we bij aankomst getrakteerd op een drankje, inbegrepen in de prijs, want een bezoekje aan De Beize zat er door de vele vertraging niet meer in. Volgende keer beter. Ivan.

 

Zondag 18 november 2018. Erondegem en rondom.

Een ritje naar het Zuiden, honderd jaar en één week na WereldOorlog I, waarbij Poperinge nooit veroverd is door den Duits. Maar dat geheel terzijde, alleen kwestie van historische onjuistheden, veroorzaakt door een vorige verslaggever, recht te zetten. 

Voor het eerst echt koud weer, maar aangezien het droog en zonnig is, valt dat eel goe mee. Niet te begrijpen dus dat we maar met 5 staan: Ivan, Axel, Patje, Jeffrey (en niet Geoffrey, Mario! voegt Annemie hier aan toe …)  en uw toegenegen verslaggever van dienst. Op het nippertje Luc ook nog, als zesde man, maar ja, die moet dan ook van dichtst komen. We rijden via de Meersen, langs de nieuwe wegel ten Oosten van de Kalkense Vaart, het enige echt vettige stuk van de rit, naar de Aard, vandaar langs de koeienwei in de Meersen naar Uitbergen, een ommetje door Bruinbeke, daarna richting Wanzele, vandaar naar Smetlede, zo naar Papegem, dan Impe, Erondegem, Oordegem en via Wetteren over de nieuwe passerelle naar de Kaster. We pakken nog de wegel van de blauwe steen mee en slaan dan over halfweg links af om zo weer uit te komen aan de Meander, met als eindbestemming, ge weet het zelf wel. Een kleine 60 km, waarvan toch wel 40 in het veld, aan nog geen 22 per uur, de traagste rit van de laatste jaren. 

In Oordegem kunnen we de wegel van vroeger, die uitkomt aan de molen, niet meer pakken, want die is nu met een stevig hekken afgesloten, bij mijn weten door ene zekere Van Brantegem, beter gekend van de Brantano. Wettelijk gezien mag dat niet, want aangezien we er al die jaren wel doorheen gekund hebben, is dat wel een private weg, máár met publiek karakter, en moet die weg dus doorgankelijk blijven. Maar ja, wat doe je eraan? Er ligt niet eens een huis aan die wegel, niemand heeft er last van als daar al iemand passeert. Bij deze dus een warme oproep om geen schoenen meer te kopen bij de Brantano. “Maar wie koopt er nu zijn schoenen bij de Brantano!?”, zo vraagt Ivan zich luidop af. Iedereen koopt toch zijn schoenen bij Verschraegen in de Kruisen in Kalken!? En de bediening is er vriendelijk en professioneel, weet Ivan ook nog te vertellen. Dat moet ook wel als de bediening gebeurt door mevrouw Deschoenmaecker.

Aan de hoek van de nieuwe passerelle is er een viertrapstrap, steil naar beneden. Ons jonkie, den Jeffrey, stort zich met ware doodsverachting, en met veel stijl, steil naar beneden. Daar slaan wij steil van achterover. Ik hoop dat Annemie het filmpje op de blog gekregen heeft. Zeker eens kijken. Ook Ivan voelt zich geroepen, maar net aan de trap gekomen, voelt hij plots een héél groot ei in zijn broek. En ja, dat zou kunnen breken met al dat gehobbel op die trappen, dus toch maar niet. Zéker kijken! Ik verheug me op de dag dat zowel Jeffrey als de grote roerganger, nu nog op terugweg uit Australië, zij aan zij, deze afdaling tot een goed einde brengen. Allez, als zij er zij aan zij aan beginnen, is het voor mij al goed, de rest zien we dan wel. 

Annemie deed een ritje met al haar vrienden, maar dat komt omdat ze nog aan het revalideren is en de B-kes niet tot last wil zijn. Die laatsten, Rudy, Nadine, Johan, Els en Kenneth, komen pas om 12 uur toe en hebben zich dus ook niet door de kou laten afschrikken. Mario

Filmpje Jeffrey

 

Zondag 16 december 2018. Kalken. Vuil, koud, killig, nat, en vooral, donker weer. De dagen gaan met moeite open en toe, zei mijn vader zaliger. Ondanks dat, staan we met 12 aan de start. Het is toertocht van de Calckine, te starten in de Scala. Ook daar veel volk ondanks het gure weer. Straffe mannen (en vrouwen), die mountainbaaikers, al zeggen we het zelf. Mannen in vorm zijn Jo Roels, Danny Fack, Thomas Bisschop, en ons jonkie, Jeffrey De Brauwer (of is het “Geoffrey”, Anemie? Of is het “Anemmie”, Annemie?) . Ook Luc Krick pakt een paar keer uit met van die snedige demarrages in het veld, zoals we dat al een tijdje niet meer van hem gewoon waren. Zelf zit ge daar te ploeteren zonder dat ge vooruit komt, en dan schiet er hem daar plots ene u voorbij, gelijk of het niets is. Thomas en Jeffrey lappen me dat ook een paar keer. Heel erg motiverend, hoor! Wie anders ook altijd van de besten zijn, maar vandaag niet echt opvallen, zijn Stefan Imschoot en Patje Roels. Vullen de bende verder aan, Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Axel Troch, Johan Van Hulle, en ondergetekende. Naar het einde van de rit ben ik blij dat ik een paar keer Johan zijn wiel kan houden, om dankzij Johan weer aan te sluiten bij de anderen die alweer voorop zijn. Onze B-ploeg is op weg naar Eksaarde, alwaar Nancy op de kerstmarkt staat.

Jo legt er meteen de pees op en Axel is de verstandigste: die rijdt zijn eigen tempo, om ons aan de bevoorrading dan toch in te halen. Ik zie na een paar kilometer al half scheel van de inspanning, door het hoog tempo in vettige wegels vol plassen, en aan de Scheldedijk moeten we, in plaats van recht omhoog de dijk op, in de wegel beneden blijven, naar links, maar dat dringt niet meteen tot mij door. Jo, die rechts naast mij rijdt, heeft dat gezien, maar ik niet, ook doordat mijn beschermbril al vol modder hangt en doordat mijn ogen je dat niet meer zijn, gezien mijn gezegende leeftijd. Gezien mijn gezegende leeftijd is er al veel niet meer je dat, moet ik zeggen. Jo en ik kunnen, ei zo na, een botsing vermijden. ‘Awel, stom kieken!”, roept Jo, “ziet ge dat dan niet dat het naar links is”. Let wel: Die zegt zomaar ‘Stom kieken’ tegen een hoogleraar aan de Universiteit Gent, zeg! Als dat een student was, dan zou ik zeggen: “Kom eens terug in september, mijn beste vriend, voor de tweede zittijd”. Maar aangezien Jo al niet eens eerste zittijd zou halen, schiet ik daar ook niets mee op.

Ivan rijdt eindelijk tubeless (= zonder binnenband), na tal van platte banden de voorbije weken. Na 35 km: psst, psst, psst. Hij rijdt op een dikke nagel en zijn dure, nieuwe band is al meteen om zeep. Zijn broer, die vandaag, na een schabouwelijke nacht op de foetbal, alleen reed met al zijn vriendjes, laat in de Beize weten dat er geen garantie op die banden is, bij oneigenlijk gebruik. Van uw broer moet ge het hebben. Geheel terzijde: In de Beize valt het op dat er weer meer en meer mensen steken van ‘KalKoen’ tegen de cafébaas, maar dat is iedere keer als het bijna Kerstmis is. De mensen toch, hé.

Nu baarmoedertransplantatie mogelijk is geworden, dankzij mijn collega’s op het UZ Gent, overweegt Danny dergelijke chirurgische ingreep. Ja, borsten heeft hij toch al en zelfs zonder baarmoeder denk je dat hij al maanden in verwachting is, dus waarom niet? Stel je voor, Mario, zegt Danny, dat jij en ik samen een kleine zouden krijgen, en die kleine heeft een beetje van mijn loeks, wat voor een intelligent en mooi manneke zou dat niet zijn? Na met heel veel moeite een zware kotsneiging te hebben onderdrukt, antwoord ik: “Ja, Danny, dat kan wel zijn, maar in het geval die kleine jouw IQ heeft en mijn loeks, wordt dat wel een superdom, oerlelijk kinneke, hé.”

“Ha”, zegt Rudy Clerck, “als je jezelf zowel intelligent als aantrekkelijk wilt voelen, is dat niet zo moeilijk. Ga gewoon eens regelmatig naar de Woesten, gelijk ik.” “Vertel, Rudy”, zeggen wij en we hangen allemaal aan zijn lippen, want dat is nu eens een schoolvoorbeeld van wat ze een win-win situatie noemen: Naar de Woesten pinten gaan drinken, en daardoor ook nog eens terzelfdertijd intelligent en aantrekkelijk worden. “Awel”, zegt Rudy, “’t Is simpel. Elke keer dat ik van bij de Woesten thuis kom, zegt mijn Marie-Jeanne: ‘Awel, slimme, ge komt er weer schoon voor, zunne!’”

Als we thuis komen, zegt die van mij dat ik er ook weer schoon voor kom. Ze zou me met geen tang vastpakken, zegt ze, die t... Euh, nog net op tijd mijn woorden kunnen inslikken. Nog een half uur velo en kleren kuisen voor ik binnen mag. En het was toch wel koud, hoor. Hoe lang hou ik dees zottigheid nog vol? Mario

 

Zondag 23 december. Wachtebeke en Sidmar-bossen. Het niveau blijft maar zakken bij de Modderfokkers. Naast Domme Danny en Stom Kieken Jo, rijdt nu ook D’Homme Filip mee. Die noemt écht zo, ik vind het niet uit, hé. Verder ook nog Luc K, Rudy R, Rudy (Washington) DC, Ivan, Axel, Johan VH, Kenneth Boterkoek, en ondergetekende. En oei, wie is die snotneus die hier meerijdt met de serieuze mensen (we laten even Danny en Jo buiten beschouwing welteverstaan)? Ha, het is Jeffrey De Brouwer. Ja, wat is het toch leuk om jong en talentvol te zijn. Pas op, ik was dat ook in mijnen jongen tijd: jong.

We rijden naar de Warmste Week in Wachtebeke en ver daar voorbij naar de Sidmar bossen van Rudy Washington DC. De groenen hebben daar lelijk thuisgehouden: overal bomen dwars over de wegeltjes gelegd, afsluitingen gezet, plakkaatjes geplant met verboden dit en verboden dat. De laatste jaren lijkt de leuze van veel mensen te zijn: “Wat hadden we nog niet verboden, vandejaar?” En hun grootste bezorgdheid zo rond nieuwjaar is: “Oei, wat gaan we nu volgend jaar nog verbieden, want zonder verbieden heeft ons leven geen zin meer.” Maar Rudy heeft daar ondertussen al overal andere wegelkes gevonden en zo kunnen we nog de meeste van de plezante stukjes blijven meepakken. Ik hoor het Marie-Jeanne al zeggen: “Ja, met zijn velo door de more gaan rijden in de bossen, en pinten gaan drinken bij de Woeste, dan kan hij wél goed, zunne.”

Rudy Rogiers is weer in vorm. Dat wilt ge echt niet meemaken. Want dan begint hij niet alleen steeds rapper te rijden maar ook nog eens mensen te ambeteren met van die truken die hij nog geleerd heeft van toen hij met de echte meereed. Ge zijt daar zo dapper aan het terten en ge peinst dat ge eigenlijk nog zo slecht niet bezig zijt, alles welbeschouwd en in acht genomen, als plots de band van uw achterwiel ontploft, uw spaken alle kanten uitvliegen, uw derailleur dubbel slaat waardoor uw ketting dan weer in de overblijvende spaken van uw wiel draait. Maar neen hoor, het is gewoon Rudy, die met de zool van zijn koersschoen over de noppen van uw achterband streelt, met plots een oorverdovend lawijt tot gevolg, waar ge niet op voorzien zijt, zodat ge u een breuk verschiet. Daar gaat nog eens een hartattack van komen, zeg ik U. Danny deed zelfs bijna een miskraam.

In Puyenbroeck wil de Grote Voortrekker een hoek afsteken, dwars over het golfterrein. Dat rijdt voor geen meter en golven dat dat doet, zo een golfterrein. Dat golft een gang, zeg. Mijn Golf golft nog zo erg niet. We raken er Axel en Johan kwijt, want zij wouden het golfterrein omzeilen (!).

In Puyenbroeck is er ook een EHBJo post: Eerste Hulp Bij Jo. Wij Modderfokkers zijn ondertussen wel al wat gewend met Jo en hebben dat niet meer nodig, maar even voorbij Puyenbroeck is het bijna wel nog van doen. In een bocht tikt Jo het achterwiel van Rudy en daardoor schuift zijn voorwiel weg. Zegt Rudy later: “Ik doe dat met de zool van mijn schoen op de mensen hun achterwiel tikken, niet met mijn voorwiel hé.” Jo en velo schuiven door het grind. Ikzelf, in derde positie – dus niet gelijk Danny, want die is gewoon in positie – smijt alles toe, helemaal niet om niet over Jo te rijden, maar surtoe uit schrik van zelf op mijn muile te vallen. Gelijk hoe zit ik met mijn voorwiel bovenop Jo. Dat zal hem leren van mij stom kieken te noemen, zie (zie vorig verslag). Spijtig genoeg voor het wegdek is Jo van gewapend beton. Zijn arm is helemaal bebloed, maar Jo blijft er rustig onder. Kalm en vol sereniteit* steekt hij zijn drinkbussen terug, legt zijn ketting op, trekt met veel finesse zijn derailleur en zijn plastron weer recht, en we zijn weer weg. Niets gebeurd, verder aan razend tempo.

De hele tijd miezerig duister weer. In plaats van de warmste week is het de donkerste week. De eerste twee uur is dat nog plezant en geeft dat een Flandrien gevoel, zo van, wat zijn wij toch echte mannen. Maar het derde uur is er soms wat teveel aan, ook doordat Rudy R het tempo de hoogte injaagt, wind tegen dan nog. Na lang genoeg doorbeuken, wordt dan elke keer het kaf van het koren gescheiden en in de Singeldreef in Bastelare zien Filip en ik het koren steeds kleiner worden, naarmate het verder van ons wegrijdt. “Genen paniek”, zeg ik tegen Filip: “Doe gelijk ik, gebaar u van den domme. Gij gaat zelfs niet veel moeten gebaren. Dan wachten ze wel.” En ja hoor, het koren wordt weer groter en zo komen we samen kletsnat en doorweekt aan in ons warme en gezellige stamcafé, maar de naam ontsnapt me nu even.

Mario

* Vol sereniWadde!?

PS. Wij wensen ook onze welbeminde en erg gemiste kompaan Dirk De Boever spoedig beterschap, nadat hij enkele weken geleden met zijn paard op een loslopende motto reed. Het is omgekeerd natuurlijk, waarvoor excuses: hij reed met zijn loslopende motto op een paard.

 

Zondag 13 januari 2019: Winterrit Het Tonneke - Wetteren. Met enige tegenzin kruip ik uit mijn warme bedje en zie dat het droog is.  Even de buienradar checken waar ik zie dat we de eerste uren geen regen moeten verwachten.  Dan toch maar alle moed bij mekaar schrapen en ons klaarmaken voor het vaste zondagvoormiddagritje.  Bij aankomst op het kerkplein staat Jo startensklaar.  Ook Johan Van Hulle is er al, enkel om te melden dat hij met de auto tot in Wetteren rijdt omdat hij na zijn eigen ritje ook nog naar Kruibeke gaat, om daar te gaan kijken hoe Wout Van Aert Belgisch kampioen gaat worden. We krijgen ook nog het gezelschap van Stefan Imschoot, Kenneth Vanderzijpen, Jeffrey De Brouwer, Danny Fack en Gert Verhoeven.  Wij rijden per velo naar de Warande in Wetteren waar we Johan vervoegen voor de winterrit van Het Tonneke.  Winterrit + tonneke + geregend vannacht = Ploeteren naar hartenlust.  En we worden al snel op onze wenken bediend.  Even voorbij de Scheldebrug worden we van de dijk naar het wegeltje onderaan de dijk gestuurd en de glijpartij kan beginnen. Zeker voor de acrobaten zoals Danny en ik die blijven volharden in het rijden met onze zomerbandekes.  Met al de techniek waarover wij beschikken lukt het ook wel denken wij, al valt het toch wel tegen en is het bij momenten ferm bijpikkelen.  Even verder komen we aan een eerste splitsing tussen 30 en 50 km waar wij kiezen voor de 50 km.  Behalve Jo, die is er van overtuigd dat iedereen verkeerd rijdt en dus zelf op zijn eentje de 30 km volgt.  We glijden verder via Heusden, richting Melle waar we net voor Mellebrug een nieuw vettig stukske voor de wielen krijgen.  Ik kies resoluut het wiel van Danny om toch maar niets van het spektakel te missen.  En het spektakel komt er.  Danny begint te sukkelen en rijdt zich vast in een put, waardoor ik moet uitwijken en op een supergladde schuine kant terechtkom.  Hierdoor kunnen degene achter mij nog beter van het schouwspel genieten, en zien mij de kant in tuimelen.  Blijkbaar heb ik mijn techniek toch een beetje overschat.  Als ik terug aansluit bij de groep waarschuwt iedereen mij dat er verderop nog een paar vettige stukken aankomen, en het is inderdaad niet lang wachten voor we opnieuw kunnen beginnen schaeverdijen.  De strook waar we nu doorheen baggeren is zo mogelijk nog slechter.  Zo glad als een paling in een emmer snot.  Bruine zeep bied meer houvast dan deze brij.  Na enkele tientallen meter balanceren steekt ineens mijn achterwiel mij voorbij en ik ga voor een tweede keer horizontaal.  Tot grote hilariteit van mijn gezellen.  Johan stelt zelfs voor om even te blijven liggen zodat hij een foto kan nemen.  Ik antwoord vriendelijk doch kordaat dat hij een èndeken mijn dingskes kan …..  Van de weinige goesting die ik deze ochtend had, schiet er nu toch niet veel meer over.  Ook het materiaal ziet serieus af en piept en kraakt langs alle kanten.  Ik vermoed zelfs dat deze toertocht gesponsord wordt door de VVV, de Vereniging der Vlaamse Velomakers.  Tijdens de bevoorrading hoor ik een jongedame klagen tegen haar gezel dat het toch wel heel zwaar ligt, allemaal modder.  Ik merk op dat het zeker niet allemaal modder is en dat er hier en daar ook een beetje kak tussen zit.  We zijn nog maar net opnieuw vertrokken als we aan een volgende splitsing komen.  Een snel rekensommetje maakt mij duidelijk dat het al vlug rond 12 u zal worden als we terug in Kalken zullen zijn, dus meld ik mijn kompanen dat ik mijn rit een beetje inkort. Blijkbaar ben ik de enige die er zo over denkt, waardoor ik de rest van de rit op mijn eentje afwerk.  Met de wind in de rug rij  ik via Moortsele-Lede via Serskamp richting Schellebelle. Daar besluit ik aan den Aard het veer te nemen.  De bootsvrouw merkt op dat ik straks toch wel een doucheke zal kunnen gebruiken. De Schelde overzwemmen om zo de meeste modder af te spoelen wordt mij toch afgeraden wegens een beetje te friskes.  Net wanneer ik weer vaste grond onder de voeten heb, begint het lichtjes te druppelen en ik hou het nog net droog als ik om 11u30 aan De Beize aankom.  Daar staan de fietsen van Annemie, Nancy, Luk Krick en Johan Poelman al tegen de gevel.  Na het aanvullen van de vochtreserves, door de plensende regen naar huis, de fiets een badje gegeven, mezelf afgespoten met den hogedrukreiniger en een hongerke gestild. ’s Namiddags naar de cross gekeken en gezien dat niet Wout Van Aert, maar Toon Aerts zichzelf nen nieven tricolore trui bij elkaar fietst. De techniek van de mannen is precies toch nog ietske beter als die van mij en Danny, al ligt dit waarschijnlijk aan het betere materiaal. Ivan

 

Zondag 20 januari 2019. Toertocht Overmere. Mijn eerste rit van het jaar. We vertrekken bij min 5, maar geen wind en het zal zonnig worden. Daarenboven, het wordt nog wel zeker twee keer zo warm: Het kwik stijgt tot min 2! Met 8 aan de kerk: Stefan Imschoot, Jo Roels, Jeffrey Le Brasseur, Thomas L’éveque, Johan de l’Ulle, Kenneth Couque de Beurre, Luc Crique, et moi. De wegels liggen er dus steenhard bij, niet echt glad, en het wordt vlammen, zeker omdat er aan Jo geen houden aan is. Hij rijdt de helft van de tijd 20 meter voor op de rest. De zogezegde ex-beekes Johan en Kenneth, die nog rap zijn Boterkoek had opgegeten op het kerkeplein, geven geen krimp. De enige die voortdurend moet aanklampen, ben ik. Uit schrik voor de gladdigheid pak ik mijn bochten nog breder en nog slechter dan anders. Ja, Rudy, dat kan!

Al gaat het in de wegels bijna niet onder de 27, met uitschieters tot 33, zal het uiteindelijke gemiddelde maar 25.6 induur zijn, wat ik moeilijk begrijp.

We staan al na 10 km aan de bevoorrading. Dat klopt niet en het blijkt dat we, aan de splitsing van 25 km of 50 km, verkeerdelijk het parcoers van de 25 km gevolgd hebben. “Zelfs nu Danny er niet bij is, rijden we nog verkeerd”, zeg ik. Maar zoals eerder gezegd: Jo reed wel op kop. Wij dus terug naar de splitsing om de juiste afslag te pakken. En wie komen we tegen op weg naar de splitsing? Danny, gevolgd door Patje Roels. OOK verkeerd gereden, natuurlijk, wat had je gedacht. We zitten nu al met twee Roelsen. Met Danny erbij gaat het tempo nog eens naar omhoog. Geen houden aan, al staat hij 10 kilo te dik, wat in zijn toestand ook wel te verstaan is. En let wel, Danny, tijdens de laatste maanden van de zwangerschap komen de meeste kilo’s er nog bij. Reken nog maar op een stuk of 20 extra.

In de Beize komen ook nog Axel en Guy Roels binnengestuikt. Nu zijn er al 3 Roelsen. Beste mensen, dat is toch echt wel een overdosis Roels. Dat kan toch voor niemand gezond zijn. Dat zou moeten verboden worden, in het belang van de volksgezondheid.

De overdosis Roels wordt gelukkig gecompenseerd doordat er geen Poelmannen en geen Rogiersen zijn. Geen Rogiersen en ook geen Rudy De Clercq, nochtans vaste waarden, hoe komt dat? Dat komt doordat het receptie is van het Hussevelde. Of zoals Stefan het zegt: “Receptie van het geboerte”. “Maar ge moet dat nu niet gaan weerzeggen, hé”, zegt Stefan, “of die mannen van het geboerte rijden me volgende week in de decor.” Zijt gerust, Stefan, binst de winter kom ik niet zoveel in het geboerte en zie ik die mannen niet, dus ik heb er niets van verteld. Ik zou dat ook nooit doen.

“En misschien kun je eens iets positiefs schrijven over mij?”, zegt Jo. Ten eerste, Jo, heb je mij ooit al eens iets positiefs over gelijk wie weten schrijven? Ten tweede, ge moogt al blij zijn dat ge in het verslagske komt. Maar vooral ten derde: ik heb al voor veel onmogelijke opdrachten gestaan, die ik meestal toch nog tot een goed einde kon brengen, maar dit gaat toch wel mijn helmpje te boven. Gelukkig komt Guy ter hulp met een goed idee. Guy is een kozijn van Jo, al heeft Guy me gevraagd om dat een beetje stil te houden. Begrijpelijk. Wees gerust, Guy, alleen mijn intimi weten dat. Dus, Guy weet wel iets positiefs over Jo. Opgepast Jo, zoals je gevraagd hebt, ga ik ‘iets’ positiefs over jou schrijven.

Hier komt ie dan: ‘Iets’. Ziezo, nog altijd beter dan niets. Mario

PS. Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet veel op ’t Hussevelde kom. Verleden week ben ik daar nog gaan eten op een goed adresje. Het is nog van onze sponsor ook, zie ik nu. Ik heb er een foto van gepakt:

Frituur Marie-Jeanne 

 


 


Zondag 3 februari 2019. Gavere, Asper, Dikkelvenne, op de baan. Droog vriesweer na een supernatte, killige week vol sneeuw en regen en na een kletsnatte nacht. Rond het vriespunt en gevaarlijk glad. Op weg naar de start, in de Lange Meire, pas ik heel goed op, want hier gleed ik een goed jaar geleden onderuit en kwam ik serieus slecht op mijn heup terecht. Maar zie, mijn achterwiel is toch weer efkes weg. Even verder, nog maar aan de Biest, hoor ik een plof en zie ik daar al een mens met zijn fiets tegen de vlakte gaan. Luc Krick, die ook net afkomt, kan hem met moeite ontwijken. Mensen van boven de 55 zouden met dit weer eigenlijk niet mogen fietsen, vind ik.

Ondanks de kou en de gladdigheid, toch met dertien aan de kerk! Jo, Patje, Luc K, Kenneth Couque de Beurre, Rudy DC, Ivan, Davy, Johan de l’Ulle, ene Peter Van den Bucke, en ochgottekes, ikke. Ook de twee jongkses zijn er weer bij, Jeffrey en Gert. Gert heeft zelfs zijn papa Luc meegebracht. Ge kunt die mens ook niet elke week thuis laten zitten, hé.

