Frank van Dun        Ph.D., Dr.Jur.     -    Senior lecturer Philosophy of Law.


  
 Ius sine lege


::Pages::

Home
Contact
Books
Texts
Teaching 
Links
By the way


::Introductions::

The Law

Logic

Natural Law


Computer engineer?
My son's website


getacro.gif (1692 bytes)

Last update
  2004-12-06

(C) 2004
Frank van Dun
Gent, België

 

 

The Painted Word

 

Voor Reiner de Winter

 

Reiner, ooit—nog voor Jan Hoet een internationaal bekende Belg werd—gaf je mij dat schitterende essay The Painted Word te lezen, dat haarfijn en met verrukkelijke ironie schetst hoe de schilderkunst de status kreeg van een uithangbord voor de machtige industrie van de kunstkritiek. Je hebt mij toen gezegd dat ik zoiets ook maar eens moest produceren, maar dan voor de juristerij: zijn er niet veel juristen die schijnen te geloven dat de werkelijkheid geen andere bestaansreden heeft dan zich aan te passen aan het juridische woord? Ik ben er nooit toe gekomen iets met dat voorstel te doen. Het gebeurt echter wel meer dat ik projecten laat liggen—en niet alleen projecten die anderen voor mij bedenken.

Jouw suggestie is mij wel bijgebleven. Ik word er trouwens willens nillens regelmatig aan herinnerd, niet alleen wanneer ik juristen hoor praten, maar ook wanneer ik collega’s, beoefenaars van de sociale wetenschappen of filosofen bijvoorbeeld hoor verkondigen dat ‘de realiteit een sociale constructie is (of zelfs iets wat zich tussen de oren afspeelt)’ of ‘dat het individu een theoretische constructie is’. Dat mensen geen theoretische constructies zijn terwijl theorieën, juridische categorieën en wereldbeelden wel menselijke constructies zijn, die als zodanig meer of minder realiteitsgehalte kunnen hebben, lijkt soms een geheel achterhaalde idee—even achterhaald als de natuurrechtelijke idee dat respect voor recht tot uiting komt in respect voor de objectieve, reële (dus natuurlijke) onderscheiden onder mensen, en onrecht in het niet respecteren daarvan. Respect voor recht is blijkbaar respect voor ‘de regels’ en ‘de juridische constructies’ die ons leren welke onderscheiden we moeten of mogen maken, waar, wanneer en voor welke doeleinden. Mensen (‘natuurlijke personen’ in het jargon) zijn immers ook maar theoretische constructies. Zij hebben net als fictieve personen alleen een ‘juridisch bestaan’ als er aan hen ‘rechtspersoonlijkheid’ werd verleend door gezaghebbende ‘rechtspersonen’ die zelf hun ‘rechtspersoonlijkheid’ bij voorkeur ontlenen aan het feit dat men (de allerhoogste autoriteit wiens eigennaam onder geen beding genoemd mag worden) gelooft dat zij ‘rechtspersoonlijkheid’ hebben.

Van Alex Jettinghoff heb ik geleerd dat ik mij over dat alles niet moet verbazen. Het ligt geheel in de lijn van het zogeheten Thomas theorema, dat doorgaat voor het fundamentele inzicht van de moderne sociale wetenschappen. Dat theorema luidt:

A situation defined as real is real in its consequences.

 

Nu zou je kunnen denken dat dat triviaal is: er zijn inderdaad mensen die hun wensen en illusies voor werkelijkheid nemen en daarom ‘onrealistische’ dingen gaan doen die dan vroeg of laat stuklopen op de realiteit. Als je dat denkt dan ben je echter niet mee met het Thomas theorema. Je veronderstelt dan namelijk dat uit het theorema volgt:

A situation defined as unreal is real in its consequences.

 

Je zou dan evenwel net zo goed kunnen zeggen dat de consequenties van een situatie niet afhankelijk zijn de manier waarop mensen haar definiëren—en dus ook dat er een realiteit is die iets anders is dan een loutere projectie van meningen en definities. Dat kun je maar beter laten. Je zou daarmee immers de indruk wekken dat je gelooft dat het er in de sociale wetenschappen op aankomt ideeën te toetsen aan de realiteit. Zo naïef en onwetenschappelijk mag je niet zijn. Waar het op aankomt is dat men het ene woord toetst aan het andere—dat van de leerling aan dat van de meester, dat van leek aan dat van de deskundige, dat van ‘hen’ aan dat van ‘ons’, dat van jou aan wat men zegt.

Om het Thomas theorema te begrijpen moet je bedenken dat het ieder van de volgende (en ontelbaar veel gelijkaardige) uitspraken impliceert:

A situation defined as funny is funny in its consequences.

A situation defined as profitable is profitable in its consequences.

A situation defined as utopian is utopian in its consequences.

A situation defined as unreal is unreal in its consequences.

 

en wellicht ook

A theorem defined as fundamental is fundamental

 

—zelfs als het zich gemakkelijk tot een reductio ad absurdum leent. (Maar ja, Latijn hoort dan ook bij een achterhaalde wetenschapsopvatting.) Het zijn de implicaties van die aard die van het Thomas theorema een fundamenteel inzicht maken, de grondvorm van alle kennis van het menselijke die de naam ‘wetenschap’ waardig is. Zoals voor kennis, zo ook voor kunst: ‘A painting defined as art is art’, een kunstenaar is gewoon iemand die weet hoe kunst gedefinieerd wordt door de bevoegde kunstcritici, en didactisch materiaal kan maken om hun uiteenzettingen te illustreren. En voor het recht? Kent een jurist het recht als hij weet hoe hij recht van onrecht kan onderscheiden, het ene bevorderen en het andere tegenwerken? Natuurlijk niet, dat zou immers betekenen dat de vaardigheid van een jurist rechtvaardigheid zou moeten heten, terwijl zij per definitie niets met rechtvaardigheid te maken heeft. Laat ons wetenschappelijk blijven: het recht is wat men ‘het recht’ noemt en het is recht omdat men het zo noemt; de jurist is iemand die beter dan de meeste leken weet wat men daarmee bedoelt en daar ook deskundig mee kan omgaan.

Van Thomas Szasz (niet de Thomas van het theorema!) is mij het volgende citaat bijgebleven, dat hier niet minder relevant is:

In the animal kingdom the rule is: Eat or be eaten;

in the human kingdom: Define or be defined!

 

Zo beschouwd zijn de mensen van het woord verbale kannibalen die niet alleen hun minder mondige soortgenoten maar soms ook elkaar opeten. De wereld is hun ‘painted word’.

Ik hoop dat je de tijd vindt The Painted Word nog eens te herlezen nu je zelf in een zetel gaat zitten die jouw woord nog gezaghebbender maakt dan het al was. Het ga je goed.

 

Frank van Dun