In het veld zou veiliger zijn, maar gezien de nattigheid wordt er gekozen voor het gevaarlijk gladde asfalt. We zijn nog niet goed weg, of Wheely doet me daar toch wel een Jeffrey zeker. Ik bedoel: Jeffrey doet me daar toch wel een wheely (= rijden op het achterwiel* alleen) en steekt me ondertussen nog voorbij ook. Ja, lach wat met ouwe mensen, snotneus. Om de een of andere reden zijn we de twee Roelsen al meteen kwijt. Dat van die overdosis, dat was om te lachen hé, mannen, ge moet dat niet letterlijk nemen. Allez, een beteke maar.

Peter, een serieuze peet, en Kenneth laten het tempo bijna niet onder de 30 zakken en als het begint te heuvelen, kanten van Munte, is bij mij het vet van de soep. Na 15 km hou ik het voor bekeken. Als ik zo nog 50 km boven mijn kunnen moet meerijden, dan ben ik weer de helft van de week père Esso. Euh, ik vermis mij hier van naftepomp, ik bedoel: Perd Total.

Het is wel koud en oppassen, maar het zonneke schijnt en als ik haar achter me houd, dan warmt mijn rugske wat op en dan rij ik ook richting Noorden, en dat is huiswaarts. Zo kom ik weer op het parkoers dat we daarnet deden, in tegengestelde richting. In Munte zie ik plots een fata morgana: nog 5 modderfokkers op komst. En voor één keer is er maar één lelijkaard bij. Er klopt dus gelijk iets niet. Het blijken vier modderfokstertjes te zijn: Annemie, Els, Nancy en Sabine, met de kundige en veilige leiding van Johan Poelman. Ik maak rechtsomkeer en rij terug mee. Nu met de beekes. Hetzelfde parkoers als daarstraks.

Dat tempo van die meiskes mag er ook zijn en het wordt een deugddoende trainingsrit in plaats van drie uur lang afjakkeren. Op de korte (alhoewel), steile klimmetjes aan de kanten van Asper, Vurste, moet ik serieus uit mijn kot komen om mee te kunnen met Els en Johanna. Gelukkig word ik vanuit de achtergrond luid aangemoedigd door Annemie, Nancy en Sabine: “Je kunt het, Maria! Je kunt het!”, roepen ze. Allez, ik bevond mij in een toestand van algehele gezinsverbijstering, dus het kan nu ook zijn dat ik dat laatste erbij gefantaseerd heb, maar een mens mag zich toch eens laten gaan en het moet niet altijd honderd procent waarheidsgetrouw zijn, wat ik hier schrijf. Ze houden zelfs nog een pauze, wat een goed idee!

Het valt me op dat alleen Johan en ik een achter garde bou (spatbord) hebben. Misschien omdat wij rekening houden met onze moeder de vrouw, die de was moet doen, terwijl de moddermiekes gelijk hoe zelf de was doen en het er niet op aan komt hoe vuil ze zijn? En toch: dames, met zo een garde bou wordt uw achterkant niet nat en vuil en koud, en spetst het minder in de ogen van degene die achter u rijdt. Het is maar een tip. Rudy Rogiers verkoopt zo van die halve vliegdekschepen**, zo gelijk waar ik mee rondrij. Het ziet er niet uit, maar mijn gat blijft wel altijd droog en proper. Toch als ik fiets.

Eigenlijk toch echt straf, die madammen van de Modderfokkers, we beseffen dat niet genoeg: met zo een weer en zo een gladde wegen gelijk hoe uitpakken en een goeie 50 km fietsen, aan een tempo waarbij ze zelfs een paar wielertoeristen voorbijsteken, en dan nog op mountainbike dikke banden. Veel vrouwen zijn we niet tegengekomen vandemorgen en al zeker geeneen op de fiets. En bij ons rijden er zomaar een stuk of 7 van die kadeekes rond. Kijk, er mag ook eens ‘iets’ positiefs in het verslagske.  Maria

* Tot hier kan ik het ook. Ik doe dat eigenlijk heel den tijd, op mijn achterwiel rijden.

** Rudy, vergeet je dit jaar mijn percentje niet op de verkoop? Danke merci, Rudy.

 

Zondag 10 maart 2019. Ressegem, Woubrechtegem, Steenhuize-Wijnhuize, Berendries, Michelbeke, enzovoort enzoverder, en terug.

Storm. Rukwinden tot 95 km per uur. Felle buien. Geen weer om een hond door te jagen. Dus staan we zo maar eventjes met 11 zotten aan de sachristie, sapristie. Uit de wind, voor efkes toch. Wie zo zot is om met dit weer te gaan fietsen verdient vermelding met naam en toenaam: Jo ‘iets positiefs’ Roels, Ivan ‘vroeger gazettenkoereur, maar allang niet meer’ Rogiers, Rudy ‘kapitein’ Rogiers, Davy ‘stukadoor’ Poelman, Axel ‘doet weer mee’ Troch, Patje ‘survival’ Roels, Rudy ‘van Marie-Jeanne van ‘t Hussevelde’ De Clercq, Gert ‘snotneus’ Verhoeven, Luc ‘witte’ Krick, Danny ‘de Flik’ F(l)ack, en de ‘grootste onnozelaar van allemaal’ deze.

De ene is al wat beter voorzien dan de andere: er zijn er zonder schoenovertrekken, zonder lange broek, zonder regenvestje, en zelfs een stuk of vier zonder garde bou. Gegarandeerd dat je gat en je rug dan zeikenat worden. Liever zij dan ik. Jo heeft zelfs een stuk uit zijn broek zodat we op zijn blote bil moeten kijken. Het is frisse lucht, zegt Jo. Voor hem misschien wel, maar voor wij die achter hem rijden niet, zunne. Mijn regenvest is een maat of twee te groot, zodat ik eruit zie als een opgeblazen ballon. Een bende armoedzaaiers tegare.

Ik moet zeggen, er zijn ook veel wielertoeristen op de baan, met dit weer. Dus, dat moet eens gedaan zijn met die mensen baanjeannetten te noemen, hé. Zeker nu we zelf op de baan rijden.

Het wordt een historische rit. Eénentachtig kilometer en meer dan 500 hoogtemeters beuken tegen de wind in het eerste tweederde van de rit en vliegen aan 40 tot 50 per uur in het laatste derde. Regen en opspetsend water, maar dat gelukkig maar in de eerste driekwartuur. Op den duur worden alle regenvestjes uitgespeeld en Jo en ik rijden zelfs met korte mouwkes. Luc en ik hebben onze dunne bandekes op en geluk, want zo kon ik nog net op het nippertje bijblijven al was het bijwijlen aanklampen. Met dank aan de nodige ruggesteun door Davy en kapitein Rudy.

Ik moet pertank in form geweest zijn, want ik doe de Berendries 5 keer zo snel als alle andere keren in mijn wieler – euh – ‘carrière’. Dat kan nu ook wel zijn omdat we hem voor de eerste keer in mijn wieler – euh – ‘carrière’ afdalen. Ja, waarom doen de mensen die eigenlijk altijd in dezelfde richting? Eens wat afwisseling is ook welkom, hé. Op de Dries in Wetteren zijn ze plots allemaal een heel eind achter en ik rijd dan maar zonder echt te forceren verder, met wind in de rug aan 37 per uur. Het duurt tot aan de Meander eer ze me weer te pakken hebben, de bende krabbers. Misschien kwam mijn voorsprong omdat zij stoppen voor auto’s op een rond punt en ik niet? Allez, dat beweren die krabbers toch, kwestie dat ze een uitleg hebben. Geeneen die overpakt en net als ik tot 44 optrek, demarreert Luc, met zijn koersveloke. Die moet wel 55 rijden. Hoe moeilijk kan het zijn om te winnen met een koersvelo tegen een bende krabbers op dikke banden? Maar dat is zonder Gertje Verhoeven gerekend, die hem nog net bijhaalt, op zijn dikke bandekes.

En in de Beize (het vierde derde, waar ik altijd bij de besten ben), komen dan ook nog toe: Els met haar 2 Johannen. Zo waren we met 14 op weg in dit barre weer. ’s Namiddags beseffen we pas aan wat voor echt stormweer we ontsnapt zijn en hoe zot het was om toch uitgepakt te hebben. Mario

 

 

Zondag 17 maart 2019. De MUUR. Met 8. Davy, vader en zoon Verhoeven, broers Rudy en Ivan, nog een zekere Rudy uit het Hussevelde, ook een zekere Jo, deze keer met een echte broek aan deze keer, en ondergetekende, voor wie het een heuglijke dag zou worden. En dat niet alleen omdat ik de 79.27 km aan 28.1 per uur en 630 hoogtemeters, inclusief de MUUR (jawel, die in Geraardsbergen), heel goed verteerde, maar ook, allez, lees maar eerst door tot het einde van het verslag.

Ik vermeld hier ook al de B-kes: Kenneth, Els, Nancy, Annemie en Johan, want die zorgen er altijd voor dat de verslagskes te lang worden zodat ze niet in één keer op de blog kunnen (de verslagskes niet en dus ook de B-kes niet).

Weeral harde en zotte wind, gelijk gans maart. Maar wel droog.

Hoogteprofiel van de rit: mooi symmetrisch met in het midden: de MUUR.

De rit zelf: https://www.gpsies.com/mapOnly.do?fileId=tmnfxpbdnanvivcg&authkey=7ED328B8CDE6055CF50A1E6613F21423F5742F0A8000DED0&isFullScreenLeave=true

Nog één tip voor Rudy: als je je route uitstippelt op je GPS, dan moet je ‘veerboot toegestaan’ uitvinken. Dan gaan we niet meemaken dat we plots voor een veerbootje buiten dienst staan om de Dender over te steken. Dus moeten we vandaar (Schendelbeke) op zoek naar de eerste brug over de Dender. We denderen eerst over de Dender en daarna denderen we verder langs de Dender. Er zit een koppel baltsende futen, maar die voor mij waren zo hard aan het terten dat ze dit idyllisch natuurtafereeltje niet hebben  gezien.

Nog een geluk dat we niet in Denderbelle passeerden, want dan begint Ivan altijd te bellen zodat hij bellende door Denderbelle kan denderen. In plaats van langs de Vesten, beklimmen we de muur dus direct van aan de Dender, langs de … jaja … Denderstraat. Je hebt er dan al een steile klim opzitten voor je aan de muur zelf nog moet beginnen. Op de kapelmuur krijgen we zelfs een bevoorrading en een drinkbus van de Landelijke Gilden, die we heel graag Wilden.

In het weerkeren is er geen houden aan kapitein Rudy. En Gert heeft er weinig moeite mee. Die twee ontsnappen dan ook – zonder enige moeite - na Wetteren brug. ‘Het kaf moest van het koren’, zegt Rudy. Vader Luc doet nog zijn best, maar Jo, Ivan en Rudy DC halen hem in na een lange achtervolging, met mij en Davy aanklampend in het wiel. Als ze echter aan 46 per uur blijven doorrijden, beslissen Rudy DC en ik uit te bollen. Kwestie dat ik niet helemaal buiten westen aankom voor het vierde derde en dat mijn moteur wat in ralenti kan draaien vooraleer we de Beize betreden.

Ikke dus goed gereden maar toch wel echt flagada. Ondertussen in het zonnetje in Mallorca: Danny en Els, Rudy en Nadine, Johan en Sabine, en … Luc en Cédric. Ha, wist je dat nog niet? Ja, ik had dat gelijk al lang willen zien aankomen.

En dan vraagt Nancy hoe het zit met ons Delphine. Uitgerekend voor morgen, zeg ik, drie weken vroeger dan Danny. ‘Maar ze zal wel wat over tijd gaan, denk ik’, zeg ik. Wat ik niet weet is dat ik op dat eigenste moment eigenlijk grootvader word van Lars, een Bruggelingske, een zondagskind.

Jaja, zijt gerust, volgende week trakteer ik de hele reutemeteut. Met veel plezier.

 

En dan rijd ik moe maar voldaan rap naar oma Chris. Mario

 

 

 

Zondag 9 juni. Vadertjesdag. Baaigem. Naar het schijnt was er afgesproken dat ik de rit ging leiden, maar ik wist weer van toeten noch blazen. Axel had getwiet naar Johan dat hij het op zijn feesboek moest zetten, maar omdat Davy zijn watsap niet goed marcheerde, had Annemie het niet op de blog kunnen posten. En dan lag onze wieffie nog plat ook. Hoe wilt ge dan dat ik mee ben!

Swat, ik kijk eens wat ik zitten heb van ritten in mijn portfolio en haal er de schoonste uit: over Laarne en Wetteren-ten-Ede naar Melle, zo naar Lemberge, Bottelare, Munte en Baaigem en terug langs de kanten van Vurste, Melsen en Merelbeke weer over Bottelare en Lemberge naar Gontrode en zo over Kwatrecht naar Wetteren en Beize dorp. Zestig kilometerkes waarvan, zonder overdrijven, drie kwart off road, of in’t veld, gelijk ze zeggen.

Naast Davy, Axel en Johan, rijden ook nog mee: Rudy R, witte Krick, dikke Danny, Jeffrey en Stefan – die hem er meestal naast maar soms toch ook wel eens en dan nog geheel per toeval – Inschoot.

Overal waar we passeren ligt het vol afgewaaid hout en hangt het vol laag overhangende takken: gekraakt maar nog niet aangevallen. Ja, het stormt gelijk nogal de laatste tijd. Jeffrey ziet één tak niet hangen en kan er niet mee lachen als hij serieus ten val komt. Volgens Stefan had hij nog sjans want hij viel net voor een spies en bijna was het Jeffrey aan het spit. Was bvb. Danny daar op terecht gekomen, dan was het voor de rest van de week varken aan ’t spit geweest bij de Modderfokkers. Wij weeral malchance!

Jeffrey nog nooit zo kwaad niet gezien. Dul dat dat manneke was! Op mij dan nog. Maar ik wist van toeten noch blazen. Beste Jeffrey, een tip van een ouwe rakker*: doe die zonnebril af als ge in het bos rijdt met de grote mensen.

We passeren na Gontrode door de Kalverhage en gaan er het X-trail parkoers opzoeken alwaar vrijdag een andere snotneus, Gertje Verhoeven, een duik van 4 meter hoog en 5 meter diep (ja, ge moet er de diepte van de plas nog bij rekenen) maakte. Als je ziet in wat voor een poel hij terecht kwam, vol paletten en rommel, dan heeft die heel heel heel veel geluk gehad. De mannen wiens naam op –y eindigt: Davy, Jeffrey, Rudy en Stefany, amuseren er zich dolletjes, maar Danny en ik raken de steile helling niet op. Johan kruipt naar boven. Axel valt bij de eerste poging naar rechts en bij de tweede naar links, waarna we hem een meter lager uit de decor mogen rapen. Maar Axel is een doorzetter, sommigen zouden zeggen een stijfkop, en bij zijn derde poging rijdt hij waarempel tot helemaal boven. Een geluk, anders hadden we daar nog staan wachten tot het hem geluktege. Stefan moet dan nog eens zijn ketting breken, in plaats van gewoon te terten gelijk andere mensen.

Door een maneuver van Danny even verder in Kwatrecht splitst de groep per accident in drieën op, maar we vinden mekaar terug in de Beize, alwaar Rudy V, Kenneth, Annemie, Nancy, Els en Nadine ons al op het terras opwachten. Danny krijgt van zijn zus nog een nieuwe mankini (Figuur 1), waardoor hij er de komende zomer weer eens deftig gekleed kan bijlopen. Ziet ge dat al aan het spit ronddraaien!?

Mario

* En dat er hier niemand het waagt om de klinker te verwisselen!

Figuur 1. Danny the Mankini

 

 

Zondag 1 september 2019, Lochristi.

Jubileumrit, want exact 20 jaar geleden stonden we, onder initiatief van Rudy Rogiers en van KWB Kalken, voor de allereerste keer aan de kerk. Van degenen die er die allereerste rit bij waren, rijden er vijf nog altijd mee: Rudy R zelf natuurlijk, Rudy Vergeylen, Luc Krick, Danny Fack, en ondergetekende. Van die vijf rijden er vandaag zelfs vier mee, behalve Rudy V, die volgens de geruchten weeral ergens zit/ligt/fietst te genieten van zijn pensioen.

 

Van de andere 7 die vandaag meerijden, lag Jeffrey twintig jaar geleden zijn pampers nog vol te, euh, nog te vullen. En Pieter, Cedric en Thomas hadden toen last van jeugdpuistjes en van ongewenste haargroei overal en ook voor het eerst - maar helaas, vanaf dan voor de rest van hun leven - van de meiskes. Rijden vandaag verder nog mee: Axel, Ivan en Jan, toch ook al oudgedienden, met de nadruk op oud, zeker bij Ivan, al zoudt ge dat (beter) niet zeggen. Zo zijn we met 11 voor deze jubileumrit, voor de zoveelste keer over droog en stoffig parkoers, en weeral zonder regen.

 

Toertocht te Lochristi, dan denk je aan wegels in Moerbeke en Zelzate, maar we rijden over Destelbergen naar deze kanten op: Wetteren ten Ede, Heusden, Laarne. Vooral Jan Willems, net terug van de Swiss Epic in de Alpen, legt er de pees op. We halen een gemiddelde van 27 induur, ondanks de vele kronkelige en stoffige wegels. Dan weet ge dat het heel dikwijls heel veel boven de 30 gaat. Maar vandaag zijn ze allemaal serieus in form. Met een bende van 11 gasten vol Grinta gaat het goed vooruit. Of gelijk Koen van de Beize en ikzelf het zouden zeggen: 11 hasten vol hrinta. Spijtig genoeg liggen er steeds meer en meer grintwegels, of zoals Rudy mij nadoet: hrintwehels.

 

Er moet onlangs een aannemer naar de gemeentes gestapt zijn met de vraag: “Zeg, gemeentes, ik heb hier nog ik weet niet hoeveel grint liggen, kunt ge daar niets nuttigs of lucratiefs mee doen?” Waarop de gemeentes antwoordden: “Wel ja, al die wegels die we nog niet gebetonneerd of geasfalteerd hebben of waar er nog geen plakkaatjes met ‘Privaat’ zijn op gezet, we zouden die vol grint kunnen gieten. Wat een goed idee! Wat moet dat kosten voor de gemeentekas, mijn beste aannemer, en vooral, wat brengt dat voor ons, gemeentebestuurders, op?” Binnenkort is het dus gedaan met het mountainbiken in onze streek en gaan we moeten gravel-biken of op de baan rijden: eentonig altijd hetzelfde.

 

Sommige mensen laten me weten dat ze de verslagjes wat missen, want dat ze graag lachen met Danny. Hoe die mens er toch altijd doorgesleurd wordt in die verslagjes, zeg. Niet te doen! Wel, als ge eens goed wilt lachen met Danny, rij dan gewoon eens mee met ons. Je komt gewoon niet meer bij van het lachen. Tenzij je zijn wiel wil houden, dan gaat het rap gedaan zijn met lachen.

 

Danny had weer wat zin gekregen in het politiewerk sinds het bericht dat de politie mag naaktfouilleren. Maar dat was van korte duur, want zijn goesting is alweer over sinds ze hem vijf keer hebben moeten uitleggen dat hij zelf zijn kleren weer moest aan doen en dat hij het concept niet goed begrepen had. Hoe komt het dat wij daar niet van verschieten? Danny, het zijn de mensen die ge fouilleert … die in hun bloten moeten staan!

Danny gaat het dus binnen een jaar of twee voor bekeken houden. Dat betekent dat de jaaromzet van de Beize dan gaat verdubbelen. En dat heeft dan weer voor gevolg dat Koen rapper op pensioen kan. Niet dat dat nu zóveel gaat schelen in werkuren, want Koen gaat er altijd voor de volle 30% voor.

 

Alle hekheid op een stokje, maar Danny kostte me vandaag bijna het leven. Verkeersregelmenten tellen niet voor hem, dat weten we allang. Dus steekt hij, op kop van een bende van 11 man, ter hoogte van de spoorweg in Beervelde, aan l’Autre Côté, zomaar de baan over, terwijl er een BMW, die zeker niet van plan was te stoppen voor een bende modderfokkers, vollen bak komt afgevlamd. Het scheelde niet veel of ik had de autre côté van de baan niet gehaald, en ik was nu al aan de Andere Kant geweest.

 

En wat is dat met Axel de laatste tijd? Sinds die ketonen pakt, is er geen houden meer aan. Steekt hij zich dan een beetje weg, gelijk ik? Of zorgt hij dat hij goed vooraan rijdt zodat ge niet altijd aan het rekkertje hangt. En rijdt hij zeker niet in eerste positie en goed uit de wind, gelijk ik? Neen zunne. Axel pakt nog kop en trekt nog eens door ook. Het ging gelijk nog niet rap genoeg. Rudy R zegt: Axel gaat het e ‘ké tonen’. Dat bekoopt Axel dan wel en de laatste kilometers moet hij lossen. Meer ketonen, Axel, nog meer hrinta en nog meer heweld! Bij de Modderfokkers zeggen we altijd: “Als geweld niet helpt, … méér geweld!” Dat werkt bijna altijd. Tenzij tegen een mug die net op uw edele delen geland is. Dan best niet, geloof deze ervaringsdeskundige.

 

Op het terras van de Beize komen Annemie, Els, Nancy en Johan P nog toe als wij daar al een eindje zitten. Rijden die dan langer, zult ge vragen? Neen, die vertrekken gewoon later en ze rijden wat trager ook. En zie, net als ik het zonovergoten terras wil verlaten, dagen ook Rudy V en Nadine F op. Ze zijn al terug van hun uitstap. Zo zijn gedurende enkele luttele seconden de vijf die er voor het eerst bij waren en er nog bij zijn, samen verenigd. We hadden een foto moeten pakken, hé, van dit historisch moment. We gaan er op letten dat we dat over 20 jaar niet vergeten.

Heu, wat mochten we niet vergeten, zeidt ge? Mijn heheuhen is helijk niet meer wat het was. Mario

 

Zondag 8 september 2019. Scheve Villa, Berlare. 70 km.

Axel, Cedric, Ivan, Johan, Luc, Mario, Pieter, Rudy en Rudy.

Met 9 aan de kerk. En blijkbaar passeert de toertocht van de Chiro van Berlare, van de Scheve Villa, die we vandaag gaan doen, alhier. Dus zegt Luc: “Als we nu eens hier inpikten, dan kunnen we meteen de grote toer van 70 km doen.” Beste Luc, als ge nog eens van die goeie ideeën hebt tenaastekeer, zoudt ge dan misschien willen thuisblijven? Merci. Wij dus weg voor 70 km wegels, die dankzij de regenbuien van de voorbije nacht juist gepast lekker vet liggen.

Volgens mij heeft Luc ook ketonen gepakt. Want die rijdt zowaar kilometers lang op kop, iet wat hij anders zelden doet. En het gaat serieus vooruit, gelijk het de hele morgen lang vlammen zal worden.

Die pakken hier de laatste tijd allemaal ketonen volgens mij. Wel, allemaal, ’t is te zeggen, Rudy Rogiers en ikzelf niet, want wij hebben dat niet nodig. Rudy niet omdat hij als klein manneke in een vat vol toverdrank is gevallen. Volgens zijn broer Ivan was dat eigenlijk gewoon in de beerput van hoeve Rogiers. Zegt moeder Rogiers: “Heeft er iemand onzen Rudy nog gezien het laatste half uur?” “Ivan, manneke, ga gij eens kijken of uw broer weer in de beerput hangt te lanterfanten?” Wat er ook van zij, het heeft toch goed geholpen bij Rudy. En ik heb dat niet nodig omwille van mijn gezonde levensstijl: wat letten op de voeding, goed slapen, niet teveel roken, en zeker en vooral: niet teveel alkool!

Als ik aan Luc en aan Ivan vraag welk merk van ketonen zij pakken, krijg ik van alletwee hetzelfde antwoord: “Ik ga het e ké tonen”. Maar die mop kenden we al.

Gelukkig, of niet, twee platte banden, van mannen die nog met een binnenband rijden: Johan en Rudy DC. Die laatste rijdt zelfs nog met 26 inch wielen. Een platte band en geen tubeless, dat betekent dus naar aloude afspraak: de hele meute trakteren. We verliezen dan wel wat tijd, maar we drinken achteraf toch gratis. In onze wildste dromen dan toch.

Er is nog een mooie afsluiter. De laatste bevoorrading is niet alleen met bier (Vicaris. Lekker! Dat noem ik nu nog eens een bevoorrading, zie!), maar ook in het prachtige decor van de tuin van Berlare Kasteel, in Berlare centrum, vrij toegankelijk voor publiek. Dus een goeie tip voor als je eens een mooie wandeling wil doen, beste lezer.

Na de rit schrijven we ons in in de Scheve Villa. Kwestie van het eens omgekeerd te doen. Vanaan de Scheve Villa pak ik resoluut de kop en rij ik windop toch een mooie 30 per uur richting Kalken, kwestie van ons gemiddelde niet onder de 26 te laten zakken. Pas op, dat nadat we er al een hele morgen vlammen opzitten hebben, hé. En dat op mijn leeftijd, hé! Achter mij liggen ze op apegapen en is het bekkentrekken en trekkebenen. Ik hoor in gedachten hoe ze smeken voor een beetje medelijden, maar nee, ik heb geen kompassie met die bende loezers. Ze gaan eens leren wat echt afzien is, zie, stelletje sukkelaars. Ik haal alles uit de kast. Geeneen gaat er hier nog overkomen! Tot ik daar plots, vanuit de linkerbenedenhoek van mijn lodderig linkeroog, aan de overkant van de baan op het linkse voetpad, een sliert modderfokkers mij zie voorbijschuiven, aangevoerd door onze kapitein! De smeerlappen zijn achter mijn gat de baan overgestoken en rijden mij zomaar voorbij. Kwestie van een mens eens vierkant belachelijk te maken, kan dat tellen. Dank u, lieve vriendjes! Ik ga jullie volgende keer nog eens uit de wind zetten door kop te trekken. Ge moogt er zeker op rekenen, bende ondankbare honden!

In de Beize zetten we ons eerst op het terras (zie foto), maar de eerste regendruppels van de dag doen ons verhuizen naar binnen. Koen komt opdienen met een bril op zijn neus. En ja, ik moet zeggen dat hij er vandaag echt intelligent uit ziet.

Het is toch wreed hoe zo een bril kan bedriegen, hé. Mario

 

Foto: Van links naar rechts: Rudy, Rudy en Rudy. Van rechts naar links: Rudy, Rudy en Rudy.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Zondag 22 september 2019. Baaigem.

De kermis van vorige week is volledig opgekraamd, maar het kerkplein staat nu tjokvol geparkeerde auto’s van sportieve wandelaars die van heinde en verre komen om Kalken en omstreken per te voet te gaan verkennen. Dus best zo snel mogelijk andere oorden opzoeken, kwestie van mekaar niet te veel voor de voeten en wielen te lopen. Mario heeft nog een nief wegelke gevonden in Wetteren-Massemen, de Blauwe Paal. Axel T, Luc K, Johan VH, Jan W, Rudy R en ikzelf besluiten hem te volgen voor een blauwe rit. We vertrekken via den Vaart en willen langs Den Blauwen Steen richting Wetteren, maar daar zouden we al meteen de wandelaars kruisen. Voor de rust nemen we een afslagske verder. Over de Nieuwe Passarelle en het marktplein raken we langs enkele dorpsstraatjes toch op den buiten voor een eerste stukje off road.  En het is al meteen een echt “Marioke”, een ambetanterikske met hobbels en putten. Ik vraag of dit nu diene blauwe paal is, maar volgens de gids volgt die nog even later. Dit stukske zal dan wel de blauwe billen (*) noemen, zeg ik. We dokkeren naarstig verder langs Kwatrecht richting Melle en Merelbeke, er zorg voor dragend dat we geen enkel hobbelig stukske laten liggen. Het gaat zoals gewoonlijk goed vooruit, en Axel is de eerste die een beetje teveel risico neemt en onderuit gaat. Losse steentjes in de bocht is zijn excuus. Niet zoveel later is het Mario die onderuit gaat. Geen losse steentjes, maar een takje is voldoende om hem een knieval te laten doen. We vervolgen onze weg, en er beginnen zo hier en daar toch een paar mooie bosstroken tussen te zitten. Ik begin er zelfs aan te denken om Mario een complimentje te maken over zijn parcours, maar net dan krijgen we weer een superslecht stuk voor de wielen en mijn blauwe billen (*) besluiten er anders over. Geen twee zonder drie, denkt Mario en even verder gaat hij opnieuw tegen de vlakte. Zonder steentjes of takjes dit keer, maar wel een smak van 2.7 op de schaal van Richter, met zijn stuur dat zich in zijn ribben plant. Het duurt even voor hij overeind raakt en terug op zijn fiets klimt. Hij probeert nog even, maar moet een tweetal kilometer opnieuw afstappen wegens teveel zeer. We besluiten geen risico’s te nemen en toch maar een ziekenwagen te bellen. Terwijl we wachten op hulp komt er net een sportieve dame aan gelopen. Ze springt meteen ter hulp en blijkt de nodige medische kennis te hebben om te zien dat er toch iets ernstig aan de hand is. Het gaat van kwaad naar erger met Mario die ondertussen ligt te kermen van de pijn. De hulpvaardige dame, die dokter blijkt te zijn, verwittigt voor alle zekerheid de MUG dienst. Nadat ze Mario heeft bevraagd over de pijn en de ongemakken, is ze toch lichtjes in paniek. Ja, dat is hier wel serieus zulle, zegt ze, want hij kan al bijna niet meer praten. Ik kan haar gelukkig gerust stellen dat hij altijd zo spreekt omdat hij van Poperinge afkomstig is. Om het wachten een beetje te verzachten en de patiënt een beetje op zijn gemak te stellen, stelt zij zichzelf voor als dokter-gynaecologe. Mario flakkert nog even op en zegt dat hij zelf doceert aan het UZ-Gent met als specialisatie vaginale microbiologie. Opnieuw kijkt die mevrouw mij vertwijfeld aan met in haar ogen een blik van “nu zijn we hem kwijt”, maar ik bevestig haar dat dit wel degelijk juist is. Uiteindelijk komt de ambulance er aan, kort nadien gevolgd door de MUG. Pijnstilling wordt toegediend, darmkes, kabeltjes en slangen aangesloten, en na veel vijven en zessen leggen ze hem op een speciale matras die vacuum getrokken word. Dat vacuum trekken is blijkbaar om persoon in kwestie de demobiliseren en niet om beter te bewaren. Gelukkig maar, want anders waren ze daar beter vele jaren vroegen mee begonnen. Uiteindelijk wordt Mario ingeladen en afgevoerd naar het UZ in Gent en kunnen wij, toch redelijk onder de indruk, terug huiswaarts. Van Merelbeke naar Kalken in een half uurke, misschien zal de adrenaline hier ook wel iets mee te maken hebben.

Eindbalans: 3 gebroken ribben en een klaplong. Spoedig herstel Mario, en hopelijk snel weer paraat.

Nota: Waar een (*) na het woord staat, mag de I vervangen worden door een A. Ivan.

 

Zondag 24 november 2019. Wachtebeke.

Maar wat een verrassing staat er ons toch te wachten op deze mistige zondag! Wat een blij weerzien! Wat springt ons klein hartje op, vol van vreugde! Boeverken is terug! We hadden hem niet meer verwacht na zijn zwaar accident toen hij met zijn paard op een mootoo reed. Of was het nu met zijn mootoo dat hij op een paard reed? Ik wil er vanaf zijn. In alle geval, Dirk rijdt nu weer fiets en nog altijd mootoo, maar geen paard. “Ge kunt niet alles doen”, zegt Dirk.

Dus omhels ik Dirkske van harte! Ivan is gelijk een beetje jaloers, dus geef ik hem een vriendschappelijke tik op zijn ballen*.

Jeffrey staat daar wat raar op te kijken, en overweegt of hij nog lang met ons gaat meerijden. Verleden week keek hij ook al raar, toen Danny beweerde dat hij eens zijn velo gekuist had. Jeffrey keek eens goed en vroeg toen: ‘Ha ja? Wa kant?”.

Zonder enige training of iets, na een dik jaar niet kunnen rijden, rijdt Dirk mee alsof het niks is, terwijl ik, ondanks mijn pompen, toch ga verzuipen vandaag, en ik ben er met mijn gebroken ribben maar 10 weken vantussen geweest. Raar toch, voor iemand met supertalent gelijk ik? Ik versta er ook niets van.

Gisteren cyclocross Charles Ambiance in Wachtebeke. Wij dus naar ginder. Wij, dat zijn de reeds genoemden Dirk, Jeffrey en Ivan, en ook nog Jan, Johan, Maarten Jespers (die sinds een paar weken meerijdt), Luc, ik en kapitein Rudy. Die laatste zit vandaag met een serieus probleem. In plaats van teveel hormonen, gelijk gewente, worstelt hij vandaag met het probleem van véél te veel hormonen. Van meetafaan pakt hij de kop en sleurt door tot in Wachtebeke. Is dat om Dirk meteen op de proef te stellen? Ik denk dat hij de jonge gastjes eens wil tonen dat hij nog prof geweest is. Of probeert hij van mij er af te rijden misschien? Haha, dat ziet ge van hier!

In Puyenbroeck vliegen er twee, drie buizerds weg, van dichtbij. Is dat omdat ze Ivan gezien hebben (zie verslag 25 februari 2018)? Het is zoals het spreekwoord zegt: ‘Een buizerd stoot zich geen twee keer aan dezelfde plotskep**.’

Het cyclocross parkoers van Wachtebeke zijn ze aan het afbreke, maar wij kunnen het nog grotendeels doen. Man, wat zuigt die ondergrond aan uw wielen. En gladdig! De schuine kanten zijn aartsmoeilijk om recht te blijven. Die balkskes zagen er op tv nog te doen uit, maar als je ervoren staat: torenhoog. Ik moet voetje zetten om Boeverken erover te krijgen. Als we bij de steile brug aan kome, staan de anderen er al boven op, te roepen gelijk zot: “Ge moet hem klein leggen, ge moet hem klein leggen!” Als ik zie dat zelfs Dirk maar halfweg raakt, begin ik er niet aan. Ik leg mijn derailleur op de kleinste vitesse, stap af en begin de brug op te klauteren. “Awel, hij ligt klein”, roep ik terug. Ge ziet van hier dat ik weer op mijn ribben ga kletsen en daarbij dan nog door de hele bende uitgelachen worden. Dirk rijdt weer naar beneden en rijdt bij zijn tweede poging vlot naar boven. Gene gewonen, zunne. In alle geval: Diep respect voor de cyclocrossers en zeker voor de cyclocrossmeiskes! Boven op de brug pakken we wat foto’s (zie hierna). Zoek het verschil!

 

Na een eindeloos lang end wegel, van aan het Keysershof tot aan de Gentdam bij Daknam (3.9 km aan één stuk, langs de Oude Vaartbeek en Moervaart tot aan de Bovendurme), waar Rudy er weer aan sleurt gelijk zot, is mijn pijp helemaal uit. In Daknam slaan die plots allemaal een andere richting in. Anders gezegd: de groep splitst zich op in twee groepen, één groep van 8 en één groep van één. Mij niet gelaten, want de compagnie stond mij toch al niet aan en zo kan ik op het gemakske nog wat kilometers bij trainen. In het mistige weer is het soms twijfelen of ik wel de juiste richting uitrijd, maar zie, we komen bijna allemaal gelijk aan in de Beize.

 

We eindigen met een multiple choice quizvraag: ‘Met welke woorden dient Koen van de Beize soep op?’

Keuze 1: ‘Wie van U heren had soep besteld, zo ik vragen mag, alstublieft?’.

Keuze 2: “Mag ik zo vrij zijn te vragen voor wie van U deze soepjes bestemd waren, alstublieft?

Keuze 3: “SOEPEUH! SOEPEUH!”

Het juiste antwoord levert 3 gratis SOEPEUN op in de Beize.

Mario

 

*Zie vorig verslag (van Ivan): Bij de woorden met een sterretje achter, mag je de A door een I vervangen. Maar je moet niet, hé.

**: Bij de woorden met twee sterretjes achter mag je de O en de E van plaats verwisselen.

 

A group of people with bicycles

Description automatically generated with low confidence

 

Boeverke: nu zie je hem wel!

 

A group of people with bicycles

Description automatically generated with low confidence


 

Zondag 2 februari 2020. Huivelde, Zele.

Stonden aan de kerk om stipt 8:36: de A-kes Rudy Rogiers, Ivan Rogiers, Rudy De Clercq, Jeffrey De Brouwer, Danny Fack, Cedric Laureyns, Stefan Imschoot, Luc Krick, Dirk Deboever, Kenneth Vanderzypen, Johan Van Hulle, Davy Poelman, Thomas Bisschop, Maarten Jespers, en natuurlijk, Marc Roelandt.

Ho, excuses. Een klein foutje in het verslag. Ge ziet, dat gebeurt zelfs met de besten. Ik bedoelde: stonden NIET aan de kerk. Maar waarom, zo vraagt de pientere lezer zich af? Zelfs de iets minder pientere lezer vraagt zich af hoe zoiets kan gebeuren. Ook de helemaal niet pientere lezer verstaat er zich niet aan, maar dat is dan weer normaal, want de helemaal niet pientere lezer verstaat zich zo al nergens aan. Is het misschien omdat het palindroomdag is (1)? Is het omdat het Maria Lichtmis is en moeder pannenkoeken gaat bakken? Neen, het is omdat het … een beetje regent. Wie er wel staan als ik arriveer, zijn Jan Willems en Axel Troch. En daar blijft het bij, wat de A-kes betreft tenminste. Misschien moeten we onze categorienaam veranderen in de ‘Mie-kes’.

Wij drieën weg naar de toertocht in Huivelde, voorbij Zele. Vijfhonderd meter verder kont (2) ge ons al uitwringen, maar omdat dat bij Axel veel te lang ging duren, reden we maar gewoon verder. En ja, ge kent hem, hij ging gelijk hoe toch tegenspartelen. Aangekomen te Huivelde is het efkes opgehouden met regenen, maar ik ben gelijk de enige die het nog ziet zitten om door de modder te beginnen ploeteren. Ja, dat kunt ge zo hebben als in uw jeugd al uw buren varkens waren. En op latere leeftijd al uw makkers. Maar alleen is maar alleen, en dus rij  ik mee terug, maar dan langs de Schelde en mee met Jan tot in Wetteren, zodat we toch meer dan 40 km op de teller hebben, van de eerste tot de laatste km in de drets en de plets en de felle wind. Doorweekt tot onder ons vel, maar gelukkig en met een echt Flandrien-gevoel, zo van: veel gaan er ons dat niet nadoen.

Even later komen de B-kes toe: drie vrouwen dan nog: Nadine Fack, Nancy Van Waes en Els Cattoir. Daar kunnen de mannen van de A-kes dus een puntje aan zuigen (3)! Leer daar eens iets van, jongens, of liever, jongetjes. Er waren ook nog twee mannen bij de beekes, met name Rudy Vergeylen (die moest wel van Nadine) en Koen Oosterlinck, maar die moesten eerst nog een douchke gaan pakken, dat ze proper en warm op café konden zitten.

Bij zo een weer smaakte de soep van Koen natuurlijk lekker. Naar het schijnt. De soep van Koen wordt altijd vakkundig en artistiek afgewerkt met een kwakje room. Gegarnierd, gelijk ze zeggen. Dat brengt me wel bij een ernstig grammaticaal probleem. Zegt men: ‘Ja, ze smaakte weer lekker, de soep van Koen, met een kwakje’, of is het correcter om te stellen: ‘Ja, ze smaakte weer lekker, de soep met een kwakje van Koen.’? Ik geraak er maar niet aan uit. De eerste versie klinkt wel iets smakelijker, vind ik, maar het blijft er hetzelfde uitzien, natuurlijk. Ik hou het toch maar bij Duvel.

(1). 2 februari 2020 was een palindroomdag omdat je datum zowel voor- als achterwaarts kunt lezen: 02022020. ‘Lepel’ is een palindroomwoord. Het langste palindroomwoord is: ‘koortsmeetsysteemstrook’. Zo, dat weten we dan ook alweer. Het onthouden is iets anders.

(2). Het zou kunnen dat dit eigenlijk een ‘dt’ fout is.

(3). Figuurlijk, hé, figuurlijk!

 

Zondag 23 feburari 2020. Munkzwalm en Molenberg. Op de baan.

Vierde week op rij storm tijdens het weekend. De maartse buien en aprilse grillen komen nu al in februari en een beteke straffer als vroeger.

Drie weken geleden (2 februari), toen het eens echt serieus regende en wat waaide, heb ik me wat laten gaan en de vele afwezigen er eens goed doorgesleurd in het verslagje. Met excuses, maar ja, wat moet je anders doen met mietjes? De voorbije 2 weken had ik niet kunnen meerijen wegens aangename familiale verplichtingen op zondag twee weken geleden en sociale verplichtingen op zaterdag verleden week. Die sociale verplichtingen op zaterdagavond waren zó aangenaam geweest dat wakker worden de zondagmorgen heel wat minder aangenaam aanvoelde. Dat alcoholvrij bier, hé, ik kan daar echt niet tegen. En als het dan nog stormt buiten, is de keuze rap gemaakt. En ja, dan krijg ik wat fotokes via Whatsapp van degenen die wel gereden hebben, met als onderschrift: ‘Awel, Mario, met uw grote muil, waar zat ge van de week?’ Maar eigenlijk, de voorbije 2 weken was het alleen veel wind op zondag, maar wel droog. Dus schep daar eens wat minder over op hé, mannekes.

Maar vandaag is er weer echte wind en echte regen voorspeld. Toch staan er 7 dapperen aan de kerk. Of moet ik zeggen: 7 dwazen. Wel, 6 dapperen (Jan, Axel, Dirk, Rudy en Johan, en ikke natuurlijk!), en énen dwazen, want Dany reed ook mee. Overlaatst kwam Dany thuis van de Smatch met zes! bakken bier. Hij had tegen Els gezegd: ‘Ik ga eens naar de Smatch om een bak bier’, waarop Els antwoordde: ‘Weeral? Ge zijt gisteren nog maar om een bak bier geweest. Maar allez, als ze wortelen hebben, pak er dan zes mee.’ En ja, ze hadden wortelen.

Axel slaat geen ene zondag over. Sommigen denken dat dat is omdat hij zo graag rijdt, of zo een keiharde Flandrien is, of zo dapper. Maar eigenlijk is dat omdat hij de zondagmorgen niet mag thuisblijven van zijn eega. ‘Dan ben ik tenminste één halve dag in de week ook eens op mijn gemak’, zo wist ze onlangs te vertellen. Maar ik vraag me nu juist af: Hoe komt het dat Els ook geen enkele zondag overslaat???

Bij Johan is het wel even schrikken. Zo scherp dat die staat. Ik sneed er me bijkanst aan. Volgens sommigen komt dat door geen bier meer te drinken, maar volgens mij is het gewoon weer een mooi voorbeeld van hoe rap en efficiënt dat werkt, zo een maagring. Spijtig dat wat vroeger vetkwabben  waren nu wapperende zeemvellen geworden zijn. Maar geen paniek, Johan, over een jaar of vijf merk je daar niets meer van. Tegen dan is iedereen je zo gewoon. Maar, alle hekheid op een stokje: bij Johan overheerst toch het strakke gevoel, waar ik waarempel een beetje jaloers op ben. Mocht Dany bijvoorbeeld zo een maagring installeren, dan hebben we meteen een uitklapbare vierpersoonstent die met ons meerijdt, wat wel handig zou zijn bij slecht weer. Of als we eens ergens willen blijven overnachten. Doen, Dany!

Regen voorspeld, ons niet tegengehouden, maar eigenlijk worden we met moeite nat, want de regendruppels worden uit mekaar gewaaid door de felle stormwind en het is slechts fijn sproeisel dat we te verwerken krijgen. En het is dan nog warm ook, zeker als ge u zo moet afbeulen. Subiet overkleed zijt ge. Niet gewoon, die wind, want het wordt beuken en beuken en het is onmogelijk om u goed weg te steken, want de wind komt van alle kanten. Voor mezelf, Dany, Rudy en Axel heb ik gene schrik, maar voor de lichtgewichten Jan, Dirk en Johan moet het toch bangelijk zijn, zo voelen hoe uw wielen bijna vanonder uw velo worden weggeblazen. Op de terugweg scheelt het centimeters of ik was onder een aanstormende auto gewaaid. Een verslagje zou er hier dan niet gestaan hebben …

Dirkske is weer in form. Alleen Jan en Rudy kunnen hem volgen. Het probleem met Dirkske (voor ons, mindere goden, dan toch): hij vangt geen wind. Ook daardoor gaat hij zelf rap vooruit, maar wij hebben er geen winst aan, want we kunnen er ons niet achter wegsteken. Hij rijdt dus elke keer vlotjes weg. Dirk kan daar ook niet aan doen. Maar Dirk, we gaan het toch eens moeten duidelijk zeggen: ge gaat gij niet meer mogen meerijden als ge niet rap een beetje veel vervet, hé, manneke. Want zó hebben wij niets aan U.

Jan stippelt ons een origineel heuvelend parcours op de weg uit en brengt ons tot aan de Zwalm en St. Denijs Boekel en de Molenberg. Soms lijkend op het parcours dat Rudy Rogiers meestal volgt als we langs die kanten op de baan rijden, maar ook met veel stukskes waar ik nog nooit passeerde.

Wat is me dat nu? Zijn die aan het applaudisseren voor mij? Ha nee, het is gewapper ’t allenkante. Zijn dat de zeemvellen van Johan en de vetkwabben van Dany? Ha neen, ook niet, het zijn de plastic regenjasjes die wapperen gelijk zot. En wat is me dat? In het weerkeren, wind achter, rij ik 37 induur, maar moet zelfs met die snelheid een gaatje laten vallen, en er is me waarempel één die me nog bijduwt! Het is Rudy, die weer het eind van zijn krachten niet kent vandaag. Onlangs belde ik aan bij Rudy en vraag voor de zekerheid: ‘Is dat hier dat Rudy Declerck woont?’ waarop Marie-Jeanne antwoordde: ‘Jazeker. Wacht, ik ga eerst de slaapkamerdeur gaan open zetten, kun jij dan helpen om hem mee naar boven te dragen?’

Deze week kan ik niets over de soep in de Beize rapporteren, want ik moest rap naar huis, waar ik arriveer na exact 71 km aan bijna 23 per uur. Mario

En o ja, wie reden ook nog gejaagd door de wind? Zomaar even 6 B(akken bier?)-kes: Els (ziet ge wel), Nadine, Sabine, Rudy V, Guy R, en Annemie. Richting Hyfte, Mendonk... Wachtebeke. 💨💨💨

 

Zondag 11 oktober 2020. Baaigem in the rain.

Waarschuwing. Dit verslag bevat passages die niet geschikt zijn voor lezertjes jonger dan 60 jaar. Ouderlijk toezicht en begeleiding zijn aangeraden.

Na 2 weken thuisgebleven te zijn omdat Frank en Sabine (en dienen nieuwen) voorspeld hadden dat het ging regenen, om dan te moeten vaststellen dat er elke keer GEEN ENKELE DRUPPEL valt, dacht ik: Maar deze keer gaan ze den dezen niet liggen hebben, gelijk wat ze voorspellen.

Er was weer veel regen voorspeld, dus ik toch gaan rijden. En jawel hoor, ze hadden me toch wel weer liggen zeker: nu kieperden ze de regen met bakken uit de grijze, donkere herfsthemel. Deze keer kunt ge alvast niet kwaad zijn op Frank en Sabine, merkt Rudy op. Dat maakt het dan nog erger, hé, als ge het op niemand anders kunt steken. Hoe dikwijls heb ik dat al niet voorgehad in mijn leven? – dat ik het op niemand anders kon steken. Veel te veel.

Als ik arriveer, staat alleen nog maar Johan aan de kerk. Alleen de twee zestig-plussers zijn er al, merk ik op. Dan komt Axel aan. Ha, nu zijn de drie rapste er al, zeg ik. Tenminste als ge van langs onderaan in het klassement begint te tellen, moet ik er wel aan toevoegen. Dan komt Ivan. Ha, nu zijn we al met de vier sympatiekste, zeg ik. Hahaha, deze laatste opmerking was maar om te lachen, natuurlijk. Er mag al eens gelachen worden ook, hé.

Laat ons rap vertrekken, zegt Axel, voor er van die raprijdende ambetanterikken (al de rest van de modderfokkers dus) toekomen, het is al 8:36. We ontsnappen bijna van het kerkplein, maar helaas, twee dergelijke ambetanterikken komen juist nog terzelfdertijd het plein opgereden: Stefan en Rudy R, de laatste zoals steeds stipt 7 minuten te laat.

Axel weet dat de langverwachte brug over de Kalkense Vaart geplaatst is. Wij langs Fifi de Mennenweg in en ernaartoe. Amai. Ik had me een lieflijk romantisch houten voetgangers-fietserbrugje voorgesteld, maar dit lijkt meer op het monster van ijzer en staal van Wannes Vandevelde. Maar alla, niet geklaagd, dit is een grote verbetering voor de wandelingen en fietstochtjes die je nu kunt doen. Johan vereeuwigt dit historische moment met één van zijn beruchte selfies: de eerste modderfokkers die de brug over de Kalkense Vaart oversteken. Nu nog een brug over de nieuw-uitgegraven Oude Schelde, daar waar ze uitmondt in de Vaart, dus vlakbij deze brug, zodat we aan de andere kant van de Kalkense Vaart weer doorkunnen naar de Schelde, gelijk een paar jaar geleden, en het is perfect.

Nog maar in Melle, en we zijn al doorweekt door een eerste wolkbreuk, en Ivan besluit huiswaarts te keren, geplaagd door pijn in de knie. Het vooruitzicht van nog een paar uur door de modder ploeteren met een kletsnat pak zal ook de moraal niet opgekrikt hebben. Met vijf verder, tot we omgekeerd op het parkoers van onze ondertussen klassieke uitstap naar Baaigem komen. We rijden dus de toer omgekeerd en Axel pakt nog een extra-bos mee, kwestie van genoeg drets onder de wielen te krijgen.

Even zijn we Johan kwijt in het eerste bos van de dag. Johan got stuck in the mud, zegt Axel. Deze totaal onbelangrijke gebeurtenissen spelen zich af ter hoogte van de Butter Corner Street (de Boterhoekstraat), niet zo ver van Rollercoaster Road (de Rollebaan) en de Rats Crossing (de Rattepas) in Bottelare (Flesselare).

Maar wat gebeurt er nu? Een vuil wegelke + mooi klimmetje naar Munte toe, maar Rudy slaat die over en snijdt een hoek af, op de asfalt blijvende.

En even verder, weer van dattum. Het Heilig Geestgoed bos (deel van de Makegemse bossen bij Munte) ligt er, zoals te verwachten was, heel drassig bij, en het is er ook zóo donker en angstaanjagend door de regen dat Axel niet van onze zijde wijkt: bang van de boze wolf dat hij is.  Ik moet zodanig rare maneuvers doen om recht te blijven in de diepe plassen dat Stefan in een onbedaarlijke lach schiet, die door het donkere bos weergalmt. Dat wilt ge echt niet meemaken, lieve lezertjes. Door de aanstekelijke lach van Stefan, schiet ik zelf in de lach, en daardoor is het nog moeilijker om recht te blijven. Ook dit bos slaat Rudy over. Heeft Rudy nu ook al bang van de boze wolf, voor zo een grote vent? Nee hoor, het is nog erger gesteld: Rudy heeft bang van een beetje more. Ja, beste mensen, vroegdementie bij bijna-zestigjarigen, het is een sterk onderschat probleem in Vlaanderen. Doe er iets aan! Storten op onderstaande rekeninig kan nooit geen kwaad, natuurlijk. Ik fiets graag, zegt Rudy, maar zwemmen veel minder. Nochtans dacht ik dat Rudy vroeger wel graag zwom, en nog liefst ónder water, maar dat is van horen zeggen.

Omdat we ondertussen goed bezig zijn aan de tweede wolkbreuk, kiezen we voor asfalt vanaf Bottelare en Rudy legt er nog een beetje de pees op, zodat we in Laarne nog de Unkerbakzikers voorbijsteken. Nat en vuil, maar voldaan arriveren we in de tent op de parking van De Beize, na 54 km aan 23.7 induur, helemaal niet slecht gezien de staat van de ondergrond en de atmosferische omstandigheden.

De poging van Koen om ons in zijn tent alsnog te vergassen met zijn gasflesverwarming* is schromelijk mislukt. Anders was er hier geen verslagske natuurlijk. Ook de dappere B-kes (Els, Nancy en Ivan2) en de Veldmeersrunners kwamen allemaal geelhuids weg.

Mario

*Euh, schreef ik ‘Verwarming’!?? Echt waar?

‘Stop vroegdementie bij bijna-zestigjarigen’. Rekeningnummer: BE49 0001 2992 1371. Giften fiscaal aftrekbaar vanaf 2000 Euro.

 

A group of people riding bikes on a bridge

Description automatically generated

 

A group of people on bicycles

Description automatically generated with medium confidence

 

 

Zondag 16 mei 2021. Munte, Baaigem, Dikkelvenne, Meilegem.

Staan al aan de kerk: Ivan R, Rudy DC en Jeffrey DB. Goeie morgen, gentlemen, groet ik, vriendelijk als ik ben. En ook goeiemorgen, Ivan, voeg ik daar aan toe, correct als ik ben. Daarna komen nog toe, Stefan (die er hem ook graag wel eens, maar dan toch uiteindelijk veel te weinig) Imschoot, Axel T, Luc K en kapitein Rudy Rogiers.

Luc is 56-jarig vandaag. Hij ziet er nog steeds strak uit en is nog niets veranderd, bij toen hij ... 55 was. Maar toen was hij ook al niets veranderd bij toen hij ... 54, enzovoort. Bij sommigen werkt 20 jaar mountainbike blijkbaar dan dus toch goed. En zó blinken dat die zijn fiets doet, niet te doen. Rudy DC blijft als enige overgeblevene nog steeds met 26 inch wielekes rondrijden. Houden zo, want die rijdt al rap genoeg met zijn klein wielekes.

Gezien de Zuid-Oostenwind stelt de kapitein voor om naar het ZO te vertrekken, richting Melle. Wij stemmen in met de idee: een plaatstelijk ritje naar Melle zodat we op tijd terug zijn om na lange tijd nog eens lang en rustig van het terras van de Beize te genieten. Rudy zegt er niet bij dat de uiteindelijke bestemming ... Meilegem zal zijn, minstens drie keer zo ver als Melle, voor een tocht van ... jawel, 82 km aan ... jawel, 27.2 per uur, met 350 hoogtemeters.

In Laarne houdt Jeffrey al de achterkomers op in de smalle Kalverboswegel, waar hij vastraakt, het kalf ... zouden sommigen dan zeggen. Het is ook door zijn breed stuur. Ja, Jeffrey, ik snap wel dat dat stoer staat bij de meiskes, zo een breed stuur, maar leer misschien eerst eens met een gewoon stuur sturen als je meerijdt met de grote mensen. Een béétje techniek zou toch welkom zijn bij sommigen, denk ik dan. Neem een voorbeeld aan mij, Jeffrey. Ik heb nooit echt hard kunnen rijden, maar ik compenseer dat door mijn techniek.

In Lemberge is het even wachten op Axel die in de boskes is blijven hangen. Stefan maakt van de gelegenheid gebruik om van alles aan zijn velo vast te vijzen. Ja, ik heb hem gisteren nog eens helemaal op orde gezet, zegt Stefan. Op een gegeven moment heb ik sjans gehad, zegt Stefan, want er vloog plots een resoorke1 weg, zodat ik gans mijn stal, euh mijn garage, heb moeten opkuisen om het terug te vinden. Het vrouwke meteen ook content. Ondertussen heeft Axel besloten om het wat rustiger aan te doen en zetten we onze weg verder met zeven.

En dan komt een onverwacht hoogtepunt van de dag. Rudy neemt in Munte een wegelke waarvan ik al zeker een keer of 10 gepeinsd had, in het passeren: dat wegelke ken ik niet, dat moet ik eens proberen. Maar het was er nog nooit van gekomen. Het is de Rattepaswegel die halverwege verandert van naam in de Schietsewegel. Single track, afdalingske, klimmeke, boomwortels, bomen in de weg, beetje technisch, beetje modder, in een boske, en halverwege zelfs wat vriendelijke meiskes. Kortom: dit wegelke heeft het gewoon allemaal. Een verborgen pareltje dat – voor mij dan toch – te lang onononontdekt is gebleven. Míjn dag kan al niet meer stuk.

Maar dan moet Stefan afstappen. En zie, in plaats van zijn voet los te klikken, zoals normale mensen doen, klikt hij gans zijn manivel2 los. En Stefan krijgt zijn schoen niet losgewrikt uit die losse manivel. Jeffrey moet uitleggen hoe het moet. Dus ja, zo moeilijk kan het dan eigenlijk niet zijn, hé. Gelukkig is Rudy R mee die dat mankement weer kan oplappen, al blijft de manivel half los zitten.

Even verder neemt Stefan zijn drinkbus uit zijn drinkbushouder. Kijk, zegt Jeffrey, het enige dat goed vastzit aan Stefan zijn velo is zijn drinkbushouderke3. Dat manneke is toch ook niet op zijn mondje gevallen, hé. Mocht ik van Stefan zijn, ik zou dat toch zo niet laten passeren, zunne. Maar ik ben niet van Stefan. Meestal ben ik achter Stefan. Zelfs met maar een halve pedal, rijdt hij gezwind mee met Rudy R en Jeffrey, als die zich weer eens niet kunnen houden.

Als we bij het Geestesgoedbos passeren, vraagt Rudy mij om de naam van dit bos uit te spreken. Hahaha, een portie lachen met Westvlamingen, dat kan toch zo deugd doen, hé, mannekes. Ik doe er nog een schepje bovenop: het Geestesgoedbosgehucht.

Wie denkt dat de terugweg met windachter makkelijker zal zijn – stopt dat eigenlijk nog met waaien de laatste jaren??? – heeft het helemaal verkeerd voor. Het is vlammen, enkele kms zelfs aan 40 per uur. Want ik heb mij in Meilegem laten ontvallen dat er voor mij weer niet veel après meer zal bij zijn, want ik ben graag op tijd thuis de zondagnoen, en Rudy heeft beloofd dat we stipt om kwart na 11 toch in de Beize gaan staan.

En ja hoor, stipt om kwart voor 12, kom ik uitgeput aan aan de Beize. Nadine en Koen zijn weer blij, dat ze weer aan de slag kunnen, en vooral van mij na lange tijd nog eens te zien. Vooral Koen is blij dat hij weer de volle 30% kan werken. Nie getaukt, geen Duvel! Mario

1. Resoor: Een spiraalveertje.

2. Manivel: Ik moest hoehelen om het Nederlands te vinden: zwengel, hendel, kruk. Ook wel crank, al is dat eigenlijk Engels. Aldus zoekende kwam ik ook toevallig op: fietscafé de Manuvèl in Sint-Niklaas.

3. En nog een tip om mee af te sluiten: staat je fiets iets te vast, en wil je hem iets losser: Eén adres: Stefan (die er hem zeker en vast ook wel eens los) Imschoot. Zie Foto (zonder bril weliswaar).

Federale politie verspreidt opsporingsbericht van voortvluchtige militair Jurgen Conings

 

 

 

Zondag 10 oktober 2021. Nederhasselt, St. Antelinks. Met 10 aan de kerk. Ivan, Rudy DC, Koen O, Stefan, den dezen, Johan, Luc, Pieter, Axel, and not least but certainly last, gelijk always, kapitein Rudy. Daar waar hij anders altijd stipt zeven minuten te laat om 8:37 verschijnt, wordt het nu 8:38. Een geluk dat we Axel nog een minuut extra konden tegenhouden. Een platte tube was de oorzaak van dit ongelukkige oponthoud. Een platte tube repareren kost Rudy maar 1 minuut blijkbaar. Maar het was weer het wachten waard, want Rudy heeft een mooie variant op de rit naar St. Antelinks in petto. Niet zo zwaar als anders, ietske korter, maar voor mij met weer tal van nieuwe superschoon singel-trakskes, zoals dat heet: wegelkes waar maar 1 mens of 1 fiets terzelfdertijd doorkan. Het is regelmatig opletten geblazen voor de diepe en grillige sporen, verborgen onder het gras, zeker aan de snelheid waarmee we erdoor vliegen, maar ik zie alleen Axel eens lichtjes slagzij maken, zonder erg. Een rit met toch 300 hoogtemeterkes en een aantal lange, lange, hele lange vals platten, waarvan sommige zó vals zijn dat men zelfs van een klim mag gewagen. Ik ben daarenboven eens in supervorm, een gevolg van de zware beproevingen in Mallorca, 2 weken geleden, samen met Johan, Luc, Danny en Rudy V. Afgezien gelijk de beesten heb ik daar, en ik ben toch al wat gewend na 22 jaar modderfokkers, zomer-winter. Ook Axel is in goeien doen, zodat de twee kneusjes van anders deze keer niet afsteken bij de rest.

Ter hoogte van ik weet niet waar, want het was mistig en ik had daar nog nooit gereden, loopt er een koe los op de weg. Axel, ikzelf en Koe, euh Koen, drie muttens gelijk, proberen de koen, euh koe, terug de wei op te krijgen, want zo een beest op de baan is gevaarlijk, zeker met zo mistig weer. De koe echter ziet mij komen en denkt: Oei, Ivan Rogiers komt eraan, het is al erg genoeg geweest voor vandaag, ikke ben hier rap weg. Nu zal de achteloze lezer opmerken: Amai, een koe die kan denken, wat een slimme koe is me dat, zeg. Maar als je nu leest dat ze het tronie van Ivan verwart met mijn inteliggent voorkomen, dan heb ik toch al veel snuggerder koeien gekend, zunne. Door dit runderlijk misverstand, mislukt onze poging om de koe terug in de wei te zetten. Nu maar hopen dat er geen malheuren gebeurd zijn en vooral ... dat Dirkske Deboever niet met zijn mootoo gepasseerd is. Waar zat die trouwens weeral!?

Er zijn er twee met een complete off day. Koen Oosterlinck, die normaal met zijn twee vingers in de neus meerijdt, is vandaag een beetje gelijk zijn initialen, KO. Deze keer gaat het bij Koen voor geen meter, zelfs met zijn twee handen aan het stuur. We spelen hem uiteindelijk kwijt op de terugweg tussen Oordegem en Wetteren. De grote afgang van de dag is echter die van Stefan – wiens vader er hem die ene keer spijtig genoeg wel – Imschoot.

Stefan, als het een troost mag zijn, jongen: zélfs ik heb zwakke momenten gekend toen ik nog zo jong was als jij. Dat moet zowat net na WereldOorlog II geweest zijn, als ik me goed herinner. Natuurlijk nooit zóó zwak als jij vandaag, we gaan nu ook weer niet overdrijven, hé. Haha. Hahaha*.

Het gaat zo slecht met Stefan dat we hem voor St. Lievens Houtem op de terugweg al kwijt zijn. Wij, het is te zeggen de Modderfokkers die wel op niveau rijden, stoppen boven op de Balein (dus ook letterlijk op hoog niveau) en bellen hem op. Ja, we stonden daar juist aan een telefoonkotje, dat moest nu ook lukken, zeg. Waar ben je, Stefan? zo vraagt Rudy. Ik weet het niet, jongens, snif, snif, snif snottert Stefan. Vraagt Rudy: Staat de zon links of rechts van U? Het is kwestie van te weten of Stefan met zijn kop tenminste in de goeie richting staat. Ja, het is ook het vermelden waard, maar de zon was nog maar net door de killige mist gebroken, even voor we Stefan kwijtspeelden. Hou de zon in uw gat, Stefan is het advies van Rudy. Op het eerste zicht is dit een hoogsteigenaardig en tamelijk onwelvoeglijk advies, maar wel een heel degelijk, dat mag gezegd. Immers, we bevinden ons op de Balein te St. Lievens Houtem. Dat wil dus zeggen: ten Zuiden van de Beize, en het loopt naar de late voornoen, dus de zon zit ook in het Zuiden. Als je de zon dan achter je houdt, rijd je naar het Noorden, dus naar de Beize. Slim toch van onze kapitein! We hebben Stefan echter pas in de Beize teruggezien, maar het reisadvies van Rudy heeft dan toch geholpen.

Maar zie, zeer eigenaardig, even nadat we Stefan gebeld hadden, is de zon weer verdwenen. Het is toch geen waar, hé!? Zeg dat het geen waar is, hé!! Dat Stefan het advies van Rudy over waar hij de zon moest houden, letterlijk genomen heeft!!?? In alle geval heeft Stefan de Beize pas bereikt een kwartier na ons, na een omweg via ... Zonnegem.

In de tent van de Beize worden we niet, zoals gewoonlijk, bediend door Nadine, maar wel door een nieuwke. ‘Kurt’ noemt diene gast en ik ken hem gelijk van ergens, maar dan van een ander café, meandert het me voor de geest. Echt vlot gaat het noteren van onze consommaties gelijk niet, maar ja, een mens moet wat geduld hebben met zo een beginnelinkske in de horeca, hé. Mario

* Woehahahahahahahahaha.

(Toegevoegd als voetnoot omdat anders het verslag te lang ging zijn, maar ook en vooral omdat het zo deugd doet van zo eens goed te kunnen lachen, zeker als het is met ...)

 

Zondag 17 oktober 2021. Molenberg, St. Denijs-Boekel. In niet alfabetische volgorde: Axel, Dirk, Danny, Jeffrey, Johan, Luc, Patje, Rudy, Ivan, Mario.

Rudy Rogiers komt aan om 8 uur 37 minuten en 15 seconden. Bijna juist op tijd! Rudy Clerck is er niet, een vroegtijdig maar te voorspellen slachtoffer van de Fortunefeesten. Ook Koen en Stefan – die er verleden week bijna zijn leven bij – Imschoot ontbreken. Nochtans had Stefan gezegd dat hij deze week weerwraak ging pakken voor het debacle van verleden week. We passeren na 100 meter aan zijn deur, luid toeterend en bellend, maar nee, geen beweging. Stefan is weerwraak aan het nemen op zijn matras, denk ik.

Als ik vraag aan Jeffrey waar hij de voorbije weken zat, murmelt hij iets van beteke ziekskes geweest. Het was gewoon wat niegoesnitis, zegt hij. Blijkbaar is dat een nieuwe virale infectie, die vooral de Kalkense jeugd treft.

Het begint al goed in Wetteren als Axel ons een mij nog ongekend singeltrakske langs de Schelde, richting Kwatrecht, doorstuurt. De Hammekensrede. Mooi! Mijn dag kan al niet meer stuk. Verder via Melle kerkhof en Lemberge.

In Moortsele, na een passage over weeral het kerkhof, zijn we Danny en Axel kwijt. Ik pak mijn gsm en bel naar Danny. Ik zie een D op mijn schermpje, bel, en vraag, nogal luidruchtig: Awel, Danny, waar zitte gijlie, denonde?’ Ik krijg als antwoord: U bent verbonden met het kabinet van Dr. Van Hoecke, excuseer? Oh, sorry, dokter, zeg ik, Ik had gewoon een acute aanval van niegoesnitis, het is alweer over. En het is eigenlijk Jeffrey zijn schuld. Verdorie, intvervolg toch 2 keer kijken vooraleer ik een nummer bel. Als een mens niet goed meer ziet, hé.

In Baaigem gaan we, in plaats van gelijk anders naar links, deze keer rechtdoor, ten opzichte van waar we komen. Maar vanwaar we komen kan ik hier eigenlijk niet goed uitleggen, zodat deze informatie geheel oninteressant en volledig overbodig is, waarvoor dan ook mijn excuses. In alle geval, weeral een schoon wegelke dat we nog nooit deden.

Ergens in Dikkelvenne vraagt Rudy: Molenberg of geen Molenberg?, waarop zijn broer Ivan, vol overmoed en zonder twijfelen antwoordt: Molenberg natuurlijk. Lap, vandeneerstenkeer 15 kilometer erbij en de Molenberg erbovenop natuurlijk. Wat zeggen wij dan allemaal? Dankewel, Ivan! Goed gedaan, jongen, met uw grote .... Via Meilegem en St. Denijs-Boekel dan maar naar de Molenberg. Ach, het is maar een bult vol vuile kasseien.

Na de Molenberg is het even wachten tot iedereen boven is en patat, daar vliegt er een patat bijkanst tegen mijn kop. Geeft er nog eens een patat op, Mario, roept Ivan. Dat doe ik dan ook. Bijna de hele dag rijden Rudy en Patje op kop, maar ik neem over van Patje, van wie ik het daar nu toch danig op mijn heupen krijg. Kijk, zegt Rudy, de ouwe vandagen op kop. Ja, de ouwen vandaag op kop, effekes toch.

Even verder stoppen we nog eens om te poseren voor één van de beroemde selfies van Johan, met de Vinkemolen (St. Blasius Boekel) op de achtergrond. Zie Foto’s. Het riekt daar niet zo fris, moet ik zeggen. Dat is dan eerder een smelfie dan een selfie, merkt Ivan op. En nog een geluk dat die foto’s niet meer ontwikkeld moeten worden, want met Danny er op zou dat onbegonnen werk zijn.

In Roborst stuiven we naar beneden over de kasseien van de bochtige weg rond de kerk. Ik 10 meter achter Rudy. Het scheelt echt niet veel of we vlammen boven op een auto die naar omhoog komt gereden. Weeraleens effekes éél veel sjans gehad, zunne, of er stond hier geen verslagje, wegens verslaggever in de lappenmand.

Rakelings langs Velzeke en langs Balegem-Zuid verder. Ook in St. Lievens Houtem heeft Rudy nog wat extra nieuwe pestwegeltjes in petto. In de Middeleeuwen waren pestwegeltjes wegeltjes om de pest te ontwijken, vandaag zijn ze gewoon wegeltjes om modderfokkers te pesten. Na Baaigem en Balegem eerder op de dag, passeren we ook nog eens door Bavegem. Kwestie van een mooi triootje tesaam te rijden.

Ons gemiddelde van maar 25.5, over 75 km met 452 hoogtemeters, steekt af tegen de snelheid van rond en boven de 30 waarmee we voortvlammen, maar dat komt doordat we af en toe eens moeten wachten op de een of ander. En dan te bedenken, zegt Johan, dat we dan nog goed kunnen doorrijden, nu Stefan niet meerijdt. Een mens verstaat er hem soms niet aan.

Ik ben voor de tweede week op rij in form. Kwestie van u goed te verzorgen gans uw leven, zeg ik altijd. Kijk maar naar Stefan, zó een talent, en hoe rap het ermee gedaan kan zijn, als ge, awel ja, als ge ... Ik moet er geen tekeninkske bij maken, hé.

Danny Fack heeft ons al veel doen lachen in ons leven, dankzij zijn fratsen, maar vandaag lig ik echt dubbel. Stel je voor: een rijkswachter op pensioen, één en al spier, stoer uitzicht à la Sergeant Garcia, weegt evenveel als zijn dochter en haar vriend tesaam, en dan: Danny doet zijn mond open en daar komt vandaag zo een piepstemmeke uit. Misschien een aanval van niegoesnitis? Ge kunt u gewoon niet houden van het lachen.*

Het zit al vol B-kes in de Beize als wij toekomen. Amai, die rijden nog rapper als wij, zeg: ze vertrekken 23 minuten later en ze zijn rapper terug dan wij. Straf! Ook Danny’s dochter Amber en haar vriend reden deze keer mee. En aangezien zowel Danny’s zus Nadine (ja, dat is hier een hele familiekwestie zeg) als haar echtgenoot Rudy verjaren (4 dagen verschil) krijgen we 2 traktaties, zodat ik mijn inleg terugneem. A ja, hé, toch! Hoe zout ge zelf zijn, als ge moet rondkomen met een klein pensioentje? Ge zijt westvlaming of niet, hé, zegt Jeffrey. En al die keren dat ik teveel ingelegd hebt, daar klappen ze dan niet van, hé. Wat is het toch moeilijk om als migrant geïntegreerd te raken in deze gemeenschap.

Waarna Axel vraagt aan Jeffrey: Zijn er bij jouw ballekes in de soep? Ook niet? Neen, zegt Jeffrey, bij mij ook geen ballekes. Ha ja, merk ik op, de cafébaas is Westvlaming of niet, hé. En dan nog van Menen, erger kunt ge het echt niet treffen. Maar dat meen ik niet, zunne. Mario

* Als je wil weten hoe Danny klonk, klik dan hier eens op: https://www.youtube.com/watch?v=iQ-R_znSaSY

 

A group of people on a road

Description automatically generated with low confidence

 

A group of people with bicycles

Description automatically generated with low confidence

 

 

 

Zondag 7 november 2021. St. Lievens Esse, Herzele en daaromtrent.

De meeste blaadjes zijn al van de bomen gevallen en de meeste wielertoeristen zijn al van de baan. Ja, de herfst heeft zo zijn charmes. Modderfokkers, dat gespuis, rijdt echter zomer en winter.

We staan met 10 aan de kerk tot aan 8 uur 37. Dan komt de elfde toe. Ik moet niet vertellen wie, en we zijn subiet weg, kwestie van zeker geen tijd te verliezen. Wij alweer afgekoeld, en Rudy is lekker opgewarmd. We worden koud gepakt. We gaan eens zorgen dat jullie tenen proper zijn als jullie thuiskomen, zegt Rudy. Dat wil zeggen dat we weer ons tenen gaan mogen uitkuisen. Ik ken geen dwazer uitdrukking, maar het is wat het is. Weeral en weerom zorgt Rudy voor een zeer gevarieerd parkoers met heel veel nieuws. En de hele tijd prettig vettig (1), maar daar heeft de regen van de voorbije weken voor gezorgd. Helemaal mijn ding!

Sinds lang rijdt nog eens mee: Jesper Maartens, euh Jasper Mertens, euh Maarten Jespers. Zo een naam waar ge alle kanten mee uitkunt, doet me denken aan de burgemeester van Knokke die deze morgen in het nieuws was: Piet De Grote. Maar de burgemeester heeft liever dat ze eerst zijn achternaam zeggen. Maarten rijdt met de besten mee, maar is nog niet tevreden over zijn conditie en gaat deze week nog wat bijtrainen, het uitsloverke. Hopelijk wordt hij niet zo maniakaal als Karel. Vroeg Nele onlangs: Karel, waarom rij jij zo weinig met Mario de laatste tijd? Antwoordt Karel: Zou jij willen meerijden met een maniak die niet anders doet dan trainen, ik weet niet hoe hard rijdt en bijkans geen bier meer drinkt? Neen, zegt Nele, dat zou ik niet willen. Awel, antwoordt Karel, Mario ook niet.

Stefan is ook over zijn dipje van de voorbije weken heen en rijdt ook alweer bij de besten. Nog niet zo maddy als vroeger, maar dat is al meer dan zot genoeg. Maddy zelf zei het mij onlangs ook: Stefan is bijna weer op nievoo, maar het zal wel nooit meer worden gelijk hij er hem vroeger ..., maar alla, laat ons bij het verslag blijven, zoals steeds.

Ivan zegt: de eerste helft ging het voor mij 2 à 3 km te rap. De tweede helft 4 à 5. Als het inderdaad weer eens te rap gaat, roep ik: Een beetje kalm hé, jongens. Deze mens hier is al in zijn penopauze. Waarop Ivan terugroept: Veel pauze en weinig peno. Dat kan goed zijn, maar binnenkort heb ik mijn eigen grote laadpaal en dan gaat ge er niet meer mee lachen, als ik er jullie met mijn e-mtbike allemaal afrij.

Ook Johan heeft zijn dagje niet. Misschien verleden week hem wat overdaan? Op zaterdag 100 km modderploeteren in Maasmechelen en de zondag nog eens een zware modderfokkerrit (zie foto van verleden week aan de start). En te weten dat Johan al 3 weken langer in penopauze is dan ikzelf.

Ik zag er deze morgen wreed tegen op om weer zo af te zien, maar na een moeilijke start, verbeteren mijn beentjes en foel ik ze niet meer. Zou dat nu door die nieuwe broekzalf zijn? Op het potje staat er: Broekvet nieuwe formule: extra aangerijkt met vitaminen. Ha wacht, nog eens goed gelezen met mijn goeie bril op en het kan toch niet aan het nieuw broekvet liggen, want er zitten toch geen extra vitaminen in. Op het potje staat er: Broekvet nieuwe formule: extra aangerijkt met amfetaminen.

Tegen de lage vroege ochtendzon in hou ik mijn hand horizontaal boven mijn ogen om beter te kunnen zien, want ik rijd zonder zonnebril. Dat deden de Indianen indertijd ook, zegt Jeffrey, kwestie dat die snotneus een beetje wil lachen met een mens die geen zonnebril heeft. En weet je ook waarom ze hun hand zo hielden?, vraag ik. Ha ja, zegt Jeffrey, en hij houdt zijn hand voor zijn ogen. Mochten ze hun hand zo gehouden hebben, dan konden ze niets meer zien. Zo jong nog, en dat kent al moppen zo oud als de straat. Maar nee hoor, Jeffrey, volgens mij hielden de Indianen hun hand zo horizontaal boven hun ogen, omdat ze geen zonnebril hadden.

Rudy DC, beter gekend als Klerkske-met-de-klein-wielekes, houdt zich kalm vandaag. Als het naar het noorden op is, is hij niet te houden. Een mens is al blij als het eens rustig blijft met die gast. Als we op de langen end terug naar huis nog een wit ponypaardje opschrikken, heeft hij toch nog volgende uitdrukking in huis: Twee dingen waar ge nooit te lang moogt naar kijken: ‘t achterste van een paard en het voorste van een ..., maar alla, we gaan ons focuseren op het verslag, zoals steeds.

Dirk rijdt zoals steeds met de vingers in de neus. Dirk, een goeie tip: er bestaan ook zakdoeken!

Op één van Rudy zijn experimentele wegeltjes, nou ja, wegeltjes, moeten we over twee brugjes. Axel rijdt voor mij een brugje, nou ja, brugje, over en ik zie het gevaarlijk doorzakken. Best even wachten dus maar. Want samen leggen Axel en ik toch wel heel wat gewicht in de schaal binnen onze groep, vooral Axel dan. Hij blijft goed gazze geven de laatste weken. Zou die dezelfde broekzalf als mij gebruiken, misschien?

In Oordegem aan mijn lievelingsafdaling met kasseien, rijdt Jeffrey plots rechts het kleine plein voor de kerk op. Is die jongen nog niet te communie geweest deze week misschien? Jawel hoor, zijt gerust, maar hij wil nog eens de trappekes voor de kerk afrijden. Kwestie van al eens te oefenen voor als er meiskes in de buurt zijn.

We zouden kunnen zeggen dat Danny een onopvallende rit reed. Danny komt immers aan de start in een camouflage-vest, van de para’s (Foto). Ook mannen zonder schrik, gelijk Danny. Alhoewel, op het vettige parkoers rijdt den Danny toch heel erg voorzichtig. Ja, ik rij toch liefst altijd met een klein beetje verstand, zegt Danny. Maar hoe zouden wij daar iets kunnen op tegen hebben, Danny, dat jij altijd met ál je verstand rijdt!? Bij Rita hangt er een affiche van een langgeleden kermis te Kalken aan de muur, die vertelt wat Danny indertijd zou gedaan hebben als er nog geen mountainbaaiken bestond: Ringsteken voor paarden en muilezels. Daarom vraag ik aan Danny: Mag ik muilezel zeggen tegen een politie-agent op rust? Natuurlijk niet, zegt Danny. Maar mag ik agent zeggen tegen een muilezel?, vraag ik. Dat kan niemand u verbieden, zegt Danny. Ik: Ha, dat is goed om weten, agent (2).

In totaal 72 km aan een behoorlijke 25.2 per uur, zeker als ge weet hoe traag het soms ging in van die vettige morewegels. Op mijn nief gps-ke zie ik: 370 meter geklommen en 382 meter gedaald. Als je weet dat Kalken kerk 5 meter boven zeespiegel staat, dan zit je bij Rita D’Hondt potdorie 7 meter onder zee-nivo (3)! Ofwel heb ik een gps-ke dat de nabije toekomst kan voorspellen.

Luc, vaste waarde, reed met de beekes, Rudy V en vrouwke Nadine, maar verder zag ik gelijk niet veel beekes bij Rita. Ja, de Beize was toe, want Koen en Nadine waren naar Echternach. Kwestie van wat rekening te houden met Koen: dat het niet te rap vooruit ging.

Dat stonk daar nogal bij Rita, zeg, amai nog nie! Ik moet er wel bij zeggen, nog niet toen wij binnenkwamen. En ons tenen waren pertank uitgekuist.

Mario

1. Voor alle duidelijkheid: De ondergrond, niet Rudy. Ik wil niet nog meer problemen, hé.

2. De mensen vragen mij dikwijls: Kun je er ook soms eens een flauwe mop tussensteken? Bij deze.

3. Stefan zou schrijven: zee-niveau. Schoolmeesters, hé.

A picture containing person, tree, outdoor, person

Description automatically generated

 

A group of people with bicycles

Description automatically generated with medium confidence

 

A person on a bicycle

Description automatically generated with low confidence

 

Zondag 14 november 2021. Stekense en Moerbeekse bossen.

Rudy Rogiers, zoals steeds stipt op tijd om 8:37, staat wat dempig. Dat komt door de vele lekkere pizza op de viering van 60 jaar Guy Roels, gisteravond. Toch zot wat mensen allemaal vieren, hé. Dat was daar wel nogal teen en tander, moet ik zeggen. De vice-rector van de UGent was er, enkele ingenieurs van de UGent (o.a. Guy zijn eigen Jana en Sam dan nog), er waren een emeritus en een professor van de UGent, een ex-profwielrenner was er, en diens broer (de uitvinder van een nieuwe Corona-sneltest, zie verder), de human resources manager van de Volvo, de CEO-op-rust van Keukens Vergeylen. Zelfs Jo Roels was er, een verre kozijn van Guy. Met de nadruk op ‘verre’, zegt Guy er rap bij. En zelfs onze burgervader, die normaal alleen voor 100-jarigen buiten komt. Waarom hij dan ook voor Guy buiten komt, laat ik aan jullie verbeelding over.

Gelukkig komt de wind uit het Noorden en dan is het aan die andere Rudy, klerkske-met-de-klein-wielekes, om de rit naar het Noorden te leiden. Nu meer de kanten van Stekene en Moerbeke. Machtige boswegels, zonder einde. Genieten de ganse tijd, mocht het niet zo rap gaan, maar er is geeneen van de 11 modderfokkers die een krimp geeft. Rudy rijdt nagenoeg de hele rit op kop, niet te doen. We hadden de Modderfokkers ook de Rudybikers kunnen noemen, want bij de beekes is het onze derde Rudy die de leiding neemt (ook de vrijdagavond en bij het spinnen). Maar de Rudybikers bestaan al (https://rudyco.be/RDC/NL/club/).

Danny is afwezig, want hij moest in quarantaine na een verdacht kontakt. Dat is bij hem niet moeilijk, want al zijn kontakten zijn verdacht. Ja, inderdaad, wetenschappers hebben het nu bevestigd: corona kan ook overslaan op de mensaap. Dat natuurlijk geheel terzijde en natuurlijk ook zonder enig verband met de eerste zin van deze paragraaf.

Ook Stefan - die niet alleen mountainbaaikt (soms eens toch), maar ook volleybalt, omdat hij er hem in het voetbal toch meer neffens dan - Imschoot, is er niet. Maar ik moest mijn running gag kwijt, en wegblijven gaat je niet helpen, Stefan! Er is geen ontsnappen aan.

Jeffrey - het jongere broertje van Bob - Debrouwer heeft tijdens de rit zo af en toe een piepstemmetje. Ik word toch danig ongerust. Jeffrey, ben je soms in transitie, jongen?, vraag ik bezorgd, want een mens mag van niets meer verschieten dezer dagen. Neen hoor, antwoordt Jeffrey, het is mijn koersbroek die een beteke spant. Mijn mama heeft hem ietske te warm gewassen, denk ik. Wat een geruststelling toch. Waarna Jeffrey vervolgt: Door de Corona is mijn eerste transitie-operatie pas volgende maand gepland.

Axel rijdt voor de zoveelst week op rij met de besten mee. Ik had hem dat niet mogen vertellen, hé, van dat broekvet.

Ik ben net aan het uitrekenen hoeveel km we de laatste 3 weken al gedaan hebben zonder platte banden en zonder valpartijen. Drie ritten met telkens 11 man aan een gemiddelde afstand van 75 km. Reken maar uit. Maar dan beslist Koen om daar een stokske voor te steken en gaat onderuit. Waar was dat, vraag ik als we in de Beize napraten. In die slag met die boom, antwoordt Johan. Ha ja, daar dus. Als ge juist 50 km door niks anders dan slagen met niks anders dan bomen gereden hebt, weet ge meteen waar het juist was. Danke, Johan.

Ondanks zijn lichte dementie, die niet eens opvalt binnen onze groep, en ondanks zijn snel toenemende incontinentie, blijft Johan maar meegaan hé. Op zijn gezegende leeftijd nog elke zondag meerijden met die bende zotten, er gaan er het hem niet veel nadoen. Voor mij is hij toch de strafste van allemaal. In de Beize kan hij het weer niet laten om een selfie te pakken, dit keer van zijn en onze beslijkte voeten (Foto). Pertank, zijn wezen zou er goed bij gepast hebben.

Kletter de kletter. Daar gaat er nog een tegen de grond. Wie is er gevallen?, vraag ik?, want het gebeurde achter mij en eer we vooraan tot stilstand komen, zijn we al 100 meter voorbij de plaats van het accident, een glad bruggetje in Puyenbroeck. Het is Martine, hoor ik. Maar ik denk bij mezelf: Martine? Martine? Er rijdt hier toch geen Martine mee met ons? Maar dan hoor ik het goed: het is niet Martine, maar Maarten met de dikke tjoepen. We hebben het dan over zijn bandenkeuze, natuurlijk. Dikke tjoepen op uw banden zijn goed voor in het veld, maar op een glad oppervlak geven ze niet veel grip. Maarten kan het goed uitleggen, terwijl het bij veel van ons is van: zwijgen en terten. Hij zou het misschien beter wat minder uitleggen en wat meer op de baan letten want hij gaat nog een tweede keer onderuit, op de kasseien bij het opdraaien van het Mariannestraatje. Ja, tot twee keer toe op hun bakkes gaan. Wat sommigste mensen allemaal niet doen om in het verslagje te komen.

Luc rijdt weer in het zwart en deze keer met een zwarte pinguinhelm. Je vangt veel wind, maar de sneeuw blijft wel uit je ogen. Handig voor als het sneeuwt, dus. Op het einde raakt hij nogal hitsig en fietst de hele meute aan flarden als hij een paar keer de kop pakt. Maar dan neemt Jeffrey nog eens over aan 38 per uur, en is het alle hens aan dek op ons dikke banden met tjoepen, of met andere woorden: alle tenen worden nog eens uitgekuist.

Ikzelf pak ook weer goed uit vandaag, mag ik wel zeggen. Op een lange zandstrook blijf ik maar op kop rijden. Wat ben ik toch goed bezig, denk ik, en zowaar, mijn nek begint al te zwellen. Tot er plots een windhoos me voorbij vlamt. Het is Rudy R, die wat voorsprong nam wegens een kleine doch dringende behoefte. Gelukkig dat ik al een snotvalling had. En mijn nekprobleem is meteen opgelost.

Ivan heeft thuis zelf een corona-sneltest ontwikkeld (patent - en nog wat anders - pending): Hij gaat elke morgen naar het gróót WC. En als het onwelriekt, is het teken dat hij geen corona heeft. Ivan liet me ook weten dat hij nog een confirmatietest aan het ontwikkelen is, gebaseerd op het testen van de smaak, maar dat ga ik hier niet uit de doeken doen, het is juist etenstijd.

Tenslotte vermelden wij ook Dirk. De meesten kennen hem als Dirk Deboever, maar ik noem hem Dirk De Zoever. In de Drabstraat, nog slechts op 500 meter van de Beize, zoeft hij daar nog Johan voorbij en duwt die jongen bijkanst in de decor. Ja, want Dirk moest nog gaan koken, hij was wat gepresseerd.

Na 75 km aan 24,1 per uur op een modderig en dikwijls kronkelig maar bereidbaar parkoers, waarvan de helft in de noord-waaslandse bossen, zijn wij weeral lichtjes flagada. De baas van de Beize ook, maar bij hem is dat elk uur van elke dag. Mario

 

A picture containing ground, outdoor, person

Description automatically generated

 

 

Zondag 21 november 2021. Schelderode, Merelbeke.

Ik kom op het kerkplein. Nog niemand. Ik zie wel dat burgemeester Andy afrasteringen heeft geplaatst om de anderhalvemeter regel te respecteren. Heel attent, maar anderszijds vind ik het er wat over, moet ik zeggen. En een beetje ongemakkelijk. Ze hadden toch tenminste een poortje kunnen voorzien. Dat geklauter over dat hek met mijn velo is niet meer voor mensen van mijn leeftijd. Maar wie ben ik om tegen te werken als het voor eenieders gezondheid is (Foto).

Ivan is er niet wegens omstandigheden. Eerst was hij wat in paniek, want zijn net uitgevonden sneltest werkte niet meer, zo dacht hij eerst. Maar wat bleek? Zijn sneltest werkte juist eel goe. Dat hij in de testruimte (het kleinste kamertje) niets meer rook, werd bevestigd door een positieve commerciële sneltest. Ivan is daar nu zo van in de wolken, dat hij een familietest op de markt gaat brengen, maar daarover volgende keer meer. Ik vind het concept zo inspirerend, dat ik er een shitcom van ga maken.

We zijn slechts met 4: ook nog Johan, Axel en Karel. De buienradar had nochtans maar het eerste uur wat regen voorspeld, dus daar kunt ge toch niet voor thuis blijven? Is het de jeugd (modderfokkers jonger dan 60) van tegenwoordig die niet meer deugt tegenwoordig? Ik zou dat niet willen beweren. Het heeft eerder met motivatie te maken, denk ik. Karel bvb. moet elke dag minstens 100 km gefiets in de benen hebben of hij loopt de muren op. Ook een lastige sport, maar nadeel is dat ge ieder jaar uw living moogt herbehangen. Bij Johan en ik gaat het dan eerder om laatste kansen. Het is niet dat we van plan zijn om morgen ons hoepels te keren, maar statistisch gezien is ons het minst lange leven nog beschoren en mogen we dus geen enkele kans meer missen om nog eens buiten te komen. Bij Axel is er meer sprake van externe motivatie. Zegt zijn vrouwke: Ik zit er al 6 en een halve dag mee, en dat iedere week. Kunnen jullie jullie inbeelden wat dat is? Die ene halve dag móet hij buiten. Dat de modderfokkers ook eens een beetje hun verantwoordelijkheid opnemen, hé. De Modderfokkers, het sociale vangnet van uw gemeente. Ja, beste mensen, Rudy, Danny en ik hebben hier al wat zien passeren, hoor. En Rudy en ik hebben er dan nog eens Danny bovenop.

Axel neemt de leiding. Tot overmaat van ramp, voegen ze daar dan gewoonlijk aan toe. Aan de Roerdompbrug komen er wandelaars van links en zes mountainbikers van rechts. Het is zondagmorgen vroeg met zo triestig weer en toch zo druk dat daar weeral is. Ik heb het al verschillende mensen horen zeggen: Wanneer gaan ze daar nu eindelijk eens rode lichten zetten!? Of moeten er eerst weer malheuren gebeuren misschien!? Gelijk altijd.

De Blauwe Steen gaat te vettig liggen zeker?, zegt Axel. Ik denk het ook, zeg ik. Dus juist, Axel kennende, slaat hij de wegel van de Blauwe Steen in. Axel en ik rijden Karel en Johan los en alles gaat goed tot op 50 meter van het einde, als ik achter mij een grote vloek en subiet daarop een nog grotere plets hoor. En subiet daarop nóg een grotere vloek. Axel zijn ene kant zit heelteganst onder de more. En stínken! Nog meer dan anders. Dus ge moet niet vragen hoe erg het was. Wij daarom eerst terug naar Axel zijn doeninkske om verse kleren. Alleen voor Axel, hé.

En kijk, dat is nu bijna elke zondag dat we het volgende voor hebben en ik kan me daar dul over maken, hé. Zijt ge in een single track aan het rijden en daar komen er weer eens van de andere kant ingereden of aangewandeld. Zien die dan niet dat het een single track is, misschien? Weten die dan niet dat ge daar Per Definitie maar met 1 mens tegelijk door kunt? Zijn die zo dom of is het gewoon van ik-trek-het-mij-toch-niet-aan, de andere gaan wel plaats maken? Kijk, het egoïsme van sommige mensen, hé, dat grenst echt aan het ongelooflijke. Hé, beste, roep ik dan (en ik peins Hé, stukse dikke egoïst): Ziet ge dan niet dat dat hier een single track is, soms? En als ge dan op zo een delicaat moment nog wat steun kreeg van uw maten, maar nee. Rustig, rustig, Mario, roepen die dan. Als ge nu iets wil doen om mij helemaal dul te krijgen, dan is het juist dát. Ik BEN rustig! Ik maak me alleen maar effekes kwaad, gewoon uit principe. Ik kan nu eenmaal niet tegen onrechtvaardigheid. Waar gaat de wereld naartoe als ge u al niet meer druk moogt maken over onrecht en egoïsme!?

Johan is zijn vertrouwen in de buienradar kwijt, want het is toch de hele morgen nogal nat, niet zoals voorspeld. Ik weet allang dat de buienradar even slecht te betrouwen is als Frank, dienen nieuwen, en Sabine. En overlaatst stond ze dan weer nog eens met haar balkon voor de Balkan. Wist ik weeral niet welk weer het was in Sarajevo.

Niet veel volk op pad, door het vuile weer, maar in de Schooierswegel, niet ver van Bottelare, kruisen we onverwachts zes dappere mountainbaaiksters. In een single track dan nog, ik kom het nog juist te vertellen! Maar goed, hier gelden natuurlijk verzachtende omstandigheden – figuurlijk, hé. Sjapoo, dames! Amai, dat is nogal eens wat anders dan de dames van onze beekes die met Rudy V. gaan fitnessen zijn omdat het een beetje nat weer was.*

En tenslotte: goed nieuws. Les nouveaux giléekes Modderfokkers sont presque arrivées! Met dank aan onze sponsors: Rudy & Nadine Vergeylen-Fack Keukens, Els Hoogewijs Thuisverpleging, Niels Troch Dakwerken, Buysse Snacks, Koen & Nadine van de Beize, Olivier Vandevijver Tuinmachines, en Hans Schellaert accountant. En speesjaal mersie aan Koen en Nadine dat we in de Beize de kledij mochten passen, ondanks alle corona-problemen. Mario

* De eerlijkheid gebiedt ons te vermelden dat, normaal gezien, de laatsten die plooien voor slecht weer de dames van onze beekes zijn!

 

A person standing on a bridge

Description automatically generated with low confidence

 

Zondag 19 december 2022. Kloosterbossen, Wachtebeke.

Met 9 aan de kerk, ondanks het miezerige, troosteloze, vuile weer. Maar we hebben al drie weken niet kunnen rijden, wegens nog vuiler weer en het kan niet meer zijn: We moeten eens buiten. We moeten eens rijden met ons vriendjes altegaar. De drang is onweerstaanbaar. Staan paraat: Dirk, Axel, Stefan – wiens moeder het zich nog elke dag beklaagt dat diens vader er zoveel jaar geleden Stefan – Imschoot, Johan, ondergemodderde, Ivan, Luc – de witte kriek gelijk ze zeggen, en Ratje Poels – die sinds zijn transitie door het leven gaat als Patje Roels. Vooraleer er ‘pijnlijke’ misverstanden ontstaan, het gaat hier niet over een transitie die ‘gepaard’ gaat met omwisseling van geslachtsdelen, maar het gaat over een overgang van het ene paar heupen naar een nieuw paar. Ook Rudy Clerck staat er, met een camera op zijn helm. Ha nee, bij nader toezien is het een straffe lamp. Die gaat nog van pas komen.

Het is tamelijk donker en tamelijk windstil. En toch steekt er om stipt 8:37 plots een plaatselijk stormpje op. Het is eigenlijk de grote roerganger die zijn intrede maakt. De grote roerganger staat weeral wat dempig. Hij heeft gisteren wild gegeten, maar dan wel op het gemakske. Slechts drie volle porties binnengespeeld. En dan nog 4 toetjes toe.

En zo zijn we met tien kleine negertjes. Negertjes zijn we nu nog niet, maar wel als we over een paar uur hier 100 meter verder toekomen, zoudt ge ons moeten zien. Wat wel moeilijk wordt, want het klaart van de ganse dag niet op en wij zien zwart. Aangezien er toch sprake is van een licht noordenwindje gaat het nog eens richting Kloosterbossen, Wachtebeke. We zijn nog maar aan het voetbalplein of we nemen er de heuveltjes mee. Nog nooit meegemaakt dat we zoveel hoogtemeters hadden de eerste 500 meter, maar het zal er ongeveer bij blijven, want verder een vlotte, vlakke rit.

Ergens in Desteldonk, besluit Ivan een hoek af te steken door een brug eerder het water over te rijden. Een serieuze hoek afgestoken, want de rest rijdt nog een kilometer rond naar de volgende oversteek. Ge zult zeggen, is Ivan dan niet de slimste, want waarom zover rondrijden als je het korter kunt doen? Ten eerste, vragen of Ivan de slimste is, dat is nu echt van het domste dat ik al gehoord heb. Dus daarop is het antwoord simpelweg: Nee, Ivan kan nooit de slimste zijn. Nu Danny er niet bij is, zou ik zelfs durven suggereren ..., maar OK, er zijn nog veel andere kandidaten voor die trofee. Inderdaad, qua IQ scoren we over het algemeen niet erg hoog bij de Modderfokkers, één of twee uitzonderingen daargelaten. Ik zou zeggen, zo belangrijk is dat niet, zolang het maar aangename, grappige mensen zijn, maar ook daar is helaas weinig soelaas te vinden. Ten tweede, wat is het concept van eens te gaan fietsen? De idee is dat je na een grote tocht wel ongeveer op dezelfde plaats terug uitkomt, of even verder in ons geval: wij vertrekken de zondagmorgen op het kerkplein en na een tocht van 60, 70, of zelfs 80 km komen we enkele uren later, vuil en moe maar voldaan, aan in de Beize. Ivan, ge kunt dan even goed van het kerkplein naar de Beize rijden zonder al die omwegen hé. Wie is er dan de slimste? Simpele, ja!

Na een lange mooie aanloop, komen we aan bij de vuile, vieze, miezerige, mistige, modderige, slijkerige, donkere, troosteloze Kloosterbossen. Het weer is echt om depri van te worden, en dan nog eens een donker bos induiken. Maar als we op ons velooke door al die vuiligheid en donkerte en mistigheid rijden: Wat is dat toch telkens weer fantastisch! Kapitein Rudy roept: waar is diene mijnwerker? Rudy Clerck, met de  mijnwerkerslamp, wordt naar voren geroepen door roerganger Rudy. Rudy met de klein wielekes neemt over, want die kent daar zijn weg gelijk of hij daar al zijn hele leven woont, en met zijn koplamp ziet hij ook beter waar hij rijdt, alhoewel hij toch nog eens misrijdt en we zo een extra rondje in de bossen doen. ‘Hoeveel keer moeten we dat hier zo nog doen, Rudy?’ zo vragen wij, om hem een beetje te jennen, want zo zijn wij wel. ‘Nog 2 keer’, antwoordt hij. Maar dat was maar om te lachen, hoor. Hahaha.

Witte Kriek is de man van de dag. Hij raakt niet meer op zijn grootste versnelling en moet dus de hele tijd gelijk een nieuwelinkske meetrappen gelijk zot. Zelfs als ze vooraan doortrekken tot boven de 35, geeft hij geen kik en lost niet. Straf, straf, straf. Goed voor zijne fysiek, en die was al zo goed.

In de Beize: Zit (in de verleden tijd van zit) aan de toog: Jo Roels. Komt proper toe: Danny Fack. En ook iemand die wel gereden heeft, komt nog toe: Annemie. Pakt daar eens een voorbeeld aan, hé, gastjes. En waar zat Jeffrey – zoontje van de melkboer of van de facteur of van – Debrouwer, alweer?

Een kleine 66 km aan bijna 26 ter uur door de more, zowel in het veld als op de asfalt en het beton, want het lag overal even smerig. Wat deed dat toch weer deugd aan ons klein hartje!

Mario

 

Zondag 10 januari 2022.

Een duistere, tegen het vriespunt aan, natte januari-morgen. Dat vuil weer houdt maar niet op. Ikke geen beteke goesting. Maar omdat het de eerste rit in de nieuwe truikes zal zijn, ga ik toch maar eens mijn kop, en mijn nieuw truike, gaan tonen, zekers? Daar gaat toch bijna niemand zijn met zo een weer. En dan rij ik subiet weer naar huis, zunne.

Maar wat blijkt, we zijn met 17 man! In jaren niet geweten dat we met zoveel waren. Ja, dan kan ik niet anders dan toch maar meerijden, hé. Het eerste uur is het afzien van de drets, de spets, de koude wind en de nattigheid uit de lucht. Niet voor watjes deze hobby.

Watjes van dienst: Rudy, Rudy, Ivan, Johan, Axel, Luc, Gert Verhoeven sinds lange tijd, en ook Karel Verhoeven sinds lange tijd en die brengt nog twee gastrijders op gravelfiets mee: Dirk en Peter. Zijn daar ook nog: Jeffrey – die even goed kon drinken maar ietske minder goed brouwen als zijn broerke Bob - Debrouwer, Danny, Ratje Poels, Stefan – die er onlangs weer wat pluimen bij - Imschoot, Dirk, Jan en den dezen. En we zijn weg voor een bewogen tocht van 77 km aan 26 per uur met 470 hoogtemeters.

Het ligt overal zo nat en smerig dat we op de weg blijven. En dan is het nog soms door meterslange plassen rijden. Ivan mocht bijkans niet meedoen omdat hij zijn nieuw truike te vuil ging maken met dit weer. In Melle gaan we toch eens van de weg af, langs het kerkhof, zo naar de zijkant van de dijk aan de Schelde. Oeioei, een valpartij op de glibberige zijkant van de dijk. Het is er ene met een zwart windstopperke die er ligt, maar ik kon gelijk niet goed zien wie. Was dat nu Ivan zijn broer of niet? Dat is nu toch ook spijtig, hé, dat ik het niet goed kon zien. Teveel str... euh more in mijn ogen. Anders had ik het zeker in het verslagske gezet. Zoals Johan het stelt: de eerste die al meteen zijn nieuw truike vuilmaakt!

De zon komt er toch nog door en de grote broer van Ivan schotelt ons schitterende landschappen voor aan de kanten van Roborst en Rozebeke. Na de zoveelste klim ligt de groep helemaal uiteen en we zijn 4 man kwijt. Karel en zijn twee companen, en Axel. Ze zouden rechtsomkeert gemaakt hebben. Karel omwille van rugpijn. Achteraf blijkt dat Karel is moeten afgevoerd worden met de ambulance naar de kliniek in Zottegem met acute lumbago en vreselijke pijnen. Sterkte, Karel. Wat er met Axel is gebeurd, weet ik tot op de dag van vandaag nog niet. Allez, goed, het is ook nog maar één dag na de feiten, dus die komt nog wel ... boven water.

Op de klim van de Hostellerie trek ik eens goed door. Bijna op de top kijk ik eens onder mijn oksel achter me, in de wijdse diepte: niemand meer te zien! Wat ben ik weer goed bezig vandaag! denk ik dan. Ha, wacht, het is eigenlijk omdat er eigenlijk gewoon niemand meer achter is, eigenlijk. Gelijk hoe, het visueel effect blijft hetzelfde.

Als ik eindelijk op de top toekom, wordt er hard gelachen onder de wachtenden. Ha, heeft er iemand een mop verteld misschien, vraag ik? Ja, zegt Patje, tien minuten geleden al. Awel, die gasten lachen wel lang met een mop zunne. Het moet een hele goeie geweest zijn.

Zeg Patje, terwijl ik er op peins: pakt volgende keer wat WD40 mee, hé, jong. Van dat gepiep van uw nief heupen krijg ik het soms toch serieus zelf op míjn heupen.

Overlaatst kon ik (weeral eens) niet slapen en kwam ik tot de vaststelling dat ik met de modderfokkers al minstens één keer rond de wereld ben gereden: 20 jaar, aan pakweg 40 ritten per jaar, aan minstens 50 km per rit = 800 x 50 = 8000 x 5 = 40 000 km = de omtrek van de Aarde, ter hoogte van de Equator, of van de Evenaar, zoals ze daar zeggen. Ja, als ge een beetje van een wiskundeknobbel hebt, hé.

Johan stuurde nog een foto door van Danny na de rit in de Beize. Daarop is er bij Danny duidelijk een andere knobbel te zien. Hopelijk voor Danny is dat géén wiskundeknobbel. En ja hoor, het was weer van dat: Danny had weeral eens een leeg flesken Export van voor in zijn (nieuwe!) koersbroek gestoken. Betrapt! Waarom toch, Danny!? Zoveel brengt dat leeggoed niet op, zunne.

Over de Beize kan ik dus niet veel zeggen, want ik moest rap thuis zijn. De meesten gaan sporten om daarna pinten – of nog erger – Duvels te kunnen drinken, maar ik hou het toch liefst gezond. Ik miste daardoor wel dat Jan trakteerde voor zijn verjaardag. Veel gebeurt dat niet dat Jan trakteert voor zijn verjaardag. Het was wééral een jaar geleden. Maar elke keer dat Jan trakteert, is er gelijk wel veel volk. Mario

Post Scriptum 1. Moeten er nog watjes zijn? Ook Johan Poelman, Mathias Pieters , Nancy Van Waes, Els Cattoir, Sabine De Neve en Annemie Van de Voorde doopten onze nieuwe uitrusting op kletsnatte wegen. In totaal reden we dus met 21 modderfokkers. Een goeie start voor ’22.

Post Scriptum 2. Dan trakteert Gert ook nog wel zekers! Voor een keer dat ik niet mee ga naar de Beize, is het weer dubbel prijs. Proficiat met Arthur, Gert. Hoe meer Verhoevens, hoe meer leute.

 

A group of people on bicycles

Description automatically generated with medium confidence

 

Zondag 16 januari 2022. Meilegem.

Verleden week met 17. Nu maar met 8. Axel, Rudy, Ivan, Pieter, Stefan, Luc (met koersbotten tegen de kou en de natte), Johan, en ik. Pieter was verleden week juist te laat. Spijtig, anders waren we met 18 geweest. Jeffrey – van – Debrouwer is er weer eens niet. En Jeffrey – van – De Melkboer ook niet. Maar van dat laatste verschieten we niet echt, want die rijdt anders ook niet mee.

We rijden weer langs het kerkhof van Melle. Daar waar die met zijn zwart windstopperke verleden week op zijn bakkes ging en zijn spiksplintrnieuw truike al meteen in de more doopte. Nu ja, dat past wel goed bij de Modderfokkers, hé. Geen valpartijen deze keer. Kwestie van het lot te durven tarten door meteen weer voorbij dezelfde plaats te terten. Het lot terten, heet dat.

Johan doet me daar toch weer een manoeuver, seg. Hij steekt me voorbij (ik zeg er meteen bij dat dat eerder uitzonderlijk is, natuurlijk!) en wijkt dan uit naar de kant, zonder er rekening mee te houden dat ik aan het terug inhalen ben. Zo snijdt hij me de pas af. Nog een geluk dat ik technisch zo goed onderlegd ben of ik lag in de beek. Johan doet dat ongewild, dat wel, maar potverdorie nog eens aan toe zeg. Het is niet erg hoor, Johan. Maar nog één keer en ge gaat wat meemaken, makker. Zo komt ook Stefan in de problemen. Die jongen is ook altijd de pineut, hé. Zodanig dat Stefan, of wat ervan Overschoot, - er bijna zijn hachje bij - Imschoot. En ja, die laatste heeft Stefan zelf uitgevonden, het is ver gekomen. Dan is hij zeker dat het niet te affrontelijk is wat ik schrijf.

Axel is gelijk niet in form. Ik heb het direct in het snotje. Het is ook zijn windrichting niet. Axel heeft het liefst noordenwind. Dan vertrekken we noordwaarts en daar is het iets vlakker, wat hem beter ligt dan het geaccidenteerd parkoers dat we in het Zuiden meestal doen.

In Moortsele hebben ze een wegel afgezet voor de velo’s door paaltjes van een kleine halve meter hoog te plaatsen en horizonale balkjes ertussen, zodat je niet kunt doorrijden, alleen doorstappen. Ach. Waarom zou je daar nu niet met een velo door mogen? Zeker niet als het al al die jaren wel gemogen heeft. Het zijn wij die die wegels opengehouden hebben, verdorie! Hou daar toch eens mee op, verzuurde mensen. Wij gaan ons dat toch niet aantrekken zunne. Wij sukkelen dus even om er voorbij te raken en pakken dan een smerig afdalingske: VOLLEDIG KAPOT GETRAPPELD, nonde! Dat ze eens beginnen met overal de wandelaars weg te houden, voilà. Allez, wij hebben dat dan maar weer wat schoon effen gereden. Beneden is het gelijk lang wachten op Axel. Rudy denkt dat Axel niet tussen de paaltjes geraakt is, want te smal. En dat hij daarna geprobeerd heeft erover te kruipen, maar dat dat te hoog was.  Volgens Ivan heeft Axel daarna dan geprobeerd om er onder te kruipen en is hij vastgeraakt. Gelukkig komt Axel er dan toch nog aan. Dat was allemaal geen waar, hoor, wat die Rogiersen uit hun duim zogen.

Om kwart voor 10 denk ik nog: Slechts 2 graden en toch heb ik lekker warm op mijn fietske. Een kwartier later begint het lichtjes te ijsregenen. Even later, tussen Baaigem en Dikkelvenne ijsregent het al iets minder lichtjes en het gaat niet meer ophouden. In Dikkelvenne wordt er stoppen geblazen, om de windstopperkes aan te doen. Rudy heeft een mooi zwart. Het wordt één van de vuilste en koudste ritten. Dees was er wat over, zelfs voor Axel, en die kan tegen een stootje.

Vanaf nu proberen we het verslagje ook wat opvoedkundig te maken. Wat zeg ik? Nog opvoedkundiger dan het al is, natuurlijk. We leren de lezer vanaf nu elke week ook wat Frans bij. Zo zeg ik op een bepaald moment tegen Rudy: Je donne tout que j’ai. Question de ne pas laisser tomber un trou. (Ik geef al wat ik heb. Kwestie van geen gat te laten vallen). Antwoordt Rudy: Aussi question de ne pas tomber sur ton trou. (Ook kwestie van niet op uw gat te vallen).

Van Meilegem over Beerlegem weer richting Beize. In Beerlegem nog een heerlijk wegelke: de Boekhoutewegel. Door de modder en de bochten naar beneden glijden en rechtblijven.

In Wetteren, bijna thuis, is het eindelijk een beetje over. Het is over, doen we nog een lusje bij, vraagt Rudy? Hoeveel lusjes zijn er soms losjes bij jou, Rudy? vraag ik terug. Man toch, zo rap als mogelijk achter een warme stoof, geen minuut langer meer in dit hondenweer. Doorweekt en half vervroren. Niemand kloeg van de kou tijdens de rit, dus ik ook maar niet dan, maar als we in de Beize aankomen, blijkt dat er bij iedereen wel wat uitsteeksels half vervroren zijn. Witte Kriek had zodanig koud dat hij zelfs niet meer meegekomen is. Zo juist op het laatste sneuvelen, dat is het ergste dat er is. Een kwartier en een Duvel later is het ergste leed alweer geleden en vinden we onszelf – in plaats van oerstom om met zo een weer te gaan rijden – hele pieten, dat we dat weer maar eens overleefd hebben. In totaal 65 km aan 24 per uur en 300 hoogtemeterkes. Gelukkig dat we niet te rap reden, dus.

In de Beize denk ik even dat ze meedoen aan ‘The Masked Singer’, maar het is Nadine met haar mondmasker. Johan, Nancy, Annemie, Els, Sabine en Rudy V, CEO-op-rust van RV keukens, komen ook toe als ik alweer vertrek, maar zij hebben gelijk zo geen slecht weer gehad. Mario

PS. Ik vernam in de fietsgangen dat Kenneth ook weer gaat meerijden. Evenwel niet op een mountainbike, maar op een BH, jandorie! Tenminste, als ik het goed verstaan heb. Typisch Kenneth, zou Danny zeggen.

 

Zondag 16 januari 2022. Nagekomen berichten.

En wat is er dan nog van Karel geworden verleden week, zo vragen sommigen zich al de hele week af. De meeste anderen vragen zich dan weer af waarom sommigen zich dat afvragen. Awel, Nele is haar Karel gaan ophalen in de kliniek in Zottegem en is er dan rechtstreeks mee naar het containerpark gereden om te kijken of er nog iets van te recycleren viel. Maar na een snelle blik werd algauw duidelijk dat het de container Grof Huisvuil ging worden. Nele heeft hem dan maar weer mee naar huis moeten pakken, anders ging ze nog 5 euro mogen opleggen hebben om weer te mogen buiten rijden. Zegt die gast van het containerpark nog, om Nele wat op te beuren: Ik weet niet of het een troost kan zijn, madammeke, maar lumbago of gene lumbago, veel te recycleren was daar toch niet aan geweest. En, op tweedehands.be moet ze hem ook al niet zetten, want dat staat daar al vol met Verhoevens.

En wat is er van Axel geworden? Is die dan nog boven water gekomen? Jawel, hoor. Allez, toch drie keer. En in de Beize zelfs nog boven zijn theewater ook.

 

Zondag 23 januari 2022. Sint Antelinks.

72 km, in de modder, aan 24 per uur en 400 hoogtemeters.

Met twaalf man! Pieter, Rudy R, Rudy DC, Ivan, Stefan, Johan, Axel, Patje, Jan, Luc, Danny, ennekik.

Rudy R is 2 minuten over tijd zodat hij dus eigenlijk 9 minuten over tijd is. Danny is dan ondertussen nog zijn auto gaan verzetten thuis, zodat we nog eens naar hem op zoek mogen ook. Nog maar op de brug in Uitbergen denkt Danny dat hij plat gereden is, maar het is vals plat.

Maar wat gaat dat hier allemaal zijn vandaag!? Of gelijk de Fransen zeggen: Mais qu’est-ce que ça va être ici tout le monde aujourdhui!?

Er liggen er heel wat in de lappenmand. Senna heeft het te pakken. Dirkske is al een paar weken niet goed. Jo Roels wensen we snel beterschap*. En dat ge rap nog eens meerijdt, hé Jo, waar is anders uw nieuw truike voor! Dat van mij is al geschonden: een steek in mijn mouw. Van een braam zeker? Maar ja, als ze daar niet tegen kunnen, gaan ze niet lang meegaan. Ook Axel is voor de tweede week op rij niet in form, volgens hem sinds hij bloed gegeven heeft. In Woubrechtegem keert hij dan ook – alleen, snif – Beize-waarts. Rudy Clerck is ook niet in form en hij klapt al rond 10 uur dat we voor zijn part naar de Beize mogen rijden. Maar die ouwe rakker komt er dan toch nog helemaal door, natuurlijk. Wie helemaal uit zijn doen is, is Danny. Want hij moet nu werken sinds hij in pensioen is.

Wat in de zomer al de zwaarste rit is, doen we nu nog eens in de ploetermodder. En voor de zoveelste week op rij: in grijs troosteloos weer. Gelukkig blijft het droog vandaag. Wat ijsregen had er gerust nog bijgemogen, zo efkes het laatste uur. Het kan niet zwaar en vuil genoeg zijn, zeg ik altijd. Het ligt wel veel smeriger dan ik had gedacht. Op een bepaald moment moeten we zelfs rechtsomkeer maken omdat er geen doorkomen aan is. En de wegel die we dan doen, is op twee plaatsen een halve meter diep weggespoeld. Heerooiese toestanden. Echt een topritje. Niet te verwarren met hoe mensen met een kleine oprit hun oprit soms noemen: ‘t opritje.

Wat er meer en meer begint tegen steken, is het rijden met die bejaarden, die 60-plussers, die opa’s en die gepensioneerden. En pas op: het zijn dan nog dikwijls dezelfde die het allemaal terzelfdertijd zijn, hé! Dat we vijf, zes keer op een rit moeten stoppen. Dan weer moet er één piesen, dan moet Johan zijn incontinentiepamper ververst worden, dan moet Patje Roels weer zijn heupen WD40-en, of dan is er weer één gewoon vergeten hoe hij moet terten. En die piesstops, dat hangt er dan ook nog van af van wie. Bij Rudy, de grote roerhanger**, duurt dat niet te lang, dat valt nog mee. Maar bij Danny is het altijd eeuwig wachten. Ja, gasten, zegt Danny dan, ik kan er ook niet aan doen dat ik er zo lang naar moet zoeken, hé. En zeker met dat koud weer. En die nieuwe lange broeken spannen ook veel meer. Eer ge hem dan over het randje krijgt. En dan moet ge nog oppassen dat ge niet recht in uw eig... Maar goed, het lijkt ons verstandig om Danny hier te onderbreken. Het is trouwens altijd verstandig om Danny te onderbreken, anders blijft die tetteren, Stefan zegt het ook. En veel slimmer wordt een mens er toch niet van.

Met Jeffrey – de kleine van – Debrouwer zit ge dan met een ander probleem als dat van de bejaarden. De keren dat we al moeten stoppen zijn omdat die weer eens zijn tutter kwijt was, mannekes toch.

Eén van de vele klimmetjes van de dag ligt supersmerig. Niet te doen. Er zijn er een stuk of drie die toch fietsend boven raken. Ja, je hebt altijd wel van die streverkes, hé. De rest sukkelt te voet naar omhoog. Alleen Ivan besluit om het zwemmend te proberen. Bergop, en in de modder, niet makkelijk. Ja, beste mensen, hoe dikwijls heb ik het al niet gezegd: als je van plan bent te vallen, of zelfs als je dat niet van plan bent: altijd achter de verslagggever blijven. Wat soms moeilijk is natuurlijk. Het is er anders om vragen, hé, dat ge (als enige) belachelijk gemaakt wordt in het verslagske. Ivan wou net als zijn broer twee weken geleden zijn nieuw truike dopen. Je ziet dat wel dikwijls: ze zien iets van hun grote broer en moeten het dan persee achter doen. Is er nog iemand die dit leuk vindt? vraag Ivan. Ja, Ivan, vanaf nu vinden wij de rit juist dubbel zo leuk! Om jou zo languit in de more te zien kletsen, wil ik elke zondag gerust nog een uur vroeger op staan. ‘t Is kwestie dat elk van ons en zeker Stefan Im – de lach – schoot. (Oef, die hebben we ook weeral gehad).

Als kapitien Rudy beslist dat we ‘recht’ naar de Beize rijden, is het al kwart voor 11. Het eerste wat we doen is de richtingwijzers ‘Aspelare’ en ‘Ninove’ volgen. Moet er nog zand zijn!? Dan zakt de moed wel in een mens zijn schoenen. Mon courage se trouve dans mes souliers, zeggen de Fransen.

Dan zijn er nog gelijk Pieter die op elke klim gezwind naar boven schieten en ons voorbij zoeven. Ge moet u niet inhouden, hé, Pieter. Doet maar, jongen. En van de mentale impact dat dat heeft op mensen zoals ik, Axel, Johan en Danny, die naar boven aan het kruipen zijn, daar moet ge u zeker niets van aantrekken, zulle jongen. Als ge uzelf maar kunt uitleven, hé.

Op een bepaald moment heeft Danny het zo lastig dat hij bijna omvalt: Ik sta stelle. Het zijn mijn bellen die niet mee wellen. (In het Wetters wordt de ‘i’ immers door een ‘e’ vervangen).

Ook de 9-uur-rijders en -rijdsters zijn weer talrijk: Nancy, Els, Sabine, Nadine, Rudy, Johan en Matthias. Mathias is kraanman. Elke dag 40 meter hoog. Hij heeft het een beetje hoog in zijn bol, soms. In het begin waren er twijfels of hij wel geschikt was voor de job. Meneer Pieters, ziet ge dan niet dat ge der weeral 5 meter neffens zit?, roept de werfleider van beneden door zijn walkie-talkie. Waarop Mathias verontwaardigd terug riep: Vanzeneigens dat ik dat niet zie, gast! Peinst ge dat ik naar beneden durf kijken, misschien?

In de Beize heeft Luc veel beziens bij de vrouwen. Anders ook hoor, maar nu nog meer met zijn koersbotten. Ik moet er ook zo hebben! Mario

 

*Euh, Dirkske en Senna wensen we ook snelle beterschap natuurlijk.

**Beste  mensen, zoek hier niet teveel achter. Ik schrijf het gewoon gelijk Koen van de Beize ‘roerganger’ uitspreekt.

 

Zondag 30 januari 2022. Zwijnaarde, Gavere.

Reden mee (sommigsten al meer dan anderen), niet in alfabetische volgorde: Axel, Ivan, Jan, Jeffrey, Johan, Koen, Luc, Mario, Pieter, Rudy DC, Rudy R en Stefan. Maar allez zeg, dat was nu toch wél in alfabetische volgorde, zeker! Was ik me daar toch weer serieus mis.

Axel staat hier mét korte broek en Luc zónder koersbotten. Allez, nog een geluk dat het niet omgekeerd was, Luc met koersbotten en Axel zonder ... Maar die denken dat de lente al in het land is, zeker? Maar neen hoor: Koud, koud, koud. Maar het wordt tegen halftien eindelijk wat warmer en zelfs zonnig. Al bij al hebben we deze keer sjans, want morgen stormt het. Dat weet ik omdat het vandaag ondertussen al morgen is als ik dit schrijf. Zodat het morgen eigenlijk al overmorgen is voor mij. Raar, hé, soms.

We zijn nog niet aan de Berlinde kapel of er komen twee mountainbikers in nieuwe Modderfokker tenue uit tegenovergestelde richting. Wat is me dat nu? Vanwaar komen die zo vroeg op de morgen? Het is een koppel dan nog. Maar wie zijn dat? Ha, het zijn Rudy & Nadine die vanaf hun nieuwe woning naar het kerkplein rijden om om 9 uur te vertrekken. Was ik daareven daar even van in de war, zeg! Raar, hé, soms.

Deze week spotte Stefan een onbewaakte Olympia fiets in het dorp. Jeffrey wist dat die van Koen was. Straf, zunne, want ik zou in geen 1000 jaar geen enkele van onze fietsen herkennen. De spoorloze eigenaar, Koen, daagde ondertussen op (Foto). Koen staat hier wel, als enige, met zijn oud truike. Hij wou zijn nieuw nog niet vuil maken.

Stefan is apetrots met zijn nieuwe banden met bleke zijkanten. Jeanettebanden!, roept Jan. Maar Jan toch! Zoiets zeg je toch niet meer in deze tijd van ‘wokes’ en politiek correct denken! De politiek correcte uitdrukking, om niemand te discrimineren!, is: LBGTQIA+ banden. Wat erg toch voor Stefan. Die jongen is ook altijd de pineut. Is ie eens blij met zijn nieuwe banden en beginnen ze meteen met hem te lachen. Maar ze passen wel perfect bij Stefan, die jeanettebanden. En kijk, vanaf nu kan ik één fiets wel altijd herkennen, zie.

Een speciale tocht, westwaarts, naar Gent op. Van in Melle kun je tot in Gent (tegen UZ bijna) rijden op de schuine helling van de dieper gelegen Schelde en Ringvaart. Het is bijna een Ardennenachtig parkoers. Tof, tof, tof. Moeten we zeker nog veel doen.

Axel moet net even voet aan de grond zetten op het ogenblik dat Stefan denkt van hem te passeren. Daardoor was het dat Stefan - de kant en het riet - Imschoot*. Hij was wijselijk achter de verslaggever gebleven, maar hield er geen rekening mee dat foto-reporter Johan nog achterkwam. Haha, dubbel gejost. Nu komt Stefan met foto en al in het verslag. Ziet hem daar liggen met zijn velo met bleke bandranden. En kijk, toevallig is het ook vogeltelweekend. Volgens Ivan is er vandaag, naast de rietzanger en de rietgors, een nieuwe soort genoteerd voor België: de rietduiker. Meer specifiek, de rietduiker met bleke flanken, volgens Jan.

Ik ben van plan me een verende voorvork aan te schaffen, op voorschrift van de dokter, want mijn oud lijf kan niet zo goed meer tegen de schokken. Volgens Jan is dat een vorkende voorvéring.

Van Zwijnaarde, langs de Schelde, via Schelderode en Melsen tot in Gavere, eerst veel vlotrijdende gravel en dan nog een moeras dat de wegel heeft overgenomen over een lengte van 50 meter. Sakkeren en sakkeren. Zo naar Dikkelvenne, Baaigem, Munte, Bottelare, Lemberge, Kwatrecht. Entre Maldroit et Wettra, le péloton casse en pieces: Tussen Kwaat-recht en Wetteren breekt het peloton in stukskes**, onder het geweld van Rudy R. Ook Jan doet zijn duik, euh zijn duit, in het zakje, wat koptrekken betreft, zodat Jeffrey, zonder 1 meter kop te doen, met gemak de sprint wint. Vraagt zijn mama: En, Jeffreytje, mijn liefste jongen, hoe was het vandaag met de Modderfokkers? Goed hoor, mammie, antwoordt Jeffrey dan: Ik ben weeral gewonnen vandaag! En geeneen keer mijn tutter kwijt gespeeld, ook niet.

Eventjes is er paniek in de Beize. Maar waar is Ivan? Ik zie hem niet, zegt Axel. Ja, nu je het zegt, Axel, je hebt gelijk: Ik ruik hem ook niet. Ha, dat komt omdat Ivan zich een paar stoelen verder gezet heeft. Toch tof van Ivan dat hij soms ook eens rekening houdt met de andere mensen.

Stefan, voor jou best een Duvelglas in plaats van een pintglas zeker?, zo vragen wij. Ja zeker, zegt Stefan, daar kan ik meer in komen.

En wat smaakt de pastinaaksoep met knalselder van Koen toch weer heerlijk. Naar het schijnt.

De 9-uur-rijders komen pas om kwart na 12 toe, en Annemie is al helemaal proper gekleed! Er is minder goed nieuws voor Els, die we veel sterkte toewensen. Mario

*Met dank aan Johan voor de insteek. Woordspelingen op ‘Imschoot’ zijn trouwens steeds welkom, hoe mottiger, hoe liever natuurlijk. En er is een bonus: Indien ze gepubliceerd worden, levert dat één kom pastinaaksoep met knalselder op, te bekomen bij Stefan, de enige echte Imschoot.

**Met dank aan Ivan, voor dit zoveelste staaltje van bekakt Frans.

 

Zondag 27 februari 2022. Waasmunster, Hamme.

Vanwaar komt de wind?, vraagt kapitein Rudy. Axel is er als de kippen bij om naar het Oosten te wijzen. Daar is het wat platter dan in het Zuiden en dat ligt hem ietske beter. Het gaat dus richting Waasmunster en Hamme. Stefan staat ook klaar om er een lap op geven nu hij terug is van Lapland. Vier keer het Noorderlicht gezien, zeg. Op den duur moet dat toch ook tegensteken, hé.

Johan staat scherp, klaar voor de Strade Bianchi volgende zondag. Hij staat er volgens de testen beter voor dan verleden jaar deze tijd en weegt 3 kilo minder. Dus Johan, nog een paar jaar zo progressie maken en op je 70° ben je op je best, jongen! En dan voorspelt Johan nog vol overtuiging en helemaal boenk er op dat Fabio Jacobsen gaat winnen in Kuurne-Brussel-Kuurne.

Danny is sinds zijn pensioen maar stillekes aan het rijden. Er waren zelfs geen fratsen bij deze keer. Hij gaat zich toch dringend eens moeten herpakken, hé. Willen we daar samen werk van maken, Danny? Wij gepensioneerden onder elkaar?

Kenneth rijdt nu met een BH, maar vreest niet, hij is niet in transitie. Het is gewoon het merk van zijn nieuwe mountainbike waarmee hij voor de eerste keer mee meerijdt. Hebt een beetje kompassie met mij hé mannen, vraagt Kenneth. Waarna hij de hele rit met groot overschot rondrijdt, al is het volgens zijn eigen zeggen lang geleden dat hij nog zo dikwijls in het rood is moeten gaan. En hij is nochtans wat gewend van bij de mannen van het Tonneke van Wetteren. We gaan er het onze van geloven.

Dirk ziet wat bleekskes. Nog van het verschieten van de storm die het dak van zijn tuinhuis heeft meegepakt. Maar wat rijden betreft, ziet hij nooit bleekskes.

Jeffrey zit in Spanje wat bij te trainen. Ja, de ene moet er al wat meer voor doen dan de andere hé, om de zondag mee te kunnen.

Rudy De Clerck rijdt zijn derailleur paraplu. Net het omgekeerde als bij hem thuis, waar Marie-Jeanne haar paraplu derailleur staat. Luc had nog gezegd dat Rudy best terugreed, want dat er malheuren gingen van komen, maar neen, Rudy blijft gewoon meerijden en doet nog een groot deel kop ook. Allemaal dikkoppen gelijk daar in het Hussevelde. O ja, dat doet er me op denken: Ivan reed ook mee, het was nog niet erg genoeg. En als we in Waasmunster aan het doeninkske van de Declerqskes passeren, moet ge niet peinzen dat Rudy ons al één keer heeft binnengevraagd, hé.

We moeten drie keer afstappen voor omgewaaide kanjers van bomen. Zo straffe stormkes als de voorbije dagen hebben we nog niet dikwijls meegemaakt. Maar vandaag zijn er onvoorstelbaar veel wandelaars en fietsers op pad die profiteren van het eerste mooie weer sinds lang. Het is ook omdat er een toertocht is die we de hele tijd in tegenrichting rijden. Axel roept zekers 100 keer: ‘Tegenliggers!’.

Kapitein Rudy weet weer met zijn macht geen blijf, dus het wordt puffen, al vind ik op weg terug naar huis plots mijn vijfde adem en neem ik een groot deel van het kopwerk voor mijn rekening, van voorbij Zele, hé. Het is vooral kwestie van een beetje op tijd terug te zijn in de Beize, zodat we nog op het gemak een pintje te kunnen drinken. Voordat de Russen hier staan. En ook omdat kapitein Rudy trakteert voor zijn 61 jaren in dit leven.

Bijna terug thuis steken er daar een paar roekeloos de baan over op weg naar de laatste rechte lijn en de sprint, totaal onverantwoord. Ik ga geen namen noemen. Jullie brengen julliezelf, de automobilisten, én de wereldvrede in gevaar, berispt Stefan de stoute jongens. Ja, dat was ietske dat effekes bij Stefan Im - het verkeerde keelgat - schoot. Kenneth moet van ver komen, een enorm gat dichten, maar wint dan nog de sprint ook. Hebt een beetje kompassie met mij, hé, jongens.

Na 71 km aan 24.5 per uur komen we aan en halen opgelucht adem, want er gingen geruchten de ronde dat de Beize zou gesloten zijn omdat Koen Corona zou hebben. Voor de zevende keer al. Na Lapland, ligt hij volgens Luc nu in de lappenmand. Maar gelukkig is er niets van waar en is het vollenbak.

Mario

 

Zondag 27 maart 2022. De toertocht van de Unkerzakbikers.

Vandaag spreken we af aan de Schorpioen voor de ‘OIGO’ wegrit van de Unkerzakbikers, een jaarlijkse mooie traditie. Mooi parkoers, heuvelachtig, 75 km, goed uitgepijld en met een uitstekende bevoorrading boven aan de Balein in St. Lievens Houtem. Het gaat over Uitbergen, Wichelen, Wanzele, Impe, Vlekkem, Bambrugge, Aaigem, Woubrechtegem, St. Antelinks, Steenhuize-Wijnhuize, rond St. Lievens-Esse, en zo over Herzele, Ressegem, Borsbeke, de Balein, Letterhoutem, Bavegem, Oosterzele, Gijzenzele, Gontrode, Melle, Laarne, terug naar de eindbestemming: de Schorpioen. Het betreft 400 hoogtemeters in totaal.

Stefan, die al meer dan eens Im – zijn eigen voet – schoot, had het gewatsapt*: zaterdag en zondag is het weer de jaarlijkse rit van de Unkerzakbikers. Wie er niet staat echter is Stefan. De jongen heeft griep. Dat manneke heeft toch dikwijls pech, hé. Ook kapitein Rudy is er de komende weken niet bij, want hij voert VIPs (Very Impotent People) rond tijdens de weken van de Belgische voorjaarsklassiekers.

Het is nog geen Pasen, maar ziedaar, de wonderbaarlijke wederopstanding van het jaar: Jo Roels in eigen persoon. De hele rit uitrijden zit er nog niet in, maar hij start toch al dapper mee. En onze nieuwe tenue zit hem goed. Boeverke had ook al beloofd van weder op te staan, maar die wacht voorzeker tot het echt Pasen is.

We proberen een groepsfoto te maken, maar telkens we in positie staan, komt er nog juist één meer toe op den hof van de Woesten. Guy Roels en Patje Roels zijn helemaal te laat, maar de volgende modderfokkers en moddermiekes staan er uiteindelijk wel op, van links naar rechts: Nadine, Jeffrey, Annemie, Rudy DC, Sabine, Ivan, Thomas, Johan VH, Mario, Pieter, Axel, Jo, Danny, Johan P, Luc, Jan, Els, en Rudy V. En ja, van Els moest ik vanachter staan, omdat ik mijn ouwe koersbroek aan had. Snif!

Een tip voor Johan, onze fototrekker: kunt ge eens foto’s trekken met wat meer pixels op? Als ik zo bijvoorbeeld inzoem op Ivan zijn wezen, dan trekt dat smikkel gewoon op niks. Dat ligt volgens mij aan de lage kwaliteit van de foto’s: te weinig pixels per éénheid van oppervlakte. Ik moet er nu wel bij zeggen: Het eigenaardige is dat ik dat zo veel minder voorheb als ik op iemand anders zijn wezen inzoem. Heeft dat dan toch niets met de pixel-kwaliteit te maken, misschiens? Maar met wat dan wel??

Luc en Jeffrey staan er met hun koersfiets, die hebben het zich gemakkelijk gemaakt. Luc had het parkoers gisteren al eens gedaan, kwestie van twee keer te sponsoren. U moet weten: een mountainbike geeft een derde meer weerstand dan een koersfiets. Ik was dus ook beter met mijn koersvelo gekomen, maar nee hé, nog altijd niet willen onderdoen voor de rest, en dan heel de bende ophouden. De koersfietsers doen wel efkes kop, maar dan nog krijgt Jeffrey gene warm en hij trekt er alleen van door. Als het wat heuvelachtiger wordt, is het afzien voor Axel en mij, en zijn we heel dikwijls op achtervolgen aangewezen als de klim voorbij is. Gelukkig kunnen we dan ons gewicht in de schaal werpen tijdens de afdaling. Danny laat zich soms wat uitzakken, waarvoor dank. Hier en daar een duwke van Pat, Rudy of Johan tijdens de klimmekes is ook altijd welkom. Met excuses als er nog mensen zijn die mij een duwke gegeven hebben, maar ik heb ook geen ogen op mijn gat, hé, gasten. Gelukkig maar. Ik zou dan wel beter zien – naar achteren toe, maar het zou toch geen zicht zijn. En, om effect te hebben, zou ik ook nog zonder koersbroek moeten rondrijden – waardoor het heeltegans geen zicht zou zijn. En daarbij, mijn achterwerk-ogen zouden ondertussen, na al die jaren, toch al lang uitgeduwd zijn.

Aan de goedgetrainde getalenteerde jongskes: als je dan boven bent, zou het veel gevraagd zijn om bijvoorbeeld eens 20 seconden ietske te temporiseren? Zou dat misschien kunnen? Meer vragen wij niet. Nu mogen we iedere keer de ziel uit ons lijf terten om enkele kilometers verder weer te kunnen aansluiten... waarna we er weer meteen afliggen op de volgende klim die onmiddellijk volgt. Gelukkig is er ook nog eens een piesstop, zodat wij die net komen aansluiten – en sterker zijn qua prostaat, wat voorsprong kunnen pakken. De goeie kunnen dan een achtervolgingske rijden en zich eens laten gaan. Maar dat was blijkbaar bij één iemand in het verkeerde keelgat geschoten. Dat kan gebeuren.

Ik dus weer afgezien gelijk de beesten, maar dan denk ik: niet plooien, jongen, Opgeven Is Geen Optie, het is voor het goeie doel. Gelijk hoe, mannekes in de fleur van jullie leven: Denk ook eens – heel efkes maar – aan de minderbedeelden die nog naar omhoog aan het kruipen zijn, als jullie zelf zo vlotjes naar omhoog gereden zijn. Het is bijkans Pasen voor iedereen, toch!

We nemen de hele tijd een stuk of 8 ‘Vrienden van den Oudenbos’ op hun koersvelo’s op sleeptouw en op het eind krijgen we ook nog een delegatie van de Unkerbakzikers zelve te stekken, zodat er een bende van een tiental modderfokkers met in het wiel een 15-tal wielerterroristen rondrijdt. Het ging dus goed vooruit: we reden we de 75 km aan ... 28.5 per uur, op van die dikke banden, hé (behalve Luc en Jeffrey, hé!). En het had gerust aan 30 per uur gekund, had het aan sommigen gelegen.

Mario

*Het werkwoord watsappen is zwak en wordt als volgt vervoegd: ik watsap, ik watsapte, ik heb gewatsapt, ik zou wat minder moeten watsappen, maar ik watsap zo graag. Watsap je het me dan eens?

A group of people with bicycles

Description automatically generated with medium confidence

 

Zondag 3 april 2022. Waasmunster en Donkmeer.

Vrieskou en lichtjes kouwe noordwesterwind, maar al veel warmer als gisteren. Mooi weer voor de Ronde van Vlaanderen. Staan paraat: Kenneth, Koen, Jeffrey, Ivan, Rudy DC, Mario, Johan VH, Axel, Pat. We gaan ons wat amuseren in de bossen van Waasmunster om dan tegen 11 uur aan het Donkmeer te staan om de renners van de Ronde te zien passeren.

Het eerste uur heb ik weer eens last van slapende armen en nu ook nog van slappe benen. Niets van macht. Het gaat echt voor geen meter. En ik vraag me af: Wat doe ik hier!? Wat vond ik hier vroeger zo plezant aan? Wat is de zin van mijn bestaan? Ik ben hier niet graag! Maar dan kom ik er meer en meer door en eer we in Waasmunster zijn ben ik weer in form: ze moeten tenminste niet wachten op mij.

Waar ik ook weer veel last van heb, is van ‘pesten op de hobby’. Het komt door Jeffrey. Dan eens aan mijn zadel gaan hangen zodat ik nóg trager vooruitga. Dan weer in de weg rijden. Of een paar keer tegen mijn achterwiel rijden. Gewoon: geen ouwe mensen met rust kunnen laten, dat is het. Ik moet zeggen, ik heb dat soms ook een beetje. Sorry, Ivan en Danny. Op school moest Jeffrey mij ook altijd pesten. Ik zei dat dan soms tegen de meester: ‘Meester, meester, Jeffrey, die pest mij altij-ijd’. Maar dat was niet veel avans, want Jeffrey was het lievelingskindje van de meester. Dat was ook niet moeilijk. Elke keer het er op leek dat de meester ging vergeten huiswerk te geven, was het Jeffrey die zijn wijsvingertje in de lucht stak en dan knippen met zijn middenvingertje tegen zijn duim, om de aandacht te trekken: ‘Meester, meester, wij hebben nog geen huiswerk gekre-egen vandaa-aag!’. A zo één is dat. Een echte gatlekker!

Jeffrey heeft ook allerlei snufjes aan zijn velo. Zo bijvoorbeeld heeft hij een zadel dat verstelbaar is van hoogte. Hoe, zult ge zeggen, ik heb dat toch ook, zo een zadel. Ja, maar bij hem: binst dat hij rijdt, hé! Op de laagste stand is het alsof Jeffrey een gast is van 2 meter die op een kinderfietske rondrijdt. Maar waarvoor dient die laagste stand dan, Jeffrey? zo vragen wij. Ha, dat is voor als ik met Axel wil babbelen, antwoordt onze snotneus.

Rudy Klerk neemt de leiding naar en in de Waasmunsterse bossen. Meestal gaat dat goed, maar een paar keer doen we dezelfde wegel. Dat is allemaal zo erg niet, hé, uiteindelijk komen we toch altijd in de Beize uit, dus wat doet het ertoe. Alhoewel, Rudy, zo 7 keer dezelfde wegel op 1 rit, dat is er toch wat over, man. De meer noordelijke bossen liggen de Rudy beter qua parkoerskennis.

Op weg naar het Donkmeer, ter hoogte van Heikant, pakt Kenneth nog eens over, maar het is eerder een demarrage, aan de snelheid waarmee. Er valt subiet een gat van 10 meter dat we dan mogen proberen dicht rijden. In plaats van uit de wind gezet te worden, moeten we de ziel uit ons lijf rijden, ook nadat het gat is dichtgereden. Als ge met uw macht geen blijf weet, hé.

Jeffrey probeert er de moed in te houden. Als we aan ‘t Amerikaantje in Zele passeren, begint hij van ‘Tam, tam, tam, tamteramtetam, tamerikaantje, tamerikaantje’. Euh, was dat een poging tot zingen?

Van Zele naar het Donkmeer rijdt ons bendeke ongeregeld tussen de rijen supporters die al klaar staan voor de echte koereurs. Een aparte ervaring. Ge rijdt subiet 5 ter uur rapper. We posteren ons aan het Donkmeer. Nancy, Annemie en Jo zijn daar ook. En kijk, wie passeert er ook nog, voor de renners uit in een VIP-buske? Jawel, onze wegkapitein zit aan het stuur! Rudy Rogiers rijdt rond met andere VIPs. Zo rap eens zwaaien kan er nog net van af, ja, maar eens efkes stoppen om deftig goeiendag te zeggen, ho nee, zunne, dat is teveel gevraagd. Allemaal dezelfde, eens ze onder elkaar zijn, die Very Impotent People. En? Zag ik daar niet het orloosjke van Bartje Versluys blinken aan Rudy zijn pols?

Ik moet zeggen, dat is wel rap gepasseerd, zo een peloton aan 45 per uur. De enige die ik meende herkend te hebben was Museeuw, in zijn Mapei-truitje. Maar volgens Kenneth doet die al 20 jaar niet meer mee. Allez, hoe kan dat dan?

Ik vertrek vroeger richting beizewaarts, maar wordt in de Boombosstraat nog voorbij gezoefd door Jeffrey, met Kenneth in het wiel. In de Beize zijn reeds aanwezig: Rudy V., Guy, Johan P., Els en Sabine. En later spotten wij ook nog Danny en Luc, die apart binnenkomen, zodat rond 12 uur de Beize vol zit met (19, als ik goed geteld heb) Modderfokkers. Mario

 

Zondag 17 april 2022. Paaaasen. Pedaaaank foor die bloe-oeme. Moerbeke en Sidmar bossen.

Schitterend Paasweer. En wijl we verzamelen op het kerkeplein geven de Paasklokken van jetje. Van de mooiste momenten in een mens zijn leven. Staan we daar nog eens met 15 man ook. Koen, Johan,  Stefan, ikke, Davy, Rudy DC, Luc, Dirk, Thomas, Jeffrey, Axel, Ivan, Danny, Jan, en jawel hoor, Olivier Vandevijver, één van onze sponsors, van Vandevijver Tuinbouwmachines*. Rudy Rogiers is er voor de laatste keer niet bij en verkiest de kasseien van Roubaix.

Een paar paasopstandingen: Stefan, Davy en Dirk. Bij Dirk was het dak van zijn tuinhuis weggewaaid, zodat hij weer binnen moest slapen. Dat kon niet blijven duren, zodat hij dus eerst en vooral zijn tuinhuis weer in orde moest brengen, vooraleer hij met zijn vriendjes mocht gaan fietsen. Davy hadden we sinds nieuwjaar niet meer gezien en dat was er dus aan te zien. Op het einde was het vat af. Koen Oosterlinck staat er zwaar overkleed bij, met zijn pardessus en plastron. Op zijn paasbest.

Aangezien ik gisteren vernomen had van sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*, dat hij eindelijk eens ging meerijden, had ik gevraagd dat Rudy Clerk-met-de-klein-wielekes de ritverantwoordelijke ging zijn, bij afwezigheid van Rudy Rogiers, en ook omdat we zo een brokkelrit gelijk verleden week nooit meer willen meemaken!

Wat was me dat zeg? verleden week. Minstens 80% offroad, veel nieuwe wegelkes, singel trakskes, bruggetjes, kleine landschapselementen, mooi fris weer, geen te strak tempo, kortom, alles er op en er aan, aan de kanten van Westrem, Bavegem en Gijzenzele. Ja, hier en daar was er een landbouwbedrijfsleider die nog niet goed weg kon met zijn nieuwe monstertracteur en de wegel had meegeploegd, en ja, het had nog eens geregend de week ervoor zodat het hier en daar eens wat drassig lag en ook de mollen hadden zich niet onbetuigd gelaten om hoogtemeters toe te voegen aan de wegels. Maar nee hoor, dat nooit meer! Dan kwam Axel nog ongelukkig ten val ook. Gekneusde ribben. Pas vandaag kon hij weer asemen en staat dus aan de start. Volgend advies, Axel, voor gekneusde ribben (van een ervaringsdeskundige): niet niezen, niet hoesten, niet lachen, niet hikken en best niet eten en niet drinken, zodat ge u niet kunt verslikken. En dan is er nog iets dat ge best niet doet, maar dat ga ik hier niet uitleggen. En ik ga er geen tekeninkske bij maken ook niet. En a ja, het is dan nog te hopen dat ge dan juist geen last hebt van obstipatie! Haha, dat wens je echt niemand toe. Het was dus een ritje dat aan de ribben was blijven plakken, bij de ene al wat meer dan bij de andere.

Clerkske liet weten dat hij nog in de Schorpioen zat, maar dat het in orde ging komen. Moet was ook blij. Maar wat moet Moet hier bij komen doen? zo vragen de mensen, die regelmatig eens de Schorpioen frequenteren, zich af. Awel, Moet was blij dat ze eens een uurtje vroeger in haar bedje bij de Woesten kon kruipen, aangezien Rudy nu op zaterdagnacht om 2 uur ipv om 3 uur huiswaarts keerde. Marie-Jeanne had nog wel efkes willen blijven, maar ja, de plicht roepte.

En dan zijn we weg, richting Moerbeke en Sidmarbossen (of Kloosterbos), beter gekend als de Rudy De Clercq bossen. Kom Axel, zo zeggen wij, we zijn Ribbe Debie.

Op Heiende brug gaat het gelijk voor geen meter. Maar het is toch geen waar, hé. Het is weer die dekselse Jeffrey – van wie het grootste deel van zijn familie vaste klant is bij – Debrouwer, die aan mijn zadel hangt. Maar dan laat hij los en geeft nog een klein duwke bij – ter compensatie van zijn kwaadaardigheid – en ik schiet vooruit. Boven op de brug kom ik als eerste toe. Het eerste wapenfeit van de dag is, euh, een wapenfeit.

Opa, zo vragen mijn kleinkinderen binnen luttele jaren, vertel nog eens van uw strafste prestatie in uw leven. Wel, kinnekes, vertel ik dan, ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Het was Pasen 2022. Ik was nog jong, pas 62. Het was schitterend weer en we waren met 15 man bezig aan de lange beklimming van Heiende brug. Maar het ging gelijk voor geen meter. Zweten, afzien. Tot ik ontdekte dat Jeffrey, jullie weten wel - die snoodaard waar ik al zoveel over verteld heb, weer eens van mij aan het profiteren was door aan mijn zadel te gaan hangen. Ik schoot daar in een westvlaamse koleire en ontwikkelde zóveel wattage dat Jeffrey niet anders kon dan lossen en pardoes terug viel naar de voet van de beklimming. Zelf schoot ik weg gelijk een raket, en niemand, maar dan ook niemand, zelfs Rudy Rogiers niet, en zelfs die zijn broer niet!, kon me nog inhalen. Het heeft zelfs in een verslag op het internet gestaan! Heb ik ze daar allemaal eens een poepje laten ruiken, zeg!**

Deze inspanning is er bij Koen al teveel aan, overkleed als hij is, en nog voor het Heiende ontploft hij van de hitte, en koersen we voort zonder hem. Die Oosterlingen de dag van vandaag, erg explosief.

Rudy leidt ons gezwind laverend door de bossen en de bomen. Toch een valpartij. (Wat is dan het verschil met verleden week!?) Het was weer eens Stefan, zoals steeds zijn geweldige zelf, die Im – den decor – Schoot.

Voor sponsor Olivier, die wedstrijden rijdt, is een ritje als dit klein bier, maar als het vertraagt om op de ene of de andere te wachten, roep ik dan altijd: ‘Wachten, mannen! Olivjee is weer niet mee!’ Hahaha. Wat ben ik soms toch grappig! Haha. En het rijmt nog schoon ook. Ja, de jongeren onder ons, Olivier, Jeffrey, Thomas, (Davy een beteke) leggen er soms eens de pees op. Ze halen natuurlijk nooit het niveau van bvb. Luc, Rudy DC, Ivan, Johan, Danny, en mezelf, of pakt nu Rudy Rogiers, toen we nog zo pril jong waren als zij, maar ach, ze doen zij hun best en meer kunnen wij niet vragen.

Na een vlotte vlakke rit van 70 km aan 24.8 induur over stoffige wegels, nog gewonnen door Luc, na een helse achtervolging, besluit ik, op het terras van de Beize, eens een dubbele inleg in de pot te leggen. Het is Pasen voor iedereen en het zonneke schijnt, er is mijn historische overwinning op Heiende brug, en na al die jaren voel ik me eindelijk een beetje geïntegreerd, wat niet makkelijk is geweest, als westvlaming in Kalken. Maar zie, Stefan is blijkbaar op Tram 5 gesprongen en trakteert. Proficiat, Stefan, al zijn het vooral uw pa en ma die daar verdienste aan hebben, zeker in uw geval. Wat die mensen allemaal niet hebben meegemaakt, zeg. Ook onze sponsor trakteert bovendien. Dat andere sponsors, vooral zij die het spul verkopen, dáár eens een voorbeeld aan nemen, zou ik zeggen. Dat moet daarom niet elke week zijn. Om de over andere week is ook al goed.

Dus ja, dan geeft het niet op dat die mensen trakteren als ik dubbel ingelegd heb, hé. Ik neem dus de helft van mijn inleg terug, uit principe. Dan heb ik nog altijd meer ingelegd dan dat ik zelf ga consumeren. Mannekes, mannekes! Dat had ik niet moeten doen. Dat had ge moeten horen. Als ge westvlaming zijt, is dat echt het laatste dat ge hier moet doen. Heb ik het daar mogen horen zeg, van gierige westvlaming hier en gierige westvlaming daar. En ik die zo-even nog dacht dat ik geïntegreerd was. Dat mag ik op mijn buik schrijven, waar er trouwens steeds meer en meer plaats is. Mijn reactie: Ik trakteer dan ook maar eens de hele meute. Zomaar. Zo deden wij dat vroeger in de Westvlaanders elke week. Ik vergeet dan nog de rest van mijn inleg terug te pakken zeker, als ik naar huis vertrek! Kalf dat ge zijt!, zou Lampie zeggen. Mag ik er nog even aan herinneren dat ik 12 jaar geleden de laatste was die groot feest gaf voor mijn 50°, met BBQ en drank gratis voor 60 man, met twee hoogstaande optredens, en dat alles in de plaatstelijke cultuurtempel, CC de Beize. Geen feesten meer gezien sindsdien, al zijn er heel wat die ook 50 geworden zijn in de tussentijd.*** De éérste die ik nu nog hoor over gierige westvlamingen, hé!, euh, awel ja, dat vind ik dan echt niet geestig hoor.

Gelukkig sluiten we de rit af met een massale groepsfoto, met twee sponsors in uitrusting erbovenop. Twee sponsors, inderdaad, want ook Rudy Vergeylen, van badkamers en keukens RV*, is erbij, naast sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines*.

Uw aller toegenegen verslaggever, Mario, met speciale dank aan sponsor Olivier Vandevijver, Tuinbouwmachines* (dat is dan vier keer, Olivjee, als ik goed kan tellen).

*Olivier, per vermelding in het verslag van een firma reken ik normaal 20 euro, maar voor een sponsor is het maar 19 euro. Niet nodig over te schrijven. Ik breng dat dan zelf wel in mindering bij mijn volgende onderhoud of herstelling. Graag gedaan!

Rudy, bij jou kan ik dat niet in mindering brengen, dus misschien dan toch ...?

**Heu, gasten, sorry, dat laatste was echt niet mijn bedoeling, maar op mijn leeftijd hebt ge dat niet altijd onder controle, zeker niet bij zo een inspanning. Het was me ontsnapt voor ik het wist. En trouwens, ik dacht toch dat Jeffrey direct achter mij reed, dus ja, dat was mooi meegenomen. Het is trouwens de belangrijkste reden waarom het aangeraden is om niet achter Danny te rijden. En zeker niet als hij bonen gegeten heeft.

*** Voor de eerlijkheid en volledigheid: Danke, Guy Roels en Annemie en Rudy V., voor jullie feestjes voor ulle 60°! Beste 50+ Modderfokkers: kansen te over dus om dat op jullie 60° alsnog recht te zetten. Haha, die hadden jullie niet zien aankomen, hé. Dat zal jullie leren van mij gierig te noemen. Da.

En, euh ja, wij vieren ook graag veertigers en zelfs dertigers. Het één sluit het ander niet uit, hé.

 

Hieronder de groepsfoto. Die met het nieuwe modderfokkertruitje juist voor Ivan, jaja, dat is Jan, die trouwens ook een feestje gaf, voor zijn 40°. Een trendsetter, zo mogen we hopen!

 

Zondag 24 april 2022.

Johan, Luc, Rudy DC, Axel en ikzelf.

Wat een verschil met verleden week toen we hier met 15 man stonden. Nu kunnen we eens een tandje bijsteken. Ik kan dat altijd trouwens.

Maar nee hoor. We maken er een rustig ritje van richting Dendermonde. Nadat we onder leiding van Axel de Meersen eerst kriskras in alle richtingen doorkruist hebben, gaat het uiteindelijk toch de goeie richting van Dendermonde uit. Op de dijk van de Costa Zela zet Rudy DC zijn cruise control aan: hij doet dat ritje elke dag, met zijn gewone velo. Nog een jaar of twee volhouden, Rudy! Rudy haalt een wielertoerist terug in die ons eerder aan 34 per uur was voorbijgestoken. Is dat even schrikken voor die mens. Zodanig schrikken dat hij plots onverwachts wil afslaan. Ik kan hem niet ontwijken en maak aan hoge snelheid fietscontact. Bijna deed ik een Lampie, maar ik kan nog juist het ergste vermijden. Dat komt natuurlijk door mijn, euh, grote technische bagage, maar vooral door eel veel sjans. Daar lag ik bijna weer voor een paar weken in de lappenmand, vol kasseibrand. Die wielerterroristen, hé.

We doen de klassieke Dendermonde toer, toch altijd leutig. Tot Axel beslist van een andere route te pakken, in plaats van via de Oudegem spoorwegbrug nabij het papierfabriek de Dender over te steken. Schoon wegelkes, en we komen op grondgebied Denderbelle. Ik begin dus te bellen, zodat ik bellend door Denderbelle kan denderen. Weet je eigenlijk nog waar we zijn? vraag ik Axel. Neen, zegt hij, maar straks komen we hier aan het water uit en dan wijst het zijn eigen wel uit. Niet dus. We staan daar ergens plompverloren aan de Dender en op het punt om rechtsomkeert te maken en toch maar Oudegem brug te zoeken. Ja, het is te lang geleden dat ik hier nog geweest ben, zegt Axel, het is met die Corona. Als je maar een steek-waarop hebt, hé.

Johan zat er wat te warmpjes in en maakt van de gelegenheid gebruik om zijn incontinentiepamper te verversen*. Alsdusdanig en aldusdoende ziet hij daar een wegeltje tussen de beginnende tingels liggen, dat de juiste richting uitgaat. Axel is al weg, wij gaan dan maar volgen zeker. Dat wegelke blijft maar duren, zeker een kilometer rechtdoor, langs de Dender, door de tingelen die ons regelmatig te pakken hebben aan onze enkels. En dat voor de eerste keer dat ik met korte broek rij vandejaar, foetert Rudy. We zien al Oudegem brug liggen. Tot we plots voor een sluis staan, afgesloten met metershoge draad. Hier komt de Beitebroekbeek uit in de Dender, voor wie het wil weten. Geen doorkomen aan. We horen daar wel de eerste koekoek van het jaar. Koekoek, koekoek, roept de koekoek: Keren jullie maar lekkertjes een kilometer door de tingelen terug, simpelaars. Veel beitebroek gewenst. Ondertussen komen die tingels al hoger natuurlijk, want ze zijn intussentijd alweer wat bijgegroeid! Wat ben ik blij dat ik die rit niet uitgestippeld heb en vooral dat Ivan er niet bij is! Ik ging het weer mogen horen hebben.

In Schoonaarde wordt het nog brikoleren want de wegel langs de Schelde naar de brug ligt ook helemaal opengebroken en we moeten naar beneden klauteren. Johan neemt er weer een selfie.

Gelukkiglijk was het heerlijk toeven** op het Beize terras in het zonneke, zeker als ook de beekes toekomen: Rudy en Nadine, Els, Sabine en Nancy. Nancy was zo pompaf dat we haar met stoel en al moesten oppakken om aan tafel te schuiven! Johan P. was gaan wandelen in zijn nieuw tenuke en zat er ook! En Jo stond er zonder tenuke. Zo kunnen wij het ook, zunne.

Nog meegeven: Er zijn nekwarmers besteld voor iedereen die lid is en regelmatig meerijdt. En ook voor alle leden die regelmatig eens meerijden. Want Danny verwacht blijkbaar een koude zomer. Voor Jeffrey hebben we maar meteen de grootste maat gepakt. Spijtig genoeg was er niet groter dan 6XL, dus Jeffrey, het gaat toch nog een beteke spannen rond uw nek, jongen. Tja, de ene mens heeft nu eenmaal een wat dikkere nek dan de andere, daar is niets aan te doen. Maar bij Jeffrey vraag je je toch telkens weer af hoe ze het gedaan gekregen hebben om zóveel pretentie samen te persen in één mens!?

Mario

* Of was dat nu gewoon een plasje?

** Toeven is een zwak werkwoord en wordt als volgt vervoegd: ik toef, ik toefde, ik heb getoefd. Pastmaarop of een toef op uw ...

 

En nog wat foto’s van deze week.

De jongskes waren in Dardennen. Jan Willems en Frank Van De Steen ook.

A group of people wearing helmets

Description automatically generated

De ouwkes aan Schoonaarde brug. Let op de vele pixels van deze foto en hoeveel beter de deelnemers aan deze foto er uit zien dan de deelnemers aan de vorige foto.

A picture containing person, outdoor

Description automatically generated

 

Danny aan het genieten, toevend bij zijn lievelingswegelke te Lede

A person wearing a helmet and standing next to a bicycle

Description automatically generated with medium confidence

 

Zondag 29 mei 2022. Mendonk en de Rudy Declercq bossen.

Met 11 alweer: Luc, Jo, Rudy DC, Rudy R, ikke, Stefan, Thomas, Pieter, Johan, Axel, Davy. Ook de beekes waren weer zo goed als voltallig en zelfs Rudy V en eega waren al terug uit de Vooogeeeeezen.

Er is er maar ene die zijn nieuw truike niet aan heeft, en die verkiest te verschijnen in een truike met opschrift ‘BeMC’. Voor één keer zien we dat dan door de vingers, Thomas. Want ja, als je de Belgian Mountainbike Challenge van rond de 300 km en 8000 hoogtemeters in de bossen, op 4 dagen tijd, aankunt, dan moogt ge al eens stoefen met het truike dat je er aan overhield. Onder andere Jan Willems en Rudy Vergeylen deden het hem al voor.

Jo Roels is eindelijk klaar om weer met de aakes mee te koersen. Hij zit wel de hele rit serieus af te zien (en wat dan nog!? Ik ook toch, elke week) en op het eind is het helemaal op. Maar sjapoo, Jo, als je vergelijkt met waar ge enkele maanden geleden stond: volledig op nul. Terten en zwijgen, zeggen we dan, en het komt nog helemaal goe.

Stefan - wiens naam me eerst even niet te – Imschoot (1), rijdt met een windstopper, en trui met lange mouwen. Schrik van de kou en de regen deze morgen, maar het blijft bij twee vlaagjes: een klein vlaagje en een heel klein vlaagje.

Nog maar in de Drabstraat, en we moeten wat wachten, want Davy moet wisselen van fiets. Gelukkig is zijn woonst om de hoek en pakt hij rap één van zijn 7 andere fietsen. Axel rijdt ondertussen al verder, en het duurt tot in Desteldonk vooraleer we hem weer oppikken. Die moet rap gereden hebben, zeg!

Zelf rijdt de bende 75 km aan 26 per uur. Das rap, das eel rap, zeker gezien het vele oponthoud, vooral door Davy en door een hond (zie verder), en toch wat kronkelpassages door bossen. Vraag het maar aan mijn beentjes. Maar het was dan ook plat, met veel asfalt en veel gravel. Gravel: Dat wil zeggen dat ze veel van de schone boerenwegelkes verkl(2) hebben: effengetrokken en gebetonneerd of met grint overgoten. Kwestie dat sommigste middenstanders/aannemers ook een frank mogen verdienen. Eentonig, saai en steriel, maar wel veilig en proper, hoor!

Even verder moeten we stoppen, want Davy zijn banden staan te hard. Even wat lucht aflaten.

Ons gemiddelde van 26 is niet te onderschatten omdat we zoals gezegd toch ook een hele tijd rondkronkelen in de Rudy Declercq bossen maar dan wel volgens de inzichten van Rudy Rogiers die heel wat improviseert en wat nieuwe wegelkes detecteert, met zijn aangeboren GPS.

Ik vergat nog te vermelden dat we eerder in Destelbergen even hadden moeten halt houden. Want Davy zijn banden stonden te slap. Even wat lucht bijpompen.

Schoon bossen, alleen spijtig dat daar de hele tijd zo een geur hangt van (3)nt. Maar dat ligt niet aan het bos, maar komt door een voorval dat voorviel en dat in de 22 jaar dat ik door de bossen en velden rij nog niet was voorgevallen. Was me daar de grote roerhanger zelve, de genaamde RR, in een hondenst(4) gereden. Toch wel van het ambetantste dat ge kunt tegenkomen. Al die wandelaars met hun honden ook. Steeds meer. We stoppen midden in het bos, maar daar staat geen gras om het euvel te verwijderen, alleen br(5) en denneb(6). Of was dat nu toch nog iet anders dan (3)nt? Immers, bij navraag blijkt dat Johan zijn incontintentiepamper weer eens vergeten aandoen is!? Nee toch! In alle geval, mijn WC-papier dat ik al jaren bij me heb, komt eens goed van pas, al gat ik altijd een andere toepassing in gedachten gegat.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om een energie-reep te verorberen. Iemand goesting in een sok-klaa-koekske? zo vraag ik in mijn beste Kalkens. Maar kijk, ook raar, er zijn gelijk geen liefhebbers.

En ja, we gingen gelijk hoe moeten stoppen hebben, want Davy had een snottebel en moest zijn neus eens snuiten.

Elke keer als Thomas en Rudy R gas geven, moeten de meesten de rol lossen. Alleen Stefan en Pieter kunnen soms eens mee. Maar ja, gelijk hoe, dan moeten ze verder toch weer wachten op de rest van de meute, hé. En op Davy, want er zat een vlieg op zijn neus, en hij moest efkes stoppen om ze weg te jagen.

Luc Krick heeft gelijk veel praats vandaag. Vandaag is hij niet op zijn mondje gevallen. Ivan, die ons met zijn gekneusde ribben van 2 weken geleden opwacht in de Beize, wel: Zo te zien, zelfs een keer of 5 na mekaar, en dan nog efkes blijven doorbotsen. Ivan, zie mijn advies dat reeds van pas kwam toen Axel op zijn ribben viel, in een vorig verslag. Voor uw wezen kan ik geen raadgevingen verstrekken, want daar valt er verder weinig aan te doen, helaas.

Thomas wint de sprint (denk ik, want zelf was ik aan het uitbollen, om mijn ouwe moteur op ralenti te laten komen). Thomas wint, ondanks dat de sprint halverwege stilgelegd moest worden. Want Davy had wat last van krampjes.

Ivan en Rudy DC verjaren, en Rudy zit nu zelfs op Tram 6. De 60-plussers komen zo stillekesaan in de meerderheid. Dus trakteren beiden. En toch leg ik daar nog eens 5 euro in de pot bovenop! En gijle nu!?

Nog een raadgeving voor in de Beize: roep de cafébaas altijd met zijn voornaam (Koen), maar gebruik nooit ofte nimmer het verkleinwoord! In het Westvlaams betekent dat immers iets anders (7). Niet dat het veel verschil maakt wat je roept op de cafébaas, want het is (gelukkiglijk) toch Nadine die komt opnemen.

Mario

Eén. Ja, ik weet het, mijn woordspelingen op ‘Imsch(2)’ geraken op. Maar er sch(2) mij Immers niks anders te binnen.

Twee. oot

Drie. hondenstro

Vier. ront

Vijf. amen

Zes. omen

Zeven. Achterwerkje

 

Zondag 18 september 2022. Kalken kermisrit. Hyfte, Sidmarbossen.

Ik nog zitten zoeken naar mijn plastron, maar niet gevonden. Ja, want vroeger was de afspraak dat we op Kalken kermis rondreden met onze plastron. Slechts 5 man aan de start: naast mijzelve, ook nog de gebroeders Rogiers, Johan Van Hulle en Axel Troch. Een rit van 73 km aan 26 per uur, richting Hyfte en zo naar de bossen van Rudy DC. Ja, zo zonder krabbers - ik noem er nu maar een paar voor het vuistje: Jan, Rudy DC, Thomas, Stefan, Patje, Dirkske, Pieterke, of pakt nu Jeffreytje - kunnen we er eens de pees opleggen natuurlijk. Laat je maar eens gaan, Rudy, zeggen we tegen Rudy. We zeggen dat tegen Rudy omdat het zot zou zijn om dat tegen bijvoorbeeld Johan of Ivan of Axel te zeggen. Dan zouden we zeggen: Laat je maar eens gaan, Ivan, mochten we dat bijvoorbeeld tegen Ivan willen zeggen. En dan zou het ook veel minder rap gaan vanzeneigens.

En dat moet ge maar één keer zeggen tegen Rudy. Ge moet dat zelfs nooit zeggen. Rudy rijdt de hele rit op kop en we vinden in de bossen van Zelzate toch nog wat nieuwe wegelkes, we moeten klauteren over omgevallen bomen (anders zou ons gemiddelde nog veel ...) en ontdekken ook dat de F4 fiets-autostrade ter hoogte van Oudenbos onder de spoorweg zal tunnelen. Straf.

Ik mag zeggen dat ik vandaag goed meekon, niet gelijk 2 weken geleden op de rit van de Chiro van Berlare. Na die rit dacht ik echt dat mijn tijd om te gaan gekomen was. Goed in form zijn en toch helemaal niet mee kunnen. Daar is een mens toch een hele week dépri van.

Alleen Axel moet een paar keer lossen en dat zijn we de laatste maanden niet meer van hem gewend. Zijn die pillekes dan toch uitgewerkt geraakt? Of gewoon op en niet meer te krijgen? Volgens Axel werken zijn pillekes nog goed, maar is het omdat hij tiembilding gehad heeft op het werk. En ja, dan moeten we er geen tekeninkske bij maken, hé: Beste werkgever, wilt gij dat uw tiem de volgende week de hele week geen klop waard is en er dus ook geen uitsteekt, organiseer dan vandaag nog een tiembilding.

Maar kijk, om op een eerdere paragraaf uit dit verslag terug te komen, het is lang geleden dat we het nog eens over Stefan Imschoot* gehad hebben, ook omdat er niet veel verslagskes waren en vooral omdat dat sujet niet veel meer meerijdt. Keren we even terug naar het mega-event van 13 augustus ten huize Stefan/Mady. Dit superfeestje werd ingericht om de onwaarschijnlijke prestatie van Mady te vieren: het 26 jaar uithouden met een tiest gelijk Stefan Imschoot. Wat een moeder allemaal niet doet voor haar kinderen, het grenst soms aan het ongelooflijke. Wat de laatste decennia betreft, was dit feest zonder enige twijfel de belangrijkste gebeurtenis in Kalken en omstreken, zélfs als we het Hussevelde mee rekenen. Mady en Stefan hebben nu de standaard gezet voor de talrijke modderfokkerfeestjes die er nog zitten aan te komen in de volgende jaren!, al is dit natuurlijk nooit meer te evenaren.

Maar waarom Stefan in zijn spietsj de Modderfokkers een mix tussen Okra en de G-spot noemde, ontsnapte me wel helemaal. Wij rijden wij toch niet rond in hele gesjes? En ook niet met een electro hulpmotortje? En we rijden ook nog ietske rapper, tenzij natuurlijk als Jeffrey kop trekt. Maar wij zijn al blij dat er nog zo jonge gastjes met ons willen meerijden, dus we laten wij die jongen altijd efkes doen. En wat we met de G-spot te maken hebben, snap ik nog minder. Danny wist me verleden week nog te vertellen dat hij dacht van hem gevonden te hebben. Maar dat dacht hij de maand daarvoor ook al. En de maand daarvoor ook. Blijven zoeken, Danny, ver kan die niet zijn.

Nu blijkt dat ik het wat verkeerd had verstaan. Stefan vergeleek ons met een mengeling tussen Okra en G-spoRt (en dat staat dan voor gehandicaptensport). Het is geweten dat Stefan zijn artiekullaasie niet altijd zo goed is. Maar goed, dan verstaan we zijn uitspraak al ietske meer, want in zijn eigen spietsj mag hij het al wel eens over zichzelf hebben natuurlijk. We nemen wij dat die jongen niet eens kwalijk.

Ook bij de B-kes waren er maar twee vrouw (Els en Sabine) en één man (een mens uit Sleidinge begot. De modderfokkers zijn echt internationaal!). Els had vandaag al 88 km in de benen. Daar kunnen wij een puntje aan zuigen, maar vraag me niet hoe je dat dan precies moet doen. Wat een dwaze uitdrukking, zeg!

Deze keer was Sabine rechtgebleven, naar het schijnt. Niet gelijk twee weken geleden op de rit van de Scheve Villa. Net voor het enige klimmetje van de dag, GROOT oponthoud. Lag Sabine daar in het zand te spartelen. Zegt Johan: Maar Sabientje, schatteke, wat ligde gij hier te spartelen? Antwoordt Sabine: Ik lag te wachten om jou nog eens te zien, schattebol. Maar meiske toch, zo lief, dat had je echt niet moeten doen, Johan weer. Waarop Sabine: Ja, je weet toch hoe graag ik je zie, Johantje. En dat ging zo maar door. Ik heb niets tegen ontboezemingen, ook niet in het open veld, maar lig dan tenaastekeer niet in de weg van 30 man, net voor een klim, zodat iedereen voet aan de grond moet zetten, hé. Astemblief, zeg!

In de tent buiten de Beize komt Koen opdienen in zijn nieuw T-shirt, met als opschrift: Nee, ik heb geen ochtendhumeur! Ik ben gewoon zo een zeikerd.

Mario

*Stefan Imschieten is een sterk werkwoord en wordt als volgt vervoegd: Stefan Imschiet, Stefan Imschoot, Stefan Imgeschoten. Het speciale aan dit werkwoord is dat het alleen in de verleden tijd enige betekenis heeft. En dan ook nog niet overdreven veel natuurlijk.

 

Zondag 16 oktober. Dikkelvenne, Meilegem, Beerlegem, Dikkele. En ja, in Baaigem ook nog eens de Dikvijverwegel. Wat is me dat daar allemaal aan die kanten met die obesitas?

Ik sta er al, wanneer de pechvogel van de dag, Koen O., aankomt. Dat weten we dan nog niet natuurlijk, maar we lopen even vooruit in het verslag en de tijd.

Luc Krick is er niet, want gisteren is er hem een mossel misvallen op de mosselsouper. Welke mossel het juist was, kon nog niet worden uitgemaakt.

Deel 1 van het Hussevelde komt nu ook toe: Ivan en Rudy DC. Die laatste combineert actieve deelname aan de Fortune-feesten op zaterdag met mountainbiken op zondag. Er zullen het hem niet veel 80-plussers nadoen, dat ik het zeg. En ik kan Marie-Jeanne ook zeer goed verstaan als ze zegt: Als ge de zaterdagavond een stuk in uw k ...* kunt zuipen, kunt ge zien dat ge de zondag uit uw nest zijt en op uw velo kruipt. Voor die ene keer per week dat ik een halve dag op mijn gemak ben. Groot gelijk, Marie-Jeanne. Zitten wij er dan wel mee elke zondag natuurlijk.

Daar komt de jeugd aangestoven: Jeffrey en Gert. De laatste staat zodanig hevig dat de stoom uit zijn oren komt. De hele dag zal hij 20 meter voorop rijden, en dus ook een paar keer verkeerd. Jeffrey staat ook zodanig fel dat zijn achterwiel soms opwipt en uitslaat. Overschot hebben die gastjes. Wat is het toch leutig als ge jong zijt, mijmert Ivan. En dan nog talent er bovenop, denk ik bij mijzelf.

In Meilegem, na het klimmetje naar de kerk, is er een scheur in het peloton en Axel en Koen komen er gelijk niet door. Daar is Koen, niet alleen een scheur in het peloton, maar ook in zijn nieuwe lange broek en in zijn schoon nieuw truike. Gans kapot. Gevallen en met zijn k...** in de pinnekensdraad blijven hangen. En er zat nog snok op ook. Op de pinnekensdraad. Zo proberen de boeren de ezels uit hun weiden te houden, en ge ziet, het helpt.

Axel is echter nergens meer te bespeuren. En na 5 minuten wachten en nog eens gaan piepen, trekken we dan maar verder. Axel was achter geraakt op de klim en daarna verloren gereden. Die generische middelen zijn toch niet hetzelfde als het echte spul, hé, Axel. En de oriëntatieproblemen als neveneffect zijn ook niet van de soep. We zien hem pas terug aan de passerelle in Wetteren.

Danny had ondertussen al wat voorsprong gepakt. Een mijnheer laat ons weten dat onze maat al voorop rijdt. Maat, maat, zegt Jeffrey, we zullen wij zelf wel beslissen wie er onze maat is. Goed gezegd, Jeffrey maat.

Jeffrey is een hele week op hoogestage geweest met Meester Jan, maar dan nog moet hij aan mijn zadel hangen op het eerste klimmeke. In welk klimaat moeten die jongeren opgroeien zeg, met zo een mentaliteit. Allez, ik moet zeggen, dat was maar één keer. De andere keren zoeven hij, Gert en Rudy R omhoog, achtervolgd door Rudy DC, wijl de verstandigere mensen onder ons voorzichtig omhoog kruipen om geen lumbago op te doen en surtout omdat we niet rapper kunnen.

Rudy R slaat een ook voor hem nieuwe wegel in, vol eikelnootjes. Danny zit met een liedje in zijn hoofd dat hij de hele tijd ‘zingt’: Het is een nootgeval***. Maar niemand van ons kent het, wat toch bewijst dat het cultureel niveau van de rest van de Modderfokkers nog meevalt. Zo rijden we voor de eerste keer in ons leven door het Spiegeldriesbos, tussen Dikkele en Balegem. Daar zijn we Koen nogmaals kwijt. Na 5 minuten vergeefs wachten, rijden Rudy DC en Gert terug en nog 10 minuten later zijn ze er daar mee: fietsen lukt niet meer, want Koen is zijn derailleurwieleke kwijt (allez, Koen zijn fiets). Een gevolg van de eerdere valpartij? Een geluk dat we een superstielman mee hebben, maar het kost Rudy R toch meer dan een kwartier om het euvel met veel inventiviteit en vakmanschap op te lossen.

Koen zit er mee in dat hij ons ambeteert door ons een half uur op te houden. Maar Koen, zeg ik, trek u dat niet aan. Iedereen raakt al eens een derailleurwieleke kwijt. En veel verschil gaat het niet maken, jongen, want wij vonden wij jou zo toch al een dikke ambetanterik. Nog niet zo erg als Stefan natuurlijk, bij wie dit zonet Im – het verkeerde keelgat – schoot.

Van in Wetteren tot in Kalken pak ik de kop (met wat steun van Ivan) aan 33 tot 35 induur, zodat we deze rit van 65 km aan 24,5 gemiddeld kunnen afronden, ondanks al het oponthoud. Het is kwestie dat ik mijn alcoholquotum van deze week nog niet bereikt heb en dat door de miserie met Axel en Koen er wat haast moet gemaakt worden willen we dat alsnog rechtzetten tegen de noen.

Bijna in Kalken, kruisen we een luid toeterende auto. Tot overmaat van ramp is het Stefan. Ook dat nog. Vandaag wordt ons echt niets bespaard. Van het verschieten van mij op kop te zien sleuren was het dat Stefan Im – de verkeerde vitesse – schoot.

Mario

*: Kraag. Of wat dacht ge misschien?

**: Kleren. Of wat dacht ge misschien?

***: Goldband: Noodgeval. https://www.youtube.com/watch?v=Nm64Eag373Y

PS. Koen, ik moest nog zeggen van Ivan dat we volgende week uitzonderlijk pas om 9 uur vertrekken.